Jaarstukken 2012
Colofon Verantwoording 2012 Uitgave Gemeente Utrecht Drukwerk Ricoh-zalsman (Zwolle) Fotografie SietseBrouwer Informatie Gemeente Utrecht Bestuurs- en concerndienst Financiën Postbus 16200 3500 CE Utrecht www.utrecht.nl/verantwoording
[email protected]
2
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Inleiding
7
Leeswijzer
7
Samenstelling Bestuur / Organogram Kerncijfers Gemeente Utrecht
9 11
Samenvatting
13
Dee1 1 Jaarverslag
21
Hoofdstuk 1 Programma's
23
1.1 Bewoners en Bestuur
25
1.2 Stedelijke Ontwikkeling
43
1.3 Duurzaamheid
75
1.4 Bereikbaarheid
85
1.5 Openbare Ruimte en Groen
95
1.6 Werk en Inkomen
109
1.7 Onderwijs
123
1.8 Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
133
1.9 Veiligheid
161
1.10 Cultuur
177
1.11 Sport
187
1.12 Vastgoed
199
Algemeen
209
Algemene middelen en onvoorzien
209
Algemene ondersteuning
212
Hoofdstuk 2 Paragrafen
215
2.1 Weerstandsvermogen
215
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen (inclusief investeringen)
225
2.3 Financiering
243
2.4 Bedrijfsvoering
249
2.5 Verbonden Partijen
255
2.6 Grondbeleid
263
2.7 Lokale heffingen
267
Dee1 2 Jaarrekening
277
Hoofdstuk 3 Balans en programmarekening met toelichting
279
3.1 Balans
280
3.2 Programmarekening
282
3.3 Waarderingsgrondslagen
286
3.4 Toelichting op de balans
289
3.5 Gebeurtenis na balansdatum
300
3.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
300
3.7 Toelichting op de programmarekening
301
3
Bijlagen Financiële bijlagen
309 309
SiSa bijlage
345
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
354
Externe subsidieprogramma's
356
Subsidiestaat
361
Corresponderende posten
364
Lokale heffingen en belastingen
365
Uitvoering raadsbesluiten over rekenkameronderzoeken
371
Verklarende woordenlijst
376
4
Voorwoord Raadsvoorstel 2013, nummer 60 Utrecht, 8 mei 2013
Voor u liggen de jaarstukken van de Gemeente Utrecht over het jaar 2012. Met dit jaarverslag en deze jaarrekening leggen wij aan de gemeenteraad verantwoording af over het gevoerde beleid in 2012. Bij het opstellen van dit document hebben wij de instructies uit het Besluit Begroting en Jaarstukken en uit de Financiële verordeningen gevolgd. Maar bovenal willen wij zo helder mogelijk inzicht geven in wat we in 2012 gedaan hebben in Utrecht en hoe zich dat verhoudt tot de afspraken in de programmabegroting. Deze jaarstukken geven behalve aan de gemeenteraad ook aan de Utrechtse burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven inzicht in onze prestaties. Het voert te ver om hier in dit voorwoord op in te gaan. De belangrijkste resultaten treft u aan in het hoofdstuk Programma’s. Deze is hetzelfde ingericht als de Programmabegroting 2012. De resultaten over 2012 leveren ook input voor de discussie in de gemeenteraad over de bepaling van toekomstig beleid. Tijdens de raadsvergadering worden deze jaarstukken dan ook tegelijkertijd besproken met de vaststelling van de financiële kaders in de voorjaarsnota voor het begrotingsjaar 2014. Wat in 2012 bereikt is, is met enthousiasme en gedrevenheid uitgevoerd en heeft de nodige inspanning gekost van de ambtelijke organisatie en de samenwerkingspartners in de stad. Daarvoor willen wij onze waardering uitspreken!
Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Utrecht. De secretaris,
De burgemeester,
Drs. M.R. Schurink
Mr. A. Wolfsen
5
Inleiding Leeswijzer De Jaarstukken 2012 zijn opgesteld onder het regiem van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit heeft gevolgen voor de opbouw van de stukken. De jaarstukken hebben twee delen: het jaarverslag (hoofdstuk 1 en 2) en de jaarrekening (hoofdstuk 3). Het jaarverslag bevat de meer beleidsmatige verantwoording, zoals de programma- en de paragraafteksten. De jaarrekening geeft inzicht in de balans en in het cijfermatige resultaat over 2012. Beide delen worden voorafgegaan door een inleiding en een samenvatting: de inleiding geeft algemene informatie ter ondersteuning bij het lezen van deze jaarstukken, in de samenvatting (van de programmateksten) gaan wij op hoofdlijnen in op het behaalde resultaat in 2012. De volledige programmateksten vindt u in hoofdstuk 1. Hierin geven wij antwoord op de vragen: wat hebben we bereikt?, wat hebben we daarvoor gedaan? en wat heeft dat gekost? In hoofdstuk 2 zijn de paragrafen Weerstandsvermogen, Onderhoud Kapitaalgoederen en investeringen, Financiering, Bedrijfsvoering, Verbonden Partijen, Grondbeleid en Lokale heffingen opgenomen. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de Gemeente Utrecht op de desbetreffende onderwerpen. Hoofdstuk 3, balans en programmarekening met toelichting, geeft inzicht in de financiële positie van de Gemeente Utrecht. Tevens gaan wij hier in op het financiële resultaat over 2012. De Jaarstukken 2012 volgt de opbouw en indeling van de Programmabegroting 2012. Het raadsvoorstel tot vaststelling van de Jaarstukken 2012 leggen wij afzonderlijk aan de gemeenteraad voor. Hiermee stelt u de Jaarstukken 2012 vast. Tevens reageren wij op het controlerapport dat naar aanleiding van de Jaarrekening 2012 is opgesteld.
7
Samenstelling Bestuur / Organogram Gemeenteraad
College van burgemeester en wethouders Gemeentelijke Bestuurs- en
Dienst Gemeentelijke
Geneeskundige en
Griffie
Concerndienst
Musea
Gezondheidsdienst
Rekenkamer
Stadswerken
Stadsschouwburg
Ombudsman
Dienst Wijken
Stationsgebied
Projectbureau Leidsche Rijn
Projectorganisatie Dienst Ondersteuning
Muziekcentrum StadsOntwikkeling
Vredenburg
Dienst Maatschappelijke
Dienst Burgerzaken en
Ontwikkeling
Gemeentebelastingen
Bibliotheek Utrecht
Samenstelling gemeenteraad
Samenstelling college van B en W
Stand per 31 december 2012
Stand per 31 december 2012
Zetelverdeling:
Burgemeester A. Wolfsen 'Veilige stad'
10 GroenLinks
Portefeuille: Openbare Orde en Veiligheid, Ombudszaken, Juridische Zaken en
9 PvdA
Bestuursinformatie, wettelijke taken Burgerzaken, Utrechtse Archief,
9 D66
Veiligheidshuis
7 VVD
Wethouder M. de Rijk (GroenLinks) 'Duurzame en financieel gezonde stad'
4 CDA
Portefeuille: Financiën, Milieu en Duurzaamheid, Economische Zaken, Openbare
3 SP
Ruimte en Groen, Stadspomotie
1 Stadspartij Leefbaar Utrecht
Wijkwethouder: Zuidwest, Binnenstad
1 Groep Kuijper
Wethouder F.C.W.C. Lintmeijer (Groen Links) 'Aantrekkelijke en bereikbare stad'
1 ChristenUnie
Portefeuille: Verkeer, Cultuur, Monumenten en Archeologie, Regiozaken, Internationale Zaken Wijkwethouder: Noordwest en Zuid Wethouder A.C. den Besten (loco burgemeester) (PvdA) 'Sociale en actieve stad' Portefeuille: Werk en Inkomen, Jeugd en Sport Wijkwethouder: Overvecht Wethouder G. Isabella (PvdA) 'Woonstad' Portefeuille: Ruimtelijke Ordening, Wonen, Utrecht Vernieuwt, Krachtwijken, Leidsche Rijn, Grondzaken en Vastgoed Wijkwethouder: West, Vleuten-De Meern Wethouder V. Everhardt D66) 'Gezonde stad' Portefeuille: Volksgezondheid, Welzijn/Wmo, Stationsgebied, Diversiteit Wijkwethouder: Leidsche Rijn Wethouder J. Kreijkamp (D66) 'Lerende en open stad' Portefeuille: Onderwijs, Bibliotheek, Personeel, Organisatievernieuwing, Publieksdienstverlening, Wijkgericht Werken Wijkwethouder: Noordoost, Oost Gemeentesecretaris drs. M.R. Schurink
9
Kerncijfers Gemeente Utrecht Per einde kalenderjaar
2010
2011
2012
311.405
316.277
322.000
45
44
45
45
46
45
10
10
10
225.375
228.427
231.536
Oppervlakte land in hectare
9.405
9.406
9.405
Bevolking per km² land
3.297
3.362
3.424
Woningen per km² land
1.416
1.442
1.464
133.441
135.267
137.685
49
49
49
2,33
2,34
2,34
Sociale structuur Aantal inwoners waarvan percentage 0-29 jaar
• • waarvan percentage 30-64 jaar • waarvan percentage 65+ jaar Werkzame personen SBI 2008
1
Fysieke structuur
Aantal woningen waarvan % koopwoningen
•
Gemiddelde woningbezetting (= bevolking in woningen/bewoonde woningen) Financiële structuur (bedragen x 1 miljoen euro) Rekening Totaal lasten
1.249
1.322
1.248
Algemene Uitkering Gemeentefonds
445
448
443
Totaal reserves
503
519
542
Totaal voorzieningen
158
168
153
Toelichting: werkzame personen (PAR) medio het jaar
• • aantal woningen ultimo 2012 op basis van voorlopige cijfers over mutaties in 2012 • % koopwoningen volgens Vastgoedbestand. Voor ultimo 2012 constant gehouden op percentage voorgaande jaren
1
Voor werkzame personen zijn de definities van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008 (inclusief vrije beroepen) van
toepassing. Bron is het Provinciale Arbeidsplaatsen Register (PAR).
11
Samenvatting Beleidsmatig Het College zet zich in voor een sociale, groene en open stad, die financieel gezond blijft. Voorop staan daarbij de mensen in de stad: daaraan ontlenen de gemeentelijke activiteiten hun betekenis. Gaat het goed met onze inwoners, kan de economie zich ontwikkelen en scheppen we ruimte voor de toekomst. Dit vergt scherp kijken en slim sturen. We moeten alle zeilen bijzetten om de rijksbezuinigingen op te kunnen vangen en tegelijkertijd een goede kwaliteit te blijven bieden aan onze inwoners. Door bijvoorbeeld meer gemeentelijke activiteiten te combineren kunnen we met minder middelen toch resultaten blijven boeken. Denk aan het met elkaar verbinden van de inzet van sociale zaken, economische zaken en gemeentelijke inkoop. Denk ook aan het versterken van de relatie tussen gezondheid en wonen. In deze samenvatting van de programmateksten gaan wij op hoofdlijnen in op het behaalde resultaat in 2012. Stedelijke ontwikkeling In 2012 bleek dat het tempo waarin stedelijke ontwikkelingen plaatsvinden en de stad naar 400.000 inwoners groeit, lager is dan tot voor kort aangenomen. De afzetverwachting van woningbouw, kantoren, bedrijven en detailhandel verminderde de afgelopen jaren. De bereidheid van bijvoorbeeld ontwikkelaars en corporaties om te investeren is afgenomen. Dit leidt in ruimtelijk - fysiek opzicht tot meer gerichte keuzes. Daartoe is in 2012 (Voorjaarsnota) de Nieuwe Ruimtelijke Strategie voor Utrecht vastgesteld. Die keuzes kwamen tot stand op basis van een intensief traject met partners in de stad. Prioriteit hebben de ontwikkeling van Leidsche Rijn en de aanpak van het Stationsgebied, elders krijgen renovaties, nieuwe bestemmingen voor leegstaand vastgoed, tijdelijke invullingen en (collectief) particulier opdrachtgeverschap meer nadruk. Toch vroegen in 2012 corporaties, ontwikkelaars, schoolbesturen, instellingen en winkeleigenaren nog om randvoorwaarden en om begeleiding voor grootschalige bouwplannen en gebiedsontwikkelingen. Het Masterplan Talmalaan, de Ubica-panden, Aurora, De Trip in Rotsoord en de ontwikkeling aan de Winthontlaan zijn voorbeelden van in 2012 vastgestelde Stedenbouwkundige Programma’s van Eisen. In 2012 zijn - conform onze verwachting - in totaal 2.698 nieuwbouwwoningen gerealiseerd. Er zijn 1.059 woningen opgeleverd. Eveneens conform onze verwachting werden in 2012 501 woningen in aanbouw genomen. In het commercieel vastgoedprogramma is 23.772 m² bruto vloeroppervlak kantoorruimte in Leidsche Rijn Centrum getransporteerd, voor de gehele stad is de aanname 35.000 m² bruto vloeroppervlak per jaar. In het Stationsgebied ging in 2012 de uitvoering van verschillende projecten en projectonderdelen van start. Inmiddels is ook het eerste grote project - woonwinkelgebouw De Vredenburg - (dit jaar) opgeleverd. Voor een aantal grote werken die in 2013 van start gaan, is in 2012 de basis gelegd in de vorm van plannen, besluiten en/of conditionering. Zo is een stedenbouwkundig plan opgesteld voor Stationsplein Oost en omgeving. De tijdelijke maatregelen zijn, zeker in het begin, soms lastig, maar in het algemeen bestaat er tevredenheid over voortgang en bouwput. De aanpak in de krachtwijken (Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep en Zuilen Oost) is halverwege. De aanpak werpt zijn vruchten af, maar er zijn nog grote verschillen met andere Utrechtse wijken. Begin 2012 zijn de wijkactieprogramma's 2012-2013 vastgesteld, ook voor Hoograven, de door Utrecht zelf aangewezen voormalige krachtwijk. De projecten zijn grotendeels uitgevoerd. Bewoners dachten daarbij mee over de toekomst van de wijk. In 2012 zijn door transformatie 200 studenteneenheden gecreëerd in een voormalig onderwijsgebouw aan de Archimedeslaan. Drie nieuwe transformatieprojecten voor in totaal 750 eenheden gingen in 2012 van start (Lohmanlaan, Zusterhuis, Provinciehuis). Door handhaving op de bebouwde leefomgeving is het aantal slechte panden verder afgenomen. De openbare ruimte is het afgelopen jaar op verschillende herstructureringslocaties verbeterd. Vooral in De Gagel, Kanaleneiland en Ondiep zijn projecten op dit gebied afgerond. 13
Van de bestemmingsplannen is inmiddels driekwart geactualiseerd. Door vertraging zal de deadline waarop de hele stad voorzien moet zijn van actuele, vastgestelde bestemmingsplannen (1 juli 2013), waarschijnlijk niet overal worden gehaald. Duurzaamheid In januari 2013 is het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie! 2013-2014 vastgesteld. Met het programma wordt flink geïnvesteerd om Utrecht in 2030 klimaatneutraal te maken. Het programma is gericht op het wegnemen van belemmeringen, die bewoners, organisaties en bedrijven ervaren bij energiebesparing en de ontwikkeling van duurzame energie. Er zijn in 2012 36.000 warmtescans van woningen gemaakt, vaak een eerste stap op weg naar energiezuiniger woningen. 450 bedrijven investeerden in het energiezuinig maken van hun gebouwen. Er zijn met behulp van de subsidieregeling van de gemeente 1100 zonnepanelen geplaatst en zonnecentrales op vijf scholen. Van twee biomassacentrales is in 2012 het vergunningstraject gestart. De besluitvorming over het initiatief van Energie-U om windmolens te bouwen op Lage Weide werd voorbereid. Wat bodemvervuiling betreft hebben we bodemonderzoeken en -saneringen uitgevoerd en de saneringen van derden getoetst. Ter bescherming van het grondwater hebben we in 2012 onderzoek gedaan naar innovatieve vormen van beheer, zoals de Biowasmachine in het Stationsgebied. We hebben woningen gesaneerd op het gebied van geluid. Ook werd het transport van gevaarlijke goederen langs zo veilig mogelijke routes geleid. De luchtkwaliteit werd gemonitord en we bereidden in 2012 aanvullende maatregelen voor om in 2015 aan de Europese fijnstofnormen te kunnen voldoen. Bereikbaarheid In 2012 hebben wij het Utrechtse deel van de fietsfilevrij-route tussen Nieuwegein en Amsterdam uitgevoerd. Ook is gestart met de uitvoering van het project ‘alternatieve binnenstadsroutes’. In andere grote fietsprojecten, zoals de fietsbrug over het Amsterdam–Rijnkanaal en de fietstunnels Spinozabrug en ‘Tussen de Rails’, hebben we grote stappen gemaakt in de planvorming. In het kader van de comfortdoelstelling voor de hoofdfietsroutes zijn negen plaatsen in de stad aangepakt. In 2012 hebben wij twee extra mobiele fietsenstallingen ingezet, een buurtstalling opgeleverd en een stalling uitgebreid. Om het openbaar vervoer te verbeteren vorderen de werkzaamheden aan de Uithoflijn gestaag. In 2012 zijn de eerste kunstwerken van de onderbaan opgeleverd. De busbaan door Rijnvliet is iets vertraagd en gaat nu in 2013 in uitvoering. De planvorming voor de HOV-baan over de Dr. M.A. Tellegenlaan en de Van Zijstweg (Z90) heeft vertraging opgelopen. Dat komt door de onlosmakelijke koppeling met de reconstructie van de Van Zijstweg. In het kader van de busverbinding CS – Overvecht is voor het tracé op de Jacobsstraat een Integraal Programma van Eisen opgesteld, begin 2013 te bespreken met bewoners. In 2012 zijn het Ambitiedocument ‘Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar’ en de studie ‘Benuttingsvariant Utrecht West’ vastgesteld. In samenspraak met omwonenden hebben wij verschillende varianten voor de opwaardering van de Noordelijke Randweg Utrecht uitgewerkt. Helaas heeft de minister het project vertraagd. In het kader van het ‘Actieplan Goederenvervoer’ hebben wij verschillende maatregelen uitgevoerd. Een aanvullend pakket luchtkwaliteit is opgesteld. De elektrische afvalboot hebben we in gebruik genomen en er is gestart met een gebundelde aanlevering van goederen voor de horeca. Bij de haven Lage Weide kwam een stroomvoorziening aan de wal. Schepen met een ‘greenAward’ krijgen korting op het havengeld. Voor vrachtwagens wordt aan de Atoomweg een spiegelafstelplaats aangelegd. Eind 2012 telde de stad 32 openbare oplaadlocaties (64 oplaadpunten) voor elektrische voertuigen. Er is een openbare aanbesteding voor 135 oplaadpalen gevoerd en gegund. In 2012 heeft de gemeente een totale bijdrage van 0,080 miljoen euro toegekend aan het realiseren van 52 oplaadpunten op semiopenbaar (bedrijfs)terrein en in particuliere parkeergarages. Wij sloten met Rijk en provincie een ‘green deal’ af voor duurzame mobiliteit en mobiliteitsmaatregelen bij twintig beeldbepalende werkgevers in de regio Utrecht. Door de gemeentelijke stimuleringsmaatregelen zetten bedrijven gezamenlijk zeventig e-scooters in voor de bezorging van eten.
14
In 2012 stelden wij vijf miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van verkeersonveilige locaties. Hiervoor zijn de belangrijkste knelpunten geïnventariseerd, wat leidde tot maatregelen op drie locaties. Openbare ruimte en groen Actieve bewonersparticipatie bleef in 2012 een belangrijk thema, bijvoorbeeld bij het opstellen van de wijkgroen- en wijkwaterplannen. In de binnenstad is in 2012 het proefproject 'Openbare Ruimte Binnenstad' gestart om de regie op de openbare ruimte te versterken. We hebben veel achterstallig onderhoud weggewerkt, vooral bij de fietspaden, openbare verlichting en watergangen. In 2013 doen wij een nader onderzoek naar de totale achterstand in het onderhoud, zodat we tot een strategie voor de aanpak kunnen besluiten. Door de vervanging van lampen kan worden bespaard. Beschoeiingen werden vervangen, verharding en dakoppervlak ‘vergroend’. In 2012 werd 5 km riool ‘gere-lined’ en vervangen. Uit watergangen is 50.000 m3 bagger verwijderd. In vier wijken zijn waterplannen opgesteld met verbetering van de waterkwaliteit als doel. De genomen maatregelen blijken effectief. In 2012 werden vier grote parken en een recreatiegebied opgeleverd. In twee wijken zijn wijkgroenplannen vastgesteld, wat het totaal op vier wijken brengt. De Vechtvisie voor de oevers van de binnenstedelijke Vecht kwam gereed en er werd een Toekomstvisie vastgesteld voor de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen. In totaal telde de stad in 2012 meer dan 1.000 door inwoners beheerde boomspiegels, geveltuintjes en bloembakken. Op verschillende manieren werd in 2012 de belangstelling voor stadsnatuur gestimuleerd en hebben we initiatieven gefaciliteerd. Afval werd in 2012 wederom vaker aan de bron gescheiden. In Lunetten startte de eerste fase van een proefproject waarin de bewoners papier, plastic en GFT gescheiden inzamelen en het restafval in een ondergrondse container deponeren. Werk en inkomen De krimp van de Utrechtse economie in 2012 was kleiner dan het landelijk gemiddelde van 1%. De Utrechtse economie kromp met slechts 0,6%, waarmee de 3,4% groei van 2011 enigszins teniet werd gedaan. De werkgelegenheid groeide in de eerste helft van 2012 nog met 3.109 banen, onder andere door concentratie in Utrecht van landelijke bedrijven en organisaties. Om de Utrechtse economische structuur toekomstbestendig te houden, hebben we onze economische beleidskaders geactualiseerd naar de eisen van deze tijd. Zo zetten we sterk in op hergebruik en transformatie van leegstaande kantoorpanden. Daarbij realiseren we onze doelen steeds meer samen met onze partners. De Economic Board Utrecht en het Ondernemersfonds Utrecht zijn hier goede voorbeelden van. Vanuit een nieuw werkgelegenheidsoffensief koppelen we vraag en aanbod van werk beter te met elkaar, onder andere door de inzet van accountmanagement. We benutten zo onze oude en nieuwe contacten bij werkgevers slimmer om vacatures aan werkzoekenden te koppelen. Ondanks de aanhoudende economische recessie steeg het aantal mensen dat een uitkering ontving via de Wet Werk en Bijstand in 2012 minder sterk dan in voorgaande jaren. De stijging van 2,5% in 2012 ligt rond het landelijk gemiddelde. Door de intensieve inzet van ‘social return’ (de verplichting voor onze opdrachtnemers om mensen in te zetten met een afstand tot de arbeidsmarkt), de inhaalslag op het banenplan en de afgesloten werkarrangementen hebben in 2012 meer mensen regulier werk gevonden dan in 2011. De instroom bleef beperkt door de invoering van de zoektermijn van vier weken. Het Rijk heeft in 2012 beleidswijzigingen doorgevoerd of aangekondigd, die effect hebben gehad op gemeentelijk beleid. De huishoudtoets is met terugwerkende kracht vervallen, de wettelijke inkomensgrens is verlaagd tot 110%. In 2012 startten voor het laatst nieuwe inburgeringstrajecten. Verder is het educatiebeleid gewijzigd en het wetsvoorstel Werken naar vermogen ingetrokken. Wel zijn de regels voor handhaving en sancties verscherpt. Met de meerjarennota ‘Armoede en schuldhulpverlening’ (2012) zijn de kaders voor de komende vier jaar vastgesteld. De economische crisis en de stapelingsmaatregelen van het Rijk leidden tot een toename van het aantal aanvragen en toekenningen van bijzondere bijstand. Ook de vraag naar schuldhulpverlening steeg, maar door de gewijzigde 15
doelstelling en werkwijze kan het aantal trajecten beter worden beheerst. Gehandhaafd wordt er steeds meer aan het begin van het proces. Door de actieve en gerichte aanpak is het aantal beëindigde en niet verstrekte uitkeringen groter dan verwacht. Onderwijs en bibliotheek Het aantal vernieuwde schoolgebouwen voor het primair onderwijs liep in 2012 op tot 45% van het bestand. In het voortgezet onderwijs kreeg de Kranenburgschool (Oost) een nieuw gebouw met een buurtfunctie. De bouw van het Gerrit Rietveld College kan, nu de aanbesteding is afgerond, worden voorbereid. In september 2012 ging de Internationale School succesvol van start met ongeveer vijftig leerlingen. Met de uitbreiding van 135 plaatsen kan iedere peuter die recht heeft op voor- en vroegschoolse educatie terecht in Leidsche Rijn/Vleuten De Meern. Op 26 scholen in zeven wijken is - voor het eerst - gestart met leertijduitbreiding. Dit houdt in dat leerlingen na schooltijd extra lessen krijgen. Ook zijn in 2012 de voorbereidingen getroffen voor drie extra Brede School Academies. Het bibliotheekgebruik stijgt nog steeds. Aanwezigheid van wifi en HotSpots in grotere vestigingen leiden tot hogere bezoekersaantallen. In 2012 besloot de gemeenteraad de bibliotheek onder te brengen in een zelfstandige stichting. Jeugd, welzijn en volkgezondheid In 2012 is een start gemaakt met de voorbereiding van de overdracht van rijkstaken op het gebied van Jeugd en AWBZ naar de gemeente. Ook is de besluitvorming over Vernieuwend Welzijn afgerond en de implementatie voorbereid. Voor ‘Vernieuwend Welzijn’ benoemden wij in oktober 2012 de nieuwe aanbieders. In het aanbod staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het in 2012 vastgestelde flexibele welzijnsbudget. De overheid ondersteunt en stimuleert bewonersinitiatieven en steunt bewoners individueel die het tijdelijk op eigen kracht niet redden. In 2013 krijgen de veranderingen in de organisatie, financiering, sturing en uitvoering van het welzijnswerk hun beslag in de praktijk. In het najaar van 2012 stelde de gemeenteraad het raadsvoorstel ‘Efficiënt omgaan met welzijnsaccommodatie’ vast. Door dit besluit vermindert het aantal vierkante meters welzijnsaccommodatie. Het nieuwe team ‘Meedoen naar vermogen’ ging in april 2012 van start met een deel van ‘Vernieuwend Welzijn’ (inclusief mantelzorg), armoedebeleid, activering en begeleiding, maatschappelijke opvang (inclusief vrouwenopvang, aanpak huiselijk geweld en asielbeleid) en individuele verstrekkingen (prestatieveld 6 Wmo). Beoogd doel is een meer geïntegreerde aanpak van de ondersteuning van minder zelfredzame inwoners. Op 1 april 2012 zijn, voor de periode van een jaar, buurtteams Sociaal gestart in Ondiep en Overvecht Zuid. In 2012 startte een website met informatie over de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor mensen met een beperking. Om hun zelfredzaamheid te vergroten, stelden we al eerder het Plan Agenda 22 vast. Ook werd besloten tot een proefproject voor de opvang van kwetsbare buitenlandse daklozen. De voor 2012 voorgenomen veranderingen en besparingen in de zorg voor jeugd zijn gerealiseerd. Ondanks de efficiencykorting van 15 % waarmee de taken voor jeugdzorg in 2015 aan de gemeente zijn overgedragen, verwachten wij dat deze betere jeugdzorg kan bieden. De buurtteams Jeugd en Gezin experimenteren met een werkwijze die uitgaat van één gezin; één plan, eigen kracht en benutting van het sociaal netwerk, waarin de twee buurtteams zijn geïntegreerd. Wat betreft jeugdzorg hebben we inzicht in vraag en aanbod, waarmee we tevens onze kennispositie hebben versterkt. Ook verstevigden we onze relaties met jeugdzorgaanbieders, de provincie, G4, G32 en het Rijk. Fundamentele verbeteringen hebben wij in 2012 voorbereid in het aanbod ‘Jeugd en veiligheid’. Dit als uitwerking van de bezuinigingen op de aanpak ‘Onze Toekomst’, de start van ‘Vernieuwend Welzijn’, de decentralisatie van de jeugdzorg en de resultaten van effectevaluaties van ons huidige aanbod. Dit heeft geleid tot een nieuwe aanbesteding van het dagbestedingsaanbod voor jongeren en een nieuwe projectsubsidie tussenfase Jeugdhulp. Deze vernieuwing heeft inhoudelijke verbeteringen en een betere aansturing op resultaten/effecten tot doel. Met de modernisering van onze jeugdgezondheidszorg bereiden we ons voor op onze toekomstige jeugdzorgtaken. Op het gebied van de volksgezondheid trad op 1 januari 2012 een belangrijke verandering in de Wet publieke gezondheid (Wpg) in werking. In reactie hierop is er in 2012 een tijdelijke gemeenschappelijke regeling gesloten die onder meer de benoeming regelt van de directeur publieke gezondheid voor de regio Utrecht. Met de innovatieve aanpak ‘Proceskader gezondheidsadviezen in ruimtelijke ontwikkelingen’ wordt gezondheid in alle ruimtelijke plannen 16
meegenomen en meegewogen in de besluitvorming. Gezondheidsadviezen gaan zowel over het beperken van gezondheidsrisico's (bijvoorbeeld door luchtverontreiniging of geluidshinder), als over het bevorderen van een gezonde leefstijl. Hiermee gaan we een stap verder dan andere gemeenten. Veiligheid Bij de handhaving van een veilige leefomgeving stond ook in 2012 de samenwerking met partners voorop. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de inwoners, maar ook om politie, Openbaar Ministerie (OM), ondernemers en maatschappelijke organisaties. De prioriteiten zijn jongerenoverlast en -criminaliteit, woninginbraak, veelvoorkomende criminaliteit, geweld en georganiseerde criminaliteit. De totaal geregistreerde criminaliteit is in 2012 met 6,4% gedaald ten opzichte van 2011. Dit betekent een daling van 26,2% ten opzichte van 2006. Hiermee hebben we de doelstelling voor 2012 (-23% ten opzichte van 2006) ruimschoots gehaald. De daling van criminaliteit betreft de prioriteiten woninginbraak, autokraak en geweld. In 2012 gaf 21% van de inwoners van Utrecht aan vaak jongerenoverlast te ervaren, een stijging van 2 procentpunten ten opzichte van vorig jaar. Hiermee is de ambitieuze doelstelling om de (vaak) ervaren jeugdoverlast te laten dalen naar 14% helaas niet gehaald. Het percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt (3,2%), steeg in 2012 licht ten opzichte van 2011 (3,0%). De veiligheidsbeleving van onze inwoners blijkt geen gelijke tred te houden met de objectieve veiligheid (criminaliteitscijfers). Er zijn veel factoren die hiertoe zouden kunnen bijdragen. Overigens wijst de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor uit dat Utrechters zich niet onveiliger voelen dan inwoners van andere steden. Cultuur Utrecht blijft - tegen de landelijke trend in - investeren in cultuur. Mede dankzij het innovatievermogen en de flexibiliteit van de culturele sector konden we een sterke en gedifferentieerde Cultuurnota 2013-2016 opstellen. De aangekondigde bezuinigingen van Rijk en provincie op kunst en cultuur kregen in 2012 hun beslag bij de subsidiebesluiten voor de nieuwe Cultuurnotaperiode 2013-2016. 2012 was ook het jaar waarin het besluit viel dat Utrecht niet doorgaat naar de tweede ronde van de verkiezing tot Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. Aan de viering van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013 werd de laatste hand gelegd. Sport In 2012 is volop gewerkt aan de voorbereidingen van het European Youth Olympic Festival Utrecht 2013 (EYOF). Pieter van den Hoogenband trad aan als toernooidirecteur en is een start gemaakt met het sportieve side–eventsprogramma de 'Achmea High Five Challenge'. Dit heeft als doel de bekendheid van het EYOF te vergroten en jongeren enthousiast te maken voor sport en bewegen. We hebben in zes wijken geïnvesteerd in uitbreiding van sportaccommodaties en een start gemaakt met de vernieuwing van zwembad De Krommerijn. De beleidsnota Volkstuinen vormt een nieuw kader. In de krachtwijken nam de jeugdsportdeelname in 2012 toe door de inspanning van sportverenigingen, onderwijs, combinatiefunctionarissen sport en beweegmakelaars. Met de beleidsregel ‘Combinatiefunctionarissen sport’, de notitie en subsidie–uitvraag ‘Sport en bewegen in de buurt’ en de aanvraag voor de buurtsportcoaches zijn de fundamenten gelegd voor 2013 en verder. Utrechtse topsporters en sportverenigingen scoorden met 14 medailles goed op de Olympische en Paralympische Spelen. Bestuur en bewoners In bestuurlijk opzicht intensiveerden in 2012 de relaties van Utrecht in Noordvleugelverband en met de buurgemeenten (U10). De gemeente zegde 2,4 miljoen euro aan Europese subsidies toe aan projecten in de stad. Utrecht profileerde zich als internationale stad in 2012 niet alleen door opening van een Internationale School, maar ook door de groei van het netwerk ‘Utrecht Internationaal’ tot 120 leden en tijdens de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen Nederland - Turkije. Het toerisme in Utrecht groeide in 2012. Intern en extern ondersteunden steeds meer partijen het imago en profiel van Utrecht als Stad van Kennis en Cultuur. Een bewonerspanel bevestigde dit beeld eind 2012.
17
In 2012 organiseerde Utrecht als winnaar van 2011 de evenementenprijsuitreiking en werden wij derde evenementenstad van Nederland. Drie Utrechtse evenementen vielen in de prijzen. In de G50-monitor 2012 van evenementen met meer dan vijfduizend bezoekers voerde Utrecht de ranglijst aan. Het Utrechts Archief nam in 2012 de gerenoveerde en gemoderniseerde depottorens aan de Alexander Numankade weer in gebruik. Bij Burgerzaken was het percentage klachten nog altijd laag, maar nam het aantal toe, vooral door langere wachttijden bij de balies tijdens de piek die ontstond door een wetswijziging over het vervallen van de kinderbijschrijvingen op reisdocumenten. Vanuit de organisatiestrategie ‘Via B’ beoogt de gemeente Utrecht haar dienstverlening te verbeteren tegen lagere kosten. In 2012 vulde de gemeentelijke organisatie dit in door dienstverleningsprocessen te stroomlijnen, generieke ICT-voorzieningen te gebruiken en zoveel mogelijk te standaardiseren op basis van landelijke normen. Van de drie gemeentelijke dienstverleningskanalen (online, telefoon, balie) was het aantal klantcontacten online het grootst en bij de balie het kleinst. Dat sluit aan bij ons doel meer online dienstverlening te faciliteren en stimuleren. Uit de Inwonersenquête bleek dat, net als in 2011, 16% van de Utrechters vond dat zij voldoende invloed konden uitoefenen op het gemeentelijk beleid. De Benchmark Burgerparticipatie gaf aan dat bijna 50% van de inwoners die participeerden in projecten of initiatieven namen, effect zag van hun inbreng op het beleid en tevreden was met de uitkomst. Voor driekwart van de actieve bewoners nam door de participatie de betrokkenheid bij de leefomgeving toe. In 2012 droegen inwoners met 2150 initiatieven bij tot de verbetering van de leefbaarheid in de Utrechtse wijken. Vastgoed Eén van de gemeentelijke doelmatigheidsmaatregelen (‘Via B’) is oprichting van een gemeentebrede vastgoedorganisatie die expertise en beheer van panden bundelt. Per 1 mei 2012 is daartoe de Utrechtse Vastgoed Organisatie (UVO) opgericht met als doelstelling het accommoderen van activiteiten waar andere vastgoedeigenaren (op de markt) of beheerders hun verantwoordelijkheid niet, onvoldoende of tegen te hoge kosten nemen. Doelstellingen: een hogere bezettingsgraad en multifunctioneel gebruikte accommodaties. Van het af te stoten vastgoed is in 2012 een deel succesvol verkocht. Het belangrijkst is de verkoop van een portefeuille van acht panden waarin kinderopvang plaatsvindt. De totale taakstelling van 4 + 2,3 miljoen euro is in 2012 gerealiseerd. In 2012 (Voorjaarsnota) is het Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed (MPUV) vastgesteld. Hierin leggen wij verantwoording af over 2011 en geven we een vooruitblik van vijf jaar op de gemeentelijke vastgoedportefeuille. Belangrijkste beslispunten waren het op orde brengen van de vastgoedreserve door een storting en de verandering van de afschrijvingstermijn voor gebouwgebonden installaties. Zo kon een bijdrage worden geleverd aan de gemeentelijke financiële opgave voor de komende jaren. In 2012 (Programmabegroting) is ook de Kadernota Vastgoed vastgesteld met alle regels en uitgangspunten voor de Utrechtse Vastgoed Organisatie. De belangrijkste besluiten zijn dat partijen die een gemeentelijk beleidsdoel ondersteunen, een kostendekkende vergoeding betalen en alle andere partijen die gebruik maken van het gemeentelijk vastgoed een marktconforme huur. Ook hebben wij de wijziging van de afschrijftermijnen uitgewerkt. Tot slot De gevolgen van de economische crisis en van de maatregelen van het rijk worden voor een groter deel van de Utrechters steeds scherper voelbaar. De inspanningen van de gemeente om hen perspectief te bieden worden daarmee belangrijker. Wij gaan daarbij uit van de kracht van mensen en de kracht van de stad. Wij willen zo veel mogelijk ruimte bieden aan initiatieven van mensen zelf en deze waar nodig ondersteunen.
Financiële samenvatting In 2012 heeft de gemeente Utrecht in totaal een bedrag van ongeveer 1,34 miljard euro tot haar beschikking gehad. In het onderstaande taartdiagram ziet u, waaruit de gemeentelijke inkomsten in hoofdzaak bestaan.
18
Gemeentefonds (33%) Belastingen, heffingen en rechten (15%) Grondexploitaties (30%) overige eigen middelen (5%) specifieke uitkeringen (18%)
De gemeente is vrij om te bepalen waar ze de uitkering uit het gemeentefonds aan besteedt. Vanzelfsprekend moeten we wettelijke taken, die het Rijk financiert via het gemeentefonds, uitvoeren. We zijn echter vrij om zelf te bepalen hoeveel geld we voor die wettelijke taken uittrekken. Specifieke uitkeringen verstrekt het Rijk – in tegenstelling tot de algemene uitkering uit het gemeentefonds onder bepaalde voorwaarden en voor een bepaald doel. Voorbeelden van specifieke uitkeringen zijn de Wet werk en bijstand, de middelen voor het bereikbaarheidsoffensief Randstad en de brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid. Onder belastingen, heffingen en rechten vallen bijvoorbeeld de onroerende zaakbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing en bouwleges. De inkomsten uit grondexploitaties zijn verrekeningen met balansposten (reserves, onder handen werk). Bij de afsluiting van een (meerjarige) grondexploitatie wordt het saldo als resultaat verantwoord. Overige eigen middelen zijn bijvoorbeeld rente- inkomsten of dividenden. De beschikbare middelen hebben we in 2012 ingezet voor de uitvoering van gemeentelijke programma's, die in de begroting zijn genoemd. Onderstaande geeft de verdeling weer van de lasten en baten over die verschillende programma's.
19
700000 600000 500000 400000 300000
Lasten Baten
200000 100000
Be w St on ed er el s e ijk e nB O e nt stu w O Du ik u r pe ur ke l nb ar Be za a ing e r Ru eik mhe W im ba id el te arh zi W jn er en eid ,J k eu en Gr gd In oen ko en V o O me lks nde n ge rw zo ijs n Ve dhe ilig id he G em id C ee ul tu nt u el A ij S r Al ge lgem k V po rt a m en ene stg o e O Mid ed nd e r dele st eu n ni ng
0
Maal 1.000 euro. Uitkomst De gemeentelijke inkomsten en de inzet daarvan in de programma's heeft in 2012 al met al geleid tot een boekhoudkundig resultaat van bijna 85,9 miljoen euro. Dit bedrag is het saldo van zowel voor- als nadelen ten opzichte van de actuele begroting. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste resultaten per programma opgenomen. Dit betreft het boekhoudkundige resultaat, dat wil zeggen het resultaat voor bestedings- en dekkingsvoorstellen. Boekhoudkundig resultaat
Bedrag
Stedelijke Ontwikkeling
-15.947
Bereikbaarheid
11.756
Openbare Ruimte en Groen
12.201
Werk en Inkomen
13.917
Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid Sport Gemeentelijk Vatgoed
6.821 7.926 -6.585
Algemene Middelen
24.500
Algemene Ondersteuning
24.775
Overige programma's Totaal
6.550 85.914
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Een uitvoerige toelichting op het gemeentebrede resultaat en de achtergronden daarvan vindt u terug in paragraaf 3.7 van de jaarstukken.
20
Dee1 1 Jaarverslag
21
Hoofdstuk 1 Programma's
23
1.1 Bewoners en Bestuur Algemene doelstelling Utrecht is een aantrekkelijke stad voor bewoners en bezoekers met een moderne overheid die de belangen van haar bewoners goed behartigt.
Subdoelstelling 1.1: Utrecht is zichtbaar als aantrekkelijke stad om te wonen, te bezoeken en in te investeren. Subdoelstelling 1.1 Utrecht is zichtbaar als aantrekkelijke stad om te wonen, te bezoeken en in te investeren.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Meer bezoekers zien/kennen Utrecht
P1.1.1 Bevorderen van de marketing van
als een aantrekkelijke toeristische bestemming.
Utrecht als aantrekkelijke toeristische bestemming.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Meer bezoekers zien/kennen Utrecht als een aantrekkelijke toeristische bestemming. Het toerisme kent ook 2012 groei, in de eerste 3 kwartalen van 2012 is het verblijfstoerisme gegroeid met 4%. De toeristische marketing organisatie Toerisme Utrecht is op de ingeslagen weg door gegaan met een proactieve aanpak van de toeristische marketing en promotie van de stad Utrecht. Een mooi resultaat was de kwalificatie door Lonely planet als een van de 10 'most unsung places' van de wereld. Dit vormt een extra impuls voor zowel de toeristische bekendheid als het aantal bezoekers.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Utrecht aantrekkelijke toeristische bestemming Prestatiedoelstelling 1.1.1 Bevorderen van de marketing van Utrecht als aantrekkelijke toeristische bestemming. De marketing van Utrecht gericht op de doelgroep bezoekers bevat drie belangrijke componenten: goed gastheerschap, goede toeristische marketing en promotie en een goede toeristische infrastructuur.
25
De rol van gastheer voor de bezoeker wordt voor een belangrijk deel ingevuld door Toerisme Utrecht door de exploitatie van de VVV en de Domtoren. Belangrijke resultaten in 2012 zijn dat vvv-winkel op het Domplein samen met VVV Nederland is gemoderniseerd, de lancering van de cityguide-app met het toeristische aanbod en het record aantal bezoekers wat de Domtoren heeft bezocht in 2012. Daarnaast is er samen met (toeristische) partners in de stad een traject gestart voor de verbetering van de gastvrijheid. De toeristische promotie en marketing was ook in 2012 gericht op de (inter)nationale promotie van Utrecht stad van Kennis en Cultuur. Het Utrecht Convention Bureau richt zich vooral op het aspect kennis en dat heeft in 2012 geresulteerd in het ontwikkelen van 34 bids voor congressen, waarvan er 14 definitief naar Utrecht zullen komen en waarvan er nog 11 optioneel zijn. In 2012 heeft Utrecht 50 internationale meerdaagse zakelijke bijeenkomsten en congressen verwelkomd, waarvan ongeveer de helft een ICCA ranking heeft. De eerste bijeenkomst voor kennisambassadeurs van de stad zorgde voor verdere versterking van de samenwerking met UMC Utrecht, Universiteit en andere kennisinstellingen. Bij de marketing van het totale toeristische product wordt het veelzijdige cultuurproduct van de stad steeds weer uitgelicht. Bijvoorbeeld door de deelname aan de internationale promotieactiviteiten van Arts Holland en de breed ondersteunde campagne 'Utrecht te veel te leuk voor een dag'. Daarnaast zijn er lokaal door Toerisme Utrecht structurele samenwerkingsverbanden aangegaan met Stichting Cultuurpromotie Utrecht, Musea Utrecht en Stichting Vrede van Utrechten Centrum Management Utrecht. Stimuleren van verblijfstoerisme Het verblijfstoerisme is in de eerste drie kwartalen van 2012 gegroeid met 4.4%. Het aantal internationale gasten in logies accommodaties steeg met een vergelijkbaar percentage (4,2%) en het aantal overnachtingen vanuit het buitenland met 4,3%. Een positief effect van de duurzame internationale marktbewerking voor Utrecht onder andere door deelname aan de NBTC Citybreak campagne. Wat betreft de toeristische infrastructuur zijn de hotels en congreslocaties ondersteund in hun ambities om te verduurzamen met als gewenst resultaat een Green Key certificering. Begin 2012 is het Trajectum Lumen kunstwerk op Pausdam (Paushuize) onthuld en toegevoegd aan de toeristische route.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4
beschikbaar 2
Effectindicatoren:
E1.1.1
Positie op de ranglijst
CVO, rapportage
toeristische bezoeken
Toeristische Bezoek aan
aan steden
Steden
Nog niet 4 (2009)
Percentage Nederlanders dat
E1.1.2
Utrecht heeft bezocht
Motivaction International
in de afgelopen twee
BV Onderzoek naar imago
jaar
van Utrecht
74% (2009)
St. Toerisme Utrecht
50 (2009)
Gegevens niet 75%
beschikbaar.
75
120
Prestatie indicatoren: Aantal publicaties in P1.1.1
2
buitenlandse bladen.
Resultaten worden pas bekend gemaakt in april 2013.
26
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele begroting
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
2012
2012
realisatie
P1.1.1 Bevordering toerisme
1.586
1.813
1.997
-183
Totaal lasten
1.586
1.813
1.997
-183
P1.1.1 Bevordering toerisme
0
360
595
235
Totaal baten
0
360
595
235
1.586
1.453
1.402
51
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
46
46
0
1.586
1.407
1.356
51
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Bevordering toerisme
De lasten zijn 0,183 miljoen euro hoger en de baten zijn 0,235 hoger door de ontvangst en de inzet van een Europese subsidie voor het project Trajectum Lumen.
Subdoelstelling 1.2: Utrecht is een stad van kennis en cultuur Subdoelstelling 1.2. Utrecht is een stad van kennis en cultuur.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1. Meer mensen zien Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur.
P1.2.1. Bevorderen van de marketing, promotie en profilering van Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1. Meer mensen zien Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur. Het imago en profiel van Utrecht als stad van kennis en cultuur is verder versterkt. Het profiel van Utrecht is een economisch sterke, competitieve en aantrekkelijke stad. Intern en extern ondersteunen steeds meer partijen dit profiel. Zij dragen samen met de gemeente het profiel van stad van kennis en cultuur uit via grote en kleine(re) marketing- en promotieprojecten, waaronder via de grote projecten Vrede van Utrecht en Utrecht Science Park. 27
De bron die staat genoemd om het effect van deze doelstelling te meten is het imago onderzoek voor Utrecht door Motivaction. Dit onderzoek is als gevolg van de heroriëntatie stadspromotie niet meer beschikbaar. Vergelijking met de nulmeting uit 2009 is daardoor niet mogelijk. Een alternatief is gevonden in het Bewonerspanel. Dit dekt alleen het beeld van Utrecht bij bewoners, niet bij externen. In november 2012 is het Bewonerspanel geraadpleegd over het beeld dat zij hebben bij Utrecht. 81% van de geïnterviewden geeft aan Utrecht te zien als kennisstad. 78% van de mensen ziet Utrecht als culturele stad. 57% van de ondervraagde bewoners kent het profiel van stad van kennis en cultuur. Dit Bewonerspanel is een nieuwe nulmeting, de komende jaren kunnen we de ontwikkeling in het beeld van Utrecht meten. Een landelijke bron die ook een indicatie geeft is de Atlas voor gemeenten 2012. Utrecht staat op de 3e plaats van de G50 als het gaat om omvang en diversiteit van het culturele aanbod. Utrecht staat op de 1e plaats als het gaat om de omvang van de creatieve klasse als percentage van de beroepsbevolking en Utrecht staat eveneens op de 1e plaats als het gaat om het aantal hoogopgeleiden als percentage van de beroepsbevolking.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Bevorderen van de marketing, promotie en profilering van Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur. De samenwerking met stakeholders is zowel op het gebied van cultuur als op het gebied van kennis vergroot en geïntensiveerd. In de Task Force Marketing werken de culturele en toeristische partners van de stad samen aan marketing en promotie van de toeristische en culturele projecten. Zij werken samen aan lopende projecten en hebben nieuwe projecten in gang gezet als Gastheerschap en Social Media. Ook op het gebied van kennis wordt steeds intensiever gewerkt aan de marketing en promotie van Utrecht, dit samen met de kennispartners vanuit het onderwijs, de kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Grote gezamenlijke marketing- en promotieprojecten waar wij met onze stakeholders in 2012 aan hebben gewerkt zijn: Vrede van Utrecht, Culturele Hoofdstad 2018, Stadsdag, EYOF, U10 regioprofilering, Urbact project City Logo, Gastheerschap en Social Media. Het merk Utrecht is via diverse projecten en evenementen zichtbaar gemaakt. Het aantal partners dat het Utrecht merk ondersteunt en uitdraagt, is verder uitgebreid. Projecten, evenementen en partners dragen zo bij aan de gezamenlijke profilering van Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur. In 2012 hebben de volgende partners in de stad gebruik gemaakt van het Utrecht merk: Musea Utrecht (alle musea), Toerisme Utrecht, Stichting Cultuur Promotie Utrecht, Centrum Management Utrecht, Ondernemersfonds, Utrecht Convention Bureau en diverse evenementen en festivals. Voorbeelden van projecten waarbij het logo is gebruikt: de Nationale Evenementenprijs Uitreiking, Festival de Beschaving, Festival of Games, alle VVV middelen, campagne Utrecht te veel te leuk voor één dag, Trajectum Lumen, Singelloop, Jaarbeurs Utrecht Marathon, Stadsdag, Provada beurs, TedX Utrecht, Culturele Zondagen, Nieuwjaarsfeest en Vrede van Utrecht. Eind 2012 is de Brand Portal afgerond. Dit is een online digitaal huisstijlhandboek met onder andere het Utrecht logo, kant en klare presentaties en een beeldbank met foto's van Utrecht. Hierdoor kunnen partners vanaf 2013 online duidelijk en snel zien hoe en waarvoor zij het Utrecht logo en merk kunnen inzetten.
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4 (2009)
3
nnb
3 (2009)
2
nnb
Effectindicatoren: Motivaction International BV E1.2.1
Positie in de top drie van
Onderzoek naar het
Nederlandse cultuursteden
imago van Utrecht Motivaction International BV
E1.2.2
28
Positie in de top drie van
Onderzoek naar het
Nederlandse kennissteden
imago van Utrecht
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
0 (2009)
7
8
0 (2009)
40
40
Prestatie indicatoren: P1.2.1
Aantal gezamenlijke promotie-
Jaarverslag
projecten met stakeholders
Stadspromotie
Aantal Utrechtse instellingen, organisaties, bedrijven dat P1.2.2
gebruik maakt van het Utrecht
Jaarverslag
logo
Stadspromotie
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
P1.2.1 Stad van kennis en cultuur
358
263
253
10
Totaal lasten
358
263
253
10
P1.2.1 Stad van kennis en cultuur
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
358
263
253
10
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
358
263
253
10
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Subdoelstelling 1.3: Utrecht is een aantrekkelijke stad voor evenementen Subdoelstelling 1.3 Utrecht is een aantrekkelijke stad voor evenementen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.3.1 Festivals en evenementen in Utrecht
P1.3.1 Faciliteren van de verbinding, samenhang en
dragen bij aan de profilering en aantrekkelijkheid van Utrecht als stad van kennis en cultuur.
kwaliteit van evenementen en festivals in Utrecht. P1.3.2 Stimuleren van de cultuurmarketing en – promotie van Utrecht.
29
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.3.1 Festivals en evenementen in Utrecht dragen bij aan de profilering en aantrekkelijkheid van Utrecht als stad van kennis en cultuur. In 2012 organiseerden we de evenementenprijsuitreiking en werden we derde evenementenstad van het jaar. Drie Utrechtse evenementen vielen in de prijzen: Connecting Arts, Klaas en Maarten pakken uit (Culturele Zondag) en VJ op de Dom. In de g50 evenementenmonitor 2012, waarin de 50 grootste gemeenten worden vergelijken als het gaat om evenementen met meer dan 5000 bezoekers, voert Utrecht de ranglijst aan. De teleurstellende uitslag met betrekking tot de Culturele Hoofdstad heeft de wil tot samenwerking en bundeling van krachten in de festivalwereld niet negatief beïnvloed.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.3.1 Faciliteren van de verbinding, samenhang en kwaliteit van evenementen en festivals in Utrecht. De samenwerking en afstemming tussen festivalorganisatoren, gemeente en marketingorganisaties als Toerisme Utrecht, de stichting Cultuurpromotie Utrecht, de stichting Museumkwartier, Centrummanagement Utrecht en de Vrede van Utrecht is gegroeid. Dit wordt vormgegeven in het festivaloverleg en de Taskforce Marketing Utrecht. Het heeft onder andere geresulteerd in de Winter Utrecht campagne, waarin evenementen, festivals en andere winterse activiteiten gebundeld in de markt gezet zijn. We waren aanspreekpunt en voerden het accountmanagement voor diverse stakeholders en festivalorganisatoren. De interne samenwerking met onder andere de collega's van Vergunningen, Toezicht en handhaving, Culturele Zaken, Toerisme en Citymarketing draagt daar positief aan bij. Het heeft onder andere geresulteerd in samenwerking en merkactivatie bij het nieuwe TedX Utrecht evenement in de Stadsschouwburg, het HKU lustrumfestival Hogeschool voor de kunsten Utrecht) en De Fietskoerier. Op de evenementenwebsite www.utrecht.nl/evenementen is een start gemaakt met het verbeteren en aanvullen van de publieksinformatie. Relevante omgevingsfactoren De financiële en economische crisis heeft doorgezet en heeft aanzienlijke gevolgen. Hoewel we als gemeente in 2012 een gelijkblijvend cultuurbudget ingezet hebben, is het totaalbudget voor de Utrechtse cultuur, waaronder evenementen en festivals aanzienlijk krapper geworden. Dit omdat op andere plaatsen wel bezuinigd is en fondsen opgedroogd zijn. Prestatiedoelstelling 1.3.2 Stimuleren van de cultuurmarketing en – promotie van Utrecht. Sinds 2012 fungeert Stichting Cultuurpromotie Utrecht (SCU) als integrale ondersteunende instelling voor de culturele sector en wordt binnen dat programma verantwoord. In 2012 is SCU de samenwerking aangegaan met stichting Wereldfeest.
30
Indicatoren subdoelstelling 1.3 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
6 (2009)
Top 3
3
2 (2011)
2
1
Effectindicatoren: E1.3.1 E1.3.2
Positie evenementenstad van het
Stichting Nationale
jaar
Evenementen Prijzen
Positie op de ranglijst
Evenementenmonitor
evenementen G50
G50
Prestatie indicatoren: Percentage festivals en P1.3.1
evenementen dat gebruik maakt
Jaarverslag
van het Utrecht- logo
Stadspromotie
Gegevens niet (2012)
20%
beschikbaar
3
3
Aantal Utrechtse evenementen P1.3.2
dat gehonoreerd wordt met een
Stichting Nationale
prijs
Evenementen Prijzen
2 (2009)
Percentage Nederlanders dat één P1.3.3 P1.3.4
of meerdere beurzen of
Motivaction International
evenementen in Utrecht kent
BV rapport
Percentage Nederlanders dat één
Motivaction International
of meerdere Utrechts musea kent
BV rapport
Rapport verschijnt 59% (2010)
62%
niet meer Rapport verschijnt
31% (2010)
35%
niet meer
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P1.3.1 Evenementen en festivals
358
263
253
10
P1.3.2 Cultuurmarketing en - promotie
226
457
457
0
Totaal lasten
584
720
710
10
P1.3.1 Evenementen en festivals
0
0
0
0
P1.3.2 Cultuurmarketing en - promotie
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
584
720
710
10
Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
584
720
710
10
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
31
Subdoelstelling 2.1: Utrecht is een invloedrijke partner, lokaal, landelijk en internationaal Subdoelstelling 2.1 Utrecht is een invloedrijke partner, lokaal, landelijk en internationaal.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.1.1 In externe wet- en regelgeving wordt
P2.1.1 Samenwerken met partners en
rekening gehouden met Utrechtse belangen.
invloed uitoefenen op verschillende niveaus.
E2.1.2 Utrecht ontvangt subsidies. E2.1.3 Kennis en internationale oriëntatie van de gemeentelijke organisatie, partners en bewoners is vergroot.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 In externe wet- en regelgeving wordt rekening gehouden met Utrechtse belangen. In 2012 werkte de Gemeente Utrecht actief samen met bestuurslagen op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Dit leidde onder andere tot een intensivering van de relaties in Noordvleugelverband en de banden met de buurgemeenten. Daarnaast trok Utrecht samen met bijvoorbeeld de G4, de G32 en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op in de beïnvloeding van 'Den Haag' en 'Brussel' op voor Utrecht belangrijke dossiers. De val van het kabinet in het voorjaar, de verkiezingen in het najaar en het nieuwe regeerakkoord zorgden voor extra beïnvloedingsmomenten in 2012 en een nieuw 'speelveld' in 2013. Effectdoelstelling 2.1.2 Utrecht ontvangt subsidies. In 2012 is voor een bedrag van 2,4 miljoen euro aan Europese subsidies toegezegd aan projecten die bijdragen aan de beleidsdoelen in de stad. Dit resultaat is behaald door verbinding te leggen tussen subsidiemogelijkheden die zich aandienen, de lokale actoren die daarin een rol kunnen spelen en het internationale netwerk te benutten om de veelal noodzakelijke internationale samenwerking te kunnen realiseren. Door expertise te bieden bij het ontwikkelen van internationale samenwerkingsverbanden, het opstellen van aanvragen en het uitvoeren van door Europa gesubsidieerde projecten worden belemmeringen om gebruik te maken van deze mogelijkheden weggenomen. Vooraf is lastig aan te geven hoeveel daadwerkelijke mogelijkheden zich in een zeker jaar voor zullen doen en voor welke financiële omvang. Dit hangt niet alleen af van het aanbod van subsidiemogelijkheden, maar ook van de mogelijkheden om aan te sluiten bij ingeplande activiteiten, en de beschikbare capaciteit bij de ontvanger om op dat moment tot een aanvraag te komen. Met een bedrag van 2,4 miljoen euro is desalniettemin de doelstelling van 2,5 miljoen euro vrijwel gehaald. Effectdoelstelling 2.1.3 Kennis en internationale oriëntatie van de gemeentelijke organisatie, partners en bewoners is vergroot. Afstemming met economische G5 en kabinet over buitenlandse reisagenda. Gezamenlijke voorbereiding voor de Dutch Trade Board. Er is een internationale school geopend in Utrecht waar kinderen van expats naar school gaan. Onderzoek 32
haalbaarheid Expat Loket is gestart. Netwerk Utrecht Internationaal is gegroeid naar 120 leden en heeft geïnformeerd over internationale ambities en ontwikkelingen. Vele organisaties in Utrecht hebben geparticipeerd bij de viering van het Nederland-Turkije jaar. Bewoners zijn geïnformeerd over mensenrechten, mondiale ontwikkelingen en dragen bij aan de internationale oriëntatie van Utrecht door organisatie van activiteiten.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Samenwerken met partners en invloed uitoefenen op verschillende niveaus. Nationale samenwerking en belangenbehartiging De samenwerking met stedelijke partners, gemeenten in de regio, de provincie Utrecht, de overheden in de Noordvleugel, de G4, de VNG en het Rijk heeft als doel de Utrechtse belangen goed te behartigen. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan goed bestuur aangezien veel opgaven de grenzen van de Gemeente Utrecht overstijgen. In 2012 is actief samengewerkt in G4- en G32-verband en met de VNG op dossiers als het Gemeentefonds, de decentralisaties en de binnenstedelijke bouwopgave. Ook de G9 wierp op het gebied van cultuur zijn vruchten af. Vanuit Utrecht is specifiek aandacht besteed aan zaken als mensenhandel en vernieuwend welzijn in de vorm van werkbezoeken op maat in Utrecht én Den Haag. Utrecht mengde zich actief in de discussie over de toekomst van de stadsregio's (inclusief de koppeling met de verkeersgelden) en belobbyde de Tweede Kamer op het gebied van bereikbaarheid van de stad. De val van het Kabinet Rutte I, de verkiezingen en de kabinetsonderhandelingen leverden andersoortige mogelijkheden voor Utrecht om voor Utrecht belangrijke onderwerpen op de landelijke agenda te zetten (controversieel verklaren van kabinetsvoorstellen, de verkiezingsprogramma's en het regeerakkoord). De G4 burgemeesters boden gezamenlijk op Prinsjesdag een 'New Deal' aan aan een nieuw te vormen kabinet in de vorm van een krantenartikel. In het regeerakkoord 'Bruggen slaan' worden onder andere plannen aangekondigd op het gebied van de bestuurlijke inrichting, de opschaling van de Noordvleugelprovincies en de afschaffing van de Wgr+ (de wettelijke basis van het Bestuur Regio Utrecht). Het BRU heeft zich in 2012 vooral gewijd aan de uitvoering van de Regionale Agenda 20112014. Ondertussen heeft de samenwerking met de buurgemeenten (Zeist, Houten, Nieuwegein, De Bilt, Vianen, Stichtse Vecht, IJsselstein, Bunnik, Woerden) de zogenaamde U10, een extra impuls gekregen. Dit kwam onder andere tot uiting in een raadsconferentie in het najaar van 2012. Ook de contacten met de overheden in de Noordvleugel van de Randstad zijn in 2012 aangehaald. De nieuw aangetreden Tweede Kamerleden werden gezamenlijk ontvangen tijdens een bijeenkomst in Nieuwspoort door bestuurders en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven uit de Noordvleugel. In 2012 is tevens het Economic Board Utrecht opgericht met als doel de economische, duurzame ontwikkeling in de regio Utrecht te stimuleren. Subsidie In 2012 is het programma verder gevuld met projecten die aansluiten bij de prioriteiten beschreven in het OP West en gericht zijn op de Utrechtse aandachtsgebieden. Hiermee zijn de voor de stad beschikbare middelen in prioriteit 1 en prioriteit 3 voor ongeveer 92% toegekend aan projecten. Binnen het regionale programmadeel is de voor de stad beschikbare ruimte voor 91% toegekend aan projecten. De Europese Commissie heeft de voorbereidingen voor de structuurfondsperiode 2014-2020 in gang gezet. Wij volgen deze ontwikkelingen en nemen deel aan de voorbereiding voor het nieuwe 'Kansen voor West'-programma, met als doel om ook na 2014 te kunnen beschikken over Europees geld voor Utrechtse projecten en programma's. Naast het Kansen voor West programma is in 2012 voor een bedrag van 2,4 miljoen euro aan Europese subsidie toegekend voor projecten die bijdragen aan de Utrechtse beleidsdoelen.
33
Internationale samenwerking Om het internationale karakter van de stad en gemeente te versterken onderhouden we netwerken lokaal, nationaal en internationaal. Internationalisering Utrecht: opening van de Internationale School in Utrecht, afstemming strategische buitenlandse reisagenda kabinet en Dutch Trade Board met G4, stappen gezet voor oprichting Expat loket, Utrecht en Portland verklaring zich Friendship Cities. Doel is stijging aantal internationale bezoekers, expats, studenten te bevorderen samen met partners in de stad. Europa: lobby in Brussel; samen met G4 zette Utrecht zich in voor een aandeel in de Europese structuurfondsen (20142020) voor de grote steden. We hebben Europarlementariër Corine Wortmann bereid gevonden een tentoonstelling over de Vrede van Utrecht te realiseren in het Europarlement in 2013. Samen met Provincie, UU en partners werken we aan een gezamenlijk Utrechtse presentatie in Brussel. Europees Stedennetwerk: actieve deelname aan fora van Eurocities heeft onder andere geleid tot vicevoorzitterschap van Utrecht bij het Mobility Forum en voorzitterschap van Utrecht voor de werkgroep International Relations outside Europe en daarmee positionering van Utrecht in Europa en daarbuiten. Uitwisseling van kennis met de steden van het Similar Cities netwerk. Uitwisseling met Malta met samenwerking cultureel erfgoed. Mensenrechten: Organisatie Europese week van de Mensenrechten met circa 25 maatschappelijke organisaties. Debattenreeks Mensenrechten en Sociale Rechtvaardigheid georganiseerd door Utrechtse organisaties. Start NICIS onderzoek uitgevoerd door UU naar mensenrechten op lokaal niveau. Landen van Herkomst: ondersteuning van elf particuliere initiatieven voor uitwisseling in het kader van programma 'Landen van Herkomst'. Het Nederland-Turkije jaar is uitbundig gevierd met onder andere tentoonstelling Inktpot, ondernemersdebat en internationale profilering met Lisztanbul en het Turks Antakyakoor in Utrecht. Millennium Gemeente: Oprichting Team 2015 Utrecht waar 30 organisaties die zich inzetten voor de Millenniumdoelen zijn aangesloten. Zij gaan gezamenlijk meer werk maken van de Millenniumdoelen. Behoud van de Fair Trade Gemeente titel. Extra middelen van HIVOS voor bouw beurs en bosplantages in zusterstad León (Nicaragua) met commitment Jaarbeurs en bedrijven.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Jaarverslag
150 (2010)
150
150
Jaarverslag
100(2010)
100
124
25% (2011)
26%
gemeten
5 (2009)
10
dossiers benoemd
Effectindicatoren: Aantal ambtenaren dat deel neemt aan een vorm van een EU-cursus, E2.1.1
uitwisseling, of -stage Aantal partners in de stad betrokken bij internationale
E2.1.2
projecten Percentage Utrechters dat voor studie of werk in Utrecht gebruik
E2.1.3
Wordt niet elk jaar
maakt van internationale contacten Inwonersenquête
Prestatie indicatoren: Aantal prioritaire dossiers waarop actief de Utrechtse belangen worden behartigd op lokaal, P2.1.1
34
landelijk en internationaal niveau
Tien prioritaire Collegebesluiten
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P2.1.1 Samenwerken en beïnvloeden
2.977
2.864
2.643
221
Totaal lasten
2.977
2.864
2.643
221
P2.1.1 Samenwerken en beïnvloeden
0
0
15
15
Totaal baten
0
0
15
15
2.977
2.864
2.628
235
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
2.977
2.864
2.628
235
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Subdoelstelling 3.1: Bewoners zijn vroegtijdig en op maat betrokken De gemeenteraad vertegenwoordigt de bewoners van Utrecht en vindt het daarom belangrijk om hen vroegtijdig te betrekken bij de politiek en besluitvorming. Om de week op dinsdag is er een raadsinformatieavond in het stadhuis waar bewoners kunnen meepraten over actuele onderwerpen. Ieder jaar is er tijdens een raadsinformatieavond een speciale ‘hoor en wederhoorbijeenkomst’ over de begroting. Bewoners kunnen dan reageren op de collegevoorstellen en suggesties meegeven voor het begrotingsdebat. Ten minste één keer per jaar bezoekt de gemeenteraad alle tien Utrechtse wijken. De thema's voor de wijkbijeenkomsten kiest de gemeenteraad in samenspraak met het wijkbureau, de wijkraad en bewonersorganisaties. Het participatiebeleid, het inspelen op initiatieven in de stad en het wijkgericht werken passen we gemeentebreed toe. In 2012 is geïnvesteerd in de versterking van het wijkgerichte werken en zijn de wijkambities, die met de betrokkenen in de wijk zijn opgesteld, voor het eerst vertaald in de programmabegroting.
Subdoelstelling 3.1 Bewoners zijn vroegtijdig en op maat betrokken.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E3.1.1 Utrechts beleid sluit beter aan bij de
P3.1.1 Betrekken van bewoners bij vraagstukken, die voor hen belangrijk zijn.
wensen van de bewoners door samenwerking met en initiatieven van bewoners.
35
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.1.1 Bewoners betrekken: Utrechts beleid sluit beter aan bij de wensen van de bewoners door samenwerking met en initiatieven van bewoners. Het percentage inwoners, dat vindt voldoende invloed te kunnen uitoefenen op het gemeentelijk beleid is gelijk gebleven en bedraagt in 2012 16%. De Benchmark Burgerparticipatie 2011-2012 geeft de mening weer van deelnemers aan participatietrajecten. Ruim 80% van de participanten vindt de samenwerking open en constructief. Driekwart geeft aan dat de participatie hun algemene betrokkenheid bij de leefomgeving bevordert. De helft ziet doorwerking van de inbreng in het beleid en bijna de helft is tevreden over de uitkomst. De komende jaren ligt onze focus op het vraaggericht werken en het managen van verwachtingen om beter tegemoet te komen aan de behoeften van de mensen in de stad. In 2012 was 7 miljoen euro beschikbaar voor leefbaarheidsinitiatieven van bewoners. Er zijn 2.150 initiatieven gehonoreerd met een beslag van 5,9 miljoen euro; de gerealiseerde lasten in 2012 zijn 5,48 miljoen euro. In 2011 waren 2.300 initiatieven gehonoreerd. De bekendheid van Utrechters met het leefbaarheidsbudget is gedaald van 43% in 2011 naar 34% in 2012. Vanwege de daling van het budget in 2010 is er geen communicatiecampagne gevoerd. De wijkbureaus blijven zich inspannen om de bekendheid op een goed niveau te houden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.1.1 Betrekken van bewoners bij vraagstukken, die voor hen belangrijk zijn.
• In 2012 hield de gemeenteraad negentien raadsinformatieavonden, die in totaal bezocht zijn door 2.194 mensen, wat neerkomt op gemiddeld 115 bezoekers per keer. De gemeenteraad organiseerde vijftien bijeenkomsten in de wijk, waarvan één themabijeenkomst in Zuidwest over het asbestincident. Gemiddeld kwamen er vijfenveertig bezoekers per keer.
• De Rekenkamer bracht in 2012 een onderzoeksrapport uit, getiteld 'signalen uit de openbare ruimte'. Dit betreft een casusonderzoek naar het onderhoud. Het jaarverslag vindt u vanaf april dit jaar op de site
•
www.rekenkamer.utrecht.nl. Ook in 2012 betrokken we bewoners, andere belanghebbenden en wijkraden bij vele beleids- en besluitvormingsprocessen. De wijkraden brachten tweeënzestig adviezen uit aan ons college van B en W. De Utrechtse participatiestandaard vormde een goede ondersteuning voor de kwaliteit van onze aanpak.
• We hebben de versterking van het wijkgericht werken breed in de organisatie opgepakt. Zo zijn er in alle wijken wijkambities geformuleerd en wijkregisseurs aangesteld en zijn een aantal wijkateliers gehouden. Met de
doorvoering van de organisatievernieuwing zal de versterking van het wijkgericht werken het komend jaar verder worden vormgegeven.
• Medio 2012 stelden we de nota 'Participatie 2.0' vast en hebben we gewerkt aan de invulling van de vijf sporen: het basispakket e-participatie, de Utrechtse aanpak social media, de Participatieportal op utrecht.nl, Serious gaming en Open data. In november gingen we in discussie met de stad over cocreatie en zelfsturing. Relevante omgevingsfactoren De betrokkenheid van burgers bij het beleid van overheden neemt over het algemeen af maar tegelijkertijd organiseren mensen zich op andere manieren en regelen zaken van collectief belang buiten de formele wegen en instanties om (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, rapport 'Vertrouwen in burgers' mei 2012). Beter inspelen op initiatieven in de samenleving vormt een belangrijke uitdaging. Overigens nam in Utrecht het percentage inwoners dat iets gedaan heeft om het beleid van de gemeente te beïnvloeden toe van 17% naar 20%.
36
Indicatoren subdoelstelling 3.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Inwonersenquête
20% (2010)
22%
16%
Inwonersenquête
43% (2011)
48%
34%
Aantal raadsinformatieavonden
Griffie
19 (2010)
17
19
Percentage projecten waar de
Benchmark
participatiestandaard is toegepast
Burgerparticipatie
55%
60%
Effectindicatoren: Percentage Inwoners dat vindt voldoende invloed uit te kunnen E3.1.1
oefenen op gemeentelijk beleid Percentage inwoners dat bekend is
E3.1.2
met het Leefbaarheidsbudget
Prestatie indicatoren: P3.1.1 P3.1.2
n.v.t.
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P3.1.1 Bewoners betrekken
23.064
19.465
18.300
1.165
Totaal lasten
23.064
19.465
18.300
1.165
P3.1.1 Bewoners betrekken
120
0
35
35
Totaal baten
120
0
35
35
22.944
19.465
18.265
1.200
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
22.944
19.465
18.265
1.200
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Bewoners betrekken
Het voornemen van Dienst Raadsorganen om mee te bezuinigen heeft dit jaar al tot grotere besparingen geleid dan gepland. Door de afschaffing van de gemeentelijke Ombudsman, het einde van de wachtgeldverplichtingen, de verlaging van de kosten voor drukwerk en catering, het overschot op het budget voor onderzoek en inhuur externen en de verlaging van de kosten voor de pensioenvoorziening ontstaat er een voordeel op de lasten van 0,750 miljoen euro. De geraamde lasten op de wijkbureaus zijn met 1,1 miljoen euro overschreden, doordat ingeboekte besparingen op de loonkosten niet onmiddellijk gerealiseerd kunnen worden. In 2012 bedroegen de uitgaven op de leefbaarheidsbudgetten 5,484 miljoen euro. Ten opzichte van het totale leefbaarheidsbudget van 7 miljoen euro betekent dit een onderuitputting van 1,516 miljoen euro.
37
Subdoelstelling 3.2: De kwaliteit van de dienstverlening aan bewoners is adequaat Algemene programmadoelstelling Individuele bewoners, ondernemers en professionals maken gebruik van de publieksdienstverlening van onze gemeente. Wij moderniseren de dienstverlening om in te kunnen spelen op de vraag om altijd en overal gebruik te kunnen maken van onze diensten. We hanteren daarbij de volgende uitgangspunten:
• De vraag staat centraal: de vraag van bewoners, ondernemers en professionals staat centraal in ons handelen. • Snel en zeker: wij zorgen ervoor dat bewoners, ondernemers en professionals hun zaken snel en zeker kunnen regelen. • Eén gemeente: wij opereren als één gemeente. • Eenmalige uitvraag gegevens: wij stellen geen overbodige vragen en gegevens waarover wij beschikken vragen we niet nog een keer. • Transparant en aanspreekbaar: wij gebruiken servicenormen en dragen deze uit. • Efficiënt: wij richten onze dienstverlening zo efficiënt mogelijk in. Waar mogelijk heeft het elektronische communicatiekanaal de voorkeur.
Deze verbeteringen vragen de komende jaren investeringen. Maar het levert ook veel op. Naast het evidente voordeel voor de klant zijn door procesinnovatie en internetgebruik ook efficiencyvoordelen te bereiken. Hierdoor kunnen de noodzakelijke investeringen op termijn worden terugverdiend. Subdoelstelling 3.2 De kwaliteit van de dienstverlening aan bewoners is adequaat.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E3.2.1 Burgerzaken producten worden
P3.2.1 Leveren van een betrouwbaar,
adequaat en volgens wettelijke vereisten
actueel en juist bestand van
geleverd.
persoonsgegevens.
E3.2.2 Bewoners zijn tevreden over het
P3.2.2 Geven van duidelijke en eenduidige
contact met de gemeente.
informatie aan bewoners.
E3.2.3 Utrecht levert betere
P3.2.3 Met kanaalsturing zorgen voor
publieksdienstverlening tegen lagere kosten.
zoveel mogelijk diensten via het digitale loket.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.2.1 Burgerzaken producten worden adequaat en volgens wettelijke vereisten geleverd. Burgerzaken streeft ernaar alle producten adequaat en volgens wettelijke vereisten te leveren. Ook dit jaar is het aantal klachten gemeten naar het aantal geleverde producten. Hoewel het percentage klachten nog altijd zeer laag is (0,066%), is het aantal klachten in het afgelopen jaar wel toegenomen. Ruim 40% van de klachten gaan over (langere) wachttijden, als gevolg van de incidentele toename van de vraag naar reisdocumenten door een wetswijziging betreffende het vervallen van de geldigheid van de kinderbijschrijvingen. Dit ondanks vroegtijdige en veelvuldige landelijke communicatie over de wetswijziging. Burgerzaken gebruikt klachten om 38
haar dienstverlening te optimaliseren. Zo is voor die periode extra capaciteit aan de balies ingezet om de verwachtte aanvragen in behandeling te nemen. Effectdoelstelling 3.2.2 Bewoners zijn tevreden over het contact met de gemeente. Om de kwaliteit en klanttevredenheid van de publieksdienstverlening te meten zijn een tweetal onderzoeken gedaan. Een meting van de eigen Utrechtse servicenormen voor de verschillende dienstverleningskanalen en de landelijke VNG benchmark publiekszaken. De klanttevredenheid en de bereikbaarheidsnorm zijn in 2012 goed op peil gebleven. De score voor het digitale kanaal is gestegen en het gebruik hiervan ook. Aangezien we meer dienstverlening naar het digitale kanaal willen leiden is dit een goed resultaat. Het Utrechts Archief (HUA) heeft naast een zeer druk bezochte website (www.hetutrechtsarchief.nl) sinds 2008 een pand voor publieksfuncties en kantoren in de voormalige Paulusabdij/Rechtbank. Depots, de kantoren en de studiezaal voor originele archiefstukken blijven in het pand aan de Alexander Numankade. In 2012 zijn de gerenoveerde en gemoderniseerde depottorens op de Alexander Numankade weer in gebruik genomen. Duidelijk is dat in 2014 de capaciteit van de depots van het Utrechts Archief geheel gebruikt is. Het Rijk heeft besloten dat rijksdepots met een overschot aan ruimte voor opvang van rijksarchieven in provincies met een capaciteitstekort zorg zullen dragen. Ten aanzien van de opvang van nieuwe instroom van gemeentelijke archieven moet de gemeente nog een oplossing creëren. HUA is in 2009 gestart met de ontwikkeling van een Archiefbank en een digitaal depot. Dat laatste gebeurt in nauwe samenwerking met het Nationaal Archief. Het streven is, dat het digitaal depot ook beschikbaar is voor het duurzaam beheer van de digitale archieven van de Gemeente Utrecht, die vooral na de invoering van het Nieuwe Werken in het in 2014 te voltooien Stadskantoor in omvang toe zullen nemen. Effectdoelstelling 3.2.3 Utrecht levert betere publieksdienstverlening tegen lagere kosten. De gemeente kent drie dienstverleningskanalen: online, telefoon en balie. Het doel is online dienstverlening verder mogelijk te maken en te stimuleren, volgens het principe: click-call-face, waarbij het digitale kanaal vanuit kosten perspectief en vanwege het 24 uur per dag overal beschikbaar zijn het voorkeurskanaal is, dan telefoon en dan balie. De lancering van het nieuwe digitale loket is na de peildatum van de onderzoeken, dus voor burgers en bedrijven is de dienstverlening inmiddels al verder verbeterd. Er wordt al meer gebruik gemaakt van online dienstverlening. Het percentage digitale dienstverlening ligt met 68% hoger dan het benchmarkgemiddelde (64%). Het gebruik van elektronische formulieren voor het regelen van diensten of vragen over producten is van 100.000 in 2011 gestegen naar 150.000. Het aantal online gemaakte afspraken is verdrievoudigd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.2.1 Leveren van een betrouwbaar, actueel en juist bestand van persoonsgegevens. Het bijhouden van een betrouwbaar, actueel en juist bestand van persoonsgegevens GBA is een wettelijke taak, die wordt uitgevoerd door Burgerzaken. De audit is uitgevoerd tegen de normen zoals geformuleerd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Burgerzaken is op alle fronten geslaagd voor deze GBA-audit. Prestatiedoelstelling 3.2.2 Geven van duidelijke en eenduidige informatie aan bewoners. In mei 2012 is de gemeentebrede kennisbank en producten-dienstencatalogus opgeleverd. Daarmee is er één centrale informatiebron voor alle dienstverleningskanalen beschikbaar gekomen. Deze centrale informatiebron wordt voor de medewerker van het Klant Contact Centrum (KCC) via het nieuwe Klant Contact Systeem en voor de burger via het digitale loket ontsloten. Voordeel hiervan is dat de informatie actueel is, eenduidig en het is goedkoper omdat er minder handelingen nodig zijn om tot een goed antwoord te komen.
39
Daarnaast is in april de pilot webcare gestart. Sindsdien zijn alle binnengekomen vragen in een twitterbericht met @gemeenteUtrecht beantwoord. Bij beantwoording wordt soms een link naar het digitaal loket meegestuurd. Het KCC kan op basis van de kennisbank 90% van de vragen zelfstandig afhandelen, de overige 10% wordt door de backoffice beantwoord. Burgers reageren positief op de inzet van webcare. De pilot liep tot december 2012. Op basis van een evaluatie wordt besloten hoe we hiermee verder gaan. Prestatiedoelstelling 3.2.3 Met kanaalsturing zorgen voor zoveel mogelijk dienstverlening via het digitale loket De focus van de maatregelen ligt op de verschuiving van dienstverlening naar het digitale kanaal. Daarvoor zijn verschillende maatregelen genomen. Sinds begin 2012 is de mogelijkheid voor het online maken van een afspraak verbeterd en uitgebreid. In 2012 is de kwaliteit van e-formulieren voor online dienstverlening verbeterd en is het aantal uitgebreid naar 115. Het nieuwe digitale loket is in augustus 2012 geopend, de vormgeving is herzien en de vindbaarheid en leesbaarheid van informatie is op niveau gebracht. Naast betere informatie zijn steeds meer producten online verkrijgbaar.
Indicatoren subdoelstelling 3.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
0,02%
0,07%
6,9 (2009)
7
7,4
7,3 (2009)
7
7,6
90% (2009)
100%
100%
93% (2010)
95%
95%
58% (2009)
65%
70%
100.000
150.000
Effectindicatoren: Percentage klachten over E3.2.1
E3.2.2
geleverde Burgerzaken
Klachtenmonitor 0,02%
producten
Publiekszaken
Klanttevredenheid
Benchmark
klantcontactcentrum (schaal 1-
Publiekszaken
10)
TSN NIPO
(2010)
Benchmark E3.2.3
Digitale klanttevredenheid
Publiekszaken
(schaal 1-10)
TNS NIPO
Prestatie indicatoren: Het door Burgerzaken voldoen aan de kwaliteitseisen op het terrein van beheren van E3.2.1
Gemeentelijke
gegevens, proces en privacy-
Basisadmini-
aspecten (auditnorm BZK)
stratie Audit
Percentage telefonische P3.2.2
contactpogingen dat leidt tot een
Klantcontact-
contact (bereikbaarheidsnorm)
centrum
Percentage vragen dat tijdens het eerste contact wordt beantwoord
Klantcontact-
P3.2.2
(Telefonisch via KCC)
centrum
Digitaal ontvangen
Dienst
P3.2.3
dienstverleningstransacties
Ondersteuning
40
nnb
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
13.079
8.221
9.647
-1.426
5.019
5.222
6.553
-1.331
718
886
816
70
18.816
14.329
17.016
-2.688
7.021
6.744
7.223
479
66
66
1.680
1.614
0
0
0
0
7.088
6.811
8.903
2.093
11.728
7.518
8.113
-595
Lasten P3.2.1 Juist bestand persoonsgegevens P.3.2.2 Informatie aan bewoners P.3.2.3 Publiekdienstverlening Totaal lasten Baten P3.2.1 Juist bestand persoonsgegevens P.3.2.2 Informatie aan bewoners P.3.2.3 Publiekdienstverlening Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
11.728
7.518
8.113
-595
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Juist bestand persoongegevens
De realisatie 2012 overschrijdt de actuele begroting met 1,426 miljoen euro Deze overschrijding wordt deels veroorzaakt door een aantal niet verwerkte boekhoudkundige correcties (0,444 miljoen euro) en deels door nietbeïnvloedbare kosten (0,790 miljoen euro), waardoor een vertekend beeld zou kunnen ontstaan. Het restant (0,192 miljoen euro) heeft betrekking op de bedrijfsvoering.
• De boekhoudkundige correcties laten zich verklaren door het feit dat de aan de DBG opgelegde taakstelling
Overhead is afgezwakt met 0,3 miljoen euro. De correctie is boekhoudkundig nooit doorgezet, waardoor op dit taakveld ten onrechte een nadeel ontstaat, terwijl andere onderdelen dit nadeel gemeentebreed niet toegerekend hebben gekregen.
• Een soortgelijke verklaring valt ook te geven voor de opgelegde taakstelling Inkoop van 0,14 miljoen euro. Deze had binnen de dienst toegekend moeten worden aan al haar onderdelen, in plaats van het op dit onderdeel
'Burgerzaken' separaat te laten verantwoorden. Op dit onderdeel leidt dit dus tot een tekort, terwijl er dienstbreed op de bedrijfsvoering sprake is van een voordelig saldo van 0,27 miljoen euro.
• De overschrijding op de niet beïnvloedbare kosten wordt veroorzaakt door onder andere 2e Kamer Verkiezingen
van 0,19 miljoen euro, extra loonkosten verstrekking paspoorten (grote toeloop vanwege bijschrijving kinderen) en rijbewijzen 0,34 miljoen euro en overplaatsbaar verklaarde medewerkers 0,26 miljoen euro. Tegenover de genoemde hogere loonkosten op paspoorten en rijbewijzen staat een hogere legesopbrengst van 0,37 miljoen euro, welke verantwoord staan onder de 'Baten' van dit onderdeel.
• Afrondend is er nog sprake van een overschrijding van 0,19 miljoen euro op de bedrijfsvoering. Hiervan vloeit
0,06 miljoen euro voort uit de Leanprojecten, welke m.i.v. 2013 e.v. bezuinigingstaakstellingen moeten realiseren. Hierbij gaan de kosten voor de baten uit.
• Het uitvoeren van een professionele CRIB-organisatie heeft daarnaast geleid tot een overschrijding van 0,09 miljoen euro, aangezien hiervoor geen budget beschikbaar is.
41
• Ten aanzien van het restant nadeel van 0, 04 miljoen euro dient te worden opgemerkt dat dit juist is voor dit
onderhavige onderdeel, maar DBG-breed, zoals eerder aangegeven, juist sprake is van een voordelig saldo van 0,27 miljoen euro, hetgeen dus op andere onderdelen is verantwoord.
Informatie aan inwoners Vanwege fiscaal technische redenen heeft het Utrechts Vastgoed Bedrijf het budget voor gebruikersinvesteringen overgedragen aan het programma Bewoners en Bestuur, zodat het programma op haar beurt weer een bijdrage voor gebruikersinvesteringen ter beschikking kon stellen aan Het Utrechts Archief. Dit leidt tot een voordeel op de baten van 1,614 miljoen euro en een nadeel op de lasten van 1,331 miljoen euro.
42
1.2 Stedelijke Ontwikkeling Algemene doelstelling Een vitale en leefbare stad waar mensen met plezier kunnen wonen en werken. We willen zorgen voor aantrekkelijke woon- en werkmilieus en een uitnodigende openbare ruimte. In 2012 is uitvoering gegeven aan de programma's Stationsgebied, Leidsche Rijn, Stedelijke Ontwikkeling, Bouwen aan de Stad en Krachtwijken. Afgelopen jaar werd duidelijk dat het tempo waarin ontwikkelingen plaatsvinden en de groei van de stad naar 400.000 inwoners, veel trager verloopt dan tot voor kort werd aangenomen. De afzetverwachting van woningbouw, kantoren, bedrijven en detailhandel is ingrijpend veranderd de afgelopen jaren. De huidige economische recessie en mogelijk structurele verschuivingen in de manier waarop mensen wonen, werken, recreëren, en winkelen zorgen voor een andere vraag naar het gebruik van de ruimte in de stad. De investeringsbereidheid van bijvoorbeeld ontwikkelaars en corporaties neemt af. In 2012 is met de Nieuwe Ruimtelijke Strategie vastgelegd dat Utrecht focus moet aanbrengen in de ruimtelijke ontwikkelingen en koers moet wijzigen. De koerswijziging houdt in dat de komende jaren minder in het teken zal staan van het realiseren van hoge aantallen nieuwbouw, maar dat renovatie, nieuwe bestemmingen voor leegstaand vastgoed, tijdelijke invullingen en (collectief) particulier opdrachtgeverschap (CPO) meer nadruk krijgen. Dit heeft gevolgen voor de genoemde programma's: een groot aantal projecten is vertraagd en/of worden met een ander programma uitgevoerd. In dit hoofdstuk vindt u daar per onderdeel meer informatie over.
Subdoelstelling 1.1: Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met daaraan gekoppelde middelen Subdoelstelling 1.1 Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met daaraan gekoppelde middelen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Inhoudelijke en financiële steun van
P1.1.1 Verkennen en organiseren van het
hogere overheden en investerende partijen
ruimtelijk programma (strategische agenda,
naast eigen investeringen voor de Utrechtse
structuurvisies en lobby).
ruimtelijke doelstellingen. P1.1.2 Up-to-date houden en implementeren van E1.1.2 Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling
stedelijke kaders op hoofdlijnen.
van de stad met alle onderdelen in samenhang.
P1.1.3 Opstellen en actualiseren van bestemmingsplannen ten behoeve van ruimtelijke plannen en projecten.
43
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Inhoudelijke en financiële steun van hogere overheden en investerende partijen naast eigen investeringen voor de Utrechtse ruimtelijke doelstellingen. In het kader van het voornemen van het Rijk om de Wet Gemeenschappelijke Regelingen plus (Wgr-+) af te schaffen, hebben wij de discussie gevoerd over de vervoerregio en de verdeling van de financiële middelen rond infrastructuur en vervoer. Een discussie die nog niet is afgerond en met het nieuwe kabinet wordt voortgezet in 2013. Tevens staat er een nieuwe regionale samenwerking in de steigers (U10) waarbij het van groot belang voor Utrecht en haar buurgemeenten is gezamenlijk oplossingen te bedenken voor regionale vraagstukken, zoals het maken van afspraken over investeringen in infrastructuur, openbaar vervoer, nieuwbouw, doorstroming en verdeling van de regionale woningvoorraad. In 2012 hebben wij een bijdrage geleverd aan de Gebiedsagenda. In deze geactualiseerde gebiedsagenda zijn de ruimtelijke visie, ambitie en opgaven op schaalniveau van de Noordvleugel van de Randstad verwoord. Er is onder meer samengewerkt met de regio's rond Amsterdam en Almere. Hiermee werken we aan de positionering van de stad en regio Utrecht binnen dat grotere geheel en brengen we de Utrechtse ruimtelijke ontwikkelingsopgaven onder de aandacht van het Rijk. Opname van deze opgaven in de Gebiedsagenda is een voorwaarde voor het verwerven van toekomstige betrokkenheid van het Rijk en Rijksmiddelen. De Gebiedsagenda ligt in het voorjaar van 2013 ter besluitvorming voor in het BO MIRT. (Bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport.) De in het collegeprogramma geconstateerde noodzaak tot bezuinigen, de discussie over de rolopvatting van de gemeente en de effecten van de crisis op de plan- en werkvoorraad zijn van invloed op het werk in de ruimtelijke keten. In 2012 hebben we gekeken naar de wijze waarop de Gemeente Utrecht haar ruimtelijke programma's stuurt en begeleidt. Wat gebeurt er in de stad Utrecht en hoe passen we onze organisatie daarop aan? In 2012 is een aantal maatregelen genomen (onder meer reorganisatie en krimp StadsOntwikkeling, opstellen nieuwe ruimtelijke strategie Utrecht, scherper sturen op begeleiding planprocessen, verhaal kosten op initiatiefnemer) om beter in te kunnen spelen op de veranderende omstandigheden. Het besef dat de crisis langer duurt en ook de stad Utrecht raakt heeft in 2012 gezorgd voor meer gerichte keuzes in het ruimtelijk-fysieke domein. Daartoe is bij de Voorjaarsnota de Nieuwe Ruimtelijke Strategie voor Utrecht vastgesteld. Prioriteit is gegeven aan de ontwikkeling van Leidsche Rijn en de aanpak van het Stationsgebied. Voor de binnenstedelijke ontwikkeling is meer nadruk gelegd op renovatie. Ontwikkelingen op de as tussen Leidsche Rijn, Kanaleneiland, Stationsgebied/Binnenstad, en De Uithof worden als kansrijk gezien. Keuzes zijn tot stand gekomen op basis van een intensief traject met partners in de stad. Effectdoelstelling 1.1.2 Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met alle onderdelen in samenhang. In 2012 is de nodige voortgang geboekt en zijn zowel verschillende actualiserings- als ontwikkelbestemmingsplannen en beheersverordeningen door de gemeenteraad vastgesteld. Maar er is bij een aantal plannen (waaronder Lage Weide en Haarzuilens) ook vertraging ontstaan. Het halen van de deadline, 1 juli 2013, waarop de stad voorzien moet zijn van actuele vastgestelde bestemmingsplannen (jonger dan 10 jaar) zal waarschijnlijk niet bij alle plannen lukken. De consequentie daarvan wordt door het wel tijdig ter inzage leggen van vertraagde plannen zo klein mogelijk gehouden. Een positief effect van de vernieuwing van de bestemmingsplannen is dat aanvragers van bouwvergunningen, steeds vaker met een actueel bestemmingsplan te maken hebben en hierdoor minder vaak bijzondere procedures doorlopen hoeven te worden. Het aantal bestemmingsplannen dat inmiddels geactualiseerd is, bedraagt 75%. In paragraaf 1.1.3 wordt uitgelegd waarom dat aantal enigszins achterloopt op het in de begroting aangegeven percentage.
44
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma (strategische agenda, structuurvisies en lobby). In 2012 hebben we: Meegewerkt aan het bid Culturele Hoofdstad 2018.
• • • • • • • • •
Een bijdrage geleverd aan de U10 discussie. Een zienswijze ingediend met betrekking tot de Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie. Een bijdrage geleverd aan het opstellen van de Gebiedsagenda. Een lobbystrategie in gang gezet om de toekomstige middelen voor infrastructuur gebonden te houden aan de stad Utrecht en de regio Utrecht. Via het vaststellen van de Nieuwe Ruimtelijke Strategie voor Utrecht een sterkere focus aangebracht binnen de stedelijke ontwikkeling van de stad. Het symposium 'Meedoen of Muiten' georganiseerd. Samen met ongeveer 200 stakeholders hebben we daar gesproken over het concretiseren van de andere rol van de overheid bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Discussie ging onder andere over de manier waarop dit gestalte krijgt in het fysieke domein Eerste stappen gezet tot de vorming van een strategische agenda voor de OntwikkelOrganisatie. Analyse, sturing en begeleiding ruimtelijke programma's in het kader van de Ruimtelijke Keten.
Prestatiedoelstelling 1.1.2 Up-to-date houden en implementeren van stedelijke kaders op hoofdlijnen om van beleidsgericht naar gebiedsgericht te komen. In 2012 is in het kader van de evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met alle onderdelen in samenhang een reactie geleverd op de Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie in verschillende fasen van het proces. Hier is vooral aandacht gevraagd voor de rode contouren rond Utrecht, de gevolgen van regels over omzetting van bestemde kantoorvolumes in bestemmingsplannen en een mogelijke glastuinbouwlocatie aan de westzijde van de stad. Daarnaast zijn bijdragen geleverd aan de Gebiedsagenda die elke regio voor het Rijk opstelt. Er zijn twee ruimtelijke studies gemaakt om het beleid te vertalen in gebiedsgerichte ruimtelijke randvoorwaarden als input voor de A27. Het gaat hier om Maarschalkerweerd/Amelisweerd en Uithof/Rijnsweerd. Tevens is op verzoek van de gemeenteraad in kaart gebracht welke braakliggende terreinen in eigendom van de gemeente zijn. Deze kaart is nu beschikbaar via internet. Het ambitiedocument 'Aantrekkelijk en bereikbaar' is in de gemeenteraad vastgesteld (programma Bereikbaarheid). Een aantal belangrijke ruimtelijke uitgangspunten uit dit Ambitiedocument is uitgewerkt in de Pilot openbare ruimte centrum. De pilot openbare ruimte centrum heeft in 2012 onder andere de volgende deelresultaten opgeleverd: Werkboek Openbare Ruimte Centrum.
• • •
Voorstellen van bewoners- en ondernemersgroepen voor aanpak van bepaalde straten (zoals Initiatiefgroep Twijnstraat, Bewonersoverleg Nieuwstraat). Een verbreding van de doelstelling van gemeentelijke projecten voor de St. Jacobsstraat, Korte Jansstraat, Domstraat, Mariaplaats, Springweg/Herenroute en Malieblad, waar ook de kwaliteit van de openbare ruimte is opgenomen.
Prestatiedoelstelling 1.1.3 Opstellen en actualiseren van bestemmingsplannen ten behoeve van inpassing van ruimtelijke plannen en projecten.
• •
De bestemmingsplannen Overvecht-Noordelijke stadsrand, Terwijde, Het Zand, Watervogelbuurt-HoogravenTolsteeg en Papendorp zijn vastgesteld. Door een publicatiefout in 2011 kon bestemmingsplan Parkwijk-Langerak niet ter vaststelling worden aangeboden. Inmiddels heeft een geactualiseerde versie van het plan ter inzage gelegen en wordt de vaststelling voorbereid. Lage Weide, Cartesiusweg en omgeving en Haarzuilens hebben de inspraak doorlopen. Het aantal inspraakreacties is groot en de milieuaspecten zijn bij deze beide plannen gecompliceerd, waardoor vertraging in de planning is ontstaan. In geval van Lage Weide is op verzoek van de industrievereniging Lage Weide een mediationtraject met de industrievereniging doorlopen, wat ook tot vertraging heeft geleid.
45
• • •
Het concept van het ontwerpbestemmingsplan Rijnsweerd, Maarschalkerweerd is inmiddels gereed, het vooroverleg is doorlopen en het ontwerpplan wordt nu gereed gemaakt voor de ter inzage legging in het kader van de vaststelling. Aan het bestemmingsplan Buiten Wittevrouwen, Wilhelminapark wordt hard gewerkt, maar dit plan zit nog in de beginfase. In 2012 zijn beheersverordeningen vastgesteld voor Voordorp en Veldhuizen. Tevens zijn beheersverordeningen voorbereid voor: Tuinwijk oost en Pijlsweerd en omgeving, Griftpark, Dichterswijk-Kanaleneiland-Transwijk, Zuilen en Kop van Lombok. Alle beheersverordeningen zijn in concept gereed en over de beheersverordening Griftpark is
• •
al inspraak gevoerd. De gemeenteraad heeft de facetbestemmingsplannen Woningsplitsing I en II vastgesteld, zodat de beheersverordeningen voor gebieden die in de facetbestemmingsplannen zijn opgenomen nu kunnen worden afgerond. De vertraging van de plannen Lage Weide en Haarzuilens is beperkt door extra capaciteit op deze plannen in te zetten. Om een domino-effect te vermijden, werd ondertussen externe capaciteit geregeld, zodat de andere plannen zonder verdere vertraging konden worden vastgesteld.
Ontwikkelbestemmingsplannen Zoals verwacht is er aan een groot aantal ontwikkelbestemmingsplannen gewerkt. De gemeenteraad heeft de volgende bestemmingsplannen vastgesteld: Oudwijkersveldstraat, Oudwijkersdwarsstraat, De Bijenkorf/Jacobsstraat, Spoorse voorzieningen, Gerrit Rietveldcollege, Groeneweg Midden, 2e Asselijnstraat, Wim Sonneveldschool, Reyerscop 28, Paranadreef, Slingeraklaan-Zandweg, Entreegebouw Hoog Catharijne, Hoek Overste den Oudenlaan, Leidsche Rijn Centrum kern en Zuid, Trambaan Graadt van Roggenweg, Heycopzone, Hindersteinlaan, Hogeweide Ontwikkeling 1e herziening. De woningbouwplannen voor Haarrijn zijn als gevolg van de crisis vertraagd en daarmee ook het bestemmingsplan dat waarschijnlijk medio 2013 wordt vastgesteld.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2
2
80%
75%
Effectindicatoren: E1.1.1
Positie op de
Atlas Nederlandse
woonaantrekkelijkheidsindex
gemeenten
2 (2008)
Gemeente Utrecht
-
Prestatie indicatoren: Aandeel bestemmingsplannen P1.1.3
jonger dan tien jaar
Wat heeft dat gekost Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel - realisatie
1.728
-17.925
-16.378
-1.547
515
326
324
2
P1.1.3 Bestemmingsplannen
1.542
2.144
1.780
364
Totaal lasten
3.785
-15.455
-14.274
-1.181
Lasten P1.1.1 Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma P1.1.2 Stedelijke kaders
46
Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel
407
0
0
0
0
0
0
0
P1.1.3 Bestemmingsplannen
250
981
479
-503
Totaal baten
657
981
479
-503
3.128
-16.437
-14.753
-1.684
- realisatie
Baten P1.1.1 Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma. P1.1.2 Stedelijke kaders
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
3.128
-16.437
-14.238
-1.684
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. Verkennen en organiseren van het ruimtelijk programma Het nadelige verschil van 1,547 miljoen euro wordt als volgt verklaard: enerzijds zijn er minder opbrengsten dan begroot en anderzijds zijn er minder kosten gemaakt dan begroot. Het verschil in opbrengsten is te verklaren door het feit dat de begrote opbrengst van 2,264 miljoen euro voor verkoop van vastgoed bij ontbinding van de Wijk OntwikkelingsMaatschappij (WOM) Lombok niet is gerealiseerd. Deze panden zijn niet verkocht, maar blijven vooralsnog op de reservelijst staan, conform uw besluit bij voorjaarsnota 2012. De taakstelling van verkoop van gemeentelijke eigendommen is wel gerealiseerd. Hierover wordt verantwoord bij de Prestatiedoelstelling 1.2.2. uitgiftes van gemeentelijk bezit. Er is voor 0,7 miljoen euro minder kosten gemaakt. Dit bestaat uit verschillende onderdelen. Wij hebben 0,150 miljoen euro minder uitgegeven aan strategische dossiers zoals Infrastructuurautoriteit, Samenwerkingsagenda Noordvleugel, U10 en NV Utrecht als gevolg van stagnatie door de kabinetswisseling in Den Haag. Door efficiënter werken binnen de bedrijfsvoering van Stadsontwikkeling hebben wij een voordelig resultaat van 0,515 miljoen euro gerealiseerd. Voor een specificatie van dit voordeel verwijzen wij u naar het programma Algemene Ondersteuning. De overige verschillen bedragen per saldo 0,052 miljoen euro voordelig. Stedelijke kaders De kosten binnen deze Prestatiedoelstelling waren conform begroting. Bestemmingsplannen De per saldo 0,364 miljoen euro lagere lasten bestaan uit 0,581 miljoen euro voordelige verschillen en 0,217 miljoen euro nadelige verschillen. Door terugloop van aanvragen voor legesbestemmingsplannen zijn minder kosten gemaakt (0,274 miljoen euro), maar ook minder baten gerealiseerd (0,274 miljoen euro). De verwachte uitkeringen op planschades die wij op particuliere initiatiefnemers kunnen afwentelen, waren minder dan begroot, met als gevolg een daling van 0,250 miljoen euro zowel in de lasten als in de baten. Door terugloop van de planschadeclaims waren er minder behandelingskosten. Deze voordelen bedroegen in totaal 0,056 miljoen euro. Daarentegen zijn meer kosten gemaakt om bestemmingsplannen tijdig te actualiseren in Lage Weide en Haarzuilens. Door de complexiteit en benodigd aanvullend milieuonderzoek waren de kosten 0,124 miljoen euro hoger dan begroot. De nagekomen kosten voor meerwerk in het bestemmingsplan voor de ontwikkeling van Leidsche Rijn Centrum Noord 2009 bedroegen 0,071 miljoen euro.
47
Subdoelstelling 1.2: Ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken met behoud van de lange termijn zeggenschap over de grond Subdoelstelling 1.2 Ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken met behoud van de lange termijn zeggenschap van de grond.
Wat willen we bereiken? E1.2.1 Economische meerwaarde die ontstaat door bestemmingswijziging of verruiming inzetten voor gemeentelijke investeringen.
Wat gaan we daarvoor doen? P1.2.1 Op verzoek en indien passend in ruimtelijke doelstellingen toepassen van conversies en bestemmingswijzigingen. P1.2.2 Uitgeven van gemeentelijk bezit. P. 1.2.3 Ontvangen van de erfpachtscanons, administratieve behandelingen en handhaven van bepalingen van de erfpachtscontracten.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 Economische meerwaarde die ontstaat door bestemmingswijziging of verruiming inzetten voor gemeentelijke investeringen. De gemeente geeft in principe haar gronden uit in erfpacht, dat wil zeggen dat het volledige gebruik van een onroerend goed, tegen een vergoeding aan de erfpachter ten goede komt. Door een wijziging van het gebruik of de bestemming van de grond, bijvoorbeeld door sloop, uitbreiding of functiewijziging, kan een waardestijging van de grond ontstaan. Deze waardestijging, de zogenaamde meerwaarde, dient op basis van de erfpachtovereenkomst aan de gemeente, de erfverpachter, afgedragen te worden. Daar waar in 2012 sprake is geweest van een wijziging van gebruik en/of bestemming is de eventueel ontstane meerwaarde in rekening gebracht.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Op verzoek en indien passend in ruimtelijke doelstellingen toepassen van conversies en bestemmingswijzigingen. In 2012 zijn voor 188 bestemmingswijzigingen de meerwaarde in rekening gebracht. Een belangrijk deel van deze bestemmingswijzigingen heeft betrekking op de verkoop van corporatiebezit. Bij de verkoop van corporatiebezit verandert de bestemming van 'sociale huurwoning' in 'woning'. Daarnaast hebben er 103 conversies plaatsgevonden waarbij een tijdelijk erfpachtrecht of een erfpachtrecht met een jaarlijkse of periodieke canon omgezet zijn naar een eeuwigdurend erfpachtrecht. De belangrijkste conversie die in 2012 heeft plaatsgevonden betreft de conversie voor het gehele bezit van Portaal. Aangezien de meeste erfpachtcontracten inmiddels omgezet zijn in een eeuwig afgekochte erfpachtovereenkomst zullen de inkomsten als gevolg van conversies incidenteel van karakter worden.
48
Prestatiedoelstelling 1.2.2 Uitgeven van gemeentelijk bezit. Ten behoeve van de taakstelling Uitgifte Vastgoed is het de doelstelling om in de periode 2011 tot en met 2015 vastgoed te verkopen met een netto resultaat van 20 miljoen euro. In 2012 is de doelstelling gehaald en is het netto resultaat 7,5 miljoen euro. Dit betreft vooral de verkoop van panden. In het hoofdstuk 'Vastgoed' vindt u daar meer informatie over. Prestatiedoelstelling 1.2.3 Ontvangen van de erfpachtcanons, administratieve behandelingen en handhaven van bepalingen van de erfpachtcontracten. Vastgoed wordt door de Gemeente Utrecht uitgegeven in erfpacht. Daarbij hoort een erfpachtcontract. Het beheer van deze contracten en het handhaven van de contracten is onderdeel van deze Prestatiedoelstelling. Het beheer bestaat uit het administratief verwerken van wijzigingen in lopende contracten en het innen van de erfpachtcanons. Daarnaast moeten voor de niet afgekochte erfpachtcontracten periodiek de erfpachtcanons worden herzien, in de overeengekomen erfpachtvoorwaarden is geregeld hoe dit moet gebeuren. Daar waar dit in 2012 aan de orde was zijn de administratieve wijzigingen verwerkt, de periodieke canon betalingen gefactureerd en de herzieningen conform de contractsvoorwaarde afgewikkeld. Door een foutieve factuur in de administratie van 2011 wordt het resultaat op dit product voor 2012 (incidenteel) negatief beïnvloed.
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Gemeente
n.v.t.
2,4 miljoen euro
Gemeente
n.v.t.
4 miljoen euro
Realisatie 2012
Effectindicatoren: Ontvangen meerwaardeafdracht (uit E1.2.1
erfpachtconversie en bestemmingswijziging)
23,1 miljoen euro 3
Prestatie indicatoren: Netto jaarlijkse opbrengst uitgifte P1.2.2
gemeentelijk bezit (in periode 2011-2015)
7,5 miljoen euro
Wat heeft dat gekost? Kosten subdoelstelling 1.2: Economische meerwaarde inzetten voor gemeentelijke investeringen Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel -
2012
2012
2012
realisatie
6.906
6.906
50.458
-43.552
620
620
1.681
-1.061
6.239
6.602
6.845
-243
13.765
14.128
58.984
-44.856
Verschil
Lasten P1.2.1 Conversies en bestemmingswijzigingen erfpacht P1.2.2 Uitgeven van gemeentelijk bezit P1.2.3 Erfpachtcontracten en -beheer Totaal lasten
3
Zie financiële toelichting Prestatiedoelstelling 1.2.1. 49
Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel -
2012
2012
2012
realisatie
9.376
28.476
73.519
45.043
620
620
9.189
8.569
P1.2.3 Erfpachtcontracten en -beheer
10.525
10.876
12.482
1.607
Totaal baten
20.521
39.972
95.190
55.218
-6.756
-25.844
-36.206
10.362
Verschil
Baten P1.2.1 Conversies en bestemmingswijzigingen erfpacht P1.2.2 Uitgeven van gemeentelijk bezit
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
-6.756
-25.844
-36.206
10.362
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. Conversies en bestemmingswijzigingen erfpachten In de actuele begroting 2012 is rekening gehouden met de conversie van alle bestaande erfpachtrechten van woningcorporatie Portaal. Hiermee is het begrote positieve saldo van dit product tot 21,6 miljoen euro verhoogd. Bij de realisatie zijn de lasten en baten behorende bij deze conversie afzonderlijk verantwoord, waardoor er op deze onderdelen forse afwijkingen voorkomen. Op het product is een voordelig resultaat gerealiseerd van 1,5 miljoen euro ten opzichte van de begroting. Uitgeven van gemeentelijk bezit Door verkoop van gemeentelijk vastgoed zijn binnen deze Prestatiedoelstelling 8,569 miljoen euro hogere baten gerealiseerd. De extra lasten van 1,061 miljoen euro betroffen het afboeken van de restant boekwaarden van de verkochte panden en bijkomende uitgiftekosten. Met het voordelige saldo van 7,508 miljoen euro is dekking gerealiseerd voor de taakstelling van 4 miljoen euro uit het programma Vastgoed, evenals de aanvullende taakstelling van 2,264 miljoen euro. Voor deze laatste verwijzen wij u naar Prestatiedoelstelling 1.1.1 hiervóór. Erfpachtbeheer Het positieve saldo op dit product is het gevolg van een niet geraamde baat van 1,760 miljoen euro. Dit betreft een compensatie voor het vervallen van een jaarlijkse canonbetaling als gevolg van de conversie van een erfpachtovereenkomst. Zonder deze afkoop is er sprake van een tekort van 0,40 miljoen euro op dit product. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het intrekken van een foutieve factuur uit 2011 (0,272 miljoen euro) en het niet in de begroting opnemen van de structureel lagere canoninkomsten als gevolg van de conversie van alle bestaande erfpachtovereenkomsten van woningcorporatie Mitros in 2011.
50
Subdoelstelling 2.1: Ruimtelijke kwaliteit van de stad versterken Subdoelstelling 2.1 Ruimtelijke kwaliteit van de stad versterken.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.1.1 Vergroten van het aanbod en
P2.1.1 Initiëren, begeleiden en stimuleren van de
kwaliteit van woningen en het toevoegen
uitvoering van ruimtelijke plannen met betrekking
van passende bedrijvigheid en
tot wonen, werken en stedelijke functies.
voorzieningen. P2.1.2 Opstellen van visies en gemeentelijke E2.1.2 Kwalitatief goede openbare ruimte (vooral bij herontwikkelingslocaties).
randvoorwaarden voor bouwplannen en inrichting openbare ruimte op basis van een voor de locatie passende ambitie en in het verlengde van de wens van de eindgebruiker. P2.1.3 Verkopen of in erfpacht uitgeven van (bouwrijpe) gronden ten behoeve van wonen en werken in de bestaande stad. P2.1.4 Herinrichting openbare ruimte en aanleg van hoofdinfrastructuur bij herstructureringslocaties.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 Vergroten van het aanbod en kwaliteit van woningen en het toevoegen van passende bedrijvigheid en voorzieningen. De crisis in de vastgoedsector kent haar weerslag in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De investeringsbereidheid van ontwikkelaars, corporaties en instellingen neemt af. Aan de hand van de Nieuwe Ruimtelijke Strategie Utrecht wordt geprioriteerd in de projecten. Projecten vertragen, worden programmatisch herijkt of ook gestopt. Het aantal opleveringen van woningen in 2012 is echter nog hoog: 2600 woningen. Dit komt doordat deze projecten vaak al in 2010 gestart zijn, soms met ondersteuning van het Stimuleringsfonds Woningbouw. Effectdoelstelling 2.1.2 Kwalitatief goede openbare ruimte (vooral bij herontwikkelingslocaties). In 2012 is op verschillende herstructureringslocaties de openbare ruimte verbeterd. Vooral in De Gagel, Kanaleneiland en Ondiep zijn openbare ruimte projecten afgerond.
51
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Initiëren, begeleiden en stimuleren van de uitvoering van ruimtelijke plannen met betrekking tot wonen, werken en stedelijke functies. In 2012 werd nog steeds gewerkt aan kaders voor (nieuwe) projecten. Corporaties, ontwikkelaars, schoolbesturen, instellingen en winkeleigenaren vragen ook ondanks de andere economische omstandigheden om randvoorwaarden (Stedenbouwkundige Programma's van Eisen en Bouwenveloppen) en begeleiding voor grootschalige bouwplannen en gebiedsontwikkelingen. Anderzijds worden projecten gerealiseerd, waarvoor al eerder kaders zijn vastgesteld. Het Noorderlicht (Oudenoord 275) is in aanbouw, Neerlandia (Prozee-terrein) wordt gesaneerd en er zijn voldoende kopers in 2012 voor de start van de woningbouw in de eerste fase in 2013. In Overvecht is Mitros aan het bouwen aan de Maria van Hongarijedreef en de Bruisdreef. In de Binnenstad is gewerkt aan de uitbreiding van de Bijenkorf. De eengezinswoningen op het Cereol-terrein zijn opgeleverd, het monumentale fabrieksgebouw wordt gerestaureerd, De Wartburg heeft een groot aantal seniorenwoningen opgeleverd. Kop van Lombok is in aanbouw. De herstructurering van Ondiep is in 2012 vervolgd en in Zuilen wordt gebouwd in de Heukelomlob / Springerpark. Het Bernardplein is met de ideeën van de bewoners - heringericht. De planontwikkeling Veemarkt is vervolgd en we zijn in 2012 gestart met de sloop om het terrein bouwrijp op te leveren. Er is verder gewerkt aan de planontwikkeling van het Belastingkantoor aan de Gerbrandystraat. De Talmalaan begint steeds meer een echte woonbuurt te worden met de oplevering van de 2e fase. Voor de studentenwoningen Aurora aan de Koningsweg is de planontwikkeling vervolgd. Aan het Ledig Erf wordt gebouwd. De ontwikkeling van Hart van Hoograven is vervolgd met de bouw aan de zuidzijde van ‘t Goylaan. De planontwikkeling van De Trip (Rotsoord – De Boo-locatie) is voortvarend vervolgd. De scholen aan de Duurstedelaan worden gebouwd en er is gewerkt aan het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) Nieuw Plettenburg aan de Rijnhuizenlaan. In Zuidwest is gestart met de bouw van de uitbreiding Ikea en is de renovatie van het Marco Poloplantsoen ter hand genomen. De kaders voor Startblok zijn geformuleerd. De herinrichting van de Amsterdam-Rijnkanaal-Zone is opgeleverd en er wordt volop verder gewerkt aan het centrumplan Kanaleneiland. Voor het centrumplan De Meern is in een werkconferentie met belanghebbenden onderzocht op welke wijze we het hart van De Meern vorm gaan geven. Voor een aantal projecten is ook vertraging ontstaan in 2012. Zo werd in dit jaar duidelijk dat Mitros haar productieprogramma fors moest bijstellen. Plannen voor de herontwikkeling van bijvoorbeeld Kanaleneiland Noord, De Gagel in Overvecht en de Fruitbuurt in Ondiep zijn hierdoor vertraagd. Bij een aantal projecten speelt ook herprogrammering: de ontwikkelaar kijkt in samenspraak met de gemeente of een project met een ander programma of invulling (bijvoorbeeld meer huurwoningen in plaats van koopwoningen of met een andere verkaveling) wel vlot getrokken kan worden. Dit was in 2012 bijvoorbeeld aan de orde voor het plan Reitdiepstraat, voor een deel van Cereol-terrein en voor een deel van Springerpark. Voor een volledig overzicht verwijzen we u naar het programma Stedelijke Ontwikkeling / Bouwen aan de Stad wat u begin 2013 is aangeboden.
52
Prestatiedoelstelling 2.1.2 Opstellen van visies en gemeentelijke randvoorwaarden voor bouwplannen en inrichting openbare ruimte op basis van een voor de locatie passende ambitie en in het verlengde van de wens van de eindgebruiker. In elke wijk van de Gemeente Utrecht was in 2012 een gebiedsmanager van Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (REO) actief. Zij vertegenwoordigen de regierol op de ruimtelijke ontwikkeling van de wijk, werken wijkgericht en onderhouden het in- en externe netwerk. Om kansen te pakken en bedreigingen te weerstaan worden door de gebiedsmanagers ruimtelijke verkenningen, visies en ontwikkelingsstrategieën opgesteld. in 2012 zijn er verschillende SPvE's en bouwenveloppen vastgesteld. Voorbeelden hiervan zijn SPvE's van het Masterplan Talmalaan, voor de Ubicapanden, Aurora, De Trip in Rotsoord en voor de ontwikkeling aan de Winthontlaan. Ten aanzien van (nieuwe) visievorming op gebiedsniveau is spaarzaam capaciteit ingezet. Wel is verder is gewerkt aan de Visie Welgelegen en aan de uitvoering van de al vastgestelde ruimtelijke visies, zoals Werkspoorkwartier, Merwedekanaalzone, Rotsoord, De Uithof, Openbare ruimte Binnenstad, De Gagel (Wijkring) en dergelijke. Prestatiedoelstelling 2.1.3 Verkopen of in erfpacht uitgeven van (bouwrijpe) gronden ten behoeve van wonen en werken in de bestaande stad. Om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in gang te zetten kiest de gemeente in een aantal gevallen voor een actief grondbeleid. Het verwerven, slopen en bouwrijp maken van bouwterreinen gebeurt dan in opdracht en voor rekening en risico van de Gemeente Utrecht. In 2012 is er bijvoorbeeld gewerkt aan bouwrijpe grond voor Veemarkt en op het Cereol-terrein. De individuele projecten maken onderdeel uit van het programma Stedelijke Ontwikkeling. Over het financiële verloop van de verschillende grondexploitaties wordt de gemeenteraad geïnformeerd in het jaarlijkse Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG). Prestatiedoelstelling 2.1.4 Herinrichting openbare ruimte en aanleg van hoofdinfrastructuur bij herstructureringslocaties. In 2012 is op verschillende herstructureringslocaties de openbare ruimte aangepakt. In Overvecht De Gagel zijn speelen wandelstraten ingericht, de openbare ruimte rondom het herstructureringsproject Loevenhout is opgeleverd en de paden en pleintjes bij 7 woonbuurten rondom de Wolgadreef zijn opnieuw ingericht. In Ondiep is in de Abrikoosstraat en omgeving de openbare ruimte opnieuw ingericht volgens het Groendiep-concept. In Kanaleneiland-Noord is een aantal pleinen opnieuw ingericht. In Kanaleneiland Centrum is de openbare ruimte ingericht na de oplevering van de woningen in het eerste deelgebied. De inrichting van de openbare ruimte in de omgeving van de Maria van Hongarijedreef is vertraagd en zal aansluitend aan de oplevering vanaf 2013 worden opgepakt. De ontwikkeling van de verschillende locaties die in fase 1 van het Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) zijn opgenomen als ontwikkelingslocatie of transformatiezone verloopt – ook als gevolg van de economische crisis – minder snel dan bij het opstellen van de programmabegroting werd beoogd. Ook de bouwopgave zoals die destijds werd voorzien, is intussen naar beneden bijgesteld. In 2012 zijn in het kader van het DSM dan ook geen investeringen gedaan in de herinrichting van openbare ruimte en/of de aanleg van hoofdinfrastructuur. Omdat de kwantitatieve opgave, die de motor vormde van de eerste fase van het DSM, intussen in een ander daglicht staat, heeft het DSM een ander, kwalitatiever karakter gekregen. De doelstelling van het vervolg van het DSM is drieledig: Stimuleren van transformatie en herontwikkeling van locaties.
• • •
ruimte geven aan experimenten, versnellen van stedelijke herontwikkeling. Opbouwen en delen van kennis over stedelijk herontwikkelen.
In 2012 is gestart met het inventariseren van kansrijke projecten en initiatieven; voorjaar 2013 verwachten we een selectie te maken en te starten met de uitvoering.
53
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
CBS
n.v.t.
900
1.481
n.v.t.
100
110
Effectindicatoren: Bruto toegevoegde woningen in E2.1.1
bestaand stedelijk gebied
Prestatie indicatoren: Aantal lopende projecten binnen UitvoeringsP2.1.1
Stedelijke Ontwikkeling
programma
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
4.067
4.779
4.977
-198
Lasten P2.1.1 Gebiedsmanagement P2.1.2 Visies en randvoorwaarden ruimtelijke plannen
3.812
9.467
4.924
4.544
45.056
22.037
31.008
-8.971
infrastructuur
18.060
2.109
5.613
-3.504
Totaal lasten
70.995
38.392
46.522
-8.130
95
1.100
1.327
227
P2.1.3 Grondexploitaties P2.1.4 Herinrichting openbare ruimte;
Baten P2.1.1 Gebiedsmanagement P2.1.2 Visies en randvoorwaarden ruimtelijke plannen
20
1
844
843
45.976
21.957
23.469
1.512
infrastructuur
6.484
3.100
7.492
4.392
Totaal baten
52.575
26.158
33.133
6.975
Saldo lasten en baten
19.227
13.005
13.389
-1.155
P2.1.3 Grondexploitaties P2.1.4 Herinrichting openbare ruimte;
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
2.690
2.690
0
Onttrekking reserves
4.066
10.398
10.398
0
15.162
5.296
5.681
1.155
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de verwerking van loon- en prijscompensatie en de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Mutaties groter dan 0,5 miljoen euro of 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Gebiedsmanagement Binnen deze prestatie is per saldo een voordeel van 0,029 miljoen euro behaald door lagere kosten voor de projecten uit de lijst Bouwen aan de stad. Voor het overige zijn de verschillen kostenneuraal. Zowel de kosten als de baten van 54
investeringsprojecten 0,435 miljoen euro hoger omdat deze administratief niet volledig in de begroting waren verwerkt. In 2012 zijn Anterieure Overeenkomsten met ontwikkelende partijen in de stad gesloten. Onderdeel van deze overeenkomsten is het verhalen van de plankosten. In 2012 zijn zowel de lasten als de baten 0,208 miljoen euro lager dan begroot. Enerzijds heeft dit te maken met de marktontwikkeling, anderzijds zijn een aantal overeenkomsten nog in onderhandeling, waarbij de verwachting is, dat deze in 2013 alsnog worden gerealiseerd. Visies en randvoorwaarden ruimtelijke bouwplannen De lagere lasten van 4,544 miljoen euro bestaan uit voordelige (5,577 miljoen euro) en nadelige (1,033 miljoen euro) verschillen. De nadelen betreffen voornamelijk niet begrote rentelasten (0,564 miljoen euro) op stimuleringsgelden en niet begrote uitgegeven subsidies (0,416) voor stimulering woningbouw en overige verschillen (0,053 miljoen euro). De voordelige verschillen zijn het gevolg van het elders doorberekening van programmakosten voor het Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar en het Werkboek Openbare ruimte Centrum en de daaruit voortvloeiende openbare ruimte plannen (0,119 miljoen euro) en nog niet uitgeven van begrote middelen ten behoeve van stimulering woningbouwproductie. De hogere baten van 0,843 miljoen euro betreffen niet begrote ontvangen rijkssubsidies (0,433 miljoen euro) en niet begrote ontvangsten ter dekking van rentelasten (0,410 miljoen euro). Grondexploitaties Door economisch ongunstige omstandigheden voor vastgoedontwikkeling zijn projecten nog niet of later opgestart
•
en is er vertraging opgelopen bij een aantal lopende projecten. Bij de voorjaarsnota 2013 zullen wij de bestuurlijke behandeling van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) nader ingaan op de actuele stand van zaken
• • • • •
van de afzonderlijke projecten. Op de lopende grondexploitaties zijn 4,656 miljoen euro minder lasten gerealiseerd. Daar tegenover waren de baten eveneens 4,656 miljoen euro lager. Een drietal grondexploitaties zijn in 2012 afgesloten, te weten WOP Hoograven, WOP Zuilen en Rijnbaan. Het gezamenlijke negatieve resultaat van 5,726 miljoen euro is gedekt door een even grote onttrekking uit de voorziening voor negatieve grondexploitaties. De lasten van strategische verwervingen en voorraadfunctie van de grond waren 2,014 miljoen euro hoger dan begroot. De voorbereidingskosten Rijnenburg en kosten van nog te openen grondexploitaties waren 0,497 miljoen euro hoger. Daar tegenover staan 0,442 miljoen euro hogere baten van nog te openen grondexploitaties. De lasten zijn 5,4 miljoen euro hoger dan begroot als gevolg van de actualisatie van de grondexploitatie, dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening negatieve grondexploitatie.
Herinrichting ruimte; infrastructuur De uitgaven ten behoeve van het programma Investeren in Stedelijke Vernieuwing bedroegen 4,442 miljoen euro meer dan was opgenomen in de begroting. Hiervan bedroeg het aandeel in het deelprogramma Luchtkwaliteit 1,900 miljoen euro. Ter dekking is 3,363 miljoen euro meer onttrokken uit de voorziening ISV. In de herprogrammering ISV is uitgegaan van de lagere hoeveelheid besteedbare middelen. De lasten van het programma Dynamisch Stedelijk Masterplan liepen daarentegen 0,938 miljoen euro achter op de begroting. De programmering van DSM wordt gecontinueerd in 2013 met onder andere de aankoop van het defensieterrein.
55
Subdoelstelling 2.2: Verbeteren van huisvesting bijzondere doelgroepen en vergroten kansen op de woningmarkt voor woningzoekenden Subdoelstelling 2.2 Verbeteren van huisvesting bijzondere doelgroepen en vergroten kansen op de woningmarkt voor woningzoekenden.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.2.1 Verbeteren van huisvesting bijzondere
P2.2.1 Stimuleren van huisvesting voor bijzondere
doelgroepen en vergroten kansen op de woningmarkt voor woningzoekenden.
doelgroepen en uitvoering van regionale en lokale afspraken voor onder andere woonruimteverdeling.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.2.1 Verbeteren van huisvesting bijzondere doelgroepen en vergroten kansen op de woningmarkt voor woningzoekenden. In 2012 hebben wij 2.698 nieuwbouwwoningen gerealiseerd, waarvan 1.217 woningen in Leidsche Rijn en 1.481 in overige delen van de stad. Wij zijn na intensief overleg met de woningbouwcorporaties tot maatregelen gekomen om de woonruimteverdeling te verbeteren. De maatregelen zijn gericht op doorstroming voor ouderen, loting voor spoedzoekers en strengere bezettingsnormen. Wij hebben op basis van het uitvoeringsprogramma van de woonvisie ingezet op het experiment flexibel huren, om middels doorstroming de toegankelijkheid van de sociale huurwoningmarkt te vergroten, vooral voor de middeninkomens. Dit experiment is gestopt vanwege de veranderende landelijke regelgeving. Op dit moment wordt op rijksniveau het voorstel uitgewerkt om huurprijsstijging inkomensafhankelijk te maken. Dit sluit aan bij de doelstellingen van 'flexibel huren'.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.2.1 Stimuleren van huisvesting voor bijzondere doelgroepen en uitvoering van regionale en lokale afspraken voor onder andere woonruimteverdeling.
•
Er zijn 200 startersleningen aangevraagd en 189 verleend via de gemeentelijke starterslening. Voor het PolitieKeurmerk Veilig Wonen hebben wij gezorgd voor certificering van woningen van corporaties en ontwikkelaars (in totaal ruim 1.700 certificaten) en hebben wij gezorgd voor certificering van ruim 600 woningen van
•
particulieren middels de subsidieregeling Veilig Wonen. Tot 1 januari jl. zijn 136 vergunninghouders (statushouders) volgens het Centrum Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) gehuisvest in Utrecht. De totale taakstelling 2012 (inclusief het inlopen van de achterstand) bedroeg 111 vergunninghouders te huisvesten. De taakstelling is daarmee ruimschoots volbracht. Op 1 januari jl. was er
• •
een lichte voorsprong van 25 personen op de taakstelling. Op 1 januari 2012 is het nieuwe contract tussen gemeente en WoningNet ingegaan. WoningNet voert de afspraken over woonruimteverdeling uit. In 2012 zijn wij samen met de regiogemeenten begonnen om invulling te geven aan de regionale samenwerking in de toekomst (U10), afspraken te maken over (sociale) woningbouwproductie, herprogrammering en de huisvesting van doelgroepen.
56
• • • •
BAS bevat afspraken over levensloopbestendige - en rolstoelwoningen. In 2012 zijn twee seniorencomplexen, de Wartburg en Park Transwijk, van totaal 270 verblijfsobjecten levensloopbestendig gerealiseerd. Wonen en zorg zijn in deze complexen gescheiden doorgevoerd. De resultaten van het Huurteam Utrecht van september 2010 tot en met december 2011 hebben wij gepresenteerd middels de commissiebrief 'rapport evaluatie pilot huurteam 2012' van 17 september 2012. In 2012 zijn middels transformatie 200 studenteneenheden gerealiseerd op de Archimedeslaan en zijn drie nieuwe transformatieprojecten gestart (Lohmanlaan, Zusterhuis, Provinciehuis) om ongeveer 750 studenteneenheden te realiseren. In 2012 zijn 30 nieuwbouw studenteneenheden (Biltstraat) en 80 starterswoningen (Muntkade, Centrum Kanaleneiland) toegevoegd. Acht nieuwbouw projecten voor studenten en/of starters zijn in voorbereiding gegaan waaronder 600 woningen voor studenten (Uithof) en 750 voor starters (onder andere Noorderlicht, Startblok, De
• • • • •
Trip). Ten behoeve van de OGGz-doelgroep hebben wij stadsbreed gezocht naar een locatie voor Skaeve Huse en Hostel Plus, faciliteerden wij drie projecten (Panamadreef, Oudwijkerveldstraat, Royaards van Hamkade) en creëerden wij ruimte binnen de planvorming voor het Mesos-terrein en Vleuterweide. De afspraak uit 'BAS' voor het huisvesten van dreigend daklozen is verder gespecificeerd. Er is afgesproken dat de corporaties 10% van de vrijkomende woningen via de vereniging Beter Wonen ter beschikking stellen ter huisvesting van (dreigend) daklozen. Met regiogemeenten hebben wij afspraken gemaakt over het ter beschikkingstellen van woningen aan (dreigend) daklozen. Er is een convenant voorbereid waarmee de afspraken zullen worden vastgelegd. Wij hebben contacten met particuliere verhuurders onderhouden op gebied van woningonttrekking, hennep, veilig wonen, energie, het huurteam en splitsingsbeleid. In 2012 hebben wij de samenwerkingsafspraken uit 'BAS' uitgevoerd. Voor de Veemarkt hebben wij de eerste 2 collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO)-velden in optie uitgegeven en zijn wij gestart met de selectie voor CPO-veld A. De eerste kavels hebben wij aan particulieren verkocht. Daarnaast hebben wij verbouwpanden ten behoeve van PO/CPO aangeboden.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
n.v.t.
7.50
4,4
n.v.t.
200
200
(2012)
100%
100%
n.v.t.
1250
2194
Effectindicatoren: E2.2.1
Wachttijd huurwoning
Bestuursinformatie
aanbodsysteem (in jaren)
Gemeente Utrecht
Het aantal gerealiseerde E2.2.1
eenheden door middel van
Afdeling wonen,
transformatie van kantoren
Gemeente Utrecht
Prestatie indicatoren: Monitor Utrechtse
Afdeling wonen
Samenwerkingsafspraken
Gemeente Utrecht
Aantal certificaten Politie
Afdeling wonen
Keurmerk Veilig Wonen
Gemeente Utrecht
Aantal verstrekte
Afdeling wonen
P2.2.1.c
startersleningen
Gemeente Utrecht
n.v.t.
250
189
P2.2.1.d
Huurteam Utrecht
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
403
P2.2.1.a P2.2.1.b
57
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
doelgroepen
807
770
770
1
Totaal lasten
807
770
770
1
doelgroepen
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
807
770
770
1
Lasten P2.2.1 Huisvesting bijzondere
Baten P2.2.1 Huisvesting bijzondere
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
807
770
770
1
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. Huisvesting voor bijzondere doelgroepen Lasten en baten conform begroting.
Subdoelstelling 3.1: Verbetering van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost Subdoelstelling 3.1 Verbetering van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E3.1.1 Verbetering van de situatie van en het
P3.1.1 Uitvoeren van de
perspectief voor bewoners op het gebied van
wijkactieprogramma's in de vier Krachtwijken.
wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost.
58
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.1.1 Verbetering van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de krachtwijken Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep en Zuilen-Oost. De aanpak in de Krachtwijken is halverwege. Uit de jaarlijkse monitor en uit signalen uit de wijk blijkt, dat de aanpak op een aantal terreinen zijn vruchten afwerpt, maar ook dat er nog geen sprake is van stabiele, duurzame verbeteringen. Ook zijn de verschillen met andere wijken in de stad op tal van terreinen nog aanzienlijk. Begin 2012 zijn de wijkactieprogramma's 2012-2013 voor de Krachtwijken Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep en Zuilen-Oost vastgesteld. Ook voor Hoograven, de door Utrecht zelfbenoemde krachtwijk waarvoor vanaf 2012 het extra budget is afgebouwd, is een wijkactieprogramma 2012-2013 gemaakt. De wijkactieprogramma’s bevatten een groot aantal maatregelen om bewoners te activeren en te ondersteunen op het gebied van opvoeding en onderwijs, werkgelegenheid, wijkeconomie en talentontwikkeling. Deze projecten en maatregelen zijn in 2012 grotendeel conform planning uitgevoerd. Als gevolg van de economische crisis en de financiële problemen bij de corporaties was er onzekerheid over de uitvoering van een aantal fysieke projecten in de verschillende wijken. In het kader van Bouwen aan de Stad is in beeld gebracht wat de gevolgen zijn voor de productieprogramma's van de corporaties. Sinds de start van de aanpak in de Krachtwijken heeft communicatie met en betrokkenheid van bewoners, ondernemers en andere partners uit de wijken veel aandacht gehad. Ook in 2012 zijn bewoners en ondernemers betrokken, zowel op projectniveau als bij het nadenken over gewenste ontwikkelingen in de wijk.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.1.1 Het uitvoeren van de wijkactieprogramma's in de vijf Krachtwijken. De wijkactieprogramma‘s 2012-2013 voor Overvecht, Kanaleneiland, Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven sluiten aan bij de wijkactieprogramma's 2010-2011, maar in alle wijken is focus aangebracht. Het feit dat er minder geld beschikbaar was dan voorgaande jaren was daarvoor aanleiding, maar er is intussen vooral meer en beter zicht op de mensen en plekken die echt om echt extra aandacht vragen. Dat maakte het mogelijk om prioriteiten te stellen. Ook is de lijn die in 2011 is ingezet om succesvolle projecten en aanpakken te borgen in regulier beleid en reguliere financiering verder doorgezet. Een aantal projecten uit de periode 2010-2011 komt niet terug in de wijkactieprogramma's 2012-2013, voor andere geldt dat het budget werd afgebouwd. Resultaten die in 2012 zijn gerealiseerd De projecten zoals opgenomen in de wijkactieprogramma’s 2012-2013 voor de vijf Krachtwijken zijn grotendeels uitgevoerd. Veel projecten vormen nog een 'plus’ op reguliere activiteiten op het terrein van onderwijs, jeugd, werkgelegenheid, wijkeconomie leefbaarheid, wonen, wonen, veiligheid en gezondheid. De samenhang tussen reguliere en extra inzet is verbeterd. In de wijkactieprogramma's is dat zichtbaar gemaakt door naast een overzicht van de projecten die met extra budget worden gefinancierd ook aan te geven wat er 'regulier' gebeurt. In nauw overleg met de corporaties is er stedelijke regie gevoerd op de uitvoering van de wijkactieprogramma's in de vijf Krachtwijken. Bewoners werden betrokken bij de uitvoering van projecten en dachten mee over de toekomst van de wijk. Ook in 2012 is er twee keer gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van de wijkactieprogramma's. In juli 2012 resulteerde dat in de – openbare – zesde voortgangsrapportage. In het najaar is geen openbare rapportage verschenen, maar is de informatie over de voortgang gebruikt om op uitvoeringsniveau (bij) te sturen. In juli 2012 verscheen de 4meting van de Monitor Krachtwijken waarmee we de effecten van de aanpak volgen. Met BZK en met andere 'krachtwijksteden' vond afstemming en uitwisseling plaats over de toekomst van de wijkaanpak. In oktober bezocht toenmalig minister Spies de Talmalaan en een aantal projecten in Overvecht. Het programma Krachtwijken is ook in 2012 uitgevoerd in nauwe samenwerking met de corporaties. Behalve door de gemeente wordt het programma ook gefinancierd door de corporaties: ruim 15 miljoen euro per jaar in 2012 en 2013.
59
Van dat bedrag is ruim 6 miljoen euro besteed aan sociale investeringen, de rest van het budget is besteed aan fysieke investeringen in de Krachtwijken. Voor een overzicht van alle projecten in de Krachtwijken verwijzen we naar de wijkactieprogramma’s 2012-2013 die begin 2012 zijn vastgesteld door de gemeenteraad. De voortgang van het programma is uitgebreid beschreven in de zesde Voortgangsrapportage Krachtwijken (juli 2011). In de meting 2012 (4) van de Monitor Krachtwijken vindt u per wijk de ontwikkelingen van de doelstellingen uit de wijkactieprogramma’s.
Indicatoren subdoelstelling 3.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
6,2
6,0
Effectindicatoren: Het buurtoordeel Krachtwijken benadert E3.1.1
het gemiddelde
Inwonersenquête
buurtoordeelcijfer
Bestuursinformatie
2007
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele begroting
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
2012
2012
-realisatie
P3.1.1 Krachtwijken
4.069
13.616
9.975
3.640
Totaal lasten
4.069
13.616
9.975
3.640
P3.1.1 Krachtwijken
0
4.941
3.581
-1.360
Totaal baten
0
4.941
3.581
-1.360
4.069
8.674
6.394
2.280
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
4.667
2.387
2.280
4.069
4.007
4.007
0
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. Krachtwijken De lagere lasten van 3,640 miljoen euro worden als volgt verklaard: minder bewonersinitiatieven: 1,070 miljoen euro;
• • • •
vertraagde uitvoering wegens bezwaren omwonenden voor de Speel- en Wandelstraten bij project de Gagel: 0,418 miljoen euro; lagere lasten Prins Bernardplein: 1,140 miljoen euro; raming optimistischer dan werkelijke realisatie: 1.012 miljoen euro.
Tegenover de lagere lasten staan 1,360 miljoen euro lagere baten dan begroot. De afgesproken bijdragen van de corporaties en provincie zijn ontvangen. Voor de dekking van de uitgevoerde projecten was echter in 2012 nog niet de 60
volledige bijdrage nodig, Van de bijdrage van de corporaties was 0,789 miljoen euro nodig om de kosten van projecten te dekken, van de provinciale subsidie is 0,665 miljoen euro ingezet. Reserve krachtwijken De reserve is ingesteld bij de bestuursrapportage 2008. Met de beschikbare financiële middelen (van corporaties, rijk, provincie en gemeente) worden de komende jaren projecten ontwikkeld en uitgevoerd gericht op duurzame verbeteringen in de Utrechtse krachtwijken. Daarbij wordt uitgegaan van een looptijd van het programma Krachtwijken van tien jaar: 2008-2017. Voor de uitvoering van projecten in 2012 werd een onttrekking uit de reserve voorzien van 4.667 euro. Omdat in 2012 nog projecten doorliepen vanuit 2011 (gefinancierd met budget 2011) en projecten uit 2012 doorlopen in 2013 (waarvoor een deel van de kosten pas in 2013 wordt gemaakt), was een minder grote onttrekking uit de reserve nodig dan voorzien.
Subdoelstelling 4.1: Zorgdragen voor de instandhouding van monumentale en cultuurhistorische waarden als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad Subdoelstelling 4.1 Zorgdragen voor de instandhouding van monumentale en cultuurhistorische waarden als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad.
Wat willen we bereiken?
Wat willen we bereiken?
E4.1.1 Monumenten en cultuurhistorische
E4.1.1 Monumenten en cultuurhistorische
waarden zijn geborgd als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad.
waarden zijn geborgd als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 4.1.1 Monumenten en cultuurhistorische waarden zijn geborgd als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad. Het behoud van monumenten, archeologische en cultuurhistorische waarden hebben wij ondersteund met adviezen
•
en financieringen. Wij participeren in een Onderzoeksprogramma Duurzaamheid van Nijenrode Universiteit om duurzaamheid bij restauratie en instandhouding van monumenten te bevorderen. Van de beschermingsagenda
•
hebben wij de aanwijzing van industrieel erfgoed in voorbereiding genomen. Wij hebben de verdere integratie van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening op basis van de nieuwe Wro geëffectueerd door structureel cultuurhistorische informatie op te nemen in bestemmingspannen en ruimtelijke visies en plannen. De advisering aan de Minister van OCW over de aanwijzing van beschermde gezichten in Utrecht
•
Oost, Zuilen en Haarzuilens is ver gevorderd. Wij hebben lokale initiatieven voor visualisatie en presentatie van cultuurhistorie ondersteund en daarmee bijgedragen aan de verbreiding van kennis over Utrechts verleden. De voorbereiding van het cultuurhistorisch centrum op De Hoge Woerd in De Meern is ver gevorderd, zodat de uitvoering daarvan kan plaatsvinden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 4.1.1 Begeleiden, toetsen, subsidiëren, en financieren van monumentenrenovaties en – onderhoud en het borgen van cultuurhistorische waarden in de stad.
61
• •
Eigenaren van monumenten hebben wij met adviezen en financieringen ondersteund bij de restauratie en instandhouding van cultuurhistorische waarden. Vanuit de duurzaamheiddoelstelling hebben wij daarbij nadrukkelijk ook adviezen ten behoeve van duurzame monumentenzorg betrokken. Wij hebben de eigenaren van 35 kerkgebouwen op de gemeentelijke monumentenlijst ondersteund met subsidies. Wel hebben wij geconstateerd dat enerzijds vanwege de grote vraag een gereduceerd subsidiepercentage is gehanteerd en anderzijds de eigenaren minder in staat zijn gebleken de benodigde investeringen te plegen. Wij hebben twee financieringen verstrekt aan eigenaren van gemeentelijke monumenten; van rijkswege tien subsidies
• • •
en financieringen verstrekt voor rijksmonumenten in de Gemeente Utrecht. De Stichting Domplein 2013 is ver gevorderd met de voorbereiding van 'Schatkamer 2'. Daarbij zijn wij inhoudelijk betrokken met advisering en toetsing. Mede door de inzet van de NV Wonen boven winkels zijn zeventien eenheden gerealiseerd op verdiepingen van winkelpanden in het kernwinkelgebied. Hiermee is ook in 2012 de doelstelling gerealiseerd. Er was sprake van circa 200 planinitiatieven tot herstel en herbestemming van monumenten, waarvan 138 vergunningaanvragen. De kwaliteit van restauratie en verbouw van monumenten hebben wij zowel restauratietechnisch als bouwhistorisch bewaakt door middel van de toetsing van de vergunningaanvragen en waar
• •
nodig en voor zover mogelijk door monitoring en advisering tijdens de uitvoering. Wij hebben de inventarisatie van industrieel erfgoed afgerond en de procedure voor aanwijzing van 35 objecten en complexen als gemeentelijk monument gestart. De afhandeling voeren wij uit in zorgvuldig overleg met de eigenaren, de feitelijke aanwijzing heeft daardoor in 2012 nog niet kunnen plaatsvinden. Wij hebben de archeologische effecten van (bouw)plannen en de aantasting van archeologische waarden daardoor getoetst en geadviseerd bij planvorming ten einde archeologische waarden in situ te kunnen behouden. Daarnaast zijn zes aanvragen voor archeologische Rijksmonumenten behandeld, waarbij de Minister van OCW het bevoegd
•
gezag is. Wij hebben elf eigen archeologische onderzoeken uitgevoerd, waaronder een vooronderzoek voor het te realiseren ondergronds bezoekerscentrum 'Schatkamer 2' van de Stichting Domplein 2013. Een belangwekkende vondst was een middeleeuwse begraafplaats bij de verbouw van een pand aan de Choorstaat. Van vijf eerdere opgravingen is
• • • •
de rapportage afgerond. Wij hebben bijgedragen aan publiekgerichte activiteiten door subsidiëring van de projecten Open Monumentendag en Kerken Kijken en bijdragen aan kleine projecten als Aelius Tijdportaal in Leidsche Rijn. Het project Kraag van Utrecht in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is voortgezet. In samenwerking met Chester, Gent en Keulen is verder invulling gegeven aan het programma Portico. Ook de deelname aan het internationale Limesproject (Romeinse landsgrens) is voortgezet. Vondsten van uitgevoerde archeologische onderzoeken zijn opgeslagen in het Archeologisch depot. De inventarisatie van de PUG-collectie (Voormalig Provinciaal Utrechts Genootschap voor kunsten en wetenschappen) is vrijwel afgerond. Kerken Kijken en Open Monumentendag hebben ook in 2012 een groot aantal bezoekers getrokken. Op de Open Monumentendag is extra aandacht geschonken aan Vleuten-De Meern en Haarzuilens. Het programma bij Kasteel De Haar heeft circa vijfduizend bezoekers getrokken.
Indicatoren subdoelstelling 4.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Effectindicatoren: Aandeel ruimtelijke ordeningsprojecten E4.1.1
en bestemmingsplannen waarin
Afdeling
cultuurhistorie is geïntegreerd
SteM
n.v.t.
25 bestemmings-
staat verkerende monumenten
Registratie
Beleidsplan
(meerjarenaanpak)
projecten
2004
100%
plannen
136 vanaf 2004
128 vanaf 2004
Prestatie indicatoren: Verbeteren van 200 in matige / slechte P4.1.1
62
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
Verschil actueel-
2012
2012
2012
realisatie
P4.1.1 Monumenten en cultuurhistorische waarden
4.327
4.300
3.410
890
Totaal lasten
4.327
4.300
3.410
890
P4.1.1 Monumenten en cultuurhistorische waarden
595
545
1.325
780
Totaal baten
595
545
1.325
780
3.732
3.755
2.085
1.670
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
174
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
3.906
3.755
2.085
1.670
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. Monumenten en cultuurhistorische waarden De lagere lasten bestaan uit 1,192 miljoen euro nadelige en 2,082 miljoen euro voordelige verschillen. De nadelen betreffen: Niet begrote kosten van Utrecht in het project Portico (1,008 miljoen euro). Hier tegenover staat een even groot
• •
bedrag aan niet begrote inkomsten uit Europese Portico-subsidies. Niet begrote verstrekte subsidies en rentelasten (0,184 miljoen euro).
De voordelige verschillen betreffen lagere lasten in 2012 voor archeologisch onderzoek (0,386 miljoen euro). Ook zijn de middelen nog niet besteed van archeologisch onderzoek Leidsche Rijn wat gepland staat in 2013 en 2014 (1,007 miljoen euro) en van het educatiecentrum Hoge Woerd (0,189 miljoen euro). Ontvangen gelden uit ISV middelen ten behoeve van restauratieleningen zijn als een negatieve last verantwoord (0,500 miljoen euro). De hogere baten van 0,780 miljoen euro bestaan, naast de hiervoor genoemde Portico-subsidies, uit niet begrote rente- en overige inkomsten (0,202 miljoen euro). Ten opzichte van de begroting zijn lagere baten gerealiseerd voor archeologisch onderzoek (0,330 miljoen euro). Ontvangen monumentenleges zijn als een negatieve last verantwoord (0,100 miljoen euro).
63
Subdoelstelling 5.1: Veiligheid, leefbaarheid, milieu en gebruik van de bebouwde leefomgeving voldoet aan wet en regelgeving Subdoelstelling 5.1 Veiligheid, leefbaarheid, milieu en gebruik van de bebouwde leefomgeving voldoet aan wet en regelgeving.
Wat willen we bereiken?
Wat willen we bereiken?
E5.1.1 De bebouwde leefomgeving en ruimtelijke
E5.1.1 De bebouwde leefomgeving en ruimtelijke
ordening is leefbaar, veilig en tast de gezondheid niet aan.
ordening is leefbaar, veilig en tast de gezondheid niet aan.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 5.1.1 De bebouwde leefomgeving en ruimtelijke ordening is leefbaar, veilig en tast de gezondheid niet aan.
• • • • • • •
We hebben aan een leefbare, veilige en gezonde leefomgeving bijgedragen. Aanvragen zijn verleend binnen de wettelijke termijn. Het percentage gegronde bezwaren op verleende Wabo beschikkingen is zeer laag. Burgers en bedrijven zijn in het algemeen tevreden over de behandeling. Het aantal slechte panden in Utrecht is verder afgenomen. Bedrijven die zich niet aan milieuregels houden hebben we effectief aangepakt. We grip lijken te krijgen op de omzettingen en splitsingen. Daarnaast hebben we alle meldingen over onrechtmatige woonsituaties onderzocht en overtreders aangepakt.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 5.1.1 We toetsen en houden toezicht op alle vergunningaanvragen, integraal en adequaat volgens vastgestelde protocollen. Op veranderende wet- en regelgeving hebben we adequaat gereageerd wat blijkt uit: Het hoge percentage (>99%) aanvragen dat binnen de wettelijke termijn is verleend.
• • Het lage percentage gegronde bezwaren op afgegeven Wabo beschikkingen (<1%). • Alle vergunningaanvragen conform het Utrechtse toetsingsprotocol (SUPER) zijn getoetst. Naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving hebben we dit protocol herijkt. • Verder zijn we gestart met het leanen van een aantal processen. Sinds de invoering van de Wabo in 2010 werken
we grotendeels digitaal en bouwen we dat verder uit. Daarbij maken we zoveel mogelijk gebruik van één systeem. We verrichten jaarlijks klantonderzoeken en trekken daar lering uit. Bij onze dienstverleningen aan burgers en bedrijven maken we ook gebruik van de nieuwe mogelijkheden die ICT (Informatie Communicatie Technologie) en internet ons bieden.
Prestatiedoelstelling 5.1.2 We houden toezicht op de naleving van de milieuregels, de kwaliteit en het gebruik van de bestaande gebouwen en terreinen, en treden op tegen woonfraude en het illegaal onttrekken van zelfstandige woonruimte.
• 64
We hebben op de bebouwde leefomgeving toezicht gehouden conform het vastgestelde handhavingsprogramma van 2012. Ondanks het asbestincident is daar slechts in beperkt mate van afgeweken.
• • • • •
Er zijn minder klachten binnengekomen, wel zijn er meer asbestmeldingen ontvangen en afgehandeld dan voorzien. Meldingen en klachten zijn binnen de Utrechtse servicenormen behandeld. Het nieuwe beleid voor woningomzettingen en splitsingen lijkt aan te slaan. Het aantal aanvragen voor splitsingenvergunningen is in 2012 ten opzichte van voorgaande jaren sterk afgenomen. We hebben op het (ver)bouwen en slopen toezicht gehouden conform het landelijk toezichtprotocol. De achterstanden op de beoordelingen van evaluatierapporten van bodemsanering hebben we ingehaald. We hebben verslag gedaan over het Handhavingsprogramma 2011 en hebben het handhavingsprogramma voor 2013 opgesteld.
Voor de helft van alle domeinen zijn handhavingsstragieën vastgesteld. Een aantal zijn opgesteld maar moeten nog worden vastgesteld, twee zijn in de maak. Door het asbest incident en de reorganisatie van VTH heeft de ontwikkeling van de handhavingsstrategieën vertraging opgelopen.
Indicatoren subdoelstelling 5.1 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
SO-PD-FOV
(2011)
99,5%
99,3%
SO-PD-FOV
(2011)
<1%
0,99%
SO-PD
(2009)
>7,0
7,3
SO-PD-TH
(2012)
nulmeting
48%
SO-PD-JZB
0,5% (2005)
<0,22%
0,13%
SO-PD-TH
(2012)
nulmeting
16%
SO-PD-FOV
(2007)
100%
100%
Effectindicatoren: E5.1.1
Aanvragen verleend binnen wettelijke termijn
E5.1.1
beschikkingen
Gegronde bezwaren op afgegeven Wabo Rapportcijfer klanttevredenheid in Benchmarking Publiekszaken van Balie Bouwen, E5.1.1
Wonen en Ondernemen Percentage bedrijven dat milieuregels niet
E5.1.1
naleeft Aantal slechte panden als percentage van de
E5.1.1
totale voorraad Percentage onrechtmatige woonsituaties dat
E5.1.1
gemeld wordt
Prestatie indicatoren: Toetsen bouwaanvragen conform niveau 4 van P5.1.1
het Utrechtse protocol 'SUPER' van 2009
<100%
Uitvoeren bouwtoezicht conform landelijk P5.1.1
toezichtprotocol
SO-PD-TH
100% (2007)
100%
100%
P5.1.1
Wetswijzigingen zijn tijdig geïmplementeerd
SO-PD-JZB
(2012)
100%
100%
SO-PD-FOV
(2012)
100%
100%
Digitaliseren van werkprocessen en informatie P5.1.1
websites zijn actueel en compact Aantal meldingen van verdachte woonsituaties
P5.1.2
dat wordt onderzocht
SO-PD-TH
100%
100%
P5.1.2
Handhavingsprogramma realiseren 2012
SO-PD-TH
100% (2007)
(2011)
100%
100%
SO-PD-TH
100% (2007)
100%
100%
(2011)
100%
50%
(2011)
100%
100%
Handhavingsprogramma 2011 evalueren en P5.1.2
Programma 2013 opstellen
P5.1.2
Actuele handhavingstrategie voor ieder domein SO-PD-TH Aantal meldingen en klachten afgehandeld
P5.1.2
binnen de servicenorm
SO-PD-TH
65
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
14.975
14.423
12.253
2.171
4.292
4.141
5.041
-899
19.267
18.565
17.293
1.272
16.596
16.596
13.348
-3.248
31
31
601
570
16.627
16.627
13.949
-2.678
2.640
1.938
3.344
-1.406
Lasten P5.1.1 Toetsen vergunningaanvragen P5.1.2 Toezicht op de naleving Totaal lasten Baten P5.1.1 Toetsen vergunningaanvragen P5.1.2 Toezicht op de naleving Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
2.640
1.938
2.886
-1.406
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe. Toetsen vergunningaanvragen Wegens de verminderde legesinkomsten is sterk ingezet op lastenverlagingen op het gebied van automatiseringprojecten en inzet van de benodigde personele capaciteit. Er is een niet begrote toevoeging aan de voorziening debiteuren gedaan van 0,398 miljoen euro wegens grote bestedingen uit diezelfde voorziening door verloren rechtszaken (1,010 miljoen euro). De opbrengsten leges blijven achter bij de begroting door de slechte economische omstandigheden. Toezicht op de naleving Het begrotingtekort van de deze activiteit (0,855 miljoen euro) is in de begroting in mindering gebracht op de lasten. De werkelijke lasten zijn conform begroting (exclusief tekort). De baten bestaan uit niet begrote precario IOG, dwangsommen en bestuurlijke boetes. Het tekort wordt daarmee verminderd tot 0,329 miljoen euro.
66
Subdoelstelling 6.1: Leidsche Rijn is een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren Subdoelstelling 6.1 Leidsche Rijn: De stad Utrecht uitgebreid met een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E6.1.1 Leidsche Rijn is een goed functionerend
P6.1. Realiseren van bouwrijpe grond voor woningbouw,
stadsdeel.
kantoren, bedrijventerreinen en de aanleg en inrichting van bijbehorende openbare ruimte.
E6.1.2 Het voorzieningenniveau in Leidsche Rijn sluit aan bij de vraag (kwantitatief en
P6.1.2 Voorbereiden van de plannen en opleveren van
kwalitatief) van bewoners.
voorzieningen.
Algemene doelstelling Leidsche Rijn: De stad Utrecht uitgebreid met een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren. Met de bouw van Leidsche Rijn beoogt de gemeente: Uitbreiding van het woningaanbod in de Utrechtse regio voor de huidige en toekomstige bewoners en gebruikers
• met een grote verscheidenheid aan woningen, met inbegrip van infrastructuur, openbare ruimte en voorzieningen. • Een betere doorstroming van woningzoekenden in de regio. • Een gedifferentieerd samengestelde bevolking in het nieuwe stadsdeel. • Een uitbreiding van het aanbod van kantoor- en bedrijfsruimten. • Betere voorwaarden voor de economische ontwikkeling van de regio. Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 6.1.1 Leidsche Rijn is een goed functionerend stadsdeel. De inschatting die bij de Voorjaarsnota 2012 door ons is gemaakt, blijkt tamelijk realistisch te zijn geweest. In 2012 hebben wij de volgende bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van het programma. In 2012 zijn 1.217 4 woningen opgeleverd. In de overall grondexploitatie hadden wij de gevolgen van een productie van 500 woningen in 2012 en 2013 en 800 woningen in latere jaren zichtbaar gemaakt. Voor 2012 blijkt dat een juiste inschatting: in 2012 hebben wij 501 woningen in aanbouw genomen. In het commercieel vastgoedprogramma is 23.772 m² bvo kantoorruimte in Leidsche Rijn Centrum getransporteerd; voor de gehele stad is de aanname 35.000 m² bvo per jaar. Wat betreft de bedrijventerreinen zijn helaas geen transporten gerealiseerd. Dit heeft ertoe geleid dat de financiële risico's van het project toenemen en dat de realisatiefase wellicht langer gaat duren, gezien de huidige economische situatie.
4
In 2011 is voor Leidsche Rijn nog geteld is met peilmoment sleuteloverdracht aan bewoner, in wordt 2012 geteld met
peilmoment opgave bouwer aan bouwinspecteur conform de wet BAG. 67
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 6.1.1 Realiseren van bouwrijpe grond voor woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen, voorzieningen en aanleg en inrichting van bijbehorende openbare ruimte. Het aantal woningen dat we in aanbouw genomen, bedraagt respectievelijk 239 in Terwijde, 62 in Vleuterweide, 167 in Het Zand, 6 in Grauwaart en 27 in het Màximapark. Hiermee is het ingeschatte aantal woningen gerealiseerd. Ten behoeve van de ontwikkeling van kantoorruimte is 23.772 m² bvo in Leidsche Rijn Centrum getransporteerd. In het Màximapark en in de Hoge Woerd zijn partijen geselecteerd voor kavels ten behoeve van religieuze voorzieningen. De Japanse tuin is geopend en het voorgenomen deel van de parkpergola in de Binnenhof is in aanbouw genomen. De A2 is inmiddels volledig geïntegreerd en thans wordt middels een participatietraject gewerkt aan de inrichting van het dakpark A2. Indicatoren subdoelstelling 1 Realisatie Indicator
Bron
Nulmeting
Wijkwijzer 2011
Realisatie Doelstelling
Realisatie
2010
2011
2012
2012
n.v.t.
6,9
nnb
7,5
nnb
Effectindicatoren: E6.1.1
Tevredenheid bewoners
Prestatie indicatoren: P61.1
Woningen
Planning Triode
n.v.t.
56,84%
60,33%
64,55%
63,69%
P6.1.1
Kantoren
Planning Triode
n.v.t.
32,00%
33,59%
34,01%
36,90%
P6.1.1
Bedrijven
Planning Triode
n.v.t.
48,44%
49,01%
48,46%
49,02%
(bron: Triode januari 2012 en januari 2013)
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
bijbehorende openbare ruimte
111.158
64.795
53.560
11.325
Totaal lasten
111.158
64.795
53.560
11.325
bijbehorende openbare ruimte
113.638
141.662
109.572
-32.090
Totaal baten
113.638
141.662
109.572
-32.090
- 2.470
-76.868
-56.013
-20.855
Toevoeging reserves
4.324
74.825
70.000
4.825
Onttrekking reserves
0
0
0
0
1.844
-2.043
13.987
-16.030
Lasten Realiseren van bouwrijpe grond voor woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen en de aanleg van en inrichting van
Baten Realiseren van bouwrijpe grond voor woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen en de aanleg van en inrichting van
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. 68
Financiële toelichting Ook in 2012 heeft de economische situatie een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de woningbouw- en vastgoedlocaties. Waar mogelijk hebben we het uitgavenniveau getemperd aan de ontwikkeling van de opbrengsten. De rentevergoeding over de boekwaarde is verlaagd van 5% naar 4%; over 2012 heeft dit een voordelig effect van 2,2 miljoen euro. Door scherp op de plan- en vatkosten te letten, zijn deze 6,5 miljoen euro op de raming achtergebleven, samen. met de overige interne verrekeningen. Door het maken van keuzes wat betreft verwervingen en minder uitgiftes van kavels is voor verwerving en bouw- en woonrijp maken respectievelijk 10,9 en 51,5 miljoen euro minder uitgegeven. De bijdragen aan derden zijn 7 miljoen euro lager uitgevallen . De grondexploitatie is in 2012 met een bedrag van 36,8 miljoen euro verslechterd, maar een taakstelling op inkoop van 21,5 miljoen euro heeft deze toename kunnen beperken tot een bedrag van 15,3 miljoen welk bedrag toegevoegd is aan de voorziening. De totale lasten zijn hiermee 62,8 miljoen euro lager uitgevallen dan begroot. De ontvangen bijdrage uit het Onderhanden werk op de balans is door dit lagere uitgavenniveau 51,5 miljoen euro lager dan geraamd. Per saldo is de afwijking op de begroting op 11,2 miljoen euro voordelig uitgekomen. De opbrengsten wegens uitgifte van gronden zijn 16,8 miljoen euro lager dan geraamd. De overige opbrengsten zijn 10,4 miljoen euro op de raming achtergebleven. Van de geraamde optimalisatietaakstelling van 73 miljoen euro is 68,1 miljoen euro gerealiseerd. Dit bedrag is in de bedrijfsreserve gestort. De inkomsten zijn hiermee 32 miljoen euro op de begroting achter gebleven. Per 31 december 2011 vertoonde de grondexploitatie Leidsche Rijn een tekort van 96,475 miljoen. Voor dit tekort is in voorgaande jaren een voorziening getroffen. Bij de vaststelling van de Voorjaarsnota 2012 hebben we maatregelen getroffen om dit tekort terug te brengen. In 2012 is hierop 68,175 miljoen euro gerealiseerd, waardoor we het tekort terug hebben kunnen brengen naar 28,3 miljoen euro. Deze evenredige vrijval van middelen hebben we in de bedrijfsreserve gestort. De actualisatie van de grondexploitatie (inclusief de verwerking van de inkooptaakstelling) per 1-1-2013 leidt echter tot een vernieuwd tekort van 43,6 miljoen euro. We hebben de voorziening ten laste van de exploitatie 2012 tot dat niveau gebracht. In de Bestuursrapportage Leidsche Rijn 2013 presenteren wij de analyse van dit nieuwe tekort dieper in en komen we met voorstellen tot (gedeeltelijke) dekking van dat nieuwe tekort.
Subdoelstelling 7.1 Stationsgebied Algemene doelstelling Samen met de partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied met intensief ruimtegebruik, hoogwaardige openbare ruimte, kantoren, woningen, detailhandel en leasurefuncties, evenals een hoogwaardige OVterminal door uitbreiding en opwaardering van de transfercapaciteit en de daar aanwezige infrastructuur voor trein, tram en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Deze algemene doelstelling is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst met het Rijk van 2 juli 2004. Daaraan is sinds 2009 de doelstelling 'duurzaamheid' toegevoegd. Ook het collegeprogramma 2010-2014 blijft uitgaan van de door de bevolking gekozen visie over de ontwikkeling van het Stationsgebied. De stedenbouwkundige principes van het (geactualiseerd) Masterplan zijn: herstellen, verbinden en betekenis geven. De herontwikkeling van het Stationsgebied is en blijft een dynamisch proces, waarbij maatschappelijke ontwikkelingen (van luchtkwaliteit tot economische crisis), planvoorbereiding en - uitvoering elkaar beïnvloeden. Samenwerking met de eigenaren in het gebied (de private partnes), de gebruikers (reizigers, bezoekers, werknemers), bewoners en de verschillende belangengroeperingen (van Fietsersbond tot SOLGU), staat de komende periode hoog in het vaandel. De eerste fase is nu in uitvoering. De haalbaarheid van fase 2 is in onderzoek.
69
Relevante omgevingsfactoren Er is een aantal belangrijke omgevingsfactoren: de ambities en randvoorwaarden van het Rijk (het ministerie van Infra & Milieu);
• • • • • • • •
de belangen van private partners, waaronder Corio, Jaarbeurs, NS en ProRail; de massale vervoersstromen in het gebied waaronder fietsen; de veelheid van partijen die zich in dit gebied manifesteren; de ingewikkelde eigendomsrelaties de invloed van publiekrechtelijke voorschriften en procedures op de voortgang en de kosten de economische crisis. complexiteit van de ondergrondse infrastructuur.
Deze omgevingsfactoren bepalen in belangrijke mate de (financiële) haalbaarheid en het tempo van de geplande ontwikkelingen. Meerjarige beleidsvoornemens zijn vastgelegd in het (geactualiseerde) Masterplan Stationsgebied, Structuurplan Stationsgebied, Actieplan Luchtkwaliteit 2009, ambitiedocument Utrecht, aantrekkelijk en bereikbaar.(zie ook www.cu2030.nl). Zie verder ook de jaarlijkse bestuurs- en voortgangsrapportage Stationsgebied.
Subdoelstelling 7.1. Een economisch optimaal benut en aantrekkelijk Stationsgebied Subdoelstelling 7.1 Een economisch optimaal benut en aantrekkelijk Stationsgebied.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E7.1 Een economisch optimaal benut en aantrekkelijk Stationsgebied.
P7.1Uitvoeren Masterplan (inclusief jaarlijkse raadsbesluiten).
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 7.1 Een economisch en optimaal benut en aantrekkelijk Stationsgebied. Door de uitbreiding van vierkante meters winkels, voorzieningen en kantoren wordt werkgelegenheid toegevoegd. Daarnaast neemt door de uitbreiding van het vastgoed en de kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte, de waarde van het vastgoed toe. De afzetmogelijkheden voor de marktpartijen zijn door de combinatie van bovenstaande factoren gunstig. Als gevolg hiervan nemen de jaarlijkse inkomsten voor de gemeente toe door een stijging van de ozb-opbrengsten. In de eindsituatie is de aantrekkelijkheid sterk verbeterd door sociaal veilige routes voor langzaam- en snelverkeer (stadscorridor, de interwijk-verbinding, RABO brug en HOV banen), een kwalitatief hoogwaardig ingericht openbaar gebied met aantrekkelijke pleinen (Jaarbeursplein, Stationspleinen, Vredenburgplein, Lombokplein) en Smakkelaarsveld, gebouwde stallingsvoorzieningen voor 33.000 fietsen, vermindering van autoasfalt ten gunste van groen en water (herstel Catharijnesingel en Leidsche Rijn), nieuwe woningen in het gebied en gezamenlijke beheer.
70
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 7.1 Uitvoeren Masterplan (inclusief jaarlijkse raadsbesluiten) De prestaties bestaan uit vastgoedprojecten van private partijen en gemeente en infraprojecten. De programmatabel is te zien als een prestatie indicator voor het vastgoedvolume. In 2012 zijn veel van de voorgenomen projecten in uitvoering. Daarnaast zijn voor het Jaarbeursterrein en Lombokplein visies uitgewerkt. Er is nog geen besluit over een voorkeursmodel. In voorbereiding en uitvoering in 2012 Gebouwen Muziekpaleis (Gemeente ) volgens planning
• • • •
OV-terminal (ProRail) volgens planning Stadskantoor (NS Poort) volgens planning Raadsbesluit over de wijze van contracteren van de bieb ++ (Smakkelaarsveld). Ontwerp bestemmingsplan ter inzage.
Gerealiseerd/opleveringen in 2012 Tijdelijke fietsenstalling Smakkelaarsveld
• • • • •
Woonwinkel gebouw De Vredenburg (Corio) Overbouwing Stationsstraat (Corio) Sloop parkeergarage Jaarbeursplein, Bouwterrein is opgeleverd Stationsplein west Fase A opgeleverd. inclusief fietsenstalling
Vastgoed onderhandelingen: Westflank-Noord en –Zuid (NS Stations), Knoopkazerne (Rgd; intentieovereenkomst gesloten in juni 2012).
• • • • • •
Jaarbeurspleingebouw (ontwikkelaar met eindgebruiker) Leeuwensteijn (CBRE) Galaxyroom (Jaarbeurs; conceptovereenkomst en voorbereiding publiekrechtelijke procedure) Zuidgebouw oostzijde (NS Stations met ontwikkelaar; verkenning in afwachting van Raadsbesluit over vrijgave van de plot als vastgoedlocatie) Daalseweg/Paardenveld (verkenningsfase)
In voorbereiding en uitvoering in 2012 Infrastructurele werken: HOV Verlengde graad van Roggenweg/tijdelijke eindhalte tram. Voorbereiding afgerond, uitvoering gestart.
• • • • • • • •
HOV verlengde van Zijstweg (inclusief deel Mineurslaan) Voorbereiding afgerond, Vertraging in de uitvoering vanwege technische complexiteit en contractbesprekingen met Rabobank (Valeriusbaan). 2e Asselijnstraat (Jan van Foreestraat) Voorbereiding afgerond, uitvoering gestart. Tijdelijk busstation/buffer (Prorail) Voorbereiding afgerond, uitvoering gestart. Cranenborgh, sloop aanbesteedt. Herinrichting Vredenburg Noord/ Vredenburgknoop en Sloop Catharijnebak (inclusief expeditietunnel) in uitvoering. Stationsplein Oost: Voorlopig ontwerp (VO) en Definitief stedebouwkundig/beeldkwaliteitsplan opgeleverd. Voorbereiding conditionering en tijdelijke maatregelen gestart. Catharijnesingel DO, Mariaplaatsbrug en VO Knipstraatbrug zijn vastgesteld.
71
Indicatoren subdoelstelling 7.1 Realisatie Realisatie Doelstelling Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2009
2010
2012
2025
Effectindicatoren: E7.1.1
Toename banen
Ecorys/BI
2.280-2.510
Toename contante netto E7.1.1
waarde
290 miljoen Ecorys/BI
euro
Toename ozb opbrengst per E7.1.1
jaar
4,8 miljoen BI
euro
Prestatie indicatoren: E7.1.1.a
Toename aantal woningen
Berap/MP 5
E7.1.1b
Toename m2 kantoren (bvo)
Berap/MP
251.714
2.229
E7.1.1c
Toename m2 winkels (vvo)
Berap/MP
46.000
E7.1.1d
Toename m2 leisure (vvo)
Berap/MP
70.000
E7.1.1e
Toename m2 cultuur (bvo)
Berap/MP
37.500
E.7.1.1f
Toename m2 hotel (bvo)
Berap/MP
21.627
E7.1.1g
Toename m2 horeca (bvo)
Berap/MP
11.515
Wat heeft het gekost? Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel - realisatie
P7.1.1 Uitvoeren Masterplan
50.484
62.237
48.970
13.267
Totaal lasten
50.484
62.237
48.970
13.267
P7.1.1 Uitvoeren Masterplan
49.525
61.537
40.565
-20.972
Totaal baten
49.525
61.537
40.565
-20.972
959
700
8.405
-7.705
Toevoegingen
0
37.827
37.827
0
Onttrekkingen
0
676
676
0
959
37.851
45.556
-7.705
Lasten
Baten
Totaal baten en lasten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
5
Bestuursrapportage / Masterplan Stationsgebied.
72
Financiële toelichting Hieronder lichten wij de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Geprognosticeerd eindresultaat grondexploitatie Stationsgebied Op het programma Stationsgebied is een nadeel gerealiseerd van 7,7 miljoen euro negatief. Dit wordt vooral veroorzaakt door een verslechtering van het eindsaldo van de grondexploitatie Stationsgebied van nul naar 9,3 miljoen euro negatief. Om deze reden hebben wij de voorziening grondexploitatie Stationsgebied verhoogd met dit bedrag. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Stationsgebied 2013. Op het programma Stadskantoor Incidenteel, krediet Stenen en Middelen is een positief resultaat gerealiseerd van 1,6 miljoen euro. Prestatiedoelstelling 7.11: Uitvoeren Masterplan Resultaat jaarsnede grondexploitatie Stationsgebied. De cijfers in de financiële tabel zijn gebaseerd op de grondexploitatie die onderdeel uitmaakt van de door u in juni 2012 vastgestelde voorjaarsnota, inclusief bestuursrapportage Stationsgebied 2012. De inschattingen in de bestuursrapportage zijn gebaseerd op planningsoverzichten uit 2011. De ervaring leert dat er forse verschuivingen in zowel de baten als lasten optreden gedurende het jaar. Project met een lange doorlooptijd zich in de regel niet op jaargrenzen laten aansturen (zie bestuursrapportage 2013 Stationsgebied). Naast de hierboven toegelichte verhoging van de lasten met 9,3 miljoen euro, zijn de lasten zijn 22,5 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door langere doorlooptijden op de in uitvoering genomen werken zoals de Vredenburgknoop, Catharijnesingel, Stationsplein West, Rabobrug,2e Asselijnstraat en buurtsporen (Prorail) (22,5 miljoen euro). De baten zijn opgebouwd uit 2 delen: de werkelijk ontvangen bijdragen en het saldo onderhanden werken. De werkelijk ontvangen baten in 2012 bedragen 6,2 miljoen euro. Het verschil van 2,4 miljoen euro is ontstaan doordat de geraamde bedragen van NS Poort en Stedin voor het project Stationsplein West 1 miljoen euro, Rabobank voor de rabobrug 4,4 miljoen euro naar 2013 zijn doorgeschoven. Ook zijn er bedragen ontvangen die niet waren voorzien zoals de bijdrage van Prorail betreffende de tijdelijke halte tram 2,5 miljoen euro, BRU en Prorail bijdrage fietsparkeerplaatsen/fietsparkeren 0,5 miljoen euro. Daarnaast is onder deze post het saldo onderhanden werken opgenomen. Jaarlijks wordt het verschil tussen lasten en baten aan het onderhanden werken toegevoegd c.q. onttrokken. Dit jaar zijn meer lasten gerealiseerd dan baten. Hierdoor is een saldo van 34,3 miljoen euro onttrokken aan de post onderhanden werken. Doordat de uitgaven zijn achtergebleven op de begroting is dit 18,5 miljoen lager dan begroot. Stadskantoor Incidenteel Bij de vaststelling van de voorjaarsnota 2011 heeft u een krediet verstrekt voor het Stadskantoor, Stenen en Middelen. Het in 2012 binnen dit krediet beschikbare budget voor incidentele kosten is nog niet volledig ingezet (voordelig resultaat 1,6 miljoen euro). Het budget voor deze kosten is over de jaren 2011 tot en met 2014 verdeeld. De daadwerkelijke uitgaven sluiten echter niet precies aan op deze verdeling
73
1.3 Duurzaamheid Algemene programmadoelstelling Utrecht is een duurzame en gezonde stad. Alle inwoners van Utrecht moeten gezond kunnen leven. We streven daarom naar gezonde lucht, zo min mogelijk geluidoverlast, een schone bodem en een veilige leefomgeving. Wij doen een forse investering in het programma Utrechtse Energie om Utrecht in 2030 klimaatneutraal te maken. Het programma Duurzaamheid heeft een nauwe samenhang met het programma Bereikbaarheid op het onderdeel luchtkwaliteit. Veel maatregelen voor luchtkwaliteit dragen ook bij aan de bereikbaarheid. Deze maatregelen zijn opgenomen in het hoofdstuk van het programma Bereikbaarheid. Het streven naar een goede luchtkwaliteit draagt bij aan de doelstelling 'gezonde stad'.
Subdoelstelling 1.1: In Utrecht besparen we energie en wekken we energie duurzaam op Subdoelstelling 1.1 In Utrecht besparen we energie en wekken we energie duurzaam op.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E1.1.1 30% minder CO2 en 20% opwekking duurzame energie in 2020.
P1.1.1 Uitwerken van de ambities in een concreet uitvoeringsprogramma 2011-2012.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 30% minder CO2 uitstoot en 20% opwekking van duurzame energie in 2020. We streven naar 30% minder CO2 uitstoot en 20% opwekking van duurzame energie in 2020. Het beoogde maatschappelijk effect is een klimaatvriendelijke manier van wonen, bedrijvigheid en mobiliteit en minder energielasten. We dragen bij aan het voorkomen van klimaatverandering en beperken van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zoals olie en aardgas. Uit een eerste nulmeting van de energieverbruikgegevens in de stad blijkt dat Utrecht gemiddeld een relatief lage CO2- uitstoot heeft, vanwege een diensteneconomie en het stadsverwarmingsnet in de stad. De Utrechtse bedrijven dragen het meeste bij aan de CO2-uitstoot van de stad.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Uitwerken van de ambities in een concreet uitvoeringsprogramma 2013-2014. Uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie! 2013-2014 is vastgesteld. Utrecht zet hoog in op energie en klimaat en investeert in vier jaar 26 miljoen euro in de uitvoering van een ambitieus programma Utrechtse Energie dat bestaat uit 75
de onderdelen: Wonen, Bedrijvigheid, Mobiliteit, Duurzame opwekking, Eigen Organisatie, duurzame samenleving, duurzame gebiedsontwikkeling. De ambities zijn uitgewerkt in een concreet Uitvoeringsprogramma 2011-2012 (vastgesteld in mei 2011) en 2013-2014 (vastgesteld in januari 2013). In 2012 zijn er van 36.000 woningen warmtescans gemaakt. De scans maken zichtbaar of er sprake is van warmteverlies via de voorgevel. Via energieambassadeurs zijn bewoners persoonlijk benaderd waarbij de nadruk lag op wijk west. Er zijn 50 VVE's betrokken bij het programma. We hebben via 70 bijeenkomsten 4.000 woningen/bewoners bereikt, inclusief Verenigingen van Eigenaren (VVE's). Er is een leningsfaciliteit ingesteld (de duurzaamheidslening) voor als de financiering een belemmering is. Binnen het deelprogramma bedrijvigheid zijn, branchegericht en gebiedsgericht, 1.000 bedrijven benaderd, voornamelijk uit de top 1.000 energieverbruikers. Hierbij zitten de ruim 20 grootste kantoren die samenwerken bij het uitvoeren van de besparingen. 450 bedrijven investeren nu in het energiezuinig maken van hun gebouwen. Het initiatievenfonds voor zonnestroom is open gegaan en inmiddels volledig benut; met 250.000 euro subsidie zijn 1100 panelen geplaatst, met een totale investering van 1.000.000 euro. Er zijn 12 bewonersinitiatieven ingediend voor ideeën om te komen tot energiebesparing. Ruim 1000 MKB bedrijven zijn via accountants geïnformeerd over fiscale voordelen van energiebesparing en zonne-energie. Inmiddels hebben vijf scholen zonnecentrales op hun dak (in totaal ruim 400 panelen). Verschillende onderzoeken voor windenergie op Lage Weide zijn in gang gezet. Het begeleiden van de vergunning voor een biomassacentrale is gestart. Daarnaast zijn er 56 elektrische oplaadpunten in de stad gerealiseerd. Binnen de gemeentelijke organisatie wordt gewerkt aan de vermindering van de CO2 uitstoot: We kopen 100% groene stroom in, bij de aanbesteding van het wagenpark is de CO2 uitstoot een criterium en bij het onderhoud voeren we de rendabele energiebesparingmaatregelen met een terugverdientijd van 15 jaar of minder uit. Het is zichtbaar in de stad dat het programma effect heeft op bewoners en ondernemers. Buurtinitiatieven ontstaan om gezamenlijk te isoleren en zonnepanelen te plaatsen. Voorbeelden zijn in Hooggraven, Lunetten, Tuindorp, Voordorp en VondelParc. Ondernemers zoals de horeca in Utrecht nemen het initiatief om te verduurzamen en lopen hiermee voorop. Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Realisatie
Realisatie
Doelstelling
2009
2010
2012
Realisatie 2012
Effectindicatoren: 30% minder CO2
3% CO2
3% CO2
3% CO2 gegevens zijn nog
uitstoot in 2020
reductie
reductie
reductie niet beschikbaar
programma
E1.1.1
20% opwekking van
Utrechtse
Uitvoering
2% groei
2% groei
duurzame energie in
Energie 2011-
nulmeting
duurzame
duurzame
2020
2014
in 2011
energie
energie
2% groei duurzame gegevens zijn nog energie niet beschikbaar
Prestatie indicatoren: Door 700 woningaantal particuliere
Uitvoerings-
eigenaren zijn
woningen die
programma
'Energieprestatie-
energiezuiniger
Utrechtse
gemaakt zijn
Energie 6
adviezen' (EPA's) geen
n.v.t.
n.v.t.
500 aangevraagd 7
6
Alle projecten van het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie krijgen een indicator.
7
Op dit moment wordt onderzocht welke energiebesparingsmaatregelen zijn uitgevoerd door particuliere
woningeigenaren 76
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
P1.1.1 Klimaat en energie
7.105
6.730
3.102
3.629
Totaal lasten
7.105
6.730
3.102
3.629
P1.1.1 Klimaat en energie
100
100
72
-28
Totaal baten
100
100
72
-28
7.005
6.630
3.030
3.600
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
7.005
6.630
3.030
3.600
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro's. Financiële toelichting Klimaat en energie
De lasten zijn 3,629 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door lagere uitgaven in het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie 2011-2012 voornamelijk in de zogenoemde 'revolverende middelen' voor woningen en bedrijvigheid. Voor bedrijvigheid komt binnenkort een voorstel voor invulling van de middelen. Het nog niet bestede deel van de 'duurzaamheidslening' in het deelprogramma wonen wordt doorgeschoven naar de Uitvoeringsperiode 2013-2014, conform de wens van de gemeenteraad. Het uitvoeringsprogramma loopt door in het Uitvoeringsprogramma 2013 en 2014. Dit programma is januari 2013 vastgesteld.
Subdoelstelling 2.1: Utrecht is een stad met zo min mogelijk geluidsoverlast en een veilige leefomgeving Subdoelstelling 2.1 Utrecht is een stad met zo min mogelijk geluidsoverlast en een veilige leefomgeving.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E2.1.1 We willen voldoen aan de wettelijke normen voor externe veiligheid en geluid.
P2.1.1 Preventieve maatregelen nemen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Isoleren woningen tegen geluid. Beheren geluidszones van industrieterreinen en reguleren transport gevaarlijke stoffen.
77
Wat hebben we bereikt Effectdoelstelling 2.1.1 We willen voldoen aan de wettelijke normen voor externe veiligheid en geluid. Bij alle vastgestelde ruimtelijke plannen is voldaan aan de wettelijke eisen voor geluid en aan de gestelde voorwaarden in de Geluidnota. Voor vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen binnen de gemeente verlenen we ontheffingen voor specifieke routes zodat het transport zo veilig mogelijk gebeurd.
Wat hebben we daarvoor gedaan Prestatiedoelstelling 2.1.1 Preventieve maatregelen nemen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Isoleren woningen tegen geluid. Beheren geluidszones van industrieterreinen en reguleren transport gevaarlijke stoffen. In 2012 hebben we 43 woningen gesaneerd tegen geluid. Daarnaast hebben we nog tien woningen in onderzoek of uitvoering. Dit zijn de laatste woningen op de A-lijst die we in 2013 zullen afronden. Voor het zonebeheer industrielawaai hebben we de vergunningsaanvragen van bedrijven beoordeeld. Bij ruimtelijke initiatieven en bereikbaarheidsontwikkelingen hebben we getoetst of de plannen voldoen aan de wettelijke normen en aan de Geluidnota. Daar waar knelpunten waren hebben we geadviseerd over de oplossingen. Voorbeelden waar dit bij speelde zijn: Centrum Kwadrant Overvecht, Lage Weide, NRU, Leidsche Rijn Centrum Kern en Zuid, Leidsche Rijn centrum Noord, Kruisvaart busbaan, HOV zuidradiaal, Smakkelaarsveld, Wim Sonneveldschool, AmaliaparkHoutrakgracht en Kanaalweg 59. In 2012 is gestart met de metingen voor Lage Weide en langs de Noordelijke Randweg Utrecht (NRU). Fysieke maatregelen die effect hebben op de geluidkwaliteit in de stad zijn de opening van de A-2 tunnel in 2012. De geluidwal van Prorail bij de Cremerstraat. Langs de A27 is het geluidsscherm ter hoogte van het Veemarktterrein verlengd. Op de A27 is ter hoogte van Voordorp stil asfalt gelegd. Voor de eigen organisatie zijn 50 stille elektrische scooters aangeschaft. In 2012 is ook de tweede tranche van de EU-kartering uitgevoerd. Hiervoor zijn de verplichte geluidskaarten en tabellen over de geluidsituatie in de stad in het jaar 2011 gemaakt. Deze kaarten maken we eens in de 5 jaar. Externe Veiligheid We richten ons bij externe veiligheid op het voorkomen van het ontstaan van gevaarlijke situaties.
• • We hebben geparticipeerd in de afronding door het Rijk van het Basisnet weg, water en spoor. • In vervolg op de in 2011 ingezette trajecten, hebben we veiligheidsaspecten beoordeeld bij de (concept)
vergunningaanvragen van de twee Brzo Besluit Risico's Zware Ongevallen) bedrijven, BASF en Argos/NSG. De vergunning voor BASF is in 2012 verleend.
• Bij ruimtelijke ontwikkelingen toetsen we of de nieuwe situatie aan de wettelijke normen en de Nota externe veiligheid. • voldoet, zodat geen onveilige situaties ontstaan. Belangrijke ontwikkellocaties waar we in 2012 hebben getoetst, waren. • Leidsche Rijn Centrum Noord, Nieuw Hoog Catharijne, Haarzuilens, Winthontlaan, Smakkelaarsveld, Kanaleneiland Zuid, Lage Weide en de openstelling van de Parallelbanen van de A2 voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over gemeentelijke wegen moet de vervoerder een ontheffing vragen. Wij toetsen daarbij in overleg met de politie en de brandweer of het transport op de juiste manier plaatsvindt en in de ontheffing bepalen wij de veiligste route die de transporteur moet gebruiken. Het gaat om stoffen zoals LPG, propaan, ammoniak en vuurwerk. In het jaar 2012 hebben we ontheffingen verleend voor transport van- en naar dertien LPGstations, drie bedrijven en 29 propaantanks. In 2012 is een project propaantanks uitgevoerd in samenwerking met VTH; de resultaten zijn vergeleken met verleende ontheffingen. Hieruit bleek dat niet alle transporteurs ontheffingen hadden aangevraagd. Deze transporteurs zijn hierover benaderd ten behoeve van de ontheffingen voor 2013. Voor
78
vuurwerktransport hebben we zeven ontheffingen verleend voor zeven verkooppunten. Tevens hebben we twee ontheffingen verleend voor het vervoer van explosieven. Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Realisatie
2009
2010
2012
2012
Nulmeting
Effectindicatoren: Gegevens over 2012 zijn nog niet
E2.1.1
22% van de
21% van de
≤21% van de
beschikbaar.
Het percentage
inwoners
inwoners
inwoners
Deze
inwoners dat vaak
ervaart vaak
ervaart vaak
ervaart vaak
verschijnen in
overlast van
overlast van
overlast van
overlast van
de Utrecht
verkeers-
verkeers-
verkeers-
monitor
lawaai
lawaai
lawaai
2013!
verkeerslawaai ervaart,
Utrecht
stijgt niet.
monitor
De risico's en locaties
Provin-
te zien op
van transport en
ciale
http://
gebruik gevaarlijke
risico-
nederland.risi
stoffen zijn bekend.
kaart
cokaart.nl/
2010
Risicokaart in
E2.1.2
Prestatie indicatoren:
P2.1.1
P2.1.2
Sanering van 532
Eigen
woningen op de A-lijst
moni-
in 2013 voltooid
toring
2009
37%
33%
12%
10%
5 jaarlijkse
5 jaarlijkse
Actualiseren EU-
monitor+
monitor+
geluidkaart
kaart gereed
kaart gereed
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
veiligheid
924
1.521
883
638
Totaal lasten
924
1.521
883
638
veiligheid
816
740
78
-662
Totaal baten
816
740
78
-662
Saldo lasten en baten
816
781
805
-23
Lasten P2.1.1 Lucht, geluid en externe
Baten P2.1.1 Lucht, geluid en externe
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
816
781
805
-23
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro's.
79
Financiële toelichting Lucht, geluid en externe veiligheid De lasten zijn 0,638 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat uitgaven luchtkwaliteit ((0,453 miljoen euro) in het programma Bereikbaarheid onder de Prestatiedoelstelling Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/ goederenvervoer zijn verantwoord. Daarnaast zijn de lasten lager voor sanering van wegverkeerslawaai (0,152 miljoen euro) technisch verrekend met de voorziening. Het overige verschil bedraagt 0,036 miljoen euro.
Subdoelstelling 2.2 Utrecht heeft een schone bodem
Subdoelstelling 2.2 Utrecht heeft een schone bodem.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E2.2.1 De bodem is geschikt voor
P2.2.1 Voortzetten lopende saneringen en nazorgprojecten. Opstarten nieuwe milieuhygiënische spoedeisende
het gewenste gebruik, zonder gevaar voor de gezondheid en wat schoon is, moet schoon blijven.
• saneringen. • Bodemonderzoek op verdachte locaties waar mogelijk sprake is van een geval van ernstige
•
bodemverontreiniging. Invulling gebiedsgericht grondwaterbeleid.
Wat hebben we bereikt Effectdoelstelling 2.2.1 De bodem is geschikt voor het gewenste gebruik, zonder gevaar voor de gezondheid en wat schoon is, moet schoon blijven.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.2.1 Voortzetten lopende saneringen en nazorgprojecten.
• Opstarten nieuwe milieuhygiënische spoedeisende saneringen. • Bodemonderzoek op verdachte locaties waar mogelijk sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. • Invulling gebiedsgericht grondwaterbeleid • In 2012 hebben we samen met particulieren en bedrijven bodemonderzoeken en saneringen • Uitgevoerd van verschillende omvang. we zijn voor vijf saneringen opdrachtgever geweest. Voor twaalf locaties hebben we nazorgplannen uitgevoerd. We hebben elf bodemonderzoeken uitgevoerd. Derden hebben
203 onderzoeken gedaan. Het digitaal loket op internet waarin bodemgegevens op adres te vinden zijn, is 7.178 maal geraadpleegd. Dat is minder dan in de afgelopen jaren door lage activiteit op de huizenmarkt. Het Rijk heeft een lijst gepubliceerd met 'humane spoedlocaties'. Op de peildatum van 25 juni 2012 stonden voor Utrecht 25 locaties op de lijst. Voor alle spoedlocaties geldt dat uiterlijk in 2015 de risico’s weggenomen moeten zijn. Als er dringende risico’s zijn gebeurt dat natuurlijk eerder. De lijst bevat vooral locaties waar derden verantwoordelijk zijn voor de sanering. 80
De sanering van de Nedereindse Plas heeft verdere vertraging opgelopen. Er is een geschil met de aannemer. De zaak is voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de bouw. De ze heeft uitspraak gedaan ten gunste van de Gemeente Utrecht, waarna door de aannemer beroep is aangetekend. Ook de uitspraak in beroep is ten gunste van de Gemeente Utrecht. Verdere voortgang wordt belemmerd omdat door de aannemer ook een kort geding is aangespannen. In het kader van de 'Biowasmachine' hebben we ons gericht op het verbeteren, beheren en controleren van de kwaliteit van het grondwater, ondersteund met het doen van metingen. In het kader van het Europese project 'Cityclor' is kennis vergaard om de consequenties van bijvoorbeeld WKO-systemen (Warmte-Koude Opslag) op de grondwaterkwaliteit te kunnen beoordelen. Indicatoren subdoelstelling 2.2 NulIndicator
Bron
meting
Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Realisatie
2009
2010
2012
2012
Effectindicatoren: in 2015 zijn alle spoed-
één humane
locaties (25 locaties in juni
spoed-locatie
2012) gesaneerd en alle
afgerond in
overige locaties met
2012 en zes
verontreinigde grond zijn in kaart gebracht. Zonodig is er E2.2.1
locaties in Bodem-
vergevorderd
een aanpak opgesteld voor
sanerings-
het saneren van deze locaties
programma
stadium 2011
--
20%-
20%
20%
298.872
313.732
200.000
278.497
8.267
10.135
10.000
7.178
Prestatie indicatoren: Beschikte saneringsP2.2.1
Aantal BPE
8
rapporten
Aantal maal P2.2.2
gegevensverstrekking over
Eigen
bodemkwaliteit
monitoring
2010
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
P2.2.1 Schone Bodem
5.640
5.850
4.297
1.554
Totaal lasten
5.640
5.850
4.297
1.554
P2.2.1 Schone Bodem
4.873
4.827
3273
-1.554
Totaal baten
4.873
4.827
3.273
-1.554
767
1.024
1.024
-1
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten
8
Bodem Prestatie Eenheden. BPE = gesaneerd oppervlak in m2 + 3x gesaneerd volume in m3 + 0,4x gesaneerd volume
grondwater in m3. Het aantal door de gemeente en de markt gerealiseerde Bodemprestatie-eenheden (BPE's) is hoger dan begroot. Dit komt vooral door een inhaalslag in het beschikken van saneringsrapporten van saneringen die voor 2012 zijn uitgevoerd. Daardoor is ondanks een teruglopend aantal saneringen, in 2012 geen grote daling in het aantal BPE te zien. 81
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
767
1.024
1.024
-1
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro's. Financiële toelichting Bodem
De lasten zijn 1,553 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door het afnemen van het aantal saneringen en de overgang naar de gebiedsgerichte aanpak van bodemverontreinigingen. Ook zijn minder nieuwe saneringen gestart vanwege de afnemende rijksbudgetten in de komende jaren. De baten zijn 1,554 miljoen euro lager door minder ontvangsten van derden en een lagere bijdrage uit de voorziening ISV (onderdeel bodem).
Subdoelstelling 2.3 Utrecht heeft een gezonde Lucht
Subdoelstelling 2.3 Utrecht heeft een gezonde lucht.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E2.3.1 Minimaal voldoen aan de wettelijke EUnormen voor fijn stof en stikstofdioxide.
P2.3.1 Uitvoeren maatregelen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), inclusief jaarlijkse monitor en bijsturing.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.3.1 Minimaal voldoen aan de wettelijke EU-normen voor fijn stof en stikstofdioxide. Uit de monitor Luchtkwaliteit van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) blijkt dat in 2012 meer normoverschrijdingen stikstofdioxide waren dan in 2011. Dit komt omdat in de monitoring 2012 de stagnatie voor bussen in de berekeningen is opgenomen. Ook blijken er nu meer bijna-knelpunten voor fijn stof (PM10) te zijn dan in 2011. De oorzaken van de bijnaknelpunten voor fijn stof (PM10) zijn nieuwe inzichten op nationaal niveau: hogere achtergrondconcentraties en een lagere aftrek voor zeezout. De effecten van verhoging van maximum snelheden op rijkswegen zijn globaal verwerkt. Volgend jaar gebeurt dat gedetailleerder. Tot nu toe heeft de het Rijk nog geen nieuwe maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit aangekondigd behalve het faciliteren van lokale maatregelen. In 2012 hebben wij voorbereidingen getroffen voor een pakket aanvullende maatregelen waarmee we in 2015 kunnen voldoen aan de Europese norm voor de Luchtkwaliteit.
82
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.3.1 Uitvoeren maatregelen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), inclusief jaarlijkse monitor en bijsturing. Voor de stand van zaken van de uitvoering van de Utrechtse NSL-maatregelen verwijzen wij naar het programma Bereikbaarheid. Het programma Milieu en Duurzaamheid is gericht op activiteiten in het kader van monitoring voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), toetsing van plannen, uitvoering van het meetplan en jaarlijkse rapportages voor het Bestuur en bewoners van de stad Medio 2012 verschenen de NSL-monitor Utrecht 2011 en de eerste rapportage (GGD Amsterdam) over de metingen in 2011. Gedurende 2012 is gewerkt aan het aanvullend pakket maatregelen luchtkwaliteit waarover naar verwachting medio 2013 een besluit wordt genomen. Deze maatregelen zijn nodig om overal minimaal aan de grenswaarden te gaan voldoen. Indicatoren subdoelstelling 2.3 Indicator
Bron
Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Realisatie
2009
2010
2012
2012
Nulmeting
Effectindicatoren: Norm fijnstof E2.3.1
jaargemiddelde
Omschrijving
concentratie
bron
2011
33,4 μg/m³ -
31,0 ug/m³.
40μg/m3
32,3μg/m³ 40 dagen van
E2.3.2
Norm fijnstof aantal
45 dagen
34 dagen
dagen overschrijding
overschrijdin
overschrijding
Maximaal 35 20 dagen
>50μg/m³
24-uursgemiddelde
Omschrijving
g van 50
van 50
dagen van
van
grenswaarde
bron
μg/m³
μg/m³
60μg/m3
>60μg/m³
Prestatie indicatoren: Zie programma Bereikbaarheid voor P2.3.1
NSL-maatregelen
Wij ramen de lasten en baten van Prestatiedoelstelling 2.3.1 in het programma Bereikbaarheid onder subdoelstelling '2.1: Beperking van de groei van het autoverkeer en meer stil en schoon vervoer'.
83
1.4 Bereikbaarheid Algemene programmadoelstelling Utrecht is een aantrekkelijke en bereikbare stad die duurzaam en leefbaar is. Voor een aantrekkelijk, leefbaar, gezond en bereikbaar Utrecht zijn alternatieven nodig voor de automobiliteit van, naar en binnen de stad. Om dit te bereiken werken we samen met de inwoners en het bedrijfsleven in de stad en met andere overheden.
Subdoelstelling 1.1: Meer en aantrekkelijker gebruik van openbaar vervoer en fiets door bewoners bedrijven en bezoekers Subdoelstelling 1.1 Meer en aantrekkelijker gebruik van OV en fiets door bewoners, bedrijven en bezoekers.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Meer en aantrekkelijker gebruik fiets.
P1.1.1 Uitvoeren projecten en maatregelen fiets.
E1.1.2 Betere doorstroming OV.
P1.1.2 Uitvoeren projecten en maatregelen OV.
Wat hebben we bereikt? Fiets Effectdoelstelling 1.1.1 Meer en aantrekkelijker gebruik fiets. We stimuleren het fietsgebruik door snelle, veilige en comfortabele fietsverbindingen en door voldoende ruimte om de fietsen in de binnenstad goed te kunnen parkeren in veilige stallingen. We zorgen ervoor dat de fiets aantrekkelijk is als voor- en natransport vanaf stations, P+R's, bedrijventerreinen en OV-locaties.
Openbaar vervoer Effectdoelstelling 1.1.2 Betere doorstroming OV. We willen het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren door de doorstroming te verbeteren. Effecten liggen op de langere termijn en beperken zich niet alleen tot een toename van het OV-gebruik maar ook tot afname van de groei van het autogebruik. In de beleidsmonitor Verkeer staan de belangrijkste trends in de mobiliteit.
85
Wat hebben we daarvoor gedaan? Fiets Prestatiedoelstelling 1.1.1 Uitvoeren projecten en maatregelen fiets. In 2012 zijn in het kader van de comfortdoelstelling verbeteringen aangebracht op de fietspaden Venuslaan, Balijelaan, Amelisweerd/Rhijnauwen, (deel) Amsterdamsestraatweg, Burgermeester Norbruislaan, Furkabaan, J.M. de Muinck Keizerlaan, Wilhelminalaan en Kardinaal de Jongweg. Comfortverbetering wordt ook meegenomen met het (groot) onderhoud. Het Utrechtse deel van de fietsfilevrij-route tussen Nieuwegein en Amsterdam, die overlapt met de top 5 fietsroute door Kanaleneiland, is uitgevoerd. Voor de fietsbrug Amsterdam – Rijnkanaal en de vervolgroute Everard Meijsterlaan zijn een Integraal Programma van Eisen (IPvE) en een functioneel ontwerp (FO) vastgesteld. We hebben het IPvE voor het project Tussen de rails vastgesteld en belanghebbenden geconsulteerd over het IPvE voor de fietstunnel Spinozabrug. De top 5 fietsroutes zijn klaar voor uitvoering in 2013. Zo zijn we in 2012 gestart met de voorbereiding van de herinrichting van de Zandweg, de aanpak van de fietsroute Overvecht – binnenstad en de voorbereiding van een betere afstelling van verkeerslichten op de stedelijke verdeelring. De aanpak van de fietsroute tussen Lunetten en de binnenstad waarbij wij ook aanhaken op de werkzaamheden rond de spoorverdubbeling is voorbereid. We zijn gestart met de aanleg van een fietsstraat tussen 't Goyplein en het Furkaplateau. Voor het voorplein van Station Lunetten en de fietsroute op de Brennerbaan hebben wij een voorlopig ontwerp vastgesteld. We werken aan een betere fietsroute op delen van het traject Neude –Uithof. Ook is gestart met de uitvoering van het project alternatieve binnenstadsroutes. Zo zijn op de Herenroute een aantal korte-termijn maatregelen uitgevoerd om het fietscomfort te verbeteren. In 2012 hebben wij twee extra mobiele fietsenstallingen ingezet, op de Neude en op het Janskerkhof. Na evaluatie hebben wij de capaciteit op de Neude uitgebreid en hebben we voor de winterperiode de openingstijden aangepast. De stalling onder het appartementen- en winkelcomplex Vredenburg opent in 2013. We hebben de haalbaarheid onderzocht van twee ondergrondse stallingen, één onder het Lucasbolwerk en één onder de Neude. De stalling onder het Lucasbolwerk stuitte op veel bezwaren. Over de realisatie van een stalling onder de Neude besluiten wij in 2013. In 2012 hebben we een buurtstalling opgeleverd aan de Markstraat en is de stalling aan het Dichterhof uitgebreid. We hebben twee buurtstallingen in voorbereiding namelijk op de Schoolstraat (hiervoor loopt een behoefteonderzoek) en de Jachtstraat (hierover wordt onderhandeld). We hebben met NS OV Fiets de concessie eerste fase pilot leenfietsen voorbereid, die we in de eerste helft van 2013 bekrachtigen en uitvoeren.
Openbaar Vervoer Prestatiedoelstelling 1.1.2 Uitvoeren projecten en maatregelen OV. We zijn gestart met de uitvoering van de Uithoflijn. Tegelijkertijd met de werkzaamheden aan de spoorbaan tussen Utrecht CS en Lunetten leggen we de onderbaan aan. De eerste kunstwerken, zoals de Fortgrachtbrug, zijn in 2012 opgeleverd. Opdat de aannemer in 2013 kan starten met de aanleg van de Uithoflijn nabij station Utrecht Vaartsche Rijn, zijn eind 2012 alle parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan de zuidzijde van de Pelikaanstraat verwijderd. In de directe nabijheid zijn tijdelijke plekken gecreëerd. Medio 2012 zijn de werkzaamheden aan de onderbaan van deeltracé B (Koningsweg – Sorbonnelaan) gestart. Als eerste is een vrijliggend fietspad aangelegd, zodat de fietsers gedurende de werkzaamheden zoveel mogelijk gevrijwaard zijn van overlast en de veiligheid niet in het geding komt. Van de busbaan Kruisvaart, een randvoorwaardelijk project voor de Uithoflijn, is in 2012 het Voorontwerp vrijgegeven voor consultatie en het Ontwerpbestemmingsplan vrijgegeven voor inspraak. Daaraan voorafgaand hebben wij, na 86
uitgebreid onderzoek wat in nauw overleg met het bewonerscomité heeft plaatsgevonden, besloten het eerder vastgestelde tracé als uitgangspunt te blijven hanteren. In 2012 hebben we gestaag verder gewerkt aan het realiseren van de zogenoemde HOV-bril. De inpassing van de HOVbaan in Leidsche Rijn Centrum vormt een integraal onderdeel van de ontwikkeling van Leidsche Rijn Centrum: de tracédelen komen te liggen boven op de te realiseren parkeergarages. Het HOV-deelproject Rijnvliet heeft in 2012 vertraging opgelopen door een verschuiving van het tracé als gevolg van een instabiele ondergrond en de noodzakelijke bodemsanering bij de Strijkviertelplas, het project wordt medio 2013 aanbesteed. In 2012 zijn het VO voor de tunnel onder het 5 meiplein en de haalbaarheidsstudie voor de tunnel onder het Anne Frankplein vastgesteld. Vanwege het nieuwe IPvE voor de tram, moet het VO voor de tunnel onder het 5 Meiplein worden aangepast. Op verzoek van uw gemeenteraad worden voor de HOV-baan over de Dr. M.A. Tellegenlaan en de Van Zijstweg (Z90) inpassingsvarianten nader uitgewerkt. De projecten KAR en toegankelijke bushaltes die wij in opdracht van BRU hebben uitgevoerd zijn afgerond. In het kader van de verbetering van de busverbinding CS – Overvecht is voor het deel op de St. Jacobsstraat een IPvE opgesteld dat begin 2013 met bewoners wordt besproken. De St. Jacobsstraat kent een integrale aanpak als een van de projecten van het economisch investeringsfonds binnenstad. Daarnaast is een inventarisatie gestart naar de manier waarop het verbindend openbaar vervoer rondom Overvecht Centrum gestalte moet krijgen en naar mogelijkheden om de totale lijnvoering te verbeteren. Het onderzoek naar verbetering van de doorstroming van OV en fiets op de Lucasbrug is afgerond. De realisatie van busstroken langs de AC Verhoefweg en de Papendorpseweg (eerste fase Westtangent) is eind 2012 van start gegaan. Van de busbaan op de Orteliusbaan-Zuid is in 2012 het VO opgesteld. Daarnaast is in dit project een variantenstudie gestart voor de autodoorsteek op het Taatsenplein (Amendement 2012/A38). We hebben input geleverd voor het programma van Eisen van BRU voor de aanbesteding van de OV-concessie voor bussen en trams.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Effectindicatoren: Halvering van de groei van de automobiliteit in 2030 wordt gemonitord door het aantal E1.1.
autoritten van en naar de
E1.2
(binnen)stad te meten 9
9
In 2030: 331.000 stad 42.000 binnenstad
Afgerond op duizendtallen. Voor een reëel uitgangspunt (schommelingen per dag gemiddeld) is de waarde bij 'Realisatie 2009' bepaald op
•
basis van het berekend gemiddelde van de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2008 (waarbij de meetperiode in 2002 is gecorrigeerd van 7-18 uur naar 7-19 uur door het uurgemiddelde van die dag te berekenen en dat te vermenigvuldigen met het aantal gemeten uren plus 1)
• Uitgaande van een verwachte groei van 30% tot 2030 is de verwachting dat zonder maatregelen het aantal
motorvoertuigen dat Utrecht stad of de binnenstad in- en/of uitrijdt groeit van 287.578 respectievelijk 36.404 naar 373.851 respectievelijk 47.325. Realisatie van de ambitie om te komen tot een halvering van de groei in 2030 zal leiden tot 330.715 respectievelijk 41.865 motorvoertuigen, die in 2030 Utrecht stad of de binnenstad in- en/of uitrijden.
• De realiteit gebiedt te vermelden dat de gewenste halvering van de groei in 2030 vooral in de periode na 2020 mag worden verwacht: pas dan zullen de meeste en meest effectieve maatregelen zijn gerealiseerd. Het vanuit 2030 terugredeneren naar doelen voor de tussengelegen jaren is daarom niet verantwoord. Wel worden met de beleidsmonitor de aantallen motorvoertuigen geteld en gerapporteerd. 87
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Prestatie indicatoren: P1.1.1
Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal
programma B&L
IPvE/FO gereed
IPvE/FO gereed
P1.1.1
Top 5 fietsroutes
programma B&L
In uitvoering
In uitvoering
P1.1.1
Pilot leenfietsen
programma B&L
In uitvoering
aanbesteding
P1.1.1
Buurtstallingen
programma B&L
+1
+1
P1.1.1
Fietstunnel Spinozabrug
programma B&L
DO
IPvE / FO Onderbaan in uitvoering
Onderbaan in uitvoering Ontwerp P1.1.2
De Uithoflijn
programma B&L
Ontwerp bovenbaan
bovenbaan Voorlopig Ontwerp (moet worden
P1.1.2
Zuidradiaal Bestaande stad
programma B&L
Definitief Ontwerp
aangepast)
P1.1.2
OV CS - Overvecht
programma B&L
IPvE
Concept IPvE
P1.1.2
Lucasbrug
programma B&L
gereed
In voorbereiding
P1.1.2
Voorplein RSS Lunetten
programma B&L
DO
VO
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Begroting 2012
Begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel en realisatie
30.096
36.395
3.586
32.809
maatregelen openbaar vervoer
20.729
20.978
43.398
-22.420
Totaal lasten
50.825
57.373
46.984
10.390
0
0
1.201
1.201
maatregelen openbaar vervoer
0
8.100
29.179
21.079
Totaal baten
0
8.100
30.380
22.280
50.825
49.273
16.604
32.669
Lasten P1.1.1 Uitvoeren projecten en maatregelen fiets P1.2.1 Uitvoeren projecten en
Baten P1.1.1 Uitvoeren projecten en maatregelen fiets P1.2.1 Uitvoeren projecten en
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
928
0
0
0
Onttrekking reserves
57.470
33.269
13.093
20.176
-5.717
16.004
3.511
12.494
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
88
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Het programma Bereikbaarheid bevat meerjarige projecten, waarvoor u budgetten beschikbaar heeft gesteld. Wij ramen daarvan de jaarlijkse lasten en baten, het kasritme, onder meer op basis van de planning. In de praktijk lopen de betalingsmomenten niet altijd gelijk aan de activiteiten binnen een project. Uitvoeren projecten en maatregelen fiets De lasten zijn 32,809 miljoen euro lager. Dit wordt veroorzaakt door minder uitgaven in de projecten Langzaam verkeersbrug RABO (4,0 miljoen euro), fietsroutes (2,22 miljoen euro), fietsbrug Oog in Al (2,504 miljoen euro), leenfietsen (0,955 miljoen euro), Spinozabrug (0,596 miljoen euro), Tussen de rails (0,577 miljoen euro) en overige verschillen (0,190 miljoen euro). Op deze projecten bedraagt het saldo van openstaande verplichtingen 2,369 miljoen euro. De langzaam verkeersbrug RABO is vertraagd, de overige projecten lopen op schema. Het resterende verschil van 22,0 miljoen euro wordt veroorzaakt doordat in de Voorjaarsnota 201 (pagina 29) 22,0 miljoen euro is vrijgegeven voor verkeersveiligheidprojecten (5,0 miljoen euro) en de businesscase OVT fietsparkeren (17,0 miljoen euro). De uitvoering van deze projecten loopt na 2012 door. De baten zijn 1,201 miljoen euro hoger door een niet geraamde verrekening met de subsidie FES voor de fietsroutes. Uitvoeren projecten en maatregelen openbaar vervoer De lasten zijn 22,420 miljoen euro hoger. Dit wordt veroorzaakt door de niet geraamde lasten voor de aankoop Cranenborgh (25,475 miljoen euro), hogere lasten door OV-verbeterprojecten-BRU en Randstadspoor (1,536 miljoen euro) en lagere lasten voor de projecten Westtangent fase 1 en 2 (3,823 miljoen euro), HOV Leidsche Rijn (0,250 miljoen euro), VOV Overvecht (0,661 miljoen euro) en de Lucasbrug (0,225 miljoen euro). Het saldo van de openstaande verplichtingen op deze projecten bedraagt 11,727 miljoen euro. De baten zijn 21,079 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door voor dit jaar niet geraamde subsidieontvangsten voor De Uithoflijn (22,035 miljoen euro), HOV Leidsche Rijn (0,999 miljoen euro), OVverbeterprojecten en Randstadspoor (1,422 miljoen euro), niet geraamde ontvangsten Civitas en van detachering (0,446 miljoen euro) en lagere subsidieontvangst voor Westtangent fase 1 en 2 (3,823 miljoen euro). Mutatiereserve De onttrekking aan de reserve programma Bereikbaarheid is 20,176 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen op het verloop van uitgaven en inkomsten op de meerjarig doorlopende investeringen bereikbaarheid.
Subdoelstelling 1.2: Slimmere en efficiëntere benutting van het stedelijk wegennet door autoverkeer en meer stil en schoon vervoer. Subdoelstelling 1.2 Slimmere en efficiëntere benutting van het stedelijk wegennet door autoverkeer en meer stil en schoon vervoer
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 Betere benutting van de
P1.2.1 Uitvoeren projecten en maatregelen autogebruik/ P+R's.
bestaande auto-infrastructuur.\ P1.2.2 Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/ E1.2.2 Meer stil en schoon vervoer.
goederenvervoer. P1.2.3 Reguleren en exploiteren parkeervoorzieningen.
89
Wat hebben we bereikt? Autoinfrastructuur Effectdoelstelling 1.2.1 Betere benutting van de bestaande auto-infrastructuur. We willen de groei van het autogebruik halveren en tegelijkertijd willen we dat de stad bereikbaar is door het efficiënt gebruik van het bestaande wegennet en een evenwichtige verdeling van de beschikbare parkeercapaciteit naar doelgroep, plaats en tijd. Effecten liggen op de langere termijn. In de beleidsmonitor Verkeer staan de belangrijkste trends in de mobiliteit.
Schoon vervoer en goederenvervoer Effectdoelstelling 1.2.2 Meer stil en schoon vervoer. We streven naar meer stil en schoon vervoer in de stad. Effecten worden gemeten in de monitor luchtkwaliteit (zie ook het programma Duurzaamheid).
Wat hebben we daarvoor gedaan? Auto-infrastructuur Prestatiedoelstelling 1.2.1 Uitvoeren projecten en maatregelen autogebruik/P+R's. In 2012 is ' Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar' door uw gemeenteraad vastgesteld en uitgewerkt, onder meer in de Nota Stallen en Parkeren en een aantal projecten. Begin oktober 2012 is de implementatie van het taxikeurmerk gestart. Dit vraagt vervolgbesluiten in 2013 onder andere over taxiverordening. De uitvoering van het project 24 Oktoberplein is vertraagd als gevolg van technische tegenvallers. Het project Verbetering doorstroming Overste den Oudenlaan wordt in 2013 uitgevoerd. In 2012 heeft besluitvorming plaatsgevonden over de benuttingsvariant Utrecht West. In 2012 hebben we samen met bewoners verschillende varianten voor de opwaardering van de NRU uitgewerkt. Besluitvorming zal plaatsvinden in 2013. Er is een studie naar de haalbaarheid van het verlagen van de maximumsnelheid op de Kardinaal de Jongweg uitgevoerd. De maatregel wordt in 2013 geïmplementeerd. De Regionale Verkeersmanagementcentrale is technisch operationeel. Organisatorisch bestaat er sinds 2012 een structureel overleg met de regiopartners (RWS, Provincie, BRU, Amersfoort en Eemland) in de vorm van het Regionaal Netwerkteam, het Regionaal Tactisch Team en de Regio Regiegroepen. De realisatie van P+R De Uithof is in 2012 hervat. Deze voorziening is na de zomer van 2013 gereed. In 2012 zijn voorbereidingen gestart voor de aanleg van de eerste fase P+R-voorziening in Leidsche Rijn Centrum zodat deze in 2013 gereed is bij de opening van station Leidsche Rijn Centrum. Medio 2012 heeft u 5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de aanpak van verkeersonveilige locaties. Hiervoor zijn de belangrijkste verkeersveiligheidsknelpunten geïnventariseerd. In 2012 zijn op de eerste locaties maatregelen uitgevoerd en is de planvoorbereiding voor de andere locaties gestart. Ook in 2012 hebben wij verder gewerkt aan het Utrechts VerkeersveiligheidsLabel voor veiligheid bij scholen. Tweederde van de basisscholen doet mee, waarvan ruim de helft het label inmiddels heeft gehaald.
90
Prestatiedoelstelling 1.2.2 Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/goederenvervoer. In 2012 zijn meerdere projecten van het actieplan Goederenvervoer (2010-2015) uitgevoerd en voortvarend gestart. De elektrische afvalboot is in april 2012 in gebruik genomen. Er is gestart met de bundeling van het aanleveren van goederen voor de horeca. Hiervoor is de Cargohopper aangepast. De ruimtelijke plannen rond het stationsgebied zijn bekeken en waar nodig aangepast voor toekomstige bevoorrading. Omdat er weinig animo was voor een bouwlogistiek centrum aan de rand van de stad, wordt ingezet op maatwerk per project. Er is een samenwerking tot stand gekomen tussen bedrijfsleven en overheid om de duurzame multimodale mogelijkheden van Lage Weide in 'Port Of Utrecht' te optimaliseren. Er is een voorziening voor walstroom gerealiseerd aan de openbare haven. Om het gebruik van 'schone' schepen te stimuleren krijgen schepen met een 'greenAward' korting op het havengeld. Aan de Atoomweg is een spiegelafstelplaats aangelegd voor vrachtwagens. We stimuleren elektrisch vervoer. Eind 2012 waren er 32 openbare oplaadlocaties (64 oplaadpunten) in de stad. Oplaadpalen worden gefaseerd aangelegd op basis van aanvragen van particulieren. De locaties op de Mariaplaats en de Maliebaan werden in 2012 het meest gebruikt van alle meer dan 2.500 oplaadlocaties van de Stichting E-laad in Nederland. Er is een openbare aanbesteding voor 135 oplaadpalen gevoerd en gegund. Voor 2012 heeft de gemeente een totale bijdrage van 0,080 miljoen euro toegekend voor het realiseren van 52 oplaadpunten op semiopenbaar (bedrijfs)terrein en in particuliere parkeergarages. Wij hebben met het Rijk en de Provincie een 'green deal' afgesloten voor duurzame mobiliteit en het nemen van mobiliteitsmaatregelen bij 20 beeldbepalende werkgevers in regio Utrecht). Het stimuleren van schoon vervoer door bedrijven is onderdeel van deze 'green deal'. Als gevolg van de gemeentelijke stimuleringsmaatregelen zetten verschillende bedrijven samen 70 e-scooters in voor het bezorgen van eten. In 2012 zijn elektrische auto's voor het gemeentelijk wagenpark aangeschaft en heeft het college van B en W besloten tot een elektrische bestuursauto. Voor het gebruik van e-scooters is voor de gemeente een mantelcontract voor e-scooters voor de gemeente aanbesteed. Er rijden nu 22 e-scooters voor de gemeente. Prestatiedoelstelling 1.2.3 Reguleren en exploiteren parkeervoorzieningen In 2012 is de nota Stallen en Parkeren voorbereid en vrijgegeven voor de inspraak. We hebben 1053 betaald parkeerplaatsen toegevoegd. Digitalisering van parkeerdiensten blijft onze aandacht houden waarbij we aanhaken op ontwikkelingen op digitaal gebied binnen en buiten de gemeente om de efficiency te verhogen. Verschillende handhavingstaken zijn gecombineerd en ondergebracht bij VTH. Belparkeren is operationeel en kent een gestage groei. De scanauto is daardoor effectiever (minder handmatige controle nodig).
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Prestatie indicatoren: Fly-over en reconstructie P1.2.1
24 Oktoberplein
programma B&L
gereed
In uitvoering
P1.2.1
Project Overste den Oudenlaan
programma B&L
In uitvoering
In voorbereiding
P1.2.3
Aantal verkochte combikaarten P+R 10
programma B&L
P1.2.1
P+R De Uithof
programma B&L
gereed
In uitvoering
P1.2.1
P+R Hooggelegen
programma B&L
In uitvoering
uitgesteld
P1.2.2
Aantal oplaadpunten
programma B&L
200
64
P1.2.2
Gedragscampagne
programma B&L
In uitvoering
In voorbereiding
+ 1.000
+ 1.053
114.877
Aantal gefiscaliseerde P1.2.3
10
parkeerplaatsen
In 2012 zijn in totaal minder P+R combikaarten verkocht dan in 2011 (146.786 ). Oorzaken zijn de sluiting van P+R
Veemarkt en de gewijzigde manier waarop de kaartafzet bij P+R Westraven sinds eind 2011 wordt gemeten. Bij P+R Papendorp en P+R Muziektheater zijn meer P+R combikaarten verkocht dan in 2011. 91
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Begroting 2012
Begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel en realisatie
12.818
37.650
35.242
2.408
0
5.739
-5.060
10.799
parkeervoorzieningen
20.413
23.049
18.140
4.909
Totaal lasten
33.231
66.438
48.322
18.116
2.180
21.750
25.844
4.094
0
2.160
-5.536
-7.696
parkeervoorzieningen
24.255
25.424
23.531
-1.894
Totaal baten
26.435
49.334
43.839
-5.495
6.796
17.104
4.483
12.620
Lasten P1.2.1 Uitvoeren projecten en maatregelen autogebruik P1.2.2 Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/ goederenvervoer P1.2.3 Reguleren en exploiteren
Baten P1.2.1Uitvoeren projecten en maatregelen autogebruik P1.2.2 Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/ goederenvervoer P1.2.3 Reguleren en exploiteren
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
8.808
0
0
0
Onttrekking reserves
15.256
51.621
38.263
13.358
349
-34.517
-33.779
-737
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Het programma Bereikbaarheid bevat meerjarige projecten, waarvoor u budgetten beschikbaar heeft gesteld. Wij ramen daarvan de jaarlijkse lasten en baten, het kasritme, onder meer op basis van de planning. In de praktijk lopen de betalingsmomenten niet altijd gelijk aan de activiteiten binnen een project. Uitvoeren projecten en maatregelen autogebruik De lasten zijn 2,408 miljoen euro lager. Dit wordt in het algemeen veroorzaakt doordat het verloop van uitgaven afwijkt van de berekende jaarlasten van de meerjarige projecten. Dit speelt vooral bij de projecten 24 Oktoberplein (7,85 miljoen euro), Bereikbaarheid Stationsgebied (3,829 miljoen euro), P+R Hooggelegen (0,579 miljoen euro) en P+R Leidsche Rijn Centrum (0,493 miljoen euro). Daartegenover staan hogere lasten voor P+R De Uithof (7,186 miljoen euro), NRU, Westelijke Verdeelring en maatregelen bestaande stad (2,765 miljoen euro), Utrechts VeiligheidsLabel (0,323 miljoen euro) en voor projecten ter bevordering van bereikbaarheid Rijnsweerd en Papendorp. Het openstaande saldo van de verplichtingen bedraagt 13,4499 miljoen euro. Dit betreft voornamelijk verplichtingen voor het 24 Oktoberplein en P+R De Uithof. De baten zijn 4,094 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door extra declaraties voor P+R De Uithof (7,572 miljoen euro), extra ontvangen subsidies Utrechts Veiligheids Label (0,270 miljoen euro), niet geraamde rente92
opbrengst BOR en overige kleine verschillen (0,193 miljoen euro) en een lagere bijdrage BOR voor 24 Oktoberplein (3,941 miljoen euro). Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/ goederenvervoer De lasten zijn10,799 miljoen euro lager. Dit wordt veroorzaakt doordat er in afwijking van het berekende kasritme minder uitgaven zijn gedaan lagere lasten voor mobiliteitsmanagement (1,0 miljoen euro), communicatie en gedragscampagne (0,942 miljoen euro), actieplan goederenvervoer (0,984 miljoen euro), actieplan Schoon vervoer (0,734 miljoen euro), investeringen binnenstad (0,238 miljoen euro) en hogere lasten voor monitoring en onderzoek (1,176 miljoen euro). Het saldo openstaande verplichtingen bedraagt 2,327 miljoen euro. Daarnaast is de renteontvangst subsidie FES (0,616 miljoen euro) afgerekend met de balans vooruitontvangen subsidies. Verder is bij de lasten en baten de subsidie FES verrekend met de balans (8,663 miljoen euro). De baten zijn 7,696 miljoen euro lager door een lagere verrekening met de subsidie ontvangsten (FES) voor communicatie en gedragscampagne, milieuzonering bestelbusjes, meetnet luchtkwaliteit, actieplan schoonvervoer en autodelen (1,1 miljoen euro) en hogere verrekening met de subsidieontvangsten (FES) voor monitoring en onderzoek, actieplan goederen vervoer, milieuzone vracht en niet geraamde milieuheffingen (1,45 miljoen euro) en niet geraamde renteontvangst subsidie FES (0,616 miljoen euro). Reguleren en exploiteren parkeervoorzieningen De lasten zijn 4,909 miljoen euro lager. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten dit jaar voor handhaving en vergunningen, keuringen CIZ, onderhoud parkeermeters, dubieuze debiteuren, lagere rentelasten Westraven en beleidsprojecten (2,058 miljoen euro), minder verkoop combikaartjes P+R's (0,488 miljoen euro) en voor beheer en onderhoud van stallingvoorzieningen (0,263 miljoen euro). In de Voorjaarsnota 2012, pagina 29 is 2,0 miljoen euro extra bestemd voor de aankoop parkeervoorziening Vaartsche Rijn. Deze aankoop is nog niet gerealiseerd. De baten zijn 1,894 miljoen euro lager door minder opgelegde naheffingen in verband met een betere betalingsbereidheid en minder vergunningen als gevolg van het opheffen parkeerplaatsen binnenstad en minder uitbreiding van fiscaal gebied. Mutatiereserve De onttrekking aan de reserve programma Bereikbaarheid is 13,358 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen op het verloop van uitgaven en inkomsten op de meerjarig doorlopende investeringen bereikbaarheid.
93
1.5 Openbare Ruimte en Groen Algemene programmadoelstelling Utrecht is de mooiste stad van Nederland, geen Utrechter zal dat ontkennen. Die betrokkenheid van bewoners voor deze prachtige groene stad motiveert ons om de gezamenlijke buitenruimte goed te onderhouden. Daarmee maken we voor de bewoners een veilige en aantrekkelijke leefomgeving, die uitnodigt tot sociaal gedrag en ontmoeting van mensen en culturen. Dit programma omvat de inzameling van het huishoudelijk afval en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en groen evenals het toezicht op het gebruik van die openbare ruimte. Het leidend thema voor dit programma is ‘schoon, heel en veilig’. We werken hieraan op een zo duurzaam mogelijke wijze. Een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving, waar burgers zich thuis voelen, is speerpunt van ons beleid. De openbare ruimte is het visitekaartje van de stad. De inrichting en kwaliteit van de openbare ruimte laten bezoekers zien, wat voor stad Utrecht is. De openbare ruimte is het gebied waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Een mooie openbare ruimte maakt mensen trots en gaat sociale verloedering tegen. Kinderen en jongeren moeten veilig kunnen spelen en hangen op plaatsen die daarvoor zijn ingericht. Kenniswerkers moeten elkaar kunnen treffen, spontaan of op afspraak, omdat kennisontwikkeling vraagt om uitwisseling en wederzijdse inspiratie. Het groeiend aantal culturele evenementen vraagt om goed ingerichte evenementenlocaties op verschillende plaatsen in de stad. Het aanleggen van openbare ruimte die voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden is onderdeel van de andere programma's. Na de aanleg is de kunst voor tientallen jaren in goede staat te houden. De openbare ruimte in Utrecht, in alle wijken en buurten, moet schoon, veilig en heel zijn. Daarbij gaat het zowel om de technische kwaliteit (veilig in gebruik en heel), als de visuele kwaliteit (schoon, netjes en ordelijk). Ook in 2012 is actieve bewonersparticipatie belangrijk thema geweest voor het programma Openbare Ruimte en Groen. De bewoners en ondernemers zijn actief betrokken bij het opstellen van de wijkgroenplannen en de wijkwaterplannen. In 2012 is de pilot openbare ruimte centrum gestart om de regie op de openbare ruimte te versterken. Hier is voor het centrum gekozen omdat de problemen integraal en urgent zijn. Het centrum wordt zeer intensief gebruikt, waarbij de bereikbaarheid (voetganger, fiets, OV, auto) in evenwicht gebracht moet worden met de ontmoetings- en verblijfsfunctie. De urgentie wordt ook veroorzaakt door de belangrijke economische functie die het centrum nu en in de toekomst vervult. Ook de 'Wonderschone Binnenstad' had als doel om betrokkenheid te krijgen bij schoon houden van winkel- en wandelgebieden. Een andere vorm van actieve participatie is de betrokkenheid van verschillende werkgroepen, stichtingen en bewonersgroepen bij het zelfbeheer. Nog een voorbeeld is het initiatief van de zoutkisten plaatsen bij bruggen uit de gladheidbestrijding. Door uitdelen van gratis strooizout bieden we bewoners extra mogelijkheden om hun eigen stoep sneeuw
en ijsvrij te houden. Op deze manier leveren we zichtbare resultaten en dat motiveert. Ook zichtbaar is het
werken aan de kapitaalgoederen. Voor bewoners uit zich technisch groot onderhoud in eerste instantie in overlast. Bij het opstellen van de planningen voor groot onderhoud wordt rekening gehouden met wensen vanuit de wijken, vanzelfsprekend daar waar de veiligheid niet in het geding is. Daarbij speelt naast interne afstemming ook de verbreding naar andere beheerders een rol. Voor bewoners blijft daarnaast van belang dat werkzaamheden goed op elkaar worden afgestemd zodat de gebruikers zo min mogelijk overlast ervaren. Een goede communicatie vooraf is hierbij essentieel.
1.1 Subdoelstelling: Openbare ruimte is veilig en functioneel Subdoelstelling 1.1 De openbare ruimte is veilig en functioneel.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 In de openbare ruimte kan iedereen zich
P1.1.1 We werken achterstallig onderhoud weg aan de
veilig verplaatsen en verblijven.
kapitaalgoederen. 95
Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1.1.1 In de openbare ruimte kan iedereen zich veilig verplaatsen en verblijven. We hebben stappen gezet om de samenwerking in de keten van inrichting beheer en gebruik van de openbare ruimte te versterken, zoals een gedegen voorbereiding van projecten in de Binnenstad, waar de ontwikkelorganisatie, de beheerorganisatie samen met ondernemersverenigingen, bewoners en gebruikers samen optrekken. Dit draagt bij aan een veilig een aangenaam verblijf in de openbare ruimte. Een kanttekening bij deze positieve resultaten is dat de opgave in het groot onderhoud afgelopen jaar verder is opgelopen. Een deel van het achterstallig onderhoud is weggewerkt, maar er is ook nieuw bijgekomen. Per saldo is het achterstallig onderhoud toegenomen.
Wat hebben we hiervoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 We werken achterstallig onderhoud weg aan de kapitaalgoederen. Op belangrijke hoofdwegen zoals de Amsterdamsestraatweg, hebben we het geplande deel rondom de kruising met de Marnixlaan kunnen uitvoeren. Op dit deel is geen geluidsarm asfalt aangebracht, aangezien hier de maximumsnelheid te laag is om voldoende effect te hebben. De wegafsluitingen die voor de werkzaamheden nodig waren, konden gecombineerd worden met het jaarfeest van de ondernemersvereniging, tot grote tevredenheid van alle gebruikers. Het groot onderhoud aan de Venuslaan-Rubenslaan hebben we uitgesteld naar 2013 als gevolg van taakstellingen lopende het jaar 2012. Diverse beschoeiingen zoals langs de Gagel en het Zandpad zijn vervangen. Tevens hebben we ruim 1.500 m2 vergroend door zowel bij projecten waarin verharding werd aangepakt delen om te zetten naar groen, als door boomspiegels groen in te planten op plaatsen waar we toch de bomen al aanpakten. Ook is de Utrechtse verlichting zuiniger geworden. In 2012 hebben we in totaal 514 oude lampen vervangen en besparen we hiermee 52.127,4 kWh. Hiermee lopen we op schema in de geplande energiebesparing in het kader van het Energielabel B. Er zijn dertien maatregelen tot een functiebeperking van de openbare ruimte van kracht geweest. Voorbeelden hiervan zijn borden op de Billitonkade met 'matig uw snelheid, slecht wegdek', palen op bruggetjes in Lunetten en borden op de werven van de Nieuwegracht met 'Pas op, struikelgevaar'. De Ringkade is afgesloten voor alle verkeer behalve voor landbouwvoertuigen. Zoals hiervoor gezegd is het totaal aan achterstallig onderhoud in het jaar 2012 toegenomen. In overeenstemming met de toezegging gedaan naar aanleiding van de aanbevelingen van de Rekenkamer (Signalen uit de openbare ruimte) geldt hierbij dat zolang er sprake is van achterstand in het onderhoud, er geen economisch rationeel beheer kan plaats vinden. Op dit moment is dit in meer of mindere mate bij alle productgroepen nog het geval. In zijn algemeenheid kan wel gesteld worden dat het achterstallig onderhoud van fietspaden, openbare verlichting en watergangen is afgenomen. Voor verkeersregelinstallaties en fietspaden is het gelijk gebleven. Dit is in lijn met de accenten die gelegd zijn in het collegeprogramma. Voor hoofdwegen, woonstraten, bomen en civiele constructies is het toegenomen. Voor groen is een klein deel van de geïnventariseerde achterstand weggewerkt. Er zijn nog geen meetgegevens beschikbaar over de aangroei van achterstand in groen. In 2013 zullen we de feitelijke stand van het achterstallig onderhoud in beeld brengen, zowel uitgedrukt in grootte, hoeveelheden areaal, als in ontwikkeling en kosten. Een strategie om het achterstallig onderhoud aan te pakken zullen wij hierop baseren.
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P.1.1.1 Achterstallig onderhoud wegwerken
46.807
38.004
37.857
148
Totaal lasten
46.807
38.004
37.857
148
Lasten
96
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P.1.1.1 Achterstallig onderhoud wegwerken
3.883
3.638
8.880
5.242
Totaal baten
3.883
3.638
8.880
5.242
42.924
34.366
28.977
5.389
Toevoeging reserves
5.000
4.557
4.557
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
47.924
38.923
33.534
5.389
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
In de lasten is een voordeel van 6 miljoen ontstaan als gevolg van vertraging in het project 'Wal- en kluismuren' veroorzaakt door lopende bezwaarprocedures. Tegenover dit voordeel staan nadelen. Er is voor 3,5 miljoen niet begroot achterstallig onderhoud uitgevoerd. Tegenover deze niet begrote lasten staan niet begrote inkomsten. Verder zijn er voor een bedrag van 2,5 miljoen incidentele talonwerkzaamheden en andere opdrachten uitgevoerd, die niet begroot waren. Aan de batenkant zijn de te ontvangen subsidiebedragen niet begroot, maar wel in de realisatie verantwoord. In 2012 is bijna 3,5 miljoen aan subsidie ontvangen. Daarnaast is er een forse toename in de inkomsten uit uitgevoerde talonwerkzaamheden in opdracht van derden en schades in de openbare ruimte die deels zijn verhaald. Dit heeft geleid tot een niet begrote stijging in de inkomsten van 1,2 miljoen.
Subdoelstelling 1.2: Openbare ruimte is veilig en functioneel Subdoelstelling 1.2 Het afval- en hemelwater wordt veilig en milieuvriendelijk afgevoerd en de waterkwaliteit is goed.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 Een goed functionerend
P1.2.1 Vervangen en re-linen van vijf kilometer riolering per jaar,
rioolstelsel
het realiseren van twee bergbezinkbassins per jaar en afkoppelen
E1.2.2 Ecologisch gezond en aantrekkelijk water.
van acht hectare verhard oppervlak. P1.2.2 Aanleggen van ecologische oevers en verbeteren van doorstroming van watergangen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 Een goed functionerend rioolstelsel. Door het rioolstelsel in de openbare ruimte goed te beheren en te onderhouden zorgen we ervoor dat het afvalwater veilig wordt ingezameld, zonder risico’s voor de volksgezondheid en het milieu. Het hemelwater zamelen we in en verwerken we op een dusdanige manier dat er geen wateroverlast op straat optreedt. Het streven is om zoveel mogelijk hemelwater via de bodem of via waterwegen af te laten vloeien. Hierdoor ontstaat meer bergingscapaciteit in het
97
rioolstelsel en wordt voorkomen dat relatief schoon water naar de zuivering gaat. Dit heeft tevens een groot effect op de doelstelling 'ecologisch gezond en aantrekkelijk water'. Effectdoelstelling 1.2.2 Ecologisch gezond en aantrekkelijk water Opmaak van de tekst hieronder is verkeerd gewijzigd door FIN, graag zelf aanpassen.
• We streven, in nauwe samenwerking met het waterschap, naar een goede waterkwaliteit, zowel chemisch, ecologisch als in de beleving. • We willen een goede doorstroming in watergangen bereiken en deze op diepte houden. • We beogen een betere inrichting in en langs de watergangen. • Tevens geven we invulling aan de gemeentelijke zorgplicht om structurele grondwateroverlast, veroorzaakt door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte, te voorkomen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Vervangen en re-linen van vijf kilometer riolering per jaar, het realiseren van twee bergbezinkbassins per jaar en afkoppelen van acht hectare verhard oppervlak. Door het rioolstelsel in de openbare ruimte in een goede conditie te houden, zorgen we ervoor dat het afvalwater veilig wordt ingezameld, zonder risico’s voor de volksgezondheid en het milieu. Volgens de prestatie indicatoren zijn we hierin geslaagd want het aantal klachten over de riolering is gelijk gebleven. Ook re-linen en vervangen van 5km riolering steunt de conclusie dat we geslaagd zijn in de doelstelling 2012. Het streven om zoveel mogelijk hemelwater via de bodem of via waterwegen af te laten vloeien door jaarlijks 8ha verhard oppervlak af te koppelen is ook behaald. De geplande realisatie van 2 bergbezinkbassins heeft wat vertraging opgelopen door onbekende kabels en leidingen in de ondergrond en bodemverontreiniging. Nu zullen deze in 2013 worden afgebouwd. Prestatiedoelstelling 1.2.2 Aanleggen van ecologische oevers en verbeteren van doorstroming van watergangen. Dit jaar hebben we de volgende maatregelen uitgevoerd om de waterkwaliteit te verbeteren: 1. We hebben de geplande circa 50.000 m3 bagger uit de tertiaire watergangen verwijderd (Vleuterweide, Rijnenburg, Haarzuilens). Daarnaast hebben we financieel bijgedragen aan het baggeren van de Kruisvaart, ong. 20 niet goed functionerende duikers vervangen, waaronder op knooppunt Laagraven en Volkstuinencomplex ATV-Stadion. 2. Samen met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden hebben we de geplande 4 wijkwaterplannen opgesteld voor de wijken Overvecht, Oost, Noordwest en Zuidwest. Hierin zijn per wijk maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit vastgelegd. Een van de al uitgevoerde maatregelen betreft het verbeteren van de doorstroming op volkstuinencomplex ATV Stadion (wijk Oost). Hierbij heeft de gemeente de duikers vervangen en het waterschap de pomp aangepast. Dit project is zeer succesvol, want het complex was deze zomer voor het eerst kroosvrij. Voor het verminderen van de grondwateroverlast is ook dit jaar in de wijk Hoograven en de woonkern De Meern gelijktijdig met vervanging van de riolering en het afkoppelen van verhard oppervlak drainage aangelegd. In Hoograven zijn nog verdere verbeteringen nodig, is gebleken na dit natte najaar. Die zullen we in 2013 gaan uitvoeren.
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
40 (2008)
18
13
SW
50 (2009)
50
50
HDSR
1 (2006)
0,95
1,0
Effectindicatoren: E1.2.1
Aantal functiebeperkende maatregelen SW Aantal toegekende schadeclaims in verband met niet functioneren
E1.2.1
riolering Verhouding kwaliteit instromend/
E1.2.2 98
uitstromend oppervlaktewater
Prestatie indicatoren: Energiebesparing met 12.000 nieuwe P1.2.1
armaturen
SW
n.v.t.)
SW
50%
6%
6%
100%
0
Jaarlijks één kilometer P1.2.2
natuurvriendelijke oever Aantal claims door niet functionerende
P1.2.1
riolering
SW
100%)
P1.2.2
Kubieke meters gebaggerd
SW
29.000 (2009)
100%
100
50.000
55.000
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
26.065
25.355
25.614
-259
3.950
1.015
943
72
30.015
26.370
26.557
-188
35.054
34.677
35.903
1.226
watergangen
0
0
0
0
Totaal baten
35.054
34.677
35.903
1.226
-5.039
-8.307
-9.346
1.039
Toevoeging reserves
0
1.000
1.000
0
Onttrekking reserves
0
0
1.045
1.045
-5.039
-7.307
-9.391
2.084
Lasten P1.2.1. vervangen en re-linen van vijf kilometer riolering P1.2.2. Aanleggen van ecologische oevers en verbeteren van doorstroming van watergangen Totaal lasten Baten P1.2.1. vervangen en re-linen van vijf kilometer riolering P1.2.2. Aanleggen van ecologische oevers en verbeteren van doorstroming van
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. In 2012 is voor 0,8 miljoen euro aan hogere opbrengsten uit rioolheffing verantwoord, veroorzaakt door extra volume en voordelige afwikkelingsverschillen uit 2011. De stijging van de opbrengsten is verder veroorzaakt door niet begrote inkomsten uit opdrachten voor derden voor 0,4 miljoen euro. De niet begrote onttrekking aan de reserve van 1,0 miljoen euro is ingezet om af te schrijven op de in het verleden geactiveerde crisisimpuls rioleringsinvesteringen.
99
Subdoelstelling 2.1: De buitenruimte is schoon en het groen is onderhouden Subdoelstelling 2.1 De buitenruimte is schoon en het groen is onderhouden.
Wat willen we bereiken?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E2.1.1 De buitenruimte is schoon en het groen is netjes onderhouden.
P2.1.1 Schoonhouden van de openbare ruimte. P2.1.2 Onderhouden van het groen. P2.1.3 Handhaven de algemene regelgeving en voorschriften van vergunningen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 De buitenruimte is schoon en het groen is netjes onderhouden. In 2012 zijn gedurende het hele jaar objectieve metingen (door middel van een schouw) gedaan naar de kwaliteit van de openbare ruimte. In totaal twaalf keer een schouw voor schoon en vier keer een schouw voor groen. Het gestelde doel is zowel voor schoon als voor groen gerealiseerd. De norm voor schoon is: niet meer dan 10% van de gemeten punten scoort lager dan een zes. Stadsbreed bleven we dit jaar binnen deze norm. Echter, de doelstelling om in de binnenstad en winkelcentra niet meer dan 10% van de gemeten punten lager dan een zeven te laten scoren, staat nog steeds onder druk. De norm voor groenonderhoud is: niet meer dan 10% van de gemeten punten scoort lager dan een zes. Stadsbreed bleven we dit jaar binnen de norm. De goede score voor schoon is deels te verklaren door de weersomstandigheden: 2012 kende een vrij slechte zomer, waardoor bewoners en bezoekers minder tijd buiten doorbrachten en er minder zwerfvuil was. Het weer in 2012 was ook erg groeizaam, waardoor we veel werk hadden aan het groenonderhoud, onder andere gras maaien, onkruidbestrijding. In 2012 zijn er ongeveer 12.000 BMU-meldingen behandeld. Dit zijn er ongeveer 500 minder dan in 2011. Mogelijk zijn de bereikte resultaten bij het onderhoud van de openbare ruimte hiervoor een verklaring. Van de meldingen in 2012 werd 93% afgedaan binnen de termijn die ervoor staat.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Schoonhouden openbare ruimte. Conform motie 2009-74 is ook in 2012 extra inzet gepleegd in de binnenstad en enkele winkelcentra. De grote gebruiksdruk, vooral in de binnenstad, noopt ons hiertoe. In de zomermaanden heeft de campagne 'Wonderschone Binnenstad' gelopen, een campagne speciaal gericht op het winkelwandelgebied. Gedurende deze maanden was er extra aandacht voor bewustwording over en preventie van zwerfafval in het winkelwandelgebied door zichtbare aanwezigheid van een aantal schoonmedewerkers, vooral tijdens de lunchpauze. De bezuiniging op schoon in de 100
parken is opgevangen door inzet van werkzoekenden (met behoud van uitkering) in de zeven grote parken: Julianapark, Zocherpark, Park Transwijk, Park de Watertoren, Park de Gagel, Wilhelminapark en Vechtzoompark. Prestatiedoelstelling 2.1.2 Onderhouden van het groen. In alle tien wijken voldeed het groenonderhoud gemiddeld aan de norm van een zes. Bij de resultaten voor 2011 hebben we de boomspiegels indertijd buiten beschouwing gelaten, aangezien de boomspiegels toen niet werden onderhouden. In 2012 zijn de boomspiegels wel onderhouden en zijn veel boomspiegels in zelfbeheer genomen naar aanleiding van de boomspiegelactie in het voorjaar. In 2012 was de score voor het groenonderhoud, inclusief de boomspiegels, hoger dan in 2011. In 2012 is het zelfbeheer in categorie 1 (boomspiegels, geveltuintjes, bloembakken) grotendeels toegenomen: in totaal zijn er ongeveer 750 boomspiegels, 125 geveltuintjes en 175 bloembakken in zelfbeheer genomen. In de Utrecht Monitor is de volgende vraag over zelfbeheer op genomen: "Het is mogelijk om als inwoner van Utrecht een stuk gemeentegrond te onderhouden (zoals een perkje, gemeentelijke bloembak, rond een boom, een speelplek of langs een gevel). Welke uitspraak hieronder is het meest op u van toepassing?" Deze vraag is als volgt beantwoord:
• 3,2% Ik verzorg gemeentegrond en heb daarover een afspraak gemaakt met de gemeente; • 8,5% Ik verzorg gemeentegrond en heb daarover geen afspraak gemaakt met de gemeente; • 15,6% Ik verzorg geen gemeentegrond, maar ik heb daar wel belangstelling voor; • 72,7% Ik verzorg geen gemeentegrond en heb daar geen belangstelling voor.
In 2012 zijn geen rotondes door hoveniers/aannemers in beheer genomen. Het zijn er in totaal dus nog steeds twee. NMC heeft taken in het kader van natuureducatie en stimulatie van groenactiviteiten uitgevoerd, die voorheen bij de milieupunten belegd waren. Vooral voor ondersteuning bij het opzetten van moestuinen werd een beroep gedaan op de medewerkers van NMC. Prestatiedoelstelling 2.1.3 Handhaven de algemene regelgeving en voorschriften van vergunningen. De grote verscheidenheid aan functies van de openbare ruimte vraagt om verschillende instrumenten en activiteiten om dat gebruik correct te laten verlopen. Daarom verlenen wij vergunningen en zetten de toezichthouders en boa's in voor toezicht en handhaving. Toezichthouders en boa's moeten zoveel mogelijk buiten aanwezig zijn. Administratieve afhandeling van overtredingen en functieverplichte opleidingen blijven echter onvermijdelijk tijd vragen. In 2012 haalden we een percentage buitenuren van 72%. Het afgelopen jaar heeft Toezicht en Handhaving stadsbreed 25% van zijn tijd ingezet op programma Openbare Ruimte en Groen, 2,5% onder de afgesproken norm. In 2012 is ook strafrechtelijk gehandhaafd door gebruik van de bestuurlijke strafbeschikking. Dankzij de bestuurlijke strafbeschikking kunnen we sneller handhaven op het veroorzaken op zwerfafval, het onjuist aanbieden van afval (deze zaken worden meestal bestuursrechtelijk afgedaan) en hondenoverlast. Dit gebeurde in 399 gevallen waarin een boete werd uitgedeeld. Voor het mogen gebruiken van de openbare ruimte zijn ruim 6.700 vergunningen verleend in 2012, dit is veel minder (ruim 2.100) als vorig jaar. Een groot deel hiervan (bijna 2.000) wordt verklaard door een andere manier van tellen. Voor evenementen werden ruim 150 vergunningen minder verleend.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Waardering bewoners schone openbare ruimte
Bewoners
100%
minimaal zes
enquête
(1996)
Doelstelling
Realisatie
2012
2012
100%
nnb
2
Effectindicatoren: E2.1.1
Prestatie indicatoren: P2.1.1
% scores schoon onder zes
Technische schouw
5 (2008)
10
P2.1.2
% scores groen onder zes (incl. boomspiegels)
Technische schouw
10 (2008)
10
3
P2.1.3
% buitenuren
Uren-registratie
60% (2009)
70%
70% 101
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
ruimte
16.631
15.536
15.688
-152
P2.1.2. Onderhouden van het groen
19.246
18.099
18.286
-188
vergunningen
4.927
3.700
3.211
488
Totaal lasten
40.804
37.334
37.186
149
634
46
99
53
67
24
543
519
vergunningen
3.989
3.994
4.014
20
Totaal baten
4.690
4.063
4.656
593
36.113
33.271
32.530
741
Lasten P.2.1.1. Schoonhouden van de openbare
P2.1.3. Handhaven van de algemene regelgeving en voorschriften van
Baten P.2.1.1. Schoonhouden van de openbare ruimte P2.1.2. Onderhouden van het groen P2.1.3. Handhaven van de algemene regelgeving en voorschriften van
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
408
437
437
0
Onttrekking reserves
0
1.525
1.527
2
36.113
33.156
32.414
741
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Een deel van de lasten voor straatreiniging wordt met ingang van 2012 onder het rioolrecht en afvalstoffenheffing gebracht. Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. P.2.1.2 Onderhouden van het groen In de baten zijn incidentele extra opbrengsten verantwoord in verband met uitgevoerde opdrachten, onder andere onderhoud spoortalud en opknappen Marco Polo Kraijcek Playground, totaal 0,3 miljoen euro waar ook extra kosten tegenover staan. P.2.1.3 Handhaven van de algemene regelgeving en voorschriften van vergunningen De voordelen aan de lastenkast worden veroorzaakt door succesvolle aanbesteding van opleidingskosten, minder uitgaven voor kleding en minder inzet van personeel.
102
Subdoelstelling 2.2: Het groen in de openbare ruimte is aantrekkelijk en bereikbaar Subdoelstelling 2.2 Het groen in de openbare ruimte is aantrekkelijk en bereikbaar.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.2.1Een aantrekkelijke en voor iedereen
P2.2.1 Ontwikkelen van een aantrekkelijke groene
bereikbare groene leefomgeving in en om Utrecht.
leefomgeving dicht bij huis. P2.2.2 Ontwikkelen van een aantrekkelijke groene hoofdstructuur. Dit betreft groene parken en routes die het groen in en om de stad verbinden. P2.2.3 Ontwikkelen van het groen om de stad. P 2.2.4 Vergroten van de kansen voor stadsnatuur.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.2.1 Een aantrekkelijke en voor iedereen bereikbare groene leefomgeving in en om Utrecht. De uitvoering van projecten van het meerjaren groenprogramma in 2012 heeft de stad groener en het groen makkelijker bereikbaar gemaakt voor de Utrechtse inwoners. Er zijn vier grote parken in de stad opgeleverd en rondom de stad het 70 hectare grote recreatiegebied Ruigenhoek bij Overvecht. Voor de invulling van de groene agenda van bewoners en wijken zijn twee wijkgroenplannen door het college van B en W vastgesteld. Daarmee is een viertal wijkgroenplannen in uitvoering. Als stad zijn we deelnemer in twee recreatieschappen voor het beheer van de groene recreatiegebieden rondom de stad. We hebben de kansen voor stadsnatuur vergroot door het succesvol uitvoeren van Groen Webprojecten. Belangrijk instrument voor het bereiken van deze doelstelling is het Groenstructuurplan 2007 en uitvoering daarvan via het meerjaren groenprogramma. Het Groenstructuurplan Utrecht beschrijft de wenselijke groenstructuur die in 2030 gerealiseerd moet zijn. Eigen investeringsmiddelen stellen ons in staat cofinanciering te zoeken. De afgelopen jaren is succesvol 'geld' met 'geld' gemaakt. Er is ruim meer dan een verdubbeling van het meerjaren groenbudget bereikt door bijdragen van derden zoals Rijk, provincie en andere partijen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.2.1 We ontwikkelen aantrekkelijk groen in de directe leefomgeving dicht bij huis. Na Zuid en Noordoost zijn in 2012 de wijkgroenplannen voor Oost en Noordwest door het college van B en W vastgesteld en projecten in uitvoering. Daarnaast is met het opstellen van de wijkgroenplannen Zuidwest en Overvecht gestart. De bewoners zijn enthousiast over de resultaten in hun wijk, slechts een enkel project blijkt niet uitvoerbaar. De geplande wandel- en fietsbrug over kanaal in Lunetten uit het wijkgroenplan Zuid wordt in 2013 uitgevoerd.
103
Sinds de gewijzigde subsidieregeling groene daken voor particuliere woningeigenaren in 2011 van start is gegaan hebben 45 aanvragers 3.855 m2 dakoppervlak vergroend met een gemeentelijk bijdrage van circa 109.000 miljoen euro. In samenwerking met woningcorporatie Portaal en een aannemer is een icoonproject Gevelgroen uitgevoerd en er zijn 10 groene gevels aan 5 flats langs de Simplonbaan aangelegd. Het gaat in totaal om ongeveer 320 m2 gevelgroen. In 2012 is in samenwerking met Milieu Centrum Utrecht en GG en GD invulling gegeven aan het opzetten van een goed loket voor initiatiefnemers op het gebied van stadslandbouw (Platform Eetbaar Utrecht). Daarnaast is een inventarisatie uitgevoerd naar fysieke plekken voor stadslandbouw in de stad en in kaart gebracht. Met behulp van deze kaart kunnen initiatiefnemers makkelijker hun mogelijkheden onderzoeken. Mede dankzij ondersteuning uit het Meerjaren Groenprogramma is in het kader van de Dag van de Architectuur in Utrecht het boekje Vlaaien op de Neude van het bureau Terra Incognita uitgebracht; over de geschiedenis van voedselproductie in Utrecht. Vanuit de Wijkgroenplannen zijn 3 initiatieven op het gebied van stadslandbouw samen met bewoners in uitvoering genomen. Om stadslandbouw initiatieven verder te ondersteunen wordt een subsidieregeling opgezet. In 2012 is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van meer biologische bedrijfsvoering op de landgoederen (in eerste instantie onder de bestaande ondernemers). Prestatiedoelstelling 2.2.2 We ontwikkelen een aantrekkelijke groene hoofdstructuur. De realisatie van Groenstructuurplan Utrecht is flink op stoom. Met uitvoering van het meerjaren groenprogramma is op een aantal plekken een aantrekkelijke woon- en werkomgeving gecreëerd met een gezonde, groene buitenruimte en ruimte voor ontmoeting. Een vijftal grote projecten uit het programma is in 2012 opgeleverd en samen met de bewoners officieel in gebruik genomen. Het gaat om het park aan de Roosevelt Boulevard in Kanaleneiland, het Park Klokkenveld, het Noordse Park en verbeteringen in Park Transwijk. Kanaleneiland kreeg haar opgeknapte Marco Poloplantsoen terug, met nieuwe wandelpaden, beplanting, speelvelden en zitplekken aan het water. Ook is in samenwerking met bewoners gestart met verbeteringen in het Park Voorveldse Polder en is de asbestsanering in Liesboschpark voorbereid. Na de sanering zal het park worden heringericht. Naast de aanleg en verbetering van parken is het groen in 2012 weer beter bereikbaar geworden. Met bewegwijzering van de route vanuit centrum Utrecht naar de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen is een prachtig groengebied in de rand van Utrecht voor wandelaar en fietser makkelijker vindbaar en zichtbaarder gemaakt. In 2012 is de Vechtvisie gereed gekomen om de oevers van de binnenstedelijke Vecht meer kwaliteit te geven. Het fietsviaduct bij park de Gagel over de NRU is in een fase dat aanbesteding kan plaatsvinden. Uitvoering is voorzien in 2013. Een belangrijk moment was in het voorjaar het vaststellen van de Toekomstvisie voor de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen door de gemeenteraad. Medio 2015 moeten de uitvoeringwerkzaamheden van deze fase zijn afgerond. In het Noorderpark is het Plusplan Ruigenhoek opgeleverd. Ruim 70 hectare intensief recreatiegebied is nieuw beschikbaar gekomen voor de stad en regio. De aanleg van de faunapassage Biltse Rading is om diverse redenen duurder dan verwacht. Samen met de provincie zoeken we naar mogelijkheden om voordeliger aan te besteden. Om die reden houden we er rekening mee, dat het opdrachtgeverschap teruggaat naar de provincie, evenals het voorschot dat we voor dit project al hebben ontvangen. In 2012 zijn projecten uitgevoerd om een duurzame en volwassen bomenstructuur te realiseren, die zichtbaar en beleefbaar is en waarin bomen oud kunnen worden. Projecten zijn onder andere het verbeteren van bomen in het Wilhelminapark, Talmalaan, Transwijk, Weg naar Rhijnauwen bij Zwembad Kromme Rijn en de Ina Boudier Bakkerlaan. Prestatiedoelstelling 2.2.3 We ontwikkelen meer groen en recreatie om de stad. Voor het verzorgen van het beheer en onderhoud van de groene recreatiegebieden om de stad dragen wij bij aan de gemeenschappelijke regelingen van het Recreatieschap De Stichtse Groenlanden en het Plassenschap Loosdrecht. Samenwerking met andere partijen heeft in 2012 geleid tot succesvolle resultaten, zoals een recreatieve fietsbrug over
104
de nieuwe rijksweg A2 ter hoogte van Maarssenbroek/Haarzuilens. In groengebied Haarzuilens is het Wielreveldt opgeleverd, waarmee ook het gebied tussen de Haarijnse Plas en Haarzuilens bruikbaar is voor recreatie. Prestatiedoelstelling 2.2.4 We vergroten de kansen voor stadsnatuur. In 2012 zijn 3 van de 4 geplande Groene Webprojecten succesvol uitgevoerd. In het voorjaar is de faunapassage onder de A27 langs de Biltsestraatweg afgerond. Er is een stobbenwal aangelegd en het wandelpad is opgeknapt. Het jaar 2012 is uitgeroepen tot 'Het Jaar van de Bij', door de Bijenstichting, KNNV, IVN, NBV en EIS. In april werd het jaar geopend met een bijenmanifestatie, die door ongeveer 250 bewoners en zelfbeheerders werd bezocht. Op diverse plaatsen in de stad zijn drachtbomen in de openbare ruimte geplant. De paddentrek door de stad is samen met vrijwilligers onderzocht als bijdrage aan een landelijk onderzoek. Bij 8 faunapassages is de groene inrichting verbeterd. De komende jaren wordt gekeken wat hiervan de effecten zijn. De staat van dertig poelen in Utrecht is onder de loep genomen. De poelen zijn belangrijk als leefgebied voor amfibieën en door het onderzoek kan het beheer en de inrichting worden verbeterd. In Ons Utrecht en Ons Leidsche Rijn zijn twaalf columns verschenen over het thema 'Urbane biotopen'. Onverwachte leefgebieden van planten en dieren in de stad werden onder de aandacht gebracht. Zo’n 1300 mensen volgen stadsecolooog030 om bijzondere stadsnatuurwaarnemingen in Utrecht aan elkaar door te geven. Indicatoren subdoelstelling 2.2 Effect indicatoren
E2.2.1 E2.2.2
Groen is bereikbaarder Groen is aantrekkelijker
Streefwaarde 2012
Realisatie 2012
één groen recreatiegebied
één groen recreatiegebied
om de stad is beter
om de stad is beter
bereikbaar
bereikbaar
74% bewoners tevreden over
74% bewoners tevreden over
parken
parken
Prestatie indicatoren P2.2.1
Twee wijkgroenplannen zijn opgesteld
2
2
P2.2.2
Parken en groene verbindingen zijn opgeknapt
4
4
P2.2.3
Aantrekkelijk recreatief groen
1
1
P2.2.4
Projecten groene web uitgevoerd.
4
3
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
Lasten P2.2.1 Groen in de directe leefomgeving
1.200
1.138
631
506
P2.2.2 Groene hoofdstructuur
2.533
2.840
3.825
-985
P2.2.3 Groen en recreatie in de stad
1.234
1.234
1.221
13
357
309
339
-30
5.324
5.521
6.017
-496
P2.2.4 Kansen voor de stadsnatuur Totaal lasten
105
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P2.2.1 Groen in de directe leefomgeving
0
0
0
0
P2.2.2 Groene hoofdstructuur
0
0
472
472
Baten
P2.2.3 Groen en recreatie in de stad
0
0
0
0
P2.2.4 Kansen voor de stadsnatuur
35
0
7
7
Totaal baten
35
0
479
479
5.289
5.521
5.538
-17
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
466
466
0
5.289
5.055
5.072
-17
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 2.2.1 Het voordeel in de lasten ontstaat door vertraging van de wijkgroenplannen Overvecht en Zuid. Prestatiedoelstelling 2.2.2 De lasten zijn bijna 1 miljoen euro hoger dan begroot voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor Park Voorveldse polder en diverse kleinere projecten en terugbetaling op het project Biltse Faunapassage. Daartegenover staat dat de baten hoger zijn door niet geraamde subsidieontvangsten voor de projecten Blauwkapel passage, Ruigenhoek, Vechtroutenetwerk en Gageldijk ringslangen.
Subdoelstelling 2.3: Het aangeboden afval wordt gescheiden ingezameld Subdoelstelling 2.3 Het aangeboden afval wordt gescheiden ingezameld.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.3 Het afval wordt in toenemende mate
P2.3.1 Het afval ophalen en de infrastructuur daarvoor versterken.
gescheiden ingezameld.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.3 Het afval wordt in toenemende mate gescheiden ingezameld. Het afval kon ook daadwerkelijk worden hergebruikt of worden gerecycled tot nieuwe producten. Hiertoe creëerden we meer mogelijkheden voor de bewoners om hun afval gescheiden aan te bieden. Zo blijkt dat, als we voldoende mogelijkheden bieden voor gescheiden aanlevering, verwijderen dat de bewustwording en het scheidingsgedrag van bewoners worden gestimuleerd en verwijderen zal het percentage van aan de bron gescheiden afval toeneemt. 106
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.3.1 Het afval ophalen en de infrastructuur daarvoor versterken. Het bronscheidingspercentage is in 2012 gestegen tot 37,4% (2011: 36,6%). Het totale scheidingspercentage (inclusief nascheiding) komt in 2012 uit op 43,4% (2011: 42,6%). In 2012 is per inwoner meer GFT, glas, plastic en textiel gescheiden ingezameld. Vooral de hoeveelheden gescheiden ingezameld GFT en plastic zijn fors gestegen. De toename in GFT (bijna 10% meer ingezameld) komt niet door meer bronscheiding door bewoners, maar door de afronding van het project in Leidsche Rijn. Door de inzameling van GFT niet meer door middel van ondergrondse containers te doen (door vervuiling met ander vuil was gebruik als GFT onmogelijk) maar met minicontainers. De toename in plastic inzameling (ruim 10% meer ingezameld) komt door de uitbreiding van de infrastructuur. Evenals in 2011 is in 2012 minder huishoudelijk en grof restafval ingezameld. Ook in 2012 zijn er een aantal innovatieve ontwikkelingen gestart met als doel de bronscheiding in de toekomst verder te verhogen. Zo is na de zomer de eerste fase van de pilot met Het Nieuwe Inzamelen in Lunetten gestart. Vanuit deze methodiek maken bewoners voor hun gescheiden afval gebruik van minicontainers voor papier, plastic en GFT. Het restafval wordt voortaan gedeponeerd in een ondergrondse container. De visie achter deze aanpak is dat de gemeente bewoners maximaal wil faciliteren om hun afval gescheiden aan te bieden. Naast het Nieuwe Inzamelen, is er vanuit de Wecycle campagne een succesvolle Koninginnedagactie georganiseerd waarbij mensen op de vrijmarkt hun onverkochte elektronisch afval konden inleveren bij een speciaal inleverpunt. Wat betreft servicegerichtheid, leidde de klantgerichte manier van werken tot minder bewonersmeldingen. Hierbij is ook duidelijk een afname te zien van de gemiddelde afhandeltijd van een melding. Daarnaast zijn er in 2012 in verschillende gebieden in Utrecht (onder andere Leidsche Rijn, Vleuten-De Meern, Overvecht en Lunetten) 165 nieuwe ondergrondse containers geplaatst. Deze containerisatie zal de komende jaren worden doorgezet. Het plaatsen van ondergrondse containers heeft een positief effect op de hoeveelheid zwerfafval, de arbobelasting van de vuilnismannen en het serviceniveau voor de inwoners. Door een wetswijziging worden met ingang van 1 januari 2012 kamerverhuurders aangeslagen voor afvalstoffenheffing.
Indicatoren subdoelstelling 2.3 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Nedvang
41% (2006)
40%
43,4
SW
0 (jaartal)
80
165
Effectindicatoren: Percentage gescheiden E2.3.1
aangeboden afval
Prestatie indicatoren: Aantal extra geplaatste P2.3.1
containers
107
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
infrastructuur daarvoor versterken
37.219
32.771
31.535
1.236
Totaal lasten
37.219
32.771
31.535
1.236
infrastructuur daarvoor versterken
42.069
39.311
42.077
2.766
Totaal baten
42.069
39.311
42.077
2.766
-4.850
-6.539
-10.542
4.002
Lasten P2.3.1 Het afval ophalen en de
Baten P2.3.1 Het afval ophalen en de
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
408
408
408
0
Onttrekking reserves
0
915
917
2
-4.442
-7.047
-11.051
4.004
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Het totale voordeel op de doelstelling 'afval ophalen en de infrastructuur daardoor versterken' wordt voornamelijk veroorzaakt door een groot voordeel in de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing van bijna 2,3 miljoen euro als gevolg van extra volume 2012 en voordelige afwikkelingsverschillen 2011. Het voordeel in de lasten wordt grotendeels veroorzaakt door lagere kapitaalslasten als gevolg van uitgestelde investeringen.
108
1.6 Werk en Inkomen Algemene doelstelling Utrecht is een economisch vitale stad waarin alle Utrechters werken of participeren naar vermogen en voldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Net als in heel Nederland heeft de Utrechtse economie last van de economische recessie. De groei in het aantal startende bedrijven in het stedelijk gebied Utrecht vlakte in 2012 af naar 1.298 starters in het derde kwartaal van 2012, terwijl het aantal opheffingen is gestegen naar 652 in dezelfde periode. De personeelssterkte per bedrijf in Utrecht daalde in 2012. Dit sluit aan bij de ontwikkeling van de werkloosheid in Nederland en Utrecht. Zo steeg de werkloosheid in Utrecht in het afgelopen jaar van 4,4% naar 7,8% in het tweede kwartaal. Hoewel de trend negatief is, hebben de Utrechtse ondernemers een iets positievere blik op de economische ontwikkelingen dan de collega's in andere delen van het land. Met de Economische Agenda Utrecht 2012–2018 spelen we in op de veranderende trends van de afgelopen jaren. Hierbij richten we ons specifiek op acht speerpunten die van belang zijn voor de Utrechtse economie. Voor de onderwerpen werklocaties, werken in de wijk en het werkgelegenheidsoffensief zijn nog specifieke actieplannen opgesteld. Ondanks de aanhoudende economische crisis steeg het Wet werk en bijstand (Wwb)-bestand in 2012 aanzienlijk minder dan in voorgaande jaren (met 2,5%, van 7.541 naar 7.731). Ter vergelijking, in 2010 steeg het Wwb-bestand met 6,9% en in 2011 met 6,2%. Hiermee komen we in 2012 rond de landelijke ontwikkeling uit. Op 1 januari werd de huishoudtoets van kracht, tegelijk met de invoering van de vier weken zoektermijn voor jongeren. De huishoudtoets is met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemeente heeft de vier weken zoektermijn ingevoerd voor zowel jongeren (wettelijke bepaling) als volwassenen. De aanscherping van de Wwb en de strengere regels voor handhaving hebben hun beslag gekregen in de werkprocessen. Het regeerakkoord vergroot het activerende karakter van de Wwb, de re-integratieplicht, de arbeidsplicht en de plicht tot tegenprestatie naar vermogen gaan gelden voor iedere bijstandsgerechtigde. In 2012 zijn nog nieuwe inburgeringstrajecten gestart, in het regeerakkoord is beheersing van de Nederlandse taal een voorwaarde voor het verkrijgen van een bijstandsuitkering. Het wetsontwerp Werken Naar Vermogen is inmiddels ingetrokken. In het regeerakkoord is ter vervanging een nieuwe wet aangekondigd, de Participatiewet. De Wsw, de Wwb en een deel van de Wajong worden samengevoegd tot een gebundeld re-integratiebudget waarbij wordt nagedacht over een systeem van loondispensatie. In 2012 zijn de volgende nota's vastgesteld: De Economische Agenda Utrecht 2012 – 2018.
• • Werkgelegenheidsoffensief: • werken in de wijk; • ontwikkelingskader Detailhandel 2012; • toekomstgerichte Werklocaties; • kantorenstrategie; • ontwikkelingskader Horeca Utrecht 2012; • meerjarennota armoede en schuldhulpverlening.
109
Subdoelstelling 1.1: Utrecht heeft een goede (fysieke) economische structuur
Subdoelstelling 1.1 Utrecht heeft een goede (fysieke) economische structuur.
Wat hebben we bereikt? E1.1.1 Utrecht heeft een goede (fysieke) economische structuur.
Wat hebben we daarvoor gedaan? P1.1.1 Bevorderen van de fysieke economische structuur door: Revitaliseren bedrijven- en kantoorterreinen.
• • Bevorderen gezonde economische ontwikkeling in (woon)wijken. • Versterken en geografische vergroting economische potentie binnenstad.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Utrecht heeft een goede (fysieke) economische structuur. Goede economische structuur begint met een goede basis aan werkplekken en voorzieningen die van belang zijn voor een goed woon- en werkklimaat.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Bevorderen van de (fysieke) economische structuur. In 2012 hebben we nieuwe kaders voor de kantoren- en bedrijventerreinen vastgesteld. In het verlengde daarvan hebben we een actieplan voor toekomstbestendige werklocaties vastgesteld. De transformatie van leegstaande kantoren hebben we gestimuleerd via verschillende maatregelen, onder andere via het inzetten van een transformatiemanager, het bevorderen van de uitwisseling van kennis en het oplossen van knelpunten. Dit heeft geresulteerd in de eerste transformatie van twee gebouwen. Daarnaast is veel voorwerk gedaan dat in 2013 gaat resulteren in meer transformatie van leegstand, onder andere van gemeentelijk vastgoed. We hebben de uitdieping van de haven van Lage Weide en het plaatsen van nieuwe damwanden voltooid. Ook is er een duurzaamheidsscan onder bedrijven op Lage Weide gestart. Naast de naamswijziging van bedrijventerrein Nieuw Overvecht zijn daar verschillende herstructureringsactiviteiten ingang gezet. Deze resulteren in daadwerkelijke resultaten in 2013. We hebben de Visie Werkspoorkwartier vastgesteld. Er bleek veel belangstelling te zijn voor de herontwikkeling van de leegstaande panden op dit terrein. Om de wijkeconomie ook de komende jaren te bevorderen hebben we het meerjarenplan 'Werken in de wijk 2012 – 2014' opgesteld. Via straatmanagement hebben we direct contact met ondernemers in aandachtsgebieden zoals de Amsterdamsestraatweg. Daarnaast faciliteren we ZZP'ers, onder andere via het ondersteunen bij het oprichten van ZZPnetwerken zoals in Oost en de Binnenstad. Voor de ZZP-vereniging Leidsche Rijn Werkt hebben we de werkplek ZPOT ondersteund. Via het digitale kanaal Plexat maken we het aanbod van bedrijfsruimten en (flexibele) werkplekken zichtbaar. 110
We hebben een nieuw Ontwikkelingskader Detailhandel opgesteld en de winkeltijdenverordering aangepast. De Utrechtse binnenstad is belangrijk voor de Utrechtse economie. Via accountmanagement en contact met het Centrummanagement Utrecht (CMU) hielden we contact met ondernemers in de binnenstad. We hebben een Economisch Investeringsfonds van 10 miljoen euro ingesteld, vooral om de kwaliteit van de openbare ruimte in het Centrum, Amsterdamsestraatweg en Cartesiusgebied te verbeteren. Ook hebben we een nieuw Ontwikkelingskader Horeca Utrecht 2012, waarin we meer ruimte willen bieden voor daghoreca en restaurants en beperken we overlastgevende horeca. Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Effectindicatoren: E1.1.1. Leegstand kantoren in %
Vastgoedmonitor 2010
7,5%
Prestatie indicatoren: Hectare herstructurering P1.1.1
bedrijventerrein:
EZ
10
0 11
EZ
296
180
Geholpen ondernemers vanuit Wijkeconomie en Kleinschalig P1.1.2. Bedrijf
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P1.1.1 Economische structuur
1.079
8.120
7.460
660
Totaal lasten
1.079
8.120
7.460
660
P1.1.1 Economische structuur
0
2.123
1.578
-545
Totaal baten
0
2.123
1.578
-545
1.079
5.997
5.882
114
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
107
107
0
1.079
5.889
5.775
114
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
11
In 2012 hebben wel herstructureringsactiviteiten plaatsgevonden, maar deze worden voltooid in 2013 (en tellen dus
niet mee voor 2012). De uitdieping van de haven wordt is niet meegeteld bij de genoemde hectare herstructurering. 111
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Economische structuur Zowel de ontvangst als de besteding van begrote bijdragen ten behoeve van het project Wijkeconomie zijn voor een bedrag van 0,545 miljoen euro verantwoord bij de doelstelling voldoende werkgelegenheid. Hierdoor zijn de lasten en baten van de doelstelling economische structuur 0,545 miljoen euro lager dan begroot. De lasten voor projecten in het kader van de subsidieregeling Pieken in de Delta zijn 0,118 miljoen euro lager dan begroot doordat een aantal projecten niet in 2012, maar in 2013 zijn gepland.
Subdoelstelling 1.2: Utrecht heeft voldoende werkgelegenheid Subdoelstelling 1.2 Utrecht heeft voldoende werkgelegenheid.
Wat hebben we bereikt? E1.2.1 Er is voldoende werkgelegenheid voor wie wil en kan werken.
Wat hebben we daarvoor gedaan? P1.2.1 Bevorderen van werkgelegenheid: Voor wie dat nu nog niet heeft.
• • Door bevorderen van de kenniseconomie. • Door goede dienstverlening aan ondernemers en Ondernemingen.
P1.2.2 Inzet Werkgelegenheidsoffensief.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 Er is voldoende werkgelegenheid voor wie wil en kan werken. Werkgelegenheid is belangrijk voor de stad en haar inwoners. Werk biedt bewoners de mogelijkheid om zich te ontwikkelen, te emanciperen, deel te nemen in onze samenleving én een goed inkomen te verwerven. Voor iedereen die kan werken moet dat perspectief aanwezig zijn.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Bevorderen van werkgelegenheid. Door de economische teruggang zijn er minder bedrijven naar Utrecht gekomen. Toch zijn er nog een aantal grotere kantoren aangetrokken, zoals Ramdata, Holiday Inn Express, Meeuws Assurantiën en Promedica. Dit was goed voor 11.100 m2 en 500 arbeidsplaatsen. Met uitzondering van Ramdata kwamen deze bedrijven allemaal terecht in bestaande panden. Samen met partners in de regio is gewerkt aan de oprichting van Economic Board Utrecht. In deze Board gaan bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke ondernemingen en overheden samenwerken aan het versterken van de economische kracht van de regio. Gezamenlijk wordt ingezet op het oplossen van maatschappelijk uitdagingen, zoals op een innovatieve manier te investeren in mensen, vergroening van de economie, een digitale agenda en gezondheidszorg. Met onze partners op het Utrecht Science Park hebben we gewerkt aan een nieuwe
112
Utrecht Science Parkorganisatie die inzet op accountmanagement, marketing, verduurzaming en verbeteren van de mobiliteit. Via de oprichting van het Ondernemersfonds faciliteerden we ondernemers en non profit organisaties om gezamenlijke acties te ondersteunen zoals Centrummanagement Utrecht, collectieve beveiliging en gezamenlijke marketing. We hebben een eerste inventarisatie gedaan naar de mogelijkheden voor gratis wifi in (het centrum van) Utrecht. Via bedrijfsbezoeken en gesprekken met bedrijfsverenigingen hielden we een vinger aan de pols van de Utrechtse economie. Prestatiedoelstelling 1.2.2 Inzet werkgelegenheidsoffensief. Afgelopen jaar hebben we de samenwerking richting werkgevers flink verbeterd en verstevigd. Gezamenlijk hebben we ons gericht op het stimuleren van bedrijvigheid, ondernemerschap en gezorgd voor een betere afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Mede door onze gezamenlijke acties is het aantal schoolverlaters verlaagd. Daarnaast hebben we gewerkt aan het opzetten van een regionaal werkgeversservicepunt. Deze start in 2013. Via het Utrecht Investment Agency (UIA) hebben we ingezet op het binnenhalen van bedrijven en werkgelegenheid (50 banen) naar de regio.
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Doelstelling
Realisatie
2012
2012
Bron
Effectindicatoren: E1.2.1
Werkgelegenheid
Gemeente Utrecht/BI
225.000
Prestatie indicatoren: P1.2.1
Werkgelegenheid binnengehaald met acquisitie
P1.2.2
Werkgelegenheid gecreëerd via incubatorprogramma's
Gemeente Utrecht/EZ
2000
Gemeente Utrecht/EZ
431
300
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
1.681
7.768
4.659
3.109
621
594
484
110
2.302
8.362
5.143
3.219
987
865
1.407
542
0
0
0
0
987
865
1.407
542
1.315
7.497
3.736
3.761
Lasten P1.2.1 Voldoende werkgelegenheid P1.2.2 Werkgelegenheidsoffensief Totaal lasten Baten P1.2.1 Voldoende werkgelegenheid P1.2.2 Werkgelegenheidsoffensief Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
6.446
6.446
0
1.315
1.051
-2.710
3.761
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
113
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Voldoende werkgelegenheid De lasten zijn 3,007 miljoen euro lager dan begroot door lagere uitgaven voor het Fonds stimulering lokale economie (0,974 miljoen euro), projecten Center for Food & Health (2,0 miljoen euro) en Utrecht Techniek Talent (0,033 miljoen euro). De uitgaven voor de onderliggende projecten verwachten we in 2013. De lasten zijn als gevolg van fasering van de projecten Kansenzone Overvecht, Wijkeconomie en Utrecht Investment Agency respectievelijk 0,349miljoen euro, 0,337 miljoen euro en 0,200 miljoen euro lager dan begroot. De baten en de lasten zijn 0,542 miljoen euro hoger door een niet begrote Europese subsidie voor het project Wijkeconomie. In relatie tot de cofinanciering Science Park hebben wij extra bijdragen van 0,250 miljoen euro verstrekt. Werkgelegenheidsoffensief Door een onderbesteding op enkele projecten zijn de lasten 0,1 miljoen euro lager.
Subdoelstelling 2.1: Utrechters werken of participeren naar vermogen en zijn zelfredzaam Subdoelstelling 2.1 Utrechters werken of participeren naar vermogen en zijn zelfredzaam.
Wat hebben we bereikt? E2.1.1 Utrechtse bijstandsgerechtigden werken of participeren naar vermogen in samenwerking met het bedrijfsleven. E2.1.2 Samen met het bedrijfsleven zorgen wij ervoor dat Utrechters met een arbeidshandicap werken of participeren naar vermogen. E2.1.3 Utrechters beheersen de Nederlandse taal, behalen hun inburgeringsexamen, hebben een startkwalificatie en zijn goed opgeleid.
Wat hebben we daarvoor gedaan? P2.1.1 Begeleiden en faciliteren werkloos werkzoekenden, waarbij we streven naar regulier, betaald werk, werken met tijdelijke subsidie of werken met behoud van uitkering. P2.1.2 Organiseren van betaald werk voor personen die behoren tot de doelgroep van de Wsw (begeleid werken of Wsw-dienstbetrekking). P2.1.3.a Aanbieden kwalitatief goede inburgeringsprogramma’s aan inburgeraars. P2.1.3.b Bevorderen van het halen van een startkwalificatie, versterken taal, breed ontwikkelingsaanbod en burgerschap.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 Utrechtse bijstandsgerechtigden werken of participeren naar vermogen in samenwerking met het bedrijfsleven. Effectdoelstelling 2.1.2 Samen met het bedrijfsleven zorgen wij ervoor dat Utrechters met een arbeidshandicap werken of participeren naar vermogen.
114
Effectdoelstelling 2.1.3 Utrechters beheersen de Nederlandse taal, behalen hun inburgeringsexamen, hebben een startkwalificatie en zijn goed opgeleid. Het slagingspercentage voor het inburgeringsexamen in 2012 is met 66% hoger dan de doelstelling voor 2012.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Begeleiden en faciliteren werkloos werkzoekenden, waarbij we streven naar regulier, betaald werk, werken met tijdelijke subsidie of werken met behoud van uitkering. In 2012 zijn er, ondanks de economische recessie, meer klanten geplaatst op regulier werk dan in 2011. Dit hebben we onder andere bereikt door de intensieve inzet op Social return, de inhaalslag op het banenplan en de gerealiseerde werkarrangementen. Hiermee hebben we al veel plaatsingen gerealiseerd conform de brede werkdefinitie. In 2012 hebben we al meer ingezet op de werkgeversgerichte benadering. We hebben het WerkgeversServicepunt Utrecht-midden ingericht; een samenwerkingsverband tussen UWV, UW en de Gemeente Utrecht en de regiogemeenten. Hiertoe is met de regiogemeenten ook een convenant gesloten. Ook hebben we actief samenwerking met de uitzendbranche gezocht in het project ‘Bemiddeling Randstad en Utrecht in samenwerking (BRUIS). Intern zijn we bezig geweest met het voorbereiden van de organisatie op het werkgeversgericht werken. Dit geldt zowel voor de in te zetten instrumenten als de professionaliteit van onze medewerkers. De werkloosheid onder jongeren is in 2012 in Utrecht in vergelijking met de rest van Nederland licht gestegen. Na 2012 valt de financiering van het Actieplan Bestrijding Jeugdwerkloosheid weg. In 2012 is echter nog een aantal speerpunten (inzet jobhunters en jongerenvouchers) succesvol uitgevoerd. Samen met het programma Jeugd is een pilot opgezet voor risicojongeren. Werk is echter niet voor al onze klanten weggelegd. Ook op het terrein van participatie zijn door de inzet van het matchingsinstrument en de vrijwilligerstrajecten in het afgelopen jaar goede resultaten geboekt in de activering van onze klanten. Daarnaast is in samenwerking met onze partners in de stad de sociale kaart van Utrecht in de vorm van de website 'jekuntmeer.nl' verder uitgebreid en gevuld. Hierdoor zijn voor onze klanten de mogelijkheden gericht op activering toegankelijker geworden. Daarnaast nemen we actief deel aan de buurtteams om op een meer vernieuwende wijze te werken aan mogelijkheden voor mensen om aan het werk te gaan of te participeren. In 2012 zijn we ook aan de slag gegaan met de voorbereiding op de inmiddels geannuleerde Wet Werken naar Vermogen. In het gedachtegoed van de wet zagen wij een aantal aanknopingspunten dat goed aansluit bij onze visie op werken naar vermogen, de intensieve samenwerking met werkgevers en UW. Deze zijn terug te vinden in de doorontwikkeling van onze organisatie en ons re-integratiebeleid. Gezien de ontwikkeling ten aanzien van de nieuwe Participatiewet. Prestatiedoelstelling 2.1.2 Organiseren van betaald werk voor personen die behoren tot de doelgroep van de Wsw (begeleid werken of Wswdienstbetrekking). Samen met UW zijn wij doorgegaan met het nemen van maatregelen om ons voor te bereiden op nieuwe wetgeving. Daarnaast hebben we stappen gezet om het tekort bij UW te beperken. Dit ondanks het niet doorgaan van de Wet Werken naar Vermogen en daarmee het vervallen van het herstructureringsplan UW. Het resultaat van UW is conform verwachting evenals de realisatie van de taakstelling. UW is ook in 2012 succesvol gebleken in het extern plaatsen van sw-medewerkers (60%). Binnen de Gemeente Utrecht werden sw-medewerkers zichtbaar door contracten die aan UW gegund werden (schoonmaak, onderhoud koffieautomaten en schoonmaken Stadsparken). Dit is conform de wens van de gemeenteraad om meer gemeentelijke opdrachten voor te behouden aan UW.
115
Prestatiedoelstelling 2.1.3 Aanbieden kwalitatief goede inburgeringsprogramma's aan inburgeraars. Per januari 2013 wijzigt de Wet inburgering en verdwijnt de gemeentelijke taak om inburgeringsvoorzieningen aan te bieden. 2012 was dan ook het laatste jaar waarin we nog nieuwe inburgeringstrajecten zijn gestart. Het aantal gerealiseerde trajecten ligt met 831 iets boven de doelstelling uit de programmabegroting. Het percentage duale inburgeringstrajecten in 2012 is 50% en daarmee lager dan begroot. Dit komt omdat er relatief veel trajecten 'Staatsexamen' waren. Voor deze trajecten is een duale component niet verplicht, daarom worden zij niet als duaal geregistreerd. Dat neemt niet weg dat ook in deze trajecten soms duale componenten worden ingebouwd. Prestatiedoelstelling 2.1.4 We bevorderen het halen van een startkwalificatie, versterken taal, breed ontwikkelingsaanbod en burgerschap Evenals in 2011 is het aantal in 2012 ingekochte trajecten volwasseneneducatie conform de programmabegroting. Het slagingspercentage voor de vavo-trajecten in het schooljaar 2011-2012 is met 7% gedaald ten opzichte van 2010-2011 en blijft daarmee achter bij de doelstelling van 85%. Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Doelstelling 2012
12
Realisatie 2012
CBS
0,0%
1,9%
W&I
0,0%
1,7%
% Wsw-ers dat gedetacheerd is
W&I
30%
60%
E2.1.3.1
Slagingspercentage inburgeringexamen
ISI
60%
64%
E2.1.3.2
Slagingspercentage trajecten vavo
ROC MN
85%
72%
Effectindicatoren: Wijziging Wwb klantenbestand (tot 65 jaar) ten opzichte van opzichte van afgelopen jaar 13 landelijk E2.1.1 E2.1.2
• • Utrecht
Prestatie indicatoren: P2.1.1.1
Instroom volwassenen in traject
W&I
330
355
P2.1.1.2
Instroom jongeren in traject
W&I
290
270
W&I
750
807
Aantal plaatsingen op reguliere banen (inclusief opstapbanen en P2.1.1.3
praktijkbanen) Aantal plaatsingen op gecreëerde banen
P2.1.1.4
(participatieplaatsen)
W&I
150
144
P2.1.1.5
Aantal plaatsingen op Werk Loont
W&I
400
363 774
Realisatie taakstelling WswP2.1.2
dienstbetrekkingen en begeleid werken
W&I
774
P2.1.3a.1
Aantal gestarte inburgeringtrajecten
ISI
800
831
P2.1.3a.2
Percentage duale inburgeringtrajecten
ISI
80%
50%
1.740
1.740
Aantal ingekochte trajecten P2.1.3b.1
12
volwasseneneducatie
W&I
De indicatoren 2012 zijn tot stand gekomen n.a.v. een voorlopige prognose van de kosten. Aangezien er in 2012
naar verwachting 35% minder Macrobudget beschikbaar is voor re-integratie in het Participatiebudget moeten we keuzes maken welke in het bestedingsplan 2012 naar voren komen. Vanwege onzekerheid over hoogte budget 2015 zijn nog geen streefwaarden opgenomen. Gemeten van oktober t-1 tot oktober t.
13
116
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Begroting 2012
Begroting 2012
Verschil actueel Realisatie 2012
en realisatie
Lasten P2.1.1 Re-integratie
31.526
28.927
26.955
1.972
P2.1.2 Sociale werkvoorziening
25.587
27.727
27.049
678
P2.1.3 Inburgering
9.389
6.408
6.347
61
P2.1.4 Volwasseneneducatie
3.859
3.835
3.583
252
70.360
66.897
63.934
2.963
Totaal lasten Baten P2.1.1 Re-integratie
21.307
18.053
17.231
-821
P2.1.2 Sociale werkvoorziening
25.254
25.483
24.723
-760
P2.1.3 Inburgering
8.034
6.331
6.731
400
P2.1.4 Volwasseneneducatie
2.215
2.215
2.076
-139
Totaal baten
56.810
52.082
50.761
-1.321
Saldo lasten en baten
13.551
14.816
13.173
1.642
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
2.477
2.477
0
13.551
12.339
10.696
1.642
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Het resultaat op het apparaat van de afdeling Werk en Inkomen bedraagt 0,7 miljoen euro positief. Dit wordt voor 0,6 miljoen euro veroorzaakt door een onderbesteding op het frictiekostenbudget. Het resultaat van het apparaat komt via een doorbelasting op de verschillende producten terecht. Omdat het resultaat op apparaat slechts een klein onderdeel uitmaakt van de verklaring van het resultaat per product wordt dit verantwoord onder 'overige posten'. Re-integratie De lasten op re-integratie zijn 2,0 miljoen euro lager dan begroot. Zowel de lasten als de baten op het Participatiebudget zijn 0,6 miljoen euro lager. Dit komt doordat begrote opbrengsten technisch verwerkt zijn als lagere lasten. Per saldo is er op het re-integratiedeel van het Participatiebudget geen resultaat ontstaan. Op het budget voor kinderopvang en het gemeentelijk budget arbeidsmarktbeleid zijn de lasten 0,5 miljoen euro lager doordat minder gebruik is gemaakt van de regeling en doordat enkele begrote posten niet in 2012 zijn uitgevoerd of anders zijn gefinancierd. Op het regionaal actieplan bestrijding jeugdwerkloosheid is een overschot ontstaan op het regionale deel van de middelen. Een herverdeling van deze middelen over de deelnemende gemeenten levert voor Utrecht een overschot op van 0,5 miljoen euro. Technisch wordt dit zichtbaar door lagere lasten. Op overige posten zijn de lasten 0,3 miljoen euro lager dan begroot, onder andere door een financiële afwikkeling van het project Jongerenloket. De doorbelaste overhead is 0,1 miljoen euro lager dan begroot. De baten zijn 0,8 miljoen 117
euro lager dan begroot. 0,6 Miljoen euro betreft het re-integratiedeel van het Participatiebudget zoals bij de lasten is toegelicht. De financiële afwikkeling van het project jongerenloket zorgt voor 0,2 miljoen euro lager baten. Wsw Het saldo van de baten en lasten is 0,1 miljoen euro lager dan begroot. Voor de woon- en werkgemeenten zijn zowel de baten als de lasten hoger begroot dan werkelijk. Omdat het doorschuiven van budgetten betreft, maakt dit per saldo geen verschil en is er geen resultaat. Vanwege een technische verwerking waardoor baten in een voorgaand jaar dubbel zijn geboekt hebben we dit voor 2012 moeten corrigeren omdat deze baten niet worden gerealiseerd. Hierdoor valt het resultaat op de Wsw 0,1 miljoen euro lager uit dan begroot. Inburgering De lasten op Inburgering zijn 0,1 miljoen euro lager dan begroot.
• • De lasten voor het meerjarige subsidieproject Eigen kracht zijn nog niet gemaakt in 2012, maar zullen gerealiseerd worden in 2013 en 2014. Hierdoor zijn de lasten in 2012 0,3 miljoen euro lager dan begroot. • De afwikkeling van oude regelingen levert 0,1 miljoen euro hogere lasten op. • Op het inburgeringsdeel van de het Participatiebudget zijn de lasten 0,2 miljoen euro hoger, vooral doordat er meer trajecten zijn gerealiseerd dan begroot. Deze kosten zijn gedekt uit de meeneemregeling op het Participatiebudget 2011.
• De doorbelaste overheadkosten zijn 0,1 miljoen euro lager dan begroot. • De baten op Inburgering zijn 0,4 miljoen euro hoger. • Door de inzet van de meeneemregeling op het Participatiebudget 2011 zijn de baten 0,2 miljoen euro hoger dan begroot. • De afwikkeling van vooral malusregelingen op oude inburgeringscontracten levert 0,2 miljoen euro hogere baten op.
Volwasseneneducatie De lasten op Volwasseneneducatie zijn 0,3 miljoen euro lager en de baten zijn 0,1 miljoen euro lager Het rijksbudget voor Volwasseneneducatie was 0,1 miljoen euro lager, hier zijn ook de lasten op aangepast. Op overige posten zijn de lasten 0,2 miljoen euro lager.
Subdoelstelling 3.1: Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering Subdoelstelling 3.1 Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering.
Wat hebben we bereikt?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
E3.1.1 Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering.
P3.1.1 Rechtmatig en doelmatig verstrekken van bijstandsuitkeringen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.1.1 Elke Utrechter die daar recht op heeft ontvangt een bijstandsuitkering. Ondanks de aanhoudende economische crisis steeg het Wwb-bestand in 2012 aanzienlijk minder dan in voorgaande jaren (met 2,5%, van 7.541 naar 7.731). Ter vergelijking, in 2010 steeg het Wwb-bestand met 6,9% en in 2011 met 6,2%. Hiermee komen we in 2012 rond de landelijke ontwikkeling uit. De stijging van het bestand kende in 2012 een grillig verloop waarbij de uitstroom in de loop van het jaar een stijgende lijn vertoonde en de instroom beperkt is gebleven door vooral de invoering van de vier weken zoektermijn. 118
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.1.1 Rechtmatig en doelmatig verstrekken van bijstandsuitkeringen. Op 1 januari is de vier weken zoektermijn voor jongeren (wettelijke bepaling) en volwassenen ingevoerd. Bij de invoering van de vier weken zoektermijn was het doel een vermindering van de instroom in de bijstand. Dat doel is behaald. Van de jongeren meldt 64% zich niet opnieuw bij Werk en Inkomen na afloop van de vier weken zoektermijn, van de volwassenen komt 47% niet meer terug. De belangrijkste reden voor het niet terugkomen is het vinden van werk. Meer dan de helft van de jongeren en volwassenen heeft binnen de vier weken zoektermijn werk gevonden. De toets op het huishoudinkomen is halverwege 2012 alsnog met terugwerkende kracht teruggedraaid. Het aantal beëindigde en niet verstrekte uitkeringen als gevolg van de inzet van handhaving is groter dan verwacht. Dit komt omdat handhaving steeds meer wordt ingezet aan het begin van het proces en door de gerichte en actieve aanpak op dit gebied. Indicatoren subdoelstelling 3.1 Indicator
Bron
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Effectindicatoren: 7.500
7.731
6.715
6.928
W&I
785
803
W&I
250
275
Aantal huishoudens met Wwb-uitkering volwassenen (27-65) E3.1.1.1
• •
jongeren (tot 27 jaar)
Prestatie indicatoren: Aantal beëindigde en niet toegekende uitkeringen P.3.1.1.1
Wwb en WIJ als gevolg van handhaving
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
Begroting 2012
Begroting 2012
2012
en realisatie
P3.1.1 Verstrekken bijstand
132.428
131.133
133.764
-2.631
Totaal lasten
132.428
131.133
133.764
-2.631
P3.1.1 Verstrekken bijstand
111.441
113.677
124.796
11.119
Totaal baten
111.441
113.677
124.796
11.119
20.987
17.456
8.968
8.488
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
20.987
17.456
8.968
8.488
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
119
Financiële toelichting De lasten op bijstandsverstrekking zijn 2,6 miljoen euro hoger dan begroot.
• • Door de toename van het aantal bijstandsgerechtigden en een hogere gemiddelde prijs per uitkering zijn de uitkeringslasten 2,7 miljoen euro hoger. • Op de overige posten zijn de lasten 0,1 miljoen euro lager dan begroot. De baten op bijstandsverstrekking zijn 10,6 miljoen euro hoger dan begroot. • Door een hogere rijksbijdrage is er een voordeel van 11,2 miljoen euro. • Door lagere terugontvangsten terugvordering en verhaal is er een nadeel van 0,6 miljoen euro hoger. • Door de vrijval van de voorziening reorganisatie personele kosten zijn de baten 0,5 miljoen euro hoger. Subdoelstelling 3.2: Utrechters die financieel niet in staat zijn om te participeren worden ondersteund Subdoelstelling 3.2 Utrechters die financieel niet in staat zijn om te participeren worden ondersteund.
Wat hebben we bereikt? E3.2.1 Geen Utrechter wordt vanwege financiële belemmeringen in zijn/haar participatie geremd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? P3.2.1 Bestrijden van armoede door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen. Het gaat om ondersteuning voor de betaling van de vaste lasten, participatie, maatwerk in de vorm van schuldhulpverlening en bijzondere bijstand.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.2.1 Geen Utrechter wordt vanwege financiële belemmeringen in zijn/haar participatie geremd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.2.1 Bestrijden van armoede door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen. Het gaat om ondersteuning voor de betaling van de vaste lasten, participatie, maatwerk in de vorm van schuldhulpverlening en bijzondere bijstand. Met het meerjaren beleidsplan armoede en schuldhulpverlening zijn de kaders voor de komende vier jaar vastgesteld. De inkomensgrenzen voor de minimaregelingen zijn als gevolg van wetgeving met ingang van juli 2012 verlaagd naar 110% van het wettelijk sociaal minimum (WSM). Voor kinderen en ouderen hebben we een uitzondering gemaakt. Kinderen die net buiten het rijksbeleid vallen kunnen via bijzondere bijstand toch een U-pas krijgen en voor ouderen geldt dat zij via deze weg een jaarlijks budget kunnen aanvragen voor een aantal U-pasactiviteiten. Het aantal U-pashouders is als gevolg van de nieuwe wettelijke inkomensgrens (110% WSM) gedaald van 40.000 naar 30.000. Dit zijn 6.000 pashouders meer dan vooraf geraamd. Dat komt onder meer door een stijging van het aantal rechthebbenden en doordat een groter deel van de oorspronkelijke U-pas doelgroep binnen de versmalde wettelijke kaders blijkt te vallen. Ook zijn er meer langdurigheidstoeslagen verstrekt. Door het automatisch toekennen van de toeslag aan rechthebbenden is de regeling laagdrempeliger en stijgt het bereik. Daarnaast vinden er nog steeds verstrekkingen met terugwerkende kracht plaats. De toename van het aantal aanvragen en toekenningen bijzondere bijstand lijkt het gevolg van de economische crisis en van de stapelingsmaatregelen van het Rijk. Vooral de 120
toekenningen bijzondere bijstand voor bewindvoerings- en mentorkosten zijn fors gestegen. De uitvoering van de moties om zowel de eigen bijdrage GGZ als de U-pas activiteiten voor ouderen te vergoeden uit de bijzondere bijstand leidt tot een beperkte stijging van het aantal toekenningen. Het lean maken van de werkprocessen heeft ervoor gezorgd dat in het afgelopen jaar de afhandelingstermijn voor aanvragen bijzondere bijstand fors gedaald is. We zien een toename van de vraag naar schuldhulpverlening. De economische crisis is nog steeds gaande, veel mensen krijgen te maken met een inkomstendaling door toenemende kosten of verlies van baan. Desondanks daalt het aantal trajecten schuldhulpverlening, mede door de gewijzigde doelstelling van schuldhulpverlening. Niet langer is een schuldenvrije toekomst voor iedereen het einddoel. Als een schuldentraject (nog) niet tot de mogelijkheden behoort, bieden we een passend aanbod, zoals een traject bij maatschappelijk werk of een eenmalig advies. Op die manier streven we naar stabilisatie en rust in het huishouden. De kwaliteit van dienstverlening houden we, ondanks de toename in vraag, op peil. Preventie is van het grootste belang. Binnen de aanpak van de buurtteams gaan we uit van een preventieve manier van werken en een sterk ontwikkelde signalerende functie waardoor in de directe omgeving van de burger tijdig ondersteuning wordt geboden om te voorkomen dat burgers diep in de problemen raken. Ook kan verwezen worden naar preventieve instrumenten, zoals een workshop ‘omgaan met minder geld’ of ‘het op orde brengen van de eigen administratie’. Indien nodig kan het buurtteam verwijzen naar onze dienstverlening in het kader van schuldhulpverlening. De klant kan zich ook zelf digitaal melden. Vanaf het eerste moment van dienstverlening wordt van de klant een actieve houding verwacht om met het schuldenprobleem aan de slag te gaan. De eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht staan voorop. Dit kan ook in groepsverband want dat is efficiënter en klantgerichter omdat klanten hierdoor in contact komen met lotgenoten en elkaar stimuleren met hun problemen aan de slag te gaan. Om de best passende dienstverlening aan te bieden wordt altijd een individuele diagnose gesteld. We stellen een klantprofiel op, dat wordt bepaald met behulp van een screeningsinstrument waarbij scores op de aspecten motivatie, vaardigheden en leerbaarheid tot een diagnose leiden. We maken concrete afspraken in de vorm van een plan van aanpak en bespreken met de klant welke verantwoordelijkheden hij of zij zelf heeft en wat de klant van ons mag verwachten. We starten alleen een schuldregeling als de situatie van de klant voldoende stabiel en overzichtelijk is. Als het kan worden de schulden volledig afgelost; zo niet, dan proberen we een schuldregeling op te zetten . Als de situatie nog niet voldoende stabiel en overzichtelijk is, dragen we de klant over aan maatschappelijk werk. De diverse welzijnsorganisaties zijn gespecialiseerd in raadsliedenwerk, budgetcoaching, stabiliseren van de thuissituatie en alles wat te maken heeft met het aanpassen van houding en gedrag. We zorgen voor een sluitende aanpak door kennis uit te wisselen over elkaars mogelijkheden, klanten warm over te dragen en te investeren in de samenwerking. Indicatoren subdoelstelling 3.2 Indicator
Bron
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Effectindicatoren: Bereik armoederegelingen U-pas E3.2.1 14
• • -langdurigheidtoeslag • -ziektekostenverzekering
≥ 90% Armoedemonitor
≥ 90%
PM 15
W&I
2.160
2.725
Prestatie indicatoren: P3.2.1.1
Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand Aantal trajecten schuldhulpverlening (minnelijk en
P3.2.2.2
wettelijk)
W&I
1.356
1.185
P3.2.2.3
Aantal U-pashouders
W&I
24.000
30.315
W&I
6.430
6.557
Aantal toekenningen langdurigheidtoeslag en P3.2.2.4
14
reserveringstoeslag
De percentages bij effectindicator 3.2.1 verwijzen naar het aantal mensen dat daadwerkelijk gebruik maakt van een
regeling ten opzichte van het aantal mensen dat in aanmerking komt voor de regeling. 15
De realisatiecijfers 2012 zijn niet beschikbaar. Meting vindt een maal per twee jaar plaats met de armoedemonitor.
De verwachting is dat de realisatiecijfers eind 2013 beschikbaar zijn. 121
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
Begroting 2012
Begroting 2012
2012
en realisatie
P3.2.1 Armoedebestrijding
18.552
16.329
16.574
-245
Totaal lasten
18.552
16.329
16.574
-245
P3.2.1 Armoedebestrijding
881
544
704
160
Totaal baten
881
544
704
160
17.671
15.785
15.869
-85
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
127
677
672
5
17.544
15.108
15.197
-90
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Armoedebestrijding
De toename van het aantal toekenningen bijzondere bijstand leidt 0,6 miljoen euro hogere lasten. De lasten voor Langdurigheidstoeslag zijn 0,3 miljoen euro hoger. Op de collectieve ziektekostenverzekeringen is een incidenteel voordeel van 0,4 miljoen euro. De extra collegemiddelen schuldhulpverlening zijn voor een bedrag van 0,1 miljoen euro niet besteed. Doordat er meer U-passen zijn, zijn de lasten van U-pasaanbiedingen 0,1 miljoen euro hoger. De overige kleine verschillen leiden tot 0,1 miljoen euro lagere lasten. De doorbelaste overheadkosten zijn 0,1 miljoen euro lager. De baten zijn 0,2 miljoen euro hoger, door niet begrote ontvangsten van terugvordering en verhaal op klanten. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves De kosten voor de uitvoering van het Amendement Spekman zijn iets lager dan begroot, hierdoor is de onttrekking uit de reserve lager.
122
1.7 Onderwijs Algemene programmadoelstelling We vinden het belangrijk dat iedere Utrechtse leerling in en rondom het onderwijs optimale kansen heeft om zijn talenten te ontwikkelen. Daarnaast willen we dat iedere bewoner vrije en laagdrempelige toegang heeft tot media als bronnen van kennis en cultuur. Visie en beleid op het gebied van onderwijs zijn vastgelegd in het collegeprogramma en in de Utrechtse Onderwijs Agenda 2010-2014 en Masterplannen primair onderwijs (PO), (Voortgezet) Speciaal ((V)SO) en Voortgezet Onderwijs (VO) en Leidsche Rijn. In het afgelopen jaar is verder gewerkt aan de uitvoering van de Utrechtse Onderwijs Agenda en de Masterplannen. Daarnaast heeft de gemeenteraad in november besloten tot verzelfstandiging van de bibliotheek met ingang van 1 januari 2013.
Subdoelstelling 1.1: Adequate Onderwijshuisvesting Subdoelstelling 1.1 Adequate onderwijshuisvesting.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Er is keuzevrijheid voor ouders uit
P1.1.1 Versterken van de educatieve infrastructuur.
diverse denominaties en onderwijsconcepten; daarnaast is er een passend aanbod voor iedere leerling.
Wat hebben we bereikt? Adequate Onderwijshuisvesting Door het bieden van kwalitatief goede onderwijshuisvesting en een gevarieerd onderwijsaanbod kunnen ouders in Utrecht kiezen voor onderwijs vanuit diverse denominaties en vanuit verschillende onderwijsconcepten (zoals Jenaplan, Montessori). Ook hebben we een breed onderwijsaanbod van regulier tot en met speciaal onderwijs zodat leerlingen zoveel mogelijk in Utrecht naar school kunnen. Effectdoelstelling 1.1.1 Er is keuzevrijheid voor ouders uit diverse denominaties en onderwijsconcepten; daarnaast is er een passend aanbod voor iedere leerling. Voor onderwijshuisvesting hebben we onze wettelijke taak uitgevoerd. We hebben toegezien dat op wijkniveau voldoende keuze is voor ouders in het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs hebben we samen met de schoolbesturen bewaakt dat de variatie en breedte van het aanbod op peil blijft. We blijven voor het speciaal onderwijs een regionale functie vervullen.
123
Wat hebben we daarvoor gedaan? Adequate onderwijshuisvesting Prestatiedoelstelling 1.1.1 Versterken van de educatieve infrastructuur.
• De voortgang van de onderwijshuisvestingsprojecten is uitgebreid beschreven in de Voortgangsrapportage
Masterplannen 2012 die in januari 2013 in de gemeenteraad zijn vastgesteld. Ook de voortgang in Leidsche Rijn is hierin verwerkt.
• Na evaluatie is besloten de versnellingsaanpak voort te zetten tot het Masterplan PO/(V)SO gereed is. Van de
geplande projecten zijn er 4 komen te vervallen. Op basis van leerlingenprognoses vervalt voor deze projecten het recht op uitbreiding. De realisatie van de projecten in Leidsche Rijn is niet gehaald door de vertraging van de nieuwbouw van basisschool De Oase.
• In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen voor het laatste project in het Masterplan VO, het Gerrit Rietveld College. • Voor het verbeteren van het binnenmilieu investeren we in maatregelen om het binnenklimaat op klasse B te brengen. In 2012 heeft inmiddels 20% van het totale schoolbestand dit niveau bereikt. Voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen is een 2e tranche scholen geselecteerd en is de aanbesteding voorbereid. De
•
werkzaamheden starten zomer 2013. Na inventarisatie is in 75% van alle schoolgebouwen asbest aangetroffen. Bij direct gevaar voor mensen is de asbest verwijderd.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Doelstelling
Realisatie
Bron
Nulmeting
2012
2012
Leerling-administratie
100%
100%
100%
Leerling-administratie
100%
100%
100%
Leerling-administratie
100%
100%
100%
54
50
16
16
24
23
Effectindicatoren: E1.1.1
3 denominaties per wijk 2 onderwijsconcepten op
E1.1.1
stedelijk niveau 2 scholen speciaal onderwijs op
E1.1.1
stedelijk niveau
Prestatie indicatoren: Aantal gerealiseerde projecten P1.1.1 P1.1.1 P1.1.1
124
Voortgangsrapportage
Masterplan PO en (V)SO
MP
Aantal gerealiseerde projecten
Voortgangsrapportage
in Masterplan VO
MP
Gerealiseerde projecten
Voortgangsrapportage
Leidsche Rijn
MP
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P1.1.1 Educatieve infrastructuur
38.169
36.936
35.729
1.207
Totaal lasten
38.169
36.936
35.729
1.207
P1.1.1 Educatieve infrastructuur
1.130
1.732
2.572
839
Totaal baten
1.130
1.732
2.572
839
37.039
35.204
33.158
2.046
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
1.455
7.567
7.567
0
Onttrekking reserves
718
4.549
3.799
-750
37.777
38.221
36.925
1.296
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
De lasten zijn 1,2 miljoen euro lager dan begroot. Aan uitgaven voor huisvestingsprogramma's tot en met 2011 is 1,903 miljoen euro meer uitgegeven. Aan huur van schoolgebouwen in Leidsche Rijn voor de piekopvang is 0,25 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot. Daarnaast zijn er hogere lasten door kosten asbestsanering (1 miljoen euro) in diverse schoolgebouwen. De lasten zijn 0,914 miljoen euro lager dan begroot doordat projecten uit het huisvestingsprogramma 2012 nog niet gerealiseerd zijn, uitvoering volgt in 2013. Doordat projecten uit de Masterplannen nog in uitvoering zijn, zijn de kapitaallasten 2,594 miljoen euro lager dan begroot. Bij de voortgangsrapportage Masterplannen Onderwijs 2012 is besloten van dit bedrag 2 miljoen euro toe te voegen aan de dekking van het Masterplan. Er is minder gebruik tijdelijke huisvesting (0,75 miljoen euro) dan verwacht. De baten zijn 0,84 miljoen euro hoger dan begroot. De hogere baten komen door niet begrote baten voor Buitenschoolse Opvang (BSO) (0,17 miljoen euro), door bijdragen van schoolbesturen voor onderhoud, exploitatie en binnenmilieu (0,35 miljoen euro) en door een deactivering van de Nieuwe Regentesseschool (0,25 miljoen euro).
Subdoelstelling 1.2: Adequaat Leerlingenvervoer Subdoelstellinge 1.2 Adequaat leerlingenvervoer.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 Leerlingen die dit nodig hebben,
P1.2.1 Verzorgen van leerlingenvervoer naar scholen.
kunnen met behulp van leerlingenvervoer onderwijs volgen.
125
Wat hebben we bereikt? Adequaat Leerlingenvervoer De regeling Leerlingenvervoer is een vergoeding van de vervoerskosten voor een leerling. Dit is voor leerlingen die niet zelf van en naar school kunnen komen; bijvoorbeeld voor leerlingen in het speciaal onderwijs die hiervoor moeten reizen. Effectdoelstelling 1.2.1 Het recht op leerlingenvervoer is in de wet vastgelegd. Door de inzet van leerlingenvervoer zijn kinderen in staat het onderwijs van hun keuze en/of met het juiste niveau te volgen wanneer dat niet in de buurt aanwezig is. We hebben het leerlingenvervoer ingezet om kinderen die daar volgens de verordening recht op hebben, onderwijs te laten volgen op scholen die niet bij hen in de buurt zijn.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Adequaat Leerlingenvervoer Prestatiedoelstelling 1.2.1. Verzorgen van leerlingenvervoer naar scholen. We hechten belang aan de kwaliteit van het leerlingenvervoer. We hebben met twee vervoerders een nieuwe overeenkomst afgesloten die ingegaan is in het schooljaar 2011-2012. Hierin zijn afspraken gemaakt ten aanzien van de veiligheid van de vervoermiddelen en de kwaliteit van de chauffeurs. Daarnaast heeft een externe partij steekproeven uitgevoerd op onder andere de kwaliteit van dienstverlening. Uit de maandelijkse rapportages blijkt dat de kwaliteit op orde is. De monitor zal in het eerste kwartaal van 2013 verschijnen.
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
gevolg van ontbrekend
Administratie Leerling-zaken
Schooljaar
leerlingenvervoer
/thuiszitters
2010-2011
Doelstelling
Realisatie
2012
2012
<5
<5
7
8
Effectindicatoren: Aantal thuiszittende kinderen als E1.2.1
Prestatie indicatoren: P1.1.1
126
Klanttevredenheid
Klanttevredenheidsonderzoek
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
P1.2.1 Leerlingenvervoer
3.494
3.432
3.494
-62
Totaal lasten
3.494
3.432
3.494
-62
P1.2.1 Leerlingenvervoer
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
3.494
3.432
3.494
-62
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
Saldo na mutaties reserves
0
0
0
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Subdoelstelling 2.1: Alle Utrechtse leerlingen hebben een startkwalificatie (naar vermogen) en ontwikkelen hun talenten Subdoelstelling 2.1 Alle Utrechtse leerlingen hebben een startkwalificatie (naar vermogen) en ontwikkelen hun talenten.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.1.1 Alle leerlingen beschikken over een
P2.1.1 Toerusten van leerlingen in hun
startkwalificatie (naar vermogen) zodat ze zijn
schoolloopbaan en ontwikkeling van hun talenten in en om de school.
toegerust voor vervolgonderwijs en/of arbeidsmarkt.
Wat hebben we bereikt? Alle Utrechtse leerlingen een startkwalificatie en ontwikkeling van talenten Effectdoelstelling 2.1.1 Alle leerlingen beschikken over een startkwalificatie (naar vermogen) zodat ze zijn toegerust voor vervolgonderwijs en/of arbeidsmarkt.
127
Het behalen van een startkwalificatie en het bevorderen van talentontwikkeling heeft in 2012 centraal gestaan. Kwalitatief goede scholen spelen een belangrijke rol in de verbetering van kansen voor iedereen om een startkwalificatie te behalen en talenten te ontwikkelen .
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1. Toerusten van leerlingen in hun schoolloopbaan en ontwikkeling van hun talenten in en om de school. De kwaliteit van het basisonderwijs is nagenoeg op orde. De kwaliteit in het voortgezet onderwijs is wisselend. Een aantal scholen heeft zwakkere afdelingen. De schoolbesturen blijven hier fors op investeren. Voortijdig Schoolverlaten Procentueel zet de daling van voortijdig schoolverlaters door; maar het absolute aantal voortijdig schoolverlaters is
• •
hoger dan verwacht. Dit komt door de leerlingengroei in de basisgeneratie in de afgelopen jaren.. De meeste uitval vindt plaats in het MBO. In 2012 hebben we een nieuw convenant Voortijdig Schoolverlaten 2012-2015 afgesloten met het Rijk. Inhoud en aanpak staan beschreven in de commissiebrief VSV (oktober 2012). Op basis van probleemanalyses en betere verzuimmeldingen krijgen we steeds scherper in beeld waar we moeten sturen.
• Door een betere oriëntatie op de loopbaan van leerlingen onder andere door bliksemstages en voorlichting door werkgevers, realiseren we minder uitval. • Met de Onderwijsinspectie hebben we een convenant afgesloten over controle op verzuimadministraties bij scholen en MBO-instellingen. De gemeente heeft mandaat om zelf deze controles te blijven uitoefenen.
Voor- en Vroegschoolse Educatie We hebben 135 extra Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)-plaatsen in Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern
• gerealiseerd. Voor iedere VVE-peuter is daar nu plaats. • Alle Utrechtse scholen hebben in het Utrechtse TaalCurriculum 2-8 jaar afspraken gemaakt over te behalen
taalresultaten eind groep 2 en eind groep 4. Men gaat hierbij werken met een verplichte toetskalender. In 2012 is gestart met de uitwerking van het Utrechtse Taalcurriculum voor 8–14 jaar.
• In 2012 zijn werkgevers (wijkwelzijnsorganisaties en schoolbesturen) een samenwerking aangegaan voor
kwaliteitsverbetering van de professionals Het Jonge Kind (2-6 jarigen ). Leidraad wordt het ontwikkelde Utrechtse kwaliteitskader Educatie Het Jonge Kind.
Brede Scholen en Leertijdverlenging De Stuurgroep van de Utrechtse Onderwijs Agenda heeft de definitie en criteria voor Brede Scholen vastgesteld om
•
eenduidigheid in visie en werkwijze op thema's als ouderbetrokkenheid, talentontwikkeling en burgerschap vast te leggen. Er zijn 38 scholen betrokken bij de Brede Schoolontwikkeling met 9900 leerlingen.
• In de Brede Scholen Voortgezet Onderwijs is de samenwerking tussen scholen en partners versterkt door
gezamenlijke programma's zoals een pauzeprogramma door het Jongerenwerk JOU. Dit geeft een impuls aan de betrokkenheid van de school met de buurt. Scholen als Pouwer en Kranenburg versterken de relatie met de buurt door het aanbieden van eettafels en openen van winkels.
• Leertijduitbreiding is gestart in 7 wijken op 26 scholen voor 4 uur in de week. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de uitbreiding van 3 Brede Schoolacademies in 2013. De Brede School Academie Overvecht heeft een zomerschool georganiseerd. Leertijduitbreiding leidt ertoe dat scholen zich oriënteren op een andere schooldagindeling. Passend Onderwijs/Zorg In het kader van Passend Onderwijs wordt een experiment in buurtteams in Ondiep en Overvecht uitgevoerd om zorg in en om de school integraal aan te pakken. Bij elke school voor voortgezet onderwijs is een kernpartnerteam toegevoegd aan het interne zorgteam. De MBO's hebben gezamenlijk voorbereidingen getroffen voor de inrichting van een plusvoorziening voor overbelaste jongeren in het MBO. Leerplicht houdt spreekuren in het MBO mede in het kader van de verzuimaanpak.
128
Cultuureducatie In 2012 zijn we gestart met de transitie van cultuureducatie waarbij we meer vraaggericht cultuuronderwijs willen bewerkstelligen.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Doelstelling
Realisatie
2012
2012
78%
92%
94,3%
906
544
682
5,9%
3,8%
4%
70%
70%
Nulmeting
Effectindicatoren: E2.1.1
% 22 jarigen met startkwalificatie
Leerling-administratie
Prestatie indicatoren: P2.1.1
Absolute aantal nieuwe voortijdig
DUO (De Utrechtse
schoolverlaters
Opgave)
Relatieve aantal nieuwe voortijdig P2.1.1
schoolverlaters
DUO
P2.1.1
% bereik doelgroeppeuters
Leerling-administratie
P2.1.1
Aantal brede scholen
P2.1.1
Aantal combinatiefunctionarissen
PO 13
PO 13
VO 10
VO 10
36
36
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
P2.1.1 Ontwikkeling van talenten
35.852
37.591
34.164
3.427
Totaal lasten
35.852
37.591
34.164
3.427
P2.1.1 Ontwikkeling van talenten
14.466
19.077
17.388
-1.688
Totaal baten
14.466
19.077
17.388
-1.688
Saldo lasten en baten
21.386
18.514
16.776
1.738
Lasten
Baten
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
2
2
21.386
18.514
16.778
1.7450
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Ontwikkeling van talenten
De lasten zijn 3,4 miljoen euro lager dan begroot. Bij de vaststelling van subsidies van voorgaande jaren is 1 miljoen euro teruggevorderd omdat instellingen hun prestaties niet hebben behaald. Voor de uitvoering van het Bestuursakkoord Onderwijsachterstanden VVE / Verlengde leertijd 2012 / 2015 stelt het Rijk jaarlijks middelen beschikbaar. De totale inzet van deze rijksmiddelen vindt in de schooljaren 2012 / 2016 plaats. De activiteiten worden in de komende jaren geïntensiveerd. Een deel van de in 2012 ontvangen rijksmiddelen (2,259 miljoen euro) is benodigd voor de inzet gedurende de jaren 2013 / 2016. Daarnaast zijn minder/lagere subsidies toegekend op leerlingenzorg en gymmen en bewegen (0,36 miljoen euro). De lasten voormalig personeel openbaar onderwijs en 129
Utrecht Centrum voor de Kunsten (UCK) vallen lager uit dan begroot (0,09 miljoen euro). Hogere lasten zijn er voor RMC/VSV (0,373 miljoen euro). Daarnaast is er sprake van een hogere doorbelasting overhead (0,034 miljoen euro). De baten zijn per saldo 1,688 miljoen euro lager dan begroot. Lagere baten door wel ontvangen maar nog niet ingezette rijksmiddelen Bestuursakkoord Onderwijsachterstanden VVE / Verlengde leertijd (2,259 miljoen euro), welke volgens plan benodigd zijn voor inzet in de jaren 2013 / 2016 en hogere baten door inzet van eerder ontvangen rijksmiddelen RMC/VSV (0,532 miljoen euro) en diverse overige posten (0,039 miljoen euro).
Subdoelstelling 3.1: Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken de bibliotheek Subdoelstelling 3.1 Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken de bibliotheek.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E3.1.1 Meer mensen gebruiken de bibliotheek.
P3.1.1 Innoveren klantgerichte dienstverlening en activiteiten gericht op individuen en met scholen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.1.1 Meer mensen gebruiken de bibliotheek. Het ledenaantal steeg ten opzichte van 2011 met 1,1%. De stijging zit vooral bij de jeugd. Ook het aantal bezoeken aan de vestigingen steeg ten opzichte van 2011 met 1%. De streefwaarde bleek te optimistisch. Het aantal bezoeken aan de website steeg met 9,8%. Veel leners reserveren van uit huis en bezoeken de bibliotheek op het moment dat het gereserveerde klaar staat.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.1.1 Innoveren klantgerichte dienstverlening en activiteiten gericht op individuen en met scholen. Het bibliotheekgebruik door middel van website, vooral mogelijkheid tot reserveren, is aantrekkelijk en stijgt nog steeds. Aanwezigheid van wifi en HotSpots in grotere vestigingen leidt tot hogere bezoekersaantallen. In provinciaal verband georganiseerde marketingacties richten zich op behoud van leners, zoals door middel van 'ik mis je' brieven en telemarketing. Door DVD’s en luisterboeken te distribueren in wisselcollecties worden kosten beperkt en benutting geoptimaliseerd. In afstemming met de Utrechtse Onderwijs Agenda strekte de dienstverlening aan het onderwijs zich uit van Voorscholen ( deelname praktisch 100%), primair onderwijs (95% ) tot het Voortgezet Onderwijs (50%) met programma’s gericht op preventie van taal- en leesachterstanden. De dienstverlening naar de scholen vindt onverminderd voortgang. Wel zien we dat scholen meer kiezen voor dienstverlening in de scholen en iets minder groepsbezoeken aan de bibliotheek brengen.
130
De inrichting van BoekStarthoeken voor baby’s in meer vestigingen en bij consultatiebureaus leidt direct tot hogere aantallen jeugdleners. Na de Bibliotheek Kanaleneiland is ook in de bibliotheken in Overvecht, Parkwijk en Zuilen een Skoolzone met begeleiding van basisschoolleerlingen gekomen. Openstelling van de centrale bibliotheek op zondagmiddag is succesvol; het aantal bezoekers bedraagt gemiddeld circa 500. De op die middagen georganiseerde activiteiten worden redelijk tot goed bezocht. Het aantal activiteiten vertoont een stijgende lijn ten opzichte van 2011. Er is samengewerkt met culturele partners als ’t Hoogt en het Literatuurhuis
Indicatoren subdoelstelling 3.1 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
63.000
65.928
1.415.000
1.331.190
715.000
801.608
1200
1.032
150
130
Effectindicatoren: E3.1.1
Aantal leners Aantal bezoeken fysieke
E3.1.1
bibliotheek Aantal bezoeken website/digitale
E3.1.1
bibliotheek
Prestatie indicatoren: Groepsbezoeken leesbevordering en P3.1.1
media-educatie met scholen Culturele, informatieve en educatieve
P3.1.1
‘dagdelen’
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P3.1.1 Bibliotheek Utrecht
13.559
14.567
14.585
-18
Totaal lasten
13.559
14.567
14.585
-18
P3.1.1 Bibliotheek Utrecht
3.386
3.180
2.948
-232
Totaal baten
3.386
3.180
2.948
-232
10.173
11.387
11.637
-250
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
1.785
0
0
0
Onttrekking reserves
0
79
79
0
11.958
11.308
11.558
-250
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Bibliotheek Utrecht
De baten zijn 0,261 miljoen euro lager als gevolg van minder inkomsten uit abonnementen (0,197 miljoen euro), minder inkomsten als gevolg van vertraagde uitvoering van het project Provinciaal Collectioneren (0,194 miljoen euro) en meer inkomsten uit projectsubsidies voorgaande jaren (0,130 miljoen euro). 131
1.8 Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Algemene programmadoelstelling
Utrechters zijn gezond, betrokken, zelfredzaam en doen actief mee in de samenleving. 2012 werd gekenmerkt door drie belangrijke ontwikkelingen: voorbereiding van de overdracht van de rijkstaken naar de gemeente op het gebied van Jeugd en Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de gemeentelijke implementatie van Vernieuwend Welzijn. We sluiten aan bij de omslag in denken van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Met de vaststelling van het 'Proceskader gezondheidsadviezen in ruimtelijke ontwikkelingen' is een belangrijke stap gezet om gezondheidsadvisering mee te nemen in ruimtelijke plannen. Er zijn grote stappen gezet in de implementatie van Vernieuwend Welzijn. Na vaststelling door de gemeenteraad zijn de uitvragen Vernieuwend Welzijn gepubliceerd. Alle aanvragen zijn door adviescommissies (bestaande uit deskundigen, ambtenaren en bewoners) beoordeeld op de gestelde criteria. De geselecteerde uitvoerders starten hun werkzaamheden op 1 augustus 2013. Vanaf die datum is er in de stad één stedelijke organisatie voor Informatievoorziening en Cliëntondersteuning, één stedelijke organisatie voor het peuterspeelzaalwerk en de voorschoolse educatie en vijf gebiedsgerichte organisaties voor het sociaal makelaarschap. Vanuit de visie 'Meedoen naar Vermogen' zijn dit jaar de buurtteams Ondiep en Overvecht gestart. De buurtteams leveren op een vernieuwende wijze ondersteuning aan inwoners die minder zelfredzaam zijn. Op het budget van welzijn is in 2012 een deel van de taakstelling van 2.8 miljoen euro geëffectueerd. Voor een bedrag van 0,900miljoen euro wordt deze taakstelling ingevuld door vermindering van het aantal vierkante meters welzijnsaccommodaties. In 2012 zijn er grote stappen gezet in de transformatie Zorg voor jeugd. De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg komt per 1/1/2015 naar de gemeente. Ondanks de efficiencykorting van 15% waarmee de taken overkomen, is de verwachting dat de gemeente betere zorg voor jeugd kan bieden. Hiervoor is nodig dat we ook onze bestaande taken in de zorg voor jeugd vernieuwen. Deze fundamentele vernieuwing noemen we de transformatie Zorg voor Jeugd. Drie lijnen zijn ingezet voor een goede voorbereiding. Ten eerste hebben we werkendeweg geleerd in de proeftuinen (de buurtteams Jeugd en Gezin). In de buurtteams wordt geëxperimenteerd met een gekantelde werkwijze die uitgaat van 1 gezin 1 plan, eigen kracht en het benutten van het sociaal netwerk. Ten tweede hebben we in 2012 onze gemeentelijke kennispositie versterkt met een onderzoek naar het aantal kinderen dat gebruik maakt van jeugdzorg, de kosten en de opbrengsten. Ten derde zijn er relaties gelegd met. maatschappelijke organisaties die een rol hebben in de huidige jeugdzorg. Zij participeren (naast onze huidige partners) in de kenniscafés, ontwikkelkamers en in de stuurgroep Jeugd en Zorg. De voorgenomen veranderingen en besparingen in 2012 zijn gerealiseerd. Er zijn fundamentele verbeteringen in het aanbod jeugd en veiligheid voorbereid. Dit is een uitwerking van: de bezuinigingen op de aanpak Onze Toekomst, de start van het Vernieuwend Welzijn, de decentralisatie van de Jeugdzorg en de resultaten van effectevaluaties van ons huidige aanbod. Het heeft geresulteerd in de nieuwe aanbesteding van het dagbestedingaanbod voor jongeren in samenwerking met Werk & Inkomen en de nieuwe projectsubsidie tussenfase Jeugdhulp. Ook de modernisering van onze jeugdgezondheidszorg sluit aan op de transformatie. Met de ruim 80.000 jaarlijkse contacten met kinderen en hun ouders legt de Jeugdgezondheidszorg een basis voor gezond en veilig opgroeien. Met ons volksgezondheidsbeleid bewaken, beschermen en bevorderen wij de gezondheid van Utrechters. Conform de Wet publieke gezondheid dragen wij bij aan de opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma's, met inbegrip van programma's voor de gezondheidsbevordering. Onze inzet is doelgericht. Daar waar risico's zijn en waar de grootste gezondheidswinst is te halen zetten we preventie in. Per 1 januari 2012 is een belangrijke verandering in de wet publieke gezondheid (wpg) in werking getreden. In reactie hierop is er in 2012 een tijdelijke gemeenschappelijke regeling gesloten die onder andere de benoeming van de directeur publieke gezondheid voor regio Utrecht regelt. Met de innovatieve aanpak 'Proceskader gezondheidsadviezen in ruimtelijke ontwikkelingen' wordt gezondheid in alle ruimtelijke plannen meegenomen en integraal meegewogen in besluitvorming. Gezondheidsadviezen gaan zowel over het beperken van gezondheidsrisico's zoals luchtverontreiniging en 133
geluidshinder, als over het bevorderen van een gezonde leefstijl. Met het proceskader voor gezondheidsadvisering gaan we een stap verder dan in andere gemeenten gebruikelijk is.
Subdoelstelling 1.1 Civil society Subdoelstelling 1.1 In Utrecht is een sterke civil society
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Inwoners voelen zich betrokken en
P1.1.1 Faciliteren van accommodatie voor
verantwoordelijk.
maatschappelijke activiteiten.
E1.1.2 Inwoners zijn actief als vrijwilliger.
P1.1.2 Ondersteunen en faciliteren van bewonersinitiatieven. P1.1.3 Stimuleren en faciliteren van stedelijk vrijwilligerswerk.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Inwoners voelen zich betrokken en verantwoordelijk. Het percentage bewoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt is de laatste jaren stabiel (86%). Effectdoelstelling 1.1.2 Inwoners zijn actief als vrijwilliger. Een belangrijk deel van de Utrechters (40%) is vrijwilliger. Van de jongeren doet 38% vrijwilligerswerk en van de Utrechters met een migratieachtergrond 36%. Dit laatste percentage neemt sinds 2010 licht toe.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Faciliteren van accommodatie voor maatschappelijke activiteiten. In het najaar 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met het raadsvoorstel efficiënt omgaan met welzijnsaccommodaties. Met dit besluit verminderen we het aantal vierkante meters welzijnsaccommodaties en vullen we de taakstelling van 0,9 miljoen euro in, die deel uitmaakt van de bezuiniging van euro 2,8 miljoen euro op de begroting Welzijn. Voor een goede huisvesting, passend binnen de begroting voor het vrijwilligershuis, onderzoeken we of het vrijwilligershuis op het Janskerkhof kan blijven of gaat verhuizen naar een andere locatie in de binnenstad. In het voorjaar 2013 wordt de gemeenteraad hierover nader geïnformeerd.
134
Prestatiedoelstelling 1.1.2 Ondersteunen en faciliteren van bewonersinitiatieven. We zijn gestart met het flexibel budget welzijn. Met dit budget faciliteren wij nieuwe initiatieven vanuit de civil society, zoals bewonersgroepen, vrijwilligersorganisaties en migrantenorganisaties. Wij faciliteren deze organisaties in het ontplooien en uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de sociale cohesie, leefbaarheid, zelfredzaamheid en het wegnemen van maatschappelijke drempels weg. Een overzicht van de gehonoreerde initiatieven is te vinden op de website www.utrecht.nl/flexibelbudget. Prestatiedoelstelling 1.1.3 Stimuleren en faciliteren van stedelijk vrijwilligerswerk. Zowel individuele inwoners als vrijwilligerorganisaties konden terecht bij de vrijwilligerscentrale (VWC) voor bemiddeling, advies en ondersteuning. De Academie voor de Stad startte haar activiteiten in Utrecht en ging daarvoor ook de samenwerking aan met de gemeente, waardoor het potentieel aan vrijwillige inzet door HBO-studenten nog beter benut kan worden. Organisaties als bijvoorbeeld het Gilde en stichting Present zetten zich met hun vrijwilligers in voor een leefbare en levendige stad.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
88%
86%
37%
34%
Effectindicatoren: 1.1.1 1.1.2 1.1.3
Percentage bewoners dat zich
Inwonersenquête
verantwoordelijk voelt voor de buurt
(Onderzoek)
Percentage bewoners dat actief is in de
Inwonersenquête
buurt
(Onderzoek)
Percentage jongeren respectievelijk
Inwonersenquête
allochtonen dat vrijwilligerwerk doet
(Onderzoek)
37% resp. 32%
38% resp. 36%
82%
81%
1560 uur
1650
Percentage bewoners tevreden over 1.1.3
beschikbaarheid ruimte voor
Inwonersenquête
bewonersinitiatieven in de buurt
(Onderzoek)
Prestatie indicatoren: Bezettingsgraad welzijnsaccommodaties 1.1.1
ten behoeve van bewonersinitiatieven
Maatschappelijke Ontwikkeling (S&S) Maatschappelijke
1.1.2 1.1.3
Aantal ondersteunde inwonersinitiatieven
Ontwikkeling (S&S)
Aantal ondersteunde
Maatschappelijke
vrijwilligersinitiatieven
Ontwikkeling (S&S)
nnb
nnb 100 vanuit
350
Flexibel Budget
Relevante omgevingsfactoren Niet van toepassing.
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel
P1.1.1 Accommodaties
8.638
7.615
7.589
26
P1.1.2 Bewonersinitiatieven
4.379
4.961
4.200
761
P1.1.3 Vrijwilligerswerk
1.093
1.112
1.012
100
14.109
13.688
12.801
887
en realisatie
Lasten
Totaal lasten
135
Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel en realisatie
P1.1.1 Accommodaties
0
0
0
0
P1.1.2 Bewonersinitiatieven
0
0
0
0
P1.1.3 Vrijwilligerswerk
0
0
2
2
Totaal baten
0
0
2
2
14.109
13.688
12.799
889
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
12
12
14.109
13.688
12.787
901
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Bewonersinitiatieven
Lagere lasten door verschuiving naar Zelfredzaamheid (0,5 miljoen euro), lagere projectsubsidies (minder aanvragen, 0,15 miljoen euro) en lagere apparaatskosten (0,1 miljoen euro). Vrijwilligerswerk Lagere lasten door lagere projectsubsidies (minder aanvragen, 0,1 miljoen euro).
Subdoelstelling 1.2: Zelfredzaamheid Subdoelstelling 1.2 In Utrecht zijn de inwoners zelfredzaam.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1. Inwoners voelen zich voldoende
P1.2.1 Mantelzorgers worden ondersteund.
toegerust om zelfstandig of met behulp van hun netwerk deel te nemen aan de
P1.2.2 Sociaal kwetsbaren, vluchtelingen en
samenleving.
asielzoekers krijgen gepaste ondersteuning, gericht op zelfstandigheid.
E1.2.2 Inwoners stijgen op de participatieladder.
136
P1.2.3 Inwoners die dat nodig hebben ontvangen individuele verstrekkingen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 Inwoners voelen zich voldoende toegerust om zelfstandig of met behulp van hun netwerk deel te nemen aan de samenleving. Het percentage inwoners dat zichzelf kan redden is sinds 2010 constant. Effectdoelstelling 1.2.2 Inwoners stijgen op de participatieladder. De mate waarin Utrechters zich thuis en geaccepteerd voelen in de maatschappij (maatschappelijk welbevinden) en de mate waarin Utrechters zich staande kunnen houden in de maatschappij (zelfredzaamheid) zijn het afgelopen jaar niet veranderd. Utrechters geven hiervoor het rapportcijfer 7,8. Ook het aandeel Utrechters dat in een sociaal isolement leeft (8%) is onveranderd. Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Mantelzorgers worden ondersteund. We hebben het programma Mantelzorg in 2012 gecontinueerd. Naast de algemene ondersteuning door het Steunpunt Mantelzorg is speciale aandacht besteed aan allochtone en jonge mantelzorgers. Zo is voor jonge mantelzorgers op de ROC’s een ‘week van de jonge mantelzorger’ georganiseerd. Bij het Steunpunt is de ontwikkeling van een lokaal kenniscentrum gericht op kennisverspreiding onder professionals in zorg, welzijn en onderwijs verder van de grond gekomen. In 2012 zijn we gestart met een pilot wijkgerichte mantelzorgondersteuning in Leidsche Rijn. Prestatiedoelstelling 1.2.2 Sociaal kwetsbaren, vluchtelingen en asielzoekers krijgen gepaste ondersteuning, gericht op zelfstandigheid. Ons beleid voor dak- en thuislozen wordt verantwoord in het hoofdstuk volksgezondheid. In 2012 zijn 360 jongeren door het Ex-AMA steunpunt Perspectief in Utrecht intensief begeleid en 135 jongeren incidenteel. Er is in 2012 een instroom van 35 nieuwe cliënten geweest. De noodopvang heeft 107 plekken. De uitstroom bedroeg 52 personen. STIL ondersteunt honderden ongedocumenteerden op jaarbasis. Er is een toestroom van 300 nieuwe cliënten geweest in 2012. STIL was genoodzaakt tijdelijk een cliëntenstop te hanteren. Op 1 april 2012 zijn, voor een periode van 1 jaar, twee krachtige buurtteams gestart, één in Ondiep en één in Overvecht Zuid. De buurtteams experimenteren met een nieuwe integrale werkwijze voor de ondersteuning van mensen die het (even) niet zelf redden. Ze werken volgens het uitgangspunt één huishouden, één plan, één regisseur en richten zich op het benutten en versterken van de eigen kracht van mensen. Ruim 400 cliënten zijn ingestroomd. De WijkWelzijnsOrganisaties (WWO's) hebben de inzet op het terrein van individuele ondersteuning volgens afspraak geleverd. Ook de afspraken ten aanzien van de Wmo loketten zijn nagekomen. De wachtlijsten zijn geheel verdwenen. Opvallend is dat het aantal ondersteuningsvragen op financieel en materieel gebied fors is gestegen. De signaleringsnetwerken op het terrein van sociaal isolement zijn onderdeel geworden van de netwerken woonoverlast en stille problematiek. Prestatiedoelstelling 1.2.3 Inwoners die dat nodig hebben ontvangen individuele verstrekkingen. We compenseren burgers met een beperking, zodat zij zelfstandig kunnen functioneren en sociale verbanden kunnen aangaan. Per 1 januari 2012 is het nieuwe beleid van kracht geworden voor bestaande cliënten. Dankzij dit nieuwe beleid is het ons gelukt de overschrijdingen op dit budget om te buigen naar een overschot. Aan 16.930 personen zijn één of meerdere voorzieningen verstrekt.
137
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
18% (2010)
17%
nnb
92%
94%
7%
8%
Effectindicatoren:
1.2.1 1.2.2. 1.2.2. 1.2.3.
Percentage mantelzorgers
Gezondheids-
dat de zorg als te zwaar
peiling (GG en
ervaart
GD)
Percentage inwoners dat
Inwonersenquête
zichzelf kan redden
(Onderzoek)
Percentage bewoners dat
Inwonersenquête
zich sociaal geïsoleerd voelt
(Onderzoek)
Klanttevredenheid Wmo
Jaarlijks KTO
(aantal aspecten)
(Onderzoek)
7,1 (2010)
7,2
7,2
Stade
375 (2009)
450
561
Socrates
15.092 (2010)
16.000
16.930
Prestatie indicatoren: Aantal mantelzorgers in bestand Steunpunt 1.2.1
Mantelzorg Aantal cliënten individuele
1.2.2
ondersteuning
Relevante omgevingsfactoren Niet van toepassing.
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
Lasten P1.2.1 Mantelzorgers
1.527
933
931
2
P1.2.2 Zelfredzaamheid
21.650
28.552
27.780
772
P1.2.3 Individuele verstrekkingen
37.241
35.412
33.275
2.137
Totaal lasten
60.418
64.897
61.986
2.911
Baten P1.2.1 Mantelzorgers
0
0
0
0
P1.2.2 Zelfredzaamheid
0
0
54
54
P1.2.3 Individuele verstrekkingen
2.385
2.995
4.223
1.228
Totaal baten
2.385
2.995
4.277
1.282
58.033
61.902
57.709
4.193
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
58.033
61.902
57.709
4.193
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
138
Financiële toelichting Zelfredzaamheid Hogere lasten door verschuiving van Bewonersinitiatieven (0,5 miljoen euro). Lagere lasten door verschuiving naar Aanpak gezondheidsachterstand (0,25 miljoen euro), terugvordering subsidies (0,2 miljoen euro), lagere kosten transitie AWBZ (opstart en begeleiding buurtteams, 0,6 miljoen euro) en lagere projectsubsidies (minder aanvragen) (0,2 miljoen euro). Individuele verstrekkingen Binnen de Wmo is er een overschot van 3,365 miljoen euro op het budget gerealiseerd. Dit heeft enerzijds te maken met aanzienlijke hogere eigen bijdragen (die door het CAK worden geïnd) en anderzijds met de onderuitputting van een aantal budgetten. De CAK ontvangsten zijn conservatief geraamd. Omdat wij door privacywetgeving geen toegang hebben tot de variabelen die door het CAK gebruikt worden voor de bepaling van de eigen bijdrage en de hoogte ervan, zijn deze opbrengsten moeilijk te begroten. Gezien de onzekerheid en onvoorspelbaarheid van de opbrengsten hiervan worden deze voorzichtig geraamd. Hierdoor hebben wij bij 1,142 miljoen euro meer opbrengsten CAK en 0,085 miljoen euro meer opbrengsten uit vergoedingen. Aan de kostenkant is vooral een voordeel gerealiseerd door scherpere tarieven in de nieuwe contracten voor hulpmiddelen en indicatiestellingen. Daarnaast is er actief gestuurd op herverstrekkingen waardoor de aanschaf van nieuwe hulpmiddelen is afgenomen. Tot slot zijn er besparingen op onderhoudscontracten gerealiseerd en zijn er minder woningaanpassingen geweest dan we verwacht hadden. Dit resulteert in een voordeel van 2,137 miljoen euro aan de kostenkant. Het is de vraag of de gerealiseerde voordelen zich ook structureel voor doen. Vooral met betrekking tot het hergebruik en het aantal in te zetten hulpmiddelen is het onzeker of de trend van het afgelopen jaar kan worden voortgezet. Tenslotte is duidelijk geworden dat de tarieven zo scherp zijn, dat deze mogelijk niet kunnen worden gehandhaafd tot het einde van de contractperiode. Aangezien de Wmo een openeinderegeling is, is het moeilijk te prognosticeren en wordt er conservatief geraamd.
Subdoelstelling 1.3 Geen drempels Subdoelstelling 1.3 In Utrecht kan iedereen meedoen omdat er geen algemene, maatschappelijke drempels zijn.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.3.1. Het vertrouwen dat discriminatie
P1.3.1 Meldingen van stigmatisering en discriminatie
wordt tegengegaan is toegenomen.
worden adequaat opgevolgd.
E1.3.2 Voorzieningen, openbare ruimte,
P1.3.2 Voorlichting geven over en zichtbaar maken
informatie en dienstverlening zijn toegankelijk voor alle inwoners van Utrecht.
van diversiteit. P1.3.3 Gemeentelijke informatie, voorzieningen en openbare ruimte worden begrijpelijker respectievelijk toegankelijker.
139
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.3.1 Het vertrouwen dat discriminatie wordt tegengegaan is toegenomen. Van de Utrechters voelde 13% zich gediscrimineerd, een lichte toename ten opzichte van 2011 (11%). Effectdoelstelling 1.3.2 Voorzieningen, openbare ruimte, informatie en dienstverlening zijn toegankelijk voor alle inwoners van Utrecht. Twee nieuwe voorzieningen zijn toegankelijk gemaakt. Het percentage Utrechters dat (gemeentelijke) informatie toegankelijk en begrijpelijk vindt is afgenomen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.3.1 Meldingen van stigmatisering en discriminatie worden adequaat opgevolgd. De Gemeente Utrecht kent 168 verschillende nationaliteiten. De inwonersenquête 2012 laat zien dat het gevoel gediscrimineerd te worden onder inwoners van Utrecht is gestegen van 11 naar 13%. Artikel 1 Midden-Nederland constateert een lichte daling van het aantal meldingen van discriminatie in de horeca. Er was een toename van meldingen in de publieke en politieke opinie vooral veroorzaakt door het Polenmeldpunt en een stijging van meldingen over de arbeidsmarkt, vooral in de commerciële sector en collectieve voorzieningen. De meldingen betreffen discriminatie op grond van herkomst, leeftijd, seksuele geaardheid en functiebeperking waarbij herkomst de belangrijkste blijft. Het grootste aantal melders is autochtoon. Het aantal meldingen van Utrechters met een Marokkaanse of Turkse achtergrond is afgenomen ten opzichte van 2011. In het kader van ons LHBT (lesbisch, homo, bi- en transgender) emancipatiebeleid hebben wij 'Gay-alert', ter voorkoming van escalatie rond treiterijen en overlast gecontinueerd, jongerenwerkers getraind, aan zichtbaarheid gewerkt via het MidZomerGrachtfestival, actief voorlichting gegeven in het VO en MBO en een aanzet daartoe gegeven in het PO. We hebben voorbereidingen getroffen voor de Roze Zaterdag op 29 juni 2013 en de sportcampagne 'Iedereen sport mee, homo of hetero'. We zijn gestart met de certificering (Roze Loper) van alle Utrechtse verpleeg- en verzorgingshuizen. Prestatiedoelstelling 1.3.2 Voorlichting geven over en zichtbaar maken van diversiteit. Het Actieplan Doorlopend Divers wordt uitgevoerd. Een tussenrapportage volgt in het voorjaar van 2013. Prestatiedoelstelling 1.3.3 Gemeentelijke informatie, voorzieningen en openbare ruimte worden begrijpelijker respectievelijk toegankelijker. Wij hebben het plan Agenda 22 2012-2018 vastgesteld en aan de commissies voorgelegd. In het plan hebben wij de ambitie geformuleerd dat met de uitvoering van de bijna 100 acties uit het plan Utrecht in 2018 toegankelijk is. De samenwerking met de belangenbehartigers is verstevigd en verbreed. Op 1 oktober is www.toegankelijkutrecht.nl gelanceerd. Wonen-Welzijn-Zorg (WWZ): De wijknetwerken en wijkservicezones zijn verder ontwikkeld en uitgebouwd. Deze netwerken en zones bieden dicht bij huis laagdrempelige voorzieningen aan bewoners in het kader van het verbinden van wonen, welzijn en zorg. Over cultuursensitieve zorg is in het najaar een conferentie gehouden, waar afspraken zijn gemaakt met het veld om cultuurgebonden belemmeringen te verminderen.
140
Indicatoren subdoelstelling 1.3 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
10%
13%
nnb
nnb
70%
58%
40
25
54
226 voorlichtingen
5 p.j.
2 p.j.
Effectindicatoren: 1.3.1
1.3.2.
Percentage Utrechters dat zich
Inwonersenquête
gediscrimineerd heeft gevoeld
(Onderzoek)
Percentage Utrechters dat de
Benchmark
gemeentelijke voorzieningen als
publiekszaken
fysiek toegankelijk ervaart
(Onderzoek)
Percentage Utrechters dat 1.3.3.
(gemeentelijke) informatie
Inwonersenquête
toegankelijk en begrijpelijk vindt
(Onderzoek)
Prestatie indicatoren: Aantal meldingen van homogerelateerde incidenten bij 1.3.1
1.3.2
1.3.3
de politie
BVH
Aantal scholen dat
COC respectievelijk
voorlichtingsprogramma's
Maatschappelijke
aanbiedt
Ontwikkeling
Aantal door de gemeente
Maatschappelijke
toegankelijk gemaakte
Ontwikkeling (Meedoen
voorzieningen
naar vermogen)
nnb
Relevante omgevingsfactoren Niet van toepassing.
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
P1.3.1 Melding discriminatie
514
135
61
74
P1.3.2 Voorlichting discriminatie
364
786
623
163
P1.3.3 Toegankelijkheid
518
115
96
19
1.396
1.036
780
256
P1.3.1 Melding discriminatie
0
0
0
0
P1.3.2 Voorlichting discriminatie
0
0
0
0
P1.3.3 Toegankelijkheid
0
0
55
55
Totaal baten
0
0
55
55
1.396
1.036
725
311
Lasten
Totaal lasten Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
1.396
1.036
725
311
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
141
Financiële toelichting Melding discriminatie Lagere lasten door lagere projectsubsidies (minder aanvragen, 0,05 miljoen euro). Voorlichting discriminatie Lagere lasten door terugvordering subsidies (0,1 miljoen euro) en lagere projectsubsidies (minder aanvragen, 0,05 miljoen euro). Toegankelijkheid Hogere baten door extra middelen van het Rijk (0,05 miljoen euro).
Subdoelstelling 2.1: Vrije Tijd en Speelruimte Subdoelstelling 2.1 Jeugdigen kunnen veilig buiten spelen en ontwikkelen ook na schooltijd hun talenten.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.1.1 Voldoende oppervlakte voor, en
P2.1.1 Voor iedere wijk is een speelruimteplan
goede kwaliteit van formele en informele
opgesteld.
speelruimte. P2.1.2 Kinder- en jongerenwerk leidt actief toe E2.1.2 Het percentage jeugdigen dat deelneemt aan gestructureerde vrijetijdsbesteding stijgt.
naar regulier vrijetijdsaanbod zoals sport- en andere verenigingen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 Voldoende goede speelruimte. In 2012 was 59% van de ouders (zeer) tevreden over de speelplekken voor kinderen in hun buurt. In 2010 was dit 58%, dit cijfer is dus stabiel en blijft nog enigszins onder de streefwaarde van 63%. Effectdoelstelling 2.1.2 Deelname aan gestructureerde vrijetijdsbesteding. Kinderen en jongeren zijn uitgedaagd om hun talenten te ontwikkelen en zijn toegeleid naar reguliere sport- en cultuurorganisaties. Ook hebben zij actief geparticipeerd bij projecten en beleidsontwikkelingen die voor kinderen en jongeren relevant en interessant zijn.
142
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Voor iedere wijk wordt een speelruimteplan opgesteld. De wijkspeelruimteplannen Zuid, Zuidwest en Overvecht zijn gerealiseerd. De resterende wijkspeelruimteplannen voor West, Binnenstad, Oost en Noordoost zijn in concept klaar en hierover vindt begin 2013 nog afstemming plaats met onder andere wijkraden. Vanuit het budget 'speelplekken in de buurt' zijn initiatieven van scholen gehonoreerd voor een natuurtuin in Hoograven en een zogeheten 'zoneparc' in Kanaleneiland. In het zelfbeheer van speeltuinen door bewoners zijn stappen gezet. Zo beheren bewoners de speeltuin de Zandloper in de Rivierenwijk, met begeleiding vanuit Doenja. In andere speeltuinen helpen vrijwilligers bij het beheer. Prestatiedoelstelling 2.1.2 Kinder- en jongerenwerk actief toeleiden naar regulier vrijetijdsaanbod zoals sport- en andere verenigingen. De samenwerking van diverse organisaties is van de grond gekomen. Dit hebben we opgepakt en gerealiseerd met jongerenwerkorganisatie JoU, Ucee-station, WWO’s, Cultuurhuis Kanaleneiland, SportU, Jong030, Fc4You en de beweegmakelaars. We hebben toegewerkt naar een aantrekkelijk, toegankelijk, uitdagend en gevarieerd vrijetijdsaanbod. Kinderen en jongeren konden zo kennismaken met diverse vormen van sport en cultuur, waarbij actief werd toegeleid naar reguliere sport- en cultuurorganisaties. Kinderen en jongeren werden actief gestimuleerd zelf activiteiten te ondernemen, zo nodig met professionele ondersteuning. Een mooi voorbeeld van deze activiteiten is het project van de meidenambassadeurs die met ondersteuning van jongerenwerkers een 'Meidenevent' organiseerden op het Utrechtse stadhuis. Voor Jeugdparticipatie U-shake hebben we een nieuwe aanbieder gecontracteerd, NJR (Nederlandse Jeugdraad). De resultaten hiervan waren onder andere 'de week van de jonge mantelzorgers', Gezonde voeding ‘Taste Experience’ én de vorming van het U-shake participatiefestival ‘Samen in Utrecht’. De Stichting De Bakkerij is tot nieuwe stedelijke coördinator van de kinderraad benoemd. De implementatie van de (nieuwe) ‘Vreedzame Kinderraadsvergadering’ heeft plaatsgevonden. Ook is twee keer een stedelijk debat gehouden over lokale democratie dat werd uitgezonden op RTV Utrecht.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
inwonersenquête
63% (2009)
63%
59%
Jeugdmonitor
92% (2010)
95%
PM16
DMO samenleving
0 (2009)
6
3
30.000
30.000
36
36
Effectindicatoren: % ouders (zeer) tevreden over speelplekken voor E2.1.1
kinderen in hun buurt % jeugdigen (PO) dat deelneemt aan georgani-
E2.1.2
seerde vrijetijdsbesteding
Prestatie indicatoren: Aantal gerealiseerde P2.1.1
speelruimteplannen Aantal uren openstelling
P2.1.1
speeltuinen
30.000 DMO samenleving
(2008)
DMO Onderwijs
0 (2008)
Aantal FTE aangestelde P2.1.2
16
combinatiefuncties
Jeugdmonitor wordt 1 maal per twee jaar uitgevoerd. De volgende monitor zal de realisatie 2013 toetsen. 143
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
4.619
655
508
147
5.885
9.998
9.685
313
10.504
10.653
10.193
460
0
0
0
0
0
0
0
0
10.504
10.653
10.193
460
Lasten P2.1.1 Voor iedere wijk is een speelruimteplan opgesteld P2.1.2 Kinder- en jongerenwerk leidt actief toe naar regulier vrijetijdsaanbod zoals sport- en andere verenigingen. Totaal lasten Baten P2.1.1 Voor iedere wijk is een speelruimteplan opgesteld P2.1.2 Kinder- en jongerenwerk leidt actief toe naar regulier vrijetijdsaanbod zoals sport- en andere verenigingen Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
10.504
10.653
10.193
460
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij bij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe: De budgetten zijn in 2012 op een onjuiste wijze overgedragen aan de prestatiedoelstellingen 'Opstellen
•
speelruimte plannen voor iedere wijk' en voor 'Kinder- en Jongerenwerk leidt actief toe naar regulier vrijetijdsaanbod zoals sport- en andere verenigingen' met als gevolg dat het grootste deel van het budget op Kinder- en Jongerenwerk is terecht gekomen. Ook de uitgaven zijn voor het grootste deel op dit budget geboekt. Om die reden is het eenvoudiger de budgetten als één geheel toe te lichten. Voor 2013 zijn de budgetten weer juist verwerkt.
• Er resteert een bedrag van 0,130 miljoen euro als gevolg van een uitbreiding van twee brede scholen in de tweede helft van 2012 waardoor de combinatiefunctionarissen aangesteld worden in 2013. Er resteert een bedrag van
120k door projecten die uitgesteld zijn op Brede School. Door de aanbestedingsprocedures voor Kinderraad en voor U-shake is er vertraging opgetreden. Totaal resteert op dit onderdeel 0,085 miljoen euro. Er is door jongeren geen beroep gedaan op het budget voor jongerenvoorzieningen in zelfbeheer. Tevens is het meidenwerk pas medio 2012 van start gegaan. Hierdoor resteert 0,125 miljoen euro.
144
Subdoelstelling 2.2: Opvoeden en opgroeien Subdoelstelling 2.2 Jeugdigen groeien zonder problemen op en ouders voelen zich toegerust voor de opvoeding.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.2.1 Minder ouders met ernstige
P2.2.1 Twee proeftuinen waarin laagdrempelige
opvoedproblemen en minder kinderen met ernstige opgroeiproblemen.
(groepsgerichte) opvoedingsondersteuning en een generalistisch hulpaanbod zonder financiële schotten gerealiseerd zijn.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.2.1 Minder ouders met ernstige opvoedproblemen en minder kinderen met ernstige opgroeiproblemen. Met de ruim 80.000 jaarlijkse contacten met kinderen en hun ouders legt de Jeugdgezondheidszorg een basis voor gezond en veilig opgroeien. Ouders konden in 2012 op een toegankelijke manier met opvoedingsvragen en problemen terecht bij de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG's). Zij zijn ondersteund door de opvoedbureaus. Waar nodig zijn meervoudige problemen nader geïnventariseerd en in overleg met betrokkenen bij de juiste hulp- of zorgverlener belegd. Circa 5000 bezoekers aan de website www.jeugdengezinutrecht.nl zijn geïnformeerd over de dienstverlening vanuit de CJG's. Verder hebben enige honderden mensen vragen gesteld via e-consult of de telefonische hulpverlening. Uit de tussentijdse evaluatie van de pilots met de buurtteams jeugd en gezin blijkt dat ouders tevreden zijn over de hulpverlening die door die teams is ingezet. In de gebieden waar de teams actief zijn lijkt het beroep op zwaardere zorg af te nemen. Binnen de pilots is kennis en ervaring opgedaan die we goed kunnen gebruiken voor het verder vorm geven van de transformatie in de zorg voor jeugd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.2.1 Ouders krijgen de hulp die ze nodig hebben integraal en dichtbij huis waarbij in twee postcodegebieden ook de geïndiceerde jeugdzorg zonder organisatorische en financiële schotten integraal wordt ingezet. Vanuit de zeven CJG's is de inzet van opvoedbureaus en Jeugdadviesteams gecontinueerd. Om een bijdrage te leveren aan de pedagogische civil society hebben de wijkpedagogen en voorlichters het groepsaanbod in 2012 uitgebreid. Daarnaast hebben maatschappelijk werkers en de orthopedagogen van de Jeugdadviesteams ook in 2012 advies en ondersteuning geboden aan professionals om jeugdigen en gezinnen zo snel mogelijk toegeleid naar passende hulp. De opvoedbureaus hebben in 2012 eerste stappen gezet om ook een groepsaanbod te realiseren, onder andere in samenwerking met scholen. Via de CJG website en een stedelijk telefoonnummer is zowel advies als informatie geboden. De vernieuwde website is gelanceerd. In de buurtteams Jeugd en Gezin wordt door generalistische hulpverleners integraal zorg geboden aan gezinnen in twee postcodegebieden. Ter voorbereiding op de transformatie van de jeugdzorg wordt op een wijkgerichte manier in de buurtteams ervaring opgedaan met de taken die in 2015 vanuit de provincie en het Rijk zullen worden overgedragen naar de gemeenten. 145
Relevante omgevingsfactoren In het huidige regeerakkoord is de decentralisatie van jeugdzorg prominent opgenomen. We gaan door met ons werkproces om de transitie van jeugdzorg verder vorm te geven.
Indicatoren subdoelstelling 2.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Inwonersenquête
3 4% (2012) 17
DMO-Jeugd
0 (2011)
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
nnb
4%
2
2
Effectindicatoren: % ouders dat gebruik maakt E2.2.1
van intensieve jeugdzorg
Prestatie indicatoren: Aantal proeftuinen met P2.2.1
generalistisch hulpaanbod
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
financiële schotten gerealiseerd zijn.
3.451
7.903
7.155
748
Totaal lasten
3.451
7.903
7.155
748
financiële schotten gerealiseerd zijn.
132
132
123
-9
Totaal baten
132
132
123
-9
3.319
7.771
7.031
739
Lasten P2.2.1. Twee proeftuinen waarin laagdrempelige (groepsgerichte) opvoedingsondersteuning en een generalistisch hulpaanbod zonder
Baten P2.2.1. Twee proeftuinen waarin laagdrempelige (groepsgerichte) opvoedingsondersteuning en een generalistisch hulpaanbod zonder
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
3.319
7.771
7.031
739
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
17
In 2012 voor het eerst gemeten via de inwonersenquête.
146
Financiële toelichting Hieronder lichten we per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. In de Voorjaarsnota is de verwachting opgegeven dat we door samenwerking met andere partijen in de jeugdzorg in aanloop naar de decentralisatie 0,750 miljoen euro kunnen besparen in 2012. Deze bezuiniging is, conform voorjaarsnota gerealiseerd. Dit komt tot uitdrukking in de (geplande) onderbesteding van 0,739 miljoen euro.
Subdoelstelling 2.3: Jongerenoverlast en –criminaliteit nemen af Subdoelstelling 2.3 Jongerenoverlast en –criminaliteit nemen af.
Wat willen we bereiken? E2.3.1 Afname van jongerenoverlast. E2.3.2 Afname van jeugdcriminaliteit.
Wat gaan we daarvoor doen? P2.3.1 Uitvoeren van de aanpak jeugd en veiligheid.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.3.1 Afname van jongerenoverlast. In 2012 gaf 21% van de inwoners van Utrecht aan vaak jongerenoverlast te ervaren, een stijging van twee procentpunten ten opzichte van vorig jaar. Hiermee is de ambitieuze doelstelling om de (vaak) ervaren jeugdoverlast te laten dalen naar 14% helaas niet gehaald. Het aantal bewoners dat vaak overlast ervaart fluctueert de afgelopen jaren rondom de 20% . In 2009 was er een positieve uitschieter naar 14%. Er is geen eenduidige verklaring voor de stijging, te meer daar het aantal meldingen van overlast bij de politie niet is gestegen. Het beeld van de professionals die contact hebben met bewoners in de wijken, is dat 2012 een rustiger jaar was dan de voorgaande jaren. Effectdoelstelling 2.3.2 Afname van jeugdcriminaliteit. In 2012 bedroeg het aantal unieke aangehouden jeugdige verdachten in de leeftijdscategorie twaalf tot en met 24 jaar, dat in Utrecht woont, 2.7% van het totaal aantal jeugdigen in die leeftijdscategorie dat in Utrecht woont.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.3.1 Preventie In 2012 hebben we voor risico jongeren onder de twaalf jaar de projecten Forza, Tawazoun en BNS xtra voortgezet. Ook hebben we het Stedelijke Jongerenteam voortgezet. Met het jongerenteam bereikten we elf jongeren. Aanpak Marokkaanse risicojeugd – Onze Toekomst In 2012 voerden we voor de laatste keer het project Onze Toekomst uit. Dit omdat de rijksmiddelen voor dit project na 2012 stoppen. Alle maatregelen in het kader van 'Onze Toekomst' zijn in 2012 volgens planning uitgevoerd. We hebben vooral ingezet op de aanpak van werkloosheid en schooluitval onder Marokkaans-Nederlandse risicojeugd. Daarnaast hebben we flink geïnvesteerd op de inbedding van succesvolle bestanddelen in het reguliere beleid. Een aantal succesvol gebleken methodieken zijn door bestaande organisaties overgenomen. Zo wordt de inzet van 147
schoolcontactfunctionarissen door de scholen zelf voortgezet, en implementeert JoU de methodiek arbeidscoaching. Daarnaast is een start gemaakt met het versterken van de cultuursensitiviteit van onze reguliere voorzieningen. Utrecht vervulde in 2012 voor het laatst de brede landelijke coördinatierol bij de aanpak van probleemjongeren van Marokkaanse afkomst. De burgemeester blijft nog wel coördinerend bestuurder voor de aanpak, die verder bij de VNG is ondergebracht. Aanpak Jeugdgroepen De aanpak jeugdgroepen is vernieuwd in 2012. Voor alle (40 geshortliste) jeugdgroepen is een integraal plan van aanpak in uitvoering. We hebben vooral geïnvesteerd in de 'kopstukken aanpak', toeleiding naar zorg en/of school/werk en het betrekken van bewoners en ouders bij de aanpak van jeugdoverlast. Afgelopen jaar zijn er meer dan 30 bijeenkomsten met bewoners geweest. De vernieuwing maar zeker de kopstukkenaanpak hebben geleid tot meer maatwerk en sneller en consequent optreden. Deze aanpak heeft een sterk wijkgericht karakter. Zo zijn ouders, bewoners en ondernemers betrokken in zogenaamde bewoners- en ouderbijeenkomsten over jeugdoverlast, waarvan er in 2012 32 zijn georganiseerd. Pilot Veiligheid en Team Jongeren We zijn gestart met een pilot om de samenwerking tussen diverse welzijns- en zorgpartijen en het team Jongeren van de gemeente (W&I/leerplicht RMC) te verbeteren. De pilot richt zich op risicojongeren, vooral uit de aanpak jeugdgroepen, en jongeren die terugkeren uit detentie. Voor deze pilot zijn 41 jongeren aangemeld, waarvan er inmiddels negen zijn uitgestroomd naar werk en/of opleiding. In de loop van 2012 is besloten ook het team Bijzondere Doelgroepen - waar de dak- en thuisloze jongeren onder vallen - van Werk en Inkomen bij de pilot te betrekken. Nazorg na detentie In 2012 zijn 36 jongeren met een traject Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer gestart. Eveneens in het kader van nazorg zijn 49 jongeren met een traject Titan gestart. Jeugdprostitutie We hebben het project Pretty Woman volgens planning voortgezet, hiermee zijn 48 meiden bereikt. We hebben de samenwerking tussen Pretty Woman en de Rading verstevigd. Verder zijn er groepen gestart voor ouders en Girls Talk groepen. Relevante omgevingsfactoren In voorbereiding op het wegvallen van de middelen voor Onze Toekomst, de start van het Vernieuwend Welzijn, de decentralisatie van de Jeugdzorg en effectevaluaties, hebben we fundamentele verbeteringen in het aanbod in Jeugd en Veiligheid voorbereid.
Indicatoren subdoelstelling 2.3 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
enquête
22% (2006)
14%
21%
BVH
(2010)
2.8%
2.7%
Groepsaanpak
23 (2008)
17
40
450
467 18
Effectindicatoren: InwonersE2.3.1
Ervaren jongerenoverlast (% vaak) Aandeel jeugdige verdachten van het
E2.3.2
totaal aantal jeugdigen
2.9%
Prestatie indicatoren: Aantal groepsgerichte plannen van P2.3.1
aanpak problematische jeugdgroepen
Rapportages P2.3.2
18
Aantal trajecten jeugd en veiligheid4
uitvoerders
491 (2009)
Hierin zijn ook de trajecten Arbeidscoaching die in 2012 zijn uitgevoerd meegenomen. Het aantal trajecten Intensief
Outreachende Hulpverlening en Oudercoaching was in 2012 wat lager dan vooraf begroot. Dit onder andere in verband met de komst van de buurtteams en de vernieuwingen in de aanpak jeugdgroepen. 148
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
veiligheid
450
450
387
63
Totaal lasten
450
450
387
63
veiligheid
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
450
450
387
63
Lasten P2.3.1. Uitvoeren van de aanpak jeugd en
Baten P2.3.1. Uitvoeren van de aanpak jeugd en
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
450
450
387
63
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Activiteiten in het kader van Preventie, Polarisering en Radicalisering evenals voor Jeugdwerkeloosheid zijn in 2011 geëindigd. Voor 2012 is een klein budget van 0,046 miljoen euro aangehouden om nagekomen kosten te betalen. Dit bedrag is niet uitgegeven.
Subdoelstelling 3.1: Alle Utrechters weten hun gezondheid bewaakt en beschermd Subdoelstelling 3.1 Alle Utrechters weten hun gezondheid bewaakt en beschermd.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E3.1.1 Utrecht is een gezonde, sociale en
P3.1.1 Bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle Utrechters.
actieve stad waar de gezondheid van alle Utrechters is bewaakt en beschermd.
149
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.1.1 Utrecht is een gezonde, sociale en actieve stad waar de gezondheid van alle Utrechters is bewaakt en beschermd. Besmettingen met infectieziekten zijn waar mogelijk voorkomen of in ieder geval zo snel mogelijk opgespoord om verdere verspreiding te voorkomen. Met jeugdgezondheidszorg bewaken, beschermen en bevorderen wij, klantgericht en vanuit de wijken, gezond opvoeden en opgroeien. Wij willen bereiken dat jongeren het eerste gebruik van alcohol en drugs uitstellen en risicovol gebruik voorkomen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Utrecht is een gezonde, sociale en actieve stad waar de gezondheid van alle Utrechters is bewaakt en beschermd. Prestatiedoelstelling 3.1.1 Bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle Utrechters.
• In 2012 is geen grote infectieziekte-uitbraak geweest. We hebben alert gereageerd op signalen en intern
opgeschaald als dat nodig was, bijvoorbeeld bij mogelijke besmettingen bij een particuliere kliniek als gevolg van onvoldoende hygiëne. Verder participeerden wij actief in verschillende netwerken om de kwaliteit van de infectieziektebestrijding te waarborgen zoals het netwerk met huisartsen en huisartsenposten, medisch microbiologen en ziekenhuizen en netwerken in het kader van BRMO (Bijzondere Resistente Micro Organismen) en zoönosen.
• Voor het bestrijden van tuberculose hadden we 16.000 contactmomenten, 76 mensen bleken tuberculose te
hebben. Naast het voorkomen en opsporen van tuberculose hebben wij de mogelijkheden verkend voor nauwere
samenwerking in de regio om ons netwerk te versterken.
• Sinds enkele jaren is er bij reizigerszorg sprake van een daling van het aantal klanten. Dit is een landelijke trend,
die te wijten is aan de ongunstige economische omstandigheden, waardoor mensen minder vaak én minder ver op reis gaan of geen vaccinatie halen voordat zij op reis gaan. Daarnaast zijn activiteiten ontplooid om reizigers bewust te maken van gezondheidsrisico's en om inwoners te wijzen op de expertise van de GGenGD. Deze
•
activiteiten zijn onderdeel van een plan om toe te werken naar een toekomstbestendige reizigerszorg. In maart 2012 was weer de landelijk Week van de Lentekriebels, waar op een speelse manier aandacht wordt gegeven aan relaties en seksualiteit. In Utrecht deden 7700 leerlingen en 640 leerkrachten van 41 basisscholen mee, waaronder negen scholen uit het speciaal en bijzonder (basis)onderwijs. Tweede en derde klassers in het voortgezet onderwijs kregen voorlichting over seksuele gezondheid en het voorkomen van seksueel overdraagbare aandoeningen in de lessenserie Lang leve de Liefde, een wetenschappelijk bewezen interventie. 75 klassen in het MBO hebben een voorlichting gehad over seksuele gezondheid. Verder hebben ongeveer 2700 Utrechters onze spreekuren seksuele gezondheid bezocht, daarvan gingen ruim 2500 mensen naar onze soa-poli in het UMC en
•
kwamen bijna 200 jongeren naar de GGenGD met hun hulpvraag. Het afgelopen jaar hebben we 400 inspecties uitgevoerd, inclusief alle gastoudervoorzieningen op de gastouderlocaties. De gastouderopvang had prioriteit het afgelopen jaar. Als we bij inspecties overtredingen constateerden, hebben we gehandhaafd conform het gemeentelijk handhavingsbeleid en het handhavingsprogramma van de inspectie kinderopvang 2012. Het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) is een actueel overzicht van alle Utrechtse voorzieningen die aan de eisen uit de Wet Kinderopvang voldoen. In het LRKP worden voorzieningen alleen geregistreerd na een positieve beschikking van de gemeente. Door de selectieve externe vacaturestop van de Gemeente Utrecht was het niet mogelijk om het afgelopen jaar bestaande vacatureruimte bij Inspectie Kinderopvang snel en kwalitatief goed in te vullen. Daardoor is het beoogde aantal inspecties in 2012 niet gehaald.
150
• In de Jeugdgezondheidszorg werken wij met ouders, (voor)scholen en andere professionele partners samen om de Utrechtse jeugd gezond op laten groeien tot gezonde, zelfstandige en betrokken burgers uitgaande van eigen kracht. Problemen van kinderen en ouders nemen we serieus en relativeren daar waar nodig is want sommige problemen horen bij gezond opgroeien en opvoeden. We hebben in een LEAN traject gewerkt aan het stroomlijnen van de werkprocessen. Met de investering in uniforme gegevensregistratie in het Digitale Dossier JGZ ondersteunen we het risicogericht werken (met ondermeer de methode Samen Starten en een intern ontwikkeld risicoanalyseinstrument), versterken we de zorg voor de jeugd en professionaliseren we de aansturing van de werkprocessen. Van alle pasgeboren kinderen is 95% onderzocht op aangeboren afwijkingen 19 . In 2012 hadden we in totaal 83.000 contactmomenten: 67.000 contactmomenten met 0-4 jarigen en 16.000 contactmomenten met 4–19 jarigen. Om het contact met het onderwijs te versterken, hebben we voorbereidingen getroffen om in 2013 meer op scholen te gaan werken.
• De wijkaanpak Oost is een voorbeeld van de inzet op de vier pijlers van het programma Alcohol en Drugs
20
. In Oost
drinken jongeren in vergelijking met andere wijken jonger en vaker alcohol. De deelnemende organisaties 21 voelen urgentie om gezamenlijk die situatie te doorbreken. Om te bepalen aan welke informatie en handvatten ouders behoefte hebben, hebben zij geparticipeerd in focusgroepen. Alle activiteiten op het gebied van alcoholpreventie in Oost zijn in kaart gebracht, inclusief nieuwe initiatieven en er ontstaat steeds meer samenhang tussen de activiteiten. Na een wijkbijeenkomst over jongeren en alcohol heeft Stichting Utrecht Oost GEZond 22 het initiatief
genomen alcoholgebruik bij jongeren op de kaart te zetten door een eenduidige boodschap uit te dragen naar jongeren en hun ouders over de risico's van alcohol. De eerste convenantsperiode sport en alcohol is in 2012 afgelopen. Het nieuwe convenant 2013-2015 is voorbereid. Het uitvoeren van de optionele maatregelen heeft de verenigingen gescherpt in de bewustwording van de eigen drinkcultuur. We hebben in 2012 een werkoverleg gestart met supermarkten waarin ze geïnformeerd zijn over de nieuwe drank en horecawet en waar best practices zijn uitgewisseld. Met de buitengewoon opsporingsambtenaren en het Diakonessenhuis hebben wij de afspraak dat als zij informatie hebben over waar jongeren hun alcohol kopen dat aan ons doorgeven zodat wij gericht kunnen handhaven.
• In 2012 heeft de gezondheidspeiling onder volwassenen en ouderen plaatsgevonden. Voor het afleggen van
rekenschap over inzet van publieke middelen is evaluatief onderzoek uitgevoerd voor onder meer de programma's gezond gewicht, Jongeren op Gezond Gewicht en Alcohol en middelengebruik. In 2012 zijn we ook gestart met Volksgezondheidsmonitor Utrecht (VMU) die in februari 2014 wordt opgeleverd.
Relevante omgevingsfactoren De economische crisis heeft tot gevolg dat mensen minder vaak en minder ver op reis gaan, of minder vaak een
• vaccinatie halen voordat zij op reis gaan. • Door de economische crisis maken ondernemers in de kinderopvang vaker keuzes die negatieve effecten hebben
op de kwaliteit van de opvang, zoals het inzetten van te weinig personeel. De Inspectie Kinderopvang ziet dan ook een stijging in het aantal handhavingsmaatregelen op dit soort overtredingen.
• De nieuwe drank en horecawet van 1 januari 2013. • Door het geven van voorlichting en door doelgericht handelen heeft de GGenGD een bijdrage geleverd aan het beperken van de onrust onder bewoners van Kanaleneiland naar aanleiding van de asbestcrisis.
19
95% is gelijk aan het landelijk cijfer. Er blijft altijd een klein percentage ouders dat de vrijwillige voorziening, die het
consultatiebureau is, niet bezoekt. We investeren in het contact met ouders om hen te motiveren gebruik te maken van de jeugdgezondheidszorg. 20
De vier pijlers zijn: 1. Voorlichting en educatie. 2. Fysieke en sociale omgeving. 3. Vroegsignalering, advies en
ondersteuning, 4. Regelgeving en handhaving. 21 Scholen, sportverenigingen, politie, supermarkten, jongerenwerkers, huisartsen, verslavingszorg. 22
Huisartsen, psychologen, apothekers en fysiotherapeuten. 151
Indicatoren subdoelstelling 3.1 Indicator
Bron
Doelstelling
Realisatie
Nulmeting
2012
2012
87% (2010)
87%
87%
Effectindicatoren: Percentage inwoners ≥ 19 jaar met een uitstekend tot (zeer) goed ervaren
Gezondheids-
E3.1.1
gezondheid.
peiling 23
E3.1.1
met (heel)goed ervaren gezondheid.
Percentage kinderen in groep 7 en 8 (PO)
88% (2009Jeugd Monitor
Percentage kinderen in groep 7 en 8 (PO)
2010)
89% (201088%
20110
27% 25
27%
30%
32%
50
75
500
400
2
2
95%
95%
31% (2009-
E3.1.1
dat ooit gedronken heeft.
Jeugd Monitor
2010) 24
Percentage zware drinkers van 16 tot en
Gezondheids-
E3.1.1
met 24 jaar 26
peiling
32% (2010)
GGenGD
77 (2010)
GGenGD
464 (2010)
GGenGD
2 (2010)
Prestatie indicatoren: Aantal voorlichtingsbijeenkomsten seksuele gezondheid aan 1E-/2e P3.1.1
jaarsstudenten op MBO scholen. Aantal inspecties van kinderopvangvoorzieningen uitgevoerd conform
P3.1.1
jaarlijks handhavingsplan. Aantal wijken waarin JGZ intensief
P3.1.1
samenwerkt met (voor)scholen. Percentage op aangeboren afwijkingen
P3.1.1
P3.1.1
gecontroleerde pasgeboren kinderen.
RIVM
< 16jr.: 3506
middelenpreventie bereikte
≥ 16jr. : 3472
< 16 jr.: 2500
< 16 jr.: 2944
risicojongeren < 16 jaar en ≥ 16 jaar en
Ouders: 1335
≥ 16 jr.: 2500
≥ 16 jr.: 2740
Ouders: 900
Ouders: 1200
ouders.
GGenGD
Percentage met voorlichting en
23
middelengebruik bereikte scholen 27
(2010) PO: 61%
preventieactiviteiten over alcohol- en P3.1.1
95% (2010)
Aantal met selectieve alcohol- en
GGenGD
VO: 24%
PO: 63%
PO: 63%
(2010) 28
VO: 29% 29
VO: 29% 30
De gezondheidspeiling wordt eens in de twee jaar uitgevoerd. In het najaar van 2012 is een nieuwe uitgevoerd. De
resultaten daarvan zijn voor de zomer 2013 bekend. Daardoor is de waarde van de indicatoren die gemeten worden bij de gezondheidspeiling bij de realisatie 2012 gelijk aan nulmeting. In de programmabegroting 2012 staat voor de nulmeting uit 2010 39%, dat is echter de waarde van het schooljaar
24
2007-2008. De waarde voor 2009-2010 is 31%. In de programmabegroting 2012 staat voor de doelstelling 37% dat was gebaseerd op de nulmeting uit schooljaar
25
2007-2008 van 39%. De doelstelling van 2012 is hier bijgesteld omdat de nulmeting ook is bijgesteld. De doelstelling van 2012 is gelijk gesteld aan de realisatie van 2011 zoals die staat in de programmabegroting 2013. De doelstelling voor 2013 is 26%. Definitie zware drinkers: mannen wekelijks minimaal eenmaal 6 of meer glazen alcohol op één dag, vrouwen
26
wekelijks minimaal eenmaal 4 of meer glazen op één dag. De percentages verschillen van de percentages uit de programmabegroting 2012. Er wordt verantwoord op het
27
aantal scholen en niet op het aantal leerlingen en niet meer op kalenderjaar maar op schooljaar. Deze wijzigingen zijn al doorgevoerd in de programmabegroting 2013. Omdat niet meer verantwoord wordt op het aantal leerlingen maar op het aantal scholen zijn de percentages anders
28
dan in de begroting van 2012. Peiljaar is schooljaar 2010-2011. Gelijk aan de realisatie 2011, schooljaar 2011-2012.
29 30
De resultaten schooljaar 2012-2013 zijn bekend in zomer 2013, daardoor zijn de resultaten over 2012 gelijk aan de
realisatie van 2011. 152
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
gezondheid Utrechters
19.971
17.925
17.162
763
Totaal lasten
19.971
17.925
17.162
763
gezondheid Utrechters
8.567
5.649
5.390
-259
Totaal baten
8.567
5.649
5.390
-259
11.404
12.276
11.772
504
Lasten P3.1.1 Bewaken en beschermen
Baten P3.1.1 Bewaken en beschermen
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
200
200
0
11.404
12.076
11.572
504
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 3.1.1 Bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle Utrechters.
• Door verschillende oorzaken zijn de lasten 0,74 miljoen euro lager dan begroot. • Voor het project modernisering jeugdgezondheidszorg was incidenteel 0,2 miljoen euro in 2012 geraamd. Omdat
het project over een schooljaar loopt zijn een deel van deze middelen (nog) niet besteed, dit geeft een voordeel op de lasten van 0,1 miljoen euro. Naast dit voordeel zijn de geraamde gelden voor het digitaliseren van de papieren kinddossiers van de jeugdgezondheidszorg niet ingezet. De aanbestedingsprocedure is vertraagd en nu wordt in het tweede kwartaal 2013 gestart met digitaliseren. Deze kosten waren incidenteel gereserveerd in 2012 en dit levert een voordeel op van 0,17 miljoen euro.
• De middelen voor de inspectie van kindercentra zijn niet volledig gebruikt. Niet alle vacatures zijn in 2012 volledig bezet geweest waardoor een voordeel is ontstaan op de salarislasten van 0,1 miljoen euro. • Vanwege het teruggelopen aantal vaccinaties voor reizigers vallen de lasten 0,05 miljoen euro lager uit dan begroot. De baten op deze activiteit vallen 0,12 miljoen euro lager uit. • Op het gebied van aanvullende seksuele hulpverlening ontvangt de Gemeente Utrecht een rijkssubsidie. Deze
rijkssubsidie is niet volledig ingezet, het aantal consulten loopt terug . Het niet ingezette deel van de subsidie dient
•
terugbetaald te worden aan het Rijk. De lasten en baten dalen hierdoor met 0,12 miljoen euro. Diverse kleine plussen en minnen verklaren de resterende verschillen tussen de begroting en de realisatie.
153
Subdoelstelling 3.2: De gezondheidsachterstanden verkleinen door de gezondheid van kwetsbare Utrechters te bevorderen. Subdoelstelling 3.2 De gezondheidsachterstanden verkleinen door de gezondheid van kwetsbare Utrechters te bevorderen.
Wat gaan we daarvoor doen? Wat willen we bereiken? P3.2.1 Een samenhangende aanpak in gebieden met de E3.2.1 Utrecht is een gezonde, sociale en actieve stad waar de gezondheidsachterstanden van kwetsbare Utrechters zijn verminderd waarmee hun zelfredzaamheid en mogelijkheden van participatie zijn vergroot.
grootste gezondheidsachterstanden langs vier sporen: Meedoen
• • Leefstijl • Gezonde fysieke en sociale leefomgeving • Toegankelijke zorg en ondersteuning.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.2.1 Utrecht is een gezonde, sociale en actieve stad waar de gezondheidsachterstanden van kwetsbare Utrechters zijn verminderd waarmee hun zelfredzaamheid en mogelijkheden van participatie zijn vergroot. Wij hebben de gezondheidsproblemen van inwoners met een laag inkomen en opleiding, vaak wonend in de Utrechtse Krachtwijken, teruggedrongen met de Gezonde wijk aanpak, Jongeren op Gezond Gewicht en door aandacht te hebben voor de psychosociale gezondheid van Utrechters Wat hebben we daarvoor gedaan? Utrecht is een gezonde, sociale en actieve stad waar de gezondheidsachterstanden van kwetsbare Utrechters zijn verminderd waarmee hun zelfredzaamheid en mogelijkheden van participatie zijn vergroot. Prestatiedoelstelling 3.2.1 Een samenhangende aanpak in gebieden met de grootste gezondheidsachterstanden langs vier sporen: Meedoen, Leefstijl, Gezonde fysieke en sociale leefomgeving en Toegankelijke zorg en ondersteuning. In de wijken Overvecht, Noordwest en Zuidwest zijn we doorgegaan met de Gezonde wijk aanpak, waardoor de samenwerking tussen eerste lijn, welzijn en preventie verder is verstevigd. Vanuit een regisserende rol en op basis van kansen en ontwikkelingen in de wijk is de samenwerking verder uitgebouwd. In Overvecht is bijvoorbeeld samenwerking rond concrete casuïstiek tot stand gekomen tussen de huisartsenzorg (medisch) en het buurtteam Krachtig Overvecht Zuid (sociaal). In de wijken Zuidwest en Overvecht is gezamenlijk ingezet op het thema Ontspannen (maand van Ontspannen) en in Noordwest op depressiepreventie. De cijfers van Achmea laten tussen 2006 tot 2009 in Overvecht 4% minder zorgkosten zien dan op basis van populatie kenmerken was te verwachten. Dit percentage zet in 2010 door. In Overvecht, Hoograven, Noordwest en Kanaleneiland is gericht gewerkt aan het stimuleren van gezonde voeding en dagelijks bewegen bij kinderen met de wijkgerichte JOGG aanpak (Jongeren Op Gezond Gewicht). Samen met partners in de stad, zoals scholen, peuterspeelzalen, welzijn, Centra voor Jeugd en Gezin, sportverenigingen en winkeliers werkten we aan een gezonde omgeving waardoor ouders en kinderen makkelijker een gezonde keuze kunnen maken. In de JOGG wijken hebben alle peuterspeelzalen en een groot deel van de basisscholen de 'fruit-om-10 uur' als regel ingevoerd en is het dagelijks bewegen gestimuleerd. In Hoograven en Kanaleneiland hebben we in het najaar, gekoppeld aan het nationaal schoolontbijt, op de basisscholen het dagelijks ontbijten gestimuleerd. Voor kinderen met overgewicht en hun ouders is in Overvecht en Noordwest een cursus aangeboden waarin lekker bewegen, gezonde voeding en opvoeding centraal staan.
154
We hebben aandacht voor de psychosociale gezondheid en mentale fitheid van de Utrechters. In ons regulier werk maar ook in innovatieve aanpakken. Zo hebben we het maatschappelijk initiatief Levenslustforlife in de stad gefaciliteerd (co-creatie) en hebben we in Overvecht en Kanaleneiland de Maand van de ontspanning georganiseerd voor bewoners. Bij Fit4work is de voorbereidingsfase (aanbestedingsprocedure) afgesloten en start de uitvoering, waarbij we de koppeling leggen met de GGZ en leefstijlprogramma's. Relevante omgevingsfactoren
Indicatoren subdoelstelling 3.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
16% (2010)
16%
16%
Effectindicatoren: Percentage inwoners ≥ 19 jaar dat onvoldoende regie op eigen E3.2.1
leven ervaart in buurten met integrale
Gezondheids-
gebiedsaanpak.
peiling
Percentage inwoners ≥ 19 jaar met matig of slecht ervaren E3.2.1
gezondheid in buurten met integrale
Gezondheids-
gebiedsaanpak.
peiling
24% (2010)
23%
24%
GGenGD
25% (2010)
24%
25%
63%
62%
3
3
Percentage kinderen met overgewicht in groep 2 en 7 (PO) in buurten met JOGGE3.2.1
inzet, Percentage inwoners ≥ 19 jaar dat
E3.2.1
voldoende beweegt in wijken met
Gezondheids-
integrale gebiedsaanpak.
peiling
62% (2010)
GGenGD
1 (2010)
Prestatie indicatoren: Aantal wijken/buurten met aanpak P3.2.1
Gezonde Wijk. Aantal bereikte inwoners per wijk door
500
P3.2.1
wijkgezondheidswerk 31
GGenGD
(2010) 32
500
500
P3.2.1
Aantal wijken/buurten met JOGG-inzet.
GGenGD
1 (2010)
3
4 33
GGenGD
46 (2010)
50
61 35
Aantal weerbaarheidstrainingen per jaar P3.2.1
(PO) 34
31
Wijkgezondheidswerk in vijf wijken actief: Overvecht, Noordwest, Hoograven, Kanaleneiland en Leidsche Rijn.
32
Waarde 2010 exclusief extra bereik door WAP-middelen.
33
Naast Overvecht, Hoograven en Zuilen/Ondiep is Kanaleneiland de vierde wijk met JOGG-inzet.
34
Onderwerpen zijn pesten, alcohol, (homo)seksualiteit, kindermishandeling. Aantal is inclusief trainingen
doorbraakdossier alcohol jeugd. 35 Door een extra bijdrage vanuit het alcoholprogramma konden er meer trainingen gegeven worden. 155
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
gezondheidsachterstanden
4.257
3.177
3.115
62
Totaal lasten
4.257
3.177
3.115
62
gezondheidsachterstanden
57
69
128
59
Totaal baten
57
69
128
59
4.200
3.108
2.987
121
Lasten P3.2.1 Een samenhangende aanpak in gebieden met de grootste
Baten P3.2.1 Een samenhangende aanpak in gebieden met de grootste
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
4.200
3.108
2.987
121
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 3.2.1 Een samenhangende aanpak in gebieden met de grootste gezondheidsachterstanden langs vier sporen: Meedoen, Leefstijl, Gezonde fysieke en sociale leefomgeving en Toegankelijke zorg en ondersteuning.
• De lasten zijn 0,09 miljoen euro lager dan begroot. • Lagere uitgaven aan ketenzorg voor alcohol en middelen leiden tot een voordeel van 0,290 miljoen euro, deze lagere uitgaven zijn het gevolg van lagere verstrekte subsidies. • Door bezuinigingen op gezondheidsvoorlichting ( Programmabegroting 2011) zijn er frictiekosten ontstaan. Dit geeft een nadelige resultaat op de lasten van 0,1 miljoen euro. • Op het project Gezond Gewicht is een nadeel ontstaan van 0,18 miljoen euro omdat de rijksvergoeding naar verwachting lager zal uitvallen. • Diverse kleinere voordelen op een aantal projecten leiden tot een voordeel op de lasten van 0,09 miljoen euro. Uiteindelijk hebben we 0,149 miljoen euro minder uitgegeven dan we hadden begroot.
156
Subdoelstelling 3.3: Zeer kwetsbare Utrechters vinden de weg terug naar zelfstandigheid en meedoen Subdoelstelling 3.3 Zeer kwetsbare Utrechters vinden de weg terug naar zelfstandigheid en meedoen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E3.3.1 Verminderen van het aantal zeer
P3.3.1 Voortzetten van en voortbouwen op
kwetsbare Utrechters en voorkomen dat
bestaand beleid gericht op preventie en
kwetsbare Utrechters zeer kwetsbaar worden.
duurzaam herstel, uitgaande van participatie en eigen kracht van mensen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.3.1 Verminderen van het aantal zeer kwetsbare Utrechters en voorkomen dat kwetsbare Utrechters zeer kwetsbaar worden. De cijfers over de eerste helft van 2012 laten zien dat het aantal instromers en het aantal nieuwe trajecten voor blijvend herstel en participatie gelijk is gebleken en niet is gedaald. De toepassing van de regiobinding en de succesvolle aanpak van dakloze Polen door Barka hebben allebei een positief effect op de afname van de instroom. Er zijn echter ook negatieve invloeden zoals de krimp van de woningmarkt, instroom door de economische crisis en grote toestroom van niet-rechthebbenden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Verminderen van het aantal zeer kwetsbare Utrechters en voorkomen dat kwetsbare Utrechters zeer kwetsbaar worden. Prestatiedoelstelling 3.3.1 Voortzetten van en voortbouwen op bestaand beleid gericht op preventie en duurzaam herstel, uitgaande van participatie en eigen kracht van mensen.
• Voor de omslag van opvang naar preventie en herstel is een ombuiging gerealiseerd van 0,9 miljoen euro op de
opvang naar preventie en herstel. Hiervoor is onder andere de 24-uursopvang van Centrum Vaartserijn gesloten.
•
Het uitplaatsen van de 60 bewoners is onder regie van de gemeente succesvol afgerond. Met Voorkom huisuitzetting! (VH!) hebben wij bijgedragen aan het beperken van het aantal huisuitzettingen waardoor we de instroom in de daklozenopvang beperken. In 2012 is ingezet op een nieuwe groep uitvallers; de zelfstandig ondernemers die een andere aanpak vergen. Omdat het om een nieuwe aanpak gaat is met de woningcorporaties een pilot afgesproken voor tien zelfstandig ondernemers.
• We hebben sociaal-medische zorg verleend door ondermeer spreekuren te houden in het Catharijnehuis
daklozenopvang. In 2012 is de koudweerregeling een week van kracht geweest en zijn er gemiddeld 70 mensen per nacht extra opgevangen. De coördinatie wordt uitgevoerd door de Tussenvoorziening, voorheen lag die taak bij de gemeente.
157
• In 2012 is structurele financiering voor het uitstapprogramma gerealiseerd. In 2012 zijn 12 vrouwen uitgestapt en 50 vrouwen in traject gekomen. • In 2012 hebben wij 91vergunningen voor de tippelzone uitgegeven, terwijl wij 150 hadden verwacht.. De eventuele gevolgen van deze daling worden meegenomen in de evaluatie tippelzone. Er zijn 300 raamprostituees geregistreerd. Ook dat is minder dan verwacht op basis van de gegevens van de belastingdienst. In de registratiegesprekken is voorlichting gegeven over (medische) hulpverlening en werken onder dwang. In 2013 vindt
•
een benchmark met andere gemeenten op het uitstapbeleid plaats. Het project VoorZorg, dat zich richt op (aanstaande) moeders met meerder problemen is gecontinueerd met onder andere middelen uit Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang. VoorZorg kan rekenen op breed draagvlak. Een traject duurt 2,5 jaar en in 2012 zijn de eerste zes trajecten voltooid. Het genereren van middelen om de aanpak te continueren was en blijft een continue punt van aandacht. Voor 2013 is het project gedekt.
Relevante omgevingsfactoren De stagnerende woningmarkt heeft een belemmerend effect op de uitstroom van mensen uit de MO en hiermee op de hele doorstroom in de keten.
Indicatoren subdoelstelling 3.3 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
(2009)
0,14% 36
Onbekend 37
50 (2010)
50
50
jr. (2011) 22 < 23 jr. en 176 ≥ 23 jr.39
Onbekend
Effectindicatoren: Aantal huisuitzettingen bij woningcorporaties per E3.3.1
corporatiewoningen
Bestuurlijke
centrumgemeente
monitor PvA MO
0,15%
Prestatie indicatoren: Aantal nieuwe trajecten gericht op uitstap P3.3.1
prostitutie
GGenGD
Aantal dakloze zwerfjongeren < 23 jaar en volwassenen ≥ 23 jaar die voor drie maanden P3.3.1
22< 23 jr.
een stabiele mix hebben
Bestuurlijke
op vier leefgebieden 38
monitor PvA MO
en 176 ≥ 23
Percentage cliënten < 23 jaar en ≥ 23 jaar en met trajectplan dat uitstroomt naar vormen P3.3.1
55< 23 jr.
van (begeleid)
Bestuurlijke
zelfstandige wonen
monitor PvA MO
en 128≥ 23 jr.(2011)
55 < 23 jr. en 128 ≥ 23 jr. 40
Onbekend
13 (2010)
13
12
Aantal vrouwen dat P3.3.1
36
traject VoorZorg start
GGenGD
Om schommelingen in de woningvoorraad te kunnen ondervangen is gekozen voor een percentage. In absolute
aantallen gaat het in 2009 om 67 huisuitzettingen uit sociale huurwoningen vanwege huurschuld op 44.183 woningen, in 2010 ging het om 49 uitzettingen op 46.001 woningen, in 2011 om 63 uitzettingen op 46.309. Doelstelling van 2012 is gelijk aan de realisatie van 2011. Cijfers zijn zomer 2013 bekend.
37 38
De vier leefgebieden zijn: inkomen, huisvesting, contact met hulpverlening en activering / dagbesteding.
39
De vier leefgebieden zijn: inkomen, huisvesting, contact met hulpverlening en activering / dagbesteding.
40
Doelstelling 2012 is gelijk aan de realisatie van 2011.
158
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
participatie en eigen kracht van mensen
20.688
16.743
17.149
-406
Totaal lasten
20.688
16.743
17.149
-406
participatie en eigen kracht van mensen
1.322
1.756
1.691
-65
Totaal baten
1.322
1.756
1.691
-65
19.366
14.987
15.457
-470
Lasten P3.3.1 Voortzetten van en voortbouwen op bestaand beleid gericht op preventie en duurzaam herstel uitgaande van
Baten P3.3.1 Voortzetten van en voortbouwen op bestaand beleid gericht op preventie en duurzaam herstel uitgaande van
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
3.000
901
901
0
16.366
14.085
14.556
-470
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 3.3.1 Voortzetten van en voortbouwen op bestaand beleid gericht op preventie en duurzaam herstel, uitgaande van participatie en eigen kracht van mensen. De lasten zijn 0,41 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Een belangrijke oorzaak is de verhuizing van zorgcentrum De Singel. Hierdoor is er een boekwaarde afgeboekt van 0,47 miljoen euro.
159
1.9 Veiligheid Algemene doelstelling Utrecht is een veilige stad. Het veiligheidsbeleid richt zich op het terugdringen van criminaliteit en het bevorderen van het gevoel van veiligheid. In het collegeprogramma 'Groen, Open en Sociaal' is het handhaven van een veilige leefomgeving één van de belangrijkste opdrachten van de gemeente. We hebben onze aanpak in 2012 om de stad veiliger te maken voortgezet met het uitgangspunt: 'preventief waar het kan, repressief waar het moet'. Daarbij stond samenwerking met partners voorop: in de eerste plaats de inwoners, maar ook politie, Openbaar Ministerie (OM), ondernemers en maatschappelijke organisaties. Veiligheid raakt aan veel beleidsterreinen. Om blijvend resultaat te bereiken op het gebied van veiligheid was ook de inzet van andere programma's zoals Jeugd, Openbare Ruimte en Groen, Economische Zaken, Welzijn en Volksgezondheid van groot belang.
Subdoelstelling 1.1: Geregistreerde criminaliteit neemt af Subdoelstelling 1.1 Geregistreerde criminaliteit neemt af.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Afname van geregistreerde
P1.1.1 Bieden van nazorg aan volwassen ex-
criminaliteit.
gedetineerden.
E1.1.2 Afname van woning- en
P1.1.2 Aanpakken van woning- en auto-
autoinbraken.
inbraak.
E1.1.3 Afname van geweldsdelicten.
P1.1.3 Aanpakken van geweld.
E1.1.4 Veilige winkelcentra en bedrijventerreinen.
P1.1.4 Uitvoeren van de aanpak Keurmerk Veilig Ondernemen. P1.1.5 Aanpakken van ernstig overlastgevende gezinnen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Afname van geregistreerde criminaliteit. De totaal geregistreerde criminaliteit is in 2012 met 6,4% gedaald ten opzichte van 2011. Dit betekent een daling van 26,2% ten opzichte van 2006. Hiermee hebben we de doelstelling voor 2012 (-23% ten opzichte van 2006) ruimschoots gehaald. De daling van criminaliteit betreft alle prioritaire veiligheidsthema's: woninginbraak, autokraak en geweld.
161
Effectdoelstelling 1.1.2 Afname van woning- en auto-inbraken. Terwijl woninginbraak landelijk een stijgende trend kent, is het aantal woninginbraken in Utrecht voor het tweede achtereenvolgende jaar afgenomen. In 2012 bedraagt de afname ten opzichte van 2011 maar liefst 9,5%. Dit komt neer op een daling van 6,4% ten opzichte van 2006. Hiermee is de doelstelling voor 2012 op dit thema (handhaven niveau 2006) ruimschoots gehaald. Sinds 2006 vertoont het aantal autokraken in de stad Utrecht een licht dalende trend. Ook in 2012 is het aantal autokraken weer verder gedaald, om precies te zijn met 6,8% ten opzichte van 2011. Ten opzichte van 2006 levert dit een afname op van 54,0%, waarmee we ook de doelstelling voor 2012 in relatie tot autokraak (-53% ten opzichte van 2006) hebben behaald. Effectdoelstelling 1.1.3 Afname van geweldsdelicten. Het aantal geweldsdelicten is de afgelopen jaren gedaald. Ook het jaar 2012 geeft opnieuw een daling te zien van 8,5% ten opzichte van 2011. Ten opzichte van 2006 is dat een daling van 21,2% waarmee de doelstelling (-21% ten opzichte van 2006) is bereikt. Enkele delictsoorten die een grote impact hebben op bewoners en hun veiligheidsbeleving zijn fors afgenomen. Zo is het aantal overvallen en straatroven met respectievelijk 25,5% en 20,9% gedaald ten opzichte van 2011. Effectdoelstelling 1.1.4 Veilige winkelcentra en bedrijventerreinen. Met het Keurmerk Veilig Ondernemen kunnen we winkelgebieden en bedrijventerreinen veilig houden. In 2012 hebben wij het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) voortgezet in 33 gebieden en daaraan nog één gebied toegevoegd (winkelcentra en bedrijventerreinen), in samenwerking met ondernemers, politie en andere veiligheidspartners.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Bieden van nazorg aan volwassen ex-gedetineerden. De nazorg aan ex-gedetineerden richt zich op het voorkomen c.q. oplossen van problemen rond geldig ID-bewijs, werk en inkomen, zorg en huisvesting. Het coördinatiepunt nazorg, gevestigd in het Veiligheidshuis, verwerkt alle meldingen van het gevangeniswezen, stemt af met ketenpartners, zet de vraag naar nazorg uit en bewaakt het leveren van de gevraagde nazorg. In 2012 heeft het coördinatiepunt nazorg alle nieuw aangemelde gedetineerden gescreend op problematiek op de terreinen geldig ID, huisvesting, inkomen, schulden en zorg. In afstemming met Penitentiaire Inrichtingen (PI's) en waar van toepassing nauw aansluitend bij de casusoverleggen in het Veiligheidshuis is voor hen die dat nodig hadden ten tijde van vrijkomen uit detentie bemiddeld naar passend aanbod en/of zorg op de voornoemde terreinen. Er zijn in 2012 868 gedetineerden aangemeld bij het coördinatiepunt nazorg. Het project geïntegreerde aanpak verslavingsoverlast, gericht op criminaliteit door veelplegers, is in 2012 overgenomen door het zorgkantoor. Prestatiedoelstelling 1.1.2 Aanpakken van woning- en auto-inbraak. Het aantal woninginbraken is in 2012 gedaald met ruim 9%. Op het terrein van woninginbraak hebben we een integrale aanpak uitgevoerd gericht op dader, domein en slachtoffer. De daderaanpak is hoofdzakelijk het terrein van politie. Voor wat betreft de domeingerichte maatregelen zijn in 2012 in totaal 2.308 woningen beveiligd volgens het Politie Keurmerk Veilig Wonen. Hiervan hebben 602 particuliere eigenaren gebruik gemaakt van de gemeentelijke subsidieregeling. Woningbouwcorporaties hebben inbraakwerende maatregelen getroffen in complexen in hotspots. Toezichthouders hebben slachtoffers van woninginbraak en hun buren bezocht om ze te waarschuwen voor een (herhalings)inbraak en ze te voorzien van preventieadviezen op maat. Samen met onze partners hebben we in oktober 2012 de Week tegen Woninginbraak georganiseerd, waarbij we bewoners door middel van schouwen, bijeenkomsten, 162
huis-aan-huis bezoeken en op markten hebben geïnformeerd over dit thema. Ook hebben we voorlichting gegeven aan de doelgroepen studenten en senioren en hebben we een burgeralert-actie met speciaal opgeleide studenten gehouden in Noordwest. Bij de bestrijding van auto-inbraken richten wij ons vooral op het overtuigen van autobezitters om niets in hun auto achter te laten. Onze toezichthouders surveilleren en flyeren op hotspots, de wijkbureaus organiseren voorlichtingsacties en informeren bewoners met wijkberichten. De dalende trend in het aantal autokraken zet in 2012 door; met 6,8% ten opzichte van 2011. Daarnaast continueerden wij het overleg met eigenaren en beheerders van parkeergarages over maatregelen tegen autokraak. Prestatiedoelstelling 1.1.3 Aanpakken van geweld. Onze speerpunten zijn: huiselijk geweld, uitgaansgeweld, agressie tegen medewerkers in de publieke sector en problematisch alcohol- en drugsgebruik. We hebben in 2012 rond het thema stalking samengewerkt met de politie, het steunpunt Huiselijk Geweld en stichting Stop Stalking. Voor de aanpak seksueel geweld hebben we een digitale sociale kaart met het hulpverleningsaanbod seksueel geweld gemaakt en een training ontwikkeld en uitgevoerd: Signaleren en bespreekbaar maken van seksueel geweld voor hulpverleners. Verder is het project bespreekbaar maken van huiselijk en seksueel geweld in Nederlands Marokkaanse gezinnen van start gegaan. In 2012 hebben we in het kader van veilig Uitgaan het 'handboek veiligheid' voor de horecaondernemer en het 'zakboek portier' in de vorm van een smartphone-applicatie ontwikkeld. Beide producten dragen bij aan een beter optreden van deze partijen in het voorkomen en terugdringen van uitgaansgeweld. In de geweldsaanpak hebben we ook aandacht besteed aan overmatig alcohol- en druggebruik, bijvoorbeeld bij voetbalgeweld. In het kader van Veilige Publieke Taak is een protocol ontwikkeld voor raads- en collegeleden die te maken krijgen met agressie en geweld. Prestatiedoelstelling 1.1.4 Uitvoeren van de aanpak Keurmerk Veilig Ondernemen. Via het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) bevorderen wij de veiligheid in winkelgebieden en op bedrijventerreinen voor ondernemers en publiek. Agressie en geweld krijgen specifieke aandacht. Het KVO met samenwerking tussen ondernemers, politie, gemeente en andere instellingen werd in 2012 voortgezet. Enkele gebieden werden zonder formele certificering verder begeleid. Met het aantal KVO samenwerkingsverbanden en certificaten behoort Utrecht landelijk tot één van de koplopers. De continuïteit van het cameratoezicht vanuit het Dienstencentrum Beveiliging is geborgd middels een concessie en ondersteund door het Ondernemersfonds. De al jaren dalende trend in bedrijfsinbraken stabiliseerde. De KVO-projecten kennen een hoge participatiegraad. Zo worden in alle KVO's het gebruik van sociale media en apps zoals Buiten Beter en het gebruik van Burgernet gestimuleerd. Prestatiedoelstelling 1.1.5 Aanpakken van ernstig overlastgevende gezinnen. Wij zorgen voor een intensieve aanpak van ernstig overlastgevende en criminele gezinnen. De aanpak omvat inzet van drang en dwang, waarbij alle betrokken partijen vanuit zorg en strafrecht één gezamenlijk plan van aanpak maken. In 2012 zijn er zeven gezinsdossiers afgesloten. Deze zeven gezinnen worden nog wel gemonitord om te kunnen bepalen of de gepleegde inzet op de lange termijn ook duurzaam is gebleken. Aan het eind van 2012 zaten er nog vier gezinnen in de aanpak.
163
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
E1.1.1 Totaal aantal misdrijven 41
Politie, BVH
40.810 (2006)
E1.1.2 Aantal woninginbraken
Politie, BVH
2.613 (2006)
31.424
30.111
2.613
E1.1.2 Aantal auto-inbraken
Politie, BVH
2.445
12.243 (2006)
5.754
E1.1.3 Aantal geweldsdelicten
5.627
Politie, BVH
2.976 (2006)
2.351
2.346
Politie, BVH
591 (2010)
591
585
COEN
51% (2008)
100%
100%
Effectindicatoren
Aantal misdrijven met betrekking tot bedrijfsinbraken in 33 KVO E1.1.4 gebieden 42 Prestatie indicatoren % afgehandelde meldingen vanuit P1.1.1
het gevangeniswezen Aandeel capaciteit Toezicht en
P1.1.2
Handhaving op woning- en auto-
Gemeente,
inbraak
T&H
15% (2009)
20%
12%
% huisverboden, waarbij binnen 10 dagen na opleggen hulpverleningplan gereed is en contact met betrokkenen door hulpverlening is P1.1.3
gelegd
Gemeente
90% (2010)
100%
100%
P1.1.4
Aantal KVO gebieden
Gemeente
33 (2009)
34
34
P1.1.5
Aantal gezinnen in aanpak
Gemeente
10 (2010)
10
11
Wat heeft dat gekost? Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
Begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
980
751
637
114
1.924
1.985
2.081
-97
255
316
211
105
177
294
367
-73
144
205
181
24
3.477
3.550
3.477
74
Lasten P1.1.1 Bieden van nazorg aan volwassen ex-gedetineerden P1.1.2 Aanpakken van woning- en autoinbraak P1.1.3 Aanpakken van geweld P1.1.4 Uitvoeren van de aanpak Keurmerk Veilig Ondernemen P1.1.5 Aanpakken van ernstig overlastgevende gezinnen Totaal lasten
41
De geregistreerde criminaliteit wordt sinds 1 januari 2012 weergegeven in misdrijven in plaats van in aangiften. Voor
meer informatie zie de brief aan de Commissie Mens en Samenleving van 26 mei 2012. 42
Om technische redenen is het nog niet mogelijk om misdrijfgegevens op het schaalniveau van KVO-gebieden weer te
geven. 164
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
Begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
0
0
0
0
Baten P1.1.1 Bieden van nazorg aan volwassen ex-gedetineerden P1.1.2 Aanpakken van woning- en autoinbraak
0
0
0
0
P1.1.3 Aanpakken van geweld
0
0
0
0
0
120
197
77
overlastgevende gezinnen
0
0
0
0
Totaal baten
0
120
197
77
3.477
3.430
3.280
150
P1.1.4 Uitvoeren van de aanpak Keurmerk Veilig Ondernemen P1.1.5 Aanpakken van ernstig
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
315
315
0
3.477
3.115
2.965
150
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Bieden van nazorg aan volwassen ex-gedetineerden Het voordeel op de lasten van 0,114 miljoen euro is vooral ontstaan doordat de incidentele middelen die de gemeente heeft ontvangen voor de aanpak regionale nazorg voor 2012 en 2013 (0,229 miljoen euro) geheel ten gunste van 2012 zijn begroot, terwijl in 2012 alleen de uitgaven over het jaar 2012 zijn verantwoord. Aanpakken van woning- en auto-inbraak Het nadeel op de lasten (0,097 miljoen euro) wordt vooral veroorzaakt door hogere kosten van de inzet van Toezicht en Handhaving op het gebied van woning- en auto-inbraak. Aanpakken van geweld Het voordeel op de lasten van 0,105 miljoen euro ontstaat onder andere doordat rijksmiddelen in het kader van de Wet Tijdelijk huisverbod (0,024 miljoen euro) laat in het jaar beschikbaar zijn gesteld en daardoor niet volledig zijn besteed. Tevens is een onderbesteding van 0,064 miljoen euro gerealiseerd op de aanpak van geweld. De start van een aantal projecten op dit terrein brachten in 2012 minder kosten met zich mee dan gedacht. Het voorkomen en inperken van geweld in het uitgaansleven en tegen medewerkers met een publieke taak is overigens ondergebracht in separate budgetten voor de projecten Veilig Uitgaan, respectievelijk Veilige Publieke Taak (VPT), die in 2012 geheel besteed zijn. Uitvoeren van de aanpak Keurmerk Veilig Ondernemen De oorzaak van de hogere lasten en baten zijn ontstaan vanwege de het uitgevoerde project Innovatieve Maatschappelijk Veiligheid, waarvoor een rijksbijdrage is ontvangen. Deze lasten en baten waren niet begroot.
165
Subdoelstelling 1.2: Wijkveiligheid en veiligheidsgevoelens nemen toe Subdoelstelling 1.2 Wijkveiligheid en veiligheidsgevoelens nemen toe.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 Toename van wijkveiligheid.
P1.2.1 Uitvoeren van een gebiedsgerichte aanpak.
E1.2.2 Toename van veiligheidsgevoelens.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 Toename van wijkveiligheid. De tien Utrechtse wijken tonen een wisselend criminaliteitsbeeld. In de wijken West (-9%), Noordwest (-7%), Overvecht (4%), Noordoost (-18%), Oost (-9%), Binnenstad (-4%) en Zuidwest (-13%) is de criminaliteit in 2012 afgenomen ten opzichte van 2011, waarbij vooral de daling in Noordoost en Zuidwest opvalt. In de wijken Zuid (+1%), Vleuten–De Meern (+1%) en Leidsche Rijn (+8%) is de criminaliteit in 2012 gestegen. Wanneer we de cijfers relateren aan de bevolkingsomvang, ontstaat voor de wijken Vleuten–De Meern en Leidsche Rijn een gunstiger beeld (respectievelijk een daling van 5% en een groei van 3%). Effectdoelstelling 1.2.2 Toename van veiligheidsgevoelens. Het percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt, steeg in 2012 (3,2%) licht ten opzichte van 2011 (3,0%). Geconcludeerd kan worden dat de objectieve veiligheid (criminaliteitscijfers) geen gelijke tred houdt met de veiligheidsbeleving van onze inwoners. Een mogelijke verklaring dient dan ook te worden gezocht in andere factoren die bijdragen aan het veiligheidsgevoel, zoals de onzekerheid over de eigen baan en levensomstandigheden in algemene zin. Overigens wijst de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor uit dat Utrechters zich niet onveiliger voelen dan inwoners uit andere steden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Uitvoeren van een gebiedsgerichte aanpak. Met politie, Openbaar Ministerie, Wijkwelzijnsorganisaties, Woningbouwcorporaties, Scholen en Bewoners richten wij onze gebiedsgerichte aanpak vooral op urgentiegebieden. In 2012 continueerden we de intensieve aanpak in de vijf urgentiegebieden: 1) Overvecht, 2) Kanaleneiland-Transwijk, 3) Zuilen/Ondiep/2e Daalsebuurt, 4) Nieuw Hoograven/Bokkenbuurt en 5) Binnenstad, Winkel- en Citygebied. De eerste vier urgentiegebieden vallen samen met de Krachtwijken waar we plannen uitvoerden bestaande uit een mix van fysieke, economische, sociale en veiligheidsmaatregelen voor een vitale woon-, werk- en leefomgeving. In de Binnenstad lag de focus op de aanpak Veilig Uitgaan en de aanpak Breedstraatbuurt. Dankzij het pakket aan maatregelen in de Breedstraatbuurt is de ervaren drugsoverlast gedaald. Een belangrijk onderdeel van de aanpak is de intensivering van het toezicht dat meebeweegt met de problematiek, zowel in de ruimte als in de tijd. Ook de afspraken tussen de GGenGD en de hostels en zorgcentra over het aanspreken van cliënten op overlastgevend gedrag draagt bij aan het reduceren van overlast. De gerealiseerde effecten op de overlast zijn vooralsnog van tijdelijke aard. Het bestendigen van de effecten zal een blijvende inspanning vereisen. 166
Ook in 2012 investeerden we in het betrekken van bewoners en ondernemers bij de veiligheidsaanpak. Mede dankzij een wervingsactie in september is het aantal Utrechtse deelnemers aan Burgernet met 36% gestegen: van 7.333 deelnemers in 2011 naar 9.990 deelnemers in 2012. In 2012 zijn we gestart met het project Waaks! in vier wijken. In totaal hebben ongeveer 80 hondenbezitters deelgenomen, die allen een instructie hebben ontvangen om verdachte situaties te signaleren. Daarnaast ondersteunen wij in alle wijken vele bewonersinitiatieven in het kader van de Veilige Buurtaanpak. Zo organiseren wij op initiatief van wijkraad Overvecht weerbaarheidstrainingen voor senioren en ondersteunen wij de buurtjongerenteams van twee colleges in dezelfde wijk bij het terugdringen van overlast in de omgeving van de scholen. In Terwijde-West hebben we de samenwerking tussen professionals en bewoners geïntensiveerd onder de noemer 'Terras Terwijde', waarbij bewoners de veiligheidsprioriteiten bepalen maar ook worden gevraagd om zelf een bijdrage te leveren aan de veiligheid en leefbaarheid in hun buurt.
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Politie, BVH
40.810 (2006)
31.424
30.111
Politie, BVH
13.970 (2010)
13.272
12.835
Effectindicatoren: E1.2.1
Totaal aantal misdrijven Totaal aantal misdrijven in
E1.2.1
urgentiegebieden
InwonersE1.2.2
Onveiligheidsgevoel (% vaak)
enquête
3,9% (2006)
3%
3,2%
Wijkbureaus
10
10
10
Prestatie indicatoren: Aantal wijkveiligheidsP1.2.1
programma's
Wat heeft dat gekost? Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
Begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
aanpak
5.472
4.138
3.927
211
Totaal lasten
5.472
4.138
3.927
211
aanpak
0
0
1
1
Totaal baten
0
0
1
1
5.472
4.138
3.926
212
Lasten P1.2.1 Uitvoeren van een gebiedsgerichte
Baten P1.2.1 Uitvoeren van een gebiedsgerichte
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
5.472
4.138
3.926
212
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. 167
Uitvoeren van een gebiedsgerichte aanpak. Het voordeel op de lasten van 0,211 miljoen euro wordt veroorzaakt door onderbesteding van het activiteitenbudget voor wijkveiligheid in 2012 (0,339 miljoen euro). Overigens was van dit activiteitenbudget 0,1 miljoen euro bestemd voor de aanpak van ernstig overlastgevende gezinnen (EOG), naast het budget dat hiervoor vanuit de Krachtwijken beschikbaar was. Het budget voor EOG is niet besteed omdat de daarvoor aangemelde gezinnen na afloop van de screening niet voldeden aan de criteria voor trajectbegeleiding EOG. Daarnaast is de van inzet van Toezicht en Handhaving in het kader van wijkveiligheid hoger uitgevallen dan bij de begroting was voorzien (0,151 miljoen euro).
Subdoelstelling 1.3: Jongerenoverlast en –criminaliteit nemen af subdoelstelling 1.3 Jongerenoverlast en –criminaliteit nemen af.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.3.1 Afname van jongerenoverlast.
P1.3.1 Uitvoeren van de aanpak jeugd en veiligheid.
E1.3.2 Afname van jeugdcriminaliteit.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.3.1 Afname jongerenoverlast. In 2012 gaf 21% van de inwoners van Utrecht aan vaak jongerenoverlast te ervaren, een stijging van 2 procentpunten ten opzichte van vorig jaar. Hiermee is de ambitieuze doelstelling om de (vaak) ervaren jeugdoverlast te laten dalen naar 14% helaas niet gehaald. Het aantal bewoners dat vaak overlast ervaart, fluctueert de afgelopen jaren rondom de 20%. In 2009 was er een positieve uitschieter naar 14%. Er is geen eenduidige verklaring voor de stijging, te meer daar het aantal meldingen van overlast bij de politie niet is gestegen. Het beeld van de professionals die contact hebben met bewoners in de wijken, is dat 2012 een rustiger jaar was dan de voorgaande jaren. Effectdoelstelling 1.3.1 Afname van jeugdcriminaliteit. In 2012 bedroeg het aantal unieke aangehouden jeugdige verdachten in de leeftijdscategorie 12 tot en met 24 jaar, dat in Utrecht woont, 2.7% van het totaal aantal jeugdigen in die leeftijdscategorie dat in Utrecht woont.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.3.1 Uitvoeren van de aanpak jeugd en veiligheid. Preventie In 2012 hebben we voor risico jongeren onder de 12 jaar de projecten Forza, Tawazoun en BNS xtra voortgezet. Ook hebben we het Stedelijke Jongerenteam voortgezet. Met het jongerenteam bereikten we 11 jongeren.
168
Aanpak Marokkaanse risicojeugd – Onze Toekomst In 2012 voerden we voor de laatste keer het project Onze Toekomst uit. Dit omdat de rijksmiddelen voor dit project na 2012 stoppen. Alle maatregelen in het kader van 'Onze Toekomst' zijn in 2012 volgens planning uitgevoerd. We hebben vooral ingezet op de aanpak van werkloosheid en schooluitval onder Marokkaans-Nederlandse risicojeugd. Daarnaast hebben we geïnvesteerd op de inbedding van succesvolle bestanddelen in het reguliere beleid. Een aantal succesvol gebleken methodieken zijn door bestaande organisaties overgenomen. Zo wordt de inzet van schoolcontactfunctionarissen door de scholen zelf voortgezet, en implementeert JoU de methodiek arbeidscoaching. Daarnaast is een start gemaakt met het versterken van de cultuursensitiviteit van onze reguliere voorzieningen. Utrecht vervulde in 2012 voor het laatst de brede landelijke coördinatierol bij de aanpak van probleemjongeren van Marokkaanse afkomst. De burgemeester blijft nog wel coördinerend bestuurder voor de aanpak, die verder bij de VNG is ondergebracht. Aanpak Jeugdgroepen De aanpak jeugdgroepen is vernieuwd. Voor alle (40 geshortliste) jeugdgroepen is een integraal plan van aanpak in uitvoering. We hebben vooral geïnvesteerd in de 'kopstukken aanpak', toeleiding naar zorg en/of school/werk en het betrekken van bewoners en ouders bij de aanpak van jeugdoverlast. Afgelopen jaar zijn er meer dan 30 bijeenkomsten met bewoners geweest. De vernieuwing maar zeker de kopstukkenaanpak hebben geleid tot meer maatwerk en sneller en consequent optreden. Deze aanpak heeft een sterk wijkgericht karakter. Zo worden ouders, bewoners en ondernemers betrokken in zogenaamde bewoners- en ouderbijeenkomsten over jeugdoverlast, waarvan er in 2012 32 zijn georganiseerd. Pilot Veiligheid en Team Jongeren We zijn gestart met een pilot om de samenwerking tussen diverse welzijns- en zorgpartijen en het team Jongeren van de gemeente (W&I/leerplicht RMC) te verbeteren. De pilot richt zich op risicojongeren, vooral uit de aanpak jeugdgroepen, en jongeren die terugkeren uit detentie. 41 jongeren zijn voor deze pilot aangemeld, waarvan er inmiddels 9 zijn uitgestroomd naar werk en/of opleiding. In de loop van 2012 is besloten ook het team Bijzondere Doelgroepen - waar de dak- en thuisloze jongeren onder vallen - van Werk en Inkomen bij de pilot te betrekken. Nazorg na detentie In 2012 zijn 36 jongeren met een traject Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer gestart. Eveneens in het kader van nazorg zijn 49 jongeren met een traject Titan gestart. Jeugdprostitutie We hebben het project Pretty Woman volgens planning voortgezet, hiermee zijn 48 meiden bereikt. We hebben de samenwerking tussen Pretty Woman en de Rading verstevigd. Verder zijn er groepen gestart voor ouders en Girls Talk groepen. Relevante omgevingsfactoren In voorbereiding op het wegvallen van de middelen voor Onze Toekomst, de start van het Vernieuwend Welzijn, de decentralisatie van de Jeugdzorg en effectevaluaties, hebben we fundamentele verbeteringen in het aanbod in jeugd en veiligheid voorbereid.
Indicatoren subdoelstelling 1.3 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
Inwonersenquête
22% (2006)
14%
21%
BVH
2.9% (2010)
2.8%
2.7%
Effectindicatoren: E1.3.1
Ervaren jongerenoverlast (% vaak) Aandeel jeugdige verdachten van
E1.3.2
het totaal aantal jeugdigen
169
Indicatoren subdoelstelling 1.3 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
23 (2008)
2012
Realisatie 2012
17
40
450
467 44
Prestatie indicatoren: Aantal groepsgerichte plannen van aanpak problematische P1.3.1 P1.3.2
jeugdgroepen
groepsaanpak
Aantal trajecten jeugd en
Rapportages
veiligheid 43
uitvoerders
491 (2009)
Wat heeft dat gekost? Begroting
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
2012
begroting 2012
2012
realisatie
veiligheid
8.392
7.836
8.522
-686
Totaal lasten
8.392
7.836
8.522
-686
veiligheid
0
0
484
484
Totaal baten
0
0
484
484
8.392
0
484
484
Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
8.392
7.836
8.038
-202
Lasten P1.3.1 Uitvoeren van de aanpak jeugd en
Baten P1.3.1 Uitvoeren van de aanpak jeugd en
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Uitvoeren van de aanpak jeugd en veiligheid Aan de hogere lasten en baten liggen diverse oorzaken ten grondslag. Voor het overgrote deel worden de hogere lasten en baten verklaard doordat verkregen bijdragen van derden en hiermee samenhangende projecten niet zijn begroot. Het gaat om provinciale bijdragen voor nazorg detentie (0,114 miljoen euro) en voor het project Wrap around Care Pretty woman (0,2 miljoen euro). Tevens is een rijksbijdrage ontvangen voor de coördinatie aanpak Marokkaans-
43
Hierin zijn ook de trajecten Arbeidscoaching die in 2012 zijn uitgevoerd meegenomen. Het aantal trajecten Intensief
Outreachende Hulpverlening en Oudercoaching was in 2012 wat lager dan vooraf begroot. Dit onder andere in verband met de komst van de buurtteams en de vernieuwingen in de aanpak jeugdgroepen. Hierin zijn ook de trajecten Arbeidscoaching die in 2012 zijn uitgevoerd meegenomen. Het aantal trajecten Intensief
44
Outreachende Hulpverlening en Oudercoaching was in 2012 wat lager dan vooraf begroot. Dit onder andere in verband met de komst van de buurtteams en de vernieuwingen in de aanpak jeugdgroepen. 170
Nederlandse risicojongeren (0,170 miljoen euro).. Het resterende nadeel wordt vooral veroorzaakt door de inzet van Toezicht en Handhaving in het kader van de aanpak jongerenoverlast die hoger is uitgevallen dan begroot (0,165 miljoen euro).
Subdoelstelling 1.4: In Utrecht is ondermijning teruggedrongen Subdoelstelling 1.4 In Utrecht is ondermijning teruggedrongen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.4.1 Terugdringing van ondermijning.
P1.4.1 Uitvoeren van een bestuurlijke aanpak en maatregelen tegen ondermijning.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.4.1 Terugdringing van ondermijning. Onder ondermijning verstaan we het verzwakken of misbruiken van (rechts)structuren in onze samenleving door criminelen en criminele organisaties. Dit gebeurt door misbruik van legale 'bovenwereld' instituties (zoals financiële instellingen, vastgoedsector, maar ook gemeentelijke voorzieningen) voor illegale activiteiten. De samenwerking met politie, OM en Belastingdienst is in 2012 verder geïntensiveerd.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.4.1 Uitvoeren van een bestuurlijke aanpak en maatregelen tegen ondermijning.
• Wij nemen bestuurlijke maatregelen gericht op het terugdringen van mensenhandel, georganiseerde hennepteelt en misbruik van en fraude bij vastgoed. Er • zijn 250 nieuwe raamprostituees geregistreerd. Van drie raamprostituees is de registratie ingetrokken vanwege
aannemelijkheid van slachtofferschap van mensenhandel. Er hebben twee grootscheepse integrale controles op het Zandpad plaatsgevonden. Tijdens de wekelijkse reguliere controles zijn 255 raamprostituees bezocht. Naar
aanleiding van klachten zijn drie illegale seksinrichtingen aangetroffen.
• Een eerste groep baliemedewerkers van Burgerzaken is getraind in het herkennen van signalen die duiden op mensenhandel. De gemeente heeft in totaal 204 signalen van mensenhandel gemeld bij de politie. Er • zijn zes panden gesloten vanwege aangetroffen drugs, zowel woningen als horecalocaties. Er zijn 66 hennepkwekerijen opgerold. • Er zijn 31 BIBOB-dossiers behandeld. Hiervan zijn drie vergunningen in stand gelaten, vier vergunningen zijn
verleend, drie aanvragen zijn buiten behandeling gesteld en twee vergunningen ingetrokken. Vijf keer is het BIBOB onderzoek gestaakt. De overige BIBOB zaken zijn nog in behandeling.
171
Indicatoren subdoelstelling 1.4 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
10/5
31/10
1
1
Effectindicatoren: In overleg met politie en OM wordt het
E1.4.1
Aantal gevallen van misbruik
komend jaar gezocht
van (rechts)structuren en legale
naar adequate
instituties
effectindicator
Prestatie indicatoren: Inzet van bestuurlijke P1.4.1
maatregelen, zoals Wet BIBOB:
15/12
vooronderzoeken/ onderzoeken Gemeente
(2009)
Projecten met ketenpartners ter bestrijding van criminaliteit in P1.4.1
relatie tot vastgoed
Gemeente
1 (2009)
Gemeente
2011
Vergunning- en registratiesysteem voor de P1.4.1
prostitutiebranche
246 registraties
Wat heeft dat gekost? Begroting
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P1.4.1 Aanpak ondermijning
853
869
657
212
Totaal lasten
853
869
657
212
P1.4.1 Aanpak ondermijning
0
0
-38
-38
Totaal baten
0
0
-38
-38
853
869
695
174
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
853
869
695
174
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Uitvoeren van een bestuurlijke aanpak en maatregelen ondermijning Het voordeel op de lasten van wordt grotendeels veroorzaakt doordat in 2012 een deel van de bijdrage aan het RIEC (0,105 miljoen euro) op basis van nacalculatie over 2010 en 2011 is terugbetaald aan de gemeente.
172
Subdoelstelling 2.1: In Utrecht zijn incidenten en verstoring van de openbare orde voorkomen en bestreden Subdoelstelling 2.1 In Utrecht zijn incidenten en verstoring van de openbare orde voorkomen en bestreden.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2 1.1 Voorkoming van incidenten en
P2.1.1 Uitvoeren van activiteiten gericht op het
verstoringen van de openbare orde.
voorkomen van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde.
E2 1.2 Bestrijding van incidenten en verstoringen van de openbare orde.
P2 1.2 Uitvoeren van activiteiten gericht op het bestrijden van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 Voorkoming van incidenten en verstoringen van de openbare orde. Er is regie gevoerd op grootschalige evenementen waaronder voetbalwedstrijden, Koninginnedag en de jaarwisseling, op openbare manifestaties en op het voorkomen van wijkincidenten. Effectdoelstelling 2.1.2 Bestrijding van incidenten en verstoringen van de openbare orde. De vondst van asbest in Kanaleneiland leidde in de zomer van 2012 tot een crisissituatie (zie verder onder Prestatiedoelstelling 2.1.1). In 2012 deden zich verder geen grootschalige calamiteiten of crises voor.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Uitvoeren van activiteiten gericht op het voorkomen van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde. In 2012 zijn de bezuinigingen op de brandweerzorg opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst tussen Gemeente Utrecht en de VRU. De daarin afgesproken bezuinigingsmaatregelen zijn doorgevoerd. Dat betekent dat ook een aanvang is gemaakt met de herinrichting van de duikfunctie, die uiteindelijk via natuurlijk verloop wordt ingevuld. De afdeling preventie is in 2012 op een andere wijze ingericht, wat beter aansluit bij de werkwijze in de gemeente ten aanzien van advies- en toezichtstaken. Op cameratoezicht is een besparing van 0,1 miljoen euro gerealiseerd door het aanpassen van de uitkijktijden. Het aantal camera's is gehandhaafd op het niveau van 2011. In 2012 is regie gevoerd op 40 openbare manifestaties, op bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en op de voorbereiding op Koninginnedag en de jaarwisseling. In 2012 moest meer aandacht dan gebruikelijk besteed worden aan regionale afstemming vanwege het bezoek van de Koninklijke familie aan Rhenen en Veenendaal. Er is regie gevoerd op en vergunning verleend voor 23 competitie-, beker- en oefenwedstrijden betaald voetbal. In 2012 verscheen het eindrapport van het Auditteam voetbal en veiligheid n.a.v. ongeregeldheden rondom FC Utrecht-FC 173
Twente in december 2011. Wij hebben de aanbevelingen overgenomen en deze worden in 2013 in overleg met de betrokken partijen geïmplementeerd. In juli/augustus 2012 is de crisisorganisatie twaalf dagen opgeschaald vanwege de asbestvondst op Kanaleneiland. In het onderzoeksrapport van de commissie Jansen is kritisch gekeken naar het functioneren van de crisisorganisatie. Eind 2012 is gestart met het maken van een plan van aanpak ter verbetering van de crisisorganisatie. Naast het asbestincident is in 2012 driemaal opgeschaald (twee branden en een gaslek). In het kader van crisisbeheersing is deelgenomen aan regionale oefeningen in verband met Koninginnedag in Rhenen en Veenendaal. Verder is er in samenwerking met de NCTV en de partners van spoor-, stads- en streekvervoer een alerteringsoefening terrorisme gehouden. Tot slot hebben wij eind 2012 een beleidsteamoefening georganiseerd. In 2012 zijn in het kader van het BIJ-project (Bestuurlijke Informatie over Justitiabelen) 35 meldingen ontvangen over uit detentie terugkerende delinquenten die wij hebben beoordeeld op consequenties voor handhaving van de openbare orde. Prestatiedoelstelling 2.1.2 Uitvoeren van activiteiten gericht op het bestrijden van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde. Ter handhaving van de openbare orde zetten we een aantal juridische instrumenten in, zoals de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Overlastwet), de sluiting van gebouwen en inrichtingen, gebiedsverboden, verblijfsontzeggingen en alcoholverboden. De geleverde prestatie varieert zeer per jaar afhankelijk van ontwikkelingen in de stad. De burgemeester heeft in 2012 aan 72 personen een tijdelijk huisverbod opgelegd met als doel huiselijk geweld te doorbreken en hulpverlening op gang te brengen. Op grond van de Overlastwet zijn twee gebiedsverboden verlengd. Vijf andere gevallen zijn beoordeeld, maar dit heeft niet geleid tot een maatregel, omdat de overlast stopte, of jeugdzorg een interventie pleegde. Zes panden zijn gesloten op grond van de Opiumwet en één woning met toepassing van art. 174a Gemeentewet (de procedure startte in 2012, de effectuering was in januari 2013). De in 2011 naar aanleiding motie 2011/048 ingevoerde gecoördineerde sturing op incidenten is in 2012 op intensieve wijze voortgezet. De tweewekelijkse rapportages uit de wijken zijn via het Coördinatieteam Incidenten Management (CIM) met eventuele knelpunten en beslispunten voorgelegd aan het specifiek daarvoor ingestelde CIMdriehoeksoverleg. De behandeling van meldingen via Gay Alert (12 keer gebeld, waarvan 3 problematische situaties) is ingepast in de systematiek van het CIM.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
78
78
2
3
Effectindicatoren: Prognose/ E2.1.1
E2.1.2
Aantal verstoringen van de
meting niet
openbare orde
mogelijk
De snelheid waarmee de rust
Prognose/
hersteld wordt bij
meting niet
verstoringen
mogelijk
Prestatie indicatoren: Aantal overleggen over P2.1.1
evenementen
Gemeente
78 (2009)
Gemeente
2 (2009)
Aantal crisisoefeningen voor bestuurders en medewerkers P2.1.2
174
Veiligheid
Wat heeft dat gekost? Begroting 2012
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
2012
realisatie
Lasten P2.1.1 Voorkomen van incidenten
3.461
4.226
4.009
217
P2.1.2 Bestrijden van incidenten
39.193
27.772
29.086
-1.314
Totaal lasten
42.655
31.998
33.095
-1.097
350
350
331
-19
0
0
-45
-45
350
350
286
-64
42.305
31.648
32.809
-1.161
Baten P2.1.1 Voorkomen van incidenten P2.1.2 Bestrijden van incidenten Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
42.305
31.648
32.809
-1.161
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Voorkomen van incidenten Uitvoeren van activiteiten gericht op het voorkomen van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde. Het gerealiseerde voordeel bestaat per saldo uit diverse kleine voor- en nadelen, inclusief een nadeel van 0,056 miljoen euro als gevolg van de inzet van Toezicht en Handhaving voor deze Prestatiedoelstelling. Bestrijden van incidenten Uitvoeren van activiteiten gericht op het bestrijden van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde. Het totale nadeel op de lasten van de Prestatiedoelstelling 'bestrijden van incidenten' is 1,3 miljoen euro. Een deel van het nadeel kan worden verklaard uit een extra bijdrage aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) van afgerond 0,7 miljoen euro. Begin 2013 hebben wij u hierover via een commissiebrief geïnformeerd. Deze extra bijdrage betrof enerzijds de inhaalslag gebruikersvergunningen en anderzijds werkzaamheden in verband met de aanleg van de A2-tunnel. In 2009 heeft de start van het project inhaalslag gebruikersvergunning vertraging opgelopen, waardoor kosten verschoven zijn van 2009 naar 2012. De extra kosten in 2012 van 0,4 miljoen euro waren niet begroot. In verband met werkzaamheden aan de A2-tunnel heeft de Gemeente Utrecht in 2012 0,3 miljoen euro bijgedragen. De Gemeente Utrecht en de VRU hebben afgesproken dat de gemeente een bijdrage in de kosten van de A2-tunnel levert, als het voor de VRU niet mogelijk blijkt om deze in haar eigen begroting op te vangen. In 2010 en 2011 heeft de VRU geen gebruik gemaakt van dit aanbod, in 2012 wel. Ook in verband met het functioneel leeftijdsontslag en het overgangsrecht voor het personeel van de VRU is in 2012 een extra bijdrage aan de VRU verstrekt. Dit is conform de Dienstverleningsvereenkomst 2012 met de VRU, waarin is afgesproken dat de VRU deze kosten op nacalculatiebasis doorberekent aan de Gemeente Utrecht. Deze extra bijdrage valt weg tegen een voordeel op de gemeentelijk kosten voor de oude FLO-regeling, en heeft hierdoor geen effect op het resultaat van het programma Veiligheid. De gemaakte kosten als gevolg van het asbestincident Kanaleneiland leiden in 2012 tot een nadeel van afgerond 0,6 miljoen euro. Op 6 oktober 2012 hebben wij de commissies Stad en Ruimte en Mens en Samenleving in een brief 175
geïnformeerd over de gemaakte kosten tijdens de crisisfase (0,245 miljoen euro), de kosten voor het onafhankelijk onderzoek (0,1 miljoen euro) en de verwachte kosten voor nazorg (0,280 miljoen euro). In deze brief hebben wij aangegeven dat voor deze kosten gedeeltelijk dekking beschikbaar is in de post onvoorzien (0,159 miljoen euro), en dat het restant betrokken wordt bij het resultaat van de Verantwoording 2012. Het nadeel op de baten van de Prestatiedoelstelling 'bestrijden van incidenten' komt door de afwikkeling van een aantal 'oude' gebruiksvergunningen, waarbij de invorderingsbeschikking is ingetrokken. De kosten daarvan zijn voor de gemeente.
176
1.10 Cultuur Algemene programmadoelstelling Het programma Cultuur draagt bij aan de profilering van Utrecht als stad van kennis en cultuur. De stad is een aantrekkelijke en gastvrije ontmoetingsplaats, met internationale allure, broedplaats van talent. Het programma draagt hieraan bij door zich te richten op een veelzijdige programmering, een bloeiend productieklimaat, een brede samenstelling van publiek en de route naar de viering van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013 en Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. In 2012 hebben we de nieuwe cultuurnota voor 2013-2016 vormgegeven. Met het Rijk, de fondsen en de provincie hebben wij een besluit genomen over meerjarige subsidiering van culturele instellingen per 2013. Eind 2012 kregen we een teleurstelling te verwerken: na de presentatie van onze eerste versie van het bidbook voor Europese Culturele Hoofdstad besloot de jury dat Utrecht niet doorgaat naar de tweede ronde van de nominatie. In de Programmabegroting 2014 zullen wij daarom een voorstel doen voor de aanpassing(en) op dit thema van de algemene programmadoelstelling en de Prestatiedoelstelling 'Het faciliteren van een breed scala aan culturele activiteiten in (opmaat naar) 2013 en het voorbereiden van de bidding voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018'. De Stichting Vrede van Utrecht heeft de laatste hand gelegd aan het programma voor de viering van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013.
Subdoelstelling 1.1: Utrecht kent een veelzijdig, artistiek interessant aanbod en bloeiend productieklimaat, wat zichtbaar wordt op een verscheidenheid aan locaties in de gehele stad Subdoelstelling 1.1 Utrecht kent een veelzijdig, artistiek interessant aanbod en bloeiend productieklimaat, wat zichtbaar wordt op een verscheidenheid aan locaties in de gehele stad.
Wat gaan we daarvoor doen? Wat willen we bereiken? E1.1. Een breedschalig scala van culturele instellingen/makers produceert en programmeert een veelzijdig, divers, artistiek interessant aanbod op diverse locaties in de gehele stad.
P1.1.1 Programmering en productie Het faciliteren van artistiek interessante activiteiten van Utrechtse makers en culturele instellingen op diverse locaties in de gehele stad. P1.1.2 Gemeentelijke Cultuurdiensten Muziekcentrum Vredenburg en het Centraal Museum programmeren een veelzijdig, divers, artistiek interessant aanbod.
177
Wat hebben we bereikt? Programmering en productie Effectdoelstelling 1.1.1 Een breedschalig scala van culturele instellingen/makers produceert en programmeert een veelzijdig, divers, artistiek interessant aanbod op diverse locaties in de gehele stad. 2012 was het laatste jaar van de Cultuurnota 2009-2012. Een verscheidenheid aan makers en instellingen programmeerden, mede dankzij onze ondersteuning, een divers activiteitenaanbod. Dit was te zien op verschillende podia, festivals en andere presentatieplekken, zowel in de binnenstad als in de naoorlogse wijken en de Vinexlocatie Leidsche Rijn. In ditzelfde jaar hebben we een besluit genomen over onze meerjarige subsidiering in 2013-2016. Met de subsidiebesluiten is een stevige basis gelegd voor de Utrechtse culturele instellingen en daarmee een gedifferentieerde culturele infrastructuur in de nieuwe cultuurnotaperiode.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Programmering en productie Prestatiedoelstelling 1.1.1 Het faciliteren van artistiek interessante activiteiten van Utrechtse makers en culturele instellingen op diverse locaties in de gehele stad.
• De afspraken uit het Cultuurconvenant 2009-2012 over producerende en programmerende instellingen zijn uitgevoerd. • Wij hebben met eenmalige subsidies diverse ad hoc producties en manifestaties van makers in diverse disciplines en programmeringsactiviteiten Muziek in Kerken ondersteund. H • et fasedocument Voorlopig/Definitief Ontwerp van het Castellum Hoge Woerd (Leidsche Rijn) is bijna afgerond. • We hebben een investeringsbijdrage geleverd aan broedplaats De Metaalkathedraal in Leidsche Rijn. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheid tot ondersteuning van Vechtclub XL in de Merwedekanaalzone. • Cultuurhuis Cereol: in het verslagjaar is het Definitief Ontwerp afgerond en de bouwopdracht verstrekt. • Vanwege onzekerheid over toekomstige subsidie is het onderzoek naar herhuisvesting BAK dit jaar niet uitgevoerd. • Stichting Museum Oud Amelisweerd (MOA) beheert sinds 31 augustus 2012 landhuis Oud-Amelisweerd. In het najaar van 2013 gaat MOA open voor publiek. De • verbouwing van cultuurhuis Stefanus (Overvecht) is gerealiseerd. De feestelijke heropening vond oktober 2012 plaats. • De planontwikkeling van de culturele trekker in het stadscentrum Leidsche Rijn stond in het verslagjaar in het teken van heroverweging van de invulling en de randvoorwaarden. De theaterfunctie is één van de gedachte pijlers in de 7 x 16 uursvoorziening op de locatie. De ongunstige landelijk trend in bezoekers van de podiumkunsten en het taakstellende budget voor exploitatie van de voorziening vroegen om nadere analyse en standpuntbepaling. Aan het einde van het jaar lag een bestuursadvies voor met het doel om de stichtingskosten van het gebouw en de exploitatie nog eens kritisch te bezien. In het begrotingsjaar 2013 hebben wij daaraan vervolg gegeven. Prestatiedoelstelling 1.1.2 Stadsschouwburg Utrecht, Muziekcentrum Vredenburg en het Centraal Museum programmeren een veelzijdig, divers, artistiek interessant aanbod. De Stadsschouwburg is verzelfstandigd per 1-1-2012. Op 15 november 2012 heeft uw gemeenteraad ingestemd met de verzelfstandiging van het Centraal Museum Utrecht. Dit betekent dat de Dienst Gemeentelijke Musea (DGM) wordt opgeheven en dat het Centraal Museum Utrecht per 1 januari 2013 verder gaat als stichting Centraal Museum. De Tivoli Vredenburg partners werkten aan zowel de concrete inrichting van het gebouw als de voorbereidingen voor de nieuwe exploitatieorganisatie. Het gebouw was eind december wind –en waterdicht. 178
Vredenburg Als gevolg van de economische recessie zag Vredenburg een daling in de bezoekerscijfers van 5,5% ten opzichte van 2011. In samenwerking met Tivoli groeide het aantal popconcerten en bezoekers, hoewel iets minder dan begroot. Omdat gebleken is dat de voorbereidingen voor Tivoli Vredenburg veel van de organisatie vraagt, is het aantal bijzondere eigen producties in 2012 teruggebracht. In de samenwerking met de bestaande partners – Omroepen, MCO, Festivals Oude Muziek, IKFU, Liszt Concours, Gaudeamus- wordt voorgesorteerd op een nieuwe vormgeving van het programma op de nieuwe locatie in 2014. In het najaar van 2011 nam MCV de coördinatie van de jazzprogrammering over van de SJU. Samen met de partners Tivoli, Gaudeamus en stichting U-jazz werden de doelstellingen van het gepresenteerde plan voor jazzconcerten, sessies en workshops in 2012 inhoudelijk en qua bereik gerealiseerd. Centraal Museum Het Centraal Museum sluit af met ruim 135.000 bezoekers. Dat is in overeenstemming met de begroting, maar 8% minder dan in 2011. In de zomer van 2011 toonde het museum de succesvolle tentoonstelling over Viktor&Rolf die veel bezoekers trok. Het Centraal Museum ziet het als zijn taak om actief experimenten aan te gaan met hedendaagse beeldende kunst, en zich niet te beperken tot puur publiekstrekkers. In de begroting van de bezoekerscijfers was hier rekening mee gehouden. Publiekstrekkers in 2012 waren de tentoonstellingen God Save the Queen en Blue Jeans, en deze laatste was in 2012 5 weken toegankelijk en loopt door in 2013. Aanvullend zorgden Rietvelds Universum in het Vitra Museum Weil am Rhein en het Bloemaert Effect in het Staatliches Museum Schwerin voor 35.000 bezoekers voor tentoonstellingen van het Centraal Museum in het buitenland. In 2012 zijn de bezuinigingstaakstellingen gedekt in de meerjarenbegroting door het doorvoeren van een reorganisatie, materiële bezuinigingen en het genereren van extra inkomsten.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
Inwonersenquête
85% (2009)
≥80%
ntb. 45
Inwonersenquête
43,4% (2009)
44,5%
43%
60 (2009)
≥ 60
66
Effectindicatoren: Percentage Utrechters dat cultureel aanbod waardeert op E1.1.1
stedelijk niveau Percentage Utrechters dat cultureel aanbod waardeert op
E1.1.2
buurtniveau
Prestatie indicatoren: Aantal lang- en meerjarig P1.1.1 P1.1.2
gesubsidieerde instellingen
Subsidiestaat
Aantal gehonoreerde
SI-U (subsidie
projectaanvragen
softwaresysteem)
117 (2009)
≥ 150
210
342
344
18
18
Aantal concerten / verhuringen P2.1.1
MCV
MCV
357 (2009)
P2.1.2
Aantal tentoonstellingen CM
CM
14 (2009)
45
In de Inwonersenquête van dit jaar is de vraag anders gesteld dan in voorgaande jaren. Er is gevraagd naar
tevredenheid over cultuuraanbod in plaats van tevredenheid naar een samengestelde reeks 'musea, bibliotheek, schouwburg'. Bestuursinformatie heeft geconstateerd dat dit helaas heeft geleid tot onvergelijkbare percentages 2011 en 2012. Daarom wordt de 'oude' vraag - evenals vorig jaar - aan het Bewonerspanel voorgelegd. De resultaten hiervan zijn uiterlijk 28 februari beschikbaar. 179
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel -
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
Lasten P1.1.1 Programmering en productie
15.183
21.641
21.436
205
P1.1.2 Gemeentelijke cultuurdiensten
31.539
19.784
18.334
1.450
Totaal lasten
46.722
41.425
39.770
1.655
Baten P1.1.1 Programmering en productie
0
0
49
49
P1.1.2 Gemeentelijke cultuurdiensten
11.517
6.300
6.153
-146
Totaal baten
11.517
6.300
6.202
-97
Saldo lasten en baten
35.204
35.126
33.568
1.558
Mutaties reserves Toevoeging reserves
8
3.091
3.091
0
Onttrekking reserves
-2.067
-1.273
1.297
25
Saldo na mutaties reserves
33.145
36.944
35.361
1.582
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 1.1.1: Programmering en productie Doordat er minder projectsubsidies zijn toegekend in 2012 dan begroot komen de lasten in werkelijkheid 0,205 miljoen euro lager uit. De baten zijn 0,049 miljoen euro hoger dan begroot. In het eerste kwartaal van 2013 is een crediteurenakkoord gesloten met de bewindvoerder van Stichting Sophia waarbij ineens de verstrekte lening aan Sophia is verrekend met toegekende subsidies. Ten gevolge van deze verrekening is de voorziening niet meer nodig en het bedrag voor 2012 vrij komen te vallen. Bij de voorjaarsnota is besloten om 2,5 miljoen euro te reserveren voor een impuls aan het cultuurbudget vanaf 2015. Het bedrag wordt nu gestort in de reserve cultuurnota zodat respectievelijk 1 miljoen euro in 2015 en 2016 en 0,5 miljoen euro in 2017 onttrokken kan worden. Dit om het terugvallende budget te compenseren en aan afspraken met culturele instellingen en bestuurlijke afspraken met het rijk, de provincie en fondsen in het kader van de cultuurnota te kunnen blijven voldoen. Prestatiedoelstelling 1.1.2: Gemeentelijke cultuurdiensten De lasten waren bij Muziekcentrum Vredenburg 1,357 miljoen euro lager dan begroot en de baten 0,063 miljoen euro lager. Per saldo leidt dat tot een positief exploitatiesaldo van 1,295 miljoen euro. De lagere lasten worden vooral veroorzaakt door een geplande onderbesteding van 1,062 miljoen euro ter egalisatie van huisvestingslasten die in eerdere jaren ten laste van de bedrijfsreserve gebracht zijn. Door vrijval van de post onvoorzien en lagere uitgaven op de overhead door strakke budgetsturing en efficiency zijn de overige verschillen bij het Muziekcentrum ontstaan. Bij het Centraal Museum waren de lasten 0,093 miljoen euro lager dan begroot en de baten 0, 083 lager dan begroot.
180
Subdoelstelling 1.2: Utrecht kent een breed, divers samengesteld publiek van kenners en niet-kenners, dat deelneemt aan het culturele leven in de stad, op locaties in zowel de binnenstad als de verschillende wijken Subdoelstelling 1.2 Utrecht kent een breed, divers samengesteld publiek van kenners en niet-kenners, dat deelneemt aan het culturele leven in de stad, op locaties in zowel de binnenstad als de verschillende wijken.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 Een breed publiek van kenners en niet-
P1.2.1 Het bevorderen van (actieve)
kenners afkomstig uit Utrecht en daarbuiten
cultuurparticipatie en een brede deelname in het
neemt deel aan en/of voelt zich betrokken bij het culturele leven in de stad.
aanbod zoals geprogrammeerd en geproduceerd door Utrechtse makers/instellingen.
Wat hebben we bereikt? Participatie Effectdoelstelling 1.2.1 Een breed publiek van kenners en niet-kenners afkomstig uit Utrecht en daarbuiten neemt deel aan en/of voelt zich betrokken bij het culturele leven in de stad. Verschillende presentatieplekken (podia, musea en festivals) in Utrecht kregen te maken met dalende bezoekersaantallen 2012 ten opzichte van 2011. Ook uit de Inwonersenquête 2012 blijkt dat minder bezoekers een culturele activiteit bezochten dan waar wij naar streefden. Landelijk zijn er nog weinig cijfers over 2012 bekend, waardoor het lastig is om de Utrechtse situatie af te spiegelen tegen landelijke tendensen. De daling bij enkele instellingen ging echter gepaard met een toename bij andere presentatieplekken. Desalniettemin baart de daling ons zorgen, en gaan wij met onze instellingen in gesprek over mogelijke maatregelen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Participatie Prestatiedoelstelling 1.2.1 Het bevorderen van (actieve) cultuurparticipatie en een brede deelname in het aanbod zoals geprogrammeerd en geproduceerd door Utrechtse makers/instellingen. De afspraken uit het Cultuurconvenant 2009-2012 over instellingen gericht op participatie zijn uitgevoerd. Stichting Cultuurpromotie Utrecht (SCU) fungeert ondersteunende instelling voor de culturele sector. In 2012 is SCU
• de samenwerking aangegaan met stichting Wereldfeest. • Het programma Cultuurparticipatie 2009-2012, gericht op amateurkunst, cultuureducatie en immaterieel cultureel erfgoed, is uitgevoerd volgens de programmalijnen. Wij • troffen de voorbereidingen voor het programma Cultuureducatie 2013-2016, waarbij we de rijksbijdrage matchen. De focus ligt op het ontwikkelen en uitvoeren van de leerlijn creatief vermogen in samenwerking met culturele instellingen en het onderwijs.
181
• Ook troffen wij in 2012, samen met programma Onderwijs, de voorbereidingen voor de stelselwijziging op het gebied van cultuureducatie ter versterking van de kwaliteit van het cultuuronderwijs. • We ondersteunden 119 amateurkunstorganisaties (basissubsidies). • De ontwerpfase van de kunstmanifestatie Call of the Mall, die plaats zal vinden van 20 juni tot 22 september 2013
in en om Hoog Catharijne, is afgerond. Zo'n 30 kunstenaars zijn geselecteerd en werken aan de uitvoering van hun ontwerp. De projectorganisatie is uitgebreid met een 'productiepoot'. Het communicatieplan is gereed voor uitvoering. Een try out voor de tentoonstelling is in 2012 succesvol georganiseerd.
• In 2012 hebben we een bijdrage geleverd aan de Museumnacht van Stichting Utrechts Museumkwartier. • Ook in 2012 continueerden wij de uitvoering van het Jeugdcultuurfonds Utrecht. Indicatoren subdoelstelling 1.2 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
87% (2009)
90%
86% 46
Effectindicatoren: E1.2.1
Percentage Utrechters dat minstens 1x
Inwoners-
per jaar een culturele activiteit bezoekt
enquête
Prestatie indicatoren: Aantal bezoekers aan gemeentelijke 1,8 miljoen
1,8 miljoen
1,8 miljoen
(in miljoenen)
Jaarverslagen
euro (2009)
euro
euro
Aantal leden van de gesubsidieerde
Civision (subsidie
3.791
amateurkunstverenigingen
softwaresysteem)
(2009)
≥ 3.500
3.821
diensten en gesubsidieerde instellingen P1.2.1 P1.2.2
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P1.2.1 Cultuurparticipatie
5.072
5.369
5.647
-278
Totaal lasten
5.072
5.369
5.647
-278
P1.2.1 Cultuurparticipatie
32
159
262
103
Totaal baten
32
159
262
103
5.040
5.211
5.385
-175
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
267
0
0
0
Onttrekking reserves
-266
-320
-320
0
5.041
4.891
5.065
-175
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
46
Het percentage is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Landelijk zijn er nog weinig cijfers over 2012 bekend,
waardoor het lastig is om de Utrechtse situatie af te spiegelen tegen landelijke tendensen. 182
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 1.2.1: Cultuurparticipatie Zowel de verschillen aan de baten kant als aan de lasten kant zijn ontstaan bij de uitvoering van kunstprojecten in de openbare ruimte. Het aantrekken van externe fondsen en sponsoring voor de try out van Call of the Mall heeft voor de extra baten gezorgd.
Subdoelstelling 1.3: De culturele betekenis maakt Utrecht tot een aantrekkelijke stad, zowel lokaal, nationaal als internationaal Subdoelstelling 1.3 De culturele betekenis maakt Utrecht tot een aantrekkelijke stad, zowel lokaal, nationaal als internationaal.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.3.1 Het vergroten van de lokale en (inter)nationale culturele betekenis van Utrecht.
P1.3.1 Internationalisering Het faciliteren van een breed scala aan culturele activiteiten in (opmaat naar) 2013 en het voorbereiden van de bidding voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018.
Wat hebben we bereikt? Internationalisering Effectdoelstelling 1.3.1 Het vergroten van de lokale en (inter)nationale culturele betekenis van Utrecht. 2012 was een belangrijk jaar voor de ontwikkeling van Utrecht als internationale stad van kennis en cultuur: Utrecht stelde zich op 30 oktober 2012 met het bidbook 'Trust the Future, Create your City' formeel kandidaat als Culturele Hoofdstad van Europa 2018 en bereidde zich daarnaast verder voor op de grootse viering van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013. De internationale jury heeft helaas besloten Utrecht niet te selecteren voor een tweede bidbookronde. Het kritisch getoonzette juryrapport signaleerde in de voorgestelde programma-ideeën onder meer een gebrek aan artistieke visie, innovatie en Europese dimensie. Wij nemen de kanttekeningen van het juryrapport ter harte een zullen deze betrekken dat bij de accenten die we in ons cultuurbeleid leggen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Internationalisering Prestatiedoelstelling 1.3.1 Het faciliteren van een breed scala aan culturele activiteiten in (opmaat naar) 2013 en het voorbereiden van de bidding voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018. 183
• Wij ondersteunden, samen met de provincie, de Stichting Vrede van Utrecht voor activiteiten (programmering, lobby, marketing) gericht op de voorbereiding van de viering van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013. Het
programma voor de viering van de Vrede van Utrecht in 2013 - titel: 'The Art of Making Peace' – heeft in 2012 vaste vormen aangenomen. Het is met een spetterend VJ op de Dom event op 21 september aan de stad gepresenteerd.
• De Stichting Vrede van Utrecht heeft tevens de totstandkoming van het bidbook 2018 gecoördineerd en
georganiseerd in samenwerking met de gemeente en provincie, partners uit de creatieve sector, maatschappelijke en onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven.
• Van 18-21 april organiseerden we het EUROCITIES Culture Forum. 77 deelnemers uit 41 Europese steden bezochten het forum in Utrecht, met als thema 'Connectivity: the art of creating partnerships'.
Indicatoren subdoelstelling 1.3 Doelstelling Indicator
Bron
Nulmeting
2012
Realisatie 2012
2
2
Effectindicatoren: E1.3.1
Landelijke positie als aantrekkelijke stad,
Atlas voor
mede op grond van cultureel aanbod
Gemeenten
2 (2009)
Jaarverslag
94 (2010))
≥ 90
ntb 47
Jaarverslag
19 (2010)
≥ 20
ntb 48
Prestatie indicatoren: P1.3.1
Aantal activiteiten st. Vrede van Utrecht; waarvan met een internationale
P1.3.2
component
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel - realisatie
P1.3.1 Internationalisering
2.883
1.075
2.318
-1.243
Totaal lasten
2.883
1.075
2.318
-1.243
P1.3. 1 Internationalisering
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
2.883
1.075
2.318
-1.243
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
-1.540
0
0
0
1.343
1.075
2.318
-1.243
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
47
Ten tijde van verslaglegging nog niet bekend.
48
Ten tijde van verslaglegging nog niet bekend.
184
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Prestatiedoelstelling 1.3.1: Internationalisering Bij de Voorjaarsnota 2008 is besloten om ten behoeve van de programmering Vrede van Utrecht en het traject voor de kandidaatstelling Europese Culturele Hoofdstad 5,7 miljoen euro in de reserve Culturele Hoofdstad te storten om tot en met 2012 jaarlijks een vastgesteld bedrag te onttrekken voor de uitvoering. In 2012 was de reserve echter niet meer toereikend om de geplande onttrekking uit te voeren en de onttrekking komt daarom niet meer terug in de actuele begroting. Bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen wordt voorgesteld om de resterende 1,382 miljoen euro te ontrekken waarna deze kan worden afgesloten. Daarnaast zal voorgesteld worden om een restant uit de reserve 'flexibel fonds voor culturele activiteiten' van 0,064 miljoen euro te onttrekken en in te zetten om het tekort dat ontstaan is deels op te lossen.
185
1.11 Sport Algemene programmadoelstelling In Utrecht staat jouw talent centraal. In 2012 is volop gewerkt aan de voorbereidingen van het European Youth Olympic Festival Utrecht 2013 (EYOF). Zo is Pieter van den Hoogenband toegetreden als toernooidirecteur van het EYOF en is een start gemaakt met het sportieve side – eventsprogramma de ' Achmea High Five Challenge '. Dit programma heeft als doel de bekendheid van het EYOF te vergroten en jongeren enthousiast te maken voor sport en bewegen door kennis te maken met verschillende sporten. Er is in zes wijken geïnvesteerd in het uitbreiden van sportaccommodaties, een start gemaakt met de vernieuwing van zwembad De Krommerijn en er is een beleidsnota Volkstuinen opgesteld. De tevredenheid over de sportvoorzieningen in buurt en stad is flink gestegen. Ook de Jeugdsportdeelname in de Krachtwijken is met inspanning van de sportverenigingen, onderwijs, combinatiefunctionarissen sport en beweegmakelaars fors toegenomen in 2012. Met de beleidsregel combinatiefunctionarissen sport, de notitie en subsidie – uitvraag sport en bewegen in de buurt en de aanvraag voor de buurtsportcoaches zijn de fundamenten gelegd voor sport en bewegen in de buurt voor de jaren 2013 en verder. De topsporters en sportverenigingen van Utrecht hebben geweldig gepresteerd op de Olympische en Paralympische Spelen met een score van 14 medailles.
Subdoelstelling 1.1: Voldoende kwalitatief goede en toegankelijke basisvoorzieningen. Subdoelstelling 1.1 Voldoende kwalitatief goede en toegankelijke basisvoorzieningen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E 1.1.1 Meer inwoners zijn tevreden over de sportvoorzieningen in de stad.
P 1.1.1 Plannen en ontwikkelen van zes kwalitatief goede voorzieningen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Meer inwoners zijn tevreden over de sportvoorzieningen in de stad. De tevredenheid over sportvoorzieningen in de stad is gestegen van 70% in 2011 naar 75% in 2012.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Plannen en ontwikkelen van zes kwalitatief goede voorzieningen. De volgende projecten zijn gerealiseerd: Leidsche Rijn Op Strijkviertel is sportpark Rijnvliet gerealiseerd en in gebruik genomen. 187
Zuidwest Op sportpark Welgelegen is de laatste fase uit de totale herontwikkeling afgerond: de turnhal is in gebruik
• genomen, de tennisbanen zijn gerealiseerd en de totale terreininrichting is afgerond. Op • sportpark Aziëlaan is dit jaar de bouw gestart: hier komen twee kunstgrasvelden op het dak van de nieuwe parkeergarage van IKEA.
Noordwest Op sportpark Thorbeckelaan is voorzieningengebouw ' De Speler ' gerealiseerd en in gebruik genomen. De herinrichting van de buitenruimte van sportpark Zuilenselaan is afgerond en de nieuwe sporthal Zuilen is in gebruik genomen. Oost Zwembad De Krommerijn nadert na een grondige vernieuwbouw zijn voltooiing en zal in het eerste kwartaal van
• 2013 in gebruik worden genomen door de zwemvereniging. De • herstructurering van sportpark Maarschalkerweerd is afgerond op de realisatie van een tweetal kleedkamers en een wandelpad na.
Noordoost Het extra kunstgrasvoetbalveld en de geplande parkeervoorzieningen op het Veemarktterrein zijn gerealiseerd en in gebruik genomen.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Effectindicatoren: E1.1.1
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2008
Tevreden bewoners over
Inwoners
sportvoorzieningen
enquête
71%
72%
75%
UVO
101
103
101
Prestatie indicatoren: Aantal P1.1.1
basisvoorzieningen
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
P1.1.1 Basisvoorzieningen
587
563
587
-24
Totaal lasten
587
563
587
-24
P1.1.1 Basisvoorzieningen
0
0
3
3
Totaal baten
0
0
3
3
587
563
584
-21
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
31
31
587
563
553
10
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
188
Financiële toelichting De onttrekking betreft een niet begrote vrijval van middelen uit de Vaste Activa Reserve betreffende Wielercentrum Nedereindseberg, Playgrounds en Volkstuincomplex Gageldijk.
Subdoelstelling 1.2 Utrechtse zwembaden van goede kwaliteit. Subdoelstelling 1.2 Utrechtse zwembaden van goede kwaliteit.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 Stabiliseren van het bezoekersaantal van de 4 Utrechtse zwembaden.
P1.2.1 Exploitatie en beheer 4 Utrechtse zwembaden naar tevredenheid bezoekers.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 Exploitatie en beheer van vier Utrechtse zwembaden naar tevredenheid bezoekers. De klanttevredenheid over de zwembaden is voor 2012 uitgekomen op gemiddeld 7.2. Het resultaat blijft daarmee 0.2 punten achter op het streefresultaat van 7.4. Het resultaat van Aquacenter Den Hommel bleef met een rapportcijfer van 6.9 het meest achter. Op dit moment spelen we met de verbouwing van Aquacenter Den Hommel in op de verwachtingen van de klant. We voorzien dat het resultaat van de zwembaden in 2013 kan toegroeien naar het landelijk gemiddelde van 7.3.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Stabiliseren van het bezoekersaantal van de vier Utrechtse zwembaden. In 2012 is het beschikbare zwemwater efficiënter ingezet. Hiermee spelen we in op de toenemende behoefte aan zwemlessen. Dit hebben we onder andere bereikt door de gemiddelde groepsgrootte bij zwemlessen te verhogen en extra lesmogelijkheden te creëren op zaterdag en zondag. Daarnaast worden er op sommige momenten en in verschillende baden gebruik gemaakt van een andere lesmethode zodat we ook de diepe wedstrijdbassins optimaal kunnen benutten voor instructiezwemmen. Dit heeft geen nadelige gevolgen gehad voor de bezoekersaantallen. De verbouwing van Den Hommel is in 2012 in gang gezet. De verbouwing wordt begin 2013 voltooid. Het aantal bezoekers van de Utrechtse zwembaden is gestegen van 724.000 in 2010 naar 738.000 in 2012. In 2011 was zwembad De Kwakel niet volledig open vanwege problemen met de waterkwaliteit en bedroeg het bezoekersaantal 629.000. Met het bezoekersaantal van 738.000 in 2012 is de doelstelling gerealiseerd om in dat jaar het vertrouwen van de Utrechtse zwembadbezoeker terug te winnen en het bezoekersaantal van de Utrechtse zwembaden op het gebruikelijke niveau te houden.
189
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
UVO
7.2 (2008)
7.4
7.2
UVO
716.000
640.000
738.000
Effectindicatoren: Gemiddeld cijfer klanttevredenheid E1.2.1
zwembaden
Prestatie indicatoren: P1.2.1
Bezoekersaantal zwembaden
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
- realisatie
P1.2.1 Zwembaden
10.938
9.137
9.726
-589
Totaal lasten
10.938
9.137
9.726
-589
P1.2.1 Zwembaden
2.848
2.848
2.934
86
Totaal baten
2.848
2.848
2.934
86
Saldo lasten en baten
8.089
6.289
6.792
-503
Lasten
Baten
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
70
70
0
8.089
6.219
6.722
-503
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hogere lasten door groot onderhoud van installaties en gebouwen van het aquacenter Den Hommel (0,42 miljoen euro).
190
Subdoelstelling 1.3 Utrechtse sportparken en sporthallen van goede kwaliteit. Subdoelstelling 1.3 Utrechtse sportparken en sporthallen van goede kwaliteit.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.3.1 In stand houden van de kwaliteit van
P1.3.1 Realiseren en renoveren van velden en de
onder ISA Sportkeur aangelegde sportparken.
mogelijkheden benutten voor aanleg van nieuwe ondergronden.
E1.3.2 Handhaven van het kwaliteitsniveau van de sporthallen die ingericht zijn naar de eisen van het NOC & NSF.
P1.3.2 Exploitatie en beheer van vijftien sporthallen naar tevredenheid bezoekers.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.3.1 In stand houden van de kwaliteit van onder ISA Sportkeur aangelegde sportparken. De onder ISA Sportkeur aangelegde sportparken zijn in 2012 kwalitatief op niveau gehouden. De bezettingsgraad is gestegen van 77% in 2010 naar 78% in 2012. Effectdoelstelling 1.3.2 Handhaven van het kwaliteitsniveau van de sporthallen die ingericht zijn naar de eisen van NOC * NSF. De naar de eisen van het NOC * NSF ingerichte binnensportaccommodaties zijn kwalitatief op niveau gehouden in 2012. De bezettingsgraad is in 2012 gestegen van 61% in 2010 naar 62% in 2012.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.3.1 In stand houden van de kwaliteit van onder ISA Sportkeur aangelegde sportparken. De volgende uitbreidingen zijn gerealiseerd: Leidsche Rijn
•
• Er is bij VV de Meern een extra gras voetbalveld gerealiseerd. • Op sportpark Fletiomare Oost zijn op het oude hockeyveld twee kunstgras korfbalvelden en een pupillenveld aangelegd. Daarnaast is een gras voetbalveld vervangen door een kunstgrasveld.
• Noordwest • In voorzieningengebouw ' De Speler ' is een sportzaal gerealiseerd en in gebruik genomen. • Zuidwest • Op sportpark Welgelegen zijn de tennisbanen door Zwaluwen Utrecht 1911 in gebruik genomen en zijn een slag – en trainingskooi voor de honkballers van Domstad Dodgers gerealiseerd.
191
Prestatiedoelstelling 1.3.2 Handhaven van het kwaliteitsniveau van de sporthallen die ingericht zijn naar de eisen van het NOC * NSF. De binnensportaccommodaties zijn bouwkundig goed onderhouden en voldoen aan de gestelde sporttechnische eisen. Met de zaalverdelingscommissie van de VSU zijn de uren in de sporthallen verdeeld onder de Utrechtse verenigingen. De binnensportaccommodaties hebben inmiddels een goede bezetting. Op prime – time (tussen 19.00 – 22.00 uur) zijn nagenoeg alle binnensportaccommodaties verhuurd. Vooral overdag is er nog wel zaalruimte te vergeven, omdat naast het onderwijsgebruik de vraag gering is. De Utrechtse sporthallen kregen bij een klanttevredenheidsmeting een gemiddeld rapportcijfer van 7.1.
Indicatoren subdoelstelling 1.3 Indicator
Bron
Effectindicatoren:
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2008
E1.3.1
Bezettingsgraad buitenaccommodaties
UVO
77%
78%
78%
E1.3.2
Bezettingsgraad binnenaccommodaties
UVO
59%
61%
62%
UVO
62.000
128.000
108.000 49
UVO
14
17
16
Prestatie indicatoren: Sportoppervlak realisatie/renovatieprojecten P1.3.1
per jaar in m2 Aantal sporthallen ingericht naar eisen NOC *
P1.3.2
NSF
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
Verschil actueel – realisatie
P1.3.1 Buitenaccommodaties
9.531
8.418
984
7.434
P1.3.2 Binnenaccommodaties
12.091
11.000
10.510
490
Totaal lasten
21.622
19.418
11.494
7.925
Lasten
Baten P1.3.1 Buitenaccommodaties
1.240
1.306
1.523
217
P1.3.2 Binnenaccommodaties
2.662
2.758
2.963
205
Totaal baten
3.902
4.064
4.487
422
17.720
15.354
7.007
8.347
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
49
358
358
0
Onttrekking reserves
0
967
1.031
64
17.769
14.746
6.335
8.411
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
49
Realisatie van een Cruijffcourt in Zuilen is uitgesteld en de voetbalvelden sportpark Aziëlaan boven op het dak van
Ikea worden in 2013 gerealiseerd. Dit verklaart tevens het verschil tussen de streefwaarde van het aantal basisvoorzieningen 103 en de realisatie in 2012 van 101 voorzieningen, zie prestatie indicator 1.1.1. 192
Financiële toelichting Buitenaccommodaties In de lasten zijn positieve verrekeningen opgenomen die dienen ter dekking van de kapitaalasten van sportpark Rijnvliet (7,343 miljoen euro). Daarnaast zijn er meer opbrengsten (0,217 miljoen euro) door (eerdere) uitbreiding van capaciteit en levering van diensten. Binnenaccommodaties De lasten zijn 0,490 miljoen euro lager doordat er voor 2012 minder groot onderhoud was gepland aan de sporthallen en gymzalen. Daarnaast zijn er meer opbrengsten (0,205 miljoen euro) door (eerdere) uitbreiding capaciteit en levering van diensten.
Subdoelstelling 2.1 Meer Utrechters sporten en bewegen in een goede sportinfrastructuur bij verenigingen (vooral in de Krachtwijken). Subdoelstelling 2.1 Meer Utrechters sporten en bewegen in een goede sportinfrastructuur bij verenigingen (vooral in de Krachtwijken).
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.1.1 Meer Utrechters vanaf 16 jaar doen
P2.1.1 Stimuleren en ondersteunen van
regelmatig aan sport.
vernieuwende concepten binnen sportverenigingen en sportinfrastructuur.
E2.1.2 Meer kinderen in Krachtwijken doen aan sport.
P2.1.2 Versterken van de samenwerking en activiteiten gericht op een grotere sportdeelname
E2.1.3 Utrechters zijn tevreden over de sportvoorzieningen (gebruik en aanbod) in hun wijk en / of buurt.
van de Jeugd. P2.1.3 Realiseren van een goed gebruik van sportvoorzieningen in wijk en / of buurt.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 Meer Utrechters vanaf zestien jaar doen regelmatig aan sport. De sportdeelname vanaf zestien jaar is in 2012 uitgekomen op 68%. Hiermee is het streven van 70% niet behaald. De laatste jaren beweegt dit percentage zich rondom de 68 á 69%. De verwachting is dat met de inzet van onder meer de buurtsportcoaches dit percentage kan stijgen. Effectdoelstelling 2.1.2 Meer kinderen in Krachtwijken doen aan sport. De Jeugdsportdeelname in de Krachtwijken is fors toegenomen tot ruim boven de streefwaarden voor 2012. Dit als gevolg van de inspanningen van de sportverenigingen, onderwijs, combinatiefunctionarissen sport en beweegmakelaars. 193
Effectdoelstelling 2.1.3 Utrechters zijn tevreden over de sportvoorzieningen (gebruik en aanbod) in hun wijk en / of buurt. De tevredenheid over de sportvoorzieningen in de wijk / buurt is toegenomen van 61% naar een realisatie van 65% in 2012.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Stimuleren en ondersteunen van vernieuwende concepten binnen sportverenigingen en sportinfrastructuur. Samen met de VSU zijn circa 20 verenigingen ondersteund bij het indienen van aanvragen voor de landelijke subsidieregeling SportImpuls mede gericht op het toepassen van vernieuwende sportconcepten. Dat heeft in 2012 geresulteerd tot een tegenvallende score van twee verenigingen die hun aanvraag toegekend hebben gekregen. Gezamenlijk wordt geprobeerd in de vervolgaanvragen tot een betere score te komen. Daarnaast zijn in het kader van de aanpak van de wachtlijstproblematiek twee voetbalverenigingen gestart met het aanbod van Champions Leaque voetbal voor de jongste jeugd op zondag. Prestatiedoelstelling 2.1.2 Versterken van de samenwerking en activiteiten gericht op een grotere sportdeelname van de jeugd. De prestatie – indicator voor prestatie – doelstelling 2.1.2 namelijk een toename van het aantal combinatiefunctionarissen in de sport wordt weergegeven in het hoofdstuk jeugd. Prestatiedoelstelling 2.1.3 Versterken van een goed gebruik van sportvoorzieningen in de wijk en / of buurt. Het aantal gerealiseerde scholarshippers is boven verwachting hoog met in totaal zeven scholarshippers. De toename komt vooral doordat er twee Krajicek Playgrounds in de wijk Zuidwest bij zijn gekomen, waardoor er meer mogelijkheden zijn ontstaan om scholarshippers in de zetten. In Overvecht zijn 16 jongeren in 2012 voor de opleiding 'Jeugd in Actie' geslaagd, waarmee ze hebben geleerd zelfstandig sportactiviteiten te organiseren.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Effectindicatoren:
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2008 Utrecht
E2.1.1
Sportdeelname > 16 jaar
Monitor
68%(2009)
70%
68%
E2.1.2
Jeugdsportdeelname Overvecht
Jeugdmonitor
55%
63%
69% 50
E2.1.2
Jeugdsportdeelname Noordwest
Jeugdmonitor
67%
73%
77%
E2.1.2
Jeugdsportdeelname Zuidwest
Jeugdmonitor
62%
68%
71%
Tevredenheid sportvoorzieningen in
Utrecht
de wijk
Monitor
51%
61%
65%
Meting Sport
nvt
4
4
Meting Sport
nvt
2
7
E2.1.3
Prestatie indicatoren: Verenigingen met vernieuwende P2.1.1
sportconcepten
P2.1.2
Zie hoofdstuk Jeugd
P2.1.3
Scholarships/jeugdkaderopleidingen
50
De cijfers over de Jeugdsportdeelname zijn gebaseerd op de Jeugdmonitor 2011 – 2012.
194
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
Lasten P2.1.1 Sportdeelname > 16 jaar
944
1.201
1.107
94
1.306
1.188
1.174
15
234
19
23
-4
2.484
2.409
2.304
105
P2.1.1 Sportdeelname > 16 jaar
0
0
0
0
P2.1.2 Jeugdsportdeelname
0
0
0
0
P2.1.3 Sportvoorzieningen wijk / buurt
0
0
10
10
Totaal baten
0
0
10
10
2.484
2.409
2.294
115
P2.1.2 Jeugdsportdeelname P2.1.3 Sportvoorzieningen wijk / buurt Totaal lasten Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
250
200
200
0
2.234
2.209
2.094
115
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Sportdeelname >16 jaar
De lagere lasten betreffen de nog niet ingezette rijksmiddelen voor het aanstellen van Buurtsportcoaches van 0,144 miljoen euro. Ontvangst en inzet van deze middelen lopen in de tijd niet gelijk op.
Subdoelstelling 2.2 Utrechters met een beperking hebben voldoende mogelijkheden tot sporten. Subdoelstelling 2.2 Utrechters met een beperking hebben voldoende mogelijkheden tot sporten.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E 2.2.1 Meer mogelijkheden voor sporten voor
P 2.2.1 Faciliteren en ondersteunen van
mensen met een beperking.
initiatieven voor een breder sportaanbod voor mensen met een beperking.
195
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.2.1 Meer mogelijkheden voor sporten voor mensen met een beperking. In totaal hebben inmiddels 32 sportverenigingen in Utrecht specifiek aanbod voor mensen met een beperking. Drie van deze verenigingen zijn in 2012 gestart met hun aanbod en hadden aan het einde van het jaar nog niet meer dan enkele leden. Deze verenigingen worden ondersteund bij de verdere ledenwerving, onder andere door potentiële leden vanuit de zorg toe te leiden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.2.1 Faciliteren en ondersteunen van initiatieven voor een breder sportaanbod voor mensen met een beperking. Er zijn twee hardloopgroepen actief binnen de instellingen van de (O)GGz. Het koppelen van deze groepen aan sportverenigingen is voor de deelnemers zelf op dit moment nog een te grote stap. Daarnaast wordt er door Stichting Klein Galgenwaard voor de doelgroep voetbal georganiseerd waar meerdere teams (mannen / vrouwen) aan deelnemen.
Indicatoren subdoelstelling 2.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
23
30
32
nvt
2
1 51
Effectindicatoren: E2.2.1
Aantal verenigingen met
Consulent aangepast
specifiek sportaanbod
sporten
Prestatie indicatoren: P2.2.1
Aantal verenigingen met
Consulent aangepast
(O)GGz aanbod
sporten
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
P2.2.1 Sporten voor mensen met een beperking
100
249
436
-187
Totaal lasten
100
249
436
-187
P2.2.1 Sporten voor mensen met een beperking
0
0
33
33
Totaal baten
0
0
33
33
100
249
403
-154
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten
51
We hebben hierbij de Stichting Klein Galgenwaard als vereniging opgevat.
196
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
100
249
403
-154
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
De hogere lasten betreffen lasten in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) en de Impuls Beweegkuur. Beide regelingen worden bekostigd uit rijksmiddelen. Tegenover de lasten Impuls Beweegkuur van 0,033 miljoen euro staan gelijke baten. De in 2010, 2011 en 2012 ontvangen rijksmiddelen NASB worden ingezet gedurende de periode 2011 tot en met 2014 (zie ook 'In Utrecht staat jouw talent centraal! – Beleidsnota Sport 20112016'). De hogere baten van 0,033 miljoen euro betreffende de eerdere in 2011 ontvangen rijksmiddelen Impuls Beweegkuur.
Subdoelstelling 3.1 Bevorderen van topsport – talentontwikkeling door het versterken van de topsport(infra)structuur en faciliteren van (top)sportevenementen. Subdoelstelling 3.1 Utrecht is een aantrekkelijke stad voor topsport, topsporters en topsporttalenten.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E3.1.1 Meer samenwerking met partners bij de
P3.1.1 Behouden en uitbreiden van (top) sportevene-
ontwikkeling van de topsport(infra)structuur en (top)sportevenementen in de stad.
menten, ondersteunen van verenigingen, topsporters, topsporttalenten en vestiging talentencentra.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 3.1.1 Meer samenwerking met partners bij de ontwikkeling van de topsport(infra)structuur en (top)sportevenementen in de stad. Voor het realiseren van een optimaal topsportklimaat wordt samengewerkt met stedelijke, provinciale en landelijke partners. De provincie Utrecht, het Ministerie van VWS, NOC * NSF, de Universiteit Utrecht en het bedrijfsleven participeren in de organisatie van het EYOF. Het lokale bedrijfsleven georganiseerd in het ' Businesspeleton Utrecht ' is een enthousiaste en drijvende kracht bij de acquisitie van de Tour de France. Voor de werving van grootschalige topsportevenementen en de profilering van Nederland als sportevenementenland wordt samengewerkt met de G5, NOC*NSF en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen. Voor de doorontwikkeling en uitbreiding van Nationale Topsportcentra in Utrecht wordt samengewerkt met de nationale sportbonden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 3.1.1 Behouden en uitbreiden van (top)sportevenementen, ondersteunen van verenigingen, topsporters, topsporttalenten en vestiging talentencentra. 197
In 2012 zijn diverse netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor organisatoren van Utrechtse topsportevenementen en kernsportverenigingen en ten minste 75 topsporters en talenten zijn individueel begeleid door de Vereniging Sport Utrecht. Het Nationaal Topsport Centrum Waterpolo is gefaciliteerd en de ontwikkeling van een Nationaal Hockey Centrum is verder onderzocht en uitgewerkt. In 2012 zijn diverse jaarlijks terugkerende sportevenementen gesubsidieerd onder andere de Marathon Utrecht, de Ronde van Midden Nederland, de Singelloop, de Utrechtse Meidenloop en het Paasworsteltoernooi. Daarnaast is een verkenning gestart voor de opbouw van een topsport evenementenagenda 2014 – 2018.
Indicatoren subdoelstelling 3.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Meting Sport
nvt
3
3
VSU
nvt
75
75
Effectindicatoren: E3.1.1
Aantal netwerkbijeenkomsten
Prestatie indicatoren: P3.1.1
Ondersteuning topsporters
3.1 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
– realisatie
P3.1.1 Bevordering topsport
1.545
1.869
1.763
106
Totaal lasten
1.545
1.869
1.763
106
P3.1.1 bevordering topsport
0
187
172
-15
Totaal baten
0
187
172
-15
1.545
1.682
1.591
91
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
40
113
69
-44
1.505
1.570
1.523
47
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Bevordering topsport
De lagere lasten worden voor 0,044 miljoen euro veroorzaakt door verschuiving van EYOF 2013 activiteiten in de tijd. Verwachte uitvoering van deze activiteiten vindt niet in 2012 maar in 2013 plaats. Mutaties reserves In 2012 waren voor het EYOF 2013 0,044 miljoen euro aan lasten begroot die pas later in de tijd (2013) gerealiseerd gaan worden. Een begrote onttrekking aan de reserve topsport is met dit bedrag naar beneden bijgesteld.
198
1.12 Vastgoed Algemene programmadoelstelling Utrecht heeft voldoende, kwalitatief goed en optimaal gespreid gemeentelijk vastgoed dat activiteiten mogelijk maakt die bijdragen aan de maatschappelijke doelstellingen van de gemeente. Inleiding Eén van de gemeentelijke doelmatigheidsmaatregelen (Via B) is het realiseren van een gemeentebrede vastgoedorganisatie waarin de vastgoedexpertise en het beheer van panden gebundeld wordt. Doelstelling van gemeentelijk vastgoed is het optimaal inzetten van de gemeentelijke vastgoedportefeuille voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid. Per 1 mei 2012 is de Utrechtse Vastgoed Organisatie (UVO) opgericht. Met als doelstelling om activiteiten te accommoderen, in de situaties waarin andere vastgoedeigenaren (op de markt) of beheerders hun taak niet, onvoldoende of tegen te hoge kosten oppakken. We sturen op een hogere bezettingsgraad en gaan accommodaties multifunctioneel (laten) gebruiken. Besluitvorming over de eventuele overdracht van de gemeentelijke gebruikersexploitatie van onderwijsgebouwen en sportaccommodaties naar dit programma moet nog plaatsvinden. Als gevolg hiervan wordt het vastgoed van onderwijs en sport nog in deze programma's verantwoord. Bij de voorjaarsnota is het Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed (MPUV) vastgesteld. Hierin is verantwoording afgelegd over 2011 en een vooruitblik van 5 jaar gegeven op de vastgoedportefeuille van de Gemeente Utrecht. Belangrijkste beslispunten waren het op orde brengen van de vastgoedreserve door een storting en het veranderen van de afschrijvingstermijn voor gebouwgebonden installaties. Op die manier kon een bijdrage geleverd worden aan de financiële opgave van de Gemeente Utrecht de komende jaren. Bij de programmabegroting is de Kadernota Vastgoed vastgesteld. Hierin zijn alle regels en uitgangspunten vastgelegd hoe de UVO met het gemeentelijk vastgoed om gaat. Belangrijkste besluiten zijn het toepassen van een kostendekkende vergoeding aan partijen die een gemeentelijk beleidsdoel ondersteunen en een markt huur voor alle andere partijen die gebruik maken van het gemeentelijk vastgoed. Daarnaast is een uitwerking gegeven van de wijziging van de afschrijftermijnen van de gebouwgebonden installaties van tien naar veertig jaar afschrijftermijnen.
Subdoelstelling 1.1: Utrecht heeft voldoende optimaal gebruikt gemeentelijk vastgoed, nu en in de toekomst Subdoelstelling 1.1 Utrecht heeft voldoende optimaal gebruikt gemeentelijk vastgoed, nu en in de toekomst.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.1.1 Utrecht heeft ook in de toekomst
P1.1.1 Verwerven, ontwikkelen, beheren en
voldoende optimaal gebruikt maatschappelijk vastgoed.
afstoten van duurzame en toegankelijke accommodaties.
199
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.1.1 Utrecht heeft ook in de toekomst voldoende optimaal gebruikt maatschappelijk vastgoed. De missie van de Utrechtse Vastgoed Organisatie (UVO) is om activiteiten te accommoderen, in die situaties waarin andere vastgoedeigenaren of beheerders hun taak niet, onvoldoende of tegen te hoge kosten oppakken. Het effect is dat het vastgoed daarmee een optimale bijdrage levert aan de gemeentelijke doelstellingen (van de verschillende beleidssectoren) door: een betere match tussen vraag en aanbod door overzicht over de portefeuille
• • eenduidig huurbeleid voor klanten • minder bureaucratie
In 2012 is door het maken van de kadernota een eenduidig huurbeleid gecreëerd. Daarnaast is er gewerkt aan het nog meer inzichtelijk maken van de totale vastgoedportefeuille door de complete lijst van vastgoed te presenteren in het MPUV en de voorbereiding te treffen voor het maken van een administratie in 2013. Alle panden uit het MPUV zijn ingevoerd in SAP Real Estate (SAP RE). De basisinformatie is hierin nu beschikbaar en in 2013 zullen ook alle financiële transactie in SAP RE plaats vinden en daardoor direct gekoppeld zijn aan de panden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1.1 Verwerven, ontwikkelen, beheren en afstoten van duurzame en toegankelijke accommodaties. UVO kiest voor een actieve, ondernemende, klantgerichte en marktgerichte rol als het gaat om vastgoed met een gemeentelijke beleidsdoelstelling. Wij voeren de ontwikkeling, het beheer en de exploitatie zelf uit waar het gaat om wettelijke taken en basisvoorzieningen, die niet of onvoldoende door de markt opgepakt worden (dat wil zeggen te duur, onvoldoende toegankelijk, onvoldoende spreiding of niet de juiste kwaliteit en capaciteit). We gaan voor elk beleidsveld een huisvestingsplan schrijven. De nadruk in 2012 lag, naast het inrichten van de UVO, op het vormgeven van het portefeuillemanagement en op een goede invulling van de verkoop taakstelling, voor 2012: 4 miljoen euro (Vastgoed taakstelling) plus 2,3 miljoen euro (WOM Lombok taakstelling). Een belangrijke taak bij het portefeuillemanagement is het zorgen voor een evenwichtige en kostendekkende portefeuille. Om na te gaan of panden nog bijdragen leveren aan de uitvoering van het beleid is het van belang om de bezitsvraag tegen het licht te houden. Begin 2012 hebben we de gemeentelijke vastgoedportefeuille ingedeeld in vier categorieën: te behouden, te optimaliseren, af te stoten en te verwerven of ontwikkelen. Het af te stoten vastgoed is in 2012 actief op de markt gezet en er hebben een aantal zeer succesvolle verkopen plaats gevonden. De belangrijkste is de verkoop van een portefeuille van 8 panden waarin kinderopvang plaats vindt. Deze zijn op de markt gezet en verkocht. De totale taakstelling van 4 miljoen euro + 2,3 miljoen euro is in 2012 gerealiseerd.
Indicatoren subdoelstelling 1.1 Indicator
Bron
Nulmeting
MPUV
4% (2011)
Doelstelling
Realisatie
2012
2012
4%
3%
2
8
Effectindicatoren: Het aantal leegstaande panden (% op E1.1.1
419 panden in permanent beheer)
Prestatie indicatoren: Nota P1.1.1
200
Aantal opgestelde en uitgevoerde
kapitaalgoederen
huisvestingsplannen (jaarsnede 2012)
2011-2014
1 (2006)
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
accommodaties
15.113
14.896
17.187
-2.290
Totaal lasten
15.113
14.896
17.187
-2.290
accommodaties
17.370
16.931
17.774
842
Totaal baten
17.370
16.931
17.774
842
-2.257
-2.035
-587
-1.448
Lasten P1.1.1 Duurzame en toegankelijke
Baten P1.1.1 Duurzame en toegankelijke
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoeging reserves
158
6.000
6.000
0
Onttrekking reserves
729
1.255
1.332
78
-2.828
2.710
4.081
-1.371
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
De toelichting op deze doelstelling kent een samenhang met doelstelling '1.2.1 gemeentelijk vastgoed is goed onderhouden'. De totale lasten en baten staan in een drietal producten, die hieronder afzonderlijk worden toegelicht. Vastgoedbeheer De lasten van Vastgoedbeheer zijn 0,068 miljoen euro lager dan begroot. Er zijn lagere lasten dan begroot door de herberekening van kapitaallasten van gebouwgebonden installaties van 10 naar 40 jaar. Hierdoor zijn de kapitaallasten in deze doelstelling 2,415 miljoen euro lager. In totaal gaat het om 3 miljoen euro, een bedrag van 0,585 miljoen euro aan lagere kapitaallasten verantwoorden we in doelstelling 1.2.1. Er zijn hogere lasten dan begroot door het realiseren en opleveren van investeringen en de aanloopverliezen van nieuwe panden zoals Vorstelijk complex, Kindercluster de Weide wereld en Cultuurcampus voor een bedrag van 1,34 miljoen euro. In het MPUV 2012 zijn deze lasten wel opgenomen met als dekking een onttrekking van 1,322 miljoen euro aan de vastgoedreserve. Deze onttrekking is niet begroot en heeft ook niet plaatsgevonden. Ter aanvulling, de gerealiseerde onttrekking van 1,332 miljoen euro heeft betrekking op de onttrekking aan de vaste activa reserves (ter dekking van de kapitaallasten) en een onttrekking van 0,393 voor de stedenband met Léon. In 2012 zijn er hogere lasten voor onderhoud (0,363 miljoen euro) en hogere lasten voor ozb (0,213 miljoen euro) voor aanslagen van nieuwe vastgoedpanden. Daarnaast zijn er hogere kapitaallasten (0,449 miljoen euro) voor nieuwe panden zoals Alexander Numankade en uitrukpost brandweer Vleuterweide waarvoor in 2012 nog geen of slechts deels inkomsten gerealiseerd zijn. De baten zijn 0,338 miljoen euro lager dan begroot doordat er minder huurontvangsten zijn van derden. Nieuw en Verbouw Voor het Utrechts archief is conform besluitvorming in totaal een bijdrage van 1,612 miljoen euro beschikbaar gesteld, ter afdekking van de onrendabele top. Deze bijdrage is voor een bedrag van 0,246 miljoen euro aan de lastenkant verwerkt en voor -1,366 miljoen euro aan de batenkant (negatieve baat). Het budget voor deze bijdrage is opgenomen in de vaste activa reserve. 201
Subdoelstelling 1.2 Het gemeentelijk vastgoed is goed onderhouden Subdoelstelling 1.2 Het gemeentelijk vastgoed is goed onderhouden.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E1.2.1 De kwaliteit en aantrekkelijkheid van bestaande gebouwen voldoet aan de eisen.
P1.2.1 Het voorkomen en wegwerken van achterstallig onderhoud.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1.2.1 De kwaliteit en aantrekkelijkheid van bestaande gebouwen voldoet aan de eisen. Er zijn in totaal 874 vastgoedobjecten in eigendom van de gemeente. Dit programma verantwoordt de 419 openbare gemeentelijke gebouwen in permanent beheer. De onderhoudstoestand van de 186 onderwijsgebouwen en de 96 sportaccommodaties worden in de programma's Onderwijs en Sport verantwoord. Daarnaast zijn er nog 173 overige objecten (gronden en panden in tijdelijk beheer). Voor ons vastgoed hanteren we Meer Jaren Onderhoud Planningen (MJOP). Eén keer per vijf jaar wordt de onderhoudssituatie van alle panden middels een inspectie geactualiseerd. Het noodzakelijk uit te voeren (achterstallig) onderhoud wordt in beeld gebracht en op basis hiervan wordt de MJOP aangepast. Als normering voor de kwaliteit van gebouwonderdelen hanteren wij de in Nederland breed geaccepteerde NEN 2767 waarin zes onderhoudsniveaus zijn vastgelegd. De gemeente hanteert minimaal niveau 3 (redelijk, plaatselijk zichtbare veroudering zonder dat de functie van het installatiedeel in gevaar komt). In de bouwbesluiten van alle nieuwbouw- en verbouwprojecten is de eis voor 100% toegankelijkheid opgenomen voor mensen met een beperking.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.2.1 Het voorkomen en wegwerken van achterstallig onderhoud. De onderhoudswerkzaamheden met bijbehorende bedragen van de eerste vijf geplande jaren (2012-2016) zijn betrouwbaar op basis van de tijdens de inspecties geconstateerde gebreken. In 2012 is voor een bedrag van 6,78 miljoen euro uitgegeven aan onderhoudswerkzaamheden, waaronder: klachtenonderhoud (op basis van dagelijkse door de huurder gemelde reparatieverzoeken)
• • regulier geplande onderhoudswerkzaamheden • tijdens inspecties geconstateerd urgent, gevaarlijk en/of achterstallig onderhoud.
In 2012 is onderhoud uitgevoerd op basis van het MJOP.
202
Indicatoren subdoelstelling 1.2 Indicator
Doelstelling
Realisatie
2012
2012
Bron
Nulmeting
De kwaliteit van de gebouwen voldoet
MPUV ( NEN 2767
90% voldoet
aan de van te voren afgesproken norm,
conditiemeting
aan norm 3
conform de NEN 2767 conditiemeting
gebouwen)
(2011)
90%
92%
80% (2011)
80%
85%
Effectindicatoren:
E1.2.1
Prestatie indicatoren: Het maken, actualiseren en uitvoeren P1.2.1
Meerjarig
van het meerjarig onderhoudsplan (%
onderhoudsplan
van totaal jaarsnede)
(Vastgoedorganisatie)
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
P1.2.1 achterstallig onderhoud
4.398
-68
1.492
-1.560
Totaal lasten
4.398
-68
1.492
-1.560
P1.2.1 achterstallig onderhoud
-4.000
-4.000
0
-4.000
Totaal baten
-4.000
-4.000
0
-4.000
398
-4.068
1.492
-5.560
Toevoeging reserves
0
2.366
2.366
0
Onttrekking reserves
0
505
506
1
398
-2.207
3.352
-5.559
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
De toelichting op deze doelstelling kent een samenhang met doelstelling '1.1.1 verwerven, ontwikkelen, beheren en afstoten van accommodaties'. De verantwoording van de onderhoudslasten vindt plaats bij de Prestatiedoelstelling 1.1.1.
• De lasten zijn 1,560 miljoen euro hoger dan begroot. • Bij de voorjaarsnota 2011 is besloten de taakstelling verkoop vastgoed voor 2011 in te vullen met een voordeel van 2,366 miljoen euro op kapitaallasten budgetten in de jaren 2013 en 2014. Deze taakstelling is per abuis ten laste
van de exploitatie 2012 gekomen, waardoor de lasten 2,366 hoger zijn.
• De lasten zijn 0,3 miljoen euro hoger vanwege de start van de Utrechtse Vastgoedorganisatie en de verhuizing. • De lasten zijn 0,521 lager doordat een deel van het frictiebudget dat bestemd is voor de reorganisatie van het Utrechtse Vastgoed in 2012 nog niet aangesproken is. • De lasten zijn 0,585 miljoen euro lager door de herberekening van de kapitaallasten van gebouwgebonden installaties van 10 naar 40 jaar.
203
De te behalen baten van 4 miljoen euro hebben betrekking op de taakstelling 20 miljoen euro verkoop vastgoed. De baten zijn gerealiseerd in programma Stedelijk Ontwikkeling.
Subdoelstelling 2.1 Utrecht heeft kwalitatief goede (multifunctionele) accommodaties waarin verschillende gebruikers naar tevredenheid functioneren dan wel samenwerken Subdoelstelling 2.1 Utrecht heeft kwalitatief goede (multifunctionele) accommodaties waarin verschillende gebruikers naar tevredenheid functioneren dan wel samenwerken.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.1.1 Kwalitatief goede (multifunctionele) accommodaties en tevreden gebruikers.
P2.1.1 Stimuleren van het ontwikkelen van kwalitatief goede (multifunctionele) accommodaties en het tot stand brengen van een goede samenwerking in die gebouwen.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.1.1 Kwalitatief goede (multifunctionele) accommodaties en tevreden gebruikers. Wij zorgen dat kwalitatief goede accommodaties worden gebruikt voor de daarvoor bestemde activiteiten en stemmen vraag en aanbod van de verschillende gebruikers op elkaar. Waar mogelijk regelen wij de samenwerking tussen de partners en coördineren de programmering en gezamenlijke activiteiten in het gebouw.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.1.1 Stimuleren van het ontwikkelen van kwalitatief goede (multifunctionele) accommodaties en het tot stand brengen van een goede samenwerking in die gebouwen. Samen met onze partners faciliteren we een optimale bezetting van goede, betaalbare en evenwichtig over de stad verspreide accommodaties voor maatschappelijke functies. We stimuleren de samenwerking in deze gebouwen en bouwen zoveel mogelijk juridische waarborgen voor samenwerking in. Voorbeeld is de Stichting samenwerkende partners Nieuw Welgelegen. In 2012 is in het MPUV per gebouw inzicht gegeven in de bezettingsgraad, voor zover die bekend is. Voor de meest panden is die bekend maar de bezettingsgraad wordt verschillend berekend per portefeuille. Het Makelpunt is de centrale plek in de stad waar vraag en aanbod van ruimte bij elkaar komt, het verhoogt niet alleen de bezettingsgraad van de gemeentelijke accommodaties maar ook die van haar partners. Dit is ook in 2012 weer gelukt met 316 geregistreerde matches. Dit lijkt aan te geven dat het Makelpunt voorziet in een behoefte van vele partijen die op zoek zijn naar een geschikte locatie en/of samenwerking. Ook landelijk is het concept van 'Makelpunt Utrecht' in 2012 verder opgepakt. Concreet zijn er nu 8 gemeenten bezig met de opzet van ook een eigen Makelpunt. Naast het behalen van succesvolle matches voor de in- en externe samenwerkingspartners werd er ook beoogd om met het Makelpunt een beter zicht te krijgen op de behoefte in de stad. In 2012 blijkt wederom de grootste doelgroep waarvoor het Makelpunt bemiddeld op het terrein te liggen van Welzijn, Cultuur en Economische zaken (onder andere ZZP-ers). Aan ook het digitale loket van het Makelpunt is hard gewerkt en is er bovendien een koppeling gemaakt met het gemeente brede Klant Contact Systeem (KCS), zodat klantvragen nog beter gevolgd kunnen worden. De applicatie staat technisch gereed en wordt 15 januari officieel 'geopend', waarmee de medewerkers van het Makelpunt zich 204
kunnen blijven richten op de speciale huisvestingsvraagstukken en 'massavragen' automatisch worden afgehandeld. Dit maakt het mogelijk dat het aantal succesvolle matches in de toekomst verder kan blijven groeien met een gelijkblijvende personele bezetting. Het Verhuurloket is onderdeel van het Makelpunt Utrecht en verzorgt de verhuur van de nu 100 gemeentelijke (vooral sport-)voorzieningen. In nauw overleg met de vele sportverenigingen hebben de ruimte verdeelprotocollen weer gezorgd voor een goede verdeling van beschikbare ruimten. De totale omzet is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2011. Het aantal incidentele verhuringen van binnenaccommodaties is licht gestegen van 1000 naar 1200. De 'crisis' lijkt in 2012 dus niet van invloed te zijn geweest. Tot slot kan worden opgemerkt dat verenigingen hun trainingstijden in de avonden eigenlijk zouden willen vervroegen maar door de hoge bezettingsgraden is dit voor de 'populaire' sporthallen niet haalbaar is gebleken in 2012.
Indicatoren subdoelstelling 2.1 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2015
Nulmeting + 0.5%
Nulmeting + 0.5%
6
6
2
3
266.500
280.000
150
300
Effectindicatoren: Nulmeting moet KTO bewonerspanel E2.1.1
Bewonerspanel
nog in 2011
multifunctionele accommodaties Maatschappelijk
worden
(functionaliteit)
uitgevoerd
Vastgoed
Prestatie indicatoren: Geclusterde accommodaties met goede samenwerking, te onderscheiden naar: Planontwikkeling P2.1.1 P2.1.2
• • Uitvoering/oplevering
Maatschappelijk Vastgoed
8 (2010)
Aantal verhuurde uren
Reflex
260.000 uur
verhuurloket Makelpunt
verhuursysteem
(2010)
Aantal geregistreerde P2.1.3
gematchte partijen Makelpunt
100 (gem. Makelpunt
2009-2011)
Besluitvorming over de eventuele overdracht van de gemeentelijke gebruikersexploitatie ( inclusief makelpunt) van onderwijsgebouwen en sportaccommodaties naar dit programma moet nog plaatsvinden. Als gevolg hiervan is deze subdoelstelling niet gevuld.
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
voorzieningen
116
1.233
858
375
Totaal lasten
116
1.233
858
375
voorzieningen
764
1.088
1.081
-7
Totaal baten
764
1.088
1.081
-7
-648
144
-223
367
Lasten P2.1.1 Goede multifunctionele
Baten P2.1.1 Goede multifunctionele
Saldo lasten en baten
205
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
144
144
0
-648
0
-367
367
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Lagere lasten door niet gebruikt budget groot onderhoud van de multifunctionele accommodatie Nieuw Welgelegen. Voor het groot onderhoud van deze accommodaties is een reserve groot onderhoud gevormd.
Subdoelstelling 2.2 Facilitair beheer voor een groeiend aantal multifunctionele) accommodaties naar tevredenheid gebruikers Subdoelstelling 2.2 Facilitair beheer voor een groeiend aantal (multifunctionele) accommodaties naar tevredenheid gebruikers.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
E2.2.1 Facilitair beheer van (multifunctionele) accommodaties naar tevredenheid gebruikers.
P2.2.1 Het inrichten van het facilitair beheer voor een groeiend aantal (multifunctionele) accommodaties.
Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 2.2.1 Facilitair beheer van (multifunctionele) accommodaties naar tevredenheid gebruikers. Naast het beheren van zes multifunctionele accommodaties hebben wij ons in 2012 gericht op het aanbieden van het totale facilitair beheer voor bestaand en nieuw maatschappelijk vastgoed (zoals welzijnsaccommodaties). Met de vaststelling van het vernieuwend welzijn door het college van B en W en de gemeenteraad is er voor de UVO een belangrijke taak bij gekomen. Het verzorgen van de exploitatie van de welzijnsaccommodaties in de stad. In 2012 hebben we belangrijke stappen gezet in de voorbereiding naar overdracht van de accommodaties per 1 augustus 2013. Het uitgezette klanttevredenheid onderzoek voor de zes MFA's en twee Boeglocaties heeft een prima resultaat opgeleverd, een score van een 7,5. Wij verwachten de klanttevredenheid van gebruikers van onze accommodaties verder te kunnen verhogen.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 2.2.1 Het inrichten van het facilitair beheer voor een groeiend aantal (multifunctionele) accommodaties. Wij vervullen een loketfunctie voor alle huurders en gebruikers en dragen zorg voor verbetering van het gezamenlijke beheer, middels onder andere het organiseren van structurele overleggen. Afhankelijk van de vraag wordt de dienstverlening van de Front- en/of BackOffice op maat ingezet. 206
In 2012 is in samenwerking met ontwikkeling een Quick-Scan gemaakt om de MFA's nog beter te laten functioneren. Uit het onderzoek dat is gedaan blijkt dat gezamenlijke activiteiten veel minder plaatsvinden dan bedoeld. De gezamenlijke vierkante meters hebben in beperkte mate vorm gekregen. De gezamenlijke ruimtes hebben vaak primair als doel verkeersruimte te zijn, daarnaast was bedoeld dat deze tevens benut kunnen worden voor activiteiten en ontmoeting. De partijen in de MFA's zien mogelijkheden om het functioneren te verbeteren. Deels in 2012 en vervolgens in 2013 zal uitvoering gegeven worden aan de verbetervoorstellen. Op gebied van onderhoud van de accommodaties en de buitenterreinen adviseren en ondersteunen wij de eigenaar en huurders van het pand, waardoor een gelijkwaardig kwaliteit- en serviceniveau voor alle gehuurde ruimtes behaald wordt. Door het schrijven van een handboek beheer en een producten- en dienstencatalogus is in 2012 de dienstverlening voor betrokken partijen nog inzichtelijker gemaakt. Tenslotte zijn Verenigingen van Eigenaren (VvE's) geadviseerd ten aanzien van de inrichting van het beheer.
Indicatoren subdoelstelling 2.2 Indicator
Bron
Nulmeting
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
7.0 (2008)
7.2
7.2
8
10
Effectindicatoren: E2.2.1
KTO gebruikers multifunctionele
KTO Maatschappelijk
accommodaties (facilitair beheer)
vastgoed (2011)
Prestatie indicatoren: Aantal multifunctionele P2.2.1
accommodaties met facilitair
Vastgoed
beheer
organisatie
5 (2008)
Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
realisatie
P2.2.1 facilitair beheer
3.693
3.110
2.615
495
Totaal lasten
3.693
3.110
2.615
495
P2.2.1 facilitair beheer
2.518
1.929
1.412
-517
Totaal baten
2.518
1.929
1.412
-517
Saldo lasten en baten
1.175
1.182
1.203
-22
Lasten
Baten
Mutaties reserves Toevoeging reserves
0
0
0
0
Onttrekking reserves
0
0
0
0
1.175
1.182
1.203
-22
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Lagere lasten door lagere service kosten van de multifunctionele accommodaties, waarvoor geen gezamenlijke inkoop is gerealiseerd. Hier staan ook lagere baten van de partners van de multifunctionele accommodaties tegenover. Het negatieve resultaat is het gevolg van de inkooptaakstelling. 207
Algemeen Algemene middelen en onvoorzien De onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene middelen. Het betreft die middelen die geen bepaald bestedingsdoel kennen, zoals de onroerende-zaakbelasting, de uitkering uit het Gemeentefonds, het resultaat op langlopende geldleningen en de nog over de programma’s te verdelen stelposten. Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
5.986
4.047
4.042
5
437
294
275
20
Lasten Onroerendezaakbelasting Precario-, toeristen-, hondenbelasting Uitkering Gemeentefonds
0
0
0
0
Dividenden
0
0
15
-15
21.091
21.091
22.549
-1.458
1.230
0
0
0
-16.433
-1.255
-289
-966
Langlopende geldleningen Stelpost investeringen Overige stelposten Onvoorzien Budgetstructuur Leidsche Rijn Totaal lasten
159
159
-13
172
-287
-1.392
0
-1.392
12.183
22.945
26.579
-3.634
69.820
77.420
84.918
7.498
2.328
2.328
2.577
249
426.865
431.337
443.093
11.756
2.900
3.455
3.450
-5
52.257
52.431
58.751
6.320
0
0
0
0
159
1.196
2.314
1.118
Baten Onroerendezaakbelasting Precario-, toeristen-, hondenbelasting Uitkering Gemeentefonds Dividenden Langlopende geldleningen Stelpost investeringen Overige stelposten Onvoorzien
0
0
0
0
Budgetstructuur Leidsche Rijn
0
0
0
0
554.328
568.166
595.103
26.937
-542.145
-545.221
-568.524
23.303
Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
17.206
49.803
46.132
3.671
Onttrekkingen
22.718
78.584
76.110
2.475
-547.657
-574.002
-598.502
24.500
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
209
Financiële toelichting Onroerendezaakbelasting Het voordeel van 7,498 miljoen euro bij de baten bestaat voor 4,494 miljoen euro uit voordelen uit voorgaande jaren. Deze zijn het gevolg van hogere opbrengsten door meer opgelegde aanslagen en aanslagen voor hogere bedragen in 2011 welke in 2012 zijn afgewikkeld. Daarnaast heeft de afwikkeling plaatsgevonden over een reeks van jaren van diverse grote vorderingen op belastingplichtigen na gerechtelijke uitspraken. Over belastingjaar 2012 is een voordeel van 2,267 miljoen euro gerealiseerd, enerzijds als gevolg van de doorwerking van voordelen uit voorgaande jaren en anderzijds tengevolge van de waardeontwikkeling van onroerende zaken niet zijnde woningen. Een voordeel van 0,607 miljoen euro is vanwege dezelfde oorzaken gerealiseerd over 2012 bij eigenaren van onroerende zaken. De overige voordelen bedragen in totaal 0,130 miljoen euro. Precario-, toeristen-, hondenbelasting De baten bedroegen 0, 249 miljoen euro meer dan begroot. Dit is te danken aan meeropbrengsten toeristenbelasting van 0,137 miljoen euro door meer overnachtingen dan geraamd, een extra opbrengst van precariobelasting van 0,069 miljoen euro door een groter volume terrassen en een hogere opbrengst hondenbelasting van 0,033 miljoen euro tengevolge van groei van het bestand. Uitkering Gemeentefonds De baten uit het Gemeentefonds geven een incidenteel voordeel van 11,756 miljoen euro, vooral ten gevolge van: De ontwikkeling in volumes doordat de stad groeit. In 2012 leidt deze ontwikkeling tot een voordeel van
• 5,3 miljoen euro. De • normeringsystematiek is vanaf 2012 weer in werking. Het Gemeentefonds volgt weer het 'samen trap op - trap af'-principe met de rijksuitgaven. Als gevolg hiervan is er een voordeel gerealiseerd van 4,7 miljoen euro. • Een correctie op de jaren 2010 en 2011. De volumegegevens waarmee de algemene uitkering wordt bepaald staan nog niet stil. Hierdoor wijzigt de algemene uikering voor de achterliggende jaren. Dit levert een voordeel op van
•
3,4 miljoen euro. Nog met de diverse beleidsprogramma's te verrekenen corresponderende posten voor in totaal 0,9 miljoen euro. Deze worden één op één overgeheveld naar het betreffende programmabudget. Wij verwijzen u hiervoor naar de bijlage corresponderende posten.
• Nadeel correctie accres van 2,5 miljoen euro. Langlopende geldleningen Het resultaat op de langlopende geldleningen is per saldo 4,862 miljoen euro voordelig. Dit resultaat wordt veroorzaakt door: een rentevoordeel van 1,555 miljoen euro op kortlopende leningen;
• • een rentevoordeel van 1,460 miljoen euro op langlopende leningen; • een voordeel van 0,328 miljoen euro op rentebaten en bedrijfskosten; • een voordeel van 1,519 miljoen euro op de interne rentebaten.
Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf Financiering. Overige stelposten Deze gemeentebrede stelposten laten per saldo een voordeel zien van 0,152 miljoen euro (een nadeel van 0,966 miljoen euro op de lasten en een voordeel van 1,118 miljoen euro op de baten). Dit voordeel is opgebouwd uit de volgende posten: Dit voordeel is opgebouwd uit de volgende posten: Een voordeel van 1,152 miljoen euro doordat de geraamde kosten van bijzondere bijstand nog niet met het
• betreffende programma zijn verrekend. • Een voordeel van 0,514 in verband met de niet geraamde BTW-verrekening met de voorziening Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR). • Een voordeel van 0,355 miljoen euro doordat restant premie van de 62+regeling tot en met 2012niet hoefde te worden aangewend en vrij kan vallen.
210
• Een voordeel van 0,088 miljoen euro wegens een niet begrote liquidatie-uitkering Waarborgfonds Bestuursacademie. • Een nadeel van 2, 050 miljoen euro doordat de geraamde kosten van het stadskantoor al op het betreffende programma zijn geboekt maar nog verrekend dienen te worden met de reserve huurharmonisatie. Overige kleine voordelen voor in totaal 0,093 miljoen euro. • Budgetstructuur Leidsche Rijn De actuele begroting 2012 van het product Budgetstructuur Leidsche Rijn is 1,392 miljoen euro negatief. Dit betekent vooral dat de stelpost kapitaallasten Leidsche Rijn negatief is. Op deze stelpost wordt jaarlijks aan de hand van de groei van Leidsche Rijn budget opgebouwd ter dekking van de kapitaallasten voor maatschappelijke voorzieningen in Leidsche Rijn. Op het moment dat een voorziening in gebruik wordt genomen komt het benodigde budget voor de onderliggende kapitaallast ten laste van deze stelpost. In de programmareserve Algemene middelen en onvoorzien (reserve Budgetstructuur Leidsche Rijn) is budget gereserveerd om de incidentele nadelen op deze stelpost op te vangen. Ook in 2012 is de realisatie 0. De jaarlasten 2012 zijn echter nog niet met de organisatieonderdelen verrekend. Dit doen we jaarlijks door het resultaat op het onderdeel Budgetstructuur Leidsche Rijn en de jaarlasten van de in dat jaar in gebruik genomen voorzieningen bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen te verrekenen met de programmareserve Algemene middelen en onvoorzien (reserve Budgetstructuur Leidsche Rijn). Mutaties reserves In de realisatie zijn de jaarlijks terugkerende begrote storting van 1 miljoen euro (bedoeld voor indexatie) in en onttrekking van 0,348 miljoen euro aan de programmareserve Algemene middelen en onvoorzien (onderdeel Budgetstructuur Leidsche Rijn) niet uitgevoerd. Dit in het bijzonder vanwege de negatieve actuele begroting op deze doelstelling. Omdat het resultaat op het product Budgetstructuur Leidsche Rijn jaarlijks wordt verrekend met deze reserve (gesloten systeem) maakt dit voor het resultaat na bestedings- en dekkingsvoorstellen niet uit. Als deze mutaties wel waren uitgevoerd dan zou in de realisatie per saldo 0,652 miljoen euro zijn toegevoegd aan de reserve terwijl dit bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen weer onttrokken zou moeten worden om het ontstane aanvullende tekort op deze doelstelling te dekken. Reserve overige stelposten In de reserve overige stelposten is een afwijking in de storting van 2,761 en in de onttrekking 2,127 miljoen euro.
• • De begrote storting van 2,671 miljoen euro is administratief abusievelijk verantwoord als negatieve onttrekking reserve. De onttrekkingen uit de reserves zijn per saldo 2,126 miljoen euro lager dan begroot. • Een bedrag van 0,545 miljoen euro is onttrokken in verband niet geraamde BTW-verrekening met de reserve Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR).
211
Algemene ondersteuning In het programma Algemene Ondersteuning staan de kosten van de BCD en de Dienst Ondersteuning. Dit zijn de kosten die gemaakt worden ter ondersteuning van het primaire proces. De doelstellingen van de ondersteuning beschrijven wij in de paragraaf bedrijfsvoering. Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2012
begroting 2012
2012
en realisatie
22.881
28.695
22.100
6.595
228
97.555
89.718
7.837
5.101
6.189
9.422
-3.232
28.210
132.439
121.240
11.200
Budget totaal BCD
706
1.087
8.549
7.462
Budget totaal DO
223
122
2.166
2.044
Budget overhead overig
5.101
5.529
8.740
3.210
Totaal baten
6.030
6.739
19.455
12.716
22.181
125.700
101.785
23.916
Lasten Budget totaal BCD Budget totaal DO Budget overhead overig Totaal lasten Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
888
28
860
Onttrekkingen
11.894
11.894
0
114.694
89.919
24.776
Resultaat
22.181
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting BCD (concernoverhead) Het onderdeel van de Bestuurs- en Concerndienst dat deel uitmaakt van Algemene Ondersteuning is de concernoverhead. De lasten van concernoverhead BCD zijn 6,595 miljoen euro lager dan geraamd. Dit voordelige saldo is als volgt opgebouwd. Voordelen Afgelopen jaar is er voor 3,677 aan ICT-investeringen gedaan. Deze kosten zijn geactiveerd. Het incidentele budget
• •
dat hiervoor beschikbaar was dient in een Vaste Activa Reserve gestort te worden om de afschrijvingskosten te kunnen dekken. Het toegekende budget voor het meerjarige programma ICT investeringsprogramma loopt niet synchroon met het uitgavenpatroon. Het zwaartepunt van de uitgaven zal in de komende jaren liggen. Dit levert voor het jaar 2012 een voordelig resultaat op het incidentele budget van 3,761 miljoen euro. Dit gehele bedrag is al toegewezen aan projecten voor de komende jaren. Van het structurele budget 1,093 miljoen euro niet besteed.
• De coördinatie van het project 'Verbetering inkoopproces' is ondergebracht bij de Bestuurs- en Concerndienst. In de voorjaarsnota 2011 is incidenteel budget toegekend (0,635 miljoen euro) voor het project 'Verbetering
inkoopproces en aanbestedingen'. Niet alle geraamde kosten zijn gemaakt in 2012. Dat leidt tot een voordelig
•
resultaat van 0,561 miljoen euro. In 2013 worden de werkzaamheden voortgezet. Omdat de werkzaamheden met betrekking tot de brandportal nog niet zijn afgerond, is er een voordeel op het incidentele budget ontstaan van 0,023 miljoen euro. In 2013 wordt de brandportal verder uitgebouwd en worden partners in de stad gestimuleerd en gefaciliteerd om citybranding toe te passen.
212
• Waar in de eerste helft van 2012 de overheadtransities vooral het karakter van structuurwijzigingen hadden, is in de tweede helft van het jaar het meerjarige programma Bedrijfsvoering in de steigers gezet om de inhoudelijke verbeteringen in de ondersteunende processen te realiseren. De looptijd van het programma is van halverwege 2012 tot en met 2014. In de voorjaarsnota 2011 zijn in enkele jaarsnedes meerjarig middelen beschikbaar gesteld voor de overheadtransities. Van de beschikbare gestelde middelen 2012 is 0,379 miljoen euro niet in 2012 uitgegeven. Het zwaartepunt van de kosten ligt in de tweede helft van 2013. Nadelen Afgelopen jaar is geconstateerd dat ICT-investeringen uit de jaren 2009, 2010 en 2011 ten onrechte niet
•
geactiveerd zijn. Dat is in 2012 alsnog gebeurd. Dit leidt tot niet begrote afschrijvingskosten van 1,77 miljoen euro.
• In de voorjaarsnota 2010 is besloten om de uitgaven met betrekking tot de gemeentelijke accountantskosten
buiten het uitgavenplafond te plaatsen. Wij stellen daarom voor het bedrag van 0,041 miljoen euro en laste van de concern te brengen.
• De niet begrote kosten op het Europese subsidieprogramma Kansen voor West bedragen 0,994 miljoen euro.
Hiervan wordt 0,537 miljoen euro gedekt door inkomsten. Het restant betreft de kosten voor cofinanciering van 0,457 miljoen euro. We stellen voor om dit bedrag te onttrekken aan de desbetreffende bestemmingsreserve.
• Het resterende verschil op de lasten wordt verklaard door incidentele nadelen.
De baten van concernoverhead BCD zijn 7,462 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit voordelige saldo is als volgt opgebouwd. Voordelen In 2012 is geconstateerd dat ICT-investeringen uit de jaren 2009, 2010 en 2011 ten onrechte niet geactiveerd zijn.
•
De correctieboeking leidt tot een positief boekhoudkundig resultaat van 7,691 miljoen euro. Dit bedrag dient echter in een Vaste Activa Reserve gestort te worden om de afschrijvingskosten te kunnen dekken.
• De inkomende EFRO-subsidie (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) voor Kansen voor West was niet
begroot. Dat leidt tot een voordelig saldo van 0,537 miljoen euro. Deze subsidie wordt besteed aan projecten in
•
het kader van het programma Kansen voor West. Overige incidentele voordelen op de baten bedragen in totaal 0,094 miljoen euro.
Nadeel Uit het oogpunt van eenvoud en transparantie worden de voorziening en de reserve bestemd voor cofinanciering en programmarisico's van Europese subsidieprogramma's samengevoegd. De begrote onttrekking aan de voorziening en de storting in de reserve à 0,86 miljoen euro heeft in 2012 echter niet plaats gevonden. Deze overboeking wordt in 2013 alsnog gerealiseerd. Dienst Ondersteuning ( interne bedrijfsvoering) De lasten zijn in totaal 8 miljoen euro lager dan begroot. De belangrijkste oorzaken hiervan lichten wij hieronder toe. De storting in de reserve huurharmonisatie van 6 miljoen euro is nog niet verwerkt in de realisatie. In de realisatie wordt gestuurd op dit resultaat. De reserve huurharmonisatie is ingezet ter dekking van de incidentele kosten Stadskantoor. Daarnaast heeft er ook een reductie plaatsgevonden van het aantal m2 huisvesting (waaronder Jaarbeursplein) wat heeft geleid tot een besparing van 0,9 miljoen euro. Ook is het eigen risico met betrekking tot de brandverzekering in 2012 niet aangesproken. Hierdoor zijn de lasten 1,5 miljoen euro lager. De baten van de Dienst Ondersteuning zijn 2,0 miljoen euro hoger dan geraamd. De hogere baten worden onder andere veroorzaakt door een vergoeding van 0,7 miljoen euro ten behoeve van de gemaakte kosten in verband met het afstoten van het pand in het gebouw Jaarbeursplein. Niet begrote opbrengsten door projecten zoals de Grootschalige Basiskaart 0,350 miljoen euro, verhuur van capaciteit Datacenter 0,1 miljoen euro en het uitlenen van personeel 0,3 miljoen euro. Daarnaast zijn er nog diverse kleinere externe opbrengsten zoals kosten invordering, verzekeringsschades et cetera.
213
Overhead overig Dit betreft een administratieve toerekening van de lasten en baten van de verschillende organisatie-eenheden (diensten) die via kostentoerekening worden toegerekend aan de verschillende programma's. Per saldo is dit nagenoeg nul.
214
Hoofdstuk 2 Paragrafen 2.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Beide komen in het vervolg van deze paragraaf aan de orde en op basis daarvan bepalen wij vervolgens het weerstandsvermogen.
2.1.1 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit: Beschikbare weerstandscapaciteit 1.
Totaal algemene reserves 52
2.
Stille reserves
3.
Onbenutte belastingcapaciteit (twee jaar)
4.
Niet ingevulde begrotingsruimte (vier jaar)
5.
Post onvoorzien (vier jaar)
Totaal
31-12-2011
31-12-2012
32.606
46.020
0
0
8.912
7.950
0
0
636
636
42.154
54.606
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Ad 1. Totaal algemene reserves De algemene reserves bestaan uit drie onderdelen. Deze onderdelen lichten we hieronder verder toe: Algemene reserves Algemeen deel Dienstbedrijfsreserves 53 Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie Leidsche Rijn Totaal
31-12-2011
31-12-2012
90.950
73.985
5.756
6.835
-64.100
-34.800
32.606
46.020
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
52
Deze bedragen sluiten niet aan op het bedrag dat in de balans staat opgenomen onder algemene reserve. Dit wordt
veroorzaakt doordat in de beschikbare weerstandscapaciteit de algemene dekkingsreserve niet meetelt en de dienstbedrijfsreserves niet voor de werkelijke stand maar voor de minimumstand meetellen. Voor meer informatie zie de nota weerstandsvermogen. Separaat met de Verantwoording 2012 stellen wij voor om de dienstbedrijfsreserves op te heffen. Daarmee
53
rapporteren we nu voor de laatste keer over de dienstbedrijfsreserves. 215
De algemene reserve is in 2012 gedaald met 16,965 miljoen euro. Dit is voor het grootste deel als volgt te verklaren: In de Voorjaarsnota 2012 is 13 miljoen euro uit de algemene reserve ingezet om budgettaire problematiek op te
•
lossen. Omdat daarmee de beschikbare weerstandscapaciteit is verlaagd, is het (begrote) weerstandsvermogen op 1 gekomen.
• In de Voorjaarsnota 2012 is 5,699 miljoen euro uit de algemene reserve ingezet voor de aanvulling van de dienstbedrijfsreserves van DMO, DGM en Raadsorganen. • In de Voorjaarsnota 2012 is 1,230 miljoen euro afgeroomd uit de bedrijfsreserves van SW, GGenGD en BCS en toegevoegd aan de algemene reserves.
Het saldo van alle dienstbedrijfsreserves is gestegen met 1,1 miljoen euro. De grootste stijging deed zich voor bij Maatschappelijke Ontwikkeling (0,6 miljoen euro). Voor de weerstandscapaciteit telt de minimumnorm mee, of de werkelijke stand, indien die lager is dan de minimumnorm. De opbouw van de dienstbedrijfsreserves en de weerstandscapaciteit is als volgt: Weerstands
Weerstands
Minimum
Maximum
Stand
Stand
capaciteit
capaciteit
Dienst
norm
norm
31-12-2011
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2012
Stadswerken
1.920
5.760
2.413
1.920
1.920
1920
Bestuurs- en Concerndienst
650
1.950
1.905
977
650
650
Gemeentebibliotheek Utrecht
140
420
-157
17
-157
17
49
147
-429
-260
-429
-260
Dienst Gemeentelijke Musea
70
350
70
70
70
70
Muziekcentrum Vredenburg
140
700
850
433
140
140
Dienst Raadsorganen
Stadsschouwburg
120
600
120
0
120
0
Stadsontwikkeling
1.200
3.500
1.061
1.201
1.061
1200 2648
Maatschappelijke Ontwikkeling
2.770
8.310
2.057
2.648
2.057
GGenGD
260
780
507
260
260
260
Dienst Burgerzaken
190
570
64
190
64
190
7.669
23.567
8.461
7.455
5.756
6.835
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Het laatste onderdeel van de algemene reserves is de dienstbedrijfsreserve met betrekking tot de grondexploitatie van Leidsche Rijn. Deze reserve presenteren wij apart omdat deze reserve bezien moet worden tegen de achtergrond van het voorzichtigheidsbeginsel: voorziene verliezen worden direct genomen en voorziene winsten mogen pas worden genomen als zij daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Dienstbedrijfsreserve grondexploitaties
31-12-2011
31-12-2012
Projectbureau Leidsche Rijn
-64.100
-34.800
Totaal
-64.100
-34.800
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De toename van de reserve van de grondexploitatie Leidsche Rijn met 29,3 miljoen wordt veroorzaakt door een maatregelenpakket ter hoogte van 68,2 miljoen in 2012, zoals vastgesteld in de Voorjaarsnota 2012. Dit bedrag werkt echter niet volledig door in de toename vanwege de verslechtering van de grondexploitatie Leidsche Rijn ter hoogte van 38,9 miljoen uit 2011 die nog doorwerkt in 2012. De verslechtering van de grondexploitatie Leidsche Rijn uit 2012 is hierin nog niet verwerkt. Deze verslechtering wordt meegenomen in de Voorjaarsnota 2013, conform de Utrechtse systematiek.
216
Als gevolg van de actualisering van de grondexploitatie Leidsche Rijn is de voorziening verlaagd met 12,1 miljoen euro. In de bestedings- en dekkingsvoorstellen stellen we voor, deze vrijval toe te voegen aan de reserve. In de stand per 31 december 2012 is hiermee nog geen rekening gehouden. Ad 2. Stille reserves Op basis van de geactualiseerde nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement nemen we stille reserves op panden niet langer mee voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarmee zijn de stille reserves nul. Ad 3. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit vier delen: Het onbenutte deel van de maximaal toegestane stijging van de onroerende-zaakbelasting (ozb).
• • De potentiële meeropbrengsten op overige belastingen bij een tariefsstijging van 5%. • Het verschil tussen werkelijke kostendekkendheid en maximale kostendekkendheid bij bestemmingsbelastingen. • Het verschil tussen werkelijke kostendekkendheid en maximale kostendekkendheid van retributies. De onbenutte belastingcapaciteit op de ozb bedraagt in 2012 nul. Op overige belastingen bedraagt dit 1,289 miljoen euro.
Onbenutte capaciteit ozb
Rekening 2011
Rekening 2012
Woningen (macronorm)
27.901
30.226
Woningen Utrecht
30.617
31.384
0
0
Niet-woningen (macronorm)
37.026
40.074
Niet-woningen Utrecht
41.465
39.734
Niet woningen onbenut
0
0
Totaal onbenutte capaciteit ozb
0
0
Rekening 2011
Rekening 2012
Woningen onbenut
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Onbenutte capaciteit overige belastingen Parkeerbelasting
1.196
1.160
Toeristenbelasting
73
73
Precariobelasting
26
27
Hondenbelasting
28
29
1.323
1.289
Totaal onbenut overige belastingen Bedragen zijn in duizenden euro’s.
De onbenutte belastingcapaciteit op de bestemmingsbelastingen is het verschil tussen de werkelijke opbrengst in een jaar en de opbrengst bij 100% kostendekkendheid. De rioolheffing is al 100% kostendekkend. Daarom is hier geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. De totaal onbenutte belastingcapaciteit op de bestemmingsbelastingen is nul.
217
Onbenutte capaciteit bestemmingsbelastingen
Rekening 2011
Rekening 2012
Afvalstoffenheffing kosten
29.049
27.406
Afvalstoffenheffing opbrengsten
28.627
29.720
422
0
Afvalstoffenheffing niet benutte capaciteit Rioolheffing kosten
34.057
33.535
Rioolheffing opbrengsten
35.508
35.538
0
0
422
0
Rioolheffing niet benutte capaciteit Totaal onbenutte capaciteit bestemmingsbelastingen Bedragen zijn in duizenden euro’s.
De onbenutte belastingscapaciteit op de retributies is de ruimte die nog bestaat om de tarieven op volledig kostendekkend niveau te brengen. De onbenutte belastingcapaciteit op de leges van Stadsontwikkeling stellen we in onderstaande tabel op nul, omdat in 2012 sprake was van een meeropbrengst.
Onbenutte capaciteit retributies
Rekening 2011
Rekening 2012
Leges Burgerzaken kosten
7.286
7.128
Leges Burgerzaken opbrengsten
6.890
6.968
0
160
Leges Burgerzaken niet benutte capaciteit Leges Stadsontwikkeling kosten
15.237
12.253
Leges Stadsontwikkeling opbrengsten
15.702
13.348
0
0
Leges StadsOntwikkeling niet benutte capaciteit Leges Stadswerken kosten
1.780
1.806
Leges Stadswerken opbrengsten
1.262
1.089
Leges Stadswerken niet benutte capaciteit
518
717
Marktrechten kosten
495
646
Marktrechten opbrengsten
503
512
0
135
Marktrechten niet benutte capaciteit Brug-, schut- en havengelden kosten
1.078
1.104
Brug-, schut- en havengelden opbrengsten
575
575
Brug- schut en havengelden niet benutte capaciteit
503
529
218
Onbenutte capaciteit retributies
Rekening 2011
Rekening 2012
2.654
2.140
964
995
Begraafplaatsrechten niet benutte capaciteit
1.690
1.145
Totaal onbenutte capaciteit retributies
2.711
2.686
Begraafplaatsrechten kosten Begraafplaatsrechten opbrengsten
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De onbenutte capaciteit op de retributies bedraagt 2,686 miljoen euro. De onbenutte belastingcapaciteit op de belastingen bedraagt 1,289 miljoen euro. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt hierdoor in 2012 3,975 miljoen euro. Dit bedrag telt twee keer mee voor de berekening van de weerstandscapaciteit, dus dat bedraagt 7,950 miljoen euro. Ad 4. Nog niet ingevulde begrotingsruimte Er is geen vrije begrotingsruimte. Ad 5. Post onvoorzien De post onvoorzien bedraagt structureel 0,159 miljoen euro. Voor de komende meerjarenperiode van vier jaar is deze post nog aanwezig, dus telt hij vier keer mee en daarmee voor een bedrag van 0,636 miljoen euro.
2.1.2 Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen vindt regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Hieruit zijn 67 risico’s naar voren gekomen. Van deze risico’s zijn er 25 (37%) op basis van de verwachte omvang met maatregelen volledig afgedekt. We delen de geïnventariseerde risico’s in naar urgentie en omvang. Hierdoor ontstaat de onderstaande risicokaart waarin per risicoklasse het aantal risico’s opgenomen staat.
Waarschijnlijkheid
> € 5.000.000
€ 5.000.000
€ 2.500.000 -
€ 2.500.000
€ 1.000.000 -
€ 1.000.000
€ 250.000 -
< € 250.000
Netto verwachte omvang
score
1
2
3
4
5
zeer klein
1
8
4
2
0
1
klein
2
4
5
1
0
0
50/50
3
10
2
9
1
6
groot
4
5
2
1
0
0
zeer groot
5
8
0
0
0
0
219
Legenda: Risicoklasse
Rapportage (bij cyclusmomenten) aan
Minimaal
Dienst intern
Laag
Concerndirectie
Gemiddeld
College van B en W
Hoog
Gemeenteraad
Urgent
Gemeenteraad
De netto verwachte omvang van alle risico’s bedraagt 85,3 miljoen euro. Dit betekent dat als álle risico’s zich tegelijk voordoen dit de gemeente naar verwachting 85,3 miljoen euro gaat kosten. Bij dit getal is nog geen rekening gehouden met de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet. Door de netto verwachte omvang te vermenigvuldigen met de kans dat het risico zich voordoet, bepalen we de verwachte impact van het risico. De totale impact van alle risico’s bedraagt 26,3 miljoen euro. De totale impact wordt nog vermenigvuldigd met de zekerheidsfactor (een correctiefactor voor onzekerheden in de berekening van de verwachte impact van risico’s). Deze factor is vastgesteld op 1,8. Hierdoor komt de verwachte impact van alle risico’s uit op 47,3 miljoen euro. Daarnaast is er ook nog een minimumnorm, aangezien er zich ook tegenvallers kunnen voordoen waarmee niemand rekening heeft gehouden. Hiermee is de benodigde weerstandscapaciteit 56,7 miljoen euro. Benodigde weerstandscapaciteit
Rekening 2011
Minimumnorm
Begroting 2013
Rekening 2012
9.000
9.000
9.000
Verwachte impact risico’s
61.662
53.511
47.251
Totaal
70.662
62.511
56.251
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Begroting 2013 gedaald met 6,3 miljoen euro. Oorzaak voor deze daling is een afname van de risico's met 3,5 miljoen euro, vermenigvuldigd met de zekerheidsfactor van 1,8 (= 6,3 miljoen euro). Hieronder noemen we de belangrijkste wijzigingen in de risico's. De volgende risico’s zijn nieuw of stijgen ten opzichte van de Begroting 2013 (tussen haakjes staat het bedrag waarmee de benodigde weerstandscapaciteit stijgt): De vertrouwelijke risico's stijgen met 0,527 miljoen euro.
•
De volgende risico’s dalen ten opzichte van de Begroting 2013 (tussen haakjes staat het bedrag waarmee de benodigde weerstandscapaciteit afneemt): Voor de periode 2014 tot en met 2018 hielden wij rekening met jaarlijks 2 miljoen euro ten behoeve van de
•
culturele hoofdstad. De intentie was om dit bedrag te investeren wanneer Utrecht uitgekozen zou worden als culturele hoofdstad. Inmiddels is bekend dat Utrecht geen culturele hoofdstad wordt in 2018. Daarmee komt dit
•
bedrag voor de gehele periode te vervallen (4,500 miljoen euro). Door de staat van het achterstallig onderhoud werd Stadswerken geconfronteerd met schadeclaims die betrekking hadden op schade ontstaan door de staat van onderhoud van de openbare ruimte. Voor dit risico is een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten om het risico af te dekken. Middels VTA-onderzoek worden periodiek alle bomen gecontroleerd. De gemeente voldoet hiermee aan de inspanningsverplichting. Schadeclaims op dit vlak zijn daardoor niet meer ontvankelijk. De omvang van het risico en het effect van de beheersmaatregel zullen in 2013 worden geactualiseerd aan de hand van gegevens met betrekking tot achterstallig onderhoud en met betrekking tot gehonoreerde en afgewezen schadeclaims (0,051 miljoen euro).
• Bij de acceptatie van grond- en bouwstoffen bestaat het risico dat er bij keuringen een andere kwaliteit materiaal is geleverd, welke tegen hoge kosten moeten kunnen worden verwerkt. Door aangescherpte wetgeving kan gereinigde grond soms niet worden hergebruikt conform de beoogde herbestemming. Gevolg is of extra reinigingskosten of een lagere afzetprijs. Binnen de kostenegalisatievoorziening grondbank is 0,3 miljoen euro
•
gereserveerd voor het incidentele risico van te lage kwaliteit gereinigde grond (0,113 miljoen euro). Realisatie bezoekersaantallen Muziekcentrum Vredenburg en commerciële verhuur komen over het algemeen overeen met begrotingsuitgangspunten. Er is tot op heden geen sprake van substantiële financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting. Risicowaarschijnlijkheid is verlaagd als gevolg van de begrotingsrealisatie van de
220
afgelopen jaren en het gegeven dat de programmering 2013-2014 het laatste Vredenburg seizoen is voor de start
•
van het Muziekpaleis (0,197 miljoen euro). Risico als gevolg van reorganisatie bij Muziekcentrum Vredenburg is geleidelijk afgenomen als gevolg van afronding begeleidingstrajecten. Het risico bestaat vooral uit WW-uitkering en is vanaf heden niet of nauwelijks te beïnvloeden omdat de gemeente na ontslag geen directe invloed kan uitoefenen op het vinden van ander werk van de medewerkers (0,014 miljoen euro).
•
Door aflossing van leningen is de maximale omvang van het risico afgenomen. Door de kredietcrisis is de
•
Het eigenstandige organisatierisico van Zimihc hebben we laten vallen, omdat de sanering en de reorganisatie van
financiële positie van de woningcorporaties slecht met een navenante risicokans. Door het vestigen van hypotheekrechten is het risico verminderd. Er worden geen nieuwe garanties gegeven (0,896 miljoen euro). de stichting volgens plan zijn verlopen en daarmee de kans op budgetoverschrijding behoorlijk is teruggelopen (0,236 miljoen euro). Hiermee samenhangend daalt ook het risico voor Cultuurhuizen, waarvan Zimihc er twee exploiteert. Met de organisaties is bovendien overleg gevoerd over de specifieke condities van wijkprogrammering en de noodzaak van effectieve budgetbewaking (0,158 miljoen euro).
• De eerste inschatting 2013 is dat de geprognosticeerde opbrengst reizigersvaccinaties een daling vertoont van 0,200 miljoen euro. Het jaar is nog jong en de markt staat onder druk. Echter er wordt, mede gezien de
economische situatie, nog geen dalende omzet verwacht op grond van het risico door de marktpositie. Om deze reden hebben we de verwachte omvang bij dit risico verlaagd (0,624 miljoen euro). Zoals afgesproken informeren wij u hieronder over de risico’s uit de risicoklassen hoog en urgent. De volledige lijst met risico’s (inclusief vertrouwelijke risico's) ligt ter inzage in de leeskamer. Renteontwikkeling Programma: Algemene Middelen Doelstelling: Niet van toepassing Risicocategorie: Economisch/markt Toelichting: Met ingang van 2012 is het rente-omslagpercentage verlaagd van 5% naar 4%. Deze verlaging is gebaseerd op de huidige leningportefeuille. Zolang de rentestanden laag blijven kan een verlaging van de omslagrente worden opgevangen binnen de huidige ramingen van de rente. Echter, zodra de rente weer gaat stijgen dan ontstaat hier een structureel risico. Sturing/beheersing: Accepteren Maatregelen: Geen Netto verwachte omvang: -/- 2,6 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 4, waarschijnlijkheid 3 Bouw Muziekpaleis Programma: Stationsgebied Doelstelling: Cultuur Risicocategorie: Economisch/markt, uitvoering Toelichting: Het risico betreft de fasering, medefinanciering door sponsoren en afstemming tussen de beoogde gebruikers. Sturing/beheersing: Verminderen en vermijden Maatregelen: Sponsortraject wordt voortvarend voortgezet en aanbrengen van evenwicht in het afwerkingsniveau tussen nieuwbouw en oudbouw. Impact: -/-2,9 miljoen euro incidenteel (exclusief vermenigvuldiging zekerheidsfactor) Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 4 Financiële tekorten bij garantstelling Willibrordstichting Programma: Stedelijke Ontwikkeling Doelstelling: Instandhouding van monumentale en cultuurhistorische waarden als integraal onderdeel van de aantrekkelijke stad. Risicocategorie: Uitvoering Toelichting: Het in 2008 door de Willibrordstichting aangevraagde faillissement is door de rechter vernietigd. Er is in 2008 in opdracht van de Gemeente Utrecht een onderzoek verricht naar de exploitatiemogelijkheden van de kerk. De Willibrordstichting is niet in staat tot het betalen van de rente en aflossing aan het Nationaal Restauratiefonds (NRF) op een lening van ruim 1,3 miljoen euro. De gemeente staat garant voor deze lening. Daarnaast heeft de Gemeente Utrecht aan de Willibrordstichting een lening verstrekt van 0,35 miljoen euro uit het Utrechts Restauratiefonds (URF). 221
Ook hiervoor geldt dat het risico bestaat dat de Willibrordstichting niet aan zijn verplichtingen tegenover de Gemeente Utrecht kan voldoen. Sturing/beheersing: Accepteren, impact verminderen Maatregelen: In 2013 volgt een besluit over mogelijke sanering van de leningen, met als optie voor de URF-lening om deze om te zetten in een incidentele subsidie. Daarnaast hebben we meegewerkt aan versterking van het bestuur van de Willibrordstichting en van de Stichting Culturele Evenementen (voorheen het Ondersteuningsfonds). Een sterker bestuur kan de verantwoording nemen voor de exploitatie van de kerk op langere termijn en inkomsten generen. Een verkenning van potentiële inkomstenbronnen heeft plaatsgevonden. In 2012 is een rijkssubsidie uitbetaald die nu leidt tot investeringen die meer opbrengsten kunnen genereren. Daarnaast werken we samen met de stichtingen en het NRF aan een mogelijke sanering van de lening van 1,3 miljoen euro waarvoor de garantstelling geldt. Netto verwachte omvang: -/- 1,3 miljoen euro incidenteel Risicoscore: omvang 3, waarschijnlijkheid 4 Grondexploitatie Leidsche Rijn Programma: Leidsche Rijn Doelstelling: Realiseren van bouwrijpe grond Risicocategorie: Economisch/markt, politiek/maatschappelijk en uitvoering Toelichting: In de Bestuursrapportage van 1 mei 2012 rapporteerden we dat het verwachte saldo van de grondexploitatie na verwerking van de optimalisatietaakstelling 28,3 miljoen euro negatief bedraagt. Voor dit verwachte tekort is een voorziening getroffen. Tot nu toe rapporteerden we dat het risicoprofiel door de kredietcrisis was toegenomen, maar nog net in balans bleef met positieve risico's. Het risicoprofiel rondom Leidsche Rijn is in 2012 verder toegenomen en dit risicoprofiel blijft ook voor 2013 actueel. Sturing/beheersing: Verminderen Maatregelen: We hebben een voorziening getroffen voor het verwachte tekort. Los daarvan geldt voor Leidsche Rijn de taakstelling op nul te sturen. Netto verwachte omvang: 0 Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 3 Grondexploitatie Stationsgebied Programma: Stationsgebied Doelstelling: Uitvoeren Masterplan Risicocategorie: Economisch/markt, politiek/maatschappelijk en uitvoering Toelichting: Het Stationsgebied blijft een complex en daardoor risicovol project. De uitvoering komt nu goed op gang, maar tegelijkertijd worden er ook nog (detail-)onderhandelingen gevoerd met marktpartijen over de vastgoedprojecten. De uitvoering brengt ook nieuwe complexiteit met zich mee die te maken heeft met het bereikbaar, leefbaar en veilig houden van het gebied. Uit de risicoanalyse komen de volgende belangrijke risico’s naar voren (in willekeurige volgorde): Door economische invloeden worden de geraamde opbrengsten in de grondexploitatie mogelijk later of niet
• gerealiseerd. • Onderschatting van conditionerende maatregelen, waaronder onder andere archeologie, kabels en leidingen, bodemverontreiniging. • Te treffen tijdelijke maatregelen tijdens de uitvoering worden onderschat. • VAT-kosten vallen hoger uit dan de normering van 18%. • Publiekrechtelijke procedures leiden tot vertraging. • Kostenramingen uitvoering blijken te laag geraamd.
Sturing/beheersing: Verminderen en vermijden
Maatregelen: Slimme ontwikkelingsstrategie en actieve marketing vastgoedprojecten, gemeentebrede proposities.
• • Vroegtijdige en uitgebreide bodemonderzoeken; stedelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren. • Gerichte communicatie, overleg met partijen, prioriteiten stellen, goodwill acties. • Sturen op begrote VAT-%; second opinion, externe concurrentie introduceren. • Vergunningencoördinator, gerichte communicatie, planaanpassingen met het oog op milieueisen en bezwaren, zorgvuldig processen en procedures doorlopen. Aanpassen van kaders op het gebied van tijd, geld en kwaliteit; aanbestedingsstrategie, 'just in time' besluiten. •
Impact: -/- 30,9 miljoen euro incidenteel (exclusief vermenigvuldiging zekerheidsfactor) Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 3
222
2.1.3 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft weer in hoeverre de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de geïnventariseerde risico’s (=benodigde weerstandscapaciteit) te kunnen afdekken. In de 'Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement' hanteren we het uitgangpunt dat de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal gelijk moet zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit. Door de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit op elkaar te delen moet dan een uitkomst van minimaal 1 ontstaan. De stand van de beschikbare weerstandscapaciteit voor de Verantwoording 2012 is -54,606 miljoen euro. Dit is de administratieve stand. Hierin is de volgende aanvulling nog niet verwerkt: Bij de behandeling van de Programmabegroting 2012 is amendement 75 aangenomen ('gemeenteraad en griffie
•
bezuinigen mee'). In de jaren 2011 tot en met 2013 wordt de besparing ingezet om de dienstbedrijfsreserve van de Dienst Raadsorganen aan te vullen. De beschikbare weerstandscapaciteit stijgt dan met 0,309 miljoen euro.
Na verwerking van de genoemde aanvulling van 0,309 miljoen euro bedraagt de beschikbare weerstandscapaciteit 54,915 miljoen euro en het weerstandsvermogen 0,98.
Weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
=
54,915 56,251
=
0,98
Hieruit blijkt dat het weerstandsvermogen uitkomt op 0,98. Wij benadrukken dat dit een momentopname is per 31 december 2012. De effecten van de bestedings- en dekkingsvoorstellen en van onze overige voorstellen hebben wij verwerkt in de Voorjaarsnota 2013. . Daarmee brengen we het weerstandsvermogen in de Voorjaarsnota 2013 op de stand van 1.
223
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen (inclusief investeringen) In deze paragraaf gaan wij, per programma, in op het in 2012 gerealiseerde onderhoud aan de kapitaalgoederen en de in 2012 gerealiseerde vervanging en uitbreiding van de kapitaalgoederenvoorraad, zie 3.2.1. Vervolgens rapporteren we in 3.2.2 over de voortgang van de vervanging –en uitbreidingsinvesteringen uit voorgaande jaren. Het volledige investeringsbedrag wordt geautoriseerd in het jaar dat we verwachten te starten met het project. Het merendeel van de trajecten wordt niet binnen één jaar afgerond. Tenslotte wordt in paragraaf 3.2.3 inzicht gegeven in de in 2012 af te sluiten investeringsprojecten. Totaal investeringsprogramma Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
48.678
44.905
Onderhoudslasten Vervangingsinvesteringen
Realisatie 2012
Restant ultimo 2012
42.175
2.730
75.784
75.581
41.259
34.322
Uitbreidingsinvesteringen categorie A
256.472
271.456
168.967
102.489
Uitbreidingsinvesteringen categorie B
34.031
26.560
0
26.560
414.965
418.502
252.401
166.101
Totaal investeringsprogramma
2.2.1 Realisatie investeringsprogramma Programma Stedelijke Ontwikkeling (onderdeel stationsgebied) Algemene informatie Doelstelling: Samen met partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied. Beleidskader: Masterplan Stationsgebied Inhoud: Samen met de partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied met intensief ruimtegebruik, hoogwaardige openbare ruimte, kantoren, woningen, detailhandel en leasurefuncties, evenals een hoogwaardige OV-terminal door uitbreiding en opwaardering van de transfercapaciteit en de daar aanwezige infrastructuur voor trein, tram en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 0
1.
Onderhoudslasten
0
0
2.
Vervangingsinvesteringen
0
0
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
213.700
164.443
0
213.700
164.443
Totaal Stedelijke Ontwikkeling (Stationsgebied) Bedragen zijn in duizenden euro’s. 3. Uitbreidingsinvesteringen Dit betreft de aankoop van het stadskantoor.
225
Programma Stedelijke ontwikkeling (onderdeel Leidsche Rijn) Algemene informatie Doelstelling: De stad Utrecht uitgebreid met een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren. Beleidskader: Referentiekader Voorzieningen Leidsche Rijn en Referentiekader Tijdelijke huisvesting van voorzieningen Leidsche Rijn 2012. Inhoud: In het Referentiekader Voorzieningen Leidsche Rijn zijn het ruimtebeslag, de investeringskosten en de hierbij behorende taakstellende budgetten voor de permanente voorzieningen in Leidsche Rijn vastgelegd. Vooruitlopend op de realisatie van definitieve voorzieningen kan het noodzakelijk zijn om voorzieningen tijdelijk te huisvesten. Deze voorzieningen zijn opgenomen in het Referentiekader Tijdelijke huisvesting van voorzieningen Leidsche Rijn. Bij het huisvesten van tijdelijke voorzieningen wordt kritisch gekeken naar nut en noodzaak. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 0
1.
Onderhoudslasten
0
0
2.
Vervangingsinvesteringen
0
0
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
56.731
43.755
70
56.731
43.755
70
Totaal Stedelijke ontwikkeling (Leidsche Rijn) Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Onderhoudslasten
1. De onderhoudslasten zijn opgenomen in de betreffende programma’s en moeten gedekt worden
binnen het vastgestelde bedrag per inwoner. 2. Vervangingsinvesteringen Niet van toepassing 3.
Uitbreidingsinvesteringen
Projecten categorie A Jongerenvoorziening Veldhuizen Cluster Leeuwenstein Noord VMBO school Vleuterweide
Programma-
Actuele
Realisatie
Restant
begroting 2012
begroting 2012
2012
ultimo 2012
232
238
0
238
5.819
0
0
0
14.684
14.684
70
14.614
Basisschool Haarrijn
2.434
2.499
0
2.499
Basisschool Haarzicht
5.331
5.474
0
5.474
28.500
22.895
70
22.825
Totaal Stedelijke Ontwikkeling (LR) Categorie A
Vanwege de vertraging in de woningbouw in Leidsche Rijn zijn de uitbreidingsinvesteringen nog niet gestart. Voor de VMBO school zijn al voorbereidingskosten gemaakt. Programma-
Geautoriseerd
Realisatie
Restant
Projecten categorie B
begroting 2012
in 2012
2012
ultimo 2012
Leidsche Rijn Centrum
28.231
-7.471
0
20.760
Totaal Stedelijke Ontwikkeling (LR) Categorie B
28.231
-7.471
0
20.760
Bij de berap 2012 is het bedrag voor Leidsche Rijn Centrum naar beneden bijgesteld naar 20,7 miljoen euro. 226
Programma Bereikbaarheid Algemene informatie Doelstelling: Betreft alle doelstellingen binnen het programma Bereikbaarheid. Beleidskader: 'Meerjarenperspectief Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit 2011' Inhoud: Hiervoor verwijzen wij u naar het programma Bereikbaarheid. Soort investeringen: Investeringen met een maatschappelijk en/of economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 141
1.
Onderhoudslasten
343
205
2.
Vervangingsinvesteringen
1.000
1.000
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
14.295
34.781
2.718
15.638
35.986
2.859
Totaal Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
De onderhoudslasten groot onderhoud variëren sterk per jaar, in de begroting wordt de dotatie aan de reserve voorziening onderhoud opgenomen, werkelijke uitgaven 2012 bedragen 0,141 miljoen euro. 2. Vervangingsinvesteringen Wij hebben in 2012 geen parkeerautomaten en software vervangen. 3. Uitbreidingsinvesteringen Programmabegroting
Actuele
Realisatie
Restant
Projecten categorie A
2012
begroting 2012
2012
ultimo 2012
Projecten en maatregelen Fiets
4.815
4.815
241
4.574
670
670
74
596
Leenfietsen (1e fase)
1.315
1.315
45
1.270
Herenroute fietsroute
2.170
2.170
122
2.048
660
660
0
660
2.330
6.330
2.359
3.971
400
400
0
400
1.500
1.500
0
1.500
Spinozabrug fietstunnel (plankosten)
Salvador Allendeplein (plankosten) Projecten en maatregelen autogebruik NRU/WVR Luchtmaatregelen NRU (voorbereidingskosten) Maatregelen bestaande stad Noordelijke Randweg Utrecht Linksafverbod ML Kinglaan
180
180
255
-75
0
4.000
2.103
1.897
250
250
1
249
Projecten en maatregelen OV
1.000
1.000
0
1.000
HOV Overvecht (plankosten)
1.000
1.000
0
1.000
goederenvervoer
350
11.668
59
11.609
Banden op spanning
100
100
0
100
Economisch investeringsfonds (plankosten)
250
9.913
0
9.913
0
800
0
800
Aanpak knelpunten luchtkwaliteit en
Knips Maatregelen doorstroming
0
255
0
255
Moldaudreef
0
200
31
169
227
Programmabegroting
Actuele
Realisatie
Restant
2012
begroting 2012
2012
ultimo 2012
Projecten categorie A 't Goylaan
0
300
0
300
Milieuzonering bestelbusjes
0
100
28
72
Vergroten van de verkeersveiligheid
0
5.168
59
5.109
Verkeersonveilige situaties
0
5.168
59
5.109
8.495
28.981
2.718
26.263
Totaal Bereikbaarheid categorie A
Het investeringsprogramma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit betreft een meerjarig programma. In eerdere jaren heeft u voor de diverse projecten binnen de deelprogramma's Openbaar vervoer, auto, P+R, luchtkwaliteit budgetten vrijgegeven. Een autorisatie van doorlopende projecten is niet gelijk aan de geplande uitgave van het gevraagde bedrag in dat begrotingsjaar jaar. Autorisatie vragen wij niet op jaarlijkse basis, maar voor de voorbereiding en de uitvoering. Zo kan planvoorbereiding van grote projecten meerdere jaren bestrijken. Dat gaat ook op voor de uitvoering. Hierbij geldt dat voorafgaand aan de gunning autorisatie van het hele bedrag wordt gevraagd. Bij de realisatie zal er daarom sprake van afwijkingen op de actuele begroting die wij u per project toelichten. Projecten en maatregelen fiets In de begroting 2012 heeft u budgetten beschikbaar gesteld voor de projecten Spinozabrug fietstunnel (plankosten) (0,670 miljoen euro), Leenfietsen (1,315 miljoen euro), Herenfietsroute (2,170 miljoen euro), Salvador Allendeplein (plankosten) (0,660 miljoen euro). In totaal is op deze projecten 0,241 miljoen euro uitgegeven. Voor het project Tussen de rails (fietsroute Uithof – Nieuwegein) heeft u een geautoriseerde verhoging van 4,3 miljoen euro op het eerder beschikbaar gestelde budget van 4,0 miljoen euro. Deze wordt verder verantwoord op de eerder beschikbaar gestelde budgetten. Projecten en maatregelen Openbaar vervoer In de begroting 2012 heeft u budget vrijgegeven voor de plankosten HOV Overvecht (1,0 miljoen euro). De in 2012 gemaakte kosten hebben wij verantwoord op de tot en met 2011 beschikbaar gestelde budget voor Verbindend OV Overvecht. Projecten en maatregelen autogebruik In de begroting 2012 heeft u voor de projecten Westelijke Verdeelring, Luchtmaatregelen NRU en Maatregelen bestaande stad in totaal 2,33 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hierop hebben wij 0,264 miljoen euro uitgegeven. In de Voorjaarsnota 2012 heeft u voor de Westelijke Verdeelring 0,4 miljoen euro vrijgegeven De kosten in 2012 hebben verantwoord op de eerder beschikbaar gestelde budgetten. Voor de maatregelen bestaande stad heeft u 0,18 miljoen euro beschikbaar gesteld. voor de uitvoering daarvan hebben wij 0,255 miljoen euro uitgegeven. wij sluiten dit budget af. De meerkosten worden gedekt via in de begroting 2013 beschikbaar gestelde aanvullende budget van 0,148 miljoen euro. In de Voorjaarsnota 2012 heeft u budgetten beschikbaar gesteld voor de Noordelijke Randweg (4,0 miljoen euro) . Daarop hebben wij voor plankosten 2,1 miljoen euro uitgegeven. Tevens heeft u in de Voorjaarsnota 2012 budgetten beschikbaar gesteld voor Vaartsche Rijn (2,0 miljoen euro), 24 Oktoberplein (1,250 miljoen euro), P+R Hooggelegen, (0,7 miljoen euro), Bereikbaarheid stationsgebied (0,4 miljoen euro) in totaal 9,2 miljoen euro beschikbaar gesteld.. De kosten van deze projecten zijn verantwoord op eerder beschikbaar gestelde budgetten. Aanpak knelpunten Luchtkwaliteit en goederenvervoer In de begroting 2012 heeft u voor banden op spanning en het economisch investeringsfonds in totaal 0,6 miljoen euro beschikbaar gesteld. De uitgaven voor het economisch investeringsfonds zijn verantwoord op het eerder verstrekte budget. In de Voorjaarsnota 2012 heeft u voor Knips, maatregelen doorstroming, Moldaudreef, 't Goylaan, Milieuzonering bestelbusjes 1,655 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hierop hebben wij 0,059 miljoen euro uitgegeven. In de Voorjaarsnota heeft u besloten het budget voor de pilot binnenvaart te verlagen 0,650 miljoen euro naar 0,2 miljoen euro en het budget voor landinrichting Haarzuilens te verlagen van 0,170 miljoen euro naar 0,085 miljoen euro. Deze projecten zijn afgerond.
228
Programma-
Geautoriseerd
Realisatie
Restant
begroting 2012
in 2012
2012
ultimo 2012
Knips
5.800
5.800
0
5.800
Totaal Bereikbaarheid categorie B
5.800
5.800
0
5.800
Projecten categorie B
U heeft in de Voorjaarsnota 2012 voor het voor de realisatie van de knips bestemde budget van 5,8 miljoen euro 0,8 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit project is niet in uitvoering.
Programma Openbare Ruimte en Groen Algemene informatie Doelstelling: De openbare ruimte is heel, veilig en functioneel. Beleidskader: Meerjarennota Onderhoud kapitaalgoederen Openbare Ruimte 2012 - 2015. Inhoud: We willen de technische staat van de openbare ruimte op orde houden om de functionaliteit te waarborgen, en tegelijkertijd een inrichtingskwaliteit leveren die past bij Utrecht. Dit willen wij bereiken door de technische staat en functionaliteit optimaal te waarborgen. Soort investeringen: Investeringen met een maatschappelijk nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
1.
Onderhoudslasten
20.207
18.825
18.315
2.
Vervangingsinvesteringen
22.567
21.888
16.023
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
42.774
40.713
34.338
Totaal Openbare Ruimte en Groen Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
In 2012 is circa 50% meer aan talonwerkzaamheden uitgevoerd dan voorgaande jaren. Dit betekent ook hogere bijdragen van Nutsbedrijven voor deze werkzaamheden, maar ook meer degeneratie van de wegen. Ter dekking van de hogere degeneratie die in 2013 tot meer kosten leidt wordt een bedrag van 0,4 miljoen euro in de projectreserve langcyclisch beheer gestort. 2. Vervangingsinvesteringen De uitvoering van het project Wal – en Kluismuren is verder vertraagd als gevolg van lopende bezwaarprocedures, een bedrag van 6,1 miljoen euro wordt in de hiervoor bestemde projectreserve gestort.
Programma Openbare Ruimte en Groen (onderdeel rioleringen) Algemene informatie Doelstelling: De openbare ruimte is functioneel: veilig in gebruik en heel. Beleidskader: Verbreed Rioleringsplan 2011-2014. Inhoud: In het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan Utrecht 2011 - 2014 wordt beschreven hoe om kan worden gegaan met de bestaande en nieuwe zorgplichten. Daarbij wordt uitgegaan van een sobere en doelmatige invulling. De gemeente staat voor een schone, hele en veilige openbare ruimte. Ook op het gebied van water. De gemeente werkt aan:
• een veilige inzameling van afvalwater, zonder risico's voor bewoners of het milieu; • het opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) zodat wateroverlast voorkomen wordt; • het voorkomen en verminderen van grondwateroverlast; • het realiseren van gezond oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.
De gemeente draagt zorg voor een goede waterkwaliteit door te voorkomen dat (verdund) afvalwater en verontreinigd hemelwater in het oppervlaktewater of in de bodem terecht komt. Daarnaast wil de gemeente wateroverlast zoveel 229
mogelijk voorkomen zonder daarvoor dure systemen aan te leggen om het water af te voeren. Dit betekent dat de gemeente overtollig hemelwater en grondwater verwerkt daar waar het gevallen is door het te laten wegstromen in de bodem of het te bergen in aangrenzend oppervlaktewater of bergbezinkbassins. Als gevolg van klimaatontwikkeling is er meer neerslag, afgewisseld door langdurige droge periodes. Utrecht bereidt zich hier in haar waterbeleid op voor. Effectief en efficiënt werken aan beheer en onderhoud van de afvoer- en transportsystemen wordt bereikt door intensieve samenwerking met onze waterpartners, zoals de waterschappen en de provincie. Randvoorwaarde voor doelmatig beheer is het verzamelen en beheren van gegevens over de staat van de systemen. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
1.
Onderhoudslasten
15.332
13.172
12.209
2.
Vervangingsinvesteringen
13.490
13.490
21.313
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
28.822
26.662
33.522
Totaal Openbare Ruimte en Groen (rioleringen) Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Lagere uitgaven op diverse onderzoeksprojecten, minder plannen voor toetsing en het project 'foutaansluitingen' dat deels is doorgeschoven naar 2013 leidt tot een voordeel 0,6 miljoen euro. Eindafrekening van Stichtse Vecht voor de jaren 2009-2012 leidt tot een incidenteel voordeel van 0,2 miljoen euro. 2. Vervangingsinvesteringen In 2012 is conform Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan Utrecht 2011-2014 (GRP) verdere uitvoering gegeven aan de ontwikkeling van het besturingssysteem gemalen. De hogere uitgaven ten opzichte van de exploitatiebegroting worden, conform regelgeving van de Wet BBV en zoals aangegeven in het GRP, geactiveerd.
Programma Onderwijs Algemene informatie Doelstelling: Versterken educatieve infrastructuur. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed, Masterplan primair onderwijs, Masterplan Voortgezet Onderwijs. Inhoud: Voorzien in adequate huisvesting voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs via onderhoud, renovatie, vervangende nieuwbouw of uitbreiding. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 982
1.
Onderhoudslasten
1.757
1.757
2.
Vervangingsinvesteringen
31.900
31.900
614
3.
Uitbreidingsinvesteringen
4.850
5.050
906
38.507
38.707
2.502
Totaal Onderwijs Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Onderhoudslasten Bij het vaststellen van het begrote bedrag voor onderhoud was het Huisvestingsprogramma 2012 nog niet gereed, er is een gemiddeld bedrag als uitgangspunt gehanteerd. Dit budget is gemiddeld nodig voor een sober en doelmatig onderhoudsniveau conform de uitgangspunten van de Verordening voorziening huisvesting onderwijs. Het benodigde bedrag voor onderhoud kan van jaar tot jaar variëren; het ene jaar meer investeringen, het andere jaar meer 230
onderhoud en is mede afhankelijk van aanvragen van schoolbesturen. In 2012 is 0,982 miljoen euro aan onderhoud uitgegeven. Voor het resterende bedrag hebben we beschikkingen afgegeven aan de schoolbesturen. Zij voeren het resterende onderhoud uit.
Uitbreidingsinvesteringen Programma-
Actuele
Realisatie
Restant
begroting 2012
begroting 2012
2012
ultimo 2012
Prinses Margriet, Prinses Margrietstraat 20
0
60
60
0
OBS Tuindorp / Paulussch / Zwevende lokalen
0
Projecten categorie A
N-O Internationale school Utrecht
649
0
649
950
950
643
307
3.200
3.200
0
3.200
700
0
0
0
0
191
203
-12
4.850
5.050
906
4.144
Ontw twee kinderclusters Overvecht; betreft Cluster Teun de Jager (I14.0432) en Cluster Ibisdreef (I14.0514) Masterplan primair onderwijs Poortstraat renovatie schoolplein Totaal Onderwijs
Prinses Margrietschool is opgeleverd inclusief ouderlokaal. OBS Tuindorp is nog in de voorbereidende fase.
Programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Algemene informatie Doelstelling: Dit betreft alle doelstellingen van het programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Het mede mogelijk maken van het realiseren van adequate voorzieningen ten behoeve van het gesubsidieerde veld waardoor de door ons gesubsidieerde activiteiten kunnen worden uitgevoerd. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 75
1.
Onderhoudslasten
208
208
2.
Vervangingsinvesteringen
2.617
2.617
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
2.825
2.825
75
Totaal Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
In het kader van agenda 22 zijn er werkzaamheden uitgevoerd aan de Catharijnesteeg 7 (dagopvang) 2. Vervangingsinvesteringen Project Trendpark Ondiep (de 'Speler') is opgeleverd in 2012, met hierin een buurthuisfunctie. De verplaatsing van de heroïnekliniek is in 2012 geprogrammeerd, maar nog niet uitgevoerd. 3. Uitbreidingsinvesteringen Niet van toepassing.
231
Programma Cultuur Algemene informatie Doelstelling: Productie/broedplaatsen en werkruimten. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Faciliteren van permanente werkruimten voor Utrechtse makers. Soort investeringen: Investeringen met economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 827
1.
Onderhoudslasten
827
827
2.
Vervangingsinvesteringen
1.400
1.400
334
3.
Uitbreidingsinvesteringen
250
150
150
2.477
2.377
1.311
Totaal Cultuur Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Het reguliere budget van 0,827 miljoen euro voor onderhoud is in 2012 besteed. 2. Vervangingsinvesteringen Zie toelichting bij vervangingsinvesteringen vorig jaar. 3. Uitbreidingsinvesteringen Bij de voorjaarsnota 2012 is gemeld dat de oplevering van Cereol is verschoven van 2012 naar 2013.
Programma Sport Algemene informatie Doelstelling: Sportaccommodaties zijn goed bereikbaar voor de inwoners en het accommodatiebeleid is gericht op het terugdringen van wachtlijsten bij sportverenigingen. In Utrecht staat jouw talent centraal! Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Vaststellen van de noodzaak van investeren in onderhoud, vervangen en uitbreiden van sportaccommodaties. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012 2.843
1.
Onderhoudslasten
3.584
3.491
2.
Vervangingsinvesteringen
1.260
310
555
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
253
253
4.844
4.054
3.651
Totaal Sport Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Dit betreft de onderhoudslasten die in de reguliere exploitatie van het programma Sport zijn opgenomen voor binnenen buitenaccommodaties, zwembaden, speel- en volkstuinen. In 2011 is de meerjarennota Kapitaalgoederen 2011– 2014 Maatschappelijk Vastgoed vastgesteld en is het budget voor onderhoudslasten vastgesteld op 3,584 miljoen euro. In de meerjarennota hebben we tevens vastgesteld dat we vanaf 2011 werken met een onderhoudsreserve om de schommelingen van de onderhoudsuitgaven over de jaren heen op te vangen. Voor 2012 storten wij 0,648 miljoen euro in de onderhoudsreserve. Hiervan is conform nota kapitaalgoederen 0,364 miljoen euro gepland en is
232
0,284 miljoen euro voor nog uit voeren onderhoud speeltuinen en herstel kunstgrasvelden die in 2012 gepland stonden, echter in 2013 worden uitgevoerd. 2. Vervangingsinvesteringen In de programmabegroting Sport 2012 is budget voor de vervangingsinvestering met 0,95 miljoen euro verlaagd als gevolg van besparingen uit de doorlichting investeringscomplex. Vervolgens is 0,22 miljoen euro gerealiseerd door vervanging sporttechnische inrichting van de accommodaties en is 0,335 miljoen euro gereserveerd voor de renovatie van het bijgebouw Krommerijn. Het verschil hebben we kunnen dekken uit de exploitatie begroting van Sport. 3. Uitbreidingsinvesteringen De uitbreiding capaciteit bij tennisvereniging Iduna is in 2012 gerealiseerd.
Programma Vastgoed Algemene informatie Doelstelling: Utrecht heeft voldoende, kwalitatief goed en optimaal gespreid gemeentelijk vastgoed dat activiteiten mogelijk maakt die bijdragen aan de maatschappelijke doelstellingen van de gemeente Beleidskader: Meerjarennota kapitaalgoederen 2011 -2014 Maatschappelijk vastgoed en Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed 2012 (MPUV 2012). Inhoud: Het vastgestelde beleid is gericht op de onderhoudsconditie redelijk (conform NEN 2767) voor het gemeentelijk vastgoed. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2012
begroting 2012
Realisatie 2012
1.
Onderhoudslasten
6.420
6.420
6.783
2.
Vervangingsinvesteringen
1.550
2.976
2.420
3.
Uitbreidingsinvesteringen
427
427
427
8.397
9.823
9.630
Totaal Vastgoed Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten Op onderhoud is er 0,363 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot. 2. Vervangingsinvesteringen
Het landhuis Amelisweerd is grootschalig gerenoveerd en opgeknapt, dekking uit de bandbreedte Vastgoed 2011 en 2012.
2.2.2 Investeringsprogramma voorgaande jaren Investeringsprojecten nemen we in het jaar dat het project van start gaat op in de programmabegroting. Omdat de projecten meestal meerdere jaren lopen, zijn niet alle projecten uit voorgaande jaren afgerond. In deze paragraaf geven we de stand van zaken weer met betrekking tot investeringsprojecten uit voorgaande jaren. Voor de nog lopende investeringsprojecten is uit voorgaande jaren is tot en met 2012 een bedrag van 1.016,2 miljoen euro geautoriseerd, verdeeld over 97,5 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen en 860,4 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen A en 58,28 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen B.
233
Totaal investeringsprogramma voorgaande jaren Geautoriseerd Gerealiseerd tot en
Vervangingsinvesteringen voorgaande jaren
Restant ultimo
bedrag
met 2012
2012
94.548
63.944
30.604
803.878
349.832
454.046
58.284
39.006
19.278
956.710
452.782
503.928
Uitbreidingsinvesteringen categorie A voorgaande jaren Uitbreidingsinvesteringen categorie B voorgaande jaren Totaal investeringsprogramma voorgaande jaren
2.2.2.1 Vervangingsinvesteringen voorgaande jaren Gerealiseerd Geautoriseerd
bedrag tot en
Restant ultimo
bedrag
met 2012
2012
Stedelijke Ontwikkeling
1.550
2.153
-603
Openbare Ruimte en Groen
3.455
974
2.481
Programma
Bereikbaarheid Onderwijs
2.555
1.161
1.394
70.529
43.482
27.047
178
0
178
Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Cultuur Sport
918
958
-40
11.201
9.922
1.279
4.162
5.294
-1.132
94.548
63.944
30.604
Vastgoed Totaal vervangingsinvesteringen jaarsnedes tot en met 2012 Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben voor een bedrag van 59,4 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen uit voorgaande jaren gerealiseerd. Voor de vervangingsinvesteringen uit voorgaande jaren resteert 33,6 miljoen euro budget.
Programma Bereikbaarheid Wij hebben geen parkeerautomaten vervangen.
Programma Onderwijs In 2012 sluiten we voor 33,6 miljoen euro aan projecten af. Het gaat om elf projecten, waaronder de Kranenburgerschool aan de Tamboersdijk, de Blauwe Avonturijn aan de Ridderlaan en de Lukasschool die een nieuwe plek hebben gevonden aan de Homeruslaan (voormalig USG gebouw en monument). Aan maatregelen voor binnenklimaat is in 2011 ruim1,9 miljoen euro uitgegeven binnen de diverse projecten. Er zijn een aantal projecten in de uitvoeringsfase; het Cluster Slotlaan (VSO Rotsoord), de Driekoningenschool in de Meern en het project Dianadreef/Jeanne d'Arcdreef. Het cluster Duurstedelaan nadert zijn voltooiing. Het Cluster Nolenslaan is stopgezet, het project Teun de Jagerdreef is in voorbereiding evenals de clusters Ibisdreef en Gagel Noord. Het Gerrit Rietveld College (Masterplan VO) start in maart 2013 met de realisatie.
Programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Dit betreft de investering in een jongerenhuiskamer in Parkwijk. Deze wordt in 2013 gerealiseerd in een leegstaande ruimte in de Sportcampus.
234
Programma Cultuur Van het budget voor vervangingsinvesteringen van beveiligingsinstallaties (918 euro) is in 2010 354 euro besteed en in 2011 270 euro. Het restant van 294 euro is in 2012 besteed. Er is ook een beperkte overschrijding van 40 ontstaan in 2012. Deze komt voor rekening van het (verzelfstandigde) Centraal Museum.
Programma Sport In 2012 is de gymzaal Ondiep (Thorbeckepark) afgesloten, alsmede een aantal investeringen op gebied van sportieve openbare ruimte (multiveldjes Zuilenselaan). De renovatie van zwembad Kromme Rijn nadert zijn voltooïng; in 2013 zal hier in de zomer het European Youth Olympic Festival worden gehouden. Daarnaast is de verbouwing van zwembad den Hommel nog in volle gang.
Programma Vastgoed Hieronder vallen een aantal projecten op gebied van maatschappelijk accomodatiebeleid, onder andere Halve Maan/Cereol.
2.2.2.2 Uitbreidingsinvesteringen categorie A voorgaande jaren Programma
Geautoriseerd
Gerealiseerd
Restant ultimo
bedrag
bedrag
2012
Stedelijke Ontwikkeling
6.218
1.816
4.402
66.731
22.477
44.254
Stedelijke Ontwikkeling (Stationsgebied)
295.205
121.800
173.405
Bereikbaarheid
398.373
172.594
225.779
10.413
7.290
3.123
4.362
2.343
2.019
13.881
13.687
194
8.695
7.825
870
803.878
349.832
454.046
Stedelijke Ontwikkeling (Leidsche Rijn)
Onderwijs Cultuur Sport Vastgoed Totaal uitbreidingsinvesteringen categorie A jaarsnedes tot en met 2012 Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben voor een bedrag van 359 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen categorie A uit voorgaande jaren gerealiseerd. Er resteert 501,3 miljoen euro budget voor deze projecten.
Stationsgebied Muziekpaleis Op het voorbereidingskrediet van 3,9 miljoen euro is 3,9 miljoen euro aan lasten verantwoord. Dit krediet zal gelijktijdig met de uitvoeringskredieten worden afgesloten. Op het in 2006 voor de bouw Muziekpaleis beschikbaar gestelde krediet van 94,7 miljoen euro is tot en met 2012 verantwoord 89,8 miljoen euro. De voornaamste uitgaven betreffen de contractueel vervallen bouwtermijnen als gevolg van de overeenkomst met de aannemer van 64,7 miljoen euro, honoraria architect en externe adviseurs 8,7 miljoen euro, interne rente 1,7 miljoen euro, verwerving grond 9,1 miljoen euro, leges en nuts 1,9 miljoen euro en overige kosten 3,7 miljoen euro. Op het aanvullende krediet Aanbesteding en Gunning Muziekpaleis van 33,9 miljoen euro en het aanvullende krediet wegens gestegen bouwkosten van 2,8 miljoen euro zijn in 2012 geen kosten verantwoord. Stadskantoor krediet Stenen en Middelen Het beschikbaar gestelde krediet van 126,7 miljoen euro bestaat uit 100,2 miljoen euro voor structurele lasten en 26,5 miljoen euro voor incidentele lasten. Van het structurele deel is tot en met 2012 22,6 miljoen euro gerealiseerd. De voornaamste uitgaven betreffen plan- en proceskosten 8,3 miljoen euro, investeringen in ICT en telefonie en 235
facilitaire investeringen 2,5 miljoen euro, inbouwpakket, duurzaamheid en management fee NS 11,8 miljoen euro. Van het incidentele deel is tot en met 2012 5,5 miljoen euro gerealiseerd. Dit betreffen 4,1 miljoen euro aan plan- en proceskosten en 1,4 miljoen euro aan incidentele lasten projectmanagement en ICT en telefonie. Op het in 2009 verstrekte krediet Tracéwijziging Tram Stationsgebied van 33,2 miljoen euro zijn nog geen lasten verantwoord
Programma Bereikbaarheid Het investeringsprogramma Bereikbaarheid is een meerjarig uitvoeringsprogramma. Zowel de voorbereidingsfase als de uitvoeringsfase beslaat vaak meerdere jaren. Autorisatie vragen wij niet op jaarlijkse basis, maar voor de voorbereiding en de uitvoering. In verband daarmee loopt het kasritme van geautoriseerde budgetten en realisatie uiteen. Tot en met 2011 heeft u onder meer budgetten verstrekt voor majeure projecten als 24 Oktoberplein, de uitvoering van de TOP 5 fietsroutes, de bereikbaarheid van het stationsgebied, P+R's en parkeergarages, inclusief Vaartsche Rijn, de HOV tracés Uithoflijn, Zuidradiaal en de Noordradiaal, het fietsprogramma en Verkeersveiligheid. Het merendeel van de uitgaven heeft betrekking op de diverse HOV tracés, P+R De Uithof en de auto doorstromingsprojecten, 24 Oktoberplein, en de uitvoering fietsroutes, De fietsbrug oog in Al, Verkeersveiligheid en de uitbreiding van parkeerautomaten.
Programma Onderwijs Een aantal projecten zijn in 2012 gereed: Lukasschool in de Homeruslaan, Prinses Margrietschool, Tijdelijke Huisvesting Het Rotsoord en de SBO Vleuterweide. De middelen die nog beschikbaar zijn, zijn onder andere voor tijdelijke huisvestingslocaties en een gymzaal in de wijk Noord-Oost. Voor de laatste is nog geen geschikte locatie gevonden.
Programma Cultuur In 2012 is het project Stefanuskerk (verbouwing tweede fase) gerealiseerd. Naar verwachting zal het totale project uitbreiding werkruimten Hoogstraat - Atelierwoningen Witte pand voor een bedrag van 3,151 miljoen euro in 2013 worden afgerond. Het Muziekhuis Loevenhoutsedijk is in 2009 gebruik genomen. De verbouwing aan het Witte Pand (gekoppeld aan het project Muziekhuis) heeft de afgelopen jaren vertraging opgelopen doordat het project afhankelijk is van de woningbouw door BAM. Inmiddels is de verbouwing van het project Witte Pand gestart. Daarnaast is 0,961 miljoen beschikbaar voor cultuurinvesteringen in 2013 en 2014 zoals opgenomen in de meerjarennota kapitaalgoederen maatschappelijk vastgoed 2011-2014. Tot slot stond er voor 2011 0,25 miljoen euro gepland voor ruimtelijke aanpassingen voorzieningen. Bij de voorjaarsnota 2012 is voorgesteld om hiervan 0,15 miljoen euro in te zetten voor de financiering van de inboedel van kasteel De Haar. Gezien de aard van de investering, we schrijven hier niet op af, is als dekking exploitatiemiddelen 'investeringen Vrede van Utrecht' ingezet.
Programma Sport Het project Zuilenselaan is afgerond en de middelen voor het wegwerken van de wachtlijsten zijn voor het grootste deel geïnvesteerd. Resterend bedrag is bij de Voorjaarsnota 2011 bestemd voor sportpark Voordorp.
Programma Vastgoed Dit betreft inzet op het realiseren van de locatie Halve Maan/Cereol.
236
2.2.2.3 Uitbreidingsinvesteringen categorie B voorgaande jaren Realisatie
Restant
Begroot
Geautorise
tot en met
ultimo
bedrag
erd bedrag
2012
2012
Fietsbrug De Gagel (Noorderpark)
3.200
2.900
329
2.571
Totaal programma Openbare Ruimte
3.200
2.900
329
2.571
38.724
38.724
36.458
2.266
4.425
150
68
82
400
400
169
231
Projecten categorie B voorgaande jaren
P+R De Uithof P+R Leidsche Rijn Centrum Meetnet luchtkwaliteit Duurzame mobiliteit
1.600
1.600
0
1.600
Knips
5.800
5.800
0
5.800
46.424
46.674
36.695
9.979
Totaal programma Bereikbaarheid Centrum Natuureducatie
5.671
5.810
135
5.675
Planvoorbereiding bibliotheek Smakkelaarsveld
2.200
2.200
1.674
526
Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling
7.871
8.010
1.809
6.201
Planvoorbereiding bibliotheek Smakkelaarsveld
700
700
173
527
Totaal programma Onderwijs
700
700
173
527
55.995
58.284
39.006
19.278
Totaal uitbreidingsinvesteringen categorie B jaarsnedes tot en met 2012 Bedragen zijn in duizenden euro’s. Wij hebben tot en met 2012 voor een bedrag van 39 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen categorie B uit voorgaande jaren gerealiseerd.
Programma Bereikbaarheid Voor de voorbereiding van de fietsbrug Spinozabrug zullen wij u bij de Berap 2012 voorstellen een budget vrij te geven. De overige projecten zijn nog niet opgestart.
2.2.3 Af te sluiten investeringsprojecten In onderstaand overzicht staan de investeringsprojecten die in 2012 fysiek gereed zijn gekomen. Per project worden de door u geautoriseerde bedragen afgezet tegen de daadwerkelijk gedane uitgaven. Hieruit blijkt dan of er een overschot of een tekort is op het betreffende project. Indien er op een project een tekort of overschot is dan wordt toegelicht hoe dit is ontstaan. Vervolgens wordt ook een voorstel gedaan voor de oplossing van het tekort dan wel de inzet van het overschot (bestedings- of dekkingsvoorstel). Uit het totaal van de staat van af te sluiten kredieten blijkt dat we voor 67,7 miljoen euro aan door uw gemeenteraad geautoriseerde investeringsprojecten afsluiten. Voor deze projecten is in totaal 68,7 miljoen euro aan werkelijke uitgaven gedaan. Dit leidt dus tot een overschrijding van per saldo 1 miljoen euro. De dekking hiervoor is opgenomen in deze paragraaf.
237
Overzicht af te sluiten investeringsprojecten met bestedings- en dekkingsvoorstellen Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
200
200
0
ting
Exploitatiebudget/
Programma
Naam investeringsproject
Reserve …* Bestedings- of dekkingsvoorstel
Bereikbaarheid
Pilot bierboot
Bereikbaarheid
Landinrichting Haarzuilens
85
75
10
Bereikbaarheid
Uitbreiding parkeerautomaten
500
942
-442
Bereikbaarheid
Maatregelen bestaande stad
468
468
0
0
Cultuur
Inboedel kasteel de Haar
150
150
0
0
Sport
Uitbreiding capaciteit Iduna
253
253
0
0 0 442 parkeerexploitatie
Terugverdienen WKO installatie uit exploitatie. Het restant tekort van 0,241 miljoen euro te dekken uit het overschot van sportpark Sport
Sportcomplex Zuilenselaan
7.889
8.381
-491
785
785
0
750
0
750
250 Rijnvliet.
Gymzaal Ondiep (nu De Speler; voorheen Sport
Laan van Chartoise).
0 Het betreft hier het inbouwpakket van de gymzaal.
Gymzaal Laan van Chartoise (nu De Speler; Sport
daarvoor Ondiep)
De gymzaal is uiteindelijk gebouwd door Mitros. Wij willen de huur 0 dekken uit het investeringsbedrag. Zie toelichting bij punt 2. Overschot gebruiken ter dekking van tekort sportpark Zuilenselaan en verwacht tekort zwembad Kromme
Sport
Rijnvliet (voorheen Strijkviertel)
8.538
8.391
147
0 Rijn.
Sport
Wachtlijsten: 3e fase Nieuwe Welgelegen
1.100
1.122
-22
Sport
Maarschalker weerd
2.248
2.248
0
Sport
Inrichting playgrounds
164
142
22
Onderwijs
Kranenburgerschool Tamboersdijk 9
4650
4650
0
0
Onderwijs
Binnenklimaat Kranenburgerschool
206
206
0
0
De overschrijding van de 3e fase Nieuw Welgelegen wordt gedekt uit 0 het overschot van de 2e fase Nieuw Welgelgen. 0 Overschot bestemd voor multiveldjes sportcomplex Zuilenselaan, als 0 onderdeel van het extra dekkingsbedrag van 0,389 miljoen euro.-
Tekort dekken uit overschot Internationale school (0.007 miljoen euro), overschot THV Rotsoord (0,028 miljoen euro). Restant uit
238
Onderwijs
Lukasschool Homeruslaan
Onderwijs
BSO Lukassschool Homeruslaan
3584
3646
-62
555
555
0
27 exploitatiemiddelen programma Onderwijs. 0 Dekking uit huur BSO-aanbieder
Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
2028
2028
0
0
ting
Programma
Naam investeringsproject
Onderwijs
Blauwe Avonturijn Ridderlaan 4
Exploitatiebudget/ Reserve …* Bestedings- of dekkingsvoorstel
Binnenklimaat Blauwe Avonturijn Onderwijs
Ridderlaan 4
100
100
0
0
Onderwijs
BSO Blauwe Avonturijn Ridderlaan 4
144
144
0
0 Dekking uit huur BSO-aanbieder
1465
1480
-15
56
56
0
0
721
721
0
0 Dekking uit huur BSO-aanbieder
799
799
0
0
Onderwijs
Apollo 11 Ten Veldestraat 98
Ondewijs
Binnenklimaat Apollo 11 Ten Veldestraat 98
Onderwijs
BSO Apollo 1 Ten Veldestraat 98
0 Dekking uit overschot Internationale school (0,015 miljoen euro)
Prinses Margrietschool Pr. Margrietstr. 124 Onderwijs
en 20 Binnenklimaat Prinses Margrietschool
Onderwijs
Prinses Margrietstr. 124 en 20
Onderwijs
St. Bonifatius Brinkstraat 4
Onderwijs
Binnenklimaat St. Bonifatius Brinkstraat 4
Onderwijs
Poortstraat renovatie schoolplein
38
38
0
603
626
-23
0
47
47
0
0
203
203
0
0
0 Dekking uit overschot Internationale school (0,023 miljoen euro)
Overschot bestemd voor: DUS Wittevrouwenkade 4 (0,114 miljoen euro); St. Bonifatius Brinkstraat 4 (0,023 miljoen euro); Apollo 11 Ten Veldestraat 98 (0,015 miljoen euro); Lukasschool Homeruslaan Onderwijs
Internationale school Notebomenlaan
802
643
159
88
88
0
0 (0,007 miljoen euro).
Binnenklimaat Internationale school Onderwijs
Notebomenlaan
0 Tekort ontstaan door asbestsanering en onvoorziene verhuiskosten school. Dekking uit overschot Internationale school (0,114 miljoen
Onderwijs
DUS Wittevrouwenkade 4
500
614
-114
0 euro).
Onderwijs
Het Rotsoord THV Noordse Parklaan
240
240
0
Onderwijs
Het Rotsoord THV Lagenoord 26
360
332
28
0 euro).
Leidsche Rijn
Kindercluster Zuid de Twaalfruiter
8555
8535
20
0
360
360
0
0
1732
1670
62
0
0 Overschot bestemd voor Lukasschool Homeruslaan (0,028 miljoen
Binnenklimaat Kindercluster Zuid de Onderwijs
Twaalfruiter Sportzaal Kindercluster Zuid de
Leidsche Rijn
Twaalfruiter
239
Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
ting
Programma
Naam investeringsproject
Exploitatiebudget/ Reserve …* Bestedings- of dekkingsvoorstel Tekort is ontstaan door verschuiving van kosten voor de gymzaal naar de school. Dekking uit overschot gymzaal SBO St. Maarten
Leidsche Rijn
SBO St. Maarten Vleuterweide
4743
5326
-583
0 Vleuterweide
Binnenklimaat SBO St. Maarten Onderwijs
Vleuterweide
200
200
0
Leidsche Rijn
Gymzaal SBO St. Maarten Vleuterweide
850
157
693
0 Overschot bestemd voor SBO school St. Maarten Vleuterweide (0,583 0 miljoen euro) en buitenveldinrichting de Scheg (0,071 miljoen euro). Voor de inrichting van dit sportveld is een bijdrage van de GEM Vleuterweide ontvangen van 0,749 miljoen euro. Restant van de dekking (0,071 miljoen euro) uit overschot gymzaal SBO St. Maarten
Leidsche Rijn
Buitenveldinrichting de Scheg Vleuterweide
Welzijn
Activiteitenruimte de Scheg Vleuterweide
259
820
-820
252
7
749 Vleuterweide. 0 De overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door noodzakelijk uitgevoerd meerwerk ten behoeve van de restauratie van
Vastgoed
Koningslaan 009 Fase 1
Vastgoed
Wijkgezondheidscentrum
Vastgoed
Uitrukpost Brandweer Vleute
2.976
3.380
-404
0 Koningslaan 9. Hier staat huur tegenover
6.231
5.867
364
0 komt door een voordelige aanbesteding
1.514
1.806
-292
67.739
68.746
-1.006
Project afgesloten en gereedgemeld. Positieve saldo van 364, dit Gedeelte van de voorbereidingkosten is hierin opgenomen en het 0 project heeft een langere doorlooptijd gekregen.
Totaal investeringsprojecten Bedragen zijn in duizenden euro’s.
240
1.468
Programma Bereikbaarheid Pilot bierboot Wij sluiten het project af op 0,2 miljoen euro. Het project is uitgevoerd. Wij stellen voor het project af te sluiten. Landinrichting Haarzuilens U heeft een budget beschikbaar gesteld van 0,085 miljoen euro. Wij hebben 0,075 miljoen euro uitgegeven. Het project is uitgevoerd. Wij stellen voor het batig saldo van 0,01 miljoen euro te bestemmen bij het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid 2013 wat wij tegelijkertijd bij de Voorjaarsnota 2013 aan u voorleggen. Wij stellen voor het project af te sluiten. Uitbreiding parkeerautomaten Voor de uitbreiding van parkeerautomaten heeft in de begroting 2012 0,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. In verband met de uitbreiding van extra parkeerautomaten hebben wij 0,942 miljoen euro uitgegeven. Het nadelige saldo van 0,442 miljoen euro hebben in het resultaat van de parkeerexploitatie 2012 verwerkt (Prestatiedoelstelling reguleren autoparkeren). Wij stellen voor het project af te sluiten. Maatregelen bestaande stad in de begroting 2006 (0,288 miljoen euro) en in begroting 2012 (0,180 miljoen euro) beschikbaar gesteld. De werkzaamheden zijn uitgevoerd. Wij stellen voor het project af te sluiten op 0,468 miljoen euro.
Programma Onderwijs Lukasschool Homeruslaan Uitbreiding op oorspronkelijke locatie (Maliebaan) was niet mogelijk. Daarna ontstond ruimte op Homeruslaan. Tekort ontstaan door kosten veranderde planvorming en tijdelijke huisvesting in huurunits. Tekort dekken uit overschot Internationale school (0,07 miljoen euro) en THV Rotsoord (0,28 miljoen euro. Restant tekort dekken uit exploitatie (0,027 miljoen euro). Tijdelijke huisvesting Internationale school aan de Notebomenlaan Gerealiseerd met een overschot van 0,159 miljoen euro. Overschot bestemd voor DUS aan de Wittevrouwenkade (0,114 miljoen euro), St. Bonifatius Brinkstraat 4 (0,023 miljoen euro); Apollo 11 Ten Veldestraat 98 (0,015 miljoen euro); Lukasschool Homeruslaan (0,007 miljoen euro). Tijdelijke huisvesting voor Het Rotsoord Is gerealiseerd aan de Noordse Parklaan en het Lagenoord. Overschot totaal 0,028 miljoen euro, bestemd voor het tekort aan de Lukasschool, Homeruslaan. Binnenklimaat Voor binnenklimaat in de gerealiseerde projecten is in totaal een bedrag uitgegeven van 1,095 miljoen euro op 8 projecten.
Programma Sport Sportcomplex Zuilenselaan. Bij de autorisatie Sportcomplex Zuilenselaan is 0,389 miljoen euro opgeteld van de autorisatie Sport: sportieve openbare ruimte 2008, 2010 en 2011 voor de multiveldjes op het sportcomplex. Tevens is er een aanvullende financiering door het toepassen van een Warmte-Koudopslag installatie (0,250 miljoen euro), hetgeen wordt terugverdiend in de exploitatie. Het tekort komt hiermee op 0,241 miljoen euro. Dit tekort wordt vooral veroorzaakt door een niet ingecalculeerde integratieheffing van het gebouw voor de kegelclub. Rijnvliet, voorheen Strijkviertel. Het voorbereidingskrediet en uitvoeringskrediet is gezamenlijk 8,538 miljoen euro. Door de indexering van de grondexploitatie is het besteedbare budget uitgekomen op 9,116 miljoen euro, waardoor een overschot is gerealiseerd van 0,725 miljoen euro. Verzoek het overschot in te zetten voor het tekort Sportcomplex Zuilenselaan ( 0,241 miljoen euro) en het verwachte tekort van het nieuwe zwemcomplex Krommerijn ( 0,450 miljoen euro). 241
Maarschalkerweerd Het betreft hier de 2 fase van de herstructurering Maarschalkerweerd. De 3e fase betreft infrastructuur wandelpad en nieuwbouw kleedkamers (gepland 0,550 miljoen euro). De totale herstructurering van Maarschalkerweerd is 10,1 miljoen euro. Nu fase 1 en 2 zijn afgerond is het overschot 1,8 miljoen euro op het totale project inclusief geplande uitgaven fase 3. De dekking die voor het project niet is gebruikt betreft de herwaarderingsreserve Sport van 1,8 miljoen euro.
Programma Leidsche Rijn Kindercluster Zuid, de Twaalfruiter te Vleuterweide De school en sportzaal zijn gerealiseerd en hebben een overschot van 82 uit middelen Referentiekader. Speciaal Basisonderwijs St. Maarten te Vleuterweide Kosten voor school en gymzaal zijn onderling verschoven, het totaal heeft een overschot van 110. Overschot bestemmen voor tekort op buitenveldinrichting de Scheg voor 71. Buitenveldinrichting de Scheg Sportveld grotendeels betaald uit bijdrage GEM Vleuterweide voor 749. Restant tekort dekken uit overschot SBO St. Maarten.
242
2.3 Financiering Renteontwikkeling De rentevisie die wij binnen de treasury hanteren is gebaseerd op de verwachtingen van de grote marktpartijen (banken, institutionele beleggers). Ten tijde van het opstellen van de begroting 2012 verwachtten zij voor 2012 een lange rente van circa 4% en een korte rente van circa 2%. De werkelijke jaargemiddelden bij de BNG bedroegen voor een 10-jaarsfixe lening 2,91% en voor daggeldleningen 0,88%. Dit betreft macrogegevens. Over de werkelijk door de Gemeente Utrecht betaalde rente merken wij het volgende op. In 2011 hebben wij voor 40 miljoen euro een 30-jarige renteswap afgesloten vanaf 9 januari 2012 waarbij 3,814% vast wordt betaald en 6-maandseuribor aan variabele rente wordt ontvangen. In 2012 hebben wij voor de daartegenover staande kortlopende financiering 0,474% minder rente betaald dan wij aan variabele rente hebben ontvangen. Per saldo is in 2012 over genoemde 40 miljoen euro 3,34% rente betaald. In eerdere jaren was al voor 320 miljoen euro aan langlopende renteswaps aangetrokken. Ook bij deze renteswaps verkregen wij in 2012 bij de aangetrokken kortlopende financiering een afslag van circa 0,5% ten opzichte van de ontvangen variabele rente. Daarnaast hebben wij in 2012 voor 100 miljoen euro een 1-jaarslening aangetrokken met een rentepercentage van 0,834%. Op de kortlopende financiering hebben wij in 2012 ongekend lage percentages betaald. Voor daggeldleningen (looptijd één of enkele dagen) betaalden wij tot medio juli 2012 circa 0,25% rente, in de rest van het jaar nooit meer dan 0,03%. Voor kasgeldleningen (looptijd enkele weken of maanden) lagen de tarieven iets hoger. Voor de kortlopende financiering maakten wij zo min mogelijk gebruik van rekening-courantkrediet omdat de tarieven daarvoor circa 0,5% hoger lagen dan voor kas- en daggeldleningen. Exploitatieresultaat Financiering 2012 Begroot actueel
Realisatie
Verschil
Rentelasten lange leningen
19.111
17.651
1.460
Rentelasten korte leningen
1.680
125
1.555
-414
-381
-33
-9.653
-9.653
0
0
-333
333
10.724
7.410
3.314
300
271
29
Interne rentetoerekening
-42.364
-43.883
1.519
Exploitatiesaldo
-31.340
-36.202
4.862
Rentebaten verstrekte geldleningen Rentebaten lange beleggingen Overige rentebaten Saldo externe rentebaten en –lasten Overige lasten
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting op de belangrijkste verschillen: Een voordeel op rentekosten van de lange leningen van 1,460 miljoen euro. Bij de (langlopende) renteswaps is 1,793 miljoen euro meer aan variabele rente ontvangen dan is betaald voor de
•
variabele rente op de daar tegenoverstaande kortlopende leningen. De tarieven op laatstgenoemde leningen lagen gemiddeld 0,5% onder de 3- en 6-maandseuribortarieven die bij de renteswaps werden ontvangen. Een extreme situatie die het gevolg is van de grote onzekerheid op de financiële markten. In de meerjarenraming zijn geen afslagen op de swaptarieven begroot en dus ook niet voor 2012.
• Daarnaast heeft een in de loop van 2012 aangetrokken 1-jaarslening van 100 miljoen euro geleid tot een toename van rentelasten van lange leningen.
Een voordeel op de rentekosten van kortlopende leningen van 1,555 miljoen euro. De marktrente voor kortlopende leningen was aanmerkelijk lager dan begroot, waardoor – ondanks het
•
omvangrijke volume aan kortlopende leningen – de rentekosten fors lager waren.
Een voordeel op overige rentebaten van 0,333 miljoen euro. 243
• De afwikkeling van de overlopende posten uit het boekjaar 2011 geeft een voordeel van 0,174 miljoen euro, • Bij de teruggaaf van de compensabele BTW heeft de fiscus een rentevergoeding verstrekt van 0,159 miljoen euro, Een voordeel op de interne rentetoerekening van 1,519 miljoen euro. • Aan vooral de materiele vaste activa en aan de grondexploitaties worden rentekosten toegerekend op basis van de positie per 31 december van voorafgaande boekjaar. Deze positie is hoger uitgevallen dan bij de begrotingsopstelling 2012 is aangenomen. Ontwikkeling van de financieringsbehoefte De staat van herkomst en besteding van middelen voor het jaar 2012 geeft een goed beeld van de oorzaak en de omvang van de liquiditeitsontwikkeling. Staat van herkomst en besteding van middelen 2012 ( bedragen x 1.000 euro) Herkomst I Resultaat Jaarrekening (+)
85.914 I Resultaat Jaarrekening (-)
(voor bestemming)
(voor bestemming)
II Vaste activa afschrijvingen materiële vaste activa ontvangen aflossingen
II Vaste activa 40.311 investeringen materiële vaste activa 7.171 toename overige financiële vaste activa
III Eigen vermogen toevoegingen
Besteding
3.178
III Eigen vermogen 6.602 onttrekkingen
IV Voorzieningen
IV Voorzieningen
toevoegingen
onttrekkingen
V Vaste schulden met een rentetypische
V Vaste schulden met een rentetypische
looptijd van één jaar of langer
looptijd van één jaar of langer
aangegane geldleningen
294.338
140.000
aflossingen van geldleningen
64.302
2.680
Overige Vaste schulden met een 283 rentetypische looptijd van één jaar of langer Subtotaal
280.281
364.498
Mutatie vaste activa en passiva
-84.217
VI Vlottende financieringsmiddelen toename overige schulden
VI Vlottende financieringsmiddelen 6.653
toename voorraden
54.270
toename Uitzettingen met een toename overlopende passiva toename kortlopende leningen afname overlopende activa Subtotaal
11.475 rentetypische looptijd korter dan één jaar
21.370
135.130 6.599 159.857
75.640
Mutatie netto vlottende financieringsmiddelen Totaal Generaal In 2012 is de positie aan opgenomen kortlopende leningen – gecorrigeerd voor het banksaldo – toegenomen met 135 miljoen euro. Daarnaast hebben wij in 2012 voor 140 miljoen euro de lange financieringsbehoefte afgedekt en 244
84.217 0
hebben wij 3 miljoen euro regulier afgelost op langlopende leningen. Per saldo was er een financieringsbehoefte in 2012 van 272 miljoen euro. De volgende posten zorgden voor een toename van de financieringsbehoefte met 308 miljoen euro: De netto investeringen in gebouwde voorzieningen van 254 miljoen euro (vooral vanwege de aankoop van het
• stadskantoor). • De toename van de geactiveerde uitgaven voor grondexploitaties van 54 miljoen euro.
Daartegenover nam de financieringsbehoefte met 36 miljoen euro af door: De netto toename van de interne financieringsmiddelen met 29 miljoen euro: de storting reserves van 7 miljoen
•
euro, de onttrekking aan voorzieningen van 64 miljoen euro en het positieve rekeningsresultaat van 86 miljoen euro.
• De afname van de financiële vaste activa en de afname van het benodigd werkkapitaal van per saldo 7 miljoen euro.
Voor een uitgebreide toelichting op de betreffende posten verwijzen wij u naar de toelichting op de balans. Ontwikkeling financieringsportefeuille van de treasury rek 2007
rek 2008
rek 2009
rek 2010
rek 2011
rek 2012
Belegging lang
225
225
225
225
225
225
Belegging kort
80
0
0
0
0
0
0
9
1
3
8
14
305
234
226
228
233
239
Leningen lang
95
96
212
478
510
647
Leningen kort
5
95
192
19
83
224
10
0
0
0
0
0
110
191
404
497
593
871
-195
-43
178
269
360
632
-85
152
221
91
91
272
Banksaldo Totaal uitgeleend
Banksaldo Totaal geleend Netto geleende positie Mutatie per jaar Bedragen zijn in miljoenen euro's.
Sinds de jaarrekening 2007 is fors geïnvesteerd in materiele vaste activa (gebouwde voorzieningen), in grondexploitaties en zijn bestemmingsreserves benut. Daardoor heeft de treasury in de afgelopen vijf jaar per saldo 827 miljoen euro aanvullend geleend. In 2007 was nog sprake van een netto beleggende positie. Voor een grote gemeente is een dergelijke positie uitzonderlijk. Ultimo 2012 tendeert de leningpositie naar het landelijke gemiddelde. Renteswaps De portefeuille langlopende leningen bestaat voor 360 miljoen euro uit langlopende renteswaps in combinatie met kortlopende financiering en voor 287 miljoen euro uit traditionele langlopende leningen. De portefeuille langlopende renteswaps neemt in 2013 en 2014 toe met 80 miljoen euro respectievelijk met 75 miljoen euro. Deze renteswaps zijn in 2011 afgesloten mede met het oog op de aankoop van het stadskantoor. Ten opzichte van traditionele leningen geven renteswaps in combinatie met kortlopende leningen aanmerkelijke rentevoordelen. In 2012 gaat het om een voordeel van ruim 4,2 miljoen euro: een rentevoordeel van 2,45 miljoen euro omdat bij het afsluiten van de swaps opslagen zijn vermeden die wel
• •
golden voor leningen met een vergelijkbare looptijd. Bij de begrotingsopstelling 2012 (inclusief meerjarenraming) is met dit voordeel al rekening gehouden. een rentevoordeel van 1,79 miljoen euro omdat meer aan variabele rente op de renteswaps is ontvangen dan is betaald voor de variabele rente op de kortlopende leningen die daar tegenover stonden.
245
Over het gebruik van derivaten hebben wij u afzonderlijk geïnformeerd. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet – de wettelijk bepaalde grens voor het aantrekken van kortlopende leningen – bedroeg in 2012 105 miljoen euro. In de eerste helft van 2012 zijn wij ruimschoots onder deze limiet gebleven en in de tweede helft van 2012 ruimschoots daarboven. In de 2e helft van 2012 hebben wij geen aanvullende langlopende financiering aangetrokken omdat wij in 2011 voor 80 miljoen euro een langlopende renteswap hadden afgesloten met als ingangsdatum 23 januari 2013. Mede met het oog op dit soort ontwikkelingen staat de wet FIDO toe dat de kasgeldlimiet maximaal twee opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. Eind januari 2013 voldoet onze kortlopende positie weer aan de kasgeldlimiet. Tabel Liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet 1e kwartaal 2012
2e kwartaal 2012
3e kwartaal 2012
4e kwartaal 2012
69,0
55,7
135,5
197,4
+36,0
+49,3
-30,5
-92,4
Gemiddelde positie kortlopende leningen Overschrijding (-) of onderschrijding (+) kasgeldlimiet Bedragen zijn in miljoenen euro's. Renterisiconorm In de wet FIDO is een renterisiconorm opgenomen. Deze norm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen op de vaste schuld niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In 2012 was de renterisico norm voor Utrecht 250 miljoen euro. In 2012 bedroegen de aflossingen van de lange opgenomen leningen 3 miljoen euro. Er waren geen renteherzieningen op de portefeuille lange leningen. De gemeente voldoet ruimschoots aan de renterisiconorm. EMU-saldo Het EMU-saldo in enig jaar is het totaal aan inkomsten min de uitgaven van de Rijksoverheid, sociale fondsen en lokale overheden. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen van grond en investeringen. Financiële transacties, zoals de verkoop van deelnemingen of kredietverstrekking, worden niet als inkomsten of uitgaven gezien. Het Kabinet wil met de Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) realiseren dat decentrale overheden evenredig bijdragen aan de Europese afspraken over het bereiken van evenwicht op de rijksbegroting. In het onderhandelaarsakkoord tussen het kabinet en de decentrale overheden wordt door alle partijen de intentie uitgesproken dat het tekort van de mede overheden in 2017 gaat dalen naar 0,2% van het nationale inkomen. Tegelijkertijd geeft het kabinet ook in de jaren 2014 en 2015 de mede overheden dezelfde tekortruimte als in 2013 is overeengekomen, namelijk -0,5%. Daarna daalt dit tekort in 2016 naar -0,4% en in 2017 naar - 0,3%. Deze twee percentages zijn in het akkoord tussen haakjes gezet. Eind 2015 zal worden bezien of deze daling mogelijk en verantwoord is op basis van de realisaties in de jaren hiervoor. Over de verdeling binnen de ruimte voor de medeoverheden zullen VNG, IPO en Unie op basis van nader onderzoek dit jaar een afspraak maken waarbij de huidige verdeling vertrekpunt is. Hoewel het kabinet niet bereid bleek de extra sanctie die nu nog in de wet staat, ook als de Europese Unie Nederland geen sanctie oplegt bij het overschrijden van het tekort, uit de wet te verwijderen is wel vastgelegd, dat zo’n sanctie in deze kabinetsperiode niet zal worden toegepast. Een en ander betekent dat op termijn – na deze kabinetsperiode - een overschrijding van het toegestane tekort budgettaire gevolgen kan krijgen voor het collectief van gemeenten. In de septembercirculaire 2012 van het gemeentefonds is voor elke gemeente een indicatief toegestaan EMU-saldo aangegeven. Voor de gemeente Utrecht gaat het om circa 59 miljoen euro. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geven gemeenten jaarlijks bij de begroting een inschatting van hun EMU-saldo. Daarnaast melden gemeenten ieder kwartaal de stand van de financiële administratie 246
aan het CBS. De jaarrekeninggegevens worden afzonderlijk gemeld (zgn. 5e kwartaal). Uit de kwartaalmeldingen kan het EMU-saldo worden afgeleid. Het BBV schrijft niet voor dat in de jaarrekening verantwoording wordt afgelegd over de werkelijke uitkomst van het EMU-saldo ten opzichte van de begroting. Gemeenten sturen niet op basis van het kasstelsel (EMU-saldo) maar op basis van het lasten-batenstelsel. Zo zijn investeringen wel uitgaven maar geen lasten en zijn de afschrijvingen op geactiveerde investeringen wel lasten maar geen uitgaven. De verschillen tussen beide stelsels zijn groot. Vanwege het ontbreken van relevantie hebben de in de begrotingen opgenomen EMU-saldi zowel ambtelijk als bestuurlijk weinig aandacht gekregen. Wij hebben geconstateerd dat de EMU-saldi onjuist in de begrotingen zijn opgenomen. Zo is in de begroting 2013 een positief saldo opgenomen van 181 miljoen euro. In dit saldo zijn onttrekkingen aan reserves (60 miljoen euro) en investeringen (45 miljoen euro) als plusposten opgenomen terwijl het minposten moeten zijn. Daarnaast is een investeringsniveau van 100 miljoen euro realistischer dan de opgenomen 45 miljoen euro. Per saldo geeft dit een actuele schatting van het EMU-saldo 2013 van min 85 miljoen euro. Het proces van de totstandkoming van deze saldi zullen wij grondig herzien. De schattingen zullen daardoor aan realiteitswaarde winnen. Het voorspellen van kasstromen over een langere periode blijft echter een complexe aangelegenheid. De werkelijke EMU-saldi zoals deze zijn af te leiden uit de meldingen bij het CBS zijn: Rekening 2009
Rekening 2010
Rekening 2011
Rekening 2012
-177
-163
-91
-252
Bedragen zijn in miljoenen euro's. De afgelopen jaren gaven een fors nadelig EMU-saldo te zien. De saldi lagen ruim boven de in de septembercirculaire 2012 opgenomen indicatieve quotum voor de gemeente Utrecht. De ontwikkeling van de EMU-saldi ligt in lijn met de ontwikkeling van de leningenportefeuille, maar is daaraan niet gelijk. Dit hangt samen definitieverschillen. De nadelige EMU-saldi zijn vooral veroorzaakt door investeringen in gebouwde voorzieningen zoals het stadskantoor, het muziekpaleis, scholen, sportvoorzieningen en parkeergarages. Daarnaast heeft de grondexploitatie Leidsche Rijn de EMU-saldi nadelig beïnvloed. Zoals hiervoor aangegeven zullen eventuele overschrijdingen van gemeentelijke EMU-saldi in ieder geval in deze kabinetsperiode niet leiden tot financiële sancties. Daarnaast is het niet uit te sluiten dat de beraadslagingen in de Tweede en/of Eerste Kamer ertoe zullen leiden dat de sancties worden verwijderd uit de wet Hof. Vooralsnog blijft op termijn het overschrijden van gemeentelijke EMU-saldi een potentieel risico. Wij zullen daarom in de loop van 2013 een verkenning uitvoeren in hoeverre het sturen op het EMU-saldo binnen het lasten-batenstelsel reëel vorm en inhoud kan worden gegeven zonder de ambities van de beleidsprogramma's aan te tasten en met behoud van financiële efficiency. Kredietrisicobeheer In juni 2003 is een lening van 25 miljoen euro à 4% verstrekt aan Memid in het kader van de toenmalige problematiek rond FC Utrecht. Daarvan staat eind 2012 nog 22,25 miljoen euro open. Daarnaast staat een vordering open op Memid van ruim 3,4 miljoen euro in verband met het niet nakomen van de renteverplichtingen in 2009 tot en met 2012. Over de risico's hiervan hebben wij uw gemeenteraad afzonderlijk geïnformeerd. Per ultimo 2012 hebben wij voor 2,139 miljard euro aan garanties verstrekt. Daarvan heeft 2,110 miljard euro betrekking op gegarandeerde leningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
247
2.4 Bedrijfsvoering Algemeen De gemeente wil haar werk goed doen. De gemeentelijke bedrijfsvoering is daarbij onmisbaar als ondersteunende en innoverende functie. Voor de innovatie was in 2012 de organisatiestrategie 'Via B' richtinggevend. Tijdens de uitvoering daarvan 'bleef de winkel open' en liepen de reguliere processen door.
2.4.1 Organisatie Vernieuwing Resultaten Organisatievernieuwing Het programma Organisatievernieuwing heeft tot doel de gemeentelijke organisatie te moderniseren en om te vormen tot een slanke gemeentelijke organisatie, die tegelijkertijd slagvaardig en kostenbewust werkt. Een organisatie die open, wendbaar, scherp en betrouwbaar functioneert. In de Organisatiestrategie Via B is beschreven dat de organisatievernieuwing gestalte krijgt langs vier sporen: 1. Het aanpassen van de organisatiestructuur 2. De bedrijfsvoering op orde en het realiseren van forse besparingen 3. Het verbeteren van de processen en systemen (vereenvoudiging, automatisering, digitalisering) 4. Het realiseren van een gedragsverandering in de ambtelijke organisatie (de U factor). Organisatiestructuur In 2012 lag de nadruk op het aanpassen van de organisatiestructuur en het verbeteren van processen en systemen. In het afgelopen jaar zijn de Bibliotheek en het Centraal Museum verzelfstandigd. Per 1 februari 2013 volgt de kunstuitleen. Daarnaast is er op verschillende plekken in de organisatie gereorganiseerd, met als resultaat dat we op 1 januari 2013 zijn gestart in de nieuwe organisatiestructuur met vier te onderscheiden onderdelen: de Ontwikkelorganisatie, De Uitvoeringsorganisaties, Interne Bedrijven en de Bestuurs- en Concernstaf (BCS). Mijlpalen daarin waren de start van de Utrechtse Vastgoedorganisatie (UVO), het samenvoegen van werkzaamheden rond vergunningen, toezicht en handhaving in de uitvoeringsorganisatie VTH en een uniforme plaatsingsprocedure voor medewerkers in de verschillende transities. Programma Bedrijfsvoering Het afgelopen jaar zijn er stappen gezet om de bedrijfsvoering op orde te krijgen. Met behulp van participatie van medewerkers zijn er bedrijfsplannen gemaakt, waarin staat beschreven hoe de bedrijfsvoering de komende jaren vorm moet krijgen. De projecten uit de bedrijfsplannen zijn gebundeld in het programma Bedrijfsvoering, dat deze zomer van start is gegaan. Met deze projecten binnen dit programma wordt een drietal doelstellingen in een periode van drie jaar gerealiseerd. In de eerste plaats worden alle maatregelen genomen om de continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen, in de tweede plaats worden de inhoudelijke maatregelen genomen om de bezuinigingen op de overhead te realiseren. Processen worden lean gemaakt, digitalisering wordt ingezet waar dit tot besparing leidt. Ten slotte wordt gewerkt aan een eigentijdse, kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering. Verbeteren processen en systemen PDV Naast de LEAN trajecten binnen het programma Bedrijfsvoering, vind het moderniseren van werkprocessen en systemen voor een belangrijk deel plaats binnen het programma Publieksdienstverlening. De uitvoering hiervan ligt op schema. Zo is voor bijna de helft van alle dienstverleningsprocessen een herontwerp gereed. De komende tijd ligt de nadruk op implementatie van het zogenaamde 2e plateau waarbij belangrijke nieuwe generieke ICT-voorzieningen toegepast worden. Eind 2013 zijn de processen voor de meest belangrijke en voorkomende diensten en producten binnen publieksdienstverlening herontworpen.
249
Houding en gedrag Ook is er afgelopen jaar steeds meer aandacht gekomen voor houding en gedrag. Er is daarbij ingezet op houding en gedrag van managers, met het doel dat zij de verandering gaan dragen. De basis hiervoor wordt gelegd in het nieuwe managementprofiel, dat in 2012 is vastgesteld. Daarnaast zijn er in dit kader onder andere drie 'Managers aan Zet' bijeenkomsten georganiseerd voor alle managers, twee 'managementpleinen' georganiseerd voor de managers van de organisatieonderdelen. Voor medewerkers zijn er diverse activiteiten met betrekking tot de U factor georganiseerd, zoals de start-up bijeenkomsten (±520 deelnemers) en de week van de U factor (700 aanmeldingen). Ieder van de vier sporen uit Via B bestaat uit verschillende veranderopdrachten, die verschillen qua scope (dienstspecifiek vs. dienstoverstijgend), tempo en tijdshorizon (nu of straks aan de orde), en de mate waarin ze onderlinge samenhang en afhankelijkheden vertonen. Zoals in de begroting 2012 is opgenomen lag de nadruk in 2012 op het ontwerp en de inrichting van nieuw te vormen organisatieonderdelen en het ontwerp en de implementatie van verschillende concernbrede processen om dat mogelijk te maken. Twee belangrijke concernbrede veranderingen die we in het bijzonder nog willen noemen zijn: Rol op maat en Wijkgericht werken. In de voortgangsrapportage Organisatievernieuwing zullen deze verder worden toegelicht.
2.4.2 De uitvoering van de begrotingsprogramma’s is effectief ondersteund De bedrijfsvoering dient in zijn personele, financiële, organisatorische en informatietechnische aspecten, de uitvoering van begrotingsprogramma’s effectief te ondersteunen. Daarvoor formuleren wij de volgende prestaties. Indicator
Doelstelling 2012
Resultaat 2012
Tijdige
De betalingen zijn in 90% van de
De doelstelling van 2012 is gehaald: Van de
betaalbaarstellingen
gevallen tijdig en correct.
betalingen is 96% van de gevallen tijdig en
Verplichtingen
70% van de facturen is verplicht
Financiën
correct. De doelstelling van 2012 is gehaald: 78% van de facturen is in 2012 verplicht. Personeel Verzuim
5,5% inclusief langdurig verzuim.
In 2012 is het verzuimpercentage gestegen naar 7,16%. Dit vinden wij zorgelijk. Uit nadere analyse van de cijfers blijkt dat medewerkers niet vaker ziek zijn, maar wel langer. Bijsturing in het 2e kwartaal heeft geleid tot een afvlakking van de stijging vanaf het 4e kwartaal. Om het verzuim terug te dringen worden de - eind 2012 opgestelde plannen van aanpak in 2013 uitgevoerd. We rapporteren hierover in de 3e voortgangsrapportage Organisatievernieuwing.
Kwaliteit
Elke nieuw benoemde leidinggevende
Er is een nieuw managementprofiel vastgesteld; in
management
volgt een leergang van de UMS .
dit profiel is beschreven wat wij van onze
(Realisatie 2011 bij de meeste diensten
managers verwachten. Alle nieuwe
100%)
leidinggevenden volgden tot maart 2012 een leergang van de Utrechtse Management School.
Voorbereid op de nieuwe
In drie bijeenkomsten met alle managers stond
managementstijl.
daarnaast het veranderingsproces waarin Gemeente Utrecht zich bevindt centraal. We zijn inmiddels een MD-programma gestart.
250
Indicator
Doelstelling 2012
Resultaat 2012
Mobiliteit
De uitstroom (extern inclusief natuurlijk
Het uitstroompercentage van 10% is gerealiseerd.
verloop) wordt verhoogd van 7naar 10%. De interne doorstroom is achtergebleven bij de De interne doorstroom wordt verhoogd
doelstelling (2,6%). Dit betreft de interne
van 4 naar 8%.
doorstroom vóór de plaatsingen op 1-1-2013. De verklaring is enerzijds dat medewerkers in afwachting van de uitkomsten van het reorganisatieproces niet definitief van plek zijn veranderd. Anderzijds zijn in afwachting van definitieve taakstellingen veel vacatures als tijdelijke klus aangeboden.
ICT Continuïteit ICT-
Beschikbaarheid: de systemen zijn
Beschikbaarheid:
systemen
beschikbaar in overeenstemming met de
De beschikbaarheid is gedurende het jaar voor
overeengekomen dienstenniveaus.
het overgrote deel in lijn geweest met de overeengekomen dienstenniveaus.
Continuïteit: de gegevensverwerking is
Daar waar normen onvoldoende bleken zijn deze
voor de meest bedrijfskritische systemen
aangescherpt dan wel zijn er maatregelen
robuust tegen calamiteiten.
getroffen deze te behalen. Continuïteit: Bij een grote calamiteit in het datacentrum (juli 2012) is gebleken de meeste bedrijfskritische applicaties robuust zijn tegen calamiteiten.
2.4.3 Uitvoering van de begrotingsprogramma’s is open, wendbaar, scherp en betrouwbaar Via B is de strategie die de organisatie van Utrecht een andere richting geeft: open, wendbaar, scherp en betrouwbaar. Met deze organisatievernieuwing beogen wij een kwaliteitsverbetering in het wijkgericht werken, een modernisering van de gemeentelijke organisatie en verbetering va de prestaties. Daarnaast beogen wij een slankere organisaties. De uitvoering van de begrotingsprogramma's in 2012 willen we daar bij laten aansluiten. Daarvoor monitoren we de volgende indicatoren. Indicator
Doelstelling 2012
Resultaat 2012
Tijdigheid
De naleving van de servicenormen is
Uit het onderzoek naar Utrechtse servicenormen
dienstverlening
minimaal 90%.
blijkt dat 95% van de telefoon op tijd wordt
Algemeen
opgenomen. Bij twee van de vijf balies wordt het doel om 90% van de klanten binnen vijftien minuten te helpen gehaald (zie toelichting onder deze tabel). Digitale service
Het totaal aandeel digitaal verlopen
Het totaal aandeel digitaal verlopen
dienstverleningstransacties is gestegen
dienstverleningstransacties is niet meetbaar te
naar 10%
maken, aanvullende technische systemen worden momenteel gerealiseerd. We zien een stijging van het totaal aantal digitale aanvragen van 100.000 in 2011 naar 150.000 in 2012.
251
Indicator
Doelstelling 2012
Resultaat 2012
Gerealiseerd
De opdrachten uit de Voorjaarsnota 2011 in het
Financiën Realisatie taakstellingen
kader van de organisatievernieuwing hebben wij in 2012 uitgewerkt. Via het programma organisatievernieuwing is de voortgang op de uitvoering van de opdrachten bewaakt. In de voortgangsrapportage van de organisatievernieuwing geven wij verdere toelichting over de vernieuwing van onze organisatie en de uitkomst van de overheadtransities.
Begroting
Transparantere begroting en
In 2012 zijn de kaders vastgesteld voor een
transparant
verantwoording.
transparantere begroting. Hierin hebben wij onder andere besloten tot uniforme personeelsramingen en het afschaffen van de bedrijfsreserves. De implementatie van de kaders ronden wij in het eerste kwartaal van 2013 af. Daarnaast zijn wij in 2012 begonnen met het procesherontwerp van de begrotingscyclus. De uitgangspunten voor het intern verrekenen zijn in 2012 vastgesteld en worden in 2013 geïmplementeerd. Dit alles moet leiden tot een transparantere begroting.
Personeel Resultaatgericht
Met alle personeelsleden, waarmee dat
81% van de personeelsleden - die tenminste acht
werken
kan, worden resultaatgesprekken en
maanden in dienst waren – is beoordeeld. Dit is
beoordelingsgesprekken gevoerd.
een stijging van ruim 20% ten opzichte van 2011. Met alle medewerkers die een plaatsingsgesprek gehad hebben in het kader van de reorganisatie is van tevoren een beoordelingsgesprek gevoerd.
Kwaliteit
De dienst geeft voor een bedrag van
Uitgaven opleidingskosten: 4,7 miljoen euro; dat
medewerker
minimaal 2% van de totale
is 1,8% van de loonsom
personeelslasten uit aan opleiding,
In 2012 werden met de medewerkers zowel op
training en coaching en zorgt voor een
afdelingsniveau als individueel gesprekken
heldere verantwoording van de uitgaven.
gevoerd over de veranderingen binnen de organisatie en wat deze betekenen voor hun
Alle medewerkers zijn geïnformeerd
functie, loopbaan en professionele
over de POP-gesprekken en de
ontwikkelingen. Bij het LCU zijn 267
Loopbaanscan en met 35% van de
loopbaanscans en 257 'spiegelgesprekken'
personeelsleden is een POP-gesprek
gevoerd .
gevoerd.
In 2012 kregen managementassistenten een gemeenschappelijk scholingstraject genaamd 'Jij' aangeboden (180 deelnemers).
Stages en trainees
Minimaal 250 stageplaatsen (waarvan:
In 2012 zijn 275 stageplekken gerealiseerd waar
150 aan leerlingen van het VMBO, VSO,
250 waren beoogd (25 VMBO, VSO, MBO 1+2
MBO niveau 1 en 2, conform de
(naast 246 VMBO bliksemstages), 109 MBO niveau
verdeling over de diensten)
3+4, 141 HBO/WO) In verband met de reorganisatie zijn er in 2012
Minimaal tien (tijdelijke) traineeplekken.
252
nog geen nieuwe trainee programma's gestart. .
Indicator
Doelstelling 2012
Resultaat 2012
Organisatie Inhuur externen
De inhuur zal ten opzichte van 2011 per
2010 74 miljoen euro
saldo licht kunnen dalen, maar niet
2011 53 miljoen euro
meer zo sterk als in voorgaande jaren.
2012 59 miljoen euro De inhuur externen is in 2012 licht gestegen. Dit wordt grotendeels verklaard door de versnelling die is aangebracht in de processen die tot modernisering van de informatie- en communicatietechnologie leiden. Die versnelling was noodzakelijk om de dienstverlening te innoveren, de benodigde besparingen te realiseren en de eenmalige ICT-investeringen voor het Stadskantoor mogelijk te maken. Daarnaast is er een inzet geweest van onafhankelijke externe vertegenwoordigers in de plaatsingscommissies ten behoeve van de reorganisatie.
Bezetting
De bezetting is afgenomen ten opzichte
De bezetting op 31 december 2012 is 4148 full-
van 2011 conform de doelen uit de het
time equivalent (fte), in lijn met de beoogde
programma Organisatievernieuwing
krimp.
Via B. 31-12-2009 4699 fte 31-12-2010 4463 fte 31-12-2011 4297 fte 31-12- 2012 4148 fte 01-01-2013 3938 fte (na Verzelfstandiging Bibliotheek en Gemeentelijke Musea) Tijdigheid dienstverlening Voor het verbeteren van processen en prestaties gebruikt Utrecht algemene en product servicenormen. Utrecht wil voor 90% voldoen aan de algemene servicenormen. Uit onderzoek naar de Utrechtse servicenormen blijkt dat het ‘kanaal’ telefoon goed scoort: 95% van de telefoon wordt op tijd opgenomen. Voor e-mail wordt 78% op tijd beantwoord en van de in Corsa geregistreerde post is 75% op tijd beantwoord. Het doel om 90% van de klanten binnen 15 minuten te helpen, is bij de balies Bouwen, Wonen en Ondernemen en Parkeren gehaald en bij Burgerzaken, GGenGD en Werk&Inkomen niet. We zullen ons blijven inzetten om deze doelstelling voor alle balies te realiseren. Om de wachttijd te verminderen is in 2012 de mogelijkheid tot het maken van een afspraak sterk verbeterd. Inmiddels komt 33% van de klanten van Burgerzaken op afspraak. Het aantal klanten met afspraak dat binnen 15 minuten geholpen is bedraagt bij Burgerzaken 93%. De te lange wachttijd is dus voor klanten die zonder afspraak komen. De wetwijziging dat kinderen niet meer in het paspoort van ouders konden worden bijgeschreven heeft de eerste helft van 2012 een enorme toeloop veroorzaakt met alle gevolgen voor wachttijden.
2.4.4 Uitvoering bedrijfsvoering De kosten (die gemaakt worden ter ondersteuning van het primaire proces worden verantwoord in het programma Algemene ondersteuning. Het gaat hier om de kosten van de dienst Ondersteuning en de BCD ( concernoverhead). Voor een uitgebreide toelichting op de kosten van de concernoverhead verwijzen wij u naar het programma Algemene Ondersteuning.
253
2.5 Verbonden Partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Dit zijn onder andere gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen die een publiek belang behartigen en waarvan de aandelen geheel of gedeeltelijk in het bezit van de gemeente zijn. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een of meer zetels in het bestuur van de participatie en/of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er wanneer de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. De belangrijkste verbonden partijen van de gemeente in 2012 komen hierna aan de orde. Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Doel: Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen. Betrokkenen: Alle gemeenten binnen de Provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De bestuursorganen van het openbaar lichaam zijn het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden te benoemen door en uit de provinciale staten, twee leden te benoemen door en uit de gemeenteraad van Utrecht (daaronder begrepen de voorzitter van de gemeenteraad), één vertegenwoordiger per deelnemende gemeente (met uitzondering van de stad Utrecht) te benoemen door en uit de gemeenteraden, de voorzitter van de gemeenteraad daaronder begrepen. Financieel belang: De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. De kosten worden op basis van de werkelijke aangeboden gewichten bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht samen met een opslag voor de apparaatskosten. Voor 2011 zijn de kosten voor de Gemeente Utrecht vastgesteld op 6,036 miljoen euro (exclusief BTW). De kosten opgenomen in de Verantwoording 2012 zijn 6,237 miljoen euro (exclusief BTW). Ontwikkeling: De AVU ontwikkelt voortdurend initiatieven om aan haar doelstellingen te voldoen. Daarnaast worden steeds meer kleine deelstromen door de AVU in raamcontracten ondergebracht. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Betrokkenen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht heeft geen zetel in het bestuur en de Raad van Commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De Gemeente Utrecht bezit 763.074 aandelen van 2,50 euro per aandeel (1,38% van het totaal). Ieder jaar keert de bank een dividend uit dat gebaseerd is op een percentage van de netto winst. Ontwikkeling: De netto winst wordt negatief beïnvloed door de Europese schuldencrisis. Tevens houdt de BNG rekening met nieuwe regelgeving die de winstgevendheid zal raken. Zo wordt er een bankenbelasting ingevoerd. Daarnaast moet de BNG uiterlijk 2018 voldoen aan de vereisten die Basel III aan de BNG stelt. Bestuur Regio Utrecht (BRU) Doel: Het BRU vervult taken op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, milieu en de ruimtelijke inpassing daarvan. Het gaat om taken en vraagstukken die niet 'ophouden' bij de gemeentegrens en daarom samenwerking vereisen tussen de gemeenten in de regio. De samenwerking in BRU-verband is per 1 januari 2006 gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen plus (Wgr+). Het BRU is één van de zeven zogenoemde Wgr+ regio’s. Betrokkenen: De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht, Vianen, IJsselstein en Zeist. Bestuurlijk belang: Alle BRU-gemeenten zijn vertegenwoordigd in het dagelijks en algemeen bestuur. De burgemeester van Utrecht is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur telt 35 zetels (inclusief de voorzitter), waarvan 10 voor de Gemeente Utrecht. Het dagelijks bestuur telt 11 zetels (inclusief de voorzitter), waarvan er 3 voor Utrecht zijn. 255
Financieel belang: De gemeentelijke afdracht aan het BRU is geregeld via een regiobijdrage. De begroting en afdracht van deze bijdrage gaat uit van het aantal inwoners. De regiobijdrage 2012 is vastgesteld op 3,37 euro per inwoner (net als in 2011). De totale Utrechtse bijdrage 2012 aan het BRU is daarmee 1,035 miljoen euro. Als uitkomst van de doorlichting voor 2012 van de BCD is 0,050 miljoen euro ingeboekt als taakstelling voor de BRU. Op dit moment is nog niet bekend of deze taakstelling kan worden gerealiseerd. Ontwikkeling: In 2011 is de Regionale Agenda 2011-2014 vastgesteld. Deze agenda vormt als het ware het programma-akkoord van het algemeen bestuur van het BRU voor de nieuwe bestuursperiode. In 2012 lag de focus van het BRU op de uitvoering van de Regionale Agenda, waarin samenwerkingsafspraken zijn opgenomen op de terreinen verkeer en vervoer, wonen, verstedelijking en economie. Eind 2012 vond een tussenevaluatie van de agenda plaats onder de AB-leden, dat heeft geleid tot enkele actualisaties. In navolging van het Regeerakkoord (ook het nieuwe) wordt in U10verband de discussie over de toekomst van de regionale samenwerking gevoerd. NV GCN-houdster Doel: Het houden van aandelen in REMU NV (inmiddels verkocht aan Eneco). Betrokkenen: De gemeenten Utrecht en Amersfoort, evenals de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor 47,5% een belang in de vennootschap. Ontwikkeling: De vennootschap heeft in 2003 haar aandelen in REMU NV in eigendom overgedragen aan NV Eneco. Aan de Gemeente Utrecht kan nog een nabetaling plaatsvinden van naar verwachting circa 1,8 miljoen euro, als Eneco zich vóór 31 december 2010 verder had geprivatiseerd. Toch is er nog steeds een belang dat ontbinding op dit moment in de weg staat. Kortgezegd, de houdstermaatschappij is van oordeel dat Eneco verkoop van het bedrijf voor 31-12-2010 zelf onmogelijk heeft gemaakt door te procederen tegen de Staat vanwege het splitsgebod van de Staat tussen het distributie- en het leveringsbedrijf. Had Eneco voldaan aan het splitsgebod dan was het waarschijnlijk gekomen tot een verkoop van Eneco of onderdelen van Eneco. Dan was waarschijnlijk de voorwaarde in werking getreden (hoewel er nog een drempel in zit) en had de gemeente aanspraak kunnen maken op miljoenen door tussenkomst van de houdstermaatschappij. De Hoge Raad is inmiddels van oordeel dat het splitsgebod door de Staat kon worden opgelegd, maar heeft hierover vragen gesteld aan het Europese Hof. Het Europese Hof kan het oordeel van de Hoge Raad naast zich neerleggen. De verwachting is dat al eind 2014 er een uitspraak wordt gedaan door het Europese Hof. GEM Beheer BV Kanaleneiland Doel: Bevordering van stedelijke herstructurering, het optreden als beherend vennoot van de commanditaire vennootschap, het kopen en verkopen van onroerende zaken en het (doen) ontwikkelen, realiseren en (tijdelijk) beheren van projecten, het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van derden, het verkrijgen van financiering, het plaatsen van gelden á deposito. Betrokkenen: Gemeente Utrecht, Mitros Aska Beheer BV, Portaal Holding BV en Proper-Stok Groep BV Bestuurlijk belang: Aandeelhouders benoemen gezamenlijk de directeur van de vennootschap, die vervolgens moet opereren binnen het tussen partijen overeengekomen directiereglement. Financieel belang: De geldstromen lopen via deze vennootschap vanaf de GEM Kanaleneiland CV. Ontwikkeling: Is terug te vinden bij het programma Stedelijke Ontwikkeling onder doelstelling 3 en in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties. GEM Kanaleneiland CV Doel: Bevordering van stedelijke herstructurering, ontwikkeling en realisatie van onroerende zaken in het gebied dat wordt begrensd door het Amsterdam-Rijnkanaal en het centrumgebied kanaleneiland, een en ander volgens de op 28 maart 2006 tussen partijen (zie hieronder bij betrokkenen) gesloten samenwerkingsovereenkomst 'Realisatie Vernieuwingsplan Centrumgebied Kanaleneiland'. Betrokkenen: De Gemeente Utrecht, stichting Mitros, stichting Portaal en Proper-Stok Groep BV en GEM Beheer BV. Bestuurlijk belang: De gemeente wordt vertegenwoordigd door de directeur van Utrecht Vernieuwt BV. Financieel belang: De gemeente heeft net als de overige betrokkenen 1,0 miljoen euro bijgedragen aan het eigen vermogen. Ontwikkeling: Is terug te vinden bij het programma Stedelijke Ontwikkeling onder doelstelling 3 en in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties.
256
Utrecht Vernieuwt BV Doel: Het als commanditaire vennoot deelnemen in commanditaire vennootschappen dan wel uit andere hoofde participeren in publiek-private-samenwerkingsverbanden die de herstructureringsopgave van de Gemeente Utrecht ten doel hebben, het beheren van vermogen en het beleggen van gelden in onroerende zaken, aandelen en obligaties, het kopen en verkopen van onroerende zaken, effecten en andere goederen, het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere personen en ondernemingen. Betrokkenen: De Gemeente Utrecht is 100% aandeelhouder van de BV. Bestuurlijk belang: Realiseren stedelijke herstructurering, ontwikkelen prachtwijk. Financieel belang: Via Utrecht Vernieuwt BV participeert de Gemeente Utrecht als stille vennoot in de GEM Kanaleneiland CV. Ontwikkeling: Is terug te vinden onder het programma Stedelijke Ontwikkeling onder doelstelling 3 en in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties. Het Utrechts Archief (HUA) Doel: Het in goede en geordende staat acquireren, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van archieven, voor de provincie en de Gemeente Utrecht (volgens de Archiefwet) en het beheren en publiek toegankelijk maken van een collectie archivalia, boeken en beeldmateriaal over Utrecht als modern informatiecentrum. Betrokkenen: De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de provincie Utrecht en de Gemeente Utrecht. De financiële verantwoordelijkheid voor de zorg en het beheer van de historische provinciale archieven is per 1 januari 2012 overgedragen van het Rijk aan de provincie Utrecht. In 2013 wordt de samenwerkingsvorm tussen Het Utrechts Archief en de provincie Utrecht definitief bepaald. Bestuur: Het bestuur van HUA bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. De gemeente wijst drie leden van het algemeen bestuur aan, waaronder in ieder geval het lid van het college van B en W belast met de portefeuille archiefzaken. Dit is in het huidige college de burgemeester. Drie leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de minister van OC&W, waaronder in ieder geval de algemene rijksarchivaris. De voorzitter van het algemeen bestuur is het lid van het college van B en W dat belast is met de portefeuille archiefzaken, thans de burgemeester. Het dagelijks bestuur bestaat in de praktijk uit het algemeen bestuur. Financieel belang: Alle uit deze gemeenschappelijke regeling voortvloeiende kosten worden onder aftrek van inkomsten paritair door het bestuur van de gemeente en de minister gedragen. De gemeentelijke bijdrage 2013 is gelijk aan die van 2012 en bedraagt 2,827 miljoen euro. Ontwikkeling: HUA heeft naast een zeer druk bezochte website (www.hetutrechtsarchief.nl) sinds 2008 een pand voor publieksfuncties en kantoren in de voormalige Paulusabdij/Rechtbank. Depots, de kantoren en de studiezaal voor originele archiefstukken blijven in het pand aan de Alexander Numankade. In 2012 zijn de gerenoveerde en gemoderniseerde depottorens op de Alexander Numankade weer in gebruik genomen. Duidelijk is dat in 2014 de capaciteit van de depots van het Utrechts Archief geheel gebruikt is. Het Rijk heeft besloten dat rijksdepots met een overschot aan ruimte voor opvang van rijksarchieven in provincies met een capaciteitstekort zorg zullen dragen. Ten aanzien van de opvang van nieuwe instroom van gemeentelijke archieven moet de gemeente nog een oplossing creëren. HUA is in 2009 gestart met de ontwikkeling van een Archiefbank en een digitaal depot. Dat laatste gebeurt in nauwe samenwerking met het Nationaal Archief. Het streven is, dat het digitaal depot ook beschikbaar is voor het duurzaam beheer van de digitale archieven van de Gemeente Utrecht, die vooral na de invoering van het Nieuwe Werken in het in 2014 te voltooien Stadskantoor in omvang toe zullen nemen. Recreatieschap Stichtse Groenlanden Doel: De gemeente concentreert de bestuurlijke aandacht voor het buitengebied op het werkgebied van het recreatieschap Stichtse Groenlanden. Hierbinnen ligt het grootste en directe recreatieve belang voor de inwoners van de stad. Ook vindt de groei van de stad (Leidsche Rijn) vooral plaats grenzend aan en deels in het werkgebied van dit schap. Met de groei van dit nieuwe stadsdeel hangt een toenemende behoefde aan recreatie voorzieningen samen. Hiervoor is de afgelopen jaren de financiële relatie verder versterkt (een aanvulling in de bijdrage groeiend naar 0,2 miljoen euro jaarlijks extra, voltooid in 2012). Belangrijke voorzieningen zijn Strijkviertel, Ruigenhoek, Maarsseveense Plassen, Laagraven, Haarzuilens en Haarrijn (aparte opdracht Stadswerken). Deze zijn voor Utrecht alle van groot belang voor haar inwoners. Betrokkenen: Gemeentebesturen van Utrecht, Nieuwegein, Maarssen, Woerden, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt en het bestuur van de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De gemeenten wijzen elk twee leden van het algemeen bestuur aan. Tenminste één van deze leden dient lid te zijn van het college van B en W. Ook de provincie wijst twee leden van het algemeen bestuur aan, waarvan er één lid dient te zijn van het college van gedeputeerde staten. Elk lid heeft een stem. Het algemeen bestuur benoemt uit haar midden de leden van het dagelijks bestuur. 257
Financieel belang: De bijdrage van de Gemeente Utrecht (een vast bedrag) bedroeg in 2012 0,932 miljoen euro, daarmee een belang van ongeveer 32% van het exploitatietekort en daarmee de belangrijkste deelnemer. Tweede belangrijke deelnemer is de provincie Utrecht (ongeveer 28%). Ontwikkelingen: Wielrevelt (Haarzuilens) en plusplan Ruigenhoek zijn opgeleverd. De verdere ontwikkeling van nieuwe recreatiegebieden om de stad staat onder druk, omdat het Rijk niet meer bijdraagt aan inrichting, verwerving en beheer van bestaande en nog te ontwikkelen gebieden. In de herijking voor Recreatie om de stad wordt onderzocht welke deelopgaven nog gerealiseerd kunnen worden. De provincie Utrecht onderzoekt de mogelijkheid tot samenvoeging van schappen en de mogelijkheden om de markt meer te betrekken bij het realiseren van recreatievoorzieningen. Het zal niet direct leiden tot besparing in de gemeentelijke bijdrage aan het exploitatieresultaat, wel betekent het meer efficiency in de bestuurlijke inbreng en ambtelijke ondersteuning. Al eerder zijn de bijdragen aan de schappen conform het traject 'gezamenlijk de trap af ', met 5% gekort. Plassenschap Loosdrecht Doel: De gemeente is sinds 2008 weer deelnemer in het Plassenschap, op uitdrukkelijk verzoek van Provincie en schap. Het plassengebied is vooral van belang voor het zuidelijke deel, De Strook, waar een belangrijk deel van de utrechtse bevolking kan genieten van strand en water. Dit blijkt ook uit de metingen van herkomst van recreanten. Utrecht heeft een beperkt belang. Betrokkenen: Gemeentebesturen van Utrecht, Loenen en Breukelen (in 2012 samen Stichtse Vecht), Wijde Meren en het bestuur van de provincie Utrecht en provincie Noord-Holland. Bestuurlijk belang: De gemeenten wijzen elk één lid van het algemeen bestuur aan uit het college van B en W. Ook de provincie wijst een lid aan van het algemeen bestuur aan uit het college van gedeputeerde staten. Elk lid heeft een stem. Het algemeen bestuur benoemt uit haar midden de leden van het dagelijks bestuur. Financieel belang: De bijdrage van de Gemeente Utrecht bedraagt een vast bedrag per jaar, zijnde 0,158 miljoen euro, dit is ongeveer 7% van het exploitatietekort. De totale begroting van het schap beslaat ongeveer 1,454 miljoen euro. Ontwikkelingen: De financiële positie van het schap is enigszins verbeterd. Wijde Meren en Stichtse Vecht trekken samen de discussie over hoe het schap verbeterd kan worden. De provincie Utrecht onderzoekt de mogelijkheid tot samenvoeging van schappen en de mogelijkheden om de markt meer te betrekken bij het realiseren van recreatievoorzieningen. Het zal niet direct leiden tot besparing in de gemeentelijke bijdrage aan het exploitatieresultaat, wel betekent het meer efficiency in de bestuurlijke inbreng en ambtelijke ondersteuning. Al eerder zijn de bijdragen aan de schappen conform het traject 'gezamenlijk de trap af ', met 5% gekort. NV REMU-houdster Doel: Het houden van aandelen in REMU NV (inmiddels verkocht aan Eneco). Betrokkenen: De gemeenten Utrecht en Amersfoort evenals de provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor 47,5% een belang in de vennootschap. Ontwikkeling: De vennootschap heeft in 2003 haar aandelen in REMU NV in eigendom overgedragen aan NV Eneco. Aan de Gemeente Utrecht kon nog een nabetaling plaatsvinden van naar verwachting circa 60 miljoen euro, als Eneco zich vóór 31 december 2010 verder had privatiseerd. Toch is er nog steeds een belang dat ontbinding op dit moment in de weg staat. Kortgezegd, de houdstermaatschappij is van oordeel dat Eneco verkoop van het bedrijf voor 31-122010 zelf onmogelijk heeft gemaakt door te procederen tegen de Staat vanwege het splitsgebod van de Staat tussen het distributie- en het leveringsbedrijf. Had Eneco voldaan aan het splitsgebod dan was het waarschijnlijk gekomen tot een verkoop van Eneco of onderdelen van Eneco. Dan was waarschijnlijk de voorwaarde in werking getreden (hoewel er nog een drempel in zit) en had de gemeente aanspraak kunnen maken op miljoenen door tussenkomst van de houdstermaatschappij. De Hoge Raad is inmiddels van oordeel dat het splitsgebod door de Staat kon worden opgelegd, maar heeft hierover vragen gesteld aan het Europese Hof. Het Europese Hof kan het oordeel van de Hoge Raad naast zich neerleggen. De verwachting is dat al eind 2014 er een uitspraak wordt gedaan door het Europese Hof.
258
Muziekcentrum Vredenburg BV Doel: Het beheer en de exploitatie van onroerende goederen, in de meest uitgebreide zin des woords, omvattende het complex muziekcentrum, gelegen aan het Vredenburg te Utrecht (Statutenwijziging Muziekcentrum Vredenburg BV van 23 augustus 1978). Betrokkenen: Gemeente Utrecht is enig eigenaar van de BV. Bestuurlijk belang: De gemeenteraad is houder van alle aandelen (100%). De gemeenteraad laat zich in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigen door de wethouder Financiën. Het college van B en W fungeert als directie van de BV. Wethouder Grondzaken is door de directie aangewezen als eerstverantwoordelijk directeur van de BV. Financieel belang: Volledig eigenaar van Muziekcentrum Vredenburg BV. Muziekcentrum Vredenburg BV beschikt over een bedrijfsreserve. Ontwikkeling: De beoogde liquidatie van de BV heeft nog niet plaats gevonden. Onderzocht wordt nog of een voortbestaan van de BV wenselijk is. Veiligheidsregio Utrecht Doel: De VRU is belast met taken op het terrein van de risicobeheersing en de voorbereiding op rampen en crises. Daarnaast is de VRU verantwoordelijk voor de uitvoering van de brandweerzorg (bestrijding en preventie), de geneeskundige hulpverleningsorganisatie (GHOR) en bevordert en ondersteunt een adequate voorbereiding van gemeenten op rampen en crises. Betrokkenen: Naast Utrecht 25 omliggende gemeenten. De Politie Utrecht is aan de Veiligheidsregio verbonden door een convenant. Bestuurlijk belang: De Veiligheidsregio is tot stand gebracht door middel van een gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. De regeling bepaalt dat de burgemeester van Utrecht voorzitter is van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Financieel belang: De totale bijdrage van de Gemeente Utrecht over 2012 bedroeg 23.889.422 miljoen euro. De bijdrage van de Gemeente Utrecht is opgebouwd uit een bedrag per inwoner voor de gemeenschappelijke bestuurs- en organisatiekosten en een in een dienstverleningsovereenkomst vastgelegde financiële vergoeding voor de repressieve en preventieve brandweerzorg in de stad Utrecht. Ontwikkeling: In 2012 is de eerste aanzet gemaakt voor de totstandkoming van een nieuw regionaal dekkingsplan en zijn de eerste stappen gezet voor een nieuwe financiële systematiek die gevolgen kan hebben voor de wijze waarop de gemeentelijke bijdrage wordt bepaald. NV Vitens Doel: Het maken en verkopen van drinkwater. Betrokkenen: De provincies Overijssel, Gelderland en Utrecht, evenals een 140-tal gemeenten. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor circa 4% een belang in de vennootschap. Jaarlijks ontvangt de Gemeente Utrecht een vergoeding van circa 1 miljoen euro voor de destijds aan NV Hydron afgegeven concessie. Vitens heeft de concessie ter discussie gesteld waarover partijen in onderhandeling zijn. De gemeente ontvangt een jaarlijkse dividenduitkering als aandeelhouder. GEM Vleuterweide Beheer BV Doel: Het ontwikkelen van de VINEX-locatie Vleuterweide ten behoeve van de realisatie van 6.000 woningen, voorzieningen, kantoren en bedrijfsbestemmingen als Beherend Vennoot van de GEM Vleuterweide CV. Betrokkenen: De Gemeente Utrecht, AMVEST Woningen A-BV, ASR Vastgoed Ontwikkeling NV, AM Wonen BV en Ballast Nedam Ontwikkelingsmij BV. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is voor 50% aandeelhouder van de GEM Vleuterweide Beheer BV. Financieel belang: Het financiële belang in de GEM Vleuterweide Beheer BV is bijna 0,01 miljoen euro. Ontwikkeling: Eind 2002 is gestart met de bouw van de eerste woningen. In de periode tussen 2003 en 2016 zullen 6.200 woningen worden opgeleverd, 5.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) kantoren, een winkelcentrum van 13.500 m² bvo, een bedrijventerrein van 58.300 m² en circa 67.000 m² bvo niet-commerciële voorzieningen (scholen, zorgvoorzieningen, kinderdagverblijven).
259
GEM Vleuterweide CV Doel: Het verkrijgen van de voor de ontwikkeling van de VINEX-locatie Vleuterweide benodigde gronden, het bouw- en woonrijpmaken van de gronden en het vervreemden van de bouwrijp gemaakte kavels ten behoeve van de realisatie van 6.000 woningen en voorzieningen. Betrokkenen: De Vleuten-De Meern Zelfstandig BV als Commandiet Gemeente, Terra Landelijke Eigendommen BV als Commandiet Amvest, Woodpecker Investments BV als Commandiet Fortis/Amev, Amstelland deelnemingen Grondbedrijf BV als Commandiet AM Wonen BV, Ballast Nedam Vleuterweide BV als Commandiet Ballast Nedam Ontwikkelingsmij BV, GEM Vleuterweide Beheer BV. Bestuurlijk belang: De gemeente Utrecht is voor 48% eigenaar van het kapitaal in de GEM Vleuterweide CV. Financieel belang: Het financieel belang van de gemeente in de GEM Vleuterweide CV is 1,743 miljoen euro. Ontwikkeling: Eind 2002 is gestart met de bouw van de eerste woningen. In de periode tussen 2003 en 2016 zullen 6.200 woningen worden opgeleverd, 5.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) kantoren, een winkelcentrum van 13.500 m² bvo, een bedrijventerrein van 58.300 m² en circa 67.000 m² bvo niet-commerciële voorzieningen (scholen, zorgvoorzieningen, kinderdagverblijven). UW-Holding BV Doel: De uitvoering van de taken op het gebied van gesubsidieerde arbeid (waaronder sociale werkvoorziening). Betrokkenen: De Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is voor 100% aandeelhouder van de vennootschap en draagt één lid van de Raad van Commissarissen voor. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor een bedrag van 3,9 miljoen euro aan diverse geldleningen en/of garanties verstrekt. Ontwikkeling: Ondanks dat de Wet Werken naar Vermogen niet door is gegaan, zijn bezuinigingen binnen het Wswbedrijf hiermee niet van de baan. Ook in de plannen voor de participatiewet is een bezuiniging op de Wsw voorzien. De voorwaarden om tot herstructurering te komen zijn gewijzigd waardoor het oorspronkelijke herstructureringsplan herzien dient te worden. Deze herziening wordt momenteel door UW uitgewerkt. Aanvullend wordt door de gemeente een kadernotitie opgesteld. Coöperatie Wigo4it U.A. Doel: De behartiging van de stoffelijke belangen van de deelnemende gemeenten opdat de dienstverlening aan burgers op het brede werkgebied van de diensten werk, inkomen, zorg en inburgering van de deelnemende gemeenten, evenals de daartoe noodzakelijke handhaving, continue kan verbeteren en de effectiviteit en doelmatigheid kan worden vergroot. Betrokkenen: Gemeente Amsterdam, Gemeente Den Haag, Gemeente Rotterdam en Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: De wethouder Werk en Inkomen vertegenwoordigt de Gemeente Utrecht in de ledenvergadering en het afdelingshoofd Werk en Inkomen is bestuurslid. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft een entreegeld gestort van 0,025 miljoen euro. Bij uittreding uit de coöperatie kan de Gemeente Utrecht onder bepaalde voorwaarden worden verplicht een vergoeding te betalen. Ontwikkeling: In 2011 is besloten om Wigo4it om te vormen naar een regie organisatie. In 2012 is deze ingericht en voorbereid door een kwartiermaker. Klant- en medewerkerstevredenheid blijven een speerpunt voor Wigo4it. Het beleid is dan ook gericht op het borgen en verbeteren van processen en dienstverlening. CV Wijkontwikkelingsmaatschappij Noord West BV Wijkontwikkelingsmaatschappij Noord West Doel: Het bevorderen van de stedelijke herstructurering in de wijk Noordwest in de Gemeente Utrecht met het oog op verbetering van de leefbaarheid en de sociaaleconomische ontwikkeling in die wijk, evenals het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, ontwikkelen, beheren, verbeteren, exploiteren en verhuren van onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen en ten slotte al wat met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Het speerpunt van de WOM is gericht op verbeteren van de sociaaleconomische ontwikkeling van de Amsterdamsestraatweg. Betrokkenen: Mitros en Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: De wethouder Economische Zaken. Verbeteren economische ontwikkeling in de wijk en meer specifiek de Amsterdamsestraatweg. In de Raad van commissarissen hebben Mitros en de Gemeente Utrecht elk één stem. Financieel belang: Mitros en de Gemeente Utrecht hebben elk 1,566 miljoen euro bijgedragen aan het eigen vermogen van de CV. Mitros en de Gemeente Utrecht hebben elk 0,009 miljoen euro bijgedragen aan het eigen vermogen van de BV. 260
Ontwikkeling: De WOM verzorgt het onderhoud en int de huren. In 2013 zullen panden worden verworven die bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van de WOM. Stichting EYOF 2013 (Stichting Europees Youth Olympisch Festival) Doel: a. Het fungeren als organisatiecomité zoals genoemd in het door de Gemeente Utrecht en NOC*NSF ondertekende 'Host City Contract for the 12th Summer European Youth Olympisch Festival'. b. Het voorbereiden en (doen) organiseren van het Europees Jeugd Olympisch Festival in 2013. c. Het verwerven van de noodzakelijke geldmiddelen ten behoeve van het voorbereiden en uitvoeren van het Europees Jeugd Olympisch Festival 2013 in Utrecht, een en ander in samenspraak met het NOC*NSF, de provincie Utrecht en de Gemeente Utrecht. Betrokkenen: Gemeente Utrecht, NOC*NSF en Provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De wethouder Sport vertegenwoordigt de Gemeente Utrecht in het bestuur van de Stichting EYOF 2013 Utrecht (voorzitter) en de directeur van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (bestuurslid). Financieel belang: De bijdrage voor dit evenement van de Gemeente Utrecht bedraagt gedurende de periode 2011 2013 1 miljoen euro en 0,5 miljoen euro in de vorm van personeel en huisvesting. De Gemeente Utrecht staat onder voorwaarden garant voor een eventueel tekort van 0,5 miljoen euro. Ontwikkeling: De stichting is opgericht op 12 augustus 2010 en de voorbereidende werkzaamheden zijn in de laatste fase. Wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok BV Doel: beoogt de economische structuur en leefbaarheid van de wijk Lombok te versterken. Door middel van het aankopen, opknappen en verhuren van panden aan geschikte ondernemers in de juiste branches wordt dit gerealiseerd. Betrokkenen: Naast de Gemeente Utrecht zijn betrokken als aandeelhouders SSH Utrecht, Rabobank Utrecht en omstreken, Stichting Mitros, aannemingsbedrijf R.Middelkoop BV, E. van Rossum Beheer Utrecht BV. Bestuurlijk belang: De wethouder Economische Zaken is namens de Gemeente Utrecht de grootaandeelhouder in de vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: De Gemeente Utrecht bezit 95% van de aandelen. Deze zijn destijds verkregen door inzet van Europese subsidie Ontwikkeling: Het beschikbare kapitaal van de WOM is besteed aan de aankoop van panden. Om verdere aankoop van panden en daarmee verdere realisatie van de doelstellingen mogelijk te maken is enkele jaren geleden besloten om op basis van het eigen vermogen ook vreemd aan te trekken. Hierdoor is het vreemd vermogen toegenomen. In het collegeprogramma is de opheffing van de WOM en verkoop van de panden opgenomen. Thans wordt dit bezien in de totale opgave van het afstoten van gemeentelijk vastgoed, zodat de WOM mogelijk behouden kan blijven. NV Wonen Boven Winkels in Utrecht Doel: Het realiseren van woningen en wooneenheden door het herontwikkelen van lege verdiepingen boven winkels (c.q. boven andere functies op de begane grond) in de binnenstad van Utrecht. Betrokkenen: De gemeente is aandeelhouder van de NV Wonen Boven Winkels en is inhoudelijk betrokken bij de werkzaamheden van de NV Wonen boven winkels. Er zijn drie aandeelhouders: woningcorporatie Bo-Ex, NV Stadsherstel Utrecht en de Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: Het realiseren van het gemeentelijk beleid / de gemeentelijke doelstelling voor Wonen boven winkels; het intensiveren van de woonfunctie met als nevendoelen het verbeteren van verblijfsklimaat (vooral ook in de avonduren), de sociale veiligheid in het (kern)winkelgebied en de ruimtelijke kwaliteit. Financieel belang: De gemeente heeft bij de oprichting van de NV 0,025 miljoen euro in de NV gestort. De NV heeft geen winstoogmerk, feitelijk is het gestorte aandelenkapitaal het exploitatiebudget van de NV voor vaste kosten en de uitvoering van de werkzaamheden. Het eigen vermogen per 31-12-2012 bedraagt 0,017 miljoen euro. De deelnemers in de NV kunnen het eigen kapitaal aanvullen met extra stortingen. Voor wat betreft de gemeentelijke participatie is de verschuiving van eigen inzet van middelen naar een bijdrage in de exploitatie van de NV en in die zin budgettair neutraal. Subsidies voor de realisering van wooneenheden worden door StadsOntwikkeling verstrekt aan eigenaren van herontwikkelde panden. Ontwikkeling: De NV adviseert en faciliteert eigenaren van panden over c.q. bij het ontwikkelen van plannen voor woningen. De NV heeft als doelstelling 20 wooneenheden per jaar, maar is daarbij afhankelijk van de investeringen van de eigenaren van panden. In 2012 zijn mede door de inzet van de NV 17 wooneenheden gerealiseerd. In 2013 wordt de NV omgezet in een stichting.
261
NV Maatschappij tot Stadsherstel Utrecht Doel: De doelstelling van de NV is het restaureren en exploiteren van monumentale panden en complexen in de Gemeente Utrecht. Betrokkenen: Er zijn vele (particuliere) aandeelhouders. De Gemeente Utrecht is een van de grotere aandeelhouders. Bestuurlijk belang: De instandhouding van (beschermde) monumenten is van belang voor Utrecht als grote monumentenstad. De NV richt zich met haar doelstelling vooral op de minder courante objecten die voor commerciële partijen minder interessant zijn. De NV bezit naast een aantal individuele panden complexen als de Zeven Steegjes, het Doelenhuiscomplex, de voormalige brandweerpanden en het complex van molen De Ster. Financieel belang: De Gemeente Utrecht bezit voor 0,9 miljoen euro aan aandelen in de NV. Het gegarandeerde dividend bedraagt 5% per jaar. Dit dividend wordt gebruikt voor de rentekosten van het ten laste van het leningsfonds ingebrachte aandelenkapitaal. Het eigen vermogen van de NV per 31-12-2011 bedraagt 9,02 miljoen euro. Ontwikkeling: De NV heeft in 2012 geen nieuwe projecten uitgevoerd.
262
2.6 Grondbeleid Doel van het grondbeleid Het krachtenveld dat invloed uitoefent op de ontwikkeling van de stad wordt steeds complexer. Bestaande en toekomstige bewoners willen meer inspraak en ondernemers willen actiever betrokken worden. En natuurlijk hebben ontwikkelaars, beleggers en corporaties hun inbreng. Deze ingewikkelde mix van visies, belangen en competenties vraagt om een goede regisseur van het ontwikkelproces. De gemeente wil haar sturing versterken, door vanuit een regierol partijen samen te brengen en meer aandacht te geven aan bijzondere ambities die externe partijen niet zelf oppakken. Deze gewenste rol vraagt in combinatie met een aanzienlijke ambitie m.b.t. de voorgenomen bouwopgave in een (markttechnisch) veranderende omgeving om een herijking van het Grondbeleid. De complexiteit en omvang van de opgave vragen om een lokale overheid die zowel regisserend als uitvoerend kan handelen. Op locatieniveau wordt een afweging gemaakt t.a.v. het in te zetten grondbeleid. Situationele omstandigheden bepalen mede deze keuze. In 2012 is de nieuwe Nota Grondbeleid 'Regie op goede gronden' in de gemeenteraad vastgesteld. De algemene beleidslijn in deze nota is: Regie voeren door te faciliteren waar het kan en te acteren waar het moet. De basis houding van de gemeente Utrecht in het grondbeleid is daarbij: Doe er alles aan om, in een regisserende of faciliterende rol, partijen te laten investeren, geeft ook ruimte aan
• tijdelijke ontwikkelingen. • Investeer als gemeente actief, daar waar het echt nodig is om voor de stad essentiële ontwikkelingen op gang te brengen. Fasering is daarbij wel van belang, een gespreide ontwikkeling is goed voor de stad en goed voor het
geld. De inzet van de vormen van grondbeleid en grondbeleidsinstrumenten is gericht op het binnen de gestelde doelen van ruimtelijke ordening en beleidssectoren realiseren van de gewenste verandering van het grondgebruik voor verschillende functies: met de gewenste (ruimtelijke) kwaliteit en kwantiteit van het grondgebruik (stedenbouwkundig programma);
• • tegen een verantwoorde kosten-kwaliteitverhouding van het grondgebruik; • op de gewenste tijd en plaats; • op een efficiënte wijze; • met een financieel-economisch rendement.
De gemeente Utrecht kiest waar mogelijk voor een faciliterende rol en het sluiten van anterieure overeenkomsten om de gewenste regie te kunnen voeren. Dit sluit niet uit dat de gemeente in bepaalde situaties en op specifieke locaties kan overgaan tot het voeren van actief grondbeleid. In de Nota Grondbeleid worden de doelstellingen en uitgangspunten beschreven die de gemeente Utrecht hanteert wanneer gekozen wordt voor een actief grondbeleid. Instrumenten grondbeleid Instrumenten van dit actief grondbeleid zijn, naast vrijwillige verwerving, onder meer voorkeursrecht, onteigening, kostenverhaal en erfpacht. Verwerven (strategisch en anticiperend). Een onderdeel van het actief grondbeleid is het strategisch aankopen van vastgoed. De gemeente gaat dan in een vroegtijdig stadium en anticiperend op nog formeel vast te stellen doelen, vastgoed aankopen. Hiermee wordt het mogelijk vastgoed in eigendom te krijgen op basis van de huidige bestemming en zonder waardestijging als gevolg van het bekend zijn van gemeentelijke ontwikkelingsplannen voor een bepaald gebied. Het doel van strategisch aankopen is om de uitvoering van gemeentelijke plannen op ruimtelijk gebied tijdig en financieel verantwoord mogelijk te maken.
263
De strategische aankopen mogen plaatsvinden onder de volgende randvoorwaarden: iedere aankoop moet aantoonbaar bedrijfseconomisch verantwoord zijn;
• • het vastgoed moet nodig zijn voor de uitvoering van nog door de gemeenteraad vast te stellen beleid of er moet sprake zijn van een unieke aankoopkans.
Indien blijkt dat een strategisch verworven onroerend goed toch niet ingezet kan worden, wordt het teruggeplaatst in de markt. Eventuele negatieve saldi worden afgedekt door een binnen de reserve grondexploitatie opgenomen reservering voor strategische verwervingen van 3 miljoen euro. In 2012 zijn er geen strategische aankopen gedaan. Wet voorkeursrechten gemeenten De Wet voorkeursrechten gemeenten verplicht grondeigenaren in stadsvernieuwingsgebied en op uitbreidingslocaties die hun grond willen verkopen, deze eerst aan de gemeente te koop aan te bieden, althans wanneer de gemeente een voorkeursrecht heeft gevestigd. De gemeente Utrecht heeft dit instrument in 2012 niet ingezet voor nieuwe locaties. In Kern de Meern, Zijdebalen, Dichterswijk West, As Kanaleneiland en Leidsche Rijn is deze nog van kracht. Onteigeningswet Deze wet biedt de gemeente de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden eigenaren van grond (met opstal) te onteigenen, onder betaling van een schadeloosstelling. Voordat tot onteigening kan worden overgegaan moet eerst langs minnelijke weg getracht worden de grond (met opstal) te verwerven. De onteigeningsprocedure kent een administratieve fase, leidend tot een Koninklijk Besluit op de onteigening, en een gerechtelijke fase. Pas in de gerechtelijke fase wordt na het vonnis van de rechtbank (en met overige stappen) door inschrijving in het Kadaster de eigendom van de grond door de gemeente verkregen. Onteigeningsprocedures worden door de gemeente Utrecht gestart op basis van een bestemmingsplan of een bouwplan ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling en de volkshuisvesting. Tevens vindt onteigening ook plaats uitsluitend voor de aanleg van wegen en bruggen etcetera. Als voorwaarden voor een onteigening geldt dat er steeds aantoonbaar sprake moet zijn van een publiek belang en van een noodzaak en urgentie tot onteigening. Een onteigeningsprocedure kent een lange doorlooptijd. In 2012 waren voor de volgende projecten procedures aan de orde: Dichterswijk West, diverse HOV tracé delen en diverse percelen binnen het plangebied Leidsche Rijn. Kostenverhaal Met het invoeren van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1-7-2008 heeft de wetgever een wettelijke basis gecreëerd voor het verhalen van kosten van voorzieningen van openbaar nut. Als de gemeente in een aangewezen gebied voorzieningen van openbaar nut aanlegt, zoals wegen, bruggen, tunnels, stations, riolering, verlichting en plantsoenen, kunnen de kosten daarvan op de grondeigenaren verhaald worden. De kosten worden dan per m2 uitgeefbare grond doorberekend. Nieuwe zuivere kostenverhaalovereenkomsten zijn in 2012 niet afgesloten. Daar waar particulieren profiteren van dergelijke door de gemeente aangelegde en betaalde voorzieningen zullen deze verhaald worden. Met de grondeigenaar wordt hiertoe een exploitatieovereenkomst afgesloten. In 2012 zijn geen exploitatieovereenkomsten gesloten, wel zijn voor meerdere particulieren ontwikkelingen overeenkomsten afgesloten waarbij de (particuliere) initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het betalen van de gemeentelijke plankosten. Erfpacht De gemeente geeft in principe haar gronden uit in erfpacht, dat wil zeggen dat het volledig gebruik (vol genot) van een onroerend goed, tegen een vergoeding aan de erfpachter ten goede komt. Dit kan betreffen een jaarlijks te betalen vergoeding (de canon), of een eenmalige vergoeding (de afkoopsom). Door een wijziging van het gebruik of de bestemming van de grond, bijvoorbeeld door sloop, of uitbreiding van gebouwen en nieuwbouw, kan een waardestijging van de grond ontstaan. Deze waardestijging, de zogenaamde meerwaarde, dient op basis van de erfpachtovereenkomst aan de gemeente (de erfverpachter) afgedragen te worden.
264
Deze wijze van benadering van het erfpacht, namelijk het in rekening brengen van de meerwaarde bij herontwikkeling c.q. bestemmingswijziging, maakt dat de erfpacht onderdeel is van het actieve grondbeleid van de gemeente. In 2012 heeft er een omvangrijke conversie plaatsgevonden voor de in erfpacht uitgegeven gronden aan Portaal. Alle tijdelijke erfpachtcontracten en erfpachtcontracten met een periodiek te herziene canon zijn omgezet naar erfpachtcontacten met een eeuwigdurend afgekocht canon. Grondprijzenbrief De Grondprijzenbrief wordt jaarlijks opgesteld. Deze grondprijzenbrief moet worden gezien als een intern te hanteren richtlijn voor ontwikkelingen op het gebied van vastgoed. In de grondprijzenbrief zijn de te hanteren (bandbreedtes) in grondprijzen voor de te onderscheiden marktsegmenten voor het jaar 2012 vastgesteld. De grondprijzen en normen zijn gebaseerd op trends, ervaringen en ontwikkelingen in de betreffende vastgoedmarkten. In het eerste kwartaal 2013 zal een nieuwe grondprijzenbrief bestuurlijk worden geagendeerd. Reserve en voorziening grondexploitaties Reserve grondexploitaties De reserve grondexploitatie is de bestemmingsreserve ten behoeve van het opvangen van niet begrote financiële tegenvallers in binnenstedelijke grondexploitatieprojecten en ten behoeve van het afdekken van financiële risico's bij het nemen van initiatieven in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De totale omvang van de reserve grondexploitatie per 31 december 2012 bedraagt 14,9 miljoen euro. Een gedetailleerd overzicht van risico's en de relatie met de reserve grondexploitatie zijn in het MPG 2012 opgenomen. Daaruit blijkt dat de huidige reserve niet in alle jaren van het gepresenteerde verloop voldoende is voor het opvangen van de geïnventariseerde risico's. Bij het MPG 2013 zal, na actualisatie van alle lopende grondexploitatieprojecten, gerapporteerd worden over het actuele inzicht t.a.v. het verloop van de reserve grondexploitatie. Voor de risico's samenhangend met de grondexploitaties Leidsche Rijn en Stationsgebied is bij de bepaling van het gemeentebrede weerstandsvermogen rekening gehouden met het actuele risicoprofiel. De toelichting op de omvang en berekening van het weerstandsvermogen is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Voorziening grondexploitaties Algemeen Bij projecten met een negatieve grondexploitatie dient er conform artikel 44 lid 1 BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) voor het saldo een voorziening te worden gevormd. StadsOntwikkeling (SO) De voorziening voor binnenstedelijke grondexploitaties wordt gevormd vanuit de reserve grondexploitatie. Per 1 januari 2013 is de stand van deze voorziening in totaal 35,9 miljoen euro. Naast de voorziening voor negatieve grondexploitaties is er ook een Reserve Grondexploitaties. Deze Reserve is bedoeld om de risico's in de lopende binnenstedelijke grondexploitaties op te kunnen vangen. In 2012 was de Reserve van voldoende omvang om dit ook te kunnen doen. Bij het MPG 2013 zal ingegaan worden op het actuele beeld. In 2012 zijn de afzet mogelijkheden van nieuw gerealiseerde woningen verder afgenomen. Ook t.a.v. andere programma onderdelen is er sprake van moeilijke afzetmarkt. Dit zal gevolgen hebben voor de fasering en/of het programma binnen lopende exploitaties. Aan de andere kant zijn er aanbestedingsvoordelen mogelijk op de realisatie van openbaar gebied. Naar verwachting zijn de financiële gevolgen voor de binnenstedelijke grondexploitaties op te vangen binnen de daarvoor gereserveerde budgetten en voorzieningen. Projectbureau Leidsche Rijn Utrecht In 2012 is verder invulling gegeven aan de optimalisatietaakstelling ter verbetering van het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn. Naast het effectueren van een aantal maatregelen met een positief effect doen er zich echter ook een aantal risico's voor met een negatief effect. Een van de belangrijkste financiële effecten hangt samen met de verder gewijzigde inzichten ten aanzien van de fasering. Vooral de woningbouwfasering en de kantoorfasering behoeven bijzondere aandacht. Bij de Bestuursrapportage Leidsche Rijn zal ingegaan worden op de actuele ontwikkelingen ten aanzien van het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn.
265
Project Organisatie Stationsgebied In de bestuursrapportage 2012 heeft de POS een grondexploitatie gepresenteerd met een geprognosticeerd tekort van 37,7 miljoen euro. Om te kunnen blijven voldoen aan een sluitende grondexploitatie is bij de Voorjaarsnota het besluit genomen om – mede gelet op de prioriteiten van de nieuwe ruimtelijke strategie – het tekort op de grondexploitatie Stationsgebied op te lossen door hiervoor 37,7 miljoen euro van de binnen het fysiek domein vrijgespeelde financiële ruimte in te zetten. Bij het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen van het project is rekening gehouden met de risico's verbonden aan het project. Het benodigd weerstandsvermogen bedraagt circa 30,9 miljoen euro (peildatum 31 december 2012). Een nadere toelichting op deze risico's is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Bij de Bestuursrapportage Stationsgebied zal ingegaan worden op de actuele ontwikkelingen ten aanzien van. het saldo van de grondexploitatie Stationsgebied.
266
2.7 Lokale heffingen Deze paragraaf bevat onze verantwoording over de lokale heffingen in 2012. Uitgangspunt voor onze voornemens was de 'nota lokale heffingen 2010-2014', welke door de gemeenteraad is vastgesteld. In deze nota wordt uitgebreid ingegaan op de wettelijke kaders rond de verschillende heffingen en de beleidslijnen waarvoor in Utrecht gekozen is. Lokale heffingen bestaan uit belastingen en retributies. Verderop in deze paragraaf worden de ontwikkelingen met betrekking tot de lokale heffingen en de lokale lastendruk weergegeven. Daarnaast wordt ingegaan op het kwijtscheldingsbeleid van de Gemeente Utrecht. Meer detailinformatie over de hoogte van de tarieven en de gerealiseerde inkomsten in 2012 is opgenomen in de bijlage 'lokale heffingen'.
2.7.1 Belastingen De Gemeente Utrecht heeft op dit moment vijf belastingen: de onroerende-zaakbelastingen;
• • de hondenbelasting; • de toeristenbelasting; • de precariobelasting; en • de parkeerbelastingen.
Kenmerkend aan belastingen is dat er geen direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden: de burger draagt bij aan de algemene kas van de gemeente, waaruit een gedeelte van de uitgaven worden betaald. Hieronder geven wij per belasting aan wat de tarieven waren in 2012 en welke belastingopbrengst daarmee is gerealiseerd. Onroerende-zaakbelastingen (ozb) De onroerende-zaakbelastingen zijn belastingen die worden geheven over binnen de gemeentegrenzen gelegen onroerende zaken (op basis van de Woz-waarde). In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2012 weergegeven. Onroerende-zaakbelastingen
2012
Tarieven (percentage van de Woz-waarde) Eigendom woningen
0,0947%
Gebruik niet-woningen
0,2007%
Eigendom niet-woningen
0,2485%
Opbrengst (na kwijtschelding) nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
69.710 77.320 80.184
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. De ozb-tarieven voor de niet-woningen wijkt af van de tarieven zoals ze in de Programmabegroting 2012 zijn opgenomen (respectievelijk 0,1782 en 0,2210%), dit is het gevolg van de invoering van het Ondernemersfonds. Toelichting op verschillen opbrengst ozb Het verschil tussen de actuele en nominale begroting is het gevolg van de instelling van het Ondernemersfonds en de doorwerking van structurele meeropbrengst onroerende-zaakbelastingen uit het voorgaande jaar. Het voordeel van de realisatie ten opzichte van de actuele begroting is het gevolg van extra volume en waarde-ontwikkeling bij nietwoningen. De begroting 2013 is overigens al met een bedrag van 2,5 miljoen euro verhoogd in verband met doorwerking structurele meeropbrengst onroerende-zaakbelastingen uit voorgaande jaren. 267
Algemene toelichting De heffing van de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingjaar 2012 heeft zonder noemenswaardige problemen plaatsgevonden. De heffing was gebaseerd op de Woz-waarde van de onroerende zaken per 1 januari 2011. Vanaf 2008 staan de huizenprijzen in Nederland onder druk en is er –in zijn algemeenheid- sprake van een daling van de waarden. In de regio en stad Utrecht dalen de huizenprijzen minder hard dan het landelijke gemiddelde. In 2012 is het aantal bezwaren dat door no-cure-no-pay bedrijven wordt ingediend stevig toegenomen. In 2012 zijn er relatief gezien behoorlijk meer Woz-bezwaren dan in 2011 en voorgaande jaren ingediend. In 2012 is er door het Gerechtshof 's Gravenhage in de verwijzingszaak over de Woz-waarde van een grote belastingplichtige een voor de Gemeente Utrecht gunstige uitspraak gedaan. De belastingplichtige is tegen deze uitspraak niet opnieuw in cassatie gegaan bij de Hoge Raad der Nederlanden waardoor het financiële risico over diverse oude belastingjaren kon worden afgesloten en afgeboekt. Samen met de afwikkeling van een voor de Gemeente Utrecht gunstige uitspraak betreffende een andere grote belastingplichtige komen de voordelen hiervan in de jaarrekening 2012 tot uitdrukking. Hondenbelasting De hondenbelasting is een belasting die wordt geheven van de houder van één of meer honden. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2012 weergegeven. Hondenbelasting
2012
Tarieven Per hond Per kennel
63,12 190,08
Opbrengst (na kwijtschelding) nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
488 488 509
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Het bestand honden ten behoeve van de heffing van deze belasting laat een geringe groei zien tengevolge van continue en consistente controle (zie het Handhavingsverslag 2012) en groei van het aantal hondenbezitters. Algemene toelichting De heffing van de hondenbelasting is zonder problemen verlopen. Om het bestand actueel te houden wordt er elk jaar een uitgebreide controle gehouden. Deze controle vindt elk jaar in een ander deel van de stad plaats, waardoor na verloop van tijd de hele stad is gecontroleerd. In 2012 werden 22.500 adressen gecontroleerd. Door de periodieke controle kan het bestand met nieuwe honden aangevuld worden. De aanwas van nieuwe honden was afgelopen jaar groter dan het aantal dat door overlijden of anderszins verdwijnt uit het bestand. Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf door personen in Utrecht die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie staan ingeschreven wordt de toeristenbelasting geheven. De helft van de opbrengsten wordt jaarlijks ingezet voor toeristische stadspromotie. In Utrecht wordt de toeristenbelasting geheven naar een vast percentage van de overnachtingsprijs (5%).
268
In onderstaande tabel is de opbrengst van de toeristenbelasting opgenomen. Toeristenbelasting
2012
Tarieven Percentage overnachtingsprijs
5%
Opbrengst nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
1.318 1.318 1.455
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De begroting 2012 bij deze belasting is nog een conservatieve raming, de werkelijke opbrengst 2012 ligt in de lijn van die van 2011. De begroting 2013 is overigens inmiddels naar het hogere niveau opgehoogd en hoeft dus niet meer bijgesteld te worden. Algemene toelichting De heffing van de toeristenbelasting in 2012 verliep zonder noemenswaardige problemen, het in de heffing betrekken van het groeiende aantal B&B-gelegenheden heeft sinds 2011 een (relatief) kleine volumeontwikkeling teweeg gebracht. Zie ook het Handhavingsverslag 2012. Precariobelasting De precariobelasting is een heffing voor het hebben van voorwerpen op in of boven gemeentegrond die voor de openbare dienst bestemd is. Ook terrassen vallen onder de precariobelasting. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2012 weergegeven. Precariobelasting
2012
Tarieven Voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond per m² per jaar (laagste en meest voorkomende tarief) Pomp voor meerdere soorten motorbrandstof per stuk per jaar
39,00 986,04
Opbrengst nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
471 471 540
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Het voordeel is ontstaan tengevolge van doorwerking van meeropbrengsten uit oude jaren in belastingjaar 2012, concreet gaat het vooral om een meeropbrengst terrassen in verband met volume. De begrote opbrengst 2013 is overigens al op het verhoogde niveau gebracht. Algemene toelichting De heffing van de Precariobelasting 2012 heeft geen noemenswaardige problemen met zich meegebracht. De basisopbrengst Precariobelasting is al jaren stabiel met vanaf 2009 een hogere opbrengst tengevolge van extra terrasvolume. Ook in 2012 is het terrasvolume groter geworden. De Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen heeft een eigen buitendienstcontroleur die onder meer controleert op de aanwezigheid van voorwerpen op of boven gemeentegrond. Deze controles vinden regelmatig door het jaar plaats. Hiermee wordt het bestand van belastbare objecten zo goed mogelijk actueel gehouden. Daarnaast worden ook andere bronnen bijgehouden, zoals de afgegeven vergunningen. Ook dit draagt belangrijk bij aan een actueel en zo volledig mogelijk bestand. 269
Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. Ze kunnen worden geheven om het parkeergedrag van burgers te beïnvloeden. Ons college van B en W werkt aan een bereikbare en schone stad. De parkeerbelastingen dragen aan deze doelstellingen bij. In onderstaande tabel zijn enkele belangrijke parkeertarieven en de opbrengst voor 2012 weergegeven. Parkeerbelastingen Tarieven Kortparkeren gebied 1
• • Kortparkeren gebied 2 • Kortparkeren gebied 3 Tarieven bezoekers Bezoekersparkeren gebied 1
• • Bezoekersparkeren gebied 2 • Bezoekersparkeren gebied 3 Opbrengst nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
2012
4,26 2,60 2,33
2,13 1,30 1,16
23.943 25.123 23.200
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De opbrengsten vergunningen zijn 4% lager dan begroot en bedragen 3,808 miljoen euro. De belasting opbrengst straatparkeren bedraagt 14,468 miljoen euro en is daarmee 1,3% meer dan begroot. De opbrengst opgelegde naheffingen bedraagt 2,332 miljoen euro, begroot was een bate van 4,111 miljoen euro. Dit verschil wordt veroorzaakt door de hoge betalingbereidheid, waardoor het aantal niet-betalers terugloopt en de kans op naheffingen afneemt. De opbrengsten garages is de begroting 2,592 miljoen euro. Algemene toelichting De invordering van de parkeerbelastingen bij houders van buitenlandse kentekens blijft problematisch. Dit is een landelijk bekend probleem. De afdeling Gemeentebelastingen heeft een contract met een extern invorderingsbureau voor de invordering van parkeerbelastingen bij de kentekenhouders in België, Duitsland en Polen, dit resulteert net als vorig jaar echter slechts voor een klein deel in ontvangsten.
3.7.2 Bestemmingsbelastingen De Gemeente Utrecht kent drie soorten bestemmingsbelastingen: de afvalstoffenheffing;
• • de rioolheffingen; • de BIZ-heffingen. Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt in rekening gebracht voor de verwijdering van huishoudelijk afval. De kosten van verwijdering van bedrijfsafval wordt niet via de afvalstoffenheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten in rekening gebracht. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2012 weergegeven.
270
Afvalstoffenheffing
2012
Tarieven Per éénpersoonshuishouden
234,00
Per meerpersoonshuishouden
269,88
Opbrengst (na kwijtschelding) nominale begroting
28.758
• • actuele begroting • realisatie
27.842 30.546
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. De opbrengst volgens de actuele begroting is lager dan die volgens de nominale begroting, dat is het gevolg van de gewenningscompensatie voor de meerpersoonshuishoudens. Het nadelige verschil wordt goedgemaakt door een onttrekking aan de egalisatiereserve afval inzamelen. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De meeropbrengst is het gevolg van een aantal oorzaken, de belangrijkste is dat de opbrengst van kamerverhuurpanden in de (publiekrechtelijke) opbrengst van de DBG is betrokken (voorheen privaatrechtelijke heffing door SW uitgevoerd). De begroting 2012 is daar gezien onduidelijkheid over de hoogte van het bedrag niet op aangepast. Daarnaast betreft het voordeel vooral doorwerking van extra objecten uit voorgaande jaren. Algemene toelichting De heffing van de afvalstoffenheffing 2012 leverde weinig problemen op. Met ingang van 1 januari 2012 wordt de afvalstoffenheffing bij kamerbewoning van de eigenaar/exploitant geheven. In 2012 is ook de tariefsdifferentiatie tussen éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens doorgevoerd. De kwijtschelding in Utrecht betreft vooral de afvalstoffenheffing, omdat dit de enige 'gebruikersheffing' voor de huishoudens is. Met ingang van 2012 is ook kwijtschelding mogelijk voor kleine ondernemers. In de praktijk gaat het ook bij deze groep vooral om de afvalstoffenheffing. In totaal hebben ongeveer zeventig kleine ondernemers automatisch kwijtschelding gekregen. Voor een groep van ongeveer honderd ondernemers geldt dat hun aanvraag beoordeeld wordt medio 2013 wanneer de definitieve aangifte Inkomstenbelasting bekend is. Het aantal kwijtscheldingsverzoeken en het aantal toegekende kwijtscheldingen afvalstoffenheffing neemt toe ten opzichte van 2011 en voorgaande jaren. Rioolheffingen De rioolheffingen worden geheven voor het gebruik van of een aansluiting op de gemeentelijke riolering. Eigenaren van panden die op het gemeentelijke rioleringsstelsel zijn aangesloten, ontvangen elk jaar een aanslag rioolaansluitrecht naar een vast bedrag. Gebruikers van panden die op de gemeentelijk riolering zijn aangesloten en meer dan 250 kubieke meter water per jaar lozen op het stelsel, ontvangen een aanslag rioolafvoerrecht. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2012 weergegeven. Rioolheffingen
2012
Tarieven Eigenaar
220,22
Grootverbruik: 251 tot 50.000 m3
• • 50.001 tot 100.000 m • 100.001 tot 150.000 m • meer dan 150.000 m 3
3
3
Opbrengst (na kwijtschelding) nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
1,73 1,66 1,53 1,40
34.670 34.670 35.509
Tarieven in hele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. 271
Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Het voordeel is vooral het gevolg van doorwerking van extra objecten uit de heffing in 2010 en 2011. Algemene toelichting De heffing en invordering van rioolheffingen verloopt in Utrecht al jaren zonder noemenswaardige problemen. De heffingssystematiek die ook de Gemeente Utrecht hanteert is inmiddels in verschillende jurisprudentie bekrachtigd. Het is daarmee een systeem dat weinig juridische risico's kent en bovendien efficiënt is in de uitvoering. BedrijvenInvesteringsZones (BIZ) Met ingang van 1 januari 2010 is de BIZ (BedrijvenInvesteringsZone, experimentenwet van 19 maart 2009, Staatsblad 2009/165) in Utrecht ingevoerd. Een BIZ geldt in principe voor een periode van ten hoogste vijf jaar. De BIZ-opbrengst komt de betrokken ondernemers ten goede. Ze investeren hiermee in een aantrekkelijker en veiliger bedrijfsomgeving. In onderstaande tabel zijn de tarieven en opbrengsten voor 2012 weergegeven. BIZ-heffingen
2012
Tarief Rijnsweerd: gebruik niet-woningen Woonboulevard: gebruik niet-woningen
In 2012 vervallen Diverse vaste bedragen per (Woz-)waardecategorie
Opbrengst (netto) nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie (netto)
334 334 133
Opbrengsten in duizenden euro’s. In 2012 is de BIZ Rijnsweerd vervallen, de formele besluitvorming hierover had echter ten tijde van het laatste begrotingswijzigingsmoment 2012 niet plaatsgevonden, daarom is de actueel begrote opbrengst nog inclusief de opbrengst van de BIZ Rijnsweerd. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Er is een beperkt nadeel ontstaan bij de opbrengst van de BIZ-Woonboulevard. Algemene toelichting Met ingang van 2012 is in Utrecht het ondernemersfonds ingevoerd. Voor de ondernemers op Rijnsweerd is dat een belangrijke reden geweest om de verordening voor hun gebied in te laten trekken. In de loop van 2012 is bekend geworden dat de bijdrage en de subsidie al voor dat jaar niet meer aan de orde waren. Met ingang van 1 januari 2012 kent Utrecht hierdoor alleen nog de BIZ Woonboulevard.
2.7.3 Retributies De Gemeente Utrecht kent vijf soorten retributies: de leges;
• • de marktgelden; • de brandweerrechten; • de brug- en havengelden en • de begraafplaatsrechten.
Kenmerkend aan retributies is dat er een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden retributies zijn vergoedingen die de gemeente vraagt voor verleende diensten of het gebruik van voorzieningen. Retributies mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Hieronder geven wij voor de belangrijkste retributies (leges) aan wat de tarieven waren voor 2012 en welke opbrengst wij daarmee in 2012 hebben gerealiseerd. 272
Leges De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt, (gedeeltelijk) verhaald op de burger die de dienst afneemt. We gaan hierna in op de leges burgerzaken en de bouwleges. Leges burgerzaken
2012
Tarieven Afschrift GBA (laagste en meest voorkomende tarief)
11,00
Paspoort
48,70
Rijbewijs
50,10
Opbrengst nominale begroting
6.117
• • actuele begroting • realisatie
6.386 6.968
Tarieven in gehele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De meeropbrengst 2012 is vooral het gevolg van extra uitgegeven paspoorten (tengevolge van de afschaffing van de kinderbijschrijving) en extra uitgegeven rijbewijzen dan waarvan bij de begroting is uitgegaan. Leges Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
2012
Tarieven vergunningen (reclame, monumenten, verbruik et cetera) Leges bouwgerelateerde activiteiten: bouwactiviteiten
• • aanlegactiviteiten • sloopactiviteiten • overige activiteiten omgevingsvergunning Wabo
diverse 0,17% tot 2,26% van de aanneemsom 290,00 2% van de sloopkosten, minimum van 130,00 euro
Opbrengst nominale begroting
• • actuele begroting • realisatie
diverse
15.748 15.748 12.401
Tarieven in gehele euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie. Wegens de economische omstandigheden worden er minder vergunningen in het kader van de Wabo aangevraagd. De teruggang van de leges omzet valt nog enigszins mee (in vergelijking met de andere grote steden) wegens de grote plannen in het Stationsgebied en Leidsche Rijn. De tarieven zijn niet gewijzigd in 2012 ten opzichte van 2011.
2.7.4 Ontwikkelingen Ontwikkelingen in 2012 In 2012 waren er drie ontwikkelingen waar we op ingaan, deze zijn hieronder opgenomen. Belastingsamenwerking In 2012 zijn voorbereidingen getroffen voor de belastingsamenwerking tussen de Gemeente De Bilt, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de Gemeente Utrecht. Per 1 januari 2014 vindt de uitvoering van de lokale belastingtaken voor de drie partijen vanuit een nieuwe organisatie plaats. In 2013 wordt stapsgewijs hiernaar toe gewerkt.
273
No-cure-no-pay bedrijven De afgelopen jaren biedt een groeiende groep bedrijven aan burgers aan om voor hen in bezwaar te komen bij gemeenten. Burgers zijn daarvoor vaak geen vergoeding verschuldigd. De enige tegenprestatie vormt de proceskostenvergoeding die een gemeente verplicht is te vergoeden bij een gegrond bezwaar indien de bezwaarmaker zich heeft laten bijstaan in bezwaar, De bezwaarmaker spreekt met het no-cure-no-pay-kantoor af dat een eventuele kostenvergoeding ten goede komt aan dit kantoor. Het aantal bezwaarschriften dat door deze bedrijfjes wordt ingediend neemt de afgelopen jaren toe en bedroeg ook in 2012 meer dan in het jaar ervoor. Dit geldt niet alleen voor Utrecht, maar is een landelijk fenomeen. Onvermijdelijk nemen de kosten voor de gemeente als gevolg van proceskostenvergoeding toe. Lokale lastendruk In de Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten 2012 van het COELO komt de totale woonlast in Utrecht voor 2012 uit op 720 euro (meerpersoonshuishouden). De gemiddelde woonlast voor de grote gemeenten in 2012 is 659 euro. In 2011 stond Utrecht op de achtste plaats. In 2012 stond Utrecht op de zevende plaats. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de lokale lastendruk in 2012 voor burgers in de Gemeente Utrecht. Hierbij is alleen rekening gehouden met de woonlasten. Eventuele overige lasten zijn immers afhankelijk van de vraag hoeveel een individuele burger gebruik maakt van de diensten van de gemeente (zoals een bouwvergunning of een paspoort). Woonlasten burgers Waarde Woning
Belasting/retributies
Woonlasten burgers
2012 Eenpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden
234,00
269,88
Huurder Afvalstoffenheffing Totaal Eigenaar / gebruiker woning 100.000
150.000
300.000
500.000
Bedragen in hele euro’s 274
94,70
94,70
Afvalstoffenheffing
Onroerende-zaakbelasting
234,00
269,88
Rioolheffing
220,22
220,22
Totaal
548,92
584,80
Onroerende-zaakbelasting
142,05
142,05
Afvalstoffenheffing
234,00
269,88
Rioolheffing
220,22
220,22
Totaal
596,27
632,15
Onroerende-zaakbelasting
284,10
284,10
Afvalstoffenheffing
234,00
269,88
Rioolheffing
220,22
220,22
Totaal
738,32
774,20
Onroerende-zaakbelasting
473,50
473,50
Afvalstoffenheffing
234,00
269,88
Rioolheffing
220,22
220,22
Totaal
927,72
963,60
De lokale lasten voor bedrijven bestaan uit het de onroerende-zaakbelasting voor gebruikers en/of eigenaren van nietwoningen, het rioolaansluitrecht en het rioolafvoerrecht. Aangezien verwijdering van bedrijfsafval plaatsvindt via privaatrechtelijke overeenkomsten, behoort de afvalstoffenheffing niet tot de lokale lasten van bedrijven. Zowel de aanslag onroerende-zaakbelasting als het rioolafvoerrecht kan sterk verschillen tussen bedrijven onderling, afhankelijk van de Woz-waarde van de onroerende goederen en de hoeveelheid afvalwater die op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de lokale lasten van bedrijven en bijbehorende tarieven. Lokale lasten bedrijven
2012
Onroerende-zaakbelasting Eigendom niet-woningen (in procenten van de Woz-waarde)
0,2485%
Rioolheffingen Eigenaar
220,22
Grootverbruik: 251 tot 50.000 m3
• • 50.001 tot 100.000 m3 • 100.001 tot 150.000 m3 • meer dan 150.000 m3
1,73 1,66 1,53 1,40
Bedragen in euro’s. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding van belastingen is in Utrecht mogelijk voor de afvalstoffenheffing, de onroerende-zaakbelastingen, de hondenbelasting en de rioolheffingen. Voorwaarde is dat de aanslag betrekking heeft op een woonlast voor een 'natuurlijke persoon'. Met ingang van 2012 is het voor kleine ondernemers mogelijk om kwijtschelding te krijgen voor de gemeentelijke belastingaanslagen die zij als privé-persoon krijgen. Voor 71 ondernemers is kwijtschelding verleend door informatie die van DMO is verkregen. Een kleine honderd andere ondernemers heeft zelf een verzoek tot kwijtschelding gedaan. Medio 2013 zullen deze verzoeken aan de hand van de aangifte inkomstenbelasting 2012 worden beoordeeld. Veruit de belangrijkste heffing op het punt van kwijtscheldingen is de afvalstoffenheffing, het totale kwijtscheldingsbedrag van deze heffing is vanaf 2011 gestegen ten opzichte van de jaren ervóór (zie de toelichting bij de tabel hieronder). Ook in 2012 was een gecombineerde aanvraag kwijtschelding met het waterschap (voor de verontreinigingsheffing) mogelijk voor de Utrechtse huishoudens. Daarnaast hebben we weer aan ongeveer 7.000 huishoudens via geautomatiseerde weg kwijtschelding verleend (op voorhand). Dit in het kader van de administratieve lastenverlichting voor de burgers. Hulp bij het invullen van een individuele aanvraag was ook weer mogelijk. Ongeveer 400 personen hebben van die mogelijkheid (op afspraak) gebruik gemaakt. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de bedragen die met kwijtschelding zijn gemoeid. Actueel Kwijtschelding 2012 Nominaal Onroerende-zaakbelasting (eigendom) Rioolheffing (aansluitrecht) Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Totaal
Realisatie
11
11
7
7
10 10
2.811
2.810
3.092
50
50
63
2.879
2.878
3.175
Bedragen in duizenden euro’s.
275
Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Gezien bovenstaande tabel is duidelijk dat de gevolgen van de verslechterde economische omstandigheden ook niet aan inwoners van Utrecht voorbijgaan Dit is het tweede jaar op rij dat er meer kwijtschelding dan vóórgaande jaren wordt verleend (2011: 3.135 euro, 2010: 2.838 euro).
276
Dee1 2 Jaarrekening
277
Hoofdstuk 3 Balans en programmarekening met toelichting
279
3.1 Balans Activa Vaste activa Materiële vaste activa
•
Investeringen met economisch nut
Financiële vaste activa
• • Leningen aan woningcorporaties • Leningen aan overige verbonden partijen • Overige langlopende leningen • Uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar • Bijdrage aan activa van derden Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
Vlottende activa Voorraden
• • Onderhanden werk • Gereed product en handelsgoederen Grond- en hulpstoffen
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
• • Verstrekte kasgeldleningen • Overige vorderingen • Overige uitzettingen
Vorderingen op openbare lichamen
Liquide middelen
• Kas • Bank en Giro
Overlopende activa Totaal activa Bedragen zijn in duizenden euro’s.
280
Stand per
Stand per
31-12-2011
31-12-2012
1.306.756
1.556.791
996.898
1.250.925
996.898
1.250.925
309.858
305.866
6.010
6.044
16.927
9.753
4
3
52.504
56.118
225.095
225.086
9.318
8.861
182.650
306.874
8.631
112.213
1.149
1.060
7.026
110.835
456
318
111.688
133.058
46.384
70.319
0 65.294
62.729
10
10
8.048
13.918
241
121
7.807
13.797
54.283
47.684
1.489.406
1.863.664
Passiva Vaste passiva Eigen vermogen
Stand per
Stand per
31-12-2011
31-12-2012
1.200.362
1.415.491
• • Overige bestemmingsreserves • Saldo van de rekening van baten en lasten
535.202
627.718
76.899
110.374
442.499
431.429
15.804
85.914
Voorzieningen
147.638
132.660
102.705
102.934
Algemene reserve
• • Egalisatievoorziening • Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Risicovoorziening
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
• Obligaties • Onderhandse leningen van binnenlandse banken • Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven • Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren • Door derden belegde gelden • Waarborgsommen
8.202
7.580
57.229
26.212
517.522
655.124
0
0
510.214
647.534
319
205
2.129
2.163
670
704
4.190
4.519
Vlottende passiva
289.044
448.173
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
148.424
296.078
• • Kasgeldleningen • Overige kortlopende schulden Bank en giro
0
0
83.000
224.000
65.424
72.077
140.620
152.095
Totaal passiva
1.489.406
1.863.664
Borgstellingen en garantstellingen
1.974.866
2.139.761
Overlopende passiva
Bedragen zijn in duizenden euro's.
281
3.2 Programmarekening Op de volgende pagina’s vindt u de overzichten van baten en lasten. In deze overzichten kunt u veel informatie vinden over de financiën van de gemeente in 2012. De tabel nominale Begroting 2012 geeft aan welke lasten (=kosten) en baten (= opbrengsten) uw gemeenteraad op 3 november 2011 geautoriseerd heeft voor 2012. De Programmabegroting 2012 was, conform de wettelijke bepalingen, sluitend. Dit komt tot uiting in het totaal van de kolom ‘Begrote bijdrage algemene middelen’. Deze is nul, dat wil zeggen dat alle middelen van de gemeente volledig zijn ingezet in de diverse programma’s, maar ook niet meer dan dat. Per programma is aangegeven: De lasten: de binnen het programma Begrote Kosten.
• • De baten: de binnen het programma Begrote Opbrengsten. • Het saldo: de lasten min de baten. • De begrote bijdrage uit de algemene middelen: de hoeveelheid geld die vanuit de algemene middelen aan het programma is toegevoegd. • Het resultaat voor bestemming: het saldo min de begrote bijdrage uit de algemene middelen. • De stortingen in de reserves: de hoeveelheid geld die in reserves wordt gedaan. • De onttrekkingen aan de reserves: de hoeveelheid geld die uit reserves wordt gehaald. • Het resultaat na bestemming: het resultaat voor bestemming min de stortingen in de reserves plus de onttrekkingen uit de reserves.
De tabel actuele Begroting 2012 is gelijk aan de nominale begroting plus alle daarna door uw gemeenteraad vastgestelde begrotingswijzigingen. De actuele begroting is daarmee de meest recente door uw gemeenteraad goedgekeurde Programmabegroting 2012. De tabel realisatie 2012 geeft aan welke lasten en baten gerealiseerd zijn in 2012. Het resultaat na bestemming, dat wil zeggen nadat de onttrekkingen aan en stortingen in reserves hebben plaatsgevonden, bedraagt 85,9 miljoen euro voordelig. Een uitgebreide toelichting per programma op het behaalde resultaat is opgenomen in hoofdstuk 1, hiervan is een samenvatting opgenomen in hoofdstuk 4.7. De kostenoverschrijdingen in de Jaarstukken 2012 vallen binnen het kader begrotingsrechtmatigheid.
282
Nominale begroting 2012 Bijdrage Programma Bewoners en Bestuur Stedelijke Ontwikkeling Duurzaamheid Bereikbaarheid
Lasten
Resultaat
algemene
voor
Toevoeging
Onttrekking
Resultaat na
bestemming
reserves
reserves
bestemming 0
Baten
Saldo
middelen
47.384
7.208
40.177
40.177
0
0
0
278.658
254.138
24.520
24.952
432
4.498
4.066
0
13.668
5.081
8.588
8.588
0
0
0
0
84.056
26.435
57.621
-5.368
-62.990
9.736
72.726
0
Openbare Ruimte en Groen
160.169
85.733
74.436
79.844
5.408
5.408
0
0
Werk en Inkomen
224.721
170.117
54.603
54.476
-127
0
127
0
91.074
18.982
72.092
74.615
2.523
3.240
718
0
135.245
12.464
122.781
119.781
-3.000
0
3.000
0
Onderwijs Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid Veiligheid
60.851
350
60.501
60.501
0
0
0
0
Cultuur
54.676
11.549
43.127
39.530
-3.597
276
3.873
0 0
Sport
37.275
6.750
30.525
30.284
-242
49
290
Gemeentelijk vastgoed
23.319
24.652
-1.333
-1.903
-571
158
729
0
Algemene Middelen en Onvoorzien
12.183
554.328
-542.145
-547.657
-5.512
17.206
22.718
0
Algemene Ondersteuning
28.210
6.030
22.181
22.181
0
0
0
0
1.251.491
1.183.816
67.675
0
-67.675
40.571
108.246
0
Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
283
Actuele begroting 2012 Bijdrage Programma Bewoners en Bestuur Stedelijke ontwikkeling
Lasten
Baten
Resultaat
algemene
voor
Toevoeging
Onttrekking
Resultaat na
Saldo
middelen
bestemming
Reserves
Reserves
bestemming
39.454
7.171
32.283
32.237
-46
0
46
0
201.347
292.424
-91.077
8.524
99.601
115.342
15.741
0
Duurzaamheid
14.102
5.666
8.435
8.435
0
0
0
Bereikbaarheid
123.811
57.434
66.377
-18.512
-84.890
0
84.890
0
Openbare Ruimte en Groen
140.001
81.689
58.311
62.780
4.468
5.994
1.526
0
Werk en Inkomen
230.842
169.291
61.551
51.844
-9.707
0
9.707
0
92.526
23.989
68.537
71.476
2.938
7.567
4.628
0
136.472
10.601
125.871
124.770
-1.101
0
1.101
0
Onderwijs Welzijn, Jeugd en volksgezondheid Veiligheid
48.391
470
47.921
47.606
-315
0
315
0
Cultuur
47.869
6.458
41.411
42.909
1.498
3.091
1.593
0
Sport
33.646
7.099
26.546
25.556
-991
358
1.349
0
Gemeentelijk Vastgoed
19.171
23.948
-4.777
1.684
6.462
8.366
1.904
0
Algemene middelen Algemene Ondersteuning Totaal
22.945
568.166
-545.221
-574.002
-28.781
49.803
78.584
0
132.439
6.739
125.700
114.694
-11.006
888
11.894
0
1.283.017
1.261.147
21.870
0
-21.870
191.409
213.279
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
284
Realisatie 2012 Programma Bewoners en Bestuur Stedelijke Ontwikkeling
Bijdrage algemene
Resultaat voor
Toevoeging
Onttrekking
Resultaat na
Baten
Saldo
middelen
bestemming
Reserves
Reserves
bestemming
40.918
9.548
-31.371
32.237
867
0
46
913
225.210
297.795
72.585
8.524
81.108
110.517
13.461
-15.947
Lasten
Duurzaamheid
8.281
3.422
-4.859
8.435
3.576
0
0
3.576
Bereikbaarheid
95.306
74.219
-21.087
-18.512
-39.600
0
51.356
11.756
Openbare Ruimte en Groen
139.152
91.995
-47.157
62.780
15.623
5.994
2.573
12.201
Werk en Inkomen
226.876
179.246
-47.629
51.844
4.215
0
9.702
13.917
Onderwijs Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid
87.973
22.908
-65.065
71.476
6.411
7.567
3.880
2.724
130.728
11.667
-119.061
124.770
5.709
0
1.113
6.821 -827
Veiligheid
49.678
929
-48.748
47.606
-1.142
0
315
Cultuur
47.735
6.464
-41.271
42.909
1.638
3.091
1.617
164
Sport
26.310
7.638
-18.673
25.556
6.883
358
1.401
7.926
Gemeentelijk Vastgoed
22.152
20.266
-1.885
1.684
-201
8.366
1.982
-6.585
Algemene Middelen
26.579
595.103
568.524
-574.002
-5.478
46.132
76.110
24.500
121.240
19.455
-101.785
114.694
12.909
28
11.894
24.775
1.248.138
1.340.655
92.516
0
92.516
182.053
175.451
85.914
Algemene Ondersteuning Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
285
3.3 Waarderingsgrondslagen Materiële vaste activa De materiële vaste activa met economisch nut worden gewaardeerd op grond van de aanschafwaarde, verminderd met ontvangsten van derden en afschrijvingen. De afschrijvingen vinden plaats volgens de annuïtaire en lineaire methode. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de vastgestelde tabellen. Investeringen met Maatschappelijk nut met een aanschafwaarde van minder dan 5 miljoen worden niet geactiveerd. Afschrijvingstabel Gebruiksduur Materiele vaste activa
(jaren)
Nut
Gronden en Terreinen 20010
Gronden en Terreinen
economisch
niet
20020
Parkeerterreinen
economisch
lineair
n.v.t. 10
20030
25 % van de cascowaarde ondergrondse parkeergarage
economisch
niet
n.v.t.
20090
Gronden en terreinen Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Woonruimten 21010
Woonruimten
economisch
Annuitair
40
21090
Woonruimten Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
40
Bedrijfsgebouwen 22010
Bedrijfsgebouwen (aankoop)
economisch
Annuitair
22020
Parkeergarages
economisch
Annuitair
30
22030
Bedrijfsgebouwen (restauratie, levensduurverlengend)
economisch
Annuitair
20
22040
Bedrijfsgebouwen (onderhoudsachtig)
economisch
Annuitair
10
22090
Bedrijfsgebouwen Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 23010
Aanleg, verbetering en aanpassing van wegen en bruggen
maatschappelijk
Lineair
15
23020
Busbanen
maatschappelijk
Lineair
15
23090
Wegen, Bruggen, Busbanen, Lopende Investeringen
maatschappelijk
niet
n.v.t.
23510
Aanleg, vervanging herstel riolen
economisch
Annuitair
40
23520
Aanleg en Inrichting sportterreinen
economisch
Annuitair
30
23530
Aanleg en Inrichting toplaag sportvelden
economisch
Annuitair
15
23590
Grond-, weg- en waterbouw Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
5
Vervoermiddelen 24010
Vervoermiddelen (personen)
economisch
lineair
24020
Vervoermiddelen
economisch
lineair
8
24030
Vervoermiddelen
economisch
lineair
10
24040
Vervoermiddelen
economisch
lineair
15
24090
Vervoermiddelen Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
286
Gebruiksduur Materiele vaste activa
Nut
(jaren)
Machines en installaties 25010
Machines, gereedschappen, werktuigen etcetera
economisch
lineair
5
25020
Apparatuur Parkeren
economisch
lineair
7
25030
Installaties Parkeren
economisch
lineair
8
25040
Machines Installaties in gebouwen
economisch
Annuitair
10
Gebouwgebonden Installaties in gebouwen
economisch
Annuitair
max 40
25050
Machines, gereedschappen, werktuigen Lopende 25090
Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
26010
ICT grootschalig, hardware
economisch
Annuitair
7
26020
ICT kleinschalig, hardware
economisch
lineair
5
26090
ICT Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
economisch
Annuitair
5
Onderdelen Hardware Basisdienstverlening/desktop 26030
OS Werkplek ICT Apparatuur Infra Inpandig ( zoals Thin Client,
26031
datacommunicatie en telecommunicatie )
economisch
Annuitair
7
26040
ICT machines ( PC's, laptops, Servers en data-opslag )
economisch
Annuitair
5
Telefonie 26050
Mobiele ICT apparatuur ( telefoons en tablets )
economisch
Annuitair
3
26051
Overig telefonie
economisch
Annuitair
7
26060
Netwerken
economisch
Annuitair
7
economisch
Annuitair
10
Verbindingen ICT-Infrastructuur lang ( Netwerk 26070
Voorzieningen in en buiten pand tot aan Patchkast ) Aanvullend beveiliging
26081
Aanpassen uitbreiden Firewall
economisch
Annuitair
5
26082
Netwerkauthenticatie
economisch
Annuitair
7
7
Overige materiele vaste activa 26011
ICT grootschalig, software
economisch
Annuitair
26021
ICT kleinschalig, software
economisch
lineair
5
29010
Collectie Bibliotheek
economisch
niet
n.v.t.
maatschappelijk
Lineair
15
economisch
lineair
10
economisch
lineair
20
economisch
Annuitair
40
maatschappelijk
niet
n.v.t.
economisch
niet
n.v.t.
29910
Overige mva met maatschappelijk nut Overige mva met economisch nut Inventaris (bureaus
29920
stoelen, kasten) Overige mva met economisch nut (waaronder ondergrondse
29930
betonputten) Overige mva met economisch nut (waaronder casco
29940
vaartuigen)
29990
Ov MVA Lopende Investeringen (< 5 miljoen euro)
29991
Ov MVA Lopende Investeringen
Contractueel overeengekomen kasstromen met betrekking tot de afkoop van erfpachten worden gewaardeerd tegen een rentepercentage dat: voor de duur van de overeenkomst ongewijzigd blijft;
• • gelijk is aan het omslagrentepercentage geldend in het jaar waarin de overeenkomst wordt gesloten.
287
Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen leningen, verstrekt aan derden (vooral woningbouwcorporaties), worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen, evenals effecten worden gewaardeerd tegen de kostprijs. Indien deze zaken duurzaam in waarde verminderen, wordt de waarde navenant aangepast. Voorraden De voorraad gereed product en handelsgoederen is gewaardeerd tegen marktprijzen. De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen kostprijs en verminderd met de al ontvangen voorschotten. De kostprijs bestaat uit directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en interest. Voor winstneming op projecten wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de winsten pas genomen worden op het moment dat er voldoende zekerheid bestaat over het resultaat. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. Tevens zijn alle in exploitatie genomen bouwgronden hieronder verantwoord. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen worden tegen de nominale waarde gewaardeerd, onder vermindering van de voorziening dubieuze debiteuren. Uitzettingen Hieronder worden de beleggingen verantwoord die, anders dan langlopende effecten, op korte termijn (korter dan een jaar) zijn om te zetten in liquide middelen. Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking en worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende activa De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op 2013, maar al in 2012 zijn voldaan, nog te ontvangen bedragen voor 2012 en overige overlopende activa. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves en bestemmingsreserves, evenals het saldo van de rekening van baten en lasten. Voorzieningen Onder de voorzieningen zijn opgenomen de, op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Hier zijn tevens de van derden ontvangen (verplicht te besteden) bijdragen opgenomen. Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onder de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer worden verstaan de schulden met een oorspronkelijke looptijd van twee jaar of langer. Opgenomen is het oorspronkelijk geleende bedrag minus de aflossingen. Vlottende passiva De vlottende passiva worden tegen de nominale waarde gewaardeerd. Overlopende passiva De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op 2013, maar al in 2012 zijn ontvangen, nog te betalen bedragen voor 2010 en overige overlopende passiva.
288
3.4 Toelichting op de balans Materiële vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut
Boekwaarde 31-12-2011
Afschrijvingen
Bijdragen
Des /
Boekwaarde
van derden
investeringen
31-12-2012
Gronden en terreinen
206.340
879
0
6.374
211.835
Bedrijfsgebouwen
509.863
16.002
390
50.994
544.465
8.504
2.073
0
2.048
8.479
72.771
12.794
0
8.553
68.530
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Grond, weg- en waterbouwkundige werken
64.048
3.183
13.491
26.926
74.300
Overige materiële activa
135.372
5.380
6.995
220.319
343.316
Totaal
996.898
40.311
20.876
315.214
1.250.925
Bedragen zijn in duizenden euro’s. In 2012 is ruim 315 miljoen euro geïnvesteerd in materiële vaste activa. Daartegenover stonden 40 miljoen euro aan afschrijvingen en bijna 21 miljoen euro aan bijdragen van derden. Per saldo namen de materiële vaste activa daardoor toe met 254 miljoen euro. Onderstaand zijn die grotendeels gespecificeerd. Omschrijving
Bedrag
Riolering 2012
21.313
KC Zuid Twaalfruiter
9.767
Sportpark Rijnvliet
8.391
Projecten programma ICT-investeringen 2009-2011
7.691
Wijkgezondheidscentrum 't Zand
5.867
Basisschool St. Maarten Vleuterweide
5.237
Kranenburgerschool
4.856
Maliebaanschool
4.031
Sportcomplex Zuilen
3.381
Koningslaan 9 Bunnik fase 1
3.381
Fort Lunet 3
2.541
Ondergrondse containers c.a. ten behoeve van afvalinzameling
2.272
De Blauwe Avonturijn
2.272
Basisschool Apollo 11
2.258
Sportpark Maarschalkerweerd
2.248
Aanschaf voertuigen Stadswerken 2012
2.070
Rolstoelen en Scootmobielen
1.824
Uitrukpost Brandweer Vleuten
1.806
Terreininrichting Nieuw Welgelegen
1.122
Fort Blauwkapel
1.091
Sportpark Thorbeckelaan
1.078
Vervanging parkeerautomaten 2011
1.021
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Met betrekking tot nog lopende investeringsprojecten is voor bijna 354 miljoen euro geactiveerd. Onderstaand zijn die nader gespecificeerd. 289
Omschrijving
Bedrag
Stadskantoor aankoop
164.443
Muziekpaleis
93.721
Stadskantoor middelen ICT en facilitair
22.564
Renovatie Krommerijn
8.352
Cluster Duurstedelaan
8.133
Gebouw P+R De Uithof
4.951
Parkeervoorziening Vaartsche Rijn
3.827
Nieuwbouw Anne Frankschool
3.817
Projecten programma ICT-investeringen 2012
3.677
Parkeergarage Centrum Maliebaan
3.557
Drie VSO scholen Europalaan
3.295
Gymzalen Ten Veldestraat
3.033
Nieuwbouw Johannes XXIII
2.977
Sportcomplex Zuilenselaan
2.627
Sportpark Thorbeckelaan
2.111
Gerrit Rietveldcollege
1.781
Bouw bibliotheek
1.674
Basisschool Op Dreef
1.625
Maatregelen binnenmilieu/energiebesparing 20 scholen
1.146
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Financiële vaste activa Omschrijving Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Leningen aan woningbouwcorporaties Leningen aan overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Uitzettingen met een rentetypische looptijd van > 1 jaar Bijdrage aan activa van derden Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Kapitaalverstrekking aan deelnemingen De opbouw van de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn als volgt.
290
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
6.010
6.044
16.927
9.753
4
3
52.204
56.118
225.095
225.086
9.318
8.861
309.558
305.866
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
NV Bank Nederlandse Gemeenten
77
77
BV Muziekcentrum
16
16
Omschrijving
Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel Vitens BV GEM Vleuterweide CV
2
2
36
36
1.725
1.725
GEM Vleuterweide Beheer BV
9
9
Gemeente Vleuten-De Meern zelfstandig BV
18
18
Houdstermaatschappij Remu
47
47
Houdstermaatschappij GCN Wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok Utrechtse Maatschappij voor Stadsherstel NV
6
6
2.129
2.162
903
903
Utrecht Vernieuwt
18
18
Coöperatie Wigo4it
25
25
Wijkontwikkelingsmaatschappij Kanaleneiland
1.000
1.000
Totaal
6.010
6.044
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Leningen woningbouwcorporaties
Omschrijving
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
Amnis
4.868
0
Bo-Ex
1.688
1.208
Mitros
5.272
4.395
189
157
KABU Juliana
1.540
0
Utrechts Restauratiefonds
3.371
3.993
16.928
9.753
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
De leningen aan woningcorporaties zijn merendeels gerelateerd aan erfpachten. Dit geldt niet voor 4,4 miljoen euro aan leningen aan Mitros die een overblijfsel zijn van de leningen aan het voormalig gemeentelijk woningbedrijf. Op deze laatste portefeuille heeft Mitros in 2012 bijna 0,9 miljoen euro contractueel afgelost. Overige langlopende leningen De belangrijkste leningen zijn aan erfpacht gerelateerde leningen Hoog Catharijne, Leningen verstrekt door Stimuleringsfonds Utrecht en Memid BV. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Ultimo 2012 is er totaal 225 miljoen euro langjarig belegd (175 miljoen euro tot 2013 en 50 miljoen euro tot 2016) bij een tweetal banken met een (bij het sluiten van de belegging) AAA-rating. Daarnaast is er nog een belegging van 0,07 miljoen euro bij het Grootboek Nationale Schuld en worden op deze post ook enkele waarborgsommen verantwoord. Bijdrage aan activa van derden De gemeente kan bijdragen aan activa van derden activeren als: Er sprake is van een investering door een derde.
291
De investering bijdraagt aan de publieke taak De derde zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op de overeengekomen wijze. Bij in gebreke blijven de bijdrage kan worden teruggevorderd of recht kan doen gelden op het betreffende activa. De gemeente heeft aan derden de onderstaande investeringsbijdragen verstrekt: Stand Omschrijving
31-12-2011
Stand Vermeerdering
Afschrijving
31-12-2012
Museum Van Speelklok tot Pierement
477
78
399
Theater St. Zimihic
116
14
102
Werkruimten Draaiweg
115
13
102
Mil. Barak Fort Blauwkapel
181
23
158
Klein Geertekerkhof 6
58
7
51
Volkstuin Gageldijk
32
4
28
1.056
117
939
Kinderopvang
554
49
505
Werkruimten Mariëndaalstraat
136
12
124
54
3.159
Peuteropvang / voor-scholen
Aanpassing Stefanuskerk
3.358
-145
Werkruimte Kokerloods
249
21
228
Loevenhoutsedijk en atelierwoningen
693
0
693
1.310
101
1.209
983
66
917
253
6
247
108
565
8.861
Nieuw Welgelegen Atelierwoning Leidsche Rijn Uitbreiding Induna Totaal
9.318
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Voorraden Onderhanden werk Het saldo onderhanden werk betreft de saldi van de lopende grondexploitaties, de gronden en panden die op korte termijn worden opgenomen in een grondexploitatie en de door derden gefinancierde investeringsprojecten. Jaarlijks wordt het verschil tussen de lasten en baten aan deze posten toegevoegd of onttrokken. Bij de afsluiting van de grondexploitatie of het project wordt het saldo als resultaat genomen. Met ingang van 2007 worden, conform de voorschriften BBV, de getroffen risicovoorzieningen in mindering gebracht op het saldo van de betreffende grondexploitatie.
Omschrijving Grondexploitatie Leidsche Rijn Grondexploitatie Stationsgebied Grondexploitaties binnenstedelijk Strategische verwerving / voorraadfunctie Projecten overig Voorziening grondexploitatie Leidsche Rijn
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
143.058
160.671
-42.979
-8.671
19.384
17.793
229
210
4.327
4.416
-96.475
-43.564
Voorziening grondexploitatie Stationsgebied
0
0
Voorziening grondexploitatie binnenstedelijk
-20.497
-20.020
7.027
110.835
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. 292
De geactiveerde uitgaven met betrekking tot de grondexploitaties Leidsche Rijn, Stationsgebied en binnenstedelijke complexen. Boekwaarde Voorzieningen verlies-
Boekwaarde 31-12-2011
Investeringen
Inkomsten
31-12-2012
latend complex
Leidsche Rijn
143.037
59.037
41.403
160.671
43.564
Stationsgebied
-42.979
40.565
-6.257
-8.671
0
Grondexploitaties
Binnenstedelijk Van Lieflandlaan Ontwikkeling Voordorp Zuid Gerrit Rietveld College Dichterswijk West
962
63
0
1.025
0
3.666
5.971
-3
9.634
0
185
2.433
0
2.619
0
-14.698
-139
17
-14.820
0
Uitbreiding bedrijventerrein Overvecht
-1.412
-49
-211
-1.672
0
Talmalaan
-5.334
1.000
0
-4.333
0
Oudenrijn West
-2.217
100
-636
-2.752
0
1.001
2.699
-4.651
-950
0
437
645
-3.179
-2.097
0
84
84
-1.237
-1.069
0
WOP Hoograven
2.432
106
-2.539
0
0
WOP Zuilen
2.703
144
-2.848
0
0
BEFU terrein
1.009
136
-4
1.141
-1.141
3.220
160
0
3.380
-1.355
974
594
0
1.568
-103
8.962
633
0
9.595
-4.499 -910
Kop van Lombok Orinocodreef Bruisdreef
Maliesingel 75-76; DELA terrein Centrumplan De Meern Centrum Kwadrant Overvecht Menno van 832
263
0
1.095
-2.149
137
0
-2.013
-516
As Kanaleneiland
6.556
1.530
-150
7.936
-3.341
Van Heukelomlob
4.133
1.426
-5.303
256
-256
Kern Vleuten
2.929
1.401
-535
3.795
-3.795
Ledig Erf
1.563
112
-63
1.611
-1.611
984
92
0
1.076
-1.076
2.563
2.088
-1.345
2.770
-1.417
19.384
21.628
-22.684
17.793
-20.020
Coehoorn/Stieltjesstraat Hart van Hoograven
Hoogstraat Overige projecten Totaal binnenstedelijk Bedragen zijn in duizenden euro's.
Nog te maken kosten Grondexploitaties
Nog te verwachten
Verwacht exploitatie-
opbrengsten
resultaat
Leidsche Rijn
677.973
-1.179.429
43.564
Stationsgebied
307.193
-231.466
-9.314
Binnenstedelijk
108.014
-135.797
-30.010
293
Boekwaarde
Inves-
Desinves-
Naar gronden
Boekwaarde
31-12-2011
teringen
teringen
in exploitatie
31-12-2012
Aankoop OPG
0
1.483
0
-1.483
0
Tussen de rails/Maarschalkerweerd
0
87
0
-87
0
Aankoop burgemeester Verderlaan
0
212
0
-212
0
Rijnenburg grasland
0
187
0
-187
0
Van Sijpesteijnkade 1-3
75
0
-24
0
52
Totaal strategische verwervingen
75
1.969
-24
-1.969
52
Gronden niet in exploitatie Strategische verwervingen
Voorraadfunctie Zeedijk 31-32 Diverse kleine objecten Totaal voorraadfunctie
152
7
0
0
159
2
60
0
-61
0
154
67
0-
-61
159
1.964
Anticiperende verwervingen Overste den Oudenweg
1.877
87
0
0
494
18
0
0
512
Grond bij Wilhelminalaan 3 en 5
1.216
45
0
0
1.261
Totaal anticiperende verwervingen
3.587
150
0
0
3.737
Zijdebalenstraat
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Dit betreft voor het grootste deel met de fiscus te verrekenen BTW (ruim 68,6 van de 70,319 miljoen euro).
Overige Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Dit betreft het openstaande debiteurensaldo.
Omschrijving Bijstandsdebiteuren Voorziening dubieuze bijstandsdebiteuren Overige debiteuren
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
34.041
33.474
-24.755
-24.267
62.009
63.702
Voorziening dubieuze overige debiteuren
-6.001
-10.179
Totaal
65.294
62.729
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
294
Overlopende activa Omschrijving
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
Geldstromen onderweg
521
90
6.811
4.820
44.796
40.434
2.155
2.340
54.283
47.684
Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Vooruitbetaalde bedragen
Deze 4,820 miljoen euro moet in de toekomstige jaren (ná 2012) nog ten laste van de exploitatie worden gebracht. Het betreft voornamelijk kosten of nog niet vervallen termijnen die vooruit werden betaald zoals contractueel overeengekomen is, zoals huurtermijnen. Nog te ontvangen bedragen Dit betreft posten die na balansdatum nog worden afgerekend, gefactureerd of verrekend. Ook hier geldt dat naast een aantal grote posten een veelvoud aan kleinere is verantwoord. De belangrijkste posten zijn 5,6 miljoen euro rente op verstrekte geldleningen (een jaarlijks terugkerende post omdat contractueel is vastgelegd dat de rente één maal per jaar wordt betaald) en 5,9 miljoen euro te ontvangen in verband met de erfpachtcanons Hoog Catharijne Omschrijving
Bedrag
Overlopende rente uit uitstaande leningen
5.551
Canons Hoog Catharijne
5.922
Overige posten
28.961
Totaal
40.434
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Eigen Vermogen Reserves Stand per
Resultaat
Stand per
31-12-2011
Toevoeging
Onttrekking
2011
31-12-2012
132.538
40.232
98.261
63.210
137.719
8.461
5.399
2.730
-3.675
7.455
-64.100
105.875
0
-76.575
-34.800
76.899
151.506
100.991
-17.040
110.374
Bestemmingsreserves
442.500
34.346
78.260
32.844
431.429
Totaal reserves
519.398
185.852
179.251
15.804
541.803
Omschrijving Algemene reserve Dienstbedrijfsreserves Dienstbedrijfsreserves grondexploitaties Totaal Algemene reserve
Bedragen zijn in duizenden euro’s. 295
Bovengenoemde stortingen in en onttrekkingen aan reserves zijn in overeenstemming met de door de gemeenteraad genomen besluiten. Algemene reserves De algemene reserves bestaat uit 2 onderdelen; de algemene reserve en de algemene dekkingsreserve. In 2008 zijn diverse tijdelijke stallingposten uit de algemene reserve geëlimineerd. De reserve is daarmee teruggebracht tot de zuivere vorm van gemeentebreed weerstandsvermogen. De noodzakelijke hoogte daarvan wordt jaarlijks bepaald in de risicoparagraaf bij de programmabegroting. Renteopbrengsten van de algemene dekkingsreserve worden aangewend als algemeen dekkingsmiddel van de programmabegroting. Het resterende deel fungeert als tijdelijke stallingsplaats voor concernbrede reserves waaronder egalisaties van de meerjarenraming. Dienstbedrijfsreserves Deze reserve vervult, binnen de budgetregels, de eerste beperkte achtervang voor risico's die de diensten lopen over de apparaatskosten en vormt daarmee het weerstandsvermogen van de afzonderlijke diensten. Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie De vorming van de voorziening voor de te verwachten negatieve grondexploitaties Leidsche Rijn is ten laste gebracht van dit onderdeel van de algemene reserve. Bestemmingsreserves Programmareserve
Boekwaarde 31-12-2011
Programmareserve Bewoners en Bestuur
Boekwaarde 31-12-2012
7
7
47.492
54.780
programmareserve Duurzaamheid
0
12.378
Programmareserve Bereikbaarheid
123.455
73.837
Programmareserve Openbare Ruimte en Groen
8.679
6.297
Programmareserve Werk en Inkomen
4.342
2.449
21.688
22.138
Programmareserve Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
8.154
7.216
Programmareserve Veiligheid
1.015
552
Programmareserve Cultuur
4.622
5.977
Programmareserve Stedelijke Ontwikkeling
Programmareserve Onderwijs
Programmareserve Sport
6.554
3.949
Programmareserve vastgoed
4.274
10.580
Reserve Algemene Middelen en Onvoorzien
10.024
21.618
Reserve Algemene Ondersteuning
9.256
13.035
Reserves ten bate van vaste activa
192.936
196.615
Totaal bestemmingsreserves
442.499
431.429
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Voor een toelichting per programmareserve verwijzen wij u naar de financiële bijlagen.
Voorzieningen Omschrijving Risicovoorzieningen Egalisatievoorzieningen Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Totaal Bedragen zijn in duizenden euro. 296
Boekwaarde 31-12-2011
Boekwaarde 31-12-2012
82.208
72.647
8.201
7.579
57.228
26.212
147.638
132.650
Voor een toelichting per voorziening verwijzen wij u naar de financiële bijlagen. Risicovoorzieningen Risicovoorzieningen hebben betrekking op gekwantificeerde risico's, niet zijnde de risico's over de apparaatskosten. De grootste voorzieningen per 31 december 2012 zijn: Stationsgebied: 67 miljoen euro.
• • Binnenstedelijke grondexploitaties: 35,9 miljoen euro, waarvan 20,0 miljoen euro in mindering is gebracht op de waardering onder handen werk.
Egalisatievoorzieningen Onder deze noemer worden de voorzieningen verantwoord die zijn ingesteld om de lasten aan een aantal opeenvolgende jaren te kunnen toerekenen. Enkele grote egalisatievoorzieningen zijn: Grondbank 2,2 miljoen euro.
• • Wethouderspensioenen: 4,1 miljoen euro.
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Dit zijn gelden die nog niet zijn besteed maar die onder strikte voorwaarden zijn verkregen van derden, zoals rijks- of provinciale overheid. Deze gelden zijn in 2012 met 30 miljoen euro afgenomen met als belangrijkste mutatie het BORfonds min 17,6 miljoen euro, ISV- gelden min 2,0 miljoen euro. Voor GRP investeringen is 13,5 miljoen euro gestort en onttrokken. Enkele grote bestemmingsbedragen per 31 december 2012 zijn:
• ISV: 14,1 miljoen euro; • Luchtkwaliteit: 7,6 miljoen euro;
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen van binnenlandse banken De onderhandse leningen zijn opgenomen bij diverse banken.
Omschrijving Diverse leningen bij banken
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
510.214
647.534
Bedragen zijn in duizenden euro’s. In 2012 is voor 140 miljoen euro aan langlopende leningen aangetrokken. Voor 40 miljoen euro had dit betrekking op een langlopende renteswap in combinatie met korter lopende financiering. Op bestaande leningen werd contractueel 2,7 miljoen euro afgelost. In 2012 bedroeg de rentelast op langlopende leningen 17,6 miljoen euro. Een uitgebreide toelichting is opgenomen in de paragraaf Financiën. Daarnaast is een lange lening van 100,0 miljoen euro aangegaan voor iets meer dan één jaar. Op bestaande leningen werd contractueel 32,7 miljoen euro afgelost. De rentelast op bovengenoemde langlopende leningen bedroeg in 2012 bijna 8,8 miljoen euro. Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren Dit betreft de leningen van de wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok voor 2,163miljoen euro. Door derden belegde gelden De beleggingen door derden betreft het Personeelsfonds ter hoogte van 0,7 miljoen euro. Waarborgsommen De waarborgsommen per 31 december 2012 betreffen.
297
boekwaarde
boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
Intentieovereenkomsten in Leidsche Rijn
1.734
1.833
Zekerstelling bij verhuur van panden
1.856
2.205
600
481
4.190
4.519
Omschrijving
Overige waarborgen Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Dit betreft het saldo van de openstaande crediteuren per ultimo 2012.
Overlopende passiva Omschrijving
Boekwaarde
boekwaarde
31-12-2011
31-12-2012
Vooruit ontvangen bedragen
66.389
79.333
Nog te betalen bedragen
53.383
51.186
Geldstromen onderweg Overige overlopende passiva Totaal
1.263
1.480
19.585
20.096
140.620
152.095
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Vooruit ontvangen bedragen Dit betreft een groot aantal posten zoals investeringsbijdragen, recettes cultuurdiensten, subsidies etcetera. Omschrijving
Bedrag
Vooruitontvangen andere overheden
71.171
Ontvangen voorschotten onderhanden werk derden Recettes Vooruit ontvangen Europese subsidie
5.884 0 1.970
Overig
308
Totaal
79.333
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
298
Saldo Vooruitontvangen andere overheden
31-12-2011
Stortingen
Onttrek-
Saldo
kingen
31-12-2012
Topper Lage Weide / Revitalisering bedrijventerreinen
1.177
0
12
1.165
Bodemsanering Nedereindse Plas
3.219
0
2.198
1.021
Woningbouwprojecten Senter Novem
3.739
0
953
2.786
RAP/SFBW subsidies
3.391
2.200
0
5.591
ISV III
15.453
2.769
4952
13.270
FES 3
14.438
9.123
459
23.102
FES 4
0
15.655
51
15.604
Ondiep
932
0
305
627
Kanaleneiland
318
0
318
0
Overvecht
901
0
761
140 844
Civitas
1.620
0
776
171
0
171
0
6
0
6
0
2.902
114
0
3.016
KPWBS Centrumgebied Kanaleneiland
200
89
0
289
Wijkeconomie Klein Onderschap
668
0
-63
731
Bedrijventerrein Overvecht
114
0
67
38
0
Zachte Landingsgelden Pieken
383
0
-425
Grotestedenbeleid (GSB) +RWS
50
0
50
0
Lage Weide Sculpture on Lands End
22
0
22
0
Segment/URB-AL Award distribution BLS functieverandering
Utrechts Techniek talent
Wijkverkeersplannen
47 38 808
7
0
7
0
80
25
21
84
496
0
496
0
69
25
69
25
Kwalificatieplicht achttien jarigen
339
299
339
299
Opvoedbureau
280
0
280
0
1.324
0
1324
0
Amendement Verburg-Bussemaker RMC Voortijdig schoolverlaters 2007-2011 NOC NSF
Vooruitontvangen BDU-SIV Inburgering G31 Begeleid werken (Ministerie van SZW)
26
0
26
0
Wrap around care
300
0
300
0
Nazorg bij jeugdzorg
114
0
114
0
Bestuursakkoord OAB–VVE/ Verlengde Leertijd
0
2.264
0
2.264
Project (niet vrij) blijvend aan het werk
0
45
0
45
116
153
116
153
53
5
53
5
3
0
3
0
Aanvullende hulpverlening soa/Sense jongerenspreekuren Landelijke implementatie Vaccinatie risicogroepen Veldonderzoek TBC-screening ten behoeve van DJI
29
39
29
39
VoorZorg, betere kansen voor de Utrechtse Jeugd
303
161
303
161
VWS M&G artsen
164
56
164
56
0
37
0
37
30
438
30
438
SIZU Curatieve soa-zorg China onder de Dom Participatiebudget HAP bus FPU Totaal
5
0
5
0
2.702
0
2.275
427
25
19
25
19
0
10
0
10
56.207
35.526
16.592
73.141
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
299
Nog te betalen bedragen Een fors deel van de restpost van 51 miljoen euro betreft in 2012aangegane verplichtingen en al uitgevoerde werken waarvan de factuur op balansdatum nog niet was ontvangen. Omschrijving
Bedrag
Overlopende rente
9.100
Lopende investeringen
287
Loonheffing en premies Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2.234
Gemeentelijke belastingen / heffingen
1.530
Overige posten
38.035
Totaal
51.186
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Overige overlopende passiva Deze posten worden na de balansdatum afgewikkeld. Onderstaand treft u een specificatie aan. Omschrijving
Bedrag
Afdracht premies ABP en zorgverzekeringswet Afdracht loonheffing
3.822 13.764
Overige bedragen Totaal
2.510 20.096
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
3.5 Gebeurtenis na balansdatum Niet van toepassing.
3.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Ultimo 2012 bedroeg het totaal van de gegarandeerde geldleningen 2,139 miljard euro. Het overgrote deel (2,1 miljard euro) heeft betrekking op gegarandeerde geldleningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. In tegenstelling tot voorgaande jaren houden we rekening met de niet uit de balans blijkende verplichtingen betreffende de investeringen. Voor de verschillende programma's, waarbij Stationsgebied, Leidsche Rijn en Bereikbaarheid de grootste zijn, hebben we 1,3 miljard euro geautoriseerd voor investeringsprojecten. Ultimo 2012 is aan deze projecten 0,7 miljard euro uitgegeven. Voor een deel van het restantbedrag van 0,6 miljard euro zijn we verplichtingen naar derden aangegaan, die niet op de balans als zodanig zijn opgenomen. Het nog openstaande investeringsbedrag is volledig van financiële dekking voorzien, waardoor het risico van de aangegane verplichtingen minimaal is. De Gemeente Utrecht heeft voor ongeveer 20,5 miljoen euro per jaar aan huurcontracten voor de huisvesting (inclusief servicekosten) afgesloten. Daarnaast zijn er contracten voor schoonmaak afgesloten voor een bedrag van 1,2 miljoen euro per jaar. Ook zijn er nog contracten voor de beveiliging van 1,1 miljoen euro, catering van 0,7 miljoen euro, printeronderhoud van 0,5 miljoen euro en energie/gas van 0,81 miljoen euro per jaar afgesloten.
300
3.7 Toelichting op de programmarekening Resultaat De Gemeente Utrecht sluit het jaar 2012 af met een voordelig resultaat na bestemming van 85,9 miljoen euro. Een groot deel van dit per saldo voordelige resultaat is opgebouwd uit voordelen op de onderdelen Algemene Ondersteuning en Algemene Middelen en Onvoorzien. Nadelen zijn er op de programma's Stedelijke Ontwikkeling en Gemeentelijke Vastgoed. Bij het raadsvoorstel van deze jaarstukken doen wij voorstellen voor de inzet van dit resultaat (de zgn. bestedings- en dekkingsvoorstellen). In onderstaande tabel is weergegeven hoe het resultaat is opgebouwd. Resultaat na bestemming
Bedrag
Algemene Ondersteuning
24.775
Algemene Middelen
24.500
Werk en Inkomen
13.917
Openbare ruimte en groen
12.201
Bereikbaarheid
11.756
Sport
7.926
Welzijn, Jeugd en volksgezondheid
6.821
Duurzaamheid
3.576
Onderwijs
2.724
Bewoners en Bestuur
913
Cultuur
164
Veiligheid
-827
Gemeentelijk Vastgoed
-6.585
Stedelijke Ontwikkeling
-15.947
Totaal
85.914
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Hieronder worden de resultaten van de programma's op hoofdlijnen toegelicht. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we naar de financiële toelichting in de programma's bij het onderdeel 'wat heeft dat gekost?'.
Algemene ondersteuning De kosten die gemaakt worden ter ondersteuning van het primaire proces worden verantwoord in het programma Algemene Ondersteuning. Het gaat hier om de kosten van BCD en de dienst Ondersteuning (concernoverhead). Het resultaat van het programma Algemene Ondersteuning bedraagt 32,9 miljoen euro positief, bestaande uit een voordeel van 14,9 miljoen euro van de BCD en uit een positief resultaat van 16 miljoen euro van de dienst Ondersteuning. Het voordeel van 14,9 miljoen euro van de BCD wordt voornamelijk veroorzaakt door: Het niet synchroon lopen van de uitgaven van het ICT-investeringsprogramma met het toegekende budget. Dit
•
levert voor het jaar 2012 lagere lasten op van 3,8 miljoen euro. Dit gehele bedrag is al toegewezen aan projecten voor de komende jaren. Van het structurele budget is 1,1 miljoen euro niet besteed.
• De ICT-investeringen uit de jaren 2009, 2010 en 2011 ten onrechte niet zijn geactiveerd. Dat is in 2012 alsnog gebeurd wat heeft geleid tot niet begrote afschrijvingslasten van 1,8 miljoen euro. • Het alsnog activeren van ICT-investeringen uit de jaren 2009, 2010 en 2011 waardoor een positief boekhoudkundig resultaat van 7,7 miljoen euro is ontstaan. • Het niet plaatsvinden van de begrote onttrekking aan de voorziening en de storting in de reserve bestemd voor
cofinanciering en programmarisico's van Europese subsidieprogramma's van 0,9 miljoen euro. Uit het oogpunt van
301
eenvoud en transparantie worden de betreffende voorziening en de reserve samengevoegd. Deze overboeking wordt in 2013 alsnog gerealiseerd. Het positief resultaat van de dienst Ondersteuning bedraagt 8 miljoen euro. Oorzaken hiervan zijn vooral:
• het niet verwerken van de storting in de reserve huurharmonisatie (6 miljoen euro). • Het niet aanspreken van het eigen risico met betrekking tot de brandverzekering in 2012. Hierdoor zijn de lasten 1,5 miljoen euro lager dan begroot. Reductie van het aantal m2 huisvesting (waaronder Jaarbeursplein) dat geleid heeft tot een besparing van • 0,9 miljoen euro. • De ontvangen vergoeding van 0,7 miljoen euro ten behoeve van de gemaakte kosten in verband met het afstoten van het pand in het gebouw Jaarbeursplein. • Hogere begrote opbrengsten dan begroot voor de Grootschalige Basiskaart (0,4 miljoen euro) • Voordeel als gevolg van het uitlenen van personeel (0,3 miljoen euro). Algemene middelen en onvoorzien Algemene middelen en onvoorzien omvat de vrij besteedbare middelen waarover de gemeente beschikt. Hieronder vallen bijvoorbeeld de uitkering uit het Gemeentefonds en de belastingen (met uitzondering van de parkeerbelasting). Het positieve resultaat op algemene middelen en onvoorzien van 24,5 miljoen euro is als volgt opgebouwd. Algemene middelen en onvoorzien
Bedrag
Onroerendezaakbelasting
7.503
Uitkering Gemeentefonds
11.756
Langlopende geldleningen Stelposten Budgetstructuur Leidsche Rijn Overig resultaat Totaal
4.862 697 -740 421 24.500
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Onroerendezaakbelasting Het voordelige resultaat van 7,5 miljoen euro wordt vooral veroorzaakt door hogere ozb-opbrengsten. Voor een deel is deze hogere opbrengst het gevolg van de afwikkeling van balansposten van vóórgaande jaren (4,5 miljoen euro). Daarnaast is over belastingjaar 2012 een voordeel van 2,9 miljoen euro ontstaan vanwege doorwerking uit vóórgaande jaren en een positief effect tengevolge van de waardeontwikkeling zoals bij de opstelling van de Programmabegroting 2012 was voorzien. Uitkering Gemeentefonds De baten uit het Gemeentefonds geven een incidenteel voordeel van 11,8 miljoen euro, vooral ten gevolge van: inwerkingtreding normeringsystematiek vanaf 2012. De uitkering Gemeentefonds gaat weer 'de trap op en de trap
• af' met de rijksuitgaven. Als gevolg hiervan is een voordeel gerealiseerd van 2,2 miljoen euro. • correctie op de jaren 2010 en 2011. De volumegegevens waarmee de algemene uitkering wordt bepaald staan nog
niet stil. Hierdoor wijzigt de algemene uikering voor de achterliggende jaren wat een voordeel van 3,4 miljoen euro oplevert.
• nog met de gemeentelijke organisatieonderdelen te verrekenen corresponderende posten (voordeel 0,9 miljoen euro). Deze worden één op één overgeheveld naar het betreffende programmabudget (zie ook de bijlage corresponderende posten).
• Volumeontwikkeling in 2012 (voordeel 5,3 miljoen euro). Langlopende geldleningen Het resultaat op de langlopende geldleningen is per saldo 4,9 miljoen euro voordelig. Dit resultaat wordt veroorzaakt door rentevoordelen op kortlopende leningen van 1,6 miljoen euro, op langlopende leningen van 1,5 miljoen euro, op rentebaten en bedrijfskosten een voordeel van 0,3 miljoen euro en op de interne baten een voordeel van 1,5 miljoen euro. 302
Overige stelposten Deze gemeentebrede stelposten laten per saldo een voordeel zien van 0,7 miljoen euro. Dit voordeel is voornamelijk opgebouwd uit: Een voordeel van 1,2 miljoen euro doordat de geraamde kosten van bijzondere bijstand nog niet met het
• betreffende programma zijn verrekend. Een • voordeel van 0,5 miljoen euro in verband met de niet geraamde BTW-verrekening met de voorziening Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR). • Een voordeel van 0,4 miljoen euro doordat restant premie van de 62+regeling tot en met 2012 vrij kan vallen. • Een voordeel van 0,1 miljoen euro wegens een niet begrote liquidatie-uitkering Waarborgfonds Bestuursacademie. • Een nadeel van 2, 1 miljoen euro doordat de geraamde kosten van het stadskantoor al op het betreffende programma zijn geboekt maar nog verrekend dienen te worden met de reserve huurharmonisatie. • Een onttrekking 0,5 miljoen euro in verband niet geraamde BTW-verrekening met de reserve Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR).
Budgetstructuur Leidsche Rijn Het voordelig verschil van 0,7 miljoen euro komt onder andere doordat de jaarlasten 2012 nog niet met de diensten zijn verrekend. Dit gebeurt bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Dit doen we jaarlijks door het resultaat op het onderdeel Budgetstructuur Leidsche Rijn toe te voegen aan de programmareserve Algemene Middelen en Onvoorzien en de jaarlasten van de in dat jaar in gebruik genomen voorzieningen aan deze reserve te onttrekken. Overig resultaat Een voordeel op de overige onderdelen van 0,4 miljoen euro is een saldo van het voordeel op de precario-, toeristenen hondenbelasting (0,3 miljoen euro) en een voordeel op de post onvoorzien (0,2 miljoen euro).
Werk en Inkomen Op het programma Werk en Inkomen is een voordeel gerealiseerd van 13,9 miljoen euro. Dit resultaat bestaat hoofdzakelijk uit het onderdeel verstrekken bijstand. Door een hogere rijksbijdrage voor de bijstandsverstrekking (11,2 miljoen euro) en een nadeel op de bijstandsverstrekking als gevolg van toename van het aantal bijstandsgerechtigden en een hogere gemiddelde prijs per uitkering (2,7 miljoen euro) is een voordeel ontstaan van 8,5 miljoen euro. Bij de werkgelegenheidsprojecten zijn de lasten zijn 3 miljoen euro lager dan begroot door lagere uitgaven aan onder andere Fonds stimulering lokale economie (0,974 miljoen euro) en projecten in het kader van Center for Food & Health (2,0 miljoen euro). De uitgaven voor de onderliggende projecten verwachten we in 2013. Daarnaast zijn de lasten 0,9 miljoen euro lager dan begroot als gevolg van fasering van de projecten Kansenzone Overvecht, Wijkeconomie en Utrecht Investment Agency. De lasten voor kinderopvang en het gemeentelijk budget arbeidsmarktbeleid 0,5 miljoen euro lager uitgevallen doordat minder gebruik is gemaakt van de regeling en doordat enkele begrote posten niet in 2012 zijn uitgevoerd of anders zijn gefinancierd. Op het regionaal actieplan bestrijding jeugdwerkloosheid is een overschot van 0,5 miljoen euro ontstaan op het regionale deel van de middelen door een herverdeling over de deelnemende gemeenten.
Openbare Ruimte en Groen Het voordeel binnen het programma Openbare Ruimte en Groen (12,2 miljoen euro) wordt voornamelijk veroorzaakt door enerzijds een voordeel in de lasten door vertraging in de uitvoering van het project 'Wal- en kluismuren' als gevolg van lopende bezwaarprocedures en anderzijds hogere baten uit de riool- en afvalstoffenheffing als gevolg van extra volume 2012 en voordelige afwikkelingsverschillen 2011.
Bereikbaarheid Op het programma Bereikbaarheid is een positief resultaat van 11,8 miljoen euro gerealiseerd. Dit resultaat in belangrijke mate als volgt opgebouwd: Per saldo lagere lasten voor de projecten maatregelen en maatregelen fiets dan geraamd (31,6 miljoen euro) door
•
vertraging van het project Langzaam verkeersbrug RABO (4,0 miljoen euro) en lagere uitgaven aan onder meer fietsroutes en de fietsbrug Oog in Al, (5,6 miljoen euro). Het resterende voordelige verschil van 22,0 miljoen euro wordt veroorzaakt doordat in 2012 bij de Voorjaarsnota dit bedrag is vrijgegeven voor verkeersveiligheidprojecten en de businesscase OVT fietsparkeren terwijl de uitvoering hiervan doorloopt na 2012.
• Per saldo hogere lasten voor de projecten en maatregelen openbaar vervoer (1,3 miljoen euro) door vooral hogere
lasten door OV-verbeterprojecten-BRU en Randstadspoor (1,5 miljoen euro) en hogere baten dan begroot voor HOV Leidsche Rijn (1 miljoen euro) en OV-verbeterprojecten en Randstadspoor (1,4 miljoen euro).
303
• Per saldo lagere lasten voor de projecten en maatregelen autogebruik (6,5 miljoen euro). Dit wordt vooral
veroorzaakt door vertraging op de projecten 24 Oktoberplein (7,9 miljoen euro), Bereikbaarheid Stationsgebied (3,8 miljoen euro) en door hogere lasten voor P+R De Uithof (5,207 miljoen euro), NRU, Westelijke Verdeelring en maatregelen bestaande stad (2,765 miljoen euro). Daarnaast zijn kosten van P+R De Uithof met betrekking tot het gebouw (2,0 miljoen euro) geactiveerd. De baten zijn 4,1 miljoen euro hoger dan geraamd door extra declaraties voor P+R De Uithof (7,6 miljoen euro) en een lagere voor 24 Oktoberplein (3,9 miljoen euro).
• Per saldo lagere lasten voor de projecten en maatregelen lucht (3,1 miljoen euro). Dit wordt vooral veroorzaakt door lagere lasten voor mobiliteitsmanagement, communicatie en gedragscampagne, het actieplan
goederenvervoer, het actieplan schoon vervoer en een verrekening van een FES subsidie met de balans (1 miljoen euro).
• Per saldo lagere lasten bij parkeren (3 miljoen euro) wordt verklaard door lagere lasten van handhaving en vergunningen en het nog niet aanwenden van het beschikbare bedrag (2 miljoen euro) voor aankoop
parkeervoorziening Vaartsche Rijn en door lagere baten door minder opgelegde naheffingen en minder vergunningen als gevolg van het opheffen van parkeerplaatsen in de Binnenstad (1,9 miljoen euro). De onttrekking aan de programmareserve Bereikbaarheid is 33,5 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen op het verloop van uitgaven en inkomsten op de meerjarige doorlopende investeringen bereikbaarheid.
Sport Het voordeel op het programma Sport bedraagt 7,9 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door het deel dat dient ter dekking van de kapitaallasten van sportpark Rijnvliet nog verrekend moet worden met de vaste activa reserve ter dekking van de kapitaallasten (7,3 miljoen euro). Daarnaast zijn er hogere opbrengsten dan begroot (0,4 miljoen euro) door (eerdere) uitbreiding van capaciteit binnen- en buitenaccommodaties en levering van diensten. Ook zijn de lasten bij het onderdeel binnenaccommodaties lager doordat er voor 2012 minder groot onderhoud was gepland aan de sporthallen en gymzalen (0,5 miljoen euro). Door groot onderhoud van installaties en gebouwen van het aquacenter Den Hommel zijn de lasten hoger uitgevallen dan begroot (0,4 miljoen euro).
Welzijn, Jeugd en volksgezondheid Het positieve resultaat op het programma Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid is 6,8 miljoen euro. De belangrijkste oorzaak van dit voordeel een overschot binnen de Wmo van 3,4 miljoen euro. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door hogere eigen bijdragen (die door het CAK worden geïnd, 1,2 miljoen euro) en lagere lasten als gevolg van gunstigere tarieven voor hulpmiddelen en indicatiestellingen, actief sturen op herverstrekkingen, besparingen op onderhoudscontracten en minder woningaanpassingen (2,2 miljoen euro). Daarnaast is door betere samenwerking met andere partijen in de jeugdzorg in aanloop naar de decentralisatie is 0,75 miljoen euro bespaard. Tenslotte zijn de kosten voor transitie AWBZ lager uitgevallen dan begroot vanwege opstart en begeleiding buurtteams (0,6 miljoen euro).
Duurzaamheid Het voordeel van 3,6 miljoen euro binnen het programma Duurzaamheid wordt veroorzaakt door lagere uitgaven in het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie 2011-2012 voornamelijk in de zogenoemde revolverende middelen voor woningen en bedrijvigheid. Voor het nog niet bestede deel van de 'duurzaamheidslening' in het deelprogramma wonen wordt in 2013 in de Uitvoeringsperiode 2013-2014, conform de wens van de gemeenteraad, in een revolverend fonds bedrijvigheid gestort.
Onderwijs In het programma Onderwijs is een positief resultaat van 2,7 miljoen euro ontstaan. Doordat projecten uit het huisvestingsprogramma 2012 en uit de Masterplannen nog niet gerealiseerd of nog in uitvoering zijn, zijn de (kapitaal)lasten 3,5 miljoen lager dan begroot. Bij de voortgangsrapportage Masterplannen Onderwijs 2012 is besloten van dit bedrag 2 miljoen euro toe te voegen aan de dekking van het Masterplan. Tevens is er minder gebruik gemaakt van tijdelijke huisvesting waardoor de lasten 0,8 miljoen euro lager zijn uitgevallen. Daartegenover staan hogere uitgaven voor huisvestingsprogramma's tot en met 2011 (1,9 miljoen) en door kosten asbestsanering in diverse schoolgebouwen (1 miljoen euro). Verder is door de vaststelling van subsidies van voorgaande jaren is 1 miljoen euro teruggevorderd omdat instellingen hun prestaties niet hebben behaald. Ook is een voordeel gerealiseerd door bijdragen van schoolbesturen voor onderhoud, exploitatie en binnenmilieu (0,4 miljoen euro) en doordat zijn minder en lagere subsidies zijn toegekend op leerlingenzorg en gymmen en bewegen (0,4 miljoen euro). De baten van de bibliotheek zijn 0,2 miljoen euro lager als gevolg van minder inkomsten uit abonnementen. 304
Bewoners en Bestuur Het voordelig saldo van het programma Bewoners- en Bestuur bedraagt 0,9 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door een voordeel op het leefbaarheidbudget van 1,5 miljoen euro. Daartegen over staat een nadeel op het onderdeel wijkbureau's van 1,1 miljoen euro. Tevens zijn er voordelen (0,8 miljoen euro) gerealiseerd bij de dienst Raadsorganen door de afschaffing van de gemeentelijke Ombudsman, het einde van de wachtgeldverplichtingen, de verlaging van de kosten voor drukwerk en catering, het overschot op het budget voor onderzoek en inhuur externen en de verlaging van de kosten voor de pensioenvoorziening.
Cultuur In het programma Cultuur is een positief resultaat van 0,2 miljoen euro gerealiseerd. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een positief exploitatiesaldo van 1,3 miljoen euro van het Muziekcentrum Vredenburg. Hiervan is 1 miljoen euro vanwege een geplande onderbesteding ter egalisatie van huisvestingslasten die in eerdere jaren ten laste van de bedrijfsreserve gebracht zijn. Daarnaast is door kosten in verband met het Utrecht Culturele Hoofdstad een nadeel van 1,2 miljoen euro ontstaan dat nog gedekt moeten worden uit de betreffende reserve.
Veiligheid Het nadelig resultaat op het programma Veiligheid bedraagt 0,8 miljoen euro. Vanwege een extra bijdrage aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) van 0,7 miljoen euro zijn de lasten hoger uitgevallen. Deze extra bijdrage betrof de inhaalslag gebruikersvergunningen (0,4 miljoen euro) en anderzijds werkzaamheden in verband met de aanleg van de A2-tunnel (0,3 miljoen euro). De gemaakte kosten als gevolg van het asbestincident Kanaleneiland heeft in 2012 tot een nadeel geleid van 0,6 miljoen euro. Ten slotte zorgde de hoger uitgevallen inzet van Toezicht en Handhaving voor diverse onderdelen van het programma Veiligheid voor een nadeel (0,5 miljoen euro). Door onderbesteding van het activiteitenbudget voor wijkveiligheid is in 2012 een voordeel ontstaan (0,3 miljoen euro). Daarnaast is door de terugbetaling van de bijdrage aan het RIEC een voordeel gerealiseerd (0,1 miljoen euro). Tenslotte zijn de apparaatskosten van de afdeling Veiligheid 0,4 miljoen euro lager uitgevallen dan begroot.
Gemeentelijk vastgoed Op het programma Gemeentelijk vastgoed is een nadelig resultaat van 6,6 miljoen euro gerealiseerd. Dit resultaat bestaat op hoofdlijnen uit: Lagere kapitaallasten van 3 miljoen euro dan geraamd vanwege de herberekening van de afschrijvingstermijn van
• gebouwgebonden installaties van 10 naar 40 jaar. • Hogere lasten van 1,8 miljoen euro door de ingebruikname van nieuwe investeringen. • Bijdrage aan het Utrechts Archief (HUA) van 1,6 miljoen euro voor het project Alexander Numankade dat nog onttrokken moet worden aan de betreffende vaste activa reserve. • Begrotingstechnische overschrijding van 2,4 miljoen euro doordat de bij de Voorjaarsnota 2011 besloten
taakstelling op de verkoop van vastgoed 2011 voor 2,4 miljoen euro in 2013 en 2014 als raming is opgenomen in 2012.
• Lagere baten van 4 miljoen euro doordat de realisatie van 'verkoop vastgoed' in het programma Stedelijke Ontwikkeling is verantwoord in plaats van in dit programma.
Stedelijke ontwikkeling In programma Stedelijke Ontwikkeling is een nadelig resultaat gerealiseerd van 16,0 miljoen euro. De grootste onderdelen hiervan zijn Leidsche Rijn en Stationsgebied. Op het onderdeel Leidsche Rijn is een nadeel gerealiseerd van 16,0 miljoen euro. Dit is vooral veroorzaakt door een verslechtering van het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn met 36,8 miljoen euro. Daarnaast is er een voordeel van 21,5 miljoen als gevolg van de inkooptaakstelling. Voor details verwijzen we naar de Bestuursrapportage Leidsche Rijn 2013. Op het onderdeel Stationsgebied is een nadeel gerealiseerd van 7,7 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door een verslechtering van het eindsaldo van de grondexploitatie Stationsgebied van nul naar 9,3 miljoen euro negatief. Om deze reden hebben wij de voorziening grondexploitatie Stationsgebied verhoogd met dit bedrag. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Stationsgebied 2013. Daarnaast is er buiten de grondexploitatie Stationsgebied een voordeel gerealiseerd van 1,6 miljoen euro op de incidentele kosten van het krediet Stadskantoor, Stenen en Middelen. Het budget voor deze incidentele kosten is over de jaren 2011 tot en met 2014 verdeeld. De daadwerkelijke uitgaven sluiten echter niet precies aan op deze verdeling.
305
Het overige verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door: hogere opbrengst verkoop gemeentelijk vastgoed (7,5 miljoen euro)
• • uitgestelde verkoop van vastgoed bij ontbinding van de Wijk OntwikkelingsMaatschappij (WOM) Lombok) (2,3 miljoen euro) • niet geraamde compensatie voor het vervallen van een jaarlijkse canonbetaling als gevolg van de conversie van een erfpachtovereenkomst (1,7 miljoen euro)
3.7.2 Hogere of lagere lasten in verband met hogere of lagere baten Op verschillende programma’s zijn de gerealiseerde lasten en baten hoger dan in de actuele begroting, zonder dat dit gevolgen heeft voor het resultaat. Dit is bijvoorbeeld het geval als een niet begrote rijksbijdrage ontvangen is, die vervolgens ook uitgegeven is. Het saldo van de lasten en baten is dan nul, maar de kosten en opbrengsten waren wel hoger dan geraamd. In deze paragraaf besteden we aandacht aan dergelijke verschillen. Naast rijksuitgaven kunnen deze ook hun oorzaak hebben in afrekeningen oude jaren dan wel omzetverhogende of -verlagende posten.
Werk en Inkomen Binnen het programma Werk en Inkomen zijn de lasten en baten 0,9 miljoen euro lager dan begroot vanwege: hogere lasten en baten in verband met ontvangst en uitgave van niet begrote Europese subsidie voor het project
• Wijkeconomie (0,5 miljoen euro). • lagere lasten en baten op het Participatiebudget doordat begrote baten in de realisatie zijn geboekt als lagere lasten (0,6 miljoen euro). • lagere lasten en baten als gevolg van de financiële afwikkeling project Jongerenloket (0,2 miljoen euro). • lagere lasten en baten woon- en werkgemeenten sociale werkvoorziening (0,7 miljoen euro). • hogere lasten en baten door meer gerealiseerde inburgeringstrajecten gefinancierd met meeneemregeling Participatiebudget 2011 (0,2 miljoen euro). • lagere lasten en baten als gevolg van lagere Rijksbijdrage voor volwasseneducatie (0,1 miljoen euro). Openbare Ruimte en Groen
De hogere lasten en baten van 0,5 miljoen euro in het programma Openbare Ruimte en Groen worden veroorzaakt door herstelde schades in de openbare ruimte die zijn verhaald op derden.
Bereikbaarheid De lasten en baten in het programma Bereikbaarheid zijn 18,2 miljoen euro hoger dan begroot. Dit wordt enerzijds verklaard doordat tegenover de aankoopkosten van Cranenborgh een ontvangen bijdrage van 22 miljoen euro staat. Anderzijds zijn de lasten en baten van het project Westtangent fase 1 en 2 3,8 miljoen euro lager.
Sport De hogere lasten en baten van 0,03 miljoen euro betreffen de uitvoering van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) en de Impuls Beweegkuur. Beide regelingen worden bekostigd uit rijksmiddelen.
Onderwijs In het programma Onderwijs zijn de lasten en baten 2,3 miljoen lager vanwege de fasering van de uitvoering van het Bestuursakkoord Onderwijsachterstanden VVE / Verlengde leertijd (2012/2015) dat uit rijksmiddelen wordt gedekt.
Bewoners en bestuur De hogere lasten en baten in het programma Bewoners en Bestuur van 1,6 miljoen euro wordt veroorzaakt doordat vanwege fiscaal technische redenen het Utrechts Vastgoed Bedrijf het budget voor gebruikersinvesteringen heeft overgedragen aan het programma Bewoners en Bestuur, zodat het programma op haar beurt weer een bijdrage voor gebruikersinvesteringen ter beschikking kon stellen aan Het Utrechts Archief.
Veiligheid De lasten en baten zijn 0,6 miljoen euro hoger dan begroot vanwege niet rijksbijdragen voor de aanpak van Marokkaans-Nederlandse risicojongeren (0,2 miljoen euro) en voor het project Innovatieve Maatschappelijk Veiligheid (0,1 miljoen euro), en provinciale bijdragen voor nazorg detentie (0,1 miljoen euro) en het project Wrap around Care (0,2 miljoen euro).
306
Gemeentelijk Vastgoed De lasten en baten in het programma Vastgoed zijn 2,0 miljoen euro hoger uitgevallen dan geraamd. Aan de ene kant zijn de lasten 2,5 miljoen euro hoger door de exploitatie van strategische verwervingen, de exploitatie van het Veemarktterrein en werken voor derden waarvoor vergoedingen zijn ontvangen. Aan de andere kant zijn de lasten voor servicekosten van multifunctionele accommodaties 0,5 miljoen euro lager dan geraamd waar tegenover lagere ontvangsten van de partners van deze accommodaties staan.
Stedelijke Ontwikkeling In het programma Stedelijke Ontwikkeling zijn de lasten en baten 41,6 miljoen hoger / lager uitgavellen dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door: hogere lasten en baten die voortvloeien uit de manier van vertantwoorden van de conversie van erfpachtrechten
• van Portaal (45 miljoen euro). • lagere lasten en baten vanwege lagere uitkering planschades die verhaald kunnen worden op particuliere initiatiefnemers (0,3 miljoen euro). • hogere lasten en baten op investeringsprojecten van gebiedsmanagement (0,4 miljoen euro) • lagere lasten en baten op de lopende grondexploitaties (4,7 miljoen euro). • hogere lasten en baten door uitvoering van het project Portico waarvoor Europese subsidie is ontvangen (1 miljoen euro). • lagere lasten en baten voor archeologisch onderzoek (0,4 miljoen euro). • lagere lasten en baten vanwege het sluiten van anterieure overeenkomsten met ontwikkelende partijen voor het verhalen van plankosten (0,2 miljoen euro).
3.7.3. Incidentele baten en lasten In onderstaande tabel zijn de belangrijkste incidentele baten en lasten vanuit de realisatie 2012 gespecificeerd. Uitgangspunten die bij het samenstellen van dit overzicht zijn gehanteerd zijn: alleen posten van materiële betekenis zijn opgenomen (minimaal 0,5 miljoen euro)
• • posten als incidenteel worden aangemerkt indien sprake is van eenmalige baten en lasten • de resultaten van de lang(er)durende programma's niet als incidenteel zijn aangemerkt, zoals het programma Bereikbaarheid en de grondexploitaties (w.o. Stationsgebied en Leidsche Rijn)
De incidentele baten en lasten zijn verantwoord en verder toegelicht op de programma's. Via de bestedings- en dekkingsvoorstellen worden (o.a.) de incidentele baten en lasten verwerkt bij resultaatbestemming. Programma
Omschrijving
Lasten
Baten
Algemene Ondersteuning Afschrijvingslasten activeren ICT investeringen 2009-2011
5,9
Niet aanspreken eigen risico brandverzekering
1,5
Reductie van het aantal m2 huisvesting
0,9
Ontvangen vergoeding afstoten pand in gebouw Jaarbeursplein
0,7
Vrijval reserve Europese subsidies
0,4
Vrijval reserve Flexibele Arbeidsvoorwaarden
0,2
Algemene Middelen Afwikkeling balansposten OZB van vóórgaande jaren
4,5
Gemeentefonds: normeringsystematiek, correctie op de jaren 2010 en 2011 en volumeontwikkeling 2012
10,9
Resultaat langlopende geldleningen
4,9
Werk en Inkomen Europese subsidie voor het project Wijkeconomie
-0,5
0,5
Herverdeling middelen regionaal actieplan bestrijding jeugdwerkloosheid
0,5
307
Programma
Omschrijving
Lasten
Baten
Openbare ruimte en groen Verhalen herstelde schades openbare ruimte op derden
-0,5
0,5
Extra volume en afwikkelingsverschillen rioolheffing
0,8
Extra volume en afwikkelingsverschillen afvalstoffenheffing
2,3
Onttrekking egalisatiereserve afvalstoffenheffing voor algemene middelen en dekking gevolgen tariefsdifferentiatie
1,9
Bereikbaarheid Onttrekking egalisatiereserve parkeerexploitatie voor algemene middelen
1,0
Onderwijs Minder gebruik tijdelijke huisvesting
0,8
Huisvestingsprogramma's
-1,9
Kosten asbestsanering
-1,0
Terugvordering subsidies
1,0
Bewoners en Bestuur Minder uitgaven leefbaarheidsbudget
1,5
Nadeel wijkbureaus
-1,1
Kosten als gevolg van het asbestincident Kanaleneiland
-0,6
Veiligheid Gemeentelijk Vastgoed Herberekening afschrijvingstermijn gebouwgebonden installaties
3,0
Raming taakstelling verkoop vastgoed 2013 en 2014 in 2012.
-2,4
Stedelijke Ontwikkeling Europese subsidie project Portico Incidentele kosten krediet Stadskantoor
-1,0
Compensatie conversie erfpachtovereenkomst Totaal
1,7 7,2
Bedragen zijn in miljoenen euro’s.
3.7.4 Topinkomens Met ingang van 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van kracht. Deze wet bepaalt dat inkomens die hoger zijn dan het inkomen van een minister, in de jaarrekening vermeld moeten worden. Binnen de Gemeente Utrecht waren in 2012 geen medewerkers die dergelijke topinkomens hebben ontvangen.
308
1,0
1,6
31,8
Bijlagen Financiële bijlagen
309
Staat van reserves Omschrijving
Saldo per
B&D voorstellen
Saldo per
Onttrekkingen
Toevoegingen
Saldo per
31-12-11
2011
01-01-12
2012
2012
31-12-12
Algemene reserve
90.950
0
90.950
13.000
-3.965
73.985
Algemene dekkingsreserve
41.587
63.210
104.797
85.261
44.198
63.734
Dienstbedrijfsreserves Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie Totaal algemene reserve Programmareserve Bewoners en bestuur
8.461
-3.675
4.786
2.730
5.399
7.455
-64.100
-76.575
-140.675
0
105.875
-34.800
76.898
-17.040
59.859
100.991
151.506
110.374
7
0
7
0
0
7
47.492
11.498
58.990
6.705
2.495
54.780
Programmareserve Duurzaamheid
0
12.378
12.378
0
0
12.378
Programmareserve Bereikbaarheid
123.455
936
124.391
52.554
2.000
73.837 6.297
Programmareserve Stedelijke Ontwikkeling
Programmareserve Openbare Ruimte en Groen
8.679
-467
8.212
1.916
0
Programmareserve Werk en Inkomen
4.342
-1.893
2.449
1.128
1.128
2.449
21.688
311
21.999
2.214
2.353
22.138
Programmareserve Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
8.154
-1.031
7.123
852
945
7.216
Programmareserve Veiligheid
1.015
0
1.015
463
0
552
Programmareserve Cultuur
4.622
-305
4.317
839
2.500
5.977
Programmareserve Sport
6.554
-1.618
4.936
1.011
23
3.949
Programmareserve Vastgoed
4.274
3.079
7.353
2.991
6.218
10.580
10.024
962
10.986
666
11.298
21.618
9.256
8.994
18.250
5.215
0
13.035
Totaal Programmareserves
249.564
32.844
282.408
76.554
28.961
234.814
Reserves ten bate van vaste activa
192.936
0
192.936
1.706
5.385
196.615
Totaal
519.398
15.804
535.202
179.251
185.852
541.803
Programmareserve Onderwijs
Algemene Middelen Algemene Ondersteuning
Bedragen zijn in duizenden euro's.
310
De toevoegingen en onttrekkingen sluiten niet volledig aan op de financiële tabellen in de programmateksten. Dit komt doordat dit overzicht uitgaat van de effecten op de balans en de financiële tabellen zijn gebaseerd op de exploitatierekening. Het verschil is vooral te zien bij de algemene reserve. Op de balans is een onttrekking aan de algemene reserve bij de algemene reserve te zien. Dit kan echter een onttrekking zijn ten gunste van een programma. In de exploitatie staat de onttrekking dan bij het betreffende programma. De mutaties uit de kolom 'B&D 2011' betreffen de administratieve verwerking van de geaccordeerde bestedings- en dekkingsvoorstellen van de jaarstukken 2011.
311
Staat van voorzieningen Saldo per Omschrijving Programma Bewoners en Bestuur Programma Stedelijke Ontwikkeling Programma Openbare Ruimte en Groen
31-12-2011
Saldo per Toevoegingen 2012
Onttrekkingen 2013
31-12-12
102
0
102
0
94.696
18.780
10.472
103.003
5.943
2.281
1.485
6.739
Programma Werk en Inkomen
644
283
564
363
Programma Onderwijs
179
0
29
151
98
250
98
250
Programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Algemene Middelen
1.000
154
1.000
154
Algemene Ondersteuning
43
8.174
0
8.217
Totaal risicovoorziening
102.705
29.922
13.748
118.879
4.143
296
238
4.202
Programma Bewoners en Bestuur Programma Bereikbaarheid Programma Openbare Ruimte en Groen Programma Onderwijs
197
0
10
187
2.839
37
357
2.518
88
0
0
88
Programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
332
0
186
146
Algemene Ondersteuning
603
1
165
439
8.202
334
957
7.580 16.616
Totaal egalisatievoorzieningen Programma Stedelijke Ontwikkeling
19.995
-305
3.073
Programma Duurzaamheid
10.199
-8.797
588
814
Programma Bereikbaarheid
25.998
377
18.589
7.786
Programma Openbare Ruimte en Groen
0
13.491
13.491
0
41
0
41
0
Programma Cultuur
136
0
0
136
Algemene Ondersteuning
860
0
0
860
57.229
4.766
35.782
26.212
168.136
35.022
50.486
152.670
Programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
Totaal van derden ontvangen bestemmingsbedragen Totaal voorzieningen Bedragen zijn in duizenden euro's. 312
De bedragen in deze tabel wijken af met het saldo 31 december 2011 van de bedragen zoals opgenomen in de balans. Dit wordt veroorzaakt doordat de balanspositie conform BBV netto wordt gepresenteerd. Omschrijving Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2011
Saldo 31-12-2012
168.135
152.670
Netto presentatie
-20.497
-20.020
Totaal balanspositie
147.638
132.650
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
313
Toelichting op de staat van reserves Stand
B&D voorstellen
Stand
Onttrekking
Storting
Stand
31-12-2011
2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
Algemene dekkingsreserve
41.587
63.210
104.797
85.261
44.198
63.734
Algemene reserve
90.950
0
90.950
13.000
-3.965
73.985
bedrijfsreserve SW
2.413
-438
1.975
55
0
1.920
bedrijfsreserve BCD
1.905
0
1.905
928
0
977
bedrijfsreserve GBU
-157
174
17
0
0
17
bedrijfsreserve Raadsorganen
-429
169
-260
0
0
-260
Omschrijving
bedrijfsreserve DGM
70
-34
36
0
34
70
bedrijfsreserve MCV
850
454
1.304
871
0
433
bedrijfsreserve SSB
120
386
506
506
0
0
bedrijfsreserve SO
1.061
140
1.201
122
5.365
2.648
bedrijfsreserve DMO
2.057
-4.652
-2.595
5.365
2.770
507
247
0
260
64
126
190
0
0
190
-64.100
-76.575
-140.675
0
105.875
-34.800
76.898
-17.040
59.859
100.991
151.506
110.374
bedrijfsreserve GGenGD bedrijfsreserve DBG
507
bedrijfsreserve grondexploitaties Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's Algemene dekkingsreserve De algemene dekkingsreserve wordt enerzijds gebruikt voor het genereren van rente. De rente-inkomsten zijn structureel opgenomen in de exploitatie. Anderzijds wordt de algemene dekkingsreserve gebruikt voor concernbrede reserveringen zoals egalisatie van de meerjarenraming. De stand per 31 december 2012 bedraagt 63,734 miljoen euro. Algemene reserve De algemene reserve maakt deel uit van het gemeentebreed weerstandsvermogen. De noodzakelijke hoogte daarvan wordt jaarlijks bepaald in de paragraaf Weerstandsvermogen de programmabegroting en van de jaarstukken.
Bedrijfsreserves Bedrijfsreserve DMO Op grond van de besluitvorming rond de verantwoording 2011 is een bedrag van 4,652 miljoen euro aan de reserve onttrokken. Op grond van de besluitvorming rond de begroting 2012 is een bedrag van 5,365 miljoen euro aan de reserve toegevoegd. In verband met de uitvoering van het Amendement Spekman is besloten om de inzet van middelen te spreiden. Via een begrotingswijziging in 2010 zijn de middelen aan de reserve toegevoegd. Conform die besluitvorming wordt in 2012 een bedrag van 0,122 miljoen euro aan de reserve onttrokken. Bedrijfsreserve SW Conform voorjaarsnota 2012 is de bedrijfsreserve gebracht op de minimum norm van 1.920 . Hiertoe is de bedrijfsreserve verlaagd met 55. Bedrijfsreserve BCD De dienstbedrijfsreserve is achtervang voor het opvangen van de risico’s van de dienst. In de Voorjaarsnota 2012 zijn de bedrijfsreserves die boven het minimum stonden, afgeroomd tot de minimumnorm. Voor de BCD is de minimumnorm 0,65 miljoen euro. De stand van de bedrijfsreserve is echter 0,327 miljoen euro hoger omdat de gemeenteraad op 5 juli 2012 heeft ingestemd met het raadsvoorstel 'Verwerking financiële gevolgen voortgangsrapportage Muziekpaleis'. In dit voorstel staat dat de bestuurskosten voor de toekomstige samenwerking à 314
0,327 miljoen euro worden gedekt door de Bestuurs- en Concerndienst. De dekking van dit bedrag is (tijdelijk) gestort in de dienstbedrijfsreserve. Bij de Verantwoording 2012 zal dit bedrag worden overgeboekt naar de Projectorganisatie Stationsgebied. Daarna staat de bedrijfsreserve op de minimumnorm. Bedrijfsreserve Raadsorganen Het negatieve saldo van de bedrijfsreserve van Dienst Raadsorganen is vorig jaar verminderd vanwege het positieve resultaat over boekjaar 2011. Ook 2012 kent een positief resultaat. Bovendien ligt er een plan van aanpak om de reserve weer aan te vullen. Bedrijfsreserve MCV De reservemutatie resultaat 2011 is conform bestuurlijk goedgekeurde besteding en dekkingvoorstellen verwerkt
• in 2012. 0,165 miljoen euro is onttrokken aan de bedrijfsreserve ter dekking van verwachte frictie kosten 2012 naar • aanleiding van de reorganisatie 2009. • 0,706 miljoen euro is conform bestuurlijke besluitvorming voortgangsrapportage Muziekpaleis overgeheveld van
de bedrijfsreserve MCV naar de bestemmingsreserve MCV/Muziekpaleis onder het programma Algemene Middelen
•
en Onvoorzien. (0,038 miljoen euro reservemutatie resultaat 2011 is per abuis verwerkt ten gunste van bedrijfsreserve frictie in plaats van bedrijfsreserve overig, dit is technisch gecorrigeerd in 2012).
Bedrijfsreserve SSB De reserve wordt opgeheven per 31-12-2012 in verband met de verzelfstandiging van de Stadsschouwburg Utrecht. Bedrijfsreserve GGGD Conform besluitvorming is de reserve afgeroomd tot het minimumniveau van de reserve. Bedrijfsreserve grondexploitatie Op grond van wettelijke voorschriften dient voor een verwacht tekort in de grondexploitatie een voorziening getroffen te worden. De dotaties aan deze verliesvoorziening worden ten laste gebracht van de Bedrijfsreserve Gondexploitaties. Per 31-12-2011 is het tekort Leidsche Rijn 96,5 miljoen euro en dit bedrag is gedekt uit de dienstbedrijfsreserve. Naast het verwachte tekort zijn ook taakstellingen die niet gerealiseerd zijn, met een totaal van 6,5 miljoen euro, ten laste van de reserve gebracht. Voor de grondexploitatie van het Stationsgebied was het tekort per 31-12-2011 37,7 miljoen euro. Voor dit bedrag is voor ook een voorziening getroffen die is gedekt uit de Dienstbedrijfsreserve Projectorganisatie Stationsgebied. Voor zowel Leidsche Rijn als het Stationsgebied zijn in 2012 verschillende maatregelen genomen om het verwachte tekort terug te kunnen dringen. Dit heeft geresulteerd in een storting in 2012 in de Bedrijfsreserve grondexploitatie van respectievelijk 68,2 miljoen euro voor Leidsche Rijn en 37,7 miljoen euro voor POS. Per saldo resteert per 31-122012 een negatieve Bedrijfsreserve Leidsche Rijn van 34,8 miljoen euro. De dienstbedrijfsreserve POS staat per ultimo 2012 op nul.
Programmareserve Bewoners en Bestuur B&D Stand
voorstellen
Stand 1-1-
Onttrekking
Storting
Stand
31-12-2011
2011
2012
2012
2012
31-12-2012
Verkiezingen
9
0
9
0
0
9
Totaal
7
0
7
0
0
7
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
315
Verkiezingen De reservering is bedoeld om de kosten die met verkiezingen samenhangen te egaliseren. Het saldo per ultimo 2012 is bestemd voor egalisatie verkiezingskosten. De minimale omvang van de reservering is nihil.
Programmareserve Stedelijke Ontwikkeling B&D Omschrijving
Stand
voorstellen
Stand
Onttrekking
Storting
Stand
31-12-2011
2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
13.425
286
13.711
0
0
13.711
0
560
560
0
0
560
3.262
-305
2.957
0
0
2.957
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Woonruimteonttrekkingsreserve Woonfonds Project ruimtelijke informatie Egalisatiereserve bouwleges Ondersteuning Handhaven Utrechts restauratiefonds (URF)
92
92
0
0
92
1.554
1.554
0
0
1.554
175
175
0
0
175
3.502
3.502
0
0
3.502
174
1.094
0
0
1.094
Archeologisch museum Leidsche Rijn
920
Revolverend fonds woningrenovatie
762
762
0
0
762
Grondexploitatie
5.973
10.783
16.756
4.318
2.495
14.933
Geluidswal
5.500
0
5.500
0
0
5.500
Krachtwijken
12.327
0
12.327
2.387
0
9.940
Totaal
47.492
11.498
58.990
6.705
2.495
54.780
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Stimuleringsfonds volkshuisvesting (revolverend) Ingesteld op: 01-01-1997 GV 16-1997. Eindigt op: 2020 (naar verwachting bij herinrichting). Vanuit het stimuleringsfonds volkshuisvesting (SVN) worden startersleningen en laagrentende leningen verstrekt ter stimulering van de woningmarkt. Het revolverende fonds wordt gevoed uit de opbrengst van rente op uitstaande leningen na aftrek van beheerkosten. Verstrekte leningen staan verantwoord op de balans onder Financiële vaste activa - Overige langlopende leningen. Woonruimteonttrekkingsreserve Bij het onttrekken aan de reservering voor woonruimte worden compensatie bedragen in rekening gebracht. Deze gelden mogen enkel worden aangewend om nieuwe woonruimte te creëren, zoals het project 'wonen boven winkels'. Woonfonds Ingesteld op: 03-04-2003 / GV96 – 2003. Eindigt op: 2020 (afhankelijk van afwikkeling VH-leningen). Het woonfonds wordt ingezet voor bijzondere doelgroepen en initiatieven die extra woonvoorzieningen vragen die niet in het reguliere pakket zijn opgenomen. De voeding van en onttrekkingen aan het fonds geschiedt door de afwikkeling van oude volkshuisvestingstelijke regelingen. Naar de aard van het fonds worden voorstellen gedaan voor besteding van daarbij vrijvallende middelen. Project ruimtelijke informatie Ingesteld op: 2 juni 2005 (raadsbesluit 2004). Eindigt op: 2012 (afhankelijk van bereikte effecten). In het kader van informatie management is een aantal ruimtelijke informatievoorziening projecten (zoals digitalisering bestemmingsplannen) gedefinieerd. Deze worden met middelen uit deze voorziening gerealiseerd. Niet alle projecten zijn afgerond.
316
Egalisatiereserve bouwleges Ingesteld op: 31-12-1997. Eindigt op: 2020 (afhankelijk van de tariefstelling in relatie tot kostendekkendheid en de ontwikkeling van de bouwproductie). De leges worden in rekening gebracht bij het verlenen van de bouwvergunning. De controle op de uitvoering ervan vindt meestal plaats in het jaar daarna, zodat er een discrepantie optreedt tussen lasten en baten. Om bij plotselinge terugval van het aantal aangevraagde vergunningen deze kosten op te vangen is circa 3 miljoen euro nodig. Dit is inherent aan ongeveer 50% van de toezichthoudende capaciteit, rekening houdend met de flexibele invulling van een deel daarvan. Omdat de reserve niet negatief mag zijn is om dezelfde reden de ondergrens van deze reserve opgetrokken naar 2 miljoen euro, waarmee het maximum bepaald wordt op 5 miljoen euro. Het doel van de egalisatiereserve bouwleges (minimale omvang 2 miljoen euro) is de schommelingen in de opbrengsten van de leges en de daarmee samenhangende tarieven als gevolg van een fluctuerende vraag om (bouw)vergunningen op te vangen. Incidentele meeropbrengsten worden ten gunste van deze reserve geboekt. Ondersteuning Handhaven Ingesteld op: 01-01-2006. Eindigt op: 2020 (afhankelijk van het bereikte effect) Vanuit de reserve Ondersteuning handhaving worden handhavingacties gefinancierd. Utrechts restauratiefonds (revolverend) Ingesteld op: 2007 (verantwoording 2006). Eindigt op: n.v.t. (betreft een revolverend fonds). Bij raadsbesluit van 7 december 2005 is het Utrechts Restauratiefonds (URF) ingesteld. Het fonds wordt beheerd door het Nationaal Restauratiefonds (NRF). Vanuit het fonds worden revolverende leningen verstrekt. De betaalde rente en aflossing op de verstrekte leningen wordt weer toegevoegd aan het fonds om vervolgens weer nieuwe leningen te verstrekken. Deze bestemmingsreserve staat tegenover de deelneming in het revolverend fonds URF (vermeld op de gemeentebalans onder financiële activa). Het NRF verstrekt periodiek rapportages over de uitvoering van het URF. Zowel uit het Utrechts restauratiefonds als het revolverend fonds woningrenovatie worden laagrentende leningen verstrekt ter ondersteuning van particuliere eigenaren. Het restauratiefond richt zich op de gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Bij herprogrammering ISV-2 is besloten een bedrag van 0,5 miljoen euro in het restauratiefonds te storten. Bij de woningrenovatie wordt de doelgroep gevormd door kleine VVE's met matige en slechte woningen. Archeologisch museum Leidsche Rijn Ingesteld op: 1998. Uitvoering is volgend op de gebiedsontwikkeling en sluit niet altijd aan op de beschikbare jaarbudgetten. Om die reden wordt jaarlijks het positief of negatief resultaat op de exploitatie (Frictiefonds Leidsche Rijn) verrekend met de bestemmingsreserve. Ten behoeve van het ontwikkelen van het cultuurcentrum Hoge Woerd, ondermeer gericht op archeologische presentatie, educatie en cultuurhistorie, specifiek ter dekking van een deel van de toekomstige kapitaalslasten. Revolverend fonds woningrenovatie Ingesteld bij: Verantwoording 2008. Geen einddatum vanwege revolverend karakter. Het fonds is in het leven geroepen (november 2007) voor het verstrekken van zachte leningen aan eigenaar/bewoners die deelnemen aan gemeentelijke renovatieprojecten. Sinds 2010 zijn er ook daadwerkelijk gelden gereserveerd en verplichtingen aangegaan. Grondexploitatie De reservering is ten behoeve van het opvangen van niet begrote financiële tegenvallers in grondexploitatieprojecten en ten behoeve van het afdekken van financiële risico's bij het nemen van initiatieven in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De noodzakelijke omvang wordt jaarlijks bij het opstellen van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties bijgesteld. Daarin worden twee normen gehanteerd: a) de omvang van de reserve minus de omvang van de claims op de reserve is minimaal gelijk aan niet begrote negatieve financiële risico's in de grondexploitatieprojecten; b) de omvang van de reserve is minimaal gelijk aan 10% van de verwachte toekomstige investeringen in grondexploitatieprojecten.
317
In 2012 is er (per saldo) 2,495 miljoen euro toegevoegd aan de reserve grondexploitaties. Een bedrag van 3,900 miljoen euro betreft een bijdrage vanuit het fysieke domein. Deze is nodig om binnen de reserve de risico's van de lopende grondexploitaties te kunnen opvangen. Een bedrag van 0,1405 miljoen euro betreft een naar beneden bijgestelde raming voor de plankosten Rijnenburg. Er is een bedrag van 4,318 miljoen euro onttrokken uit de reserve in verband met de jaarlijkse afdracht aan het concern (3,486 miljoen euro), promotie en acquisitie (0,080 miljoen euro) en dekking product gebiedsmanagement (0,752 miljoen euro). Geluidswal Woerden Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2005 is een bedrag beschikbaar gesteld van 5,5 miljoen euro ter gedeeltelijke dekking van de uitgaven van de geluidswal Woerden (Verlenging geluidswal Veldhuizen). De bestemmingsreserve zullen we na realisatie van de geluidswal aanwenden. Onttrekkingen mogen alleen plaatsvinden in verband met de kosten van de geluidswal. Er vinden geen aanvullende stortingen plaats. Er hebben zich nog geen mutaties voorgedaan. Krachtwijken De reservering is ingesteld bij de bestuursrapportage 2008. Op basis van de beschikbare financiële middelen (van Rijk, provincie, corporaties en gemeente) worden de komende jaren projecten ontwikkeld en uitgevoerd gericht op duurzame verbeteringen in de Utrechtse Krachtwijken. Voor de uitvoering van de in de planning voor 2012 opgenomen projecten was een onttrekking uit de reserve Krachtwijken nodig van 2,026 miljoen euro. In 2008 is er 1,500 miljoen euro aan de reserve toegevoegd voor de uitvoering van het Prins Bernhardplein, In 2012 is er 0,360 miljoen euro onttrokken om de gemaakte kosten te dekken.
Programmareserve Duurzaamheid Stand per
Resultaat
Stand
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
31-12-2012
2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
0
185
185
0
0
185
Utrechtse Energie
0
12.193
12.193
0
0
12.193
Totaal
0
12.378
12.378
0
0
12.378
Omschrijving Energiemaatregelen Utrechtse Scholen
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Energiemaatregelen Utrechtse Scholen Bij de berekening van de verwachte voordelen als gevolg van energiemaatregelen aan Utrechtse scholen in het kader van Utrechtse Energie is uitgegaan van bepaalde parameters (bijvoorbeeld verwachte toename van energiekosten). Met de schoolbesturen zijn overeenkomsten gesloten waarin hun aandeel in de investering is vastgelegd op basis van de verwachte besparingen. Als nadien zal blijken dat de verwachte besparing onvoldoende zijn behaald als gevolg van afwijkingen in de contractueel vastgelegde parameters, dan zijn wij als gemeente gehouden de schoolbesturen daarvoor financieel te compenseren. Utrechtse Energie Deze reserve is bestemd voor de uitvoering van het programma Utrechtse Energie! 2011-2014. Eind mei 2011 stemde de gemeenteraad met dit programma in en met het Uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie! 2011-2012.. Om tot uitvoering te kunnen komen zijn er instrumenten ontwikkeld, samenwerkingsafspraken gemaakt met maatschappelijke en private partners, verschillende haalbaarheidsonderzoeken en scans gemaakt op bedrijfs- en gebiedsniveau, verschillende varianten van ( revolverende ) financiering en garantstellingen ontwikkeld.
318
Programmareserve Bereikbaarheid Omschrijving
Stand per
Resultaat
Stand per 1-
Onttrekkin
Stortingen
Stand
31-12-2012
2011
1-2012
gen 2012
2012
31-12-2012
2.093
0
2.093
1.000
0
1.093
967
750
0
0
1.717
1.702
-720
982
0
0
982
96.671
1.250
97.921
35.953
2.000
63.969
1. Parkeerexploitatie 2. Onderhoud parkeervoorzieningen 3. Fietsparkeren 4. MIP Bereikbaarheid 5. Pakketstudie Ring 6. Reserve BOR Totaal
1.717
4.607
450
5.057
467
0
4.590
17.415
-794
16.621
15.135
0
1.486
123.455
936
16.621
52.554
2.000
73.837
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Parkeerexploitatie / Onderhoud Parkeervoorzieningen Uit de egalisatiereserve is in 2012 incidenteel 1,0 miljoen euro onttrokken ter dekking van de algemene middelen van de Gemeente Utrecht (Voorjaarsnota 2012, pagina 17 ). De reserve is ingesteld om schommelingen in de parkeeropbrengsten op te vangen. Per 31-12-2013 resteert hiervoor per saldo 1,093 miljoen. Voorziening lange termijn onderhoud parkeervoorzieningen Voor het uitvoeren van groot onderhoud aan parkeergarages,.transferia en fietsparkeervoorzieningen wordt een reserve aangehouden. In 2006 is op basis van een nulmeting de staat van groot onderhoud van stallingsvoorzieningen voor auto en fiets in beeld gebracht. Op basis van deze nulmeting wordt groot onderhoud gepleegd aan belanghebbende garages, parkeergarages, transferia en fietsparkeervoorzieningen. Gelet op de uitgaven van de komende jaren is het saldo per 31-12-2012 ad 1,717 miljoen euro hiervoor benodigd. Fietsparkeren De reserve is bestemd voor de uitvoering van projecten in het kader van intensivering beleid Fietsparkeren. Voor de verdere uitvoering van dit beleid is het beschikbare saldo per 31-12-2012 van 0,982 miljoen euro benodigd. Meerjarige investeringen Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit (autoprojecten, projecten openbaar vervoer, wijkverkeersplannen, hoofdfietsnetwerk) Deze reserve wordt ingezet voor de uitvoering van de meerjarige investeringsplannen uit het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Gelet op het verloop van de uitgaven voor de komende jaren is het saldo per 31-12-2102 van 63,969 miljoen euro benodigd voor de uitvoering van de meerjarige projecten bereikbaarheid zoals vermeld ik het MPB 2012. In het kader van de teruggave van de voorfinanciering bestemmingsreserves (uit VJN 2011) is 2,000 miljoen euro gestort in de reserve. Ter dekking van een deel van de financiële problematiek van het fysiek domein is bij VJN 2012 besloten om uit deze reserve 34,031 miljoen euro te onttrekken (verlaging gereserveerd budget voor P+R West en Noordoost met 23,031 miljoen euro, 10,000 miljoen euro voor Ring Utrecht en 1,000 miljoen euro voor invoer parkeer reizigersinfo systeem). Daarnaast is 0,872 miljoen euro onttrokken ter dekking van de lasten voor het programma management bereikbaarheid en 0,255 miljoen euro voor het resultaat van projecten auto. Tenslotte is er 0,794 miljoen euro onttrokken als correctie met de reserve BOR. Pakketstudie Ring Deze reserve dient als cofinanciering van de investeringsmaatregelen uit het VERDER pakket, voor de bereikbaarheid van midden Nederland. Tot en met 2020 zal de gemeentelijke cofinancieringbijdrage hierin 95 miljoen euro bedragen. Het saldo per 31-12-2012 ad 4,590 miljoen euro maakt hier onderdeel van uit. In 2012 is 0,242 miljoen euro ontrokken voor diverse fietsprojecten, 0,025 miljoen euro voor HOV (Lucasbrug) en 0,200 miljoen euro voor het actieplan Goederenvervoer. Bereikbaarheidsoffensief regio Utrecht (BOR) In verband met de uitvoering van de meerjarige BOR projecten in 2012 hebben wij 16,123 miljoen euro onttrokken voor de aankoop Cranenborgh ( 11,956 miljoen euro), voor de uitvoering van Autoprojecten ( 4,100 miljoen euro) en voor Parkeren en Transferia (0,067 miljoen euro). Daarnaast is er als negatieve onttrekking geboekt een bijdrage van 319
0,194 miljoen euro in verband met rente 2012 en een correctie op de rente 2011. Tenslotte is de onttrekking uit het resultaat 2011 van 0,794 miljoen euro onterecht gebleken en in 2012 gecorrigeerd. Het saldo per 31-12-2012 van 1,486 miljoen euro wordt in de dekking- en bestedingsvoorstellen 2012 opgenomen ter dekking van het project Cranenborgh, waarna de reserve uitgeput zal zijn.
Programmareserve Openbare Ruimte en Groen Stand Omschrijving
Stand
Onttrekkingen
Storting
Stand
31-12-2011
B&D 2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
Egalisatiefonds rioleringen
820
1.402
2.222
0
0
2.222
3.509
0
3.509
1.916
0
1.593
beheer
2.430
-2.430
0
0
0
0
Wal- en kluismuren
1.855
626
2.481
0
0
2.481
65
-65
0
0
0
0
8.679
-467
8.212
1.916
0
6.297
Ophaaldienst Project langcyclisch
Plassenschap Loosdrecht Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Egalisatie rioleringen (egalisatiereserve) Ultimo 2012 is binnen de programmareserve Openbare Ruimte en Groen 2,222 miljoen euro gereserveerd voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie van rioleringen. Hiermee bereiken we egalisatie van de rioleringsheffing. In 2012 hebben we het resultaat over 2011 van 1,402 miljoen euro toegevoegd aan de reservering. De maximumnorm voor de reservering is 4,743 miljoen euro Afval inzamelen (egalisatiereserve) Binnen de programmareserve Openbare Ruimte en Groen is ultimo 2012 1,593 miljoen euro gereserveerd voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie van het inzamelen van huishoudelijk afval. Hiermee bereiken we egalisatie van de afvalstoffenheffing. De maximumnorm voor de reservering is 3,5 miljoen euro. Conform uw besluit bij de Voorjaarsnota 2012 is de egalisatiereserve afvalstoffenheffing afgeroomd met 1 miljoen euro. De stand van de reserve liet dit toe, daar deze tot het maximum was gevuld. In 2012 is tariefdifferentiatie ingevoerd voor een- en meerpersoon huishoudens. Besloten is het verschil in tarief tussen een- en meerpersoon huishoudens gelijkmatig te laten toenemen in 2012 en 2013. Het verschil in de opbrengsten, een bedrag van 0,916 miljoen euro, is, conform besluit, ten laste van de reserve ophaaldienst gebracht. Projecten lang cyclisch beheer In 2011 zijn alle doorlopende projecten uit 2010 uitgevoerd op het gebied van het achterstallig onderhoud. Conform besluit worden de hiermee verband houdende uitgaven ten laste van de projectreserve reserve gebracht. Wal – en kluismuren (projectreserve) Bij de Voorjaarsnota 2011 is ten behoeve van het project wal- en kluismuren middelen gereserveerd binnen de programmareserve Openbare Ruimte en Groen. Per ultimo december 2012 bedraagt de reservering 2,481 miljoen euro. Het project is vertraagd. het restant 2011 toegevoegd aan deze reserve voor uitvoering in 2012 en later. Plassenschap Loosdrecht Uit de reserve werd de jaarlijkse bijdrage aan het Plassenschap betaald. In 2010 overgeheveld van DMO naar SO. Het doel van de reserve is het bevorderen van de belangen van de openluchtrecreatie binnen en buiten het werkgebied door te zorgen voor de aanwezigheid van een breed scala van openbare recreatiemogelijkheden met een lage toegangsdrempel, evenals het zorg dragen voor de instandhouding van natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische elementen die de kwaliteit van het gebied voor de recreatie bepalen. Bij de besteding- en dekkingsvoorstellen 2011 is het saldo van 0,065 miljoen euro ingezet voor de dekking van de bijdrage aan het Plassenschap in 2011, waarna de reserve leeg is.
320
Programmareserve Werk en Inkomen Stand Omschrijving Toeristische stadspromotie EZ
31-12-2011
B&D 2011
Stand
Onttrekking
Storting
Stand
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
5
0
5
0
0
5
Cofinanciering Pieken
2.410
-1.693
717
0
1.128
1.845
Cofinanciering Science Park
1.623
-200
1.423
1.128
0
295
Project Wijk in bedrijf Utrecht
175
0
175
0
0
175
Domplein
128
0
128
0
0
128
4.342
-1.893
2.449
1.128
1.128
2.449
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toeristische Stadspromotie EZ
De reserve is gekoppeld aan de inkomsten toeristenbelasting. De helft van deze inkomsten worden via Economische Zaken ingezet ter bevordering van het Toerisme in Utrecht. Dit door toeristische marketing en promotie en het stimuleren en verbeteren van de toeristische infrastructuur. Aangezien pas na afloop van het jaar kan worden vastgesteld wat de uiteindelijke inkomsten zijn wordt de (helft van de) meeropbrengst of het tekort ten opzichte van de begroting gestort in of onttrokken aan de reserve Toerisme. Voor de besteding van de gelden uit de reserve zal het advies van de Utrechtse hoteliers moeten worden gevraagd. Cofinanciering Pieken in de Delta Met de cofinanciering bij de (rijks)subsidieregeling Pieken in de Delta worden economische innovatieprojecten ondersteund die de (innovatieve) concurrentiekracht van Utrecht versterken. Daarnaast is een gedeelte van de cofinanciering Pieken in de Delta gereserveerd voor uitvoering van de Economische Agenda Utrecht 54 . Cofinanciering Science Park Via deze cofinanciering wordt het Utrecht Valorisation Centrum (UVC) ondersteund 55 . Project Wijk in bedrijf Utrecht Het programma rust op 3 pijlers, waaronder de activiteiten zijn te scharen die resulteren in een bevordering van de wijkeconomie en het kleinschalig ondernemerschap. De pijlers zijn 1. Vakmanschap. 2. Vestigingsklimaat. 3. Verbinding. Het grootste deel van het budget gaat op in de basisvoorziening, wijk in bedrijf en het straatmanagement voor schoon, heel, veilig en attractief ondernemers – en vestigingsklimaat en bevorderen samenwerking tussen ondernemers. Dit betreft cofinanciering voor een europees subsidieproject. Domplein 13 De reserve is ingesteld bij de voorjaarsnota 2008. De reserve is bestemd voor de dekking van de kosten die nodig zijn voor het digitaliseren, georefereren en herinterpreteren van alle beschikbare onderzoeksgegevens van het Domplein door de afdeling Erfgoed. Bij de besteding- en dekkingsvoorstellen 2012 worden de kosten van 0,064 miljoen euro ten laste van de reserve gebracht
54
Bij de verwerking van de Bestedings- en Dekkingsvoorstellen 2011 is abusievelijk 1,128 miljoen euro verschoven
tussen de reserve Cofinanciering Pieken in de Delta en de reserve Cofinanciering Science park. In 2012 is dit tussen deze 2 reserves gecorrigeerd. 55 Zie voetnoot 53. 321
Programmareserve Onderwijs Stand Omschrijving
Stand
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
0
0
5.472
0
0
508
0
0
64
0
18
31-12-2011
B&D 2011
5.489
- 17
544
- 36
Bans
64
-0
64
Stroyenborchdreef brand
18
0
18
0
Nieuwbouw Centrale Bibliotheek
5.472
Inrichtingskosten Smakkelaarsveld
Overschrijdingsvergoeding Masterplan VO
508
722
0
722
89
0
683
2.589
1.316
3.905
957
915
3.863
Masterplan PO
6.502
0
6.502
1.582
1.218
6.141
Huisvestingsprogramma's
2.487
438
2.925
0
0
2.925
Cultuurcampus
296
0
296
0
0
296
Gymzaal Ln van Chartroise
750
0
750
0
0
750
2.176
- 1.620
556
239
0
317
0
230
215
1.087
1.102
21.688
311
2.214
2.353
22.138
Regeling Binnenklimaat Piekopvang onderwijs Leidsche Rijn Totaal
230
21.999
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Nieuwbouw Centrale Bibliotheek De reservering is bestemd voor de nieuwbouw van de Centrale Bibliotheek aan het Smakkelaarsveld. Inrichtingskosten Smakkelaarsveld Om de inrichtingskosten helder te presenteren is een deel van de reserve Nieuwbouw Centrale Bibliotheek afgesplitst naar deze reserve (raadsbesluit 11 februari 2010). Bij de verantwoordingen van 2010 en 2011 is een deel van de reserve geactiveerd. Bans Bestemd voor uitvoering van twee afgesloten convenanten met Welzijn en de GGD met betrekking tot opvoedingsondersteuningsactiviteiten en peuterspeelzaalwerk. Stroyenborchdreef brand Reservering in verband met Stroyenborchdreef brand. Overschrijdingsvergoeding De reserve wordt ingezet voor uitgaven van de Masterplannen PO en VO (raadsbesluit 2010.212). Masterplan voortgezet onderwijs We hebben 3,863 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het Masterplan Voortgezet Onderwijs. Conform dit Masterplan hebben we in 2012 2,231 miljoen euro gestort voor uitvoering in latere jaren en 0,957 miljoen euro onttrokken voor de eerste inrichting van diverse scholen (0,553 miljoen euro) waaronder de Internationale School Utrecht (0,150 miljoen euro), tijdelijke huisvesting van de Kranenburgschool aan de Van Lieflandlaan (0,134 miljoen euro) en onderhoud Koningsbergerstraat 2 (0,270 miljoen euro). Masterplan primair onderwijs We hebben 6,141 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het Masterplan primair onderwijs. Conform dit Masterplan hebben we in 2012 1,218 miljoen euro gestort voor uitvoering in latere jaren en 1,582 miljoen euro onttrokken voor tijdelijke huisvesting van diverse scholen van het primair onderwijs (0,353 miljoen euro), tijdelijke formatie Versnellingsoperatie uitvoering Masterplannen (0,093 miljoen euro), de vorming van een reserve vaste activa cluster VSO scholen aan de Europalaan (0,169 miljoen euro), de vorming van een reserve vaste activa uitbreiding St. Jan 322
de Doper Rijnhuizenlaan 2 (0,1 miljoen euro) en een toevoeging aan de reserve Piekopvang Leidsche Rijn (0,867 miljoen euro). Huisvestingsprogramma's Bestemd voor de uitvoering van de huisvestingsprogramma's onderwijs tot en met het jaar 2010. Cultuurcampus Bestemd voor afronding van het project, reserve af te wikkelen bij deze verantwoording. Gymzaal Laan van Chartroise Bestemd voor vervangende nieuwbouw gymzaal Laan van Chartroise, reserve af te wikkelen bij deze verantwoording Regeling Binnenklimaat Bestemd voor uitvoering van de Rijksregeling Binnenklimaat Scholen. Piekopvang onderwijs Leidsche Rijn De reservering wordt ingezet voor de Piekopvang in Leidsche Rijn.
Programmareserve Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid Omschrijving
Stand
B&D voorstellen
Stand 1-
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
31-12-2011
2011
1-2012
2012
2012
31-12-2012
Integrale huisvesting 0-19 Plan van Aanpak MO Speeltuinen
178
0
178
0
0
178
7.135
0
7.135
852
0
6.283
80
0
80
0
0
80
456
-86
370
0
0
370
305
0
305
0
0
305
0
-945
-945
0
945
0
8.154
-1.031
7.123
852
945
7.216
Leefbaarheid en sociale samenhang Verbouwing Oudwijkerveldstraat V A - Tijd. Hostel Overvecht Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Integrale huisvesting 0-19 De jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen (consultatiebureaus) en de jeugdgezondheidszorg 4-19 jarigen (GGenGD) zijn ondergebracht in verschillende panden. Voor de integratie van de Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen is het noodzakelijk dat beide partijen zoveel mogelijk in dezelfde panden komen te werken. De reserve is hiervoor bestemd. Plan van Aanpak maatschappelijke opvang In de meerjarenbegroting PvA MO is er rekening gehouden met een aantal incidentele investeringen en knelpunten. De reserve wordt de komende jaren nog ingezet voor onder andere: Voorinvestering op extra begeleiding om kanteling van opvang naar preventie en herstel te bewerkstelligen
• (Eventuele frictiekosten afbouw Stichting Centrum Vaartserijn in 2012. • Eenmalig woonfonds met als doel realisatie extra woningen voor de OGGz doelgroep in het kader van het actieplan wonen en woonvoorzieningen OGGz (binnenplaats 2). • Uitvoering verhuizing de Singel en de Stadsbrug en Bureau Dagloon. • Voorfinanciering extra trajecten schuldhulpverlening en budgetbeheer ten behoeve van daklozen en voorkomen van dakloosheid tot en met 2015 De bovenstaande punten bedragen in totaal 6 miljoen euro (inclusief opvang buitenlandse daklozen).
En daarnaast zijn er nog middelen gereserveerd voor de realisatie van het tiende hostel op het mesosterrein. Deze locatie is nog steeds niet beschikbaar en daarom zijn middelen nog niet uitgegeven. 323
In het college van B en W van 1 april 2008 is een geactualiseerde meerjarenbegroting van het PvA MO vastgesteld. Om de ambities van het college van B en W te kunnen uitvoeren worden zijn overschotten vòòr 2009 toegevoegd aan de reserve Plan van Aanpak MO. Hiermee wordt voldaan aan de financieringsafspraken met het Rijk dat de geoormerkte OGGz-middelen voor deze doeleinden ingezet worden conform Collegebesluit van 27-01-2006, kenmerk 06.025267. Speeltuinen Reserve voor gebruikersonderhoud, deze middelen worden gedurende enkele jaren verstrekt. Leefbaarheid en sociale samenhang (projectreserve) Saldo gereserveerd voor de opstartkosten van het Vrijwilligershuis (0,215 miljoen euro), frictiekosten van accommodaties in Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn (0,050 miljoen euro) en frictiekosten de Schakel (0,105 miljoen euro). Verbouwing Oudwijkerveldstraat (projectreserve) De reservering is in 2010 Voor onze toezegging voor een bijdrage aan de verbouwing van dit pand voor Maatschappelijke opvang staat 0,305 miljoen euro gereserveerd.
Programmareserve Veiligheid Stand 31-12-
Stand
Onttrekking
Stortingen
Stand
2011
B&d 2011
1-1-12
en 2012
2012
31-12-12
Stadstoezicht
300
0
300
0
0
300
Projecten OOV
252
0
252
0
0
252
463
0
463
463
0
0
1.015
0
1.015
463
0
552
Omschrijving
Afwikkeling regionalisering Brandweer Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Stadstoezicht De gereserveerde ruimte in de reserve stadstoezicht is bestemd voor tekorten op dit onderdeel. Projecten OOV De gereserveerde ruimte voor het onderdeel Projecten OOV is bestemd voor projecten betreffende cameratoezicht. Afwikkeling regionalisering Brandweer Na de regionalisering van de Brandweer is een reserve van 0,463 miljoen euro aangehouden voor mogelijke frictie. Op deze reserve is geen aanspraak gedaan. Daarom is hij bij de Voorjaarsnota 2012 vrijgevallen.
Programmareserve Cultuur B&D Omschrijving
Stand
voorstellen
Stand
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
31-12-2011
2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
Onderhoud en 67
67
67
Aankoopfonds
681
681
681
Investeringen SSB
535
535
64
64
64
22
22
22
Conservering
535
0
Flexibel fonds voor culturele activiteiten Fonds Stadsverfraaiing 324
B&D Omschrijving
Stand
voorstellen
Stand
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
31-12-2011
2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
950
-505
445
304
Incidenteel Cultuur Budget
141
Culturele Hoofdstad/Vrede van Utrecht
1.382
1.382
1.382
153
153
153 969
Besteding Utrechtse Programmaraad Azotod/cultuurhuis Leidsche Rijn Totaal
769
200
969
4.622
-305
4.317
839
3.477
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Onderhoud en Conservering (projectreserve) Deze reserve is ingesteld bij de Bestuursrapportage 2008 en vervangt de reserves Rietveld Schröderhuis en Van Baaren. Door derden zijn fondsen ingesteld voor het Rietveld Schröderhuis en de Van Baarencollectie. De opbrengst van deze fondsen is bestemd voor onderhoud aan het huis en de collectie en wordt jaarlijks toegevoegd aan deze reserve. Ten behoeve van het onderhoud kunnen bedragen aan deze reserve worden onttrokken. In 2012 zijn er geen stortingen gedaan in deze reserve. Aankoopfonds In 2010 is een erfenis van 0,6 miljoen euro ontvangen. Op 6 april 2010 heeft het college van B en W besloten deze erfenis te aanvaarden en te storten in het aankoopfonds van het Centraal Museum. De stand van het aankoopfonds op 1 januari was 0,681 miljoen euro. In 2012 zijn er geen mutaties geweest. Investeringen SSB In 2010 is 0,918 miljoen euro beschikbaar voor vervangingsinvesteringen in beveiligingsinstallaties. Deze investeringen worden na voltooiing van de investering geactiveerd. Het beschikbare budget is via een dotatie in een financiële activa reserve gestort. Na voltooiing van het investeringsproject wordt het actief afgeschreven en valt de reserve naar rato vrij gedurende de afschrijvingstermijn. Flexibel fonds voor culturele activiteiten Wij hadden 0,064 miljoen euro gereserveerd voor flexibele inzet voor culturele activiteiten. Fonds Stadsverfraaiing Sinds 1948 hebben wij middelen gereserveerd voor stadsverfraaiing. Eind 2012 bedraagt de reservering 0,022 miljoen euro. Deze middelen zijn bedoeld om kunstwerken in de openbare ruimte te kunnen plaatsen. Incidenteel Cultuur Budget Deze reserve is ingesteld bij de voorjaarsnota 2007 voor het oplossen van financiële knelpunten in de cultuurnotaperiode 2009-2012. Culturele Hoofdstad/Vrede van Utrecht Wij hebben 1,382 miljoen euro gereserveerd voor kandidaatstelling Culturele Hoofdstad en de viering van de Vrede van Utrecht in 2013. Utrechtse Programmaraad Wij hebben 0,153 miljoen euro gereserveerd om de uitgaven in het kader van de Utrechtse Programmaraad te financieren, die conform de Mediawet is ingesteld bij raadsbesluit 2001. In 2012 zijn zoals jaarlijks de exploitatieresultaten van de Utrechtse Programmaraad onttrokken aan de programmareserve Cultuur.
325
Azotod/Cultuurhuis Leidsche Rijn Wij hebben 0,969 miljoen euro gereserveerd voor de voorbereiding van het Cultuurhuis Leidsche Rijn op de locatie Hoge Woerd.
Programmareserve Sport Stand 1-1-
Onttrekking
Stortingen
Stand
31-12-2011
Stand B&D 2011
2012
en 2012
2012
31-12-2012
Zwembaden Leidsche Rijn
808
0
808
608
0
200
Buitensport Leidsche Rijn
929
0
929
0
23
952
Binnensport Leidsche Rijn
2.530
-2.100
430
134
0
296
0
1.766
Omschrijving
Onderhoud kapitaalgoederen
1.766
0
1.766
Sportstimulering
150
482
632
200
0
432
Topsportevenementen
372
0
372
69
0
303
6.554
-1.618
4.936
1.011
23
3.949
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Zwembaden
De reserve is destijds gevormd voor aanloopverliezen in de exploitatie van het zwembad Fletiomare in Leidsche Rijn. De huidige aanloopverliezen van Fletiomare kunnen uit de reguliere exploitatie gedekt worden. Het restant is bestemd voor mogelijke toekomstige verliezen. Buitenaccommodaties/Binnenaccommodaties Per september 2007 zijn de tarieven in de daluren van de binnensport accommodaties met 25% verlaagd. De wijzigingen in de tarieven liepen van september tot september en niet gelijk met de begrotingsjaren. Voor de periode januari tot en met augustus werd de verlaging uit de reserve onttrokken. De financiering van de daluren is inmiddels structureel ingevuld, waardoor de reserve van 0,134 miljoen euro is vrijgevallen. Bij de buiten- en binnensport is 2,100 miljoen euro overgeheveld naar de reserve vast activa ter dekking van de kapitaallasten van het sportcomplex Zuilen. Per ultimo 2012 is 0,817 miljoen euro gereserveerd voor aanloopverliezen van accommodaties Leidsche Rijn en is 0,431 miljoen euro gereserveerd voor de vervanging van de toplaag als gevolg van zeer intensief gebruik van de velden op het complex Zoudenbalch. Jaarlijks wordt hiervoor 0,023 miljoen euro in de reserve gestort. Hier tegenover staat dat de huurprijs van de velden op commerciële basis is. Onderhoud kapitaalgoederen Van de reserve dient 0,766 miljoen euro als dekkingsbron voor de vervanging van sportaccommodaties en 1 miljoen euro voor uitbreiding van de kunstgrasvelden op sportpark Maarschalkerweerd. Sportstimulering De reserve sportstimulering dient als dekkingsbron voor verenigingsondersteuning en uitvoering van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB). De resterende middelen vormen de dekking van de nog uit te voeren activiteiten in het kader van het NASB. Topsport Van de reservering voor Topsport is in 2012 0,075 miljoen euro ingezet voor Jaarbeurs Utrecht Marathon 2012. Door verschuiving van de verwachte uitgaven voor het EYOF 2013 is in 2012 minder onttrokken aan de reserve dan begroot voor uitvoering van dit evenement. De nog resterende middelen in de reserve zijn bestemd voor inzet op het EYOF 2013.
326
Programmareserve Vastgoed Stand Omschrijving
Stand
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
31-12-2011
B&D 2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-2012
2.313
-971
1.342
6.000
7.342
-100
3.566
3.466
218
218
178
-130
48
-267
190
-77 77
0
0
77
1.164
-240
924
0
0
924
0
664
664
0
0
664
4.274
3.079
7.353
2.991
6.218
10.580
Vastgoedbeheer Geactiveerde investeringen vastgoed Vaste Activa
909
Staatsliedenbuurt
909
909 3.466
48
Frictiekosten Accommodatiebeleid
-475
0
398
IAB / overdrachtsprijzen OGU Nota Kapitaalgoederen
77
Groot Onderhoud Maatschappelijk Vastgoed Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Vastgoedbeheer De reserve dient ter dekking van bedrijfsrisico's (bijvoorbeeld onverwachte tekorten op de exploitatie en de ontwikkeling van panden/percelen) en tevens als egalisatie van het jaarlijkse resultaat op de vastgoedportefeuille. De exploitatie per perceel is over de levensduur sluitend, maar er blijven faseringsverschillen per jaar. Vooral bij nieuw gebouwde accommodaties is er in het begin een tekort doordat de jaarlijkse huurstijging pas na een aantal jaren groot genoeg is om de (gelijk blijvende) kapitaallasten te dekken. De benodigde omvang en verloop van de reserve worden in het Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed (MPUV) vastgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met toekomstig op te leveren grote accommodaties die in de beginjaren een faseringstekort opleveren. Uit het MPUV 2012 bleek dat de reserve Vastgoed hiervoor niet toereikend was. In 2012 is conform het voorstel uit de Voorjaarsnota 2012, 6 miljoen euro aan de reserve toegevoegd. De in het MPUV aangegeven onttrekking van 1,322 miljoen euro heeft niet plaatsgevonden Geactiveerde investeringen Vastgoed De reserve Geactiveerde Investeringen Vastgoed wordt gebruikt voor het activeren van gemeentelijke bijdragen die in vorige boekjaren waren ontvangen. Het betreft hier bijdragen voor de projecten Schone Lei Sportcampus en Schone Lei (aanpassingen klimaatinstallaties). De kosten voor het aanpassen van deze installaties zijn geactiveerd, de bijdrage dient ter dekking van de kapitaallasten. Vaste Activa De reserve vaste activa wordt gebruikt voor het activeren van gemeentelijke bijdragen voor investeringen. De bijdrage dient als dekking voor de kapitaallasten. Het bedrag van 0,218 miljoen euro is bestemd voor peuterlokaal Leeuwenstein Leidsche Rijn. Staatsliedenbuurt Deze reservering is bestemd voor de uitvoering van het Project Staatsliedenbuurt. Frictiekosten Accommodatiebeleid/IAB/Overdrachtsprijzen OGU De reservering is bestemd voor projecten in het kader van het integraal accommodatiebeleid. Inmiddels zijn alle projecten uitgevoerd of in uitvoering genomen. De reservering voor overdrachtsprijzen OGU/IAB was oorspronkelijk bedoeld voor het reserveren van opbrengsten uit verkoop van panden. Deze opbrengsten werden ingezet voor projecten in het kader van het accommodatiebeleid.
327
Nota Kapitaalgoederen De reservering is bestemd ter dekking van de kosten van het achterstallig onderhoud van Welzijnsaccommodaties en voor maatregelen Toegankelijkheid Gebouwen conform de Agenda 22. Groot Onderhoud Maatschappelijk Vastgoed Reservering is bestemd voor groot onderhoud Multifunctionele accommodatie, zoals in de nota kapitaalgoederen 2011-2014 aangegeven
Algemene Middelen Stand Omschrijving
Stand
Onttrekking
Storting
Stand
31-12-t-1
B&D 2011
1-1-2012
2012
2012
31-12-12
0
0
0
-706
591
1.297
MCV / Muziekpaleis Gezondheid ruimtelijke
0
0
0
0
1.707
1.707
9.163
882
10.055
625
9.000
18.430
BCD
105
80
185
0
0
185
BCF
747
0
747
747
0
0
10.024
962
10.986
666
11.298
21.618
ontwikkeling Budgetstructuur Leidsche Rijn Toeristische stadspromotie
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. MCV/Muziekpaleis
Conform de voortgangsrapportage Muziekpaleis is in 2012 onder het programma Algemene Middelen en Onvoorzien de bestemmingsreserve MCV/Muziekpaleis ingesteld. Er zijn bedragen toegevoegd ter dekking van het opheffen MCV en de knelpunten Muziekpaleis. Er is in 2012 0,591 miljoen euro gestort ten laste van het programma Cultuur/ Uivoering Muziekcentrum Vredenburg en er is 0,706 miljoen euro overgeheveld van de bedrijfsreserve MCV naar de bestemmingsreserve MCV/Muziekpaleis. Gezondheid/ruimtelijke ontwikkeling De reserve gezondheid en ruimtelijke ontwikkeling is in 2012 gevormd. Er is 1,707 miljoen in deze reserve gestort, deze reserve is gevormd ten laste van de incidentele hoge bijdrage uit de decentralisatie-uitkering maatschappelijk opvang. In de jaren 2013 tot en met 2018 zal uit deze reserve jaarlijks 0,285 euro ontrokken worden. Deze middelen zullen worden ingezet voor het intensiveren van de advisering op het terrein van de gezondheid in ruimtelijke ontwikkeling. Budgetstructuur Leidsche Rijn Ingesteld op: 1997. Eindigt op: na realisatie van de voorzieningen in Leidsche Rijn. Het jaarrekeningresultaat 2011 van 0,882 miljoen euro is conform besluitvorming toegevoegd aan de reserve. Dit betreft het saldo van het positieve resultaat 2011 op het product Budgetstructuur Leidsche Rijn van 1,325 miljoen euro minus de kosten van afgeronde en in gebruik genomen onderwijshuisvestingsprojecten (0,265 miljoen euro) en het centrum voor Natuur- en Milieueducatie 't Zand in Leidsche Rijn (0,178 miljoen euro). De onttrekking betreft de verwerking van de aanbevelingen VMBO taskforce in de 2e technische wijziging 2010: het project Lucasschool Homeruslaan (0,540 miljoen euro) en de huur van noodlokalen aan de Maliebaan (0,085 miljoen euro). De storting van 9 miljoen euro heeft voor een bedrag van 7 miljoen euro betrekking op het vrijspelen van structurele middelen met behulp van de inzet van incidentele middelen bij de Voorjaarsnota 2012 (zie blz. 18). Hierdoor komt eenmalig 7 miljoen euro beschikbaar en vervalt de structurele voeding van 1 miljoen euro per 2016. Daarnaast is een bedrag van 2 miljoen euro gestort vanwege de terugstorting van de voorfinanciering uit deze reserve in het kader van het sluitend maken van de jaarsnede 2011 uit de Programmabegroting 2011. De voorfinanciering van 8 miljoen euro wordt in 2012 (2 miljoen euro), 2013 (3 miljoen euro) en 2014 (3 miljoen euro) teruggestort.
328
Het restant van 18,430 miljoen euro is bestemd voor het opvangen van frictiekosten bij de realisatie van (voorzieningen in) Leidsche Rijn. Dit betreft vooral de kosten voor tijdelijke voorzieningen, 1e inrichting van scholen en het opvangen van tijdelijke tekorten op de stelpost kapitaallasten Leidsche Rijn (product Budgetstructuur Leidsche Rijn). Jaarlijks wordt het resultaat op het product Budgetstructuur Leidsche Rijn bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen met deze reserve verrekend. Toeristische stadspromotie De reserve Toeristische stadspromotie BCD is ingesteld om schommelingen in het budget voor toeristische stadspromotie op te vangen. De reserve wordt gevormd door 1/2 deel van de geïnde toeristenbelasting. Bij een lagere opbrengst wordt 1/2 deel onttrokken. De reserve wordt gevoed met 50% van de gerealiseerde opbrengst toeristenbelasting. In 2011 bedroeg deze toevoeging 0,08 miljoen euro BTW-compensatiefonds (Reserve BCF) Met de invoering van de wet op het BTW compensatiefonds is dit onderdeel ingesteld voor de verrekening van gemeentebrede voor- en nadelen met betrekking tot het BTW-compensatiefonds.
Programmareserve Algemene Ondersteuning Stand Omschrijving
31-12-t-1
Metropool Europese subsidies
B&d 2011
Stand
Onttrekkingen
Stortingen
Stand
1-1-2012
2012
2012
31-12-12
6
0
6
6
0
0
3.845
-500
3.345
420
0
2.925
Flexibele Arbeidsvoorwaarden
15
0
15
15
0
0
ICT investeringen
5.427
3.494
8.921
0
0
8.921
Huurharmonisatie
-36
6.000
5.964
4.774
0
1.190
9.256
8.994
18.250
5.215
0
13.035
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Metropool
De reservering voor Metropool was bestemd voor bijdrage aan de opleiding Metropool. Er wordt geen beroep meer op deze bijdrage gedaan. Daarom is hij opgeheven. Europese subsidies De uitvoering van de Europese subsidieprogramma's lopen over de jaargrenzen heen. Door een reserve in te stellen, kunnen de schommelingen in uitgaven en inkomsten worden ondervangen. Bij de Verantwoording 2011 moest nog 0,5 miljoen euro gedekt worden in verband met het cofinancieringdeel van de gemeente. Op de verstrekking van Europese subsidies wordt een risicoband aangehouden van 8%. Daardoor kon een bedrag van 0,42 miljoen euro vrijvallen bij de Voorjaarsnota 2012. Flexibele Arbeidsvoorwaarden Uit de reservering voor Flexibele Arbeidsvoorwaarden worden uitgaven met betrekking tot Integriteit en flexibele arbeidsvoorwaarden gedekt. Er wordt geen beroep meer op deze bijdrage gedaan. Daarom is hij opgeheven. ICT Investeringsprogramma De uitvoering van de projecten in het kader van het ICT Investeringsprogramma lopen over de jaargrenzen heen. Door een reserve in te stellen, kunnen de schommelingen in de uitgaven worden ondervangen. Vanuit het resultaat Verantwoording 2011 werd 3,494 miljoen euro in de reserve gestort ter financiering van de onderliggende projecten in de komende jaren.
329
Huurharmonisatie De reserve huurharmonisatie is bestemd voor bedrijfsvoeringsproblematiek. In 2012 is hiervoor 4,774 miljoen euro onttrokken.
Reserves ten bate van vaste activa Stand per
Stand per
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
31-12-11
B&D 2011
1-1-2012
31-12-2010
2011
2011
31-12-11
Vaste activa
192.936
0
192.936
192.936
5.385
1.706
196.615
Totaal
192.936
0
192.936
192.936
5.385
1.706
196.615
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Als een vast actief wordt gefinancierd met een incidentele interne bijdrage, wordt deze bijdrage in de vaste activareserve gestort. Vanuit deze reserve worden vervolgens jaarlijks de bijbehorende kapitaallasten betaald. Kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving.
330
Toelichting op de staat van voorzieningen
Voorziening programma Bewoners en Bestuur Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Risicovoorziening Urban
102
0
102
0
Bewoners en Bestuur
102
102
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Risicovoorziening Urban Deze voorziening is opgenomen omdat van het ministerie BZK nog geen definitief uitsluitsel is gekregen over de kosten die destijds bij uitvoering Urban in rekening zijn gebracht voor technische bijstand. Gerekend naar het moment van vaststelling / goedkeuring van het Urbanprogramma is de goedkeuring in 2012 onherroepelijk en is het opgenomen bedrag vrijgevallen. Categorie: Egalisatievoorziening Onttrekkingen Omschrijving Wethouderspensioenen Wachtgelden oud - wethouders Bewoners en Bestuur
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
3.856 287
296
78
4.074
0
160
127
4.143
296
238
4.202
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Wethouderspensioenen Aan de voorziening voor Wethouderspensioenen wordt jaarlijks 0,19 miljoen euro toegevoegd om de voorziening op peil te houden. Verder is er in 2012 incidenteel 0,106 miljoen euro toegevoegd om de voorziening conform een actuele berekening op peil te brengen. Wachtgelden oud-wethouders Er is in 2012 voor 0,16 miljoen euro aan wachtgelden aan oud-wethouders uitgekeerd
331
Voorziening programma Stedelijke Ontwikkeling Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
grondexploitatie
36.954
5.390
6.396
35.947
Risicovoorziening POS
20.042
0
0
20.042
en met 2012
37.700
13.390
4.076
47.014
Stedelijke Ontwikkeling
94.696
18.780
10.472
103.003
Voorziening negatieve
Risicovoorziening plankosten POS tot
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Voorziening Negatieve Grondexploitaties. De voorziening negatieve grondexploitaties is bedoeld om te verwachten negatieve resultaten op grondexploitaties op te kunnen vangen. De hoogte van de risicovoorziening is conform het Meerjarenplan Grondexploitaties. In 2012 is een bedrag onttrokken in verband met het beëindigen van de grondexploitaties WOP Hoograven, WOP Zuilen en Rijnbaan. Risicovoorziening POS Eind 2012 bedraagt de stand van de voorziening 20,042 miljoen euro. Dit bedrag is het saldo van de bij de start van de grondexploitatie Stationsgebied ingestelde voorziening van 70 miljoen euro minus de tot en met 2004 gemaakte plankosten van 18,7 miljoen euro en de 31,23 miljoen euro die in 2010 is overgeheveld naar de activa reserve voor het project bouw Muziekpaleis. Risicovoorziening plankosten POS tot en met 2012 In 2011 is de voorziening aangevuld met 37,7 miljoen euro in verband met de verslechtering van het eindsaldo van de grondexploitatie Stationsgebied. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Stationsgebied 2013. Categorie: Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
343
0
0
343
11.233
-271
0
10.962
Voorziening Impulsregeling ISV
4.838
0
2.040
2.798
Voorziening BLS-gelden
3.581
-34
1.033
2.513
19.995
-305
3.073
16.616
Voorziening ISV Voorziening ISV II
Stedelijke ontwikkeling Bedragen zijn in duizenden euro’s. ISV I en ISV II
De voorziening ISV I die per balansdatum nog resteert, zal in 2013 worden toegevoegd aan de voorziening ISV II. Reden hiervoor is dat bij de vaststelling ISV I in 2006 door het Rijk de toen nog resterende prestatieafspraken en middelen zijn toegevoegd aan ISV II periode.
332
De in 2010 van het BRU ontvangen BLS gelden voor functieveranderingslocaties (1,225 miljoen euro) met betrekking tot het Programma 2005 - 2010 zijn abusievelijk in dat jaar ten gunste van de Voorziening ISV II gebracht. Dit is bij het opstellen van de jaarverantwoording 2012 geconstateerd en weer gecorrigeerd. In 2012 heeft ook een terugstorting vanuit het deelprogramma Bodemsanering plaatsgevonden naar ISV2. Het bedrag van 1,555 miljoen euro was in 2011 ten onrechte ten laste van ISV2 gebracht. Door deze correctie is de gesaldeerde onttrekking aan de voorziening ISV2 0,477 miljoen euro. De kosten ISV2 bestaan in 2012 onder meer uit de volgende projecten; Utrechts Restauratie fonds (0,500 miljoen euro), Bodemsanering Liesbospark (150 miljoen euro), Wonen boven Winkels (0,100 miljoen euro), Trendpark Ondiep (0,225 miljoen euro) Luchtkwaliteit (1,179 miljoen euro) Impulsregeling ISV Deze voorziening bestaat uit de restbedragen van ontvangen subsidies voor projecten die in twee tranches door het Rijk aan Utrecht zijn toegekend. De regeling is inmiddels door het Rijk afgesloten. Uit de eerste tranche is het project Rotsoord nog niet afgerond. Bij de voorjaarnota 2012 is besloten om het budget van dit project met 0,600 miljoen euro te verminderen. Alle projecten uit de tweede tranches zijn nagenoeg afgerond. In 2013 zal hiervan de verdere financiële afwikkeling plaatsvinden. In 2012 is voor het project Kanaleneiland een voorschot van 1,440 miljoen euro aan twee woningcorporaties betaald om bij de nieuwbouw gebouwde sociale parkeerplaatsen te creëren. Voorziening BLS-gelden De voorziening is ter dekking van bijdragen aan binnenstedelijke vernieuwingsprojecten. Het saldo per ultimo 2012 is geheel geprogrammeerd. In 2012 is in het kader van de VJN 2012 0,034 miljoen euro onttrokken, daarnaast is voor de sporthal Zuilen (project van Heukelomlob) 1,000 miljoen euro onttrokken en voor het project Maria van Hongarijedreef 0,033 miljoen euro.
Voorziening programma Duurzaamheid Categorie: Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving Voorziening AMEV milieuprijs
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
53
1
0
54
Voorziening bodemsanering Griftpark Voorziening bodemsanering Voorziening verkeerslawaai stad Voorziening VINEX/FES Duurzaamheid
4
0
0
4
1.109
22
500
631
370
-158
88
125
8.663
-8.663
0
0
10.199
-8.797
588
814
Bedragen zijn in duizenden euro’s. AMEV Milieuprijs In 1976 is door de gemeenteraad een schenking aanvaard van 0,045 miljoen euro. Aan de voorziening wordt jaarlijks rente toegerekend. Jaarlijks wordt een prijs verstrekt van 0,001 miljoen euro. Bodemsanering Griftpark De voorziening wordt gebruikt voor de nazorg Griftpark. Bodemsanering. De voorziening is ingesteld ter dekking van de kosten die zijn voorzien in de uitvoering van het bodemsaneringsprogramma. In 2012 is, conform de eisen van toekenning van de subsidie, rente toegevoegd voor een bedrag van 0,022 miljoen euro. Ter dekking van de kosten voor de uitvoering van de projecten in 2012 is 0,500 miljoen euro onttrokken.
333
Verkeerslawaai Stad De kosten van de werkzaamheden Geluid, van in totaal een bedrag van 0,245 miljoen euro, zijn ten laste van de voorziening gebracht. De voorziening dient te worden aangehouden daar definitieve vaststelling over de lopende jaren nog zal plaatsvinden en daarmee finale afrekening van de verstrekte bijdragen (terugbetalingsverplichting) in het kader van bovengenoemd (project)financieringsprogramma). Vinex/FES Een ontvangen subsidiebedrag voor FES3 van 8,663 miljoen euro was abusievelijk in de voorziening geboekt. In 2012 is dit bedrag gecorrigeerd naar de balans, vooruit ontvangen posten.
Voorziening programma Bereikbaarheid Categorie: Egalisatievoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Onderhoud Grifthoek
197
0
10
187
Bereikbaarheid
197
10
187
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Onderhoud Grifthoek Betreft een éénmalige afkoop van het onderhoud door eigenaren van parkeerplaatsen in de Grifthoek garage, volledige betaling/storting in 2006 van 0,237 miljoen euro. De jaarlijkse onttrekking ten behoeve van onderhoud garage is 0,010 miljoen euro. Voor de éénmalige vervanging over 10 jaar is dan nog 0,070 miljoen euro beschikbaar. Categorie: Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Luchtkwaliteit
8.583
172
968
7.786
BOR)
17.415
205
17.620
0
Bereikbaarheid
25.998
377
18.589
7.786
BereikbaarheidsOffensief Utrecht
Bedragen zijn in duizenden euro’s. BereikbaarheidsOffensief Utrecht (BOR) In 2007 is na advies van de accountant de voorziening BOR ingesteld. Per 1 januari 2008 is deze voorziening overgeheveld van het programma Algemene Middelen naar het programma Bereikbaarheid. Aan de voorziening is toegevoegd een bedrag van 0,162 miljoen euro rente 2012 en 0,043 miljoen euro is een correctie op de rente 2011. In 2012 is aan de voorziening een bedrag onttrokken van 17,620 miljoen euro waarvan 0,012 miljoen euro een correctie op de rente 2012 betreft. Gedeclareerd ten laste van de BOR voorziening met betrekking tot de projecten is in 2012 een bedrag van 17,608 miljoen euro, gespecificeerd als volgt: Cranenborgh een bedrag van 13,441 miljoen euro, voor Autoprojecten een bedrag van 4,100 miljoen euro en voor Parkeren en Transferia een bedrag van 0,067 miljoen euro. Ultimo 2012 is de voorziening uitgeput. Luchtkwaliteit De voorziening voorziet in de dekking van de te maken kosten voor de meerjaren uitvoering van de Nationale Samenwerking Luchtkwaliteit (NSL). Het saldo per ultimo 2011 is geheel geprogrammeerd.
334
In 2102 is aan de voorziening onttrokken een bedrag van 0,032 miljoen euro ten behoeve van de dekking van auto projecten, 0,980 miljoen euro ten behoeve van fiets projecten, 0,046 miljoen euro ten behoeve van Luchtkwaliteitprojecten. In 2012 heeft een correctie van 0,091 miljoen euro positief plaatsgevonden over 2011. Aan de voorziening is 0,172 rente toegevoegd.
Voorziening programma Openbare Ruimte en Groen Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
archivering
50
0
5
44
Midreth
54
0
0
54
3.800
900
1.160
3.540
Voorziening achterstallige
Voormalig personeel (FPU-wachtgeld) Studentenhuisvesting MAX
70
0
70
0
Saneringsplan Liesboschpark
50
0
50
0
1.920
381
200
2.101
1.000
0
1.000
2.281
1.485
6.739
Onvoorziene kosten Voorziening frictie contourenschets SW Openbare Ruimte en Groen
5.943
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Achterstallige archivering De voorziening dient ter dekking van achterstallig onderhoud projectarchieven Stedelijk Beheer, dat in 2013 zal worden uitgevoerd. Midreth We hebben een meningsverschil over de uitvoering van projectwerkzaamheden met Midreth. Het faillissement is in 2012 nog niet geheel afgewikkeld en er is nog steeds discussie over de betaling van een factuur. Begin 2013 zal dit naar verwachting worden afgewikkeld. Voormalig personeel Conform de huidige BBV-regelgeving is in 2010 een voorziening gevormd in verband met toegezegde en contractueel vastgelegde uitkeringen aan voormalig personeel betreffende: met vervroegd pensioen gaan (FPU en suppletie FPU)
• • reorganisatie of disfunctioneren (wachtgeld, overplaatsbaar, non actief) Er is sprake van een niet jaarlijks vergelijkbaar volume gedurende een tijdsperiode van 4 jaar vanaf ultimo 2012. De onttrekking van 1,160 miljoen euro betreft in 2012 gerealiseerde uitkeringen aan voormalig personeel. De storting betreft de actualisering per ultimo 2012. Studentenhuisvesting MAX IBU voerde dit project uit in opdracht van de Rabobank en onderhandelde met de Rabobank over meerwerk. In 2012 is deze voorziening benut voor het genomen verlies. Saneringsplan Liesboschpark Deze voorziening is in 2011 gevormd en betrof het aandeel van het programma Openbare Ruimte en Groen in de sanering van asbest op het maaiveld van het Liesboschpark. In 2012 is deze voorziening benut voor de gemaakte kosten.
335
Onvoorziene kosten Om onverwachtse kosten te dekken, is een voorziening gevormd. Frictie Contourenschets Stadswerken Gezien de verwachte kosten samenhangend met de uitvoering van de Contourenschets Stap voor Stap Beter van Stadswerken is een voorziening gevormd van 1.000 Categorie: Egalisatievoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Onderhoudskosten panden NMC
190
37
26
200
Frictiekosten Stadstoezicht
99
0
99
0
Speelplekken Zuid West
40
0
40
0
Voorziening Grondbank
2.437
0
193
2.245
74
0
0
74
2.839
37
357
2.518
Afbouwregeling TOD Openbare Ruimte en Groen Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Onderhoudskosten panden NMC
In de meerjaren onderhoudsbegroting gemeentelijke panden NMC 2007-2021 is de maximale omvang gesteld op 0,200 miljoen euro. In 2012 is aan onderhoud panden NMC besteed 37, in 2012 is ter aanvulling 0,026 miljoen euro gestort. Frictiekosten Stadstoezicht In 2007 is deze voorziening gevormd in verband met de ontmanteling van Stichting Stadstoezicht en de overdracht van de taken naar Stadswerken. De voorziening is komen te vervallen. Onderhoud speelplekken Zuid West Betreft programmering onderhoud speelplekken Zuid West dat loopt van 2006 tot en met 2012. In 2012 is het restant van 0,040 miljoen euro benut. Grondbank De voorziening ultimo 2012 is noodzakelijk ter dekking van: Geschatte saneringskosten vervuilde grond in depot
• • Geschatte saneringskosten bij opheffing depot • Risico dat milieu eisen worden aangescherpt • Risico van nagekomen claims
In 2012 is onttrokken aan saneringskosten vervuilde grond 0,186 miljoen euro. Afbouwregeling TOD De voorziening dient voor kosten afbouw onregelmatigheidstoeslag overwerk op zondag van afdeling Wijken en Service.
336
Categorie: Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
GRP investeringen
0
13.491
13.491
0
Openbare Ruimte en Groen
0
13.491
13.491
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) investeringen Storting 2012 van 13,490 miljoen euro Betreft begrote vervangingsinvesteringen rioleringen 2012, te storten in de spaarvoorziening. Onttrekkingen van 13.490 euro Betreft gerealiseerde vervangingsinvesteringen rioleringen 2012.
Voorziening programma Werk en Inkomen Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving Entreegeld vordering coöperatie Faillissement Cartesius
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
25
0
0
25
139
0
0
139
Voorziening Lening Sophia
250
0
49
201
Reorganisatie personele kosten W&I
230
283
513
0
Werk en Inkomen
644
283
562
365
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Entreegeld vordering coöperatie Wigo4it Op 7 september 2007 is de Coöperatie Wigo4it (uitgesloten aansprakelijkheid) opgericht. Volgens de statuten dienen de deelnemers een entreegeld te betalen van 0,025 miljoen euro. Bij uittreding wordt dit entreegeld verrekend met de uittredingsvergoeding als gevolg van het afwikkelen van verplichtingen van de coöperatie. Daarom wordt de vordering op nihil gewaardeerd. Faillissement Cartesius Naar aanleiding van het faillissement van Cartesius in 2009 heeft het college van B en W 0,3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor kosten van de gemeente die nog voortvloeiden uit dit faillissement, van dit bedrag was eind 2010 nog 0,1 miljoen euro over. Hiermee is een voorziening getroffen om kosten die voortvloeien uit de afwikkeling van de rechtzaken te kunnen dekken. Ultimo 2012 lopen er nog 2 juridische zaken naar aanleiding van het faillissement; voor scholingskosten 2009 en de vaststelling loonkostensubsidie. Voorziening Sophia Tijdens de collegevergadering van 25 januari 2011 is besloten om een voorziening in te stellen als risicovoorziening voor de lening aan stichting Sophia van 0,25 miljoen euro (besluit 10.108650). De lening ten behoeve van de Archimedeslaan 16 is in januari 2011 verstrekt. De afspraak is dat er vanaf juli 2012 in jaarlijkse tranches van 0,05 miljoen euro terugbetaald wordt. In 2012 is de aflossing verrekend met de jaarsubsidie.
337
Reorganisatie personele kosten W en I De voorziening dient ter dekking van de kosten in 2013 en verder voor begeleiding van medewerkers die formeel overplaatsbaar zijn geworden.
Voorziening programma Onderwijs Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Tuinwijk consequenties claim 29
0
29
0
U.C.K.
151
0
0
151
Onderwijs
179
29
151
kunstenaar
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Tuinwijk consequenties claim kunstenaar Ingesteld ter dekking van een financiële claim voor herstel van een kunstwerk in Tuinwerk. De claim is in 2011 afgewikkeld en het resterend bedrag is ten gunste van de exploitatie 2012 geboekt. Bij de jaarrekening 2012 wordt voorgesteld de voorziening op te heffen. U.C.K. : Ten behoeve van nog te verwachten aanspraken op wachtgeld voormalig personeel UCK Categorie: Egalisatievoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Afkoopsom salariskosten
88
0
0
88
Onderwijs
88
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Afkoop salariskosten Het betreft hier een ontvangen afkoopsom voor hogere salariskosten directie. In 2012 heeft geen onttrekking plaatsgevonden. Het saldo van de voorziening is opgenomen in de staat af te wikkelen posten verzelfstandiging Bibliotheek Utrecht.
338
88
Voorziening programma Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving GZH Centrum 't Zand
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
98
0
98
0
0
250
0
250
98
250
98
250
Risicovoorziening Overbruggingsplan Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid Bedragen zijn in duizenden euro’s. GZH Centrum 't Zand Volgens de mantelovereenkomst tussen de GGenGD en de dienst Stadsontwikkeling dient er een risicovoorziening gevormd te worden voor het afdekken van de risico’s tijdens de bouw van het gezondheidscentrum ’t Zand. Het gezondheidscentrum 't Zand is 2012 opgeleverd, de voorziening kan daardoor vrijvallen. Overbruggingsplan Er is onzekerheid over een vergoeding met betrekking tot het project overbruggingsplan terugdringen van overgewicht bij jeugd. Hiervoor is een voorziening gevormd van 0,25 miljoen euro. Afwikkeling zal in 2013 plaatsvinden. Categorie: Egalisatievoorziening Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Frictiekosten Personeel
332
0
186
146
Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid
332
186
146
Frictiekosten Personeel De onttrekking van 0,186 miljoen euro is gemaakt ten behoeve van de frictiekosten van voormalig personeel. Categorie: van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Verzelfstandiging Loket 1
41
0
41
00
Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid
41
0
41
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Verzelfstandiging Loket 1 Dit betreft een voorziening voor het betalen van ziektekostenpremies en dergelijke ten behoeve van oud-werknemers en gezinsleden van de voormalige Stichting Loket 1. De voorziening dient door te lopen totdat er geen gebruik meer wordt gemaakt van de regeling . Vanaf 2012 wordt er geen gebruik meer gemaakt van de regeling. De voorziening kan daardoor vrijvallen.
339
Voorziening Cultuur Categorie: van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Voorziening Fonds Van Baarenco
45
0
0
45
Voorziening Fonds Rietveld-Sch
91
0
0
91
Cultuur
136
136
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Fonds Van Baaren Is ingesteld door derden. De rente-inkomsten van het fonds worden bestemd voor conservering van de kunstcollectie Van Baaren, deze inkomsten zijn gestort in de reserve Onderhoud en conservering. Fonds Rietveld Schröderhuis Is ingesteld door derden. De rente-inkomsten van het fonds worden bestemd voor onderhoud van het Rietveld Schröderhuis, deze inkomsten zijn gestort in de reserve Onderhoud en conservering. Aandachtspunten: Er zijn juridische verplichtingen naar derden ten aanzien van deze fondsen
Voorziening Algemene Middelen Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving Risico voorziening garanties GVU
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
1.000
0
1.000
0
0
154
0
154
1.000
154
1.000
154
Claim licentiekosten belasting systeem Algemene Middelen Bedragen zijn in duizenden euro’s. Risico voorziening garanties GVU concern Deze voorziening is in 2007 ingesteld in verband met aan het personeel verleende garanties bij de verkoop van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht. Bij de verkoop van het GVU aan Connexxion is overeengekomen, dat de Gemeente Utrecht garant staat voor eventuele naheffingen van de belastingdienst tot een bedrag van 1 miljoen euro. Deze garantstelling vervalt per 1 juli 2012. Voorziening claim licentiekosten belasting systeem DBenG Besloten is in november 2012 door de gemeenteraad tot het aangaan op 1 januari 2014 van een Belastingsamenwerking met de Gemeente De Bilt en het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. Voor Utrecht betekent dat contractuele verplichtingen met leveranciers vervroegd worden opgezegd. Voor de lasten die daaruit voortvloeien is een voorziening gevormd.
340
Voorziening Algemene ondersteuning Categorie: Risicovoorziening Onttrekkingen Omschrijving Onderhoud/opknappen brandputten Frictiekosten Algemene Ondersteuning
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
43
0
0
43
0
8.174
0
8.174
43
8.174
0
8.217
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Onderhoud/opknappen brandputten Bij de overgang van de Brandweer naar de Veiligheidsregio Utrecht, is het saldo van de voorziening met betrekking tot het onderhouden en opknappen van brandputten achtergebleven bij de gemeente en overgeheveld naar deze nieuwe risicovoorziening. De voorziening is bestemd voor de toekomstige uitgaven voor onderhoud/opknappen van brandputten. Frictiekosten De voorziening is bestemd voor frictiekosten in het kader van de reorganisatie. Categorie: Egalisatievoorziening Onttrekkingen Omschrijving Liquidatiefonds Interimdienst Liquidatiefonds Openbaar Slachthuis
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
15
0
14
1
0
1
0
1
Liquidatiefonds Woonruimtezaken
170
0
20
150
Pensioenfonds Bijz. Kleuteronderwijs
322
0
66
256
Stichting Pensioenfonds Ozebi
4
0
1
2
Liquidatiefonds VldM
29
0
0
28
Sparen verlof
63
0
63
0
603
1
165
439
Algemene Ondersteuning Bedragen zijn in duizenden euro’s. Liquidatiefondsen/pensioenfondsen
De storting van 0,001 miljoen euro in Liquidatiefonds Openbaar Slachthuis is gedaan om dit fonds niet in de min te laten lopen. De onttrekkingen aan de liquidatiefondsen betreffen betalingen van pensioenen en wachtgeld aan de deelnemers van deze fondsen. Het restant is bestemd voor de verwachte, toekomstige betalingen aan deze deelnemers. Sparen verlof Deze voorziening was ingesteld om vervanging te kunnen bekostigen van een werknemer die op grond van artikel 4.3 van de CAR door middel van een spaarovereenkomst arbeidsduurverkorting realiseerde. Omdat er geen aanspraak meer werd gedaan op deze voorziening is hij bij de Verantwoording 2011 opgeheven
341
Categorie: van derden ontvangen bestemmingsbedragen Onttrekkingen Omschrijving
Stand 1-1-12
Stortingen 2012
2012
Stand 31-12-12
Europese Doelstelling 2
860
0
0
860
Algemene Ondersteuning
860
0
0
860
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Europese Doelstelling 2 Het saldo van deze voorziening is bestemd voor de cofinanciering en programmarisico's van Europese subsidieprogramma's. Wij stellen voor om het saldo van deze voorziening uit oogpunt van eenvoud en transparantie bij de 2e Technische Wijziging 2013 toe te voegen aan de reserve Europese subsidies.
342
Borgstellingen Borgstellingen (garanties en/of gewaarborgde geldleningen) Oorspronkelijk
percentage van
bedrag
de lening
restant van
gewaarborgde
waarvoor borg-
de lening
de lening
lening
stelling geldt
31-12-2011
31-12-2012
382.596
0
382.596
380.596
Totalen Portaal
461.882
0
447.120
496.315
Totalen Mitros
842.079
0
810.940
787.243
Totalen SSHU
266.962
0
264.257
251.864
88.997
0
88.997
105.486
3.310
0
2.177
2.002
Volksbelang Vianen)
10.000
0
10.000
10.000
Totalen Vestia groep (voorheen SGBB)
34.522
0
32.771
31.033
8.445
0
7.035
3.847
Totalen Woonzorg
20.171
0
32.771
15.599
Provides (voorheen IJsselsteinse Woningbouwvereniging)
12.000
0
12.000
12.000
1.405
100
426
352
205.997
50
9.885
7.768
12.054
100
3.295
2.589
SVN Garantie op extra ruimte
3.535
100
960
859
NRF RGSVH/BWS
3.759
100
2.794
2.547
10.625
100
9.026
8.717
3.151
100
1.906
1.881
Borgstelling verleend voor (naam instelling ) Totalen Bo-Ex
Totalen Groenwest (voorheen GroenRandWonen) Totalen woningbouwvereniging Utrecht
restant van
Totalen Lekstede (voorheen Bouwvereniging
Totalen Habion
Totalen Stichting Den Bouwacker WEW garanties Werkgeversgarantie
NRF totaalfinanciering monumenten NRF Revolving fund monumenten Stichting kampong voetbal
38
100
36
34
UW Holding BV (UW-bedrijven)
6.607
100
3.881
3.881
Stichting Tafeltennis Promotie
136
50
50
45
Voetbalvereniging R.U.C.
54
100
3
3
Tennisvereniging At Risk
237
100
102
90
50
50
25
25
180
50
90
86
45
100
19
16
Stichting Beheer Tennispark Rhijnauwen
34
100
13
12
Tennisvereniging ULTC-Iduna
79
100
41
38
Tennisvereniging ULTC-Iduna
125
100
70
65
Nederlandse Bridgebond
454
100
141
83
Stichting kampong cricket Stichting Kampong Hockey Stichting Beheer Tennispark Rhijnauwen
Velox-SVVU-Celeritudo
20
100
2
0
Stichting Financieel Beheer Kampong Hockey
272
100
144
83
Stichting Financieel Beheer Kampong Hockey
340
100
233
168
Sportschool Anton Geesink
45
100
4
0
Sportvereniging Kampong Voetbal
35
100
6
2
Sportvereniging Kampong Hockey
69
100
41
30
Sportvereniging Kampong Hockey
69
100
41
30
Stichting de Noordpunt
125
100
66
56
Voetbalvereniging 'De Meern'
168
200
100
177
SV Kampong (hoofdbestuur)
75
100
35
4
SV Kampong (hoofdbestuur)
133
100
133
91
343
Oorspronkelijk
Borgstelling verleend voor (naam instelling ) Korfbalvereniging HKC
percentage van restant van
bedrag
de lening
restant van
gewaarborgde
waarvoor borg-
de lening
de lening
lening
stelling geldt
31-12-2011
31-12-2012
28
100
15
13
Stichting Kampong Hockey
125
100
62
47
MHC Fletiomare
200
100
168
160
MHC Fletiomare
175
100
175
161
Stichting Expl. Sportacc. Utrecht Leidsche Rijn (Desto)
225
100
189
180
Stichting Expl. Sportacc. Utrecht Leidsche Rijn (Desto)
100
100
86
82
Stichting Beheer Tennispark Rhijnauwen
100
100
85
75
90
100
72
93
LTC Vleuten-De Meern
180
100
180
156
LTC Vleuten-De Meern
250
100
250
230
Tennisvereniging ULTC-Iduna
Kinderdagverblijf 'De Poppenzolder'
70
100
31
29
2.573
100
1.447
1.286
SHBU Zorgcentra
113
100
28
22
St. Vieja Utrecht (voorheen St. Vrouwenopvang Utrecht)
150
100
67
55
St. Vieja Utrecht (voorheen St. Vrouwenopvang Utrecht)
817
100
364
323
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
673
100
151
107
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
544
100
227
182
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
167
100
44
32
SHBU Zorgcentra
Stichting HABION (Land. Herv. Bouw- Bejaarden)
4.992
50
3.958
3.852
Stichting Trajectum Novum
1.645
100
1.078
1.021
Stichting Rijnvliet
250
100
250
233
Stichting Rijnvliet
250
100
250
241
Stichting Rijnvliet
128
50
0
64
75
50
36
250
550
45
242
Utrechtse Kano club Stichting Vlietkop / UTS Stichting HABION (voorheen Land. Herv. Bouw-
4.992
50
3.957
3.852
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
381
100
229
213
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
318
100
191
178
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
104
100
63
58
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
816
100
506
473
Stichting Gezondheidscentra Leidsche Rijn
500
100
400
0
Stichting De Heem
470
100
470
350
75
50
36
35
2.139.616
2.139.761
Bejaarden)
Vereniging Utrechtse Kano club Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
344
2.403.038
SiSa bijlage
345
346
347
348
349
350
351
352
353
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de gemeenteraad van gemeente Utrecht Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarstukken 2012 op de pagina’s 279 tot en met 357 opgenomen jaarrekening 2012 van gemeente Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO). Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Deze financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door de gemeenteraad op 23 april 2013. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie vastgesteld.
354
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Utrecht een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Utrecht, 21 mei 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: K. Bruggeman RA
355
Externe subsidieprogramma's Bij het waarmaken van Utrechtse ambities kunnen ook andere (overheids-) organisaties een rol spelen. Daar waar sprake is van gezamenlijke doelstellingen en resultaten, is er vaak ruimte voor een verdeling van de kosten. Wij richten ons dan ook bij de uitvoering van onze programma's actief tot externe partners, bij het Rijk of in Europa. Op die manier halen wij kennis en ervaring van elders binnen, naast extra financiële middelen. Ook dragen de samenwerkingsnetwerken bij aan het profileren van Utrecht op (inter-)nationaal niveau. Naast een groot aantal aan één programma gebonden externe geldstromen, ontvangt Utrecht subsidies, die neerslaan in meerdere programma's. Het Europese subsidieprogramma Kansen voor West wordt voor een groot deel bekostigd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en loopt in de periode 2007-2013.
Subsidieverwerving Om subsidiemogelijkheden optimaal te benutten is het noodzakelijk kennis te hebben van de regelingen en deze te verbinden aan het relevante Utrechtse beleid. De vakdiensten zijn primair aan zet als het gaat om het benutten van nationale en regionale sectorspecifieke subsidieregelingen. Daarnaast is het nodig gemeentebreed aandacht en capaciteit te hebben voor het aanvragen en uitvoeren van gesubsidieerde projecten, omdat dit specifieke kennis vereist en tijd kan kosten. De gemeentebrede inzet zit vooral op Europese subsidiemogelijkheden en sectoroverstijgende regelingen. Europese subsidies vereisen veelal internationale samenwerking. Het hebben van een goed internationaal netwerk is van groot belang om zelf de nodige partners te vinden maar ook om door anderen voor deelname benaderd te worden. Daarom nemen wij deel aan internationale samenwerkingsverbanden, zoals Eurocities, maar ook aan bepaalde sectorale netwerken. Daarnaast hebben wij het Similar Cities Network ontwikkeld, dat ook bij moet dragen aan optimalisatie van Europese subsidiemogelijkheden. Om richting te geven aan de subsidieverwerving werken wij met prioriteitsdossiers. Deze komen tot stand door bestuurlijke keuzes, subsidiemogelijkheden en de gemeentelijke (uitvoerings)programma's met elkaar te verbinden. Op dit moment zijn de prioriteiten: duurzaamheid (onder andere ambitie energieneutrale stad, groenontwikkeling);
• • binnenstedelijk bouwen; • mobiliteit (onder andere luchtkwaliteit); • economische ontwikkeling (inclusief arbeidsmarkt); • cultuur.
De gemeentebrede inspanningen hebben in 2012 geresulteerd in toegezegde Europese subsidies voor een bedrag van 2,4 miljoen euro. Daarnaast moet over een aantal aanvragen die in 2012 zijn gedaan door de subsidieverstrekker nog een beslissing worden genomen. Ook in 2013 wordt ingezet op het verkrijgen van Europese financiering voor lokale projecten. De ontwikkelingen met betrekking tot de Europese begrotingsperiode 2014-2020 volgen wij uiteraard en wij nemen deel aan de voorbereiding voor het nieuwe 'Kansen voor West'-programma. Hoewel duidelijk is dat het om aanzienlijk minder middelen gaat, willen wij die mogelijkheden die zich voor gaan doen snel kunnen benutten.
356
Kansen voor West – Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO 2007-2013)
De huidige Europese structuurfondsperiode loopt van 2007 tot en met 2013. Utrecht ontvangt uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) een bijdrage voor het programma Kansen voor West. Doel In Kansen voor West werken de G4-steden samen met de vier provincies om de Randstad weer in de economische top vijf van Europa’s grootstedelijke regio’s te krijgen. Om dit te realiseren hebben de acht partners een gezamenlijk programma opgesteld. De doelstelling van Kansen voor West is het versterken van de economische structuur en de internationale concurrentiepositie van het gebied. Daartoe zijn drie prioriteiten vastgesteld: 1.
Kennis, innovatie en ondernemerschap.
2.
Attractieve regio’s.
3.
Attractieve steden.
Budgettair kader Het beschikbare EFRO-bedrag voor Kansen voor West is 310 miljoen euro over de periode 2007 tot en met 2013. Daarvan is 21,6 miljoen euro bestemd voor de stad Utrecht, deels (13,1 miljoen euro) voor een stedelijk programma en deels (8,5 miljoen euro) in de vorm van een indicatief aandeel van het regionale programma. In totaal (inclusief de verplichte cofinanciering) bedraagt het Utrechtse programma 54,3 miljoen euro (zie onderstaande tabel voor de verdeling). Voor de stad Utrecht zijn vooral prioriteit 1 en prioriteit 3 van belang.
1. Kennis, innovatie en ondernemerschap
stad
stad
regio
regio
totaal
EFRO
totaal
EFRO
totaal
EFRO
totaal
2,40
6,00
7,70
19,25
10,10
25,25
0,80
2,00
0,80
2,00
10,29
25,73
0,49
0,40
1,28
21,74
21,59
54,26
1.1 Versterken kennisontwikkeling, overdracht en –toepassing in kansrijke clusters 1.2 Stimuleren van ondernemerschap en innovatie in het MKB 1.3 Stimuleren van technologische milieuinnovaties 2. Attractieve regio’s 2.1 Versterken economische kwaliteit met behoud van landschappelijke waarden 2.2 Verruiming en verbetering gebruikswaarde groen in en om de stad 3. Attractieve steden
10,29
25,73
0,40
0,79
13,09
32,52
3.1 Verbeteren vestigingsklimaat3.2 Verbeteren leefklimaat 4. Technische bijstand Totaal
8,50
Bedragen zijn in miljoenen euro's. Deze financiële tabel is afgeleid van de afspraken in het Operationeel Programma (OP) West. In de kolom ‘stad EFRO’ staan de bedragen die ons college van B en W kan toekennen in de verschillende programma-onderdelen. De kolom ‘stad totaal’ is het totaal bedrag per onderdeel: het subsidiebedrag plus de verplichte cofinanciering. In de kolom ‘regio EFRO’ staan de bedragen die binnen het regionale programma zijn geoormerkt voor bestemming in de stad
357
Utrecht. De kolom ‘regio totaal’ is het totaal bedrag per onderdeel: het subsidiebedrag plus de verplichte cofinanciering. De totaalkolommen geven een optelling van de stedelijke en de provinciale bedragen. De regel technische bijstand heeft betrekking op de uitgaven voor de programma-organisatie. Voor het programmamanagement en voor bijkomende kosten (bijvoorbeeld accountantscontroles, publiciteit) van het Utrechtse stedelijke programma is een subsidiebedrag van 0,397 miljoen euro beschikbaar. De stad draagt per saldo 0,486 miljoen euro bij aan de cofinanciering voor de landsdelige programmaorganisatie (het programmamanagement voor het totale programma Kansen voor West is ondergebracht bij de Gemeente Rotterdam). Dit bedrag is in lijn met het relatieve aandeel van de stad in het totale programma van landsdeel West. In totaal is het aandeel van de technische bijstand in de programmakosten 4%. Uitvoeringsprogramma Utrecht Voor de Gemeente Utrecht is het OP West nader uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma ‘Vijf sterren voor Utrecht’, dat op 6 september 2007 door de gemeenteraad is vastgesteld. Kansen voor West biedt een betrekkelijk ruim kader. Door het geld gericht in te zetten kan een groter positief effect voor de stad worden bereikt. De uitvoering wordt in Utrecht daarom geconcentreerd in vijf gebieden: de grote ontwikkellocaties Stationsgebied en Leidsche Rijn (centrum) en daarnaast Lage Weide, Overvecht en De Uithof. Naast de gebiedsinsteek kiezen wij voor het stimuleren van kennis en talent. Kennis en talent zijn immers de sleutels voor economische kracht. Utrecht is de ontmoetingsplaats voor talent. Het aanwezige (ondernemers) talent in de universiteit en de hogescholen wordt vanuit het programma ondersteund. Maar ook Utrechts talent dat onbenut dreigt te blijven krijgt aandacht. Onder andere door schooluitval tegen te gaan en door vraag en aanbod op de lokale en regionale arbeidsmarkt beter op elkaar aan te laten sluiten. Het uitvoeringsprogramma sluit aan bij bestaand beleid en bestaande programma’s. Deze kunnen versterkt en versneld worden uitgevoerd dankzij de EFRO-subsidie. Doordat verschillende beleidslijnen rond het EFRO-programma samenkomen, is het vanuit de stad mogelijk geldstromen te matchen. Bijvoorbeeld met rijksmiddelen Pieken in de Delta voor het versterken van de kenniseconomie. Daarnaast zijn bestaande gemeentelijke budgetten en andere rijksen provinciale fondsen bruikbaar en zullen ook andere samenwerkingspartners kunnen en willen bijdragen. Voor EFROprojecten die niet (volledig) met behulp van matching kunnen worden gedekt, is een bedrag van 3,3 miljoen euro gereserveerd. Deze reservering dient tevens als risicovoorziening, omdat het werken met Europees geld risico's met zich meebrengt vanwege de hoge eisen die aan de verantwoording worden gesteld en de vele controles. Bij de uitvoering van het programma gaat onze voorkeur uit naar substantiële projecten. In omvangrijke projecten heeft de subsidie een grotere impact dan wanneer het geld wordt versnipperd. Op die manier kan de EFRO-bijdrage een aantoonbaar effect teweeg brengen op de economische structuur van de stad. Bovendien wordt op deze manier de verhouding tussen programma- en beheerkosten gunstiger. Activiteiten 2012 In 2012 is het programma verder gevuld met projecten die aansluiten bij de prioriteiten beschreven in het OP West en gericht zijn op de Utrechtse aandachtsgebieden. Utrechtse projecten die zijn ondergebracht bij het programma Kansen voor West zijn onder andere de revitalisering van de havens op Lage Weide, de bouw van een Life Science Incubator op het Utrecht Science Park en de Proefinstallatie Nereda technologie rwzi Utrecht. Daarnaast is het controleren en volgen van lopende en startende projecten een belangrijk aandachtspunt bij de uitvoering van het programma. De gehonoreerde projecten passen (vanzelfsprekend) in het vastgestelde landsdelige programma Kansen voor West en de uitwerking daarvan voor de stad
358
Programmaoverzicht per 1 februari 2013 Subsidiabele Project
Aanvrager
Ov. Publiek
kosten
EFRO
financiering
1.400.000
560.000
2.420.492
Projecten prioriteit 1 Protospace Utrecht
56
Stichting Protospace
Mijn Bedrijf 2.0 (zie memo 22
Stichting Taskforce Innovatie
december 2010)
Regio Utrecht
4.213.649
1.894.336
4.067.863
Universiteit Utrecht
2.098.345
839.338
750.000
Universiteit Utrecht
6.835.042
1.756.910
2.139.313
7.103.696
2.699.404
1.259.007
508.430
203.370
5.078.132 4.404.292
57
Utrecht Science Park 58 Business Case Centrum voor Aarde en Duurzaamheid 59
Stichting Taskforce Innovatie Utrecht Innoveert: The Next Step 60
Regio Utrecht Kamer van Koophandel
Partners in Nieuw Ondernemerschap
Midden Nederland
Proefinstallatie Nereda technologie
Hoogheemraadschap De
rwzi Utrecht
Stichtse Rijnlanden
2.675.000
1.070.000
Dutch Game Garden 2010-2015
Stichting Dutch Game Garden
4.035.059
1.614.567
288.360
Life Science Incubator Utrecht
Stichting Incubator Utrecht
14.516.158
2.828.581
1.605.000
43.385.379
13.466.506
22.012.459
2.431.000
800.000
1.631.000
2.431.000
800.000
1.631.000
2.478.428
800.000
870.000
Subtotaal prio 1 Projecten prioriteit 2 Attractieve regio's Versterken cultureel toeristische waarde landgoederen Amelisweerd
Gemeente Utrecht Dienst
en Rhijnauwen
Stadsontwikkeling
Subtotaal Prio 2 Projecten prioriteit 3 Attractieve steden Museum Van Speelklok tot Revitalisatie Flora's Hof Lichte Gaard
Pierement Gemeente Utrecht Dienst
Aanpak Openbare Ruimte
Stadswerken
1.020.820
397.820
538.000
Zingende Toren
Gemeente Utrecht DMO
1.244.632
250.000
819.632
Kunstfactor
Gemeente Utrecht DMO
995.000
398.000
597.000
Gemeente Utrecht Dienst Emissie vrije Bierboot
Stadswerken
Trajectum Lumen
Gemeente Utrecht
De Wissel
ROC Midden
400.000
200.000
200.000
3.226.000
1.060.000
2.166.000
665.000
330.000
335.000
4.565.156
1.826.062
2.689.094
898.920
359.568
539.000
3.123.790
1.249.516
1.161.832
Wijkeconomie en Kleinschalig Ondernemerschap
Gemeente Utrecht SO-EZ
Designer Café
Taskforce Innovatie Stichting Vrienden voorheen
Creatieve Industrie Jan Jongerius
56
57
Jongerius Complex
Deze projecten maken deel uit van het regionale programmadeel. Deze projecten kennen ook private cofinanciering. Zie voetnoot 56
58
Zie voetnoot 56
59
Zie voetnoot 56
60
Zie voetnoot 56 359
Subsidiabele Project
Aanvrager
De Nieuwe Bouwloods
Stichting Bouwloods Utrecht
Bedrijventerrein Overvecht
Gemeente Utrecht
Aanleg 1e fase Parkpergola -
Gemeente Utrecht PB
Ov. Publiek
kosten
EFRO
financiering
1.059.868
400.000
0
704.986
283.986
421.000
Leidsche Rijn Park
Leidsche Rijn
2.456.887
800.000
1.656.887
Upgrading havenbekkens Lage Weide
Gemeente Utrecht
5.000.000
2.000.000
3.000.000
Gemeente Utrecht
1.425.000
400.000
680.000
Subtotaal Prio 3
29.264.487
10.754.952
15.673.445
Totaal Stad en Regio projecten
75.080.866
25.021.458
39.316.904
Beeldende kunsttentoonstelling 'Call of the Mall'
Hiermee zijn de voor de stad beschikbare middelen in prioriteit 1 en prioriteit 3 voor ongeveer 92% toegekend aan projecten. Binnen het regionale programmadeel is de voor de stad beschikbare ruimte voor 91% toegekend aan projecten. Projecten in de pijplijn zijn Fonds Energietransitie EFRO utrecht en Retourshop. Daarmee is de beschikbare EFRO ruimte helemaal opgebruikt. Om de Utrechtse projecten binnen het regionale programmadeel mogelijk te maken is ten laste van het cofinancieringsbudget subsidie toegekend aan de volgende projecten: Protospace:
200.000 euro
Utrecht Science Park:
367.000 euro
Sociale Innovatie MKB
136.000 euro
Centrum Aarde en Duurzaamheid:
538.000 euro
Taskforce Innovatie
570.000 euro (plus 400.000 euro ten laste van het fonds simulering
lokale economie). Europese subsidies na 2013 De Europese Commissie heeft de voorbereidingen voor de structuurfondsperiode 2014-2020 in gang gezet. Uiteraard volgen wij de ontwikkelingen op dit vlak nauwgezet. Tegelijkertijd werken wij met de andere partners al aan de eerste contouren voor nieuwe programma's, met als doel ook na 2014 te kunnen beschikken over Europees geld voor Utrechtse projecten en programma's. Hoewel op voorhand duidelijk is dat het in ieder geval voor de structuurfondsen om een aanzienlijk lagere bedragen zal gaan, blijft het van groot belang de beschikking te krijgen op een zo groot mogelijk aandeel in de Europese subsidieprogramma's om Utrechtse ambities mede hiermee te helpen realiseren.
360
Subsidiestaat Actuele
Verschil begroting en
Waarvan
subsidiestaat 2012
Realisatie 2012
realisatie
jaarsubsidie
P2.1.2 Uitvoeren projecten en maatregelen luchtkwaliteit/ goederenvervoer
0
76
-76
0
P2.1.1 Uitvoeren projecten en maatregelen autogebruik
0
94
-94
0
Totaal programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
0
170
-170
0
Doel subsidie/activiteit Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
Programma Bewoners en Bestuur P1.1.1. Bevordering toerisme
1.384
1.367
17
1.367
P1.2.1. Stad van kennis en cultuur
457
457
0
457
P2.1.1. Samenwerken en beïnvloeden
110
280
-170
131
P3.3.1. Bewoners betrekken
183
181
2
0
2.134
2.435
-301
2.105
Totaal programma Bewoners en bestuur Programma Stedelijke Ontwikkeling P1.1.2. Stedelijke kaders op hoofdlijnen P2.1.2. Visies en randvoorwaarden P2.2.1. huisvesting bijzondere doelgroepen
0
0
0
0
127
936
-809
113
48
16
32
16
200
413
-213
48
P5.1.2 Toezicht op de naleving
0
318
-318
0
P2.1.3 Grondexploitaties
0
590
-590
0
P2.1.4 Herinrichting ruimte; infrastructuur
0
1.620
-1.620
0
P3.1.1 Uitvoeren van de wijkactieprogramma's in de vier Krachtwijken
0
489
-489
489
375
4.382
-4.007
666
690
207
483
97
0
19
-19
0
690
226
464
97
P4.1.1. Monumenten en Cultuurhistorie
Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling Programma Duurzaamheid P1.1.1 In Utrecht besparen we energie en wekken we duurzaam energie op P2.1.1 Preventieve maatregelen bij ruimtelijke ontwikkeling Totaal programma Duurzaamheid
361
Actuele Doel subsidie/activiteit
subsidiestaat 2012
Realisatie 2012
Verschil begroting en
Waarvan
realisatie
jaarsubsidie
Programma Openbare Ruimte en Groen P1.1.1 achterstallig onderhoud wegwerken
5
0
5
0
43
62
-19
0
0
70
-70
0
P2.2.3 Ontwikkelen van groen om de stad
1.094
1.354
-260
1.091
Totaal programma Openbare Ruimte en Groen
1.142
1.486
-344
1.091
P2.1.1 Ontwikkeling van talenten
29.656
27.255
2.401
25.117
Totaal programma Onderwijs
29.656
27.255
2.401
25.117
P1.1.1 Faciliteren van accommodatie voor maatschappelijke activiteiten
6.804
6.726
78
6.726
P1.1.2 Ondersteunen en faciliteren van bewonersinitiatieven
4.439
4.742
-303
4.275
P1.1.3 Stimuleren en faciliteren van stedelijk vrijwilligerswerk
1.038
933
105
928
64
65
-1
62
24.715
15.472
9.243
15.189
0
264
-264
264
466
126
340
83
P1.3.3 Toegankelijkheid
0
0
0
0
P2.1.1 Speelruimte
0
0
0
0
8.353
9.740
-1.387
8.492
1.987
2.946
-959
2.593
404
0
404
0
2.382
1.360
1.022
1.359
P2.1.2. Onderhouden van het groen P2.2.1. Groen in directe leefomgeving
Programma Onderwijs
Programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
P1.2.1 Mantelzorgers worden ondersteund P1.2.2 Sociaal kwetsbaren, vluchtelingen en asielzoekers krijgen gepaste ondersteuning, gericht op zelfredzaamheid P1.3.1 Melding discriminatie P1.3.2 Voorlichting geven over en zichtbaar maken van diversiteit
P2.1.2 Kinder- en jongerenwerk leidt actief toe naar regulier vrijetijdsaanbod zoals sport- en andere verenigingen P2.2.1 Twee proeftuinen waarin laagdrempelige (groepsgerichte) opvoedingsondersteuning en een generalistisch hulpaanbod zonder financiële schotten gerealiseerd zijn P2.3.1 Uitvoeren van de aanpak Jeugd en Veiligheid P3.1 Alle Utrechters weten hun gezondheid bewaakt en beschermd P3.2 De gezondheidsachterstanden verkleinen door de gezondheid van kwetsbare Utrechters te 2.136
1.884
252
1.878
P3.3 Zeer kwetsbare Utrechters vinden de weg terug naar zelfstandigheid en meedoen
11.331
20.802
-9.471
19.306
Totaal programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
64.119
65.061
-942
61.156
bevorderen.
362
Actuele Doel subsidie/activiteit
Verschil begroting en
Waarvan
realisatie
jaarsubsidie
5.130
38
0
2.366
837
0
147
49
122
subsidiestaat 2012
Realisatie 2012
P1.1.1 economische structuur
5.168
P1.2.1. voldoende werkgelegenheid
3.203
P3.1.1. Armoedebestrijding
196
P2.1.1. Re-integratie
680
0
680
0
0
1.184
-1.184
789
3.770
3.426
344
534
13.017
12.252
765
1.444
326
375
-49
324
100
32
68
32
Programma Werk en Inkomen
P2.1.3. Inburgering P2.1.4. Volwasseneneducatie Totaal programma Werk en Inkomen Programma Sport P1.1.1 Basisvoorzieningen P1.3.1 Realiseren en renoveren van velden en de mogelijkheden benutten voor aanleg van nieuwe ondergronden P2.1.1 Sportdeelname >16 jaar
1.058
1.141
-83
988
P2.1.2 Jeugdsportdeelname
633
709
-76
666
P2.2.1 Sporten voor mensen met een beperking
385
458
-73
144
P3.1.1 Bevordering topsport
702
549
153
171
0
42
0
19
3.204
3.307
-61
2.343
P1.3.2 Cultuurmarketing en promotie Totaal programma Sport Programma Cultuur
19.454
18.957
497
17.705
P1.2.1 participatie
4.098
4.301
-203
2.977
P1.3.1 internationalisering
1.075
2.315
-1.240
2.165
24.627
25.573
-946
22.848
3.373
4.919
-1.546
4.523
244
241
3
241
3.617
5.160
-1.543
4.764
142.581
147.306
-4.514
121.631
P1.1.1 Programmering en productie
Totaal programma Cultuur Programma Veiligheid P1.3.1. Uitvoeren van de aanpak Jeugd en Veiligheid P2.1.1. Uitvoeren van activiteiten gericht op het voorkomen van incidenten Totaal programma Veiligheid Totaal alle programma's Programmabegroting 2012 (Bedragen zijn in duizenden euro's)
363
Corresponderende posten Wij hebben beoordeeld in hoeverre de specifieke toevoegingen aan het Gemeentefonds uit de septembercirculaire 2012 en de decembercirculaire 2102 overgeheveld dienen te worden naar het betreffende dienst- en programmabudget. Voor onderstaande mutaties stellen wij voor dit via de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2012 te effectueren. Programma
Mutatie
Toelichting
Bedrag 2012 Organisatie-eenheid
Deze middelen zijn ter dekking van de Stedelijke Ontwikkeling/ Openbare Ruimte en Groen
implementatiekosten van de nieuw te vormen Regionale Uitvoeringsdiensten
Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD)
330 VTH
Deze middelen zijn ter dekking van de kosten Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
Mannenopvang
voor mannenopvang.
300 MO
Het betreft de actualisatie van de decentralisatieuitkering Wet Maatschappelijk Ondersteuning. Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
Wet Maatschappelijk Ondersteuning
Over de jaren 2010, 2011 en 2012
460 MO
Het betreft de actualisatie van de decentralisatieuitkering Wet Maatschappelijk Opvang. Over de Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid
Maatschappelijk opvang
jaren 2011 en 2012
20 MO/GG&GD
Het betreft de actualisatie van de decentralisatieJeugd, Welzijn en Volksgezondheid
Centra Jeugd en Gezin
uitkering oor centra jeugd en gezin over 2011
15 MO/GG&GD
Het betreft de actualisatie van de decentralisatieJeugd, Welzijn en Volksgezondheid Totaal Correspondeerde posten
364
Vrouwenopvang
uitkering voor vrouwenopvang over 2012
-11 MO 1.114
Lokale heffingen en belastingen Publiekrechtelijke heffingen: belastingen ALGEMENE MIDDELEN Opbrengst 2012 Tarief 2012 Onroerende-zaakbelasting: Eigendom woningen
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
3.962 61
69.710
77.320
80.184
351 62
1.318
1.318
1.455
488
488
509
471
471
540
0,0947%
Gebruik niet-woningen
0,2007%
Eigendom niet-woningen
0,2485%
Toeristenbelasting
5% overnachtingsprijs
Hondenbelasting: Per hond
63,12
Per kennel
190,08
Precario: Tarief voor voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond per m²
39,00
Tarief voor pomp voor meerdere soorten brandstof
986,04
61 62
Betreft alleen de directe kosten van het uitvoerende organisatieonderdeel. Betreft totale directe kosten van het uitvoerende organisatieonderdeel voor toeristen-, honden- en precariobelasting. 365
BEREIKBAARHEID Opbrengst 2012 Tarief 2012 Parkeerbelastingen
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
24.360
23.943
25.123
23.200
Tarieven: Kort parkeren (per uur/automatenplaatsen: Gebied 1 /gebied 2 /gebied 3
4,26/2,60/2,33
Dagkaart Gebied 1 /gebied 2 /gebied 3
29,90/18,15/16,40
Avondkaart: Gebied 1 /gebied 2 /gebied 3
15,00/6,20/n.v.t.
Bewonersvergunning (per maand): Gebied 1 /gebied 2 /gebied 3
18,10/6,20/5,70
Bedrijvenvergunning (per maand): Gebied 1 /gebied 2 /gebied 3
54,25/27,00/26,00
Tarieven bezoekers: Bezoekers parkeren Gebied 1 /gebied 2 /gebied 3
2,13/1,30/1,16
OPENBARE RUIMTE EN GROEN Opbrengst 2012 Tarief 2012 Afvalstoffenheffing Tarief per huishouden
nominaal
Actueel
Realisatie
27.406
28.758
27.842
29.720
33.535
34.670
34.670
35.538
89.614
159.358
167.232
171.146
n.v.t.
Tarief éénpersoonshuishouden
234,00
Tarief meerpersoonshuishouden
269,88
Rioolheffingen: Aansluitrecht eigenaar
Kosten 2012
220,22
Afvoerrecht Grootverbruik: 251 tot en met 50.000 m³
1,73
50.001 tot en met 100.000 m³
1,66
100.001 tot en met 150.000 m³
1,53
meer dan 150.000 m³
1,40
Totaal belastingen
366
Publiekrechtelijke heffingen: retributies ALGEMEEN Kosten 2012 Tarief 2012 Leges:
diverse
Opbrengst 2012 nominaal
0
0,8
Kosten 2012
Opbrengst 2012
Actueel
Realisatie 0
BEWONERS EN BESTUUR
Tarief 2012 Leges Burgerzaken: Afschrift GBA (meest voorkomende tarief)
11,00
Paspoort
48,70
Rijbewijs
50,10
nominaal
Actueel
Realisatie
7.128
6.117
6.386
6.968
Kosten 2012
Opbrengst 2012 nominaal
Actueel
Realisatie
334
334
133
Tarief 2012 BIZ-heffingen: Rijnsweerd: gebruik niet-woningen Woonboulevard: gebruik niet-woningen
6 In 2012 vervallen (Woz-)waardecategorie
BEREIKBAARHEID Opbrengst 2012 Tarief 2012 Leges Gehandicapten parkeerkaart
27,75
Tijdelijke ontheffing berijden voetgangersgebied
15,30
Vergunning berijden voetgangersgebied (SW)
56,25
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
0
106
106
78
367
VEILIGHEID Opbrengst 2012 Tarief 2012 Leges: Aanvraag vergunning voetbalwedstrijd
523,00
Aanvraag vergunning evenement in gebouw
2.305,00
Aanvraag wet Bibob
2.941,00
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
12
29
12
9
9
9
20 3
0
3
OPENBARE RUIMTE EN GROEN Opbrengst 2012 Tarief 2012 Leges:
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
1.217
1.064
1.069
1.089
Vergunningen kabels en leidingen, opbrekingen en dergelijke
62,92 tot en met 1.003,69
585
594
665
Vergunningen standplaatsen, evenementen
75,50 tot en met 1.286,30
201
219
256
Rioolvergunningen
40,65 tot en met 130,00
120
25
84
Velvergunningen
13,93 tot en met 264,65
30
151
80
Reclamevergunningen
179,20
128
80
4
Publiekrechtelijke heffingen: retributies WONEN EN MONUMENTEN Opbrengst 2012 Tarief 2012 Leges: Omgevingsvergunningen Wabo Vergunningen reclame-uiting
Per m² gedifferentieerd
Monumentenvergunning
1,13% aanneemsom
Bouwvergunningen
0,17 tot 2,26% aanneemsom
Aanlegvergunning
290,00 2% van sloopkosten, min. 130,00
Sloopvergunning (per plan)
euro
Gebruiksvergunning gebouwen
Per m² gedifferentieerd
368
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
10.531
15.748
15.748
12.401
Opbrengst 2012 Tarief 2012 Overige leges: Wonen en monumenten Situatietekeningen (per tekening)
7,75
Verklaring bestemming en gebruik (per adres)
122,05
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
1.722
623
623
530
10
Evenementen
14
Splitsingvergunning huisvestingswet
858,95 tot 17.179,00
234
Onttrekking huisvestingswet (per woning)
858,95 (maximum van 4.294,75)
177
Leges IOG
Diverse
76
Omzettingsvergunning huisvestingswet
858,95
19
Publiekrechtelijke heffingen: overige retributies OPENBARE RUIMTE EN GROEN Opbrengst 2012 Tarief 2012 Brug-, schut- en havengeld:
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
1.104
542
381
575
Brug- en schutgeld: Bruggeld per opening buiten diensturen
63,00
Schutgeld binnen de diensturen per vaartuig Schutgeld buiten de diensturen per vaartuig
94,45
Havengeld: Vrachtschepen per ton laadvermogen, per week per reis
0,10
Vrachtschepen per ton laadvermogen, per kwartaal
1,21
Vrachtschepen per ton laadvermogen, per jaar
4,11
Vrachtschepen per move
0,43
Passagierschepen, per persoon capaciteit, per week per reis
0,30
Passagierschepen, per persoon capaciteit, per kwartaal
3,10
Passagierschepen, per persoon capaciteit, per jaar
11,40
Recreatievaartuigen met een lengte tot en met 10 meter, per vaartuig, per dag per reis
10,00
Recreatievaartuigen met een lengte tot en met 10 meter, per vaartuig, per jaar
138,40
369
Opbrengst 2012 Tarief 2012
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
646
614
615
512
Recreatievaartuigen met een lengte groter dan 10 meter, per meter, per dag, per reis
1,10
Recreatievaartuigen met een lengte groter dan 10 meter, per meter, per jaar
14,00
Verhuurboten, per vaartuig, per kwartaal
46,60
Verhuurboren, per vaartuig, per jaar
150,10
Woonschepen, per m² oppervlak, per jaar
5,05
Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per week per reis
0,10
Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per kwartaal
1,21
Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per jaar
4,11
Marktgelden: Wijk- en warenmarkt per kwartaal
30,20 tot en met 60,60
Wijk- en warenmarkt per dag
3,30 tot en met 6,10 Opbrengst 2012 Tarief 2012
Begraafplaatsrechten Uitsluitend recht
32,55 tot en met 10.823,55
Begraven, bijzetten asbussen, verstrooien van as
54,40 tot en met 1.894,30
Onderhoud en grafbedekking
18,85 tot en met 355,80
Opgraven, herbegraven en ruimen
164,60 tot en met 464,15
Overige heffingen
41,70 tot en met 134,40
370
Kosten 2012
nominaal
Actueel
Realisatie
2.140
975
940
995
Uitvoering raadsbesluiten over rekenkameronderzoeken Uitvoering raadsbesluiten over rekenkameronderzoeken U heeft op 25 oktober 2011 (briefnummer 11.085451) een brief van ons ontvangen met betrekking tot de stand van zaken van de uitvoering van raadsbesluiten die genomen zijn op basis van rapporten van de Rekenkamer Utrecht tussen 2007 en 2011. Deze rapportage zal jaarlijks in de Verantwoording worden geactualiseerd. De al afgeronde besluiten zullen niet opnieuw in deze rapportage worden opgenomen. Titel 1 UW Holding BV
Nr
Omschrijving
Planning
1.1
In een nota verbonden partijen de uitgangspunten
Planning is om document voor 1-
vast te leggen voor de sturing van en het toezicht op
1-2014 bij de gemeenteraad te
verbonden partijen door de gemeente, waar onder UW
hebben
(2008/35)
Holding BV, en in dit kader afspraken te maken met de gemeenteraad over de informatievoorziening over de verbonden partijen. 1.2
Voor de gemeenteraad in beeld te brengen wat het structurele financiële tekort is aan rijksbijdrage voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening door UW Holding BV en deze informatie jaarlijks te actualiseren.
1.3
Toe te werken naar een duurzaam houdbare regeling
In het kader van de Wet Werken
voor de financiering van de uitvoering van de Wsw
naar Vermogen werd toegewerkt
door UW. Als financiële ondersteuning door de
naar een duurzaam houdbare
gemeente aan UW Holding BV hiervan deel uitmaakt,
regeling voor UW. De toekomstige
zorg er dan voor:
positie van UW moest immers in samenhang worden gezien met de uitwerking van het wetsvoorstel Werken naar Vermogen en de keuzes die daarin werden gemaakt. De Wet Werken naar Vermogen is vanwege de val van het kabinet niet door gegaan. Inmiddels wordt toegewerkt naar de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015.In dit kader wordt opnieuw gewerkt aan een transitieplan UW waarin ook een meerjarenbegroting zal zijn opgenomen. In dit transitieplan zullen de tekorten zichtbaar worden gemaakt, de aanvullende bezuinigingen in kaart worden gebracht, nieuwe kansen voor UW worden beschreven en de beleidskeuzes worden toegelicht.
371
Titel
Nr
Omschrijving A) dat de doelstelling van de financiële ondersteuning
Planning Idem
(bijvoorbeeld 'versterken van de vermogenspositie van UW') realistisch, meetbaar en tijdgebonden is; B) dat het geheel aan afspraken met UW, in het kader
Idem
van de diverse financiële bindingen, zo veel mogelijk in lijn liggen met de doelstelling voor de financiële ondersteuning, inclusief de bestemming van een eventueel te ontstaan positief bedrijfsresultaat in de toekomst; C) dat de risico's voor de financiële ondersteuning in
Idem
beeld zijn gebracht en zijn betrokken in de afweging over de financiële ondersteuning; D) dat UW in het kader van de financiële
Idem
ondersteuning wordt geprikkeld om extra prestaties te leveren, bijvoorbeeld met betrekking tot door- en uitstroom van Wsw-medewerkers. 1.4
Het college op te dragen: de verschillende opties op
Planning is om document voor 1-
een rij te zetten voor het beter waarborgen van de
1-2014 bij de gemeenteraad te
kwaliteit van het toezicht op UW en de andere
hebben. Ook het toezicht op UW
verbonden partijen. Hierbij in ieder geval de
maakt onderdeel uit van het
aanbeveling van de Rekenkamer te betrekken om de
nieuwe transitieplan UW. In
eindverantwoordelijkheid neer te leggen bij één
overleg met de RvC van UW wordt
centrale dienst, die het toezicht door de andere
dit verder uitgewerkt.
betrokken gemeentelijke afdelingen coördineert, ondersteunt en bewaakt. De gemeenteraad op basis van deze vergelijking een voorstel te doen en 1.5
Het college op te dragen de verschillende opties op
Dit punt is al in 2009
een rij te zetten voor de voordracht door de gemeente
afgehandeld. Op voordracht van
ven een commissaris van UW. Hierbij in ieder geval de
de gemeente is een externe
aanbeveling van de Rekenkamer te betrekken om geen .commissaris benoemd wethouder meet voor te dragen voor benoeming in de Raad van Commissarissen van UW, maar een vakdeskundige zonder binding met het gemeentebestuur. De gemeenteraad op basis van deze vergelijking een voorstel te doen (beslispunten 4. En 5. Gewijzigd, zie amendement A3) . 2 Geen vuiltje aan de
2.1
lucht (2011/116).
De afweging tussen de doelen van het Utrechtse
Er komt dit najaar een voorstel
luchtkwaliteitsbeleid -gezondheid, bereikbaarheid en
voor structurele borging van het
ontwikkeling- zichtbaar te maken en aan te geven op
gezondheidsaspect. Tevens vindt
welke informatie de afweging is gebaseerd. Hiervoor
er een evaluatie plaats naar
is het nodig dat de drie doelen van de Utrechtse
aanleiding van het eerder
aanpak luchtkwaliteit beter worden uitgewerkt in
genomen besluit over de
specifieke, eigen indicatoren, en dat de drie doelen
samenwerking tussen GG&GD en
elk een eigen probleemeigenaar hebben in de
afd. Milieu & Duurzaamheid op
ambtelijke organisatie;
gebied van luchtkwaliteit. Gereed voorjaar 2012.
2.2
372
De kans te verkleinen dat de doelen van het Utrechtse
Pva is in voorbereiding en de
luchtkwaliteitsbeleid niet worden gehaald door in de
projectorganisatie gevormd om te
eerste plaats rekening te houden met de onzekerheid
komen tot een aanvullend pakket
van de berekende luchtkwaliteit en in de tweede
luchtkwaliteitsmaatregelen.
plaats de sturing op resultaten te verbeteren;
Gereed voorjaar 2012.
Titel
Nr
Omschrijving
Planning
2.3
De gemeenteraad op een meer transparante wijze te
Dit zal meegenomen worden in
informeren over de afwegingen die ten grondslag
het project aanvullende
liggen aan de samenstelling van het
maatregelen luchtkwaliteit en in
maatregelenpakket en de consequenties hiervan voor
de monitor 2012. Gereed voorjaar
de verschillende doelen; en de gemeenteraad op een
2012.
meer adequate wijze te informeren over de geleverde prestaties, behaalde resultaten en berekende effecten van het maatregelenpakket, en de risico's voor doelbereik. 3 De masterplannen
3.1
meester (2011/54).
De doelen van het onderwijshuisvestingsbeleid uit te
De doelen van de masterplannen
werken in sturende en controleerbare indicatoren,
zijn waar mogelijk
streefwaarden en concrete normen voor
geconcretiseerd. De uitwerking in
schoolgebouwen en de gemeentelijke rol (de
doelstellingen en indicatoren
sturingsmogelijkheden) te verhelderen.
komt terug in de Voortgangsrapportage Masterplannen die de gemeenteraad in december ontvangt. Gereed oktober 2011. Is uitgevoerd en komt op deze wijze in de jaarlijkse Voortgangsrapportage terug. Afgerond.
3.2
De meerjarenplanning van de Masterplannen tot de
Het rijk heeft besloten tot
reguliere systematiek te maken om de gemeentelijke
decentralisatie van het onderhoud
zorgplicht voor onderwijshuisvesting invulling te
bij het primair onderwijs vanaf
geven voor de periode nà de Masterplannen en
2015. Daarmee is het onderhoud
daarvoor zicht te houden op het onderhoudsniveau,
van schoolgebouwen van januari
de functionaliteit en de capaciteit van het Utrechtse
2015 geen verantwoordelijkheid
schoolgebouwenbestand.
meer van de gemeente. Dit besluit was al 2 jaar in voorbereiding en dit heeft de werkgroep meerjarenonderhoudsplaning dan ook eerst afgewacht. Deze actie vanuit gemeentezijde is hiermee achterhaald en niet meer aan de orde. De zorgplicht die bij de gemeente blijft zal na de Masterplan periode tot uiting komen in een nieuwe Meerjarenplanning (Integraal HuisvestingsPlan). Ten behoeve van dit plan wordt de staat van de schoolgebouwen, de functionaliteit en capaciteit zorgvuldig gemonitord. De Meerjarenplanning maakt ook onderdeel uit van de investeringsplanning in de Programmabegroting, en wordt zo opgenomen in de reguliere systematiek. Afgerond
373
Titel
Nr
Omschrijving
Planning
3.3
De organisatie van de uitvoering verder te verbeteren
Onderzoek is uitgevoerd en
door realistische normbedragen voor de financiering
betrokken bij de besluitvorming
te hanteren, risicomanagement op projectniveau toe
van de Voortgangsrapportage
te passen, de sturing op projectniveau meer
2012 in januari 2013. De
doelgericht te maken en de continuïteit van de
uitkomsten van het onderzoek als
uitvoering door de ambtelijke organisatie te
instrument bij de
verbeteren.
planontwikkeling van nieuwe schoolgebouwen gebruikt. Afgerond.
3.4
De informatievoorziening aan de gemeenteraad over
Is gebeurd en blijft de huidige
het onderwijshuisvestingsbeleid te verbeteren en de
werkwijze en
gemeenteraad in een eerder stadium te betrekken bij
informatieverstrekking naar en
complexe onderwijshuisvestingsprojecten.
betrokkenheid van de gemeenteraad bij de uitvoering van het Masterplan. Afgerond.
3.5
Wanneer er sprake is van de 'Utrechtse variant' het
Het gaat om
college van B en W. De overeengekomen afspraken
aanbestedingsgevoelige
tussen gemeente en schoolbestuur toestuurt aan de
informatie. Het amendement
gemeenteraad aangaande doelstellingen, de
wordt daarom als volgt
toekomstbestendigheid van het onderwijsconcept,
uitgewerkt. Wanneer sprake is van
kosten baten, risico's en bouwheerschap als onderdeel 'de Utrechtse variant', bundelen van de jaarlijkse 'Voortgangsrapportage
wij naast het uitvoeringsschema
Masterplannen Onderwijs'. Deze afspraken worden
de vertrouwelijke stukken, zoals
vergezeld van een overzicht van de totaalkosten en
projectovereenkomsten en
een onderbouwing van de meerkosten (zie
beschikkingen, in een aparte map
aangenomen amendement 2011/A011).
die ter inzage ligt voor de raadsleden. In het uitvoeringsschema is voor elk project te zien wie de bouwheer is en aan welke ambities dit project bijdraagt. Wordt jaarlijks geactualiseerd tot en met 2015. Afgerond.
4 Signalen uit de
4.1
Het college van burgemeester en wethouders op te
Sinds april 2012 is het gebruik
Openbare Ruimte
dragen:
ingevoerd van de 'checklist en
(2012)
Bij de voorbereiding van onderhoudsprojecten te
format communicatieplan voor
bepalen welk niveau van communicatie in de buurt
onderhoudsprojecten'.
nodig is en welke werkwijze en planning daar bij
Afgerond.
hoort; daarbij het perspectief van de inwoners te betrekken en consequent de Utrechtse Participatiestandaard te hanteren.
374
Titel
Nr 4.2
Omschrijving
Planning
De werkwijze voor en verantwoording over het
Het college heeft naar aanleiding
wegonderhoud te verbeteren door:
van het Rekenkamerrapport
a) bij grote onderhoudsprojecten een plandocument
opdracht gegeven tot het doen
op te stellen met een beargumenteerde keuze voor
van aanvullend (extern)
een onderhoudsmaatregel;
onderzoek. Dat is in volle gang.
b) een makkelijk toegankelijk digitaal wegenarchief te
Dit nadere onderzoek is eind
realiseren;
2012 afgerond en de rapportage
c) het toezicht op wegonderhoud stevig te verankeren
van de ingeschakelde externe
in projecten door per project een adequaat budget
adviseur wordt eind januari 2013
voor toezicht vast te stellen en de aanwezige
verwacht. Dit betekent dat
specialistische kennis die de gemeente in huis heeft
invoering van een deel van de
altijd te benutten;
aanbevelingen (2a, 2c, 2d en 3b)
d) verantwoording af te leggen over de keuzes die
in de loop van het eerste kwartaal
gemaakt worden bij de planning van groot onderhoud
van 2013 wordt voorzien.
van wegen.
(2b) is inmiddels gestart en afspraken zijn gemaakt over welke documenten daarin worden opgenomen.
4.3
a) De gemeenteraad jaarlijks te informeren over in
Aanbeveling 3a aangaande het
hoeverre de gemeente er in slaagt economische
jaarlijks informeren de
rationeel beheer te realiseren en
gemeenteraad - in overleg met de
b) bij (grote) onderhoudsprojecten inzichtelijk te
subcommissie Controle en
maken of een aanpak wordt gekozen volgens het
Financiën- worden
principe van economisch rationeel beheer of op basis
geïmplementeerd bij de
van andere argumenten. Breng economische winst of
Verantwoording over 2012.
verlies in beeld en gebruik deze informatie consequent bij afwegingen over het onderhoud van de openbare ruimte.
375
Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Begrip
Omschrijving Jaarlijkse groei van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Op basis van de normeringssystematiek is deze gekoppeld aan de groei van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven; stijgen de rijksuitgaven, dan stijgt ook het Gemeentefonds, en
Accres
andersom. De laatst door de gemeenteraad vastgestelde begroting. Dit betreft de nominale
Actuele begroting
begroting plus alle door de gemeenteraad vastgestelde begrotingswijzigingen. Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. Deze wordt geacht de waardevermindering van het actief tot uitdrukking te brengen. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening van baten en
Afschrijving
lasten. Reserves waarvan de renteopbrengst wordt aangewend als algemeen
Algemene dekkingsreserves
dekkingsmiddel. Alle reserves niet zijnde bestemmingsreserves. Tot de algemene reserves worden gerekend de algemene reserve in enge zin, de algemene dekkingsreserves, de
Algemene reserves
reserve grondexploitaties en de dienstbedrijfsreserves. Uitkering uit het Gemeentefonds door het Rijk aan alle gemeenten op basis van algemene verdeelmaatstaven, vastgelegd in de Financiële verhoudingswet, met het
Algemene uitkering
karakter van algemene middelen. Overzicht van activa en passiva (bezittingen en schulden) van een organisatie op
Balans
een bepaald moment. De aanduiding volgens de comptabiliteitsvoorschriften voor de
Baten
opbrengsten/inkomsten van de gemeente. In dit stelsel worden uitgaven en inkomsten toegerekend aan het tijdvak waarin het verbruik van goederen en diensten plaatsvindt en de baten ontstaan. Dit maakt het mogelijk om de integrale kosten en opbrengsten af te leiden uit de administratie en
Baten-lastenstelsel
leidt daarmee tot een doelmatiger beheer. Een aanpassing van de ramingen tijdens het begrotingsjaar; een dergelijk besluit
Begrotingswijziging
wordt door de gemeenteraad genomen. Landelijke reserve binnen het Gemeentefonds die dient om de gevolgen voor de algemene uitkering van sterke fluctuaties in de gecorrigeerde rijksuitgaven op te vangen. Hiertoe zet het Rijk op voorhand een deel van de algemene uitkering landelijk ‘apart’. Op basis van de werkelijke rijksuitgaven wordt bezien of (een deel van) de reserve aan de gemeenten wordt uitgekeerd of dat er nog een bijstorting door de gemeenten nodig is. Zolang de nomeringssystematiek buiten werking is
Behoedzaamheidsreserve
gesteld, houdt het Rijk geen geld behoedzaamheidsreserve aan. De bestuursrapportage is onderdeel van de voorjaarsnota. Hierin wordt tussentijdse verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en worden nieuwe ontwikkelingen gesignaleerd. Op basis van deze informatie kan tussentijds worden
Bestuursrapportage
bijgestuurd en vindt bijstelling plaats van de lopende begroting. Reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestedingsrichting heeft
Bestemmingsreserves
gegeven. Sinds 2003 geldt voor de gemeenten een BTW-regime. Het BTW-compensatiefonds is ingesteld om de verschillen tussen de verlaging van de programmabegroting en die van het Gemeentefonds te egaliseren, opdat de invoering van het BTW-regime
BTW-Compensatiefonds
budgettair neutraal verloopt. Een beleidswijziging die de uitkomst van de programmabegroting per saldo niet
Budgettair neutraal 376
beïnvloedt.
Begrip
Omschrijving
Besluit Begroting en Verantwoording
Wettelijke voorschriften voor de inrichting van de programmabegroting en –
Provincies en Gemeenten (BBV)
verantwoording. Stijging van het inkomen per werknemer als gevolg van een afgesloten collectieve
Contractloonstijging
arbeidsovereenkomst (CAO). Schriftelijke mededeling van de accountant waarin deze een oordeel geeft over de
Controleverklaring
getrouwheid en de rechtmatigheid van de (financiële) verantwoording. Het overdragen van meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden naar lagere overheden. Concreet kan dit leiden tot overheveling van taken (en de daartoe
Decentralisatie
benodigde middelen) van de centrale overheid naar andere overheden. De decentralisatie-uitkering is een variant op de al langer bestaande integratieuitkering. Anders dan bij de integratie-uitkering hoeft het moment van overheveling naar de algemene uitkering bij de decentralisatie-uitkering nog niet bekend te zijn.
Decentralisatie-uitkering
Daarnaast kan het bij een decentralisatie-uitkering om tijdelijke middelen gaan. Bepaalde gemeentelijke lasten kunnen aan de burger worden doorberekend (bijvoorbeeld de kosten van de riolering en afvalinzameling); de mate waarin dit gebeurt wordt tot uitdrukking gebracht door het dekkingspercentage. Bij een
Dekkingspercentage
volledige doorberekening is sprake van een dekkingspercentage van 100%. Het afschaffen, vereenvoudigen of stroomlijnen van regelingen en wetten die de overheid oplegt aan bedrijven, instellingen en burgers. Doel hiervan is bevordering van dynamiek en aanpassingsvermogen aan de economie en het vermijden van onnodige bureaucratie en onnodig hoge kosten ten gevolge van ondoelmatige of
Deregulering
inefficiënte regelgeving. Vervult binnen de budgetregels de eerste beperkte achtervang voor risico’s die de dienst loopt over de apparaatskosten en vormt daarmee het weerstandsvermogen
Dienstbedrijfsreserve
van de afzonderlijke dienst. In navolging van DigiD voor burgers is DigiD voor bedrijven ontwikkeld. DigiD voor bedrijven is een gemeenschappelijk systeem waarmee de overheid op internet de identiteit van bedrijven kan vaststellen. Met één inlogcode kunnen bedrijven terecht
DigiD
bij elektronische diensten van steeds meer overheidsinstellingen. De mate waarin een maximale hoeveelheid prestaties wordt geleverd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt bij een gelijkblijvende hoeveelheid middelen. Onderzoek naar doelmatigheid richt zich
Doelmatigheid (efficiency)
vooral op verbetering van bedrijfsvoering. De mate waarin de geleverde prestaties bijdragen aan het realiseren van de gestelde (beleids)doelen. Onderzoek naar doeltreffendheid richt zich op de
Doeltreffendheid (effectiviteit)
vergelijking van het gerealiseerde en het gewenste effect. Door een ministerie aan de gemeente verstrekte gelden ter uitvoering van een specifieke taak (bijvoorbeeld onderwijs, bijstand); een doeluitkering is niet vrij
Doeluitkering (specifieke uitkering)
besteedbaar. Dualisering is strikt genomen de ontvlechting van de taken en bevoegdheden tussen de gemeenteraad en het college van B en W. De gemeenteraad concentreert zich op kaderstelling, controle en volksvertegenwoordiging, terwijl het college van
Dualisering
B en W bestuurt. Voorzieningen die samenhangen met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van
Egalisatievoorzieningen
bepaalde kosten. Het eigen vermogen is het verschil tussen de activa en het vreemd vermogen. Het eigen vermogen op de balans bestaat uit de algemene reserves, de
Eigen vermogen
bestemmingsreserves en het saldo van de rekening, van baten en lasten. Het kabinet, VNG, IPO en de sociale fondsen hebben een akkoord bereikt over beheersing van het EMU-saldo van de lokale overheden. Kern van het akkoord is dat gezamenlijk opgetrokken wordt om ervoor te zorgen dat het vastgestelde maximumtekort niet wordt overschreden. Ontwikkelingen in de uitvoering van lokale begrotingen worden nauw gevolgd en er zal worden gezocht naar
EMU-saldo (Europese Monetaire Unie)
mogelijkheden om het lokale EMU-saldo verder te beperken. 377
Begrip
Omschrijving De wijze waarop de gemeente in de behoefte aan geld (kort) en kapitaal (lang) voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in principe geleend. Daardoor kunnen tijdelijk overschotten of
Financiering
tekorten ontstaan. Op de geld- en kapitaalmarkt wordt dit glad gestreken. Onderdeel en afgeleid van een hoofdfunctie. Een functie komt overeen met een onderdeel van het gemeentelijk takenpakket en geeft dus een globale groepering van inkomsten en uitgaven per taakveld, per onderwerp van zorg. Bijvoorbeeld:
Functie
bijstandsverlening, sport, handel en ambacht, vastgoed. Zekerheidsstelling door de gemeente ten behoeve van derden die een lening aantrekken. Bij derden valt te denken aan sportverenigingen of welzijnsinstellingen.
Garantie
Ingeval van wanbetaling zal de gemeente de resterende schuld dienen af te lossen. Landelijk fonds onder beheer van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin een deel van de opbrengst van de rijksbelastingen wordt gestort. Uit dit fonds worden jaarlijks (algemene) uitkeringen gedaan aan de gemeenten ter dekking van een deel van hun uitgaven. Deze gelden zijn, voor zover daar geen wettelijke
Gemeentefonds Incidenteel
verplichtingen tegenover staan, vrij besteedbaar. Eenmalig, dat wil zeggen niet jaarlijks terugkerend. Uitkering uit het Gemeentefonds van tijdelijke aard ter overbrugging van
Integratie-uitkering Investering
gefaseerde overheveling van specifieke rijksuitkeringen. De aanschaf of de productie van een kapitaalgoed. Eén van de twee onderdelen van de jaarstukken. De jaarrekening geeft een analyse van de afwijkingen tussen de begrote en gerealiseerde baten en lasten. Tevens wordt in de jaarrekening de stand van de gemeentelijke vermogenspositie
Jaarrekening
opgemaakt. Eén van de twee onderdelen van de jaarstukken. Het jaarverslag bevat de meer
Jaarverslag
beleidsmatige onderdelen, zoals de programma- en paragraaf verantwoording Duurzaam productiemiddel, dat nodig is om de aan de burgers te leveren diensten en goederen, te produceren. Daarbij gaat het om een productiemiddel dat
Kapitaalgoed
meerdere jaren meegaat en veelal veel waarde heeft. Deze bestaan uit de componenten afschrijving en rente. Het zijn de exploitatiekosten van vaste activa. Deze volgen de levensduur. De rentekosten ontstaan omdat beslag op vermogen wordt gelegd. Vanwege jaarlijkse afschrijving
Kapitaallasten
daalt de boekwaarde en nemen de rentekosten af. Deel van het financieringstekort dat maximaal tegen kort geld mag worden geleend. Is het financieringstekort hoger dan de kasgeldlimiet dan moet dat via
Kasgeldlimiet
lang geld worden gefinancierd. Een absoluut getal of een verhoudingsgetal dat is uitgedrukt in fysieke- of in geldeenheden en dat de toestand van of de ontwikkeling op een programma in
Kengetal
beeld brengt. Opsomming van relevante gegevens met het doel in één oogopslag een indruk te
Kerngegevens
geven waar het op het desbetreffende werkterrein om gaat. Middelen die worden aangetrokken op de geldmarkt in de vorm van kortlopende
Kort geld
leningen (looptijd korter dan een jaar). Middelen die worden aangetrokken op de kapitaalmarkt in de vorm van
Lang geld
langlopende leningen (looptijd langer dan een jaar). Heffing op een publiekrechtelijke grondslag voor een gemeentelijk goed of een gemeentelijke dienst (bijvoorbeeld leges paspoorten, leges bouwvergunningen).
Leges
Het totaal van de gemeentelijke leges mag niet meer dan kostendekkend zijn. Een liquiditeitsplanning geeft inzicht in tijdstip, omvang en periode waarvoor financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Door een tijdig inzicht daarin
Liquiditeitsplanning
wordt voorkomen dat dure ad-hoc maatregelen moeten worden genomen. Bestaansrecht (boodschap) van de organisatie, bezien vanuit de maatschappelijke
Missie
378
functie die zij vervult.
Begrip
Omschrijving De raming van baten en lasten die is opgenomen in het boekwerk van de programmabegroting. Behandeling en vaststelling vinden plaats tijdens de
Nominale begroting Nominale compensatie
begrotingsbehandeling in november. De compensatie van loon- en prijsontwikkelingen. Ook wel bekend als 'samen de trap of, samen de trap af'. Volgens deze systematiek is de hoogte van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds gekoppeld aan de omvang van de (netto gecorrigeerde) rijksuitgaven. Als de relevante rijksuitgaven stijgen, dan neemt de omvang van het Gemeentefonds toe; dalen de rijksuitgaven,
Normeringssystematiek
dan neemt de omvang van het Gemeentefonds af.
Ombuiging
Verlaging van de uitgaven ten opzichte van een eerder vastgelegd ijkpunt. De rekenrente die de Centrale Treasury gebruikt voor het berekenen van de rentelasten over de gedane investeringen. Deze rente is onderdeel van de
Omslagrente Onderuitputting
kapitaallasten en wordt doorberekend aan de diensten. Onderbesteding van budgetten in enig jaar. Regeling op grond waarvan derden buiten de overheid recht hebben op een geldelijke bijdrage van de overheid (of van een sociaal fonds). Dit ongeacht of de overheid hiervoor voldoende budget heeft. Alleen door het aanpassen van de voorwaarden die in de regeling worden gesteld, kan de overheid het beroep op een
Openeinderegelingen
openeinderegeling beheersen. Een output kengetal is een kengetal dat aangeeft welke prestatie de gemeente
Output kengetal
levert voor het te realiseren maatschappelijk effect. Recht voor het gebruik van openbare grond of water. Het recht kan worden geheven van degene die voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond
Precariobelasting
of water heeft of van degene voor wie dit gebeurt. Vorm van verzelfstandiging, waarbij door de overheid verrichte taken hetzij onder een minder directe vorm van overheidsinvloed worden gesteld, hetzij geheel aan
Privatisering
die overheidsinvloed worden onttrokken. Het overzicht van de verwachte baten en lasten, opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). De programmabegroting is opgebouwd uit de beleidsbegroting en de financiële begroting, die op hoofdlijnen inzicht geven in het voorgestane beleid en de daarmee samenhangende financiële middelen voor het komend jaar en de daarop volgende drie jaren. De programmabegroting wordt door de gemeenteraad
Programmabegroting
vastgesteld. Overzicht van de in een bepaald jaar gerealiseerde lasten en baten. De programmabegroting is opgebouwd uit het jaarverslag en de jaarrekening. De programmaverantwoording dient ter verantwoording van het uitvoeren van de
Programmaverantwoording
programmabegroting. Vorm van samenwerking tussen markt en overheid. Hierbij wordt gezocht naar een
Publiekprivate
institutionele vormgeving waarin het bereiken van synergie-effecten en een
samenwerkingsconstructie (PPS)
efficiënte allocatie van schaarse middelen centraal staan. Samenvattend overzicht van de belangrijkste (hoofd)taken van de gemeente en de
Recapitulatiestaat (geconsolideerd)
daarmee samenhangende uitgaven en inkomsten. Wordt geheven ter dekking van de kosten van gemeentelijke dienstverlening
Recht
(bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing). Een recht mag maximaal kostendekkend zijn. Het weerstandsvermogen dat dient als buffer voor de risico’s die worden gelopen
Reserve grondexploitatie
bij grondexploitaties. Dit betreft in beginsel vrij aanwendbare middelen. Daarom behoren ze tot het eigen vermogen. De reserves worden onderscheiden in algemene reserves en
Reserves
bestemmingsreserves.
Retributie
Zie recht.
379
Begrip
Omschrijving Overzicht van risico’s zoals bekend bij het aanbieden van de programmabegroting
Risicomodel
en de -verantwoording. Voorzieningen die betrekking hebben op gekwantificeerde risico’s, niet zijnde de risico’s over de apparaatskosten (deze laatste worden gedekt door de algemene
Risicovoorzieningen
reserve en/of bedrijfsreserves). Project dat tot doel heeft de verantwoordings- en controle-informatie van de gemeente aan het Rijk te stroomlijnen en te vereenvoudigen/verminderen. Per specifieke uitkering is geen aparte controleverklaring meer vereist. Volstaan kan worden met de jaarrekening, met daarbij gevoegd een bijlage met een aantal
Single Informatie Single Audit (SISA)
gegevens per specifieke uitkering.
Specifieke uitkering
Zie: doeluitkering. Een begrotingspost waarop bedragen worden geraamd die nog niet specifiek
Stelpost
benoemd kunnen worden of nog te verdelen zijn. Jaarlijks terugkerend. Structurele kosten dienen door structurele opbrengsten te
Structureel
worden gedekt.
Subsidie
natuurlijke personen.
Overdracht van de gemeente aan derden, zowel particuliere instellingen als Een wijziging van de begroting die ofwel beleidsarm is of een administratieve Technische wijziging Treasury
verwerking van een al genomen besluit. Dit betreft het geheel van activiteiten in verband met de financiering. De treasuryparagraaf vormt na inwerkingtreding van de Wet financiering Decentrale Overheden (FIDO) een onderdeel van de programmabegroting en de verantwoording. In de programmabegroting wordt ingegaan op de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar. In de programmaverantwoording wordt ingegaan op de
Treasuryparagraaf
verschillen tussen de plannen en de realisatie van daarvan. Hierin worden de uitgangspunten, doelstellingen, beleidsmatige en organisatorische kaders voor de treasuryfunctie vastgelegd. Tevens bevat het treasurystatuut regels over de inhoud, vorm en periodiciteit van de
Treasurystatuut
verantwoordingsinformatie over de treasury. Middelen, die doorgaans onder strikte condities zijn verkregen van derden, veelal de rijks- of provinciale overheid. Niet bestede middelen waaraan een minder strikte bestemming is gegeven of waarin een eigen gemeentelijke bijdrage is opgenomen worden vanwege de ruimere mate van keuzevrijheid gerangschikt onder de bestemmingsreserves. Indien de gemeente een bijdrage levert aan een in hoofdzaak met behulp van rijksbijdragen bekostigd programma, dan wordt bij de jaarrekening verondersteld dat de rijksbijdrage eerst wordt benut. Eventuele
Van derden verkregen middelen
overschotten betreffen dus de gemeentelijke bijdrage en zijn vrij besteedbaar.
Verantwoording
Zie programmaverantwoording. Contractuele overeenkomst tot het betalen van een vast bedrag aan een bekende
Verplichting
partij. Verplichting met een voorwaardelijk karakter. Deze wordt op de balans gerekend tot het vreemd vermogen. Ze wordt getroffen voor toekomstige uitgaven, waarvan de oorzaak zich al heeft voorgedaan. Een voorziening moet dekkend zijn voor de achterliggende voorwaardelijke verplichting. Voorzieningen worden onderscheiden
Voorziening
in risico- en egalisatievoorzieningen. Maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico's op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico's op te
Weerstandsvermogen
380
kunnen vangen).
Erratum Jaarstukken 2012 Paragraaf Bedrijfsvoering Pagina 250, 2.42. De uitvoering van de begrotingsprogramma's is effectief ondersteund. Bij het onderdeel Financiën is bij 'Tijdige betaalbaarstellingen' de doelstelling voor 2012 geformuleerd: De betalingen zijn in 90% van de gevallen tijdig en correct. Het hier benoemde percentage is niet juist. Tijdens de behandeling van de Programmabegroting 2012 is een amendement aangenomen waarin het percentage van tijdige en correcte betalingen is vastgesteld op 95%.
Balans Pagina 281 en pagina 296, Voorzieningen In de balans zijn onjuiste cijfers opgenomen ten aanzien van de risicovoorzieningen. Hieronder treft u de juiste cijfers aan (cursief weergegeven). De totaaltellingen blijven ongewijzigd. Balans, pagina 281 Passiva
Stand per 31-12-2011
Stand per 31-12-2012
147.638
132.650
82.208
98.857
8.202
7.580
57.229
26.212
Voorzieningen
• • Egalisatievoorziening • Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Risicovoorziening
Toelichting op de balans, pagina 296 Omschrijving Risicovoorzieningen Egalisatievoorzieningen Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Totaal
Boekwaarde 31-12-2011
Boekwaarde 31-12-2012
82.208
98.857
8.201
7.579
57.228
26.212
147.638
132.650
SISA-bijlage Pagina 352, regeling G5 Wet Participatiebudget In de SISA-bijlage is bij regeling G5 Wet Participatiebudget de indicator 'Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte basisvaardigheden' opgenomen. Het genoemde aantal van 1.201 betrof echter een voorlopig aantal. Na ontvangst van de definitieve verantwoordingsinformatie van ROC MiddenNederland blijkt dat het definitieve aantal door de gemeente ingekochte basisvaardigheden 1.144 betreft.