Jaarstukken 2011
Colofon Jaarstukken 2011 Uitgave Gemeente Utrecht Drukwerk RICOH NEDERLAND Fotografie Kaft: Sietse Brouwer Informatie Gemeente Utrecht Bestuurs- en Concerndienst Sector Financiën en Personeel Postbus 16200 3500 CE Utrecht www.utrecht.nl/verantwoording
[email protected]
2
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Inleiding
7
Leeswijzer
7
Samenstelling Bestuur / Organogram Kerncijfers gemeente
9 11
Samenvatting
13
Deel 1 Jaarverslag
23
Hoofdstuk 1 Programma's
25
1.1 Jeugd
27
1.2 Publieksdienstverlening
33
1.3 Bereikbaarheid en luchtkwaliteit
39
1.4 Stedelijke Ontwikkeling en Groen
45
1.5 Krachtwijken
53
1.6 Leidsche Rijn
57
1.7 Stationsgebied
65
1.8 Beheer Openbare Ruimte
73
1.9 Veiligheid
79
1.10 Cultuur
87
1.11 Sport
93
1.12 Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
99
1.13 Welzijn
105
1.14 Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering
111
1.15 Volksgezondheid
117
1.16 Vastgoed
125
1.17 Lokale Democratie en Wijkgericht Werken
129
1.18 Wonen en Monumenten
135
1.19 Milieu en Duurzaamheid
143
1.20 Economische Zaken
149
1.21 Stadspromotie
155
1.22 Diversiteit en Integratie
161
Algemeen
163
Algemene middelen en onvoorzien
163
Algemene ondersteuning
166
Hoofdstuk 2 Paragrafen
169
2.1 Weerstandsvermogen
169
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
179
2.3 Financiering
185
2.4 Bedrijfsvoering
189
2.5 Verbonden Partijen
199
2.6 Grondbeleid
207
2.7 Lokale heffingen
211
Hoofdstuk 3 Investeringen
221
3.1 Investeringsprogramma 2011
221
3.2 Investeringsprogramma voorgaande jaren
227
3.3 Af te sluiten investeringsprojecten
231 3
Deel 2 Jaarrekening
239
Hoofdstuk 4 Balans en programmarekening met toelichting
241
4.2 Balans
242
4.2 Programmarekening
244
4.3 Waarderingsgrondslagen
248
4.4 Toelichting op de balans
250
4.5 Gebeurtenis na balansdatum
262
4.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
262
4.7 Toelichting op de programmarekening
262
Bijlagen Financiële bijlagen
273 273
SiSa bijlage
313
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
328
Externe subsidieprogramma's
331
Subsidiestaat
334
Corresponderende posten
339
Lokale heffingen en belastingen
341
Uitvoering raadsbesluiten over rekenkamer onderzoeken
345
Voortgang actiepunten regeldrukvermindering en ontbureaucratisering
349
Verklarende woordenlijst
354
4
Voorwoord Raadsvoorstel 2012, nummer 75 Utrecht, 15 mei 2012 Voor u liggen de jaarstukken van de Gemeente Utrecht over het jaar 2011. Met dit jaarverslag en deze jaarrekening leggen wij aan de gemeenteraad verantwoording af over het gevoerde beleid in 2011. Bij het opstellen van dit document hebben wij de instructies uit het Besluit Begroting en Jaarstukken en uit de Financiële verordeningen gevolgd. Maar bovenal willen wij zo helder mogelijk inzicht geven in wat we in 2011 gedaan hebben in Utrecht en hoe zich dat verhoudt tot de afspraken in de programmabegroting. Deze jaarstukken geven behalve aan de gemeenteraad ook aan de Utrechtse burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven inzicht in onze prestaties. Het voert te ver om hier in dit voorwoord op in te gaan. De belangrijkste resultaten treft u aan in het hoofdstuk Programma’s. Deze is hetzelfde ingericht als de Programmabegroting 2011. De resultaten over 2011 leveren ook input voor de discussie in de gemeenteraad over de bepaling van toekomstig beleid. Tijdens de raadsvergadering worden deze jaarstukken dan ook tegelijkertijd besproken met de vaststelling van de financiële kaders in de voorjaarsnota voor het begrotingsjaar 2013. Wat in 2011 bereikt is, is met enthousiasme en gedrevenheid uitgevoerd en heeft de nodige inspanning gekost van de ambtelijke organisatie en de samenwerkingspartners in de stad. Daarvoor willen wij onze waardering uitspreken!
Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Utrecht. De secretaris,
De burgemeester,
Drs. M.R. Schurink
Mr. A. Wolfsen
5
Inleiding Leeswijzer De Jaarstukken 2011 zijn opgesteld onder het regiem van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit heeft gevolgen voor de opbouw van de stukken. De jaarstukken hebben twee delen: het jaarverslag (hoofdstuk 1, 2 en 3) en de jaarrekening (hoofdstuk 4). Het jaarverslag bevat de meer beleidsmatige verantwoording, zoals de programma- en de paragraafteksten. De jaarrekening geeft inzicht in de balans en in het cijfermatige resultaat over 2011. Beide delen worden voorafgegaan door een inleiding en een samenvatting: de inleiding geeft algemene informatie ter ondersteuning bij het lezen van deze jaarstukken, in de samenvatting (van de programmateksten) gaan wij op hoofdlijnen in op het behaalde resultaat in 2011. De volledige programmateksten vindt u in hoofdstuk 1. Hierin geven wij antwoord op de vragen: wat hebben we bereikt?, wat hebben we daarvoor gedaan? en wat heeft dat gekost? In hoofdstuk 2 zijn de paragrafen Weerstandsvermogen, Onderhoud Kapitaalgoederen, Financiering, Bedrijfsvoering, Verbonden Partijen, Grondbeleid en Lokale heffingen opgenomen. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de Gemeente Utrecht op de desbetreffende onderwerpen. In hoofdstuk 3 geven wij een overzicht van de investeringswerken. Daarbij geven wij ook aan welke investeringen we in 2011 hebben afgesloten. Hoofdstuk 4, balans en programmarekening met toelichting, geeft inzicht in de financiële positie van de Gemeente Utrecht. Tevens gaan wij hier in op het financiële resultaat over 2011. De Jaarstukken 2011 volgt de opbouw en indeling van de Programmabegroting 2011. Dit betekent dat de wijzigingen/verbeteringen die bij de Programmabegroting 2012 zijn doorgevoerd in de structuur van de programma's, niet in de Jaarstukken 2011 zijn terug te zien. Het raadsvoorstel tot vaststelling van de Jaarstukken 2011 leggen wij afzonderlijk aan de gemeenteraad voor. Hiermee stelt u de Jaarstukken 2011 vast. Tevens reageren wij op het controlerapport dat naar aanleiding van de Jaarrekening 2011 is opgesteld.
7
Samenstelling Bestuur / Organogram Gemeenteraad
College van burgemeester en wethouders Gemeentelijke Bestuurs- en
Dienst Gemeentelijke
Geneeskundige en
Griffie
Concerndienst
Musea
Gezondheidsdienst
Rekenkamer
Stadswerken
Stadsschouwburg
Ombudsman
Dienst Wijken
Projectbureau Leidsche Rijn
Projectorganisatie Stationsgebied
Dienst Ondersteuning
Muziekcentrum StadsOntwikkeling
Vredenburg
Dienst Maatschappelijke
Dienst Burgerzaken en
Ontwikkeling
Gemeentebelastingen
Bibliotheek Utrecht
Samenstelling gemeenteraad
Samenstelling college van B en W
Stand per 31 december 2010
Stand per 31 december 2011
Zetelverdeling:
Burgemeester A. Wolfsen 'Veilige stad'
10 GroenLinks
Portefeuille: Openbare Orde en Veiligheid, Ombudszaken, Juridische Zaken en
9 PvdA
Bestuursinformatie, wettelijke taken Burgerzaken, Utrechtse Archief,
9 D66
Veiligheidshuis
7 VVD
Wethouder M. de Rijk (GroenLinks) 'Duurzame en financieel gezonde stad'
4 CDA
Portefeuille: Milieu en Duurzaamheid, Economische Zaken, Financiën, Openbare
3 SP
Ruimte, Groen en Water, Stadspomotie
1 Stadspartij Leefbaar Utrecht
Wijkwethouder: West, Binnenstad
1 Groep Kuijper
Wethouder F.C.W.C. Lintmeijer (Groen Links) 'Aantrekkelijke en bereikbare stad'
1 ChristenUnie
Portefeuille: Verkeer, Cultuur, Monumenten en Archeologie, Regiozaken, Internationale Zaken Wijkwethouder: Noordwest en Zuid Wethouder A.C. den Besten (loco burgemeester) (PvdA) 'Sociale en actieve stad' Portefeuille: Werk en Inkomen, Jeugd en Sport Wijkwethouder: Overvecht Wethouder G. Isabella (PvdA) 'Woonstad' Portefeuille: Ruimtelijke Ordening, Wonen, Utrecht Vernieuwt, Krachtwijken, Leidsche Rijn, Grondzaken en Vastgoed Wijkwethouder: West, Vleuten-De Meern Wethouder V. Everhardt D66) 'Gezonde stad' Portefeuille: Volksgezondheid, Welzijn/Wmo, Stationsgebied, Diversiteit Wijkwethouder: Leidsche Rijn Wethouder J. Kreijkamp (D66) 'Lerende en open stad' Portefeuille: Onderwijs, Bibliotheek, Personeel, Organisatievernieuwing, Publieksdienstverlening, Wijkgericht Werken Wijkwethouder: Noordoost, Oost Gemeentesecretaris drs. M.R. Schurink
9
Kerncijfers gemeente Per einde kalenderjaar
2009
2010
2011
307.081
311.405
316.277
45
45
44
45
45
46
10
10
10
224.250
224.243
228.351
Oppervlakte land in ha
9.407
9.407
9.407
Bevolking per km² land
3.251
3.297
3.362
Woningen per km² land
1.399
1.416
1.442
132.207
133.738
135.617
47
47
46
2,33
2,34
2,34
Sociale structuur Aantal inwoners waarvan percentage 0-29 jaar
• • waarvan percentage 30-64 jaar • waarvan percentage 65+ jaar Werkzame personen SBI 2008
1
Fysieke structuur
Aantal woningen waarvan % koopwoningen
•
Gemiddelde woningbezetting (= bevolking in woningen/bewoonde woningen) Financiële structuur (bedragen x 1 miljoen euro) Rekening Totaal lasten
1.317
1.249
1.322
Algemene Uitkering Gemeentefonds
416
445
448
Totaal reserves
647
503
519
Totaal voorzieningen
274
158
181
1
Voor werkzame personen zijn de definities van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008 (inclusief vrije beroepen) van
toepassing. Bron is het Provinciale Arbeidsplaatsen Register (PAR).
11
Samenvatting Het College zet zich ervoor in, dat Utrecht ook in financieel moeilijke tijden een sociale, groene en open stad is, die financieel gezond is. Dat vraagt van ons alle zeilen bij te zetten als het gaat om het opvangen van rijksbezuinigingen, het in stand houden van gemeentelijke uitvoeringsprogramma's en het overeind houden van onze collegeambities. Voorop staan daarbij de mensen in de stad: daaraan ontlenen de gemeentelijke activiteiten hun betekenis. Gaat het goed met onze inwoners, kan de economie zich ontwikkelen en scheppen we ruimte voor de toekomst. De actuele ontwikkelingen vragen van ons, dat we scherp kijken en slim sturen. Door bijvoorbeeld gemeentelijke activiteiten te combineren kunnen we met minder middelen toch resultaten blijven boeken. Denk aan het bij elkaar brengen en met elkaar verbinden van de werkzaamheden van sociale zaken, economische zaken en gemeentelijke inkoop. Denk ook aan het versterken van de relatie tussen wonen en gezondheid. Zo zijn er talloze mogelijkheden voor creatieve kortsluitingen en voor het creëren van nieuwe perspectieven. Wanneer we de Verantwoording 2011 bespreken zijn we ongeveer op de helft van de huidige bestuurlijke termijn. Veel uitvoeringsprojecten hebben we op gang gebracht. In deze samenvatting van de programmateksten gaan wij op hoofdlijnen in op het behaalde resultaat daarvan in 2011, onderstaand gerubriceerd in de volgorde van de Programma's, zoals die in de Programmabegroting 2011 waren opgenomen. Zoals u weet bestaat er inmiddels een andere programma-indeling, die evenwel pas in de Programmabegroting 2012 is doorgevoerd. Jeugd Het jaar 2011 stond in het teken van beleidsmatige voorbereiding op de door het kabinet Rutte aangekondigde decentralisatie van de Jeugdzorg. Onder andere in de door de gemeenteraad vastgestelde nota Jeugdbeleid 'talent ontwikkelen en kansen pakken' en in de contourennota transitie Jeugdzorg heeft Utrecht zijn visie op een nieuwe jeugdzorg geschetst. De transitie is organisatorisch ondergebracht in het doorbraakdossier Jeugd, Onderwijs en Zorg. In voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg zijn er onder andere twee 'Buurtteams Jeugd en Gezin' samengesteld die in 2012 in twee proeftuinen aan de slag gaan met een geheel nieuwe werkwijze. Tegelijkertijd zijn ook de acties die we eerder al inzetten op het gebeid van Jeugd en Zorg doorgegaan. Zo heeft het Opvoedbureau, als integraal onderdeel van het CJG, 950 ouders begeleidt bij opvoedproblematiek. Vanzelfsprekend is ook op andere manieren gewerkt aan het laten opgroeien van de Utrechtse jeugd tot gezonde, betrokken, actieve en zelfstandige burgers. Via welzijnsorganisaties en de nieuwe stedelijke jongerenorganisatie JoU zijn kinderen en jongeren bereikt met activerend aanbod en doorgeleid naar sport- of andere verenigingen. Ook via de Brede Scholen hebben kinderen kennis gemaakt met een inspirerend activiteitenaanbod dat hen stimuleert om hun talenten te ontwikkelen. Via de Brede School Academie kregen 120 kinderen extra lessen bovenop de reguliere lestijd waardoor ze waarschijnlijk de stap naar Havo of VWO kunnen zetten. Voor zeventien jeugdgroepen is een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd, tegelijkertijd is de werkwijze van de groepsaanpak doorontwikkeld en is een verbeterplan geïmplementeerd. Sport De Sportnota 2011-2016 die in 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad, richt zich onder andere op het versterken van de sportverenigingen, het verhogen van de sport- en beweegdeelname, met extra aandacht voor de jeugd in de Krachtwijken. We hebben diverse sportparken en tal van nieuwe voorzieningen gerealiseerd waaronder sportpark Rijnvliet in Leidsche Rijn. Zwembad De Kwakel was vanwege problemen met de waterkwaliteit een aantal maanden gesloten. Verder is gestart met de verbouwing van het buitenbad Krommerijn. Met de aanleg van de hockeyvelden bij Kampong krijgt het Nationaal Hockey Centrum vorm. Wij hebben het startdocument hiervoor in de raad gepresenteerd. De voorbereidingen voor de organisatie van het EYOF in 2013 verlopen goed. Daarnaast is blijvend geïnvesteerd in de in de Utrechtse kandidatuur van de Tour de France en heeft de Tour- organisatie een werkbezoek aan Utrecht gebracht. De sportdeelname van jeugd in de Krachtwijken is fors toegenomen. Het fundament daarvoor is mede gelegd door de U-pasregeling voor gratis sporten en door de inzet van de beweegmakelaars jeugd en de combinatiefunctionarissen: in 2011 hebben we de formatie hiervoor uitgebreid naar twaalf fulltime equivalent (fte). De uitvoering van het sportplan 13
voor de (openbare) geestelijke gezondheidszorg en aanstelling van de consulent aangepast sporten heeft geleid tot een toename van het aantal sportactiviteiten voor deze doelgroepen. Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit In 2011 zijn belangrijke besluiten genomen over de aanleg van de sneltram naar De Uithof, de aanleg van de Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal, het Actieplan Goederenvervoer, het Actieplan Schoon Vervoer en de financiering van het fietsprogramma. Daarnaast is de participatie gestart voor onder meer het Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar, de Bereikbaarheid Utrecht-West en de aanleg van de ontbrekende delen van het HOV tussen Centraal Station en Leidsche Rijn. In het ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar staat onze visie op mobiliteit, bereikbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte. In een groeiende stad waarbij de bereikbaarheid en leefbaarheid onder druk staan, zetten wij in op openbaar vervoer, fiets, schoner vervoer en meer kwaliteit in de openbare ruimte. We versnellen de uitvoering van diverse routedelen van het fietsprogramma De weesfietsenacties in de binnenstad en in het stationsgebied hebben hun succes bewezen. Tijdens piekuren zoals koopavond en zaterdagavond zet de gemeente twee extra mobiele fietsstallingen in op de Mariaplaats en de Neude. De aanleg van het HOV netwerk vordert en voor De Uithoflijn hebben we met het Dagelijks Bestuur van BRU de ontwerpoplossingen vastgesteld. Deze worden nu uitgewerkt in een Voorlopig Ontwerp+. Onze duurzame oplossingen voor goederenvervoer zijn tweemaal in de prijzen gevallen: we hebben de Lean and Green award en de CIVITAS award mogen ontvangen. Milieu en Duurzaamheid We streven naar een gezonde en duurzame stad die zuinig omgaat met ruimte en energie en waarin men zich zo schoon mogelijk verplaatst. De doelstelling duurzaamheid is uitgewerkt in het programma Utrechtse Energie! 20112012 dat eind mei 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad. Ook is het deelprogramma 'Gemeente CO2 neutraal' vastgesteld. We hebben een breed scala aan projecten opgestart uit deze programma's, waarbij we zoveel mogelijk partijen betrekken. In 2011 hebben bijvoorbeeld veel Utrechtse werkgevers zich bereid getoond om te verduurzamen. Voor verbetering van de bodemkwaliteit voeren we bodemonderzoeken en -saneringen uit en toetsen we bodemsaneringen van derden. We hebben onderzoek gedaan naar het beheer van grondwater, met innovatieve projecten zoals de Biowasmachine in het stationsgebied. We hebben woningen voor geluid gesaneerd, de luchtkwaliteit gemonitord en transport van gevaarlijke goederen langs zo veilig mogelijke routes geleid. Stedelijke Ontwikkeling en Groen In 2011 is na een uitgebreid participatietraject het Dynamisch Stedelijk Masterplan vastgesteld: de agenda voor binnenstedelijk bouwen op bestaande en voormalige bedrijventerreinen en oude kantoorlocaties. In 2011 is gestart met de discussie over een nieuwe ruimtelijke strategie voor Utrecht waarbij ingespeeld wordt op de veranderende afzetbaarheid van vastgoed en is een bijdrage geleverd aan de voorbereidingen van het bidbook Utrecht Culturele Hoofdstad 2018. Een aantal projecten is in 2011 een belangrijke stap verder gekomen. Voor de Veemarkt hebben we het stedenbouwkundig programma van eisen en het bestemmingsplan vastgesteld en de eerste fase van de Talmalaan is gerealiseerd. Ook de herstructurering komt goed op gang: in de Spoorzone is de Maria van Hongarijedreef gesloopt en in Ondiep hebben we de openbare ruimte op een aantal plaatsen opnieuw ingericht. Bij de woningbouw merken we echter de effecten van de economische crisis: er zijn minder woningbouwprojecten tot ontwikkeling gekomen dan verwacht. Voor Rijnenburg geldt dat de gemeente de voorbereidingen voor het bestemmingsplan heeft stopgezet en dat de marktpartijen de planontwikkeling ter hand hebben genomen. Er zijn in 2011 meer dan 25 bestemmingsplannen voor nieuwe ontwikkelingen van kracht geworden. Daarnaast hebben we een inhaalslag gemaakt bij de actualisering van bestaande bestemmingsplannen. Conform het collegeprogramma krijgt het groen in en om de stad extra versterking. Twee wijkgroenplannen (Zuid en Noordoost) zijn in 2011 afgerond en we zijn gestart met de uitvoering van het Klokkenveld in Ondiep, herstel van de Springertuin in Zuilen, verbetering van het Klopvaartplantsoen en verbeteringen in het Noordsepark. De recreatiegebieden Wielrevelt in Haarzuilens, Ruigenhoek en het speelbos in het Gagelbos zijn ingericht.
14
Leidsche Rijn De doelstelling om in Leidsche Rijn per jaar 1100 woningen in aanbouw te nemen hebben wij door de economische omstandigheden in 2011 niet gehaald. We hebben in 2011 slechts 608 woningen in aanbouw genomen en we hebben 1.187 woningen opgeleverd. De gevolgen van de financiële crisis zijn ook duidelijk merkbaar voor de ontwikkeling van kantoren en bedrijven. We hebben de volgende m2 uitgegeven: respectievelijk 7.500 m2 kantoren en 6.815 m2 bedrijvenlocaties. Het Marinus van Tyrusviaduct en de Stadsbaan-Zuid zijn opgeleverd en in beheer overgedragen. De zandwinning in de Haarrijnseplas en de aanleg van het Maximapark naderen hun voltooiing. Voor Leidsche Rijn Centrum-Noord hebben we het Stedenbouwkundig plan vastgesteld. In Leidsche Rijn Centrum Kern hebben we het Voorlopig Ontwerp van het kernwinkelgebied afgerond en zijn we gestart met het Definitief Ontwerp. Voor Leidsche Rijn Centrum Kern en Leidsche Rijn Centrum-Zuid hebben we één ontwerpbestemmingsplan gemaakt. In Leidsche Rijn Centrum-Zuid hebben we de Europese aanbesteding van het buurtwinkelcentrum gestart. Stationsgebied Voor het stationsgebied was 2011 een belangrijk jaar. Het Muziekpaleis en het woon- winkelgebouw bereikten dit jaar het hoogste punt, de grootscheepse vernieuwing van de ov-terminal is gestart, en er is begonnen met de bouw van fietsenstalling onder het Stationsplein-West en de bouw van het Stadskantoor. Aan de Croeselaan werd de Esplanade vóór de Rabobank opgeleverd. Het stationsgebied is de komende jaren een van de belangrijkste werkgelegenheidprojecten voor de bouw in Nederland. Met het raadsbesluit om de fasering aan te passen en een structuurvisie te maken voor het Jaarbeursterrein en het Lombokplein en omgeving, is een krachtige impuls gegeven om ook fase 2 van de grond te tillen. Beheer Openbare Ruimte Voor de openbare ruimte is in 2011 voornamelijk ingezet op het wegwerken van achterstallig onderhoud en op het waarborgen van de fysieke veiligheid van de openbare ruimte. Belangrijke projecten (circa 1miljoen euro elk) waren de Balijelaan, de Amsterdamsestraatweg, de vervanging van de beschoeiing Leidse Rijn en Zandpad, baggeren havens, vervangen bruggetjes over Koekoeksvaart, vernieuwen bruggen Amelisweerd en het bemesten en beluchten van bomen in de hele stad. In 2011 zijn gedurende het hele jaar objectieve metingen (door middel van een schouw) gedaan naar de kwaliteit van de openbare ruimte. In totaal twaalf keer een schouw voor schoon en vier keer voor groen. Voor zowel schoon als voor groen is de doelstelling meer dan gerealiseerd. Ook onze doelstellingen voor een hoog serviceniveau van de afvalinzameling zijn gehaald en 80% van de ondervraagde inwoners was tevreden of zeer tevreden over de afvalinzameling. Veiligheid In 2011 is de geregistreerde criminaliteit met 2% gedaald ten opzichte van 2010, ten opzichte van 2006 zelfs met 21%. Daarmee is het beoogde resultaat voor 2011 ruimschoots bereikt. De daling is het sterkst zichtbaar bij bedrijfsinbraak en autokraak. De aanpak van autokraak heeft dus effect: controle door toezichthouders, preventiemaatregelen in parkeergarages en bewustmaking van buurtbewoners door hen te informeren over het aantal autokraken in hun buurt. Voor woninginbraak is de doelstelling niet gehaald, hoewel het aantal inbraken wel 2% gedaald is en de stijgende trend van de laatste jaren dus doorbroken. Om dit te bereiken investeren we vooral in betere beveiliging van woningen: er zijn ruim 2.800 (nieuwbouw)woningen beveiligd volgens het Politie Keurmerk Veilig Wonen, bijna 500 particulieren hebben hun eigen woning met subsidie van de gemeente beveiligd. Bewustwording en voorlichting via bewonersavonden en via tips in de buurt door toezichthouder speelt hierbij een belangrijke rol. Ook bewonersinitiatieven voor verbetering van de buurtveiligheid zijn belangrijk: naast 29 initiatieven die al liepen zijn er in 2011 nog eens 31 nieuwe bewonersinitiatieven gestart. Het aandeel Utrechters dat zich 'vaak' onveilig voelt is nagenoeg gelijk gebleven (3,0%), maar het aandeel dat zich 'wel eens' onveilig voelt is afgenomen naar 25,8%. Ervaren jongerenoverlast is stabiel gebleven maar nog altijd te hoog: bijna 19% van de Utrechters ervaart overlast van jongeren. We hebben hoge prioriteit gegeven aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid: in diverse wijken zijn ouders volgens een hiervoor ontwikkeld werkproces stevig aangesproken. Het aantal hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen in de stad is gedaald van 43 naar 36. Al deze groepen zijn in beeld en hebben een vorm van aanpak. De wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast (ook wel Voetbalwet genoemd) is in 2011 negen keer toegepast, met als resultaat negen gebiedsverboden, waarvan vier gekoppeld aan een groepsverbod. In 2011 is gestart met het opzetten van een incidentenmanagementsysteem om de gecoördineerde sturing op incidenten te versterken. Potentiële incidenten worden systematisch in beeld gebracht en gevolgd. 15
Krachtwijken In 2011 hebben we de uitvoering van wijkactieprogramma's 2010-2011 in Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, ZuilenOost en Hoograven voortgezet. Door een integrale aanpak, een combinatie van sociale en fysieke maatregelen, verbeteren we de woon- en leefsituatie in de Krachtwijken. Dit blijkt uit de evaluatie van onze aanpak (Berenschot, april 2011): het krachtwijkenbeleid heeft er – mede – voor gezorgd dat bewoners weer meer vertrouwen hebben gekregen in de ontwikkeling van hun wijk en dat de negatieve spiraal is doorbroken. De Monitor Krachtwijken geeft hetzelfde beeld: een groot aantal indicatoren ontwikkelt zich positief. Ook bewoners en andere betrokkenen uit de wijken zien positieve ontwikkelingen, tegelijkertijd geven zij aan dat er nog veel moet gebeuren. Medio 2011 is daarom gestart met de voorbereidingen van de wijkactieprogramma’s 2012-2013. Deze zijn inmiddels vastgesteld door de gemeenteraad. Bezuinigingen bij gemeente, corporaties en andere betrokken organisaties hebben de noodzaak om prioriteiten te stellen en om maatregelen te borgen in het reguliere beleid vergroot. Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Het Masterplan Voortgezet Onderwijs is nagenoeg afgerond. De laatste projecten zoals het Gerrit Rietveld College en de Kranenburgschool zijn nu in uitvoering. Voor het primair onderwijs is in december het besluit genomen dat de gemeente zelf de komst van multifunctionele onderwijskinderclusters in Overvecht gaat voorbereiden. Ook ondersteunt de gemeente de komst van een internationale school in Utrecht. In het kader van 'Meer kansen voor Utrechts Talent' hebben we voorscholen in Leidsche Rijn en in Vleuten-De Meern gerealiseerd, is de procedure voor de overstap van primair naar voortgezet onderwijs vernieuwd, is er bij de overstap van het voortgezet naar het middelbaar beroepsonderwijs extra gelet op jongeren die meer aandacht nodig hebben. Tot slot zijn 240 docenten in het VMBO extra geschoold op taal, rekenen en burgerschap. De bibliotheek is erin geslaagd om positieve resultaten te behalen op het aantal leners, uitleningen en bezoekers. Aanwas van leners zit vooral in de groep 0-4 jarigen door de introductie van Boekstart voor baby's, een samenwerkingsproject met de consultatiebureaus. Welzijn Afgelopen jaar stond in het teken van vernieuwing in het welzijnswerk. Onder de vlag 'vernieuwend welzijn' gaan we meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, waarbij de overheid vooral een ondersteunende en stimulerende rol vervult, bijvoorbeeld door bewonersinitiatieven te ondersteunen door onder andere de inzet van sociaal makelaarschap. Bewoners die het tijdelijk niet redden op eigen kracht en met behulp van hun omgeving, krijgen individuele ondersteuning. Met het oog op de individuele ondersteuning van sociaal kwetsbaren hebben wij de nota 'Op eigen kracht en meedoen naar vermogen', in 2011 aan de gemeenteraad voorgelegd. Daarin hebben wij de vorming van enkele proeftuinen voor gebiedsteams voorbereid. Het sociaal makelaarschap sluit daar nauw bij aan. Ook in onze nieuwe beleidsvisie op de individuele Wmo-voorzieningen krijgt het begrip 'eigen verantwoordelijkheid' van de burger vorm. Dat betekent uitbreiding van de mogelijkheden voor een Persoonsgebonden budget en het opleggen van eigen bijdragen. Uitgangspunt blijft dat de gemeente het gegarandeerde vangnet is voor burgers die door hun lichamelijke of geestelijke beperking niet in staat zijn deel te nemen aan de samenleving. Met ons Agenda 22-beleid zijn wij hard aan de slag om op vele manieren de toegankelijkheid in Utrecht te verbeteren zowel in de gemeentelijke dienstverlening als in de openbare ruimte. In 2011 hebben wij een lesbisch, homo, bi en transgender (LHBT) emancipatiebeleid geformuleerd met als speerpunten de bestrijding homovijandigheid onder jongeren, werken aan zichtbaarheid en actieve deelname van scholen. In lijn met het collegeprogramma zet het Utrechtse steunpunt Perspectief de ondersteuning van ex-AMA's voort. Wij zijn samen met de andere betrokken gemeenten en de VNG in gesprek met het Rijk om dit dossier tot een oplossing te brengen.
16
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Ondanks de economische recessie is het streefcijfer van maximaal 7.500 huishoudens met een Wwb-uitkering (eind 2011) nagenoeg behaald, zijn er meer mensen op regulier werk geplaatst dan geraamd en is het aantal jongeren met een uitkering in 2011 stabiel gebleven. Daarnaast is in 2011 de nota Werken aan de Toekomst vastgesteld. In deze nota zijn de belangrijkste beleidskeuzes en uitgangspunten tot het jaar 2013 opgenomen. Een belangrijke pijler hierin is het Banenplan, waarvan we een deel van de instrumenten hebben aangepast om in het laatste kwartaal een inhaalslag te maken op de instroom. Ook bij de inburgeringstrajecten en instroom in re-integratietrajecten hebben we een inhaalslag gemaakt, waardoor we er grotendeels in geslaagd om onze doelstellingen voor 2011 te realiseren. In juni 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de evaluatie van de uitvoering van de Wet Investeren in Jongeren. De werkwijze van het Jongerenloket is ingebed in de reguliere organisatie Werk en Inkomen. Om het exploitatietekort bij UW te beperken hebben we diverse maatregelen getroffen die tot een beperking van het tekort moeten leiden. Deze zijn vastgelegd in het plan van aanpak UW. Op het gebied van schuldhulpverlening zijn, mede dankzij de inzet van de extra collegemiddelen, de wachtlijsten teruggedrongen binnen de norm. Volksgezondheid De gemeente beschermt en bevordert de gezondheid van de Utrechters. Utrechters zijn beschermd tegen een aantal gezondheidsrisico's door ondermeer bestrijding van infectieziekten, het toezicht houden op kindercentra en door gemeentebrede afspraken over gezonde leefomgeving. Met de inzet van de jeugdgezondheidszorg, jeugdadviesteams en opvoedbureaus richten we ons op Utrechtse kinderen met complexe opvoeding- en opgroeiproblemen. Ook het breed gedragen programma 'Nuchter over alcohol en drugs 2011–2014' richt zich op jongeren, èn hun ouders, om misbruik van alcohol en drugs tegen te gaan. Met inzet van wijkspecifieke activiteiten bevorderen we de gezondheid van inwoners van Overvecht, Noordwest, Zuidwest, Zuid en Leidsche Rijn. Om de leefsituatie van (dreigend) dak– en thuislozen te verbeteren en criminaliteit en overlast door deze groep af te laten nemen, hebben we het accent in de tweede fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (2011-2014) gelegd op preventie en blijvend herstel en daarvoor aangesloten bij voorbereiding van de proeftuinen voor gebiedsteams. Maatschappelijk vastgoed Het maatschappelijk vastgoed bestaat uit gebouwen en terreinen met een publieke functie zoals scholen, buurthuizen, sporthallen en -velden, bibliotheek, speeltuinen en multifunctionele accommodaties (mfa's). Wij hebben in 2011 flinke stappen gezet naar een gebruikersvriendelijkere website van het makelpunt. In het eerste kwartaal 2012 zijn we hierdoor in staat om met een nieuwe applicatie de klant digitaal en sneller verder te leiden. Dit jaar behoorden ook voor het eerst monumenten, hostels, bedrijfsverzamelgebouwen en gebouwen voor gemeentelijke huisvesting tot dit programma. Met dit vastgoed maken we activiteiten mogelijk die bijdragen aan het bereiken van onze maatschappelijke doelen: leren, sporten, cultuur beleven, ontmoeten, maar ook bescherming cultureel erfgoed en stimulering van economische ontwikkeling. In 2011 lag de nadruk vooral op exploiteren en verbeteren van bestaande accommodaties en het wegwerken van achterstallig onderhoud: bij 32 accommodaties is groot onderhoud gepleegd. De locatie van het Utrechts Archief aan de Alexander Numankade is geheel gerenoveerd opgeleverd. In 2011 ontwikkelden we het sportpark Rijnvliet in de wijk Leidsche Rijn met twee rugbyvelden, vier voetbalvelden en geprivatiseerde tennisbanen en zijn voorziening ontworpen voor Hoge Weide en voor het A2 park. Daarnaast werkten we aan clustering van voorzieningen bij Cereol en Duurstedelaan en zijn er plannen gemaakt voor de verbetering van onder andere het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) op het Domplein en de Blauwe zaal van de Stadsschouwburg. Wij hebben in 2011 flinke stappen gezet naar een gebruikersvriendelijkere website van het makelpunt. In het eerste kwartaal 2012 zijn we hierdoor in staat om met een nieuwe applicatie de klant digitaal en sneller verder te leiden. Met de oprichting van de Utrechtse Vastgoed Organisatie (startdatum 1 april 2012) willen we het beheer en onderhoud van al het maatschappelijk vastgoed integreren in één uitvoeringsorganisatie. Doel hiervan is om eenduidiger (prijs)beleid, betere sturing op projecten, betere samenwerking en vergroten van het rendement van ons vastgoed.
17
Wonen en Monumenten In 2011 hebben we 1.950 woningen opgeleverd (1100 in Leidsche Rijn, 850 in de bestaande stad). We hebben in de afspraken met de corporaties samenhang gebracht tussen prestatieafspraken, DUO-productieafspraken (De Utrechtse Opgave), afspraken in het kader van de Krachtwijken en van de productieafspraken in Leidsche Rijn. In het kader van het programma Utrechtse energie hebben we ons ingespannen voor energiebesparing bij bestaande bouw, energielabels bij herstructurering en kwaliteitscontrole bij nieuwbouw. In 2011 is de Wabo (wet algemene bepalingen omgevingsrecht) geïmplementeerd. Ook bij handhaving in de openbare en bebouwde ruimte zoeken we steeds meer de integraliteit. Dit krijgt vorm in een integraal handhavingsprogramma waarin verschillende onderdelen van de gemeente, de Veiligheidsregio Utrecht en de Brandweer district Utrecht nauw samenwerken. Door middel van klantonderzoek zoeken we zowel bij vergunningverlening als bij handhaving continu naar verbetering van de werkprocessen. We zijn in 2011 gestart met het opstellen van de Erfgoedagenda 2012-2016 waarmee we een fundament leggen voor de inzet op cultuurhistorie in de komende jaren. Met adviezen, vergunningen, subsidies en leningen stimuleerden we het behoud en beheer van Utrechtse cultuurhistorie. We ondersteunden private organisaties, projecten en kleinschalige initiatieven die bijdragen aan het draagvlak en behoud van cultuurhistorie. Samen met – internationale – partners werkten we aan de Kraag van Utrecht (Nieuwe Hollandse Waterlinie), het Limesproject (Romeinse landsgrens) en Portico. Economische Zaken Relatief gezien deed de Utrechtse economie het in 2011 niet slecht. De leegstand van kantoren is zelfs licht gedaald terwijl ook het aantal niet werkende werkzoekenden niet is gestegen. Toch veranderen ook voor Utrecht de economische omstandigheden. Samen met onze partners in de stad hebben we daarom gewerkt aan een nieuw economisch kompas voor de komende jaren: de Economische Agenda Utrecht 2012 – 2018. Hierin staan bijvoorbeeld nieuwe kaders voor kantorenlocaties, bedrijventerreinen en detailhandel. De Economische Agenda krijgt ook al concreet vorm: samen met de ondernemersvereniging hebben we in 2011 een Ondernemersfonds ingesteld. Hierdoor krijgen ondernemersverenigingen (inclusief maatschappelijke instellingen) vanaf 2012 zelf financiële middelen in handen om de economische vitaliteit van de stad te versterken. Cultuur Ook in 2011 kenmerkte Utrecht zich als aantrekkelijke cultuurstad, met een artistiek interessant, veelzijdig en divers cultureel aanbod van onze makers en presentatieplekken. In november 2011 hebben wij de nieuwe cultuurvisie 20122022 'Open ruimte' vastgesteld, die we verder uitwerken in een nieuwe cultuurnota. Daarnaast is in 2011 hard gewerkt aan de voorbereiding van het bidbook voor Culturele Hoofdstad van Europa 2018. In december 2011 opende het Ministerie van OCW de kandidaatstellingsprocedure hiervoor. Stadspromotie Het Programma stadspromotie 2008-2011 heeft in zijn laatste jaar samen met vele partners een breed gedragen basis gelegd voor een professionele profilering van Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur. Het profiel van Utrecht als Stad van Kennis en Cultuur wordt breed ondersteund en werkt als inspiratiebron voor partijen. Kennis en Cultuur is bijvoorbeeld de basis voor de programmatische ontwikkeling van de ambitie om Culturele Hoofdstad 2018 te worden, het is inspiratiebron voor de culturele, toeristische en museale marketing en het wordt toegepast door partners in de stad, zoals de Universiteit Utrecht. Daarmee geven we gezamenlijk steeds meer lading aan het merk Utrecht. Ook de toepassing van het UTRECHT-logo en bijbehorende huisstijl is goed op gang gekomen, wat de zichtbaarheid en herkenbaarheid van Utrecht vergroot. Er is veel en toenemende free publicity. Het evenementenklimaat is verbeterd. Het nationaal en internationaal toeristisch bezoek aan Utrecht is toegenomen. Lokale Democratie en Wijkgericht Werken In 2011 nam de Gemeente Utrecht deel aan de eerste Benchmark Burgerparticipatie. In 60% van de 103 onderzochte Utrechtse projecten, van leefbaarheidsinitiatieven tot het Dynamisch Stedelijk Masterplan, is een participatieplan opgesteld. De wijkraden brachten 59 adviezen uit aan het college van B en W. Het aantal initiatieven voor het leefbaarheidsbudget is ten opzichte van 2010 afgenomen van 2800 naar 2300. Daarmee is de bekendheid van het leefbaarheidsbudget nog steeds voldoende. Betrokkenheid van de Utrechters bij en hun invloed op het gemeentelijk beleid is minder hoog ten opzichte van 2010. We gaan onderzoeken waardoor dit verklaard kan worden.
18
In 2011 heeft de raad de uitgangspunten voor het versterken van het wijkgericht werken vastgesteld. De gemeente is vervolgens gestart met een verbetertraject met als doel om de gemeentelijke organisatie meer wijk- en vraaggericht te laten werken. Er is gewerkt aan de volgende sporen: De wijkambities zijn tot stand gekomen en de wijkcomponent wordt zichtbaar gemaakt in de teksten van de
• Programmabegroting 2013 • De wijkregisseur vervult een sleutelrol in het proces en heeft middelen om benodigde interventies te plegen (doorzettingsmacht) • De wijkbureaus , c.q. de dienst Wijken gaan per 1 januari-2013 onderdeel uitmaken van de ontwikkelorganisatie. De voorbereidende contourenschets ontwikkelorganisatie is in 2011 gemaakt • Er vindt een gemeentebrede cultuurverandering plaats met change-agents vanuit alle geledingen van de
gemeentelijke organisatie om de interne samenwerking en het probleemoplossend vermogen te verbeteren.
De gemeente werkt actief samen gemeenten in de regio, de Provincie Utrecht, de G4 en het Rijk. Dit heeft onder andere geleid tot een intensivering van de samenwerking binnen de Noordvleugel. Samen met Amsterdam en Almere heeft Utrecht in dit verband een samenwerkingsagenda ontwikkeld. In Europa was Utrecht actief op het gebied van verkeer; gezamenlijk lobby met Eurocities heeft er toe geleid dat stedelijk vervoer is opgenomen in het witboek transport. Publiekdienstverlening Individuele bewoners, ondernemers en professionals maken gebruik van de publieksdienstverlening van onze gemeente. Wij moderniseren de dienstverlening om in te kunnen spelen op de vraag om altijd en overal gebruik te kunnen maken van onze diensten. Voor het verbeteren van processen en prestaties gebruikt Utrecht servicenormen: Utrecht wil voor 90% voldoen aan de algemene servicenormen. Uit onderzoek naar de Utrechtse servicenormen blijkt dat alleen het ‘kanaal’ telefoon goed scoort: 95% van de telefoon wordt op tijd opgenomen. Voor de andere kanalen (email, balie en post) halen we deze doelstelling nog niet. De gemeente beantwoordt 78% van de e-mail en 70% van de geregistreerde post op tijd, en bij twee van de vijf balies halen we het niet om 90% van de klanten binnen vijftien minuten te helpen. Oorzaak hiervoor is veelal het beheer en ontbreken van overzicht. Op dit moment wordt dan ook hard gewerkt om gemeentebrede informatiesystemen in te voeren. Met deze systemen kan iedereen uit dezelfde gegevens en informatiebronnen putten. Zo ontstaat een beter overzicht over wat er aan vragen binnenkomt en wat de status van behandeling is. Financiële samenvatting In 2011 heeft de gemeente Utrecht in totaal een bedrag van ongeveer 1,25 miljard euro tot haar beschikking gehad. In het onderstaande taartdiagram ziet u, waaruit de gemeentelijke inkomsten in hoofdzaak bestaan:
Specifieke uitkeringen 19%
Gemeentefonds 36% Overige eigen middelen 6%
Inkomsten grondexploitaties 24%
Belastingen, heffingen en rechten 15%
19
De gemeente is vrij om te bepalen waar ze de uitkering uit het gemeentefonds aan besteedt. Vanzelfsprekend moeten we wettelijke taken, die het Rijk financiert via het gemeentefonds, wel uitvoeren. We zijn evenwel vrij om zelf te bepalen hoeveel geld we voor die wettelijke taken uittrekken. Specifieke uitkeringen verstrekt het Rijk - in tegenstelling tot de algemene uitkering uit het gemeentefonds – onder bepaalde voorwaarden en voor een bepaald doel. Voorbeelden van specifieke uitkeringen zijn de Wet werk en bijstand, de middelen voor het Bereikbaarheidsoffensief Randstad en de Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid. Onder belastingen, heffingen en rechten vallen bijvoorbeeld de onroerende zaakbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing en bouwleges. De inkomsten uit grondexploitaties zijn verrekeningen met balansposten (reserves, onderhanden werk). Bij de afsluiting van een (meerjarige) grondexploitatie wordt het saldo als resultaat verantwoord. Overige eigen middelen zijn bijvoorbeeld rente-inkomsten of dividenden. De beschikbare middelen hebben we in 2011 ingezet voor de uitvoering van gemeentelijke programma's, die in de begroting zijn genoemd. Onderstaande grafiek geeft de verdeling weer van de lasten en baten over die verschillende programma's.
Verdeling lasten en baten over de programma's
250.000 lasten baten 200.000
150.000
100.000
Bedragen zijn in duizenden euro's.
20
Algemene Middelen en Onvoorzien
Algemene Ondersteuning
Stadspromotie
Economische zaken
Milieu en Duurzaamheid
Wonen en Monumenten
Lokale Democratie en Wijkgericht Werken
Vastgoed
Volksgezondheid
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering
Welzijn
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
Sport
Cultuur
Veiligheid
Beheer Openbare Ruimte
Stationsgebied
Leidsche Rijn
Krachtwijken
Stedelijke Ontwikkeling en Groen
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
Publieksdienstverlening
Jeugd
0
Diversiteit en Integratie
50.000
Uitkomst De gemeentelijke inkomsten en de inzet daarvan in de programma's heeft in 2011 al met al geleid tot een boekhoudkundig resultaat van bijna 16 miljoen euro. Dit bedrag is het saldo van zowel voor- als nadelen ten opzichte van de actuele begroting. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste resultaten per programma opgenomen. Dit betreft het boekhoudkundige resultaat, dat wil zeggen het resultaat vóór bestedings- en dekkingsvoorstellen. Boekhoudkundig resultaat
Bedrag
Stedelijke Ontwikkeling en Groen
14.849
Wonen en Monumenten
6.325
Milieu en Duurzaamheid
12.351
Algemene Middelen en Onvoorzien
28.435
Algemene Ondersteuning
27.735
Leidsche Rijn
-40.533
Stationsgebied
-38.486
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering
-5.731
Overige programma's
10.859
Totaal
15.804
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Een uitvoerige toelichting op het gemeentebrede resultaat en de achtergronden daarvan vindt u terug in paragraaf 4.7 van deze Verantwoording.
21
Deel 1 Jaarverslag
23
Hoofdstuk 1 Programma's
25
1.1 Jeugd 1.1.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling De Utrechtse Jeugd groeit op tot gezonde, betrokken, actieve burgers. 2011 stond in het teken van beleidsmatige voorbereiding op de door het kabinet Rutte aangekondigde decentralisatie van de Jeugdzorg. Onder andere in de door de gemeenteraad vastgestelde nota jeugdbeleid 'talent ontwikkelen en kansen pakken' en in de contourennota transitie Jeugdzorg heeft Utrecht zijn visie op een nieuwe jeugdzorg geschetst. De transitie is organisatorisch ondergebracht in het doorbraakdossier Jeugd, Onderwijs en Zorg. In 2011 lagen de prioriteiten verder bij: het vernieuwen van het jongerenwerk;
• • het blijven tegengaan van Jeugdwerkloosheid; • het zorgen dat ieder kind zo snel mogelijk het juiste (zorg)aanbod ontvangt; • een goede aanpak van 12- problematiek en van overlast door jongeren met een licht verstandelijke beperking.
Deze prioriteiten zijn in 2011 voortvarend opgepakt. Het jongerenwerk is stedelijk georganiseerd, de
jeugdwerkloosheid ligt nog steeds fors onder het landelijk gemiddelde. Eveneens is er een grote stap gemaakt in voorbereiding van de decentralisatie Jeugdzorg. In het kader van de 12- aanpak is onder andere ons aanbod van intensieve buitenschoolse opvang (voor kinderen met gedragsproblemen) met één locatie uitgebreid. Effectdoelstelling 1: Vrije tijd Meer jeugdigen spelen veilig en met plezier buiten, doen mee aan een aansprekend vrijetijdsaanbod en hebben een stem bij de ontwikkeling van voor hen belangrijke thema's. Via de website Jong030 zijn wederom veel jongeren geattendeerd op het uitgebreide aanbod van vrijetijdsactiviteiten in Utrecht. Onder andere de Welzijnsorganisaties en de stichting JoU hebben veel jongeren bereikt met activerend aanbod. Daar waar mogelijk zijn deze jongeren doorgeleid naar regulier sport- of ander aanbod. Het wijkspeelruimteplan voor Leidsche Rijn is in 2011 voltooid, hiermee is voor deze wijk een belangrijk afwegingskader beschikbaar gekomen voor veilige en aantrekkelijke speelplaatsen. In de Rivieren- en Dichterswijk is, mede in het kader van 'speelplekken voor de buurt', het 'Maasplein' gerealiseerd. Volledig op basis van bewonersinitiatief heeft dit plein een grondige transformatie ondergaan met alle aandacht voor spelen. Zowel de jongere kinderen als de oudere kinderen als de tieners kunnen op dit plein terecht. Kinderen en jongeren hebben, via de Kinderraadsvergadering of de jongerendenktank U-Shake, ook in 2011 een stem gehad bij de inrichting van hun wijk of bij andere voor hen belangrijke thema's. Effectdoelstelling 2: Ontwikkeling en arbeid Meer kwetsbare jeugdigen ontwikkelen hun talenten, doorlopen een goede schoolloopbaan en vergroten hun kansen op de arbeidsmarkt. Via de Brede Scholen hebben veel Utrechtse kinderen een activiteitenaanbod ontvangen waarbij het binnenschools en buitenschools ontwikkelen van talenten goed op elkaar is afgestemd. De Utrechtse Brede Scholen (primair onderwijs) bereikten in 2011 gezamenlijk circa 9.200 kinderen. De Brede Schoolacademie in Overvecht is ook in 2011 een succes gebleken. 120 Kinderen kregen daar extra lessen bovenop de reguliere lestijd. Met dit steuntje in de rug kunnen ze waarschijnlijk de stap naar Havo of VWO maken. In Overvecht, Kanaleneiland, Zuilen/Ondiep en Abstede/Sterrenwijk is de Vreedzame Wijk geheel of gedeeltelijk ingevoerd. In de laatste maanden van het jaar is ook een start gemaakt met invoering van de Vreedzame Wijk in Hoograven en Leidsche Rijn. 27
De jeugdwerkloosheid lag in 2011 in de regio Midden-Utrecht met 2,8% fors onder het landelijk gemiddelde. Helaas is er ondanks onze inspanningen wel sprake van een hele kleine stijging (+0,2%) ten opzichte van 2010. Effectdoelstelling 3: Zorg Meer jeugd groeit gezond en zonder problemen op. Vanuit de Utrechtse Centra voor Jeugd en Gezin (CJG's) heeft het opvoedbureau 950 ouders begeleidt bij uiteenlopende opvoedproblemen. De Jeugd Adviesteams hebben vanuit het CJG complexe zorgvragen beoordeeld en gecoördineerd. 800 jeugdigen hebben hierdoor versneld de hulp gekregen die zij nodig hadden. Met de elektronische vraagfunctie konden ouders via het digitale CJG laagdrempelig terecht voor opvoedinformatie. Ook de wijkwelzijnsorganisaties hebben ouders voorzien van opvoedinformatie en hebben via verschillende (opvoedinggerelateerde) activiteiten een bijdrage geleverd aan het pedagogisch klimaat. De risicoverwijsindex heeft in 2011 wederom meer meldingen opgeleverd (2.223 signalen in 2011 tegenover 724 signalen in 2010), hierdoor zijn hulpverleners rondom een kind of gezin met elkaar in contact gekomen en is hulpaanbod beter op elkaar afgestemd. Effectdoelstelling 4: Veiligheid Minder jeugd veroorzaakt overlast of gedraagt zich crimineel. Het aandeel inwoners dat zegt vaak last te hebben van jongeren is in 2011 stabiel gebleven ten opzichte van 2010 (van 18,8% in 2010 naar 18,7% in 2011). Het aantal hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen in de stad is gedaald van 43 naar 36. Al deze groepen zijn in beeld en hebben een vorm van aanpak. Effectindicatoren
1.a
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
Percentage jeugd dat deelneemt aan georganiseerde
73% (VO)
vrijetijdsbesteding
92% (PO)
92% (PO)
85%
75%
n.n.b.
57,9%
n.n.b.
92% 2
2%
2,8%
2,5%
n.v.t. 3
22%
19%
Percentage scholen (groep 7 en 8) dat deelneemt aan de 1.b
Kinderraadsvergadering Verbetering doorstroom havo/vwo en meer evenredige deelname
2.a
van achterstandskinderen ()% leerlingen op HVO/VWO) Verbetering deelname aan reguliere buitenschoolse activiteiten (sport/cultuur, etcetera) en meer evenredige deelname van
2.b 2.c
achterstandskinderen Percentage jeugdwerkloosheid Percentage extra jongeren toegeleid naar toekomstige
2.d
risicosectoren: zorg, techniek en bouw
3.a
Percentage ouders met soms opvoedingsproblemen
3.b
Percentage ouders met vaak opvoedingsproblemen
3.c
Vermindering van groei instroom in de geïndiceerde jeugdzorg
4.a
Ervaren jongerenoverlast
2%
4%
10%
PM 4
Zie programma Veiligheid
1.1.2 Wat hebben we daarvoor gedaan?
2
92% van de kinderen neemt deel aan buitenschoolse activiteiten (zie indicator 1.a). Over achterstandskinderen zijn
geen aparte gegevens bekend. 3 Wegens ontbreken van een nulmeting valt procentuele toename niet te meten, tenminste 154 jongeren zijn direct middels een leerwerktraject toegeleid naar één van de risicosectoren. Deze indicator is per 2012 opgenomen in de inwonersenquête.
4
28
Vrije Tijd Prestatiedoelstelling 1.1: Vrije tijd en participatie Uitbreiden van formele en informele speelruimte, aanbieden van voldoende en gevarieerde vrijetijdsactiviteiten en creëren van voldoende participatiemogelijkheden voor jeugdigen. Alle voorbereidingen voor realisatie van het Skatepark in Zuidwest zijn in 2011 getroffen. In december is gestart met de aanleg van deze locatie. Het vrijetijdsaanbod van de Welzijnsorganisaties, stichting JoU en de Scouting heeft in 2011 doorgang gevonden. Het bereik van de Scouting is gelijk aan het niveau van 2010. Voor het Wijkspeelruimteplan van Overvecht zijn alle werkzaamheden voltooid. Dit plan wordt in 2012 gezamenlijk met de plannen voor Zuid en Zuidwest ter informatie aan de gemeenteraad gestuurd. De kinderraadsvergadering is in 2011 verbonden met de Vreedzame Wijk aanpak die in steeds meer Utrechtse wijken wordt ingevoerd (zie ook P2.1). Dit heeft geleid tot structurele Kinderraadvertegenwoordigers en een wijkmanifest in de wijken Overvecht en Zuidwest. Vertegenwoordigers van onze jongerendenktank U-shake zijn onder andere aan de slag gegaan als JOGG-coach (Jeugd op Gezond Gewicht) en zijn met ambtenaren en politici in gesprek gegaan over onderwerpen als veiligheid op straat, uitgaan voor 16 jaar en ouder, jongeren met een beperking en discriminatie.
Ontwikkeling en Arbeid Prestatiedoelstelling 2.1: Optimale ontwikkeling Uitbreiden van het aantal Brede Scholen en verbinden van voorzieningen rondom de school. In de wijken Kanaleneiland, Ondiep/Zuilen en Abstede/Sterrenwijk is invoering van de Vreedzame Wijk voortgezet. Personeelsleden van verschillende instellingen (wijkwelzijnsorganisaties, scholen, Politie) zijn intensief getraind. In 2011 is 24,5 fte aan combinatiefuncties gerealiseerd. Het streven was 28 fte. De implementatie van nieuwe combinatiefunctionarissen in het VO vroeg meer tijd waardoor deze pas feitelijk in januari 2012 gerealiseerd zullen zijn. De planning van 36 fte in 2014 blijft realistisch en blijft van kracht. In 2011 is met de partners van de Utrechtse Onderwijsagenda (UOA) ingezet op verdere visieontwikkeling en kwaliteitsverbetering van de bestaande Brede Scholen in het primair- (PO) en voortgezet onderwijs (VO). Door deze keuze voor kwaliteit boven kwantiteit is het aantal Brede Scholen, anders dan verwacht, in PO en VO vooralsnog gelijk gebleven en niet gegroeid. Voor het VO zijn beleidskaders ontwikkeld waaraan een Brede School moet voldoen en zijn afspraken gemaakt met de partners op gebied van cultuur, sport en jongerenwerk. In samenwerking met de Utrechtse Onderwijsagenda is voor de Brede School (PO) een visiedocument opgesteld van waaruit criteria zijn ontwikkeld waar alle huidige en toekomstige Brede scholen aan moeten voldoen. In het kader van de ontwikkeling van dagarrangementen zijn (op wijkniveau) plannen ontwikkeld en voorbereidingen getroffen voor de leertijduitbreiding voor risicoleerlingen in 2012. Prestatiedoelstelling 2.2: Voorkomen voortijdige schooluitval Beter aansluiten van onderwijs op de arbeidsmarkt, voorkomen voortijdige schooluitval en actief toeleiden naar arbeid. In het kader van het stedelijk actieplan Jeugdwerkloosheid zijn 2250 jongeren op bliksemstages geweest en 750 jongeren hebben sollicitatietrainingen gekregen om hen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Daarnaast zijn er leerwerkbanen met extra begeleiding voor praktijkonderwijs jongeren gecreëerd en zijn er extra WIJ-banen en leerwerkbanen in de kansrijke sectoren zorg, bouw en techniek gerealiseerd. In 2011 is gestart met twee pilots. De eerste betreft het wijkleerbedrijf in Overvecht, waarbij zorgvragen in de wijk ingezet worden om jongeren een beschermde leerwerkplek te bieden. De tweede pilot betreft arbeidscoaches voor risicojongeren, waarbij jongeren door intensieve begeleiding doorstromen naar opleiding en/of werk via het algemene aanbod. Er is één leerwerkalliantie (zorg) tot stand gekomen waarin scholen, gemeente, kenniscentra en bedrijven samenwerken om meer jongeren te laten kiezen voor de zorgsector en meer doorstroom te creëren binnen de zorgopleidingen. De voorgenomen 'leerwerkalliantie' Techniek/Bouw is in samenwerking met Economische Zaken (EZ) opgepakt. Deze inspanning heeft nog niet tot het gewenste resultaat geleid, in 2012 wordt hieraan door EZ verder gewerkt. 29
Zorg Prestatiedoelstelling 3.1: Gezonde leefstijl Jeugd Monitoren van de gezondheid, attitude en leefstijl van de Utrechtse jeugd. In 2011 zijn ruim 2100 leerlingen van de groepen 7 en 8 van 39 Utrechtse basisscholen bevraagd over hun fysieke en mentale gezondheid, hun gedrag en hun leefstijl. De resultaten worden gebundeld in een gemeentelijk rapport dat in mei 2012 wordt gepresenteerd. Prestatiedoelstelling 3.2: Zorgstructuur Jeugd en Ouders In de Centra voor Jeugd en Gezin verbinden we de signalering van opvoed- en opgroeiproblemen met het toeleiden naar en coördineren van zorg. Utrecht heeft zich in 2011 stevig voorbereid op de aangekondigde decentralisatie van de jeugdzorg, in de contourennota transitie jeugdzorg zijn visie op en proces naar de toekomstige situatie geschetst. Met de Provincie zijn in een bestuurlijk akkoord afspraken gemaakt over de tussenliggende transitieperiode. Door bij elkaar in de keuken te kijken (informatie-uitwisseling en bezoeken) laten we de transitie zo soepel mogelijk verlopen. Met de G4 en G32 werken we intensief samen bij de visieontwikkeling en lobby betreffende de transitie. Ook in de praktijk zijn voorbereidingen getroffen. Met onze maatschappelijke partners zijn we in twee proeftuinen gestart met het vormen van 'Buurtteams Jeugd en Gezin' die in 2012 van start gaan. De gezinswerkers die in deze teams werken vormen straks de spin in het web die sneller dan nu de juiste hulp in en met het gezin kunnen vormgeven. We ontwikkelen hiermee tevens een nieuwe werkwijze en leren als voorbereiding op de decentralisatie Jeugdzorg. De gezinswerkers zullen gebruik maken van de ervaringen die we al hebben opgedaan met de werkwijze Wrap around Care. De ervaringen met deze werkwijze zijn positief. Naast dat zij input vormden voor de proeftuinen zijn ook in de rest van de stad circa 60 gezinnen via deze werkwijze begeleid. In het kader van versterken van de eigen kracht van ouders en jeugdigen is in de wijken Overvecht en Kanaleneiland geinventariseerd in hoeverre het aanbod al inzet op het versterken van de eigen kracht. Mede op basis hiervan wordt het aanbod in aanloop naar de decentralisatie aangepast.
Veiligheid Prestatiedoelstelling 4.1: Jeugdcriminaliteit en jongerenoverlast Een gerichte aanpak en specifiek aanbod moet jongeren toekomstperspectief bieden, waarmee (verder) afglijden naar criminaliteit of veroorzaken van overlast voorkomen wordt. Aanpak Jeugdgroepen Samen met de ketenpartners is voor zeventien jeugdgroepen een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd volgens de methodiek Groepsaanpak. Dit aantal is lager dan gepland. In 2011 is besloten om dezelfde groepen aan te pakken als in 2010 (exclusief de vier al afgesloten groepen). Op deze manier is ruimte gecreëerd voor ontwikkeling en implementatie van een verbeterde werkwijze. Deze is samen met de ketenpartners ontwikkeld en heeft tot doel de werkwijze, efficiency en resultaten van de groepsaanpak te optimaliseren. Implementatie van de nieuwe werkwijze start begin 2012. Aanpak Marokkaanse risicojeugd De maatregelen in het kader van 'Onze Toekomst' zijn in 2011 volgens planning uitgevoerd. Er is vooral geïnvesteerd in het mobiliseren van de Marokkaanse gemeenschap. Dit heeft geleid tot een verhoging van het aantal buurtinitiatieven (initiatieven vanuit de Marokkaanse gemeenschap). Evenals in 2010 vervulde Utrecht ook in 2011 de landelijke coördinatierol bij de aanpak van probleemjongeren van Marokkaanse afkomst. Nazorg na detentie In 2011 hebben ongeveer 36 jongeren een traject Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer gevolgd. De samenwerking met de ketenpartners in het veiligheidshuis is verder verbeterd. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt op het gebied van toeleiding en monitoring, waardoor de match tussen de aangemelde jongeren en het aanbod is verbeterd. Eveneens in het kader van nazorg hebben ongeveer 60 jongeren een traject Titan gevolgd. We hebben de samenwerking tussen Titan en het Jongerenloket verbeterd. 30
Preventie In 2011 hebben we voor de 12minners de projecten Forza en Tawazoun voortgezet. Daarnaast zijn we in Overvecht gestart met een vergelijkbaar initiatief, BNS Xtra. Dit project biedt begeleiding na schooltijd aan kinderen van 8-12 jaar die problematisch gedrag vertonen. Ook hebben we in 2011 een sociale kaart voor 12- aanbod ontwikkeld. Van de twee Jongerenteams die we in Utrecht hadden zijn we in 2011 teruggegaan naar één team. De samenwerking binnen het jongerenteam tussen politie, hulpverlening en jongerenwerk is in 2011 verbeterd. Er is onder andere een nieuw samenwerkingsconvenant afgesloten. Jeugdprostitutie In 2011 hebben we het project Pretty Woman volgens planning voortgezet, hiermee zijn ruim 50 meiden bereikt. Het onderdeel Jongensprostitutie is afgerond. Jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) In 2011 hebben we een start gemaakt met het verbeteren van de signalering en doorverwijzing naar geschikt aanbod van jongeren met een licht verstandelijke beperking, onder andere vanuit het jongerenwerk. Dit naar aanleiding van het onderzoek dat we eerder uitvoerden naar de kenmerken van LVB jongeren en de geschiktheid van het Utrechtse Jeugd- en Veiligheid aanbod voor deze groep. Daarnaast bieden de projecten Titan en NPT hun methodiek ook in aangepaste vorm aan voor de LVB doelgroep. Prestatie indicatoren 1.1a
Aantal uren openstelling speeltuinen
1.1b
Bereik Scouting
2.1a
Aantal Brede Scholen
2.1b
Aantal aangestelde combinatiefunctionarissen
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
30.000
30.000
1.300
1.200 5
13 PO / 11 VO
11 PO/9 VO
28 fte
24,5 fte
800
902
Aantal jongeren dat via jongerenloket is toegeleid naar school 2.2a
of werk
2.2b
Vormgegeven aantal leerwerkallianties (zorg, techniek en bouw)
3.1a
Percentage deelnemende scholen aan de jeugdmonitor
3.2a
Aantal Centra voor Jeugd en Gezin 7
2
1
100% VO
39/107 PO locaties 6
7
6
900
950
40%
40%
>50
50 8
Begeleiding van aantal gezinnen met opvoedingsproblemen 3.2b
(opvoedbureau) Percentage geëvalueerd hulpverleningsaanbod en daarmee
3.2c
effectieve inzet van zorg Het aantal trajecten waarin lokale zorg en geïndiceerde zorg in
3.2d
één aanpak wordt geboden
4.1a
Aantal aangepakte criminele/overlastgevende groepen
5
Zie programma Veiligheid
Het bereik van de Scouting is iets lager dan de streefwaarde. Dit kan het gevolg zijn van wachtlijsten die enkele
Scoutingverenigingen hanteren. 6 Gezien de kleinere schaalgrootte is het niet mogelijk om alle PO scholen te laten participeren in de Jeugdmonitor. Er is in alle wijken een representatieve steekproeven van PO-locaties gebruikt. In totaal zijn leerlingen op 39 van de in totaal 107 locaties opgenomen in de jeugdmonitor. 7 Inclusief 1 digitaal Centrum voor Jeugd en Gezin. 8
Bovenop deze 50 trajecten is er bij de projecten Forza en Tawazoun een gedragswetenschapper aangesloten die
zorgt voor goede afstemming met geïndiceerde zorg. 31
1.1.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Vrije tijd en participatieaanbod
2.487
3.409
3.259
150
Optimale ontwikkeling
7.909
1.949
1.387
562
109
54
49
4
Zorgstructuur jeugd en ouders
7.730
8.116
6.392
1.725
Voorkomen voortijdige schooluitval
1.529
1.579
1.527
52
402
1.365
1.237
128
20.164
16.471
13.851
2.620
Vrije tijd en participatieaanbod
0
0
0
0
Optimale ontwikkeling
0
0
0
0
Gezonde leefstijl jongeren
0
0
0
0
2.909
2.971
3.153
181
Voorkomen voortijdige schooluitval
0
0
0
0
Jeugdcriminaliteit en jongerenoverlast
0
0
0
0
2.909
2.971
3.153
181
17.255
13.500
10.698
2.802
Lasten
Gezonde leefstijl jongeren
Jeugdcriminaliteit en jongerenoverlast Totaal lasten Baten
Zorgstructuur jeugd en ouders
Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
1.889
1.889
0
17.255
11.612
8.810
2.802
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Optimale Ontwikkeling Lagere lasten hoofdzakelijk door lagere overheadkosten (0,15 miljoen euro), een kleine vertraging in het aanstellen van combinatiefunctionarissen (0,25 miljoen euro) en het temporiseren van uitbreiding van aantal brede scholen (0,10 miljoen euro). Zorgstructuur jeugd en ouders Lagere lasten door uitgestelde inzet op Transitie Jeugdzorg (1,15 miljoen euro), het niet volledig realiseren van alle geplande Centra voor Jeugd en Gezin (0,43 miljoen euro) en lagere overheadkosten (0,14 miljoen euro).
32
1.2 Publieksdienstverlening Individuele bewoners, ondernemers en professionals maken gebruik van de publieksdienstverlening van onze gemeente. Wij moderniseren de dienstverlening om in te kunnen spelen op de vraag om altijd en overal gebruik te kunnen maken van onze diensten. We hanteren daarbij de volgende uitgangspunten: De vraag staat centraal: de vraag van bewoners, ondernemers en professionals staat centraal in ons handelen.
• • Snel en zeker: wij zorgen ervoor dat bewoners, ondernemers en professionals hun zaken snel en zeker kunnen regelen. • Eén gemeente: wij opereren als één gemeente. • Eenmalige uitvraag gegevens: wij stellen geen overbodige vragen en gegevens waarover wij beschikken vragen we niet nog een keer. • Transparant en aanspreekbaar: wij gebruiken servicenormen en dragen deze uit. • Efficiënt: wij richten onze dienstverlening zo efficiënt mogelijk in. Waar mogelijk heeft het elektronische communicatiekanaal de voorkeur. • Deze verbeteringen vragen de komende jaren investeringen. Maar het levert ook veel op. Naast het evidente voordeel voor de klant zijn door procesinnovatie en internetgebruik ook efficiencyvoordelen te bereiken. Hierdoor kunnen de noodzakelijke investeringen op termijn worden terugverdiend.
1.2.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling De Gemeente Utrecht wil excelleren in publieksdienstverlening die past bij de wettelijke kaders en de ambities van de stad. Met de besluitvorming op 30 juni 2011 door de gemeenteraad over organisatiestrategie Via B, is de ambitie en visie voor publieksdienstverlening nader vastgelegd. Uit de uitkomsten van onderzoeken naar de kwaliteit en de klanttevredenheid van de Utrechtse publieksdienstverlening uit 2011 blijkt dat de resultaten redelijk zijn, maar Utrecht nog niet excelleert in publieksdienstverlening. Om de dienstverlening te verbeteren is, zoals beschreven in de commissiebrief van oktober 2011 een pakket van maatregelen vastgesteld waarmee de belangrijkste knelpunten worden weggenomen die in de genoemde onderzoeken zijn gesignaleerd. Effectdoelstelling 1: Contact Klanten zijn tevreden over het contact met de gemeente. Om de kwaliteit en klanttevredenheid van de publieksdienstverlening te meten zijn een tweetal onderzoeken gedaan. Een meting van de eigen Utrechtse servicenormen voor de vier te onderscheiden kanalen en de landelijke VNG benchmark publiekszaken. Bij het onderzoek naar de servicenormen is ondermeer gebruik gemaakt van mystery mails. Daarnaast is gebruik gemaakt van gegevens van overheidsmonitor.nl, de Utrecht monitor en de Inwonersenquête. Met VNG benchmark kan Utrecht worden vergeleken met andere gemeenten. Utrecht staat op de 25ste plaats van de in totaal 81 gemeenten, met 63,4% van de totaalscore. Zowel de plaats als score is beter dan in 2010 en 2009. De stijging wordt gedeeltelijk verklaard doordat dit jaar minder gemeenten deelnamen. Bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam deden dit jaar niet mee. Op de onderdelen beschikbaarheid, informatievoorziening en betrouwbaarheid uit de VNG benchmark scoort Utrecht boven het landelijke gemiddelde. Dat geldt ook voor de klanttevredenheid digitaal (7,3) en telefoon (7,7). Met tarieven en wachttijden blijft Utrecht onder het landelijke gemiddelde. Dat is ook het geval voor de balies Burgerzaken (7,6), Werk en Inkomen (7,6) en Bouwen, Wonen en Ondernemen (7,5). Ten opzichte van vorige jaren zijn de betrouwbaarheid, levertijden, informatievoorziening en beschikbaarheid verbeterd. Wachttijden en Bereikbaarheid zijn verslechterd.
33
Effectdoelstelling 2: Transactie Klanten zijn tevreden over de geleverde (wettelijke) producten en diensten. Opvallend in de VNG benchmark is dat het percentage producten en diensten dat kan worden afgehandeld via het digitale loket laag is ten opzichte van andere 100.000+ gemeenten. Ook het aantal klantcontacten via het digitale loket is gestegen van 40.000 naar 100.000 gebruikte e-formulieren, maar ligt echter ver onder het gemiddelde van de vergelijkbare benchmark-gemeenten. Ook staat ons digitaal loket laag (118e) in de ranglijst voor gemeentelijke websites. Het blijkt overigens dat de Utrechters duidelijk de voorkeur hebben voor internet bij het zoeken van informatie (65%) en doen van aanvragen (46%). Uit de eigen meting van servicenormen blijkt dat 22% van de e-mails niet op tijd wordt beantwoord. Effectdoelstelling 3: Verwachtingen Klanten weten wat ze van de gemeente kunnen verwachten en zijn daar tevreden over. Resultaten per kanaal Uit het onderzoek naar Utrechtse servicenormen blijkt dat alleen het ‘kanaal’ telefoon voldoet aan de 90% norm. 95% van de telefoon wordt op tijd opgenomen. Dat geldt niet voor e-mail (78% op tijd antwoord) en post (70% van de in Corsa geregistreerde post op tijd antwoord). Bij twee van de vijf balies wordt het doel om 90% van de klanten binnen vijftien minuten helpen niet gehaald. Effectdoelstelling 4: Kanaalsturing Klanten kiezen steeds vaker voor het snelste en meest flexibele contactkanaal. Het aantal klantcontacten via het digitale loket is gestegen van 40.000 naar 100.000 gebruikte e-formulieren. Uit de VNG benchmark blijkt dat de afhandeling van telefonisch contact bij het eerste telefoongesprek hoger is dan het benchmarkgemiddelde; een groeiend aandeel telefoontjes naar het Klant Contact Centrum (KCC) wordt direct afgehandeld (van 58% in 2009 naar 66% in 2011). Bij de balies van Vleuten-De Meern en bij Burgerzaken zijn de wachttijden te lang. Relevante omgevingsfactoren Welke omgevingsfactoren hebben een rol gespeeld en met welk effect? Effectindicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011 Klanttevredenheid
Klanten zijn tevreden over het contact met de Gemeente 1.a
Utrecht volgens Utrecht Monitor
digitaal 7,3 en telefoon 7
7,7 en balie BZ 7,6 Percentage in 1 keer afgehandeld:
Percentage klanten dat de gemeente als 1 organisatie ervaart, 2.a
omdat zij hun gegevens maar eenmaal hoeven op te geven
Telefoon 64,2% 80%
Gemiddeld rapportcijfer voor de vooringevulde, digitale 2.b
formulieren
8
Het aantal klachten dat samenhangt met het niet nakomen van servicenormen neemt niet toe bij diensten (d) en 3.a
Ombudsman (o) ten opzichte van 2009 wordt aangevraagd via het digitale kanaal
digitaal 7,3 Niet bekend (d) 11 (o)
320 (d) 20 (o)
Aandeel van de meest geleverde gemeentelijke producten dat 4.
E-mail 76% (2011) Klanttevredenheid
Zie toelichting bij 3.1 50%
monitoring
1.2.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Belangrijkste maatregelen van de afgelopen jaren De afgelopen jaren zijn diverse maatregelen genomen om de publieksdienstverlening te verbeteren. De gemeentebrede telefonische front-Office, het Klant Contact Centrum (KCC) is uitgebreid en neemt steeds meer telefoon en mailbeantwoording van diensten over. Er is een begin gemaakt met het digitale loket. Inmiddels kunnen zeventig producten/diensten online worden aangevraagd en is het mogelijk om hiervoor ook elektronisch te betalen. Daarnaast 34
is de informatie over producten en diensten op internet verbeterd. Er zijn servicenormen vastgesteld die goed naar medewerkers zijn gecommuniceerd en worden gemeten. Naar aanleiding van de 3- meting zijn diverse maatregelen genomen. Bij enkele diensten zijn zogenaamde 'medewerkers Publieksdienstverlening' gepositioneerd. Om wachttijden te voorkomen zijn balies herschikt ( voor snelle en langduriger klantcontacten) en is het mogelijk gemaakt online een afspraak te maken voor verschillende diensten. En om het beheer en bewaking van de afhandeling te vereenvoudigen is het aantal verschillende mailboxen aanmerkelijk teruggebracht. Het afgelopen jaar is een gezamenlijke visie op het dienstverleningsconcept en regie ontwikkeld. De algemene gemeentebrede telefonische frontoffice (KCC) en de programmaorganisatie publieksdienstverlening zijn ondergebracht bij de dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen om zo de publieksdienstverlening in aanloop naar het stadskantoor al zoveel mogelijk te concentreren. Organisatiestrategie Via B In de organisatiestrategie Via B is de ambitie vastgelegd om de dienstverlening te verbeteren tegen lagere kosten. Door de dienstverleningsprocessen te stroomlijnen en te standaardiseren, door tegelijkertijd zoveel mogelijk in te zetten op een gedigitaliseerde dienstverlening; door zoveel mogelijk klantcontacten uiteindelijk via centralisatie bij domeinfrontoffices naar één gezamenlijk frontoffice te organiseren. Tegelijkertijd worden generieke informatievoorzieningen (ICT) ontwikkeld en geïmplementeerd. Met de recente besluitvorming, zijn er voldoende financiële, inhoudelijke en organisatorische randvoorwaarden geschapen voor uitvoering van het programma Dienstverlening.
Contact Prestatiedoelstelling 1.1: contact De informatie over de gemeentelijke dienstverlening is duidelijk. Uit de Utrecht Monitor blijkt dat klanten duidelijke informatie over de dienstverlening in het contact met de gemeente waarderen. De belangrijkste informatie staat op internet en wordt door de medewerkers van de frontoffices toegelicht. De vindbaarheid van informatie kan verder verbeteren. Daarvoor zijn de voorbereidingen gestart, zoals het herontwerp van dienstverleningsprocessen, het bundelen van alle informatie over alle producten en diensten in één bronbestand dat later via intranet wordt ontsloten en de voorbereiding van het moderniseren van het digitaal loket. Gerealiseerd is dat de informatie op de website continu verbeterd wordt door vragen bij het KCC hierover door te spelen aan de verantwoordelijke proceseigenaar en de vindbaarheid van het digitaal loket op de homepage is verbeterd.
Transactie Prestatiedoelstelling 2.1: Gemeentelijke BasisAdministratie Het bijhouden van een betrouwbaar, actueel en juist bestand van persoonsgegevens GBA is een wettelijke taak, die wordt uitgevoerd door Burgerzaken. Afgelopen jaar is weer een intern onderzoek gehouden naar de inhoudelijke kwaliteit van de gegevens in de GBA. Het resultaat was in overeenstemming met de wettelijke normen op dit gebied. De uitkomst van deze steekproef is uiteraard geen garantie op een positieve uitkomst van de inhoudelijke GBA-audit in het 1e kwartaal van 2012, maar het geeft ons voldoende vertrouwen dat we aan de kwaliteitseisen voldoen. Ook heeft Burgerzaken in 2011 het beschikbaar stellen van persoonsgegevens voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken gecontinueerd. Het aantal digitale formulieren waar persoonsgegevens vooraf zijn ingevuld, zijn afgelopen jaar verder uitgebreid. Afgelopen jaar hebben we de voorbereidingen getroffen om de registratie van niet-ingezetenen over te kunnen nemen van de belastingdienst. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan de vernieuwing van de basisregistratie personen. De bestaande wet GBA (wet Gemeentelijke Basisadministratie) zal worden vervangen door een Wet Brp (Wet basisregistratie personen) die zowel betrekking heeft op de ingezetenen als niet-ingezetenen. De minister heeft aan 18 gemeenten gevraagd een loket RNI in te richten en inschrijvingen van niet-ingezetenen in de basisregistratie te verrichten. Burgerzaken is voornemens hier uitvoering aan te geven. De bestuurlijke besluitvorming hierover vindt plaats in 2012.
35
Generieke voorzieningen Gelijktijdig wordt uitvoering gegeven aan het investeringsprogramma informatievoorzieningen. Het invoeren van generieke voorzieningen (ICT) levert grote voordelen op voor publieksdienstverlening. Zo kan er gewerkt gaan worden met dezelfde gegevensbronnen; kan het wetsvoorstel eenmalige gegevensverstrekking, meervoudig gebruik worden uitgevoerd; kan zaakgericht werken worden ingevoerd waardoor één vraag in delen voor meerdere diensten kan worden uitgezet. Hierdoor wordt de dienstverlening transparanter en kan de dienstverlening meer in de frontoffice plaatsvinden. Dit levert betere dienstverlening op tegen lagere kosten.
Verwachtingen Prestatiedoelstelling 3.1: Servicenormen De gemeente hanteert de servicenormen. Monitoring en rapportage Met de besluitvorming op 30 juni 2011 door de gemeenteraad over organisatiestrategie Via B, is het publieksdienstverleningconcept voor de programmabegroting 2012 nader vastgelegd. De prestatie indicatoren zijn hierop aangepast. De effecten en resultaten van de diverse maatregelen worden nauwgezet gevolgd en daarover wordt aan de gemeenteraad gerapporteerd als onderdeel van de beleids- en begrotingscyclus en jaarlijks omstreeks oktober. Bij de rapportage wordt vanuit drie invalshoeken gerapporteerd: klanttevredenheid en kwaliteit; efficiency; voortgang maatregelen. Als indicator in de voortgang van kwaliteit en klanttevredenheid worden vijf 'thermometers' uit de VNG benchmark publieksdienstverlening gehanteerd: totaal, bereikbaarheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en levertijd. Dit zijn zowel aspecten waarop verbetering nodig is, als die door burgers als belangrijk worden ervaren. Daarnaast meten we de efficiencyverbetering in kosten, formatieplaatsen, doorlooptijd en handelingstijd.
Kanaalsturing Prestatiedoelstelling 4: Vereenvoudiging en digitalisering Vereenvoudiging en digitalisering van producten en sturing op kanaalgebruik. In de huidige situatie zijn de dienstverleningsprocessen en klantcontacten per product en dienst georganiseerd, vinden veel klantcontacten plaats via bezoek aan de balie en telefoon tijdens openingstijden en is het achterliggende proces veelal nog met papieren dossiers. Ook zijn er veel overdrachtsmomenten en de doorlooptijd is soms onnodig lang. Daarom is gestart met de ontwikkeling van één gezamenlijk frontoffice voor de Gemeente Utrecht en worden zoveel mogelijk klantvragen naar voren gebracht en wordt deze frontoffice uitgebreid naar alle kanalen. Er is gestart met het herontwerp van de eerste gemeentelijke dienstverleningsprocessen. Te weten: bewonersmeldingen openbare en bebouwde omgeving, aanvragen subsidies, verhuizingen, burgerlijke stand, aanvragen financiële regelingen Werk en Inkomen, aanvragen vergunningen voor bedrijven (exclusief Wabo). Daarbij wordt ingezet op zoveel mogelijk digitaliseren en stroomlijnen van processen. Voor het procesherontwerp is gemeentebreed de ‘lean’ methode toegepast. Naast het digitaliseren en naar de frontoffice brengen van dienstverlening betreft dit het reduceren van dubbelingen, doorlooptijd, wachttijd, fatale fouten; het schrappen van producten en processen die geen toegevoegde waarde hebben; het reduceren van verliezen door fouten, herbewerken, controleren, wachten, voorraad, verplaatsing en overprocessing. Om te realiseren dat de servicenormen voor wachttijden bij de balies Vleuten-De Meern en bij Burgerzaken is eind 2011 het vooraf maken van een afspraak mogelijk gemaakt en bevorderen. Op die manier worden burgers direct geholpen. Dit is ook bij andere balies al deels ingevoerd. Daarnaast is de mogelijkheid dienstverleningsproducten online aan te vragen en af te handelen vergroot. Het gebruik hiervan wordt gestimuleerd.
36
Streefwaarde Prestatie indicatoren
2011
Realisatie 2011
De informatie van de gemeente is duidelijk volgens de Utrecht 1.1.a
monitor
70%
63% De externe GBA audit
2.1.a
Positief oordeel op GBA-audit voor Burgerzaken
100%
wordt in 2012 gehouden.
De mate waarin gemeentebreed het verplichte gebruik van 2.1.b
persoonsgegevens is ingevoerd
90%
Rond de 92% E-mail: 78% binnen vijf werkdagen, telefoon: 95% op tijd opgenomen, post 70% binnen norm
De mate waarin de gemeente presteert conform de algemene 3.1a
behandeld, balie cijfer
servicenormen
90%
varieert van 7,5 tot 8,0
Aandeel van de meest geleverde dienstverleningsproducten, dat 4.1.a
Zie toelichting bij 3.1
beschikbaar is via het digitale kanaal
25%
monitoring 72% (producten: grofvuil afspraak en uitreksel burgerlijke stand)
Percentage Utrechters dat op de hoogte is van digitaal 4.2.a
62% (producten: paspoort,
beschikbare dienstverlening volgens Utrecht Monitor
55%
rijbewijs)
Aantal dienstverleningsproducten waarvan een klantenprofiel is 4.3.a
Zie toelichting bij 3.1
vastgesteld
20
monitoring
1.2.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Lasten Contact Transactie Verwachtingen
5.757
5.983
6.196
-212
12.047
12.621
12.827
-206
655
743
678
65
Kanaalsturing
0
0
0
0
Totaal lasten
18.459
19.348
19.701
-353
Baten Contact Transactie Verwachtingen
0
0
0
0
7.017
6.831
6.894
63
69
120
132
12
Kanaalsturing
0
0
0
0
Totaal baten
7.086
6.951
7.026
75
11.373
12.396
12.675
-278
Toevoegingen
54
500
500
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
11.427
12.896
13.175
-278
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
37
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Contact Gezien de hoogte van de begrotingsresultaten bij zowel de lasten als de baten van deze doelstelling, worden deze niet toegelicht. Transactie Gezien de hoogte van de begrotingsresultaten bij zowel de lasten als de baten van deze doelstelling, worden deze niet toegelicht. Verwachtingen transparant Gezien de hoogte van de begrotingsresultaten bij zowel de lasten als de baten van deze doelstelling, worden deze niet toegelicht.
38
1.3 Bereikbaarheid en luchtkwaliteit 1.3.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Een bereikbare stad die duurzaam, leefbaar en begaanbaar is. Om Utrecht leefbaar, gezond, bereikbaar en aantrekkelijk te houden voor inwoners, bezoekers en bedrijven zijn alternatieven nodig voor de auto. Dat betekent dat mensen andere vervoerwijzen kunnen en willen kiezen. Daarvoor werken we samen met bedrijven, inwoners en andere overheden. Een schaalsprong in het openbaar vervoer en de fietsinfrastructuur is nodig om in 2030 de bij de groei van de stad optredende toename van het autogebruik te halveren tot maximaal 15%. We investeren extra in fietsmaatregelen en stimuleren (samen met de BRU) het OV-gebruik. Waar autogebruik noodzakelijk is, willen we dat zo schoon en stil mogelijk. Met Rijk, Provincie en BRU voeren we een regionaal MIRT-onderzoek uit naar een structureel beter regionaal Openbaar Vervoer. In 2011 heeft de Gemeenteraad een aantal belangrijke besluiten genomen over over de aanleg van de sneltram naar De Uithof, de aanleg van de Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal, het Actieplan Goederenvervoer, het Actieplan Schoon Vervoer en de financiering van het fietsprogramma. Daarnaast hebben we de participatie gestart voor onder meer het Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar, de Bereikbaarheid Utrecht-West en de aanleg van de ontbrekende delen van het HOV tussen Centraal Station en Leidsche Rijn. Effectdoelstelling 1: Omslag van auto naar fiets en OV Utrecht, de OV en fietsstad in combinatie met beperking groei autoverkeer. Autogebruik heeft een grote invloed op de bereikbaarheid en de luchtkwaliteit van de stad. Minder gebruik van auto's en meer gebruik van OV en fiets zorgen voor schonere lucht en een bereikbare stad en maken duurzame groei van de stad mogelijk. Wij zetten in op maximale maatregelen om OV en fiets te stimuleren en de groei van het gebruik van de auto af te remmen. De auto is van belang voor de bereikbaarheid van een vitale en aantrekkelijke stad, maar het gebruik moet worden gedoseerd omdat we de bestaande infrastructuur niet kunnen laten meegroeien met de groei van de automobiliteit. De luchtkwaliteit van de stad wordt jaarlijks verantwoord in de gemeentelijke monitoringsrapportage. Hierin staat een uitwerking van de landelijke monitoring luchtkwaliteit. In 2011 zijn we gestart met een onderzoek naar aanvullende maatregelen om marge in te bouwen om te voldoen aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Over de resultaten van de gemeentelijke monitoring Luchtkwaliteit wordt u apart geïnformeerd. Effectindicatoren
Realisatie 2009
Norm fijnstof jaargemiddelde concentratie
Doelstelling 2020
Doelstelling 2030
40 ug/m3 35 dagen
Norm fijnstof aantal dagen overschrijding
overschrijding
24-uursgemiddelde grenswaarde
van 50 ug/m3
Jaarnorm stikstofdioxide Gemiddelde snelheid auto's in ochtendspits en avondspits, op zes invalswegen stad in Aantal ernstige slachtoffers 2009 op gemeentelijke wegen Tevredenheid inwoners parkeervoorzieningen
40 ug/m3 21 kilometer/u (2008)
25-30 kilometer/u
<175
<144
51%
55%
20%
35%
Tevredenheid inwoners fietsparkeervoorzieningen binnenstad
39
Effectindicatoren
Realisatie 2009
De minimale ambitie is de groei van de automobiliteit in
288.000 Utrecht
ieder geval te halveren in 2030. Dat monitoren we door het aantal autoritten van en naar de (binnen)stad Utrecht te meten 9
Doelstelling 2020
Doelstelling 2030 331.000 Utrecht
stad
stad
36.000
42.000
Binnenstad
Binnenstad
1.3.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Omslag van auto naar OV en fiets Prestatiedoelstelling 1.1 Openbaar Vervoer Projecten en maatregelen Openbaar Vervoer. In 2011 hebben zowel de gemeenteraad als het AB-BRU unaniem ingestemd met het principebesluit voor de Uithoflijn. Eerder had de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) reeds rijkssubsidie toegezegd. Vervolgens is verder gewerkt aan het ontwerp voor de inpassing van de tramlijn en het financieel plan voor het uitvoeringsbesluit. Voor het tracé Rijnvliet is het Voorlopig Ontwerp nagenoeg gereed. Na afstemming met de planontwikkeling in het gebied is het busbaan tracé́ iets aangepast. De uitvoering van het project start daarom in 2012. In een uitgebreide consultatieronde hebben we belanghebbenden gevraagd naar hun mening over het Voorontwerp Zuidradiaal bestaande stad. In 2011 zijn we daarnaast gestart met de voorbereidingen van de planologische procedures. We zijn gestart met het opstellen van een pakket maatregelen voor een betere doorstroming van het OV tussen Utrecht Centraal en Overvecht. Deze maatregelen zullen wij de komende jaren uitvoeren. Met omwonenden en belanghebbenden zijn we in overleg over een optimale oplossing voor het knelpunt Lucasbrug. Voor de Westtangent werken we aan een Voorlopig Ontwerp op basis van een visie en variantenstudie die in 2011 is uitgevoerd. In de spooruitbreiding tussen Utrecht en Houten is grote voortgang geboekt. In 2012 worden de nieuwe sporen aan de Zuidwestzijde in gebruik genomen en wordt gestart met de werkzaamheden aan de Noordoostzijde. De opening van station Utrecht Vaartsche Rijn staat gepland voor eind 2015. Prestatiedoelstelling 1.2 Fiets Projecten en maatregelen Fiets. Wij willen de fietsprojecten en maatregelen zo snel als mogelijk uitvoeren en hebben daarvoor in 2011 bekeken hoe diverse onderdelen van de top 5 fietsroutes versneld kunnen worden aangelegd, waaronder de route van het centrum naar Overvecht, de westelijk tak van de route van De Meern naar het centrum (tot de Stadsdambrug) en routes in Lunetten. Een aantal deelprojecten is gereed zoals uitvoering kruispunten Biltstraat, tweerichtingen oversteek Herculeslaan – Stadionplein, een fietspad op een deel van de Venuslaan (samen met groot onderhoud), de fietsprojecten
9
Afgerond op duizendtallen. Voor een reëel uitgangspunt (schommelingen per dag gemiddeld) is de waarde bij 'Realisatie 2009' bepaald op
•
basis van het berekend gemiddelde van de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2008 (waarbij de meetperiode in 2002 is gecorrigeerd van 7-18 uur naar 7-19 uur door het uurgemiddelde van die dag te berekenen en dat te vermenigvuldigen met het aantal gemeten uren plus 1).
• Uitgaande van een verwachtte groei van 30% tot 2030 is de verwachting dat zonder maatregelen het aantal
motorvoertuigen dat Utrecht stad of de binnenstad in- en/of uitrijdt groeit van 287.578 respectievelijk 36.404 naar 373.851 respectievelijk 47.325. Realisatie van de ambitie om te komen tot een halvering van de groei in 2030 zal leiden tot 330.715 respectievelijk 41.865 motorvoertuigen, die in 2030 Utrecht stad of de binnenstad in- en/of uitrijden.
• De realiteit gebiedt te vermelden dat de gewenste halvering van de groei in 2030 vooral in de periode na 2020 mag worden verwacht: pas dan zullen de meeste en meest effectieve maatregelen zijn gerealiseerd. Het vanuit 2030 terugredeneren naar doelen voor de tussengelegen jaren is daarom niet verantwoord. Wel worden met de beleidsmonitor eens per twee jaar de aantallen motorvoertuigen geteld en gerapporteerd. 40
op de Marnixbrug en de Socratesbrug. Veel projecten zijn voorbereid voor uitvoering in 2012, zoals Fietsoversteek Korte Jansstraat – Janskerkhof, tweerichtingen fietspad Helfrichlaan – Leidseweg, route Furkaplateau tot Goyplein, de Kanaalroute en de Liesboschbrug. In de fietsprojecten Tussen de Rails en de Nieuwe Houtenseweg werken we samen met ProRail en zijn we wat betreft de planning hiervan ook afhankelijk. Voor de Fietsoversteek Herculeslaan – Weg tot de Wetenschap is de planning afhankelijk van het project De Uithoflijn. We hebben na het raadsbesluit over de inpassing van de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal gesprekken met de scholen over huisvesting in gang gezet en zijn gestart met het IPVE voor zowel de fietsbrug zelf als de vervolgroute door Oog in Al. De zoektocht naar geschikte locaties voor fietsparkeervoorzieningen in de binnenstad is in 2011 doorgegaan. Een mogelijkheid, een ondergrondse fietsparkeervoorziening onder De Neude, wordt nu onderzocht op de haalbaarheid. Prestatiedoelstelling 1.3 Auto Projecten en maatregelen Auto. We hebben de studie 'Benuttingsvariant Utrecht-West' afgerond. In deze studie, met als uitgangspunt halvering van de groei van het autoverkeer in 2030, is onderzocht hoe via de bestaande infrastructuur het autoverkeer in Utrecht-West kan worden afgewikkeld binnen de normen van de leefbaarheid. We hebben ook het participatietraject voor deze studie voorbereid. De uitvoering van P+R De Uithof is gestart maar kampte tegelijkertijd met vertragingen. We zijn gestart met de herijking van het P+R-programma en andere onderdelen van het parkeerbeleid. De bouw van de fly over en de reconstructie van het 24 Oktoberplein liggen op schema. In 2012 starten we met de uitvoering van het project Overste Den Oudenlaan, wanneer de aanbesteding en gunning is afgerond. Prestatiedoelstelling 1.4 Luchtkwaliteit en Goederenvervoer Maatregelen Luchtkwaliteit en Goederenvervoer. Na de besluitvorming in uw gemeenteraad over de actieplannen Goederenvervoer en Schoon Vervoer in februari 2011 zijn wij gestart met de uitvoering ervan. Voor de duurzame oplossingen voor goederenvervoer hebben wij zowel de Lean and Green award als de CIVITAS award mogen ontvangen. Afgelopen jaar zijn we onder meer gestart met het voorbereiden van maatregelen voor een optimalisatie van de bouwlogistiek naar het Stationsgebied. In het kader van Schoon Vervoer hebben we in 2011 afspraken gemaakt over de vervanging van twintig voertuigen van ons eigen wagenpark door elektrische voertuigen. Daarnaast zijn we begonnen met het aanleggen van oplaadpalen in de stad en is een stimuleringsregeling voor schoon vervoer in voorbereiding. Het meetnet luchtkwaliteit is sinds februari 2011 operatief, De resultaten hiervan worden u voor de zomer van 2012 aangeboden. De gedragscampagne is in 2011 voorbereid en wordt begin 2012 ter besluitvorming aangeboden. Prestatiedoelstelling 1.5: Ontwikkeling Verkennen, ontwikkelen, adviseren.
• In 2011 hebben wij het ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar opgesteld. Hierin staat onze visie op mobiliteit, bereikbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte. Ook • in 2011 hebben wij verder gewerkt aan het Utrechts VerkeersveiligheidsLabel voor veiligheid bij scholen. bijna tweederde van de basisscholen doet mee. De • 1e fase M.E.R. van de Planstudie Ring Utrecht is vastgesteld, waarin is gekozen voor de Oostvariant, dat wil zeggen opwaardering NRU en A27. Eind 2011 is gestart met de 2e fase M.E.R., het trechteringsproces. • Wij hebben de werking van de verkeerscirculatie in Vleuten-De Meern onderzocht, de uitwerkingsonderzoeken voor verbetering daarvan worden in 2012 afgerond. • Er is een scanauto aangeschaft voor handhaving van de milieuzone voor vrachtwagens, die ook wordt gebruikt voor parkeerhandhaving. • Op het gebied van OV hebben wij geadviseerd over onder andere het programma Hoogfrequent Spoor en Randstadspoor. Op het gebied van regionaal OV hebben we geadviseerd aan het BRU over de OV-visie en de dienstregeling 2012. Het OV-MIRT is opgestart.
• Op het station is een taxibuffer en een halteplaats aangelegd. We werkten samen met het taxiplatform Regio Utrecht aan kwaliteitsverbeteringen in het taxivervoer. • De autovrije zondag heeft een andere invulling gekregen. We hebben een gereedschapskist ontwikkeld en
toegepast bij diverse evenementen. Bij meerdere evenementen is vervoer per fiets, OV en te voet gepromoot.
41
• De 2e fase van de Nationale Databank Wegverkeersgegevens is geïmplementeerd. De Provinciebrede modelaanpak is vastgesteld als systematiek en hulpmiddel voor de actualisatie en ontwikkeling van verkeersmodellen. Het stedelijke model VRU 2.0 Utrecht 2.2 is vastgesteld. In 2011 is gestart met de actualisatie van het regionale verkeersmodel VRU 2.3.
• transparant weergeven van de resultaten van verkeersonderzoek op internet. • Wij hebben ruim 4.000 bewonersmeldingen afgehandeld en zeven verkeersregelinstallaties vervangen.
Wij hebben het automatisch inwinnen van verkeersgegevens verder geoptimaliseerd en een begin gemaakt met het
Prestatiedoelstelling 1.6: Parkeren Reguleren parkeren en exploitatie parkeervoorzieningen. In 2011 hebben wij het Plan van Aanpak voor het opheffen van parkeerplaatsen op het Janskerkhof vastgesteld en de afbouw van parkeervergunningen in gang gezet zodat uitvoering in 2012 plaats kan vinden. We hebben de parkeerplaatsen in het Zocherplantsoen bij het Lucasbolwerk opgeheven nadat we de vergunningen afgebouwd hadden. Door het Rijk is de experimenteerwet gedifferentieerd parkeren stop gezet. Daardoor is het nu niet mogelijk om gedifferentieerde parkeertarieven in te voeren. Wij hebben in 2011 de diensten van Parkeren verder gemoderniseerd. De voorbereidingen voor het zogenaamde belparkeren zijn afgerond, dit systeem is inmiddels ingevoerd. Privacy van het individu is en blijft daarbij een belangrijke voorwaarde. Verder hebben we ter verbetering van de handhaving op betaald parkeren de scanauto ingezet. Tevens hebben we de P+R marketingcampagne 'Slim Utrecht in' uitgevoerd. In 2011 is een buurtfietsenstalling in de Lange Lauwerstraat (binnenstad) gerealiseerd en is een stalling in de Markstraat (Oost) voorbereid. Voor deze laatste is inmiddels een bouwvergunning ontvangen. Twee extra mobiele fietsstallingen zijn ingezet (op de locaties Mariaplaats en Neude) op piekuren zoals koopavond en zaterdagen. In 2011 hebben wij het Stationsgebied zoveel mogelijk bereikbaar gehouden door het aanbieden van (tijdelijke) fietsparkeercapaciteit en door handhaving op fout en te lang gestalde fietsen. Het aantal te lang gestalde fietsen is aanzienlijk teruggelopen dankzij de preventieve werking van uitgevoerde handhaving op weesfietsen. De veelheid aan fout en soms onveilig gestalde fietsen blijft onze zorg en aandacht houden. Wij hebben gezamenlijk met Prorail en NS gewerkt aan de opzet voor een nieuwe beheerorganisatie fietsenstallingen OVT. De in samenwerking met ProRail uitgevoerde pilot in fietsenstalling Smakkelaarsveld voor gedeeltelijke automatisering van het beheer is in maart 2011 gestart. De looptijd van de pilot is een jaar. De pilot wordt in 2012 geëvalueerd. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
1.1
HOV bril gereed
1.2
Top fietsroutes10
1.3
24 Oktoberplein
In uitvoering
In uitvoering
1.3
P+R voorzieningen Uithof / Hooggelegen
In uitvoering
P+R De Uithof in uitvoering
1.5
Regionale verkeerscentrale
1.6
Buurtstallingen
2
1 gereed en 1 voorbereid
10
Gereed in 2016 In voorbereiding / uitvoering
In het uitvoeringsplan wordt geen onderscheid meer gemaakt naar Top 5/10 route.
42
Delen gereed
1.3.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil actueel en realisatie
Stimuleren gebruik OV
18.728
13.163
20.851
-7.687
Stimuleren gebruik Fiets
19.849
1.926
1.954
-28
312
1.966
1.250
716
luchtkwaliteit
70.362
25.117
34.978
-9.861
Reguleren van autoparkeren
20.357
19.021
17.049
1.972
189
485
618
-132
129.796
61.678
76.698
-15.021
0
400
10.098
9.698
Lasten
Stallingsvoorzieningen Aanpak knelpunten autoverkeer en
Vergroten van de verkeersveiligheid Totaal lasten Baten Stimuleren gebruik OV Stimuleren gebruik Fiets Stallingvoorzieningen
0
0
958
958
186
312
322
10 15.688
Aanpak knelpunten autoverkeer en 8.904
10.000
25.688
25.862
23.943
23.921
-22
0
0
102
102
Totaal baten
34.952
34.655
61.089
26.434
Saldo lasten en baten
94.844
27.023
15.610
11.413
Toevoegingen
19.894
33.703
25.728
7.975
Onttrekkingen
99.837
39.104
19.979
-19.124
Saldo na mutaties reserves
14.901
21.622
21.359
263
luchtkwaliteit Reguleren van autoparkeren Vergroten van de verkeersveiligheid
Mutaties reserves
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Stimuleren gebruik OV De lasten zijn 7,687 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door hogere lasten voor de HOV Leidsche Rijn (4,216 miljoen euro), HOV Om de Zuid (1,436 miljoen euro), toegankelijke bushaltes (2,282 miljoen euro), diverse ov-verbeterprojecten (0,434 miljoen euro) en lagere lasten voor Randstadspoor (0,920 miljoen euro). De baten zijn 9,698 miljoen euro hoger door meer ontvangen BRU subsidies (2,475 miljoen euro) en de verrekening van de lasten HOV netwerk voor een bedrag van 6,975 miljoen euro met de voorziening Bereikbaarheid Offensief Randstad (BOR). Het resterende verschil (0,248 miljoen euro) betreft een verrekening met de subsidie Civitas, die in de Jaarstukken 2010 op de balans was verantwoord. Stimuleren gebruik Fiets De baten zijn 0,958 miljoen euro hoger door ontvangen niet geraamde subsidies BRU (0,158 miljoen euro) en de verrekening van lasten voor fietsroutes voor een bedrag van 0,8 miljoen euro met de voorziening luchtkwaliteit.
43
Stallingvoorzieningen De lasten zijn 0,716 miljoen euro lager dan geraamd door incidenteel lagere beheerskosten stallingvoorzieningen (0,462 miljoen euro) en aanpassingen van projecten fietsparkeren (0,254 miljoen euro). Aanpak knelpunten autoverkeer en luchtkwaliteit In totaal zijn de lasten voor de meerjarige investeringen auto en transferia, luchtkwaliteit en verkeers-, vervoers- en parkeerbeleid 9,861 hoger dan geraamd en de baten 15,687 miljoen euro hoger dan geraamd. De lasten voor de meerjarige investeringen auto zijn 4,013 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere lasten voor de autoprojecten NRU/Westelijke Verdeelring en 24 Oktoberplein (3,590 miljoen euro). De baten zijn 5,108 miljoen euro hoger door een niet geraamde renteopbrengst BOR van 0,294 miljoen euro en de verrekening van de lasten van de autoprojecten voor een bedrag van 4,392 miljoen euro met de BOR voorziening. Verder zijn de lasten en de baten hoger door een financieel technische verrekening van 0,422 miljoen euro. De lasten voor de meerjarige investeringen P+R zijn 2,930 miljoen euro lager dan geraamd door lagere lasten voor de P+R's Hooggelegen en De Uithof (3,269 miljoen euro) en hogere lasten voor voornamelijk de aanpassingen Eijkmanplein en communicatie en marketing (0,339 miljoen euro). De baten zijn 1,36 miljoen euro hoger dan geraamd door lagere ontvangsten voor P+R De Uithof (5,2 miljoen euro) in verband met vertraging van het project. Daarnaast zijn de baten 3,906 miljoen euro hoger door verrekening van de lasten P+R De Uithof met de BOR voorziening. Verder zijn er meer ontvangen BRU-subsidie voor de tijdelijke transferia Papendorp en Muziekcentrum (2,655 miljoen euro). De lasten voor luchtkwaliteit zijn 8,430 miljoen euro hoger dan geraamd door hogere lasten voor milieuzone bestelauto's, monitoring en automatische inwinning van verkeersgegevens (1,039 miljoen euro) en lagere lasten voor het actieplan goederenvervoer, stimuleren deelgebruik auto's en mobiliteitsmanagement (1,272 miljoen euro). Daarnaast zijn de lasten en baten 8,662 miljoen euro hoger door een ontvangen niet geraamde rijksbijdrage voor maatregelen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en de toevoeging hiervan aan de voorziening FES. De baten zijn verder hoger door een niet geraamde subsidieontvangst voor aanpassing Eijkmanplein (0,143 miljoen euro). Verder is er een verrekening voor de NSL maatregelen met de voorziening luchtkwaliteit ( 0,128 miljoen euro). De lasten voor verkeers-, vervoers- en parkeerbeleid zijn 0,348 miljoen euro hoger door extra inzet voor verkeersprojecten, verkeersmodellen en wijkadviezen (0,499 miljoen euro) en lager door lagere lasten voor de beleidsmonitor (0,151 miljoen euro). De baten zijn 0,306 miljoen euro hoger door ontvangen niet geraamde subsidieontvangsten op verkeersprojecten. Reguleren van autoparkeren De lasten zijn 1,972 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten voor combikaartjes P+R (0,514 miljoen euro), huurgebouwen (0,212 miljoen euro), straatparkeren (0,819 miljoen euro) en hogere lasten garages, vooral door het langer openblijven van de Jaarbeurspleingarage (0,519 miljoen euro). Het resterende verschil van 0,890 miljoen euro betreft de nog te verrekenen de geraamde bijdrage aan de meerjarige investeringen Randstadspoor. De baten zijn 0,022 miljoen euro lager dan geraamd door lagere opbrengsten straatparkeren (0,630 miljoen euro) en hogere opbrengsten parkeergarages, vooral de parkeergarage Jaarbeursplein (0,608 miljoen euro). Vergroten van de verkeersveiligheid De lasten zijn 0,132 miljoen euro hoger door hogere lasten voor maatregelen verkeersveiligheid. De baten zijn 0,102 miljoen euro hoger door niet geraamde subsidieopbrengsten. Mutaties reserve De toevoeging aan de reserve programma Bereikbaarheid is 8,0 miljoen euro lager dan geraamd en de onttrekking aan de reserve is 19,1 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen op het verloop van uitgaven en inkomsten op de meerjarig doorlopende investeringen bereikbaarheid.
44
1.4 Stedelijke Ontwikkeling en Groen 1.4.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen richt zich op het in samenhang ontwikkelen, versterken en beheren van de stad, waarbij de duurzaamheid, de (economische) vitaliteit, de ontmoetingsfunctie van de stad en de leefbaarheid van de (woon)wijken centraal staan. De aantrekkingskracht van Utrecht mag blijven toenemen. Effectdoelstelling 1: Ontwikkeling Versterken van de ruimtelijke vitaliteit van de stad met een (hoog)stedelijk en duurzaam milieu. In 2011 is na een uitgebreid participatietraject via onder andere een digitaal stadsdebat het Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) vastgesteld. Het DSM is de agenda voor binnenstedelijk bouwen op bestaande en voormalige bedrijventerreinen en oude kantoorlocaties zoals de Merwedekanaalzone, Rotsoord, Cartesiusdriehoek en de Tweede Daalsedijk. Voor deze locaties is aangegeven welke woonmilieus hier gerealiseerd kunnen worden en welke ontwikkelingsstrategie past bij deze herontwikkelingslocaties. De organisatie van een groot debat in januari en de activiteiten van de werkgroep hebben ertoe geleid dat een groot aantal projecten die bijdragen aan kennis en cultuur in beeld zijn gebracht. Bij de uitvoering van kennis en cultuur hebben we prioriteit gegeven aan de voorbereiding van het bidbook Utrecht culturele hoofdstad 2018 waarbij een aantal belangrijke stappen zijn gezet. Het kennisconvenant (convenant gesloten tussen de Gemeente Utrecht, de Provincie Utrecht, de Universiteit Utrecht, de Hogeschool Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht) en de daarin opgenomen afspraken zijn geëvalueerd. We hebben afgesproken om ons de komende tijd te richten op een tweetal zaken; een gezamenlijke marketingstrategie en het delen van elkaars expertise om zo het maximale uit de samenwerking te halen voor de stad Utrecht. De Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 was richtinggevend voor het uitvoeringsprogramma en ontwikkelingsbeleid van de stad. In NV Utrecht verband is onderzocht welke soorten bouwlocaties in het NV Utrecht gebied in crisistijd het meest voor uitvoering in aanmerking komen. Dit onderzoek heeft een rol gespeeld bij de eerste gesprekken over de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Daarnaast was de Ontwikkelingsvisie leidend bij het indienen van zienswijzen in het kader van Nieuw Rijksbeleid (BV SVIR). Onder invloed van de economische omstandigheden is in 2011 nog duidelijker geworden dat door het afstoten van taken en verminderde subsidies vanuit het Rijk en de Provincie ook in Utrecht keuzes gemaakt moeten worden. Zo is in 2011 gestart met de discussie over een nieuwe ruimtelijke strategie voor Utrecht waarbij ingespeeld wordt op de veranderende afzetbaarheid van vastgoed en waarin we als gemeente bepalen wat we als gemeente gaan uitvoeren, waarom en wanneer. In 2012 gaan wij hiermee verder. Effectdoelstelling 2: Gebruik Versterken van de publieke ruimte en stedelijke functies. Met uitvoering van het meerjaren groenprogramma is op een aantal plekken een aantrekkelijke woon- en werkomgeving gecreëerd met een gezonde, groene buitenruimte (zie ook 2.1). De kwaliteit en de gebruiksmogelijkheden van het bestaande groen is verbeterd door het aanbrengen van meer mogelijkheden voor natuur en recreatie en door het toegankelijker maken van groen en het aanmoedigen van 'Groen in zelfbeheer'. Zo zijn ook bijvoorbeeld in het meerjaren groenprogramma projecten uitgevoerd die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de publieke ruimte. Voor de realisatie van het onderdeel over Groen om de stad verwijzen wij u naar Prestatiedoelstelling 1.2 Ruimtelijke plannen en bouwrijpe grond.
45
Effectdoelstelling 3: Verblijf Creëren van een veilige en leefbare woonomgeving en het handhaven van de identiteit en herkenbaarheid van de wijken. Een indicator voor de aantrekkelijkheid van de woonomgeving vormen de bewonersoordelen over leefbaarheid en veiligheid in de zogenoemde Krachtwijken en de rest van de stad. Het effect dat we willen bereiken is dat het verschil tussen de Utrechtse wijken steeds kleiner wordt. In 2010 was het algemeen buurtoordeel voor de stad Utrecht 7,2 en voor de Krachtwijken 6,2. In 2011 is het algemeen buurtoordeel voor de stad Utrecht 7,4. Het buurtoordeel voor de Krachtwijken is 6,0. Dit is 0,1% lager dan de streefwaarde voor 2011 (6,1). De positie op de woonaantrekkelijkheidsindex is gelijk gebleven aan vorig jaar, namelijk de tweede positie. Hiermee is voldaan aan de streefwaarde uit de Programmabegroting 2011. Voor wat betreft de realisatie van de prestatiedoelstellingen ISV zitten we nog niet aan de 100%. De laatste percentages dienen te worden behaald in de aantallen woningbouw en het energiezuinig en geluidsdicht maken van woningen. Deze prestaties lopen nog achter ten opzichte van wat met het Rijk was afgesproken. Voor 2015 dienen alle prestaties geleverd te zijn. Naar verwachting zal dat geen problemen opleveren. Relevante omgevingsfactoren In 2011 waren de effecten van de economische recessie voor het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen voelbaar: de afzet en daarmee de productie van vooral koopwoningen stond onder druk wat tot vertraging van projecten heeft geleid. Volgens planning in 2010 zouden 1750 woningen in aanbouw genomen worden in 2011 binnen het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen. Er zijn uiteindelijk ongeveer 800 woningen in aanbouw genomen. Zo is het kant en klare bouwplan voor de voormalige ROC-locatie aan de Amazonedreef door de initiatiefnemer teruggetrokken en ook het plan Vicona in Rotsoord wordt door eigenaar heroverwogen. Deze verandering in de markt heeft consequenties voor de woningbouwprogrammering. De gevolgen brengen wij op dit moment in beeld bij de nieuwe ruimtelijke strategie Utrecht. In de voorjaarsnota zullen wij u hier nader over kunnen informeren. Effectindicatoren 2.a
Positie op de woonaantrekkelijkheidsindex
3.a
Algemeen buurtoordeel Krachtwijken
3.b
Prestatiedoelstellingen ISV
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
2
2
6,1
6,0
100%
96%
1.4.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Ontwikkeling Prestatiedoelstelling 1.1: Het (fysiek) ruimtelijk programma Verkennen en organiseren van het (fysiek-) ruimtelijke programma. In 2011 hebben we: het kennisconvenant geëvalueerd en daarbij de vorderingen en de nog te volgen stappen met de betrokken partijen
• verder vormgegeven. • Een bijdrage geleverd aan de voorbereidingen van het bidbook Utrecht Culturele Hoofdstad 2018. • De eerste fase van het Dynamisch Stedelijk Masterplan afgerond via een raadsbesluit over het plan. • De eerste stappen gezet met betrekking tot het versterken van de samenwerking met Metropoolregio Amsterdam. • Een zienswijze ingediend met betrekking tot de Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte. • Een eerste reactie ingediend met betrekking tot het voorontwerp van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. • Debatten georganiseerd in het kader van kennis en cultuur en nieuwe ruimtelijke strategie voor Utrecht.
46
Prestatiedoelstelling 1.2: Ruimtelijke plannen en bouwrijpe grond Ontwikkelen van ruimtelijke plannen en bouwrijpe grond en het verkopen of in erfpacht uitgeven van gronden en opstallen met als doel ruimtelijke ontwikkelingen te bewerkstelligen en financiële opbrengsten voor de gemeente te behalen. Ook in 2011 is hard gewerkt aan het opstellen van ruimtelijke plannen ten behoeve van bouwrijpe grond. Het betreft in deze doelstelling de planontwikkeling voor de binnenstedelijke grondexploitaties. Zo is bijvoorbeeld – na vele jaren plannen maken - de 1e fase van de Talmalaan in 2011 gerealiseerd en is gestart met de herinrichting van de openbare ruimte Talmalaan. Door de economische crisis – en de voorzichtigheid bij investeerders en de kredietverstrekkers wordt het steeds moeilijker woningen te verkopen en grond af te zetten. Ondanks de uitgesproken verwachting in de Programmabegroting 2011 dat de locaties Lieflandlaan en Hieronymuserf in 2011 in ontwikkeling zouden komen, heeft dit nog niet kunnen plaatsvinden. Ook ten aanzien van de locatie Camposdreef heeft de ontwikkelende partij aangegeven – vanwege de gewijzigde marktomstandigheden - de locatie terug te geven aan de gemeente. Er is voortgang geboekt bij het project Springerpark/Heukelomlob. Het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) en bestemmingsplan zijn vastgesteld (nu in behandeling bij de Raad van State). Ook veel inspanning is geleverd aan de herstructurering Kanaleneiland Centrum om tot een financieel haalbare herontwikkeling van deelgebied 3 te komen. Het bestemmingsplan voor deelgebied 3 is eind 2011 onherroepelijk geworden. Op basis daarvan kunnen in 2012 de deelprojecten worden ontwikkeld: de bouw van een nieuwe ROC-school, 63 woningen en maatschappelijke voorzieningen. Gestart is met de verdere afronding van Dichterswijk-West met 86 woningen op een deel van het Van Hees terrein in Parkhaven. Ook is gestart met de bouw van Kop van Lombok 1e fase. Ten aanzien van de locatie Veemarkt tenslotte is het SPvE en het bestemmingsplan vastgesteld en is gestart met de aanleg van een extra sportveld. In december 2011 werd het startsein gegeven voor de verkoop van de eerste bouwvelden op Veemarkt. Een volledige rapportage over de binnenstedelijke grondexploitaties ontvangt u in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 2012. Rijnenburg Rijnenburg is in 2011 in een andere fase terechtgekomen. Het overleg met de marktpartijen in 2010 en begin 2011 leidde niet tot overeenstemming. Als gevolg hiervan heeft de gemeente het initiatief genomen een verkenner op pad te sturen met de opdracht om bij de marktpartijen na te gaan waar zij enerzijds de problemen en anderzijds de kansen zagen. Effect hiervan is geweest dat de gemeente de voorbereidingen voor het bestemmingsplan heeft stopgezet en dat de marktpartijen de planontwikkeling ter hand hebben genomen. Daarbij is door de marktpartijen expliciet gevraagd of de gemeente betrokken wil zijn en haar kennis beschikbaar wil stellen, wat is toegezegd en feitelijk is gebeurd. Begin 2012 zullen de marktpartijen een marktvisie aan het college van B en W aanbieden. Groen en blauw In het kader van het provinciale programma Agenda Vitaal Platteland zijn voor de stad belangrijke recreatiegebieden ingericht: Wielrevelt in Haarzuilens en Plusplan Ruigenhoek en Gagelbos in Noorderpark, totaal voor circa 7 miljoen euro. Verder is een aantal stedelijke projecten gesubsidieerd uit dit programma: Amsterdam-Rijnkanaal, bruggen en parkeren Amelisweerd, onderdoorgang en verbinding Blauwkapel, herstel Klopvaart, totaal voor circa 3,6 miljoen euro. In de bovenstaande bedragen zit 2 miljoen euro subsidie van het Bestuur Regio Utrecht uit het Regionaal Structuur Plan 2011-2015 voor regionale groenprojecten.
Gebruik Prestatiedoelstelling 2.1: Ontwikkelen plannen Initiëren en stimuleren van de uitvoering van ruimtelijke plannen met betrekking tot de openbare ruimte, groenvoorzieningen en stedelijke functies. Naast de binnenstedelijke grondexploitaties zijn ook projecten van derden begeleid naar haalbare bouwprojecten. Voor bijvoorbeeld de corporaties, ontwikkelaars, schoolbesturen, instellingen en winkeleigenaren zijn in 2011 randvoorwaarden voor grootschalige bouwplannen en gebiedsontwikkelingen opgesteld.
47
Zo is voor de Camera Obscuradreef het SPvE bestuurlijk vastgesteld en zijn de sloop/nieuwbouwplannen van het Leger des Heils, voor de opvang van 34 dak- en thuislozen in de Oudwijkerveldstraat gereed gekomen net als de plannen voor de 20 startershuurwoningen aan de Oudwijkerdwarsstraat 74/76. Ook is het startdocument vastgesteld van het project Art Campus, dat in 2012 een doorstart krijgt als Campus KPN en is gewerkt aan de bouwenveloppe voor de uitbreiding van De Bijenkorf. Recreatieschappen Utrecht heeft in het kader van de gemeenschappelijke regeling in totaal 1,1 miljoen euro bijgedragen aan de Recreatieschap Stichtse Groenlanden en aan het Plassenschap Loosdrecht. De recreatieschappen zorgen voor het beheer en de exploitatie van een aantal grote recreatiegebieden in de stadsrand. De recreatiegebieden zijn populair bij de Utrechtse inwoners. Groenvoorzieningen Conform het collegeprogramma 'Groen, Open en Sociaal' is in 2011 2,2 miljoen euro extra ingezet voor een verdere versterking van het groen in en om de stad en voor het uitvoeren van de wijkgroenplannen. Projecten zijn uitgevoerd in het kader van het Meerjaren Groenprogramma 2011-2012, jaarsnede 2011. De uitvoering verloopt in synergie met andere gemeentelijke programma’s, maar activeert ook andere investeerders in de stad, zoals de Provincie Utrecht, Bestuur Regio Utrecht en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. In 2011 zijn concreet de volgende resultaten bereikt:
• Er zijn twee wijkgroenplannen Zuid en Noordoost afgerond in 2011. Via verschillende media is bewoners gevraagd ideeën aan te leveren voor verbetering van het groen in hun wijk. Dit heeft een rijke oogst aan inzendingen
opgeleverd, die verwerkt zijn in de plannen.
• Voor de volgende plannen is gestart met de uitvoering; het Klokkenveld in Ondiep, herstel Springertuin in Zuilen,
verbetering Klopvaartplantsoen en verbeteringen in het Noordsepark voor en door bewoners. Daarnaast is er door particulieren 3500 m2 groen dak aangelegd, gestimuleerd door subsidieregeling Groene Daken.
• • In de voorbereiding zijn de plannen voor Welgelegen oevers (parkTranswijk), Spoorzoompark Overvecht en invullen Ook is bijgedragen aan een onderkomen voor de vrijwillige Landschapbeheerders in het Maximapark.
lege plekken in de hoofdbomenstructuur zover gevorderd dat er in 2012 gestart kan worden met uitvoering.
Groene verbindingen Verschillende projecten zijn nu uitgevoerd of in uitvoering, zoals het plaatsen van een vlonder op initiatief van bewoners ter hoogte van de Gansstraat en het doortrekken van het wandelpad langs de noordoever bij het nieuwe Pelscollege langs de Kromme Rijn. Daarnaast hebben wij een groene verbinding gerealiseerd voor wandelaars en fietsers die het Noorderpark via Fort Blauwkapel bereikbaar maakt. Voor het verbeteren van de groenzones langs het Amsterdam-Rijnkanaal, de Vecht, Kromme Rijn en Minstroom hebben we uitvoeringsprojecten gestart. Groen rondom de stad De Toekomstvisie Amelisweerd is vastgesteld om het landgoed te herstellen en inclusief landerijen eromheen vitaal te houden. Tevens is het parkeren verplaatst waardoor de Voorlaan hersteld kon worden. De volgende projecten zijn gerealiseerd: recreatiegebied Ruigenhoek, Wielrevelt in Haarzuilens en speelbos in Gagelbos. Een totaal overzicht van projecten is te vinden op de website van het Meerjaren Groenprogramma: http://www.utrecht.nl/images/DSO/DSOmilieu/groen/MGPJ2012.pdf Prestatiedoelstelling 2.2: Accommodaties Verwerven, ontwikkelen en exploiteren van accommodaties. In 2011 lag de nadruk binnen het vastgoedbeleid op het afstoten en herontwikkelen van vastgoed. Voorbeelden van vastgoed dat is afgestoten in 2011 zijn de maatschappelijke (gezondheids)voorzieningen aan de Bekkerstraat 118-120, Schoolstraat 10A/B en Paarlstraat 2/ Bloemstraat 65. Het gaat hier om panden die zijn uitgegeven aan de zittende huurder(s). Een verdere inhoudelijke toelichting op vastgoed treft u samen met het maatschappelijk vastgoed aan in het programma Vastgoed (paragraaf 1.16). Veel gronden in de stad worden uitgegeven in erfpacht om zeggenschap over de grond te houden en inkomsten voor de gemeente te genereren. Het beheer en de handhaving van deze erfpachtcontracten is in 2011 uitgevoerd conform afspraken.
48
Verblijf Prestatiedoelstelling 3.1: Herstructureren, adviseren en beheren Opstellen kaders, begeleiden en toetsen van bouwplannen voor herstructurering en beheer. De bewoners en belanghebbenden zijn tevreden over het verloop van communicatie en participatie bij complexe bouwinitiatieven. Om kansen te pakken en bedreigingen te weerstaan worden ruimtelijke verkenningen, visies en ontwikkelingsstrategieën opgesteld. In 2011 zijn bijvoorbeeld – naast de locaties van het Dynamisch Stedelijk Masterplan - de Visie Eykmanlaan en de Voorveldse Polder vastgesteld. Een groot deel van de herstructureringsplannen in de Utrechtse Krachtwijken zijn in 2011 tot uitvoering gekomen. In de Spoorzone is de locatie Maria van Hongarijedreef gesloopt, het bestemmingsplan vastgesteld en is de omgevingsvergunning verleend. De herinrichting van de openbare ruimte Het Witte Wijk (onderdeel van Groendiep), buurttuin Amandelstraat, buurttuin Okkernootstraat en de evaluatie Larixstraat zijn voorbeelden in de herstructurering van de openbare ruimte van Ondiep. In Kanaleneiland is in 2011 de herinrichting van de Amsterdam-Rijnkanaal-Zone ter hand genomen. De verwachting is dat dit voor de zomer 2012 gereed zal zijn. Ook zijn er in Kanaleneiland-Noord vier binnenpleinen heringericht. In Overvecht de Gagel is voor het Themagebied de ontwikkelingsrichting van de zes flats vastgesteld. Samen met de corporaties en bewoners is na lang overleg bepaald dat de flats gerenoveerd worden en de openbare ruimte wordt verbeterd. De 1e fase speel- en wandelstraten is uitgevoerd (Niger-Mekongdreef). In Overvecht- Spoorzone is het definitief ontwerp van de Wolgapleintjes afgerond en is de herinrichting van drie van de zeven pleintjes uitgevoerd. Bestemmingsplannen Wij zorgen met actuele bestemmingsplannen voor een kwalitatief goed en maatschappelijk aanvaardbare ruimtelijke inpassing van reguliere bouwplan initiatieven. Waar nodig maken wij nieuwe bestemmingsplannen voor ontwikkelingen, volgend op een SPVE of Bouwenvelop. In 2011 is gewerkt aan circa 25 ontwikkelbestemmingsplannen, waar opbrengsten tegenover stonden uit leges en uit grondexploitaties. Zowel ontwikkelplannen uit 2010 als enkele ontwikkelplannen uit 2011 zijn onherroepelijk geworden in 2011. In totaal zijn in 2011 meer dan 25 bestemmingsplannen voor nieuwe ontwikkelingen van kracht geworden. Daarnaast hebben wij voortvarend gewerkt aan de inhaalslag actualisering bestemmingsplannen. De inhaalslag is erop gericht om alle bestemmingsplannen op 1 juli 2013 actueel te hebben. Voor de restant opgave tussen medio 2011 en medio 2013 is één afrondende kadernota vastgesteld in het 3e kwartaal van 2011. In 2011 is gewerkt aan de plannen: Lageweide-Cartesiusweg en omgeving, Haarzuilens, Overvecht-Noordelijke stadsrand, Eerste Herziening Overvecht bedrijfsterrein, Watervogelbuurt-Hoograven-Tolsteeg, Rijnsweerd, Maarschalkerweerd en enkele beheerbestemmingsplannen voor Leidsche Rijn. Voor de gebieden VoordorpVoorveldsepolder, Kanaleneiland-Dichterswijk-Transwijk en Veldhuizen is gewerkt aan beheersverordeningen in 2011. De vertragingen die zijn ontstaan in de voortgang van de zeer grote en complexe bestemmingsplannen Haarzuilens en Lageweide-Cartesiusweg en omgeving werken door in de planning tot medio 2013. Het niet halen van die datum leidt er toe dat voor vergunningen waarbij een bestemmingsplan toetsingskader is geen leges kunnen worden geïnd in gebieden met bestemmingsplannen die op dat moment ouder zijn dat 10 jaar. Deze in de wet opgenomen strafbepaling is te voorkomen door vertraging in de procedures van de actualiseringbestemmingsplannen zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te beperken. Daarnaast zorgen wij voor een adequate afhandeling van verzoeken om tegemoetkoming in schade als gevolg van planologische wijzigingen, de zogenaamde planschade. In 2011 betrof dat de behandeling van circa 30 planschadeverzoeken. Prestatie indicatoren 3.a
Aantal lopende projecten stedelijke ontwikkeling Voor ieder nieuw complex bouwinitiatief wordt een
3.b
krachtenveldanalyse opgesteld Voor ieder nieuw complex bouwinitiatief worden communicatie-
3.c
en participatiedoelen opgesteld
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
100
120
Alle nieuwe complexe
Alle nieuwe complexe
bouwinitiatieven
bouwinitiatieven
Alle nieuwe complexe
Alle nieuwe complexe
bouwinitiatieven
bouwinitiatieven 49
1.4.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Lasten Verkennen en Organiseren
6.633
6.538
8.271
-1.733
46.319
48.632
25.630
23.002
1.418
673
781
-108
accommodaties
16.624
29.609
59.549
-29.940
Programmeren en financieren
13.922
13.043
8.414
4.629
3.731
7.339
7.687
-348
88.648
105.834
110.332
-4.499
0
0
2.321
2.321
45.976
50.725
39.100
-11.625
480
36
76
40
accommodaties
26.325
49.802
81.956
32.154
Programmeren en Financieren
13.043
3.400
-1.424
-4.824
264
974
1.712
738
86.088
104.937
123.740
18.804
2.560
897
-13.408
14.305
Ruimtelijke plannen Ontwikkelen plannen Verwerven, ontwikkelen van
Herstructureren, adviseren en beheren Totaal lasten Baten Verkennen en organiseren Ruimtelijke plannen Ontwikkelen plannen Verwerven, ontwikkelen van
Herstructureren, adviseren en beheren Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
1.253
1.394
1.172
222
Onttrekkingen
6.648
8.265
8.587
322
Saldo na mutaties reserves
-2.834
-5.973
-20.822
14.849
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Verkennen en organiseren In 2011 waren de uitgaven binnen het Meerjaren Groen Programma 1,788 miljoen euro hoger dan begroot, tegenover 2,254 miljoen euro hogere baten. Het batig saldo van 0,466 miljoen euro betreft een reservering van 10% ten behoeve van de afrekening met de aannemer voor het project Amsterdam-Rijnkanaalpark. Deze afrekening zal in 2012 plaatsvinden. Incidentele voordelen hebben wij behaald in de exploitatiebijdrage 2010 aan Stichtse Groenlanden (0,025 miljoen euro) en in de kosten van Groen landschap (0,040 miljoen euro). Daar tegenover hadden wij te maken met incidenteel hogere lasten voor Planologie en bestuurshulp (0,041 miljoen euro) en bij de exploitatie van Plassenschap Loosdrecht (0,065 miljoen euro). De lasten van integrale beleidsproductie en –programmering zijn 0,100 miljoen euro lager door lagere lasten voor Ruimtelijke Verkenning A12 zone en beleidsvoorbereiding. De baten zijn 0,062 miljoen euro hoger door een niet geraamde bijdrage voor de projectleider Ruimtelijke Verkenning A12 Zone.
50
Ruimtelijke plannen, bouwrijp maken De lasten zijn 23,002 miljoen euro lager. Door de economisch ongunstige omstandigheden voor vastgoedontwikkeling zijn projecten nog niet of later opgestart en is er vertraging opgelopen bij een aantal lopende projecten. Medio 2012 zullen wij bij de bestuurlijke behandeling van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) nader ingaan op de actuele stand van zaken van de afzonderlijke projecten. Om diezelfde reden zijn ook de baten 11,625 miljoen euro lager dan begroot. Per saldo is er een voordeel op deze prestatiedoelstelling van 11,377 miljoen euro door: Een positief resultaat op afgesloten grondexploitaties voor een bedrag van 11,220 miljoen euro (Meerstroom,
• Pedagogenbuurt en Transferium Lage Weide). E • en positief resultaat op diverse oude projecten van 0,405 miljoen euro. • Hogere lasten van 0,925 miljoen euro in verband met Rijnenburg (passend binnen het krediet en opgenomen als reservering ten laste van de reserve grondexploitaties in het MPG). H • ogere lasten door strategische verwerving en voorraadfunctie voor een bedrag van 0,945 miljoen euro. • Vrijval van de voorziening negatieve grondexploitaties van 1,622 miljoen euro op basis van het MPG 2012. Ontwikkelen plannen De hogere kosten van 0,108 miljoen euro zijn voornamelijk gemaakt ten behoeve van juridische ondersteuning in het kader van de Flora- en Faunawet. De baten zijn 0,040 miljoen euro hoger dan geraamd doordat een gerealiseerde onttrekking van 0,060 miljoen euro uit de voorziening Verkeerslawaai stad niet in de programmabegroting was opgenomen. Daarnaast waren de ontvangen subsidies van Provincie en Rijk voor groenprojecten 0,020 miljoen euro lager doordat wij 0,020 miljoen euro minder voor projecten hebben uitgegeven. Verwerven, ontwikkelen en exploiteren van accommodaties In 2011 hebben de werkelijke lasten de begrote met 29,940 miljoen euro overtroffen. Daar tegenover stonden niet begrote baten voor in totaal 32,154 miljoen euro. De verschillen zijn als volgt te verklaren: Conform besluit bij Voorjaarsnota 2011 zijn bestaande erfpachtrechten van corporaties geconverteerd. Hiermee
•
zijn 25,616 miljoen euro meer lasten gerealiseerd tegenover 25,848 miljoen euro meer baten. Vooruitlopend op deze conversies zijn corporaties en particulieren terughoudend geweest met aanvragen en is het aantal reguliere conversies en bestemmingswijzigingen sterk afgenomen. Hierdoor waren vielen de lasten bij reguliere conversies 0,724 miljoen euro lager uit tegenover 1,618 miljoen euro minder baten.
• In het stationsgebied zijn nieuwe erfpachtcanons uitgegeven en oude erfpachtrechten afgekocht. Dit heeft geleid
tot incidenteel 0,580 miljoen euro hogere lasten en incidenteel 1,333 miljoen euro hogere baten. Verder waren de baten incidenteel 0,225 miljoen euro hoger door een canonontvangst die betrekking had op 2010. Eenmalig waren de lasten 0,265 miljoen euro hoger wegens implementatiekosten van de applicatie SAP Real Estate. Door overige
•
incidentele kleine verschillen dalen de lasten met 0,105 miljoen euro en stijgen de baten met 0,062 miljoen euro. Wij hebben in het kader van uitgifte van gemeentelijke eigendommen 2,629 miljoen euro meer opbrengsten gerealiseerd. Daar tegenover stonden 1,636 miljoen euro meer lasten, onder andere door afboeking van de boekwaarden van uitgegeven panden. De uitgiftekosten bedroegen 0,215 miljoen euro minder dan geraamd.
• In het kader van vastgoedbeheer is voor onderhoud 1,378 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot. Hiervan
hebben wij 0,519 miljoen euro bij opdrachtgevers kunnen verhalen (lagere lasten). Een bedrag van 0,468 miljoen euro is gedekt door een onttrekking aan de egalisatievoorziening onderhoud (hogere baten). De kapitaallasten waren 1,665 miljoen euro hoger: dit betrof incidenteel 1,297 miljoen euro doordat binnen het project Schone lei klimaatsinstallaties in scholen vervroegd zijn afgeschreven en vervangen door nieuwe. Structureel stegen de kapitaallasten met 0,368 miljoen euro door nieuwe investeringen aan multifunctionele accommodaties, Utrechts archief en panden aan Domplein, Schoolstraat en Hullebroeckstraat/Operettelaan. Een niet begroot bedrag van 0,270 miljoen euro aan nagekomen baten over de jaren vanaf 2005 hebben wij ontvangen voor Laan van Puntenburg 2 (functie onderwijs). Daarnaast konden wij een bedrag van 0,708 miljoen euro (inclusief 0,161 miljoen euro rente) dekken uit ontvangsten voor de bovenwoningen bij de Cultuurcampus Vleuterweide. De baten waren 0,223 miljoen euro lager dan begroot wegens verrekening met servicekosten bij interne verhuringen. Het betreft onder andere panden van de brandweer. Een verschil van 3,082 miljoen euro is technisch van aard en verlaagt zowel de lasten als baten conform consolidatieregels bij interne verhuring. Door gemeentelijke bijdragen voor nieuwe investeringen en voor het project Schone Lei stijgt de vrijval uit de activareserves (onttrekking) met
•
0,331 miljoen euro. Het jaarresultaat op vastgoedbeheer bedraagt hiermee in totaal 0,971 miljoen euro nadelig. Het langer dan begroot in exploitatie houden van de Veemarkt heeft 1,770 miljoen euro extra gekost. Daar tegenover stond een bedrag van 3,475 miljoen euro aan niet begrote baten.
51
• In het kader van de gemeentelijke bijdragen aan Léon is een bedrag van 0,150 miljoen euro ontvangen en een
bedrag van 0,063 miljoen euro van de reservering uit voorgaande jaren toegevoegd. Beide bedragen zijn conform consolidatieregels als negatieve lasten verwerkt. De niet begrote uitgaven aan Léon bedroegen het afgelopen jaar 0,069 miljoen euro. Van de vereniging van Nederlandse Gemeente hebben wij een niet begrote bijdrage van 0,053 miljoen euro ontvangen.
• In het kader van strategische verwervingen zijn binnen deze prestatie administratief neutrale boekingen verricht waarbij zowel baten als de lasten met 1,820 miljoen euro zijn toegenomen.
Programmeren en financieren De geraamde lasten van de actuele begroting bestaan uit een toevoeging aan de voorziening ISV (9,186 miljoen euro) en ramingen op projecten (3,856 miljoen euro). De lasten zijn 4,629 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat de toevoeging aan de voorziening niet gerealiseerd is, omdat de rijksbijdrage met ingang van 2011 via de uitkering Gemeentefonds wordt ontvangen. Daar staat tegenover hogere lasten op de projecten (4,557 miljoen euro) in verband met hogere uitgaven voor bodemsanering, het LNV programma, Groenstructuur Castellum, Zocherplantsoen. De gerealiseerde baten waren 4,824 miljoen lager dan geraamd doordat in de begroting abusievelijk 3,4 miljoen euro te veel is opgenomen als begrote rechtstreekse Rijksbijdragen. Daarnaast is een in 2010 reeds ontvangen bedrag aan subsidies in 2011 gecorrigeerd waardoor de baten per saldo 1,424 miljoen lager waren. Herstructureren, adviseren en beheren, onderdeel gebiedsmanagement De lasten zijn 1,557 miljoen euro hoger dan geraamd door niet geraamde lasten op de subsidieprojecten De Zusters, Cartesiusdriehoek, Merwedekanaalzone (0,624 miljoen euro) en niet geraamde lasten op projecten onder andere Kruisvaartkwartier RABO, Zijdebalen, Spoorzone, Rechtsaffer Herculesplein, ARK-zone (0,933 miljoen euro). Tegenover deze lasten staan hogere baten dan geraamd van 1,575 miljoen euro door niet geraamde opbrengsten op subsidieprojecten (0,624 miljoen euro), en op overige projecten (0,951 miljoen euro). Binnen deze prestatie is ook de bedrijfsvoering van de dienst stadsontwikkeling verantwoord. De lasten waren in 2011 per saldo 1,039 miljoen euro lager. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Incidenteel voordeel van 0,276 miljoen euro na verwerking van taakstellingen in de programmabegroting.
• • Minder gerealiseerde lasten voor Landmeten/Ruimtelijke Informatievoorziening en Communicatie van 0,578 miljoen euro. Technisch neutrale administratieve overheveling van lasten en baten voor in totaal 0,629 miljoen euro. •
Door de genoemde technisch neutrale overheveling waren de baten eveneens 0,629 miljoen euro lager. Mutaties reserves
De storting van 0,222 miljoen euro in de bedrijfsreserve SO is vervallen. De onttrekking uit de reserve Grex is 0,008 miljoen euro lager door lagere kosten voor promotie en acquisitie. Doordat nieuwe accommodaties in gebruik zijn genomen stijgt de vrijval uit de activareserves met 0,331 miljoen euro.
52
1.5 Krachtwijken 1.5.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Duurzame verbetering van de woon- en leefsituatie in de Krachtwijken in het bijzonder Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven. In 2011 is de uitvoering van maatregelen gericht op het verbeteren van de woon- en leefsituatie in de Krachtwijken voortvarend voortgezet. Kenmerkend voor de aanpak is de integrale aanpak waarbij zowel sociale als fysieke maatregelen langdurig worden ingezet en waarbij door alle partners in de wijk steeds beter wordt samengewerkt. Medio 2011 is gestart met de voorbereidingen van de wijkactieprogramma’s 2012-2013. Deze zijn inmiddels vastgesteld door de gemeenteraad. Bezuinigingen bij gemeente, corporaties en andere betrokken organisaties hebben de noodzaak om prioriteiten te stellen en om ‘extra’ maatregelen te borgen in het ‘reguliere beleid’ vergroot. Effectdoelstelling 2: Verbetering perspectief Verbeteren van de situatie van en het perspectief voor bewoners op het gebied van wonen, werken, leren, integreren, veiligheid en gezondheid in de Krachtwijken Kanaleneiland, Overvecht Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven. De wijkactieprogramma’s voor de vijf Krachtwijken Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven bevatten een groot aantal maatregelen om bewoners te activeren en te ondersteunen op het gebied van opvoeding, onderwijs, talentontwikkeling en werkgelegenheid. Vrijwel alle geplande maatregelen zijn in 2011 uitgevoerd of opgestart. Ook op het terrein van wijkeconomie, veiligheid, kwaliteit van de openbare ruimte en van binnenterreinen zijn tal van projecten uitgevoerd. Begin 2011 is de aanpak geëvalueerd (Berenschot, april 2011). Een van de conclusies is dat de Utrechtse Krachtwijken afgelopen jaren een positieve ontwikkeling doormaakten; het krachtwijkenbeleid heeft er – mede – voor gezorgd dat bewoners weer meer vertrouwen hebben gekregen in de ontwikkeling van hun wijk en dat de negatieve spiraal is doorbroken. De verbeterde samenwerking tussen de verschillende spelers in de wijken wordt door Berenschot de belangrijkste ‘bijvangst’ van het krachtwijkenbeleid genoemd. Uit de Monitor Krachtwijken blijkt dat ook in 2011 weer een groot aantal indicatoren zich positief ontwikkeld. Ook bewoners en andere betrokkenen uit de wijken zien positieve ontwikkelingen, maar geven tegelijkertijd aan dat er nog veel moet gebeuren. Communicatie en participatie Om duurzame verbeteringen te bereiken in de wijken is communicatie met en betrokkenheid van bewoners en andere partners uit de wijken van groot belang. Zowel op projectniveau als bij de evaluatie en bij de voorbereidingen van de wijkactieprogramma's 2012-2013 zijn bewoners en andere betrokkenen dan ook nauw betrokken. In wijkdialogen en andere wijkbijeenkomsten leverden bewoners uit Overvecht, Kanaleneiland, Zuilen-Oost, Ondiep en Hoograven belangrijke input: voor het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes voor de komende jaren. Effectindicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
6.1
6,0
Het buurtoordeel Krachtwijken benadert het gemiddelde 2.
buurtoordeelcijfer
53
1.5.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling: 1.1 Wijkactieprogramma's Krachtwijken Het uitvoeren van de wijkactieprogramma's in de vijf Krachtwijken. Continuïteit kenmerkt de wijkactieprogramma's 2010-2011die begin 2010 werden vastgesteld en in 2011 verder werden uitgevoerd: in principe geen nieuwe projecten, maar voortzetten wat goed gaat en stoppen als de beoogde doelen niet worden bereikt. Resultaten die in 2011 zijn bereikt: De projecten zoals opgenomen in de wijkactieprogramma’s 2010-2011 voor de vijf Krachtwijken zijn grotendeels
•
uitgevoerd. De meeste projecten vormen een 'plus'’ op reguliere activiteiten op het terrein van onderwijs, jeugd, werkgelegenheid, wijkeconomie leefbaarheid, wonen, wonen, veiligheid en gezondheid. In 2011 in hard gewerkt aan het verbeteren van samenhang en samenwerking: enerzijds tussen extra en reguliere inzet, anderzijds tussen de verschillende domeinen en betrokken organisaties. Ook is een begin gemaakt met het borgen van extra maatregelen in regulier beleid.
• In nauw overleg met de corporaties is er stedelijke regie gevoerd op de uitvoering van de wijkactieprogramma's in de vijf Krachtwijken. • Er zijn afspraken gemaakt met de corporaties over het voortzetten van de aanpak vanaf 2012. de afspraken zijn vastgelegd in 'Bouwen aan de stad' dat begin november 2011 door de gemeenteraad werd vastgesteld. • Ook in 2011 is er twee keer gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van de wijkactieprogramma's. In juni 2011 resulteerde dat in de – openbare – vijfde voortgangsrapportage. In het najaar is geen openbare
rapportage verschenen, maar is de informatie over de voortgang gebruikt om op uitvoeringsniveau (bij) te sturen.
• In juni 2011 verscheen de 3- meting van de Monitor Krachtwijken.
Het programma Krachtwijken wordt in nauwe samenwerking met de corporaties uitgevoerd. Behalve door de gemeente wordt het programma ook gefinancierd door de corporaties: 21,5 miljoen euro per jaar in de periode 2008 – 2011. Van dat bedrag is 10,5 miljoen euro besteed aan sociale maatregelen, 11 miljoen euro is bestemd voor extra fysieke investeringen in de Krachtwijken. Daarnaast is een deel van de bijdragen van het Rijk (sinds 2008 in totaal ruim 17 miljoen euro) en van de Provincie (8 miljoen euro) nog besteed in 2011. Voor een overzicht van maatregelen, voortgang en maatschappelijke effecten verwijzen we naar de wijkactieprogramma's Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven 2010 – 2011, de vijfde voortgangsrapportage (juni 2011), de Monitor Krachtwijken 3- meting 2011 (juni 2011) en de Evaluatie Krachtwijken Utrecht (Berenschot april 2011). De zesde voortgangsrapportage over 2011 en de Monitor Krachtwijken 4- meting 2012 verschijnen beide voorjaar 2012.
1.5.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil actueel en realisatie
Krachtwijken
5.065
19.363
16.255
3.108
Totaal lasten
5.065
19.363
16.255
3.108
Krachtwijken
0
8.900
7.769
-1.131
Totaal baten
0
8.900
7.769
-1.131
5.065
10.463
8.485
1.978
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten
54
Nominale
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Verschil actueel Realisatie 2011
en realisatie
Mutaties reserves Toevoegingen
1.275
0
0
0
Onttrekkingen
5.000
9.157
7.179
-1.978
Saldo na mutaties reserves
1.340
1.306
1.306
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Krachtwijken De lasten zijn 3,108 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door vertraging op een aantal projecten (Amsterdam-RijnKanaal-Zone, Speelstraten De Gagel, Prins Bernhardplein en Groendiep). De baten zijn 1,131 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een lagere bijdrage van de Provincie (1,390 miljoen euro), als gevolg van vertraging van een aantal projecten. Het overige verschil (0,259 miljoen euro) wordt voornamelijk veroorzaakt door een verrekening met middelen die bij de Jaarrekening 2010 op de balans waren verantwoord en een administratieve verrekening met de dienst Wijken. Mutatie reserves De onttrekking aan de programmareserve Krachtwijken is afgestemd op het gerealiseerde saldo van lasten en baten in 2011. De onttrekking is hoordoor 1,978 miljoen euro lager dan geraamd.
55
1.6 Leidsche Rijn 1.6.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling De stad Utrecht uitbreiden met een stedelijk gebied waar de huidige en komende generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren. Met dit doel maakt de gemeente grond bouwrijp voor ruim 30 duizend woningen, 720 duizend vierkante meter kantoren, 270 hectare bedrijventerrein en een 300 hectare groot Leidsche Rijn Park. Daarbij zorgt de gemeente voor het tot stand komen van een adequate infrastructuur, een aantrekkelijk openbaar gebied en goede voorzieningen. Met de bouw van Leidsche Rijn beoogt de gemeente: Uitbreiding van het woningaanbod in de Utrechtse regio voor de huidige en toekomstige bewoners en gebruikers met
• een grote verscheidenheid aan woningen, met inbegrip van infrastructuur, openbare ruimte en voorzieningen. • Een betere doorstroming van woningzoekenden in de regio. • Een gedifferentieerd samengestelde bevolking in het nieuwe stadsdeel. • Een uitbreiding van het aanbod van kantoor- en bedrijfsruimten. • Betere voorwaarden voor de economische ontwikkeling van de regio. De Gemeente Utrecht heeft de missie en het beleid voor Leidsche Rijn vastgelegd in een masterplan, de
Ontwikkelingsvisie en de Structuurschets Vleuten-De Meern. De opgave voor de gemeente kan worden samengevat in twee doelstellingen: gebiedsontwikkeling en voorzieningen. Effectdoelstelling 1: Gebiedsontwikkeling De voorwaarden (in de vorm van kaders, contracten en programma’s) scheppen om een goed functionerend stadsdeel tot stand te brengen. Hieraan zijn de volgende subdoelstellingen verbonden: Bouwrijpe grond ontwikkelen voor woningen, bedrijfsruimten, kantoren en voorzieningen die grotendeels door
• derden worden gerealiseerd. • Goede bereikbaarheid van het nieuwe stadsdeel door een evenwichtig verkeerssysteem. • Openbaar gebied aanleggen en inrichten, met gebruikmaking van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten die in het gebied voorhanden zijn.
Een financiële randvoorwaarde is dat de ontwikkeling van Leidsche Rijn moet worden afgerond met een grondexploitatie die tenminste sluitend is. Effectdoelstelling 2: Voorzieningen De medische, sociaal-culturele, maatschappelijke en onderwijsvoorzieningen afstemmen op de huidige en toekomstige bewoners van Leidsche Rijn. Subdoelstellingen hierbij zijn: Voorzieningen (eventueel tijdelijke) moeten zo snel mogelijk na het opleveren van woningen, bedrijven en kantoren
• beschikbaar zijn. • Voor de voorzieningen gelden de financiële kaders van het Referentiekader Voorzieningen Leidsche Rijn.
Relevante omgevingsfactoren Het Rijk is verantwoordelijk voor een aantal strategische projecten: de integratie en verplaatsing van de A2, de spoorverdubbeling en de aansluiting op de A12. Als in het tempo en het kwaliteitsniveau van deze projecten veranderingen worden aangebracht, kan dat gevolgen hebben voor het realiseringstempo en het kwaliteitsniveau van het stadsdeel als geheel. 57
Effectindicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
7,5
7,2
Tevredenheid bewoners over wonen, recreëren en bereikbaarheid in 1
een rapportcijfer
Bron: Wijkwijzer 2011
1.6.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestatiedoelstelling 1.1: Woningbouw Opleveren woningen en bewerkstelligen van woningen in aanbouw. De doelstelling om per jaar 1100 woningen in aanbouw te nemen hebben wij door de economische omstandigheden in 2011 niet gehaald. Oorzaken van de verminderde opnamecapaciteit zijn: bezuinigingen op de overheidsuitgaven, Europese richtlijnen met betrekking tot staatssteun aan corporaties, stijgende werkloosheid, discussies over beperking fiscale aftrek, ontwikkeling van de hypotheekrente, aanscherping NHG normen en het consumentenvertrouwen. Ontwikkelaars krijgen hun plannen niet haalbaar. In 2011 hebben we 608 woningen in aanbouw genomen en hebben we 1.187 woningen opgeleverd. We hebben ontwerpbestemmingsplannen voor Terwijde en 't Zand en het bestemmingsplan Langerak, Parkwijk, ter visie gelegd. Enkele details per deelgebied:
• Het uitwerkingsplan ten behoeve van het Islamitisch centrum en de ontwikkeling kop Amaliapark is vernietigd door de Raad van State vanwege een fout bij de ter inzage legging. Het plan zal in de vorm van een bestemmingsplan opnieuw in procedure worden gebracht.
• In Terwijde zijn acht woon-werkwoningen in aanbouw genomen en heeft de tewaterlating van de 1e fase van de
woonschepen bij eiland zes plaatsgevonden. Twee appartementencomplexen in Terwijde-Zuid zijn herontwikkeld. We hebben het stedenbouwkundig plan voor Terwijde Zuidoost vastgesteld en een tender is in voorbereiding.
• In Vleuterweide zijn de laatste projecten Groenendael en Westgaard in deelplan de Rietvelden in aanbouw genomen en is er gebouwd in deelplan de Erven en de Tuinlanden. Ook is een stedenbouwkundig plan voor de Spoorzone De
Erven vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. De uitgangspunten voor de afronding van het Centrum Vleuterweide zijn uitvoerig besproken.
• We hebben het contract voor 2 appartementgebouwen in 't Zand, Stationsomgeving ontbonden en de
uitgifteovereenkomst voor 110 sociale woningbouwappartementen die volgend jaar gebouwd zullen getekend. In De Veiling hebben we 21 eengezinswoningen in aanbouw genomen en met 23 woningen langs de fietsboulevard gestart. Het contract met de Bazaar is rond en we hebben de opdracht voor de sloop van het veilinggebouw gegeven. Met veel belangstelling zijn de atelierwoningen in de kersenboomgaard opgeleverd. Het laatste wooneiland in Waterwijk is in aanbouw. We zijn in gesprek geweest met ontwikkelaars en corporaties over de herontwikkeling van appartementengebouwen langs de Vleutensebaan en Park Groot Zandveld.
• In Grauwaart zijn 51 woningen in aanbouw genomen en de eengezinswoningen aan de Bronnerlaan en de
appartementengebouwen van de corporaties opgeleverd. Voor de tweede fase van Grauwaart hebben we een aangepaste stedenbouwkundige verkaveling gemaakt en hebben we afspraken gemaakt met de ontwikkelaars en corporatie.
• In Hoge Weide hebben we drie partijen geselecteerd voor de ontwikkeling van verschillende bouwblokken met in totaal circa 90 koop eengezinswoningen. Bij twee partijen is het voorlopig ontwerp vastgesteld. Het voorlopig
ontwerp van de basisschool en van in totaal circa 112 huur eengezinswoningen is van start gegaan. We hebben het bestemmingsplan Hoge Weide ontwikkeling en het voorlopig inrichtingsplan vastgesteld. We hebben het besluit tot wegonttrekking van een deel van de weg Hogeweide genomen, zodat de grondophoging kan worden vervolgd.
• We hebben het Concept Stedenbouwkundig Plan Rijnvliet vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. Het plan is in samenspraak met de ontwikkelende partijen verder uitgewerkt tot een definitief Stedenbouwkundig Plan. De
inspraakreacties op de concept Ontwikkelvisie Haarzicht hebben we beantwoord. De nota van inspraak en definitieve Ontwikkelvisie hebben we klaar gemaakt voor besluitvorming. De onderhandelingen met de ontwikkelaars zijn in 2011 verder gevorderd.
• In Haarrijn hebben we twee overeenkomsten gesloten met grondeigenaren. We zijn gestart met de voorbereidingswerkzaamheden van het eerste deel van de hoofdontsluiting van het woongebied.
58
Voor particulier opdrachtgeverschap, vrije kavels in Leidsche Rijn, hebben we de verkoop van twee nieuwe projecten gestart; Johanitterveld fase 2 in 't Zand en En/Of kavels in Grauwaart. Verder zijn naar aanleiding van de marktsituatie bij de projecten Haarlerberg, Utrechtseweg, KubusEiland en ParkNoord herverkavelingen gemaakt. Daarnaast zijn een tweetal projecten Hof Terwijde en ParkZuid in voorbereiding genomen. De verkoop van kavels verloopt moeizaam. In 2011 zijn zeven kavels in optie genomen, twee getransporteerd en hebben we zestien woningen opgeleverd. Eind 2011 waren er nog 122 kavels beschikbaar. De projecten De Eiken en ParkOost zijn afgerond en hebben we overgedragen aan beheer. Te realiseren
Totale
2011 Tot en met 2011
na 2011
productie
1.742
1.740
3
1.743 2.595
Begroting Deelgebieden Opgeleverd en in aanbouw zijnde woningen
• Langerak • Parkwijk • Veldhuizen • Terwijde • Vleuterweide • 't Zand • De Woerd • Grauwaart • Hoge Weide • Leidsche Rijn Centrum • Leeuwesteyn-Noord/De Wiel en A2 park • Rijnvliet • Haarrijn • Leidsche Rijnpark • Haarzicht 11
Totaal
2.595
2.581
14
3.392
3.390
2
3.392
3.518
2.883
1.617
4.500
5.301
5.524
584
6.108
2.993
2.708
1.642
4.350
475
475
0
475
329
274
304
578
0
0
1.396
1.396
0
0
2.558
2.558
0
0
1.194
1.194
0
0
993
993
0
0
670
670
140
63
387
450
0
0
540
540
20.485
19.638
11.904
31.542
(Bron: Triode, maart 2010 en januari 2011). Prestatiedoelstelling 1.2: Commercieel Vastgoed Gronduitgifte voor kantoren en bedrijven. Kantoren De gevolgen van de financiële crisis zijn duidelijk merkbaar voor de ontwikkeling van kantoren en bedrijven. Papendorp In 2011 heeft één transport plaatsgevonden en is er één nieuwe intentieovereenkomst getekend. De intentieovereenkomst van het hotel is als gevolg van de crisis beëindigd. Het Bestemmingsplan Papendorp hebben we ter inzage gelegd.
11
De raming van de opgeleverde woningen Terwijde 2011 is achteraf gezien te ruim geweest. Geraamd was 650
woningen, gerealiseerd 120. 59
Begroting
Gerealiseerd
Te realiseren
transport eind 2011
transport eind 2011
na 2011 18.000
18.000
167.846
175.346
54.654
230.000
Papendorp-Noord
42.533
42.533
67.467
110.000
Leidsche Rijn Centrum en Centrale Zone
24.000
24.000
338.000
362.000
234.379
241.879
478.121
720.000
33%
34%
66%
Kantoren (b.v.o.) Deelplan De Wetering-Zuid Papendorp-Zuid
Totaal cumulatief Aandeel in totaal
Totaal
(Bron: Triode, maart 2010 en januari 2011 Bedrijven De Wetering-Zuid In 2011 is gestart met de bouw van drie panden, voor Achmea Health Center, de specialistische dierenkliniek en Meekers Medical. Daarnaast is een intentieovereenkomst getekend voor de bouw van een crematorium en heeft het St. Antoniusziekenhuis een intentieovereenkomst gesloten voor de naast het ziekenhuis gelegen kavel N. Dit jaar is de intentieovereenkomst voor het Health Park door de ontwikkelaar beëindigd. Haarrijn In 2011 is een intentieovereenkomst gesloten voor de meest noordelijk gelegen bedrijfskavel die tevens onderdeel uitmaakt van de geluidwerende voorziening. Eind 2011 is gestart met de voorbereidende werkzaamheden voor de ontsluiting van deze kavel. Leeuwesteyn-Zuid In 2011 is het bestemmingsplan Kop van Leeuwesteyn-Zuid vastgesteld door de gemeenteraad en onherroepelijk geworden. Ook is in 2011 de onderhandeling met de Utrechtse Bazaar over de verhuizing afgerond doormiddel van een getekende vaststellingovereenkomst en een nieuw huurcontract. De verbouwplannen voor de hal en inrichtingsplan voor het terrein aan de Groenewoudsedijk nummer 6 zijn afgerond. Na aanbesteding, is het werk eind 2011 gegund aan een aannemer. De gebruiker van nummer 6 is dit jaar verhuisd naar de hal aan de Groenewoudsedijk 5 ten behoeve van de komst van de Utrechtse Bazaar. Bedrijven (m2) Deelplan
Begroting transport
Gerealiseerd
Te realiseren na
eind 2011
transport eind 2011
2011
Totaal
De Wetering-Noord
295.000
295.000
0
295.000
De Wetering-Zuid
128.763
135.578
133.072
268.650
Papendorp-Zuid
49.220
49.220
2.500
51.720
Papendorp-Noord
73.138
73.138
42.129
115.267
0
0
318.706
318.706
Strijkviertel (inclusief Passtuk) Haarrijn Vleuterweide Totaal cumulatief Aandeel in totaal (Bron: Triode, maart 2010 en januari 2011)
60
2.586
2.586
117.414
120.000
34.600
34.600
0
34.600
583.307
590.122
613.821
1.203.943
48
49
51
100
Prestatiedoelstelling 1.3: Infra Aanleggen hoofdwegen. Het Marinus van Tyrusviaduct en de Stadsbaan-Zuid zijn opgeleverd en in beheer overgedragen. De openstelling van de A2 tunnel is intensief voorbereid. Prestatiedoelstelling 1.4: Parken en plas Aanleg van groenprojecten. Haarrijnseplas De zandwinning in de Haarrijnse plas is de 11 miljoen m3 gepasseerd. Naar verwachting zal in januari 2012 de laatste hoeveelheid van circa 0,3 miljoen m3 worden gewonnen, waarmee de zandwinning gereed is. Máximapark Het Maximapark nadert haar voltooiing. Diverse bruggen in de Binnenhof, waaronder de brug over de Lelievijver zijn gerealiseerd. In de Binnenhof-Zuid wordt nog gewerkt, de Rhododendron tuin is aangeplant. Ook is er gestart met de realisatie van een deel van de Parkpergola in de Binnenhof-Oost. De herinrichting van de Alendorperweg is gereed, het ontwerp voor het Brinkje en de inpassing van de Jeremieburg zijn afgerond. Het Lint is sluitend gemaakt. De Buitenplaats van Landschapsbeheer Vleuten-De Meern in de Buitenhof is geopend, evenals de NMC tuinen in de Hoge Woerd. Hamlaan In 2011 is het definitief ontwerp voor de Begraafplaats Hamlaan afgerond. Prestatiedoelstelling 1.5: Leidsche Rijn Centrum Planvoorbereiding en realisatie van Leidsche Rijn Centrum. Leidsche Rijn Centrum-Noord We hebben drie belangrijke mijlpalen gehaald: vaststellen Stedenbouwkundig Plan Leidsche Rijn Centrum-Noord fase 1, afgifte omgevingsvergunning en door partijen ondertekende intentieovereenkomst. We zijn begonnen met de voorbereiding van het bouwrijpmaken en van de afbouw van Station Utrecht Leidsche Rijn. Leidsche Rijn Centrum Kern We hebben het Voorlopig Ontwerp van de bebouwing van het kernwinkelgebied afgerond en zijn de voorbereidingen gestart voor de uitwerking van het Definitief Ontwerp. Parallel aan de bouwplanuitwerking hebben we gewerkt aan het inrichtingsplan. Er is in 2011 gewerkt aan het bouwrijpmaken van de gronden in Leidsche Rijn Centrum Kern waaronder de uitvoering van archeologische werkzaamheden en de bouw van de eerste fase van de kademuur langs de toekomstige Grauwaartsingel. Voor Leidsche Rijn Centrum Kern en Leidsche Rijn Centrum-Zuid is één ontwerpbestemmingsplan gemaakt dat eind 2011 ter visie is gelegd. Leidsche Rijn Centrum-Zuid We hebben de Europese aanbesteding voor het zogeheten 'buurtwinkelcentrum' gestart en hebben het VO inrichtingsplan en VO rioleringsplan afgerond. Daarnaast zijn voorbereidende werkzaamheden gestart ten behoeve van het bouwrijpmaken van het gebied. Overige projecten Planvoorbereiding van bijzondere en gebiedsoverstijgende projecten. Strijkviertel In 2011 is het Sportpark Rijnvliet opgeleverd evenals de manege De Voornruiters. Effectdoelstelling 2: Voorzieningen De medische, sociaal-culturele, maatschappelijke en onderwijsvoorzieningen afstemmen op de huidige en toekomstige bewoners van Leidsche Rijn.
61
In de verschillende deelgebieden is gewerkt aan de volgende voorzieningen: In Parkwijk is de omgevingsvergunning aangevraagd voor het Islamitisch Centrum. De jongerenvoorziening wordt
• ondergebracht in de Sportcampus. • De renovatie en verbouwing van Boerderij de Balije is nagenoeg afgerond. In de boerderij komt onder andere kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en horeca. • De onteigening van de gronden voor het winkelcentrum Terwijde is uitgesproken en met het voorlopig ontwerp is gestart. Ook is er een weekmarkt op het muziekplein iedere vrijdagmiddag. Enkele bedrijven, waaronder een
verloskundige praktijk, orthopedie en buitenschoolse opvang, hebben hun intrek genomen in de commerciële ruimten in Terwijde-Zuid.
• De tijdelijke school op het Balkon in Vleuterweide is in gebruik genomen. In deelplan de Tuinlanden wordt gebouwd aan de nieuwe schoollocaties. In de Scheg is een jongerenvoorziening met sportgelegenheid aangelegd. I • n 't Zand wordt gewerkt aan een voorlopig ontwerp voor de basisschool met kinderdagverblijf in De Veiling. • Het Informatiecentrum Leidsche Rijn is in verkoop gebracht met in eerste instantie een religieuze hoofdfunctie en daarbij een gemengde bestemming. Omdat er geen geldige inschrijving is gekomen is het Informatiecentrum
nogmaals in verkoop gebracht. Dit maal met gemengde bestemming en een bewonersenquête om hiervoor de wensen van de bewoners te peilen.
• Voor de basisschool in Hoge Weide is een voorlopig ontwerp in de maak. • Het theehuis Anafora met bosspeeltuin is geopend. De kinderdagverblijven de blauw Big en de blauwe Dingo zijn in gebruik. Het voorlopig ontwerp voor het Castellum Hoge Woerd is gemaakt. Ook is de Bouwloods verhuist naar zijn nieuwe locatie.
1.6.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
17.206
31.055
4.020
27.035 22.605
Lasten Woningbouw Commercieel Vastgoed
5.652
14.625
-7.980
Infra
47.546
44.124
11.309
32.815
Parken en Plas
41.067
42.006
15.318
26.688
Leidsche Rijn Centrum
33.195
-29.663
-51.030
21.368
Overige projecten
53.665
95.336
130.855
-35.519
Onderhanden werken
-63.597
-63.353
-4.840
-58.513
Totaal lasten
134.734
134.130
97.652
36.479
73.442
65.783
22.125
-43.658
5.275
12.077
9.003
-3.075
Infra
15.469
17.930
1.165
-16.765
Parken en Plas
-7.668
Baten Woningbouw Commercieel Vastgoed
32.939
9.828
2.160
Leidsche Rijn Centrum
1.308
642
3.773
3.130
Overige projecten
3.660
42.093
15.189
-26.904
132.093
148.353
53.414
-94.939
2.641
-14.223
44.238
-58.460
Toevoegingen
0
18.893
965
17.928
Onttrekkingen
0
3.407
3.407
0
2.641
1.263
41.796
-40.533
Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. 62
Financiële toelichting De opbrengsten wegens gronduitgifte zijn ook in 2011 sterk beïnvloed door de kredietcrisis. Een aantal projecten kon daardoor nog geen doorgang vinden. Waar mogelijk hebben wij het uitgavenniveau daaraan aangepast. Woningbouw Van de raming verwerving van 10,8 miljoen euro is 4,9 miljoen euro uitgegeven. Vanwege de toegezegde terughoudendheid wat betreft de kosten van het bouw- en woonrijp maken zijn deze 19,7 miljoen euro onder de raming gebleven. Deze grote onderschrijding wordt vooral veroorzaakt door lagere uitgaven in 't Zand. Zo ook zijn de plan- en VAT-kosten voor 2011 ruim 1,0 miljoen euro onder de raming gebleven vanwege uitstel van projecten. De opbrengsten uitgifte zijn 34,3 miljoen euro op de raming achter gebleven. In de programmabegroting was voorzien in een exploitatiebijdrage van 6,7 miljoen euro van de ontwikkelaar van Haarzicht. Dit gebied is nog niet in exploitatie genomen. Van de GEM Vleuterweide is 2,3 miljoen euro minder ontvangen dan geraamd was. Commercieel Vastgoed. Van de geraamde 3,4 miljoen euro voor verwerving is niets uitgegeven. De uitgaven voor bouw- en woonrijpmaken zijn 18,7 miljoen euro onder de raming gebleven; De Wetering-Zuid 5,2 miljoen euro minder en Haarrijn 12,4 miljoen euro minder. Vanwege uitstel van projecten zijn de plan- en VAT-kosten een miljoen euro onder de raming gebleven. De voor Haarrijn geraamde opbrengst gronduitgifte van 6,5 miljoen euro kon nog niet gerealiseerd worden. Voor De WeteringZuid is een niet geraamde opbrengst gerealiseerd van 2,3 miljoen euro. Voor Haarrijn is een niet geraamde subsidie BRU ontvangen van 1,1 miljoen euro en een verzilverde uitkering bouwclaim van 0,3 miljoen euro. Infra De uitgaven voor het bouw- en woonrijpmaken zijn 15 miljoen euro onder de raming gebleven; de corresponderende opbrengsten zijn eveneens 15 miljoen euro onder de raming gebleven. De bijdragen aan derden (Rijkswaterstaat en Prorail) zijn 9 miljoen euro onder de raming gebleven. Ook hier zijn de plan en VAT-kosten ruim 2 miljoen euro onder de raming gebleven. Van StadsOntwikkeling is een bijdrage van 2,6 miljoen euro ontvangen in de kosten van het Marinus van Tyrusviaduct. De geraamde concernbijdrage voor het onrendabele deel in de spoorverdubbeling van 3,4 miljoen euro is niet op deze doelstelling geboekt, maar met het onderhanden werk verrekend. Parken en plas Van de geraamde 16,9 miljoen euro voor verwerving is 1,8 miljoen euro gerealiseerd. De uitgaven voor bouw- en woonrijpmaken blijven 9,8 miljoen euro onder de raming. Dit betreft nagenoeg geheel het Máximapark. De plan- en VATkosten blijven 0,9 miljoen euro onder de raming. Van de geraamde opbrengst gronduitgifte en overige inkomsten van 9,8 miljoen euro is 2,1 miljoen euro gerealiseerd. Leidsche Rijn Centrum Een aantal projecten is overgeboekt naar het product 'Overige projecten'. Hiermee is het project Leidsche Rijn Centrum 'zichtbaarder' geworden. Deze mutatie blijkt achteraf gezien in de programmabegroting niet juist verwerkt te zijn waardoor er verschillen tussen programmabegroting en Jaarrekening zijn ontstaan. Deze administratieve verschillen komen ook tegenovergesteld voor bij 'overige projecten'. De kosten van het bouw- en woonrijpmaken zijn 0,9 miljoen euro onder de raming gebleven, de plan en VAT-kosten 0,7 miljoen euro. Van Rijkswaterstaat is een niet geraamde bijdrage van 2,9 miljoen euro in de WRK-leiding ontvangen. Overige projecten De hierboven genoemde overboeking zorgt ook hier voor de verschillen. Van de raming voor verwerving is 7,9 miljoen euro niet gerealiseerd. De uitgaven voor bouw- en woonrijpmaken blijven 9,5 miljoen euro onder de raming. De onderschrijding op de plan en VAT-kosten bedraagt 0,8 miljoen euro. De geraamde bijdragen aan derden blijft 4,9 miljoen euro onder de raming. De opbrengsten uit gronduitgifte blijven 9 miljoen euro achter bij de raming. Dit komt deels doordat de opbrengst uitgifte sportpark Rijnvliet ad 5,2 miljoen euro aan de DMO als negatieve lasten zijn verwerkt. In de begroting was een optimalisatie in de grondexploitatie van 17,9 miljoen euro geraamd. Voor zover deze taakstelling is gerealiseerd, is dit verwerkt in het verwachte tekort Leidsche Rijn per eind 2011. Het tekort van de grondexploitatie Leidsche Rijn bedroeg per 1-1-2011 57,6 miljoen euro. Na de actualisatie eind 2011 bedraagt het tekort 96,475 miljoen euro. In 2011 hebben we daarom 38,875 miljoen euro ten laste van de exploitatie aan de voorziening tekort grondexploitatie Leidsche Rijn toegevoegd. Voor een nadere toelichting op deze toename van het tekort verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Leidsche Rijn.
63
Mutaties reserves In de programmabegroting was een optimalisatie in de grondexploitatie van 17,9 miljoen euro geraamd. Dit bedrag is in de programmabegroting gestort in de dienstbedrijfsreserve.
64
1.7 Stationsgebied 1.7.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Samen met de partners het plangebied ontwikkelen tot een vernieuwd centrumgebied met intensief ruimtegebruik, hoogwaardige openbare ruimte, kantoren, woningen, detailhandel en leisurefuncties, evenals een hoogwaardige ovterminal door uitbreiding en opwaardering van de transfercapaciteit en de daar aanwezige infrastructuur voor trein, tram en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Deze missie is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst met het Rijk van 2 juli 2004. Evenals in de vorige periode het geval was, wordt ook in het collegeprogramma 2010-2014 voortgebouwd op de door de bevolking gekozen visie over de ontwikkeling van het Stationsgebied. De stedenbouwkundige principes van het (geactualiseerd) masterplan zijn: herstellen, verbinden en betekenis geven. Daaraan is sinds 2009 het principe van duurzaamheid toegevoegd. De herontwikkeling van het Stationsgebied is en blijft een dynamisch proces, waarbij maatschappelijke ontwikkelingen (van luchtkwaliteit tot economische crisis), planvoorbereiding en inmiddels ook planuitvoering elkaar beïnvloeden. Samenwerking met de eigenaren in het gebied (de private partnes), de gebruikers (reizigers, bezoekers, werknemers) en de verschillende belangengroeperingen (van Fietsersbond tot SOLGU), staat de komende periode hoog in het vaandel. De doelstellingen van fase 1 realiseren we in de periode tot 2018. Met de doelstellingen van fase 2, zijn wij in 2011 aan de slag gegaan. Effectdoelstelling 1: Economisch optimaal Een economisch optimaal benut Stationsgebied. Door de uitbreiding van vierkante meters winkels, voorzieningen en kantoren wordt werkgelegenheid toegevoegd. Daarnaast neemt, door de uitbreiding van het vastgoed en de kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte, de waarde van het vastgoed toe. De afzetmogelijkheden voor de marktpartijen zijn door de combinatie van bovenstaande factoren nog gunstig. Als gevolg van de toegenomen waarde van het totale vastgoed, nemen de jaarlijkse inkomsten ozb-opbrengsten. Effectdoelstelling 2: Aantrekkelijk en intensief Een aantrekkelijk en intensief gebruikt Stationsgebied. De leefbaarheid is sterk verbeterd door sociaal veilige en aantrekkelijke routes voor langzaam en snelverkeer (stadscorridor, de interwijkverbinding), een kwalitatief hoogwaardig ingericht openbaar gebied met aantrekkelijke pleinen en parken (onder andere Jaarbeursplein, Vredenburgplein, Smakkelaarsveld en Moreelsepark), toegevoegd groen en water (onder andere Catharijnesingel en Leidsche Rijn), de toegevoegde woningen in het gebied en heldere afspraken over beheer. Effectdoelstelling 3: Bereikbaar Een goed bereikbaar Stationsgebied. De nieuwe ov-terminal zorgt voor optimale transfermogelijkheden tussen de verschillende vormen van vervoer: trein, bus, tram, fiets en auto. De bereikbaarheid voor het openbaar verbetert door: de uitbreiding van de stationshal in combinatie met onder meer de vernieuwde tram- en busperrons;
• • de aanleg van toeleidende HOV-routes; • de bouw van 22.000 ov-gerelateerde fietsenstallingen; • de verbeterde bereikbaarheid van de overige modaliteiten (fiets, voetganger, auto).
65
Effectdoelstelling 4: Duurzaam Een duurzaam stationsgebied. Op 13 mei 2009 tekenden het Rijk, Provincie Utrecht, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, de gemeente, Corio, NS Poort en ProRail de intentieverklaring 'Het Utrechtse Stationsgebied geeft duurzame energie'. Bijlage bij deze intentieverklaring, is de catalogus 'het Utrechtse Stationsgebied geeft duurzame energie' met een 26 tal duurzaamheidsprojecten. Het is de bedoeling die projecten de komende jaren te onderzoeken en zo mogelijk uit te voeren. Effectindicatoren
2004
2007
Streefwaarde 2025
1.a
Toename aantal banen in het Stationsgebied met
0
0
2.280-2.510 fte 12
1.b
Toename netto contante waarde in het Stationsgebied met
0
0
290 miljoen euro 13
1.c
Toename ozb-opbrengsten per jaar met
0
0
4,8 miljoen euro 14
2.a
Toename waardering openbaar gebied, schoon en heel
6
0
7
2.b
Toename beleving gevoel van veiligheid
6
0
7
2.c
Aantal ov-reizigers
0
55 miljoen
100 miljoen euro
4.a
Realisatie groene daken
0
0
15 hectare
4.b
Toename aandeel oppervlak water en groen (huidig13%)
0
0
40%
0
0
8
Streefcijfer, volgens het GPR gebouw programma 4.c
(gebouwprestatienorm), van het te realiseren vastgoed
Relevante omgevingsfactoren Er is een aantal belangrijke omgevingsfactoren: de ambities en randvoorwaarden van het Rijk ( Ministerie van Infrastructuur en milieu);
• • de commerciële belangen van private partners, waaronder Corio, Jaarbeurs, NS en Rabobank; • de nog altijd toenemende vervoersstromen in het gebied; • de veelheid van partijen en belangen die zich in dit gebied manifesteren; • de ingewikkelde eigendomsrelaties; • de invloed van publiekrechtelijke voorschriften en procedures op de voortgang en de kosten; • de economische crisis. Deze omgevingsfactoren bepalen in belangrijke mate de (financiële) haalbaarheid en het tempo van de geplande ontwikkelingen.
1.7.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? In de programmatabel van het Stationsgebied staan de streefwaarden. Die tabel actualiseren we elk jaar bij de Bestuursrapportage Stationsgebied. In 2011 gaan de coördinerende, voorbereidende, randvoorwaardelijke werkzaamheden en conditionering van projecten door. Het gaat daarbij om: het opstellen en sluiten van ontwikkel- en projectovereenkomsten met de private partijen en het toetsen op
• nakoming ervan; • het ontwerpen en voorbereiden van projecten die door de gemeente uitgevoerd worden (vooral infrastructuur en openbare ruimte); • daarnaast gaan de conditionerende werkzaamheden door in de openbare ruimte; • werkzaamheden op publiekrechterlijk vlak (procedures en vergunningen); • toename aantal woningen met 2.229.
12
13 14
Bron: economische effectrapportage Bestuursinformatie/Ecorys 2008 Idem Idem
66
Werkgelegenheid en economische potentie Prestatiedoelstelling 1.1: Werkgelegenheid en economische potentie Vergroten van de werkgelegenheid en benutten van de economische potentie voor de stad als geheel. Prestaties lange termijn In 2018 willen we de volgende streefwaarden gerealiseerd hebben:
• toename aantal woningen met 2.229; • toename m kantoren (inclusief raadsbesluit 10-01-2008 betreffende knoopkazerne) met 251.714 m bvo; • toename m winkels 46.000 m vvo (inclusief 1.000 m dienstverlening); • toename m leisure met 70.000 m vvo; • toename m cultuur met 37.500 m bvo; • toename m hotel met 21.627 m bvo; • toename m horeca met 11.515 m bvo. 2 2
2
2
2
2
2
2 2 2
2
2
2
Prestaties korte termijn Planontwikkeling 2011: Smakkelaarsveld: 24 november 2011 Raadsbesluit ontwikkeling Smakkelaarsveld waarbij definitieve keuze is
• gemaakt voor Bibliotheek, Artplex, wonen en parkeergarage. • Sijpesteijnkwartier en ondergrondse parkeergarage Jaarbeursplein: 17 maart 2011 collegebesluit om de planontwikkeling Jaarbeurspleingarage (800 tot 1.000 plaatsen) te starten.
Voorbereidingsfase (planologische procedures): Parkeergarage Vredenburg (onherroepelijke bouwvergunning 28/02/11).
• • Interieur bestaande parkeergarage (onherroepelijke omgevingsvergunning bouwen 23/05/2011).
Planologische procedures: Bestemmingsplan Entreegebouw/ parkeergarage en plein Vredenburg: vastgesteld in de gemeenteraad van
•
19 januari 2012.
Overeenkomsten: Koopovereenkomst Cranenborch (met CBRE, rechtsopvolger van ING REIM) (december 2011).
• • Gezamenlijke Verklaring (herijking vervolgtraject met het karakter van een intentieovereenkomst) met de Jaarbeurs (mei 2011). • Per brief is vastgelegd dat NS Poort afstand doet van haar positie Vastgoedontwikkeling Nieuwe Stationsstraat Noordzijde, op grond van de Uitwerkingsovereenkomst. • Ten behoeve van voorzetgebouw V&D en vastgoedontwikkeling Nieuwe Stationsstraat Noordzijde, is schriftelijk met twee partijen exclusiviteit vastgelegd voor de lopende, verkennende fase
Lopende onderhandelingen op de volgende projecten: Jaarbeurs: herijking BOO Jaarbeurs, als basis voor korte termijn ontwikkelingen Kop Jaarbeurs:
•
projectovereenkomsten Megabioscoop, Holland Casino en Hotelwoningen en planontwikkeling nieuwe entree Oost inclusief Galaxyroom (Jaarbeurs) en lange termijntraject (fase 2: mogelijke herijking Omklap en Structuurvisie Jaarbeursterrein).
• ING REIM: ontwikkelovereenkomst Leeuwensteijn (CBRE). • Voorzetgebouw V&D: verkennende fase (ontwikkelaar/belegger). • Vastgoedontwikkeling Nieuwe Stationsstraat-Zuidzijde: verkennende fase (ontwikkelaar/belegger). • Jaarbeurspleingebouw: verkennende gesprekken met geïnteresseerd ontwikkelaar en belegger. • Entreegebouw, Catharijneknoop en parkeergarage (Corio); meerdere uitgifteovereenkomsten. • Knoopkazerne.
67
Projecten in uitvoering: bouw Muziekpaleis (gemeente), inclusief expeditietunnel en Catharijnebak;
• • woonwinkel gebouw De Vredenburg (Corio) (oplevering in 2012); • bouw Stadskantoor (NS Poort) (start bouw april 2011); • verbouwing Singelborch/ overbouwing Stationsstraat (Corio); • ov-terminal; • Stationsplein-West; • constructieve plaat Stationsplein-Oost. Gerealiseerde projecten: renovatie Noordertunnel;
• • tijdelijke taxivoorziening; • esplanade aan de Croeselaan; • aanvullende tijdelijke fietsenstalling Smakkelaarsveld. Leefbaarheid en Veiligheid Prestatiedoelstelling 2.1: Leefbaarheid en veiligheid Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in het Stationsgebied. De belangrijkste projecten die in 2018 (fase 1), zijn gerealiseerd en een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in het Stationsgebied zijn:
• gedeeltelijk herstel Catharijnesingel en gedeeltelijk herstel Leidsche Rijn; • openbare pleinen en parken (Jaarbeursplein, Stationspleinen, Vredenburgplein en Smakkelaarsveld; • Stadscorridor; • gebouwde fietsenstallingen rond de ov-terminal; • overige voorzieningen (groen, water, bruggen, fietsroutes etcetera). Prestaties korte termijn Gerealiseerd in 2011 aan de oostzijde: aanbesteding ontwerpteam en ingenieursdiensten Stationsplein-Oost afgerond;
• • aanbesteding en start bouw constructieve plaat voor Stationsplein-Oost (in samenwerking met ProRail); • vervangen diepriool Catharijnesingel midden aanbesteed (gunning is in afronding); • aanvulling fietsenstalling Smakkelaarsveld aanbesteed, gegund, uitgevoerd, opgeleverd; • diverse RO Procedures en vergunningen voor realisatie Catharijnesingel verkregen en nog onderhanden; • diverse RO Procedures en vergunningen voor realisatie tijdelijke tramhalte verkregen en nog onderhanden; • uitvoering conditionering Catharijnesingel en Stationsstraat (sloop bakken, verleggen kabels en leidingen) gerealiseerd en onderhanden.
Gerealiseerd in 2011 aan de westzijde: DO Stationsplein-West opgeleverd;
• • ontwikkelvisie Westplein opgeleverd en consultatietraject doorlopen; • aanbesteding Stationsplein-West/fietsenstalling doorlopen en gegund; bouw is gestart; • VO en locatie-engineering tijdelijke eindhalte tram zijn afgerond; • Esplanada (Rabobank Croeselaan) is uitgevoerd en opgeleverd; • sloop parkeergarage Jaarbeursplein aanbesteed, definitieve gunning opgeschort in verband met bezwaren concurrerende inschrijvers; • diverse conditionering, waaronder tijdelijke eindhalte tram (kabels en leidingen), sloop bovengrondse
parkeergarage Jaarbeursplein, div. werkzaamheden rondom Rabobank, Stationsplein-West en OVT uitgevoerd en/of nog in uitvoering.
Overige gerealiseerde mijlpalen: m.e.r. WKO Stationsgebied is in procedure gegaan bij de Provincie Utrecht;
• • diverse archeologisch onderzoek; • Voorovereenkomst financiering Biowasmachine gemaakt (ondertekening naar verwachting in voorjaar 2012). 68
Bereikbaarheid Prestatiedoelstelling 3.1: Bereikbaarheid Verbeteren van de bereikbaarheid van het Stationsgebied. Lange termijn prestaties: realisering ov-terminal (Rijk);
• • HOV-banen (gemeente); • toeleidende routes van bus en tram naar ov-terminal (gemeente); • RABO brug (gemeente). Planontwikkelingsfase: VO en DO Vredenburg noord (inclusief HOV);
• • Strategie document fietsparkeren; • DO Mineurslaan-Zuid (tijdelijke HOV baan); • DO 2e Asselijnstraat (tijdelijke HOV baan + ontsluiting westzijde spoorzone).
Voorbereidingsfase: Start sloop en bouw knoop HOV-viaduct Vredenburg en technische voorbereiding en procedures andere onderdelen
•
Vredenburgknoop.
Duurzaamheid Prestatiedoelstelling 4.1: Duurzaamheid Een zo duurzaam mogelijk Stationsgebied, vanuit lucht-, water- en bodemkwaliteit en gebruik van openbare ruimte. Prestaties korte termijn: beheer biowasmachine (overgedragen aan SO/ MILDU);
• • samenwerking met bedrijven en eigenaren op het gebied van groene daken/ groene gevels; • samenwerking met bewoners en Vogelwacht op het gebied van vogeltellingen; • studie met bedrijven naar vervoermanagement in het Stationsgebied; • onderzoek om het Jaarbeurskwartier te ontwikkelen vanuit het concept duurzaamheidsprincipes. Prestatie indicatoren
Begroting 2011
Realisatie 2011
1.1.a
Bilaterale ontwikkelovereenkomsten (bestuurlijke goedkeuring)
4
0
1.1.b
Bilaterale projectovereenkomst (bestuurlijke goedkeuring)
2
0
1.1.c
Uitgifteovereenkomsten
3
0
2.1.a
Op te leveren Voorlopig Ontwerp (VO)/Definitief Ontwerp (DO)
5
5
2.1.b
Op te leveren IPvE/Functioneel Ontwerp (FO)
1
1
2.1.c
Op te leveren bestek
2
7
2.1 d
RO procedures en vergunningen
2
2
2.1.e
Op te leveren aanbesteding
2
6
2.1.f
Conditionering
3
7
3.1.a
Op te leveren VO/DO
5
3
3.1.b
Op te leveren bestek
1
0
3.1.c
Uitvoering
1
1
4.1.a
Aanvullende convenanten
1
0
4.1.b
Samenwerking bedrijven/bewoners
2
n.v.t.
4.1.c
Eerste groene dak
1
0
4.1.d
Uitvoeren studie
1
1
69
1.7.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Verschil actueel Realisatie 2011
en realisatie
Lasten Werkgelegenheid en economische potentie
5.851
4.971
41.158
-36.187
45.915
32.161
21.891
10.270
7.550
1.529
710
819
Onderhanden werken
0
0
7.501
-7.501
Stadskantoor Incidenteel
0
0
786
-786
59.315
38.661
71.917
-33.256
potentie
21.151
17.977
20.496
2.519
Leefbaarheid en veiligheid
15.624
3.046
12.108
9.062
Leefbaarheid en veiligheid Bereikbaarheid
Totaal lasten Baten Werkgelegenheid en economische
Bereikbaarheid
2.225
3.888
117
-3.771
Onderhanden werken
19.256
13.041
0
-13.041
Totaal baten
58.257
37.951
32.721
-5.230
1.058
710
39.196
-38.486
Toevoegingen
0
536
536
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
1.058
1.246
39.732
-38.486
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Geprognosticeerde eindresultaat grondexploitatie Stationsgebied Op het programma Stationsgebied is een nadeel gerealiseerd van 38,5 miljoen euro negatief. Dit wordt vooral veroorzaakt door een verslechtering van het eindsaldo van de grondexploitatie Stationsgebied van nul naar 37,7 miljoen euro negatief. Om deze reden hebben wij de voorziening grondexploitatie Stationsgebied verhoogd met dit bedrag. Dit hebben wij verantwoord op de prestatiedoelstelling werkgelegenheid en economische potentie. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Stationsgebied 2012. Werkgelegenheid en economische potentie Naast de hierboven toegelichte verhoging van de lasten met 37,7 miljoen euro, zijn de lasten 1,5 miljoen euro lager dan geraamd doordat er 0,8 miljoen euro minder rentelasten aan deze prestatiedoelstelling zijn toegerekend en doordat de gerealiseerde plankosten 0,7 miljoen lager zijn dan geraamd. De gerealiseerde baten zijn 2,5 miljoen euro hoger dan geraamd. De afdracht van NS Vastgoed voor grondkosten van het project Mineurslaan-Noord (stadskantoor) is door indexatie 1,5 miljoen euro hoger dan geraamd. De in 2011 ontvangen 4e tranche van de NSP subsidie is 0,04 miljoen euro hoger dan geraamd. Daarmee is het gehele NSP subsidiebedrag (54 miljoen euro) van het Rijk ontvangen. Door het nog een jaar door exploiteren van de Jaarbeurspleingarage is vanuit de parkeerexploitatie 1,2 miljoen euro ontvangen. Verder is er 0,13 miljoen euro meer ontvangen door meer plan- en proceskosten gerelateerde doorbelastingen. De ontvangen renteopbrengsten zijn 0,37 miljoen euro lager dan geraamd.
70
Leefbaarheid en veiligheid De lasten zijn 10,3 miljoen euro lager dan geraamd. Dit is ondermeer te verklaren door het naar 2012 doorschuiven van werkzaamheden aan het Stationsplein-West en HOV-West (8,7 miljoen euro) en werkzaamheden in verband met conditionerende maatregelen (kabels en leidingen), milieu en tijdelijke maatregelen (1,9 miljoen euro). Verder zijn er 0,8 miljoen euro minder rentelasten aan deze prestatiedoelstelling toegerekend. De VAT kosten zijn 1,1 miljoen euro hoger dan geraamd in verband met extra inspanning voor de projecten Vredenburgknoop (bodemproblematiek) en de voorbereiding het project Stationsplein-Oost (complexiteit). De baten zijn 9,0 miljoen euro hoger dan geraamd door de eerder ontvangen bijdrage van ProRail voor het Stationsplein-West van 10 miljoen euro. Deze bijdrage was aanvankelijk begroot in 2012. De geraamde doorbelasting van 0,56 miljoen euro voor de projecten tijdelijke eindhalte en vertramming word in 2012 gerealiseerd. De ontvangen renteopbrengsten zijn 0,37 miljoen euro lager dan geraamd. Bereikbaarheid De lasten zijn 0,8 miljoen euro lager dan geraamd doordat de verwerving van de Guardian (0,5 miljoen euro) voor het project ov-terminal is doorgeschoven naar 2012 en het project Rabobrug is vertraagd, waardoor een deel van de geraamde plan- en proceskosten (0,3 miljoen euro) is doorgeschoven naar 2012. De baten zijn 3,7 miljoen euro lager dan geraamd. De begrote bijdrage van de Rabobank van 2,8 miljoen euro is nog niet ontvangen. In december 2011 is met de Rabobank overeenstemming bereikt over deze bijdrage waardoor de eerste deelbetaling in 2012 wordt afgerekend. De in 2011 begrote bijdrage van de BRU van 1,0 miljoen euro (VERDER pakket) is niet binnengekomen. Er is inmiddels afgesproken dat 80% van de totale bijdrage van 5 miljoen euro in 2012 zal worden uitbetaald bij het vaststellen van het definitief ontwerp en het restant als er zekerheid is over de uitvoering. Onderhanden werken (OHW) Jaarlijks wordt het verschil tussen lasten en baten aan onderhanden werken toegevoegd c.q. onttrokken. Omdat dit jaar ten opzichte van de programmabegroting meer inkomsten zijn gegenereerd, heeft er een storting plaatsgevonden van 7,5 miljoen euro. Stadskantoor incidenteel Bij de vaststelling van de Voorjaarsnota 2011 heeft de gemeenteraad een krediet verstrekt voor het Stadskantoor, Stenen en Middelen. De hierbij beschikbaar gestelde incidentele en structurele middelen zijn in 2011 voorlopig nog opgenomen bij het onderdeel overige stelposten van het programma Algemene Middelen en Onvoorzien. Voor de uitvoering van het krediet is in 2011 voor een bedrag van 0,786 miljoen euro aan incidentele kosten gemaakt. Deze kosten moeten nog worden verrekend met de betreffende stelpost. Dit doen we bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Bij de 2e technische wijziging 2012 hevelen we de resterende incidentele middelen over van de stelpost naar het programma Stationsgebied.
71
1.8 Beheer Openbare Ruimte 1.8.1 Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1: Technische kwaliteit De openbare ruimte is van en voor iedereen: veilig in gebruik en heel. Voor 2011 is voornamelijk ingezet op wegwerken van achterstallig onderhoud en de fysieke veiligheid van de openbare ruimte waarborgen. Zo zijn vele grote en minder grote projecten daadwerkelijk tot uitvoering gekomen. Naast projecten uit het Jaarplan 2011 zijn ook projecten uit het voorgaande jaar uitgevoerd danwel afgerond. De middelen die eind 2010 weliswaar belegd waren in aanbestede projecten maar nog niet uitgevoerd waren, zijn inmiddels geheel besteed. Door onveilige situaties te voorkomen en constructies duurzaam te herstellen werd zelfs circa 1 miljoen euro meer besteed dan begroot. Om de veiligheid voor gebruikers van de openbare ruimte te blijven garanderen voeren we inspecties en rationeel economisch onderhoud uit. Als we niet direct het benodigde onderhoud kunnen uitvoeren stellen we desnoods een deel van de openbare ruimte tijdelijk buiten gebruik als dat voor de veiligheid noodzakelijk is. In 2011 hebben we functiebeperkende maatregelen moeten treffen. Dankzij de extra investeringsmiddelen voor achterstallig onderhoud zien we een afname in dit soort beperkingen van 75 keer in 2006 en 30 tot 40 keer in 2007 en 2008 naar 24 beperkingen in 2009. In 2011 waren het er veertien, wat aangeeft dat de investeringen renderen. Het merendeel betreft het weren van te zwaar verkeer over bruggen en het beperken van de maximum snelheid op wegen vanwege de staat van het wegdek. Effectdoelstelling 2: Visuele kwaliteit De openbare ruimte is schoon, netjes en ordelijk.
• In 2011 zijn gedurende het hele jaar objectieve metingen (door middel van een schouw) gedaan naar de kwaliteit
van de openbare ruimte. In totaal twaalf keer een schouw voor schoon en vier keer voor groen. Het gestelde doel is zowel voor schoon als voor groen gerealiseerd.
• De norm voor groenonderhoud is: niet minder dan 91% van de gemeten punten scoort een voldoende of hoger. In alle wijken voldoet het groenonderhoud gemiddeld aan de norm. De productgroepen kruiden/sierrozen en
gazon/grasveld afzonderlijk halen de norm net niet (beide 90% voldoende of hoger). Door het droge voorjaar scoorde de kwaliteit van het groen over het algemeen goed.
• De norm voor schoon is: niet minder dan 92% van de gemeten punten scoort een voldoende of hoger. Dit jaar
bleven we stadsbreed (ruim) binnen deze norm. De doelstelling om in de binnenstad en winkelcentra niet minder
dan 90% van de gemeten punten een zeven of hoger te laten scoren staat onder druk.
• De betere score ten opzichte van 2010 is deels te verklaren door de weersomstandigheden: in tegenstelling tot 2010 is in 2011 nauwelijks tot geen sneeuw gevallen, waardoor de schoonmaakwerkzaamheden gewoon
uitgevoerd konden worden. Daarnaast was er in 2011 sprake van een slechte zomer, waardoor bewoners en bezoekers minder tijd buiten doorbrachten. Dit heeft een positief effect gehad op de hoeveelheid zwerfvuil. Ook het bladruimen verliep in 2011 beter, doordat er geen sneeuw en nauwelijks regen viel. In overeenstemming met motie 2009-74 is het hele jaar extra inzet op schoon gepleegd in de binnenstad en winkelgebieden. Er zijn 1.973 bekeuringen uitgedeeld voor auto's die verkeerd geparkeerd stonden in het groen. Daarnaast hebben we winkelwagens, voertuigwrakken, fietswrakken en illegale reclameborden verwijderd uit de openbare ruimte. Op uitstallingen is gehandhaafd in situaties waarin veiligheid of bruikbaarheid van de weg in het geding was zoals op de Kanaalstraat en rond winkelcentra. Handhaven op verkeerd aangeboden huishoudelijk afval en bedrijfsafval levert een belangrijke bijdrage aan het tegengaan van vervuiling op straat. In totaal werden bijna 1.722 beschikkingen uitgeschreven. Dat is 32,4% minder als het afgelopen jaar, dat heeft te maken het verleggen van prioriteit naar handhaven op te laat aanbieden van afval, omdat dit meer zwerfvuil veroorzaakt.
73
Effectindicatoren 1
Aantal fysieke maatregelen met verlies van functionaliteit
2
Oordeel bewoners over schoon zijn openbare ruimte
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
24
14
6
n.n.b.
9
4
8
3
Maximaal percentage openbare ruimte groen met een 3
kwaliteit lager dan voldoende Maximaal percentage openbare ruimte schoon met een
4
kwaliteit lager dan voldoende
1.8.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Technische kwaliteit Prestatiedoelstelling 1.1: Voorkomen fysieke onveiligheid Wegwerken van (urgent) achterstallig onderhoud.
• In het kader van het Wijkwaterplan-Zuid werd een aanvang gemaakt met de vergroening van de oevers in Hoograven, waarbij in de uitvoering beschoeiingen worden vervangen door ecologische oevers. • Het vergroeningseffect van de bomen en groenprojecten begint langzaam zichtbaar te worden, door de jong aangeplante bomen het bos niet meer zien is een effect dat enige tijd duurt om te bereiken. • Naast afronding van overlopende projecten uit 2010 (overigens geheel uitgevoerd) hebben we in de planning van
2011 werk dat snel uitgevoerd kon worden, naar voren gehaald. Dit betreft vooral de aanpak van verhardingen in woonstraten. Daarom kunnen we in 2012 meer aandacht besteden aan verhardingen op doorgaande en ontsluitingswegen.
• In 2011 kon er veel baggerwerk worden verzet dankzij gedegen voorbereiding en strakke planning. • De bruggen in Amelisweerd zijn opgeknapt, waarmee de aantrekkelijkheid en de bereikbaarheid van dit voor de
stad zo belangrijke recreatiegebied is versterkt. Voor ons werk aan de Gooisebrug ontving Utrecht de Betonprijs. Er werden diverse andere bruggen opgeknapt, waaronder de Prins Hendrikbrug, waar ondanks alle tegenslagen, de bewoners tevreden waren over de afwikkeling. Een ander moeizaam verlopend project zijn de wal- en kluismuren. De conceptvisie konden we samen met bewoners en andere belanghebbenden afronden.
• Op de Kardinaal de Jongweg hebben we de groen golf in verkeerslichten gerealiseerd en op de Aartsbisschop Romerostraat hebben we het eerste project met LEDverlichting gerealiseerd.
Visuele kwaliteit Prestatiedoelstelling 2.1: Visueel onderhoud Uitvoeren visueel onderhoud gericht op een kwaliteit die beoordeeld wordt op ’voldoende’. In alle tien wijken voldeed het groenonderhoud gemiddeld aan de norm van 6. De score over 2011 was duidelijk beter dan in 2010, toen nog zes wijken aan de afgesproken doelstelling voldeden. Een belangrijke oorzaak is dat we bij de resultaten van 2011 de boomspiegels buiten beschouwing laten, aangezien we sinds 2010 de boomspiegels niet meer onderhouden. Door het droge voorjaar scoorde de kwaliteit van het groen over het algemeen goed. Bij de productgroep gazon/grasveld is het achterstallig onderhoud nog niet volledig weggewerkt. Daarnaast was het in de zomer bijzonder groeizaam weer, waardoor het gras soms te lang was. In 2011 zijn er ruim 12.500 BMU-meldingen behandeld. Dit zijn ongeveer 500 meldingen minder dan in 2010. Een directe oorzaak is hiervoor niet aan te wijzen omdat het aantal BMU-meldingen door verschillende factoren wordt bepaald. Gelet op de bereikte resultaten bij het onderhoud, verklaren we daaruit een deel van deze daling. Overigens werd van de meldingen in 2011 95% afgedaan binnen de termijn die ervoor staat.
74
Prestatiedoelstelling 2.2: Bevorderen participatie Bevorderen van participatie. Het zelfbeheer van groen wordt, conform Programmabegroting 2011, aangegeven in de context van de wijkgroenplannen. Hierover rapporteren wij onder die noemer. In 2011 zijn we gestart met een pilot voor het sponsoren van rotondes. Op dit moment worden er twee (één in Overvecht en één in Rivierenwijk) gesponsord door aannemers. Prestatiedoelstelling 2.3: Optimalisering gebruik inzamelpunten In stand houden serviceniveau afvalinzameling en niveau van afvalscheiding. De doelstellingen voor een hoog serviceniveau van de afvalinzameling in 2011 zijn gehaald. In 2007 waren er nog gemiddeld 1,2 meldingen per ondergrondse container (die vol of kapot waren). In 2009 was dat aantal gedaald naar gemiddeld 0,85 meldingen. In 2011 werden slechts 0,74 meldingen per ondergrondse container geconstateerd, ruim onder de streefwaarde. Ook de afhandeltijd van bewonersmeldingen (aangaande ondergrondse containers) is de afgelopen jaren gedaald. In 2009 was de gemiddelde afhandeltermijn vier werkdagen per melding. In 2011 is deze afhandeltermijn nog verder gedaald naar 2,7 werkdagen, wederom ruim onder de streefwaarde. De tevredenheid van de inwoners over de afvalinzameling is een maatstaf voor het geleverde serviceniveau. In 2010 was ruim 80% van de ondervraagde inwoners tevreden of zeer tevreden over de afvalinzameling. In 2011 lag dit percentage wederom op 80%, precies op de streefwaarde. Prestatiedoelstelling 2.4: Reguleren gebruik openbare orde Reguleren van het gebruik van de openbare ruimte door voorlichting, vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het afgelopen jaar heeft Toezicht en Handhaving stadsbreed 26% van zijn tijd ingezet op programma Beheer Openbare Ruimte. Dit is 1% hoger dan de afgesproken norm van 25%. In 2011 is ook strafrechtelijk gehandhaafd door gebruik van de bestuurlijke strafbeschikking. Dankzij de bestuurlijke strafbeschikking kunnen we sneller handhaven op het veroorzaken op zwerfafval, het onjuist aanbieden van afval en hondenoverlast. Dit gebeurde in 829 gevallen waarin een boete werd uitgedeeld. Voor het mogen gebruiken van de openbare ruimte zijn ruim 8.859 vergunningen verleend in 2011, dit is 3.000 vergunningen meer dan vorig jaar. Dit komt vooral omdat voorheen bij aansluiting riolering onder één document, c.q. vergunning, meerdere aansluitingen werden vergund. Nu wordt per aansluiting een document opgesteld dat de eigenaar van de aangesloten woning ontvangt. Daarnaast is het aantal meldingen van opbrekingen om kabels en leidingen te leggen toegenomen, de totale lengte van opgebroken weg is nauwelijks veranderd. Daardoor zijn de inkomsten uit leges ook onveranderd gebleven. Evenals vorig jaar werden in 2011 circa 200 velvergunningen verleend. Daarnaast zijn er geen leges in rekening gebracht voor 438 meldingen van buurt en straatfeesten en 175 ontheffingen aan straatartiesten. Zoals ten doel gesteld in Programmabegroting 2011, is het nu mogelijk om met iDEAL te betalen. Prestatie indicatoren 1.1.a
Projectrealisatie in planjaar
1.1.b
Vervanging riolering
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
100%
100%
5 kilometer
5,2 kilometer
Aantal wijken waar het groenonderhoud aan de 2.1
norm voldoet (minder dan 10% scoort onvoldoende)
2.2
Aantal zelfbeheercontracten
6
10
450
450
Percentage inwoners dat tevreden of zeer tevreden 2.3.a
is over afvalinzameling
80%
80%
2.3.b
Aantal meldingen per ondergronds inzamelpunt
0,85
0,74
4,0 dagen
2,7 dagen
65%
71%
Afhandeltijd van meldingen over ondergrondse 2.3.c
inzamelpunten
2.4
Toezicht op straat (percentage buitenuren)
75
1.8.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Voorkomen fysieke onveiligheid
80.786
84.249
96.038
-11.789
Dagelijks onderhoud
32.127
30.789
30.192
597
4.876
4.483
4.434
49
41.108
37.095
34.573
2.521
4.340
4.715
5.291
-575
163.238
161.331
170.528
-9.197
37.228
38.189
46.344
8.155
918
635
198
-437
Lasten
Reguleren gebruik openbare ruimte Optimaliseren gebruik inzamelpunten Bevorderen van participatie Totaal lasten Baten Voorkomen fysieke onveiligheid Dagelijks onderhoud Reguleren gebruik openbare ruimte
3.965
3.965
4.252
287
44.936
40.480
43.118
2.637
5
67
356
290
Totaal baten
87.052
83.336
94.268
10.932
Saldo lasten en baten
76.186
77.995
76.260
1.734
Optimaliseren gebruik inzamelpunten Bevorderen van participatie
Mutaties reserves Toevoegingen
5.000
5.000
5.000
0
Onttrekkingen
0
12.086
13.142
1.056
81.186
70.909
68.119
2.790
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Voorkomen fysieke onveiligheid De lasten zijn 11,8 miljoen euro hoger dan begroot. Een overloop aan projecten 2010 bij de kapitaalgoederen openbare ruimte is in 2011 tot realisatie gebracht. Daarnaast werden projecten 2012 in voorbereiding genomen, zodat in 2012 eerder dan gebruikelijk tot uitvoering kan worden overgegaan. Hierdoor zijn de lasten 0,974 miljoen euro hoger dan begroot. Daarnaast zijn er voor circa 7,6 miljoen euro aan te ontvangen subsidiebedragen begroot als negatieve lasten, terwijl deze zijn verantwoord als ontvangen baten. Hierdoor zijn zowel de lasten en als de baten 7,6 miljoen euro hoger dan begroot. Verder is een nadeel ontstaan als gevolg van niet ontvangen subsidies in 2011 in het kader van langcyclisch beheer. De lasten zijn 1,9 miljoen euro hoger dan begroot vanwege onvoorziene uitvoeringskosten. Van het project wal- en kluismuren is in 2011 0,626 miljoen euro niet besteed. Ten slotte heeft een afboeking plaatsgevonden van de destijds geactiveerde crisisimpuls rioleringsinvesteringen. Het hierdoor ontstane nadeel van 1 miljoen euro wordt gedekt uit een onttrekking aan de betreffende reserve. Daarnaast zijn in 2011 de restauratiekosten van de forten Blauwkapel, de Gagel en Lunet 3 uit de periode 2008 tot met 2011 geactiveerd. De Gemeente Utrecht heeft de intentie deze forten te exploiteren, waardoor de restauratiekosten op basis van de regelgeving als investeringen met een economisch nut dienen te worden beschouwd en dienen te worden geactiveerd. Hierdoor is ten opzichte van de programmabegroting per saldo een voordeel ontstaan van 2,2 miljoen euro, bestaande uit lagere lasten van 3,7 miljoen euro en lagere baten van 1,5 miljoen euro.
76
In de hogere baten ten opzichte van de programmabegroting zijn tevens 1,209 miljoen euro aan hogere opbrengsten rioolheffing verantwoord. Dit wordt veroorzaakt door de doorwerking van extra volume van voorgaande jaren en voordelige afwikkelingsverschillen. Dagelijks onderhoud De lagere lasten en baten worden voornamelijk veroorzaakt doordat in de programmabegroting abusievelijk is blijven staan de geprognosticeerde werken voor derden (0,502 miljoen euro). Wij stellen voor dit in de eerstvolgende technische wijziging aan te passen. In stand houden serviceniveau afvalinzameling en niveau van afvalscheiding De gerealiseerde lasten zijn 2,5 miljoen euro lager dan begroot. Voor het onderdeel huishoudelijk afval wordt dit vooral veroorzaakt door lagere kapitaallasten en onderhoudskosten ondergrondse infrastructuur. In het tarief voor 2012 is al rekening gehouden met de structurele componenten van deze voordelen. Daarnaast zijn de lasten en baten lager dan begroot door omzetaanpassing van het bedrijfsafval, vooral vanwege doorgevoerde tariefsverlaging als gevolg van gedaalde verwerkingskosten (1,42 miljoen euro). De baten zijn door voordelen op de afvalstoffenheffing hoger uitgevallen dan begroot. Oorzaken hiervan zijn de doorwerking van een hoger volume uit voorgaande jaren en voordelige afwikkelingsverschillen (1,527 miljoen euro). Ook zijn de baten hoger uitgevallen dan begroot doordat opbrengsten van de afvalverwerking zijn gestegen door vooral een hogere papierprijs (1,642 miljoen euro). Bevorderen van participatie De lasten en baten zijn hoger dan begroot in verband met aanleg en in gebruik nemen van de natuurtuin 't Zand. Mutaties reserves De onttrekking aan de reserve van 1,056 miljoen euro in 2011 betreft de aflossing van de crisisimpuls rioleringswerken (1,0 miljoen euro). Het bedrag van 0,056 miljoen euro betreft de afschrijvingen met betrekking tot de crisisimpuls investeringen. In 2009 en 2010 zijn er versnelde investeringen in rioleringswerken gedaan. Terugbetaling van het totale bedrag van 5,0 miljoen euro aan de algemene dekkingsreserve vindt jaarlijks plaats voor 1 miljoen euro in de periode 2011 tot en met 2015.
77
1.9 Veiligheid 1.9.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Realiseren van een veilige stad. In 2011 hebben we op tal van manieren gewerkt aan het terugdringen van overlast en criminaliteit. Veiligheid raakt aan veel beleidsterreinen. Om blijvend resultaat te bereiken in de veiligheid is de inzet van andere programma's zoals Jeugd, Beheer Openbare Ruimte, Economische Zaken, Welzijn en Volksgezondheid van belang. Effectdoelstelling 1: Terugdringen criminaliteit en onveiligheidsgevoel Terugdringen criminaliteit en onveiligheidsgevoel.
• In 2011 is de totale geregistreerde criminaliteit ten opzichte van 2010 met 2% afgenomen. Ten opzichte van 2006 is een afname met 21% bereikt. Hiermee is de doelstelling voor 2011 (-19%) ruimschoots bereikt. De meest in het oogspringende dalingen zijn autokraak (-16%) en bedrijfsinbraak (-12%). De meest opvallende stijger is winkeldiefstal met 26%. Het aantal woninginbraken is gedaald met 2%, waarmee de stijgende trend van de drie voorgaande jaren doorbroken is. Niettemin is de doelstelling (handhaven niveau 2006) nog niet bereikt.
• Na de sterke daling van geweld in 2010 (-21%), is het aantal geweldsdelicten in 2011 weer licht gestegen (+5%). Daarmee is de doelstelling voor 2011 (handhaven niveau 2010) niet gehaald. Het • percentage inwoners dat zich 'vaak' onveilig voelt, is vrijwel gelijk gebleven (3,0% in 2011 ten opzichte van
3,1% in 2010). Dit percentage schommelt al jaren rond de 3%. Het percentage inwoners dat zich 'wel eens' onveilig voelt in de eigen buurt is afgenomen, en wel van 27,4% in 2010 naar 25,8% in 2011.
• Na de stijging van de ervaren jongerenoverlast in 2010 (van 13,7% in 2009 naar 18,8% in 2010), is het aandeel
inwoners dat zegt 'vaak' last te hebben van jongeren in 2011 stabiel gebleven (18,7%). Hiermee is de doelstelling voor 2011 (14,0%) niet bereikt. Het aantal hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen in de stad is gedaald van 43 naar 36. Al deze groepen zijn in beeld en hebben een vorm van aanpak.
Effectdoelstelling 2: Voorkoming calamiteiten, crises en verstoringen Zoveel mogelijk voorkomen van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde. Doet zich een calamiteit, crisis of verstoring van de openbare orde voor, zijn het aantal slachtoffers en schade beperkt. In 2011 hebben zich geen grootschalige calamiteiten of crises voorgedaan. Wel hebben zich enkele ernstige overlastincidenten voorgedaan waaronder die in Terwijde en in de Breedstraatbuurt. Bij de wedstrijd FC Utrecht – FC Twente is de openbare orde ernstig verstoord door supporters. De wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast, beter bekend als de Voetbalwet, is in 2011 negen keer toegepast, met als resultaat negen gebiedsverboden, waarvan vier gekoppeld aan een groepsverbod. In 2011 is gestart met het opzetten van een incidentenmanagementsysteem om de gecoördineerde sturing op incidenten te versterken. Potentiële incidenten worden systematisch in beeld gebracht en gevolgd.
79
Effectindicatoren 1.a
Onveiligheidsgevoelens (percentage 'wel eens')
1.b
Onveiligheidsgevoelens (percentage 'vaak')
1.c
Ervaren jongerenoverlast (percentage 'vaak')
1.d
Geregistreerde criminaliteit
1.e
waarvan geweldsdelicten
1.f 1.g
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
27,4% 15
25,8%
3,1% 16
3,0%
14%
18,7%
30.195
28.509
2.456
2.546
waarvan woninginbraken
2.376
2.662
waarvan auto-inbraken
7.733
5.994
1.9.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Terugdringen criminaliteit en onveiligheidsgevoel Prestatiedoelstelling 1.1: Aanpak Veiligheidsvraagstukken Aanpak specifiek gericht op jeugdoverlast, –criminaliteit, geweld, auto- en woninginbraak, stedelijk en met maatwerk in de wijken. Nazorg meerderjarige veelplegers en ex-gedetineerden In 2011 heeft het coördinatiepunt nazorg alle ex-gedetineerden, die dat nodig hadden, bemiddeld naar zorg. Het aantal uitgestroomde gedetineerden bedroeg 891 personen. Autokraak In 2011 waren er 5.994 autokraken in Utrecht. Dat is 16% minder dan in 2010 en 51% minder dan in 2006. Wij hebben onze inzet gecontinueerd. Toezichthouders hebben 11.440 auto’s gecontroleerd, 745 auto's hadden buit of open portieren. Ook continueerden wij het overleg met de beheerders van de parkeergarages in de Binnenstad over maatregelen tegen autokraken. In 2011 hebben we bij de ingangswegen van Rijnsweerd-Zuid borden geplaatst met het aantal autokraken in de afgelopen maand in die buurt. Het aantal autokraken per maand nam af van acht naar twee. Woninginbraak In 2011 waren er 2.662 woninginbraken in Utrecht, 2% minder dan in 2010, een daling voor het eerst sinds drie jaar. In 2011 zijn er 2.824 woningen beveiligd volgens de normen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen, grotendeels nieuwbouwwoningen. Daarnaast hebben 495 particulieren hun eigen woning beveiligd met een subsidie van de gemeente. Op hot spots zijn door woningcorporaties fysieke anti-inbraakmaatregelen genomen. We hebben in verschillende buurten in totaal vijftien bewonersavonden (met gemiddeld 50 bewoners) met het thema Veilig Wonen georganiseerd. Toezichthouders bezochten slachtoffers en hun buren om ze te waarschuwen voor een (herhalings) inbraak en preventieadviezen te geven. In de wijk Noordwest hebben speciaal opgeleide studenten in december, 4.500 adressen bezocht met inbraakpreventieadviezen. Bedrijvigheid en Veiligheid Het Keurmerk Veilig Ondernemen, met samenwerking tussen ondernemers, politie, gemeente en andere instellingen, werd in 2011 succesvol voortgezet in 33 gebieden. Winkelcentrum Vleuterweide werd als nummer 34 toegevoegd. Met onze steun is een stadsbreed Ondernemersfonds opgezet. Met middelen uit dit fonds wordt onder andere het Dienstencentrum Beveiliging gecontinueerd. Het aantal bedrijfsinbraken daalde opnieuw, nu met 12%. Wijkveiligheid en veiligheidsbeleving De tien Utrechtse wijken tonen een wisselend criminaliteitsbeeld. In de wijken Oost (-7%), Noordoost (-10%), West (-11%) en Zuid (-10%) zien we een daling van de geregistreerde criminaliteit. In de wijken Binnenstad (2%), Leidsche Rijn (2%), Vleuten-De Meern (3%), Overvecht (6%) en Zuidwest (3%) stijgt de criminaliteit licht. In Noordwest is de criminaliteit
15
Deze doelstelling 2011 wijkt af van die in de Programmabegroting 2011; voor het bepalen van deze indicator volgen
wij met ingang van 2011 de systematiek van de landelijke Veiligheidsmonitor. 16 Idem. 80
stabiel gebleven. Wanneer we de cijfers relateren aan de bevolkingsomvang, dan zien we een gunstiger beeld voor de wijken Leidsche Rijn en Vleuten–De Meern 17 . We continueerden de intensieve aanpak in de vijf urgentiegebieden: 1. Overvecht met haar subwijken. 2. Kanaleneiland-Transwijk. 3. Zuilen/Ondiep/2e Daalsebuurt. 4. Nieuw Hoograven/Bokkenbuurt. 5. Binnenstad. De eerste vier urgentiegebieden vallen samen met de Krachtwijken, waar we plannen uitvoerden bestaande uit een mix van fysieke, economische, sociale en veiligheidsmaatregelen voor een vitale woon-, werk- en leefomgeving. In de Binnenstad hebben we de geplande aanpak Veilig Uitgaan gerealiseerd. Daaronder vallen de werkwijze Collectieve Horeca Ontzeggingen en het Panel Deurbeleid. Met de ondertekening op 31 mei van het Convenant Veilig Uitgaan 2011 - trainingen 2015 door Koninklijke Horeca Nederland/afdeling Utrecht, gemeente, politie Utrecht, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio Utrecht wordt continuering van deze succesvolle aanpak gewaarborgd. We hebben een integraal plan van aanpak ontwikkeld om de toename van harddrugsoverlast in de Breedstraatbuurt en omgeving de kop in te drukken. Dit plan voeren wij in 2012 uit. Door een reeks overlastincidenten in Terwijde, waarbij onder andere sprake was van intimidatie van buurtbewoners door jongeren, hebben we de inzet op deze overlastgevende groep geïntensiveerd in de vorm van extra jongerenwerk, extra toezicht en cameratoezicht. In 2011 zijn 31 nieuwe bewonersinitiatieven buurtveiligheid gestart. Daarnaast waren 29 initiatieven nog in uitvoering, gestart vóór 2011. Bij dertien van de 31 nieuwe initiatieven is sprake van een coproductie met bewoners, ondernemers en gemeente. We hebben hoge prioriteit gegeven aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid binnen de aanpak jeugdoverlast. De ketenpartners hebben een werkproces opgesteld voor het voeren van oudergesprekken. In diverse wijken zijn ouders volgens dit stramien stevig aangesproken. Toezicht en Handhaving De Boa's liepen gemiddeld 71% van hun werkzame tijd buiten voor surveillance. Toezicht en Handhaving heeft in 2010 stadsbreed 74% van haar capaciteit ingezet voor het programma Veiligheid. De inzet ter bestrijding van jeugdoverlast kwam uit op 31%, die op auto- en woninginbraak was stadsbreed bij elkaar 15%. Op buitenevenementen is in totaal 3% van de capaciteit ingezet. Op verloedering, overlast en reguliere surveillance werd stadsbreed 25% van de capaciteit gericht. Cameratoezicht De aanbestede camera's voor het Stationsgebied, door het Rijk gefinancierd in het kader van terrorismebestrijding, zijn in 2011 operationeel geworden. Jeugd en veiligheid (zie ook programma Jeugd)
• Samen met de ketenpartners is voor zeventien jeugdgroepen een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd volgens de methodiek Groepsaanpak, dat is voor vier groepen minder dan gepland. In 2011 is namelijk besloten om dezelfde groepen aan te pakken als in 2010 om ruimte te creëren bij de ketenpartners voor een verbeterde werkwijze gericht op de efficiency, focus en flexibiliteit van de groepsaanpak. Implementatie van de nieuwe
•
werkwijze start in het voorjaar van 2012. In 2011 hebben we de jongeren die terugkeerden uit detentie een nazorgtraject geboden, indien zij daar behoefte aan hadden. In 2011 hebben 36 jongeren na hun detentie een traject Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer (NPT) gevolgd. Eveneens in het kader van nazorg hebben 60 jongeren een traject Titan gevolgd. We hebben de samenwerking tussen Titan en het Jongerenloket verbeterd.
• De maatregelen in het kader van 'Onze Toekomst' zijn in 2011 volgens planning uitgevoerd. Er is vooral
geïnvesteerd in het beter bereiken van de Marokkaanse gemeenschap. Zo heeft Bureau Jeugdzorg dankzij de inzet van intermediairs meer gezinnen bereikt, en hebben de schoolcontactfunctionarissen bijgedragen aan het terugdringen van schooluitval en vergroten van ouderbetrokkenheid.
• Evenals in 2010 vervulde Utrecht ook in 2011 de landelijke coördinatierol bij de aanpak van probleemjongeren van Marokkaanse afkomst.
17
Wanneer we de criminaliteitscijfers afzetten tegen het aantal inwoners+arbeidsplaatsen, neemt de criminaliteit in
Leidsche Rijn af met 3%. In Vleuten –De Meern blijft het criminaliteitsniveau stabiel. 81
• In 2011 hebben we voor de 12 minners de projecten Forza en Tawazoun voortgezet. Daarnaast zijn we in
Overvecht gestart met een vergelijkbaar initiatief, BNS Xtra, Begeleiding Na Schooltijd aan kinderen van 8-12 jaar die problematisch gedrag vertonen. Van de twee Jongerenteams in Utrecht zijn we in teruggegaan naar één stedelijk team. Daarvoor is een nieuw samenwerkingsconvenant met de politie afgesloten.
• We zijn gestart met het verbeteren van de signalering en doorverwijzing naar geschikt aanbod van jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB). Daarnaast bieden de projecten Titan en NPT hun methodiek ook in aangepaste vorm aan voor de LVB doelgroep.
• We hebben het project Pretty Woman volgens planning voortgezet. Daarmee zijn ruim 50 meiden die slachtoffer waren van jeugdprostitutie bereikt met hulpverlening en is voorlichting gegeven aan meiden in risicosituaties.
Aanpak ernstig overlastgevende gezinnen met politie- en justitiecontacten In 2011 is de aanpak door het Verwey-Jonker Instituut onderzocht en is de methodiek verder omschreven. Bij de gezinnen, waarvoor de aanpak is afgesloten, is de overlast en criminaliteit afgenomen. In 2012 wordt de aanpak voortgezet. Geweld Dankzij de inspanningen vanuit de pilot daderaanpak geweld is er goed zicht op het aantal geweldplegers in de stad en worden recidiverende geweldplegers in het veiligheidshuis beter gesignaleerd, waarna een aanpak op maat volgt. Het regionale convenant met alle samenwerkingspartners rond huiselijk geweld wordt pas in 2012 vernieuwd omdat we de invoering van de wet Meldcode huiselijk geweld hebben afgewacht. Het project Veilige Publieke Taak heeft medewerkers met een publieke taak geholpen door middel van een incidentenregistratie, een duidelijk aangiftebeleid en het toepassen van goede eigen interventies bij agressie en geweld. ‘Waar ligt de Grens’ bijeenkomsten hebben de eigen kracht van organisaties met publieke taken versterkt. Op 6 oktober 2011 heeft de gezamenlijke inzending van het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie en de Gemeente Utrecht de Veilig Publieke Taak Award 2011 van het Ministerie van Binnenlandse zaken gewonnen. Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit Vijf personen zijn veroordeeld vanwege mensenhandel, de registratie van prostituees leverde daarover 53 signalen op. Na drie spoedsluitingen vanwege aangetroffen drugs zijn ook de vergunningen van die horecagelegenheden definitief ingetrokken. Elf dossiers Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door Openbaar Bestuur ( BIBOB) werden in behandeling genomen en tien afgerond, ze betroffen allen de horecasector. Er zijn 71 hennepkwekerijen opgerold. In 2011 is een gemeentelijke projectgroep Vastgoed gevormd om misbruik (huisjesmelkers, achterstallig onderhoud, fraude, witwassen) in kaart te brengen. Tevens is één casus aangepakt door een gezamenlijke intensieve handhaving met politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst en de gemeente. Prostitutie In 2011 is de daadwerkelijke registratie van prostituees van start gegaan en sinds oktober 2011 wordt de nieuwe Algemene Politieverordening (APV, met wijzigingen voor de prostitutiesector) ook daadwerkelijk gehandhaafd. Een voorlichtingscampagne is gehouden om bezoekers te betrekken bij het signaleren van mensenhandel. In 2012 komt er een evaluatie van de genomen maatregelen tegen mensenhandel.
Voorkoming calamiteiten, crises en verstoringen Prestatiedoelstelling 2.1: Voorkomen incidenten Uitvoeren van activiteiten gericht op het voorkomen van calamiteiten, crises en verstoringen van de openbare orde.
• In 2011 is er regie gevoerd op 39 openbare manifestaties en demonstraties, Deze zijn voorbereid in samenwerking met de politie. Er is vergunning verleend voor negentien wedstrijden betaald voetbal. De regie op
vergunningverlening aan de grotere binnenevenementen is sinds 1 januari 2011 overgedragen aan de dienst StadsOntwikkeling.
• Sinds 1 november 2010 is Gay Alert actief en zijn er 23 meldingen behandeld, waarvan acht in 2010 en vijftien in 2011. • We hebben de handhavingstrategie Horeca vastgesteld. Horecagelegenheden zijn integraal gecontroleerd, en aan terrassen is bijzondere aandacht besteed. Er zijn ruim 400 klachten behandeld, twaalf gelegenheden werden gesloten.
• Van de 89 gecontroleerde sportverenigingen is bij 70 de vergunning inmiddels in orde, bij negentien loopt de procedure.
82
• We hebben eveneens de handhavingstrategie Seksinrichtingen vastgesteld. Er zijn 38 controles uitgevoerd waarvan een kwart samen met de politie. Na meldingen over illegale prostitutie zijn vier illegale seksinrichtingen aangepakt. •
Prestatiedoelstelling 2.2: Bestrijden incidenten
Uitvoeren van activiteiten uit gericht op het bestrijden van incidenten. In 2011 hebben zich geen grote crises voorgedaan; de crisisorganisatie is niettemin vijf maal opgeschaald (verdenking explosieven, twee branden, een gaslek en de bom bij Fort Blauwkapel). In verband met de voetbalrellen na de wedstrijd FC Utrecht – FC Twente is de driehoek bijeen geroepen. Er werden drie grootschalige operationele oefeningen gehouden in samenwerking met de Jaarbeurs en Rijkswaterstaat (Tunnel A2). Voor de tunnel hebben wij een rampenbestrijdingsplan opgesteld, dat onder de nieuwe Wet Veiligheidsregio's door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is vastgesteld. In 2011 heeft de VRU voor het eerst gedurende een heel kalenderjaar activiteiten ontplooid op het terrein van brandveiligheid, crisisbeheersing, ambulancezorg en geneeskundige hulp bij ongevallen bij ongevallen en rampen. De in 2011 te leveren prestaties en de organisatorische en financiële verplichtingen waren vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Voor 2012 wordt een nieuwe DVO afgesloten. Prestatie indicatoren
Begroting 2011
2.1.a
Aantal urgentiegebieden
2.1.b
Aantal projecten Keurmerk Veilig Wonen
Realisatie 2011
5
5
33
34
2.1.c
Aantal toezichthouders en handhavers (in fte)
130
124
2.1.d
Aantal aangepakte overlastgevende en criminele groepen
21
17
2.1.e 18
Aantal trajecten casemanagement overlastjongeren
35
35
2.1.f
Aantal trajecten dagbesteding Titan
60
60
2.1.g
Aantal trajecten Intensief outreachende hulpverlening
116
116
2.1.h
Aantal trajecten Marokkaanse oudercoaches
107
107
2.1.i
Aantal trajecten Jongeren op Straat (lichte hulpverlening)
75
75
2.1.j
Aantal trajecten Pretty Woman 19
32
50
2.1.k
Aantal trajecten Jongerenteams
15
15
2.1.l
Aantal trajecten Nieuwe perspectieven bij terugkeer
36
36
2.1.m
Aantal Peer trajecten
17
17
2.1.n
Aantal wijken met aanpak Jongeren op Straat
10
10
8
8
School en Veiligheid: Rapportcijfer van leerlingen over 2.1.o
veiligheid op school
1.9.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
19.650
19.540
21.310
-1.770
6.614
4.909
5.156
-247
Bestrijden incidenten
28.311
30.507
30.816
-309
Totaal lasten
54.575
54.955
57.282
-2.327
Lasten Aanpak Veiligheidsvraagstukken Voorkomen incidenten
18
2.1.e t/m 2.1.m: realisatie 2011 betreft de in 2011 ingekochte trajecten
19
En 10 extra wachtlijst trajecten. 83
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Baten Aanpak Veiligheidsvraagstukken
181
0
1.824
1.824
Voorkomen incidenten
319
383
1.190
807
0
0
167
167
500
383
3.181
2.798
54.075
54.573
54.102
471
Bestrijden incidenten Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
660
660
0
54.075
53.913
53.442
471
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Aanpak Veiligheidsvraagstukken Het nadeel op de lasten van 1,77 miljoen euro is vooral ontstaan door de besteding van niet begrote subsidies voor projecten bij Veilig Ondernemen (1,24 miljoen euro) en rijksbijdragen (0,50 miljoen euro) voor onder andere de nazorg van ex-gedetineerden in stad en regio en de coördinatie van het samenwerkingsverband Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. Daarnaast zijn de lasten voor de wijkbureaus en wijkservicecentra 0,34 miljoen euro hoger doordat de bezuinigingen op onder meer facilitaire kosten, huur en gezamenlijke huisvesting van wijkbureaus nog niet gerealiseerd zijn. Het saldo van de overige voor- en nadelen bedraagt 0,31 miljoen euro voordelig. Het voordeel op de baten van 1,82 miljoen euro wordt verklaard door de ontvangst van de niet begrote subsidies (1,27 miljoen euro) en rijksbijdragen (0,56 miljoen euro). Voorkomen incidenten Het nadeel op de lasten van 0,25 miljoen euro is als volgt opgebouwd: niet begrote uitgaven voor project Cameratoezicht Stationsgebied (nadeel 1 miljoen euro);
• • lagere uitgaven voor de opzet Burgernet (voordeel 0,1 miljoen euro); • lagere uitgaven voor het uitstapprogramma prostituees (voordeel 0,08 miljoen euro); • lagere bijdrage aan het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (voordeel 0,06 miljoen euro); • lagere bijdrage aan slachtofferhulp doordat de subsidie al in 2010 was uitbetaald (voordeel 0,07 miljoen euro); • lagere uitgaven voor niet-kerntaken politie (voordeel 0,09 miljoen euro); • lagere uitgaven voor regulier cameratoezicht en het uitkijken van beelden (voordeel 0,21 miljoen euro); • lagere uitgaven voor oefeningen crisisbeheersing (voordeel 0,07 miljoen euro); • diverse posten (voordeel 0,07 miljoen euro). Het voordeel op de baten bedraagt 0,81 miljoen euro. Dit voordeel ontstaat vooral door de ontvangen bijdrage van 0,94 miljoen in het kader van Cameratoezicht Stationsgebied. Daarnaast zijn de ontvangen leges voor niet-kerntaken politie 0,09 miljoen euro lager dan begroot. De overige voor- en nadelen bedragen per saldo 0,04 miljoen euro nadelig. Bestrijden incidenten Het nadeel op de lasten bedraagt 0,31 miljoen euro. Wij werden in 2011 nog geconfronteerd met kosten vanuit de overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio Utrecht (VRU), onder andere door de afspraak met de VRU dat (meer)kosten van functioneel leeftijdsontslag door de Gemeente Utrecht worden vergoed (nadeel 0,82 miljoen euro).
84
Aan de andere kant is het structureel budget voor de gebruiksvergunningen voor een groot deel achtergebleven bij de Gemeente Utrecht en zijn hierop in 2011 nauwelijks kosten gemaakt (voordeel 0,5 miljoen euro). Het voordeel op de baten van 0,17 miljoen euro wordt vooral verklaard door de ontvangen leges voor gebruiksvergunningen in verband met de inhaalslag gebruiksvergunningen van de brandweer.
85
1.10 Cultuur 1.10.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Verder profileren van Utrecht als aantrekkelijke cultuurstad met internationale allure. Eind 2011 stelde de gemeenteraad de cultuurvisie 2012-2022 'Open ruimte' vast. Deze visie vormt het beleidskader voor de cultuurnotaprocedure. Wij hebben ingezet op een krachtig geprofileerde en veerkrachtige culturele sector, als belangrijke bouwsteen voor een creatief, verbeeldingrijk Utrecht en een kansrijke kandidatuur voor Culturele Hoofdstad. Wij hebben rekening gehouden met forse vermindering van bijdragen van Rijk en Provincie. Ook besluiten van het Rijk als de BTW-verhoging en het afschaffen van de WWIK hebben hun invloed op het kunstklimaat in de stad. De bedrijfsvoering van de culturele instellingen kreeg mede om die reden extra aandacht. Effectdoelstelling 1: Programmering Een breed scala van culturele instellingen in de stad organiseert en programmeert een veelzijdig, divers, artistiek interessant aanbod voor een publiek van kenners en niet-kenners, wat bijdraagt aan de vooraanstaande positie van Utrecht als aantrekkelijke cultuurstad. Utrecht kenmerkte zich door een brede, gevarieerde en artistiek interessante programmering van diverse presentatieplekken als podia, musea en festivals. Naast het artistieke belang leverde dit een bijdrage aan de aantrekkelijkheid van de stad voor bewoners en bedrijfsleven. Effectdoelstelling 2: Productie De stad kenmerkt zich door een bloeiend productieklimaat, dat diverse makers in uiteenlopende disciplines aan de stad bindt en ze inspireert tot kwalitatief hoogstaande producties en projecten. Dit draagt bij aan de culturele dynamiek en veelzijdigheid van het culturele leven en daarmee aan de landelijke en internationale betekenis van Utrecht als cultuurstad. Diverse Utrechtse makers leverden een bijdrage aan de artistiek interessante programmering. Zowel binnen de stadsgrenzen, in de regio, het land als het buitenland hebben deze makers zich gepresenteerd. Effectdoelstelling 3: Participatie Een breed, divers samengesteld publiek van kenners en niet-kenners, afkomstig van binnen en buiten de stad, neemt deel aan het culturele leven in de stad. Tegen de landelijke tendens weet in Utrecht een breed, geïnteresseerd publiek met onverminderd enthousiasme de weg naar de podia te vinden. Relevante omgevingsfactoren Welke omgevingsfactoren hebben een rol gespeeld en met welk effect?
87
Effectindicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
Handhaving positie
Gehandhaafd
34
34
Landelijke positie als aantrekkelijke stad op grond van cultureel 1.a
aanbod 20
2.a
Aantal positief gewaardeerde instellingen Cultuurnota Aantal bezoekers cultuurdiensten en gesubsidieerde culturele
3.a
instellingen (in miljoenen)
≥ 1,8
> 1,8
3.b
Percentage Utrechters dat cultureel aanbod waardeert
≥80%
86%
3.c
Percentage Utrechters bekend met Vrede van Utrecht 2013 21
50%
27%
3.d
Percentage Utrechters bekend met Culturele Hoofdstad 2018
50%
29%
1.10.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Groeibudget collegeprogramma Uit het groeibudget zijn in 2011 activiteiten – bijvoorbeeld bij Filmfestival, Uitfeest, Kosmopolis, Literaire Activiteiten – en wijkgerichte voorzieningen – als Stefanus en De Dansvloer – gecontinueerd die slechts voor enige jaren waren gedekt. De eerder aangekondigde bezuinigingen op Omroep Utrecht en Centrale Programma Organisatie werden gehalveerd en de stadseditie van RTV kon worden voortgezet. Wij ondersteunden twee veelbelovende, talentvolle initiatieven in opmaat naar de cultuurnota 2013-2016. Tenslotte investeerden wij in de totstandkoming van een kansrijk bidbook voor Culturele Hoofdstad 2018, in cofinanciering met de Provincie.
Programmering Prestatiedoelstelling 1.1: Accommodaties Faciliteren van voldoende goed toegeruste culturele accommodaties, zowel in de binnenstad als de naoorlogse wijken en Leidsche Rijn.
• Muziekpaleis: in 2011 zijn belangrijke stappen gezet naar de samenwerking in één nieuwe organisatie voor de
exploitatie van het Muziekpaleis. De ontwikkelingen lopen zodanig op schema dat de nieuwe organisatie na de oplevering van het gebouw de exploitatie naar verwachting goed voorbereid ter hand zal kunnen nemen.
• In 2011 is de verzelfstandiging van de Stadsschouwburg afgerond: in december is de overdrachtsovereenkomst
getekend met de nieuwe stichting. Er is nader onderzoek verricht door Langeveld Consultancy naar de financiële haalbaarheid van een schouwburg met 7 x 16 levendigheid in Leidsche Rijn Centrum (uitkomsten worden voorgelegd in 2012). Daarnaast startte de voorbereiding van de renovatie Blauwe Zaal, entreegebied en kantoren met Dudokspecialist Van Hoogevest Architecten.
• • In 2011 is besloten om op het Smakkelaarsveld de Bibliotheek en filmzalen, en niet het UCK, te huisvesten. De Wij hebben het Structuurontwerp en Bestemmingsplan Castellum Hoge Woerd vastgesteld.
voorkeur voor het exploiteren van de filmzalen gaat in eerste instantie naar stichting Artplex, welke het ondernemingsplan verder zal uitwerken.
Prestatiedoelstelling 1.2: Programmering Faciliteren van artistiek aantrekkelijke programmeringsactiviteiten van Utrechtse culturele instellingen.
• Muziekcentrum Vredenburg consolideerde, ondanks de BTW-verhoging en recessie, de in 2010 gerealiseerde
stijging van het gemiddeld aantal concertbezoeken voor beide zalen. De begrootte stijging (circa 4%) van het totaal aantal bezoeken is niet gerealiseerd, vooral vanwege een lager aantal concerten in de grote zaal (Leidsche Rijn) en
20
Bron: Atlas voor Gemeenten.
21
Deze indicator is gebaseerd op de Inwonersenquête. Ten opzichte van voorgaande jaren is de bekendheid met 2013
en 2018 enkele procenten gestegen, maar is het hoge ambitieniveau van 50% niet bereikt. Daarnaast is in 2011 echter een vergelijkbaar onderzoek gedaan middels het bewonerspanel. Hieruit bleek dat 55% van deze respondenten weet dat Utrecht zich kandidaat stelt als Culturele Hoofdstad en circa 60% het belangrijk vindt dat Utrecht met een internationaal cultureel programma stil staat bij 300 jaar Vrede van Utrecht. 88
een hoger aantal in de kleine zaal (Leeuwenbergh). Dit laatste is onder andere gevolg van de voortzetting van lunchconcerten en de eerste editie van Gaudeamus Muziekweek. MCV investeerde wederom in verdere ontwikkeling van educatieve activiteiten en realiseerde daarmee een verdere stijging van het aantal bezoeken door jeugdig publiek. Samenwerking met het Muziekcentrum van de Omroepen, de Publieke Omroep (Vrijdag van Vredenburg) en de huisfestivals (Festival Oude Muziek, Internationaal Kamermuziek Festival en Liszt Concours) is gecontinueerd, met een recordaantal bezoekers voor het 9de Internationaal Kamermuziekfestival. Richtinggevend voor zowel organisatie als programmering is de inhoudelijke koers die voor het Muziekpaleis wordt ontwikkeld. De commerciële verhuur heeft goed geanticipeerd op de marktontwikkeling; er is geïnvesteerd in de business to cliënt markt en met de daarbij gerealiseerde publieke evenementen zijn nieuwe doelgroepen bereikt.
• Het aantal bezoekers van de Stadsschouwburg is met 5% gedaald. Het bezettingspercentage in de Douwe
Egbertszaal was 80%, in de Blauwe Zaal 76%. Het totaal bezoek bedraagt 239.938, waarvan 202.640 voor de reguliere programmering. Het resultaat op commerciële verhuringen steeg met 27%. De taakstellingen zijn met efficiencymaatregelen ingevuld. Van stadsgezelschap DUS zijn dit jaar twee succesvolle seriebespelingen getoond (Augustus Oklahoma; reprise De Ingebeelde Zieke). Bijzonder locatietheater is getoond met Psychosis van Thibaud Delpeut en Blaarkoppen op landgoed Berrschoten. Door de festivalprogrammering van Festival a/d Werf en Springdance was er internationaal vooraanstaand aanbod te zien. Ook uit Marokko, Turkije en de Antillen zijn voorstellingen gepresenteerd. De jeugd is optimaal bediend, onder meer door festival Tweetakt, de voorstellingen
van het Filiaal en de uitgebreide jeugdtheaterprogrammering van de schouwburg zelf.
• Het Centraal Museum sluit af met 147.000 bezoekers: 9.000 meer dan 2010, ondanks reductie van het aantal rondleidingen in het Rietveld Schröderhuis en versobering van verschillende museale activiteiten vanwege
taakstellingen. Het museum leverde een interactief en samenhangend tentoonstellings- en projectenprogramma rondom alle collecties. Wij realiseerden twee internationale samenwerkingen, met NAI (Rotterdam) en MAXXI (Rome) werd 'Rietvelds Universum' gerealiseerd, met het Staatliches Museum Schwerin (D) ‘Het Bloemaert Effect!’. In het kader van diverse Utrechtse festivals (zoals Nederlands Film Festival) is samenwerking gerealiseerd op projectniveau en zelfs acquisitie voor de museumcollectie: experimentele aankopen in het kader van de collectie Mode. Dit kader is geformuleerd in het Collectiebeleidsplan #0 2011-2013. Het onderwijs, van primair tot universitair, is actief betrokken. Het additionele budget werd ingezet voor bijzondere programmering en projecten, voorbeeld hiervan was het experiment met het museum als werkplaats.
• Afspraken zoals vastgelegd in het Cultuurconvenant 2009-2012 over programmerende instellingen (podia, festivals, presentatieplekken beeldende kunst) zijn gerealiseerd. • Ad hoc manifestaties in diverse kunstdisciplines en programmeringsactiviteiten Muziek in Kerken zijn ondersteund op basis van adviezen van onafhankelijke adviescommissies. De • SJU bleek voorjaar 2011 in grote financiële problemen te verkeren en niet langer in staat om voor het geplande subsidiegeld een behoorlijk activiteitenplan uit te voeren. Het bestuur heeft in goed overleg met ons besloten de
programmering op locatie Varkensmarkt met ingang van seizoen 2011/2012 stop te zetten en de SJU-organisatie te ontmantelen. Vredenburg heeft samen met Tivoli een plan ontwikkeld voor alternatieve jazzprogrammering op uiteenlopende locaties, als voorbereiding op de jazzprogrammering in het Muziekpaleis.
• Het Yo! Operafestival organiseerde haar zesde en laatste festival. Artistiek leider Anthony Heidweiller ontving voor zijn grote bijdrage aan het culturele leven in en buiten de stad de Utrechtse Cultuurprijs.
Productie Prestatiedoelstelling 2.1: Broedplaatsen Faciliteren van huisvesting en werkruimten ten behoeve van Utrechtse makers.
• De verbouwing van cultuurhuis Stefanus (Overvecht) is grotendeels gerealiseerd: de zaal is gereed. Bouwkundige afronding (overkappen patio) vindt plaats 1ste kwartaal 2012. • Atelierwoningen Witte Pand (Noordwest): na aanpassingen in ontwerp (op basis van opmerkingen Welstand) is vergunning verleend en zijn werkzaamheden gestart. • We stimuleren de ontwikkeling van creatieve zones binnen transitiegebieden als Rotsoord en Cartesius, zo is stichting NuCultuur van start gegaan met de ontwikkeling van een broedplaats voor talent in de Cartesiusdriehoek. • Cultuurhuis Cereol: in 2011 is gewerkt aan de invulling van de samenwerking van de verschillende gebruikers en het Definitief Ontwerp. Na overleg met Welstand zijn in het laatste nog enkele wijzigingen aangebracht en wordt het DO begin 2012 afgerond.
• Het onderzoek naar mogelijkheden voor herhuisvesting BAK loopt en wordt gecontinueerd in 2012. • De Kersenboomgaard (Leidsche Rijn) werd in september feestelijk geopend, alle 30 atelierwoningen zijn bewoond. 89
• Vanaf voorjaar 2011 is SWK betrokken bij de doorstart van het project Archimedeslaan. In gesprek met STW, de
eigenaar en ons en op basis van de audit heeft stichting Sophia zich teruggetrokken. Vanaf 1 oktober 2011 huurt SWK 52 werkruimten van STW en heeft met de zittende huurders nieuwe overeenkomsten afgesloten.
Prestatiedoelstelling 2.2: Productie Faciliteren van artistiek interessante productieactiviteiten van Utrechtse makers.
• Afspraken zoals vastgelegd in Cultuurconvenant 2009-2012 over producerende instellingen (theatergroepen, muziekensembles, beeldende-kunstinstellingen, productiehuizen) zijn gerealiseerd. • Ad hoc producties van Utrechtse makers in diverse disciplines zijn ondersteund op basis van adviezen van onafhankelijke adviescommissies.
Participatie Prestatiedoelstelling 3.1: Participatie Bevorderen van de betrokkenheid bij cultuur van een breed publiek van kenners en niet-kenners afkomstig uit Utrecht en daarbuiten.
• Afspraken zoals vastgelegd in Cultuurconvenant 2009-2012 over instellingen gericht op participatie zijn gerealiseerd. • Stichting Cultuurpromotie Utrecht realiseerde negen Culturele Zondagen. • Het programma Cultuurparticipatie 2009-2012 - amateurkunst, cultuureducatie en immaterieel erfgoed – is volgens 'De ontdekking van het creatieve vermogen' uitgevoerd. Vanwege grote interesse is een extra tranche Creatieve Partnerschappen jaarsubsidie georganiseerd.
• 124 amateurkunstorganisaties werden ondersteund met een basissubsidie. In totaal hadden deze verenigingen 3.829 leden. • Het artistieke concept van het programma 'Kunst in het Stationsgebied' is gereed, en de ontwerpen van
kunstenaars voor de manifestatie in 2013 zijn in ontwikkeling. De kunsttoepassing op het Jaarbeursplein verschuift
naar achteren doordat de totale herinrichting van het Jaarbeursplein is opgeschort.
• In navolging van de museumnotitie 'De ontdekking van de Utrechtse musea' ondersteunden wij Stichting Utrechts Museumkwartier om de samenwerking en bekendheid van Utrechtse musea te bevorderen. • Kunstuitleen Utrecht: in 2011 is het aantal schoolklasbezoeken primair onderwijs stabiel gebleven. De profilering
van de educatieve tak onder Brede Scholen en de gebruikstoename van ‘Kunst uit de Kist’ en ‘Andere Ogen’ leidde tot een stijging in deelnemers. Het bereik bij voortgezet onderwijs is vanwege de inzet van de doorlopende leerlijn op het Amadeus Lyceum nog steeds groeiende. De ‘artist in residence’ met kunstenaar Reijnders heeft geresulteerd in de gewenste verdieping op deze Cultuurprofielschool. De toename bij het VO bereik zit tevens in de verdubbeling van het aantal VMBO leerlingen bij ‘Dichtkunst’. De stijging in het bereik door publieksactiviteiten is dankzij de samenwerking met Cultuur in Oost en de actie 'Nederland Leest.' De educatieprojecten zijn het afgelopen jaar deels aangepast op de aanstaande viering van de Vrede van Utrecht.
• Op initiatiefvoorstel van de gemeenteraad startte begin 2011 het Jeugdcultuurfonds. Prestatiedoelstelling 3.2: Internationalisering Internationale uitwisseling en samenwerking dragen bij aan het vergroten van de belangstelling vanuit het buitenland voor Utrecht Cultuurstad.
• De bidbookontwikkeling stond in het teken van co-creatie: ruim 1000 Utrechters hebben meegedacht over visie,
missie en programma en ruim 200 projectideeën zijn opgehaald. Het programma voor de viering Vrede van Utrecht 2013 staat stevig in de grondverf, in aanloop hiernaar organiseerde de stichting in 2011 onder meer Festival De Basis (vliegbasis Soesterberg) en VJ op de Dom (samen ruim 10.000 bezoekers). Met de Council Vrede van Utrecht worden invloedrijke bedrijven gekoppeld aan de ambitie om Utrecht als stad en regio van kennis en cultuur (inter)nationaal op de kaart te zetten.
• Het G4-project Holland Art Cities is in 2011 afgerond.
90
Prestatie indicatoren 1.1.a
Gerealiseerde/aangepaste accommodaties
1.2.a
Aantal voorstellingen Stadsschouwburg
1.2.b
Aantal concerten/verhuringen Muziekcentrum Vredenburg
1.2.c
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
2
1 22
490
501
313
340
Aantal tentoonstellingen Centraal Museum 24
12
25
2.1.a
Aantal gerealiseerde permanente werkruimten 25
84
60
2.1.b
Aantal permanente werkruimten
556
522
2.2.a
Aantal gehonoreerde projectaanvragen 26
110
134
3.1.a
Aantal gesubsidieerde verenigingen amateurkunst
127
124
3.1.b
Aantal bezoekers Stadsschouwburg 27
215.000
239.398
3.1.c
Aantal bezoekers Muziekcentrum Vredenburg
192.000
185.206
3.1.d
Aantal bezoekers Centraal Museum
125.000
147.172
3.1.e
Aantal abonnementen Kunstuitleen Utrecht
4.015
4.072
3.1.f
Aantal deelnemers educatie Kunstuitleen
3.000
4.156
3.1.g
Aantal bezoekers Culturele Zondagen
200.000
176.123
n.v.t.
n.v.t.
23
Indicatoren met betrekking tot internationalisering: zijn in 3.2.a
ontwikkeling
1.10.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Lasten Programmering
40.952
42.844
41.890
954
Productie
3.369
4.327
4.480
-154
Participatie
5.733
5.505
5.366
139
Internationalisering
2.550
2.869
2.669
199
52.603
55.544
54.405
1.139
10.648
12.746
12.391
-355
1
0
0
0
1.437
189
223
33
0
0
0
0
Totaal baten
12.087
12.936
12.614
-321
Saldo lasten en baten
40.517
42.608
41.791
817
Totaal lasten Baten Programmering Productie Participatie Internationalisering
22
De opening van de verbouwde Stefanus vindt plaats in 2012.
23
Betreft professionele programmering Douwe Egbertszaal en Blauwe Zaal, exclusief besloten verhuringen en
amateurvoorstellingen. Aantal voorstellingen op overige locaties tellen niet mee omdat deze alleen georganiseerd worden indien daar additionele middelen voor verworven zijn. De verdubbeling van het aantal tentoonstellingen door het Centraal Museum zit in het feit dat het museum veel kleine
24
projecten heeft gerealiseerd die niet allemaal waren begroot, en als aparte presentatie zijn gerekend. Voorbeelden zijn een presentatie van de gevelstenen in de Nicolaikerk en een reeks presentaties van recente aanwinsten. In de begroting zijn per abuis de werkruimtes aan de Archimedeslaan opgenomen. Dit betreffen echter tijdelijke
25
ruimtes. Amateurkunst, podiumkunst, beeldende kunst, film/audiovisueel, cultuurparticipatie.
26 27
Betreft alle bezoekers van de schouwburg, inclusief besloten verhuringen en amateurvoorstellingen. 91
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Mutaties reserves Toevoegingen
288
1.107
831
276
Onttrekkingen
3.055
5.298
5.058
-240
37.750
38.417
37.564
853
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Programmering Vredenburg sloot af met een positief exploitatiesaldo van 0,45 miljoen euro. Hiervan heeft 0,19 miljoen euro
•
betrekking op de reguliere exploitatie en 0,26 miljoen euro op frictiekosten en Muziekpaleis. Het resultaat van de artistieke programmering inclusief horeca is circa 0,1 miljoen euro negatief, vooral veroorzaakt door het niet realiseren van de begrote stijging aantal bezoeken. Het financieel resultaat van de commerciële activiteiten is gelijk aan 2010. De rendementstoename is:0,05 miljoen euro lager dan begroot als gevolg van de marktontwikkeling.
• De post onvoorzien bestemd voor tegenvallende inkomsten van de activiteiten en de lagere overheadkosten compenseren het tegenvallende resultaat op de activiteiten tot 0,19 miljoen euro positief. • 0,16 miljoen euro frictiekosten is niet uitgegeven en zal geëgaliseerd worden met uitgaven in volgende jaren. Voor
het Muziekpaleis is sprake van een nog te verwerken exploitatiebijdrage van 0,26 miljoen euro en van 0,16 miljoen euro voorbereidingskosten.
• Stadsschouwburg: de lasten (0,495 miljoen euro) en baten (0,109 miljoen euro) waren lager dan begroot, deze zijn afhankelijk van de programmeringsamenstelling. Van het budget definitiefase renovatie is 0,280 miljoen euro niet
besteed in 2011.
• Het Centraal Museum organiseerde meer evenementen waardoor zowel de baten (0,163 miljoen euro) als de lasten (0,171 miljoen euro) iets hoger zijn uitgekomen dan begroot. • De overige extra kosten van 0,233 miljoen euro hebben betrekking op de versterking van de financiële positie van een aantal culturele instellingen aan de vooravond van de nieuwe cultuurnotaperiode.
Participatie In het kader van beter begroten is door het college van B en W besloten om de begrote stortingen en onttrekkingen aan de reserves zo veel mogelijk uit de programmabegroting te halen. Daarom hebben zowel de onttrekking als storting in de reserve Fonds Stadsverfraaiing niet plaatsgevonden. Het jaarlijkse budget is uitgegeven zoals bedoeld. Internationalisering Er is bestuurlijk besloten dat het bedrag dat gebudgetteerd is voor investeringen in het kader van de Vrede van Utrecht wordt gereserveerd voor Castellum Hoge Woerd.
92
1.11 Sport 1.11.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Utrecht is een dynamische sportstad waar iedereen meedoet op zijn of haar niveau. September 2011 heeft de gemeenteraad de Sportnota 'In Utrecht staat jouw talent centraal 2011 – 2016' vastgesteld. De Sportnota richt zich op de volgende doelstellingen: het versterken van de sportverenigingen, het verhogen van de sport- en beweegdeelname naar Olympisch niveau – minimaal 75% van de Utrechters boven de zestien jaar doet in 2016 regelmatig aan sport -, de Jeugdsportdeelname in de Krachtwijken is met 2% punt gestegen en in niet Krachtwijken gelijk gebleven, Utrecht als podium voor (topsport) talentontwikkeling en kwalitatief goede accommodaties. Effectdoelstelling 1: Basisvoorzieningen Meer inwoners zijn tevreden over de sportvoorzieningen in de stad. Het percentage inwoners dat tevreden is over de Utrechtse sportvoorzieningen is uitgekomen op 70%. Effectdoelstelling 2: Zwembaden Stabiliseren van het bezoekersaantal van de vier Utrechtse zwembaden. Het is in 2011 niet gelukt om de bezoekersaantallen te stabiliseren. Zwembad De Kwakel was vanwege problemen met de waterkwaliteit van januari tot april gesloten. Na een proefopenstelling van circa een half jaar is zwembad De Kwakel in oktober 2011 weer volledig opengesteld voor het publiek. De tijdelijke sluiting van De Kwakel en De Krommerijn vanwege renovatie heeft in 2011 geleid tot 81.000 minder bezoekers. Effectdoelstelling 3: Buitenaccommodaties Realiseren van een optimale bezettingsgraad van de sportparken met aandacht voor nieuwe toepassingsmogelijkheden. Door aanleg van kunstgrasvelden op verschillende sportparken hebben we in 2011 meer wedstrijd- en trainingscapaciteit voor verenigingen gecreëerd. Het onderhoud van de sportparken is van hoog niveau. Daarnaast faciliteren we het onderhoud van speel- en volkstuinen. Effectdoelstelling 4: Binnenaccommodaties Realiseren van een optimale bezettingsgraad van de sporthallen en een gewaardeerd beheer van de multifunctionele accommodaties. De bezettingsgraad van de gemeentelijke sporthallen is in 2011 stabiel gebleven. We hebben ons aanbod in 2011 uitgebreid met een turnhal op sportpark Welgelegen, een sportzaal op Thorbeckepark en realiseerden op het sportpark aan de Zuilenselaan een nieuwe sporthal ter vervanging van sporthal Zuilen. De waardering van het beheer van een Multifunctionele accommodatie hebben we in 2011 gemeten met een klanttevredenheidsonderzoek bij Nieuw Welgelegen met een score van 7.2. Effectdoelstelling 5: Sportstimulering Realiseren van effectiever verenigingsondersteuning en zorgen dat meer mensen in aanraking komen met sport (verenigingen) door wijkgerichte kennismaking en toeleiding. De sportdeelname van de jeugd is fors toegenomen. Het fundament daarvoor is mede gelegd door de inzet van de beweegmakelaars jeugd en de combinatiefunctionarissen - in 2011 verhoogd naar twaalf formatieplaatsen - aangesteld bij verschillende sportverenigingen, verdeeld over tien takken van sport. De gestructureerde sportprogrammering, 93
veelal rondom de (Brede) Scholen in het basis – en voortgezet onderwijs is hierdoor verbeterd en er is meer capaciteit beschikbaar gekomen voor verenigingsondersteuning. Daarnaast draagt de U- pas regeling voor gratis sporten voor kinderen tot en met 16 jaar hieraan bij en de gratis Sportpas voor jongeren (Sport-U). Ruim 9.000 passen zijn daarvan uitgereikt waarvan 78% geactiveerd. In 2011 is het aantal 'Sportspecials' met een attractief aanbod voor jongeren gestegen van 25 naar 35. Effectdoelstelling 6: Topsport Bevorderen van topsport, topsportlocaties, (top)sportevenementen en vrijetijdsactiviteiten, op stedelijk en buurtniveau. In 2011 zijn er in Utrecht opnieuw aansprekende topsportevenementen georganiseerd. Naast de jaarlijkse evenementen als de Jaarbeurs Marathon Utrecht, de ABN Amro Singelloop, de Rabobank Ronde van Midden Nederland en de Rijwielpaleis Bilthoven triatlon is Utrecht gastheer geweest van de succesvolle Europese kampioenschappen Hockey onder de 18. Tevens werd in 2011 het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap georganiseerd. Een maximaal aantal deelnemers heeft deelgenomen aan de tweede editie van de Classico Giro Utrecht. Hiermee heeft de sportieve nalatenschap van de zeer succesvol verlopen etappe van de Giro d'Italia in 2010 definitief een plek gekregen op de evenementenkalender van de stad. De voorbereidingen voor de organisatie van het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht verlopen goed. De samenwerking met de partners is op gang gekomen, de campagnestijl is enthousiast ontvangen en de tot nu toe uitgevoerde voortgangsinspecties door de coördinatiecommissie van het European Olympic Comité zijn positief. Er is blijvend geïnvesteerd in de kandidatuur voor de start van de Tour de France. Zo heeft een werkbezoek van de Tourorganisatie plaatsgevonden en heeft in de zomer een delegatie van de gemeente de Tour bezocht. Het initiatief van Omnivereniging Kampong voor een Nationaal Hockey Centrum op sportpark Maarschalkerweerd in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) en de gemeente heeft in 2011 verder vorm gekregen. Het Startdocument Nationaal Hockey Centrum is door het college van B en W vastgesteld en positief ontvangen door de raadscommissie. Er is een start gemaakt met de voorbereidingen voor het opstellen van een Stedenbouwkundig Programma van Eisen. Voorjaar 2011 heeft een topsportontmoeting plaatsgevonden met partners uit bedrijfsleven, onderwijs en andere instellingen. Voor de Classico Giro Utrecht en de uitreiking van de Utrechtse sportprijzen heeft dit inmiddels tot nieuwe samenwerkingsvormen en afspraken voor sponsoring geleid. Effectindicatoren 1.a
Tevreden inwoners over sportvoorzieningen
2.a
Bezoekersaantallen zwembaden
3.a
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
65% 710.000
629.000
Bezettingsgraad buitenaccommodaties
77%
77%
4.a
Bezettingsgraad binnenaccommodaties
60%
60%
4.b
Klanttevredenheid gebruikers multifunctionele accommodaties
5.a
Jeugdsportdeelname Overvecht
7.2
7.2
56%
62% 28
5.b
Jeugdsportdeelname Noordwest
58%
72%
5.c
Jeugdsportdeelname Zuidwest
63%
67%
5.d
Jeugdsportdeelname West
83% 29
90%
6.a
(Top)sportevenementen
16
16
28
Jeugdmonitor 2009 – 2010.
29
In de Programmabegroting 2011 staat abusievelijk 68% opgenomen, streefwaarde moet zijn 83%.
94
1.11.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Basisvoorzieningen Prestatiedoelstelling 1.1: Basisvoorzieningen Plannen en ontwikkelen van voldoende kwalitatief goede basisvoorzieningen en meer sportverenigingen voor mensen met een functiebeperking. In samenwerking met lokale partners realiseerden we in 2011 de onderstaande voorzieningen die voor de stad een meerwaarde bieden. Zuilenselaan: Ter vervanging van sporthal Zuilen realiseerden we In 2011 een nieuwe sporthal op sportpark Zuilenselaan met daarin ruimte voor de Utrechtse Kegelbond en voor activiteiten van Stichting Klein Galgenwaard. Tevens hebben wij het sportpark geherstructureerd. Dit vernieuwde sportcomplex moet een impuls geven aan de sportdeelname in de wijk Noordwest. Welgelegen: In 2011 is de nieuwbouw van de turnhal afgerond en door de Utrechtse turnverenigingen in gebruik genomen. Daarnaast realiseerden we samen met de omnivereniging Zwaluwen Utrecht 1911 een gebouw met kleed – en tribune faciliteiten. Thorbecke Park: December 2011 heeft woningcorporatie Mitros de multifunctionele accommodatie De Speler opgeleverd en is gestart met de inrichting van de sportzaal. Maarschalkerweerd: In 2011 hebben wij belangrijke onderdelen van de herstructurering van sportpark Maarschalkerweerd gerealiseerd met de nieuwe clubhuizen op Zoudenbalch, de atletiekbaan Maarschalkerweerd met clubhuis van de Scheidsrechtersvereniging Utrecht en de drie nieuwe hockeyvelden. Het Nationaal Hockey Centrum krijgt hiermee vorm als locatie waar de KNHB met de nationale teams gaat trainen. Kampong kan deze velden daarnaast gebruiken voor wedstrijden en trainingen met een positief effect op de wachtlijsten. Rijnvliet: In Leidsche Rijn is in de tweede helft van 2011 sportpark Rijnvliet opgeleverd. De rugbyvereniging URC, voetbalvereniging Nieuw Utrecht en tennisvereniging PVDV zijn de verenigingen, die op dit nieuwe sportpark zijn gehuisvest. Buitenbad Krommerijn: In 2011 zijn we gestart met de verbouwing van het 50 meter buitenbad Krommerijn. Tijdens de bouw wordt gebruik gemaakt van een tijdelijk zwembad. Dit bad is zomer 2011 in gebruik genomen. Het vernieuwde bad zal eind 2012 gereed zijn. Beide baden willen we inzetten tijdens het Europees Jeugd Olympisch Festival in 2013. We hebben in de periode 2010 - 2011 het sportplan voor de (Openbare) Geestelijke Gezondheidszorg uitgevoerd met als resultaat een toename van het aantal sportactiviteiten en een stijging van het aantal mensen dat deelneemt aan sportactiviteiten van 73 naar 118 personen. Tevens kunnen mensen uit de maatschappelijke opvang de eerste stappen maken tot re-integratie via het volgen van de cursus die opleidt tot sportleider. De consulent aangepast sporten (VSU) heeft in 2011 het netwerk rond aangepast sporten uitgebreid, 'gemakeld' tussen vraag en aanbod, twee verenigingen ondersteund bij het opzetten van nieuw aanbod en zijn er evenementen door of in samenwerking met de VSU georganiseerd.
Zwembaden Prestatiedoelstelling 2.1: Zwembaden Verbeteren van de klanttevredenheid van bezoekers van zwembaden. We hebben meer mogelijkheden geschapen voor instructiezwemmen door nieuwe zwemconcepten toe te passen en extra lesaanbod in de weekenden. Daarnaast experimenteren we met lessen vóór schooltijd en hebben het aanbod van activiteiten tussen baden beter op elkaar afgestemd. De wachtlijsten van zwembad Fletiomare (8 –10 maanden) en Den Hommel (10–12 maanden) zijn hierdoor in 2011 niet verder opgelopen. De wachtlijst van zwembad De Kwakel is in 2011 gehalveerd en bedroeg maximaal vijf maanden. Zwembad Fletiomare en Den Hommel hebben het keurmerk Veilig en Schoon ontvangen. We borgen hiermee de kwaliteit van onze dienstverlening. De verbouwing van de entree van zwembad Den Hommel heeft vertraging van een half jaar opgelopen vanwege een noodzakelijke aanpassing van het ontwerp, zodat we binnen het beschikbare budget blijven. Vanwege de bezuinigingen op het schoolzwemmen hebben we in 2011 specifiek ingezoomd op de klanttevredenheid van deze doelgroep, met als resultaat een rapportcijfer van gemiddeld 7,7. De overige doelgroepen hebben we in 2011 niet onderzocht, omdat de sluiting van de Kwakel te veel ruis zou geven. 95
Buitenaccommodaties Prestatiedoelstelling 3.1: Buitenaccommodaties In stand houden van de kwaliteit van onder ISA Sportkeur aangelegde sportparken door het realiseren en renoveren van velden.
• In 2011 investeerden we in de aanleg van nieuwe velden en hebben daarmee capaciteitstekorten opgelost. • Voor de herstructurering van Maarschalkerweerd en Welgelegen zie de informatie bij het onderdeel basisvoorzieningen. • De laatste fase van herontwikkeling van sportpark Fletiomare-Oost is vertraagd vanwege problemen met het bestemmingsplan en veldverlichting. In 2012 wordt gestart met de uitvoering. • We ondersteunden IKEA in 2011 bij de plannen voor realisatie van twee kunstgras voetbalvelden op het dak van de nieuwe parkeergarage. Deze velden moeten de capaciteit van sportpark Aziëlaan gaan vervangen in de toekomst. Naar verwachting zullen de bouwactiviteiten van dit project in 2012 starten.
Binnenaccommodaties Prestatiedoelstelling 4.1: Binnenaccommodaties Handhaven van het kwaliteitsniveau van de sporthallen die ingericht zijn naar de eisen van het NOC*NSF en het inrichten van het facilitair beheer voor een groeiend aantal multifunctionele accommodaties. De realisatie van drie nieuwe gymzalen in Leidsche Rijn is vertraagd. Dit levert geen problemen op voor het bewegingsonderwijs, omdat de naastgelegen scholen ook nog niet klaar zijn. We troffen diverse duurzaamheidsmaatregelen door vervangen van oude CV ketels en installaties, meer gebruik van LED verlichting en aanbrengen van bewegingsmelders. We hebben de sporthaltarieven voor scholen in het voortgezet onderwijs gestandaardiseerd. Binnen de multifunctionele accommodaties, waar wij verantwoordelijk zijn voor het beheer, hebben we ons dienstverleningsaanbod verder geprofessionaliseerd. We hebben ons bezig gehouden met het gezamenlijk aanbesteden van opdrachten voor service, het exploiteren van algemene ruimten, het verzorgen van de toezichtfunctie en het beheer van de bijkomende administratie.
Sportstimulering Prestatiedoelstelling 5.1: Sportstimulering De Utrechtse sportverenigingen breder ondersteunen en zorgen dat meer mensen in aanraking komen met sport (verenigingen) door wijkgerichte kennismaking en toeleiding.
• Mede op basis van de pilot verenigingsmanagement hebben tot nu toe zeven verenigingen verenigingsmanagement incidenteel of structureel met eigen financiering voortgezet. Met • de middelen vanuit NASB is extra aandacht besteed aan mediors (45+), seniors (65+) en volwassenen in de Krachtwijken. Voor de mediors met een sportverleden hebben sportbonden en sportverenigingen innovatieve
sportconcepten aangeboden zoals Fithockey, Fietsfit en 45+ voetbal en is Plussport (50+) succesvol gelanceerd. Door de inzet van de beweegmakelaars volwassenen en ouderen, het convenant met Achmea, samenwerking met het NISB, Raedelijn en de eerstelijnszorg is de keten van zorg naar regulier sport- en beweegaanbod verstevigd.
• De beweegmakelaars jeugd hebben in 2011 wijksport en beweegplannen op maat gemaakt: met een looptijd van vier jaar voor de wijken met een lage sportparticipatie.
De gereserveerde gelden voor Sport Experience zijn benut voor de breedtesport in overeenstemming met het Amendement A48. De VSU heeft onder andere met de middelen verschillende takken van sport een impuls gegeven en zijn initiatieven zoals de FC4YOU Street League ondersteund.
Topsport Prestatiedoelstelling 6.1: Topsport Versterken van het (top)sportklimaat door acquisitie van grote evenementen en het ondersteunen van kernsporten en topsportfaciliteiten.
96
• De VSU wordt gesubsidieerd voor de uitvoering van het kernsportbeleid en individuele begeleiding van topsporters en talenten. Op basis van de Sportnota is het kernsportbeleid aangepast door te kiezen voor de volgende vijf kernsporten: hockey, atletiek, wielrennen, roeien en waterpolo.
• Met het NTC Waterpolo Utrecht faciliteren we topsporters en talenten in hun voorbereiding op het EK Waterpolo in 2012 en kwalificatie voor de Olympische Spelen in Londen. Hiermee is het NTC Waterpolo een belangrijke leverancier van de nationale selecties.
• Nationaal Bureau voor Toerisme en Congressen. • Prestaties van topsporters, talenten, verenigingen en vrijwilligers zijn geëerd tijdens de uitreiking van de Utrechtse Sport Prijzen. U • trecht is kandidaat voor de start van de Tour de France in 2014, 2015 of 2016. • In 2011 is de Classico Giro Utrecht voor de laatste maal onder verantwoording van de Gemeente Utrecht Utrecht neemt in het kader van het Olympisch Plan 2028 deel aan Sportaccord samen met de G5, NOC*NSF en het
georganiseerd. Inmiddels is voor de organisatie van het evenement een zelfstandige organisatie opgericht. waarmee de Giro d’Italia een grote spin-off voor de breedtesport heeft opgeleverd.
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
101
102 30
1.1
Aantal basisvoorzieningen
1.2
Aantal verenigingen voor mensen met een functiebeperking
30
30
2.1
Gemiddeld cijfer Klanttevredenheidsonderzoek Zwembaden
7.4
7.7 31
3.1
Sportoppervlak realisatie / renovatieprojecten (m2)
79.000
64.700 32
15
16
4.1
Aantal sporthallen ingericht naar eisen NOC*NSF
4.2
Aantal (multifunctionele) accommodaties met facilitair beheer
5.1
Aantal gesubsidieerde verenigingen met jeugd
5.2
Aantal deelnemende verenigingen aan wijkactiviteiten
6.1
Aantal internationale topsportevenementen
6
6
195
205
65
113 33
1
1 34
1.11.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Lasten Basisvoorzieningen
167
173
553
-381
10.024
9.944
9.778
166
Buitenaccommodaties
9.594
9.303
9.400
-97
Binnenaccommodaties
13.765
16.320
15.404
916
2.335
2.983
2.580
403
751
832
1.017
-184
36.635
39.555
38.733
822
Zwembaden
Sportstimulering Topsport Totaal lasten
30
Verklaring verschil: gymzaal Ridderlaan is nog in gebruik, sportpark Mytylweg is atletiekbaan Maarschalkerweerd
geworden. 31 Klanttevredenheidscijfer van het onderdeel schoolzwemmen. 32
Verklaring verschil van 14.300 m2 door toename van 10.700 m2 (derde hockeyveld en beachvolleyballveld sportpark
Zuilenselaan) en nog niet gerealiseerd 25.000 m2 (twee kunstgrasvelden Ikea en korfbalveld Fletiomare-Oost). 33
Er is bij de streefwaarde 2011op een andere wijze geteld namelijk op basis van de Verenigingsscan Vereniging Sport
Utrecht: verenigingen met activiteiten in de wijk en onderwijs. 34 Eurohockey Youth Nations Championship onder 18. 97
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Baten Basisvoorzieningen Zwembaden
0
0
3
3
3.069
2.848
2.608
-241
Buitenaccommodaties
1.240
1.240
1.504
265
Binnenaccommodaties
3.933
5.944
5.515
-430
Sportstimulering Topsport Totaal baten Saldo lasten en baten
-132
0
102
102
0
0
233
233
8.110
10.032
9.965
-67
28.526
29.523
28.768
755
Mutaties reserves Toevoegingen
49
825
824
0
Onttrekkingen
428
963
1.554
591
28.146
29.385
28.038
1.347
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Mutaties groter dan 0,1 miljoen euro of een afwijking van 10% van de doelstelling zijn toegelicht. Basisvoorzieningen Hogere lasten door de bijdrage aan de Vechtsebanen (0,2 miljoen euro), verenigingsondersteuning (verschuiving van Sportstimulering 0,1 miljoen euro) en overige posten van 0,07 miljoen euro. Zwembaden Lagere baten door sluiting zwembaden Krommerijn (0,12 miljoen euro) en De Kwakel (0,5 miljoen euro). Door verplaatsing van activiteiten hebben de andere zwembaden meer gerealiseerd (0,4 miljoen euro). Buitenaccommodaties Hogere baten door uitbreiding van capaciteit en indexering van de tarieven (0,16 miljoen euro) vergoedingen voor opstelpunten telecombedrijven en hogere doorbelasting kosten aan derden (0,1 miljoen euro). Binnenaccommodaties Lagere lasten door lagere servicelasten van de multifunctionele accommodaties (0,7 miljoen euro). Hier staan ook lagere baten tegenover. Het betreft hier vooral Nieuw Welgelegen, waarvoor niet gezamenlijk is ingekocht. Verder hogere baten door uitbreiding van capaciteit en indexering van de tarieven (0,18 miljoen euro). Sportstimulering Lagere lasten door niet volledig besteden van de NASB-middelen (conform sportnota, 0,258 miljoen euro), verenigingsondersteuning (verschuiving naar Basisvoorzieningen 0,114 miljoen euro). Hogere baten door onder andere bijdrage van de woningcorporaties Mitros en Portaal voor inzet op Integraal Sport Programma Overvecht (0,06 miljoen euro). Topsport Hogere lasten door organisatie Toerversie Giro Utrecht (0,122 miljoen euro), Olympisch Plan 2028 (0,035 miljoen euro) en overige posten (0,027 miljoen euro). Hogere baten uit organisatie Toerversie Giro Utrecht (0,122 miljoen euro), niet begrote baten NOC*NSF NTC- Waterpolo (0,081 miljoen euro) en verrekening van voorgeschoten posten betreffende Stichting EYOF 2013 (0,031 miljoen euro). Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Extra onttrekking uit reserve vaste activa voor gereed gekomen investeringen (0,591 miljoen euro). 98
1.12 Onderwijs, Educatie en Bibliotheek 1.12.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Bevorderen van optimale kansen voor iedere leerling om talenten te ontwikkelen in en rondom het onderwijs. De bibliotheek zorgt voor vrije en laagdrempelige toegang tot bronnen van kennis en cultuur. De doelstellingen van de Masterplannen Onderwijshuisvesting hebben naar aanleiding van de rapportage van de Rekenkamer een andere opzet gekregen in de Voortgangsrapportage Masterplannen. Deze is in december 2011 in de gemeenteraad vastgesteld. Samen met schoolbesturen en andere partners is in 2011 gewerkt aan de uitwerking van de visie van de Utrechtse Onderwijs Agenda. In de stuurgroep is besloten tot een tweejaarlijkse rapportage over de voortgang van de doelstellingen. In 2012 zal de eerste rapportage verschijnen. Effectdoelstelling 1: Utrecht onderwijsstad Utrecht Lerende Stad: kwalitatief goede onderwijshuisvesting en een gevarieerd onderwijsaanbod. De versnellingsaanpak voor het Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs is in uitvoering; het Voortgezet Onderwijs is op enkele projecten na gereed. Effectdoelstelling 2: Goede schoolopleiding voor iedereen Utrecht Lerende Stad: zoveel mogelijk leerlingen halen een startkwalificatie en ontwikkelen hun talenten in en rondom de school. In 2011 heeft 93% van de 22-jarigen een startkwalificatie of schoolinschrijving. Belangrijke ontwikkelingen waren: start van een kwaliteitsverbeteringstraject voor voor- en vroegschoolse educatie naar aanleiding van een onderzoek door de Universiteit Utrecht; gemeentebrede uitwerking ten aanzien van veranderingen rondom passend onderwijs waarbij gevolgen voor kinderen/jongeren in beeld worden gebracht. Effectdoelstelling 3: Bibliotheek Utrecht laagdrempelig bereikbaar, toegankelijk en aantrekkelijk Een zo groot mogelijk publiek bereiken met de bibliotheek. Het aantal leners is gestegen met 4,4%. Deze stijging zit vooral bij de jeugd. Het aantal bezoekers haalde niet helemaal het streefgetal, maar is wel 3,3% hoger dan in 2010. Effectindicatoren 1.a
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
17%
25%
n.n.b.
n.n.b.
Inhalen van achterstand in onderwijshuisvesting % leerlingen in een schoolgebouw met binnenklimaat op
1.b.
niveau B
2.a.
Percentage 22-jarigen met een startkwalificatie
82%
93%
2.b.
Aantal voortijdig schoolverlaters
550
Volgen in februari
Percentage bereik doelgroeppeuters Voor- en 2.c.
Vroegschoolse Educatie (VVE)
62%
circa80% 35
2.d
Tevredenheid leerling-vervoer
7
n.n.b.
35
Definitieve herberekening vindt plaats na 1 jaar werkervaring met Digitaal Dossier. 99
Effectindicatoren 2.e
Slagingspercentage trajecten volwasseneneducatie
3.a
Aantal leners
3.b
Aantal bezoekers
3.c
Aantal bezoekers website/digitale bibliotheek
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
80%
Niet beschikbaar 36
62.000
65.177
1.400.000
13.18.200
650.000
730.070
1.12.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Utrecht onderwijsstad Prestatiedoelstelling: 1.1 Versterken educatieve infrastructuur Utrecht Lerende Stad: kwalitatief goede onderwijshuisvesting en een gevarieerd onderwijsaanbod. In de Voortgangsrapportage Masterplannen is uitgebreide projectinformatie, inclusief cijfers over de voortgang opgenomen. In deze rapportage is ook de voortgang in Leidsche Rijn verwerkt. MFA/Brede School In december is door de gemeenteraad besloten twee kinderclusters in Overvecht als multifunctionele voorzieningen te realiseren. Verbetering Binnenklimaat Er wordt met diverse maatregelen gewerkt aan de ambitie om het binnenklimaat in schoolgebouwen te verbeteren. Zo zijn ook in 2011 diverse maatregelen getroffen. In het kader van de Masterplannen Onderwijshuisvesting is in 24 schoolgebouwen het binnenklimaat op niveau B (rapportcijfer 7) gebracht. De overige scholen uit de Masterplannen zullen eveneens van binnenklimaat niveau B worden voorzien. In de bestaande schoolgebouwen zijn in de afgelopen jaren diverse maatregelen getroffen ter verbetering van het binnenklimaat. Zo zijn in de periode 2009-2011 mede met behulp van de rijksregeling 48 scholen aangepakt met het accent op het aanbrengen van energiebeperkende maatregelen. Het gemeentelijk geld vanuit het huidige collegeprogramma is ingezet om korte termijnmaatregelen te treffen met een direct effect op het thermisch comfort op 37 bestaande scholen, bijvoorbeeld door het aanbrengen van zonneschermen en thermostaatkranen. Al deze maatregelen dragen bij aan het streven naar niveau B. Tevens voert de GGenGD een voorlichtingscampagne uit. Het blijkt dat 93% van de deelnemende leerkrachten aangeeft de adviezen al uit te voeren of toe te passen. 87% geeft aan dat het binnenmilieu merkbaar is verbeterd. In het vervolg zal aandacht blijven worden besteed aan goed gebruik, onderhoud en inzet. De noodzaak hiervan wordt groter nu meer schoolgebouwen worden voorzien van mechanische ventilatie installaties. Energiezuinig Aangezien het treffen van de maatregelen ter verbetering van het thermisch comfort betekent dat hiermee energiebesparing gepaard gaat, zijn voor twintig bestaande schoolgebouwen ook energiebesparende maatregelen in beeld gebracht die gelijktijdig met en aanvullend op de binnenmilieumaatregelen getroffen kunnen worden. In 2011 is voor deze energiebesparende maatregelen onderscheid gemaakt in een rendabel deel (terug te verdienen in vijftien jaar) en een onrendabele top. Om de uitvoering van de energiebesparende maatregelen mogelijk te maken, zal de onrendabele top gefinancierd worden uit het binnenmilieubudget. De schoolbesturen kunnen met het exploitatievoordeel van de energiebesparing de (rendabele) maatregelen terugbetalen.
36
Deze effectindicator is per abuis opgenomen in de programmabegroting. Beoogd werd het slagingspercentage van
de VAVO-trajecten, dat al opgenomen is in prestatie indicator 2.1f. 100
Voorscholen In Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern zijn nagenoeg alle peuterspeelzalen omgezet naar gemengde groepen van doelgroep en niet-doelgroep peuters. Het aantal voorschoolse plaatsen is gestegen met 48 terwijl het aantal peuterspeelzaalplaatsen ongeveer gelijk is gebleven. Internationale School In 2011 hebben we naar aanleiding van een businesscase besloten dat wij samen met de Provincie Utrecht en de universiteit Utrecht de komst van een internationale school voor primair en voortgezet onderwijs ondersteunen. Drie grote schoolbesturen in Utrecht zullen de inrichting en uitvoering van het onderwijs voor hun rekening nemen.
Behalen van een startkwalificatie en talentontwikkeling Prestatiedoelstelling 2.1: Ontwikkeling talenten Utrecht Lerende Stad: zoveel mogelijk leerlingen halen een startkwalificatie en ontwikkelen hun talenten in en rondom de school. Kwaliteit in (de overgangen naar) onderwijsinstellingen Een vernieuwde procedure voor de overstap van leerlingen van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs moet er voor zorgen dat leerlingen sneller op de juiste plek terecht komen. De overgang van het voorbereidend middelbaar onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs is opnieuw ondersteund door de aanpak 'aanmelding in beeld' en uitgebreid met een melding van jongeren die expliciete aandacht behoeven bij deze overstap. Daarbij wordt vooral aandacht besteed aan jongeren die in het voortgezet onderwijs ofwel extra zorg vroegen ofwel onzeker zijn over hun beroepskeuze. Binnen de aanpak van het VMBO-aanvalsplan zijn, na onderzoek, concrete plannen opgesteld voor de verbetering van de samenwerking tussen VMBO scholen met het bedrijfsleven. De aandacht voor verzuim in het MBO leidde tot een verhoging van het aantal meldingen bij leerling-zaken. Er zijn per opleiding afspraken gemaakt over de inzet van leerplicht/rmc medewerkers (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten). VMBO Het VMBO-aanvalsplan is grotendeels afgerond. Meer dan 240 docenten zijn geschoold in taal, rekenen en burgerschap. De nieuwbouw voor Trajectum is opgeleverd. Kwaliteitszorg door middel van collegiale consultatie is ontwikkeld en geborgd in de kwaliteitszorg van alle VMBO's. De afname van de aanmeldingen voor de brugklassen lijkt te zijn gestopt. De Utrechtse School heeft voor 100% doelgroepkinderen in huis (totaal aantal leerlingen varieert van 160 tot 210 gedurende het schooljaar) en ontlast de aanleverende scholen. De doorstroming vanuit de Utrechtse school is zeer positief. Er is zeer beperkte instroom geweest vanuit het MBO in de Utrechtse School. Om aansluitingsproblemen in het MBO te voorkomen is een groep van twaalf kinderen die in principe naar het MBO konden, eerst in een Utrechtse Schooltraject gezet. Docenten in de Utrechtse School zijn intensief geschoold om nog beter om te kunnen gaan met de overbelaste jongeren. De Utrechtse School biedt ook nazorg voor ex-leerlingen. Taalniveau In november is het Utrechtse Taalcurriculum vastgesteld. Hiermee volgen scholen resultaten van leerlingen conform de opdracht vanuit het Rijk. De eerste uitwerking van het taalcurriculum betreft de onderbouw van het basisonderwijs. Uitwerking voor de rest van het onderwijs volgt in 2012 en volgende jaren. In 2011 waren er 22 schakelklassen voor 6/7 jarigen met in totaal 275 leerlingen. Daarnaast zitten er nog 30 leerlingen in de kopklasgroepen en 130 leerlingen in de Taalschool Het Mozaïek (voor leerlingen die het Nederlands nog niet beheersen). Goede startpositie voor het jonge kind Het aantal voorschoolse plaatsen in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern is met 10% gestegen. De consultatiebureaus hebben hun inzet op indicering en toeleiding verbeterd. In het kader van de Wet OtwikkelingsKansen door kwaliteit en educatie is de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorscholen vastgesteld. Aansluiting zorg en onderwijs Er is een Utrechtse norm ontwikkeld voor SchoolMaatschappelijkWerk (SMW). Iedere basisschool heeft minimaal vier uur SMW per week, afhankelijk van omvang/ samenstelling van de school. Ook het voortgezet onderwijs heeft SMW volgens de Utrechtse norm. SMW levert hulpverlening aan leerlingen en ouders, ondersteuning aan leraren, en zorgt voor toeleiding naar/coördinatie van specialistische zorg.
101
Burgerschap en Sociale Integratie Om kinderen te stimuleren in de eigen wijk naar school te gaan hebben we het volgende gedaan: Alle ouders van tweejarigen hebben een brief ontvangen van de wethouder Onderwijs met informatie over
• onderwijsaanbod in de wijk. • Er is gestart met een wijkaanpak. De wijkaanpak betreft vijf wijken en wordt fasegewijs in drie jaar uitgevoerd. In 2011 is gestart in de wijk Lombok-Nieuw Engeland. • Negen ouderinitiatieven hebben ondersteuning gekregen. • Er is een inventarisatie gedaan naar de burgerschapprogramma's met als doel de ontwikkeling van
effectindicatoren en vaststellen van geprefereerde burgerschapsprogramma's. Uitkomsten zijn begin 2012 gepland.
Daarnaast werken scholen mee aan extra aandacht voor homo-emancipatie in het onderwijs. Brede School (zie programma Jeugd) Volwasseneneducatie Het aantal ingekochte trajecten volwasseneneducatie is conform de programmabegroting: 1.740.
• • De vraag naar trajecten voor laaggeletterden is onverminderd groot, terwijl de vraag naar geïntegreerde trajecten enigszins is afgenomen. • Het slagingspercentage van de VAVO-trajecten in 2010-2011 was 79%; vrijwel gelijk aan het slagingspercentage uit het voorgaande schooljaar (80%), maar lager dan de beoogde 85%.
Bibliotheek Utrecht laagdrempelig bereikbaar, toegankelijk en aantrekkelijk Prestatiedoelstelling 3.1: optimaliseren klantgerichte dienstverlening kennis en informatie De Centrale Bibliotheek is sinds 4 oktober elke zondagmiddag geopend.
• In zes wijkbibliotheken zijn BoekStarthoeken voor baby’s ingericht, evenals bij de Consultatiebureaus in deze wijken. • De website werd vernieuwd: klantgerichter opgezet en in de nieuwe landelijke huisstijl. • In alle vestigingen is het aantrekkelijk presenteren van de collectie, frontaal, op displays en in kasten, verbeterd. De collecties van Hoograven en Zuilen zijn ingedeeld conform de formule De Bibliotheek Nederland. • Onder andere door middel van telemarketing werd gewerkt aan het behoud van bestaande klanten. • Het aantal uitleningen steeg met 6,35% naar 2,8 miljoen uitleningen. Prestatiedoelstelling 3.2: uitvoeren educatieve activiteiten leesbevordering en mediawijsheid Het streefaantal groepsbezoeken leesbevordering 0-4 en 8-12 jaar werd ruimschoots gehaald. De belangstelling voor de schrijversbezoeken op school was goed, ook dit jaar weer circa 140.
• Samenwerking met voortgezet onderwijs ( Leeskr8 en Dichtkunst) is uitgebreid en voortgezet in de Centrale Bibliotheek, Kanaleneiland, Parkwijk en Vleuterweide. • Het streefdoel voor het programma Media-educatie bleek te optimistisch gedacht. • In Kanaleneiland, Lombok en Zuilen kwamen wekelijks conversatie en/of taalgroepen bijeen. In meerdere vestigingen staan specifieke collecties 'Lees en schrijf!' voor alfabetisatie. • Het landelijk project 'Kunst van Lezen' met 'Bibliotheek in de school' werd uitgebreid met nog vijf scholen in het basisonderwijs.
Prestatiedoelstelling 3.3 uitvoeren culturele activiteiten en ontmoeting Het streefaantal bijeenkomsten werd ruim gehaald. Het 'programma Activiteiten- Debat- en Evenementen Centrale Bibliotheek' is verder in ontwikkeling. Prestatiedoelstelling 3.4 vernieuwing door samenwerking Voor een goede aansluiting op de inhoudelijke vernieuwingen in de branche werken we zowel provinciaal als landelijk samen en stemmen af met de G-4 bibliotheken. Het Project 'De Bibliotheek Nederland' waarvan Utrecht penvoerder was is afgesloten met de oplevering van de landelijke formules aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 102
streefwaarde Prestatie indicatoren 1.1.a
Aantal aangepakte gebouwen Masterplan PO en (V)SO
2011
Realisatie 2011
17
22 (=25%)
15 (=94%)
15 (=82%) 37
PO 13
67% 38
Aantal gerealiseerde gebouwen conform Masterplan VO ten 1.1.b
opzichte van geplande aantal
1.1.c
Gerealiseerde voorzieningen in Leidsche Rijn
1.1.d
Percentage gebouwen aangepast voor binnenklimaat Aantal gebouwen primair onderwijs = 172
Nog niet
Aantal gebouwen voortgezet onderwijs = 16
beschikbaar
24
1.300
1.419
2.1.a
Aantal voorschoolse plaatsen
2.1.b
% scholen met schoolmaatschappelijk werk volgens Utrechtse norm
100%
100%
2.1.c
Aantal hits op de portal VMBO
16.710
1.8514
2.1.d
Aantal ingekochte trajecten volwasseneneducatie
1.740 39
1.740
2.1.f
Aantal behaalde Vavo-diploma's
3.1.
Aantal uitleningen
85%
79%
2.500.000
2.772.544
3.2.a
Aantal groepsbezoeken leesbevordering 0-4 jaar
200
197
3.2.b
Aantal groepsbezoeken leesbevordering 4-12 jaar
450
477
3.2.c
Aantal groepen media-educatie jeugd/jongeren
150
96
3.2.d
Aantal groepen media-educatie volwassenen
50
20
3.3.a
Aantal culturele, informatieve en educatieve ‘dagdelen’
100
116
1.12.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Lasten Versterken educatieve infrastructuur
41.949
37.503
38.434
-931
Ontwikkeling talenten
23.590
39.887
39.581
306
Bibliotheek Utrecht
14.326
15.538
16.743
-1.206
Totaal lasten
79.864
92.928
94.759
-1.831
Baten Versterken educatieve infrastructuur
1.130
1.176
2.269
1.093
Ontwikkeling talenten
5.725
17.555
18.559
1.004
Bibliotheek Utrecht
2.175
3.384
4.865
1.481
Totaal baten
9.030
22.115
25.693
3.578
70.834
70.813
69.066
1.747
Toevoegingen
5.383
14.625
14.500
125
Onttrekkingen
3.053
7.651
7.771
120
73.164
77.787
75.795
1.992
Saldo lasten en baten Mutaties reserves
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
37
38 39
zie de Voortgangsrapportage Masterplannen Onderwijshuisvesting 2011 Idem. indicator bijgesteld nav nota Werken aan de Toekomst, vastgesteld in de gemeenteraad op 24 maart 2011. 103
Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Versterken educatieve infrastructuur De lasten zijn 0,9 miljoen euro hoger dan begroot als gevolg van onder meer: de uitvoering Rijksregeling binnenklimaat schoolgebouwen (-1,620 miljoen euro);
• • de huur van gebouwen en vergoeding aan schoolbesturen voor gebruik gymzalen en sporthallen (-0,545 miljoen euro); • uitvoering huisvestingsprogramma's tot en met 2010 (-1,039 miljoen euro); • belastingen en heffingen (-0,295 miljoen euro); • diverse posten, vooral onderhoud (-0,231 miljoen euro); • vertraging uitvoering huisvestingsprogramma 2011 (1,477 miljoen euro); • restant budget voor de uitvoering van de gemeentelijke regeling binnenmilieu (0,625 miljoen euro; • huisvestingscalamiteiten (0,166 miljoen euro); • minder gebruik tijdelijke huisvesting dan verwacht (0,604 miljoen euro). De baten zijn 1,1 miljoen euro hoger dan begroot als gevolg van: bijdrage uit voor- en vroegschoolse educatie voor storting in de reserve vaste activa projecten: ouderlokaal project
•
Joannes XXIII, ouderlokaal project Hart van Zuid Afrikalaan en project de Meander (dekking risico BSO-investering) (0,650 miljoen euro);
• een BTW-voordeel op het project Nieuw Welgelegen (0,364 miljoen euro); • een bijdrage van schoolbesturen voor het onderhoud van de multifunctionele accommodaties (0,141 miljoen euro); • lagere baten uit verhuur van gebouwen (-0,107 miljoen euro). Ontwikkeling talenten De lasten zijn 0,3 miljoen euro lager dan verwacht door onder meer een voordelige afrekening volwasseneneducatie over 2010 (0,16 miljoen euro), goedkoper inkopen van educatietrajecten (0,17 miljoen euro), schakelklassen (0,137 miljoen euro), leerlingenzorg (0,123 miljoen euro), na- en buitenschoolse activiteiten (0,141 miljoen euro) en hogere lasten voortijdig schoolverlaten (0,429 miljoen euro). De baten zijn 1,0 miljoen euro hoger dan verwacht door onder meer de vooruit ontvangen rijksmiddelen rmc/leerplicht en vsv (0,37 miljoen euro) en een hogere toerekening van het participatiebudget (rijksuitkering) voor volwasseneneducatie (0,53 miljoen euro). Bibliotheek Utrecht De lasten zijn 1,2 miljoen euro hoger dan verwacht door uitgaven projectgelden (0,786 miljoen euro), hogere salariskosten (0,685 miljoen euro) in combinatie met lagere kosten energie (0,047 miljoen euro) en huisvestingskosten (0,218 miljoen euro). De projectgelden en salariskosten worden grotendeels gedekt door hogere inkomsten activiteiten en subsidies. De baten zijn 1,5 miljoen euro hoger als het gevolg van meer inkomsten activiteiten (0,12 miljoen euro), meer inkomsten abonnementen (0,103 miljoen euro) en meer subsidies (1,258 miljoen euro).
104
1.13 Welzijn Eind 2011 heeft de gemeenteraad de Uitvoeringsnota Vernieuwend Welzijn vastgesteld. In deze nota is de toekomstige organisatie van het welzijnswerk in onze stad op hoofdlijnen vastgelegd. De uitvoeringsnota was een vervolg op de Kadernota Vernieuwend Welzijn. De kadernota bevatte de inhoudelijke fundamenten voor toekomstbestendig welzijnswerk. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat hierin centraal; de overheid levert ‘sociaal makelaarschap’ (ondersteuning en stimulering van bewonersinitiatieven) en individuele ondersteuning van bewoners die het tijdelijk op eigen kracht niet redden. In november 2011 heeft de gemeenteraad het 'Doorbraakdossier sociaal kwetsbaren: op eigen kracht en meedoen naar vermogen' vastgesteld. Vernieuwend Welzijn sluit hierbij aan. De individuele ondersteuning valt in zijn geheel onder het doorbraakdossier, het sociaal makelaarschap sluit er nauw bij aan. In 2013 krijgen de veranderingen in de organisatie, financiering, sturing en uitvoering van het welzijnswerk hun beslag in de praktijk. In 2011 hebben we deze veranderingen voorbereid; in 2012 worden ze uitgewerkt in Programma’s van Eisen voor de toekomstige welzijnsorganisaties, die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd.
1.13.1 Wat hebben we bereikt? Effectdoelstelling 1: Civil society Utrecht is een leefbare stad met een goede sociale samenhang (prestatieveld 1 Wmo). Hier gaat het primair om de kracht van de samenleving, dus de inzet van de burgers zelf. Het aantal actieve bewoners is in 2011 gestegen. Het percentage inwoners dat sociaal isolement ervaart is in 2011 licht gedaald ten opzichte van 2009, van 9% naar 8%; de streefwaarde voor 2011 was 7%. Effectdoelstelling 2: klantgerichte dienstverlening Burgers zijn in staat om regie te voeren over hun eigen leven (prestatieveld 3 Wmo). Goede en voor alle burgers toegankelijke informatie, dienstverlening en voorzieningen stellen inwoners in staat de regie over het eigen leven te voeren. De tevredenheid hierover van de Utrechters is stabiel goed, afgaande op het rapportcijfer van de mate van zelfredzaamheid (7,8). Effectdoelstelling 3: Ondersteuning vrijwilligersstructuur en mantelzorg Vrijwillige inzet speelt een groeiende rol in de Utrechtse samenleving. Minder mantelzorgers zijn overbelast (prestatieveld 4 Wmo). Het percentage inwoners dat zich vrijwillig inzet is in Utrecht relatief hoog en stijgt nog steeds, zoals blijkt uit de cijfers voor 2011 (41%). De gemeten tevredenheid van mantelzorgers over de geboden extra ondersteuning is duidelijk gestegen. Effectdoelstelling 4: Zelfredzaamheid en toegankelijkheid openbare gebouwen Ook ouderen en mensen met een beperking nemen op gelijkwaardige wijze deel aan het maatschappelijk leven (prestatieveld 5 Wmo). In de programmabegroting stelden wij: ouderen kunnen zo lang mogelijk in de eigen omgeving blijven en mensen met een beperking kunnen een zo gewoon mogelijk leven leiden. In 2011 nam het aantal woonservicezones weer toe. Ook zijn meer gemeentelijke accommodaties toegankelijk geworden voor ouderen en mensen met een beperking. Effectdoelstelling 5: Consistent dienstenpakket Kwetsbare burgers kunnen participeren in de samenleving (prestatieveld 6 Wmo). Op grond van de Wmo compenseren wij met behulp van onze voorzieningen beperkingen van mensen zodanig dat zij in staat zijn een huishouden te voeren, zich te verplaatsen en sociale verbanden aan te gaan. In 2011 hebben wij bij het realiseren van dat doel de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal gesteld. 105
Effectdoelstelling 6: Maatschappelijke opvang en bestrijding huiselijk geweld Alle sociaal kwetsbaren zijn veilig onder dak (prestatieveld 7 Wmo). Ons beleid voor dak- en thuislozen wordt verantwoord in het hoofdstuk volksgezondheid. Ons beleid ten aanzien van kwetsbaren hebben wij in 2011 in het 'Doorbraakdossier sociaal kwetsbaren' vastgelegd. Vanuit onze zorgplicht hebben wij voor asielzoekers en vluchtelingen bereikt dat bijna niemand in de illegaliteit is verdwenen. Bij het bestrijden van huiselijk geweld is het aantal meldingen bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en de politie niet verder toegenomen. Relevante omgevingsfactoren Wij zijn, net als alle andere gemeenten, geconfronteerd met landelijke ombuigingen op begeleiding (een AWBZaanspraak). Als gemeente hebben we beperkte financiële middelen ontvangen om inwoners die zelf niet in een oplossing kunnen voorzien, te compenseren. De invulling hiervan was onderwerp van bespreking in een breed overleg met diverse partners in de stad. Ter uitvoering van het amendement A26 (2010) heeft de gemeenteraad een onderbouwd voorzieningenplan vastgesteld. We verwachten dat ook de extramurale begeleiding vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gedecentraliseerd wordt naar de gemeenten. De voorwaarden waaronder dat moet gebeuren zijn nog niet bekend. We willen in 2012 deze transitie in goed overleg met betrokken inwoners en organisaties van Utrecht voorbereiden. Effectindicatoren 1.1
Percentage actieve bewoners in de wijk
1.2
Percentage inwoners dat sociaal isolement ervaart
1.3
Aantal meldingen art. 1 (discriminatie)
2.1
Rapportcijfer mate van zelfredzaamheid
3.1
Percentage inwoners dat zich vrijwillig inzet
3.2
Aantal mantelzorgers tevreden over ondersteuning
4.1
Initiatieven woonservicezone in gang gezet
5.1
Klanttevredenheid Wmo
6.1
Indexcijfer aantal meldingen huiselijk geweld
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
31
33
7
8
255
232
7,9
7,8
40
41
75%
88%
+2 (9)
+2 (9)
7,1
7,1 40
95
95
1.13.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Stimuleren van de actieve samenleving Prestatiedoelstelling 1.1: Leefbaarheid en sociale samenhang Bevorderen van leefbaarheid en sociale samenhang in wijken en buurten (prestatieveld 1 Wmo).
• In 2011 hebben wij meerdere initiatieven voor zelfbeheer ondersteund, waaronder: de Jutter, Eigen Haard en Stella Maris. Voor Stella Maris is in goed overleg met de actieve bewoners een verhuisplan gemaakt, waarna een verbouwing is uitgevoerd aan het pand aan de Jagerskade om dit geschikt te maken als buurthuis.
• De uitgangspunten voor zelfbeheer van accommodaties zijn vastgesteld. Zelfbeheer van accommodaties en
zelforganisatie van activiteiten wordt zoveel mogelijk gefaciliteerd door de gemeente, waarbij uitgangspunt is dat er géén uitbreiding plaatsvindt van de vierkante meters voor welzijn.
• • In 2011 hebben we een begin gemaakt met de invoering van de sociaal makelaar, de nieuwe sociale professional, De succesvolle aanpak buurtbemiddeling is in 2011 naar de hele stad uitgebreid.
wiens taak is: het vinden en verbinden van informele en professionele dienstverlening tussen bewoners en
samenwerkingspartners. Ondersteuning van eigen initiatief van bewoners staat daarin centraal. In december 2011 hebben de sociaal makelaars aan bewoners, samenwerkingpartners en raadsleden de resultaten gepresenteerd van
40
De klanttevredenheid is conform onze prognose. Het betreft hier de klanttevredenheid over het gehele
aanvraagproces van de gemeente. 106
het sociaal makelaarschap en van de praktijkleerbijeenkomsten. Daarnaast hebben wij een uitgebreide bewonersraadpleging in gang gezet om meer zicht te krijgen op de ondersteuningsbehoefte van de civil society in de wijken en buurten.
• continuïteit van het jongerenwerk in de wijken. • In het kader van ons LHBT (lesbisch, homo, bi- en transgender) emancipatiebeleid hebben wij in 2011
Op 1 januari 2011 is de nieuwe stedelijke organisatie voor het jongerenwerk van start gegaan. Deze zorgt voor de
jongerenwerkers getraind, workshops en gespreken met docenten gevoerd, aan zichtbaarheid gewerkt door middel van het Midzomergrachtenfestival, actief voorlichting gegeven in het voortgezet onderwijs en als aanzet tot een tweejarig LHBT-emancipatietraject, de werkconferentie 'Gewoon homo/lesbienne zijn op school' georganiseerd.
• Onze inzet op migrantenzelforganisaties, antidiscriminatie en kleurrijk vrijwilligerswerk is in 2011 gecontinueerd. De Dag van de Dialoog en het Wereldfeest zijn opnieuw georganiseerd. Een van de middelen die wij inzetten voor
de bestrijding van discriminatie is het Artikel 1 Bureau Midden Nederland. Naast het behandelen van klachten over discriminatie geeft dit bureau voorlichting op scholen.
Verzorgen van klantgerichte dienstverlening Prestatiedoelstelling 2.1: Informatie, advies en Cliëntondersteuning Geven van informatie, advies en cliëntondersteuning (prestatieveld 3 Wmo). In 2011 hebben wij in de vorm van WMO loketten in iedere wijk een laagdrempelige inloopmogelijkheid gerealiseerd voor burgers met vragen op alle gebieden van de Wmo. Er zijn heldere samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de gemeentelijke diensten en de welzijnsorganisaties betreffende de individuele verstrekkingen (Wmo prestatieveld 6). Vanwege de start van een grotere integrale beleidsontwikkeling, namelijk het doorbraakdossier sociaal kwetsbaren, is eind 2011 besloten om het thema sociaal isolement daarin onder te brengen. Daarmee worden onnodige dubbelingen in zowel beleidsontwikkeling als uitvoering voorkomen. De leerwerkgemeenschappen gericht op sociaal isolement zijn omgebouwd naar signaleringsnetwerken voor mensen die ondersteuning behoeven (waaronder sociaal geïsoleerden), die vallen onder het beleid Meedoen naar vermogen.
Goede ondersteuningsstructuur voor vrijwilligersorganisaties en mantelzorg Prestatiedoelstelling 3.1: Vrijwillige inzet en mantelzorg Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers (prestatieveld 4 Wmo). De nieuwe ondersteuningsstructuur voor vrijwilligers(organisaties) is vanaf januari 2011 ingevoerd. Het gemeentelijk Makelpunt is van start gegaan en heeft ruim 250 matches tot stand gebracht van accommodatie en organisatie. Ze werden optimaal flexibel gebruikt. De Vrijwilligerscentrale Utrecht is in januari 2011 gestart met het bieden van ondersteuningstrajecten voor Utrechtse migrantenorganisaties die voorheen ondersteund werden door stichting Boeg. De ondersteunende organisaties zoals de Vrijwilligerscentrale, Vereniging Sport Utrecht (VSU), Zimihc, St. Present en STEF hebben zoveel mogelijk samenwerking met elkaar gezocht. Het programma Mantelzorg is in 2011 gecontinueerd met extra inzet voor de doelgroepen jonge en allochtone mantelzorgers. Voor de laatste groep is bijvoorbeeld het project AMWAHT (Allochtone Mantelzorgers Werken Aan Hun Toekomst) uitgevoerd ten behoeve van de Marokkaanse bevolkingsgroep. Bij het Steunpunt Mantelzorg heeft in 2011 het ingestelde Lokaal Kenniscentrum verder vorm gekregen, gericht op verspreiding van kennis over mantelzorg onder professionals in de zorg, welzijn en onderwijs.
Bevorderen zelfredzaamheid en verbeteren toegankelijkheid openbare gebouwen Prestatiedoelstelling 4.1: Participatie Bevorderen van de maatschappelijke participatie en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch of psychosociaal probleem (prestatieveld 5 Wmo). Agenda 22: in 2011 is door alle gemeentelijke diensten gewerkt aan de verbetering van de toegankelijkheid van de stad. Toegankelijkheid is opgenomen in het Handboek dat Stadswerken gebruikt voor de openbare ruimte. Samen met vrijwilligers van het Solgu (Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht) hielden wij schouwen in enkele winkelcentra en in het stationsgebied. De toegankelijkheidsmanager heeft bij de ontwikkeling van Leidsche Rijn toegankelijkheid een prominentere plek gegeven. Bij de bouw van het Muziekpaleis werken wij aan een complex dat 107
voor iedereen toegankelijk is. Met de vaststelling door de gemeenteraad van de nota kapitaalgoederen in november 2011 is het traject om in deze collegeperiode dertien panden toegankelijk te maken in gang gezet. Er is een nieuw plan Agenda 22 voor de periode 2012-2015 voorbereid, met acties voor mensen met een verstandelijke of langdurig psychische beperking. Wonen Welzijn Zorg (WWZ): het accent lag in 2011 op samenwerking van de WWZ-partners in de wijknetwerken. Het Wijknetwerk-West heeft een doorstart gemaakt en richt zich nu op de verdere ontwikkeling van het gezondheidscentrum als spil in de woonservicezone Hart van Lombok en de nieuwbouw van De Wartburg en de buurtfunctie voor Oog en Al. In Oost is een wijknetwerk opgestart naar aanleiding van een grondige wijkanalyse. In de Binnenstad hebben wij meegewerkt aan de vestiging van een geïntegreerd eerstelijns gezondheidscentrum aan de Asch van Wijckskade. De netwerkbijeenkomsten bieden de WWZ-partners de gelegenheid om op wijkniveau tot verdere samenwerkingsafspraken te komen. In gezamenlijkheid wordt daarbij een bijdrage geleverd aan het zelfstandig wonen van ouderen (zolang dat kan) en bewoners met een beperking.
Aanbieden van een consistent dienstenpakket Prestatiedoelstelling 5.1: Verlenen van individuele voorzieningen Verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem, gericht op behoud en verbetering van hun zelfstandige deelname aan het maatschappelijk verkeer (prestatieveld 6 Wmo). We compenseren burgers met een beperking, zodat zij sociale verbanden kunnen aangaan. De wijze waarop dat gebeurt, leggen wij vast in een nieuwe beleidsvisie waarin de kaders voor algemene, collectieve en individuele voorzieningen worden gegeven. Het begrip 'eigen verantwoordelijkheid' van de burger krijgt in de nieuwe visie vorm. Dat betekent uitbreiding van de mogelijkheden voor een Persoonsgebonden budget en het opleggen van eigen bijdragen. Uitgangspunt blijft dat de gemeente het gegarandeerde vangnet is voor burgers die door hun beperking niet in staat zijn deel te nemen aan de samenleving. De nieuwe beleidsvisie voor prestatieveld 6 is vastgesteld door de gemeenteraad en ingegaan op 1 juni 2011. Daarin staan uitgangspunten als eigen verantwoordelijkheid en het benutten van eigen kracht centraal. Hierbij hoort ook het benutten van eigen mogelijkheden in financiële zin. Daarom wordt er een eigen bijdrage gevraagd naar draagkracht. Aan 13.136 personen is één of meerdere voorzieningen verstrekt. Daarnaast waren er 3.000 pasjes voor de Regiotaxi voor 65plussers in omloop in 2011. Hiervan hebben 880 personen (29%) ook een andere individuele voorziening. In totaal zijn er aan 15.256 unieke personen een voorziening verstrekt.
Maatschappelijke opvang en bestrijding huiselijk geweld Prestatiedoelstelling 6.1: Verbeteren leefsituatie kwetsbaren Bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang, en de bestrijding van huiselijk geweld (prestatieveld 7 Wmo). Het Rijk heeft er voor gekozen om het experiment Perspectief voor ex-AMA's niet voort te zetten, ondanks de aantoonbaar betere resultaten. Nu het Rijk door deze beslissing geen sluitende aanpak realiseert, is de doelgroep aangewezen op de noodopvang. Landelijk gezien is het aantal ex-AMA's op straat daardoor groeiende. In lijn met het collegeprogramma ondersteunt het Utrechtse steunpunt Perspectief deze kwetsbare jongeren, als zij gebonden zijn aan Utrecht, wel. Wij zijn samen met de andere betrokken gemeenten en de VNG in gesprek met het Rijk om dit dossier tot een oplossing te brengen. In het kader van de Wet tijdelijk huisverbod hebben wij bij alle huisverboden die door de Burgemeester zijn opgelegd, een plan van aanpak voor de zorg gerealiseerd. Dit hulpverleningsplan is gericht op het gehele gezin, inclusief de pleger. In de wijken Overvecht, Noordwest en Kanaleneiland zijn, zoals afgesproken, voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. In de loop van 2011 is het bespreekbaar maken van huiselijk geweld in Marokkaanse kring daarbij gekomen. Vooruitlopend op de behandeling in de Tweede Kamer hebben wij al voorbereidingen getroffen voor de invoering van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
108
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
1.1
Percentage tevredenheid aangeboden faciliteiten
77
80 41
1.2
Aantal bedrijven waarmee een alliantie is gesloten
30
n.v.t. 42
2.1
Aantal contacten front office (multi channel)3
72.000
73.000
3.1
Aantal bemiddelingen naar vrijwilligerswerk
2.800
n.v.t. 43
3.2
Aantal mantelzorgers ingeschreven bij Steunpunt
575
459
4.1
Aantal toegankelijk gemaakte panden
13
n.n.b.
5.1
Aantal unieke cliënten prestatieveld 6
15.000
15.256
5.2
Aantal geïndiceerde personen Hulp bij huishouden
7.800
6.738 44
6.1
Aantal ex-AMA’s dat begeleiding ontvangt
325
391
1.13.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie 851
Lasten Leefbaarheid en sociale samenhang
21.777
19.507
18.657
Informatie, advies, cliëntondersteuning
4.381
7.097
6.992
105
Vrijwillige inzet en mantelzorg
2.496
2.387
2.259
128
Participatie
2.583
2.985
3.231
-246
Verlenen individuele voorzieningen
37.759
36.990
39.352
-2.362
Verbeteren leefsituatie kwetsbaren
12.197
16.850
17.093
-243
Totaal lasten
81.193
85.816
87.583
-1.766
Leefbaarheid en sociale samenhang
0
0
23
23
Informatie, advies, cliëntondersteuning
0
0
0
0
Vrijwillige inzet en mantelzorg
0
0
0
0
Baten
Participatie
0
0
0
0
Verlenen individuele voorzieningen
2.385
2.654
3.644
990
Verbeteren leefsituatie kwetsbaren
284
0
112
112
2.669
2.654
3.779
1.125
78.524
83.162
83.805
-643
Totaal baten Saldo lasten en baten
41 42 43
Dit percentage heeft betrekking op de scores 'zeer tevreden' en 'neutraal'. Indicator wordt niet meer geregistreerd. Waarde niet beschikbaar wegens ontbreken van een betrouwbare meetwijze; wel gemeten zijn: aantal bezoekers
digitale vacaturebank (20.501) en aantal persoonlijke bezoekers vacaturebank (648); daarmee zijn de gestelde doelen ruimschoots behaald. 44 het aantal indicaties voor hulp bij huishouding (HBH) is een nieuwe indicator. De uitkomst in 2011 is lager dan geprognosticeerd. Deze was gebaseerd op 2010 en verhoogd met het oog op de in 2011 verwachte piek in het aantal herindicaties HBH. Daarnaast werd een autonome groei voorzien door de groei van het aantal ouderen in absolute zin. Zowel het een als het ander viel lager uit dan verwacht. 109
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Mutaties reserves Toevoegingen
860
860
0
860
Onttrekkingen
40
792
805
13
79.344
83.230
82.999
231
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Leefbaarheid en sociale samenhang De lasten zijn 0,9 miljoen euro lager vooral door de latere start van het Vrijwilligershuis, uitstel van achterstallig onderhoud van voormalige BOEG panden en het uitblijven van frictiekosten voor de Centra van Jeugd en Gezin. Verlenen individuele voorzieningen De lasten zijn 2,4 miljoen euro hoger door een hogere vraag naar: Hulp bij het huishouden (0,8 miljoen euro), woonvoorzieningen (0,4 miljoen euro) en vervoer (0,5 miljoen euro) en hogere apparaatskosten van de afdeling Werk en Inkomen (zie ook programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering, 0,7 miljoen euro). De baten voor Hulp bij het huishouden zijn 1,0 miljoen euro hoger door hogere eigen bijdragen en hogere terugontvangsten van klanten. Verbeteren leefsituatie kwetsbaren De lasten voor ouderenmishandeling zijn 0,26 miljoen euro hoger dan verwacht, omdat er van de septembercirculaire extra middelen beschikbaar zijn gekomen. We hebben 0,112 miljoen euro aan niet begrote baten ontvangen. Dit betreft een rijksbijdrage van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) en een huurvergoeding voor noodopvang. Reserves Er was een storting vanuit de Wmo naar de bedrijfsreserve van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling begroot van 0,86 miljoen euro in verband met de financiering van het tekort op armoede in 2010. Binnen de Wmo is onvoldoende financiële ruimte om deze storting te doen. In 2011 is op het programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering sprake van een nadelig resultaat. De beoogde toevoeging aan de dienstbedrijfsreserve was daarom ook vanuit dit programma niet mogelijk.
110
1.14 Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering 1.14.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Wij willen de arbeidsparticipatie, zelfredzaamheid en taalkennis van onze klanten vergroten. Daarnaast willen we financiële ondersteuning bieden aan mensen met een bijstandsinkomen. Effectdoelstelling 1: Arbeidsparticipatie en zelfredzaamheid Bevordering arbeidsparticipatie en zelfredzaamheid. Wij willen de arbeidsparticipatie onder Utrechters vergroten, het liefst door regulier betaald werk. Daar waar regulier betaald werk niet mogelijk is, zetten we in op werken met subsidie of met behoud van uitkering en het behalen van startkwalificaties. Ook vinden we het belangrijk dat meer Utrechters de Nederlandse taal spreken (minimaal Nederlands als tweede taal (NT-2) niveau 2) en zetten we in op hogere slagingspercentages voor het inburgerings- en staatsexamen. Ondanks de economische recessie is het streefcijfer van 7.500 huishoudens met een Wwb-uitkering (Wet werk en bijstand) nagenoeg behaald. Door sterke sturing op het actieplan Volumedaling met zowel acties in de kop van het proces als op het zittende bestand, is de instroom in de Wwb niet gestegen ten opzichte van 2010. Ook de uitstroom uit de Wwb ligt op hetzelfde hoge niveau als in 2010. Effectdoelstelling 2: Financiële ondersteuning Verstrekken financiële ondersteuning. We verstrekken financiële ondersteuning aan Utrechters die dat nodig en daar recht op hebben. Hierdoor vergroten we de koopkracht van deze groep. Doordat het klantenbestand jarenlang sneller dan landelijk daalde en minder snel dan landelijk steeg, heeft Utrecht een voorsprong opgebouwd ten opzichte van andere gemeenten. Dit jaar stijgt het klantenbestand in Utrecht voor het eerst sneller dan landelijk, waardoor deze voorsprong afneemt. We hebben daarom maatregelen genomen (Actieplan Volumedaling) om het bijstandsvolume te beperken. Relevante omgevingsfactoren De extra inzet op het beperken van het bijstandsvolume is gerealiseerd in een periode waarin er ook een reorganisatie is doorgevoerd en een nieuw dienstverleningsconcept is ingevoerd. Door de reorganisatie zijn wij in staat de apparaatskosten te beperken en de dienstverlening aan te passen op de nieuwe vragen die op ons af komen in het kader van de aanscherping Wwb en nieuwe Wet Werken naar Vermogen. Met minder mensen zijn wij in staat geweest de beoogde doelstelling te realiseren. Effectindicatoren 1.1
Aantal huishoudens met Wwb-uitkering (27-65)
1.2
Aantal jongeren met WIJ-uitkering (tot 27 jaar)
1.3 1.4
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
6.658
6.781
842
760
Instroom huishoudens tot 65 jaar in Wwb
1.983
3.260
Uitstroom huishoudens tot 65 jaar uit Wwb
1.983
2.707
784,1
774,3
20%
33%
Taakstelling Wsw-dienstbetrekkingen en Begeleid Werken in 2011 1.5
(gebaseerd op prognose Cedris juli 2010)
1.6
Aantal gedetacheerde Wsw-ers in relatie tot aantal Wsw-ers
111
Effectindicatoren 1.7
Aantal inburgeraars
1.8
Slagingspercentage inburgeringsexamen
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
1.350
1.474
60%
71%
0,0%
3,9%
0,0%
7,9%
75%
75%
Wijziging klantenbestand ten opzichte van afgelopen jaar (tot 65 jaar) landelijk 45 2.1 2.2
• • Utrecht
Percentage bereik in koopkrachtverbetering
1.14.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Bevordering arbeidsparticipatie en zelfredzaamheid Prestatiedoelstelling 1.1: Begeleiden en faciliteren werkzoekenden We begeleiden en faciliteren werkloos werkzoekenden, waarbij we streven naar regulier betaald werk, werken met subsidies of met behoud van uitkering, en het behalen van startkwalificaties. In het eerste kwartaal heeft u de nota Werken aan de Toekomst vastgesteld. De nota bevat uitgangspunten voor de beleidskeuzes tot het jaar 2013, waarin de nieuwe Wet Werken naar Vermogen van kracht zal worden. Een belangrijke pijler van de nota is het Banenplan. In 2011 is de realisatie van het Banenplan achter gebleven bij de prognose. Dit komt onder meer door de latere start van de uitvoering door de uitgestelde besluitvorming over de nota. Daarnaast bleken de instrumenten praktijkbaan en jobcoaching onvoldoende aan te sluiten op de behoeften van werkgevers. Deze instrumenten zijn aangepast waardoor we beter kunnen inspelen op de behoeften van werkgevers en een inhaalslag kunnen realiseren. Ondanks de economische recessie zijn in 2011 veel meer klanten op regulier werk geplaatst dan geraamd. In juni 2011 heeft u ingestemd met de evaluatie van de uitvoering van de Wet Investeren in Jongeren. Daarmee is de werkwijze van het Jongerenloket ingebed in de reguliere organisatie Werk en Inkomen. Daarnaast is de inzet vanuit het Regionaal actieplan jeugdwerkloosheid (jobhunters en vouchers) in 2011 wegens succes gecontinueerd. De realisatie van de jongerenaanpak is in lijn met onze ambitieuze streefcijfers. Ondanks de crisis en de enorme dynamiek in het jongerenbestand is het aantal jongeren met een uitkering in 2011 stabiel gebleven. Er zijn 696 jongeren bemiddeld naar werk en 206 jongeren terug verwezen naar het onderwijs. In onze regionale werkgeversbenadering zijn een aantal belangrijke stappen gezet in 2011. Er is een gezamenlijke visie op regionale werkgeversdienstverlening beschreven, die de leidraad vormt voor de wijze waarop wij (gemeenten, UWV en SW bedrijven) werkgevers willen ontzorgen met als doel het creëren van zo veel mogelijk reguliere banen. Met het UWV is in G4 verband een convenant opgesteld om te komen tot een intensievere samenwerking op het terrein van werkgeversdienstverlening. Op het instrument werk loont zijn 516 kandidaten geplaatst. De beoogde doelstelling was 550, maar door wijzigingen in het werkproces, ontstond er deze zomer een stagnatie in de verwijzing. Wij hebben het laatste half jaar scherp gestuurd om deze plaatsingen te realiseren, onder meer door nieuwe aanpassingen in het werkproces. De pilot activeringsteams is geëvalueerd. Via de activeringsteams zijn circa 1.000 wijkbewoners bereikt die doorgestroomd zijn naar verschillende activiteiten, zoals taallessen, vrijwilligerswerk, computerlessen en sportactiviteiten. De activeringsteams blijven in 2012 actief in de Krachtwijken ter overbrugging naar de nieuwe, brede aanpak op sociaal kwetsbaren en de pilots in dat kader.
45
Gemeten van oktober t-1 tot oktober t.
112
Prestatiedoelstelling 1.2: Betaald werk We bieden betaald werk aan personen die behoren tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Het werk kan de vorm hebben van begeleid werken of een Wsw-dienstbetrekking. We hebben in 2011 de kansen en bedreigingen van de nieuwe Wet Werken naar Vermogen in beeld gebracht en diverse voorbereidingen getroffen. In het 'plan van aanpak' zijn maatregelen vastgelegd die moeten leiden tot een beperking van het exploitatietekort bij UW. Een van de maatregelen is het verstrekken van meer opdrachten aan UW. In 2011 betrof dit onder andere de uitvoering van het Banenplan, verzorgen van groen, en onderhoud van begraafplaatsen. Daarnaast is er een doorlichting bij UW uitgevoerd, waarvan de uitkomst in de commissie Mens en Samenleving is gepresenteerd. Prestatiedoelstelling 1.3: Inburgeringsprogramma's We bieden kwalitatief goede inburgeringsprogramma's aan inburgeraars aan. We hebben in Utrecht besloten om in 2011 een eindsprint in te zetten wat betreft het aantal te realiseren inburgeringstrajecten. Het aantal gestarte inburgeringstrajecten is met 1.474 trajecten ruim boven het begrote aantal uitgekomen. Het percentage duale trajecten in 2011 is lager dan begroot. Dit komt omdat er relatief veel trajecten 'Staatsexamen' waren. Voor deze trajecten is een duale component niet verplicht, daarom worden zij niet als duaal geregistreerd. Dat neemt niet weg dat ook in deze trajecten soms duale componenten worden ingebouwd, zoals conversatielessen.
Verstrekken financiële ondersteuning Prestatiedoelstelling 2.1: Verstrekken financiële middelen We verstrekken rechtmatig en doelmatig financiële middelen aan huishoudens met een inkomen onder bijstandsniveau om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. In 2011 is het opsporen van fraude door internetrecherche in de organisatie geborgd. Handhavers zijn sinds medio 2011 fysiek aanwezig op de werkpleinen zodat zij bij nieuwe aanvragen kunnen adviseren bij mogelijke fraude. Hierdoor is de totstandkoming van aanvragen waarbij sprake is van fraude lager evenals het aantal in verband met fraude beëindigde uitkeringen. In het multidisciplinair interventieproject van Kanaleneiland werken handhavers en sociaal rechercheurs mee met als doel het opsporen van bijstandsfraude. Hiervan worden begin 2012 resultaten verwacht. Prestatiedoelstelling 2.2: Bestrijden armoede We bestrijden armoede door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen (afhankelijk van de regeling). Het gaat om ondersteuning voor de betaling van de vaste lasten, participatie, maatwerk in de vorm van schuldhulpverlening en bijzondere bijstand. Het meerjarenbeleidsplan armoede is uitgesteld tot begin 2012 omdat pas eind december 2011 duidelijk is geworden welke vorm en impact de wetswijziging aanscherping Wwb heeft op ons beleid. Het aantal aanvragen en toekenningen bijzondere bijstand is lager dan begroot, maar is in lijn met het aantal van 2010. Aan de poort en in de e-procedure is meer aandacht voor de 'haalbaarheid' van de aanvraag voordat deze wordt ingediend. In 2011 hebben we de wachtlijsten bij de afdeling schuldhulpverlening van Werk en Inkomen teruggedrongen naar maximaal vier weken tussen aanmelding en het intakegesprek. Ook na de intake zijn we in 2011 meer gaan sturen op doorlooptijden. De doorlooptijden zijn teruggedrongen met inzet van extra capaciteit, die bekostigd is uit de extra (incidentele) collegemiddelen schuldhulpverlening. Het aantal aanmeldingen voor de budgetadviesgesprekken op de werkpleinen was lager dan verwacht. In de loop van 2011 is besloten om individuele gesprekken aan te bieden in plaats van in groepsverband. In 2011 is vaker langdurigheids- en reserveringstoeslag toegekend dan begroot. De voornaamste reden ligt in het feit dat aanvragers in 2011 ook met terugwerkende kracht een toeslag konden aanvragen.
113
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
Instroom in traject (met uitzondering van participatieplaatsen en 1.1.1
Werk Loont)
980
945
1.1.2
Instroom van volwassenen bij Werk Loont
550
516
1.1.3
Instroom van volwassenen in participatieplaats
100
148
1.1.4
Instroom van jongeren op werkleeraanbod
350
333
1.1.5
Aantal plaatsingen op regulier werk
300
495
1.1.6
Aantal plaatsingen op gesubsidieerd werk
200
183
1.3.1
Aantal gestarte inburgeringstrajecten 46
1.350
1.474
1.3.2
Percentage duale inburgeringstrajecten
80%
71%
2.2.1
Aantal aanvragen bijzondere bijstand
5.000
4.432
2.2.2
Aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand
2.750
2.127
Aantal aanvragen voor schuldhulpverlening minnelijk
1.000
1.441
220
297
140
207
2.2.3
2.2.4 2.2.5
• • wettelijk • budgetbeheer Aantal trajecten in schuldhulpverlening • minnelijk • wettelijk
630
959
580
321 757
Aantal huishoudens in budgetbeheer
670
2.2.6
Aantal huishoudens in sociale kredietverlening
490
179
2.2.7
Aantal U-pashouders
36.750
37.604
6.430
6.657
Aantal toekenningen langdurigheidstoeslag en 2.2.8
reserveringstoeslag
1.14.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Re-integratie
58.374
47.939
38.351
9.588
Wsw
25.530
25.557
29.738
-4.180
123.937
129.881
135.380
-5.499
16.871
19.658
19.473
185
224.712
223.035
222.941
94
Re-integratie
35.250
29.205
27.666
-1.539
Wsw
25.257
25.257
25.393
135
111.138
110.977
106.460
-4.517
1.861
1.981
2.120
139
173.507
167.420
161.638
-5.782
51.206
55.615
61.303
-5.688
Lasten
Verstrekken bijstand Armoedebestrijding Totaal lasten Baten
Verstrekken bijstand Armoedebestrijding Totaal baten Saldo lasten en baten
46
Inclusief samenlooptrajecten.
114
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
1.405
7.905
7.863
-42
49.801
47.709
53.440
-5.730
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Het resultaat op doorbelaste apparaatskosten wordt eerst toegelicht. Het resultaat op het apparaat van de afdeling Werk en Inkomen bedraagt 5,2 miljoen euro tekort. Dit is 3,2 miljoen euro minder dan het voorziene tekort van de openstaande taakstelling van 8,4 miljoen euro. De belangrijkste reden van dit voordeel is dat de organisatie in 2011 sneller is afgebouwd dan in het masterplan was voorzien. Daarnaast hebben we taken zelf uitgevoerd waarvoor inhuur was voorzien en we hebben vergoedingen ontvangen vanuit detachering. Bij elkaar levert dit een voordeel op van 1,6 miljoen euro. De frictiekosten zijn 0,3 miljoen euro lager, doordat nog niet alle noodzakelijke investeringen in ICT hebben plaats gevonden. De verantwoording van de rijksmiddelen schuldhulpverlening leidt tot een voordeel van 0,3 miljoen euro op het apparaat. De rijksbijdrage voor het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF) is van een gemeentefondsuitkering (0,2 miljoen euro) omgezet naar een specifieke uitkering (0,5 miljoen euro). Omdat de mutatie op het Gemeentefonds nog niet verwerkt is, doen we hiervoor een bestedingsvoorstel. In het resultaat is de specifieke uitkering al wel verwerkt en dit levert een voordeel op van 0,5 miljoen euro op de baten. Tot slot waren de kosten voor Wigo4it 0,5 miljoen euro lager dan geraamd. Re-integratie Zowel de lasten als de baten zijn 1,5 miljoen euro lager door een onjuiste technische verwerking van de
• bestedings- en dekkingsvoorstellen bij de Jaarrekening 2010. • Op het gemeentelijk arbeidsmarktbudget, het Werkgelegenheidsoffensief, afwikkeling pilot jongerenloket en de kinderopvang voor doelgroepen zijn de lasten 1,0 miljoen euro lager dan begroot. • Door onderbesteding op het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid zijn de lasten 2,3 miljoen euro lager dan
begroot. Dit is 0,8 miljoen euro meer dan in het bestedingsplan dat u op 19 januari 2012 vastgesteld heeft. Het extra overschot bestaat voor 0,7 miljoen euro uit regionaal bestemde middelen en voor 0,1 miljoen euro uit middelen voor de Gemeente Utrecht.
• Op de lasten voor re-integratie uit de nota Werken aan de toekomst is een overschot van 5,3 miljoen euro, waarvan 1,7 miljoen euro betrekking heeft op een terugontvangst uit het BTW-compensatiefonds over de jaren 2008 tot en
met 2011.
• De doorbelaste apparaatskosten zijn 0,7 miljoen euro hoger. Op het totale participatiebudget (rijksuitkering) is een voordeel ontstaan van 2,7 miljoen euro. Dit is 0,5 miljoen euro meer dan is benoemd in het bestedingsplan 2012. Hierdoor is de vrijval op de gemeentelijke inzet op het gebied van re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie maximaal. Het overschot zal via de wettelijke meeneemregeling ingezet worden voor besteding in 2012. Wsw De belangrijkste oorzaak van het resultaat op Wsw is de exploitatiebijdrage voor het tekort op de publieke taak bij UW Holding BV van 3,9 miljoen euro. Dit tekort wordt voor 0,9 miljoen euro veroorzaakt door een naheffing van de belastingdienst. Daarnaast heeft 0,2 miljoen euro betrekking op het treffen van een voorziening voor het sociaal plan bij UW. Door diverse kleine afwijkingen en de doorbelaste apparaatskosten zijn de lasten 0,2 miljoen euro hoger. Verstrekken bijstand Door de toename van het aantal bijstandsgerechtigden zijn de uitkeringslasten 3,1 miljoen euro hoger. Daarnaast zijn de doorbelaste apparaatskosten 2,4 miljoen euro hoger. Bij de baten leidt de debiteurenwaardering tot een incidenteel voordeel van 1,0 miljoen euro. Het voordeel op rijksbudgetten bedraagt 0,6 miljoen euro en het nadeel op 115
terugvordering en verhaal 0,3 miljoen euro. Het overige verschil betreft een nadeel van 5,8 miljoen euro in verband met de systematiek dat we het inkomensdeel budgettair neutraal begroten. Per saldo is het resultaat op het product bijstandsverstrekkingen 7,6 miljoen euro negatief (exclusief toegerekende overhead). Armoedebestrijding Op de middelen voor schuldhulpverlening is een bedrag van 0,7 miljoen euro over. De bijdragen voor het woonlastenfonds zijn 0,1 miljoen euro lager. De overige kleine verschillen leiden tot 0,2 miljoen euro lagere lasten. De doorbelaste apparaatskosten zijn 0,81 miljoen euro hoger. De baten zijn 0,1 miljoen euro hoger, door hogere terugontvangsten van klanten van 0,2 miljoen euro en een lagere bijdrage uit de regio voor de U-pas van 0,1 miljoen euro. Onttrekkingen reserves De onttrekking aan de dienstbedrijfsreserve is 0,04 miljoen euro lager doordat de kosten voor het amendement Spekman in 2011 lager zijn dan begroot.
116
1.15 Volksgezondheid 1.15.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling We leveren een bijdrage aan een vitale stad door te werken aan een optimale gezondheid voor alle Utrechtse inwoners. In 2011 hebben we onze activiteiten voortgezet en zijn onze activiteiten voor de komende jaren vastgesteld in de nota Volksgezondheid 201 –2014 Duurzaam gezond! Fit en weerbaar de toekomst in. Verder is secuur gekeken naar wat sneller en slimmer kan voor minder geld. Vanuit Volksgezondheid is meegewerkt aan de beleidsnota's Meedoen naar Vermogen en Jeugd. Daarnaast is Fase 2 van de alcohol en middelenaanpak opgestart via de preventielijn. Het in de nota genoemde streven naar een gebiedsgerichte aanpak gezonde wijk in 2014 in vier wijken is naar beneden bijgesteld tot drie wijken. Een opsteker is dat Overvecht Gezond, een onderdeel van ons convenant met Achmea/Agis, is gekozen tot de meest innovatieve eerstelijnsorganisatie van 2011. Effectdoelstelling 1: Alle Utrechters Alle Utrechters: Utrechters zijn beter beschermd tegen een aantal gezondheidsrisico's.
• Infectieziekten vormen een bedreiging voor de volksgezondheid. Infectieziekten zijn bestreden door het
voorkomen van uitbraken en verspreiding. We hebben ons actief gericht op (nieuwe) dreigingen zoals Q-koorts en
multiresistente micro-organismen.
• Het aantal besmettingen met seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) onder jongeren is zorgwekkend. Op scholen, op Sensespreekuren en met de website Sense is SOA is onder de aandacht van jongeren gebracht. • De gemeente houdt toezicht op de veiligheid en gezondheid in kindercentra en handhaaft deze waar nodig. We leggen het accent op de meest risicovolle locaties. Met • de gemeentebrede afspraken over gezonde leefomgeving wordt de gezondheid van inwoners bevorderd en beschermd.
Effectdoelstelling 2: Jeugd Jeugd: Utrechtse kinderen met complexe opvoeding- en opgroeiproblemen krijgen de zorg en steun die ze nodig hebben. In deze collegeperiode is jeugd één van de speerpunten. Daar waar gezond opgroeien en opvoeden nog geen realiteit is voor Utrechtse kinderen, hebben we acties op het gebied van gezondheid en zorg ingezet om het gewenste effect te bereiken. Jeugdadviesteams, indicatie voor voorschoolse educatie en het opvoedbureau voeren we uit als onderdeel van het programma Jeugd. Effectdoelstelling 3: Inwoners van Overvecht, Noordwest, Zuidwest, Zuid en Leidsche Rijn Inwoners van Overvecht, Noordwest, Zuidwest, Zuid en Leidsche Rijn: Meer inwoners kiezen voor een gezonde leefstijl. In Overvecht is aangetoond dat de gezonde wijkaanpak, de gebiedgerichte, meerjarige inzet en samenwerking, werkt. De zorgconsumptie is daar 4% gedaald. In de overige Krachtwijken en buurten is op een vergelijkbare wijze ingezet met wijkspecifieke programma's zoals gezond gewicht. Effectdoelstelling 4: Sociaal kwetsbaren Sociaal kwetsbaren: Een verbeterde leefsituatie van (dreigend) dakloze, openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz)cliënten en een afname van criminaliteit en overlast door deze groep. Het accent in de tweede fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijk Opvang (2011-2014), beschreven in het Stedelijk Kompas, ligt op preventie en blijvend herstel. Om dit te bereiken is vanuit het Plan van Aanpak aansluiting gezocht bij het 'doorbraakdossier sociaal kwetsbaren'. 117
Er is een trendbreuk in de instroom van rechthebbende daklozen. In het eerste halfjaar van 2011 daalde de instroom in de Utrechtse opvang van volwassenen en jongeren ten opzichte van het eerste halfjaar in 2010 met 12%. Dit lijkt zich voort te zetten in de tweede helft van het jaar. Effectdoelstelling 5: Alcohol- en middelengebruik Voorkomen en tegengaan van alcohol- en middelen misbruik, vooral gericht op jongeren (10-18 jaar) en hun ouders. Alcohol en drugs zijn een speerpunt in de nota Volksgezondheid Duurzaam Gezond. Dit speerpunt is uitgewerkt in het breed gedragen programma 'Nuchter over alcohol en drugs 2011–2014' met als doelgroepen: jeugd en jongeren tussen tien en 24 jaar en hun ouders. Effectindicatoren 3
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
Percentage inwoners dat gezondheid goed tot zeer goed ervaart 47 :
3.a
Overvecht
74%
76%
3.b
Zuilen-Noord en –Oost, Ondiep, tweede Daalsebuurt
81%
83%
3.c
Nieuw Hoograven, Bokkenbuurt
78%
84%
3.d
Kanaleneiland
75%
69%
4
Overlast rond hostels en zorgcentrum
≤ nulmeting
≤ nulmeting
Percentage jongeren van 12 tot en met 15 jaar dat wel eens alcohol 5.1.a
heeft gebruikt
42%
42% 48
5.1.b
Percentage problematische volwassen drinkers in Utrecht
11%
10% 49
14%
19% 50
Percentage jongeren van 12 tot en met 15 jaar dat wel eens 5.1.c
cannabis heeft gebruikt
1.15.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Alle Utrechters Prestatiedoelstelling 1.1: Bescherming en bestrijding ziekten We bewaken en beschermen de gezondheid van de Utrechters.
• Als voorbereiding op grootschalige uitbraken van infectieziekten en andere incidenten is een grote oefening met externe begeleiders uitgevoerd. Onze werkwijze, procedures en draaiboeken zijn aangescherpt op basis van evaluaties van uitbraken en oefeningen.
• Risico-instellingen en organisaties van grote evenementen zijn geadviseerd over hygiëne. Tattoo- en piercingshops zijn geïnspecteerd in het kader van vergunningverlening. • Ruim 1.600 MBO leerlingen zijn door voorlichting bereikt. Zij zijn op de hoogte van seksueel overdraagbare aandoeningen en van het bestaan van Sense-spreekuren. Daarnaast zijn er 100 VMBO leerlingen en 620 MBO leerlingen bereikt met interactieve theatervoorstellingen.
• aanwezigheid bij publieksevenementen zoals het midzomergrachtfestival. • Tuberculose is actief bestreden door screening van risicogroepen, bron- en contactonderzoek en behandeling van Soa preventie activiteiten zijn gericht uitgevoerd op hoogrisicogroepen onder andere via internet en door
patiënten. In het kader van de bestrijding van tuberculose (TBC) was in 2011 het aantal contactmomenten 17.000.
47
Bron: Gezondheidspeiling 2010. De gezondheidspeiling wordt een keer per twee jaar uitgevoerd.
48
Bron: Jeugdmonitor Utrecht voortgezet onderwijs 2009. Recentere gegevens zijn niet beschikbaar, de monitor
voortgezet onderwijs wordt niet meer uitgevoerd. 49 Bron: Gezondheidspeiling 2010. De gezondheidspeiling wordt eens per twee jaar uitgevoerd. 50
Bron: Jeugdmonitor Utrecht voortgezet onderwijs 2009. Recentere gegevens zijn niet beschikbaar, de monitor
voortgezet onderwijs wordt niet meer uitgevoerd. 118
• De GGenGD heeft reizigers gevaccineerd en geadviseerd over gezondheidsrisico's. In 2011 zagen we in het totaal 16.488 klanten. Kinderopvanglocaties zijn geïnspecteerd en waar nodig zijn handhavingmaatregelen ingezet. In 2011 zijn • gastouders steekproefsgewijs geïnspecteerd. De uitkomsten zijn meegenomen in het handhavingprogramma 2012. • De GGenGD heeft instellingen en inwoners geadviseerd over binnen- en buitenmilieu. De eerste fase van het project advisering binnenmilieu scholen is afgerond. • We monitoren de gezondheid van Utrechters en beschrijven dat in diverse rapportages op stad- en wijkniveau. De volksgezondheidsmonitor (VMU) 2010 is geëvalueerd en er is een plan van aanpak ontwikkeld voor de uitvoering van de VMU 2014. Prestatiedoelstelling 1.2: Gezonde leefomgeving We bevorderen een gezonde fysieke en sociale leefomgeving. De GGenGD informeerde en adviseerde gemeentelijke diensten bij ruimtelijke ordeningsplannen en in projecten op het gebied van luchtkwaliteit en mobiliteit over gezondheidsbevorderende en gezondheidsbeschermende factoren die bijdragen aan gezondheidswinst voor inwoners. Zo is bij de inrichting van het nieuwbouwplan aan het Thomas a Kempis Plantsoen geadviseerd rekening te houden met de daar heersende luchtkwaliteit.
Jeugd Prestatiedoelstelling 2.1: Opvoeden en opgroeien Het signaleren van kinderen met opvoeding- en opgroeiproblemen in een vroeg stadium en ze actief volgen.
• We hebben alle kinderen van 0 tot 19 jaar in beeld. In 2011 hadden we 75.000 contactmomenten met 0-4 jarigen en 13.000 contactmomenten met 4–19 jarigen. De consulten van 7,5 en negen maanden hebben we, met
toestemming van de Inspectie voor Gezondheidszorg, samengevoegd tot een consult bij acht maanden. De Leidsche Rijn gelden zijn ingezet. Om alle kinderen te blijven zien volgens het wettelijke basistakenpakket blijven extra inspanningen, vooral in deze wijk, nodig. Rondom het digitaal dossier (DDJGZ) is extra aandacht besteed aan het gebruik van het systeem, de helpdesk en het kunnen maken van eerste rapportages (zowel voor inspectie, professionals als management). Om de waarde van het DD JGZ verder te vergroten zal in 2012 een investering nodig zijn in uniforme gegevensregistratie en rapportages.
• Met behulp van de methode 'Samen Starten', die alle consultatiebureaus uitvoeren, zijn problemen bij kinderen van nul tot vier jaar en hun ouders vroegtijdig gesignaleerd en opgepakt. • De samenwerking in de eerstelijnsketen rond de geboortezorg, dat wil zeggen de verloskundigen, de kraamzorg, de JGZ en de huisartsen, is versterkt door het gezamenlijk opstellen van een Draaiboek. Daarin maken alle
ketenpartners inzichtelijk wat van hen verwacht mag worden in de zorg aan (aanstaande) ouders en hun kinderen en op welke wijze hun aanbod op elkaar aansluit. Via de site van het Utrechtse CJG, www.jeugdengezinutrecht.nl is deze informatie toegankelijk gemaakt.
• Het programma VoorZorg, dat bijdraagt aan het verbeteren van de positie van zeer kwetsbare kinderen, is in vijf wijken uitgevoerd. VoorZorg wordt gefinancierd met projectgelden. We onderzoeken de mogelijkheden om de aanpak te continueren. Als er geen mogelijkheden zijn, eindigt de activiteit in 2014.
• In het kader van de aanpak kindermishandeling is een digitaal protocol ontwikkeld en geïmplementeerd voor de drie welzijnsorganisaties. Er is specifiek aandacht besteed aan meisjesbesnijdenis (VGV). In de wijken Ondiep,
Zuilen en Overvecht is vanuit de Wijkactieplannen aandacht besteed aan kindermishandeling, onder andere door het scholen van professionals.
• Methodisch verwijzen is onderdeel van het reguliere werk. Het betekent dat er afspraken zijn over welke professionals cliënten mogen verwijzen en over het volgen van deze verwijzingen. • Er zijn 50 Weerbaarheidstrainingen, inclusief 26 extra alcoholtrainingen gegeven op basisscholen. Hiermee is bij een grote groep kinderen een fundament gelegd waarop met andere programma's kan worden doorgebouwd. • Door introductie van de zorganalyse wordt op uniforme wijze zorgkinderen gesignaleerd. De professional brengt
zowel risicofactoren als beschermende factoren in beeld en maakt vervolgens een afweging of er sprake is van een zorgkind.
119
Wijken Overvecht, Noordwest, Zuidwest, Zuid en Leidsche Rijn Prestatiedoelstelling 3.1: Gezonde leefstijl In de wijken Overvecht, Noordwest, Zuidwest, Zuid en Leidsche Rijn intensiveren we activiteiten ter bevordering van een gezonde leefstijl en bereiken we meer inwoners met preventieactiviteiten.
• In de aandachtswijken is ingezet op de bevordering van gezondheid met het accent op gezond opvoeden en opgroeien en gezonde leefstijl. • Op basis van de nota Volkgezondheid is een verkenning gestart voor de invulling van mentale fitheid in de stad. • Met de aanpak Gezonde School stimuleren wij dat scholen integraal en structureel aandacht hebben voor de gezondheid van leerlingen. De gezonde school adviseur, die de scholen ondersteunt, werkt vraaggericht. • In de aandachtswijken hebben we resultaatgericht gewerkt door de krachten te bundelen met welzijns-, preventieen eerstelijnszorgorganisaties (inclusief preventie geestelijke gezondheidszorg (GGZ)). • De pilot Gezonde Wijk Overvecht is uitgebreid naar de wijken Noordwest en Zuidwest . • Vanuit wijkgezondheidswerk zijn in de wijken Overvecht, Noordwest en Zuidwest activiteiten georganiseerd en gerealiseerd zoals de dag van het park. • We hebben wijkgerichte activiteiten uitgevoerd op het gebied van voeding en bewegen en psychosociale 51
gezondheid. Zo zijn onder andere de projecten Lekker Fit en Beweegkriebels uitgevoerd op (voor)scholen. Voor ouderen is Levenslust, het depressiepreventieprogramma van GGenGD en Indigo, gefinancierd. Indigo ontving
subsidie voor de GGZ-preventieactiviteiten in Overvecht, Leidsche Rijn, Noordwest, Zuid en Zuidwest. Daarnaast zijn wijkgerichte activiteiten uitgevoerd gericht op het stimuleren van bewegen van volwassenen en ouderen. In de wijk Noordwest is in samenwerking met onder andere private partners, de landelijke JOGG-aanpak (Jongeren Op Gezond Gewicht) uitgevoerd.
Sociaal kwetsbaren Prestatiedoelstelling 4.1: Preventie, zorg, blijvend herstel Realiseren van een intersectorale aanpak gericht op preventie van dakloosheid en zorg en begeleiding op maat voor (dreigend) daklozen en gericht op stabilisatie en (blijvend) herstel.
• Het landelijke Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang tweede fase is vertaald naar het Utrechtse Stedelijke Kompas dat door alle partners op 13 oktober 2011 is ondertekend. • Om een doorbraak op huisvesting te bewerkstelligen is met ketenpartners een gemeentebreed actieplan wonen OGGz: BinnenPlaats2 ontwikkeld en vastgesteld in de gemeenteraad. Met de regiogemeenten is op dit punt een convenant ontwikkeld.
• De realisatie van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang tot en met 2011 is hoger dan de met het Rijk
overeengekomen streefwaarde. De Minister heeft daarover de Tweede Kamer gemeld dat de beoogde doorbraak om daklozen van de straat te halen en in zorg te krijgen, is gerealiseerd. Continuering van de aanpak, met een
•
accent op preventie en duurzaam maatschappelijk herstel blijft nodig. De rol van de cliëntenorganisaties ontwikkelt zich positief. Cliëntenorganisaties hebben actief meegedacht en bijgedragen aan de totstandkoming van het Stedelijke Kompas 2011-2014. Zwerfjongeren zijn inmiddels aangesloten bij de Achterkant. Ze organiseren eigen activiteiten en praten regelmatig met de wethouder.
• Met ketenpartners is een gedragen meerjarenplan gemaakt om de komende jaren 25% van het budget opvang om te buigen naar preventie en blijvend herstel. Enkele concrete activiteiten in 2011 waren: • de pilot 'gebiedsgebonden herstel'; • de stadsbrede uitrol van 'Voorkom Huisuitzetting; • hervorming van de laagdrempelige opvang; • de pilot Budget de Baas, inmiddels zijn 67 nieuwe trajecten gerealiseerd; • de regiobinding die vanaf 1 juni de toegang tot de Maatschappelijk Opvang bepaalt; • Er is gestage vooruitgang in de huisvesting van cliënten waarvoor het huidige aanbod niet voldoet. In 2010 was er een daling van 186 naar 118, in 2011 staan er nog 84 moeilijk plaatsbaren op de lijst.
51
In de nota Duurzaam Gezond wordt gestreefd naar een gebiedsgerichte aanpak gezonde wijk in vier wijken in 2014.
Door bezuinigingen is dit bijgesteld naar drie wijken. 120
Prostitutie In 2011 volgden 95 52 prostituees het uitstapprogramma, daarvan zijn er 12 53 uitgestapt.
• • Als onderdeel van de aanpak mensenhandel zijn er 464 raamprostituees geregistreerd. In de registratiegesprekken is veel aandacht besteed aan voorlichting over (medische) hulpverlening en werken onder dwang. • 104 vergunningen zijn verstrekt aan vrouwen die willen werken op de tippelzone (gereguleerde straatprostitutie)
Zie ook programma Veiligheid.
Alcohol en middelengebruik Prestatiedoelstelling 5.1: Alcohol en middelen Uitvoeren van het alcohol- en middelenprogramma gericht op preventie, gesloten zorgketen, toezicht en handhaving samen met gemeentelijke diensten en externe partners.
• Samen met partners is een aanpak gemaakt om jeugdigen en hun ouders in het basisonderwijs beter te bereiken. Hierbij worden weerbaarheidtrainingen unaniem gezien als dé aanpak en daarom zijn er meer
weerbaarheidtrainingen ingekocht. Bestaande interventies op het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs zijn gecontinueerd. Dankzij de groei bij de weerbaarheidstrainingen en toename van het aantal lessen van Stichting Voorkom zijn in 2011 meer jongeren in het onderwijs bereikt.
• We hebben per school interventies in kaart gebracht en het aanbod voor scholen is inzichtelijk gemaakt op de website Gezonde School. • Samen met Achmea overleggen we met partners in de eerste lijn over wat zij nodig hebben om vroegsignalering van alcohol en middelengebruik te versterken. Het product Stepped Care is op verzoek van dit overleg in ontwikkeling.
• Het convenant Sport en Alcohol heeft zich het afgelopen jaar verder ontwikkeld. Meer sportverenigingen hebben
het convenant getekend. De maatregelen waarvoor al 24 sportverenigingen getekend hebben worden steeds meer bij de verenigingen geïmplementeerd. Spil in de aanpak is de barvrijwilliger. In september organiseerden we de maand van de barvrijwilliger om het thema bewust alcoholgebruik onder de aandacht te brengen.
• Op basis van de evaluatie pilot Wijkaanpak middelengebruik zijn de lopende aanpakken versterkt. • In 2011 werd bekend dat het toezicht op de drank en horecawet naar gemeenten wordt overgedragen. We onderzoeken hoe we de alcoholverkoopleeftijd in supermarkten kunnen handhaven. • De G4-gemeenten hebben in de tweede kamer gepleit voor een alcoholverkoopleeftijd van achttien jaar in de nieuwe drank- en horecawet. Dat is helaas niet gelukt, wel is hier een structurele lobbygroep uit ontstaan. • De twee initiatieven sociale cannabisclub en een GGZ experiment zijn verder uitgewerkt. Prestatie indicatoren 1.1.1
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
4.000
5300
180
211
100%
100%
5
5
3
3
440
436
Aantal interactieve contacten voor preventie van soa Aantal reguliere inspecties van kindercentra (exclusief
1.1.b
gastouderopvang)
2.1.a
Zie programma Jeugd Percentage van het aantal kinderen in de leeftijd van 0-19 dat in beeld
2.1.b
is Aantal achterstandswijken waar structurele samenwerkingsverbanden rond welzijn, preventie en zorg en gezondheidsinterventies
3.1.a
(bijvoorbeeld gericht op overgewicht) worden ingezet Aantal wijken met een ketenaanbod (en bijbehorende interventies) op
3.1.b
het gebied van psychosociale gezondheid Aantal voorlichtingsbijeenkomsten over opvoeding en gezondheid voor
3.1.c
allochtone vrouwen en mannen
52
49 vrouwen waren in 2010 met het traject gestart, 46 vrouwen zijn in 2011 gestart.
53
Een aantal vrouwen rond het traject in 2012 af, aantal is nog niet bekend. 121
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
4.1.a
Aantal dak- en thuislozen met een individueel en integraal trajectplan
1.604
2.041
4.1.b
Aantal dak- en thuislozen met stabiele mix van zorg en verblijf
1.202
1.190
135
138
20
26
Aantal lespakketten op scholen (gericht op jongeren en ouders) met 5.1.a
voorkomen van alcoholgebruik onder de 16 jaar als voorlichtingsdoel
5.1.b
Aantal extra weerbaarheidstrainingen in het kader van alcoholpreventie
1.15.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Verschil actueel Realisatie 2011
en realisatie
Lasten Bescherming en bestrijding ziekten
9.204
9.236
9.950
-714
11.005
11.216
10.370
846
2.697
3.114
2.747
367
20.640
15.461
16.533
-1.072
3.246
3.158
2.986
172
46.792
42.185
42.586
-401
Bescherming en bestrijding ziekten
4.730
4.570
5.191
621
Jeugd: Opvoeden en opgroeien
4.940
5.142
5.621
479
87
492
304
-188
1.631
1.290
1.779
489
0
0
0
0
Totaal baten
11.388
11.494
12.895
1.401
Saldo lasten en baten
35.404
30.691
29.691
1.000
Jeugd: Opvoeden en opgroeien Wijken: Gezonde leefstijl Sociaal kwetsbaren: Opvang Alcohol en middelengebruik jongeren Totaal lasten Baten
Wijken: Gezonde leefstijl Sociaal kwetsbaren: Opvang Alcohol en middelengebruik jongeren
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
3.149
878
319
- 559
32.255
29.813
29.372
441
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro's. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Alle Utrechters: Bescherming en bestrijding ziekten De werkelijke lasten van de doelstelling Alle Utrechters zijn 0,7 miljoen euro hoger dan verwacht. Deze hogere lasten worden nagenoeg gecompenseerd door de hogere inkomsten. De lasten en baten zijn toegenomen door incidentele projecten zoals, binnenmilieu scholen, Urban Health Indicator System (URHIS) en overgewicht bij Jeugd.
122
Jeugd: Opvoeden en opgroeien De lasten zijn incidenteel 0,8 miljoen euro lager dan begroot. Dit is voor 0,5 miljoen euro te verklaren uit lagere salarislasten als gevolg van vacatures. Tevens zijn de lasten voor de huisvesting van de wijkgebouwen van de jeugdgezondheidszorg 0,2 miljoen euro lager. Het project, modernisering jeugdgezondheidszorg loopt door in 2012, de beschikbare middelen zijn echter volledig in 2011 geraamd. Hierdoor hebben we in 2011 een restant budget van 0,2 miljoen euro. De baten en lasten zijn 0,3 miljoen euro hoger door de verplichte opleidingen van jeugdartsen. Deze extra kosten zijn volledig gesubsidieerd door het Rijk. Naast deze toename hebben we 0,2 miljoen euro extra baten ontvangen als gevolg van de loon- en prijscompensatie van de Brede Doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin. Wijken: Gezonde leefstijl De lasten en baten op deze doelstelling zijn 0,3 miljoen euro lager doordat het project URHIS per abuis is afgerekend op de doelstelling Alle Utrechters in plaats van deze doelstelling. Sociaal kwetsbaren: Opvang De lasten zijn 1,1 miljoen euro hoger dan verwacht onder meer doordat het tijdelijke hostel Overvecht is gesloopt. De resterende boekwaarde van 0,95 miljoen euro is, conform de financiële spelregels, als last genomen. Bij de resultaatsbestemming valt de bijbehorende vaste activa reserve vrij. Vanaf 2011 worden de huurlasten en de huurbaten van de beheerde gebouwen apart verantwoord. Voorheen werd het saldo van de baten en lasten geboekt. Hierdoor nemen de baten en de lasten 0,15 miljoen euro toe. Vanaf 2012 wordt dit ook in de programmabegroting aangepast. Tevens zijn de baten en lasten 0,3 miljoen euro hoger doordat er meer inkomsten zijn van de woningcorporaties aangaande voorkomen huisuitzettingen. Mutaties reserves We hebben 0,6 miljoen euro minder onttrokken dan begroot. De beoogde onttrekking ten behoeve van het Plan van Aanpak Maatschappelijke opvang is 0,4 miljoen euro lager dan raming. De besluiten met betrekking tot het actieplan wonen en woonvoorzieningen OGGz 2010-2014 (binnenplaats 2) én de uitvoering verhuizing de Singel, de Stadsbrug en Bureau Dagloon zijn pas in 2011 genomen. Hierdoor worden de investeringen grotendeels vanaf 2012 gedaan. De beoogde onttrekking aan de reserve integrale huisvesting JGZ is 0,2 miljoen euro lager dan begroot, vanwege de fasering rondom de voltooiing van de centra voor Jeugd en Gezin.
123
1.16 Vastgoed Om te komen tot een meer eenduidig vastgoedbeleid binnen de gemeente, verbeterde sturing op projecten, eenduidig prijsbeleid, vergroten van het rendement van ons vastgoed en optimale dienstverlening is betere samenwerking en concentratie van taken gewenst. Daarom is besloten om te komen tot de integratie van al het gemeentelijk vastgoed in een uitvoeringsorganisatie, de Utrechtse Vastgoed Organisatie (UVO). UVO gaat van start op 1 april 2012. Stapsgewijs is er gewerkt aan de fusie van de vastgoedafdelingen van SO, DMO, Stadswerken en DO. In 2011 hebben we de samenwerking vooral versterkt door: Het maken van een organisatie- en formatieplan voor de samenvoeging van de verschillende vastgoed onderdelen.
• • Het integreren van de Meerjarennota Kapitaalgoederen Sociale infrastructuur en het Meerjarenperspectief vastgoed voor alle accommodaties in beheer van SO en DMO. • versterken makelfunctie gemeentebreed. 1.16.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling In stand houden en ontwikkelen van vastgoed, gekoppeld aan een optimale spreiding van deze voorzieningen. Het loket dat we ingericht hebben om als makelpunt tussen vraag en aanbod van voorzieningen te functioneren kreeg in 2011 een sterke groei aan verzoeken. Behalve het voordeel voor de klant door de bemiddeling om tijdelijke en structurele ruimtes te verhuren werd de bezettingsgraad van onze accommodaties ook versterkt. Wij hebben in 2011 flinke stappen gezet naar een gebruikersvriendelijkere website. In het 1e kwartaal 2012 zijn we hierdoor in staat om met een nieuwe applicatie de klant digitaal en sneller verder te leiden. Mocht een voorziening onvoldoende bijdragen aan onze maatschappelijke doelstellingen, dan besloten we over te gaan tot verkoop. Wij hebben in dit kader (in overeenstemming met de uitgangspunten van het collegeprogramma) alle voorzieningen van de vastgoedafdelingen van de diensten Stadsontwikkeling en Maatschappelijke Ontwikkeling geïnventariseerd. Dit heeft in 2011 geleid tot het besluit tot afstoten van een aantal panden/gronden waarbij we gekeken hebben naar panden met een lage boekwaarde, negatief exploitatiesaldo en waarbij weinig negatieve programmatische invloed merkbaar is. Na grondig onderzoek hebben wij een lijst geproduceerd van te verkopen panden waarbij deze criteria van toepassing zijn. Het maatschappelijk vastgoed bestaat uit gebouwen en terreinen met een publieke functie zoals scholen, buurthuizen, sporthallen en -velden, bibliotheek, speeltuinen en multifunctionele accommodaties (mfa's, accommodaties die meerdere functies onder een dak verenigen). Ook monumenten, hostels, bedrijfsverzamelgebouwen en gebouwen voor gemeentelijke huisvesting behoorden dit jaar voor het eerst tot dit programma. Met het vastgoed werden de activiteiten mogelijk gemaakt die bijdroegen aan het bereiken van onze maatschappelijke doelen: leren, sporten, cultuur beleven, ontmoeten, maar ook bescherming cultureel erfgoed en stimulering economische ontwikkeling. Als het mogelijk was, werden verschillende activiteiten in één gebouw gerealiseerd (mfa, bedrijfsverzamelgebouw). Vanuit de verschillende sectoren (onderwijs, sport, welzijn, cultuur, sociale zaken en zorg) was veel aandacht voor investeringen, beheer en exploitatie van voorzieningen in die specifieke sector. De 'Meerjarennota Kapitaalgoederen 2011-2014 Sociale Infrastructuur' is afgerond en bij de Voorjaarsnota 2011 vastgesteld. Deze nota vormt het kader voor de renovatie, groot onderhoud en vervangingsinvesteringen van een deel van het maatschappelijk vastgoed dat onder de verantwoordelijkheid van dit programma valt. In het Meerjarenperspectief Vastgoed (MPV) is het overige vastgoed dat onder dit programma valt verantwoord. 2011 was een overgangsjaar, waarin voor het eerst een MPUV 2011 is vastgesteld. In 2012 zal er één Meerjaren Perspectief Utrechts vastgoed (MPUV) worden gepresenteerd waarbij over al het gemeentelijk vastgoed in beheer zal worden gerapporteerd. De uitvoering van de 'Meerjarennota Kapitaalgoederen' vond zijn weerslag in diverse meer sectorale programma’s en plannen, zoals de masterplannen primair en voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, de nieuwe Sportnota, de cultuurnota ’De ontdekking van Utrecht‘/ Actieplan 2008-2018 en de welzijnsnotitie 'Herbezinning Accommodatiebeleid' ( en daaruit voortvloeiend het project Vernieuwend Welzijn). 125
Effectdoelstelling 1: Accommodaties Voldoende functionele gebouwen en terreinen voor vastgoed. In 2011 is geïnventariseerd welk gemeentelijk vastgoed er is. Dit is gestructureerd en in één database samengebracht. Dit overzicht zal de basis vormen van het portefeuillemanagement dat in de UVO vorm moet gaan krijgen. Effectdoelstelling 2: Goede voorzieningen Het bieden van kwalitatief goede voorzieningen, die aansluiten bij de huidige en toekomstige wensen van de gebruikers. Zowel bestaande als nieuw te ontwikkelen voorzieningen werden naast de door de Gemeente Utrecht gestelde eisen gelegd. Dit betreft uiteraard de basis zoals in wet- en regelgeving vastgelegd. Daarnaast hebben we aanvullende eisen gesteld met betrekking tot bijvoorbeeld agenda 22 (toegankelijkheid) en duurzaamheid. Uiteraard werden de voorzieningen gezamenlijk met de doelgroep ontwikkeld en onderhouden zodat ook de gebruiksfunctie een belangrijke plek kreeg. Effectindicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
100
100
Omvang van de structurele onderhoudslasten van bestaand maatschappelijk vastgoed (2006 = 100%), bij een min of meer gelijk 1.a
blijvende voorraad Totstandkoming van één programma Vastgoed (aantal afdelingen
1.b
betrokken bij)
2
4
2
Multifunctionele ontwikkellocaties
6
6
1.16.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Accommodaties Prestatiedoelstelling 1.1: Accommodaties Verwerven, ontwikkelen en exploiteren van accommodaties.
• In 2011 heeft de nadruk vooral gelegen op exploiteren en verbeteren van bestaande accommodaties. • Er zijn plannen gemaakt voor de verbetering van onder andere het UCK op het Domplein en de Blauwe zaal van de Stadsschouwburg. • De locatie van het Utrechts Archief aan de Alexander Numankade is geheel gerenoveerd opgeleverd. Prestatiedoelstelling 1.2: Achterstallig onderhoud Het voorkomen en wegwerken van achterstallig onderhoud, waardoor de kwaliteit en aantrekkelijkheid van bestaande gebouwen voldoet aan de eisen. Nog steeds kende begin 2011 een deel van de bestaande accommodaties achterstallig onderhoud. Het voorkomen en wegwerken van achterstallig onderhoud leidde ertoe dat de structurele onderhoudslasten, bij een min of meer gelijkblijvende voorraad, in 2011 niet toenamen. We pleegden aan 32 accommodaties groot onderhoud.
Goede voorzieningen Prestatiedoelstelling 2.1: Herontwikkelingslocaties Het creëren van (her)ontwikkelingslocaties voor maatschappelijk vastgoed, in samenwerking met interne en externe partners. Het maatschappelijk vastgoed bestaat op dit moment uit meer dan onderwijspanden, sportaccommodaties, speeltuinen, volkstuinen, welzijnsaccommodaties bibliotheek en voorzieningen voor culturele instellingen. Door een verkenning van de stedelijke mogelijkheden en een goede afstemming met diverse sectoren en diensten vonden we ontwikkelingslocaties. De middelen voor de Krachtwijken boden kansen en mogelijkheden om de verscheidenheid aan 126
voorzieningen in een wijk te vergroten en hiermee bevorderden we de leefbaarheid in de stad. Voor Deelgebied Hoge weide (Leidsche Rijn) en voor het A2 park werden voorzieningen ontworpen. In 2011 ontwikkelden we het sportpark Rijnvliet in de wijk Leidsche Rijn met twee rugbyvelden, vier voetbalvelden en geprivatiseerde tennisbanen. Prestatiedoelstelling 2.2: Multifunctionele accommodaties Stimuleren van het bouwen van multifunctionele accommodaties en het totstandbrengen van een goede samenwerking in de multifunctionele accommodaties. Het beheer en onderhoud van de mfa's heeft veel inspanning gekost in 2011. Er zijn behoorlijke verbeterslagen gemaakt zodat de gebruikers in de verschillende mfa's nog beter kunnen functioneren. In 2011 werkten we aan de ontwikkeling van geclusterde voorzieningen in Overvecht en Kanaleneiland, in totaal zijn zes locaties in onderzoek geweest. In Overvecht werd vanuit het Masterplan PO en (V)SO onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor realisatie van 5 kinderclusters voor PO. Voor twee van deze clusters liep een pilot maatschappelijk vastgoed met de corporaties Mitros en Portaal. Daarnaast werkten we aan clustering van voorzieningen bij: Cereol, een te ontwikkelen mfa in de buurt Oog en Al. Doelstelling is de mfa te realiseren ter plaatse van de
•
voormalige Cerol fabriek met een monumentale gevel. De onder te brengen functies zijn een basisschool met gymnastiekzaal, een theater (Wilde Westen), een bibliotheek en een ontmoetingsruimte voor de wijk. Voor Cereol zijn in 2011 huurcontracten afgesloten voor Bibliotheek, School, Gymzaal en Theater. Het bestemmingsplan Cereol Mozartlaan werd vastgesteld.
• Duurstedelaan, een te ontwikkelen mfa in de buurt Hoograven. Naast drie scholen met gezamenlijke nieuwbouw en twee gymzalen zal er in de Duurstedelaan ook vroeg en voorschoolse educatie door Portes en kinder- en
buitenschoolse opvang (BSO) door KMN Kind en Co worden opgeleverd. De mfa aan de Duurstedelaan in Utrecht is ontworpen als frisse en duurzame school; door toepassing van slimme installaties (zonnecollectoren, groene daken en het gebruik van warmteopslagcapaciteit van de aarde), maar ook door het ontwerp van het gebouw zelf en een integrale aanpak die daar niet los van gezien kan worden.
• Uitgangspunt is een gebouw dat zowel in exploitatie als in bouwkundige verschijningsvorm langere tijd mee kan
gaan en aanpasbaar is aan wensen en eisen van een onderwijsgebouw, óók in de toekomst. Verwachte oplevering van de nieuwbouw Duurstedelaan is 2013.
Prestatie indicatoren 1.2
Aantal panden waaraan groot onderhoud gepleegd wordt.
2.1
Opbrengstopleverende locaties in (her)ontwikkeling. Geclusterde accommodaties in (her)ontwikkeling, te
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
uitvoering/oplevering.
32 2
twee in fase
2
uitvoering/oplevering
onderscheiden naar twee fasen: planontwikkeling en 2.2
>30 twee per jaar
6
zes in fase planontwikkeling.
1.16.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Achterstallig onderhoud
3.978
3.802
2.821
981
Totaal lasten
3.978
3.802
2.821
981
Achterstallig onderhoud
4.000
4.000
0
-4.000
Totaal baten
4.000
4.000
0
-4.000
-22
-198
2.821
-3.019
Lasten
Baten
Saldo lasten en baten
127
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
78
78
-22
-198
2.743
-2.941
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Achterstallig Onderhoud Aan lasten is 0,981 miljoen euro minder uitgegeven dan begroot door: Begroot overschot kapitaallastenbudget 0,534 miljoen euro. Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten dit bedrag in te
• zetten voor de taakstelling op de verkoop van vastgoed. • Restant budget frictiekosten 0,425 miljoen euro. Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten een bedrag van 0,8 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de reorganisatie van de Utrechtse Vastgoedorganisatie, die in 2012 zijn beslag
krijgt.
• Incidentele BTW-teruggave project Liesboschpark 0,156 miljoen euro.
Daarnaast zijn er hogere lasten (0,130 miljoen euro) voor het Project Staatsliedenbuurt. In dit programma zijn begrote baten van 4 miljoen euro opgenomen voor de verkoop van vastgoed. Hiervan is 1,1 miljoen euro gerealiseerd binnen het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen. Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten het resterende bedrag van 2,9 miljoen euro ten laste te brengen van een incidenteel voordeel op kapitaallastenbudgetten binnen het programma Vastgoed 2011 tot en met 2014.
128
1.17 Lokale Democratie en Wijkgericht Werken 1.17.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling De Gemeente Utrecht wil een moderne overheid zijn en de betrokkenheid van de Utrechtse bevolking en bestuurlijke partners bij de ontwikkeling van de stad vergroten. Effectdoelstelling 1: Betrokkenheid en invloed In 2011 is de betrokkenheid van de Utrechters bij en hun invloed op het gemeentelijk beleid en besluitvorming – onder andere waar het gaat om de eigen directe woonomgeving – groter ten opzichte van voorgaande jaren. De gemeente zoekt volop samenwerking om plannen met en door de samenleving te realiseren. De uitkomsten van de inwonersenquête 2011 geven aan dat 17% van de Utrechters betrokken is geweest bij het gemeentelijk beleid. Dat betekent een achteruitgang van ongeveer 10% ten opzichte van 2009 en 2010. De internetenquête onder het Bewonerspanel, in het kader van de Nulmeting Evaluatie wijkgericht werken, geeft een positiever beeld. Bijna 50% van hen heeft de gemeente wel eens vragen ideeën of problemen uit de eigen straat, buurt of wijk voorgelegd. Effectdoelstelling 2: Samenwerking en belangenbehartiging In 2011 ondersteunen andere (regionale, nationale en internationale) relevante bestuurslagen de Utrechtse programma's en prioriteiten meer, in vergelijking met de jaren ervoor. We hebben actief samengewerkt met andere bestuurslagen op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Hierdoor zijn verschillende Utrechtse projecten ondersteund, bijvoorbeeld de Planstudie Ring Utrecht (samenwerking gemeente, Provincie en Rijk bij het opwaarderen van de A12/A27 en NRU) en de herinrichting van de Amsterdam-Rijnkanaal-Zone. Het Rijk nodigde de Gemeente Utrecht uit om deel te nemen aan internationale handelsmissies van het kabinet en deelde informatie. Relevante omgevingsfactoren De effectdoelstellingen voor het aantal Utrechters, dat in 2011 actief betrokken was bij het beleid en dat vindt voldoende informatie over de beïnvloedingsmogelijkheden te krijgen, zijn niet gehaald. We hebben hiervoor nog geen verklaring gevonden, maar we gaan onderzoek doen naar een mogelijke verklaring. Daarnaast zien we positievere uitkomsten bij de Nulmeting Evaluatie wijkgericht werken. Wij blijven ons richten op nieuwe participatievormen om de betrokkenheid en beïnvloedingsmogelijkheden te vergroten. Het kabinet wenst een betere afstemming met de G4 over buitenlandse reizen van het kabinet omdat daarmee een gezamenlijke Holland Branding en marketing effectief kan worden aangepakt. Effectindicatoren 1.a
Opkomstpercentage bij gemeenteraadsverkiezingen
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
n.v.t.
n.v.t.
28%
17%
17%
16%
Percentage inwoners dat het afgelopen jaar actief betrokken is 1.b
geweest bij het gemeentelijk beleid Percentage inwoners dat vindt voldoende invloed uit te kunnen
1.c
oefenen op het gemeentelijk beleid Percentage inwoners dat vindt voldoende informatie over
1.d
beïnvloedingsmogelijkheden van beleid te krijgen
42%
33%
1.e
Bekendheid met het leefbaarheidsbudget
40%
43%
129
1.17.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Betrokkenheid en invloed Prestatiedoelstelling 1.1: Democratisch proces In 2011 geven we invulling aan het democratisch proces in Utrecht, onder andere door de raadsbezoeken aan de wijken. De gemeenteraad vertegenwoordigt de bewoners en vindt het daarom belangrijk van bewoners te horen wat zij vinden van gemeentelijke plannen voor de stad. De gemeenteraad organiseert daarom om de week op dinsdag een raadsinformatieavond in het stadhuis. De raadsinformatieavonden zijn bedoeld om bewoners vroegtijdig te betrekken bij de besluitvorming van de gemeenteraad. Inwoners van Utrecht kunnen bij deze bijeenkomsten meepraten over de onderwerpen op het programma. In 2011 hield de gemeenteraad 25 informatieavonden, waarvan drie op locatie. Gemiddeld bezochten ongeveer 110 mensen per keer de raadsinformatieavonden. Gemiddeld 24 mensen per avond praten mee. Ieder jaar houdt de gemeenteraad een speciale ‘hoor en wederhoorbijeenkomst’ over de programmabegroting. Deze bijeenkomst is onderdeel van een raadsinformatieavond. Utrechters kunnen dan reageren op de collegevoorstellen, maar de raadsleden ook suggesties en alternatieven meegeven voor het begrotingsdebat. In 2011 kwamen tien bewoners en vertegenwoordigers van organisaties in de stad meepraten over de programmabegroting. De onderwerpen van de bijdragen liepen uiteen van steun voor ondernemers tot ouderenbeleid. De gemeenteraad brengt een á twee keer per jaar een bezoek aan elk van de tien Utrechtse wijken. De thema's voor de wijkbijeenkomsten kiest de gemeenteraad in samenspraak met het wijkbureau, de wijkraad, en bewonersorganisaties. In 2011 organiseerde de gemeenteraad zestien bijeenkomsten in de wijk. Gemiddeld kwamen er dertig bezoekers per avond. Er zijn in 2011 geen burgerinitiatieven of referendumverzoeken ingediend bij de gemeenteraad. De Rekenkamer heeft in 2011 twee rapporten gepubliceerd ('Onderwijshuisvesting' en 'Luchtkwaliteit') en twee onderzoeken opgestart ('Organisatievernieuwing' en 'Onderhoud openbare ruimte'). In het Jaarverslag 2011 van de Rekenkamer vindt u een uitgebreide toelichting. In 2011 stond Het Utrechts Archief (HUA) in het teken van overleggen tussen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met onder meer het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over in het Regeerakkoord aangekondigde gedeeltelijke decentralisatie van de rijksverantwoordelijkheid voor de Regionale Historische Centra (waaronder HUA) naar de provinciale overheden en de daaraan gekoppelde korting op de rijksbijdrage. De korting wordt opgevangen door de provinciale bijdrage. Eind 2011 zijn daarover de eerste afspraken gemaakt. In september zijn de kantoren en de studiezaal voor originele documenten in het gebouw aan de Alexander Numankade feestelijk in gebruik genomen. HUA gebruikt nu een deel van het pand aan de Alexander Numankade voor beheersactiviteiten en raadpleging van originelen. De rest van het gebouw is in gebruik bij andere huurders. In het gebouw van HUA aan de Hamburgerstraat was veel aandacht voor exposities, ontvangsten, lezingen en rondleidingen. Het fysieke bezoek aan het archief nam opnieuw fors toe, met bijna 10%. De website van HUA werd door ruim 2,3 miljoen euro bezoekers gemiddeld 6,5 minuut bezocht, ook een forse toename ten opzichte van 2010. De doelstelling om in 2012 het gebruik van de collectie ten opzichte van 2009 te verdubbelen is inmiddels ruimschoots gehaald, zowel in fysieke als in digitale zin. In 2011 werd geïnvesteerd in de voorbereiding van een aansluiting van HUA op het landelijke E-depot. Prestatiedoelstelling 1.2: Betrokkenheid burgers In 2011 vergroten we de betrokkenheid van de inwoners door het toepassen van de Utrechtse Participatiestandaard bij alle plannen van de gemeente, door bewoners en ondernemers vroegtijdig te informeren en te betrekken bij de plannen. In het voorjaar van 2011 stelde de gemeenteraad de uitgangspunten voor de nieuwe werkwijze wijkgericht werken vast. In november vonden in alle wijken wijkdialogen plaats om via wijkambities tot wijkprioriteiten en wijkactieprogramma's te komen.
130
De wijkraden brachten 59 adviezen uit aan het college van B en W, iets minder dan de 65 adviezen in 2010. Tegelijkertijd zijn wijkraden en gemeente meer in dialoog met elkaar en zijn ze meer dan voorheen een geïntegreerd onderdeel van de totale participatieaanpak. We werkten door aan bekendmaking van de Utrechtse Participatiestandaard binnen de gemeente. De meeste diensten en afdelingen zijn inmiddels bekend met de participatiestandaard en voeren deze uit. Een speerpunt is het stimuleren van e-participatie. Dit deden we door trainingen en het experimenteren met online projecten als U-aan-Z en Oude HoutensePad. In 2011 startten we met uitvoering van de Actielijn participatie uit het Investeringsprogramma ICT, om te komen tot een basispakket aan e-participatiemiddelen. Participatie betekent niet alleen dat bewoners deelnemen aan beleid en initiatieven van de overheid maar óók dat de overheid aansluit bij initiatieven in buurt, wijk en stad. Binnen het project Rol op Maat werken we nieuwe rollen en taken uit, die passen bij een moderne overheid en samenleving. In 2011 nam de Gemeente Utrecht deel aan de eerste Benchmark Burgerparticipatie. 103 Utrechtse projecten, van leefbaarheidsinitiatieven tot het Dynamisch Stedelijk Masterplan, zijn onderzocht. In 60% van de trajecten is een participatieplan opgesteld. Ambtenaren én participanten zijn positief over de kwaliteit van de interactie. Alle ambtenaren zien de invloed van de participanten op de plannen tegen 50% van de participanten. Leerpunten zijn beter verwachtingenmanagement, duidelijke verwerking van de inbreng in de voorstellen en transparante besluitvorming. In 2011 vond de vijftiende kinderraadsvergadering plaats. Het plan uit Vleuten-De Meern met 'Teenplace' was de winnaar. Enkele plannen van de overige finalisten zijn gedeeltelijk uitgevoerd, onder andere via het leefbaarheidsbudget. In 2011 is de evaluatie omgezet in een 'Kinderraadsvergadering nieuwe stijl'. Kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs worden in de klas opgeroepen om plannen te maken om hun school of wijk vreedzamer te maken, met oog voor maatschappelijke kwesties. De plannen zijn compacter en kinderen worden nadrukkelijk gevraagd wat zij zélf kunnen bijdragen. U-Shake is een jongerendenktank bestaande uit een gemêleerde groep Utrechtse jongeren tussen de twaalf en 22 jaar en bestaat nu vijf jaar. Ze adviseren de gemeente en andere Utrechtse instellingen gevraagd en ongevraagd over allerlei jeugdzaken. In 2011 zijn er verschillende participatieprojecten gerealiseerd: de huisstijl van de website is aangepast, facebook is actief. Gedurende het hele jaar waren jongeren uit de denktank vertegenwoordigd in de jongerenredactie van de Utrechtse jongerensite www.jong030.nl. In 2011 is het burgerjaarverslag over 2010 gepubliceerd op de gemeentelijke website. Een papieren exemplaar was op aanvraag beschikbaar. De belangstelling voor het burgerjaarverslag is (zoals ook landelijk vastgesteld) zeer gering. De burgemeester is echter nog steeds wettelijk verplicht om een burgerjaarverslag voor te leggen aan de gemeenteraad. Een in december 2008 ingediend wetsvoorstel om het burgerjaarverslag af te schaffen is ook in het afgelopen jaar niet door de Tweede Kamer behandeld. Prestatiedoelstelling 1.3: Invloed burgers Wij vergroten de leefbaarheid in de wijken door met het leefbaarheidsbudget de sociale cohesie te stimuleren en bij te dragen aan een veilige en prettige leefomgeving. Per wijk was 700. 000 euro beschikbaar. De gemeente honoreerde ongeveer 2.300 initiatieven met een beslag van 5,3 miljoen euro. In 2010 waren dat er ruim 2.800 voor 6,5 miljoen euro. De bekendheid van het leefbaarheidsbudget is voldoende en de wijkbureaus blijven zich inspannen voor een blijvende bekendheid. In ongeveer 1.700 gevallen voerde de gemeente het leefbaarheidsinitiatief uit, in ongeveer 500 gevallen (23% ) deed de initiatiefnemer dit zelf.
Samenwerking en belangenbehartiging Prestatiedoelstelling 2.1: Samenwerking en belangenbehartiging Samenwerking met gemeenten in de regio, de Provincie Utrecht, de Randstadoverheden, de G4, het Rijk en de Europese Commissie – met als doel het Utrechtse belang goed te behartigen én bijdragen te leveren aan goed bestuur op hoge schaal. De regio is belangrijk voor het oplossen van de Utrechtse opgaven op het gebied van ruimtelijke ordening, woningbouw, verkeer en milieu. Het Bestuur Regio Utrecht (BRU) is de hulpstructuur waarlangs besluitvorming in de regio plaatsvindt. In het BRU participeren de negen gemeenten rond Utrecht. In 2011 is binnen het BRU uitvoering gegeven aan de Regionale Agenda 2011-2014. Er is onder andere een besluit genomen over de aanleg van de tram naar De Uithof, er is een regionale ov-visie ontwikkeld en het 131
uitvoeringsprogramma van de woonvisie is vastgesteld. Na een uitspraak van de rechter moet de aanbestedingsprocedure voor de exploitatie van het openbaar vervoer in 2012 opnieuw doorlopen worden. In het Regeerakkoord heeft het kabinet opgenomen dat zij de Wgr+, de wettelijke basis voor het BRU, wil afschaffen. Het gaat daarbij specifiek om de 'plus', die de beschikking over rechtstreekse rijksgelden en een verplichting tot samenwerking inhoudt. In 2011 is daarmee het debat over de toekomst van de BRU samenwerking volop gevoerd. De aan het BRU deelnemende gemeenten en de Gemeente Woerden hebben daarin aangegeven dat zij de samenwerking, die recht doet aan de inhoudelijke samenhang in het gebied, willen continueren met of zonder de Wgr+. Bovendien is vanuit het BRU gelobbyd voor een goede positionering van de regio Utrecht in de Noordvleugel. In 2011 is binnen de Noordvleugel Utrecht (NV Utrecht) uitvoering gegeven aan de ambities, zoals verwoord in de Ontwikkelingsvisie 2030. Belangrijkste elementen zijn: duurzame bereikbaarheid en de financiering van de binnenstedelijke woningbouwopgave. Vooral de laatste opgave is in 2011 onder druk komen te staan ten gevolge van de economische crisis. In de NV Utrecht participeren de gemeenten Utrecht, Amersfoort en Hilversum met de omliggende stadsregio's en de Provincie Utrecht. De provinciale verkiezingen hebben een nieuw college van Gedeputeerde Staten opgeleverd die zich duidelijk tot de provinciale kerntaken wil beperken. Dat heeft in 2011 de nodige gevolgen gehad voor de provinciale bijdragen aan stedelijke projecten. De Provincie bouwt haar portefeuille af op het gebied van cultuur, sport en de sociale agenda. In 2011 is ook de transitie van de Jeugdzorg van de Provincie naar de gemeente verder vormgegeven. In het fysieke domein zijn de kabinetsvoornemens op het gebied van bestuurlijke organisatie van invloed geweest op de relatie tussen de Provincie en de stedelijke regio. In 2011 heeft de samenwerking op het niveau van de Noordvleugel een impuls gekregen. De steden Utrecht, Amsterdam en Almere hebben met elkaar een samenwerkingsagenda ontwikkeld. En mede op verzoek van het kabinet is er door de steden, Provincies en stadsregio's in de Noordvleugel een begin gemaakt met een gemeenschappelijke agenda om de concurrentiepositie van de Randstad te verstevigen. Gemeente Utrecht is via de VNG nauw betrokken geweest bij de onderhandelingen over het Bestuursakkoord. In 2011 is dit akkoord tussen het Rijk en de gemeenten gesloten met uitzondering van het hoofdstuk over de Wet Werk naar Vermogen. Het wetsvoorstel dat op 1 februari 2012 naar de Tweede Kamer is gegaan komt nog onvoldoende tegemoet aan onze randvoorwaarden. In het Bestuursakkoord worden verder delen van de AWBZ en de Jeugdzorg gedecentraliseerd. Deze opgaven hebben veel invloed op het toekomstig functioneren van de gemeente. In 2011 is actief samengewerkt in G4 verband op dossiers als het Bestuursakkoord, het Gemeentefonds, de hervorming van het politiebestel, AWBZ, Jeugdzorg, Drank- en Horecawet en de binnenstedelijke bouwopgave. Prestatiedoelstelling 2.2: Internationale samenwerking Ontwikkelen van het internationale karakter van stad en gemeente door samenwerking en uitwisseling van kennis en informatie op internationaal niveau. Onder andere via internationale netwerken, stedenbanden en de ondersteuning van particuliere initiatieven. Om het internationale karakter van de stad en gemeente te versterken onderhouden we netwerken lokaal, nationaal en internationaal. Dit vullen we in door de uitvoering van vier programma's met de volgende resultaten: Europa: lobby in Brussel; samen met G-4 zette Utrecht zich in voor een aandeel in de Europese structuurfondsen
• •
voor de grote steden. Gezamenlijke lobbyinspanningen met Eurocities hebben er toe geleid dat stedelijk vervoer nu onderdeel uitmaakt van het witboek Transport. Europees Stedennetwerk: deelname aan drie fora van Eurocities (culture forum, mobility forum en environment forum). Uitwisseling van kennis met de steden van het Similar Cities netwerk zoals een festivalwerkbezoek aan Edinburgh. Uitwisseling met zusterstad Brno tussen onderwijs- en culturele instellingen zoals een concert door twee koren. Versterking van commitment met Malta bij de ambities om Culturele Hoofdstad van Europa te worden in 2018 door optredens tijdens festivals en werkbezoeken rond cultureel erfgoed. Daarnaast heeft de gemeenteraad van Europa Utrecht benoemd als '12 star city.' Daarmee erkent de Raad van Europa de inspanningen en het commitment van Utrecht tijdens de Europese week van de lokale democratie in oktober. Utrecht organiseerde in deze week 'de lokale week van de mensenrechten' waar meer dan 40 organisaties aan deelnamen.
132
• Landen van Herkomst: ondersteuning van een tiental particuliere initiatieven voor uitwisseling met 'Landen van
Herkomst' vooral Marokko, Turkije en Suriname met projecten zoals een festival Turkse film of Critical Mass waar jongeren uit deze landen ideeën uitwisselden over sociaal ondernemerschap.
• Millennium Gemeente: ondersteuning van zestien particuliere initiatieven via financiële regelingen. Behoud van de Fair Trade Gemeente titel. Ondersteuning van woningbouw, werkgelegenheid en bosplantages in zusterstad León (Nicaragua), fondsenwerving voor kredietproject door de vriendschapsband Utrecht-León. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
1.1.a
Aantal bezoeken gemeenteraad aan iedere wijk
2
1,6
1.1.b
Aantal rapporten rekenkamer
3
2
1.1.c
Aantal brieven rekenkamer
2
0
1.1.d
Aantal raadsinformatieavonden
21
25
1.2.a
Maximumtermijn reactie wijkraadadviezen, tussenbericht
1 maand
1 maand
1.2.b
Maximumtermijn reactie wijkraadadviezen, definitief antwoord
6 maanden
binnen 6 maanden
1.3
Aantal gerealiseerde leefbaarheidsprojecten
3.000
2300
2.2
Aantal internationale samenwerkingsprogramma's
4
4
83%
1.17.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
10.090
10.803
10.844
-40
4.925
5.244
5.879
-635
Lasten Democratisch proces Betrokkenheid burgers Invloed burgers
7.000
7.148
5.684
1.464
Samenwerking en belangenbehartiging
2.578
2.654
2.452
202
614
616
627
-11
25.207
26.465
25.485
980
66
66
87
21
0
0
236
236
Internationale samenwerking Totaal lasten Baten Democratisch proces Betrokkenheid burgers Invloed burgers
0
0
368
368
Samenwerking en belangenbehartiging
0
0
15
15
Internationale samenwerking
0
0
53
53
66
66
759
693
25.140
26.399
24.726
1.672
Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
25.140
26.399
24.726
1.672
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. 133
Democratisch proces Het voordeel op de baten wordt verklaard door de terugstorting van opgebouwde reserves door Burger en Gemeenschap, een voormalige fractie uit de gemeenteraad. Betrokkenheid burgers Het nadeel op de lasten van 0,635 miljoen euro betreft de exploitatie van de wijkbureaus en wijkservicecentra. De uitgaven zijn ten opzichte van voorgaande jaren niet gestegen. Als gevolg van de tot en met 2011 gehanteerde doorberekeningssystematiek en de vertraging in het realiseren van bezuinigingen was er binnen de begroting van dienst Wijken onvoldoende ruimte om de kosten te dekken. Het voordeel op de baten wordt verklaard door de niet begrote detachering van personeel van de wijkbureaus en wijkservicecentra elders binnen de Gemeente Utrecht. Invloed burgers / leefbaarheid Het voordeel op de lasten van 1,464 miljoen euro (lasten) wordt verklaard doordat het leefbaarheidsbudget niet volledig is uitgeput. Het aantal initiatieven is ten opzichte van 2010 afgenomen van 2.800 naar 2.300. De in 2011 toegezegde bijdrage vanuit het leefbaarheidsbudget bedraagt in totaal 5,3 miljoen euro. Het voordeel van de 0,368 miljoen euro op de baten wordt verklaard door de ontvangst van niet begrote bijdragen voor de uitvoering van leefbaarhiedsinitiatieven. Samenwerking en belangenbehartiging Het voordeel op de baten wordt verklaard door een verrekening met de Gemeente Amsterdam betreffende de G4locatie in Den Haag. Internationale samenwerking Het voordeel op de baten wordt verklaard door een bijdrage van het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicaragua aan het klimaatbos in Léon.
134
1.18 Wonen en Monumenten 1.18.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Het ontwikkelen en behouden van de kwaliteit van het wonen in Utrecht, bewaken van passend gebruik van terreinen en gebouwen en het benutten van de cultuurhistorische waarde. Door inzet van stimuleringsregelingen en regelgeving hebben we bijgedragen aan de beschikbaarheid van voldoende en goede woningen voor alle groepen woningzoekenden. De in de programmabegroting toegezegde activiteiten ten aanzien van de bebouwde leefomgeving zijn uitgevoerd. Daarmee hebben we bijgedragen aan de kwaliteit en het passend gebruik van de bebouwde leefomgeving. Verder hebben we het behoud, gebruik en herstel van monumenten bevorderd en cultuurhistorische waarden benoemd en geïntegreerd in ruimtelijke ordening en ontwikkellocaties. Effectdoelstelling 1 Aanbod en Kwaliteit van woningen. Vergroten van het aanbod en kwaliteit van woningen voor alle groepen woningzoekenden. Door middel van de Woonvisie 2009-2019 hebben wij ons ingezet voor hoge productie en betere verdeling van de vrijkomende woningen over verschillende doelgroepen. Door inzet van instrumenten uit het uitvoeringsprogramma van de Woonvisie hebben wij de ontwikkeling van de huur- en koopwoningmarkt gestimuleerd. Ondanks de kredietcrisis zijn er 1950 woningen opgeleverd (1100 in Leidsche Rijn, 850 in de bestaande stad). Doorstroming hebben wij waar mogelijk gestimuleerd door het aanbod op de koopmarkt bereikbaar te maken voor starters door middel van de starterslening. Wij hebben statushouders en uitstromers uit maatschappelijke opvang gehuisvest. Daarnaast hebben wij hebben ons ingezet om de kwaliteit van de woningvoorraad te vergroten, door middel van herstructurering, omzettingsbeleid, huurteams en het programma Utrechtse Energie. Woninginbraken zijn wij tegengegaan door inzet van het PolitieKeurmerk Veilig Wonen. Effectdoelstelling 2: Bebouwde leefomgeving Bevorderen en behouden van een veilige en gezonde bebouwde leefomgeving van voldoende kwaliteit en een passend gebruik van terreinen en gebouwen.
• De toegezegde activiteiten zijn uitgevoerd. We hebben daarmee onder meer bereikt dat het aantal slechte woningen verder is verminderd. • De integrale handhaving is effectief gebleken. Het verkleint het risico op negatieve effecten voor een veilige leefomgeving doordat we meer signaleren. Ook • hebben we met handhaving op woonfraude bereikt dat in 2011 weer ruimte is vrijgekomen voor woningzoekenden.
Effectdoelstelling 3: Monumenten en Cultuurhistorische waarden Waarborgen van het behoud en gebruik van monumenten en cultuurhistorische waarden.
• Wij hebben een sterk fundament gelegd voor de inzet op cultuurhistorie in de komende jaren. In de daarvoor
opgestelde Erfgoedagenda zijn de doelstellingen en activiteiten voor de jaren 2012- 2016 aangegeven met een
•
doorkijk naar 2020. Behoud en beheer van monumenten en cultuurhistorische waarden hebben wij bevorderd met adviezen aan eigenaren, subsidies en leningen. Na de implementatie van het nieuwe archeologiebeleid in 2010 hebben wij primair ingezet op de publiekrechtelijke taken op archeologisch gebied.
• Wij hebben private organisaties en projecten ondersteund die bijgedragen aan het draagvlak voor en
instandhouding van cultuurhistorie. Cultuurhistorie blijft daarbij een kwaliteit bij het creëren van een in economisch perspectief aantrekkelijk vestigingsbeleid.
135
• Door het actief inspelen op en participeren in initiatieven van anderen en met strategische inzet van eigen
middelen hebben wij de inzet van cultuurhistorische waarden voor Utrecht als 'Stad van Kennis en Cultuur' ondersteund. Ook Vrede van Utrecht 2013 en het bid Utrecht Culturele hoofdstad zijn een belangrijk gegeven.
Relevante omgevingsfactoren 2011 was het eerste volledige jaar dat wij vergunningverlening en toezicht onder het regiem van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) hebben uitgevoerd. Vanaf de invoering van de Wabo in oktober 2010 bedraagt het aantal fictief verleende bouwvergunningen (dat buiten de termijn valt) 28. Dit aandeel was vooral in de beginperiode hoger dan voorgaande jaren, maar ligt inmiddels op het gebruikelijke niveau (circa 15 per jaar). Verder heeft de economische crises niet geleid tot minder opbrengsten in de bouwleges dan begroot. De inzet voor en investering in gebouwd erfgoed door eigenaren is relatief minder conjunctuurgevoelig gebleken dan in de nieuwbouwsector. Met invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het administratieve proces voor vergunningverlening, ook voor wijziging van beschermde monumenten, gewijzigd. Op de inhoudelijke toetsing op cultuurhistorische aspecten en de benodigde capaciteit daarvoor heeft dat geen effect. Het geïmplementeerde rijks-archeologiebeleid leidt echter tot een grotere inzet op de publiekrechtelijke taken bij archeologie. Effectindicatoren 1.a
Nieuwbouw woningen binnen stedelijk
1.b
Nieuwbouw woningen Leidsche Rijn
1.c
Wachttijd huurwoning aanbodsysteem (in jaren)
2.a
Percentage bouwplannen getoetst conform vastgesteld protocol
2.b
Gegronde bezwaren
2.c
Resterend aantal slechte panden
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
700
700
1.100
1.100
7,5
8,3
100%
100%
<0,8%
0,79
228
170
Verbeteren 200 in matige /slechte staat verkerende panden op de gemeentelijke monumentenlijst in de periode 2004-2014 3.a
(meerjaren aanpak). Integreren cultuurhistorie in Ruimtelijke Ordeningsprojecten en
3.b
bestemmingsplannen
10
3
Alle RO-projecten en
Alle RO-projecten en
bestemmingsplannen
bestemmingsplannen
Toelichting 1.a en 1.b: de officiële productiecijfers 2011 worden in het voorjaar 2012 door het CBS vastgesteld. 1.c: de invoering van strikte inkomensgrenzen per 1 januari 2011 leidde niet tot minder mutaties: er zijn in vergelijking met 2010 meer woningen vrijgekomen. Toch steeg de wachttijd door een groter aandeel doorstromers en ouderen met meer wachttijd in de toewijzing. 2.c: resterend van de 600 geïnventariseerde panden in 2005. 3.a: door afroming van de bestemmingsreserve (het Utrechts Restauratiefonds) in 2010 kunnen vooralsnog slechts beperkt financieringen voor restauratie van gemeentelijke monumenten worden verstrekt.
1.18.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Aanbod en kwaliteit van woningen Prestatiedoelstelling 1.1: Productie Faciliteren van de productie in stad en wijk.
• Het Nieuwe Afsprakenstelsel, genaamd 'Bouwen aan de stad' waarin de Utrechtse Samenwerkingsafspraken zijn opgenomen, is eind 2011 vastgelegd, is mede gebaseerd op de Woonvisie en daarmee onderdeel van het
uitvoeringsprogramma van de Woonvisie.
• Wij hebben gerapporteerd over de productieafspraken van Utrecht Vernieuwt in samenhang met de Bouwen aan de Stad.
136
• In de eerste helft van 2011 zijn de resultaten van de Prestatieafspraken 2007-2010 geïnventariseerd. Wij hebben de resultaten gebruikt bij het opstellen van Bouwen aan de Stad en zullen geen aparte monitor over de prestatieafspraken 2010 uitbrengen.
• • De stimuleringsregeling woningbouw Utrecht en de provinciale stimuleringsregeling woningbouw hebben reserveringen voor zeventien projecten opgeleverd en de bouw van 380 woningen is in 2011 gestart. • Wij hebben invulling gegeven aan de samenwerkingsagenda met Provincie. Dit heeft voor binnenstedelijk bouwen De commissie Stad en Ruimte is geïnformeerd over de productiecijfers en het woningbouwprogramma.
geleid tot samenwerking bij stimuleren van woningbouw en transformatie van kantoren.
Verbeteren van kwaliteit van wonen in stad en wijk. Naast onderzoek naar het reguleren van woningsplitsing, is het omzettingsbeleid geëvalueerd en na aanpassingen
• gecontinueerd. In • 2011 zijn door toepassing van het PolitieKeurmerk Veilig Wonen 2.824 woningen gecertificeerd, waaronder 500 bestaande koopwoningen van eigenaar bewoners. Bewoners zijn op17 informatieavonden geïnformeerd. W • ij hebben geregeld dat de pilot huurteams structureel kan worden voortgezet. • Het programma Utrechtse Energie bevat projectplannen voor energiebesparing bij bestaande bouw en kwaliteitscontrole bij nieuwbouw. Bouwen aan de Stad ziet op energielabels bij herstructurering. • Wij hebben ingezet op regionale afstemming bij implementatie van de veranderde huisvestingswet.
Prestatiedoelstelling 1.2: Verbetering huisvesting bijzondere doelgroepen Verbeteren van huisvesting van bijzondere doelgroepen en het vergroten van kansen op de woningmarkt voor woningzoekenden. Bijzondere doelgroepen zijn ouderen, gehandicapten, starters, studenten en mensen in maatschappelijke opvang, vaak in combinatie met zorg en welzijn.
• Wij hebben 248 gemeentelijke startersleningen verstrekt. De provinciale starterslening is medio 2010 geëindigd wegens het vervallen van de financiële bijdrage. Wij • hebben 261 statushouders gehuisvest. De Rijkstaakstelling voor 2011 betrof 295, inclusief achterstand van 118 statushouders. • Wij hebben een nieuw contract afgesloten met Woningnet over woonruimtetoewijzing. Hierdoor zijn werkzaamheden transparanter en is meer flexibiliteit voor de gemeente evenals een scherpere prijsstelling bedongen. Bouwen aan de Stad bevat afspraken over woonruimteverdeling.
• uitstromers uit maatschappelijke opvang. • Samen met de corporaties hebben wij de wachtlijsten geanalyseerd en inzicht verkregen in de samenstelling van de wachtlijst. • Met de corporaties is afgesproken dat tot 2015 nagenoeg alle nieuwbouwwoningen levensloopbesteding worden Alle BRU gemeenten hebben een conceptconvenant ontvangen over het beschikbaar stellen van woningen voor
opgeleverd, evenals 250 seniorenwoningen en 200 woningen voor mensen met een functiebeperking.
Het uitvoeren van de woonvisie samen met externe partners met zorgvuldige participatie in de herstructurering en betere benutting van de woningvoorraad.
• In Bouwen aan de Stad, zijn Prestatieafspraken, DUO-productieafspraken, afspraken in het kader van de
Krachtwijken en productieafspraken in Leidsche Rijn, in samenhang samengebracht op basis van onder andere de Woonvisie.
• Bouwen aan de Stad geeft aan hoe participatie bij herstructureringsprojecten verloopt, in overeenstemming met de Utrechtse participatiestandaard, die ook gebruikt werd bij andere Utrechtse nieuw- en verbouwprojecten. Wij
hebben participatieafspraken in overleg met stedelijke bewonersorganisatie De Bundeling gemaakt. Wij faciliteren
•
De Bundeling zodat zij actief kunnen participeren. De belangrijkste afspraken uit het stedelijk protocol zijn gedeeltelijk geactualiseerd, overgenomen in Bouwen aan de Stad. Met de vaststelling daarvan is het huidige stedelijk protocol komen te vervallen. De afspraken over participatie zijn gebaseerd op de Utrechtse participatiestandaard, die aansluit bij de in Utrecht gebruikelijke procedures van nieuw- en verbouw.
• Ter bestrijding van de hennepteelt in woningen hebben wij met corporaties en particuliere verhuurders een convenant ondertekend. Met particuliere verhuurders hebben wij regelmatig overleg gepleegd.
137
• Om bewoners door middel van het (collectief)particulier opdrachtgeverschap te laten participeren in de
woningbouwproductie in de stad, naast de locaties in Leidsche Rijn en Veemarkt, hebben wij een actieplan opgesteld en een aanjaagfunctie benoemd.
Bebouwde leefomgeving Prestatiedoelstelling 2.1: Bebouwde Leefomgeving Ten behoeve van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hebben wij de bestaande prestatie Bebouwde omgeving gespecificeerd in drie onderliggende prestaties, waarmee tevens het onderscheid tussen vergunningverlening en handhaving wordt verhelderd. Vergunningverlening en toezicht op alle wettelijk vereiste vergunningen voor de bebouwde leefomgeving De toegezegde activiteiten zijn alle gedaan. De vergunningverlening is adequaat, binnen de gestelde termijnen en conform vastgesteld niveau, verricht. We verzorgen de publieksbalie Bouwen, Wonen en Ondernemen zowel voor aanvragers als andere belanghebbenden en voor alle klachten en meldingen hebben we één meldpunt ingericht Handhaving van het naleefgedrag van wet- en regelgeving voor de bebouwde leefomgeving We hebben alle in de programmabegroting toegezegde onderdelen uitgevoerd. Het handhavingsprogramma 2011 is gerealiseerd. Ondermeer hebben we in dat kader 59 slechte panden aangepakt. Van de 600 slechte woningen in 2005, resteren er nu nog 170. Verder hebben we met handhaving op woonfraude in 2011 bereikt dat 68 woningen weer zijn vrijgekomen voor woningzoekenden. Daarnaast hebben we het handhavingsprogramma 2010 geëvalueerd en het Programma 2012 vastgesteld. Optimalisering van de uitvoering van vergunning, toezicht en handhaving door middel van onderzoek, programmering en advisering. De toegezegde werkzaamheden zijn gedaan. Markante punten daarin zijn:
• in 2011 hebben we de handhavingstrategieën vastgesteld voor Milieu Bodem, Horeca en Seksinrichtingen. • de capaciteit voor het toezicht op de naleving van de regelgeving milieu bodem hebben we zo optimaal mogelijk ingezet. • we hebben in 2011 deelgenomen aan het klanttevredenheidsonderzoek Benchmarking Publiekzaken van de VNG, de 4-meting Servicenormen en de Zelfevaluatie op de uitvoering van de Wabo taken. De resultaten gebruiken we
om onze processen te verbeteren.
• omdat toepassing van elektronische hulpmiddelen kan bijdragen aan verbetering van de effectiviteit van toezicht
en handhaving, is daar in een proefproject ervaring mee opgedaan. De proef heeft duidelijke positieve resultaten opgeleverd. In het eerste kwartaal van 2012 zal het overgrote deel van de inspecteurs toezicht en handhaving uitvoeren met dit hulpmiddel. Als dat goed verloopt zullen alle andere inspecteurs volgen.
Monumenten en cultuurhistorische waarden Prestatiedoelstelling 3.1: Monumenten en culturele historie Behouden, gebruiken en herstellen van monumentale objecten en cultuurhistorische kennis uitdragen en inbrengen in plannen.
• Er is een grote inzet gepleegd voor het opstellen van de strategische Erfgoedagenda. Met consultatie van lokale,
regionale en landelijke erfgoedorganisaties is een instrument ontwikkeld waarmee vernieuwend en dynamisch kan worden gestuurd op de inzet voor- en resultaten van het erfgoedbeleid
• Mede door de inzet van de NV Wonen boven winkels Utrecht zijn 21 appartementen gerealiseerd in verdiepingen van winkelpanden in het (kern)winkelgebied. • De eigenaren van 28 kerkgebouwen (gemeentelijke monumenten) zijn ondersteund bij de instandhouding daarvan. Vanwege de financieel grote vraag konden de aanvragen slechts ten dele worden gehonoreerd, met verlaagd subsidiepercentage van 27%.
• Vanuit het krachtwijkenbeleid zijn vijf projecten ondersteund in Kanaleneiland en Overvecht, waaronder restauratie van de Villa Jongerius en onderzoeken naar herbestemming watertoren Overvecht. • Er was sprake van 242 planinitiatieven,157 aanvragen om vergunning voor wijziging van een rijks- of gemeentelijk monument zijn afgehandeld. Er zijn drie aanvragen om wijziging van een archeologisch rijksmonument behandeld (de Minister van OCW is daarbij het bevoegd gezag).
• De publiekrechtelijke toetsing en begeleiding van archeologisch onderzoek is – na de implementatie van het
nieuwe rijksbeleid in 2010 – sterk toegenomen. 210 Private projecten en onderzoeken zijn getoetst en begeleid en
138
25 RO-plannen. In samenhang met het al eerder ingevoerde principe van 'de verstoorder betaalt' en de beschikbare
•
capaciteit neemt het aandeel eigen onderzoek af. In 2011 zijn vijf eigen onderzoeken uitgevoerd. Wij hebben bijgedragen aan publiekgerichte activiteiten en publicaties, waaronder een tentoonstelling in het Centraal Museum over de bijzondere archeologische collectie van het voormalig Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen (de PUG-collectie).
• Waterlinie) en het Limesproject (Romeinse landsgrens) en Portico. • Kerken Kijken en Open Monumentendag waren ook in 2011 met circa 50.000 bezoekers een groot succes.
In samenwerking met – internationale – partners is verder gewerkt aan de Kraag van Utrecht (Nieuwe Hollandse
Vanwege 25 jaar monumentendag was er een landelijke monumentenestafette. De start hiervan op 26 maart in Utrecht met de openstelling van HGB 3 (de inktpot) trok 6000 bezoekers. Wij zetten ons er voor in om de nationale opening van de Monumentendag 2013 in Utrecht te laten plaatsvinden.
Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
Rapportage prestatieafspraken/Nieuw Afspraken 1.1a.
Stelsel 54
1.1b.
Aantal certificaten PolitieKeurmerk Veilig Wonen
1.1c.
Aantal verstrekte startersleningen 55
1
0
1.000
2.824
300
248
Toetsen bouwaanvragen conform het Utrechtse protocol 2.1a
SUPER
100%
100%
Conform landelijk
Conform landelijk toezichtprotocol
2.1b
Uitvoeren toezicht conform landelijk toezichtprotocol
toezichtprotocol
2.1c
Handhavingsprogramma uitvoeren
Programma 2011
Programma 2011 Programma 2010
Programma 2010
geëvalueerd en
Handhavingsprogramma afgelopen jaar evalueren en
evalueren en Programma Programma 2011
2.1d
programma komend jaar vaststellen
2011 vaststellen
3.1.a
Financieringen en subsidies
35
42
3.1.b
Archeologische/bouwhistorische onderzoeken
60
55
Circa 50
51
vastgesteld
(Bijdragen aan) publicaties en tentoonstellingen; 3.1.c
Kerken Kijken en Open Monumentendag
1.18.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Faciliteren productie in stad en wijk
3.683
12.362
8.923
3.439
Huisvesting bijzondere doelgroepen
949
872
838
34
24.432
19.638
19.720
- 82
3.277
2.501
3.522
- 1.021
32.342
35.373
33.003
2.370
Lasten
Bebouwde leefomgeving Monumentale en culturele historie Totaal lasten
54
Bouwen aan de Stad is eind 2011 ondertekend.
55
Het aantal verstrekte leningen is lager uitgevallen vanwege de aanscherping van kredieteisen bij de Nationale
Hypotheek Garantie en bij de banken en kredietverleners. In 2011 zijn 259 aanvragen gedaan. 139
Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Faciliteren productie in stad en wijk
19
19
2.965
2.946
Huisvesting bijzondere doelgroepen
0
0
6
6
20.516
16.625
16.865
240
326
595
1.434
839
Totaal baten
20.861
17.239
21.270
4.031
Saldo lasten en baten
11.481
18.134
11.734
6.401
Baten
Bebouwde leefomgeving Monumentale en culturele historie
Mutaties reserves Toevoegingen
328
1.276
1.102
174
Onttrekkingen
763
9.765
9.515
- 250
11.046
9.645
3.321
6.325
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Faciliteren productie in stad en wijk De lasten zijn 3,439 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door: vertraging in de uitvoering van het Dynamisch Stedelijk Masterplan (0,085 miljoen euro);
• • wegens enige vertraging later te besteden middelen ten behoeve van de stimulering van de woningbouwproductie (5,901 miljoen euro); • lagere kosten met betrekking tot het toewijzen van woningen (0,250 miljoen euro); • de lasten zijn 2,285 miljoen euro hoger vanwege de afwikkeling van ontvangen rijkssubsidies. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor afwikkeling van VH-regelingen via het woonfonds en de beheerskosten Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (0,512 miljoen euro). De baten zijn 2,946 miljoen euro hoger dan begroot. Dit volgt uit: de ontvangen woninggebonden rijkssubsidies (2,285 miljoen euro);
• • de ontvangen rente in relatie tot het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting SVN (0,304 miljoen euro) en rente Woonfonds (0,137 miljoen euro); • overige opbrengsten uit kapitaalrente, rekening courant derden en overige opbrengsten (0,220 miljoen euro). Huisvesting bijzondere doelgroepen De lasten zijn 0,034 miljoen euro lager omdat wij minder subsidies aan USF studentenbelangen hebben verstrekt. Bebouwde leefomgeving De lasten zijn 0,083 miljoen euro hoger dan begroot. Dit volgt op hoofdlijnen uit: de personele inzet voor het programma Handhaving (1,405 miljoen euro);
• • de extra kosten voor juridische procedures en incasso (0,066 miljoen euro); • de toevoeging van 1,126 miljoen euro aan de voorziening voor dubieuze debiteuren vanwege diverse legesbezwaren.
Wij hebben de lasten verlaagd als gevolg van: een verminderde inzet van capaciteit en kosten voor advisering op legesgerelateerde producten (1,604 miljoen
• euro) vanwege de reductie van het aantal beschikkingen; • een reductie op de kosten voor automatisering en onderhoud (0,364 miljoen euro); • een onderbesteding op de overige kosten van de Commissie voor Welstand (0,390 miljoen euro); • een bijdrage van 0,156 miljoen euro uit de precario ten behoeve van bijzondere handhaving. 140
De baten zijn 0,240 miljoen euro hoger dan begroot. Dit volgt uit de meeropbrengsten leges (0,234 miljoen euro), en niet geraamde ontvangen dwangsommen (0,237 miljoen euro). De baten zijn 0,231 miljoen euro lager door de verrekening van de implementatiekosten Wabo (0,200 miljoen euro) en het resultaat op het voormalige product Bedrijven (0,031 miljoen euro) uit het programma Milieu en Duurzaamheid. Monumentale en culturele historie De lasten zijn 1,021 miljoen euro hoger dan begroot, omdat wij meer capaciteit hebben ingezet op vergunningverlening en subsidies (0,159 miljoen euro) en archeologische onderzoek (0,824 miljoen euro). Tevens hebben wij een ten onrechte ontvangen ISV-bijdrage voor Rotsoord gecorrigeerd (0,070 miljoen euro). De lasten zijn 0,032 miljoen euro lager vanwege een nog niet uitgevoerde verrekening met de balans. De baten zijn 0,839 miljoen euro hoger dan begroot vanwege de meeropbrengsten uit leges van monumentenvergunningen (0,127 miljoen euro), ontvangen dividend (0,046 miljoen euro) en ontvangen bijdragen voor het archeologisch onderzoek in Leidsche Rijn (0,646 miljoen euro). De overige opbrengsten (0,020 miljoen euro) volgen uit de jaarlijkse bijdrage monumentengemeenten en een incidentele opbrengst uit restauratie. Reserves De toevoeging aan de programmareserve is 0,174 miljoen euro lager dan begroot. Het bedrag betreft de storting in de reserve voor het archeologische museum Hoge Woerd. De onttrekking aan de programmareserve is 0,250 miljoen euro lager dan begroot. Wij hebben 0,200 miljoen euro minder onttrokken als bijdrage voor aanpak slechte panden en beter onderhoud ook achter de voordeur. Tevens hebben wij 0,050 miljoen euro minder onttrokken ten behoeve van het project Portico.
141
1.19 Milieu en Duurzaamheid 1.19.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Een gezonde en duurzame stad, die zuinig omgaat met ruimte en energie en waarin men zich zo schoon mogelijk verplaatst. Investeren in duurzaamheid, leefbaarheid en energiebesparing levert een stedelijke omgeving op waar mensen graag willen wonen. We willen de energie en creativiteit die in de stad op het thema duurzaamheid aanwezig is benutten en uiteraard zelf het goede voorbeeld geven. We nemen onze verantwoordelijkheid in het realiseren van een optimale balans tussen economische-, sociale- en milieubelangen. Om deze doelstelling te bereiken, zijn schone lucht, schone bodem, het beperken van geluidhinder, het beperken van energiegebruik en het opwekken van schone energie essentieel. Het programma Milieu en Duurzaamheid heeft een relatie met veel andere begrotingsprogramma's. Effectdoelstelling 1: Duurzaamheid Klimaat en Energie. Het beoogde maatschappelijk effect is een klimaatvriendelijke manier van wonen, bedrijvigheid en mobiliteit. We streven naar 30% minder CO2 uitstoot en 20% opwekking van duurzame energie in 2020. Hiermee dragen we bij aan het voorkomen van klimaatverandering en beperken we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zoals olie en aardgas. Effectdoelstelling 2: Gezondheid Gezondheidsrisico’s beperken en leefbaarheid bevorderen. Het beoogde maatschappelijk effect is een stad die veilig is, prettig, gezond en schoon om in te leven en te werken. Dit doen we door: Beperken van de risico's van Bodemverontreiniging.
• • Beperken van de Geluidhinder. • Beperken van risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. • Verbetering van de Luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit De monitorronde 2011 in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) levert een iets gunstiger beeld op dan die van vorig jaar. In Utrecht is geen sprake van overschrijdingen of bijna-knelpunten voor fijn stof. Voor NO2 resteert een opgave voor de Albert Schweitzerdreef, Karl Marxdreef, Catharijnesingel, Amsterdamsestraatweg en het Smakkelaarsveld. Locaties waar de waarden tussen 38 en 40,5 μg/m³ liggen, zijn Stationsplein, Nobelstraat, Wittevrouwensingel, Albatrosstraat, Bleekstraat, Reactorweg, Cartesiusweg, J. Haydnlaan, Vondellaan. Relevante omgevingsfactoren Hieronder staan twee landelijke ontwikkelingen op het gebied van geluid en luchtkwaliteit die in 2011 voor ons van belang waren. Geluid Het Rijk herziet de geluidsregelgeving voor industrielawaai, de gemeentelijke auto- en spoorwegen en de ruimtelijke ordening. In 2011 hebben wij overleg gevoerd met het Rijk, Provincies en gemeenten over de te wijzigen geluidsregelgeving. Dit overleg heeft als doel om de ruimtelijke, volkshuisvestelijke en leefbaarheidsbelangen van Utrecht te borgen in relatie tot de fasegewijze herziening van de geluidsregelgeving.
143
Luchtkwaliteit Het Rijk neemt niet voldoende maatregelen die voldoende effect hebben om de NO2 knelpunten op te lossen. Bovendien dreigt het voornemen tot verhoging van de maximumsnelheden op de rijkswegen tot hogere concentraties te leiden. De G4 hebben hun zorg hierover kenbaar gemaakt bij het Rijk. Gezien deze situatie willen we aanvullende maatregelen verkennen die leiden tot lagere concentraties dan 38 μg/m³ NO2. Effectindicatoren
Realisatie 2011
1.a
monitorgegevens beschikbaar in het
1.b
30% minder CO2 uitstoot door energiebesparing en 20% opwekking van duurzame energie in 2020 (ten opzichte van 1990)
derde kwartaal van 2012
Utrecht is als gemeentelijke organisatie in 2012 CO2 neutraal
Het deelprogramma Gemeente CO2 neutraal is in juni 2011 ter informatie aan de commissie gezonden
2.a
Bij alle ruimtelijke ontwikkelingen wordt voldaan aan de wettelijke
Voldaan
geluidsnormen 2.b
Het grondwater in het Stationsgebied is door de maatregelen die we
In 2011 zijn we begonnen met de 2e
nu nemen over ongeveer 30 jaar verbeterd ten opzichte van 2010 en fase van het saneringsplan veel schoner. De gemeente kan met de 'biowasmachine' de
'Biowasmachine'
ondergrond beter controleren, verontreinigingen beheersen en de afbraak versnellen. Hierdoor blijft schoon grondwater buiten het gebied van de verontreinigingen en is beter beschermd
1.19.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Duurzaamheid Prestatiedoelstelling 1.1: Klimaat en energie Klimaat en Energie. Het programma Utrechtse Energie! 2011-2012 is vastgesteld door uw gemeenteraad eind mei 2011. Hiermee zijn we samen met onze partners in de stad actief aan de slag gegaan. Ook is een deelprogramma 'Gemeente CO2 neutraal' vastgesteld. Hierin is een samenhangende aanpak van zowel gemeentelijke gebouwen, scholen, gemeentelijk vervoer en duurzaam inkopen vastgelegd. In de subsidieregeling Pieken in de Delta (PINDA) werken we, met het consortium Dutch Green Technology samen met partners uit de Randstad-Noord, aan het aanjagen van duurzaamheid in de regio. We hebben een aantal drukbezochte bijeenkomsten voor ondernemers georganiseerd over financiering van duurzame maatregelen en innovaties, duurzame mobiliteit, keurmerken in de duurzame hospitality en het verduurzamen van het kantorenvastgoed. De hogeschool Utrecht startte in september 2011 met de minor Sustainable Energy Technology en door studenten is gewerkt aan een kenniskring voor een duurzame Uithof. Daarnaast is een nieuwe Piekenaanvraag gehonoreerd voor het onderzoeken van 'smart grids' in Utrecht. Dit project voeren we samen met de Provincie Utrecht, Gemeente Amersfoort en Taskforce Innovatie Utrecht, Stedin en een aantal ondernemers uit. Het doel van de PINDA-subsidie is door clustervorming en kennisdeling meer samenwerking te bewerkstelligen tussen bedrijven en kennisinstellingen. In 2011 startte, onder leiding van TNO, een groot internationaal onderzoek naar klimaatverandering in stedelijke omgeving; Climate Proof Cities. Gemeente Utrecht is deelnemer in dit onderzoek. Het doel van het project Climate Proof Cities is te onderzoeken hoe en welke maatregelen steden kunnen nemen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken vooral in relatie tot hittestress. De eerste resultaten van het project presenteren we in 2012. De projecten uit het programma Utrechtse Energie! zijn gestart We hebben prestatieafspraken gemaakt met de woningbouwcorporaties over het aantal woningen dat energiezuiniger wordt gemaakt. Woningbouwcorporaties zijn gelijk gestart onder andere met grote zonne-energie projecten. Er is een Energiepunt wonen voor particuliere woningeigenaren opgezet dat informatie verstrekt. Particulieren hebben toegang tot een duurzaamheidslening, en eind februari zijn van 10.000 woningen warmtescans gemaakt. In maart 2012 starten 144
we met intensieve wervingsactiviteiten in Kanaleneiland en Wijk-West om zoveel mogelijk particuliere bewoners en VVE's te bewegen tot het energiezuiniger maken van hun woning. In 2011 werd de Utrechtse aanvraag Blok voor Blok door het ministerie gehonoreerd waardoor er extra mogelijkheden tot schaalvergroting van de woningaanpak zijn ontstaan. Hiermee is een extra bedrag van 0,5 miljoen euro beschikbaar. In 2011 hebben veel Utrechtse werkgevers zich bereid getoond om substantieel te verduurzamen. Er zijn branchegerichte plannen voor kantoren, horeca, evenementen, MKB en hospitality. De laatste sector heeft al een eigen afsprakenkader ondertekend, evenementen volgen snel. We ondersteunen verenigingen op industrieterreinen zoals Uithof, Overvecht, Lage Weide en Rijnsweerd met aanbestedingstrajecten en energiestudies en maken binnenkort afspraken met partijen tot verduurzaming van hun gebied. Tenslotte hebben we binnen het project uitbreiding handhaving 60 bedrijven bezocht. Deze bedrijven hebben allen een energieadvies gekregen en het verzoek aan te sluiten bij een van de afsprakenkaders. Er zijn een aantal bijeenkomsten georganiseerd om bedrijven te stimuleren over te schakelen op elektrisch vervoer. Naast de bestaande groep van ongeveer 80 bedrijven, zijn er negentien nieuwe bedrijven geworven voor extra duurzame mobiliteitsplannen. In 2011 zijn we gestart met de ondersteuning van het planproces voor windmolens op Lage Weide In 2011 hebben wij in enkele gemeentelijke gebouwen urgente energiemaatregelen genomen. De komende jaren gaan we de systematisch de gehele gemeentelijke vastgoedportefeuille verduurzamen. Met de schoolbesturen zijn afspraken gemaakt over het uitvoeren van energiebesparende maatregelen in samenhang met de verbetering van het binnenklimaat in twintig scholen. De komende jaren worden de andere schoolgebouwen verduurzaamd. Scholen plaatsten ook zonnepanelen en we maken business cases voor grootschalige uitrol van zonnepanelen op scholen. Hoewel niet verplicht, zijn we ook al begonnen met de Milieuprestatiecoëfficiënt bij gebouwen voor (primair) onderwijs. Op het gebied van openbare verlichting is een aantal projecten uitgevoerd die het energieverbruik verminderen, zoals proeven met flexibele verlichting en met led-verlichting. Er is een monitor ontwikkeld om de resultaten en de effecten van het programma Utrechtse Energie! te volgen. In het derde kwartaal van 2012 wordt deze aan de gemeenteraad aangeboden. Binnen Utrechtse Energie! was 1,770 miljoen euro bestemd om revolverend in te zetten voor energiebesparende maatregelen aan particuliere woningen. De eerste 0,2 miljoen euro hiervan hebben wij besteed via de afkoopfinancieringsregeling van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland. Met deze 0,2 miljoen euro hebben wij in één keer de kosten afgekocht voor het uitgeven van een bedrag van 0,8 miljoen euro aan leningen ten behoeve van energiebesparing particuliere woningen. De 0,2 miljoen is daardoor niet meer revolverend. Voor het resterende bedrag van 1,570 miljoen euro zal een revolverende toepassing worden gezocht.
Gezondheid Prestatiedoelstelling 2.1: Bodem Beperken van gezondheidsrisico's van bodemverontreiniging. In 2011 hebben we samen met particulieren en bedrijven weer een groot aantal bodemonderzoeken en saneringen uitgevoerd van verschillende omvang. we zijn voor 41 saneringen opdrachtgever geweest. Voor vijftien locaties hebben we nazorgplannen uitgevoerd. Het digitaal loket op internet waarin bodemgegevens op adres te vinden zijn, is 9.212 maal geraadpleegd. We hebben 90 bodemonderzoeken uitgevoerd. Derden hebben 138 onderzoeken gedaan. Het Rijk heeft een lijst gepubliceerd met 'humane spoedlocaties'. Op de peildatum van 1 juli 2011 stonden voor Utrecht 23 locaties op de lijst. Voor alle spoedlocaties geldt dat uiterlijk in 2015 de risico’s weggenomen moeten zijn. Als er dringende risico’s zijn gebeurt dat natuurlijk eerder. De lijst bevat vooral locaties waar derden verantwoordelijk zijn voor de sanering. De sanering van de Nedereindse Plas heeft vertraging opgelopen doordat de aannemer de werkzaamheden heeft stilgelegd. De zaak is voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de bouw. In 2011 zijn we begonnen met de 2e fase van het saneringsplan 'Biowasmachine'. We meten daarin de kwaliteit van het grondwater in het totale verontreinigde gebied. Met de metingen die we doen, kunnen we verontreiniging beheren en
145
controleren op verbetering. Er is een WKO-systeem geplaatst bij het Universiteitsmuseum. In het kader van het project Citychlor kijken we welke (positieve) effecten een WKO-systeem op de Biowasmachine heeft. Prestatiedoelstelling 2.2: Lucht, Geluid, Externe Veiligheid Beperken van overlast, onveiligheid en gezondheidseffecten van Geluid, Externe veiligheidsrisico's en Luchtvervuiling. Milieueffectrapportage In 2011 zijn voor drie projecten m.e.r.-procedures doorlopen, namelijk de NRU, Holland Casino en de Haarzuilens golfbaan. Geluid In 2011 hebben we 95 woningen gesaneerd, dat betekent geheel financieel en juridisch afgerond. Daarvan zijn 69 woningen vanwege sloop gesaneerd en 26 door saneringsmaatregelen aan de gevel. Daarnaast hebben we 62 woningen in onderzoek of uitvoering. Dit zijn de laatste woningen op de A-lijst die we in 2013 volledig afronden. Het aantal gesaneerde woningen is lager dan de geplande 110, vooral omdat het verkrijgen van de vergunningen langer duurde dan verwacht. Voor het zonebeheer industrielawaai hebben we de vergunningaanvragen van bedrijven beoordeeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen toetsen we minstens of de nieuwe situatie aan de wettelijke normen en de geluidnota voldoet. Voorbeelden waarbij dit speelde zijn Centrumplan de Meern, Veemarktterrein, Bruisdreef, Maria van Hongarijedreef, Wim Sonneveldschool, Prozeeterrein, atletiekbaan met geluidwal, Milieu Effectrapportage Holland Casino, Terwijde, 't Zand, Haarrijn en LRC Kern. In 2011 speelde geluid een belangrijke rol bij bereikbaarheidsontwikkelingen zoals NRU, HOV-Zuid radiaal, 2e Asselijnstraat en het Kruisvaartracé en de pakketstudie. Naar aanleiding van klachten van bewoners uit Lunetten zijn grote openingen aan de onderzijde van het geluidsscherm rond de wijk gedicht. We hebben in 2011 het project inventarisatie stille gebieden uit het Actieplan geluid afgerond. De stiltewandelingen zijn op kaart gezet en er is nu een website (www.stiltewandelingen-utrecht.nl) en een app waardoor deze wandelingen makkelijk toegankelijk zijn voor alle Utrechters. Externe veiligheid Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van kracht geworden. Voor alle hogedruk aardgastransportleidingen hebben we risicoberekeningen uitgevoerd. Vastgesteld is dat er geen knelpunten zijn en dat we overal voldoen aan de normen van externe veiligheid. We hebben geparticipeerd in de ontwikkeling door het Rijk van het basisnet weg, water en spoor. Bij ruimtelijke ontwikkelingen toetsen we of de nieuwe situatie aan de wettelijke normen en de Nota externe veiligheid voldoet, zodat geen onveilige situaties ontstaan. Belangrijke ontwikkellocaties waar we in 2011 hebben getoetst, waren Leidsche Rijn - Kern en Zuid, Cap Gemini, Nieuw Hoog Catharijne, Winthontlaan, Centrum Kwadrant Overvecht en Veemarkt. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over gemeentelijke wegen moet de vervoerder een ontheffing vragen. Wij toetsen daarbij of het transport op de juiste manier plaatsvindt en in de ontheffing bepalen wij de veiligste route die de transporteur moet gebruiken. Het gaat om stoffen zoals LPG, ammoniak en vuurwerk. Voor het jaar 2011 hebben we ontheffingen verleend voor transport van- en naar dertien LPG-stations, drie bedrijven en vijftien particuliere tanks. Voor vuurwerktransport hebben we zeven ontheffingen verleend voor zeven verkooppunten. Tevens hebben we twee ontheffingen verleend voor het vervoer van explosieven. Lucht De uitvoering van de maatregelen in het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht 2009 valt onder het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Het programma Milieu en Duurzaamheid is gericht op activiteiten in het kader van monitoring voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), toetsing van plannen, uitvoering van het meetplan en jaarlijkse rapportages voor het Bestuur en bewoners van de stad. In 2011 hebben we voor het eerst het hele jaar luchtmetingen uitgevoerd in het kader van het meetplan. De eerste rapportage verschijnt in het voorjaar van 2012. In mei 2011 is de eerste NSL-monitor Utrecht 2010 verschenen. 146
Streefwaarde Prestatie indicatoren
2011
Realisatie 2011 Eind 2011 was 95% van de projecten gestart, vanaf begin 2012 worden de geplande
Eerste jaarschijf plan van aanpak Utrechtse energie 1.1.a
resultaten naar verwachting
gerealiseerd
100%
behaald
Regelgeving bouwbesluit over Milieuprestatiecoëfficiënt geïmplementeerd binnen gemeente bij bouwende diensten 1.1.b
en bij toetsende dienst met rol van bevoegd gezag
75%
50%
2.1
Gerealiseerde Bodemprestatie-eenheden (BPE)
200.000
209.116
2.2
A-lijst woningen geluidgesaneerd
110 woningen
95 woningen
1.19.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Klimaat en energie
7.628
14.079
1.739
12.340
Bodem
5.677
5.590
892
4.698
Lucht, geluid en externe veiligheid
1.521
924
979
- 55
- 31
0
0
0
14.794
20.593
3.610
16.983
Lasten
Bedrijven Totaal lasten Baten Klimaat en energie
10
100
211
111
4.873
4.873
157
-4.716
438
108
82
-26
0
0
0
0
Totaal baten
5.322
5.081
450
-4.631
Saldo lasten en baten
9.472
15.512
3.161
12.351
Bodem Lucht, geluid en externe veiligheid Bedrijven
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
389
6.889
6.889
0
9.083
8.623
- 3.728
12.351
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Klimaat en energie De lasten zijn 12,340 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door het resterende budget voor Utrechtse Energie (12,378 miljoen euro). Uw gemeenteraad heeft eind mei 2011 ingestemd met het programma, de uitvoering van het programma is later gestart dan voorzien. Dit budget is meerjarig en wij zullen in de komende periode de beschikbare middelen gaan aanwenden. Overigens zijn de lasten 0,073 miljoen euro lager vanwege de afbouw van het UMNE-programma. Zowel de lasten als de baten zijn 0,111 miljoen euro hoger door te lage raming van subsidie voor Pieken in de Delta (PINDA).
147
Bodem De lasten zijn 4,698 miljoen euro lager dan begroot. Dit komt omdat wij 2,639 miljoen euro verrekend hebben met het ISV-budget en wij 2,077 miljoen euro minder hebben uitgegeven vanwege het stilleggen van de werkzaamheden aan de Nedereindse Plas. De lasten zijn hoger vanwege de eigen bijdrage aan het project CityChlor (0,018 miljoen euro). De baten zijn 4,716 miljoen euro lager dan begroot eveneens vanwege de verrekening met ISV-budget (2,077 miljoen euro) en het stilleggen van de werkzaamheden aan de Nedereindse Plas. Lucht, geluid en externe veiligheid De lasten zijn 0,055 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt doordat we veel opdrachten hebben gekregen waarvoor we geen kosten konden doorbelasten naar de opdrachtgever van de projecten. Reserves Een budget uit het Duurzaamheidsfonds van 6,5 miljoen euro is overgeheveld uit 2010 voor projecten Utrecht Energie door middel van een onttrekking uit de algemene reserve conform programmabegroting.
148
1.20 Economische Zaken 1.20.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Bevorderen van de economische vitaliteit en de werkgelegenheid van de stad Utrecht. In 2011 stopte het prille economische herstel en raakte Nederland wederom in een officiële recessie. Ook in Utrecht was dit te merken, onder andere aan de leegstand van kantoren en detailhandel. Vanuit het programma Economische Zaken hebben we vanuit verschillende invalshoeken gewerkt aan het in standhouden van de vitaliteit van de Utrecht economie en de werkgelegenheid in de stad Utrecht. Met de economische uitgangspunten uit de Economische Agenda Utrecht 2012–2016 hebben we de koers uitgezet voor de komende jaren. De hierbij behorende ruimtelijke kaders voor detailhandel en kantorenlocaties bieden handvaten voor de aanpak van de leegstand. Belangrijk was ook het instellen van het ondernemersfonds. Hierdoor krijgen ondernemersverenigingen (inclusief maatschappelijke instellingen) vanaf 2012 zelf financiële middelen in handen om de economische vitaliteit te versterken. Effectdoelstelling 1: Marketing Voor Utrecht passende bedrijven en organisaties behouden en aantrekken. De kwaliteiten van Utrecht als geschikte vestigingslocatie zijn via publicaties, presentaties en op vakbeurzen uitgedragen. Uit evaluatie bleek dat de inspanningen op het gebied van marketing en acquisitie een wezenlijke bijdrage leveren aan het behoud en de komst van een groot aantal (nieuwe) bedrijven en werkgelegenheid naar Utrecht. Daarnaast is acquisitie een effect middel om leegstand te bestrijden. Ondanks de economische stilstand zijn ook in 2011 nieuwe vestigingskandidaten aangetrokken, zoals Portaal, Papendorp, Ramdata, IG&H, Achmea, Spec Dierenkliniek en Meekers Medical. Effectdoelstelling 2: Economische Structuur Zorgen voor een sterke en duurzame economische structuur. De economische structuur bestaat uit een sterke en solide basis, met voorzieningen (detailhandel, leisure en dienstverlening). De structuur wordt versterkt door zelfstandig ondernemerschap, scholen en kennisinstellingen, innovatie en creativiteit. In 20101 stimuleerden wij het zelfstandig ondernemerschap en werd ingezet op stimulering van de creatieve industrie en Sciences/medisch cluster. Door onder andere monitoring en onderzoek hebben we de kwaliteit van het voorzieningenniveau bewaakt zodat - indien nodig - maatregelen genomen konden worden. Effectdoelstelling 3: Economische vestigingsklimaat Realiseren van een optimaal economisch vestigingsklimaat. Het vestigingsklimaat wordt bepaald door het aantal beschikbare vestigingslocaties (bedrijfsverzamelgebouwen, woonwerkunits, bedrijfsterreinen en kantorenlocaties), de kwaliteit van de bedrijfsomgeving (bedrijventerreinen en winkelcentra), de criminaliteit en onveiligheid (veilig ondernemen) en de arbeidsmarkt (match tussen vraag en aanbod). We zijn actiever geworden in begeleiding van ondernemers en eigenaren bij transformatie en herontwikkeling van bestaand leegstaand vastgoed. Mede als gevolg van deze activiteiten gaat het met de leegstand relatief een stuk beter dan elders in land en regio.
149
Effectdoelstelling 4: Tevreden ondernemers Zorgen voor goed geholpen ondernemers, die daardoor tevreden zijn over de gemeentelijke dienstverlening. Onze kracht is onze extern gerichtheid. Via accountmanagement, bedrijfsbezoeken en netwerkbijeenkomsten worden ondernemers en inwoners geholpen aan een duidelijk aanspreekpunt. Plannen zoals de Economisch Agenda Utrecht zijn in samenspraak met ondernemers en (kennis)instellingen opgesteld. Relevante omgevingsfactoren Het prille herstel van 2010 kwam in 2011 nagenoeg tot stilstand. Het aantal niet-werkendenwerkzoekenden (nwww'ers) was in december 2011 slechts 0,1% punt lager dan in december 2010. De economische situatie verslechterde in het derde kwartaal, waarbij vooral de zakelijke dienstverlening slechter presenteerde dan verwacht. De leegstand van kantoren daalde licht in 2011, namelijk van 8,9% naar 8,3%. Er zijn echter qua leegstand grote verschillen binnen de stad, waarbij sprake is van problematische leegstand in onder meer Kanaleneiland en Lage Weide. In de Conjunctuurenquete Nederland van december 2011 gaven de Utrechtse ondernemers aan voor 2012 voorzichtig optimistisch te zijn met betrekking tot omzet en export te zijn. Alleen op het gebied van personeelssterkte verwachten bedrijven een afname. In de stad Utrecht werden in 2011 6.177 startende bedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De drie grootste sectoren met starters waren Gezondheid en welzijn, Economische diensten en Cultuur en recreatie die samen goed waren voor 35% van alle starters. Effectindicatoren 1
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
1
1
Positie 1 van de G4 in ranglijst economische toplocaties Startersdynamiek, percentage starters in Utrecht ten opzichte van
2
het totaal aantal bedrijven in Utrecht
12%
14,8%
3
Leegstandspercentage kantoorruimte
10%
8,3%
1.20.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Marketing Prestatiedoelstelling 1.1: Marketing Via marketing van Utrecht, bedrijven en organisaties wijzen op de mogelijkheden die Utrecht biedt als vestigingsplaats en het opsporen en faciliteren van bij Utrecht passende bedrijven en organisaties. Voor het behoud van bestaande bedrijven en het verwerven van nieuwe vestigingskandidaten hebben we ingezet op verschillende marketing- en acquisitie werkzaamheden. We hebben diverse artikelen en presentaties verzorgd voor economische en vastgoedbladen en conferenties. Accountmanagement is voor de hele stad gebiedsgewijs georganiseerd. Dit betekent dat alle signalen van bestaande bedrijven goed kunnen worden opgevangen. Utrecht heeft zich samen met de G4 op de MIPIM beurs en zelfstandig op de Provada gepresenteerd. Hierbij lag de nadruk dit jaar op het tegengaan van leegstand, transformatie, behoud van zittende bedrijven, Dit was ook het thema van de vastgoedrelatiedag. Na positieve evaluatie is het contract met Utrecht Investment Agency met drie jaar verlengd.
150
Economische structuur Prestatiedoelstelling 2.1: Deelnemersschap en voorzieningenniveau Stimuleren en ondersteunen van zelfstandig ondernemerschap, specifieke sectoren, het voorzieningenniveau en de kennisinfrastructuur. Een economische structuur begint met een goede basis aan economische voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor een goed werk- en leefklimaat. Daarom hebben we gewerkt wij aan: het herontwikkelen en moderniseren van winkelgebieden als Hoog Catharijne, Overvecht, Kanaleneiland, de kernen
•
Vleuten-De Meern, de kwaliteitsverbetering van de woonboulevard en het realiseren van goede en compacte winkelgebieden in Leidsche Rijn.
• We hebben gewerkt aan een nieuw horecakader. Deze is in 2012 gereed. Vanuit verschillende invalshoeken ondersteunden we ondernemerschap: Met het programma Wijkeconomie en Kleinschalig Ondernemerschap zijn algemene ondernemerschapvaardigheden
•
ondersteund, zoals het verbeteren van vakmanschap, trainingen op gebied van ondernemersvaardigheden en stimuleren van ondernemerschap.
• Wijk in bedrijf Utrecht (WIBU) kreeg in 2011 de opdracht om een meer zelfvoorzienend netwerk te worden van zelfstandige ondernemers. Er zijn netwerk- en themabijeenkomsten voor ondernemers in de wijken georganiseerd. • Via de Taskforce Innovatie Regio Utrecht (TFI) hebben we ingezet op innovatief ondernemerschap, met speciale aandacht voor de creatieve industrie, ICT, zakelijke dienstverlening en duurzaamheid.
In 2011 zijn 22 winkelgebieden en bedrijventerreinen opnieuw gecertificeerd met het KVO certificaat. Daarnaast is het nieuwe winkelcentrum Vleuterweide voor het eerst gecertificeerd en is er een KVO samenwerking gestart bij het nieuwe winkelcentrum Ina Boudier Bakkerhof. Het totaal aantal gecertificeerde KVO-samenwerkingsverbanden komt daarmee op 34. Stimuleren specifieke sectoren en clusters We hebben (de opzet van) projecten ondersteund op het gebied van de creatieve industrie, duurzaamheid en
•
zakelijke dienstverlening in Utrecht. Hierbij valt ook te denken aan de ontwikkeling van creatieve broedplaatsen, zoals in Werkspoor en Rotsoord.
• Met de Utrecht Science Park-parners Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht, Universitair Medisch Centrum Utrecht en Provincie Utrecht zetten we in op een verdere ontwikkeling van het Utrecht Science Park.
Economisch vestigingsklimaat Prestatiedoelstelling 3.1: Vestigingsmogelijkheden en bedrijfsomgeving Realiseren van goede vestigingsmogelijkheden, bedrijfsomgeving, veiligheid en arbeidsmarkt. Om in te spelen op de huidige economische situatie en structurele trends zijn de (ruimtelijke) kaders voor detailhandel en kantorenlocaties aangepast. Hiervoor zijn betrokken marktpartijen en deskundigen geconsulteerd. Daarnaast hebben we gewerkt aan een nieuw kader voor bedrijventerreinen. Beschikbaarheid van locaties Intensieve betrokkenheid bij actualisering van de bestemmingsplannen voor Lage Weide en bedrijventerrein
• Overvecht. We • hebben actief de plannen voor herontwikkeling en transformatie van zeven leegstaande kantoor- en bedrijfsruimten met eigenaren en ontwikkelaars ondersteund.
Beschikbaarheid passend vastgoed In 2011 hebben we de deelnemende partijen (exploitanten bedrijvencentra, KvK, ontwikkelaars, MKB Nederland,
•
corporaties) verder bijeengebracht in het samenwerkingsverband en een gezamenlijke koers bepaald met betrekking tot het op te richten digitale plaatvorm. Dit resulteert in de oprichting van een stichting begin 2012 waarin partijen met elkaar samenwerken.
Samen met industrieverenigingen, maatschappelijke en kennisinstellingen in de stad hebben we een ondernemersfonds opgezet. Hiermee krijgen de gebiedsgerichte organisaties zelf financiële middelen in handen. 151
Kwaliteit bedrijfsomgeving We werkten aan het revitaliseren bedrijventerreinen Overvecht en Lage Weide. In 2011 is 6 hectare bedrijventerrein
• geherstructureerd op Lage Weide. • Via de Beleidsregel Subsidieverstrekking Stimulering Bedrijven (BSSB) ondersteunen we ondernemers die wegens
herstructurerings- of stedelijke vernieuwingsprojecten in de problemen In 2011 hebben zich hiervoor een tweetal ondernemers gemeld om in aanmerking te komen voor deze regeling.
• Met onze partners in het stadscentrum is Centrummanagement steeds meer het brede en integrale platform voor centrumaangelegenheden geworden, zoals voor de aanpak van Utrecht aantrekkelijk en bereikbaar. • Met de komst van een stadsbreed ondernemersfonds is de gebiedsgerichte en bewerkelijke experimentenwet
BedrijvenInvesteringZone (BIZ) niet meer van belang. Er is dan ook niet verder gewerkt aan verdere BIZ-organisaties Het is aan de ondernemers van Rijnsweerd en Woonboulevard of zij de bestaande BIZ behouden).
We werkten aan het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie, onder meer is ingezet op verduurzaming van hotels en congreslocaties en opzet voor duurzame projecten op bedrijventerreinen en detailhandel. Vanuit het werkgelegenheidsoffensief is het project Utrecht Techniek Talent uitgevoerd. We werkten daarnaast in 2011 aan een nieuw werkgelegenheidsoffensief. Deze is in 2012 gereed.
Tevreden ondernemers Prestatiedoelstelling 4.1: Informatie en dienstverlening Verstrekken van informatie, leveren van dienstverlening en onderhouden van een goede relatie met individuele ondernemers en het georganiseerde bedrijfsleven. Het relatiebeheer vulden we in door middel van bedrijfsbezoeken en accountmanagement. Er zijn onder andere bedrijfsbezoeken geweest in Rijnsweerd, Papendorp en het Utrecht Science Park. We hadden goed contact en nauw overleg met het georganiseerde bedrijfsleven (industrie- en ondernemersverenigingen (zoals Kamer van Koophandel Midden-Nederland), brancheverenigingen, winkeliersverenigingen en parkmanagementorganisaties). Hierdoor waren we in staat om onze gezamenlijke ambities zo veel mogelijk te verwezenlijken. Vanuit het programma zijn in 2011 diverse bijeenkomsten georganiseerd. Bij Wijk in Bedrijf worden het hele jaar door enkele op ondernemers gerichte bijeenkomsten per maand georganiseerd (vier a vijf per maand). Daarnaast hebben we vanuit het netwerkprogramma de volgende bijeenkomsten georganiseerd: Oprichtingsbijeenkomsten voor zzp-netwerken in de wijken (vier).
• • Bijeenkomsten voor de bestuurders van de Utrechtse winkeliersverenigingen (twee). • KVo bijeenkomsten met winkeliers in de wijken. • Ondernemers Boulevards voor ZZP-ers in een aantal wijken.
Prestatie indicatoren 1.1
Aantal te ondersteunen ondernemers
2.1
Aantal hectare geherstructureerd bedrijfsterrein
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
200
232
0
6
Aantal hectare geherstructureerd bedrijventerrein geeft de daadwerkelijke opgeleverde hectare aan. Bovenstaande projecten betreffen de aanpak van de Positron/nautilusweg en de herinrichting Computerweg.
152
1.20.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele begroting
begroting 2011
2011
Verschil actueel en Realisatie 2011
realisatie
Lasten Marketing
369
4.766
1.438
3.328
1.083
933
2.923
- 1.990
Vestigingsmogelijkheden
663
1.132
1.595
-463
Informatie en dienstverlening
137
130
132
-2
2.252
6.961
6.088
874
Marketing
0
987
761
- 226
Ondernemerschap
0
0
407
407
Vestigingsmogelijkheden
0
190
652
462
Informatie en dienstverlening
27
0
0
0
Totaal baten
27
1.177
1.820
643
2.226
5.785
4.268
1.517
Ondernemerschap
Totaal lasten Baten
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
3.781
3.781
0
2.226
2.004
487
1.517
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Oorspronkelijke waarden voor Vestigingsmogelijkheden zijn correct. Financiële toelichting Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Marketing De lasten zijn 3,328 miljoen euro lager dan begroot, door lagere uigaven voor het Fonds Stimulering lokale economische (2,898 miljoen euro). De uitgaven voor de onderliggende projecten verwachten we in 2012. Ook hebben wij wegens het wegvallen van een aantal marktpartijen minder kosten gemaakt voor de Utrecht Investment Agency (0,303 miljoen euro) en hebben wij hiervoor niet het gehele budget besteed (0,200 miljoen euro) omdat het project gedeeltelijk in 2012 doorloopt. Wij hebben incidenteel meer kosten gemaakt voor het MIPIM 2011 (0,017 miljoen euro) en de uitvoering van het cameratoezicht door deelname van meer partijen (0,056 miljoen euro). De baten zijn 0,226 miljoen euro lager dan begroot. Voor het project Utrecht Investment Agency zijn minder opbrengsten ontvangen (0,303 miljoen euro). Wij hebben extra bijdragen ontvangen voor het MPIM 2011 en de uitvoering van het cameratoezicht (0,077 miljoen euro). Ondernemerschap De lasten zijn 1,990 miljoen euro hoger dan begroot. In relatie tot de cofinanciering Pieken in de Delta (PINDA) hebben wij meer kosten gemaakt (0,384 miljoen euro) en hebben wij extra bijdragen verstrekt (1,693 miljoen euro). Voor het project Wijkeconomie hebben wij minder kosten gemaakt omdat enkele activiteiten doorlopen in 2012 (0,087 miljoen euro).
153
De baten zijn 0,407 miljoen euro hoger dan begroot vanwege niet geraamde ontvangsten in het kader van Pieken in de Delta (0,384 miljoen euro) en een incidentele bijdrage ten behoeve van het project Wijkeconomie (0,023 miljoen euro). Vestigingsmogelijkheden De lasten zijn 0,463 miljoen euro hoger dan begroot. Dit volgt uit de niet geraamde kosten van gesubsidieerde activiteiten voor Quick Win havens Lage Weide, Waterwerken en Topper Lage Weide (0,360 miljoen euro), de cofinanciering Science Park (0,200 miljoen euro) en de subsidie voor de BIZ-Woonboulevard (0,150 miljoen euro) Omdat het project doorloopt in 2012 hebben we voor Utrecht Techniek Talent minder middelen ingezet (0,247 miljoen euro). De baten zijn 0,462 miljoen euro hoger dan begroot vanwege ontvangen bijdragen voor Quick Win havens Lage Weide, Waterwerken en Topper Lage Weide (0,36 miljoen euro). Tevens is er per saldo 0,102 miljoen euro meer ontvangen uit de BIZ-Woonboulevard onder verrekening van het nadeel van de BIZ Kantorenpark Rijnsweerd (waardeontwikkeling). Reserves De onttrekking uit de programmareserve is conform de actuele begroting.
154
1.21 Stadspromotie 1.21.1 Wat hebben we bereikt? Algemene doelstelling Utrecht nationaal en internationaal profileren als een stad met een aantrekkelijk klimaat om te wonen, werken, studeren, leven, bezoeken en investeren. 2011 is het laatste jaar van het programma Stadspromotie 2008 – 2011. Door het ontwikkelen en uitvoeren van het programma in samenwerking met in- en externe partners is de basis gelegd voor een professionele profilering van Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur. Effectdoelstelling 1: Utrecht aantrekkelijke stad Meer mensen laten weten dat Utrecht een aantrekkelijke stad is om in te wonen, werken, studeren, leven, bezoeken en investeren. Het profiel van Utrecht als Stad van Kennis en Cultuur wordt breed ondersteund en werkt als inspiratiebron voor partijen. Het merk Utrecht wordt steeds beter geladen binnen en buiten de gemeente, waardoor de zichtbaarheid en herkenbaarheid van Utrecht als aantrekkelijke stad van kennis en cultuur is vergroot. Kennis en Cultuur is de basis voor de programmatische ontwikkeling van de ambitie Utrecht Culturele Hoofdstad 2018, inspiratiebron voor de culturele, toeristische en museale marketing en wordt het door partners in de stad, zoals de Universiteit Utrecht, toegepast. Er is veel en toenemende free publicity. De toepassing van het UTRECHT-logo en – huisstijl is goed op gang gekomen. Het evenementenklimaat is verbeterd. Het nationaal en internationaal toeristisch bezoek aan Utrecht is toegenomen. Effectdoelstelling 2: Evenementen, projecten en activiteiten Beter uitdragen van evenementen, projecten en activiteiten en laten associëren met Utrecht. Het evenementenklimaat is verbeterd door gegroeid begrip en betere samenwerking tussen gemeente en stakeholders in Utrecht. Tevens door goede samenwerking en kennis uitwisseling tussen de G5 evenementensteden en tussen Utrechtse festivals onderling. Utrecht werd in 2011 Evenementenstad van het Jaar. Aan de andere kant werden de inen externe gevolgen van de economische crisis zichtbaar: opdroging subsidiegelden en bezuinigingen op cultuur. Effectdoelstelling 3: Betrokkenheid vergroten Vergroten van de betrokkenheid van stakeholders bij Utrecht. In onderlinge samenhang is met in- en externe partners gewerkt aan verdere profilering van de stad en versterking van het 'product Utrecht'. Ook is gewerkt aan het klimaat van samenwerking en verbinding en de infrastructuur van organisaties. Stadspromotie is aangehaakt en heeft volop samengewerkt in het kader van projecten als lustrum Universiteit Utrecht 375 jaar, de Vrede van Utrecht (2013), de Europese Culturele Hoofdstad (2018). Effectdoelstelling 4: Versterken toerisme Versterken van Utrecht als toeristische bestemming. 2011 was een goed toeristisch jaar voor Utrecht. Het verblijfstoerisme is in de eerste drie kwartalen van 2011 gegroeid met 11,6%. Met de vorming van de nieuwe organisatie Toerisme Utrecht begin dit jaar, onder regie van het programmabureau, en de stevige meerjarige financiële basis vanuit de toeristenbelasting is een sterk fundament gelegd voor intensivering van de toeristische marketing en promotie van de stad Utrecht. De vorming van Toerisme Utrecht is ook aangegrepen om het gemeentelijk toeristisch beleid meer strategisch te maken en de nieuwe organisatie ruimte te geven voor toeristisch ondernemen.
155
Relevante omgevingsfactoren De financiële en economische crisis heeft aanzienlijke gevolgen gehad. Het heeft geleid tot bezuinigingen bij de overheid en de noodzaak efficiënter te werken. De sponsormarkt droogde op, waardoor de voor het profiel van de stad zo belangrijke instrumenten als evenementen en festivals werden bedreigd. Doordat Nederlanders minder naar het buitenland op vakantie gaan, werd de markt voor het binnenlands toerisme verruimt, wat voor Utrecht nieuwe kansen bood. In de krimpende markt voor (nieuwe) bedrijfsvestigingen blijven de kracht van de centrale ligging en de goed opgeleide beroepsbevolking belangrijke troeven van Utrecht. Inmiddels zijn de internationale ambities van Utrecht steeds dichterbij gekomen: de voorbereidingen voor de marketing van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013 zijn in volle gang; het bidbook voor de ambitie Europese Culturele Hoofdstad 2018 wordt in 2012 gepresenteerd. Effectindicatoren 1.a
Woonaantrekkelijkheidsindex
1.b
Positie op ranglijst evenementen (per 100.000 inwoners
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
2
n.n.b.
Top 3
n.n.b.
1
1
Omvang creatieve klasse als percentage van de beroepsbevolking, 1.c
Positie op ranglijst, Bron Atlas voor gemeenten 2011
2
Positie evenementenstad van het jaar
3
Percentage inwoners dat positief is over de stad Utrecht
4.a
Aantal internationale overnachtingen in Utrecht, Bron CBS statline
4.b
Positie op ranglijst toeristische bezoeken aan steden, bron: CVO
4
3
4.c
Aantal sterren kwalificatie Michelin
2
2
Top 3
1
92%
n.n.b.
191.200
256.923 56
1.21.2 Wat hebben we daarvoor gedaan? Utrecht aantrekkelijke stad Prestatiedoelstelling 1.1: Merk Utrecht Zichtbaarheid Utrecht vergroten. Veel activiteiten en projecten van binnen en buiten de gemeente zijn verbonden met Utrecht als stad van kennis en cultuur, zowel inhoudelijk (beleidsnotities, speeches, persberichten) als in beeld (toepassing van het UTRECHT-logo en UTRECHT-huisstijl). De UTRECHT-stijl is toegepast bij marketing uitingen van tien Utrechtse musea, Toerisme Utrecht (onder andere middelen van VVV, Domtoren en Utrecht Convention Bureau), Stichting Cultuurpromotie Utrecht (middelen Uitburo en Culturele Zondagen), Lustrum UU 375 jaar. Binnen de gemeente lopen onder andere merkactivatie trajecten over beursdeelnames Provada/RAI en MIPIM/Cannes, Centrummanagement en het Dynamisch Stedelijk Masterplan. Daarnaast is een merkactivatietraject gestart om het internationale sportevent European Youth Olympic Festival te verbinden aan het stadsmerk. Om de huisstijl elementen goed aan te kunnen bieden aan in- en externe partijen zijn we begonnen om een online brandportal te realiseren. Een website waarvandaan het logo, templates, powerpointsjablonen en foto's te downloaden zijn. Prestatiedoelstelling 2.1: Evenementen, projecten, activiteiten Uitvoering evenementennota. De evenementenwebsite www.utrecht.nl/evenementen is verbeterd en aangevuld. Betonnen voeten met banieren zijn op verschillende plaatsen in de stad geplaatst in het kader van citydressing. Samenwerking tussen Utrechtse festivals is gegroeide en de merkactivatie is volop gestimuleerd. Wij hebben bijgedragen aan het wekelijks evenementenoverleg en waren aanspreekpunt en voerden het accountmanagement voor diverse stakeholders.
56
Een verhoging van 33,8% ten opzichte van 2010.
156
Cultuurmarketing en –promotie
In het kader van het grote belang dat wij hechten aan publieksbereik voor het museale, toeristische en culturele product van Utrecht in het algemeen en bij het vieren van 300 jaar Vrede van Utrecht in 2013 (en de ambitie Culturele Hoofdstad 2018) in het bijzonder, hebben wij initiatief genomen om de samenhang en samenwerking van de diverse marketingorganisaties onderling en met de Gemeente Utrecht te versterken. In het platform Taskforce Marketing Utrecht komen deze organisaties en de gemeente periodiek bijeen en wordt strategie, marketingcommunicatie, zoals de campagne Utrecht teveel te leuk, afgestemd en/of georganiseerd. Bezoekcijfers van het toerisme, de Utrechtse musea en van de Culturele Zondagen zijn alle gestegen in 2011.
Betrokkenheid vergroten Prestatiedoelstelling 3.1: Betrokkenheid vergroten Betrokkenheid vergroten door verbinding met projecten van anderen. Merk en stadslogo UTRECHT zijn inmiddels herkenbaar als basis en beeld voor het profiel van Utrecht. Het is actief benut bij de activiteiten van het Lustrum UU 375, bij de marketingcommunicatie van Culturele Zondagen, de gezamenlijke festivals en musea en door de nieuwe organisatie Toerisme Utrecht. De Utrecht Development Board (UDB) hanteert als motto 'verbinden, versnellen en verzilveren'. Vanuit dit motto zijn belangrijke bijdragen geleverd aan de stadsconferentie 'Utrecht, stad van kennis en cultuur', heeft de UDB en culturele safari in Leidsche Rijn georganiseerd, een bijdrage geleverd aan de Werkgeverstop in oktober 2011, een initiatief genomen voor verbetering van de stagemarkt in de zorg en het jaar 2011 afgesloten met een uitdagen Open Brief aan de stad Utrecht: Crisis biedt Utrecht legio kansen.
Versterken toerisme Prestatiedoelstelling 4.1: Versterken toerisme Marketing van de stad als toeristische bestemming. Resultaten van toeristische marketing zijn zichtbaar in de brede ondersteuning van de campagne Utrecht teveel te leuk door de musea, de hoteliers en de binnenstadswinkeliers. De campagne heeft een bereik van meer dan 6 miljoen mensen. De effectmeting laat zien dat de campagne positief wordt beoordeeld en dat de proposities goed begrepen worden. Andere positieve resultaten zien we in de culturele weekendarrangementen die met Culturele Zondagen zijn ontwikkeld en in de rol die Toerisme Utrecht speelt in de ontwikkeling van Centrummanagement Utrecht. Het Utrecht Convention Bureau is in 2011 onder de vlag van Toerisme Utrecht verder gegaan. Er zijn zestien bids ontwikkeld, waarvan er negen definitief doorgaan en nog zeven optioneel zijn. In 2011 heeft Utrecht 37 internationale meerdaagse zakelijke bijeenkomsten en congressen verwelkomd, waarvan er tien een ICCA ranking hebben, en tien een mogelijke ICCA ranking krijgen. Stimuleren van verblijfstoerisme Het verblijfstoerisme is in de eerste drie kwartalen van 2011 gegroeid met 11,6%. Het aantal internationale gasten in logies accommodaties steeg zelfs met 20,2% en het aantal overnachtingen vanuit het buitenland met 33,8%. Een positief effect van de duurzame internationale marktbewerking voor Utrecht. In 2011 is actief campagne gevoerd in samenwerking met het NBTC in zes Europese doellanden. Met bijna een verdubbeling van het geboekte aantal hotelovernachtingen via campagne partner Expedia (1.362 nachten) en 85% meer bezoeken op de website (128.871 bezoeken), laat de internationale citybreak campagne goede resultaten zien. In 2011 is hard gewerkt aan de marketing van Trajectum Lumen (TL). Tijd en geld zijn ingezet op activiteiten die een duurzaam effect hebben voor de zichtbaarheid van de route. Zo is de website verbeterd ten behoeve van een betere online vindbaarheid, is er een app ontwikkeld ten behoeve van de toegankelijkheid van de route-informatie. In de persbewerking is volop gebruik gemaakt van de nieuwswaarde van dit jonge project en er zijn tientallen buitenlandse publicaties aan gewijd. Mede hierdoor heeft TL zich in 2011 bewezen als nieuwe reden om Utrecht te bezoeken en het verblijf in de stad te verlengen. Er zijn honderden begeleide wandelingen TL gerealiseerd via de VVV, er zijn 157
tienduizenden routekaarten gebruikt, er is een kanotocht langs TL in de avonduren ontwikkeld en de hoteliers hebben TL-arrangementen ontwikkeld en afgezet. In 2011 is een start gemaakt met afronding van het programma TL: in maart 2012 zal het lichtkunstwerk Pausdam worden onthuld en in november 2011 is het Voorlopig Ontwerp voor de artistieke aanlichting van Domtoren en Domkerk vastgesteld, dat op 11 april 2013, bij de start van 300 jaar Vrede van Utrecht, zal worden ingewijd. Prestatie indicatoren
Streefwaarde 2011
Realisatie 2011
2
n.n.b.
Aantal keren promotionele vermelding 20.00 uur Journaal/RTL 1.1
Nieuws 19.30
2.1
Aantal ondersteunde initiatieven 57
3.1.a
Aantal gerealiseerde projecten UDB
PM
0
3
5
3.1.b
Aantal gezamenlijke promotieprojecten met stakeholders
5
15
4.1.a
Aantal publicaties in buitenlandse bladen 58
25
167
4.1.b
Groei (inter)nationaal verblijfstoerisme
0%
11,6%
1.21.3 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
Lasten Merk Utrecht
171
202
180
23
Evenementen, projecten en activiteiten
720
873
858
15
Betrokkenheid vergroten
104
125
208
-83
Versterken Toerisme
1.317
1.797
2.007
-210
Totaal lasten
2.312
2.998
3.253
-256
Baten Merk Utrecht
0
0
0
0
Evenementen, projecten en activiteiten
0
0
0
0
Betrokkenheid vergroten
0
0
4
4
Versterken Toerisme
0
360
688
328
Totaal baten
0
360
692
332
2.312
2.638
2.562
76
Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
326
326
0
2.312
2.312
2.236
76
Saldo na mutaties reserves Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting
57
Geen subsidiebudget beschikbaar in 2011.
58
Bron: CBS Statline. Toename mede gerealiseerd doordat naast traditionele media, ook online media en bloggers
benaderd zijn. 158
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Merk Utrecht Het voordeel op de lasten is vooral ontstaan doordat de werkzaamheden met betrekking tot de brandportal nog niet zijn afgerond (voordeel 0,038 miljoen euro). De doorbelasting van de overhead van het programmabureau Stadspromotie zorgt voor een nadeel op de lasten van 0,015 miljoen euro. Evenementen Het incidentele budget voor de uitvoering van de evenementennota is niet geheel uitgeput, omdat de uitvoering van de projecten nog niet zijn afgerond. Hierdoor is een voordeel op de lasten ontstaan van 0,046 miljoen euro. De doorbelasting van de overhead van het programmabureau Stadspromotie zorgt voor een nadeel op de lasten van 0,031 miljoen euro. Betrokkenheid vergroten Het wegvallen van het incidentele, programmabrede budget kon niet volledig opgevangen worden door een besparing op de overhead van het programmabureau Stadspromotie. Dit leidde tot een nadeel van 0,083 miljoen euro. Versterken toerisme De baten en lasten zijn 0,357 miljoen euro hoger door de ontvangst en inzet van een Europese subsidie voor het project Trajectum Lumen. Daarnaast zijn de lasten lager dan begroot door lagere uitgaven op het subsidiebudget toerisme (0,132 miljoen euro) en het flexbudget (0,030 miljoen euro). De doorbelasting van de overhead van het programmabureau Stadspromotie zorgt voor een nadeel op de lasten van 0,015 miljoen euro. De baten zijn 0,025 miljoen euro lager doordat de bijdrage van de Provincie Utrecht aan Toerisme lager uitviel dan begroot. De overige nadelen op de baten bedragen 0,004 miljoen euro.
159
1.22 Diversiteit en Integratie De inhoudelijke verantwoording is opgenomen bij Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering. Alleen de financiën zijn in 2011 nog opgenomen onder het programma Diversiteit en Integratie.
1.22.1 Wat heeft dat gekost? Nominale
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Verschil actueel Realisatie 2011
en realisatie
Lasten Kunst en cultuur Inburgering Diversiteitsbeleid Ontmoeting en dialoog Tolerantie en discriminatie Totaal lasten
123
82
78
4
11.320
9.168
10.677
-1.509
155
164
173
-8
1.876
1.812
1.566
246
445
502
424
79
13.919
11.728
12.916
-1.188
Baten Kunst en cultuur
0
0
0
0
8.274
8.417
9.228
811
Diversiteitsbeleid
0
0
0
0
Ontmoeting en dialoog
0
0
0
0
Tolerantie en discriminatie
0
0
0
0
Totaal baten
8.274
8.417
9.228
811
Totaal lasten en baten
5.645
3.311
3.688
-377
Inburgering
Mutaties reserves Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
300
300
0
5.645
3.011
3.388
-377
Saldo na mutaties reserves Financiële toelichting
Hieronder lichten wij per doelstelling de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. De overige ontwikkelingen zijn vooral het gevolg van de doorbelaste kosten en concernoverhead. Zie hiervoor de desbetreffende passage in de paragraaf Bedrijfsvoering. Inburgering De afwikkeling van Taalwereld en de doorloop van trajecten uit 2009 en eerder waren niet begroot. Hier staan opbrengsten tegenover (0,8 miljoen euro hogere lasten en baten). De doorbelaste apparaatskosten zijn 0,5 miljoen euro en de overige kosten 0,2 miljoen euro hoger dan begroot. Ontmoeting en dialoog Het verschil in de lasten komt vooral door lagere projectsubsidies migrantenorganisaties (0,12 miljoen euro). Verder zijn er geen relevante afwijkingen.
161
Algemeen Algemene middelen en onvoorzien In dit onderdeel zijn de middelen opgenomen die geen bepaald bestedingsdoel kennen, zoals de onroerendezaakbelasting (ozb) en de uitkeringen uit het Gemeentefonds. Daarnaast zijn de stelposten verantwoord. In paragraaf 2.7 wordt nader ingegaan op de onroerende-zaakbelasting en de precario-, toeristen- en hondenbelasting. Nominale
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
begroting 2011
begroting 2011
2011
en realisatie
6.144
5.567
5.135
431
453
415
384
31
Uitkering Gemeentefonds
0
0
0
0
Dividenden
0
0
0
0
12.479
19.841
22.283
-2.442
0
0
0
0
6.362
4.265
9.559
-5.294
Lasten Onroerende-zaakbelasting Precario-, toeristen-, hondenbelasting
Langlopende geldleningen Stelpost investeringen Overige stelposten Onvoorzien Budgetstructuur Leidsche Rijn Totaal lasten
159
159
-54
213
1.537
1.325
0
1.325
27.133
31.572
37.309
-5.736
64.927
68.197
75.425
7.228
2.292
2.292
2.518
226
424.686
434.277
448.049
13.771
2.900
2.900
10.148
7.248
45.139
52.660
59.648
6.988
0
0
0
0
2.632
156
-2.543
2.387
Baten Onroerende-zaakbelasting Precario-, toeristen-, hondenbelasting Uitkering Gemeentefonds Dividenden Langlopende geldleningen Stelpost investeringen Overige stelposten Onvoorzien
0
0
0
0
Budgetstructuur Leidsche Rijn
0
0
0
0
542.576
560.482
598.330
37.848
-515.443
-528.909
-561.021
32.112
Totaal baten Saldo lasten en baten Mutaties reserves Toevoegingen
2.079
9.079
14.844
-5.765
Onttrekkingen
21.728
41.830
43.917
2.087
-535.092
-561.660
-590.095
28.435
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s.
163
Financiële toelichting Onroerende-zaakbelasting Op de lasten is per saldo een voordeel van 0,431 miljoen euro gerealiseerd. Dit voordeel betreft vooral lagere kosten porti, drukwerk en niet uitgevoerde implementatie business case belastingsamenwerking en lagere kosten in verband met voor diverse belastingen uitgevoerde werkzaamheden. De ozb-inkomsten zijn 7,228 miljoen euro hoger dan geraamd. De afwikkeling van aanslagen over voorgaande jaren laat een voordeel zien van 3,192 miljoen euro. Dit heeft vooral te maken met een hogere volume-ontwikkeling dan geraamd, daarnaast is de ingecalculeerde vermindering op basis van de ingediende woz-bezwaren (waardering onroerende zaken) over voorgaande jaren meegevallen. De ozb-inkomsten over 2011 zijn 3,990 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit betreft de structurele doorwerking van de positieve afwikkelingsverschillen uit voorgaande jaren en inkomsten over belastingjaar 2011 die hoger zijn als gevolg van een grotere volume-ontwikkeling dan geraamd, een geringere bijstelling in verband met woz-bezwaren en een meevallende waarde-ontwikkeling. Dividenden De uitkomst op de dividenden geven een incidenteel voordeel van 7,248 miljoen euro. Dit voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door een eenmalige dividenduitkering van de BV Muziekcentrum van ruim 6,5 miljoen euro. Dit voordeel wordt toegevoegd aan de reserve Muziekpaleis. Naast dit voordeel is er meer dividend ontvangen van de NV Bank Nederlandse Gemeenten dan begroot. Uitkering Gemeentefonds De gemeentefondsuitkomst geeft een incidenteel voordeel van 13,771 miljoen euro, vooral ten gevolge van: Een correctie over de jaren 2009, 2010 en 2011. Dit jaar is gebleken dat het miniserie van Binnenlandse Zaken en
• •
Koninkrijksrelaties de hoogte van het Gemeentefonds vanaf 2009 niet geheel correct heeft berekend. Deze fout is hersteld, wat een incidenteel voordeel oplevert van totaal 4,135 miljoen euro. Nog met de gemeentelijke diensten te verrekenen corresponderende posten (voordeel 3,951 miljoen euro). Deze worden één op één overgeheveld naar respectievelijk uitgenomen uit het betreffende programmabudget (zie ook de bijlage corresponderende posten).
• Afwikkeling van de algemene uitkering over de jaren 2009 en 2010 (voordeel van 1,605 miljoen euro). • Volume-ontwikkelingen in 2011 (voordeel van 4,080 miljoen euro). Een groot deel van dit voordeel, namelijk 2,924 miljoen euro, heeft betrekking op de reparatie van de zogenaamde kernsplitsing.
Langlopende geldleningen Het resultaat op de langlopende geldleningen is per saldo 4,546 miljoen euro voordelig. Doordat de diensten in 2010 meer geïnvesteerd hebben dan verwacht, is de toename van de interne renteopbrengst over 2011 toegenomen. Deze toename is echter nog niet opgenomen in de Programmabegroting 2011. Dit levert een voordeel op van 3,2 miljoen euro. Daarnaast is er nog een voordeel van 1,4 miljoen euro op de externe rente. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de lagere rentepercentages waartegen de gemeente kan lenen, en anderzijds doordat de Gemeente Utrecht in plaats van langlopende leningcontracten andere leningmethoden heeft toegepast. Hierdoor heeft de gemeente maximaal kunnen profiteren van de lage rentestanden op de geld- en kapitaalmarkt. Overige stelposten Deze gemeentebrede stelposten laten per saldo een nadeel zien van 2,907 miljoen euro (een nadeel van 5,294 miljoen euro op de lasten en een voordeel van 2,387 miljoen euro op de baten). Dit nadeel is opgebouwd uit de volgende posten: Een nadeel van 9,55 miljoen euro in verband met een niet geraamde dotatie aan de voorziening risico
• gemeentelijke gerechtelijke procedures. • Een voordeel van 5,565 miljoen euro doordat de geraamde kosten voor het krediet Stadskantoor nog niet met het desbetreffende programma zijn verrekend. • Een nadeel van 3 miljoen euro omdat een deel van de taakstelling op inkoop achteraf, op basis van inhoud, wordt ingevuld. • Een nadeel van 0,5 miljoen euro doordat de besparing op overhead nog niet is verdeeld over de programma's. 164
• Een voordeel van 0,3 miljoen euro doordat de geraamde kosten voor de transitie overhead nog niet met het desbetreffende programma zijn verrekend. • Een voordeel van 2,087 miljoen euro in verband met de niet geraamde BTW-verrekening met de voorziening Bereikbaarheid Offensief Randstad (BOR). • Een voordeel van 0,920 miljoen euro doordat de in 2010 geraamde buffer uit het collegeprogramma niet is besteed. • Een voordeel van 0,8 miljoen euro doordat de geraamde kosten voor de uitgevoerde externe doorlichting van de gemeentelijke organisatie nog niet met het desbetreffende programma zijn verrekend. • Overige kleine voordelen van totaal 0,470 miljoen euro. Budgetstructuur Leidsche Rijn Het voordelig verschil van 1,325 miljoen euro komt onder andere doordat de jaarlasten 2011 nog niet met de diensten zijn verrekend. Dit gebeurt bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Dit doen we jaarlijks door het resultaat op het onderdeel Budgetstructuur Leidsche Rijn toe te voegen aan de programmareserve Algemene middelen en onvoorzien en de jaarlasten van de in dat jaar in gebruik genomen voorzieningen aan deze reserve te onttrekken. Mutaties reserves De stortingen in de reserves zijn per saldo 5,765 miljoen euro hoger dan geraamd. De dividenduitkering van Muziekcentrum Vredenburg BV van 6,507 miljoen euro is in de vaste activareserve voor het Muziekpaleis gestort. Deze storting was niet begroot. De begrote storting in de bestemmingsreserve pakketmaatregel AWBZ van 0,742 miljoen euro heeft nog niet plaatsgevonden. Conform de nieuwe spelregels vindt deze storting alleen plaats indien er sprake is van een daadwerkelijk voordeel. Zie programma Welzijn. De onttrekkingen aan de reserves zijn 2,087 miljoen euro hoger dan geraamd in verband met de niet geraamde BTWverrekening met de reserve Bereikbaarheid Offensief Randstad (BOR).
165
Algemene ondersteuning Nominale
Actuele
begroting
begroting
Realisatie
actueel en
2011
2011
2011
realisatie 0
Verschil
Lasten Concernondersteuning Bestuurszaken
0
0
0
1.325
0
0
0
0
0
0
0
Overhead diensten
3.346
44.341
23.071
21.271
Totaal lasten
4.671
44.341
23.071
21.271
0
Concernondersteuning Financiën Concernondersteuning POI
Baten Concernondersteuning Bestuurszaken
0
0
0
Concernondersteuning Financiën
0
0
0
0
Concernondersteuning POI
0
0
0
0
Overhead diensten
-6.526
-6.827
-13.202
6.465
Totaal baten
-6.526
-6.827
-13.292
6.465
Saldo lasten en baten
-1.856
37.514
9.779
27.735
Mutaties reserves Toevoegingen
8
987
987
0
Onttrekkingen
0
3.770
3.770
0
-1.848
34.731
6.996
27.735
Resultaat Bedragen zijn in duizenden euro’s. Financiële toelichting Overhead diensten
De lasten zijn in totaal 21,2 miljoen euro lager dan begroot. De baten zijn 6,4 miljoen euro hoger dan begroot. Onderstaand lichten wij de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe. Het budget voor het meerjarige programma ICT investeringsprogramma loopt niet synchroon met het uitgavenpatroon. Het zwaartepunt van de uitgaven zal in de komende jaren liggen. Dit levert een voordelig saldo op de lasten van 6,344 miljoen euro. In de Voorjaarsnota 2011 is incidenteel budget toegekend ten behoeve van HRM: flankerend beleid en frictiekosten. Uitputting van dit budget zal na 2011 plaatsvinden. Aangezien het zwaartepunt van de reorganisatie en plaatsingsprocedure in 2012 ligt en de overplaatsbaarheid van de medewerkers vooral in de jaren 2013 en 2014 aan de orde is. Dit levert een voordeel op de lasten van 8,661 miljoen euro op. De lasten zijn lager omdat een dotatie aan de reserve huurharmonisatie van 6 miljoen euro wel begroot is en niet verwerkt is in de realisatie. Het eigen risico met betrekking tot de brandverzekering is niet aangesproken. Hierdoor zijn de lasten 1,593 miljoen euro lager. Omdat het ABU zich beperkt met betrekking tot vervangingsinvesteringen tot aan het stadskantoor zijn de lasten 1,900 miljoen euro lager dan begroot. 166
De lasten van het budget voor de gemeentelijke accountantskosten zijn 0,064 miljoen euro hoger dan begroot. In de Voorjaarsnota 2011 is een bedrag van 0,300 miljoen euro beschikbaar gesteld voor transitiekosten overhead. Dit levert een nadelig resultaat op de lasten op van 0,155 miljoen euro. Dit geld ook voor de externe doorlichting, hierdoor zijn de lasten 0,8 miljoen euro hoger dan begroot. De niet begrote kosten op het Europese subsidieprogramma Kansen voor West bedragen 1,449 miljoen euro. Hiervan wordt 0,949 miljoen euro gedekt door niet begrote inkomsten. Het restant betreft de kosten voor cofinanciering van 0,500 miljoen euro die nog moeten worden verrekend met de programmareserve. Op de lasten van de concernoverhead is in 2011 een nadelig resultaat gerealiseerd van 0,339 miljoen euro. Oorzaken hiervoor zijn onder andere overschrijdingen op de kosten voor het ABU en de frictiekosten voor de overgang van 't Bureau naar het Loopbaancentrum. De ontvangen EFRO-subsidie (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) voor Kansen voor West was niet begroot. Dit levert een voordelig resultaat op de baten op van 0,949 miljoen euro. De baten zijn ook 0,93 miljoen euro hoger doordat de ontvlechting van de VRU vertraagd is. Het incidentele budget voor het project Verbetering inkoopproces is in 2011 nog niet uitgeput. Dit levert een voordelig resultaat van 0,561 miljoen euro op. Op de concernoverhead is een nadeel op de baten van 0,513 miljoen euro doordat ingeboekte taakstellingen niet zijn ingevuld. De Dienst Ondersteuning heeft hogere baten, 1,903 miljoen euro, dan begroot, in verband met vertraging van de ontvlechting van de VRU (1,23 miljoen euro), hogere verhaalbare invorderingskosten door een verbeterd proces rondom de invordering (0,16 miljoen euro) en door diverse kleine incidentele opbrengsten
167
Hoofdstuk 2 Paragrafen 2.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Beide komen in het vervolg van deze paragraaf aan de orde en op basis daarvan bepalen wij vervolgens het weerstandsvermogen.
2.1.1 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit. Beschikbare weerstandscapaciteit
31-12-2010
31-12-2011
54.996
32.606
1.
Totaal algemene reserves 59
2.
Stille reserves
2.540
0
3.
Onbenutte belastingcapaciteit (twee jaar)
9.178
8.912
4.
Niet ingevulde begrotingsruimte (vier jaar)
5.
Post onvoorzien (vier jaar)
Totaal
0
0
636
636
67.350
42.154
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Hieronder lichten we de verschillende onderdelen toe. Ad 1. Totaal algemene reserves De algemene reserves bestaan uit drie onderdelen. Deze onderdelen lichten we hieronder verder toe: Algemene reserves
31-12-2010
31-12-2011
Algemeen deel
94.637
90.950
Dienstbedrijfsreserves
-1.441
5.756
-38.200
-64.100
54.996
32.606
Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie Leidsche Rijn Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
59
Deze bedragen sluiten niet aan op het bedrag dat in de balans staat opgenomen onder algemene reserve. Dit wordt
veroorzaakt doordat in de beschikbare weerstandscapaciteit de algemene dekkingsreserve niet meetelt en de dienstbedrijfsreserves niet voor de werkelijke stand maar voor de minimumstand meetellen. Voor meer informatie zie de nota weerstandsvermogen. 169
De algemene reserve is in 2011 gedaald met 3,687 miljoen euro. Dit is als volgt te verklaren: In de Voorjaarsnota 2011 is 8,259 miljoen euro uit de algemene reserve ingezet voor de aanvulling van de
• dienstbedrijfsreserve van Dienst Wijken. • In de Voorjaarsnota 2011 hebben wij besloten om de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport Plan- en VAT-kosten over te nemen. De besparingen op de plan- en VAT-kosten Leidsche Rijn hebben een positief effect op het
weerstands- vermogen. Daardoor kon in 2011 0,428 miljoen euro vrijvallen uit de algemene reserve ten gunste van de exploitatie.
• In de Voorjaarsnota 2011 is het weerstandsvermogen aangevuld met 5,0 miljoen euro. Het saldo van alle dienstbedrijfsreserves is gestegen met 7,2 miljoen euro. De grootste stijgingen deden zich voor bij de Dienst Wijken (5,5 miljoen euro) en StadsOntwikkeling (2,0 miljoen euro). Voor de weerstandscapaciteit telt de minimumnorm mee, of de werkelijke stand, indien die lager is dan de minimumnorm. De opbouw van de dienstbedrijfsreserves en de weerstandscapaciteit is als volgt. Minimum
Maximum
Stand
Stand
Capaciteit
Capaciteit
Dienst
norm
norm
31-12-2010
31-12-2011
31-12-2010
31-12-2011
Stadswerken
1.920
1.920
5.760
1.978
2.413
1.920
Bestuurs- en Concerndienst
650
1.950
1.292
1.905
650
650
Gemeentebibliotheek Utrecht
140
420
-10
-157
-10
-157
Dienst Raadsorganen
49
147
-220
-429
-220
-429
Dienst Gemeentelijke Musea
70
350
150
70
70
70
Muziekcentrum Vredenburg
140
700
-26
850
-26
140
Stadsschouwburg
120
600
120
120
120
120
StadsOntwikkeling
1.200
3.500
-892
1.061
-892
1.061
Maatschappelijke Ontwikkeling
2.770
8.310
1.948
2.057
1.948
2.057
260
780
260
507
260
260
n.v.t.
n.v.t.
0
0
0
0
Dienst Wijken
160
480
-5.451
0
-5.451
0
Dienst Burgerzaken
190
570
238
64
190
64
7.669
23.567
-614
8.461
-1.441
5.756
GGenGD Dienst Ondersteuning
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Het laatste onderdeel van de algemene reserves is de dienstbedrijfsreserve met betrekking tot de grondexploitatie van Leidsche Rijn. Deze reserve presenteren wij apart omdat deze reserve bezien moet worden tegen de achtergrond van het voorzichtigheidsbeginsel: voorziene verliezen worden direct genomen en voorziene winsten mogen pas worden genomen als zij daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Dienstbedrijfsreserve grondexploitaties
31-12-2010
31-12-2011
Projectbureau Leidsche Rijn
-38.200
-64.100
Totaal
-38.200
-64.100
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De afname van de reserve van de grondexploitatie Leidsche Rijn met 25,9 miljoen euro heeft zijn oorsprong in de verslechtering van het verwachte saldo in 2010. Door deze verslechtering moest in 2010 de voorziening worden aangevuld met 25,9 miljoen euro. Dit bedrag is in 2011, bij de verwerking van de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2010, onttrokken aan de negatieve dienstbedrijfsreserve. Als gevolg van de actualisering van de grondexploitatie Leidsche Rijn is de voorziening verhoogd met 38,875 miljoen euro. In de bestedings- en dekkingsvoorstellen stellen we voor, deze extra storting te dekken uit de dienstbedrijfsreserve Leidsche Rijn. In de stand per 31 december 2011 is hiermee nog geen rekening gehouden. 170
Ad 2. Stille reserves Op basis van de geactualiseerde nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement tellen stille reserves op panden niet langer mee voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Stille reserves Marktwaarde panden Af: Waarde panden op de balans Af: Verkoopkosten
Rekening 2010
Rekening 2011
5.604
0
771
0
168
0
Af: Netto contante waarde van gederfde toekomstige exploitatieresultaten
2.125
0
Stille reserves panden
2.540
0
Marktwaarde gronden Waarde gronden op de balans Stille reserves gronden Totaal stille reserves
Niet
Niet
Bekend
Bekend
0
0
2.540
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Ad 3. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit vier delen: Het onbenutte deel van de maximaal toegestane stijging van de onroerende-zaakbelasting (ozb).
• • De potentiële meeropbrengsten op overige belastingen bij een tariefsstijging van 5%. • Het verschil tussen werkelijke kostendekkendheid en maximale kostendekkendheid bij bestemmingsbelastingen. • Het verschil tussen werkelijke kostendekkendheid en maximale kostendekkendheid van retributies. Onbenutte capaciteit ozb
Rekening 2010
Rekening 2011
Woningen (macronorm)
0
27.901
Woningen Utrecht
0
30.617
Woningen onbenut
0
0
Niet-woningen (macronorm)
0
37.026
Niet-woningen Utrecht
0
41.465
Niet woningen onbenut
0
0
Totaal onbenutte capaciteit ozb
0
0
Rekening 2010
Rekening 2011
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Onbenutte capaciteit overige belastingen Parkeerbelasting
1.190
1.196
Toeristenbelasting
65
73
Precariobelasting
45
26
Hondenbelasting
25
28
1.325
1.323
Totaal onbenut overige belastingen Bedragen zijn in duizenden euro’s.
171
De onbenutte belastingcapaciteit op de ozb bedraagt in 2011 nul. Op overige belastingen bedraagt deze 1,323 miljoen euro. De onbenutte belastingcapaciteit op de bestemmingsbelastingen is het verschil tussen de werkelijke opbrengst in een jaar en de opbrengst bij 100% kostendekkendheid. De rioolheffing is al 100% kostendekkend. Daarom is hier geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Onbenutte capaciteit bestemmingsbelastingen
Rekening 2010
Rekening 2011
Afvalstoffenheffing kosten
28.102
29.049
Afvalstoffenheffing opbrengsten
27.288
28.627
Afvalstoffenheffing niet benutte capaciteit
814
422
Totaal onbenutte capaciteit bestemmingsbelastingen
814
422
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De onbenutte belastingscapaciteit op de retributies is de onderdekking op de betreffende verordening. De onbenutte belastingcapaciteit op de leges van Burgerzaken, op de leges van StadsOntwikkeling en op de marktgelden stellen we in onderstaande tabel op nul. Onbenutte capaciteit retributies
Rekening 2010
Rekening 2011
Leges Burgerzaken kosten
6.990
7.286
Leges Burgerzaken opbrengsten
6.588
6.890
402
0
Leges StadsOntwikkeling kosten
14.457
15.237
Leges Stads Ontwikkeling opbrengsten
15.630
15.702
0
0
Leges Burgerzaken niet benutte capaciteit
Leges StadsOntwikkeling niet benutte capaciteit Leges Stadswerken kosten
1.169
1.780
Leges Stadswerken opbrengsten
1.086
1.262
83
518
Marktrechten kosten
653
495
Marktrechten opbrengsten
509
503
Marktrechten niet benutte capaciteit
144
0
Leges Stadswerken niet benutte capaciteit
Brug-, schut- en havengelden kosten
1.147
1.078
Brug-, schut- en havengelden opbrengsten
610
575
Brug- schut en havengelden niet benutte capaciteit
537
503
2.267
2.654
983
964
Begraafplaatsrechten niet benutte capaciteit
1.284
1.690
Totaal onbenutte capaciteit retributies
2.450
2.711
Begraafplaatsrechten kosten Begraafplaatsrechten opbrengsten
Bedragen zijn in duizenden euro’s. 172
De onbenutte capaciteit op de retributies bedraagt 2,711 miljoen euro. De onbenutte belastingcapaciteit op de belastingen bedraagt 1,323 miljoen euro en op bestemmingsbelastingen 0,422 miljoen euro. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt hierdoor in 2011 4,456 miljoen euro. Dit bedrag telt twee keer mee voor de berekening van de weerstandscapaciteit, dus dat bedraagt 8,912 miljoen euro. Ad 4. Nog niet ingevulde begrotingsruimte Er is geen vrije begrotingsruimte. Ad 5. Post onvoorzien De post onvoorzien bedraagt structureel 0,159 miljoen euro. Voor de komende meerjarenperiode van vier jaar is deze post nog aanwezig, dus telt hij vier keer mee en daarmee voor een bedrag van 0,636 miljoen euro.
2.1.2 Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen vindt regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Hieruit zijn 76 risico’s naar voren gekomen. Van deze risico’s zijn er 28 (37%) op basis van de verwachte omvang met maatregelen volledig afgedekt. De geïnventariseerde risico’s kunnen naar urgentie worden ingedeeld. Hierdoor ontstaat de onderstaande risicokaart waarin per risicoklasse het aantal risico’s opgenomen staat.
Waarschijnlijkheid
> € 5.000.000
€ 5.000.000
€ 2.500.000 -
€ 2.500.000
€ 1.000.000 -
€ 1.000.000
€ 250.000 -
< € 250.000
Netto verwachte omvang
score
1
2
3
4
5
zeer klein
1
11
3
2
0
3
Klein
2
5
5
1
0
1
50/50
3
11
2
5
1
5
Groot
4
6
1
1
0
0
zeer groot
5
6
0
0
1
0
Legenda: Risicoklasse
Rapportage (bij cyclusmomenten) aan
Minimaal
Dienst intern
Laag
Concerndirectie
Gemiddeld
College van B en W
Hoog
Gemeenteraad
Urgent
Gemeenteraad
Deze risicokaart is exclusief de pm geraamde risico's op de grondexploitatie Leidsche Rijn. Zoals afgesproken informeren wij u hieronder over de risico’s uit de risicoklassen hoog en urgent (zie de gekleurde vakken in de risicokaart). De volledige lijst met risico’s (inclusief vertrouwelijke risico’s) ligt ter inzage in de leeskamer.
173
Grondexploitatie Leidsche Rijn Programma: Leidsche Rijn Doelstelling: Gebiedsontwikkeling Risicocategorie: Economisch/markt, politiek/maatschappelijk en uitvoering Toelichting: In de Bestuursrapportage van 1 mei 2011 rapporteerden we dat het verwachte saldo van de grondexploitatie na verwerking van de optimalisatietaakstelling 29 miljoen euro negatief bedraagt. Eind 2011 bedraagt het verwachte resultaat 96,5 miljoen euro negatief (excl. nog te realiseren taakstellingen van in totaal 20,5 miljoen euro). Voor details over de oorzaken van deze ontwikkeling verwijzen we naar de Bestuursrapportage Leidsche Rijn 2012. Voor het verwachte tekort van 96,5 miljoen euro is een voorziening getroffen. Over het risicoprofiel meldden we tot nu toe dat het risicoprofiel door de kredietcrisis was toegenomen, maar nog net in balans bleef met positieve risico's. Het risicoprofiel rondom Leidsche Rijn is in 2011 verder toegenomen. In verband hiermee hebben we twee nieuwe risico's opgenomen (voor nadere details verwijzen we naar het gemeentebrede risicomodel). Voor het risico met betrekking tot de afzet van het kantorenprogramma in Leidsche Rijn hebben wij in het kader van de kantorenstrategie beheersmaatregelen genomen. De belangrijkste maatregel in dit verband voor Leidsche Rijn betreft het aanwijzen van drie prioritaire gebieden, te weten de Taats Zuid in Papendorp, Leidsche Rijn Centrum Noord en het Stationsgebied. Sturing/beheersing: Verminderen Maatregelen: Er is een voorziening getroffen voor het verwachte tekort. Los daarvan geldt voor Leidsche Rijn de taakstelling op nul te sturen. Netto verwachte omvang: 0 + PM Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 3 Grondexploitatie Stationsgebied Programma: Stationsgebied Doelstelling: Uitvoeren masterplan Risicocategorie: Economisch/markt, politiek/maatschappelijk en uitvoering Toelichting: Het Stationsgebied blijft een complex en daardoor risicovol project. De uitvoering komt nu goed op gang, maar tegelijkertijd worden er ook nog (detail-)onderhandelingen gevoerd met marktpartijen over de vastgoedprojecten. De uitvoering brengt ook nieuwe complexiteit met zich mee die te maken heeft met het bereikbaar, leefbaar en veilig houden van het gebied. Uit de risicoanalyse komen de volgende belangrijke risico’s naar voren (in willekeurige volgorde): Door economische invloeden worden de geraamde opbrengsten in de grondexploitatie mogelijk later of niet
• gerealiseerd. • Onderschatting van conditionerende maatregelen, waaronder onder andere archeologie, kabels en leidingen, bodemverontreiniging. • Te treffen tijdelijke maatregelen tijdens de uitvoering worden onderschat. • VAT-kosten vallen hoger uit dan de normering van 18%. • Publiekrechtelijke procedures leiden tot vertraging. • Kostenramingen uitvoering blijken te laag geraamd.
Sturing/beheersing: Verminderen en vermijden
Maatregelen: Slimme ontwikkelingsstrategie en actieve marketing vastgoedprojecten, gemeentebrede proposities.
• • Vroegtijdige en uitgebreide bodemonderzoeken; stedelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren. • Gerichte communicatie, overleg met partijen, prioriteiten stellen, goodwill acties. • Sturen op begrote VAT-%; second opinion, externe concurrentie introduceren. • Vergunningencoördinator, gerichte communicatie, planaanpassingen met het oog op milieueisen en bezwaren, zorgvuldig processen en procedures doorlopen. Aanpassen van kaders op het gebied van tijd, geld en kwaliteit; aanbestedingsstrategie, 'just in time' besluiten. •
Impact: -/- 33,5 miljoen euro incidenteel (exclusief vermenigvuldiging zekerheidsfactor) Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 3
174
Bouw Muziekpaleis Programma: Stationsgebied Doelstelling: Cultuur Risicocategorie: Economisch/markt, uitvoering Toelichting: Het risico betreft de fasering, medefinanciering door sponsoren, afstemming tussen de beoogde gebruikers en de slechte kwaliteit van de grote zaal. Sturing/beheersing: Verminderen en vermijden Maatregelen: Sponsortraject wordt voortvarend voortgezet en aanbrengen van evenwicht in het afwerkingsniveau tussen nieuwbouw en oudbouw. Impact: -/-3,1 miljoen euro incidenteel (exclusief vermenigvuldiging zekerheidsfactor) Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 4 UW-Holding Programma: Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Doelstelling: Sociale werkvoorziening Risicocategorie: Politiek/maatschappelijk Toelichting: Op basis van de doorlichting (rapport KplusV) is duidelijk dat UW als gevolg van kortingen vanuit het Rijk de komende jaren met omvangrijke tekorten wordt geconfronteerd. Momenteel wordt onderzocht welke stappen moeten en kunnen worden gezet in het licht van de komende Wet Werken naar Vermogen om tot een financieel beter perspectief voor de uitvoering van de Wsw in Utrecht te komen. Voor het onderdeel beschut zal echter waarschijnlijk sprake blijven van tekorten, maar onbekend is hoeveel. Sturing/beheersing: Verminderen Maatregelen: Om bij de uitvoering van de Wsw door UW een beter financieel perspectief te realiseren is een plan van aanpak opgesteld. Dit plan wordt momenteel uitgevoerd. In de loop van 2012 komen wij hierop terug samen met de verkenningen. Het financiële effect van de maatregelen is momenteel nog niet te kwantificeren. Netto verwachte omvang: -/- 1,9 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 4, waarschijnlijkheid 5 Ontwikkeling inkomensdeel (I-deel) Programma: Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Doelstelling: Verstrekken bijstand Risicocategorie: Economisch/markt, Politiek/maatschappelijk Toelichting: Het totale beschikbare I-budget is niet voldoende voor de kosten van de uitkeringen en de dekking van de taakstelling in het kader van het masterplan. De ontwikkelingen op het I-deel zijn mede afhankelijk van macro economische ontwikkelingen en er is grote onzekerheid over de hoogte van het macrobudget. Voor de berekening van de verwachte omvang zijn we uitgegaan van gemiddeld 7.700 klanten, en een gelijkblijvende rijksuitkering. De verwachte omvang is exclusief de resterende taakstelling uit het masterplan van 4 miljoen euro. Sturing/beheersing: Verminderen Maatregelen: Focus is gericht op beperking instroom en op verhoging van de uitstroom. De maatregelen uit het bestedingsplan 2012 moeten er toe bijdragen dat het aantal bijstandsklanten niet boven de 7.500 uitkomt. Netto verwachte omvang: -/- 2,1 miljoen euro structureel Risicoscore: omvang 4, waarschijnlijkheid 3 Culturele Hoofdstad van Europa Programma: Cultuur Doelstelling: Internationalisering Risicocategorie: Middelen Toelichting: Dit betreft het besluit bij de Voorjaarsnota 2011 om de financiering van ECH op te nemen als risico. De benodigde 10 miljoen euro als Utrecht de bidding wint is op dit moment nog niet beschikbaar gesteld, maar al wel vermeld in het bidbook. Sturing/beheersing: Accepteren Maatregelen: We streven actief naar nominatie en naar inzet van budget van 10 miljoen euro als matchingsafspraak met de Provincie. Als Utrecht culturele hoofdstad wordt heeft dit een positief effect op de stad en zal er naar verwachting veel extra geld binnen gehaald worden bij derden. Netto verwachte omvang: -/- 10 miljoen euro incidenteel Risicoscore: omvang 5, waarschijnlijkheid 2
175
Financiële tekorten bij garantstellingen Programma: Wonen en Monumenten Doelstelling: Behoud en gebruik van monumentale waarden en cultuurhistorische waarden Risicocategorie: Uitvoering Toelichting: Het in 2008 door de Willibrordstichting aangevraagde faillissement is door de rechter vernietigd. Er is in 2008 in opdracht van de Gemeente Utrecht een onderzoek verricht naar de exploitatiemogelijkheden van de kerk. De Willibrordstichting is niet in staat tot het betalen van de rente en aflossing aan het Nationaal Restauratiefonds (NRF) op een lening van ruim 1,3 miljoen euro. De gemeente staat garant voor deze lening. We onderzoeken nu of de schuld aan het NRF gesaneerd kan worden. Daarnaast hebben we aan de Willibrordstichting een lening verstrekt van 0,35 miljoen euro uit het Utrechts Restauratiefonds (URF). Ook hiervoor geldt dat het risico bestaat dat de Willibrordstichting niet aan zijn verplichtingen tegenover de gemeente kan voldoen. Sturing/beheersing: Accepteren Maatregelen: In 2011 is onderzocht of deze URF-lening omgezet kan worden in een subsidie. Ook is aan een oplossing gewerkt voor de garantstelling van 1,3 miljoen euro. (Besluitvorming hierover heeft plaats gevonden in 2011). Daarnaast werken wij aan versterking van het bestuur van de Willibrordstichting. Daartoe voeren wij gesprekken met kandidaat bestuurders met affiniteit met monumentale (kerk)panden. Een sterker bestuur kan de verantwoording nemen voor de exploitatie van de kerk op langere termijn. Op kortere termijn onderzoeken wij met het NRF mogelijkheden om de schuld te saneren. Ook vindt een verkenning plaats van potentiële inkomstenbronnen. Netto verwachte omvang: -/- 1,3 miljoen euro incidenteel Risicoscore: omvang 3, waarschijnlijkheid 4 De netto verwachte omvang van alle risico’s bedraagt 102 miljoen euro. Dit betekent dat als álle risico’s zich tegelijk voordoen dit de gemeente naar verwachting 106 miljoen euro gaat kosten. Bij dit getal is nog geen rekening gehouden met de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet. Door de netto verwachte omvang te vermenigvuldigen met de kans dat het risico zich voordoet, bepalen we de verwachte impact van het risico. De totale impact van alle risico’s bedraagt 34,2 miljoen euro. De totale impact wordt nog vermenigvuldigd met de zekerheidsfactor 60 . Deze factor is vastgesteld op 1,8. Hierdoor komt de verwachte impact van alle risico’s uit op 61,7 miljoen euro. Daarnaast is er ook nog een minimumnorm aangezien er zich tegenvallers kunnen voordoen waarmee niemand rekening heeft gehouden. Hiermee is de benodigde weerstandscapaciteit 70,7 miljoen euro. Benodigde weerstandscapaciteit Minimumnorm
Rekening 2010
Begroting 2012
Rekening 2011
7.000
9.000
9.000
Verwachte impact risico’s
70.543
73.948
61.662
Totaal
77.543
82.948
70.662
Bedragen zijn in duizenden euro’s. De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Programmabegroting 2012 gedaald met 12,3 miljoen euro. De benodigde weerstandscapaciteit van de grondexploitatie POS is gestegen met 3,6 miljoen euro. De benodigde weerstandscapaciteit voor de overige risico's is per saldo gedaald met 15,9 miljoen euro. De risico's dalen vooral door (tussen haakjes staat het bedrag waarmee de benodigde weerstandscapaciteit afneemt): De vertrouwelijke risico's nemen af met 6,5 miljoen euro.
• • Het voorlopige rijksbudget op het Inkomensdeel van de Wet werk en bijstand hoger is dan verwacht (8,3 miljoen euro). • In de doorlichting van KplusV (adviesbureau organiseren en ondernemen) is het besparingspotentieel bij de UWholding inzichtelijk gemaakt (1,8 miljoen euro). • Het risico in verband met de toename van armoede is verlaagd, omdat het Rijk geld beschikbaar heeft gesteld om het stapeleffect van diverse rijksmaatregelen te compenseren (0,2 miljoen euro). • De Stadsschouwburg is verzelfstandigd. De risico's voor de gemeente zijn daarmee vervallen (0,3 miljoen euro).
60
De zekerheidsfactor is een correctiefactor voor onzekerheden in de berekening van de verwachte impact van risico’s.
176
De overige risico's stijgen vooral door (tussen haakjes staat het bedrag waarmee de benodigde weerstandscapaciteit toeneemt):
• De vertrouwelijke risico's nemen toe met 0,7 miljoen euro. • Het risico op de uitval van computersystemen is toegenomen, omdat te treffen maatregelen waar mogelijk uitgesteld worden tot de ingebruikname van het stadskantoor (0,5 miljoen euro).
2.1.3 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft weer in hoeverre de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de geïnventariseerde risico’s (=benodigde weerstandscapaciteit) te kunnen afdekken. In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement hanteren we het uitgangpunt dat de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal gelijk moet zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit. Door de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit op elkaar te delen moet dan een uitkomst van minimaal 1 ontstaan. In paragraaf 3.1.1 is de beschikbare weerstandscapaciteit eind 2011 bepaald op 42,2 miljoen euro. De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt 70,7 miljoen euro.
Weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
=
42,2 70,7
=
0,60
Hieruit blijkt dat het weerstandsvermogen uitkomt op 0,60. Wij benadrukken dat dit de momentopname is per 31 december 2011. De effecten van de bestedings- en dekkingsvoorstellen en van onze overige voorstellen hebben wij verwerkt in de Voorjaarsnota 2012.
177
2.2 Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf gaan wij in op het in 2011 gerealiseerde onderhoud aan de kapitaalgoederen. Uitgangspunt hiervoor zijn de meerjarennota’s kapitaalgoederen. Voor het beleidsterrein openbare ruimte is het uitgangspunt het uitvoeringsplan 2008-2011, behorende bij de meerjarennota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte 2007-2010. Deze is bij de Programmabegroting 2008 vastgesteld. Voor de beleidsterreinen sociaal en vastgoed is het uitgangspunt de meerjarennota's kapitaalgoederen 2011-2014. De meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed is door uw gemeenteraad bij de Voorjaarsnota 2011 vastgesteld, de meerjarennota Kapitaalgoederen 2011-2014 Gemeentelijke Gebouwen bij de Programmabegroting 2012. Per onderdeel (Openbare Ruimte, Maatschappelijk Vastgoed en Gemeentelijke Gebouwen) geven wij per programma de stand van zaken weer met betrekking tot de kapitaalgoederenvoorraad. In deze paragraaf gaan we specifiek in op het onderhoud van de kapitaalgoederen. Voor een nadere toelichting op de in 2011 gerealiseerde vervanging en uitbreiding van de kapitaalgoederenvoorraad verwijzen wij u naar het hoofdstuk Investeringen.
2.2.1 Openbare Ruimte Programma Beheer Openbare Ruimte Algemene informatie Doelstelling: De openbare ruimte is functioneel: veilig in gebruik en heel. Beleidskader: Uitvoeringsplan 2008-2011 bij de meerjarennota kapitaalgoederen 2007-2010 Openbare Ruimte. Inhoud: We willen de technische staat van de openbare ruimte op orde houden om de functionaliteit te waarborgen, en tegelijkertijd een inrichtingskwaliteit leveren die past bij Utrecht. Dit willen wij bereiken door de technische staat en functionaliteit optimaal te waarborgen. Daarom gaan we geleidelijk over op een economisch rationele manier van beheren. Soort investeringen: Investeringen met een maatschappelijk nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
1.
Onderhoudslasten
20.002
20.002
19.593
2.
Vervangingsinvesteringen
24.141
17.741
22.389
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
44.143
37.743
41.982
Totaal programma Beheer Openbare Ruimte Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Ieder jaar keert een groot deel van de onderhoudswerkzaamheden terug. Het gras moet ieder jaar gemaaid worden, instellingen van elektrische installaties worden frequent gecontroleerd en bijgesteld. Ieder jaar worden bruggen geverfd, maar een brug wordt voor de duur van meerdere jaren opnieuw in de lak gezet. Om de veiligheid voor gebruikers van de openbare ruimte te blijven garanderen voeren we inspecties en rationeel economisch onderhoud uit. Als we niet direct het benodigde onderhoud kunnen uitvoeren stellen we desnoods een deel van de openbare ruimte tijdelijk buiten gebruik als dat voor de veiligheid noodzakelijk is. In 2011 waren het er veertien, een aantal dat in de loop van vier jaren naar dit niveau is gedaald, wat aangeeft dat de investeringen renderen.
179
Programma Beheer Openbare Ruimte (onderdeel rioleringen) Algemene informatie Doelstelling: De openbare ruimte is functioneel: veilig in gebruik en heel. Beleidskader: Verbreed Rioleringsplan 2011-2014. Inhoud: De belangrijkste onderdelen van het rioleringsplan zijn: de vervanging van 25,2 kilometer riolering, voornamelijk in de wijken Kanaleneiland en Hoograven-Tolsteeg;
• • de bouw van bergbezinkbassins ter sanering van de lozing van afvalwater naar oppervlaktewater; • invulling geven aan de nieuwe gemeentelijke zorgplicht voor grondwater (Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken).
Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
1.
Onderhoudslasten
14.248
14.248
13.682
2.
Vervangingsinvesteringen
15.020
15.020
21.442
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
29.268
29.268
35.124
Totaal programma Beheer Openbare Ruimte (rioleringen) Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Onder dit onderhoud vallen activiteiten als reinigen van straatkolken, het inspecteren van rioolbuizen met TVcamera, het smeren van de pompen in de rioolgemalen en het nakijken van allerlei elektrische installaties. In de stad ligt bijna 800 kilometer aan rioleringsbuizen, die eens in de tien jaar preventief gereinigd moet worden. Dat vergt planning en veel geld. Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2001-2014 is door de gemeenteraad in mei 2011 vastgesteld. Hierin is de samenhang tussen de doelstellingen en de verschillende activiteiten op het gebied van de riolering en de daarvoor benodigde kosten verduidelijkt. Tevens is in het Verbreed Rioleringsplan de huidige situatie van de riolering beschreven, zoals die ontstaan is na uitvoering van het rioleringsbeleid van de afgelopen periode. Na een evaluatie worden nieuwe doelen geformuleerd. Op basis van het vigerende rioleringsplan is de onderhoudsinspanning 2011 geformuleerd. Dit is conform uitgevoerd, zowel wat betreft activiteiten als qua kosten.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Algemene informatie Doelstelling: Betreft alle doelstellingen binnen het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Beleidskader: Meerjarennota kapitaalgoederen 2007-2010 Openbare Ruimte Inhoud: Hiervoor verwijzen wij u naar het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Soort investeringen: Investeringen met een maatschappelijk nut.
Investeringsprogramma 1.
Onderhoudslasten Parkeren
2.
Vervangingsinvesteringen parkeermeters/apparatuur
3.
Uitbreidingsinvesteringen parkeermeters
Totaal programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Bedragen zijn in duizenden euro’s.
180
Programma-
Actuele
Realisatie
begroting 2011
begroting 2011
2011
202
202
76
2.555
2.555
1.161
500
500
315
3.257
3.257
1.552
1. Onderhoudslasten De gemeentelijke garages en P+R en fietsen stallingvoorzieningen worden onderhouden door de afdeling Parkeren. Hiertoe is een reserve onderhoudsvoorziening ingesteld. In 2011 zijn de groot onderhoudslasten 0,076 miljoen euro. 1. de parkeermeters worden vervangen gedurende enkele jaren, en de parkeerapparatuur in P+R Westraven 2. nieuwe parkeermeters in uitbreidingsgebied fiscaal parkeren.
2.2.2 Sociale Infrastructuur Binnen het onderdeel Sociale Infrastructuur gaan we in op de kapitaalgoederen van de programma’s Cultuur, Sport, Onderwijs, Educatie en Bibliotheek, Welzijn, Volksgezondheid en Leidsche Rijn.
Programma Cultuur Algemene informatie Doelstelling: Productie/broedplaatsen en werkruimten. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Faciliteren van permanente werkruimten voor Utrechtse makers. Soort investeringen: Investeringen met economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011 1330
1.
Onderhoudslasten
827
827
2.
Vervangingsinvesteringen
0
0
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
961
250
0
1.788
1.077
1330
Totaal programma Cultuur Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Het Centraal Museum heeft het reguliere budget van 0,827 miljoen euro voor onderhoud in 2011 besteed. Daarnaast is er nog voor 0,503 miljoen euro aan achterstallig onderhoud uitgevoerd zoals in de nota kapitaalgoederen 2007-2010 aangegeven is. Dit onderhoud stond gepland in 2010, maar is doorgeschoven naar 2011.
Programma Sport Algemene informatie Doelstelling: Grotere bijdrage leveren aan een attractieve stad door het faciliteren en stimuleren van sport en bewegen en door versterking van het (top)sportklimaat. Utrecht is een dynamische stad waar iedereen meedoet op zijn of haar niveau. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Vaststellen van de noodzaak van investeren in (achterstallig) onderhoud en vervangen van onder andere sportvoorzieningen. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011 3.220
1.
Onderhoudslasten
2.885
3.584
2.
Vervangingsinvesteringen
480
1.475
1.155
3.
Uitbreidingsinvesteringen
5.495
5.495
2.266
8.860
10.554
6.641
Totaal programma Sport Bedragen zijn in duizenden euro’s.
181
1. Onderhoudslasten Dit betreft de onderhoudslasten die in de reguliere exploitatie van het programma Sport zijn opgenomen voor binnenen buitenaccommodaties, zwembaden, speel- en volkstuinen. In 2011 is de meerjarennota Kapitaalgoederen 201–2014 Maatschappelijk Vastgoed vastgesteld en is het budget voor onderhoudslasten vastgesteld op 3,584 miljoen euro. In de meerjarennota hebben we tevens vastgesteld dat we vanaf 2011 werken met een onderhoudsreserve om de schommelingen van de onderhoudsuitgaven over de jaren heen op te vangen. Voor 2011 staat een storting van 0,411 miljoen euro in de onderhoudsreserve gepland.
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Algemene informatie Doelstelling: Versterken educatieve infrastructuur. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed, Masterplan Primair Onderwijs, Masterplan VO. Inhoud: Voorzien in adequate huisvesting voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs via onderhoud, renovatie, vervangende nieuwbouw of uitbreiding. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma 1.
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
1.616
1.616
838
Onderhoudslasten
2.
Vervangingsinvesteringen
28.310
35.908
12.258
3.
Uitbreidingsinvesteringen
2.882
2.916
978
32.808
40.440
14.074
Totaal programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Bij het vaststellen van het begrote bedrag voor onderhoud was het Huisvestingsprogramma 2011 nog niet gereed, er is een gemiddeld bedrag als uitgangspunt gehanteerd. Dit budget is gemiddeld nodig voor een sober en doelmatig onderhoudsniveau conform de uitgangspunten van de Verordening voorziening huisvesting onderwijs. Het benodigde bedrag voor onderhoud kan van jaar tot jaar variëren; het ene jaar meer investeringen, het andere jaar meer onderhoud en is mede afhankelijk van aanvragen van schoolbesturen. Het begrote bedrag voor onderhoud in 2011 uit het vastgestelde huisvestingsprogramma bedraagt 2,179 miljoen euro. Hiervan is 0,838 miljoen euro uitgegeven. Voor het volledig begrote bedrag hebben we beschikkingen afgegeven aan de schoolbesturen. Zij voeren het resterende onderhoud uit.
Programma Welzijn Algemene informatie Doelstelling: Dit betreft alle doelstellingen van het programma Welzijn. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Het mede mogelijk maken van het realiseren van adequate voorzieningen ten behoeve van het gesubsidieerde veld waardoor de door ons gesubsidieerde activiteiten kunnen worden uitgevoerd. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011 240
1.
Onderhoudslasten
0
150
2.
Vervangingsinvesteringen
2.132
178
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
2.132
328
240
Totaal programma Welzijn
182
Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten Het begrote bedrag is bestemd voor aanpassen toegankelijkheid gebouwen (Agenda 22). De uitgaven hiervoor vinden in 2012 plaats. De gerealiseerde lasten betreffen overlopende posten vanuit 2010: Welzijnsdeel Stella Maris (0,098 miljoen euro), onderhoud accommodaties scoutinggroepen Willem de Jager en Salwega (0,104 miljoen euro) en onderhoud aan de voormalige Boegpanden (0,038 miljoen euro).
Programma Volksgezondheid Algemene informatie Doelstelling: Alle Utrechters, jeugd en sociaal kwetsbaren. Beleidskader: Meerjarennota 2011-2014 Maatschappelijk Vastgoed. Inhoud: Het onderhoud van kapitaalgoederen ten behoeve van de sociale infrastructuur. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
1.
Onderhoudslasten
58
58
13
2.
Vervangingsinvesteringen
0
0
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
0
0
0
58
58
13
Totaal programma Volksgezondheid Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Het noodzakelijke onderhoud aan de wijkgebouwen voor de jeugdgezondheidszorg is in 2011 uitgevoerd, de kosten zijn beperkt gebleven tot 0,013 miljoen euro.
Programma Leidsche Rijn Algemene informatie Doelstelling: Voorzieningen. Beleidskader: Referentiekader Voorzieningen Leidsche Rijn en Referentiekader Tijdelijke huisvesting van voorzieningen Leidsche Rijn 2007. Inhoud: In het Referentiekader Voorzieningen Leidsche Rijn zijn het ruimtebeslag, de investeringskosten en de hierbij behorende taakstellende budgetten voor de permanente voorzieningen in Leidsche Rijn vastgelegd. Vooruitlopend op de realisatie van definitieve voorzieningen kan het noodzakelijk zijn om voorzieningen tijdelijk te huisvesten. Deze voorzieningen zijn opgenomen in het Referentiekader Tijdelijke huisvesting van voorzieningen Leidsche Rijn. Bij het huisvesten van tijdelijke voorzieningen wordt kritisch gekeken naar nut en noodzaak. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011 0
1.
Onderhoudslasten
0
0
2.
Vervangingsinvesteringen
0
0
0
3.
Uitbreidingsinvesteringen
30.862
30.862
7.374
Totaal programma Leidsche Rijn
30.862
30.862
7.374
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
183
1. Onderhoudslasten De onderhoudslasten zijn opgenomen in de betreffende programma’s en moeten gedekt worden binnen het vastgestelde bedrag per inwoner.
2.2.3 Gemeentelijke Gebouwen Het onderdeel Gemeentelijke Gebouwen heeft betrekking op panden en gronden in beheer van StadsOntwikkeling Vastgoedexploitatie. Dit betreft vooral panden waarin gesubsidieerde instellingen via de programma’s Cultuur en Welzijn en gemeentelijke diensten zijn gehuisvest. Dit maakt onderdeel uit van het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen.
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen Algemene informatie Doelstelling: Verwerven, ontwikkelen en exploiteren van accommodaties. Beleidskader: Meerjarenperspectief Vastgoedbeheer 2009 en verder en Meerjarennota kapitaalgoederen 2011-2014 Gemeentelijke Gebouwen. Inhoud: Het vastgestelde beleid is gericht op de onderhoudsconditie ’redelijk‘ ten aanzien van alle bouw- en installatiedelen van de panden. Dit betekent dat plaatselijk zichtbare veroudering acceptabel is, maar zodanig dat de functievervulling van de bouw- en installatiedelen niet in gevaar is. Het achterstallig onderhoud is in 2008 weggewerkt. Soort investeringen: Investeringen met een economisch nut.
Investeringsprogramma
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Realisatie 2011
1.
Onderhoudslasten
5.103
6.265
7.978
2.
Vervangingsinvesteringen
1.550
1.550
2.153
3.
Uitbreidinginvesteringen
0
0
0
6.653
7.815
10.131
Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen Bedragen zijn in duizenden euro’s. 1. Onderhoudslasten
Het onderhoudsbudget 2011 maakt deel uit van de meerjarige onderhoudsplanning van het MPUV. In 2011 zijn een aantal noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd die pas later in de planning stonden. Het betreft hoofdzakelijk vervangingen. Als gevolg hiervan is een overschrijding van 1,7 miljoen euro ontstaan. Met ingang van 2012 hebben wij in het meerjaren onderhoudsprogramma (MPUV) budgetruimte opgenomen om de kapitaallasten van noodzakelijke vervangingsinvesteringen te dekken. Hierdoor zal het beslag op het planmatige onderhoudsbudget dalen, waardoor de kans op overschrijdingen veel lager wordt. In het MPUV 2012 zullen de financiële consequenties hiervan inzichtelijk gemaakt worden. 2. Vervangingsinvesteringen Er zijn vervangingsinvesteringen uitgevoerd aan de locaties Koningslaan 9 en Asch van Wijckkade 28/30 voor een bedrag van 2,153 miljoen euro. De overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door noodzakelijk uitgevoerd meerwerk ten behoeve van de restauratie van Koningslaan 9. Hierbij gaat het in grote lijnen over aanpassingen in de stuclagen, installaties en smidswerkzaamheden aan de keuken. Verder zijn er bouwkundige werkzaamheden verricht ten behoeve van de vloeren en ander houtwerk. Een deel van deze kosten ad 1,027 miljoen euro zijn vòòr 2011 uitgegeven, maar zijn pas dit jaar geactiveerd.
184
2.3 Financiering Macro ontwikkelingen De rentevisie die wij binnen de treasury hanteren is gebaseerd op de verwachtingen van de grote marktpartijen (banken, institutionele beleggers). Ten tijde van het opstellen van de Programmabegroting 2011 verwachtten zij voor 2011 een lange rente van circa 4% en een korte rente van circa 1,5%. De werkelijke jaargemiddelden bij de BNG bedroegen voor een 10-jaarsfixe lening 3,78% en voor daggeldleningen 1,36%. Binnen deze jaargemiddelden schommelde de lange rente in de loop van 2011 stevig. Exploitatieresultaat Financiering 2011 Begroot actueel
Realisatie
Verschil
17.861
16.526
1.335
Rentelasten lange leningen Rentelasten korte leningen
1.680
520
1.160
Rentebaten verstrekte geldleningen
-2.113
-1.470
-643
Rentebaten lange beleggingen
-9.653
-9.653
0
Rentebaten korte beleggingen
0
-44
44
7.775
5.879
1.896
Saldo externe rentebaten en –lasten Overige lasten
300
331
-31
Interne rentetoerekening netto
-40.894
-43.574
2.680
Exploitatiesaldo
-32.819
-37.364
-4.545
Bedragen zijn in duizenden euro's. Het voordelig exploitatiesaldo 2011 kan als volgt worden verklaard: Een voordeel van 2,7 miljoen euro op de interne rentetoerekening. Conform de vastgelegde gedragslijn wordt de
•
interne rentetoerekening toegepast met een vertraging ten opzichte van de wijzigingen in de externe leningportefeuille. De begroting 2011 is daarvoor onvoldoende aangepast.
• Een voordeel van 1,2 miljoen euro op de rentelasten van kortlopende leningen, omdat minder kortlopend is geleend en omdat het rentepercentage op deze leningen lager was dan geraamd (0,7% vs 1,5%). • Een nadeel van 0,6 miljoen euro op de rentebaten van verstrekte leningen, omdat corporaties diverse leningen vervroegd hebben afgelost. • Een voordeel van 1,3 miljoen euro op de rentelasten van langlopende leningen, omdat ook deze leningen goedkoper konden worden aangetrokken dan geraamd.
In 2011 hebben wij het renterisico op de lange financieringsbehoefte voor 40 miljoen euro afgedekt met een renteswap, met een looptijd van tien jaar. Bij deze renteswap betalen wij gedurende de looptijd de lange rente van 3,668% en ontvangen wij de variabele rente (6-maandseuribor). In combinatie met deze swap hebben wij voor genoemd bedrag leningen aangetrokken waarbij wij de 6-maandseuribor betalen. Voor een traditionele langlopende lening wordt op de kapitaalmarkt de lange swaprente betaald met een opslag die met de looptijd aanmerkelijk toeneemt. De inzet van renteswaps levert dus lagere rentelasten op dan traditionele financiering. Voor de dag- en kasgeldleningen betaalden wij in 2011 gemiddeld 0,72%. Dit is circa 0,8% minder dan wij op rekeningcourantkrediet zouden hebben betaald. Ontwikkeling van de financieringsbehoefte De staat van herkomst en besteding van middelen voor het jaar 2011 geeft een goed beeld van de oorzaak en de omvang van de liquiditeitsontwikkeling.
185
Staat van herkomst en besteding van middelen 2011 Herkomst I Resultaat Jaarrekening (+)
Besteding
15.804 I Resultaat Jaarrekening (-)
(voor bestemming)
(voor bestemming)
II Vaste activa
II Vaste activa
afschrijvingen
42.339 investeringen
ontvangen aflossingen
11.219 activa
94.986
toename overige financiële vaste
III Eigen vermogen
III Eigen vermogen
toevoegingen
onttrekkingen
IV Voorzieningen toevoegingen
IV Voorzieningen
V Langlopende schulden 40.000 aflossingen van geldleningen overige langlopende schulden
Subtotaal
79.873
66.257 onttrekkingen
V Langlopende schulden aangegane geldleningen
13.736
175.619
7.583 1.084 197.262
Mutatie vaste activa en passiva
-21.643
VI Vlottende financieringsmiddelen
VI Vlottende financieringsmiddelen toename voorraden
toename liquide middelen
59.665 toename kortlopende vorderingen
afname overlopende activa
6.106 afname overlopende passiva Afname overige schulden
Subtotaal
65.771
5.629 6.865 25.917 5.717 44.128
Mutatie netto vlottende financieringsmiddelen
21.643
Totaal generaal Bedragen zijn in duizenden euro's. In 2011 is de positie aan opgenomen kortlopende leningen toegenomen met 60 miljoen euro. Daarnaast is in 2011 de portefeuille langlopende leningen toegenomen met 32 miljoen euro. Per saldo was er een financieringsbehoefte in 2011 van 92 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: De netto investeringen in gebouwde voorzieningen van 53 miljoen euro.
• • De toename van de interne financieringsmiddelen met 2 miljoen euro: de (begrote) onttrekkingen aan reserves van
80 miljoen euro, de storting in voorzieningen van 66 miljoen euro en het positief rekeningsresultaat van 16 miljoen
euro.
• De toename van de voorraadpositie van grondexploitaties van 6 miljoen euro. • De toename van het benodigd werkkapitaal met 35 miljoen euro.
Voor een uitgebreide toelichting op de betreffende posten verwijzen wij u naar de toelichting op de balans.
186
0
Renterisicobeheer De kasgeldlimiet – de wettelijk bepaalde grens voor het aantrekken van kortlopende leningen – bedroeg 112 miljoen euro in 2011. In 2011 zijn wij ruimschoots onder deze limiet gebleven en hebben wij kortlopende leningen omgezet in financiering waarbij het rentepercentage voor lange tijd is gefixeerd. Liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet 1e kwartaal 2011
2e kwartaal 2011
3e kwartaal 2011
4e kwartaal 2011
56,0
36,3
6,8
55,0
+56,0
+75,7
+105,2
+57,0
Gemiddelde positie kortlopende leningen Overschrijding (-) of onderschrijding (+) kasgeldlimiet Bedragen zijn in miljoenen euro's. Bij de wijziging van de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO; ingangsdatum 1 januari 2009) is ook de renterisiconorm aangepast. De nieuwe norm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen op de vaste schuld niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In 2011 was de renterisico norm voor Utrecht 264 miljoen euro. In 2011 bedroegen de aflossingen van de lange opgenomen leningen 15 miljoen euro en van de lange uitstaande leningen 1 miljoen euro. Er waren geen renteherzieningen op de portefeuille lange leningen. Het wettelijk renterisico bleef daarmee ver verwijderd van de nieuwe toegestane limiet. Kredietrisicobeheer In juni 2003 is een lening van 25 miljoen euro à 4% verstrekt aan Memid in het kader van de toenmalige problematiek rond FC Utrecht. Daarvan staat eind 2011 nog 20,75 miljoen euro open. Daarnaast staat een vordering open op Memid van ruim 4,062 miljoen euro in verband met het niet nakomen van de renteverplichtingen in 2009, 2010 en 2011. Over de risico's hiervan hebben wij uw gemeenteraad afzonderlijk geïnformeerd. Per ultimo 2011 hebben wij voor 1,974 miljard euro aan garanties verstrekt. Daarvan heeft 1,945 miljard euro betrekking op gegarandeerde leningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
187
2.4 Bedrijfsvoering De paragraaf Bedrijfsvoering geeft aan welke gemeentebrede ontwikkelingen er zijn op het gebied van bedrijfsvoering. De gemeentelijke bedrijfsvoering heeft daarbij een onmisbare, ondersteunende, richtinggevende en innoverende functie. In 2011 en ook in 2012 staat de bedrijfsvoering in het teken van organisatievernieuwing, Via B. In 2012 zullen wij de nota bedrijfsvoering actualiseren en in 2013 zal uw raad deze ontvangen. We beginnen deze paragraaf met een beschrijving van de stand van zaken rondom de organisatieontwikkelingen Via B. Organisatieontwikkeling Via B In 2011 is het programma Organisatievernieuwing Via B ontworpen en gestart. Het programma met een looptijd van 2011 tot 2014 heeft tot doel om de gemeentelijke organisatie te moderniseren en om te vormen tot een slanke gemeentelijke organisatie, die tegelijkertijd slagvaardig en kostenbewust werkt. Een organisatie die open, wendbaar, scherp en betrouwbaar functioneert. In de Organisatiestrategie Via B is beschreven dat de organisatievernieuwing gestalte krijgt langs vier sporen: het realiseren van een gedragsverandering in de ambtelijke organisatie (de U-factor);
• • het verbeteren van de processen en systemen (vereenvoudiging, automatisering, digitalisering); • het aanpassen van de organisatiestructuur; • bedrijfsvoering op orde en besparingen realiseren. Het vernieuwen van de organisatie is een complex proces. Er moet heel veel gebeuren op het gebied van inrichting van de organisatie (structuur), werkprocessen en systemen, ICT-ontwikkeling, gedragsverandering, en het realiseren van besparingen. De veranderingen spelen overal in de organisatie; ze raken ieder organisatieonderdeel en iedere medewerker. Naar buiten gericht leiden deze veranderingen tot vernieuwing in de rol van de gemeente in de samenleving, nieuwe invullingen voor een participatieve locale democratie, wijk – en vraaggericht werken en verbetering van de kwaliteit van de publieksdienstverlening. In de Voorjaarsnota 2011 is een omvangrijk pakket aan bezuinigingen vastgesteld. Per 2014 willen wij met het programma Organisatievernieuwing Via B 60 miljoen euro besparen. Dit doen wij door zowel doelmatigheidsmaatregelen als door het verbeteren van de doeltreffendheid van organisatie en programma's. In de jaren 2012 tot 2014 gaat het om de onderstaande bedragen op de verschillende maatregelen. Besparingen
2011
2012
2013
2014
Doelmatigheid
9.362
23.975
34.537
47.543
Doeltreffendheid
3.250
6.190
8.229
12.663
12.612
30.165
42.766
60.206
Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro's, omvang bezuinigingstaakstellingen 2012-2014 na vaststelling programmabegroting 2012, nov. 2011. In 2011 zijn de voorgenomen bezuinigingen verwerkt in de programmabegroting en de maatregelen, die voor de borging op langere termijn moeten zorgen, worden daadwerkelijk geïmplementeerd. De besparingen op inkoop ter waarde van 8 miljoen euro vormen het overgrote deel van deze taakstelling in 2011. Terwijl de kosten teruggedrongen zijn, wordt er tegelijkertijd gewerkt aan de systematische verankering van het nieuwe inkoopbeleid, met een kleinere en professionele inkooporganisatie en efficiënte inkoopprocessen. Wij brengen twee keer per jaar (bij de voorjaarsnota en bij de programmabegroting) een voortgangsrapportage uit over de concrete resultaten, die wij bereiken met het programma Organisatievernieuwing Via B. Waar 2011 vooral een aanloopjaar was waarin het programma in de steigers gezet werd, zullen de komende jaren de effecten van de organisatieontwikkeling daadwerkelijk zichtbaar worden. Op het gebied van de bedrijfsvoering is in de Programmabegroting 2011 een aantal doelen geformuleerd. Hieronder wordt de realisatie van deze doelen weergegeven. Vervolgens worden de belangrijkste verschillen toegelicht. 189
De uitvoering van de begrotingsprogramma's is effectief ondersteund De bedrijfsvoering dient in zijn personele, financiële, organisatorische en informatietechnische aspecten, de uitvoering van begrotingsprogramma's effectief te ondersteunen. Hieronder zijn de geformuleerde prestaties en bijbehorend resultaat weergegeven. Indicator
Doelstelling
Resultaat 2011
De betalingen zijn in 90% van de gevallen
93,7% van de facturen wordt tijdig, binnen 30
tijdig en correct.
dagen betaald.
Financiën Betaalbaarstellingen
Personeel Ziekteverzuim
Kwaliteit management
Diversiteit
Het totale ziekteverzuim (inclusief langdurig Ziekteverzuim ligt op 5,2% inclusief
verzuim) bedroeg 6,0% (zie toelichting onder
langdurig verzuim.
deze tabel).
Elke nieuw benoemde leidinggevende volgt
Eén op de drie Utrechtse managers heeft
een leergang van de UMS (tenzij de
inmiddels een UMS opleiding gevolgd. De
leidinggevende deze al voor zijn benoeming
deelname aan bijeenkomsten in het kader van
heeft gevolgd).
Managers Aan Zet, ligt inmiddels veel hoger.
Alle leidinggevenden zijn concreet en
Managers hebben vanwege beperkte instroom
aantoonbaar met diversiteitsmanagement
mogelijkheden minder actief aan de gang
aan de slag geweest.
kunnen gaan met 'diversiteit binnen het team' (zie toelichting onder deze tabel)
Ziekteverzuim Het verzuim neemt na jaren van daling nu toe. Dat komt vooral door de toename van het aantal mensen dat middellang en lang verzuimt bij de grote diensten (Stadswerken, Dienst Maatschappelijke ontwikkeling en Stadsontwikkeling). Dat zijn ook de diensten waar de grootste onzekerheid is over de gevolgen van de reorganisaties voor het personeel. We willen de ontwikkeling van het verzuim beheersen door er voor te zorgen dat medewerkers zo snel als mogelijk duidelijkheid krijgen over hun positie. Tevens zullen we er voor zorgen dat er aandacht wordt besteed aan de mensen die in deze onzekere periode tussen wal en schip dreigen te vallen. Diversiteit In 2011 is aandacht van de Utrechtse managers hoofdzakelijk uitgegaan naar de vele activiteiten en vraagstukken in het kader van Organisatievernieuwing. De krimp en veranderopgave heeft tot een uiterst beperkt aannamebeleid geleid. Als instroom mogelijk en verantwoord was, werd geselecteerd op kwaliteit: houding, kennis en competenties. Kandidaten worden niet alleen op de functie-eisen beoordeeld maar ook op wat ze kunnen bijdragen aan de nieuwe wijze van werken van onze organisatie. Uiteraard wordt er daarbij gekeken naar het vermogen van teams om zich in de behoeften van verschillende bevolkingsgroepen te verplaatsen en daar actief mee (samen) te werken. Het versterken van het diversiteitsdenken vormt een belangrijk aspect van de kwaliteitsslag die onze organisatie moet ondergaan. Wij hebben afgesproken dat managers aandacht besteden aan het stimuleren en managen van diversiteit van hun (nieuwe) teams.
Uitvoering van de bedrijfsvoeringsprogramma's is vraaggericht, duurzaam en efficiënt Indicator
Doelstelling
Resultaat 2011
De servicenormen
Uit het onderzoek naar Utrechtse servicenormen
publieksdienstverlening worden in 90%
blijkt dat alleen het ‘kanaal’ telefoon voldoet aan
van de situatie nageleefd.
de 90%-norm. 95% van de telefoon wordt op tijd
Publieksdienstverlening Servicenormen
opgenomen. Dat geldt niet voor e-mail (78% op tijd antwoord) en post (70% van de in Corsa geregistreerde post op tijd antwoord). Bij drie 190
Indicator
Doelstelling
Resultaat 2011 van de vijf balies wordt het doel om 90% van de klanten binnen vijftien minuten te helpen gehaald (zie toelichting onder deze tabel).
Financiën Financiële spelregels
Implementatie herziening financiële
In het kader van het transitieproces overhead
spelregels afgerond conform plan.
zijn nieuwe spelregels opgenomen in de agenda Financiële Bedrijfsvoering op Orde. We werken dit onder andere uit in de Begroting 2013 door vereenvoudigen in de Begroting aan te brengen (zie toelichting onder deze tabel).
Personeel Resultaatgericht werken
Met alle personeelsleden, medewerkers
In 2011 werd met 51,7 % van de personeelsleden
waarmee dat kan, zijn in 2011
beoordelingsgesprekken gevoerd: daarmee is
resultaatgesprekken (RGW) en
het percentage in 2011 ten opzichte van 2010
beoordelingsgesprekken gevoerd. Van
gedaald in plaats van gestegen. De verklaring
de andere personeelsleden is verklaard
voor deze ontwikkeling is dat managers die een
waarom dat niet kon.
beoordelingscyclus hanteren waarbij de gesprekken in de tweede helft van 2011 plaats zouden vinden, van hun directeuren toestemming hebben gekregen om de gesprekken in het voorjaar van 2012 te voeren. Daardoor kunnen er actuele beoordelingen gebruikt worden bij de plaatsingsgesprekken die deze zomer gevoerd worden.
Kwaliteit medewerker
Opleiding, training, coaching
Bij de invoering van de POP-gesprekken zijn
Alle medewerkers zijn in geïnformeerd
geen afspraken gemaakt over de registratie van
over de POP-gesprekken en de
de gesprekken. Daardoor zijn geen uitspraken te
loopbaanscan en met 35% van de
doen over het aantal POP-gesprekken. Toen dat
personeelsleden is een POP-gesprek
dit jaar duidelijk werd, zijn meteen acties
gevoerd.
ontwikkeld om tot een registratie te komen. De gemeente geeft voor een bedrag van circa 1,5% van de totale personeelslasten aan
De dienst geeft voor een bedrag van
opleiding, training en coaching. Dat is lager dan
minimaal 2% van de totale
de afgesproken norm. Mogelijke redenen
personeelslasten uit aan opleiding,
hiervoor zijn: het verschuiven van RGW-
training en coaching en zorgt voor een
gesprekken naar begin 2012, de oplopende
heldere verantwoording van de
werkdruk binnen een deel van de organisatie
uitgaven.
(onder andere als gevolg van de bezuinigingsoperatie, het terugdringen van de inhuur van externen en de vacaturestop) en terughoudendheid van personeelsleden om een opleidingswens te formuleren. We verwachten dat de opleidingsinspanningen zullen toenemen na de plaatsingsprocedures.
Mobiliteit
Begin 2012 is besloten alle managers die in
Alle personeelsleden die in 2011 zijn
2012 en 2013 benoemd / geplaatst worden, te
benoemd /geplaatst worden op een
benoemen voor een periode tot 31 december
functie ingedeeld in schaal 13 en
2014.
hoger, zijn voor een bepaalde tijd benoemd/geplaatst.
191
Indicator
Doelstelling
Resultaat 2011
Kwaliteit medewerker
Alle nieuwe benoemings- en
Er waren signalen dat de bonden in 2011 een
(vervolg)
plaatsingsbesluiten zijn voor bepaalde
harde werkgelegenheidsgarantie zouden vragen
tijd; als dat na aanpassing van art. 2:2
voor een aanpassing van het Sociaal Statuut en
in het ARU mogelijk wordt.
aanverwante regelingen (zoals het artikel 2:2 in het ARU). Gelet op het moeizame CAO-overleg op sectorniveau vonden wij het niet opportuun om de onderhandelingen daarover op lokaal (Utrechts) niveau te starten.
Vacatures in schaal 5 en hoger zijn
Sinds de tweede helft van 2011 heeft Utrecht
zoveel mogelijk vervuld door mensen
een digitaal programma dat de werving en
die al in dienst zijn van onze gemeente. selectie ondersteunt en dat het aantal vacatures waarvoor de werving is gestart en afgerond, registreert. Over de eerste helft van 2011 zijn geen betrouwbare gegevens. In 2011 zijn in totaal 145 vacatures intern vervuld. De instroom in 2011 op vacatures in schaal 5 en hoger bedroeg: 77. We verwachten dat de instroom in 2012 en 2013 verder afneemt, doordat de vacatures vooral intern worden vervuld. Stages
Er zijn minimaal 250 stageplaatsen
Uit het registratiesysteem (PIMS) blijkt dat
aangeboden (waarvan: 150 aan
271 leerlingen stage hebben gelopen bij de
leerlingen van het VMBO, VSO, MBO
Gemeente Utrecht. Van deze leerlingen waren
niveau 1 en 2, en 50 aan taalstagiaires,
54 leerlingen van VSO/VMBO/MBO –opleidingen
conform de verdeling over de
( minimaal niveau 1 en 2), 76 MBO-leerlingen
diensten).
niveau 3 en 4); 137 HBO/WO; vier nietgeregistreerd en geen taalstagiaires (zie toelichting onder deze tabel).
Organisatie Inhuur externen
Beheersing en controleerbaarheid van
De uitgaven aan personeel van derden zijn
de inhuur van personeel van derden
afgenomen van 75 miljoen euro in 2010 naar
(externen) is in orde, resulterend in
53 miljoen euro in 2011 (zie toelichting onder
substantieel lagere kosten van inhuur
deze tabel).
personeel van derden dan ultimo 2010. Formatie
De bezetting is in de orde van grootte
Eind 2011 telde de gemeente
van het natuurlijk verloop van 2010
4.924 personeelsleden wat overeenkomt met
afgenomen.
4.297 gemeten in voltijdse eenheden (fte). Hiermee daalde het aantal fte's met 4%. (zie toelichting onder deze tabel).
Servicenormen Voor het verbeteren van processen en prestaties hanteert Utrecht algemene en product servicenormen. We streven ernaar voor 90% te voldoen aan de algemene servicenormen. Uit het onderzoek naar Utrechtse servicenormen blijkt dat alleen het ‘kanaal’ telefoon voldoet aan de 90%-norm. 95% van de telefoon wordt op tijd opgenomen. Dat geldt niet voor e-mail (78% op tijd antwoord) en post (70% van de in Corsa geregistreerde post op tijd antwoord). Bij drie van de vijf balies wordt het doel om 90% van de klanten binnen vijftien minuten te helpen gehaald. We streven ernaar om deze doelstelling voor alle balies te halen. Momenteel zijn we druk bezig om gemeentebrede informatiesystemen in te voeren. Deze systemen zorgen ervoor dat iedereen kan gaan putten uit dezelfde gegevens en informatiebronnen. Zo houden wij een beter overzicht over wat er aan vragen binnenkomt en wat de status van behandeling is. Financiële spelregels De implementatie van nieuwe spelregels is meegenomen in het transitieproces Overhead, binnen het onderdeel Financiën en Control. Om de stuurbaarheid van de financiële middelen te vergroten hebben we een Visie op Control opgesteld en nieuwe financiële spelregels geformuleerd. De Visie op Control en deze nieuwe spelregels zijn 192
opgenomen in de agenda Financiële Bedrijfsvoering op Orde. We werken dit onder andere uit in de Programmabegroting 2013 door vereenvoudigen in de programmabegroting aan te brengen. De vereenvoudigingen helpen om de stuurbaarheid van het geld te vergroten. Stages De doelstelling om minimaal 250 stageplekken aan te bieden wordt ruimschoots gehaald in 2011. Het aantal stagiairs met de laagste opleiding valt wat lager uit dan beoogd. Echter, de registratie van juist deze groep stagiairs is nog niet optimaal. In de praktijk blijkt dat juist het aantal van die groep stagiairs vele malen hoger ligt en de norm wel gehaald wordt. Ook het aantal aanvragen voor een stageplaats of praktijkopdracht dat binnenkomt, nam duidelijk toe in 2011, van 500 aanvragen in 2010 naar 675 in 2011. Het aanbod van stageplekken lijkt wat terug te lopen als gevolg van de onzekerheid over de concrete inrichting van de organisatie, de toenemende werkdruk en de aanzienlijke krimp. Inhuur externen en de vacaturestop Utrecht is selectief met de inhuur van externen en terughoudend met het vullen van vacatures. Daarvoor hanteren we het instrument van de selectieve externe vacaturestop die geldt voor externen duurder dan 75 euro per uur en ambtenaren vanaf schaal 9 en alle overheadmedewerkers. Dit leidde er toe dat het volume aan uitgaven aan externen daalde en het volume aan medewerkers met een aanstelling en de daarbij behorende loonsom ook daalde van 75 miljoen euro in 2010 afgenomen tot 53 miljoen euro in 2011. Onderstaande tabel geeft een specificatie van de uitgaven per dienst. De uitgavenreductie doet zich bij bijna alle diensten voor. De reductie wordt grotendeels te weeg gebracht door minder inhuur bij Stadsontwikkeling, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Dienst Ondersteuning. Deze reducties werden veroorzaakt door een beduidend lagere inhuur voor projectwerkzaamheden, piekwerkzaamheden en inhuur in verband met vacatures. Onderstaande tabel geeft een specificatie van de uitgaven per dienst. Werkelijke uitgaven inhuur externen
Jaar 2011-2010
2011-2010
2011-2010 Aandeel
2011
2010
Verschil in euro's
Stadswerken
7.477.386
9.947.372
-2.469.986
-25%
11%
Bestuurs- en Concerndienst
3.720.145
4.597.330
-877.185
-19%
4%
Gemeente Bibliotheek Utrecht
717.082
618.300
98.782
16%
0%
Projectbureau Leidsche Rijn
964.982
1.714.416
-749.434
-44%
3%
Dienst Raadsorganen
146.501
135.294
11.207
8%
0%
Dienst Gemeentelijke Musea
580.417
751.972
-171.555
-23%
1%
Muziekcentrum Vredenburg
983.150
865.742
117.408
14%
-1%
Stadsschouwburg Utrecht
395.159
685.235
-290.076
-42%
1%
10.516.463
16.158.516
-5.642.053
-35%
26%
8.933.687
13.943.392
-5.009.705
-36%
23%
Dienst
StadsOntwikkeling
Verschil % van totale afname %
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
3.596.101
4.565.521
-969.420
-21%
4%
Dienst Ondersteuning
7.221.480
12.647.473
-5.425.993
-43%
25%
Projectorganisatie Stationsgebied
6.058.095
5.554.375
503.720
9%
-2%
645.019
1.001.458
-356.439
-36%
2%
1.457.585
2.280.419
-822.834
-36%
4%
53.413.250
75.466.815
-22.053.563
-29%
100%
Dienst Wijken Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen Totaal Bedragen zijn in euro's.
193
Bezetting Het aantal mensen dat Utrecht in dienst had eind 2011, gemeten in voltijdse eenheden (fte) is afgenomen ten opzichte van 2010. In onderstaande tabel is het per dienst aangegeven. Aandeel van 2011
2010
Verschil in fte
Verschil in %
Stadswerken
948
958
-10
-1%
6%
Bestuur- en Concerndienst
217
233
-16
-7%
10%
Gemeente Bibliotheek Utrecht
Bezetting in fte per dienst
totale afname %
131
138
-7
-5%
4%
Projectbureau Leidsche Rijn
36
43
-7
-16%
4%
Dienst Raadsorganen 61
16
19
-3
-16%
2%
Dient Gemeentelijke Musea
66
68
-2
-3%
1%
Muziekcentrum Vredenburg
45
48
-3
-6%
2%
Stadsschouwburg Utrecht
56
79
-23
-29%
14%
Stadsontwikkeling
645
667
-22
-3%
13%
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
930
975
-45
-5%
28%
Gezondheidsdienst
268
290
-22
-8%
13%
Dienst Ondersteuning
594
599
-5
-1%
3%
32
30
2
7%
-1%
109
136
-27
-20%
17%
203
176
27
15%
-17%
4.297
4.463
-166
-4%
100%
Gemeentelijke Geneeskundige en
Projectorganisatie Stationsgebied Dienst Wijken Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen Totaal 62
De bezetting van de gemeente is weer gedaald van 4.463 fte eind 2010 naar 4.297 fte eind 2011 een afname van 166 fte. Ook in 2010 en eerder in 2011, bij de eerste voortgangsrapportage, was een daling zichtbaar, zij het iets minder groot. De oorzaken van de afname liggen vooral in het niet opvullen van vacatures omdat werk verdween of in verband met bestaande taakstellingen danwel de aankomende reorganisatieplannen. Reorganisaties die al zijn ingezet, zoals bij Werk en Inkomen, hebben ook (vooralsnog op bescheiden schaal) tot krimp geleid. Bij de Dienst Burgerzaken en de projectorganisatie Stationsgebied is sprake van een stijging van de bezetting. Die wordt bij Burgerzaken veroorzaakt door de overname van het Klant Contact Centrum en het programma Publieksdienstverlening van de Dienst Wijken. De toename in de bezetting bij de projectorganisatie Stationsgebied wordt veroorzaakt door de omzetting van externen in ambtenaren. Wij voorzien voor 2012 en later een verdere reductie van de bezetting door implementatie van het traject organisatievoorziening, Via B. Inhoudelijke toelichting op resultaten interne dienstverlening De interne dienstverlening is de dienstverlening die wordt geleverd door acht gemeentelijke servicecentra ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Gemeente Utrecht. Hier wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste resultaten van deze servicecentra in 2011. Automatiseringsbedrijf De kerntaak van het Automatiseringsbedrijf (ABU) is het beheren van automatiseringsactiviteiten voor Gemeente Utrecht. Eind 2011 is het ABU gereorganiseerd. Deze reorganisatie is de transitievorm van het ABU richting Stadskantoor. De dienstverlening van het ABU bestaat tot de ingebruikname van het Stadskantoor in 2015 uit 'best effort' in plaats van standaard dienstverlening met een genormeerd kwaliteitsniveau.
61
exclusief raadsleden en leden Rekenkamercommissie.
62
Totaal wijkt iets af van de som per dienst vanwege afrondingsverschillen.
194
Concerninkoop De kerntaak van concerninkoop is het begeleiden van aanbestedingen, beheren van gemeentebrede contracten en advisering. In 2011 is een nieuw inkoopbeleid vastgesteld en is de transitieopdracht inkoop gestart. Dit heeft onder andere geleid tot verdere ontwikkeling van de inkoopkalender en de installatie van een Tenderboard. Communicatie De kerntaak van communicatie is het adviseren en ondersteunen van de gemeente bij communicatie met interne en externe doelgroepen. Vanwege teruglopende adviesopdrachten is de inzet van communicatie in 2011 sterk verminderd. Documentaire Informatievoorziening De kernactiviteiten van het servicecentrum Documentaire Informatievoorziening bestaan uit: gemeentebrede postverwerking en het registeren, archiveren, ontsluiten van alle gemeentelijke documenten en het digitaliseren van de postverwerking. Documentaire informatievoorziening is bezig om haar organisatie klaar te maken voor de verdere uitbouw van het digitale werken binnen de Gemeente Utrecht. Een van de gevolgen hierbij is dat er in de toekomst minder personeelsinzet nodig zal zijn. Hierop anticiperend is besloten om vacatures niet meer in te vullen. Alleen daar waar de noodzakelijkheid is bewezen, wordt tijdelijk capaciteit ingehuurd, maar ook hierin wordt terughoudendheid getracht. Facilitair Bedrijf De kerntaak van het Facilitair Bedrijf is alles rondom de huisvesting van de Gemeente Utrecht. In 2011 is er in alleen het noodzakelijke onderhoud (duurzame aanschaf) gedaan in die gebouwen waarvan de bewoners naar het stadskantoor gaan. Dit geeft tot aan de verhuizing een voordeel. Omdat er geen preventief onderhoud wordt gedaan, is er wel het risico dat er in de nabije toekomst meer noodzakelijk onderhoud moet gebeuren. Financiële Dienstverlening Financiële dienstverlening verzorgt de administratie van de Gemeente Utrecht. In 2011 is deze dienstverlening behaald door de vaste formatie per jaar terug te brengen tot uiteindelijk een minimum noodzakelijk aantal medewerkers om de werkprocessen adequaat te kunnen uitvoeren. De administratie is verder gestroomlijnd door het opschonen van oude tussenrekeningen en oude posten Crediteuren en een betere start van invorderingsprocessen leidt tot een hoger deel 'verhaalbare' invorderingskosten. Human Resource Management (HRM) In 2011 is het loopbaancentrum operationeel geworden. Daarnaast houdt HRM zich bezig met de uitvoering van regelingen voor de hele gemeentelijke organisatie (onder andere in het kader van WW en WIA, Zorgverzekeringswet en ARBO). Service Centrum Informatievoorziening Het Service Centrum Informatievoorziening (SCI) is op 1 juli 2010 van start gegaan als nieuw organisatieonderdeel
• binnen de Gemeente Utrecht. • 2011 stond in het teken van het aanpakken van het verrichten van achterstallig onderhoud en het oppakken van nieuwe taken. • Belangrijke ontwikkelingen voor SCI waren de inrichting van het cluster Complexe Projecten, het operationeel worden van het licentieloket (SAM), het voldoen van de BAG administratie aan de wettelijk gestelde eisen, het verkrijgen van de ontheffing voor het invullen van de vacatureruimte en de versterking van het management.
Financiële toelichting op resultaten interne dienstverlening Onderstaande tabel geeft de financiële resultaten weer van onze interne dienstverlening. De kosten voor concernoverhead worden niet meer toegerekend aan de programma's. Deze kosten zijn opgenomen in het programma algemene ondersteuning. Voor een toelichting hierop verwijzen we naar het onderdeel Algemene ondersteuning.
195
Actuele
Realisatie
Verschil actueel
Niet doorbelast
Resultaat
begroting 2011
2011
en realisatie 2011
in 2011
2011
10.860
10.860
0
3.960
3.960
642
642
0
86
86
Documentaire informatievoorziening
3.799
3.799
0
63
63
Communicatie
6.793
6.793
0
-556
-556
Concernoverhead Automatiseringsbedrijf Concerninkoop
Facilitair Bedrijf 63
35.992
35.992
0
7.946
7.946
Financiële Dienstverlening 64
4.622
4.622
0
1.943
1.043
HRM
3.895
3.895
0
356
356
Informatievoorziening
8.241
8.241
0
936
936
0
0
0
-150
-150
74.844
74.844
0
14.584
14.584
Bedrijfsbureau Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
Na aftrek van de effecten zoals genoemd onder (1) en (2) waren de kosten van de dienstverlening door de servicecentra 6,99 miljoen euro lager dan begroot. Resultaat 2011 Servicecentrum
dienstverlening
Automatiseringsbedrijf Utrecht
3.960
Concerninkoop
86
Documentaire informatievoorziening
63
Communicatie Facilitair Bedrijf
-556 1.946
Financiële Dienstverlening
350
HRM
356
Informatievoorziening
936
Bedrijfsbureau Totaal
-150 6.991
Bedragen zijn in duizenden euro's. Korte toelichting resultaat per SC Automatiseringsbedrijf Utrecht Het voordelig resultaat (3,96 miljoen euro) van het ABU wordt vooral veroorzaakt door een incidenteel voordeel van 1,03 miljoen euro vanwege vertraging in de reorganisatie waardoor functiegerelateerde kosten zoals opleidingen zijn achtergebleven ten opzichte van de programmabegroting. Ook zijn vacatures niet ingevuld en is de inhuur van personeel als gevolg van nieuwe contracten voordeliger uitgevallen. De vertraging in de overgang van de brandweer Utrecht naar de Veiligheidsregio Utrecht heeft geleid tot incidentele inkomsten van 0,93 miljoen euro in verband met de geleverde dienstverlening. Over de besluitvorming voor het Stadskantoor is een investeringsstop afgesproken en is er een rem gezet op de onderhoudsuitgaven. Deze hebben tot een incidenteel voordeel geleid van 1,9 miljoen euro.
63
In het resultaat van Facilitair Bedrijf is nog geen rekening gehouden met de begrote dotatie aan de reserve
huurharmonisatie van 6 miljoen euro. 64
In het resultaat van Financiële Dienstverlening zit een voordeel van 1,593 miljoen euro van Risicobeheer doordat
geen aanspraak gemaakt hoefde worden op het eigen risico met betrekking tot de Brandverzekering. 196
Bedrijfsbureau Bij het bedrijfsbureau bedraagt het resultaat 0,15 miljoen euro nadelig. Dit wordt veroorzaakt door: niet-geraamde kosten inhuur derden uit 2010, kosten communicatie en formatiebudget -P&O-advies. Daar tegenover staat een onderbesteding op het dienstbrede opleidingsbudget en onderbesteding op projectbudget Zicht op Sturing. Het saldo hiervan zorgt voor een nadelig resultaat van 0,15 miljoen euro. Concerninkoop Bij concerninkoop bedraagt het resultaat 0,086 miljoen euro voordelig wat voornamelijk wordt veroorzaakt door vacatureruimte, onderbesteding opleidingsbudget en een incidentele inkoopbonus. Documentaire Informatievoorziening Bij documentaire informatievoorziening bedraagt het resultaat 0,063 miljoen euro voordelig. Dit resultaat is vooral tot stand gekomen door vacatureruimte in te vullen via de mantelovereenkomst. Hiermee is een aanzienlijke besparing gerealiseerd. Het resultaat is incidenteel van aard. Communicatie Het nadelige resultaat van 0,556 miljoen euro bij communicatie wordt veroorzaakt door teruglopende adviesopdrachten. Vanwege het ontbreken van een flexibele schil in de toegestane formatie kon deze terugloop niet tijdig worden opgevangen. Facilitair Bedrijf In 2011 was 0,675 miljoen euro beschikbaar voor onderhoud in verband met gebruikersvergunningen. Hiervan is slechts 0,100 miljoen euro uitgegeven. De uitvoering kent een afhankelijkheid van de inspecties en opdrachten vanuit de Brandweer. Als gevolg van de verplichtingstop dienst ondersteuning en de komst van het Stadskantoor is er minder aan onderhoud gedaan in die panden die met de komst van het Stadskantoor niet meer worden gebruikt. Dit heeft een voordeel opgeleverd van 0,950 miljoen euro. Daarnaast zijn er op diverse onderdelen zoals servicekosten, print- en kopieerkosten en belastingen voordelen gerealiseerd. Het totale voordeel van Facilitair Bedrijf bedraagt 1,946 miljoen euro. Financiële Dienstverlening Bij financiële dienstverlening bedraagt het resultaat 0,350 miljoen euro voordelig. Het resultaat wordt veroorzaakt door structureel lagere salariskosten, door hogere kosten inhuur derden in verband met vacatures en tegelijkertijd hogere opbrengsten uit uitleen en detachering van personeel. Een betere start van invorderingsprocessen leidt structureel tot een hoger deel 'verhaalbare invorderingskosten'. Incidenteel komen de opbrengsten uit opschonen van tussenrekeningen en oude posten Crediteuren. HRM Bij HRM bedraagt het resultaat 0,356 miljoen euro voordelig. Dit voordeel wordt veroorzaakt door de teruggave van werkgeverslasten boven wettelijk maximum in het kader van de Zorgverzekeringswet, inkomsten uit dienstverlening aan derden en het voordeel op uitvoering regelingen door Centraal Beheer WW en WIA (CBW). De verwachting met betrekking tot het resultaat van de uitvoering regelingen WW en WIA is dat het terugloopt naar nul als gevolg van de reorganisatie van de gemeentelijke organisatie. Incidentele kosten in verband met de inrichting en start van het Loopbaan Centrum Utrecht medio 2011 zijn in de exploitatie van SC-HRM meegenomen. Informatievoorziening (SCI) Het resultaat bij SCI bedraagt 0,936 miljoen euro voordelig. Dit resultaat is voornamelijk het gevolg van vacatureruimte en de inzet van eigen medewerkers ten behoeve van verschillende projecten waardoor meer inkomsten zijn gegenereerd. Voortgang actiepunten regeldrukvermindering en ontbureaucratisering Het project 'Utrecht Prettig Geregeld' is afgerond, de aandacht voor het vervolg gaat via de programma's Publieksdienstverlening en Organisatieontwikkeling. Verdere ontbureaucratisering en vermindering van regeldruk is mogelijk en wordt in alle LEAN trajecten, waarvoor deregulering één van de ontwerpcriteria is, meegenomen. In de bijlage wordt uitgebreid ingegaan op de voortgang per actiepunt.
197
2.5 Verbonden Partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Dit zijn onder andere gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen die een publiek belang behartigen en waarvan de aandelen geheel of gedeeltelijk in het bezit van de gemeente zijn. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een of meer zetels in het bestuur van de participatie en/of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er wanneer de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. De belangrijkste verbonden partijen van de gemeente in 2011 komen hierna aan de orde. Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Doel: Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen. Betrokkenen: Alle gemeenten binnen de Provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De bestuursorganen van het openbaar lichaam zijn het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden te benoemen door en uit de provinciale staten, twee leden te benoemen door en uit de gemeenteraad van Utrecht (daaronder begrepen de voorzitter van de gemeenteraad), één vertegenwoordiger per deelnemende gemeente (met uitzondering van de stad Utrecht) te benoemen door en uit de gemeenteraden, de voorzitter van de gemeenteraad daaronder begrepen. Financieel belang: De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. De kosten worden op basis van de werkelijke aangeboden gewichten bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht samen met een opslag voor de apparaatskosten. Voor 2011 is op basis van de programmabegroting 6,4 miljoen euro (exclusief BTW) bij de Gemeente Utrecht in rekening gebracht. Bij het opstellen van deze jaarstukken was de definitieve Jaarrekening 2011 van de AVU nog niet bekend. Doordat de AVU geen weerstandsvermogen heeft is de aansprakelijkheid van de Gemeente Utrecht echter in theorie niet gelimiteerd. Ontwikkeling: De AVU ontwikkelt voortdurend initiatieven om aan haar doelstellingen te voldoen. Daarnaast worden steeds meer kleine deelstromen door de AVU in raamcontracten ondergebracht. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Betrokkenen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht heeft geen zetel in het bestuur en de Raad van Commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, Provincies en een waterschap. De Gemeente Utrecht bezit 763.074 aandelen van € 2,50 per aandeel (1,38% van het totaal). Ieder jaar keert de bank een dividend uit dat gebaseerd is op een percentage van de netto winst. Ontwikkeling: De nettowinst wordt negatief beïnvloed door de vormgeving van de bankenbelasting, het tijdpad dat de BNG mag bewandelen voordat het aan de vereisten van Basel III moet voldoen en de uiteindelijke hoogte tot waar het eigen vermogen moet worden aangevuld. Bestuur Regio Utrecht (BRU) Doel: Het BRU vervult taken op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, milieu en de ruimtelijke inpassing daarvan. Het gaat om taken en vraagstukken die niet 'ophouden' bij de gemeentegrens en daarom samenwerking vereisen tussen de gemeenten in de regio. De samenwerking in BRU-verband is per 1 januari 2006 gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen plus (Wgr+). Het BRU is één van de zeven zogenoemde Wgr+ regio’s. Betrokkenen: De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht, Vianen, IJsselstein en Zeist. Bestuur: Alle BRU-gemeenten zijn vertegenwoordigd in het dagelijks en algemeen bestuur. Het algemeen bestuur telt 34 zetels, waarvan tien voor de Gemeente Utrecht. Het dagelijks bestuur telt elf zetels (inclusief de voorzitter), waarvan er drie voor Utrecht zijn. De burgemeester van Utrecht is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur. 199
Financieel belang: Met ingang van 2009 is de gemeentelijke afdracht aan het BRU geregeld via een regiobijdrage. De programmabegroting en afdracht van deze bijdrage gaat uit van het aantal inwoners. De regiobijdrage voor 2011 is gebaseerd op het aantal inwoners per 1 januari 2009 (299.484 inwoners), bijdrage per inwoner bedraagt 3,37 euro (tariefverlaging met 5% ten opzichte van 2010). Voor de Gemeente Utrecht bedraagt de totale bijdrage in 2011 1.009.261 euro. Naast deze regiobijdrage kreeg het BRU vooral ook geld van het Rijk, vooral voor taken op het gebied van verkeer en vervoer. In totaal omvatte de BRU-begroting in 2011 een bedrag van circa 170 miljoen euro. Ontwikkeling: De regio is belangrijk voor het oplossen van de Utrechtse opgaven op het gebied van ruimtelijke ordening, woningbouw, verkeer en milieu. Het Bestuur Regio Utrecht is de hulpstructuur voor waarlangs besluitvorming in de regio plaatsvindt. In het BRU participeren de negen gemeenten rond Utrecht. In 2011 is binnen het BRU uitvoering gegeven aan de Regionale Agenda 2011-2014. Er is onder andere een besluit genomen over de aanleg van de tram naar De Uithof, een regionale ov-visie ontwikkeld en het uitvoeringsprogramma van de woonvisie vastgesteld. Na een uitspraak van de rechter moet de aanbestedingsprocedure voor de exploitatie van het openbaar vervoer in 2012 opnieuw doorlopen worden. In het Regeerakkoord heeft het kabinet opgenomen dat zij de Wgr+, de wettelijke basis voor het BRU, wil afschaffen. Het gaat daarbij specifiek om de 'plus', dat de beschikking over rechtstreekse rijksgelden en een verplichting tot samenwerking inhoud. In 2011 is daarmee het debat over de toekomst van de BRU samenwerking volop gevoerd. De aan het BRU deelnemende gemeenten en de Gemeente Woerden hebben daarin aangegeven dat zij de samenwerking, die recht doet aan de inhoudelijke samenhang in het gebied, willen continueren met of zonder de Wgr+. Bovendien is vanuit het BRU gelobbyd voor een goede positionering van de regio Utrecht in de Noordvleugel. NV GCN-houdster Doel: Het houden van aandelen in REMU NV (inmiddels verkocht aan Eneco). Betrokkenen: De gemeenten Utrecht en Amersfoort, evenals de Provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor 47,5% een belang in de vennootschap. Ontwikkeling: De vennootschap heeft in 2003 haar aandelen in REMU NV in eigendom overgedragen aan NV Eneco. Aan de Gemeente Utrecht had nog een nabetaling kunnen plaatsvinden van naar verwachting circa 1,8 miljoen euro, als Eneco zich vóór 31 december 2010 verder had geprivatiseerd. Er is nog geen informatie ontvangen van de NV over het jaar 2011. GEM Beheer BV Kanaleneiland Doel: Bevordering van stedelijke herstructurering, het optreden als beherend vennoot van de commanditaire vennootschap, het kopen en verkopen van onroerende zaken en het (doen) ontwikkelen, realiseren en (tijdelijk) beheren van projecten, het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van derden, het verkrijgen van financiering, het plaatsen van gelden á deposito. Betrokkenen: Gemeente Utrecht, Mitros Aska Beheer BV, Portaal Holding BV en Proper-Stok Groep BV Bestuurlijk belang: Aandeelhouders benoemen gezamenlijk de directeur van de vennootschap, die vervolgens moet opereren binnen het tussen partijen overeengekomen directiereglement. Financieel belang: De geldstromen lopen via deze vennootschap vanaf de GEM Kanaleneiland CV. Ontwikkeling: Is terug te vinden bij het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen onder doelstelling 3 en in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties. GEM Kanaleneiland CV Doel: Bevordering van stedelijke herstructurering, ontwikkeling en realisatie van onroerende zaken in het gebied dat wordt begrensd door het Amsterdam-Rijnkanaal en het centrumgebied Kanaleneiland, een en ander volgens de op 28 maart 2006 tussen partijen (zie hieronder bij betrokkenen) gesloten samenwerkingsovereenkomst 'Realisatie Vernieuwingsplan Centrumgebied Kanaleneiland'. Betrokkenen: De Gemeente Utrecht, stichting Mitros, stichting Portaal en Proper-Stok Groep BV en GEM Beheer BV. Bestuurlijk belang: De gemeente wordt vertegenwoordigd door de directeur van Utrecht Vernieuwt BV. Financieel belang: De gemeente heeft net als de overige betrokkenen 1,0 miljoen euro bijgedragen aan het eigen vermogen. Ontwikkeling: Is terug te vinden bij het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen onder doelstelling 3 en in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties.
200
Utrecht Vernieuwt BV Doel: Het als commanditaire vennoot deelnemen in commanditaire vennootschappen dan wel uit andere hoofde participeren in publiek-private-samenwerkingsverbanden die de herstructureringsopgave van de Gemeente Utrecht ten doel hebben, het beheren van vermogen en het beleggen van gelden in onroerende zaken, aandelen en obligaties, het kopen en verkopen van onroerende zaken. effecten en andere goederen, het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere personen en ondernemingen. Betrokkenen: De Gemeente Utrecht is 100% aandeelhouder van de BV. Bestuurlijk belang: Realiseren stedelijke herstructurering, ontwikkelen prachtwijk. Financieel belang: Via Utrecht Vernieuwt BV participeert de Gemeente Utrecht als stille vennoot in de GEM Kanaleneiland CV. Ontwikkeling: Is terug te vinden onder het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen en in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties. Het Utrechts Archief (HUA) Doel: Het in goede en geordende staat acquireren, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van archieven voor de Provincie en de Gemeente Utrecht. Betrokkenen: De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) en de Gemeente Utrecht. Bestuur: Het bestuur van HUA bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. De gemeente wijst drie leden van het algemeen bestuur aan, waaronder in ieder geval het lid van het college van B en W belast met de portefeuille archiefzaken. Dit is in het huidige college van B en W de burgemeester. Drie leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de minister van OCenW, waaronder in ieder geval de algemene rijksarchivaris. De voorzitter van het algemeen bestuur is het lid van het college van B en W, dat belast is met de portefeuille archiefzaken, thans de burgemeester. Het dagelijks bestuur bestaat in de praktijk uit het algemeen bestuur. Financieel belang: Alle uit deze gemeenschappelijke regeling voortvloeiende kosten worden onder aftrek van inkomsten paritair door het bestuur van de gemeente en de minister gedragen. De gemeentelijke bijdrage 2012 bedraagt 2,828 miljoen euro. Ontwikkeling: 2011 stond in het teken van overleggen tussen het Ministerie van OC&W met onder meer IPO en VNG over in het Regeerakkoord aangekondigde gedeeltelijke decentralisatie van de rijksverantwoordelijkheid voor de Regionale Historische Centra (waaronder HUA) naar de provinciale overheden en de daaraan gekoppelde korting op de rijksbijdrage die opgevangen wordt door de provinciale bijdrage. Eind 2011 is daarover ambtelijk overeenstemming bereikt. In september zijn de kantoren en de studiezaal voor originele documenten in het gebouw aan de Alexander Numankade feestelijk in gebruik genomen. HUA gebruikt nu een deel van het pand aan de Alexander Numankade voor beheersactiviteiten en raadpleging van originelen. De rest van het gebouw is in gebruik bij andere huurders. In het gebouw van HUA aan de Hamburgerstraat was veel aandacht voor exposities, ontvangsten, lezingen en rondleidingen. Het fysieke bezoek aan het archief nam opnieuw fors toe, met bijna 10%. De website van HUA werd door ruim 2,3 miljoen bezoekers gemiddeld 6.5 minuut bezocht, ook een forse toename ten opzichte van 2010. De doelstelling om in 2012 het gebruik van de collectie ten opzichte van 2009 te verdubbelen is inmiddels ruimschoots gehaald, zowel in fysieke als in digitale zin. In 2011 werd geïnvesteerd in de voorbereiding van een aansluiting van HUA op het landelijke E-depot. Recreatieschap Stichtse Groenlanden Doel: De gemeente concentreert de bestuurlijke aandacht voor het buitengebied op het werkgebied van het recreatieschap Stichtse Groenlanden. Hierbinnen ligt het grootste en directe recreatieve belang voor de inwoners van de stad. Ook vindt de groei van de stad (Leidsche Rijn) vooral plaats grenzend aan en deels in het werkgebied van dit schap. Met de groei van dit nieuwe stadsdeel hangt een toenemende behoefde aan recreatie voorzieningen samen. Hiervoor is de afgelopen jaren de financiële relatie verder versterkt (een aanvulling in de bijdrage groeiend naar 0,2 miljoen euro jaarlijks extra, voltooid in 2012). Belangrijke voorzieningen zijn Strijkviertel, Ruigenhoek, Maarsseveense Plassen, Laagraven, Haarzuilens en Haarrijn (aparte opdracht Stadswerken). Deze zijn voor Utrecht alle van groot belang voor haar inwoners. Betrokkenen: Gemeentebesturen van Utrecht, Nieuwegein, Maarssen, Woerden, Houten, IJsselstein, Lopik, De Bilt en het bestuur van de Provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De gemeenten wijzen elk twee leden van het algemeen bestuur aan. Tenminste één van deze leden dient lid te zijn van het college van B en W. Ook de Provincie wijst twee leden van het algemeen bestuur aan, waarvan er één lid dient te zijn van het college van Gedeputeerde Staten. Elk lid heeft een stem. Het algemeen bestuur benoemt uit haar midden de leden van het dagelijks bestuur.
201
Financieel belang: De bijdrage van de Gemeente Utrecht (een vast bedrag) bedroeg in 2010 0,860 miljoen euro, daarmee een belang van ongeveer 32% van het exploitatietekort en daarmee de belangrijkste deelnemer. Tweede belangrijke deelnemer is de Provincie Utrecht (ongeveer 28%). Ontwikkelingen: Wielrevelt (Haarzuilens) en plusplan Ruigenhoek zijn opgeleverd. De verdere ontwikkeling van nieuwe recreatiegebieden om de stad staat onder druk, omdat het Rijk niet meer bijdraagt aan inrichting, verwerving en beheer van bestaande en nog te ontwikkelen gebieden. In de herijking voor Recreatie om de stad wordt onderzocht welke deelopgaven nog gerealiseerd kunnen worden. De Provincie Utrecht onderzoekt de mogelijkheid tot samenvoeging van schappen en de mogelijkheden om de markt meer te betrekken bij het realiseren van recreatievoorzieningen. Het zal niet direct leiden tot besparing in de gemeentelijke bijdrage aan het exploitatieresultaat, wel betekent het meer efficiency in de bestuurlijke inbreng en ambtelijke ondersteuning. Al eerder zijn de bijdragen aan de schappen conform het traject 'gezamenlijk de trap af', met 5% gekort. Plassenschap Loosdrecht Doel: De gemeente is sinds 2008 weer deelnemer in het Plassenschap, op uitdrukkelijk verzoek van Provincie en schap. Het plassengebied is vooral van belang voor het zuidelijke deel, De Strook, waar een belangrijk deel van de Utrechtse bevolking kan genieten van strand en water. Dit blijkt ook uit de metingen van herkomst van recreanten. Utrecht heeft een beperkt belang. Betrokkenen: Gemeentebesturen van Utrecht, Loenen en Breukelen (in 2012 samen Stichtse Vecht), Wijde Meren en het bestuur van de Provincie Utrecht en Provincie Noord-Holland. Bestuurlijk belang: De gemeenten wijzen elk één lid van het algemeen bestuur aan uit het college van B en W. Ook de Provincie wijst een lid aan van het algemeen bestuur aan uit het college van Gedeputeerde Staten. Elk lid heeft een stem. Het algemeen bestuur benoemt uit haar midden de leden van het dagelijks bestuur. Financieel belang: De bijdrage van de Gemeente Utrecht bedraagt een vast bedrag per jaar, zijnde 0,164 miljoen euro in 2010, daarmee ongeveer 7% van het exploitatietekort. De totale programmabegroting van het schap beslaat ongeveer 1,484 miljoen euro. Ontwikkelingen: De financiële positie van het schap is enigszins verbeterd. Wijde Meren en Stichtse Vecht trekken samen de discussie over hoe het schap verbeterd kan worden. De Provincie Utrecht onderzoekt de mogelijkheid tot samenvoeging van schappen en de mogelijkheden om de markt meer te betrekken bij het realiseren van recreatievoorzieningen. Het zal niet direct leiden tot besparing in de gemeentelijke bijdrage aan het exploitatieresultaat, wel betekent het meer efficiency in de bestuurlijke inbreng en ambtelijke ondersteuning. Al eerder zijn de bijdragen aan de schappen conform het traject 'gezamenlijk de trap af', met 5% gekort. NV REMU-houdster Doel: Het houden van aandelen in REMU NV (inmiddels verkocht aan Eneco). Betrokkenen: De gemeenten Utrecht en Amersfoort evenals de Provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor 47,5% een belang in de vennootschap. Ontwikkeling: De vennootschap heeft in 2003 haar aandelen in REMU NV in eigendom overgedragen aan NV Eneco. Aan de Gemeente Utrecht had nog een nabetaling kunnen plaatsvinden van naar verwachting circa 60 miljoen euro, als Eneco zich vóór 31 december 2010 verder had geprivatiseerd. Dit heeft niet plaatsgevonden. Er is nog geen informatie ontvangen van de NV over het jaar 2011. Muziekcentrum Vredenburg BV Doel: Het beheer en de exploitatie van onroerende goederen, in de meest uitgebreide zin des woords, omvattende het complex muziekcentrum, gelegen aan het Vredenburg te Utrecht (Statutenwijziging Muziekcentrum Vredenburg BV de dato 23 augustus 1978). Betrokkenen: Gemeente Utrecht is enig eigenaar van de BV. Bestuurlijk belang: De gemeenteraad is houder van alle aandelen (100%). De gemeenteraad laat zich in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigen door de wethouder Financiën. Het college van B en W fungeert als directie van de BV. Wethouder Grondzaken is door de directie aangewezen als eerstverantwoordelijk directeur van de BV. Financieel belang: Volledig eigenaar van Muziekcentrum Vredenburg BV. Muziekcentrum Vredenburg BV beschikt over een bedrijfsreserve. Ontwikkeling: De gemeenteraad heeft op 22 december 2011 ingestemd met het voorstel tot ontbinding en vereffening van de besloten vennootschap. De onherroepelijke ontbinding en vereffening van de besloten vennootschap is vervolgens besloten in de AVA van 23 december 2011.
202
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Doel: Vanaf 1 november 2010 heeft de Veiligheidsregio Utrecht de verantwoordelijk voor de brandveiligheid in de deelnemende gemeenten, waaronder de bestrijding en preventie van branden. De VRU heeft ten doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen ter bevordering en waarborging van de voorbereiding op rampen en crises, op een gelijkwaardig kwaliteitsniveau (artikel 4 van de Brandweerwet 1985, artikel 4 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en artikel 5 van de Wet rampen en zware ongevallen). De VRU ondersteunt gemeenten bij de daadwerkelijke uitvoering, ook ten tijde van een calamiteit. Ook houdt de VRU de gemeenschappelijke meldkamervoorziening in stand, bestaande uit de regionale brandweeralarmcentrale, de centrale post ambulancevervoer en de meldkamer van de Politie Utrecht. Betrokkenen: Naast Utrecht 28 omliggende gemeenten. Afspraken over dienstverlening en kwaliteit zijn vastgelegd in de jaarlijks opnieuw te sluiten dienstverleningsovereenkomst. De Politie Utrecht is aan de Veiligheidsregio verbonden door een convenant. Bestuurlijk belang: De VRU is tot stand gebracht door middel van een gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het algemeen bestuur neemt besluiten met een gewone meerderheid van stemmen. Utrecht heeft in het algemeen bestuur negen stemmen, dat is 13% van het totaal aantal. De regeling bepaalt dat de burgemeester van Utrecht voorzitter is van het algemeen bestuur. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. Financieel belang: De bijdrage van de Gemeente Utrecht aan de Veiligheidsregio bedraagt conform de dienstverleningsovereenkomst 2011 maximaal 23,373 miljoen euro. De bijdrage van de Gemeente Utrecht is opgebouwd uit een bedrag per inwoner voor de gemeenschappelijke bestuurs- en organisatiekosten en een in een dienstverleningsovereenkomst vastgelegde financiële vergoeding voor de repressieve en preventieve brandweerzorg in de stad Utrecht. Bij het opstellen van de jaarstukken was de definitieve jaarrekening van de VRU nog niet bekend. Ontwikkeling: De Veiligheidsregio Utrecht is een jonge in opbouw zijnde organisatie, die extra aandacht gaat geven een het bereiken van efficiencywinst en het verbeteren van de resultaatverantwoording. NV Vitens Doel: Het maken en verkopen van drinkwater. Betrokkenen: De Provincies Overijssel, Gelderland en Utrecht, evenals een 140-tal gemeenten. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor circa 4% een belang in de vennootschap. Jaarlijks ontvangt de Gemeente Utrecht een vergoeding van circa 1 miljoen euro voor de destijds aan NV Hydron afgegeven concessie. Ontwikkeling: De verkoop van aandelen aan de Provincie Friesland en de Gemeente Leeuwarden is afgerond. Voor het jaar 2011 heeft dit geen gevolgen voor de hoogte van het dividend gehad. NV Vitens heeft de aan NV Hydron afgegeven concessie ter discussie gesteld. GEM Vleuterweide Beheer BV Doel: Het ontwikkelen van de VINEX-locatie Vleuterweide ten behoeve van de realisatie van 6.000 woningen, voorzieningen, kantoren en bedrijfsbestemmingen als Beherend Vennoot van de GEM Vleuterweide CV. Betrokkenen: De Gemeente Utrecht, AMVEST Woningen A-BV, Fortis Investments Vastgoed Ontwikkeling NV, AM Wonen BV en Ballast Nedam Ontwikkelingsmij BV. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is voor 50% aandeelhouder van de GEM Vleuterweide Beheer BV. Financieel belang: Het financiële belang in de GEM Vleuterweide Beheer BV is bijna 0,01 miljoen euro. Ontwikkeling: Eind 2002 is gestart met de bouw van de eerste woningen. In de periode tussen 2003 en 2012 zullen 6.200 woningen worden opgeleverd, 5.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) kantoren, een winkelcentrum van 13.500 m² bvo, een bedrijventerrein van 58.300 m² en circa 67.000 m² bvo niet-commerciële voorzieningen (scholen, zorgvoorzieningen, kinderdagverblijven). GEM Vleuterweide CV Doel: Het verkrijgen van de voor de ontwikkeling van de VINEX-locatie Vleuterweide benodigde gronden, het bouw- en woonrijpmaken van de gronden en het vervreemden van de bouwrijp gemaakte kavels ten behoeve van de realisatie van 6.000 woningen en voorzieningen. Betrokkenen: De Vleuten-De Meern Zelfstandig BV als Commandiet Gemeente, Terra Landelijke Eigendommen BV als Commandiet Amvest, Woodpecker Investments BV als Commandiet Fortis/Amev, Amstelland deelnemingen Grondbedrijf BV als Commandiet AM Wonen BV, Ballast Nedam Vleuterweide BV als Commandiet Ballast Nedam Ontwikkelingsmij BV, GEM Vleuterweide Beheer BV. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is voor 48% eigenaar van het kapitaal in de GEM Vleuterweide CV. Financieel belang: Het financieel belang van de gemeente in de GEM Vleuterweide CV is 1,743 miljoen euro. 203
Ontwikkeling: Eind 2002 is gestart met de bouw van de eerste woningen. In de periode tussen 2003 en 2012 zullen 6.200 woningen worden opgeleverd, 5.000 m² bedrijfsvloeroppervlak (bvo) kantoren, een winkelcentrum van 13.500 m² bvo, een bedrijventerrein van 58.300 m² en circa 67.000 m² bvo niet-commerciële voorzieningen (scholen, zorgvoorzieningen, kinderdagverblijven). UW-Holding BV Doel: De uitvoering van de taken op het gebied van gesubsidieerde arbeid (waaronder sociale werkvoorziening). Betrokkenen: De Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: De Gemeente Utrecht is voor 100% aandeelhouder van de vennootschap en draagt één lid van de Raad van Commissarissen voor. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft voor een bedrag van in totaal circa 5,3 miljoen euro (basis jaarrekening 2010) diverse geldleningen en/of garanties verstrekt. Ontwikkeling: Om bij de uitvoering van de Wsw door UW een beter financieel perspectief te realiseren is een plan van aanpak opgesteld. Dit plan wordt momenteel uitgevoerd. Onderdeel hiervan is het uitvoeren van een doorlichting van UW. De doorlichting is voor de zomer 2011 afgerond en ter informatie aan de gemeenteraad gezonden. Op basis van de doorlichting is duidelijk dat UW als gevolg van kortingen vanuit het Rijk de komende jaren met omvangrijke tekorten wordt geconfronteerd. Momenteel wordt onderzocht welke stappen moeten en kunnen worden gezet – waaronder het realiseren van een gemeenschappelijke werkgeversbenadering tussen UW Holding BV, het UWV en de gemeente - in het licht van de komende Wet Werken naar Vermogen. Dit om tot een financieel beter perspectief te komen voor de uitvoering van de Wsw in Utrecht. Coöperatie Wigo4it UA Doel: De behartiging van de stoffelijke belangen van de deelnemende gemeenten opdat de dienstverlening aan burgers op het brede werkgebied van de diensten werk, inkomen, zorg en inburgering van de deelnemende gemeenten, evenals de daartoe noodzakelijke handhaving, continue kan verbeteren en de effectiviteit en doelmatigheid kan worden vergroot. Betrokkenen: Gemeente Amsterdam, Gemeente Den Haag, Gemeente Rotterdam en Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: De wethouder Werk en Inkomen vertegenwoordigt de Gemeente Utrecht in de ledenvergadering en het afdelingshoofd Werk en Inkomen is bestuurslid. Financieel belang: De Gemeente Utrecht heeft een entreegeld gestort van 0,025 miljoen euro. Bij uittreding uit de coöperatie kan de Gemeente Utrecht onder bepaalde voorwaarden worden verplicht een vergoeding te betalen. Ontwikkeling: In 2011 is een oriëntatie gestart naar de toekomstige dienstverlening van Wigo4it. Onderzocht wordt om van Wigo4it een kleine, slagvaardige en hoogwaardige organisatie te maken, die vanuit een visie actief stuurt op de ICT-oplossingen van de diensten. Daarnaast staat 2012 in het teken van de invoering van de ICT toepassingen van de Wet werken naar vermogen. CV Wijkontwikkelingsmaatschappij Noordwest BV Wijkontwikkelingsmaatschappij Noordwest Doel: Het bevorderen van de stedelijke herstructurering in de wijk Noordwest in de Gemeente Utrecht met het oog op verbetering van de leefbaarheid en de sociaaleconomische ontwikkeling in die wijk, evenals het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, ontwikkelen, beheren, verbeteren, exploiteren en verhuren van onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen, en ten slotte alles wat met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Het speerpunt van de WOM is gericht op verbeteren van de sociaaleconomische ontwikkeling van de Amsterdamsestraatweg. Betrokkenen: Mitros en Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: De wethouder Economische Zaken. Verbeteren economische ontwikkeling in de wijk en meer specifiek de Amsterdamsestraatweg. In de Raad van Commissarissen hebben Mitros en de Gemeente Utrecht elk één stem. Financieel belang: Mitros en de Gemeente Utrecht hebben elk 1,566 miljoen euro bijgedragen aan het eigen vermogen van de CV. Mitros en de Gemeente Utrecht hebben elk 0,009 miljoen euro bijgedragen aan het eigen vermogen van de BV. Ontwikkeling: De WOM verzorgt het onderhoud en int de huren. In 2012 zullen panden worden verkocht aan eigenaren waarbij de doelstelling van de WOM wordt gerealiseerd. In 2012 zullen panden worden verworven die bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van de WOM.
204
Stichting EYOF 2013 (Stichting Europees Youth Olympisch Festival) Doel: a. het fungeren als organisatiecomité zoals genoemd in het door de Gemeente Utrecht en NOC*NSF ondertekende 'Host City Contract for the 12th Summer European Youth Olympisch Festival'; b. het voorbereiden en (doen) organiseren van het Europees Jeugd Olympisch Festival in 2013; c. het verwerven van de noodzakelijke geldmiddelen ten behoeve van het voorbereiden en uitvoeren van het Europees Jeugd Olympisch Festival 2013 in Utrecht, een en ander in samenspraak met het NOC*NSF en de Gemeente Utrecht. Betrokkenen: Gemeente Utrecht en NOC*NSF provincie Utrecht. Bestuurlijk belang: De wethouder Sport vertegenwoordigt de Gemeente Utrecht in de ledenvergadering (voorzitter) en de directeur van de DMO (bestuurslid). Financieel belang: De bijdrage voor dit evenement van de Gemeente Utrecht bedraagt 1,3 miljoen euro gedurende de periode 2011-2013. Ontwikkeling: De stichting is opgericht op 12 augustus 2010 en er is gestart met de voorbereidende werkzaamheden. Wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok BV Doel: beoogt de economische structuur en leefbaarheid van de wijk Lombok te versterken. Door middel van het aankopen, opknappen en verhuren van panden aan geschikte ondernemers in de juiste branches wordt dit gerealiseerd. Betrokkenen: Naast de Gemeente Utrecht zijn betrokken als aandeelhouders SSH Utrecht, Rabobank Utrecht en omgeving, Stichting Mitros, aannemingsbedrijf R. Middelkoop BV, E. van Rossum Beheer Utrecht BV. Bestuurlijk belang: De wethouder Economische Zaken is namens de Gemeente Utrecht de grootaandeelhouder in de vergadering van aandeelhouders. Financieel belang: De Gemeente Utrecht bezit 95% van de aandelen. Deze zijn destijds verkregen door inzet van Europese subsidie. Ontwikkeling: Het beschikbare kapitaal van de WOM is besteed aan de aankoop van panden. Om verdere aankoop van panden en daarmee verdere realisatie van de doelstellingen mogelijk te maken is enkele jaren geleden besloten om op basis van het eigen vermogen ook vreemd aan te trekken. Hierdoor is het vreemd vermogen toegenomen. In 2011 worden voorbereidingen getroffen voor de opheffing van de WOM Lombok BV. Deze opheffing is conform collegeprogramma 2010 - 2014 'Groen, open en sociaal' en dient in 2012 daadwerkelijk plaats te vinden. NV Wonen Boven Winkels in Utrecht Doel: Het realiseren van woningen en wooneenheden door het herontwikkelen van lege verdiepingen boven winkels (c.q. boven andere functies op de begane grond) in de binnenstad van Utrecht. Betrokkenen: De gemeente is aandeelhouder van de NV Wonen Boven Winkels en is inhoudelijk betrokken bij de werkzaamheden van de NV Wonen boven winkels. Er zijn drie aandeelhouders: woningcorporatie Bo-Ex, NV Stadsherstel Utrecht en de Gemeente Utrecht. Bestuurlijk belang: Het realiseren van het gemeentelijk beleid / de gemeentelijke doelstelling voor Wonen boven winkels; het intensiveren van de woonfunctie met als nevendoelen het verbeteren van verblijfsklimaat (vooral ook in de avonduren), de sociale veiligheid in het (kern)winkelgebied en de ruimtelijke kwaliteit. Financieel belang: De gemeente heeft bij de oprichting van de NV 0,025 miljoen euro in de NV gestort. De NV heeft geen winstoogmerk, feitelijk is het gestorte aandelenkapitaal het exploitatiebudget van de NV voor vaste kosten en de uitvoering van de werkzaamheden. Het eigen vermogen per 31-12-2010 bedraagt 0,017 miljoen euro. De deelnemers in de NV kunnen het eigen kapitaal aanvullen met extra stortingen. Voor wat betreft de gemeentelijke participatie is de verschuiving van eigen inzet van middelen naar een bijdrage in de exploitatie van de NV en in die zin budgettair neutraal. Subsidies voor de realisering van wooneenheden worden door StadsOntwikkeling verstrekt aan eigenaren van herontwikkelde panden. Ontwikkeling: De NV adviseert en faciliteert eigenaren van panden over c.q. bij het ontwikkelen van plannen voor woningen. Daarnaast werkt de NV aan promotie en het verwerven van een positie als partij in het werkveld. De NV heeft als doelstelling 20 wooneenheden per jaar, maar is daarbij afhankelijk van de investeringen van de eigenaren van panden. Naast het stimuleren van het realiseren van wooneenheden zet de NV zich in samenwerking met particuliere partijen en Wijkbureau Binnenstad in voor de verbetering van toegangen als stegen.
205
NV Maatschappij tot Stadsherstel Utrecht Doel: De doelstelling van de NV is het restaureren en exploiteren van monumentale panden en complexen in de Gemeente Utrecht. Betrokkenen: Er zijn vele (particuliere) aandeelhouders. De Gemeente Utrecht is een van de grotere aandeelhouders. Bestuurlijk belang: De instandhouding van (beschermde) monumenten is van belang voor Utrecht als grote monumentenstad. De NV richt zich met haar doelstelling vooral op de minder courante objecten die voor commerciële partijen minder interessant zijn. De NV bezit naast een aantal individuele panden complexen als de Zeven Steegjes, het Doelenhuiscomplex, de voormalige brandweerpanden en het complex van molen De Ster. Financieel belang: De Gemeente Utrecht bezit voor 0,9 miljoen euro aan aandelen in de NV. Het gegarandeerde dividend bedraagt 5% per jaar. Dit dividend wordt gebruikt voor de rentekosten van het ten laste van het leningsfonds ingebrachte aandelenkapitaal. Het eigen vermogen van de NV per 31-12-2010 bedraagt 9,0 miljoen euro. Ontwikkeling: De NV heeft in 2011 de boerderij De Balije in Leidsche Rijn gerestaureerd en getransformeerd tot een kinderdagverblijf.
206
2.6 Grondbeleid Doel van het grondbeleid Het krachtenveld dat invloed uitoefent op de ontwikkeling van de stad wordt steeds complexer. Bestaande en toekomstige bewoners willen meer inspraak en ondernemers willen actiever betrokken worden. En natuurlijk hebben ontwikkelaars, beleggers en corporaties hun inbreng. Deze ingewikkelde mix van visies, belangen en competenties vraagt om een goede regisseur van het ontwikkelproces. De gemeente wil haar sturing versterken, door vanuit een regierol partijen samen te brengen en meer aandacht te geven aan bijzondere ambities die externe partijen niet zelf oppakken. Deze gewenste rol vraagt in combinatie met een aanzienlijke ambitie m.b.t. de voorgenomen bouwopgave in een (markttechnisch) veranderende omgeving om een herijking van het Grondbeleid. De complexiteit en omvang van de opgave vragen om een lokale overheid die zowel regisserend als uitvoerend kan handelen. Op locatieniveau wordt een afweging gemaakt t.a.v. het in te zetten grondbeleid. Situationele omstandigheden bepalen mede deze keuze. In 2011 vormde de Nota Grondbeleid 2006 inclusief de Aanvulling 2008 het door de Raad vastgestelde kader. Eind 2011 is de nieuwe Nota Grondbeleid 'Regie op goede gronden' voor bestuurlijke besluitvorming aangeboden. Begin 2012 is deze nota in de Raad vastgesteld. De algemene beleidslijn wordt met het vaststellen van deze nieuwe nota: Regie voeren door te faciliteren waar het kan en te acteren waar het moet. De basis houding van de gemeente Utrecht in het grondbeleid wordt daarbij: Doe er alles aan om, in een regisserende of faciliterende rol, partijen te laten investeren, geeft ook ruimte aan
• tijdelijke ontwikkelingen. • Investeer als gemeente actief, daar waar het echt nodig is om voor de stad essentiële ontwikkelingen op gang te brengen. Fasering is daarbij wel van belang, een gespreide ontwikkeling is goed voor de stad en goed voor het
geld. De inzet van de vormen van grondbeleid en grondbeleidsinstrumenten is gericht op het binnen de gestelde doelen van ruimtelijke ordening en beleidssectoren realiseren van de gewenste verandering van het grondgebruik voor verschillende functies: met de gewenste (ruimtelijke) kwaliteit en kwantiteit van het grondgebruik (stedenbouwkundig programma)
• • tegen een verantwoorde kosten-kwaliteitverhouding van het grondgebruik; • op de gewenste tijd en plaats; • op een efficiënte wijze; • met een financieel-economisch rendement.
Instrumenten grondbeleid Instrumenten van dit actief grondbeleid zijn, naast vrijwillige verwerving, onder meer voorkeursrecht, onteigening, kostenverhaal en erfpacht. Verwerven (strategisch en anticiperend) Een onderdeel van het actief grondbeleid is het strategisch aankopen van vastgoed. De gemeente gaat dan in een vroegtijdig stadium en anticiperend op nog formeel vast te stellen doelen, vastgoed aankopen. Hiermee wordt het mogelijk vastgoed in eigendom te krijgen op basis van de huidige bestemming en zonder waardestijging als gevolg van het bekend zijn van gemeentelijke ontwikkelingsplannen voor een bepaald gebied. Het doel van strategisch aankopen is om de uitvoering van gemeentelijke plannen op ruimtelijk gebied tijdig en financieel verantwoord mogelijk te maken. De strategische aankopen mogen plaatsvinden onder de volgende randvoorwaarden: iedere aankoop moet aantoonbaar bedrijfseconomisch verantwoord zijn;
• • het vastgoed moet nodig zijn voor de uitvoering van nog door de gemeenteraad vast te stellen beleid of er moet sprake zijn van een unieke aankoopkans.
207
Indien blijkt dat een strategisch verworven onroerend goed toch niet ingezet kan worden, wordt het teruggeplaatst in de markt. Eventuele negatieve saldi worden afgedekt door een binnen de reserve grondexploitatie opgenomen reservering voor strategische verwervingen van 3 miljoen euro. In 2011 zijn er geen strategische aankopen gedaan. Wet voorkeursrechten gemeenten De Wet voorkeursrechten gemeenten verplicht grondeigenaren in stadsvernieuwingsgebied en op uitbreidingslocaties die hun grond willen verkopen, deze eerst aan de gemeente te koop aan te bieden, althans wanneer de gemeente een voorkeursrecht heeft gevestigd. De Gemeente Utrecht heeft dit instrument in 2011 ingezet dan wel bestendigd in Kern de Meern, Zijdebalen, Dichterswijk-West, As Kanaleneiland en Leidsche Rijn. Onteigeningswet Deze wet biedt de gemeente de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden eigenaren van grond (met opstal) te onteigenen, onder betaling van een schadeloosstelling. Voordat tot onteigening kan worden overgegaan moet eerst langs minnelijke weg getracht worden de grond (met opstal) te verwerven. De onteigeningsprocedure kent een administratieve fase, leidend tot een Koninklijk Besluit op de onteigening, en een gerechtelijke fase. Pas in de gerechtelijke fase wordt na het vonnis van de rechtbank (en met overige stappen) door inschrijving in het Kadaster de eigendom van de grond door de gemeente verkregen. Onteigeningsprocedures worden door de Gemeente Utrecht gestart op basis van een bestemmingsplan of een bouwplan ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling en de volkshuisvesting. Tevens vindt onteigening ook plaats uitsluitend voor de aanleg van wegen en bruggen etcetera. Als voorwaarden voor een onteigening geldt dat er steeds aantoonbaar sprake moet zijn van een publiek belang, en van een noodzaak en urgentie tot onteigening. Een onteigeningsprocedure kent een lange doorlooptijd. In 2011 waren voor de volgende projecten procedures aan de orde: Dichterswijk-West, diverse HOV tracé delen en diverse percelen binnen het plangebied Leidsche Rijn. Kostenverhaal Met het invoeren van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1-7-2008 heeft de wetgever een wettelijke basis gecreëerd voor het verhalen van kosten van voorzieningen van openbaar nut. Als de gemeente in een aangewezen gebied voorzieningen van openbaar nut aanlegt, zoals wegen, bruggen, tunnels, stations, riolering, verlichting en plantsoenen, kunnen de kosten daarvan op de grondeigenaren verhaald worden. De kosten worden dan per m2 uitgeefbare grond doorberekend. Nieuwe zuivere kostenverhaalovereenkomsten zijn in 2011 niet afgesloten. Daar waar particulieren profiteren van dergelijke door de gemeente aangelegde en betaalde voorzieningen zullen deze verhaald worden. Met de grondeigenaar wordt hiertoe een exploitatieovereenkomst afgesloten. In 2011 zijn voor het Prozee terrein en de MP Lindostraat dergelijke overeenkomsten gesloten. Erfpacht De gemeente geeft in principe haar gronden uit in erfpacht, dat wil zeggen dat het volledig gebruik (vol genot) van een onroerend goed, tegen een vergoeding aan de erfpachter ten goede komt. Dit kan betreffen een jaarlijks te betalen vergoeding (de canon), of een eenmalige vergoeding (de afkoopsom). Door een wijziging van het gebruik of de bestemming van de grond, bijvoorbeeld door sloop, of uitbreiding van gebouwen en nieuwbouw, kan een waardestijging van de grond ontstaan. Deze waardestijging, de zogenaamde meerwaarde, dient op basis van de erfpachtovereenkomst aan de gemeente (de erfverpachter) afgedragen te worden. Deze wijze van benadering van de erfpacht, namelijk het in rekening brengen van de meerwaarde bij herontwikkeling c.q. bestemmingswijziging, maakt dat de erfpacht onderdeel is van het actieve grondbeleid van de gemeente. In 2011 heeft er een omvangrijke conversie plaatsgevonden voor de in erfpacht uitgegeven gronden aan Mitros. Alle tijdelijke erfpachtcontracten en erfpachtcontracten met een periodiek te herziene canon zijn omgezet naar erfpachtcontacten met een eeuwigdurend afgekocht canon.
208
Grondprijzenbrief De Grondprijzenbrief wordt jaarlijks opgesteld. Deze grondprijzenbrief moet worden gezien als een intern te hanteren richtlijn voor ontwikkelingen op het gebied van vastgoed. In de grondprijzenbrief zijn de te hanteren (bandbreedtes) in grondprijzen voor de te onderscheiden marktsegmenten voor het jaar 2011 vastgesteld. De grondprijzen en normen zijn gebaseerd op trends, ervaringen en ontwikkelingen in de betreffende vastgoedmarkten. In het eerste kwartaal 2012 zal een nieuwe grondprijzenbrief bestuurlijk worden geagendeerd. Reserve en voorziening grondexploitaties Reserve grondexploitaties De reserve grondexploitatie is de bestemmingsreserve ten behoeve van het opvangen van niet begrote financiële tegenvallers in binnenstedelijke grondexploitatieprojecten en ten behoeve van het afdekken van financiële risico's bij het nemen van initiatieven in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De totale omvang van de reserve grondexploitatie per 31 december 2011 bedraagt 5,97 miljoen euro. Een gedetailleerd overzicht van risico's en de relatie met de reserve grondexploitatie zijn in het MPG 2011 opgenomen. Daaruit blijkt dat de huidige reserve niet in alle jaren van het gepresenteerde verloop voldoende is voor het opvangen van de geïnventariseerde risico's. Bij het MPG 2012 zal, na actualisatie van alle lopende grondexploitatieprojecten, gerapporteerd worden over het actuele inzicht ten aanzien van het verloop van de reserve grondexploitatie. Voor de risico's samenhangend met de grondexploitaties Leidsche Rijn en Stationsgebied is bij de bepaling van het gemeentebrede weerstandsvermogen rekening gehouden met het actuele risicoprofiel. De toelichting op de omvang en berekening van het weerstandsvermogen is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Voorziening grondexploitaties Algemeen Bij projecten met een negatieve grondexploitatie dient er conform artikel 44 lid 1 BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) voor het saldo een voorziening te worden gevormd. StadsOntwikkeling (SO) De voorziening voor binnenstedelijke grondexploitaties wordt gevormd vanuit de reserve grondexploitatie. Per 31 december 2011 is de stand van deze voorziening in totaal 36,3 miljoen euro. Naast de voorziening voor negatieve grondexploitaties is er ook een Reserve Grondexploitaties. Deze Reserve is bedoeld om de risico's in de lopende binnenstedelijke grondexploitaties op te kunnen vangen. In 2011 was de Reserve van voldoende omvang om dit ook te kunnen doen. Bij het MPG 2012 zal ingegaan worden op het actuele beeld. In 2011 zijn de afzet mogelijkheden van nieuw gerealiseerde woningen nog steeds niet optimaal. Dit zal gevolgen hebben voor de fasering en/of het programma binnen lopende exploitaties. Aan de andere kant zijn er aanbestedingsvoordelen mogelijk op de realisatie van openbaar gebied. Naar verwachting zijn de financiële gevolgen voor de binnenstedelijke grondexploitaties op te vangen binnen de daarvoor gereserveerde budgetten en voorzieningen. Projectbureau Leidsche Rijn Utrecht In 2011 is verder invulling gegeven aan de optimalisatietaakstelling ter verbetering van het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn. Naast het effectueren van een aantal maatregelen met een positief effect doen er zich echter ook een aantal risico's voor met een negatief effect. Een van de belangrijkste financiële effecten hangt samen met gewijzigde inzichten ten aanzien van de fasering. Vooral de woningbouwfasering behoeft bijzondere aandacht. De nadere uitwerking van de centrale zone en Leidsche Rijn Centrum maken het mogelijk om de financiële consequenties van de gewijzigde fasering deels op te vangen binnen het bestaande kader. Bij de Bestuursrapportage Leidsche Rijn 2012 zal ingegaan worden op de actuele ontwikkelingen ten aanzien van het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn. Project Organisatie Stationsgebied De optimalisatietaakstelling van 6,27 miljoen euro is ingevuld bij het vaststellen van de ontwikkelstrategie Stationsgebied behorende bij de Programmabegroting 2012 (vastgesteld op. 3 november 2011). Hierbij is het project Westpleintunnel overgeheveld naar fase 2, waardoor de grondexploitatie is verbeterd met een bedrag 15,8 miljoen euro. Het tekort van 6,27 miljoen euro is hiermee teruggebracht tot nul. Het restant wordt ingezet voor de plankosten voor de jaren 2013 tot medio 2014 (7,5 miljoen euro) en voor het maken van een structuurvisie voor het 209
Jaarbeursterrein en Lombokplein en omgeving (2 miljoen euro). Bij het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen van het project is rekening gehouden met de risico's verbonden aan het project. Het benodigd weerstandsvermogen bedraagt circa 34 miljoen euro (peildatum 31 december 2011). Een nadere toelichting op deze risico's is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Bij de Bestuursrapportage Stationsgebied 2012 zal ingegaan worden op de actuele ontwikkelingen ten aanzien van het saldo van de grondexploitatie Stationsgebied.
210
2.7 Lokale heffingen Deze paragraaf bevat onze verantwoording over de lokale heffingen in 2011. Uitgangspunt voor onze voornemens was de 'Nota Lokale heffingen 2010-2014', welke door de gemeenteraad is vastgesteld. In deze nota wordt uitgebreid ingegaan op de wettelijke kaders rond de verschillende heffingen en de beleidslijnen waarvoor in Utrecht gekozen is. Lokale heffingen bestaan uit belastingen en retributies. Verderop in deze paragraaf worden de ontwikkelingen met betrekking tot de lokale heffingen de lokale lastendruk weergegeven. Daarnaast wordt ingegaan op het kwijtscheldingsbeleid van de Gemeente Utrecht. Meer detailinformatie over de hoogte van de tarieven en de gerealiseerde inkomsten in 2011 is opgenomen in de bijlage 'lokale heffingen'.
Belastingen De Gemeente Utrecht heeft op dit moment vijf belastingen: de onroerende-zaakbelastingen;
• • de hondenbelasting; • de toeristenbelasting; • de precariobelasting; en • de parkeerbelastingen.
Kenmerkend aan belastingen is dat er geen direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden: de burger draagt bij aan de algemene kas van de gemeente, waaruit een gedeelte van de uitgaven worden betaald. Hieronder geven wij per belasting aan wat de tarieven waren in 2011 en welke belastingopbrengst daarmee is gerealiseerd.
Algemeen Onroerende-zaakbelastingen (ozb) De onroerende-zaakbelastingen zijn belastingen die worden geheven over binnen de gemeentegrenzen gelegen onroerende zaken (op basis van de woz-waarde). In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2011 weergegeven. Onroerende-zaakbelastingen
2011
Tarieven (% van de woz-waarde) Eigendom woningen
0,0932%
Gebruik niet-woningen
0,1728%
Eigendom niet-woningen
0,2143%
Opbrengst (ná kwijtschelding) nominale begroting
64.917
actuele begroting
68.087
realisatie
72.082
Opbrengsten zijn in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De gerealiseerde meeropbrengst ten opzichte van de actuele begroting ozb is voornamelijk ontstaan door een uiteindelijk hogere woz-waarde in 2011 dan waarmee bij de programmabegroting is rekening is gehouden en een doorwerking van extra objecten en hogere woz-waarde vanuit voorgaande jaren naar 2011.
211
Algemene toelichting De heffing van de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingjaar 2011 heeft zonder noemenswaardige problemen plaatsgevonden. De heffing was gebaseerd op de woz-waarde van de onroerende zaken per 1 januari 2010. Tot en met 2008 was er in heel Nederland sprake van een positieve ontwikkeling van de waarden voor woningen en niet-woningen. Na 2008 is er, in zijn algemeenheid, sprake van een daling van de waarden. In de regio Utrecht, en ook in de stad Utrecht, daalt de gemiddelde waarde minder dan het landelijke gemiddelde. De ontwikkeling van het aantal bezwaarschriften laat eenzelfde beeld zien. Het aantal bezwaarschriften gericht tegen de woz-waarde loopt landelijk sterk terug. In Utrecht zien we ook een daling, alleen veel minder sterk dan het landelijke beeld. De invordering van de aanslagen onroerende zaakbelastingen in 2011 verloopt nog steeds volgens de planning. Alleen merken we wel dat het steeds meer moeite kost voor onze deurwaarders om de openstaande bedragen ook daadwerkelijk binnen te krijgen (dit geldt overigens voor het totale pakket van de gemeentelijke heffingen). Ook de weerstand en de agressie neemt toe. Hondenbelasting De hondenbelasting is een belasting die wordt geheven van de houder van één of meer honden. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2011 weergegeven. Hondenbelasting
2011
Tarieven Per hond Per kennel
62,16 187,08
Opbrengst (ná kwijtschelding) nominale begroting
480
actuele begroting
480
realisatie
496
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst zijn in duizenden euro’s. Algemene toelichting De heffing van de hondenbelasting is zonder problemen verlopen. Het aantal geregistreerde honden in Utrecht is al jaren stabiel. Door periodieke controle in de wijken kan het bestand steeds met nieuwe honden aangevuld worden. De aanwas van nieuwe honden is elk jaar ongeveer even groot als het aantal honden dat door overlijden etcetera verdwijnt uit het bestand. Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf door personen in Utrecht die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie staan ingeschreven wordt de toeristenbelasting geheven. De helft van de opbrengsten wordt jaarlijks ingezet voor toeristische stadspromotie. In Utrecht wordt de toeristenbelasting geheven naar een vast percentage van de overnachtingsprijs (5%). In onderstaande tabel is de opbrengst van de toeristenbelasting opgenomen. Toeristenbelasting
2011
Tarieven Percentage overnachtingsprijs
5%
Opbrengst nominale begroting
1.297
actuele begroting
1.297
realisatie
1.456
Opbrengsten zijn in duizenden euro’s.
212
Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Er zijn meer overnachtingen in 2011 geweest dan begroot, ook is een groot aantal (kleinere) verblijfsgelegenheden extra in de heffing betrokken. Algemene toelichting De heffing van de toeristenbelasting in 2011 was met enige zorg tegemoet gezien. Dit enerzijds vanwege de economische recessie, anderzijds vanwege de ontwikkeling van de jurisprudentie over de toeristenbelasting/ vermakelijkhedenretributie. Door bestandsoptimalisering konden met ingang van 1 januari 2011 een flink aantal Bed and Breakfast gelegenheden extra in de aangifte toeristenbelasting worden opgenomen. Dit heeft geleid tot hogere opbrengsten ten opzichte van de programmabegroting. Uiteindelijk kan aan het einde van het jaar 2011 gesteld worden dat de zorg, minder opbrengsten, niet uitgekomen is. Precariobelasting De precariobelasting is een heffing voor het hebben van voorwerpen op in of boven gemeentegrond die voor de openbare dienst bestemd is. Ook terrassen vallen onder de precariobelasting. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2011 weergegeven. Precariobelasting
2011
Tarieven Voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond per m² per jaar (laagste en meest voorkomende tarief) Pomp voor meerdere soorten motorbrandstof per stuk per jaar
38,40 970,56
Opbrengst nominale begroting
464
actuele begroting
464
realisatie
527
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengst zijn in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De hogere gerealiseerde opbrengsten ten opzichte van de programmabegroting is vooral veroorzaakt door een groter terrasvolume. Algemene toelichting De heffing van de Precariobelasting 2011 heeft geen noemenswaardige problemen met zich meegebracht. De basisopbrengst Precariobelasting is al jaren stabiel met vanaf 2009 een hogere opbrengst tengevolge van extra terrasvolume. Ook in 2011 is het terrasvolume groter geworden. Het bestand wordt door de buitendienstcontroleur op orde gehouden, zodat we ervan verzekerd zijn dat alle belastbare objecten in de heffing betrokken worden en de gemeente niet in strijd komt met het gelijkheidsbeginsel. De afschaffing van de heffing van Precariobelasting over kabels en leidingen treft de Gemeente Utrecht niet omdat wij die voorwerpen niet in de heffing betrekken. De lopende contracten met waterleidingbedrijf en energiebedrijf verhinderen dat.
Bereikbaarheid Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. Ze kunnen worden geheven om het parkeergedrag van burgers te beïnvloeden. Wij werken aan een bereikbare en schone stad en willen daarom het gebruik van de auto in de stad minder aantrekkelijk te maken en het gebruik van andere vervoermiddelen stimuleren.
213
In onderstaande tabel zijn enkele belangrijke parkeertarieven en de opbrengst voor 2011 weergegeven. Parkeerbelastingen
2011
Tarieven Kortparkeren gebied 1
4,18
Kortparkeren gebied 2
2,55
Kortparkeren gebied 3
2,29
Tarieven bezoekers Bezoekersparkeren gebied 1
2,09
Bezoekersparkeren gebied 2
1,27
Bezoekersparkeren gebied 3
1,14
Opbrengst nominale begroting
24.560
actuele begroting
23.943
realisatie
23.921
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengsten zijn in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De opbrengsten straatparkeren blijven achter bij de programmabegroting (0,770 miljoen euro). Dit wordt bijna geheel gecompenseerd met de omzet van de Jaarbeursplein garage die het hele jaar open is gebleven, terwijl de opbrengsten voor een half jaar begroot waren. Vooral de begrote aantallen naheffingen blijven achter bij de programmabegroting. Algemene toelichting De invordering van de parkeerbelastingen blijft problematisch bij houders van buitenlandse kentekens. Dit is een landelijk bekend probleem. De afdeling Gemeentebelastingen heeft een contract met een extern invorderingsbureau voor de invordering van parkeerbelasting bij die houders, maar dat resulteert voor slechts een klein deel in ontvangsten.
Bestemmingsbelastingen De Gemeente Utrecht kent drie soorten bestemmingsbelastingen: de afvalstoffenheffing;
• • de rioolheffingen; • de BIZ-heffingen (Bedrijven Investerings-Zone). Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt in rekening gebracht voor de verwijdering van huishoudelijk afval. De kosten van verwijdering van bedrijfsafval wordt niet via de afvalstoffenheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten in rekening gebracht. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2011 weergegeven. Afvalstoffenheffing
2011
Tarieven Per huishouden
259,68
Opbrengst (ná kwijtschelding) nominale begroting
27.838
actuele begroting
27.838
realisatie
28.627
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengsten zijn in duizenden euro’s.
214
Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie Het voordeel betreft vooral de doorwerking van extra objecten uit voorgaande jaren. Algemene toelichting De heffing van de afvalstoffenheffing 2011 leverde weinig problemen op. Voor de heffing van afvalstoffenheffing bij kamerbewoning is de wet in 2011 aangepast. Met ingang van 1 januari 2012 kan er voor die situaties van de eigenaar/ exploitant geheven worden. Die zijn inmiddels allemaal vóór 31 december 2011 over dit feit geïnformeerd. Ook wordt er met ingang van 1 januari 2012 een tariefdifferentiatie ingevoerd: een tarief voor eenpersoonshuishoudens en een tarief voor meerpersoonshuishoudens. De voorbereidingen hiervoor hebben in 2011 plaatsgevonden. De kwijtschelding in Utrecht betreft vooral de afvalstoffenheffing omdat dit de enige 'gebruikersheffing' voor de huishoudens is. Het aantal kwijtscheldingsverzoeken en het totale kwijtscheldingsbedrag afvalstoffenheffing neemt toe ten opzichte van 2010 en voorgaande jaren. De afhandelingstermijn van kwijtscheldingsverzoeken is zes weken. Rioolheffingen De rioolheffingen worden geheven voor het gebruik van of een aansluiting op de gemeentelijke riolering. Eigenaren van panden die op het gemeentelijke rioleringsstelsel zijn aangesloten, ontvangen elk jaar een aanslag rioolaansluitrecht naar een vast bedrag. Gebruikers van panden die op de gemeentelijk riolering zijn aangesloten en meer dan 250 kubieke meter water per jaar lozen op het stelsel, ontvangen een aanslag rioolafvoerrecht. In onderstaande tabel zijn de tarieven en de opbrengst voor 2011 weergegeven. Rioolheffingen
2011
Tarieven Eigenaar Grootverbruik: 251 tot 50.000 m3
• • 50.001 tot 100.000 m3 • 100.001 tot 150.000 m3 • meer dan 150.000 m3
216,99 1,71 1,64 1,52 1,39
Opbrengst (ná kwijtschelding) nominale begroting
34.299
actuele begroting
34.299
realisatie
35.165
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengsten zijn in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De hogere opbrengsten ten opzichte van de programmabegroting worden vooral veroorzaakt door de doorwerking van extra objecten uit voorgaande jaren. Algemene toelichting De rioolheffingen in Utrecht lopen al jaren zonder noemenswaardige problemen. De heffingssystematiek die ook de Gemeente Utrecht hanteert is inmiddels in verschillende jurisprudentie bekrachtigd. Het is daarmee een systeem dat weinig juridische risico's kent en bovendien efficiënt is in de uitvoering. BedrijvenInvesteringsZones (BIZ) Met ingang van 1 januari 2010 is de BIZ (BedrijvenInvesteringsZone, experimentenwet van 19 maart 2009, Staatsblad 2009/165) in Utrecht ingevoerd. Een BIZ geldt in principe voor een periode van ten hoogste vijf jaar. De BIZ-opbrengst komt de betrokken ondernemers ten goede. Ze investeren hiermee in een aantrekkelijker en veiliger bedrijfsomgeving.
215
In onderstaande tabel zijn de tarieven en opbrengsten voor 2011 weergegeven. BIZ-heffingen
2011
Tarief 0,0378% van de woz-waarde
Rijnsweerd: gebruik niet-woningen
Diverse vaste bedragen per Woonboulevard: gebruik niet-woningen
(woz-)waardecategorie
Opbrengst (netto) nominale begroting
190
actuele begroting
190
realisatie
307
Opbrengsten zijn in euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie De opbrengst van BIZ-2, Woonboulevard Utrecht, was niet in de Programmabegroting 2011 opgenomen, zodat een hogere opbrengst ten opzichte van de programmabegroting is gerealiseerd. Op de BIZ-1 (kantorenpark Rijnsweerd) zijn de gerealiseerde opbrengsten lager dan begroot door een daling van de woz-waarden van panden in het betreffende gebied. Algemene toelichting In 2011 is er, naast de BIZ-heffing kantorenpark Rijnsweerd, een tweede BIZ-heffing ingesteld, voor winkels op de Woonboulevard Utrecht. Voor de ontwikkelingen op het punt van de BIZ wordt verwezen naar de tekst bij 'Ontwikkelingen' verderop in deze paragraaf.
Retributies De Gemeente Utrecht kent vijf soorten retributies: de leges;
• • de marktgelden; • de brandweerrechten; • de brug- en havengelden en • de begraafplaatsrechten.
Kenmerkend aan retributies is dat er een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. Met andere woorden retributies zijn vergoedingen die de gemeente vraagt voor verleende diensten of het gebruik van voorzieningen. Retributies mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Hieronder geven wij voor de belangrijkste retributies (leges) aan wat de tarieven waren voor 2011 en welke opbrengst wij daarmee in 2011 hebben gerealiseerd. Leges De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt, (gedeeltelijk) verhaald op de burger die de dienst afneemt. We gaan hierna in op de leges burgerzaken en de bouwleges.
216
Leges burgerzaken
2011
Tarieven Afschrift GBA (laagste en meest voorkomende tarief)
10,85
Paspoort
52,10
Rijbewijs
49,25
Opbrengst nominale begroting
6.691
actuele begroting
6.817
realisatie
6.890
Tarieven in euro’s. Opbrengst in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie In verband met het vervallen van de Rijkskorting voor Nederlandse Identiteitskaarten voor jeugdigen vanaf 1 januari 2012 ontstond aan het eind van 2011 een grote toeloop om deze documenten nog voor het lage tarief te bemachtigen, dit is de belangrijkste oorzaak van het ontstane voordeel. Algemene toelichting Er is in 2011 veel ophef geweest over de legesheffing voor de Nationale Identiteitskaart (NIK). De Hoge Raad der Nederlanden heeft in een arrest aangegeven dat de kaart meer een algemeen dan een persoonlijk belang betreft en dat er daarom geen leges voor geheven kon worden. De regering heeft direct reparatiewetgeving vastgesteld, welke inmiddels van kracht is. De toekomst zal uitwijzen of deze wettelijke regeling in procedures wel in stand blijft. Vooralsnog heffen we weer leges voor de NIK, maar in 2011 is ook de Gemeente Utrecht inkomsten op dit punt misgelopen door het arrest van de Hoge Raad. Daarnaast is in 2011 duidelijk geworden dat het gemeentelijke legesbedrag voor een rijbewijs genormeerd zal worden. Het nieuwe wettelijke bedrag ligt lager dan de leges die we tot op heden in Utrecht hebben geheven. Utrecht ziet zich hierdoor geplaatst voor een onderdekking op het product rijbewijzen met ingang van 2012. Leges Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
2011
Tarieven Vergunningen (reclame-, monumenten-, verbruiksvergunningen etcetera)
Diverse
Leges bouwgerelateerde activiteiten: 0,17% tot 2,26% Bouwactiviteiten
aanneemsom
Aanlegactiviteiten Sloopactiviteiten (per plan)
290,00 130,00 – 13.000,00
Overige activiteiten omgevingsvergunning Wabo
diverse
Opbrengst nominale begroting
14.659
actuele begroting
17.156
realisatie
15.702
Tarieven zijn in euro’s. Opbrengsten zijn in duizenden euro’s. Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie. De hoge verwachtingen in de actuele begroting zijn niet gerealiseerd. We hebben een gedeelte omzet gecrediteerd wegens een dubbele aanvraag voor één nieuwbouwproject. Ook is er wat vertraging ontstaan wegens vaststelling van bestemmingsplannen wat weer leidt tot uitgestelde legesomzet in 2012 in plaats van in 2011. Er heeft in 2011 ook een inhaalslag plaatsgevonden in de vergunning afhandeling, omdat de Wabo procedures korter zijn dan de oude procedures. De werkvoorraad wordt mede daardoor kleiner naast de economische teruggang die merkbaar is.
217
Algemene toelichting Jurisprudentie in 2011 is de oorzaak dat er nogal wat te doen is geweest rond de bouwleges. Niet alleen in Utrecht, maar ook landelijk. Het afgelopen jaar zijn er in het land verschillende procedures gevoerd over de bouwleges en de verbindendheid van de legesverordening, waarbij in een aantal zaken ook de Gemeente Utrecht partij was. Inzet in die zaken is de mate van inzicht die de gemeente moet kunnen bieden om aan te tonen dat de legesverordening voldoet aan de opbrengstnorm uit de Gemeentewet. Rechtbank en Hof hebben deze vraag verschillend beantwoord. Inmiddels ligt een aantal zaken bij de hoogste rechter, de Hoge Raad. De zaken waarbij Utrecht betrokken was betreffen oude jaren. Ook rond de tenaamstelling van legesfacturen zijn er voor Utrecht negatieve uitspraken gedaan. Het gaat daarbij dan gelijk om bedragen die ertoe doen. Mede gelet op de ontwikkeling in de jurisprudentie wordt er de laatste jaar al actief op ingezet om de onderbouwing van de kosten beter vorm te geven. Ook bij de verzending van legesfacturen zullen de betrokken diensten extra alert moeten zijn op een juiste tenaamstelling en adressering.
Ontwikkelingen Ontwikkelingen in 2011 In 2011 waren er drie ontwikkelingen waar we op ingaan, deze zijn hieronder opgenomen. Belastingsamenwerking In 2011 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en waardevaststelling woz. Er is een business case opgesteld voor een mogelijke samenwerking tussen het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen in Roermond, en de gemeenten Utrecht en De Bilt. In november is de business case afgerond. In december is bestuurlijk overeengekomen dat het oprichten van een nieuw samenwerkingsverband tussen genoemde partijen niet de meest voor de hand liggende optie is. Stichtse Rijnlanden, Utrecht en De Bilt gaan nu samen verder. Duidelijk is dat het tot een verzelfstandiging van Gemeentebelastingen en woz gaat komen. Tijdig afdoen van bezwaarschriften, dwangsom bij niet tijdig afdoen en kostenvergoeding bezwaarfase In 2011 heeft de afdeling Gemeentebelastingen zwaar ingezet op tijdige afhandeling van de ingekomen bezwaarschriften. Ook is getracht de afhandelingstermijn terug te brengen. Dit om niet in de sfeer van de Wet Dwangsom te geraken. Uiteindelijk moesten er eind 2011 voor een gering aantal bezwaarschriften uitstelbrieven verzonden worden. Naar verwachting worden die bezwaarschriften (voornamelijk waardebezwaarschriften) in het eerste kwartaal van 2012 afgedaan. In 2011 hebben we opvallend veel bezwaren binnen gekregen van bedrijfjes die op basis van het zogenoemde 'no-cure–no-pay' principe werken. Deze ondernemingen maken er hun bedrijfsvoering van om te procederen namens de burger, waarbij de eventueel te ontvangen proceskostenvergoeding hun tegenprestatie voor deze diensten vormt. Deze bedrijven werven actief via verschillende media en hun aantal neemt snel toe. Deze trend is landelijk en hiervoor is door de Landelijke Vereniging voor Lokale Belastingen (voorheen: NVvGB en BOGG) bij de landelijke politiek aandacht gevraagd. Deze nieuwe vorm van bezwaar maken houdt een druk in op het aantal bezwaarschriften en heeft in 2011 tot een toename van de kostenvergoeding in bezwaar geleid. BI-Zones en ondernemersfonds In 2010 is besloten tot het invoeren van de tweede BIZ heffing, die voor de Meubelboulevard Utrecht. Daarnaast is besloten tot het invoeren van een gemeentebreed ondernemersfonds met ingang van 2012: een opslag op het tarief ozb voor eigenaren en gebruikers van de niet-woningen in Utrecht. De opbrengst uit die opslag vloeit naar het ondernemersfonds, waaruit via trekkingsrechten de Ondernemersverenigingen weer hun deel kunnen incasseren voor diverse voorzieningen en activiteiten in de zone waarin de ondernemingen gelegen zijn. De heffingen van de BIZ 1 Rijnsweerd en de BIZ 2 Meubelboulevard leveren tot op heden nog geen problemen op. Lokale lastendruk In het Belastingoverzicht Grote Gemeenten 2011 komt de totale woonlast in Utrecht voor 2011 uit op 705,01 euro, een verhoging van 1,8% ten opzichte van 2010. De gemiddelde woonlast voor de grote gemeenten in 2011 is 644 euro (was een gemiddelde mutatie van 1,3%). Utrecht stond in het woonlastenoverzicht 2010 als tweede 'duurste' gemeenten. Voor 2011 staat Utrecht op de achtste plaats. Ter vergelijking de Grote vier: Utrecht 705 euro;
• • Amsterdam • Rotterdam • Den Haag 218
634 euro; 625 euro; 551 euro.
Duurste gemeente is Groningen met 731 euro, goedkoopste is Alkmaar met 526 euro. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de lokale lastendruk in 2011 voor burgers in de Gemeente Utrecht. Hierbij is alleen rekening gehouden met de woonlasten. Eventuele overige lasten zijn immers afhankelijk van de vraag hoeveel een individuele burger gebruik maakt van de diensten van de gemeente (zoals een bouwvergunning of een paspoort). Woonlasten burgers Waarde Woning
Belasting /retributies
2011
Woonlasten burgers Huurder Alle
Afvalstoffenheffing
259,68
Totaal
259,68
Eigenaar / gebruiker woning 100.000
150.000
300.000
500.000
Onroerende-zaakbelasting
91,37
Afvalstoffenheffing
259,68
Rioolheffing
216,99
Totaal
568,04
Onroerende-zaakbelasting
137,06
Afvalstoffenheffing
259,68
Rioolheffing
216,99
Totaal
613,73
Onroerende-zaakbelasting
274,11
Afvalstoffenheffing
259,68
Rioolheffing
216,99
Totaal
750,78
Onroerende-zaakbelasting
456,86
Afvalstoffenheffing
259,68
Rioolheffing
216,99
Totaal
933,53
Bedragen zijn in euro’s. De lokale lasten voor bedrijven bestaan uit het de onroerende-zaakbelasting voor gebruikers en/of eigenaren van nietwoningen, het rioolaansluitrecht en het rioolafvoerrecht. Aangezien verwijdering van bedrijfsafval plaatsvindt via privaatrechtelijke overeenkomsten, behoort de afvalstoffenheffing niet tot de lokale lasten van bedrijven. Zowel de aanslag onroerende-zaakbelasting als het rioolafvoerrecht kan sterk verschillen tussen bedrijven onderling, afhankelijk van de woz-waarde van de onroerende goederen en de hoeveelheid afvalwater die op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
219
Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de lokale lasten van bedrijven en bijbehorende tarieven. Lokale lasten bedrijven
2011
Onroerende-zaakbelasting Eigendom niet-woningen (in procenten van de woz-waarde)
0,2143%
Rioolheffingen Eigenaar
216,99
Grootverbruik: 251 tot 50.000 m3
• • 50.001 tot 100.000 m3 • 100.001 tot 150.000 m3 • meer dan 150.000 m3
1,71 1,64 1,52 1,39
Bedragen zijn in euro’s. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding van belastingen is in Utrecht mogelijk voor de afvalstoffenheffing, de onroerende-zaakbelastingen, de hondenbelasting en de rioolheffingen. Voorwaarde is dat de aanslag betrekking heeft op een woonlast voor een 'natuurlijke persoon'. Voor kwijtschelding van aanslagen in de zakelijke sfeer is in principe geen ruimte. Gemeenten mogen wel een strenger beleid voeren dan de rijksregeling toestaat, maar geen soepeler beleid. Veruit de belangrijkste heffing op het punt van kwijtscheldingen is de afvalstoffenheffing, het totale kwijtscheldingsbedrag van deze heffing loopt ook op ten opzichte van 2010 en voorgaande jaren. Ook in 2011 was een gecombineerde aanvraag kwijtschelding met het waterschap (voor de verontreinigingsheffing) mogelijk voor de Utrechtse huishoudens. Daarnaast hebben we weer aan ongeveer 7.000 huishoudens via geautomatiseerde weg kwijtschelding verleend (op voorhand). Dit in het kader van de administratieve lastenverlichting voor de burgers. Hulp bij het invullen van een individuele aanvraag was ook weer mogelijk. Ongeveer 500 personen hebben van die mogelijkheid (op afspraak) gebruik gemaakt. In 2011 is het mogelijk geworden voor kleine zelfstandigen met een minimum inkomen om kwijtschelding aan te vragen. Dit zal met ingang van 2012 effectief worden ingevoerd in Utrecht. Utrecht heeft ervoor gekozen om de kwijtscheldingsnormen voor wat betreft het vermogen voor 2012 gelijk te houden aan die zoals ze voor 2011 werden gehanteerd. Utrecht kiest dus niet voor een verruiming van de vermogensnormen naar het niveau van de Wet werk en bijstand. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de bedragen die met kwijtschelding zijn gemoeid. Kwijtschelding 2011 Onroerende-zaakbelasting (eigendom) Rioolheffing (aansluitrecht) Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Totaal Bedragen in duizenden euro’s.
220
Nominaal
Actueel
Realisatie
11
11
5
7
7
6
3.116
3.116
3.066
50
50
58
3.184
3.184
3.135
Hoofdstuk 3 Investeringen In dit hoofdstuk gaan we nader in op de realisatie van het investeringsprogramma van de gemeente Utrecht. In paragraaf 3.1 gaan we in op het investeringsprogramma 2011. Vervolgens rapporteren we in paragraaf 3.2 over de voortgang van de investeringen uit voorgaande jaren. Tenslotte komen in paragraaf 3.3 de af te sluiten investeringsprojecten aan de orde. Het volledige investeringsbedrag wordt geautoriseerd in het jaar dat we verwachten te starten met het project. Het merendeel van de trajecten wordt niet binnen één jaar afgerond.
1.1 Investeringsprogramma 2011 We maken onderscheid tussen vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen. Vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen hebben betrekking op duurzame productiemiddelen. Vervangingsinvesteringen houden de bestaande (functionaliteit of kwaliteit van de) kapitaalgoederenvoorraad op peil. Uitbreidingsinvesteringen vergroten het volume en/of de functionaliteit/kwaliteit van de kapitaalgoederenvoorraad. In de Programmabegroting 2011 is door uw gemeenteraad een bedrag van 139,2 miljoen euro aan investeringsprojecten geautoriseerd. Dit betrof voor 74,2 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen en 65,0 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen. Tussentijds is het investeringsbedrag met 163,2 miljoen euro verhoogd. Hierdoor is het totaalbedrag aan geautoriseerde investeringsprojecten 2011 toegenomen tot een bedrag van 303,4 miljoen euro. In de Programmabegroting 2011 is daarnaast voor 7,4 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen categorie B opgenomen. Deze zijn niet door middel van de programmabegroting geautoriseerd.
3.1.1 Vervangingsinvesteringen 2011 Vervangingsinvesteringen houden de bestaande (functionaliteit of kwaliteit van de) kapitaalgoederen op peil. Hierbij valt te denken aan vervanging maar ook aan renovatie, groot onderhoud, herbouw en lang cyclisch onderhoud.
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen
Programma-
Actuele
Realisatie
Restant
begroting 2011
Begroting 2011
2011
ultimo 2011
1.550
1.550
2.153
-603
Beheer Openbare Ruimte
24.141
17.741
22.389
-4.648
Beheer Openbare Ruimte (rioleringen)
15.020
15.020
21.442
-6.422
2.555
2.555
1.161
1.394
480
1.475
1.155
320
28.310
35.908
12.258
23.650
2.132
178
0
178
74.188
74.427
60.558
13.869
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Sport Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Welzijn Totaal vervangingsinvesteringen 2011 Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben in 2011 voor een bedrag van 60,6 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen gerealiseerd. Voor de vervangingsinvesteringen jaarsnede 2011 resteert 13,9 miljoen euro budget.
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen Wij hebben vervangingsinvesteringen uitgevoerd aan de locaties Koningslaan 9 en Asch van Wijckkade 28/30 voor een bedrag van 2,153 miljoen euro. De overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door noodzakelijk uitgevoerd meerwerk ten behoeve van de restauratie van Koningslaan 9. Hierbij gaat het in grote lijnen over aanpassingen in de stuclagen, installaties en smidswerkzaamheden aan de keuken. Verder zijn er bouwkundige werkzaamheden verricht ten behoeve van de vloeren en ander houtwerk. Een deel van deze kosten ad 1,027 miljoen euro zijn vòòr 2011 uitgegeven, maar zijn pas dit jaar geactiveerd. 221
Programma Beheer Openbare Ruimte Gaten in het wegdek, scheefliggende stoeptegels, kapotte lantaarnpalen, onveilige groenvoorzieningen en dergelijke waren zaken die in het verleden hoog scoorden op de lijstjes met ergernissen van burgers. Dankzij de inspanningen op gebied van het inlopen van achterstallig onderhoud door het plegen van vervangingsinvesteringen, behoren deze ergernissen steeds meer tot het verleden. In de vier achter ons liggende jaren is er ruim 160 miljoen euro aan investeringen gepleegd. Van de oorspronkelijke achterstand van 195 miljoen euro resteert nu dus nog ruim 35 miljoen euro. Voor 2011 is voornamelijk ingezet op wegwerken van achterstallig onderhoud en de fysieke veiligheid van de openbare ruimte waarborgen. In termen van projecten werden alle voor 2011 voorgenomen projecten opgestart en uitgevoerd, het volledig budget en meer werd uitgegeven. Zo zijn ook de uit 2010 overlopende projecten uitgevoerd op het bijbehorend uit dat jaar resterende budget. In totaal is er in 2011 voor een bedrag van ruim 34,3 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen uitgevoerd. Door onveilige situaties te voorkomen en constructies duurzaam te herstellen werd zelfs circa 1 miljoen euro meer besteed dan begroot..Wij stellen voor de hogere lasten te verrekenen met de daartoe gevormde reserve en met de middelen voor onderhoud in 2012. Binnen deze middelen is opgenomen het bijzondere project wal- en kluismuren, dat vertraagd werd door de bomenproblematiek op de werven. Daardoor bleef 0,6 miljoen euro onbesteed. Wij stellen voor dit bedrag naar latere planjaren over te hevelen. Het baggeren in de havens heeft onvoorzien meerkosten opgeleverd omdat de werkzaamheden onder een streng veiligheidsregiem uitgevoerd moesten worden. Wij verwachten dat deze meerkosten terugkomen als een nog te ontvangen subsidie. Vanuit deze middelen werden in 2011 vervangingsinvesteringen uitgevoerd bij begraafplaatsen en forten. Beide betreffen echter economische activiteiten. De begraafplaatsen worden sinds het begin geëxploiteerd, en de forten kennen een toenemende exploitatie (uit verhuur van ruimten) sinds deze in voorgaande jaren worden opgeknapt en hersteld. Deze investeringen worden geactiveerd waarna de kapitaallasten met ingang van 2012 opgenomen worden binnen de reguliere exploitatie. De voorgeschoten investeringsmiddelen zullen via de reserve projecten achterstallig onderhoud worden toegevoegd aan planjaar 2012. In samenhang met begroting 2012 werd ook de nieuwe Nota Onderhoud Kapitaalgoederen openbare ruimte, 2012-2015 door de gemeenteraad vastgesteld.
Programma Beheer Openbare Ruimte (rioleringen) De gemeenteraad heeft het nieuwe verbrede rioleringsplan vastgesteld in samenhang met de begroting 2012. In 2011 werd onder het regime van het vorige plan ruim 5,2 km riolering vervangen. Er werden 4 overstortriolen omgebouwd tot bergbezinkriolen en in werking genomen: Wilhelminalaan, Colombiadreef, Pampadreef en Fransiscusdreef. Aan de Cabeliaustraat werd een nieuw bergbezinkbassin in gebruik genomen. Er werd een persleiding aangelegd waardoor achttien percelen en woonboten in de gelegenheid zijn aan te sluiten op het gemeenteriool. De gemeente gaf hiermee invulling aan de zorgplicht.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Ten behoeve van de parkeerexploitatie hebben wij in 2011 voor 1,161 miljoen euro parkeerautomaten en software apparatuur vervangen. Deze kosten verantwoorden wij via de parkeerexploitatie 2011. In 2011 hebben wij minder parkeerautomaten aangeschaft dan geraamd, waardoor een bedrag resteert van 1,394 miljoen euro.
Programma Sport In 2011 hebben we de herstructurering van de 1e en 2e fase van het gebied Maarschalkerweerd afgerond en hebben we hiermee het accommodatiegebouw van de atletiek gerealiseerd. In 2011 investeerden wij in vervanging van sporttechnische inrichtingen. Het restant is bestemd voor cultuurtechnische vervangingen.
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek De actuele begroting is aangepast op basis van de voortgangsrapportage Masterplannen 2011, hierin zijn ook projecten BSO meegenomen. In 2011 zijn twee projecten afgerond: Vader Rijndreef (VMBO het Trajectumcollege) en de nieuwbouw Ina Boudier Bakkerlaan, waar het Utrechts Stedelijk Gymnasium naar toe is verhuisd. Een aantal projecten zitten in de uitvoeringsfase in 2012, dit zijn onder andere het Cluster Duurstedelaan (11,33 miljoen euro), de Homeruslaan ten behoeve van de Lucassschool en de Driekoningenschool in de Meern. Het Gerrit Rietveld College (17,4 miljoen euro) zit nog in de voorbereidende fase. Voorts staan er nog meer verbeteringen aan het binnenklimaat van diverse scholen in de planning. 222
Programma Welzijn De actuele begroting is 1,954 miljoen euro lager. In 2011 stond het buurthuis De Boog gepland voor 1,652 miljoen euro. Dit project is gekoppeld aan de realisatie van de kinderclusters in Overvecht. In de nieuwe nota kapitaalgoederen 2011-2014 is dit project in het jaar 2014 geprogrammeerd. De investeringsbegroting is daarnaast verlaagd met 0,302 miljoen euro (projecten toegankelijkheid). Toegankelijkheid gebouwen is als onderhoudsbudget in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen opgenomen en niet meer als investering. In totaal is voor toegankelijkheid in de periode 2011-2014 een bedrag van 0,547 miljoen euro beschikbaar. In 2011 staat de jongerenhuiskamer Parkwijk gepland. Deze voorziening zal in de Sportcampus gerealiseerd worden. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang.
3.1.2 Uitbreidingsinvesteringen 2011 Er is sprake van een uitbreidingsinvestering indien als gevolg van deze investering het volume (of de kwaliteit) van de kapitaalgoederen toeneemt. We maken onderscheid in twee categorieën uitbreidingsinvesteringen: categorie A en categorie B. Voor categorie B is autorisatie via de programmabegroting niet mogelijk, afzonderlijke raadsbesluitvorming is hiervoor noodzakelijk.
Uitbreidingsinvesteringen 2011 categorie A Begroting
Actuele
Realisatie
Restant
2011
begroting 2011
2011
ultimo 2011
Openbaar vervoer
6.000
43.673
540
43.133
VOV Utrecht
2.000
2.000
120
1.880
Projecten Categorie A
Voorbereiding Zuidradiaal ongelijkvloers 5 meiplein/Anne Frankplein en aansluiting A2 (Berap 2011)
0
1.400
420
980
4.000
4.000
0
4.000
0
34.571
0
34.571
0
1.702
0
1.702
10.410
10.697
1.285
9.412
1.500
1.500
0
1.500
370
370
0
370
mobiliteit'
3.400
3.400
545
2.855
Actieplan goederen vervoer (viel onder categorie B)
3.971
Lucasbrug Busbaan CS-De Uithof (Berap 2011) Busbaan HOV Leidsche Rijn Noorradiaal (Berap 2011) Autogebruik en luchtkwaliteit Wegnummer- en informatiesysteem Groene golf verdeelring Actieplan schoon vervoer (viel onder B 'duurzame
4.640
4.640
669
P+R Noordoost (Berap 2011)
0
50
11
39
P+R Leidsche Rijn Centrum (Berap 2011)
0
150
60
90
Economische investeringsfonds (Berap 2011) Parkeerautomaten fiscaal gebied
0
87
0
87
500
500
315
185
Fiets
8.400
8.400
0
8.400
Nieuwe projecten fiets
8.400
8.400
0
8.400
24.810
62.770
1.825
60.945
Totaal programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
223
Begroting
Actuele
Realisatie
Restant
2011
begroting 2011
2011
ultimo 2011
Stadskantoor
0
126.700
16.879
109.821
Totaal programma Stationsgebied
0
126.700
16.879
109.821
Ruimtelijke aanpassingen voorzieningen
961
250
0
250
Totaal programma Cultuur
961
250
0
250
Wegwerken wachtlijsten
5.495
5.495
2.266
3.229
Totaal programma Sport
5.495
5.495
2.266
3.229
150
150
0
150
51
0
0
0
100
100
0
100
1.185
945
953
-8
0
25
25
0
1.396
1.696
0
1.196
2.882
2.916
978
1.938
Projecten Categorie A
De Panda/Kleine Dichter, Heycopplein 1 De Circel/Prinses Margriet, Prinses Margrietstraat 20 Complex Hart van Noord, Trumanlaan 60 Tijdelijke huisvesting Duurstedelaan, Pagelaan 1 BSO tijdelijke huisvesting Duurstedelaan, Pagelaan Overige tijdelijke huisvestingslocaties Totaal programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Basisschool 't Zand
5.185
5.331
0
5.331
Basisschool 't Zand twaalf klassen
3.097
3.183
0
3.183
Ouderlokaal 't Zand/de Oase
0
244
0
244
VVE 't Zand/de Oase
0
244
0
244
Cluster Leeuwenstein-Noord
5.186
0
0
0
Cluster Hogeweide
7.028
7.503
0
7.503
Jongerenvoorziening Vleuterweide
220
259
63
196
Sportpark Fletiomare Oost
4.960
5.008
0
5.008
Basisschool Haarzicht
5.186
0
0
0
Tijdelijke huisvesting Vleuterweide
0
7.115
7.311
-196
Tijdelijke huisvesting Kruidenlaan
0
800
0
800
BSO schoollocaties
0
1.175
0
1.175
Totaal programma Leidsche Rijn
30.862
30.862
7.374
23.488
Totaal uitbreidingsinvesteringen categorie A
65.010
228.993
29.322
199.671
Bedragen zijn in duizenden euro's. Wij hebben in 2011 voor een bedrag van 29,3 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen categorie A gerealiseerd. Voor de uitbreidingsinvesteringen categorie A jaarsnede 2011 resteert 199,7 miljoen euro budget.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Het investeringsprogramma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit betreft een meerjarig programma. In eerdere jaren heeft u voor de diverse projecten binnen de deelprogramma's Openbaar vervoer, auto, P+R, luchtkwaliteit budgetten vrijgegeven. Een autorisatie van doorlopende projecten is niet gelijk aan de geplande uitgave van het gevraagde bedrag in dat begrotingsjaar jaar. Autorisatie vragen wij niet op jaarlijkse basis, maar voor de voorbereiding en de uitvoering. Zo kan planvoorbereiding van grote projecten meerdere jaren bestrijken. Dat gaat ook op voor de uitvoering. Hierbij geldt dat voorafgaand aan de gunning autorisatie van het hele bedrag wordt gevraagd. Bij de realisatie zal er daarom sprake van afwijkingen op de actuele begroting die wij u per project toelichten. 224
Openbaar vervoer In de Bestuursrapportage 2011 heeft u aanvullende budgetten vrijgegeven voor de busbaan CS-De Uithof (34,571 miljoen euro) en busbaan HOV Leidsche Rijn Noordradiaal (1,702 miljoen euro). De in 2011 gemaakte kosten voor de busbaan CS-De Uithof (5,886 miljoen euro) en HOV Leidsche Rijn (7,996 miljoen euro) hebben wij verantwoord op de tot en met 2010 beschikbaar gestelde budgetten. De voorbereiding van de ongelijkvloers 5 Mei/Anne Frankplan en aansluiting A2 loopt nu gelijk op met de voorbereiding van de hele Zuidradiaal bestaande stad. De kosten van de Lucasbrug in 2011 van 0,244 miljoen euro zijn verantwoord op het in de begroting 2010 verstrekte budget van 1,0 miljoen euro. Over VOV Overvecht is in 2011 besluitvorming voorbereid voor te nemen maatregelen op de korte termijn. Na de besluitvorming zullen we deze maatregelen op straat uitvoeren. Autogebruik en Luchtkwaliteit Voor de actieplannen Schoon Vervoer en Goederenvervoer hebben we respectievelijk 0,669 miljoen en 0,545 miljoen euro uitgegeven, beide plannen hebben een looptijd tot en met 2014. Voor het wegnummerinformatiesysteem starten we in 2012 met de voorbereidingen, deze NSLmaatregel moet in 2014 geïmplementeerd zijn. Het project Groene Golf Verdeelring wordt, samen met andere projecten die plaatsvinden op de verdeelring, afgezet tegen de plannen van het Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar. Voor het economische investeringsfonds is in afstemming met ondernemers een bestedingsvoorstel in voorbereiding.
Programma Stationsgebied In 2011 heeft u een totaalkrediet van 126,7 miljoen euro vrijgegeven voor het Stadskantoor (Stenen en Middelen) waarbij de al beschikbare (voorbereidings)kredieten zijn komen te vervallen. Wij verantwoorden daarom de autorisatie en uitgaven voor het Stadskantoor als één investering binnen het investeringsprogramma 2011. In lijn hiermee nemen wij binnen het investeringsprogramma voorgaande jaren niet langer aan het Stadskantoor gerelateerde investeringen op. In het krediet is onderscheid gemaakt tussen structurele (100,2 miljoen euro) en incidentele kosten (26,5 miljoen euro). Op het beschikbaar gestelde krediet van 100,2 miljoen euro (structurele deel) is tot en met 2011 12 miljoen euro verantwoord. De voornaamste uitgaven betreffen plan en proceskosten voor 7,1 miljoen euro, kosten voorbereiding en investeringen ABU, FB en DIV 2,3 miljoen euro en inbouwpakket, duurzaamheid en management fee NS 2,6 miljoen euro. Op het beschikbare gestelde krediet van 26,5 miljoen euro (incidentele deel) is 4,9 miljoen gerealiseerd. Dit betreffen 4,1 miljoen euro aan plan en proceskosten en 0,7 miljoen aan incidentele lasten.
Programma Cultuur Het college heeft besloten de geprogrammeerde investering van de verbouwing van het Centraal museum van 2014 naar 2012 te verschuiven. De in 2011 geplande investering in ruimtelijke aanpassingen voorzieningen is naar 2014 doorgeschoven.
Programma Sport Door herstructurering van de sportcomplexen wordt veldcapaciteit gecreëerd, waarmee we een groot deel van de wachtlijsten wegwerken. Van deze uitbreidingsinvestering is inmiddels voor 2,3 miljoen euro de 1e en 2e fase van het gebied Maarschalkerweerd gerealiseerd. Het restant is bestemd voor het realiseren van extra veldcapaciteit op de sportparken Maarschalkerweerd (3 hockeyvelden), Nieuw Welgelegen (2 tennisbanen), Voorveldse polder (uitbreiding tennis) en het ontwikkelingsgebied Veemarkt (1 kunstgrasvoetbalveld).
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek De actuele begroting is aangepast op basis van de voortgangsrapportage Masterplannen 2011, hierin zijn ook projecten BSO meegenomen. Van de projecten die voor 2011 gepland stonden, is de tijdelijke huisvesting aan de Pagelaan (voor cluster Duurstedelaan) gerealiseerd in 2011. Het gaat dan om de Ariënsschool, de Da Costaschool en De Hoge Raven. De overige projecten zijn nog in de voorbereidingsfase.
Programma Leidsche Rijn De jongerenvoorziening Vleuterweide is in uitvoering en zal naar verwachting in het 1e kwartaal 2012 opgeleverd worden. De voorbereidingen voor de basisschool 't Zand en het cluster Hogeweide zijn gaande. Vanwege de 225
onzekerheid over de uitwerking van de plannen voor Haarzicht/Haarrijn is nog geen start gemaakt met de voorbereiding. In Vleuterweide zijn noodlokalen gerealiseerd (7,3 miljoen euro) om de piek op te vangen in Leidsche Rijn. Het tekort is ontstaan door onvoorziene rentecomponent in grondtransactie en hogere legeskosten.
Uitbreidingsinvesteringen 2011 categorie B In de Programmabegroting 2011 zijn er uitbreidingsinvesteringen categorie B opgenomen voor de programma's Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit en Leidsche Rijn. Het investeringsbedrag voor het programma Leidsche Rijn (27,4 miljoen euro) is bij de Bestuursrapportage 2011 verlaagd naar nul, vanwege aanpassingen in de planning. Het project is opnieuw geprogrammeerd in 2012. Voor het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit (actieplan goederenvervoer) is 4,6 miljoen euro geautoriseerd door middel van separate raadsbesluitvorming (Zie uitbreiding A). Begroting
Geautoriseerd
Realisatie
Restant
2011
in 2011
2011
ultimo 2011
Wijkgezondheidscentrum 't Zand
0
6.407
1.816
4.591
Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen
0
6.407
1.816
4.591
Projecten categorie B
Autogebruik en Luchtkwaliteit
7.400
0
0
0
Projecten duurzame mobiliteit
1.600
0
0
0
Knips
5.800
0
0
0
Totaal programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
7.400
0
0
0
Totaal uitbreidingsinvesteringen categorie B
7.400
6.407
1.816
4.591
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Autogebruik en luchtkwaliteit Het voor de realisatie van de knips bestemde budget van 5,8 miljoen euro is in 2011nog niet door uw gemeenteraad beschikbaar gesteld. In de Programmabegroting 2011 hadden wij voor het Actieplan goederenvervoer en het Actieplan duurzame mobiliteit budgetten bestemd. Inmiddels zijn deze door uw gemeenteraad geautoriseerd via separate raadsbesluiten: voor het Actieplan goederen vervoer (4,640 miljoen euro) en voor duurzame mobiliteit (3,4 miljoen euro). De vrijgegeven budgetten verantwoorden wij nu onder de categorie A. Voor duurzame mobiliteit is nog 1,6 miljoen euro niet door uw gemeenteraad beschikbaar gesteld in 2011.
Totaal investeringsprogramma 2011 Soort investering
Programma-
Actuele
begroting 2011
begroting 2011
Restant ultimo Realisatie 2011
2011
Vervangingsinvesteringen
74.188
74.427
60.558
13.869
Uitbreidingsinvesteringen categorie A
65.010
228.993
29.322
199.671
Totaal geautoriseerde investeringen
139.198
303.420
89.880
213.540
7.400
6.407
1.816
4.591
146.598
309.827
91.696
218.131
Uitbreidingsinvesteringen categorie B Totaal investeringsprogramma 2011 Bedragen zijn in duizenden euro’s.
226
Wij hebben in 2011 voor een bedrag van 119,6 miljoen euro aan investeringsprojecten uit jaarsnede 2011 gerealiseerd. Daarnaast hebben we gewerkt aan investeringsprojecten uit voorgaande jaren.
1.2 Investeringsprogramma voorgaande jaren Investeringsprojecten nemen we in het jaar dat het project van start gaat op in de Programmabegroting. Omdat de projecten meestal meerdere jaren lopen, zijn niet alle projecten uit voorgaande jaren afgerond. In deze paragraaf geven we de stand van zaken weer met betrekking tot investeringsprojecten uit voorgaande jaren. Voor de nog lopende investeringsprojecten is uit voorgaande jaren is tot en met 2011 een bedrag van 757,6 miljoen euro geautoriseerd, verdeeld over 162,4 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen en 595,6 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen.
3.2.1 Vervangingsinvesteringen voorgaande jaren Geautoriseerd
Gerealiseerd
Restant ultimo
bedrag
bedrag
2011
Programma Beheer Openbare Ruimte
45.163
43.308
1.855
Beheer Openbare Ruimte (rioleringen)
17.934
17.934
0
7.910
5.799
2.111
918
624
294
Sport
10.297
9.969
328
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
79.077
38.462
40.615
1.062
972
90
162.361
117.068
45.293
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Cultuur
Vastgoed Totaal vervangingsinvesteringen jaarsnedes t/m 2010 Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben voor een bedrag van 117,0 miljoen euro aan vervangingsinvesteringen uit voorgaande jaren gerealiseerd. Voor de vervangingsinvesteringen uit voorgaande jaren resteert 45,4 miljoen euro budget.
Programma Cultuur Dit project bevat voornamelijk een branddetectie en meldsysteem en een bewakingssysteem met camera's. Het eerste deel is in 2010 grotendeels uitgevoerd. Het bewakingssysteem heeft vertraging opgelopen doordat eerst onderzoek is gedaan naar het totale beveiligingsconcept. In 2012 ronden we het project af.
Programma Sport In 2011 hebben we de herstructurering van de 1e en 2e fase van het gebied Maarschalkerweerd afgerond en hebben we hiermee de atletiekbaan, kunstgras voetbalveld en de accommodatiegebouwen gerealiseerd. Tevens hebben we de renovatie van de atletiekbaan Overvecht Noord en het kunstgrasveld van het Thorbeckepark gerealiseerd. Verder zijn we gestart met de verbouwing van de toegang van aquacenter Den Hommel en zijn renovatiewerkzaamheden van zwembad Krommerijn in volle uitvoering.
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek De actuele begroting is aangepast op basis van de voortgangsrapportage Masterplannen 2011, hierin zijn ook projecten BSO meegenomen. We hebben voor het Utrechts Stedelijk gymnasium nieuwbouw voor 16,3 miljoen euro gerealiseerd aan de Ina Boudier Bakkerlaan. Bij de nieuwbouw zijn ook binnenklimaatmaatregelen meegenomen. In 2011 hebben we een aantal grote projecten gerealiseerd waaronder de Kohnstammschool aan de Marislaan en de vervangende nieuwbouw aan de Kranenburgerweg 20. Daarnaast hebben we renovaties uitgevoerd aan het Beethovenplein en de Poortstraat. Aan maatregelen voor binnenklimaat is in 2011 ruim 2,5 miljoen euro uitgegeven binnen de diverse projecten. Er zijn een aantal projecten in de uitvoeringsfase, onder andere de Kranenburgerschool, 227
het Cluster Slotlaan (VSO Rotsoord) en de Driekoningenschool in de Meern. Het Cluster Europalaan voor drie VSO scholen nadert de uitvoeringsfase. Daarnaast zitten een aantal projecten in de voorbereidingsfase.
Programma Vastgoed De gerealiseerde uitgeven betreffen voorbereidingskosten Castellum Hoge Woerd (Leidsche Rijn), afronding van het project Liesbospark en deeluitgaven voor renovatie zwembad Kromme Rijn.
3.2.2 Uitbreidingsinvesteringen voorgaande jaren Voor de nog lopende investeringsprojecten uit voorgaande jaren is tot en met 2011 een bedrag van in totaal 595,6 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen geautoriseerd. Dit betreft voor 584,9 miljoen euro uitbreidingsinvesteringen categorie A en voor 10,7 miljoen euro uitbreidingsinvesteringen categorie B.
Uitbreidingsinvesteringen categorie A voorgaande jaren Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Leidsche Rijn Stationsgebied Cultuur
Geautoriseerd
Gerealiseerd
Restant ultimo
bedrag
bedrag
2011
338.028
138.030
199.998
41.067
22.802
18.265
167.900
46.859
121.041
8.603
6.806
1.797
Sport
11.369
10.020
1.349
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
16.956
13.370
3.586
950
72
878
584.873
237.959
346.914
Vastgoed Totaal uitbreidingsinvesteringen categorie A jaarsnedes t/m 2010 Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben in 2011 voor een bedrag van 237,9 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen categorie A uit voorgaande jaren gerealiseerd. Er resteert 346,9 miljoen euro budget voor deze projecten.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Het investeringsprogramma Bereikbaarheid is een meerjarig uitvoeringsprogramma. Zowel de voorbereidingsfase als deuitvoeringsfase beslaat vaak meerdere jaren. Autorisatie vragen wij niet op jaarlijkse basis, maar voor de voorbereiding en de uitvoering. De uitvoering van het programma kent mede als gevolg van de vele juridische planprocedures, een grillig en onvoorspelbaar verloop. In verband hiermee zijn projecten vertraagd en daarmee loopt het kasritme van geautoriseerde budgetten en realisatie uiteen. Tot en met 2010 heeft u onder meer budgetten verstrekt voor majeure projecten als 24 Oktoberplein, de uitvoering van de TOP 5 fietsroutes, de bereikbaarheid van het stationsgebied, P+R's en parkeergarages, incl. Vaartsche Rijn, de HOV tracés Om de Zuid, Zuidradiaal en de Noordradiaal, de Hoge Weidebrug, het fietsprogramma en de wijkverkeersplannen. Het merendeel van de uitgaven heeft betrekking op de diverse HOV tracés, de Hoge Weidebrug, transferia 's en de auto doorstromingsprojecten, 24 Oktoberplein, en de uitvoering van het programma's hoofdfietsroutes en wijkverkeersplannen.
Programma Leidsche Rijn In 2011 is de speeltuin gebouw 'Honk' in Vleuterweide en de vergroting van een aantal speelpleinen gerealiseerd. De nieuwbouw van school en gymzalen voor de Twaalfruiter (KC Zuid, Vleuterweide) is in volle gang, dat geldt ook voor het sportcomplex Rijnvliet (voorheen Strijkviertel). Het tijdelijk viaduct voor de verbinding Vleutenseweg wordt medio 2013 verwijderd, een half jaar na het verwijderen van de oude rijstroken van de A2.
228
Programma Stationsgebied Op het voorbereidingskrediet van 3,9 miljoen euro is 3,9 miljoen euro aan lasten verantwoord. Wij zullen dit krediet gelijktijdig met de uitvoeringskredieten Muziekpaleis afsluiten. Op het in 2006 voor de bouw Muziekpaleis beschikbaar gestelde krediet van 94,7 miljoen euro is tot met 2011 ruim 68,2 miljoen euro verantwoord. De voornaamste uitgaven betreffen de contractueel vervallen termijnen als gevolg van de overeenkomst met de aannemer voor 40,3 miljoen euro, honoraria architect en externe adviseurs 5,4 miljoen euro, interne rente 2,6 miljoen euro, verwerving grond 9,1 miljoen euro, leges 1,6 miljoen euro en overige kosten 9,2 miljoen euro. Op het aanvullende krediet Aanbesteding en gunning Muziekpaleis van 33,9 miljoen euro zijn in 2011 geen lasten verantwoord. Van het voorbereidingskrediet VO-DO nieuwe bibliotheek (2,2 miljoen euro) is 1,15 miljoen euro uitgegeven. Dit betreft voornamelijk plan- en proceskosten en het honorarium van de architect. Op het in 2009 verstrekte krediet Tracéwijziging Tram Stationsgebied van 33,2 miljoen euro zijn nog geen lasten verantwoord.
Programma Cultuur In 2011 zijn de atelierwoningen in Leidsche Rijn voor een bedrag van 1 miljoen euro gerealiseerd. Het project Stefanuskerk (verbouwing tweede fase) is in uitvoering en naar verwachting zal het gebouw in de zomer van 2012 geopend worden. Het Muziekhuis Loevenhoutsedijk is in 2009 gebruik genomen. De verbouwing aan het Witte Pand (gekoppeld aan het project Muziekhuis) heeft de afgelopen jaren vertraging opgelopen doordat het project afhankelijk is van de woningbouw door BAM. Inmiddels is de verbouwing van het project Witte Pand gestart. Verwacht wordt dat het Witte pand eind 2012 wordt opgeleverd. Van het restant budget is 0,961 miljoen beschikbaar voor cultuurinvesteringen in 2013 zoals opgenomen in de meerjarennota kapitaalgoederen maatschappelijk vastgoed 20112014.
Programma Sport In 2011 hebben we de nieuwbouw van de Turnhal Nieuw Welgelegen en de nieuwbouw voor de naschoolse opvang Fort Luna gerealiseerd. Het nieuwe sportcomplex op sportpark Zuilenselaan ter vervanging van sporthal Zuilen is bijna voltooid en wordt in 2012 opgeleverd. De renovatie van zwembad Krommerijn is in volle uitvoering.
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek De actuele begroting is aangepast op basis van de voortgangsrapportage Masterplannen 2011, hierin zijn ook projecten BSO meegenomen. In 2011 zijn hier een drietal projecten afgerond: onder andere de Meander (Centrumlaan De Meern) en St. Jan de Doper aan de Rijnhuizenlaan. Bij de Meander en St. Jan de Doper is ook buitenschoolse opvang gerealiseerd. Een deel van de kosten van de IBB laan/Stedelijk gymnasium (voorheen Meerstroomcollege) staan in deze realisatie. De verbouwing van de Willibrordschool aan de pastoor Ohllaan is gerealiseerd. De bouw van de St. Maarten school voor speciaal basisonderwijs in Vleuterweide is volop in uitvoering.
Programma Accommodatiebeleid Maatschappelijk Vastgoed Dit betreft voorbereidingskosten voor Cereol (Oog in Al).
229
Uitbreidingsinvesteringen categorie B voorgaande jaren Restant Projecten categorie B voorgaande jaren Herontwikkeling Alexander Numankade
Begroot
Geautori-
Realisatie
ultimo
bedrag
seerd bedrag
t/m 2011
2011
501
7.001
5.379
1.622
Fietsbrug De Gagel (Noorderpark)
3.200
2.900
568
2.332
Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen
3.701
9.901
5.947
3.954 -22
Fietsbrug Spinozabrug
3.000
0
22
17.500
0
0
0
300
0
0
0
9.500
0
0
0
250
0
0
0
13.036
0
0
0
900
0
0
0
44.486
0
22
-22
Planvoorbereiding bibliotheek Smakkelaarsveld
700
700
173
527
Totaal programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
700
700
173
527
Centrum Natuureducatie
5.343
135
135
0
Totaal programma Leidsche Rijn
5.343
135
135
0
54.230
10.736
6.277
4.459
HOV Overvecht t Goylaan en Socrateslaan 2x2 rijbanen Van Zijstweg 2x2 rijbanen Linksafverbod M.L. King-Pijperlaan NOUW LR Centrum Verkeersmaatregelen Harmelerwaard Totaal programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
Totaal uitbreidingsinvesteringen categorie B jaarsnedes t/m 2010 Bedragen zijn in duizenden euro’s. Wij hebben in 2011 voor een bedrag van 6,3 miljoen euro aan uitbreidingsinvesteringen categorie B uit voorgaande jaren gerealiseerd.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Het investeringsprogramma Bereikbaarheid is een meerjarig uitvoeringsprogramma. Zowel de voorbereidingsfase als de uitvoeringsfase beslaat vaak meerdere jaren. Autorisatie vragen wij niet op jaarlijkse basis, maar voor de voorbereiding en de uitvoering. In verband daarmee loopt het kasritme van geautoriseerde budgetten en realisatie uiteen. Voor de voorbereiding van de fietsbrug Spinozabrug zullen wij u bij de Berap 2012 voorstellen een budget vrij te geven. De projecten 't Goylaan / Socrateslaan en het Linksafverbod M.L. Kinglaan – Pijperlaan worden, samen met andere projecten die plaatsvinden op de verdeelring, afgezet tegen de plannen van het Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar. Voor het project van Zijstweg / Zuidradiaal wordt dit jaar gestart met een Definitief Ontwerp voor het hele tracé, behalve de autoinfra op de Van Zijstweg / M.A. Tellegenlaan. De definitieve inpassing van de NOUW hangt samen met de ontwikkeling van Leidsche Rijn Centrum. Het project Verkeersmaatregelen Harmelerwaard wordt door Woerden getrokken. Het project bevindt zich in de ontwerpfase.
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen Het project Herontwikkeling Alexander Numankade is gerealiseerd. Een deel van de investering wordt door het Utrechts Archief bekostigd. Het restantbedrag is benodigd ter dekking van de kosten van het Utrechts Archief.
230
Programma Onderwijs Tot en met 2011 hebben we 0,173 miljoen euro uitgegeven aan de planvoorbereiding voor de nieuwe centrale bibliotheek op het Smakkelaarsveld.
3.2.3 Totaal investeringsprogramma voorgaande jaren Soort investering
Geautoriseerd
Gerealiseerd
Restant ultimo
bedrag
t/m 2011
2011
Vervangingsinvesteringen
162.361
117.068
45.444
Uitbreidingsinvesteringen categorie A
584.873
237.959
346.914
Uitbreidingsinvesteringen categorie B
10.736
6.277
4.459
757.970
361.304
396.817
Totaal geautoriseerde investeringen voorgaande jaren Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Wij hebben tot en met 2011 voor een bedrag van 361,3 miljoen euro aan investeringsprojecten uit voorgaande jaren gerealiseerd. Er resteert 396,8 miljoen euro budget voor deze projecten.
3.3 Af te sluiten investeringsprojecten In onderstaand overzicht staan de investeringsprojecten die in 2011 fysiek gereed zijn gekomen. Per project worden de door u geautoriseerde bedragen afgezet tegen de daadwerkelijk gedane uitgaven. Hieruit blijkt dan of er een overschot of een tekort is op het betreffende project. Indien er op een project een tekort of overschot is dan wordt toegelicht hoe dit is ontstaan. Vervolgens wordt ook een voorstel gedaan voor de oplossing van het tekort dan wel de inzet van het overschot (bestedings- of dekkingsvoorstel). Uit het totaal van de staat van af te sluiten kredieten blijkt dat we voor 110,08 miljoen euro aan door uw gemeenteraad geautoriseerde investeringsprojecten afsluiten. Voor deze projecten is in totaal 72,8 miljoen euro aan werkelijke uitgaven gedaan. Dit leidt dus tot een onderschrijding van per saldo 39,3 miljoen euro. De bestemming hiervan is opgenomen in deze paragraaf.
231
Overzicht af te sluiten investeringsprojecten met bestedings- en dekkingsvoorstellen Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
483
600
-117
ting
Programma
Naam investeringsproject
1.
Sport
Speeltuin Fort Luna BSO
2.
Sport
Turnhal Nieuw Welgelegen
2.500
2.371
129
3.
Sport
Maarschalkerweerd
6.012
6.012
0
4.
Sport
Thorbeckepark
500
500
0
5.
Sport
Atletiekbaan Overvecht Noord
755
756
-1
220
220
0
Exploitatiebudget/ Reserve 65 Bestedings- of dekkingsvoorstel De hogere kapitaallasten worden gedekt door huurinkomsten. Overschot bestemmen voor laatste fase van de herstructurering sportpark Nieuw Welgelegen.
Kunstgrasveld DHC Tekort wordt gedekt in de exploitatiebegroting.
Sporttechnische inrichting 6.
Sport
sporthallen
Vanuit het Convenant Groen in Krachtwijken is een bijdrage voor dit project verstrekt van 0,35 miljoen euro. Per saldo is er een tekort van 7.
Onderwijs
Speeltuin Peltplantsoen
750
1.164
-414
14.935
15.306
-371
Stedelijk Gymnasium 8.
Onderwijs
(voorheen Meerstroomcollege)
0,064 miljoen euro, te dekken uit overschot Vleutenseweg. Tekort dekken uit overschot Trajectum College (0,278 miljoen euro) en overschot Meander (0,093 miljoen euro).
Stedelijk Gymnasium (Meerstroomcollege) 9.
Onderwijs
binnenklimaat
1.016
1.016
0
10.
Onderwijs
Marislaan Kohnstammschool
4.045
4.201
-156
11.
Onderwijs
Marislaan Kohnstammschool
300
300
0
Tekort dekken uit overschot Meander (0,156 miljoen euro) Overschot bestemd voor Marislaan (0,156 miljoen euro), Noodvoorziening Vleuterweide (0,196 miljoen euro) en USG de
12.
Onderwijs
De Meander Centrumlaan
1.893
1.448
445
Meerstroom (0,093 miljoen euro)
Binnenklimaat De Meander 13.
Onderwijs
Centrumlaan
110
110
0
14.
Onderwijs
BSO De Meander Centrumlaan
464
464
0
65
In deze kolom invullen of het overschot of tekort op het af te sluiten project onderdeel is van het resultaat 2011 (exploitatiebudget) danwel in een reserve zit. Ingeval het
resultaat van het af te sluiten project onderdeel is van een reserve, in deze kolom aangeven welke reserve het betreft. 232
Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
150
150
0
ting
Programma
Naam investeringsproject
15.
Onderwijs
Willibrord Pastoor Ohllaan
Exploitatiebudget/ Reserve 65 Bestedings- of dekkingsvoorstel
Overschot te bestemmen voor tekort speeltuin Peltplantsoen (0,064 miljoen euro) en tekort St. Jan de Doper (0,074 miljoen euro). Het restant overschot willen wij bestemmen voor de Duurstedelaan. In 16.
Onderwijs
Vleutenseweg dakrenovatie
435
163
272
17.
Onderwijs
project Duurstedelaan zijn onvoorziene kosten door asbestsanering.
Kranenburgerweg 20
3.712
3.564
148
18.
Overschot bestemd voor tekort St. Jan de Doper.
Onderwijs
Kranenburgerweg 20
139
139
0
19.
Onderwijs
Poortstraat 73 renovatie
1.890
1.890
0
Binnenklimaat Poortstraat 73 20.
Onderwijs
renovatie
130
130
0
21.
Onderwijs
BSO Poortstraat 73 renovatie
300
300
0
22.
Onderwijs
OBS Beethovenplein 2
892
883
9
70
70
0
425
425
0
825
1.047
-222
100
100
0
214
214
0
Overschot in te zetten voor Pagelaan
Binnenklimaat Beethovenplein 23.
Onderwijs
2
24.
Onderwijs
BSO Beethovenplein 2 St. Jan de Doper,
25.
Onderwijs
Rijnhuizenlaan
Tekort te dekken uit overschot Kranenburgerweg (0,148 miljoen euro) en overschot Vleutenseweg (0,074 miljoen euro)
Binnenklimaat St. Jan de 26.
Onderwijs
Doper, Rijnhuizenlaan St. Jan de Doper,
27.
Onderwijs
Rijnhuizenlaan BSO
Voor dit project is een bijdrage van 0,2 miljoen euro vanuit Convenant Groen in Krachtwijken en 0,084 miljoen euro van het schoolbestuur gekomen. Per saldo resteert een overschot van 0,278 miljoen euro. We Trajectum College Vader 28.
Onderwijs
29.
Onderwijs
Rijndreef
stellen voor dit in te zetten voor het tekort Stedelijk Gymnasium 8.209
8.215
-6
417
417
0
1.038
1.038
0
945
953
-8
(voorheen Meerstroomcollege).
Binnenklimaat Trajectum College Vader Rijdreef BSO Trajectum College Vader 30.
Onderwijs
Rijdreef
31.
Onderwijs
Pagelaan THV Duurstedelaan
Tekort komt ten laste van overschot OBS Beethovenplein
233
Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
25
25
0
381
381
0
ting
Programma
Naam investeringsproject
32.
Onderwijs
Duurstedelaan
33.
Onderwijs
Triogebouw binnenklimaat
Exploitatiebudget/ Reserve 65 Bestedings- of dekkingsvoorstel
BSO Pagelaan THV
Voor dit project is een bedrag van 0,085 miljoen euro in de vaste activa reserve beschikbaar. Per saldo resteert een tekort van 0,028 miljoen euro, deels te dekken uit overschot van vergroten 34.
Leidsche Rijn
Speeltuin Honk Vleuterweide
223
336
-113
speelpleinen (0,024 miljoen euro).
6.415
6.611
-196
Tekort dekken uit overschot Meander (0,196 miljoen euro).
Noodvoorziening Vleuterweide 35.
Leidsche Rijn
Het Balkon BSO Noodvoorziening
36.
Leidsche Rijn
Vleuterweide Het Balkon
700
700
0
37.
Leidsche Rijn
Vergroten speelpleinen
246
222
24
1.513
1.782
-269
Automatische inwinning 38.
Bereikbaarheid
verkeersgegevens
Overschot is ter dekking van tekort op speeltuin Honk Vleuterweide. Wij stellen voor dit bedrag te dekken ten laste van het project monitoring en onderzoek. Deze budgetten zijn opgenomen in het programma VERDER als dekking van de co financieringsbijdrage. Wij rapporteren hierover in
39.
Bereikbaarheid
Pakketstudie
40.
Bereikbaarheid
Verschonen eigen wagenpark
41.
Bereikbaarheid
3.141
0
3.141
100
0
100
0
0
0
2.200
2.200
0
Exploitatie het MPB.
Voorfinanciering Randstadspoor Vervangingsinvesteringen 42.
Bereikbaarheid
parkeren
Stedelijke Ontwikkeling
Herontwikkeling Alexander
43.
en Groen
Numankade
44.
Cultuur
Atelierwoningen Leidsche Rijn
45.
Beheer Openbare Ruimte NME-tuinen Het Zand elders
46.
Beheer Openbare Ruimte Centrum Natuureducatie
De afsluiting wordt in de eerst volgende technische wijziging 2012 opgenomen. Het resterende bedrag is benodigd om het door HUA 7.001
5.379
1.622
961
1.000
-39
292
292
0
135
135
0
42.881
42.881
0
17.934
17.934
0
Beheer Openbare Ruimte 47.
Beheer Openbare Ruimte voorgaande jaren Beheer openbare ruimte
48.
234
Beheer Openbare Ruimte (rioleringen) voorgaande jaren
Exploitatie bekostigde deel van de investering aan hen te vergoeden. Dekking uit restant broedplaatsenbeleid 2006.
Nr.
Geauto-
Gereali-
Overschot
toelich-
riseerd
seerd
(+) of
bedrag
bedrag
tekort (-)
16.141
21.415
-5.274
15.020
21.442
-6.422
169.183
176.901
-7.718
ting
Programma
Naam investeringsproject
49.
Beheer Openbare Ruimte Beheer openbare ruimte 2011
Exploitatiebudget/ Reserve 65 Bestedings- of dekkingsvoorstel Exploitatie + reserve Exploitatiebudgetten 2011 en reserve langcyclisch beheer.
Beheer openbare ruimte 50.
Beheer Openbare Ruimte (rioleringen) 2011
Totaal investeringsprojecten
Exploitatie Budgetten 2011 en daartoe gevormde voorziening.
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
235
Per af te sluiten project, indien van toepassing, de oorzaken van materiële verschillen tussen de actuele begroting en realisatie toelichten inclusief het bestedings- of dekkingsvoorstel.
Programma Sport 1.
De overschrijding op het nieuwe speeltuingebouw Fort Luna leidt tot hogere kapitaallasten, die gedekt worden door huurinkomsten van de buitenschoolse opvang.
2.
Bij de realisatie van de turnhal Nieuw Welgelegen is een overschot gerealiseerd van 0,129 miljoen euro. Wij stellen voor dit overschot in te zetten voor de laatste fase van de herstructuring sportpark Nieuw Welgelegen. Het betreft hier inrichting van het buitenterrein (parkeerplaatsen en tennisvelden).
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek 7.
Speeltuin Peltplantsoen 'Anansi'. Project is in opzet uitgebreid door de inbreng vanuit het Convenant Groen in Krachtwijken, waaruit een bijdrage is verkregen van 0,35 miljoen euro. Het project sluit dan met een tekort van 0,064 miljoen euro, te dekken uit overschot Vleutenseweg.
8.
Stedelijk Gymnasium (voorheen Meerstroomcollege) heeft nieuwbouw aan de I.B.B. Bakkerlaan gekregen. Het tekort is ontstaan door verschuiving van de oorspronkelijke bestemming als VMBO school, het stilleggen van heiwerk en asbestsanering. Wij stellen voor het tekort te dekken uit het overschot van Vader Rijndreef, (Ttrajectumcollege) en deels uit het overschot van de Meander, Centrumlaan.
10. Marislaan, Kohnstammschool. Tekort is ontstaan door onvoorzien werk aan dakconstructie en asbestsanering. Tekort dekken uit overschot de Meander. 12. De Meander, Centrumlaan. Het begroot meerwerk voor aansluiting aan bestaande school was niet nodig, waardoor een overschot ontstaan is. Overschot bestemmen voor: Stedelijk gymnasium (voorheen Meerstroomcollege), Marislaan en Noodvoorziening Vleuterweide. 16. Vleutenseweg 515, dakrenovatie. De onderhoudssituatie van het dak was van te voren ernstiger ingeschat dan is gebleken, waardoor uiteindelijke renovatie beduidend minder heeft gekost. Overschot bestemmen voor Cluster Duurstedelaan in verband met onvoorziene kosten (asbestsanering). 17. Kranenburgerweg 20. De eindafrekening is bij deze vervangende nieuwbouw meegevallen waardoor een overschot is ontstaan op de investering. 25. Rijnhuizenlaan, St. Jan de Doper. Tekort ontstaan in verband met asbestsanering. 28. Vader Rijndreef, VMBO Utrecht Noord, Trajectumcollege. Aanvullende dekking uit Convenant Groen in Krachtwijken (200) en een bijdrage van het schoolbestuur (84), waardoor een overschot is ontstaan van 0,278 miljoen euro.
Programma Leidsche Rijn 34. Speeltuingebouw Honk te Vleuterweide. Extra dekking van 85 in Vaste Activa Reserve. Restant tekort te dekken uit overschot vergroten speelpleinen Leidsche Rijn. 35. Noodvoorziening Vleuterweide Het Balkon. Tekort is ontstaan door onvoorziene rentecomponent op de grondaankoop en extra legeskosten. Tekort dekken uit overschot op de Meander, Centrumlaan. 37. Het project vergroten speelpleinen Leidsche Rijn heeft een overschot van 0,024 miljoen euro, we stellen voor dit te bestemmen voor het tekort op speeltuin Honk te Vleuterweide.
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit 38. Automatische inwinning verkeersgegevens Wij sluiten het project af op een bedrag van 1,782 miljoen euro. Er is een overschrijding van 0,269 miljoen euro. Wij stellen voor dit bedrag te dekken ten laste van het project monitoring en onderzoek. 39. Pakketstudie In de begrotingen 2007 t/m 2009 heeft u de budgetten geautoriseerd. Inmiddels zijn deze budgetten opgenomen in het programma VERDER als dekking van de co financieringsbijdrage VERDER. Daarom stellen wij voor deze budgetten nu af te sluiten en hierover te rapporteren in het MPB.
236
40. Verschonen eigen wagenpark In de begroting 2011 heeft u een budget beschikbaar gesteld van 1,0 miljoen euro gebaseerd op een projectraming van 1,0 miljoen euro. Het in 2007 vrijgegeven budget van 0,1 miljoen euro maakt daar onderdeel van uit. Wij stellen daarom voor dit budget van 0,1 miljoen euro af te sluiten. 41. Voorfinanciering Randstadspoor (33,3 miljoen euro) ProRail is verantwoordelijk voor de realisatie en de financiering van het Randstadspoor. In verband met de druk destijds op de MIT/begroting is in 2006 met de regiopartners afgesproken dat -om de uitvoering niet te vertragen- de investeringskosten zo nodig worden voorgefinancierd. Tot op heden zijn de uitvoeringskosten binnen de rijksbegroting gedekt en loopt er geen verzoek tot voorfinanciering en declaratie. Daarom stellen wij u voor de autorisatie af te sluiten. 42. Vervangingsinvesteringen parkeren In de begroting 2007 heeft u voor de vervanging van parkeerautomaten een budget vrijgegeven van 2,0 miljoen euro. In de Jaarstukken 2010, pagina 233, hebben wij gemeld dat voor dit gehele bedrag parkeerautomaten zijn aangeschaft. Wij hebben verzuimd om dit budget af te sluiten. Wij stellen daarom voor om dit budget bij de Jaarstukken 2011 af te sluiten.
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen 43. Het project Alexander Numankade is een renovatie /verbouwing en is conform begroting gerealiseerd. Een deel van de investering wordt door het Utrechts Archief bekostigd. Het restantbedrag is benodigd ter dekking van de kosten van het Utrechts Archief.
237
Deel 2 Jaarrekening
239
Hoofdstuk 4 Balans en programmarekening met toelichting
241
4.2 Balans Activa Vaste activa Materiële vaste activa
•
Investeringen met economisch nut
Financiële vaste activa
• • Leningen aan woningcorporaties • Leningen aan overige verbonden partijen Overige langlopende leningen • Uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar • Bijdrage aan activa van derden Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
Vlottende activa Voorraden
• • Onderhanden werk • Gereed product en handelsgoederen Grond- en hulpstoffen
Kortlopende vorderingen
• • Verstrekte kasgeldleningen • Overige vorderingen • Overige uitzettingen
Vorderingen op openbare lichamen
Liquide middelen
• Kas • Bank en Giro
Overlopende activa Totaal activa Bedragen zijn in duizenden euro’s.
242
Stand per
Stand per
31-12-2010
31-12-2011
1.265.392
1.306.756
944.251
996.898
944.251
996.898
321.141
309.858
5.968
6.010
28.140
16.927
6
4
52.106
52.504
226.043
225.095
8.878
9.318
215.915
182.650
46.991
8.631
1.202
1.149
45.383
7.026
406
456
104.783
111.688
41.464
46.384
0
0
63.310
65.294
10
10
3.752
8.048
280
241
3.472
7.807
60.389
54.283
1.481.307
1.489.406
Passiva Vaste passiva Eigen vermogen
• • Overige bestemmingsreserves • Saldo van de rekening van baten en lasten • Voorzieningen Algemene reserve
Langlopende schulden
• Obligaties • Onderhandse leningen van binnenlandse banken • Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven • Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren • Door derden belegde gelden
Stand per
Stand per
31-12-2010
31-12-2011
1.224.630
1.200.362
599.271
535.202
95.561
76.899
407.769
442.499
95.941
15.804
139.170
147.638
486.189
517.522
0
0
477.797
510.214
452
319
2.087
2.129
662
670
5.191
4.190
Vlottende passiva
256.677
289.044
Vlottende Schulden
90.141
148.424
0
0
19.000
83.000
71.141
65.424
166.536
140.620
1.481.307
1.489.406
Waarborgsommen
• • Kasgeldleningen • Overige kortlopende schulden Bank en giro
Overlopende passiva Totaal passiva Bedragen zijn in duizenden euro's.
243
4.2 Programmarekening Op de volgende pagina’s vindt u de overzichten van baten en lasten. In deze overzichten kunt u veel informatie vinden over de financiën van de gemeente in 2011. De tabel nominale Begroting 2011 geeft aan welke lasten (=kosten) en baten (= opbrengsten) uw gemeenteraad op 11 november 2010 geautoriseerd heeft voor 2011. De Programmabegroting 2011 was, conform de wettelijke bepalingen, sluitend. Dit komt tot uiting in het totaal van de kolom ‘Begrote bijdrage algemene middelen’. Deze is nul, dat wil zeggen dat alle middelen van de gemeente volledig zijn ingezet in de diverse programma’s, maar ook niet meer dan dat. Per programma is aangegeven: De lasten: de binnen het programma Begrote Kosten.
• • De baten: de binnen het programma Begrote Opbrengsten. • Het saldo: de lasten min de baten. • De begrote bijdrage uit de algemene middelen: de hoeveelheid geld die vanuit de algemene middelen aan het programma is toegevoegd. • Het resultaat voor bestemming: het saldo min de begrote bijdrage uit de algemene middelen. • De stortingen in de reserves: de hoeveelheid geld die in reserves wordt gedaan. • De onttrekkingen aan de reserves: de hoeveelheid geld die uit reserves wordt gehaald. • Het resultaat na bestemming: het resultaat voor bestemming min de stortingen in de reserves plus de onttrekkingen uit de reserves.
De tabel actuele Begroting 2011 is gelijk aan de nominale begroting plus alle daarna door uw gemeenteraad vastgestelde begrotingswijzigingen. De actuele begroting is daarmee de meest recente door uw gemeenteraad goedgekeurde Programmabegroting van 2011. De tabel realisatie 2011 geeft aan welke lasten en baten gerealiseerd zijn in 2011. Het resultaat na bestemming, dat wil zeggen nadat de onttrekkingen aan en stortingen in reserves hebben plaatsgevonden, bedraagt 16 miljoen euro voordelig. Dit betekent dat dit resultaat 16 miljoen euro hoger is dan in de actuele begroting. Een uitgebreide toelichting per programma op het behaalde resultaat is opgenomen in hoofdstuk 1, hiervan is een samenvatting opgenomen in hoofdstuk 4.7. De kostenoverschrijdingen in de Jaarstukken 2011 vallen binnen het kader begrotingsrechtmatigheid.
244
Nominale begroting 2011 Bijdrage Programma
Lasten
Baten
Saldo
Resultaat
algemene
voor
Storting
Onttrekking
Resultaat na
middelen
bestemming
reserves
reserves
bestemming 0
Jeugd
20.164
2.909
-17.255
17.255
0
0
0
Publieksdienstverlening
18.459
7.086
-11.373
11.427
54
54
0
0
129.796
34.952
-94.844
14.901
-79.943
19.894
99.837
0 0
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Stedelijke Ontwikkeling en Groen
88.648
86.088
-2.560
-2.834
-5.394
1.253
6.648
Krachtwijken
5.065
0
-5.065
1.340
-3.725
1.275
5.000
0
Leidsche Rijn
134.734
132.093
-2.641
2.641
0
0
0
0
Stationsgebied Beheer Openbare Ruimte
59.315
58.257
-1.058
1.058
0
0
0
0
163.238
87.052
-76.186
81.186
5.000
5.000
0
0
Veiligheid
54.575
500
-54.075
54.075
0
0
0
0
Cultuur
52.603
12.087
-40.517
37.750
-2.766
288
3.055
0
Sport
36.635
8.110
-28.526
28.146
-380
49
428
0
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
79.864
9.030
-70.834
73.164
2.330
5.383
3.053
0
Welzijn
81.193
2.669
-78.524
79.344
820
860
40
0
224.712
173.507
-51.206
49.801
-1.405
0
1.405
0
46.792
11.388
-35.404
32.255
-3.149
0
3.149
0
3.978
4.000
22
-22
0
0
0
0
25.207
66
-25.140
25.140
0
0
0
0
Wonen en monumenten
32.342
20.861
-11.481
11.046
-435
328
763
0
Milieu en Duurzaamheid
14.794
5.322
-9.472
9.083
-389
0
389
0
Economische Zaken
2.253
27
-2.226
2.226
0
0
0
0
Stadspromotie
2.312
0
-2.312
2.312
0
0
0
0
Diversiteit en Integratie
13.919
8.274
-5.645
5.645
0
0
0
0
Algemene Middelen en Onvoorzien
27.133
542.576
515.443
-535.092
-19.649
2.079
21.728
0
4.671
6.526
1.856
-1.848
8
8
0
0
1.322.403
1.213.381
-109.022
0
-109.022
36.471
145.493
0
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Volksgezondheid Vastgoed Lokale Democratie en Wijkgericht Werken
Algemene Ondersteuning Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
245
Actuele begroting 2011 Bijdrage Programma
Lasten
Baten
Saldo
Resultaat
algemene
voor
Storting
Onttrekking
Resultaat na
middelen
bestemming
reserves
reserves
bestemming 0
Jeugd
16.471
2.971
-13.500
11.612
-1.889
0
1.889
Publieksdienstverlening
19.348
6.951
-12.396
12.896
500
500
0
0
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
61.678
34.655
-27.023
21.622
-5.400
33.703
39.104
0
Stedelijke Ontwikkeling en Groen
105.834
104.937
-897
-5.973
-6.870
1.394
8.265
0
Krachtwijken
19.363
8.900
-10.463
1.306
-9.157
0
9.157
0
Leidsche Rijn
134.130
148.353
14.223
1.263
15.486
18.893
3.407
0
38.661
37.951
-710
1.246
536
536
0
0
161.331
83.336
-77.995
70.909
-7.086
5.000
12.086
0
Stationsgebied Beheer Openbare Ruimte Veiligheid
54.955
383
-54.573
53.913
-660
0
660
0
Cultuur
55.544
12.936
-42.608
38.417
-4.191
1.107
5.298
0
Sport
39.555
10.032
-29.523
29.385
-138
825
963
0
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
92.928
22.115
-70.813
77.787
6.974
14.625
7.651
0
Welzijn
85.816
2.654
-83.162
83.230
68
860
792
0
223.035
167.420
-55.615
47.709
-7.905
0
7.905
0
42.185
11.494
-30.691
29.813
-878
0
878
0
3.802
4.000
198
-198
0
0
0
0
26.465
66
-26.399
26.399
0
0
0
0
Wonen en monumenten
35.373
17.239
-18.134
9.645
-8.489
1.276
9.765
0
Milieu en Duurzaamheid
20.592
5.081
-15.512
8.623
-6.889
0
6.889
0
Economische Zaken
6.961
1.177
-5.785
2.004
-3.781
0
3.781
0
Stadspromotie
2.998
360
-2.638
2.312
-326
0
326
0
Diversiteit en Integratie
11.728
8.417
-3.311
3.011
-300
0
300
0
Algemene Middelen en Onvoorzien
31.572
560.482
528.909
-561.660
-32.751
9.079
41.830
0
Algemene Ondersteuning
44.341
6.827
-37.514
34.731
-2.783
987
3.770
0
1.334.667
1.258.737
-75.931
0
-75.931
88.784
164.715
0
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Volksgezondheid Vastgoed Lokale Democratie en Wijkgericht Werken
Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
246
Realisatie 2011 Bijdrage algemene
Resultaat voor
Storting
Onttrekking
Resultaat na
Programma
Lasten
Baten
Saldo
middelen
bestemming
reserves
reserves
bestemming
Jeugd
13.851
3.153
-10.698
11.612
914
0
1.889
2.802
Publieksdienstverlening
19.701
7.026
-12.675
12.896
221
500
0
-279
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
76.698
61.089
-15.610
21.622
6.012
25.728
19.979
263
110.332
123.740
13.408
-5.973
7.435
1.172
8.587
14.849
Krachtwijken
16.255
7.769
-8.485
1.306
-7.179
0
7.179
0
Leidsche Rijn
97.652
53.414
-44.238
1.263
-42.975
965
3.407
-40.533
Stedelijke Ontwikkeling en Groen
Stationsgebied
71.917
32.721
-39.196
1.246
-37.950
536
0
-38.486
170.528
94.268
-76.260
70.909
-5.351
5.000
13.142
2.790
Veiligheid
57.282
3.181
-54.102
53.913
-189
0
660
471
Cultuur
54.405
12.614
-41.791
38.417
-3.374
831
5.058
853
Sport
38.733
9.965
-28.768
29.385
617
824
1.554
1.347
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
94.759
25.693
-69.066
77.787
8.721
14.500
7.771
1.992
Beheer Openbare Ruimte
Welzijn Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Volksgezondheid Vastgoed
87.583
3.779
-83.804
83.230
-574
0
805
231
222.941
161.638
-61.303
47.709
-13.594
0
7.863
-5.731
42.586
12.895
-29.691
29.813
122
0
319
441
2.821
0
-2.821
-198
-3.019
0
78
-2.941
Lokale Democratie en Wijkgericht Werken
25.485
759
-24.726
26.399
1.673
0
0
1.673
Wonen en monumenten
33.003
21.270
-11.734
9.645
-2.089
1.102
9.515
6.324
Milieu en Duurzaamheid
3.610
450
-3.161
8.623
5.462
0
6.889
12.351
Economische Zaken
6.088
1.820
-4.268
2.004
-2.264
0
3.781
1.517
Stadspromotie
3.253
692
-2.562
2.312
-250
0
326
76
Diversiteit en Integratie
12.916
9.229
-3.688
3.011
-677
0
300
-377
Algemene Middelen en Onvoorzien
37.309
598.330
561.021
-561.660
-639
14.844
43.917
28.435
Algemene Ondersteuning
23.071
13.292
-9.779
34.731
24.952
987
3.770
27.735
1.322.781
1.258.786
-63.995
0
-63.993
66.989
146.788
15.804
Totaal
Bedragen zijn in duizenden euro’s, + = voordeel, - = nadeel.
247
4.3 Waarderingsgrondslagen Materiële vaste activa De materiële vaste activa met economisch nut worden gewaardeerd op grond van de aanschafwaarde, verminderd met ontvangsten van derden en afschrijvingen. De afschrijvingen vinden plaats volgens de annuïtaire en lineaire methode. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de vastgestelde tabellen. De mva met maatschappelijk nut worden niet geactiveerd. Afschrijvingstabel GebruiksMateriële vaste activa
Nut
Methode
duur (jaren)
n.v.t.
Gronden en Terreinen 20010
Gronden en Terreinen
economisch
niet
20020
Parkeerterreinen
economisch
lineair
10
20030
25% van de cascowaarde ondergrondse parkeergarage
economisch
niet
n.v.t.
20090
Gronden en terreinen Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Woonruimten 21010
Woonruimten
economisch
annuitair
40
21090
Woonruimten Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Bedrijfsgebouwen 22010
Bedrijfsgebouwen (aankoop)
economisch
annuitair
40
22020
Parkeergarages
economisch
annuitair
30
22030
Bedrijfsgebouwen (restauratie, levensduurverlengend)
economisch
annuitair
20
22040
Bedrijfsgebouwen (onderhoudsachtig)
economisch
annuitair
10
22090
Bedrijfsgebouwen Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 23510
Aanleg vervanging herstel riolen
economisch
annuitair
40
23520
Aanleg en Inrichting sportterreinen
economisch
annuitair
30
23530
Aanleg en Inrichting toplaag sportvelden
economisch
annuitair
15
23590
Grond-, weg- en waterbouw Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
5
Vervoermiddelen 24010
Vervoermiddelen (personen)
economisch
lineair
24020
Vervoermiddelen
economisch
lineair
8
24030
Vervoermiddelen
economisch
lineair
10
24040
Vervoermiddelen
economisch
lineair
15
24090
Vervoermiddelen Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Machines en installaties 25010
Machines, gereedschappen, werktuigen etcetera
economisch
lineair
5
25020
Apparatuur Parkeren
economisch
lineair
7
25030
Installaties Parkeren
economisch
lineair
8
25040
Machines Installaties in gebouwen
economisch
annuitair
10
economisch
niet
n.v.t.
Machines, gereedschappen, werktuigen Lopende 25090
248
Investeringen
GebruiksMateriële vaste activa
Nut
Methode
duur (jaren)
Machines en installaties (vervolg) 26010
ICT grootschalig, hardware
economisch
annuitair
7
26020
ICT kleinschalig, hardware
economisch
lineair
5
26090
Lopende Investeringen machines en installaties
economisch
niet
n.v.t.
Overige materiële vaste activa (mva)
(jaren)
26011
ICT grootschalig, software
economisch
annuitair
7
26021
ICT kleinschalig, software
economisch
lineair
5
Collectie Bibliotheek
economisch
niet
n.v.t.
29010
Overige mva met economisch nut Inventaris (bureaus 29920 29991
stoelen, kasten)
economisch
lineair
10
Overige mva, ondergrondse betonputten
economisch
lineair
20
Overige mva Lopende Investeringen
economisch
niet
n.v.t.
Contractueel overeengekomen kasstromen met betrekking tot de afkoop van erfpachten worden gewaardeerd tegen een rentepercentage dat: voor de duur van de overeenkomst ongewijzigd blijft;
• • gelijk is aan het omslagrentepercentage geldend in het jaar waarin de overeenkomst wordt gesloten. Financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen leningen, verstrekt aan derden (vooral woningbouwcorporaties), worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen, evenals effecten worden gewaardeerd tegen de kostprijs. Indien deze zaken duurzaam in waarde verminderen, wordt de waarde navenant aangepast. Voorraden De voorraad gereed product en handelsgoederen is gewaardeerd tegen marktprijzen. De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen kostprijs en verminderd met de al ontvangen voorschotten. De kostprijs bestaat uit directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en interest. Voor winstneming op projecten wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de winsten pas genomen worden op het moment dat er voldoende zekerheid bestaat over het resultaat. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. Tevens zijn alle in exploitatie genomen bouwgronden hieronder verantwoord. Kortlopende vorderingen Vorderingen worden tegen de nominale waarde gewaardeerd, onder vermindering van de voorziening dubieuze debiteuren. Uitzettingen Hieronder worden de beleggingen verantwoord die, anders dan langlopende effecten, op korte termijn (korter dan een jaar) zijn om te zetten in liquide middelen. Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking en worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende activa De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op 2012, maar al in 2011 zijn voldaan, nog te ontvangen bedragen voor 2011 en overige overlopende activa. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves en bestemmingsreserves, evenals het saldo van de rekening van baten en lasten.
249
Voorzieningen Onder de voorzieningen zijn opgenomen de, op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Hier zijn tevens de van derden ontvangen (verplicht te besteden) bijdragen opgenomen. Langlopende schulden Onder de langlopende schulden worden verstaan de schulden met een oorspronkelijke looptijd van twee jaar of langer. Opgenomen is het oorspronkelijk geleende bedrag minus de aflossingen. Vlottende passiva De vlottende passiva worden tegen de nominale waarde gewaardeerd. Overlopende passiva De posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op 2012, maar al in 2011 zijn ontvangen, nog te betalen bedragen voor 2010 en overige overlopende passiva.
4.4 Toelichting op de balans Materiële vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut
Boekwaarde 31-12-2010
Afschrijvingen
Bijdragen
Des /
Boekwaarde
van derden
investeringen
31-12-2011
Gronden en terreinen
204.717
838
0
2.461
206.340
Bedrijfsgebouwen
468.002
15.029
1.883
58.773
509.863
9.867
2.242
35
914
8.504
72.351
16.102
0
16.522
72.771
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Grond, weg- en waterbouwkundige werken
60.827
3.058
17.549
23.828
64.048
Overige materiële activa
128.487
5.070
3.190
15.145
135.372
Totaal
944.251
42.339
22.657
117.643
996.898
Bedragen zijn in duizenden euro’s. In 2011 is ruim 118 miljoen euro geïnvesteerd in materiële vaste activa. Daartegenover stonden 43 miljoen euro aan afschrijvingen en 22 miljoen euro aan bijdragen van derden. Per saldo namen de materiële vaste activa daardoor toe met bijna 52 miljoen euro. De belangrijkste investeringsprojecten die in 2011 zijn afgesloten zijn:
250
Omschrijving
Bedrag
Riolering 2011
21.443
Utrechts Stedelijk Gymnasium (USG)
16.322
Trajectum College VMBO Utrecht-Noord
9.670
Vorstelijk complex
9.625
Noodvoorzieningen Vleuterweide
7.311
Herontwikkeling Alexander Numankade
5.379
Marislaan Kohnstammschool
4.501
Kleedkamers Sport
4.408
Schone Lei Sportcampus
4.054
Vervanging Parkeerautomaten 2010
3.930
Kranenburgerweg, de Pels
3.703
Schone Lei KC Noord
2.526
Turnzaal Nieuw Welgelegen
2.371
Renovatie Poortstraat 73 (Jenaplan Wittevrouwen)
2.320
De Meander, Centrumlaan
2.022
Werkzaamheden Domplein Deel 1
1.387
Beethovenplein 2 Johan de Wittschool
1.378
Uitbreiding St. Jan de Doper (Rijnhuizenlaan 2
1.361
Ondergrondse containers c.a. ten behoeve van afvalinzameling
1.304
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Met betrekking tot nog lopende investeringsprojecten is voor bijna142 miljoen euro geactiveerd. Onderstaand zijn de belangrijkste projecten nader gespecificeerd. Omschrijving
Bedrag
Stadskantoor
12.776
Realisatie Kindercluster Zuid
7.015
Sportcomplex Zuilenselaan
4.599
SBO school+gymzaal Vleuterweide
2.011
Renovatie Krommerijn
2.666
Parkeergarage Centrum Maliebaan
2.508
Ridderlaan 4, J.W. van de Meeneschool
2.301
Sportpark Thorbeckelaan (Trendpark)
2.311
Vervangende Nieuwbouw Ten Veldestr.98, Apollo 11
937
Cluster Duurstedelaan
2.195
Museum Oud-Amelisweerd
2.030
Cluster Ten Veldestraat 96+2 gymzalen Ten Veldestraat 94
679
Renovatie Maarschalkerweerd
1.849
Rolstoelen en scootmobielen
1.824
Wijkgezondheidscentrum 't Zand
1.816
Bouw bibliotheek
1.157
De twaalfruiter
1.043
Vervanging parkeerautomaten 2011 Muziekpaleis
1.021 72.115
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
251
Financiële vaste activa Omschrijving Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Leningen aan woningbouwcorporaties
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
5.969
6.010
28.140
16.927
Leningen aan overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Uitzettingen met een rentetypische looptijd van > 1 jaar Bijdrage aan activa van derden Totaal
6
4
52.106
52.504
226.043
225.095
8.878
9.318
321.141
309.858
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Kapitaalverstrekking aan deelnemingen De opbouw van de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn als volgt. Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
NV Bank Nederlandse Gemeenten
77
77
BV Muziekcentrum
16
16
Omschrijving
Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel Vitens BV GEM Vleuterweide CV
2
2
36
36
1.725
1.725
GEM Vleuterweide Beheer BV
9
9
Gemeente Vleuten-De Meern zelfstandig BV
18
18
Houdstermaatschappij Remu
47
47
6
6
2.086
2.129
903
903
Utrecht Vernieuwt
18
18
Coöperatie Wigo4it
25
25
Wijkontwikkelingsmaatschappij Kanaleneiland
1.000
1.000
Totaal
5.969
6.010
Houdstermaatschappij GCN Wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok Utrechtse Maatschappij voor Stadsherstel NV
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Leningen woningbouwcorporaties Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
Amnis
5.106
4.868
Bo-Ex
1.728
1.688
15.713
5.272
218
189
Juliana
2.004
1.540
Utrechts Restauratiefonds
3.371
3.371
28.140
16.928
Omschrijving
Mitros KABU
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. 252
De leningen aan woningcorporaties zijn merendeels gerelateerd aan erfpachten. Dit geldt niet voor 5,3 miljoen euro aan leningen aan Mitros die een overblijfsel zijn van de leningen aan het voormalig gemeentelijk woningbedrijf. Op deze laatste portefeuille heeft Mitros in 2011 ruim 7 miljoen euro contractueel afgelost. Overige langlopende leningen De belangrijkste leningen zijn aan erfpacht gerelateerde leningen Hoog Catharijne, Leningen verstrekt door Stimuleringsfonds Utrecht en Memid BV. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Ultimo 2011 is er totaal 225 miljoen euro langjarig belegd (175 miljoen euro tot 2013 en 50 miljoen euro tot 2016) bij een tweetal banken met een AAA-rating. Daarnaast is er nog een belegging van 0,07 miljoen euro bij het Grootboek Nationale Schuld en worden op deze post ook enkele waarborgsommen verantwoord. Bijdrage aan activa van derden De gemeente kan bijdragen aan activa van derden activeren als: Er sprake is van een investering door een derde.
• • De investering bijdraagt aan de publieke taak. • De derde zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op de overeengekomen wijze. • Bij in gebreke blijven de bijdrage kan worden teruggevorderd of recht kan doen gelden op het betreffende activa. De gemeente heeft aan derden de onderstaande investeringsbijdragen verstrekt: Stand Omschrijving Museum Van Speelklok tot Pierement
Stand
31-12-2010
Vermeerdering
Afschrijving
31-12-2011
555
0
78
477
Theater St. Zimihic (Huis voor amateurkunst)
131
0
15
116
Werkruimten Draaiweg
127
0
12
115
Mil. Barak Fort Blauwkapel
203
0
22
181
Klein Geertekerkhof 6
65
0
7
58
Volkstuin Gageldijk
35
0
3
32
1.173
0
117
1.056
Kinderopvang
604
0
50
554
Werkruimten Mariëndaalstraat
148
0
12
136
3.463
0
105
3.358
Peuteropvang / voorscholen
Aanpassing Stefanuskerk Werkruimte Kokerloods
270
0
21
249
Loevenhoutsedijk en atelierwoningen
693
0
0
693
1.411
0
101
1.310
0
1.000
17
983
8.878
1.000
560
9.318
Nieuw Welgelegen Atelierwoning Leidsche Rijn Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Voorraden Onderhanden werk Het saldo onderhanden werk betreft de saldi van de lopende grondexploitaties, de gronden en panden die op korte termijn worden opgenomen in een grondexploitatie en de door derden gefinancierde investeringsprojecten. Jaarlijks wordt het verschil tussen de lasten en baten aan deze posten toegevoegd of onttrokken. Bij de afsluiting van de grondexploitatie of het project wordt het saldo als resultaat genomen. Met ingang van 2007 worden, conform de voorschriften BBV, de getroffen risicovoorzieningen in mindering gebracht op het saldo van de betreffende grondexploitatie.
253
Omschrijving Grondexploitatie Leidsche Rijn Grondexploitatie Stationsgebied Grondexploitaties binnenstedelijk Strategische verwerving / voorraadfunctie Projecten overig Voorziening grondexploitatie Leidsche Rijn
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
151.267
143.038
-35.607
-42.979
-1.741
19.384
242
229
4.071
4.327
-57.600
-96.475
Voorziening grondexploitatie Stationsgebied
0
0
Voorziening grondexploitatie binnenstedelijk
-15.249
-20.497
45.383
7.027
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
De geactiveerde uitgaven met betrekking tot de grondexploitaties Leidsche Rijn, Stationsgebied en binnenstedelijke complexen. Boekwaarde Voorzieningen verlies-
Boekwaarde 31-12-2010
Investeringen
Inkomsten
31-12-2011
latend complex
151.267
48.591
56.821
143.038
96.475
-35.607
26.059
33.431
-42.979
0
Transferium Lage Weide
-7.964
8.357
393
0
Pedagogenbuurt
0
Grondexploitaties Leidsche Rijn Stationsgebied Binnenstedelijk
-2.489
1546
-943
Meerstroom Woningen
-1547
1.316
-231
0
Maliesingel
3.054
-165
3.219
Centrum Kwadrant Overvecht
8.287
-675
8.962
Ontwikkeling Voordorp Zuid Dichterswijk West Hart van Hoograven
0
1.998
-1.667
3.665
-13.845
853
-14.698
1.201
-3.580
-1.431
-2.149
999
WOP Hoograven
2.305
-127
2.432
2.432
As van Kanaleneiland
4.966
-1.590
6.556
2.797
WOP Zuilen
2.579
-124
2.703
2.700
Van Heukelomlob
1.582
-2.551
4.133
1.335
Talmalaan
-5.570
-236
-5.334
Oudenrijn West
-1.883
Kern Vleuten Kop van Lombok Centrumplan de Meern Ledig Erf Hoogstaat
4.333
-2.217
1.788
4.000
-1.141
2.929
0
-1.001
1.001
-108
-1.081
973
3.637
2.074
1.563
231
-753
984
984
2.929
1.563
Overige projecten
4.819
-46
113
4.660
3.557
Totaal binnenstedelijk
-1.741
15.173
-5.951
19.384
20.497
Bedragen zijn in duizenden euro's.
254
Gronden niet in exploitatie
Boekwaarde
Inves-
Desinves-
Naar gronden
Boekwaarde
31-12-2010
teringen
teringen
in exploitatie
31-12-2011
Strategische verwervingen Aankoop OPG
0
492
-492
0
Tussen de rails/maarschalkerweerd
0
88
-88
0
Aankoop burgemeester Verderlaan
0
133
-133
0
Rijnenburg grasland
0
184
-184
Van Sijpesteijnkade 1-3
96
Totaal strategische verwervingen
96
-21 897
0 75
-21
-897
75
Voorraadfunctie Zeedijk 31-32 Diverse kleine objecten Totaal voorraadfunctie
144
8
2
99
-25
-73
152 2
146
107
-25
-73
154
Anticiperende verwervingen Overste den Oudenweg Zijdebalenstraat Grond bij Wilhelminalaan 3 en 5
1791
86
1.877
472
22
494
1157
59
1.216
3.420
167
Totaal anticiperende verwervingen
0
0
3.587
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Kortlopende vorderingen Vorderingen op openbare lichamen Dit betreft nagenoeg geheel de met de fiscus te verrekenen BTW (ruim 45 van de 46,384 miljoen euro).
Overige kortlopende vorderingen Dit betreft het openstaande debiteurensaldo.
Omschrijving Bijstandsdebiteuren Voorziening dubieuze bijstandsdebiteuren Overige debiteuren
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
34.221
34.041
-25.915
-24.755
59.366
62.009
Voorziening dubieuze overige debiteuren
-4.362
-6.001
Totaal
63.310
65.294
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
255
Overlopende activa Omschrijving
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
Geldstromen onderweg Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa Totaal
108
521
7.521
6.811
48.375
44.796
4.385
2.155
60.389
54.283
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Vooruitbetaalde bedragen Het bedrag van 6,811 miljoen euro moet in de toekomstige jaren (ná 2011) nog ten laste van de exploitatie worden gebracht. Het betreft voornamelijk kosten of nog niet vervallen termijnen die vooruit werden betaald zoals contractueel overeengekomen is, zoals huurtermijnen. Nog te ontvangen bedragen Dit betreft posten die na balansdatum nog worden afgerekend, gefactureerd of verrekend. Ook hier geldt dat naast een aantal grote posten een veelvoud aan kleinere is verantwoord. De belangrijkste posten zijn 5,6 miljoen euro rente op verstrekte geldleningen (een jaarlijks terugkerende post omdat contractueel is vastgelegd dat de rente één maal per jaar wordt betaald) en 6,3 miljoen euro te ontvangen in verband met de erfpachtcanons Hoog Catharijne. Omschrijving
Bedrag
Overlopende rente uit uitstaande leningen
5.550
VRU
1.096
Canons Hoog Catharijne
6.295
BRU
750
OV-verbeterprojecten
1.846
Portaal Cultuurcampus
1.943
Provincie Utrecht
2.093
Overige posten
25.223
Totaal
44.796
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Eigen Vermogen Reserves Stand per Omschrijving Algemene reserves Dienstbedrijfsreserves
Resultaat
Stand per
31-12-2010
Toevoeging
Onttrekking
2011
31-12-2011
134.374
9.608
75.276
63.831
132.538
-614
699
-10.321
-1.946
8.461
-38.200
0
0
-25.900
-64.100
95.561
10.307
64.955
35.985
76.899
Bestemmingsreserves
407.769
51.378
76.604
59.956
442.500
Totaal reserves
503.330
61.685
141.559
95.941
519.398
Dienstbedrijfsreserves grondexploitaties Totaal algemene reserve
Bedragen zijn in duizenden euro’s. 256
Bovengenoemde stortingen in en onttrekkingen aan reserves zijn in overeenstemming met de door de gemeenteraad genomen besluiten. Algemene reserves De algemene reserves bestaat uit 2 onderdelen; de algemene reserve en de algemene dekkingsreserve. In 2008 zijn diverse tijdelijke stallingposten uit de algemene reserve geëlimineerd. De reserve is daarmee teruggebracht tot de zuivere vorm van gemeentebreed weerstandsvermogen. De noodzakelijke hoogte daarvan wordt jaarlijks bepaald in de risicoparagraaf bij de programmabegroting. Renteopbrengsten van de algemene dekkingsreserve worden aangewend als algemeen dekkingsmiddel van de programmabegroting. Het resterende deel fungeert als tijdelijke stallingsplaats voor concernbrede reserves waaronder egalisaties van de meerjarenraming. Dienstbedrijfsreserves Deze reserve vervult, binnen de budgetregels, de eerste beperkte achtervang voor risico's die de diensten lopen over de apparaatskosten en vormt daarmee het weerstandsvermogen van de afzonderlijke diensten. Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie De vorming van de voorziening voor de te verwachten negatieve grondexploitaties Leidsche Rijn is ten laste gebracht van dit onderdeel van de algemene reserve. Bestemmingsreserves Boekwaarde 31-12-2010
Boekwaarde
Veiligheid
1.057
1.015
Economische Zaken
2.827
4.213
21.032
21.688
Cultuur
8.873
4.622
Welzijn
1.751
841
Sport
5.334
6.554
Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid
1.397
0
Volksgezondheid
6.148
7.313
28.126
23.692
3.058
8.614
12.185
9.605
5.500
5.500
31.230
0
494
0
92.251
123.239
1.206
1.152
-261
8
270
0
Integratie en diversiteit
0
0
Stadspromotie
0
0
Utrecht Vernieuwt
14.119
12.327
Algemene Middelen
20.344
10.024
7.799
9.256
Programmareserve
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
Wonen en monumenten Beheer Openbare Ruimte Stedelijke Ontwikkeling en Groen Leidsche Rijn Stationsgebied Milieu en Duurzaamheid Bereikbaarheid Accommodatiebeleid maatschappelijk vastgoed Publieksdienstverlening Jeugd
Algemene Ondersteuning Bestemmingsreserves voor toekomstige vaste activa
31-12-2011
32.823
-100
Vaste activareserves
110.208
192.936
Totaal bestemmingsreserves
407.769
442.499
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Voor een toelichting per programmareserve verwijzen wij u naar de financiële bijlagen.
257
Voorzieningen Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
51.590
82.208
Omschrijving Risicovoorzieningen Egalisatievoorzieningen Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Totaal
9.566
8.201
78.014
57.228
139.170
147.638
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Voor een toelichting per voorziening verwijzen wij u naar de financiële bijlagen. Risicovoorzieningen Risicovoorzieningen hebben betrekking op gekwantificeerde risico's, niet zijnde de risico's over de apparaatskosten. De grootste voorzieningen per 31 december 2011zijn: Stationsgebied: 57,7 miljoen euro.
• • Binnenstedelijke grondexploitaties: 37,0 miljoen euro, waarvan 20,5 miljoen in mindering is gebracht op de waardering onder handen werk.
Egalisatievoorzieningen Onder deze noemer worden de voorzieningen verantwoord die zijn ingesteld om de lasten aan een aantal opeenvolgende jaren te kunnen toerekenen. Enkele grote egalisatievoorzieningen zijn: Onderhoudsvoorziening: 2,8 miljoen euro.
• • Wethouderspensioenen: 3,9 miljoen euro.
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Dit zijn gelden die nog niet zijn besteed maar die onder strikte voorwaarden zijn verkregen van derden, zoals rijks- of provinciale overheid. Deze gelden zijn in 2011 met 20 miljoen euro afgenomen met als belangrijkste mutatie het BORfonds min 18 miljoen euro, ISV- gelden min 3,7 miljoen en plus VINEX/FES 8,6 miljoen euro. Enkele grote bestemmingsbedragen per 31 december 2011 zijn: ISV: 16,4 miljoen euro;
• • BOR-fonds: 17,4 miljoen euro; • Luchtkwaliteit: 7,6 miljoen euro; • BLS-gelden: 4,4 miljoen euro; • VINEX/FES: 8,6 miljoen euro.
Langlopende schulden Onderhandse leningen van binnenlandse banken De onderhandse leningen zijn opgenomen bij diverse banken.
Omschrijving Diverse leningen bij banken
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
477.797
510.214
Bedragen zijn in duizenden euro’s. In 2011 is het renterisico op de lange financieringsbehoefte voor 40 miljoen euro afgedekt met een renteswap. Bij deze renteswap betaalt de gemeente gedurende de looptijd de lange rente (3,668% ) en ontvangt de variabele rente (6maandsEuribor). In combinatie met deze swap werd voor genoemde bedrag een lening aangetrokken waarbij de gemeente 6-maandsEuribor betaalt.
258
Op bestaande leningen werd contractueel 7,6 miljoen euro afgelost. De rentelast op bovengenoemde langlopende leningen bedroeg in 2011 ruim 10 miljoen euro. Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven Onder deze post zijn de leasecontracten voor 0,194 miljoen euro en de latente betalingsverplichting voor zekerheidsstelling voor een lening aan de Stichting Wittevrouwen Bolwerk ter hoogte van 0,125 miljoen euro verantwoord. Onder de financiële vaste activa is hiervoor eenzelfde bedrag verantwoord. Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren Dit betreft de leningen van de wijkontwikkelingsmaatschappij Lombok voor 2,129 miljoen euro. Door derden belegde gelden De beleggingen door derden betreft het Personeelsfonds ter hoogte van 0,7 miljoen euro. Waarborgsommen De waarborgsommen per 31 december 2011 betreffen. boekwaarde
boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
Intentie-overeenkomsten in Leidsche Rijn
2.778
1.734
Zekerstelling bij verhuur van panden
1.723
1.856
690
600
5.191
4.190
boekwaarde
boekwaarde
31-12-2010
31-12-2011
Vooruit ontvangen bedragen
68.480
66.389
Nog te betalen bedragen
72.970
53.383
Omschrijving
Overige waarborgen Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Vlottende schulden Overige kortlopende schulden Dit betreft het saldo van de openstaande crediteuren per ultimo 2011.
Overlopende passiva Omschrijving
Geldstromen onderweg Overige overlopende passiva Totaal
628
1.263
24.459
19.585
166.536
140.620
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
259
Vooruit ontvangen bedragen Dit betreft een groot aantal posten zoals investeringsbijdragen, recettes cultuurdiensten, subsidies etcetera. Omschrijving
Bedrag
Vooruitontvangen andere overheden
47.611
Ontvangen voorschotten onderhanden werk derden
12.294
Recettes
1.389
Vooruit ontvangen Europese subsidie
4.222
Overig
873
Totaal
66.389
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Saldo Vooruitontvangen andere overheden
31-12-2010
Saldo Stortingen
Onttrekkingen
31-12-2011
Topper Lage Weide / Revitalisering bedrijventerreinen
1.557
0
381
1.177
Bodemsanering Nedereindse Plas
3.588
0
369
3.219
Woningbouwprojecten Senter Novem
8.526
0
4.787
3.739
Quik win Lage Weide BRU(Bor-fonds)
395
0
395
0
3.460
555
624
3.391
ISV III
8.912
5.225
3.103
11.064
FES 3
14.438
0
0
14.438
RAP/SFBW subsidies
Ondiep
842
90
0
932
Kanaleneiland
0
318
0
318
Overvecht
0
901
0
901
Civitas
0
1.620
0
1.620
Segment/URB-AL
0
171
0
171
Award distribution
0
6
0
6
BLS functieverandering
0
2.917
0
2.917
KPWBS Centrumgebied Kanaleneiland
0
200
0
200
Wijkeconomie Klein Onderschap
0
668
0
668
Bedrijventerrein Overvecht
0
114
0
114
Utrechts Techniek talent
0
38
0
38
Zachte Landingsgelden Pieken
0
383
0
383
Grotestedenbeleid (GSB) +RWS
0
50
0
50
Lage Weide Sculpture on Lands End
0
22
0
22
Wijkverkeersplannen Amendement Verburg-Bussemaker
0
7
0
7
81
28
29
80
RMC Leerplicht
222
0
222
0
Middelen SHV
170
0
170
0
RMC Voortijdig schoolverlaters 2006-2007
270
0
270
0
RMC Voortijdig schoolverlaters 2007-2011
514
875
893
496
NOC NSF Kwalificatieplicht achttien jarigen Project Amsterdamsestraatweg
0
130
61
69
196
1.561
1.418
339
90
0
90
0
Opvoedbureau
280
0
0
0
Vooruitontvangen Jongerenloket
437
0
437
0
1.794
0
468
1.324
Vooruitontvangen BDU-SIV Inburgering G31 Begeleid werken (Ministerie van SZW)
26
0
0
26
Wrap around care
0
300
0
300
Nazorg bij jeugdzorg
0
114
0
114
260
Saldo Vooruitontvangen andere overheden Aanvullende hulpverlening soa/Sense jongerenspreekuren
31-12-2010
Saldo Stortingen
Onttrekkingen
31-12-2011
179
0
63
116
Landelijke implementatie Vaccinatie risicogroepen
64
85
96
53
Veldonderzoek
25
90
112
3
TBC-screening ten behoeve van DJI
17
12
0
29 0
Europees monitoringproject Euro Urhis2
50
0
50
BDU CJG Prenatale voorlichting
225
0
225
0
VoorZorg, betere kansen voor de Utrechtse Jeugd
177
183
57
303
Uitstapprojecten Prostitutie
17
119
136
0
VWS M&G artsen
91
500
427
164
Gezond gewicht Ondiep
20
0
20
0
Curatieve soa-zorg
56
1148
1174
30
China onder de Dom
3
59
57
5
Participatiebudget
0
2.702
0
2.702
HAP bus
0
25
0
25
46.722
21.246
16.134
51.833
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Nog te betalen bedragen
Een fors deel van de restpost van 52 miljoen euro betreft in 2011aangegane verplichtingen en al uitgevoerde werken waarvan de factuur op balansdatum nog niet was ontvangen. Omschrijving
Bedrag
Overlopende rente
7.564
Lopende investeringen
1.698
Belastingdienst BTW-compensatiefonds / OB'68 Loonheffing en premies Sociale Zaken en Werkgelegenheid Gemeentelijke belastingen / heffingen
173 2.557 4.457
Overige posten
36.934
Totaal
53.383
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
Overige overlopende passiva Deze posten worden na de balansdatum afgewikkeld. Onderstaand treft u een specificatie aan. Omschrijving Afdracht premies ABP en zorgverzekeringswet Afdracht loonheffing Overige bedragen Totaal
Bedrag 3.722 13.365 2.498 19.585
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
261
4.5 Gebeurtenis na balansdatum Niet van toepassing.
4.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Ultimo 2011 bedroeg het totaal van de gegarandeerde geldleningen 1,975 miljard euro. Het overgrote deel (1,931 miljard euro) heeft betrekking op gegarandeerde geldleningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Met het oog op de toekomstige financieringsbehoefte zijn in 2011 een drietal financieringscontracten gesloten voor in totaal 195 miljoen euro. Deze contracten gaan in de jaren 2012 t/m 2014 in en hebben een looptijd van 25 tot 30 jaar. Voor alle programma's samen hebben we 905 miljoen euro geautoriseerd voor investeringsprojecten. Aan deze projecten is ultimo 2011 453 miljoen euro uitgegeven. Voor een deel van het restantbedrag van 452 miljoen euro zijn we verplichtingen naar derden aangegaan, die niet op de balans als zodanig zijn opgenomen. Het nog openstaande investeringsbedrag is volledig van financiële dekking voorzien, waardoor het risico van de aangegane verplichtingen minimaal is. De Gemeente Utrecht heeft voor ongeveer 17 miljoen euro per jaar aan huurcontracten voor de huisvesting (inclusief servicekosten) afgesloten. Daarnaast zijn er contracten voor 4,9 miljoen euro afgesloten voor licenties en automatiseringskosten en 1,5 miljoen euro voor verzekeringen.
4.7 Toelichting op de programmarekening 4.7.1 Resultaat De Gemeente Utrecht sluit het jaar 2011 af met een voordelig resultaat na bestemming van 16 miljoen euro. Voordelen zijn er op de onderdelen Algemene Middelen en Onvoorzien en Algemene Ondersteuning en op de programma's Stedelijke Ontwikkeling en Groen, Wonen en Monumenten en Milieu en Duurzaamheid. Nadelen zijn er op de programma's Leidsche Rijn, Stationsgebied en Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering. Op de overige programma's zijn kleinere voor- en nadelen. In onderstaande tabel is weergegeven hoe het resultaat is opgebouwd. Resultaat na bestemming
Bedrag
Algemene Middelen en Onvoorzien
28.435
Stedelijke Ontwikkeling en Groen
14.849
Leidsche Rijn
-40.533
Stationsgebeid
-38.486
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Wonen en Monumenten
-5.731 6.325
Milieu en Duurzaamheid
12.351
Algemene Ondersteuning
27.735
Overige programma's
10.859
Totaal
15.804
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
262
Algemene middelen en onvoorzien Algemene middelen en onvoorzien omvat de vrij besteedbare middelen waarover de gemeente beschikt. Hieronder vallen bijvoorbeeld de uitkering uit het Gemeentefonds en de belastingen (met uitzondering van de parkeerbelasting). Een belangrijk deel van de baten (namelijk 595 miljoen euro in 2011) van de gemeente valt onder de algemene middelen. Het resultaat op algemene middelen en onvoorzien van 28,4 miljoen euro is als volgt opgebouwd: Algemene middelen en onvoorzien Onroerende-zaakbelasting Uitkering Gemeentefonds Langlopende geldleningen
Bedrag 7.660 14.513 4.546
Stelposten
-820
Budgetstructuur Leidsche Rijn
1.325
Overig resultaat
1.212
Totaal
28.435
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Onroerende-zaakbelasting Het voordelige resultaat van 7,7 miljoen euro heeft als grootste component een hogere ozb opbrengst van 7,2 miljoen euro. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten 0,4 miljoen euro lager dan geraamd. Uitkering Gemeentefonds De gemeentefondsuitkomst geeft een incidenteel voordeel van 13,8 miljoen euro, vooral ten gevolge van: Een correctie over de jaren 2009, 2010 en 2011. Dit jaar is gebleken dat het miniserie van Binnenlandse Zaken en
•
Koninkrijksrelaties de hoogte van het Gemeentefonds vanaf 2009 niet geheel correct heeft berekend. Deze fout is hersteld, wat een incidenteel voordeel oplevert van totaal 4,1 miljoen euro.
• Nog met de gemeentelijke diensten te verrekenen corresponderende posten (voordeel 4,0 miljoen euro). Deze
worden één op één overgeheveld naar respectievelijk uitgenomen uit het betreffende programmabudget (zie ook de bijlage corresponderende posten).
• Afwikkeling van de algemene uitkering over de jaren 2009 en 2010 (voordeel van 1,6 miljoen euro). • Volume-ontwikkelingen in 2011 (voordeel van 4,1 miljoen euro). Verder heeft de begrote storting in de bestemmingsreserve pakketmaatregel AWBZ nog niet plaatsgevonden. Dit leidt tot een voordeel van 0,7 miljoen euro. Langlopende geldleningen Het resultaat op de langlopende geldleningen 4,5 miljoen euro voordelig. Doordat de diensten in 2010 meer geïnvesteerd hebben dan verwacht, is de toename van de interne renteopbrengst over 2011 toegenomen. Deze toename is echter nog niet opgenomen in de Programmabegroting 2011. Dit levert een voordeel op van 3,2 miljoen euro. Daarnaast is er nog een voordeel van 1,4 miljoen euro op de externe rente. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de lagere rentepercentages waartegen de gemeente kan lenen, en anderzijds doordat de Gemeente Utrecht in plaats van langlopende leningcontracten andere leningmethoden heeft toegepast. Hierdoor heeft de gemeente maximaal kunnen profiteren van de lage rentestanden op de geld- en kapitaalmarkt.
263
Stelposten Het resultaat op deze gemeentebrede stelposten is 0,8 miljoen euro nadelig. Dit nadeel is opgebouwd uit de volgende posten: Een nadeel van 9,6 miljoen euro in verband met een niet geraamde dotatie aan de voorziening risico gemeentelijke
• gerechtelijke procedures. • Een voordeel van 5,6 miljoen euro doordat de geraamde kosten voor het krediet Stadskantoor nog niet met het desbetreffende programma zijn verrekend. • Een nadeel van 3 miljoen euro omdat een deel van de taakstelling op inkoop achteraf, op basis van inhoud, wordt ingevuld. • Een nadeel van 0,5 miljoen euro doordat de besparing op overhead nog niet is verdeeld over de programma's. • Een voordeel van 0,3 miljoen euro doordat de geraamde kosten voor de transitie overhead nog niet met het desbetreffende programma zijn verrekend. • Een voordeel van 2,1 miljoen euro in verband met de niet geraamde BTW-verrekening met de voorziening Bereikbaarheid Offensief Randstad (BOR). • Een voordeel van 0,9 miljoen euro doordat de in 2010 geraamde buffer uit het collegeprogramma niet is besteed. • Een voordeel van 0,8 miljoen euro doordat de geraamde kosten voor de uitgevoerde externe doorlichting van de gemeentelijke organisatie nog niet met het desbetreffende programma zijn verrekend. • Een voordeel van 2,1 miljoen euro in verband met de niet geraamde BTW-verrekening met de reserve Bereikbaarheid Offensief Randstad (BOR). • Overige kleine voordelen van totaal 0,5 miljoen euro. Budgetstructuur Leidsche Rijn Het voordelig verschil van 1,3 miljoen euro komt onder andere doordat de jaarlasten 2011 nog niet met de diensten zijn verrekend. Dit gebeurt bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Dit doen we jaarlijks door het resultaat op het onderdeel Budgetstructuur Leidsche Rijn toe te voegen aan de programmareserve Algemene Middelen en Onvoorzien en de jaarlasten van de in dat jaar in gebruik genomen voorzieningen aan deze reserve te onttrekken. Overig resultaat
Een voordeel op de overige onderdelen van 1,2 miljoen euro is de som van een voordeel op de precario-, toeristen- en hondenbelasting van 0,3 miljoen euro, een voordeel op de ontvangen dividenden van de NV Bank Nederlandse Gemeenten van 0,7 miljoen euro en een voordeel op de post onvoorzien van 0,2 miljoen euro.
Stedelijke Ontwikkeling en Groen Het resultaat op het programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen is 14,8 miljoen euro voordelig. Dit wordt vooral veroorzaakt door: een voordelig resultaat van 9,9 miljoen euro op binnenstedelijke grondexploitaties door het afsluiten van projecten
• met per saldo een positief resultaat; • een voordelig resultaat van 1,7 miljoen euro op het langer dan begroot in exploitatie houden van de Veemarkt; • een voordelig resultaat van 1,2 miljoen euro op verkoop van gemeentelijke eigendommen; • een voordelig resultaat van 0,8 miljoen euro op erfpachtcanons; • een voordelig resultaat van 1 miljoen euro op de bedrijfsvoering van StadsOntwikkeling; • een nadelig resultaat van 0,6 miljoen euro op erfpachtconversies; • een nadelig resultaat van 1 miljoen euro op vastgoed; • Een vrijval van de voorziening negatieve grondexploitaties van 1,6 miljoen euro op basis van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2012.
Leidsche Rijn Op het programma Leidsche Rijn is een nadeel gerealiseerd van 40,5 miljoen euro. Dit is vooral veroorzaakt door een verslechtering van het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn met 38,9 miljoen euro. Voor details verwijzen we naar de Bestuursrapportage Leidsche Rijn. De voorziening Leidsche Rijn hebben we met dit bedrag verhoogd. Daarnaast is er een nadelig verschil van 1,4 miljoen euro op de kostentoerekening, doordat de begrote kostentoerekening naar het onderhanden werk is geboekt. De gerealiseerde kostentoerekening wordt met de bestedings- en dekkingsvoorstellen eveneens naar het onderhanden werk geboekt. Daarnaast is er een nadeel van 0,3 miljoen euro gerealiseerd op de dienstoverhead.
264
Stationsgebied Op het programma Stationsgebied is een nadeel gerealiseerd van 38,5 miljoen euro negatief. Dit wordt vooral veroorzaakt door een verslechtering van het saldo grondexploitatie van nul naar 37,7 miljoen euro negatief. Voor de toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Stationsgebied 2012. De voorziening Stationsgebied hebben wij met 37,7 miljoen euro verhoogd. Daarnaast is er een nadeel van 0,8 miljoen euro in verband met een financieel technische verrekening met een stelpost op het programma Algemene Middelen in verband met de in 2011 door de gemeenteraad vastgestelde kredietaanvraag Stadskantoor. De overige verschillen aan de lastenkant worden voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van lasten naar 2012. Dit geldt voor de geraamde lasten voor Stationsplein-West en HOV-West (8,7 miljoen euro), de conditionerende, tijdelijke en milieumaatregelen (1,9 miljoen euro), de verwerving van de Guardian (0,5 miljoen euro) en de plan- en proceskosten voor de Rabobrug (0,3 miljoen euro). Verder zijn er hogere VAT-kosten gerealiseerd voor de Vredenburgknoop en Stationsplein-Oost (1,1 miljoen euro) en zijn de rentelasten lager (1,6 miljoen euro). Aan de batenkant worden de verschillen vooral verklaard door een eerder ontvangen bijdrage van Prorail voor Stationsplein-West (10 miljoen euro), een hogere afdracht van NS Vastgoed voor grondkosten Mineurslaan-Noord (1,5 miljoen euro) en het nog een jaar door exploiteren van de Jaarbeurspleingarage (1,2 miljoen euro). Hier tegenover staan lagere baten door de nog niet ontvangen bijdragen van de Rabobank voor de Rabobrug (2,8 miljoen euro) en van de BRU in verband met VERDER (1 miljoen euro).
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Op het programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering is een nadeel gerealiseerd van 5,7 miljoen euro. Dit resultaat is vooral opgebouwd uit de volgende onderdelen: een nadelig resultaat op de apparaatslasten van 4 miljoen euro;
• • een onderbesteding van 1 miljoen euro op het gemeentelijke arbeidsmarktbudget, het werkgelegenheidsoffensief, de afwikkeling van de pilot jongerenloket en de kinderopvang voor doelgroepen; e • en onderbesteding van 2,3 miljoen euro op het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid; • een voordeel van 5,3 miljoen euro op de lasten voor re-integratie uit de nota Werken aan de toekomst. Hiervan heeft 1,7 miljoen euro betrekking op een terugontvangst uit het BTW-compensatiefonds uit de jaren 2008 tot en
met 2011;
• een tekort op de UW Holding van 3,9 miljoen euro. Dit tekort wordt voor 0,9 miljoen euro veroorzaakt door een
naheffing van de belastingdienst. Daarnaast heeft 0,2 miljoen euro betrekking op het treffen van een voorziening voor het sociaal plan bij UW;
• een nadeel van 7,6 miljoen euro op de bijstandsverstrekkingen; • een onderbesteding van 0,7 miljoen euro op de extra collegemiddelen voor schuldhulpverlening; • hogere terugontvangsten van 0,2 miljoen euro op armoedebestrijding; • lagere bijdragen voor het woonlastenfonds van 0,1 miljoen euro. Wonen en Monumenten Het resultaat op het programma Wonen en Monumenten is 6,3 miljoen euro voordelig. Dit komt vooral doordat 5,9 miljoen euro van het stimuleringsfonds woningbouwproductie niet uitgegeven is. De uitgaven voor onderliggende projecten verwachten we in 2012 ev. Verder is er voor handhaving 1,4 miljoen euro meer uitgegeven dan geraamd en is er een voorziening getroffen van 1,1 miljoen euro voor afhandeling van legesbezwaren. Tevens is er minder uitgegeven aan de capaciteit en inzet op legesgerelateerde producten (1,6 miljoen euro), automatisering en onderhoud (0,4 miljoen euro) en de Commissie Welstand (0,4 miljoen euro). Daarnaast is er rente ontvangen op het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en het Woonfonds (0,4 miljoen euro) en zijn er meeropbrengsten gerealiseerd op leges en dwangsommen (0,2 miljoen euro).
Milieu en Duurzaamheid Op het programma Milieu en Duurzaamheid is een resultaat gerealiseerd van 12,3 miljoen euro positief. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de uitvoering van het in mei door de gemeenteraad vastgestelde programma Utrechtse Energie later is gestart dan voorzien.
265
Algemene Ondersteuning Het positieve saldo van 27,7 miljoen euro is het resultaat van lagere lasten en hogere baten. De lasten zijn vooral lager door: Het niet meer vervangen van ICT tot aan het stadskantoor (1,9 miljoen euro).
• • Het niet in de realisatie opnemen van een begrote dotatie aan de reserve huurharmonisatie (6 miljoen euro). • De vertraging in het meerjarenprogramma ICT (6,3 miljoen euro). • Het niet volledig uitgeven van het incidenteel beschikbaar gestelde budget voor HRM flankerend beleid en frictiekosten (8,7 miljoen euro). Het • niet gebruiken van het eigen risico met betrekking tot de brandverzekering (1,6 miljoen euro). De baten zijn vooral hoger door vertraging in de ontvlechting van de VRU, wat er toe leidt dat een hogere bijdrage is ontvangen voor de ondersteunende diensten die de VRU nog van de Gemeente Utrecht afneemt.
Overige programma’s Het resultaat op de overige programma’s is 10,8 miljoen euro voordelig. Dit is als volgt opgebouwd: Resultaat voor bestemming overige programma’s
Bedrag
Jeugd
2.802
Diversiteit en Integratie
-377
Publieksdienstverlening
-279
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
263
Krachtwijken
0
Beheer Openbare Ruimte
2.790
Veiligheid
471
Cultuur
853
Sport
1.347
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
1.992
Welzijn
231
Volksgezondheid Vastgoed
441 -2.941
Locale Democratie en Wijkgericht Werken
1.673
Economische Zaken
1.517
Stadspromotie Totaal
76 10.859
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Hieronder is het resultaat op de overige programma’s van per saldo 10,8 miljoen euro voordelig op hoofdlijnen toegelicht. Voor de programma’s met een resultaat groter dan 1 miljoen euro is een korte toelichting met de belangrijkste oorzaken van het verschil opgenomen. Het gaat dus om een toelichting op hoofdlijnen, niet om een uitputtende opsomming van oorzaken. Voor een meer gedetailleerdere toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 1 van deze jaarstukken.
Jeugd Op het programma Jeugd is een resultaat gerealiseerd van 2,8 miljoen euro positief. Dit is als volgt opgebouwd: De lasten zijn 1,2 miljoen euro lager door uitstel van inzet op de transitie Jeugdzorg.
• • De lasten zijn 0,4 miljoen euro lager door het niet volledig realiseren van alle Centra voor Jeugd en Gezin. • De lasten zijn 0,3 miljoen euro lager door vertraging in het aanstellen van combinatiefunctionarissen. • De lasten zijn 0,1 miljoen euro lager door temporisering van de uitbreiding van het aantal brede scholen. • De baten zijn 0,2 miljoen euro hoger door niet begrote baten van Provincie en Rijk. • De lasten zijn 0,6 miljoen euro lager door diverse kleinere voordelen, waaronder lagere overheadlasten.
266
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Op het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit zijn de gerealiseerde lasten 15 miljoen euro hoger en de baten 26,4 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit resultaat is als volgt opgebouwd.
• De lasten voor de projecten stimulering van het gebruik van openbaar vervoer zijn 7,7 miljoen euro hoger dan
geraamd door vooral de projecten HOV Leidsche Rijn, HOV Om de Zuid en toegankelijke bushaltes. De baten zijn bijna 10 miljoen euro hoger door de met deze projecten samenhangende hogere bijdragen vanuit het BOR fonds en van het BRU.
• De lasten stallingsvoorzieningen zijn 0,7 miljoen euro lager dan geraamd door lagere beheerskosten en vertraging
van projecten. De baten in verband met fietsprojecten zijn bijna 1 miljoen euro hoger door een verrekening met de voorziening luchtkwaliteit.
• Voor de projecten in het kader van de aanpak van knelpunten autoverkeer zijn de lasten bijna 10 miljoen euro hoger en de daarmee samenhangende baten 15,7 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit komt vooral door een
ontvangen, niet geraamde rijksbijdrage voor maatregelen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van 8,67 miljoen euro en de toevoeging hiervan aan de voorziening FES. Verder zijn er ondermeer hogere lasten voor de projecten NRU/Westelijke Verdeelring, 24 oktoberplein, P+R De Uithof en hogere baten door niet geraamde opbrengsten P+R Hooggelegen en Vredenburg, en de verrekening van lasten P+R De Uithof met de voorziening BOR.
• Het voordeel parkeren van bijna 2 miljoen euro wordt in belangrijke mate verklaard door lagere lasten voor combikaartjes en straatparkeren.
De toevoeging aan de reserve programma Bereikbaarheid is 8,0 miljoen euro lager dan geraamd en de onttrekking aan de reserve is 19,1 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen op het verloop van uitgaven en inkomsten op de meerjarig doorlopende investeringen bereikbaarheid.
Krachtwijken Het resultaat op het programma Krachtwijken is nihil. De lasten zijn 3,1 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door vertraging op een aantal projecten (Amsterdam-Rijnkanaal-Zone, Speelstraten De Gagel, Prins Bernhardplein en Groendiep). De baten zijn 1,1 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere bijdrage van de Provincie als gevolg van vertraging van een aantal projecten. De onttrekking aan de programmareserve is 2,0 miljoen euro hoger dan geraamd zodat het resultaat op dit programma per saldo nul is.
Beheer Openbare Ruimte Op het programma Beheer Openbare Ruimte is een voordelig resultaat gerealiseerd van 2,8 miljoen euro. Dit resultaat bestaat onder meer uit de volgende onderdelen: hogere lasten van 2,4 miljoen euro vanwege het uitvoeren van alle overlopende projecten in het kader van
• langcyclisch beheer uit 2010; • hogere lasten van 1 miljoen euro doordat projecten van 2012 in 2011 in voorbereiding zijn genomen; • lagere baten van 1,8 miljoen euro als gevolg van nog niet in 2011 ontvangen subsidies voor projecten in het kader van langcyclisch beheer; • lagere lasten van 0,6 miljoen euro op het project wal- en kluismuren; • lagere lasten van 2,2 miljoen euro als gevolg van activeren van het saldo van uitgaven en ontvangen bijdragen van forten; • hogere lasten van 1,9 miljoen euro vanwege onvoorziene uitvoeringskosten; • hogere baten van 0,5 miljoen euro van ontvangen schadeclaims derden; • hogere opbrengsten rioolheffing van 1,2 miljoen euro als gevolg van de doorwerking van extra volume van voorgaande jaren en voordelige afwikkelingsverschillen; • lagere lasten van 0,6 miljoen euro op het onderdeel huishoudelijk afval; • hogere baten van 0,5 miljoen euro doordat ondergrondse containers zijn betaald door derden; • hogere opbrengsten afvalstoffenheffing van 1,5 miljoen euro als gevolg van doorwerking hoger volume uit voorgaande jaren en voordelige afwikkelingsverschillen; • hogere baten van 1,6 miljoen euro op de opbrengsten van de afvalverwerking dat onder andere wordt veroorzaakt door een hogere papierprijs en bijdrage VNG; • hogere lasten van 0,3 miljoen euro in verband met aanleg en in gebruik nemen van de natuurtuin 't Zand.
267
Cultuur Op het programma Cultuur is een resultaat gerealiseerd van 0,9 miljoen euro positief. De lasten zijn bij Muziekcentrum Vredenburg lager dan begroot doordat in de exploitatie onder andere de post onvoorzien niet hoefde te worden ingezet (0,2 miljoen euro) en door onder andere lagere frictiekosten (0,3 miljoen euro). Bij de Stadsschouwburg heeft de programmasamenstelling tot een positief resultaat van 0,4 miljoen euro geleid.
Sport Op het programma Sport is het resultaat 1,3 miljoen euro positief. Dit wordt voor 0,6 miljoen euro veroorzaakt door een onttrekking aan de vaste activareserve in verband met het gereed komen van investeringen. Deze onttrekking is niet begroot. De lasten zijn verder lager door het niet volledig besteden van de middelen voor het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (0,3 miljoen euro). De baten zijn 0,2 miljoen euro hoger als gevolg van de indexering van de tarieven.
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Op het programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek is een resultaat gerealiseerd van 2,0 miljoen euro positief. Dit resultaat is als volgt opgebouwd: De lasten voor de verbetering van het binnenklimaat van de schoolgebouwen zijn 1,0 miljoen euro hoger dan
• geraamd. • Door vertraging in de uitvoering van het huisvestingsprogramma zijn de lasten 0,4 miljoen euro lager dan verwacht. • De huur van gebouwen en de vergoeding aan de schoolbesturen voor het gebruik van gymzalen en sporthallen is 0,5 miljoen euro hoger dan verwacht. • Door minder gebruik van tijdelijke huisvesting dan verwacht zijn de lasten 0,6 miljoen euro lager. • De baten betreffende onderwijshuisvesting zijn 0,7 miljoen euro hoger dan verwacht door bijdragen ter dekking van de kapitaallasten van diverse investeringen. • Op het terrein van voortijdig schoolverlaten hebben we een hogere rijksuitkering ontvangen van 0,9 miljoen euro. Hier tegenover staan hogere lasten van 0,5 miljoen euro. Per saldo dus een voordelig resultaat van 0,4 miljoen euro.
• Diverse kleinere voordelen in de lasten (0,9 miljoen euro) op de volgende posten: huisvestingscalamiteiten (0,2 miljoen euro), volwasseneneducatie (0,2 miljoen euro), inkoop educatietrajecten (0,2 miljoen euro),
schakelklassen (0,1 miljoen euro), leerlingenzorg (0,1 miljoen euro), na- en buitenschoolse activiteiten (0,1 miljoen euro).
• Een voordeel door een niet grotere onttrekking en een kleinere toevoeging aan de reserves van in totaal 0,2 miljoen euro. Een • voordeel op de Bibliotheek Utrecht van 0,3 miljoen euro. Welzijn Op het programma Welzijn is een positief resultaat van 0,2 miljoen euro gerealiseerd. Dit is als volgt opgebouwd: De lasten op het gebied van het verlenen van individuele voorzieningen, zoals woonvoorzieningen, hulp bij
•
huishouden en vervoer, zijn 2,4 miljoen euro hoger dan verwacht. Hier tegenover staan hogere baten van 1,0 miljoen euro. Per saldo is op dit terrein een nadelig resultaat van 1,4 miljoen euro gerealiseerd.
• vrijwilligershuis en uitstel van het wegwerken van achterstallig onderhoud. • Een voordelig resultaat van 0,9 miljoen euro doordat een begrote storting ter aanvulling van de
De lasten betreffende leefbaarheid zijn 0,9 miljoen euro lager dan verwacht door onder meer de latere start van het
dienstbedrijfsreserve van de Dienst Maatschappelijk Ontwikkeling niet is uitgevoerd. Deze storting is niet
uitgevoerd, omdat er binnen de Wmo niet voldoende financiële ruimte is.
• Een nadelig resultaat van 0,2 miljoen euro door diverse kleinere voor- en nadelen.
268
Volksgezondheid Op het programma Volksgezondheid is een positief resultaat van 0,4 miljoen euro gerealiseerd. Dit is als volgt opgebouwd: De lasten zijn 1,0 miljoen euro hoger dan verwacht doordat het tijdelijke hostel Overvecht is gesloopt. De
• resterende boekwaarde van 1 miljoen euro is, conform de financiële spelregels, als last genomen. • De lasten zijn 0,5 miljoen euro lager dan begroot door lagere salarislasten als gevolg van vacatures. • De huisvestingslasten van de wijkgebouwen van de jeugdgezondheidszorg zijn 0,2 miljoen euro lager dan begroot. • De beschikbare middelen voor het project modernisering jeugdgezondheidszorg zijn volledig in 2011 geraamd, maar het project loopt door in 2012. Er resteert een budget van 0,2 miljoen euro. • De Brede Doeluitkering voor de Centra Jeugd en Gezin is 0,2 miljoen euro hoger dan begroot. • De lasten betreffende de opvang van sociaal kwetsbaren zijn 0,4 miljoen euro lager dan begroot. • De lasten betreffende jeugd zijn 0,2 miljoen euro lager dan begroot door enerzijds meer lasten voor het elektronisch kinddossier en anderzijds minder lasten voor prenatale voorlichting en preventief jeugdbeleid. E • en nadelig resultaat van 0,6 miljoen euro doordat er minder onttrokken is aan de reserves dan begroot. • De lasten betreffende het beleid rond het alcoholgebruik onder jongeren zijn 0,2 miljoen euro lager dan begroot. Vastgoed Op het programma Vastgoed is een nadelig resultaat van 2,9 miljoen euro gerealiseerd. Dit komt doordat de baten 4 miljoen euro lager zijn dan geraamd. Dit betreft de opgenomen taakstelling 2011 op de verkoop van panden. Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten om deze voor 1,1 miljoen euro in te vullen uit de verkoop van panden 2011 en voor 2,9 miljoen euro uit een incidenteel voordeel op het kapitaallastenbudget van het programma Vastgoed 2011 tot en met 2014. Hiertegenover staat een voordelig resultaat van 0,5 miljoen euro op kapitaallastenbudget en 0,5 miljoen euro op het frictiebudget voor de reorganisatie van de Utrechtse Vastgoedorganisatie.
Lokale Democratie en Wijkgericht Werken Op het programma Lokale Democratie en Wijkgericht Werken is een voordelig resultaat gerealiseerd van 1,7 miljoen euro. Dit wordt vooral verklaard door een voordeel van 1,8 miljoen euro op het leefbaarheidsbudget doordat het beschikbare budget niet volledig is uitgeput en vanwege de ontvangst van bijdragen voor de uitvoering van leefbaarheidsinitiatieven. Het resultaat wordt verder verklaard door een nadeel van 0,6 miljoen euro op de exploitatie van de wijkbureaus en wijkservicecentra, een voordeel van 0,2 miljoen euro vanwege de detachering van personeel van de wijkbureaus en wijkservicecentra en tot slot diverse voor- en nadelen van per saldo 0,3 miljoen euro voordelig.
Economische Zaken Er is een voordelig resultaat op het programma Economische Zaken gerealiseerd van 1,5 miljoen euro. Dit wordt onder meer veroorzaakt, doordat de uitgaven op het fonds stimulering lokale economie 2,8 miljoen euro lager zijn dan geraamd. De uitgaven voor de onderliggende projecten verwachten we in 2012. Verder hebben wij in het kader van het projectprogramma Pieken in de Delta meer co-financieringssubsidies verstrekt dan geraamd (1,6 miljoen euro).
4.7.2 Hogere of lagere lasten in verband met hogere of lagere baten Op verschillende programma’s zijn de gerealiseerde lasten en baten hoger dan in de actuele begroting, zonder dat dit gevolgen heeft voor het resultaat. Dit is bijvoorbeeld het geval als een niet begrote rijksbijdrage ontvangen is, die vervolgens ook uitgegeven is. Het saldo van de lasten en baten is dan nul, maar de kosten en opbrengsten waren wel hoger dan geraamd. In deze paragraaf besteden we aandacht aan dergelijke verschillen. Naast rijksuitgaven kunnen deze ook hun oorzaak hebben in afrekeningen oude jaren dan wel omzetverhogende of -verlagende posten.
Diversiteit en integratie In dit programma zijn de lasten en baten 0,8 miljoen euro hoger dan begroot doordat de afwikkeling van Taalwereld en de doorloop van trajecten uit 2009 en eerder niet waren begroot.
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit De lasten voor de projecten stimuleren gebruik OV en de aanpak knelpunten in het autoverkeer en luchtkwaliteit zijn in 2011 fors hoger dan geraamd. Daarmee hangen samen de fors hogere bijdragen vanuit het BOR fonds, van het BRU en de rijksbijdrage voor maatregelen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.
269
Stedelijke ontwikkeling en Groen Door de economisch ongunstige omstandigheden voor vastgoedontwikkeling zijn projecten nog niet of later opgestart en is er vertraging bij een aantal lopende grondexploitatieprojecten opgetreden. De lasten en baten zijn hierdoor 23 miljoen euro lager dan geraamd. Voor de uitvoering van het Meerjaren Groenprogramma is 2,3 miljoen euro aan niet begrote subsidies ontvangen en besteed voor onder andere Groen in de Krachtwijken en inrichting van het Noorderpark. Vanwege erfpachtconversies zijn de lasten met 24,9 miljoen euro toegenomen en de baten met 24,2 miljoen euro. Verder is er 3,1 miljoen euro ontvangen aan huren van andere gemeentelijke diensten. Deze huren zijn als baten begroot, maar worden op grond van interne afspraken als negatieve lasten geboekt, waardoor de lasten en baten 3,1 miljoen euro lager zijn dan geraamd. De lasten en baten op ISV zijn 4,6 miljoen euro lager dan geraamd, omdat de rijksbijdrage vanaf 2011 via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt ontvangen. Tot slot zijn de lasten en baten 1,6 miljoen euro hoger dan geraamd door de ontvangst en inzet van subsidiegelden voor onder andere de Cartesiusdriehoek, Merwedekanaalzone, Spoorzone en Kruisvaartkwartier RABO.
Leidsche Rijn De opbrengsten uit gronduitgiften zijn ook in 2011 sterk beïnvloed door de economische crisis. Een aantal projecten kon daardoor geen doorgang vinden. Waar mogelijk hebben we het uitgavenniveau daaraan aangepast.
Beheer Openbare Ruimte In dit programma zijn de lasten en baten 5,7 miljoen euro hoger dan begroot doordat: 7,6 miljoen euro aan te ontvangen subsidiebedragen als negatieve lasten zijn begroot, terwijl deze zijn
• verantwoord als ontvangen baten; • 0,5 miljoen euro aan geprognosticeerde werken voor derden abusievelijk in de programmabegroting zijn blijven staan terwijl deze niet gerealiseerd worden; • 1,4 miljoen euro van de omzet bedrijfsafval neerwaarts is bijgesteld vanwege de doorwerking van de gedaalde verwerkingskosten in de tarieven.
Veiligheid Zowel de lasten als de baten zijn 2,7 miljoen euro hoger dan begroot door ontvangst en besteding van subsidies en rijksbijdragen voor projecten voor Veilig Ondernemen, nazorg van ex-gedetineerden in stad en regio, coördinatie van het samenwerkingsverband Marokkaans-Nederlandse risicojongeren en cameratoezicht in het Stationsgebied. Daarnaast zijn zowel de lasten als de baten 0,1 miljoen euro lager dan begroot door lagere legesopbrengsten en dito uitgaven voor niet-kerntaken van de politie.
Sport De baten en de lasten zijn 0,7 miljoen euro lager doordat servicelasten bij de multifunctionele accommodaties, in het bijzonder Nieuw Welgelegen, niet gezamenlijk zijn ingekocht en doorberekend aan de gebruikers.
Sociale zaken, Werkgelegenheid en Inburgering In het programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering zijn de lasten en baten op re-integratie 1,5 miljoen euro lager door een onjuiste technische verwerking van de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2010.
Volksgezondheid De baten en lasten op het programma Volksgezondheid zijn 1,2 euro hoger dan geraamd. Voor een bedrag van 0,4 miljoen euro komt dit door incidentele projecten, zoals binnenmilieu scholen, Urban Health Indicator System (URHIS) en overgewicht bij Jeugd. Verder zijn de baten en lasten van de verplichte opleidingen van jeugdartsen 0,3 miljoen euro hoger. Deze extra kosten zijn volledig gesubsidieerd door het Rijk. Tot slot zijn de baten en lasten 0,5 miljoen euro hoger door hogere inzet aangaande het voorkomen van huisuitzettingen en door het separaat administreren van de huurlasten en huurbaten van de beheerde gebouwen.
Wonen en Monumenten De lasten en baten zijn 2,3 miljoen hoger door de ontvangst en afwikkeling van ontvangen woninggebonden rijkssubsidies.
Milieu en Duurzaamheid Zowel de lasten als de baten zijn 4,7 miljoen euro lager dan begroot. In tegenstelling tot in de programmabegroting zijn in de realisatie zowel de uitgaven als de rijksbijdragen voor bodemsanering van 2,6 miljoen euro rechtstreeks met de voorziening ISV II verrekend. Verder zijn de lasten en baten 2,1 miljoen euro lager door het stilliggen van de werkzaamheden aan de Nedereindse Plas. 270
Economische Zaken De lasten en baten zijn 0,9 miljoen euro hoger dan begroot door ontvangst en besteding van subsidies. Dit betreft ondermeer gesubsidieerde activiteiten in het kader van Pieken in de Delta, Quick win havens Lage Weide en Topper Lage Weide. De lasten en baten zijn 0,3 miljoen euro lager dan begroot, doordat er voor het project Utrecht Investment Agency minder opbrengsten zijn ontvangen en besteed.
Stadspromotie Zowel de baten en lasten zijn 0,4 miljoen euro hoger dan begroot door de ontvangst en besteding van een Europese subsidie voor het project Trajectum Lumen.
Algemene middelen De lasten en baten zijn ruim 6,5 miljoen euro hoger in verband met de eenmalige dividenduitkering van de BV Muziekcentrum. Deze is toegevoegd aan de reserve Muziekpaleis. In de programmabegroting is hiermee geen rekening gehouden.
Algemene Ondersteuning De niet begrote kosten op het Europese subsidieprogramma Kansen voor West bedragen 1,4 miljoen euro. Hiervan wordt 0,9 gedekt door niet begrote inkomsten. Het restant betreft de kosten voor cofinanciering die nog moeten worden verrekend met de programmareserve.
4.7.3Topinkomens Met ingang van 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van kracht. Deze wet bepaalt dat inkomens die hoger zijn dan het inkomen van een minister, in de jaarrekening vermeld moeten worden. Binnen de Gemeente Utrecht waren in 2011 geen medewerkers die dergelijke topinkomens hebben ontvangen.
271
Bijlagen Financiële bijlagen
273
Staat van reserves Saldo per Omschrijving
31-12-10
Saldo per Toevoegingen 2011
Onttrekkingen 2011
Resultaat 2010
31-12-11
Algemene reserve
94.637
4.572
8.259
0
90.950
Algemene dekkingsreserve
39.737
5.036
67.017
63.831
41.587
-614
699
-10.321
-1.946
8.461
-38.200
0
0
-25.900
-64.100
95.561
10.307
64.955
35.985
76.898 0
Dienstbedrijfsreserves Dienstbedrijfsreserve grondexploitatie Totaal algemene reserve Programmareserve Jeugd
270
0
270
0
-260
500
0
-231
9
92.251
25.728
26.857
32.333
123.455
Programmareserve Stedelijke Ontwikkeling en Groen
12.185
740
8.419
4.882
9.389
Programmareserve Krachtwijken
14.119
0
7.179
5.388
12.327
Programmareserve Publiekdienstverlening Programmareserve Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
Programmareserve Leidsche Rijn
5.500
0
0
0
5.500
31.230
-31.230
0
0
0
Programmareserve Beheer Openbare Ruimte
3.058
-2.500
0
8.056
8.614
Programmareserve Veiligheid
1.057
0
0
-42
1.015
Programmareserve Cultuur
8.873
-786
3.636
171
4.622
Programmareserve Sport
5.334
848
428
800
6.554
Programmareserve Stationsgebied
Programmareserve Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
21.032
5.226
5.003
433
21.688
Programmareserve Welzijn
1.751
-800
192
82
841
Programmareserve Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering
1.397
0
1.405
8
0
Programmareserve Volksgezondheid
6.148
0
40
1.205
7.313
34.029
-35.343
100
2.466
1.052
-1
0
0
0
-1
28.126
0
481
-3.953
23.692
Programmareserve Vastgoed Programmareserve Lokale Democratie en Wijkgericht Werken Programmareserve Wonen en Monumenten Programmareserve Milieu en Duurzaamheid
494
0
389
-105
0
2.827
0
0
1.386
4.213
Programmareserve Stadspromotie
0
0
0
0
0
Programmareserve Diversiteit en Integratie
0
0
0
0
0
Programmareserve Economische Zaken
274
Saldo per Omschrijving
Saldo per
31-12-10
Toevoegingen 2011
Onttrekkingen 2011
Resultaat 2010
31-12-11
20.344
1.000
12.903
1.583
10.024
7.799
578
4.614
5.494
9.256
Totaal Programmareserves
297.561
-36.038
71.916
59.956
249.564
Reserves ten bate van vaste activa
110.208
87.416
4.688
0
192.936
Totaal
503.330
61.685
141.559
95.941
519.398
Algemene Middelen Algemene Ondersteuning
Bedragen zijn in duizenden euro's. De toevoegingen en onttrekkingen sluiten niet volledig aan op de financiële tabellen in de programmateksten. Dit komt doordat dit overzicht uitgaat van de effecten op de balans en de financiële tabellen zijn gebaseerd op de exploitatierekening. De mutaties uit de kolom 'resultaat 2009' betreffen de administratieve verwerking van de geaccordeerde bestedings- en dekkingsvoorstellen van de Jaarstukken 2010.
275
Toelichting op de staat van reserves Algemene reserves Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Algemene dekkingsreserve
39.737
5.036
67.017
63.831
41.587
Algemene reserve
94.637
4.572
8.259
0
90.950
Bedrijfsreserve SW
1.978
0
0
435
2.413
Bedrijfsreserve BCD
1.292
0
0
613
1.905
Omschrijving
Bedrijfsreserve GBU Bedrijfsreserve Raadsorganen
-10
0
0
-147
-157
-220
0
0
-209
-429
Bedrijfsreserve DGM
150
0
0
-80
70
Bedrijfsreserve MCV
-26
699
262
439
850
Bedrijfsreserve SSB
120
0
0
0
120
Bedrijfsreserve SO
-892
0
-2.418
-465
1.061
1.948
0
94
203
2.057 507
Bedrijfsreserve DMO Bedrijfsreserve GGenGD
260
0
0
247
Bedrijfsreserve DO
0
0
0
0
0
Bedrijfsreserve DW
-5.451
0
-8.259
-2.808
0
Bedrijfsreserve DBG Bedrijfsreserve grondexploitaties Totaal
238
0
0
-174
64
-38.200
0
0
-25.900
-64.100
95.561
10.307
64.955
35.985
76.898
Bedragen zijn in duizenden euro's. Algemene dekkingsreserve De algemene dekkingsreserve wordt enerzijds gebruikt voor het genereren van rente. De rente-inkomsten zijn structureel opgenomen in de exploitatie. Anderzijds wordt de algemene dekkingsreserve gebruikt voor concernbrede reserveringen zoals egalisatie van de meerjarenraming. De stand per 31 december 2011 bedraagt 41,587 miljoen euro. Algemene reserve De algemene reserve maakt deel uit van het gemeentebreed weerstandsvermogen. De noodzakelijke hoogte daarvan wordt jaarlijks bepaald in de paragraaf Weerstandsvermogen de programmabegroting en van de jaarstukken.
Bedrijfsreserves Dienstbedrijfsreserve Schouwburg In 2011 zijn er geen stortingen of onttrekkingen. De reserve wordt opgeheven per 1-1-2012 in verband met de verzelfstandiging van de Stadsschouwburg Utrecht. Dienstbedrijfsreserve Muziekcentrum De reservemutatie resultaat 2010 is conform bestuurlijk goedgekeurde besteding en dekkingvoorstellen verwerkt in 2011. De storting 2011 van 0,699 miljoen euro in de bedrijfsreserve heeft voor 0,661 miljoen euro betrekking op dekking van de verwachte frictiekosten n.a.v. de reorganisatie 2009 in de jaren 2012 en verder en heeft voor 0,038 miljoen euro betrekking op Muziekpaleis/ opheffen Vredenburg (0,038 miljoen euro per abuis verwerkt ten gunste van bedrijfsreserve frictie in plaats van bedrijfsreserve overig, technische correctie vindt plaats in 2012). De onttrekking 2011 van 0,262 miljoen euro aan de bedrijfsreserve betreft de conform bedrijfsplan geplande spreiding van huisvestingskosten en wordt gecompenseerd in 2012.
276
Dienstbedrijfsreserve DBG Het saldo per ultimo 2011 is bestemd voor het opvangen van begrotingsnadelen op de apparaatskosten van de dienst. De onttrekking van het resultaat 2010 is inclusief een storting van 0,232 miljoen euro als correctie op de uitname in verband met vertraging van de (landelijke) modernisering van de GBA. De minimale omvang van deze reserve is vastgesteld op 0,19 miljoen euro. Het saldo per ultimo 2011 van 0,064 miljoen euro moet gecorrigeerd worden met 0,085 miljoen euro en 0,019 miljoen euro in verband met het voorschieten door gemeenten van de kosten van de (landelijke) modernisering van de GBA in respectievelijk 2009 en 2010. Dit geld komt volgens planning terug in 2013. Het feitelijke saldo van de dienstbedrijfsreserve DBG per 31 december 2011 is dan ook 0,168 miljoen euro. Dienstbedrijfsreserve SW De dienstbedrijfsreserve SW is aangevuld met het resultaat 2010, conform raadsbesluit. Onderdelen van het resultaat 2010 zijn de positieve exploitatieresultaten (0,615 miljoen euro) en de dekking van kosten van organisatievernieuwing (0,18 miljoen euro). Dienstbedrijfsreserve DRO Het nadelig jaarrekeningresultaat van 2010 van de dienst raadsorganen is ten laste van de dienstbedrijfsreserve gebracht. Op basis van het amendement '2011/A075: gemeenteraad en Griffie bezuinigen mee!' ligt er een plan van aanpak om de reserve de komende jaren weer aan te vullen tot de minimumnorm. Dienstbedrijfsreserve BCD De dienstbedrijfsreserve is achtervang voor het opvangen van de risico’s van de dienst. Na verwerking van het positieve resultaat 2010 staat de bedrijfsreserve van de BCD bijna op de maximum stand (1,95 miljoen euro). Bedrijfsreserve Dienst Wijken Het nadelig jaarrekeningresultaat 2010 is ten laste van de bedrijfsreserve gebracht. Het negatieve saldo van 8,259 miljoen euro is vervolgens bij de Voorjaarsnota 2011 aangevuld tot 0 door middel van een onttrekking uit de algemene reserve. Administratief is dit verwerkt als een negatieve onttrekking. Aangezien de Dienst Wijken verder wordt hergepositioneerd binnen de organisatie was het niet nodig om de reserve tot de minimumnorm aan te vullen. In 2012 heffen we de reserve ook administratief op. Dienstbedrijfsreserve SO In 2011 zijn de (sub)bedrijfsreserves Milieu, BBH, Verkeer en Vervoer, ADV spaarverlof en OGU opgeheven en het saldo verrekend met (sub)bedrijfsreserve SO. Dit heeft geen invloed op de totale omvang van de dienst bedrijfreserve SO Daarnaast is de aanvulling op de bedrijfsreserve SO van 2,418 miljoen euro als negatieve onttrekking geboekt.
Programmareserve Jeugd Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Resultaat Jeugd
270
0
270
0
0
Totaal
270
0
270
1.620
0
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Resultaat Jeugd In 2011 is 0,27 miljoen euro voor combinatiefuncties onttrokken om het voorziene tekort te dekken.
277
Programmareserve Publiekdienstverlening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Verkiezingen
-260
500
0
- 231
9
Totaal
-260
500
0
- 231
9
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting De reserve is ingesteld om de kosten die met verkiezingen samenhangen te egaliseren. Het saldo per ultimo 2011 is bestemd voor egalisatie verkiezingskosten. De storting van 0,5 miljoen euro is de aanvulling die via de besluitvorming naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2011 is gedaan om de reserve aan te vullen tot het minimumbedrag. De minimale omvang van deze reserve is vastgesteld op nihil.
Programmareserve Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Omschrijving
Stand
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand
1-1-11
2011
2011
2010
31-12-11
1. Parkeerexploitatie
1.169
0
114
1.038
2.093
2. Onderhoud parkeervoorzieningen
1.115
0
0
-148
967
3. Fietsparkeren 4. MIP Bereikbaarheid
- 466
0
0
2.168
1.702
48.577
24.800
- 14.818
8.476
96.671 0
5. Reserve wijkverkeersplannen
1.104
0
2.912
1.808
6. Reserve hoofdfietsnetwerk
3.563
0
3.176
- 387
0
7. Kwaliteitsverbetering OV
16.918
0
16.918
0
0
8. Pakketstudie Ring
- 2.397
928
564
6.640
4.607
9. Reserve BOR
22.668
0
17.991
12.738
17.415
Totaal
92.251
25.728
26.857
32.333
123.455
Toelichting Parkeerexploitatie / Onderhoud Parkeervoorzieningen Wij hebben 2,093 miljoen euro gereserveerd voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie parkeren. Bij de Jaarstukken 2010 hebben wij besloten 0,114 miljoen euro te onttrekken in verband met het aanvullen van de bedrijfsreserve StadsOntwikkeling. Voor het meerjarig onderhoud van parkeervoorzieningen hebben wij 0,967 miljoen euro gereserveerd. Fietsparkeren De reserve is bestemd voor de uitvoering van projecten in het kader van intensivering beleid Fietsparkeren. Wij hebben 1,702 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het programma Fietsparkeren. Meerjarige investeringen Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit (autoprojecten, projecten openbaar vervoer, wijkverkeersplannen, hoofdfietsnetwerk) Gelet op het verloop van de uitgaven op de meerjarige investeringen hebben wij in 2011 24,800 miljoen euro gestort. De reserve wijkverkeersplannen (2,912 miljoen euro), de reserve hoofdfietsnetwerk (3,176 miljoen euro) en de reserve kwaliteitsverbetering OV (16,918 miljoen euro) hebben wij overgeheveld naar de reserve meerjarige investeringen Bereikbaarheid. De negatieve onttrekking van 14,818 miljoen euro betreft naast deze overheveling een onttrekking van 4,0 miljoen euro in verband met de verwerking van de besluitvorming Voorjaarsnota 2011 (cashflow bereikbaarheid), een onttrekking van 2,884 miljoen euro in verband met het verloop van de uitgaven van de meerjarige investeringen en een onttrekking van 1,304 miljoen euro in verband met het aanvullen van de bedrijfsreserve StadsOntwikkeling. In
278
totaal is 96,671 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van de meerjarige investeringsplannen uit het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Pakketstudie Ring. Deze reserve dient als cofinanciering van de investeringsmaatregelen uit het VERDER pakket, voor de bereikbaarheid van midden Nederland. Als gemeente realiseren we tot en met 2020 een bedrag van 95 miljoen euro als gemeentelijke cofinancieringbijdrage. Wij hebben 4,6 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het programma. In lijn met eerdere besluitvorming storten wij jaarlijks 0,928 miljoen euro in de reserve voor de gemeentelijke cofinanciering VERDER. Gelet op het verloop van de uitgaven voor de meerjarige investeringen hebben wij 0,564 miljoen euro onttrokken. BerekbaarheidsOffensief regio Utrecht (BOR) De gereserveerde ruimte BerekbaarheidsOffensief Randstad (BOR) van 17,415 miljoen euro is bestemd voor de dekking van BOR -projecten (meerjarige investeringsprojecten auto, P+R en HOV). In verband met de uitvoering van de meerjarige BOR projecten in 2011 hebben wij 17,991 miljoen euro onttrokken voor de uitvoering van het HOV netwerk ( 7,857 miljoen euro), voor Autoprojecten ( 5,088 miljoen euro) en voor Parkeren en Transferia (5,489 miljoen euro). Het restant betreft een correctie (0,443 miljoen euro) met betrekking tot de BOR declaratie 2010 welke doorgevoerd zijn in 2011.
Programmareserve Stedelijke Ontwikkeling en Groen Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Plassenschap Loosdrecht
313
0
0
- 248
65
Domplein 13
233
0
0
- 105
128
6.893
0
1.345
- 3.235
2.313
0
-432
216
1.557
909
4.745
1.172
6.857
6.913
5.973
12.185
740
8.419
4.882
9.389
Omschrijving
Vastgoedbeheer Geactiveerde investeringen Vastgoed Grondexploitatie Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Plassenschap Loosdrecht
Uit de reserve werd de jaarlijkse bijdrage aan het Plassenschap betaald. Het doel van de reserve is het bevorderen van de belangen van de openluchtrecreatie binnen en buiten het werkgebied door te zorgen voor de aanwezigheid van een breed scala van openbare recreatiemogelijkheden met een lage toegangsdrempel, evenals het zorg dragen voor de instandhouding van natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische elementen die de kwaliteit van het gebied voor de recreatie bepalen. Domplein 13 De reserve heeft twee doeleinden. Enerzijds wordt hieruit de cofinanciering van het Project Portico voor de stichting Domplein betaald en anderzijds zijn vanuit deze reserve subsidies beschikt aan de stichting Domplein. Vastgoedbeheer De reserve dient ter dekking van bedrijfsrisico's (bijvoorbeeld onverwachte tekorten op de exploitatie en de ontwikkeling van panden/percelen) en tevens als egalisatie van het jaarlijkse resultaat op de vastgoedportefeuille. De exploitatie per perceel is over de levensduur sluitend, maar er blijven faseringsverschillen per jaar. Vooral bij nieuw gebouwde accommodaties is er in het begin een tekort doordat de jaarlijkse huurstijging pas na een aantal jaren groot genoeg is om de (gelijk blijvende) kapitaallasten te dekken. De benodigde omvang en het verloop van de reserve worden in het Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed (MPUV) vastgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met toekomstig op te leveren grote accommodaties die in de beginjaren een faseringstekort opleveren (voornamelijk het Muziekpaleis en de nieuwe Bibliotheek). De onttrekking is conform het MPUV 2011. 279
Geactiveerde investeringen Vastgoed De reserve Geactiveerde Investeringen Vastgoed wordt gebruikt voor het activeren van gemeentelijke bijdragen die in het vorig boekjaar waren ontvangen. Het resultaat uit 2010 omvat de ontvangen bijdragen voor de projecten Schone Lei Sportcampus en Schone Lei KC Noord van respectievelijk 0,375 miljoen euro en 0,750 miljoen euro en de verbouwing van Vredenburg 40 ad 0,432 miljoen euro. Deze laatste is in 2011 geactiveerd (is overboeking, verwerkt als negatieve storting). De bijdragen van de Schone Lei dienen nog te worden geactiveerd, maar zijn wel in 2011 verlaagd met de bijbehorende vrijval t/m 2011 (onttrekking ad 0,216 miljoen euro). Grondexploitaties De reserve is ten behoeve van het opvangen van niet begrote financiële tegenvallers in grondexploitatieprojecten en ten behoeve van het afdekken van financiële risico's bij het nemen van initiatieven in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. In 2011 is er 1,172 miljoen euro toegevoegd aan de reserve grondexploitaties. Een bedrag van 0,305 miljoen euro betreft het afboeken van oude waarborgsommen. Daarnaast heeft er een technische verrekening plaats gevonden voor in 2010 gemaakte kosten voor het project Veemarkt van 0,867 miljoen euro. Er is een bedrag van 6,857 miljoen euro onttrokken uit de reserve in verband met: de bijdrage 2011 aan de algemene middelen (3,942 miljoen euro);
• • de bijdrage aan mobiliteit (1,361 miljoen euro); • promotie en acquisitie (0,072 miljoen euro); • dekking van het nadelig saldo op het product gebiedsmanagement (0,752 miljoen euro); • aanvulling van de bedrijfsreserve SO (0,730 miljoen euro). Programmareserve Krachtwijken Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Krachtwijken
14.119
0
7.179
5.388
12.327
Totaal
14.119
0
7.179
5.388
12.327
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting De reserve is ingesteld bij de bestuursrapportage 2008. Op basis van de beschikbare financiële middelen (van Rijk, Provincie, corporaties en gemeente) worden de komende jaren projecten ontwikkeld en uitgevoerd gericht op duurzame verbeteringen in de Utrechtse Krachtwijken. Voor de uitvoering van de in de planning voor 2011 opgenomen projecten was een onttrekking uit de reserve Krachtwijken nodig van 7,179 miljoen euro.
Programmareserve Leidsche Rijn Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Geluidswal Woerden
5.500
0
0
0
5.500
Totaal
5.500
0
0
0
5.500
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Geluidswal In de Programmabegroting 2005 is 5,5 miljoen euro beschikbaar gesteld ter gedeeltelijke dekking van de uitgaven van de geluidswal Woerden (verlenging geluidswal Veldhuizen). 280
Programmareserve Stationsgebied Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Bouw muziekpaleis
31.230
-31.230
0
0
0
Totaal
31.230
-31.230
0
0
0
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Bouw muziekpaleis De in de Jaarstukken 2010 vermelde storting van het bedrag van 31,23 miljoen euro (voor de bouw Muziekpaleis) in de reserve vaste activa hebben wij financieel technisch in 2011 geëffectueerd.
Programmareserve Beheer Openbare Ruimte Omschrijving Egalisatie rioleringen Afval inzamelen Projecten lang cyclisch beheer
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
780
0
0
40
820
2.076
0
0
1.433
3.509
202
0
0
2.228
2.430
0
0
1.855
1.855
0
-2.500
0
2.500
0
3.058
-2.500
0
8.056
8.614
Wal – en kluismuren Crisisimpuls rioleringen Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Egalisatie rioleringen
Ultimo 2011 is binnen de programmareserve Beheer Openbare Ruimte 0,82 miljoen euro gereserveerd voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie van de rioleringen. Hiermee bereiken we egalisatie van de rioleringsheffing. In 2011 hebben we het resultaat over 2010 van 0,040 miljoen euro toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Maximumnorm van dit deel van de programmareserve is 4,743 miljoen euro. Afval inzamelen Binnen de programmareserve Beheer Openbare Ruimte is ultimo 2011 3,509 miljoen euro gereserveerd voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie van het inzamelen van het huishoudelijk afval. Hiermee bereiken we egalisatie van de afvalstoffenheffing. In 2011 hebben we van het behaalde resultaat over 2010 1,433 miljoen euro toegevoegd aan deze reserve. Met deze storting is dit deel van de programmareserve de maximumnorm bereikt van 3,5 miljoen euro. Projecten lang cyclisch beheer Ultimo 2011 is binnen de programmareserve Beheer Openbare Ruimte 2,43 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van vervangingsinvesteringen in openbare ruimte. Conform besluitvorming van de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2010 is 2,228 miljoen euro in deze onderdeelreserve gestort. Dit betrof het restantdeel van de achtervang die in de Programmabegroting 2008 is gecreëerd voor de incidentele onderbestedingstaakstelling. De vrijval was bedoeld voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud in de openbare ruimte.
281
Wal- en kluismuren Binnen de programmareserve Beheer Openbare Ruimte is per 31 december 2011 voor de uitvoering van het project wal- en kluismuren 1,855 miljoen euro gereserveerd. Dit bedrag is afkomstig uit 2010 en betreft de overloop van het project wal- en kluismuren. Crisisimpuls rioleringen In 2010 hebben we vanwege de zogenaamde crisisimpuls investeringen, projecten in rioleringswerken uitgevoerd en geactiveerd. Het budget van 2,5 miljoen euro is in 2010 in de exploitatie verantwoord en is in 2011 ter dekking van de kapitaallasten gestort in een vaste activareserve.
Programmareserve Veiligheid Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Stadstoezicht
342
0
0
-42
300
Projecten OOV
252
0
0
0
252
Afwikkeling regionalisering Brandweer
463
0
0
0
463
1.057
0
0
-42
1.015
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Stadstoezicht
Een negatief resultaat van 0,042 miljoen euro op Toezicht en Handhaving over 2010 is ten laste van de onderdeelreserve Stadstoezicht gebracht. De reservering voor het onderdeel Stadstoezicht is bedoeld voor tekorten die in 2012 worden verwacht op Toezicht en Handhaving in verband met de afbouw van het aantal toezichthouders. Projecten OOV De reservering voor het onderdeel Projecten OOV is bestemd voor projecten op het gebied van cameratoezicht. Afwikkeling regionalisering Brandweer In het kader van de overgang van de Brandweer naar de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) zijn bij de Jaarstukken 2009 de reserve Routine-investeringen Brandweer en de dienstbedrijfsreserve van de Brandweer opgeheven en is een nieuwe reserve 'Afwikkeling regionalisering Brandweer' ingesteld. De saldi van de opgeheven reserves van 0,463 miljoen euro zijn in deze nieuwe onderdeelreserve gestort. Deze onderdeelreserve zal in de toekomst worden gebruikt voor eventuele afwikkelingsproblemen in het kader van de overgang van de Brandweer naar de VRU. In 2011 is geen aanspraak gedaan op de onderdeelreserve.
282
Programmareserve Cultuur Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Utrechtse Programmaraad
174
0
21
0
53
Cultuurhuis Leidsche Rijn
769
0
0
0
769
64
0
0
0
64
950
0
0
0
950
2.000
0
2.000
0
0
22
0
0
0
22
2.922
0
1.540
0
1.382
Omschrijving
Flexibel fonds voor culturele activiteiten Incidenteel Cultuur Budget Cultuurconvenant Fonds Stadsverfraaiing Fonds Utrecht Culturele Hoofdstad Onderhoud en Conservering
67
0
0
0
67
Aankoopfonds
600
0
75
156
681
Vaste activa
918
-918
0
0
0
Investeringen SSB
388
132
0
15
535
8.874
-786
3.636
171
4.622
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Utrechtse Programmaraad
Om de uitgaven in het kader van de Utrechtse Programmaraad (conform de Mediawet ingesteld bij raadsbesluit 2001) te financieren is 0,152 miljoen euro gereserveerd. In 2011 zijn de jaarlijkse exploitatieresultaten van de Utrechtse Programmaraad onttrokken aan reserve. Cultuurhuis Leidsche Rijn Er is 0,769 miljoen euro gereserveerd voor de voorbereiding van het Cultuurhuis Leidsche Rijn op de locatie Hoge Woerd. Flexibel fonds voor culturele activiteiten Voor de flexibele inzet voor culturele activiteiten, waarmee de culturele diversiteit en de levendigheid van het kunstklimaat wordt versterkt, is 0,064 miljoen euro gereserveerd. Incidenteel cultuurbudget Deze reserve is ingesteld bij de Voorjaarsnota 2007 voor het oplossen van financiële knelpunten in de cultuurnotaperiode 2009-2012. Er is 0,950 miljoen euro gereserveerd. Cultuurconvenant In 2011 is de laatste 2,0 miljoen euro onttrokken voor de uitvoering van het cultuurconvenant 2010. Deze reserve is nu uitgeput. Fonds Stadsverfraaiing Sinds 1948 zijn er middelen gereserveerd voor stadsverfraaiing. Eind 2011 bedraagt de reservering nog 0,022 miljoen euro. Deze middelen zijn bedoeld om kunstwerken in de openbare ruimte te kunnen plaatsen. Utrecht Culturele Hoofdstad/Vrede van Utrecht Er is 1,382 miljoen euro gereserveerd voor Utrecht Culturele Hoofdstad 2018 en de Vrede van Utrecht in 2013. Dit in het kader van het meerjarig samenwerkingsprogramma van stad en Provincie Utrecht ten behoeve van de kandidaatstelling van Europese Culturele Hoofdstad in 2018 en het programma Vrede van Utrecht in 2013.
283
Onderhoud en Conservering Dit betreft de fondsen Van Baaren en Rietveld Schröderhuis. Deze zijn door derden ingesteld en betreffen van derden ontvangen bestemmingsbedragen. De rente inkomsten van deze fondsen zijn bestemd voor conservering van de kunstcollectie Van Baaren en onderhoud van het Rietveld Schröderhuis en worden jaarlijks toegevoegd aan de reserve. Bij onderhoud kunnen bedragen aan de reserve worden onttrokken. In 2011 hebben er geen stortingen en onttrekkingen plaatsgevonden. Aankoopfonds In 2010 is een erfenis van 0,6 miljoen euro ontvangen. Op 6 april 2010 heeft het college van B en W besloten deze erfenis te aanvaarden en te storten in het aankoopfonds van het Centraal Museum. In 2011 hebben we 0,075 miljoen euro onttrokken voor besteding aan aankopen. Als gevolg van de dekkings- en bestedingsvoorstellen van 2010 is 0,156 miljoen euro in het Aankoopfonds gestort. Vaste Activa In 2010 is 0,918 miljoen euro beschikbaar gesteld voor vervangingsinvesteringen in beveiligingsinstallaties van het Centraal Museum. Deze investeringen zijn geactiveerd. Het beschikbare budget is via een dotatie naar de vaste activareserve geboekt. Investeringen Stadsschouwburg Er is een storting van 0,132 miljoen euro gedaan op basis van de meerjaren investeringsplanning, voornamelijk ten behoeve van de theatertechnische installaties. Deze reservering is per 1 januari 2012 overgedragen aan de Stichting Stadsschouwburg Utrecht.
Programmareserve Sport Omschrijving Zwembaden
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
-792
800
0
800
808
Buitenaccommodaties
880
48
0
0
928
Binnenaccommodaties
2.530
2.530
0
0
0
Sportstimulering
503
0
353
0
150
Topsport
447
0
75
0
372
Onderhoud kapitaalgoederen
1.766
0
0
0
1.766
Totaal
5.334
848
428
800
6.554
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting De bestemmingsreserve Sport bedraagt per 31 december 2011 6,554 miljoen euro. De reserve is bestemd voor zwembaden, binnen- en buitensport, sportstimulering, topsportevenementen, sportaccommodatiebeleid en onderhoud van de kapitaalgoederen sport. Zwembaden Bij de onderdeelreserve zwembaden is in 2009 en 2010 abusievelijk 0,800 miljoen euro onttrokken in plaats van een eenmalige storting in 2009 voor de verbreding van het zwembad Krommerijn. In 2011 is dit hersteld en is het bedrag opgenomen in de Vaste activa reserve. In deze onderdeelreserve is nu nog 0,808 miljoen euro gereserveerd voor aanloopverliezen in de exploitatie van Zwembad Fletiomare. Buitenaccommodaties/Binnenaccommodaties Van 2007 tot en met 2011 zijn de tarieven in de daluren van de binnensportaccommodaties verlaagd. De hiervoor opgenomen onderdeelreserve van 0,134 miljoen euro is tot nu toe nog niet aangesproken. Bij de buiten- en binnensport is 2,100 miljoen euro gereserveerd voor de verplaatsing van sporthal Zuilen en is 0,817 miljoen euro gereserveerd voor aanloopverliezen van accommodaties Leidsche Rijn. Tevens is 0,408 miljoen euro gereserveerd voor de vervanging van de toplaag als gevolg van zeer intensief gebruik van de velden op het complex Zoudenbalch. Jaarlijks wordt hiervoor 0,048 miljoen euro in de reserve gestort. Hier tegenover staat dat de huurprijs van de velden op commerciële basis is. 284
Sportstimulering Bij Sportstimulering is 0,353 miljoen euro ingezet voor verenigingsondersteuning en resteert er 0,150 miljoen euro voor verenigingsondersteuning. Topsport Van de reserve Topsport is in 2011 0,075 miljoen euro ingezet voor Jaarbeurs Utrecht Marathon 2011. Het restant is bestemd voor de Jaarbeurs Utrecht Marathon 2012 (0,075 miljoen euro) en organisatie van events bij het European Youth Olympic Festival 2013 (0,297 miljoen euro). Onderhoud kapitaalgoederen Voor de financiering van achterstallig onderhoud bij sport accommodaties is 1,766 miljoen euro gereserveerd.
Programmareserve Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Omschrijving Nieuwbouw Centrale Bibliotheek Accommodatiebeleid
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
3.704
1.785
0
0
5.489
170
0
0
-170
0
Routine-investeringen GBU
170
0
0
-170
0
Inrichtingskosten Smakkelaarsveld
700
0
0
-156
544
Bans
64
0
0
0
64
Stroyenborchdreef brand
18
0
0
0
18
2.285
0
543
-970
772
Overschrijdingsvergoeding Masterplan voortgezet onderwijs
2.223
915
175
-375
2.588
Masterplan primair onderwijs
8.438
2.526
4.285
-174
6.505
Huisvestingsprogramma's
2.487
2.215
0
0
272
Cultuurcampus
296
0
0
0
296
Gymzaal Laan van Chartroise
750
0
0
0
750
0
0
0
2.176
2.176
21.033
5.226
5.003
433
21.689
Regeling Binnenklimaat Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Nieuwbouw Centrale Bibliotheek
Is bestemd voor de nieuwbouw van de Centrale Bibliotheek aan het Smakkelaarsveld. Accommodatiebeleid Deze reserve is bij de jaarstukken van 2010 afgewikkeld naar de exploitatie. Routine-investeringen GBU Deze reserve is bij de jaarstukken van 2010 afgewikkeld naar de exploitatie. Inrichtingskosten Smakkelaarsveld Om de inrichtingskosten helder te presenteren is een deel van de reserve Nieuwbouw Centrale Bibliotheek afgesplitst naar deze reserve (raadsbesluit 11 februari 2010). Bij de jaarstukken van 2010 is een deel van de reserve geactiveerd. Bans Deze reserve is bestemd voor de uitvoering van twee afgesloten convenanten inzake opvoedingsondersteuningsactiviteiten en peuterspeelzaalwerk.
285
Overschrijdingsvergoeding De reservering wordt ingezet voor uitgaven van de Masterplannen primair onderwijs en voortgezet onderwijs (raadsbesluit 2010.212). Masterplan voortgezet onderwijs We hebben 2,588 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het Masterplan Voortgezet Onderwijs. Conform dit masterplan hebben we in 2011 0,915 miljoen euro gestort voor uitvoering in latere jaren en 0,175 miljoen euro onttrokken voor de tijdelijke huisvesting van de Kranenburgschool aan de Van Lieflandlaan. Masterplan primair onderwijs We hebben 6,505 miljoen euro gereserveerd voor de uitvoering van het Masterplan Primair Onderwijs. Conform dit masterplan hebben we in 2011 2,526 miljoen euro gestort voor uitvoering in latere en 4,285 miljoen euro onttrokken voor tijdelijke huisvesting van diverse scholen van het primair onderwijs (0,758 miljoen euro), tijdelijke huisvesting aan de Pagelaan in verband met nieuwbouw van de scholen aan de Duurstedelaan (1,305 miljoen euro), tijdelijke formatie Versnellingsoperatie uitvoering Masterplannen (0,222 miljoen euro) en ten behoeve van het Financiële beeld (2 miljoen euro). Huisvestingsprogramma's Deze reserve is bestemd voor de uitvoering van de huisvestingsprogramma's onderwijs tot en met het jaar 2010. Cultuurcampus Deze reserve si bestemd voor afronding van het project Cultuur Campus. Gymzaal Laan van Chartroise Deze reserve is bestemd voor vervangende nieuwbouw van de gymzaal aan de Laan van Chartroise. Regeling Binnenklimaat Deze reserve is bestemd voor de uitvoering van de Rijksregeling Binnenklimaat Scholen.
Programmareserve Welzijn Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Stimulering kinderopvang
-82
0
0
82
0
Speeltuinen
272
0
192
0
80
1.256
-800
0
0
456
305
0
0
0
305
1.751
-800
192
82
841
Omschrijving
Leefbaarheid en sociale samenhang Verbouwing Oudwijkerveldstraat Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting
De programmareserve Welzijn bedraagt per 31 december 2011 0,841miljoen euro. De reserve is bestemd voor speeltuinen en projecten in het kader van leefbaarheid en sociale samenhang. Stimulering kinderopvang Het negatieve saldo per 1-1-2011 is gecorrigeerd. Speeltuinen Reservering voor gebruikersonderhoud aan de speeltuinen. Deze middelen worden gedurende enkele jaren verstrekt.
286
Leefbaarheid en sociale samenhang Saldo gereserveerd voor de opstartkosten van het Vrijwilligershuis (0,215 miljoen euro), frictiekosten van accommodaties in Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn (0,100 miljoen euro) en frictiekosten de Schakel (0,141 miljoen euro). Hierin zat ten onrechte een reservering voor de verbreding van zwembad Krommerijn. Dit is in 2011 gecorrigeerd door middel van een overboeking naar de Vaste activa reserve zwembad Krommerijn. Verbouwing Oudwijkerveldstraat Voor onze toezegging voor een bijdrage aan de verbouwing van dit pand voor maatschappelijke opvang hebben we 0,305 miljoen euro gereserveerd.
Programmareserve Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
1.405
0
1.405
0
0 0
Fonds Arbeidsmarkt college 2009-2010 Werk en inkomen Armoedebestrijding Risicofonds Wmo Totaal
86
-86
0
0
-86
86
0
0
0
-8
0
0
8
0
1.397
0
1.450
8
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Fonds Arbeidsmarkt college 2009-2010 De onttrekking betreft kosten in het kader van het participatiebudget 2011. De reserve kan worden opgeheven. Werk en inkomen én Armoedebestrijding Tussen de reserves heeft een verrekening plaatsgevonden zodat beide onderdeelreserves op nul komen. Beide reserves kunnen worden opgeheven. Risicofonds Wmo Vanuit het resultaat 2011 is een toevoeging aan de reserve gedaan om deze op nul te brengen. Deze reserve moet in stand blijven omdat er, vanwege de open einde regeling, besloten is deze reserve bij voldoende resultaat in 2012 weer in gebruik te nemen.
Programmareserve Volksgezondheid Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
218
0
40
0
178
opvang
5.930
0
0
1.205
7.135
Totaal
6.148
40
1.205
7.313
Omschrijving Integrale huisvesting 0-19 Plan van Aanpak maatschappelijke
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
287
Toelichting Integrale huisvesting 0-19 De jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen (consultatiebureaus) en de jeugdgezondheidszorg 4-19 jarigen (GGenGD) zijn ondergebracht in verschillende panden. Voor de integratie van de Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen is het noodzakelijk dat beide partijen zoveel mogelijk in dezelfde panden komen te werken. Deze reservering is hiervoor bestemd. Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA MO) In de meerjarenbegroting Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang is rekening gehouden met een aantal incidentele investeringen en knelpunten. De reserve wordt de komende jaren ingezet voor onder andere: Voorinvestering op extra begeleiding om kanteling van opvang naar preventie en herstel te bewerkstelligen (kan
• vanaf 2013 structureel gefinancierd worden door afbouw van opvangplekken). • Reservering eventuele frictiekosten afbouw Stichting Centrum Vaartserijn in 2012. • Eenmalig woonfonds met als doel realisatie extra woningen voor de OGGz doelgroep in het kader van het actieplan wonen en woonvoorzieningen OGGz (binnenplaats 2). • Uitvoering verhuizing de Singel en de Stadsbrug en Bureau Dagloon. • Voorfinanciering extra trajecten schuldhulpverlening en budgetbeheer ten behoeve van daklozen en voorkomen van dakloosheid tot en met 2015 (kan vanaf 2016 structureel gefinancierd worden door afbouw van opvangplekken).
• De realisatie van het tiende hostel op het mesosterrein. Deze locatie is nog steeds niet beschikbaar en daarom zijn middelen nog niet uitgegeven.
Programmareserve Vastgoed Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
32.823
-35.343
100
2.520
-100
232
0
0
-54
178
Vaste Activa Staatsliedenbuurt Frictiekosten Accommodatiebeleid/ IAB/Overdrachtsprijzen OGU Nota Kapitaalgoederen Totaal
-190
0
0
0
-190
1.164
0
0
0
1.164
34.029
-35.343
100
2.466
1.052
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Vaste Activa Deze reservering was onder de bestemmingsreserves ondergebracht, maar hoort thuis bij de vaste activareserves. De reservering is daar naar toe overgeheveld. Staatsliedenbuurt Deze reserve is bestemd voor de uitvoering van het Project Staatsliedenbuurt. Frictiekosten Accommodatiebeleid/ IAB/Overdrachtsprijzen OGU Negatieve saldo is een technisch foutieve onttrekking. Dit wordt gecorrigeerd bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen bij de Jaarstukken 2011. Nota Kapitaalgoederen De reserve is bestemd ter dekking van de kosten van het achterstallig onderhoud van Welzijnsaccommodaties en voor maatregelen Toegankelijkheid Gebouwen conform de Agenda 22.
288
Programmareserve Wonen en Monumenten Omschrijving Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Woonfonds Project ruimtelijke informatie Egalisatiereserve bouwleges Ondersteuning Handhaven
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
13.292
0
0
133
13.425
6.829
0
0
- 3.567
3.262
208
0
0
- 116
92
1.800
0
246
0
1.554
175
0
0
0
175
Utrechts restauratiefonds
3.502
0
0
0
3.502
Archeologisch museum Leidsche Rijn
1.558
0
235
-403
920
762
0
0
0
762
28.126
0
481
- 3.953
23.692
Revolverend fonds woningrenovatie Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Stimuleringsfonds volkshuisvesting
Vanuit het stimuleringsfonds volkshuisvesting (SVN) worden startersleningen en laagrentende leningen verstrekt ter stimulering van de woningmarkt. Het revolverende fonds wordt gevoed uit de opbrengst van rente op uitstaande leningen na aftrek van beheerkosten. Woonfonds Het woonfonds wordt ingezet voor bijzondere doelgroepen en initiatieven die extra woonvoorzieningen vragen die niet in het reguliere pakket zijn opgenomen. De voeding van en onttrekkingen aan het fonds geschiedt door de afwikkeling van oude volkshuisvesting regelingen. Naar de aard van het fonds worden voorstellen gedaan voor besteding van daarbij vrijvallende middelen. Project Ruimtelijke Informatie In het kader van informatie management voorziening is een aantal ruimtelijke informatievoorziening projecten (zoals digitalisering bestemmingsplannen) gedefinieerd die met deze middelen gerealiseerd worden. Niet alle projecten zijn afgerond. Egalisatiereserve Bouwleges Het doel van de egalisatiereserve bouwleges (minimale omvang 2 miljoen euro) is de schommelingen in de opbrengsten van de leges en de daarmee samenhangende tarieven als gevolg van een fluctuerende vraag om (bouw)vergunningen op te vangen. Incidentele meeropbrengsten worden ten gunste van deze reserve geboekt. De onttrekking van 0,246 miljoen euro betreft de aanvulling van de bedrijfsreserve SO naar de minimumomvang. Ondersteuning Handhaven Vanuit de reserve Ondersteuning handhaving worden bijzondere, onvoorzienbare handhavingacties gefinancierd. Het betreft hier vaak optreden naar aanleiding van een (landelijke) calamiteit. In 2011 is er geen beroep op de reserve gedaan. Utrechts restauratiefonds Zowel uit het Utrechtse restauratiefonds als het revolverend fonds woningrenovatie worden laagrentende leningen verstrekt ter ondersteuning van particuliere eigenaren. Het restauratiefonds richt zich op de gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Bij de woningrenovatie wordt de doelgroep gevormd door kleine VVE's met matige en slechte woningen.
289
Archeologisch museum Leidsche Rijn Ten behoeve van het ontwikkelen van het cultuurcentrum Hoge Woerd, onder meer gericht op archeologische presentatie, educatie en cultuurhistorie, is van 2001 tot en met 2010 jaarlijks een bedrag van 0,174 miljoen euro gereserveerd ter dekking van de kapitaallasten, totaal 0,696 miljoen euro. Voor de onderzoeken samen te vatten onder Limes en Landschap is een bedrag gereserveerd van 0,862 miljoen euro. Revolverend fonds woningrenovatie Het fonds is in het leven geroepen (november 2007) voor het verstrekken van zachte leningen aan eigenaren/bewoners die deelnemen aan gemeentelijke renovatieprojecten.
Programmareserve Milieu en Duurzaamheid Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekking
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
en 2011
2010
31-12-11
Groene Web
105
0
0
- 105
0
Utrecht creëert nieuwe energie
389
0
389
0
0
Totaal
494
389
- 105
0
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Groene Web De reserve Groene Web is bestemd voor de projecten in het kader van verbeteren van de groene leefomgeving in de stad. Per ultimo 2011 wordt deze reserve beëindigd. Utrecht creëert nieuwe energie De reserve Utrecht creëert nieuwe energie is ingesteld bij de bestuursverantwoording 2008. Binnen het collegeprogramma 'Utrecht maakt Nieuwe Energie 2008 - 2011' voeren we energie besparingsprojecten en duurzame energieprojecten uit op de vier thema's Wonen, werken, mobiliteit en onze eigen organisatie. De reserve voorziet in de bekostiging van de geplande uit te voeren projecten voor de resterende programmaperiode. De onttrekking van 0,389 miljoen euro in 2011 is bestemd voor de uitvoering van de genoemde projecten. Per ultimo 2011 wordt deze reserve beëindigd.
Programmareserve Economische Zaken Stand per
Stortingen
Onttrekking
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
en 2011
2010
31-12-11
5
0
0
0
5
Cofinanciering Pieken
1.199
0
0
1.211
2.410
Cofinanciering Science Park
1.623
0
0
0
1.623
0
0
0
175
175
2.827
0
0
1.386
4.213
Omschrijving Toeristische Stadspromotie EZ
Project Wijk in bedrijf Utrecht Totaal Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Toeristische stadspromotie
De reserve Toeristische Stadspromotie EZ moet nog worden overgedragen aan het programma Stadspromotie.
290
Cofinanciering Pieken in de Delta (PINDA) Doelstelling van PINDA is om de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse Economie te versterken. Om hier concreet inhoud aan te geven heeft het Ministerie van EZ voor de Noordvleugel Randstad 42 miljoen euro beschikbaar gesteld. De Gemeente Utrecht gaat uit van een aandeel daarin van ongeveer een kwart. Cofinanciering Science Park Deze reservering is bestemd voor het restant dat nog aan subsidie aan de Universiteit Utrecht voor de projecten 'Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie' (CvOI) en 'StartImpuls Utrecht' (SIU) zal worden uitbetaald. Het restant van het project StartImpuls van 0,200 miljoen euro is opgegaan in het Utrecht Valorisation Centrum (UVC). Binnen dit project is de kennisvalorisatie van het Utrecht Science Park gecentreerd. Het project Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie is afgerond. De subsidie hiervoor wordt in het eerste kwartaal van 2012 vastgesteld, waarna de restgelden worden overgemaakt. Project Wijk in Bedrijf Utrecht Het programma rust op 3 pijlers, waaronder de activiteiten zijn te scharen die resulteren in een bevordering van de wijkeconomie en het kleinschalig ondernemerschap. De pijlers zijn 1. Vakmanschap. 2. Vestigingsklimaat. 3. Verbinding. Het grootste deel van het budget gaat op in de basisvoorziening, wijk in bedrijf en het straatmanagement voor schoon, heel, veilig en attractief ondernemers– en vestigingsklimaat en het bevorderen van samenwerking tussen ondernemers.
Reserve Algemene middelen en onvoorzien Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
1.113
0
1.113
0
0
53
0
0
52
105
Pakketmaatregel AWBZ Toeristische stadspromotie Onderhoud bestemmingsplannen Budgetstructuur Leidsche Rijn BTW-compensatiefonds Totaal
-350
0
350
700
0
18.782
1.000
11.440
831
9.173
747
0
0
0
747
20.344
1.000
12.903
1.583
10.024
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Pakketmaatregel AWBZ Aan de gemeente is een budget toegekend ter compensatie van het vervallen van de pakketmaatregel ABWZ. Vooralsnog wordt een deel van dit budget (in 2010 75% en vanaf 2011 jaarlijks 50%) gereserveerd. Indien blijkt dat de maatregelen die de gemeente heeft getroffen, voldoende zijn, dan vallen deze middelen vrij. Het in 2010 gereserveerde bedrag (1,113 miljoen euro) is vrijgevallen in de Voorjaarsnota 2011. De reservering in 2011 is afhankelijk van de gerealiseerde uitgaven. Toeristische stadspromotie Met ingang van de Programmabegroting 2007 wordt de helft van de inkomsten uit de toeristenbelasting ingezet voor subsidies toerisme. Dit betekent dat in aanvulling op de jaarlijkse programmabegroting ook van een eventuele meeropbrengst toeristenbelasting de helft voor subsidies toerisme moet worden ingezet. Financieel administratief wordt dit jaarlijks bij de jaarstukken geregeld door een storting in de reservering Toeristische Stadspromotie BCD. Bij een eventuele minderopbrengst wordt de helft gedekt uit deze reservering. Het resultaat 2010 betekende een toevoeging van 0,052 miljoen euro. De reservering is bestemd voor subsidies toerisme en het voor de helft opvangen van een eventuele minderopbrengst toeristenbelasting in 2012. De reserve is ten onrechte niet bij Stadspromotie maar bij Algemene Middelen opgenomen. Daarnaast is ten onrechte nog 0,005 miljoen euro gereserveerd binnen de programmareserve Economische Zaken. Wij hevelen in 2012 beide reserveringen over naar de juiste programmareserve Bewoners en Bestuur.
291
Achterstallig onderhoud bestemmingsplannen Deze reserve is volledig besteed en kan worden opgeheven. Budgetstructuur Leidsche Rijn Het jaarrekeningresultaat 2010 van 0,831 miljoen euro is conform besluitvorming toegevoegd aan de reserve. Dit betreft het saldo van het resultaat op het product Budgetstructuur Leidsche Rijn van 0,920 miljoen euro minus de kosten voor de aankoop van de noodlokalen kindercluster van 0,089 miljoen euro. De onttrekking wordt voor een bedrag van 8 miljoen euro verklaard door de voorfinanciering uit deze reserve in verband met het sluitend maken van de jaarsnede 2011 uit de Programmabegroting 2011. In de jaren 2012 (2 miljoen euro), 2013 (3 miljoen euro) en 2014 (3 miljoen euro) wordt deze voorfinanciering weer teruggestort. De onttrekking heeft daarnaast betrekking op de verwerking van de aanbevelingen VMBO taskforce: project Lucasschool Homeruslaan (1,346 miljoen euro), project Vader Rijncollege (1,318 miljoen euro), huur noodlokalen Maliebaan (0,085 miljoen euro) en huur extra ruimte Poort van Terwijde (0,082 miljoen euro). Verder is aan de reserve onttrokken vanwege het opvangen van frictiekosten bij de realisatie van Leidsche Rijn (0,609 miljoen euro). Vanwege het op peil houden van de reserve is conform programmabegroting 1 miljoen euro gestort. Het restant van 9,173 miljoen euro is bestemd voor het opvangen van frictiekosten bij de realisatie van Leidsche Rijn. BTW-compensatiefonds Met de invoering van de wet op het BTW-compensatiefonds is dit onderdeel ingesteld voor de verrekening van gemeentebrede voor- en nadelen met betrekking tot het BTW-compensatiefonds.
Reserve Algemene ondersteuning Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
6
0
0
0
6
3.200
578
0
67
3.845
15
0
0
0
15
0
0
0
5.427
5.427
Huurharmonisatie
4.578
0
4.614
0
-36
Totaal
7.799
578
4.614
5.494
9.256
Omschrijving Metropool Europese subsidies Flexibele Arbeidsvoorwaarden ICT Investeringsprogramma
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Toelichting Metropool De reservering voor Metropool is bestemd voor bijdrage aan de opleiding Metropool. Er wordt geen beroep meer op deze bijdrage gedaan. Wij stellen daarom voor deze reserve op te heffen en het restant in te zetten bij de Voorjaarsnota 2012. Europese subsidies Bij de derde technische wijziging 2011 zijn de voor cofinanciering en programmarisico's van Europese subsidieprogramma's bestemde egalisatievoorziening Cofinanciering Doelstelling 2 en de reserve Europese Doelstelling 2 samengevoegd tot één reserve Europese subsidies. Het restantsaldo op de voorziening (0,498 miljoen euro) is gestort in de reserve Europese subsidies. Daarnaast is 0,08 miljoen euro gestort in de reserve in verband met een correctie van een in 2008 onterecht gedane onttrekking uit de reserve. Door middel van deze terugstorting wordt dit gecorrigeerd. Flexibele arbeidsvoorwaarden Uit de reservering voor Flexibele Arbeidsvoorwaarden worden uitgaven met betrekking tot integriteit en flexibele arbeidsvoorwaarden gedekt.
292
ICT Investeringsprogramma De uitvoering van de projecten in het kader van het ICT Investeringsprogramma (groslijst) lopen over de jaargrenzen heen. Met dit nieuwe onderdeel binnen de programmareserve Algemene Ondersteuning worden de schommelingen in de uitgaven opgevangen. Vanuit het resultaat Jaarstukken 2010 werd 5,427 miljoen euro gestort ter financiering van de onderliggende projecten in de komende jaren. Huurharmonisatie. De reserve huurharmonisatie is in de programmabegroting 2011 ingezet voor de bedrijfsvoeringsproblematiek. Voor de jaarschijf 2011 was dat 4,614 miljoen euro.
Reserves ten bate van vaste activa Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Resultaat
Stand per
31-12-2010
2011
2011
2010
31-12-11
Metropool
110.208
87.416
4.688
0
192.936
Totaal
110.208
87.416
4.688
0
192.936
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro’s. Eind 2011 bedragen de reserves ten bate van vaste activa193 miljoen euro. Als een vast actief wordt gefinancierd met een incidentele interne bijdrage, wordt deze bijdrage in de vaste activareserve gestort. Vanuit deze reserve worden vervolgens jaarlijks de bijbehorende kapitaallasten betaald. Kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving. Per abuis waren een aantal reserveringen (66 miljoen) in verband met vaste activareserve onder de bestemmingsreserves ondergebracht. Deze zijn nu overgeheveld naar de juiste categorie vaste activa.
293
Staat van voorzieningen Saldo per Omschrijving
31-12-2010
Saldo per Toevoegingen 2011
Onttrekkingen 2011
31-12-11
Programma Stedelijke ontwikkeling en Groen
37.952
0
998
36.954
Programma Stationsgebied
20.042
37.700
0
57.742
6.627
3.407
4.090
5.943
0
250
0
250
Programma Onderwijs, Educatie en Cultuur
211
0
32
179
Progamma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering
764
230
600
394
Programma beheer Openbare ruimte Programma Cultuur
Progamma Volksgezondheid Programma Lokale Democratie en Wijkgericht Werken Algemene Middelen
98
0
0
98
102
0
0
102
1.000
0
0
1.000
Algemene Ondersteuning
43
0
0
43
Totaal risicovoorziening
66.839
41.587
5.720
102.705 197
Programma Bereikbaarheid
207
0
10
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen
468
328
796
0
3.425
108
694
2.839
Programma Beheer Openbare ruimte Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
113
-25
0
88
Programma Volksgezondheid
286
140
95
332
Programma Lokale Democratie en Wijkgericht Werken
3.686
915
458
4.143
Algemene Ondersteuning
1.382
5
785
603
Totaal egalisatievoorzieningen
9.567
1.471
2.837
8.201
Programma Bereikbaarheid
43.363
1.854
19.219
25.998
Programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen
26.314
-3.789
2.530
19.995
Programma Krachtwijken
1.715
-288
1.428
0
Programma Beheer Openbare Ruimte
2.683
15.866
18.549
0
136
0
0
136
Programma Cultuur
294
Saldo per Omschrijving
31-12-2010
Programma Volksgezondheid
Saldo per Toevoegingen 2011
Onttrekkingen 2011
31-12-11
41
0
0
41
2.329
8.378
508
10.199
Programma Economische Zaken
572
0
572
0
Algemene Ondersteuning
860
0
0
860
78.014
22.021
42.806
57.228
154.419
65.079
51.363
168.135
Programma Milieu en Duurzaamheid
Totaal van derden ontvangen bestemmingsbedragen Totaal voorzieningen Bedragen zijn in duizenden euro's.
De bedragen in deze tabel wijken af met het saldo 31 december 2011 van de bedragen zoals opgenomen in de balans. Dit wordt veroorzaakt doordat de balanspositie conform BBV netto wordt gepresenteerd. Omschrijving Totaal voorzieningen
Saldo 31-12-2010
Saldo 31-12-2011
154.419
168.135
Netto presentatie
-15.249
-20.497
Totaal balanspositie
139.170
147.638
295
Toelichting op de staat van voorzieningen
Voorziening programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Egalisatievoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Onderhoud Grifthoek
207
0
10
197
Totaal
207
0
10
197
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Onderhoud Grifthoek Betreft een eenmalige afkoop van het onderhoud door eigenaren van parkeerplaatsen in de Grifthoek garage, volledige betaling/storting in 2006 van 0,237 miljoen euro. De jaarlijkse onttrekking ten behoeve van onderhoud garage is 0,010 miljoen euro. Voor de eenmalige vervanging over 10 jaar is dan nog 0,070 miljoen euro beschikbaar. Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
Omschrijving BereikbaarheidsOffensief Utrecht Luchtkwaliteit Totaal
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
35.374
294
18.253
17.415
7.990
1.560
967
8.583-
43.364
1.854
19.220
25.998
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting BereikbaarheidsOffensief Utrecht (BOR) In 2007 is op advies van de accountant de voorziening BOR ingesteld. Per 1 januari 2008 is deze voorziening overgeheveld van het programma Algemene Middelen naar het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. In 2011 is aan de voorziening een bedrag ontrokken van 18,253 miljoen euro. Aan de voorziening is een bedrag van 0,294 miljoen euro rente toegevoegd. Gedeclareerd ten laste van de BOR voorziening is in 2011 een bedrag van 18,253 miljoen euro, gespecificeerd als volgt: HOV 2011 een bedrag van 7,857 miljoen euro, voor Autoprojecten een bedrag van 5,088 miljoen euro en voor Parkeren en Transferia een bedrag van 5,489 miljoen euro. Het restant betreft de correcties van de accountant met betrekking tot de BOR declaratie 2011 welke doorgevoerd zijn in 2011. Luchtkwaliteit De voorziening voorziet in de dekking van de te maken kosten voor de meerjaren uitvoering van de Nationale Samenwerking Luchtkwaliteit (NSL). Het saldo per ultimo 2011 is geheel geprogrammeerd. Vanuit het project NRU Westelijke verdeelring is 1,400 miljoen euro gestort. Daarnaast is de aan de voorziening toegerekende rente 2011 van 0,160 miljoen euro gestort. De onttrekking dekt de gemaakte kosten voor Top 5 van 0,800 miljoen euro, 0,076 miljoen euro voor Communicatie en gedragscampagne, 0,091 miljoen euro voor monitoren en onderzoek.
296
Voorziening programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Negatieve grondexploitatie
37.952
0
998
36.954
Totaal
37.952
0
998
36.954
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Negatieve grondexploitaties De voorziening negatieve grondexploitaties is bedoeld om te verwachten negatieve resultaten op grondexploitaties op te kunnen vangen. In 2011is op basis een berekende benodigde stand van de voorziening een bedrag van 1,622 miljoen euro vrijgevallen. Verder is 0,046 miljoen euro onttrokken in verband met het beëindigen van de grondexploitatie De Gagel. Egalisatievoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Egalisatie onderhoud
140
328
468
0
Calamiteiten onderhoud
328
0
328
0
Totaal
468
328
796
0
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Egalisatie onderhoud Het jaarlijks verschil tussen het begrote onderhoud en de werkelijke kosten van het onderhoud wordt aan deze voorziening toegevoegd c.q. onttrokken. Ter dekking van de meerkosten onderhoud is in 2011 een onttrekking gedaan van 0,468 miljoen euro. Calamiteiten onderhoud Uit deze voorziening worden de kosten van calamiteiten betaald. Het saldo is in 2011 overgeheveld naar de voorziening egalisatie onderhoud. Vervolgens is de voorziening calamiteiten onderhoud opgeheven. Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
ISV I
346
-3
0
343
ISV II
15.008
-3.776
0
11.233
Impulsregeling ISV
4.848
-10
0
4.838
BLS-gelden
6.111
0
2.530
3.581
26.314
-3.789
2.530
19.995
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's.
297
Toelichting ISV I en ISV II De voorziening ISV I die per balansdatum nog resteert, zal in 2012 worden toegevoegd aan de voorziening ISV II.
•
Reden hiervoor is dat bij de vaststelling van ISV I door het Rijk de toen nog resterende prestatieafspraken zijn toegevoegd aan de ISV II periode. De middelen zijn nagenoeg uitgeput.
• Een storting van 0,821 miljoen euro betreft een correctie vanuit de voorziening Levenslustig Ondiep. • De onttrekkingen uit de voorzieningen zijn abusievelijk als negatieve storting geboekt en bedragen totaal 4,600 miljoen euro, gespecificeerd als volgt: • projecten groen in het kader van LNV 0,975 miljoen euro; • luchtkwaliteit 0,799 miljoen euro; • geluidsanering 0,478 miljoen euro; • groenstructuur Castellum 0,700 miljoen euro; • Zocherplantsoen 0,400 miljoen euro; • woonomgeving Loevenhout 0,336 miljoen euro; • kunstgrasvelden Nieuw Welgelegen 0,331 miljoen euro; • wonen en parkeren As Kanaleneiland 0,300 miljoen euro; • diverse kleinere projecten 0,281 miljoen euro. Veel projecten binnen ISV zijn nog niet afgerond. In 2012 zal een herprogrammering plaatsvinden van ISV II gelden. Impulsregeling ISV Deze voorziening bestaat uit de restbedragen van ontvangen subsidies voor projecten die in twee tranches door het Rijk aan Utrecht zijn toegekend. De regeling is inmiddels door het Rijk afgesloten. De projecten zijn nog niet afgerond. BLS-gelden De voorziening is ter dekking van bijdragen aan binnenstedelijke vernieuwingsprojecten. Het saldo per ultimo 2011 is geheel geprogrammeerd. In 2011 is 1,657 miljoen euro onttrokken ten behoeve van een restant bijdrage openbare parkeergarage Kop van Lombok en is 0,873 miljoen euro onttrokken voor een bijdrage voor het onrendabele deel van een parkeervoorziening in het kader van De Utrechtse Opgave.
Voorziening programma Krachtwijken Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Levenslustig Ondiep
1.715
-288
1.428
0
Totaal
1.715
-288
1.428
0
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Levenslustig Ondiep De voorziening is destijds gevormd door een storting van een subsidie van de Provincie van 3,5 miljoen euro. In 2011 is de uitvoering van het project afgerond en zijn de laatste kosten ter hoogte van 1,428 miljoen euro ten laste van de voorziening geboekt. De toevoeging aan de voorziening betreft de rente 2011 (0,034 miljoen euro) en de restantontvangsten van 0,500 miljoen euro. Verder is de correctieverrekening van 0,821 miljoen euro met de voorziening ISVII als negatieve storting geboekt in plaats van een onttrekking.
298
Voorziening Projectorganisatie Stationsgebied Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Risicovoorziening POS
20.042
37.700
0
57.742
Totaal
20.042
37.700
0
57.742
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Eind 2010 bedraagt de stand van de voorziening 20,042 miljoen euro. Dit bedrag is het saldo van de bij de start van de grondexploitatie Stationsgebied ingestelde voorziening van 70 miljoen euro minus de tot en met 2004 gemaakte plankosten van 18,7 miljoen euro en de 31,23 miljoen euro die in 2010 is overgeheveld naar de activa reserve voor het project bouw Muziekpaleis. In 2011 is de voorziening aangevuld met 37,7 miljoen euro in verband met de verslechtering van het eindsaldo van de grondexploitatie Stationsgebied. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar de Bestuursrapportage Stationsgebied 2012.
Voorziening programma Beheer Openbare Ruimte Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
3.142
0
3.142
0
126
0
77
50
Claim fontein Metz
50
0
50
0
Midreth
54
0
0
54
3.185
1.437
821
3.800
70
0
0
70
Saneringsplan Liesboschpark
0
50
0
50
Onvoorziene uitvoeringskosten
0
1.920
0
1.920
6.627
3.407
4.090
5.943
Omschrijving Verhuis- en inrichtingskosten Veemarkt Achterstallig e archivering
Voormalig personeel Studentenhuisvesting Max
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Verhuis- en inrichtingskosten veemarkt
Aangezien de veemarkthallen worden afgebroken en op deze plekken andere woningen worden gebouwd, is deze voorziening per primo 2011 toegevoegd aan de grondexploitatie Veemarkt. Achterstallige archivering In 2011 hebben we de gerealiseerde uitgaven ten behoeve van het project achterstallige archivering onttrokken aan de hiervoor bestemde voorziening. Claim fontein Metz De claim die de opdrachtgever (aannemer) had ingediend is in 2011 afgewikkeld, waarbij de aannemer niet in hoger beroep gaat. Daardoor is deze voorziening vrijgevallen.
299
Midreth We hebben een meningsverschil over de uitvoering van projectwerkzaamheden met Midreth. Het faillissement is in 2011 nog niet geheel afgewikkeld en er is nog steeds discussie over de betaling van een factuur. Voormalig personeel Conform de huidige BBV-regelgeving is in 2010 een voorziening gevormd in verband met toegezegde en contractueel gelegde uitkeringen vast aan voormalig personeel betreffende: met vervroegd pensioen gaan ( FPU en suppletie FPU);
• • reorganisatie of disfunctioneren (wachtgeld, overplaatsbaar, non actief).
Er is sprake van een niet jaarlijks vergelijkbaar volume gedurende een tijdsperiode van 4 jaar vanaf ultimo 2011. De onttrekking van 0,821 miljoen euro betreft in 2011 gerealiseerde uitkeringen aan voormalig personeel. Studentenhuisvesting Max IBU voert dit project uit in opdracht van de Rabobank. Met de Rabobank wordt onderhandeld over meerwerk. De verwachting is dat het verwachte verlies op dit project niet door de bank wordt gecompenseerd. Saneringsplan Liesboschpark De storting betreft het aandeel van het programma Beheer Openbare Ruimte in de sanering van asbest op het maaiveld van het Liesboschpark. Onvoorziene uitvoeringskosten Voor enkele projecten zijn onvoorziene uitvoeringskosten ontstaan. Om de verwachte kosten te dekken, is een voorziening gevormd. Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Investeringen gemeentelijk rioleringsplan
2.683
15.866
18.549
0
Totaal
2.683
15.866
18.549
0
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Investeringen Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Het saldo van de voorziening betreft de toevoeging van 15,866 miljoen euro voor begrote vervangingsinvesteringen rioleringen 2011 en een onttrekking van 18,549 miljoen euro betreffende gerealiseerde vervangingsinvesteringen rioleringen 2011. Egalisatievoorziening
Omschrijving Onderhoudskosten panden NMC Frictiekosten Stadstoezicht Onderhoud speelplekken Zuidwest Grondbank Afbouwregeling TOD Organisatievernieuwing IBU Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's. 300
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
200
108
118
190
99
0
0
99
100
0
60
40
2.823
0
386
2.437
154
0
80
74
50
0
50
0
3.425
108
694
2.839
Toelichting Onderhoudskosten panden NMC In de meerjaren onderhoudsbegroting gemeentelijke panden NMC 2007 – 2021 is de maximale omvang gesteld op 200. In 2011 is aan onderhoud panden NMC besteed 0,118 miljoen euro. In 2011 is ter aanvulling van de voorziening 0,108 miljoen euro gestort. Frictiekosten Stadstoezicht In 2007 is deze voorziening gevormd in verband met de ontmanteling van Stichting Stadstoezicht en de overdracht van de taken naar de Gemeente Utrecht. De voorziening dient ter dekking van de toekomstige lasten betreffende oude rechten en verplichtingen. In 2011 hebben zich geen uitgaven voorgedaan. Onderhoud speelplekken Zuidwest We hebben deze voorziening gevormd voor de uitvoering van het onderhoud speelplekken Zuidwest in de jaren 2006 tot en met 2012. Voor de jaren 2011 en 2012 zijn de onderhoudskosten geraamd op 0,1 miljoen euro. In 2011 is 0,06 miljoen euro onttrokken voor onderhoud aan de speelplekken. Grondbank De Grondbank slaat aangeboden vervuilde grond op in depots en brengt de aanbieders de geschatte saneringskosten in rekening. De sanering van de grond vindt later plaats, waardoor de baten vooruitlopen op de kosten. We hebben in 2010 een voorziening gevormd ter dekking van: de geschatte saneringskosten vervuilde grond in depot;
• • het risico dat milieueisen worden aangescherpt; • het risico van nagekomen claims.
In 2011 is 0,386 miljoen euro onttrokken aan kosten ontmanteling depot Huppeldijk, inrichting nieuw depot Lunetten en saldo exploitatie. Afbouwregeling toeslag onregelmatige dienst We hebben in 2010 een voorziening gevormd voor de afbouw van onregelmatigheidstoeslag overwerk op zondag van afdeling Wijkonderhoud en Services van de dienst Stadswerken. In 2011 is aan gerealiseerde kosten 0,080 miljoen euro onttrokken. Organisatievernieuwing IBU Vooruitlopend op het nieuwe werken (Stadskantoor) is IBU gestart met een verhuizing en het invoeren van het nieuwe werken. Hiervoor is in 2010 voorziening gevormd. Aan gerealiseerde kosten is in 2011 0,050 miljoen euro onttrokken aan deze voorziening.
Voorziening programma Cultuur Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Sophia
0
250
0
250
Totaal
0
250
0
250
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's.
301
Toelichting Sophia Tijdens de collegevergadering van 25 januari 2011 is besloten om een voorziening in te stellen als risicovoorziening voor de lening aan stichting Sophia van 0,25 miljoen euro (besluit 10.108650). De lening ten behoeve van de Archimedeslaan 16 is in januari 2011 verstrekt en moet vanaf juli 2012 in jaarlijkse tranches van 0,05 miljoen euro terugbetaald worden. Aan Stichting Sophia is door de rechtbank van Utrecht op 8 november 2011 surseance van betaling verleend voor een periode van anderhalf jaar gerekend vanaf 1 september 2011. De voorziening dient ter dekking van een verstrekte lening aan Sophia. Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Fonds Van Baaren
45
0
0
45
Fonds Rietveld Schröderhuis
91
0
0
91
136
0
0
136
Totaal Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Fonds Van Baaren
Fonds Van Baaren is ingesteld door derden. De rente-inkomsten van het fonds zijn bestemd voor conservering van de kunstcollectie Van Baaren. Fonds Rietveld Schröderhuis Fonds Rietveld Schröderhuis is ingesteld door derden. De rente-inkomsten van het fonds zijn bestemd voor onderhoud van het Rietveld Schröderhuis.
Voorziening programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek Risicovoorziening
Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Tuinwijk consequenties claim kunstenaar
61
0
32
29
U.C.K.
151
0
0
151
Totaal
211
0
32
179
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Tuinwijk Ten behoeve van een financiële claim met betrekking tot het herstel van een kunstwerk in Tuinwijk hebben we een voorziening ingesteld. De onttrekking betreft de kosten voor herstel van het kunstwerk. U.C.K. We hebben een voorziening getroffen van 0,151 miljoen euro voor nog te verwachten aanspraken op wachtgeld voormalig personeel UCK. 302
Egalisatievoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Afkoop salariskosten
113
25
0
88
Totaal
113
25
0
88
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Afkoop salariskosten Het betreft hier een ontvangen afkoopsom voor hogere salariskosten van de directie. Jaarlijks wordt ten gunste van de exploitatie een bedrag van 0,025 miljoen euro aan de voorziening onttrokken.
Voorziening programma Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Risicovoorziening
Omschrijving
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Reorganisatie personele kosten Werk en Inkomen Faillissement Cartesius Entreegeld vordering coöperatie Wigo4it
0
230
0
230
139
0
0
139
25
0
0
25
Exploitatietekort UW
600
0
600
0
Totaal
764
230
600
394
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Reorganisatie personele kosten Werk en Inkomen De voorziening dient ter dekking van kosten in 2012 en verder voor afspraken die in 2011 gemaakt zijn met medewerkers die formeel bovenformatief zijn geworden. Het betreft kosten voor vertrekregelingen en outplacementtrajecten. Faillissement Cartesius Naar aanleiding van het faillissement van Cartesius in 2009 heeft het college van B en W 0,3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor kosten van de gemeente die nog voortvloeiden uit dit faillissement, van dit bedrag is eind 2010 nog 0,1 miljoen euro over. Ultimo 2011 lopen er nog 3 juridische zaken naar aanleiding van het faillissement. Om hieruit voortvloeiende kosten te kunnen dekken is een voorziening getroffen voor het nog beschikbare bedrag. Entreegeld vordering coöperatie Wigo4it Op 7 september 2007 is de Coöperatie Wigo4it (uitgesloten aansprakelijkheid) opgericht. Volgens de statuten dienen de deelnemers een entreegeld te betalen van 0,025 miljoen euro. Bij uittreding wordt dit entreegeld verrekend met de uittredingsvergoeding als gevolg van het afwikkelen van verplichtingen van de coöperatie. Daarom wordt de vordering op nihil gewaardeerd. Exploitatietekort UW Voor het verstrekken van een aanvullende exploitatiesubsidie is 0,6 miljoen euro in 2011 aan de voorziening exploitatietekort UW onttrokken. 303
Voorziening programma Volksgezondheid Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Gezondheidscentrum 't Zand
98
0
0
98
Totaal
98
0
0
98
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Gezondheidscentrum 't Zand We hebben een risicovoorziening gevormd voor het afdekken van de risico’s tijdens de bouw van gezondheidscentrum ’t Zand. De geplande oplevering is in 2012. Egalisatievoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Frictiekosten Personeel
286
140
95
332
Totaal
286
140
95
332
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Frictiekosten Personeel We hebben 0,095 miljoen euro onttrokken voor de frictiekosten van voormalig personeel. We hebben in 2011 0,14 miljoen euro gestort om de voorziening op peil te brengen voor de lopende en nieuwe verplichtingen in verband met (voormalig) personeel. Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Verzelfstandiging Loket 1
41
0
0
41
Totaal
41
0
0
41
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Verzelfstandiging Loket 1 Dit betreft een voorziening voor het betalen van ziektekostenpremies en dergelijke ten behoeve van oud-werknemers en gezinsleden van de voormalige Stichting Loket 1. De voorziening loopt door totdat er geen gebruik meer wordt gemaakt van de regeling Statistisch 2011.
304
Voorziening programma Lokale Democratie en Bestuurlijke Samenwerking Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Urban
102
0
0
102
Totaal
102
0
0
102
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Urban Deze voorziening is nog opgenomen omdat van Ministerie van Binnenlandse Zaken nog geen definitief uitsluitsel is gekregen over de kosten die destijds bij uitvoering Urban in rekening zijn gebracht voor technische bijstand. Gerekend naar het moment van vaststelling / goedkeuring van het Urbanprogramma zal de goedkeuring in 2012 onherroepelijk zijn en kan dan worden bepaald welk gedeelte vrij kan vallen. Egalisatievoorziening
Omschrijving Wethouderspensioenen Wachtgelden oud-wethouders Totaal
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
3.441
415
0
3.856
245
500
458
287
3.686
915
458
4.143
Bedragen zijn in duizenden euro's. Wethouderspensioenen Aan de voorziening voor Wethouderspensioenen wordt jaarlijks 0,19 miljoen euro toegevoegd om de voorziening op peil te houden. Verder is er in 2011 incidenteel 0,225 miljoen euro toegevoegd om de voorziening conform een actuele berekening op peil te houden. Wachtgelden oud-wethouders Vanwege de verwachte kosten is deze voorziening bij de Voorjaarsnota 2011 incidenteel opgehoogd met 0,5 miljoen euro. Er is in 2011 voor 0,458 miljoen euro aan wachtgelden aan oud-wethouders uitgekeerd.
305
Voorziening programma Milieu en Duurzaamheid Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
Omschrijving Amev milieuprijs Bodemsanering Griftpark Bodemsanering Verkeerslawaai Stad Verkeerslawaai regio Vinex/FES Totaal
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
53
1
1
53
4
0
0
4
1.465
29
385
1.109
784
-292
122
370
23
-23
0
0
0
8.663
0
8.663
2.329
8.378
508
10.199
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting AMEV Milieuprijs In 1976 is door de gemeenteraad een schenking aanvaard van 0,045 miljoen euro. Aan de voorziening wordt jaarlijks rente toegerekend. Jaarlijks wordt een prijs verstrekt van 0,001 miljoen euro. Bodemsanering Griftpark De voorziening wordt gebruikt voor de nazorg Griftpark. Bodemsanering. De voorziening is ingesteld ter dekking van de kosten die zijn voorzien in de uitvoering van het bodemsaneringsprogramma. Jaarlijks wordt, conform de eisen van toekenning van de subsidie, rente toegevoegd voor een bedrag van 0,029 miljoen euro. Ter dekking van de kosten voor de uitvoering van de projecten in 2011 is 0,385 miljoen euro onttrokken. Verkeerslawaai Stad De kosten van het actieplan Geluid, en voor EU Geluidskartering, in totaal een bedrag van 0,414 miljoen euro, zijn ten laste van de voorziening gebracht. De voorziening dient te worden aangehouden daar definitieve vaststelling over de lopende jaren nog zal plaatsvinden en daarmee finale afrekening van de verstrekte bijdragen (terugbetalingsverplichting) in het kader van bovengenoemd (project)financieringsprogramma). Verkeerslawaai Regio De kosten die ten laste van de voorziening worden gebracht, in totaal een bedrag van 0,023 miljoen euro, betreffen eigen uren van de afdeling Milieu voor de het actieplan Geluid en voor EU Geluidskartering. Per ultimo 2011 wordt deze voorziening beëindigd. Vinex/FES De voorziening dekt de kosten voor goederenvervoer en luchtkwaliteit. Het saldo per ultimo 2011 is geheel geprogrammeerd. De storting in 2011 betreft de ontvangen subsidie van de Provincie.
306
Voorziening programma Economische Zaken Van derden ontvangen bestemmingsbedragen Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
GSB-III 2005-2009
572
0
572
0
Totaal
572
0
572
0
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting In 2011 is het restantbedrag van 0,572 miljoen euro onttrokken ten behoeve van projectuitgaven. Hiermee zijn alle projecten van het GSB-III programma financieel afgewikkeld.
Voorziening algemene middelen Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
Omschrijving
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Garanties GVU
1.000
0
0
1.000
Totaal
1.000
0
0
1.000
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Garanties GVU Deze voorziening is in 2007 ingesteld in verband met aan het personeel verleende garanties bij de verkoop van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht.
Algemene Ondersteuning Risicovoorziening Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
Onderhoud/opknappen brandputten
43
0
0
43
Totaal
43
0
0
43
Omschrijving
Bedragen zijn in duizenden euro's.
307
Toelichting Onderhoud/opknappen brandputten Bij de overgang van de Brandweer naar de Veiligheidsregio Utrecht, is het saldo van de voorziening met betrekking tot het onderhouden en opknappen van brandputten achtergebleven bij de gemeente en overgeheveld naar deze nieuwe risicovoorziening. De voorziening is bestemd voor de toekomstige uitgaven voor onderhoud/opknappen van brandputten. Egalisatievoorziening
Omschrijving Liquidatiefonds Interim-dienst Liquidatiefonds Openbaar Slachthuis Liquidatiefonds Woonruimtezaken Liquidatiefonds Voorzieningsdienst Pensioenfonds Bijzonder Kleuteronderwijs Stichting Pensioenfonds Ozebi Liquidatiefonds Vleuten-De Meern Sparen verlof Co-financiering doelstelling 2 Totaal
Stand per
Stortingen
Onttrekkingen
Stand per
01-01-11
2011
2011
31-12-11
41
0
26
15
2
4
6
0
211
0
40
170
0
1
1
0
511
0
189
322
5
0
1
4
52
0
23
29
63
0
0
63
498
0
498
0
1.382
5
785
603
Bedragen zijn in duizenden euro's. Toelichting Liquidatiefondsen/pensioenfondsen De onttrekkingen aan de liquidatiefondsen betreffen betalingen van pensioenen en wachtgeld aan de deelnemers van deze fondsen. Het restant is bestemd voor de verwachte, toekomstige betalingen aan deze deelnemers. Sparen verlof Deze voorziening is ingesteld om vervanging te kunnen bekostigen van een werknemer die op grond van artikel 4.3 van de CAR door middel van een spaarovereenkomst arbeidsduurverkorting realiseert. In 2012 verwachten wij uitgaven voor deze werknemer. Cofinanciering Doelstelling 2 Wij hebben 0,458 miljoen euro onttrokken in verband met cofinanciering en opvang van risico's van het Europese subsidieprogramma.
308
Voorziening van derden ontvangen bestemmingsbedragen Algemene Ondersteuning Toevoeging
Onttrekkingen
Stand 1-1-11
2011
2011
Stand 31-12-11
Europese Doelstelling 2
860
0
0
860
Totaal
860
0
0
860
Omschrijving
Toelichting Europese Doelstelling 2 Bij de derde technische wijziging 2011 zijn uit oogpunt van eenvoud en transparantie de voor cofinanciering en programmarisico's van Europese subsidieprogramma's bestemde egalisatievoorziening Cofinanciering Doelstelling 2 en de reserve Europese Doelstelling 2 samengevoegd tot één reserve Europese subsidies. Wij stellen voor om bij de 2e technische wijziging 2012 om dezelfde redenen het saldo van deze voorziening aan de reserve Europese subsidies toe te voegen. Het saldo is bestemd voor de cofinanciering en programmarisico's van Europese subsidieprogramma's.
309
Borgstellingen Borgstellingen (garanties en/of gewaarborgde geldleningen) Oorspronkelijk
percentage van restant van
bedrag
de lening
restant van
gewaarborgde
waarvoor borg-
de lening
de lening
lening
stelling geldt
31-12-2010
31-12-2011
382.596
0
359.943
382.596
Totalen Portaal
461.882
0
503.730
447.120
Totalen Mitros
748.006
0
576.376
690.940
Totalen SSHU
226.962
0
229.639
224.257
88.997
0
97.299
88.997
3.310
0
2.344
2.177
Volksbelang Vianen)
10.000
0
10.000
10.000
Totalen Vestia groep (voorheen SGBB)
34.522
0
32.989
32.771
8.445
0
9.524
7.035
Totalen Woonzorg
20.171
0
16.565
32.771
Provides (voorheen IJsselsteinse Woningbouwvereniging)
Borgstelling verleend voor (naam instelling ) Totalen Bo-Ex
Totalen Groenwest (voorheen GroenRandWonen) Totalen woningbouwvereniging Utrecht Totalen Lekstede (voorheen Bouwvereniging
Totalen Habion
12.000
0
12.000
12.000
Totalen Stichting Den Bouwacker
1.405
100
496
426
Totalen Stichting Tuindorp BANS
4.050
100
54
0
Totalen Vereniging De Regentes
457
100
0
0
205.997
50
11.033
9.885
12.054
100
3.678
3.295
SVN Garantie op extra ruimte
3.535
100
1.163
960
NRF RGSVH/BWS
3.759
100
3.009
2.794
WEW garanties Werkgeversgarantie
NRF totaalfinanciering monumenten
10.625
100
9.265
9.026
NRF Revolving fund monumenten
3.151
100
1.930
1.906
Stichting Werkruimte Kunstenaars
52
100
33
UW Holding BV (UW-bedrijven)
6.607
100
4.129
3.881
Stichting Tafeltennis Promotie
50
136
50
54
Voetbalvereniging R.U.C.
54
100
5
3
Tennisvereniging At Risk
237
100
109
102
10
100
3
0
V.V.U.A. Sportvereniging Kampong
127
100
51
45
Stichting Beheer Tennispark Rhijnauwen
45
100
20
19
Stichting Beheer Tennispark Rhijnauwen
34
100
15
13
Stichting Landlust Vechtlust en Oog in Al
45
100
16
0
Tennisvereniging ULTC-Iduna
79
100
45
41
Stichting Landlust
51
100
13
0
Tennisvereniging ULTC-Iduna
125
100
75
70
Nederlandse Bridgebond
454
100
204
141
Velox-SVVU-Celeritudo
20
100
4
2
Stichting Financieel Beheer Kampong Hockey
272
100
158
144
Stichting Financieel Beheer Kampong Hockey
340
100
244
233
Sportschool Anton Geesink
45
100
9
4
Sportvereniging Kampong Voetbal
35
100
9
6
Sportvereniging Kampong Hockey
69
100
45
41
310
Oorspronkelijk
percentage van restant van
bedrag
de lening
restant van
gewaarborgde
waarvoor borg-
de lening
de lening
lening
stelling geldt
31-12-2010
31-12-2011
Sportvereniging Kampong Hockey
69
100
45
41
Voetbalvereniging 'Sporting70'
25
100
6
0
Borgstelling verleend voor (naam instelling )
Stichting Blaashal Domstad
60
100
3
0
Stichting de Noordpunt
125
100
75
66
Voetbalvereniging 'De Meern'
200
100
200
177
SV Kampong (hoofdbestuur)
75
100
49
35
SV Kampong (hoofdbestuur)
133
100
0
133
28
100
19
15
Stichting Kampong Hockey
125
100
75
62
MHC Fletiomare
200
100
174
168
MHC Fletiomare
175
100
0
175
Stichting Expl. Sportacc. Utrecht Leidsche Rijn (Desto)
225
100
198
189
Stichting Expl. Sportacc. Utrecht Leidsche Rijn (Desto)
100
100
90
86
Stichting Beheer Tennispark Rhijnauwen
100
100
90
85
Korfbalvereniging HKC
Tennisvereniging ULTC-Iduna
90
100
81
72
LTC Vleuten de Meern
180
100
0
180
LTC Vleuten de Meern
250
100
0
250
70
100
33
31
SHBU Zorgcentra
4.181
100
1.608
1.447
SHBU Zorgcentra
113
100
34
28
St. Vieja Utrecht (voorheen St. Vrouwenopvang Utrecht)
150
100
72
67
St. Vieja Utrecht (voorheen St. Vrouwenopvang Utrecht)
817
100
405
364
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
1.361
100
54
0
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
673
100
212
0
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
1.134
100
272
227
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Continu)
167
100
50
44
Kinderdagverblijf 'De Poppenzolder'
Stichting Axion Continu (voorheen Stichting Innova) Stichting HABION (Land. Herv. Bouw- Bejaarden) Stichting Secu/ Beatitas Stichting Trajectum Novum Utrechtse Kano Club
636
100
195
0
4.992
50
4.063
3.958
137
100
1
0
2.269
100
1.134
1.078
75
50
38
36
Stichting Vlietkop/UTS
550
45
250
242
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
381
100
236
229
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
318
100
197
191
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
104
100
65
63
Stichting Wijkgezondheidscentrum Lunetten
816
100
522
506
Stichting Gezondheidscentra Leidsche Rijn
500
100
400
400
Stichting De Heem
470
100
0
470
1.897.224
1.974.866
Totaal
2.272.835
Bedragen zijn in duizenden euro’s.
311
SiSa bijlage
313
Specifieke uitkering
A1
Verzameluitkering Veiligheid & Justitie
V&J
A4
Ontvanger
Nummer
V&J
Juridische grondslag
Departement
I N D I C A T O R E N
Regeling verzameluitkering
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30)
Gemeenten
Aard controle R
Regeling uitstapprogramma’s voor prostituees (RUPS) subsidieregeling ter stimulering van de ontwikkeling van uitstapprogramma’s voor prostituees
€ 75.401 Besteding t/m 2011 Aard controle R
Gemeenten
BZK
C1
Regeling verzameluitkering
€ 482.918 Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30)
Gemeenten
Aard controle R
Verzameluitkering BZK (incl. oud WWI)
€ 1.195.000
BZK
C3
Resultaat ultimo 2011 van in 2010 en 2011 Afspraak alsnog te realiseren doelstellingen en prestatieafspraken in aantallen die met het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en Rijk zijn overeengekomen o.b.v. het stedelijk meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP), veiligheid (SIV) en Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, die zijn vastgelegd in het GSB-convenant per stad (prestatielijst) en in de GSB III-periode integratie en veiligheid (deels) niet zijn gehaald. Gemeenten G31 Hieronder per regel één doelstelling / prestatieafspraak / (sub)indicator invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (GSB/SIV)
1 2 3 4 Onderdeel inburgering BDU SIV: Regeling inburgering G31.
Aard controle n.v.t.
Aard controle D1
Totaal aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen
Totaal aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Realisatie Aard controle D1
€ 2.028
314
€ 306
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Realisatie Aard controle D1
€ 198
Realisatie
Toelichting afwijking
Totaal aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr. 2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden)
Totaal aantal geestelijk bedienaren voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Realisatie
Realisatie
Aard controle D1
Aard controle D1
€0
€0
Totaal aantal geestelijk bedienaren voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het aanvullend praktijkdeel van het inburgeringsexamen
Toelichting bij de hiervoorgaande 5 inburgeringsindicatoren; vermelden op welke indicator(en) de toelichting betrekking heeft.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Realisatie Aard controle D1
315
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 (inclusief inburgering) ten laste van de Rijksmiddelen
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle R
Aard controle R Zie Nota baten-lastenstelsel
OCW
D1
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Gemeenten
OCW
OCW
D5
D9
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
€ 468.015
€0
Besteding 2011
Opgebouwde reserve ultimo 2010
Aard controle R
Aard controle R
€ 2.580.987
€ 1.020.305
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de periode vóór 4 september 2011 mogen verantwoord worden.
Gemeenten
Aard controle R
Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
€ 818.078
Nee
Brinnummer
Alle activiteiten afgerond Ja/Nee?
Aard controle n.v.t.
Aard controle D2
Besteding 2011 aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Ja Besteding 2011 aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle R
Aard controle R
€ 8.520.982
€ 2.917.237
1 Onderwijsachterstanden- beleid (OAB) 20112014
Gemeenten
I&M
E5
Verzameluitkering I&M (incl. oud VROM) Regeling verzameluitkering Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30) Aard controle R
€ 328.245 I&M
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009 Wet bodembescherming (Wbb), Besluit financiële bepalingen bodemsanering en Regeling financiële bepalingen bodemsanering;
Besteding 2011 uit Wbb
Besteding 2011 uit FES
Aard controle R
Aard controle R
€ 385.481
€0
Provincies en gemeenten
316
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord Toelichting bij de hiervoorgaande 3 o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / bestedingen-indicatoren; vermelden op welke indicator(en) de toelichting Nee betrekking heeft. Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
Nee Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R
€0
Toelichting per brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen Aard controle n.v.t.
Besteding 2011 aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) Aard controle R
€ 1.281.874
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t.
Nee
Uitgaven (FES) van vóór 2010, Uitgaven (Wbb) van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R Aard controle R
€0
€0
317
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
I N D I C A T O R E N
Aantal saneringen (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aard controle D1
I&M
E7
Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Planstudies) Regeling eenmalige uitkering planstudies en proefprojecten IKS
n.v.t. Totaal aantal planstudies gereed per 31.12.2011 Aard controle R
Aantal bodemonderzoeken (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aard controle D1 n.v.t. Eindverantwoording ja/nee Aard controle n.v.t.
Gemeenten
I&M
E10
Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland Provincies en gemeenten
I&M
E11B
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
1 Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
ja Eindverantwoording ja/nee
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€ 88.150 Besteding 2011 tlv eigen middelen
ja Besteding 2011 tlv bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Aard controle R
Aard controle R
€ 1.214.648 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
€0 Besteding 2011 t.l.v. provincie
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
5080.07.1108 (LMV 2007.066448) BDU-middelen BOR-middelen Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen excl. Bestedingen uit baten exploitatie
€ 916.027 €0 € 9.515.719 Berekende bate boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden)
I&M
E12
1 2 3 Nieuwe Sleutel Projecten (NSP) Wet Ruimtelijke Ordening Besluit Ruimtelijke Ordening Gemeenten
318
Alleen in te vullen na afloop project Aard controle R
Aard controle R
€ 31.337.615
€0
Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn)
Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) (in te SEB) (in te vullen zodra de prestaties vullen zodra de prestaties behaald behaald zijn) zijn)
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
€0 Besteding 2011 uit rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Teruggestort/verrekend in 2011 in verband met niet uitgevoerde maatregelen
Eindverantwoording ja/nee
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
€0 Eindverantwoording ja/nee
€0
Nee
€0
nee nee nee Aantal gerealiseerde projecten afspraak
Aantal gerealiseerde projecten realisatie
Eindverantwoording ja/nee
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Alleen in te vullen na afloop project
Alleen in te vullen na afloop project
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
4
4
Ja
€ 232.943
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel
Aard controle n.v.t.
Zie Nota baten-lastenstelsel
319
Specifieke uitkering
E26
Spoorse doorsnijdingen
Ontvanger
Nummer
I&M
Juridische grondslag
Departement
I N D I C A T O R E N
Aantal afgeronde projecten
Aantal afgeronde projecten
Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen
Afspraak
Realisatie
Aard controle R
Aard controle R
0 Hieronder per regel één projectaanduiding en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
0 Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
1
Quick win 'Haven Lage Weide'
€ 408.692
Taxibeleid G4
Besteding 2011
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€ 655.920 Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30)
ja
Gemeenten I&M
E30
Quick wins binnenhavens Tijdelijke subsidieregeling Quick Wins Binnenvaart Provincies en gemeenten
I&M
E32
Taxiconvenant G4 2008-2009 Gemeenten
EL&I
F3
Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV) Regeling verzameluitkering Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
SZW
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
SZW
SZW
G1-1
G2
Aard controle R
€ 975.000 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2011; exclusief geldstroom openbaar lichaam
exclusief geldstroom openbaar lichaam
Aard controle R
Aard controle R
€ 1.036 Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren
€ 75 Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R
Aard controle R
780,4 %̅I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 Besteding 2011 algemene bijstand WWB I.1 WWB: algemene bijstand
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle n.v.t. € 96.610.198
320
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren;
8,26 Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
€ 5.628.700
Eindverantwoording ja/nee
Aard controle n.v.t. nee Overige bestedingen 2011
Eindverantwoording Ja/Nee
Uitgaven tlv rijksmiddelen van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 1.571.058
Ja
0
Overige uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R 0
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R nvt
321
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
I N D I C A T O R E N
I.2 Wet investeren in jongeren (W IJ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
Besteding 2011 WIJ
Aard controle n.v.t.
Baten 2011 WIJ (excl. Rijk) Aard controle n.v.t.
€ 9.099.768 Besteding 2011 IOAW
€ 338.107 Baten 2011 IOAW (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 1.353.671 Besteding 2011 IOAZ
€ 17.758 Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 156.641 Besteding 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
€ 5.223 Baten 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 421.874 Besteding 2011 WWIK
€ 373.524 Baten 2011 WWIK (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 3.782.621 € 98.786 Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde Besteding 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob) zelfstandigen (excl. Bob)
Aard controle R
Aard controle R
€ 400.525 Baten 2011 Bob (excl. Rijk)
€ 1.666.516 Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R
Aard controle R
0
0
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
322
Besteding 2011 Bob Baten 2011 kapitaalverstrekking (excl. Besteding 2011 aan onderzoek als Baten 2011 levensonderhoud bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) Bob) (excl. Rijk) Bob) (excl. Rijk)
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 576.396
€ 97.783
€ 269.514
Aard controle R
€0
323
Specifieke uitkering
G5
Wet participatiebudget (WPB)
Ontvanger
Nummer
SZW
Juridische grondslag
Departement
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 participatiebudget
Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle R
Aard controle R
€ 38.521.420
€ 2.743.508
Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven
Besteding 2011 Regelluw
Dit onderdeel moet door alle gemeenten worden ingevuld. Indien ingevuld met een nul, dan bestaat er voor 2012 geen recht op regelluwe bestedingsruimte
Aard controle R
Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld te worden door de gemeenten die in 2010 duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Aard controle R
0
€0
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Aard controle D1
862
324
Waarvan besteding 2011 van educatie bij roc's
832
Baten 2011 (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten 2011 van educatie bij roc’s
Aard controle R
Aard controle R
Terug te betalen aan rijk Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van 2011 naar 2012 Omvang van het aan het rijk terug te betalen bedrag, dat wil Omvang van het in het jaar 2011 zeggen het in het jaar 2011 nietniet-bestede bedrag dat wordt bestede bedrag voor zover dat gereserveerd voor het de reserveringsregeling participatiebudget van 2012. Dit overschrijdt, alsmede het in het bedrag is exclusief het bedrag dat een gemeente ten onrechte niet heeft jaar 2011 ten onrechte nietbestede bedrag aan educatie bij besteed aan educatie bij een roc; roc’s hiervoor geldt geen reserveringsregeling (het ten Aard controle R onrechte niet-bestede wordt teruggevorderd door het rijk) óf omvang van het in het jaar 2011 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2012 (bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld) Aard controle R
€ 5.760
€0
€ 2.676.651
€0
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen.
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen.
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
Aard controle D1
429 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald.
1050
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
802
791
Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten basisvaardigheden.
Het aantal door de gemeente in 2011 Het aantal door volwassen ingekochte trajecten vavo. inwoners van de gemeente in 2011 behaalde vavo-diploma's.
Aard controle D1
Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
Aard controle D1
199
1420
€ 275
70
325
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
I N D I C A T O R E N
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Aard controle D1
SZW
G6
Schuldhulpverlening
0 Besteding 2011
Kaderwet SZW-subsidies
Aard controle R
Gemeenten SZW
VWS
G7
H1
Regeling verzameluitkering
€ 1.078.650 Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30)
Gemeenten
Aard controle R
Ministeriële regeling heroïnebehandeling
€ 450.000 Gerealiseerde behandelplaatsen 2011
Regeling heroïnebehandeling
Afspraak
Verzameluitkering SZW
Gemeenten Aard controle D1
VWS
H3
Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + Aanvullende curatieve SOA bestrijding Subsidieregeling publieke gezondheid Gemeenten
VWS
H5
Vrouwenopvang incl. advies- en steunpunt huiselijk geweld
Gerealiseerde behandelplaatsen 2011 Realisatie
Aard controle D1
45 Aantal consulten 2011 seksualiteitshulpverlening in het verzorgingsgebied.
45 Aantal gevonden SOA's 2011 in het verzorgingsgebied
Aard controle D1
Aard controle D1
318 Stand reserve per ultimo 2010
966 Besteding 2010
Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeenten
Aard controle R
VWS
H10
Brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin (BDU CJG) Tijdelijke regeling CJG Gemeenten
326
Aard controle R
0 € 4.561.383 Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Zie Nota baten-lastenstelsel Aard controle R
Aard controle R
€ 10.220.671
0
Besteding 2011
Eindverantwoording Ja/Nee
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota baten-lastenstelsel
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€ 959.181 Aantal SOA- onderzoeken 2011 in het verzorgingsgebied
ja
Aard controle R R
Aard controle D1
5.754 Besteding (gedeeltelijk) verantwoord Uitgaven van vóór 2010, waarvan o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / besteding in 2011 plaatsvindt Nee Zie Nota baten-lastenstelsel Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2010 Aard controle R kunnen opnemen.
0 Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
0 Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Aard controle D1
Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
ja
nee
327
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de gemeenteraad van gemeente Utrecht te Utrecht Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2011 zoals opgenomen in de Jaarstukken 2011 op de pagina’s 241 tot en met 327 van gemeente Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de programmarekening over 2011 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) en het opgestelde controleprotocol dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Deze financiële rechtmatigheidscriteria zijn met het normenkader door de gemeenteraad vastgesteld.
328
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Utrecht een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2011 als van de activa en passiva per 31 december 2011 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2011 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Deloitte Accountants B.V. Utrecht, 15 mei 2012 Was getekend: K. Bruggeman RA
329
330
Externe subsidieprogramma's Kansen voor West – Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO 20072013) Kansen voor West (EFRO 2007-2013) In 2008 is het subsidieprogramma Kansen voor West van start gegaan. In dit programma werken de G4-steden samen met de Provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland (P4). Het programma is in 2007 goedgekeurd door de Europese Commissie. De doelstelling van OP West is het versterken van de economische structuur en de internationale concurrentiepositie van het gebied. Daartoe zijn drie prioriteiten vastgesteld: 1.
Kennis, innovatie en ondernemerschap.
2.
Attractieve regio’s.
3.
Attractieve steden.
In 2008 zijn de eerste projecten binnen het programma van start gegaan. Budgettair kader Het beschikbare EFRO-bedrag voor Kansen voor West is 310 miljoen euro. Daarvan is 21,6 miljoen euro bestemd voor de stad Utrecht, deels (3,1 miljoen euro) voor een stedelijk programma en deels (8,5 miljoen euro) in de vorm van een indicatief aandeel in het regionale programma. In totaal (inclusief de verplichte cofinanciering) bedraagt het Utrechtse programma 54,3 miljoen euro. Voor Utrecht zijn vooral prioriteit 1 en prioriteit 3 van belang. Uitvoeringsprogramma Utrecht Wij hebben OP West voor de stad nader uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma Vijf sterren voor Utrecht, dat in september 2007 door uw gemeenteraad is vastgesteld. Kansen voor West biedt een betrekkelijk ruim kader. Door het geld gericht in te zetten kan een groter positief effect voor de stad worden bereikt. De uitvoering wordt geconcentreerd in vijf gebieden: de grote ontwikkellocaties Stationsgebied en Leidsche Rijn (centrum) en daarnaast Lage Weide (revitalisering), bedrijventerrein Overvecht (kansenzone) en De Uithof (Science Park). Naast de gebiedsinsteek kiezen wij voor het stimuleren van talent. Kennis en talent zijn immers de sleutel voor economische kracht. Utrecht is de ontmoetingsplaats voor talent. Het aanwezige (ondernemers) talent in de universiteit en de hogescholen wordt vanuit het programma ondersteund. Maar ook Utrechts talent dat onbenut dreigt te blijven krijgt aandacht. Onder andere door schooluitval tegen te gaan en door vraag en aanbod op de lokale en regionale arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten. Het uitvoeringprogramma sluit aan bij bestaand beleid en bestaande programma’s. Deze kunnen versterkt en versneld worden uitgevoerd dankzij de EFRO-subsidie. Doordat verschillende beleidslijnen rond het EFRO-programma samenkomen, is het vanuit de stad mogelijk geldstromen te matchen. Bijvoorbeeld met rijksmiddelen Pieken in de Delta voor het versterken van de kenniseconomie. Daarnaast zijn bestaande gemeentelijke budgetten en andere rijksen provinciale fondsen bruikbaar en zullen ook andere samenwerkingspartners kunnen en willen bijdragen. Voor EFROprojecten die niet (volledig) met behulp van matching kunnen worden gedekt, is een bedrag van 3,3 miljoen euro gereserveerd op de investeringsplanning. Deze reservering dient tevens als risicovoorziening, omdat het werken met Europees geld risico's met zich meebrengt vanwege de hoge eisen die aan de jaarstukken worden gesteld en de vele controles. Bij de uitvoering van het programma gaat onze voorkeur uit naar substantiële projecten. In omvangrijke projecten heeft de subsidie een grotere impact dan wanneer het geld wordt versnipperd. Op die manier kan de EFRO-bijdrage een aantoonbaar effect teweeg brengen op de economische structuurversterking van de stad. Bovendien wordt op deze manier de verhouding tussen programma- en beheerkosten gunstiger. Activiteiten 2011 In de eerste uitvoeringsjaren was veel aandacht nodig voor het opzetten van de uitvoeringsorganisatie, in overleg met de samenwerkingspartners G4 en P4. Nu de beheersmatige kant van het programma staat, is de blik nog meer gericht op de inhoud van het programma.
331
In 2011 is het programma verder aangevuld met projecten die aansluiten bij de prioriteiten beschreven in het OP West en gericht zijn op de Utrechtse aandachtsgebieden. In 2011 hebben wij subsidie toegekend aan het Parkpergola Leidsche Rijn en aan de revitalisering van de havens op Lage Weide. Naast het toekennen van twee subsidies zijn vijf projecten in 2011 afgerond:
• partners in Nieuw Ondernemerschap; • revitalisatie Flora's Hof Lichte Gaard; • aanpak Openbare Ruimte; • kunstfactor; • emissie vrije Bierboot. Programmaoverzicht per 31 december 2011 Project
Totale kosten in
EFRO in euro's
euro's Partners in Nieuw Ondernemerschap
508.430
203.370
Revitalisatie Flora's Hof Lichte Gaard
2.525.343
800.000
Aanpak Openbare Ruimte
1.020.820
397.820
Zingende Toren
1.244.632
250.000
995.000
398.000
Kunstfactor Emissie vrije Bierboot
400.000
200.000
3.226.000
1.060.000
665.000
330.000
4.565.156
1.826.062
898.920
359.568
Creatieve Industrie Jan Jongerius
3.123.790
1.249.516
De Nieuwe Bouwloods
1.059.868
400.000
Trajectum Lumen De Wissel Wijkeconomie en Kleinschalig Ondernemerschap Designer Café
Bedrijventerrein Overvecht
704.986
283.986
Aanleg 1e fase Parkpergola - Leidsche Rijn Park
2.456.887
800.000
Upgrading havenbekkens Lage Weide
5.000.000
2.000.000
28.394.832
10.558.322
Totaal Bedragen zijn in euro's.
Van het Utrechtse programmadeel van12,7 miljoen euro is nu ruim 10,55 miljoen euro toegekend aan projecten (83%). Naast de 12,7 miljoen euro voor de projecten is er in de programmaperiode 0,4 miljoen euro subsidie beschikbaar voor ambtelijke ondersteuning (technische bijstand). Het totale subsidiebedrag is dus 13,1 miljoen euro. Voor de stad zijn de beschikbare middelen in prioriteit 1 en prioriteit 3 voor ongeveer 83% toegekend aan projecten. Voor het resterende nog toe te kennen budget is de projectenpijplijn is goed gevuld, bijvoorbeeld met plannen voor een energiefonds voor ondernemers, ruimte voor creatief ondernemerschap en een Retourshop in Overvecht. Binnen het regionale programmadeel is in 2011 een subsidie van 1.614.567 euro toegekend aan de Dutch Game Garden voor de nieuwe, grotere huisvesting aan de Neude en voor de ondersteuning van startende gamebedrijven. Bij de invulling van prioriteit 1 van het programma (kennis, innovatie en ondernemerschap) werkt de gemeente samen met de Provincie. In de selectie van projecten voor Kansen voor West is er goede afstemming met Pieken in de Delta en regionale partners, zoals de Taskforce Innovatie, zodat er een samenhangend pakket ontstaat met projecten die elkaar versterken. In prioriteit 1 is er 7,7 miljoen euro beschikbaar voor de stad, waarvan nu 4,3 miljoen euro is toegekend in projecten (56%). Ook voor dit programmadeel zitten voldoende projecten in de pijplijn, zoals de Life Science Incubator in het Science Park.
332
Om de Utrechtse projecten binnen het regionale programmadeel mogelijk te maken hebben wij ten laste van het cofinancieringbudget subsidie toegekend aan de volgende projecten: Protospace 0,200 miljoen euro;
• • Utrecht Science Park • Sociale Innovatie MKB • Centrum Aarde en Duurzaamheid • Taskforce Innovatie stimulering lokale economie); • Dutch Game Garden
0,367 miljoen euro; 0,136 miljoen euro; 0,538 miljoen euro; 0,970 miljoen euro (waarvan 0,4 miljoen euro ten laste van het fonds 0,613 miljoen euro (ten laste van het fonds stimulering lokale economie).
De stad beschikt over een relatief klein aandeel van 0,8 miljoen euro in prioriteit 2 (attractieve regio’s: milieu en landschappelijke waarden) van het regionale programma. Hiervoor is een project geselecteerd uit het gemeentelijke Groenstructuurplan, de revitalisering van de landgoederen Oud- en Nieuw-Amelisweerd en Rhijnauwen. Na vaststelling van het projectplan door uw gemeenteraad is de aanvraag begin 2012 ingediend.
Afsluiting Westflankprogramma (EFRO 2000-2006) Medio 2009 zijn de laatste projecten die werden uitgevoerd in het kader van het Westflankprogramma afgesloten. In verband met de economische crisis heeft de Europese Commissie de looptijd van de structuurfondsprogramma's met een half jaar verlengd. Het programma Economische Structuurversterking Westflank was het Utrechtse deelprogramma van het stedenprogramma 'stedelijk luik' van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Medio 2010 konden wij de eindverantwoording van het Utrechtse programmadeel vaststellen en u informeren over de resultaten van het programma. De Europese Commissie heeft in december 2011 de eindverantwoording goedgekeurd en de subsidie voor Westflank Utrecht zoals verwacht vastgesteld op 21,3 miljoen euro.
Europese subsidies na 2013 De Europese Commissie heeft de voorbereidingen voor de structuurfondsperiode 2014-2020 zijn gang gezet. Wij volgen deze ontwikkelingen en dragen bij aan de gedachtevorming over nieuwe programma's, met als doel om ook na 2014 te kunnen beschikken over Europees geld voor Utrechtse projecten en programma's.
333
Subsidiestaat Doel subsidie/activiteit
Verschil begroting
Waarvan
en realisatie (E-F)
jaarsubsidie
2.700
-201
0
1.225
5.040
0
0
653
-653
0
2.429
2.433
-4
0
402
839
-437
0
11.595
7.850
3.745
0
Begroting 2011
Realisatie 2011
Vrije tijd en participatie
2.499
Optimale ontwikkeling
6.265
Programma Jeugd
Voorkomen voortijdig schooluitval Zorgstructuur Jeugd en ouders Jeugdcriminaliteit en jongerenoverlast Totaal programma Jeugd Programma Stedelijke ontwikkeling en Groen Ontwikkelen Plannen
173
114
59
114
Verkennen/organiseren ruimtelijke plannen
820
1.524
-704
871
Verwerven ontwikkelen en exploiteren
0
-120
120
0
Herstructureren, adviseren en Beheren
0
1.005
-1.005
0
993
2.523
-1.530
985
Wijkactieprogramma's Krachtwijken
0
4709
-4709
4568
Totaal programma Krachtwijken
0
4.709
-4.709
4.568
Totaal programma Stedelijke Ontwikkeling en Groen Programma Krachtwijken
Programma Beheer Openbare Ruimte Voorkomen fysieke onveiligheid
50
0
50
0
Bevorderen van participatie
43
58
-15
58
Totaal programma Beheer Openbare Ruimte
93
58
35
58
334
Verschil begroting
Waarvan
Begroting 2011
Realisatie 2011
en realisatie (E-F)
jaarsubsidie
4.925
4.547
378
84
244
174
71
174
5.169
4.721
448
258
Programmering
9.037
8.398
639
7.017
Productie
3.304
3.870
-566
3.115
Participatie
3.957
4.068
-111
2.979
Internationalisering
2.550
2.419
131
2.419
18.848
18.755
93
15.530
Basisvoorzieningen
0
328
-328
298
Buitenaccommodaties
0
-16
16
-29
Binnenaccommodaties
0
-3
3
-16
1.943
2.230
-287
1.356
485
446
39
158
2.428
2.985
-557
1.767
Ontwikkeling talenten
17.401
29.103
-11.702
25.619
Totaal programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
17.401
29.103
-11.702
25.619
Doel subsidie/activiteit Programma Veiligheid Aanpak Veiligheidsvraagstukken Voorkomen incidenten Totaal programma Veiligheid Programma Cultuur
Totaal programma Cultuur Programma Sport
Sportstimulering Topsport Totaal programma Sport Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
335
Doel subsidie/activiteit
Verschil begroting
Waarvan
Begroting 2011
Realisatie 2011
en realisatie (E-F)
jaarsubsidie
Programma Welzijn 18.259
15.336
2.923
7.918
Regie (prestatieveld 3 Wmo)
5.604
5.885
-281
5.885
Vrijwillige inzet (prestatieveld 4 Wmo)
2.031
1.124
907
302
Gelijkwaardigheid (prestatieveld 5 Wmo)
1.945
1.604
341
1.584
Leefbaarheid (prestatieveld 1 Wmo)
Kwetsbaar (prestatieveld 6 Wmo) Opvang (prestatieveld 7 Wmo) Totaal programma Welzijn
441
439
2
439
9.817
15.575
-5.758
11.823
38.097
39.963
-1.866
27.951
Programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering 92
85
7
85
Re-integratie
901
664
237
664
Totaal programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering
993
749
244
749
1.754
1.844
-90
704
274
127
147
127
Armoebestrijding
Programma Volksgezondheid Bescherming tegen ziekten en het bestrijden ervan Opvoeden en opgroeien Intensiveren van activiteiten voor een gezonde leefstijl en meer inwoners bereiken met preventieactiviteiten Realiseren van op elkaar aangesloten opvang voor en begeleiding van sociaal kwetsbaren Realiseren van een integrale alcoholaanpak gericht op preventie en zorg, toezicht en handhaving Totaal programma Volksgezondheid
193
303
-110
195
12.085
10.569
1.516
10.569
2.840
2.310
530
2.310
17.146
15.154
1.992
13.905
0
Programma Lokale Democratie en Bestuurlijke Samenwerking 51
53
-2
Betrokken Burgers
172
166
6
0
Internationale Samenwerking
279
458
-179
158
Totaal programma Lokale Democratie en Bestuurlijke Samenwerking (BCD)
502
677
-17580
158
Democratisch proces
336
Doel subsidie/activiteit
Verschil begroting
Waarvan
Begroting 2011
Realisatie 2011
en realisatie (E-F)
jaarsubsidie
Programma Wonen en Monumenten 3.242
4.799
-1.557
0
Huisvesting bijzonder doelgroepen
50
289
-239
11
Monumentale en Culturele historie
780
277
503
69
4.072
5.365
-1.293
80
Uitvoeren energieplan
140
155
-15
0
Totaal programma Milieu en Duurzaamheid
140
155
-15
0
0
Faciliteren productie in wijk en stad
Totaal programma Wonen en Monumenten Programma Milieu en Duurzaamheid
Programma Economische Zaken Marketing
0
102
-102
Ondernemerschap en voorzieningenniveau
0
1.695
-1.695
0
Vestigingsmogelijkheden
0
544
-544
334
Totaal programma Economische Zaken
0
2.341
-2.341
334
450
515
-65
454
0
45
-45
0
933
1.359
-426
1.294
1.383
1.919
-536
1.748
1.485
761
724
411
304
266
38
261
0
187
-187
0
1.789
1.214
575
672
Programma Stadspromotie Evenementen, projecten, activiteiten Betrokkenheid vergroten Bevordering toerisme Totaal programma Stadspromotie Programma Diversiteit Ontmoeting en dialoog Tolerantie en discriminatie Inburgering Totaal programma Diversiteit
337
Verschil begroting
Waarvan
Doel subsidie/activiteit
Begroting 2011
Realisatie 2011
en realisatie (E-F)
jaarsubsidie
Algemene ondersteuning
0
28
-28
0
Totaal Algemene Ondersteuning
0
28
-28
0
120.649
138.268
-17.717
94.382
Totaal alle programma's Bedragen zijn in duizenden euro's.
338
Corresponderende posten Wij hebben beoordeeld in hoeverre de specifieke toevoegingen aan het Gemeentefonds uit de septembercirculaire 2011 en uit de decembercirculaire 2011 overgeheveld dienen te worden naar het betreffende dienst- en programmabudget. Voor onderstaande mutaties stellen wij voor dit via de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2011 te effectueren. Programma
Mutatie
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en
Structurele uitname vanaf 2011 in verband met het beheer van het Digitaal klantendossier. De
Inburgering
VNG voert dit beheer voor de gemeenten uit.
Algemene middelen
Rijk en medeoverheden hebben het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) opgesteld, dat beoogt
Bedrag 2011
Dienst
-0,025
DMO
0,502
Concern
-0,028
DBenGB
om de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. Omdat de kosten voor de baten uitgaan, wil het Rijk de gemeenten faciliteren via een zogenaamde kasschuif: in de jaren 2011 tot en met 2014 worden incidenteel bedragen toegevoegd aan het Gemeentefonds: 0,502 miljoen euro in 2011 en 0,599 miljoen euro in 2012, 2013 en 2014. In 2015 wordt 2,300 miljoen euro onttrokken. Deze bedragen worden verevend met de algemene dekkingsreserve. Publieksdienstverlening
KING voert de generieke ondersteuning van het Nationaal Uitvoeringsprogrammma voor de gemeenten uit. Hiervoor vindt in de jaren 2011 tot en met 2014 een incidentele uitname uit het Gemeentefonds plaats.
Welzijn / Volksgezondheid
Maatschappelijke Opvang: actualisatie van de decentralisatie-uitkering vanaf 2011
Welzijn
Wet Maatschappelijke Ondersteuning: actualisatie van de maatstaven van de integratie-uitkering
0,054
DMO/GGenGD
-0,199
DMO
0,261
DMO
0,250
DMO
3,095
SO
0,229
BCD
-0,223
DMO
Wmo in de jaren 2009 (-0,007 miljoen euro) en 2011 (-0,192 miljoen euro) Welzijn
De decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang is in 2011 eenmalig verhoogd in verband met een eenmalige extra impuls voor de aanpak van ouderenmishandeling.
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en
Eenmalige toevoeging in 2011 voor de uitvoering van het programma Eigen Kracht, met als doel
Inburgering
vrouwen zonder startkwalificatie te begeleiden naar werk.
Stedelijke ontwikkeling
Eenmalige toevoeging in 2011 van de middelen Pieken in de Delta tender 2010 II, ter financiering van projecten met een bijzonder belang.
Veiligheid
Eenmalige toevoeging in 2011 ten behoeve van de regionale nazorg van ex-gedetineerden. Het bedrag is uitgekeerd in 2011, maar is bestemd voor 2012 en 2013.
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en
Uitname vanaf 2011 in verband met een gewijzigde financieringsvorm van de beschikbare
Inburgering
middelen voor de Regionale platforms fraudebestrijding. De uitkering van deze middelen loopt niet langer via het Gemeentefonds, maar via de zogenaamde verzameluitkering van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
339
Programma Veiligheid
Mutatie Eenmalige toevoeging in 2011 ter compensatie van de kosten die samenhangen met een groter
Bedrag 2011
Dienst
0,024
BCD
0,011
SO
aantal opgelegde huisverboden (uitvoering Wet tijdelijk huisverbod). Wonen en Monumenten
Eenmalige toevoeging in 2011 voor de uitvoering van een deel van het WoonOnderzoek Nederland (WoON).
Totaal corresponderende posten Bedragen zijn in miljoenen euro’s.
340
3,951
Lokale heffingen en belastingen Opbrengst 2011 Tarief
Tarief 2011
Veiligheid Aanvraag vergunning voetbalwedstrijd
Kosten 2011
nominaal
Actueel
Realisatie
12
12
12
179
533,00
9
9
9
9
2.941,00
3
3
3
3
Advies wet Bibob
500,00
0
0
0
0
Gebruiksvergunning gebouwen
610,00
0
0
0
167
14.659
14.659
16.018
15.702
Aanvraag wet Bibob
Wonen en monumenten Vergunning reclame-uiting Vergunning inneming openbare grond (precariorecht) Monumentenvergunning Vrijstelling algemene leefmilieu verordening (per plan) Onttrekking huisvestingswet (per woning) Splitsing huisvestingswet (per appartement) Vergunning huisvestingswet (samenvoegen, omzetten)
130,00 – 4.590,00
27
66
66,10
58
151
1,13-2,2% bouwsom
148
51
254,50
13
1
858,95-17.160,00
172
154
858,95-4.295,00
317
1.014
858,95
0
Verklaring bestemming en gebruik (per adres)
130,00
35
53
Diverse vergunningen
Diverse
158
160
Evenementen binnen Bouw- en sloopvergunning
Diverse
50
13
0,17-2,26% bouwsom/ 290,00
15.040
14.039
65.424
67.095
Beheer openbare ruimte
68.215
65.276
Leges vergunningen kabels en leidingen, opbrekingen en dergelijke Legesopbrengsten vergunningen standplaatsen, evenementen Legesopbrengsten rioolvergunningen
62,00 tot en met 987,40
570
570
655
728
27,80 tot en met 1.240,50
192
192
231
276
35,30 tot en met 81,20
120
120
120
169
341
Opbrengst 2011 Tarief Rioolheffingen: Aansluitrecht (eigenaar)
• • Afvoerrecht (grootverbruik) • 251 tot en met 50.000 m³ • 50.001 tot en met 100.000 m³ • 100.001 tot en met 150.000 m³ • meer dan 150.000 m³ Opbrengsten Markten • Wijk- en warenmarkt per kwartaal • Wijk- en warenmarkt per dag Legesopbrengsten velvergunningen Opbrengsten begraafplaatsen Uitsluitend recht
• • Begraven, bijzetten asbussen, verstrooien van as • Onderhoud en grafbedekking • Opgraven, herbegraven en ruimen • Overige heffingen Legesopbrengst reclamevergunningen Afvalstoffenheffing Brug,- schut- en havengeld: Bruggeld per opening buiten diensturen
• • Schutgeld binnen de diensturen per vaartuig • Schutgeld buiten de diensturen per vaartuig • Vrachtschepen per ton laadvermogen, per week per reis • Vrachtschepen per ton laadvermogen, per kwartaal • Vrachtschepen per ton laadvermogen, per jaar • Vrachtschepen per move • Passagiersschepen, per persoon capaciteit, per week per reis • Passagiersschepen, per persoon capaciteit, per kwartaal • Passagiersschepen, per persoon capaciteit, per jaar • Recreatievaartuigen met een lengte tot en met 10 meter, per vaartuig, per dag per reis
342
Tarief 2011
Kosten 2011
nominaal
Actueel
Realisatie
34.057
34.299
34.299
35.165
495
602
555
503
30
30
85
2.654
976
1.171
964
128
4
3
29.049
27.838
27.838
28.627
1.078
521
521
575
216,99 1,71 1,64 1,52 1,39 29,40 tot en met 59,05 3,20 tot en met 5,95 15,20 tot en met 157,82 32,55 tot en met 10.823,55 54,40 tot en met 1.894,30 18,85 tot en met 355,80 164,60 tot en met 464,15 41,70 tot en met 134,40 61,80 tot en met 214,70 259,68
55,00 Afgeschaft 55,00 0,10 1,19 4,05 0,42 0,30 3,05 11,20 10,00
Opbrengst 2011 Tarief 2011
Tarief
• Recreatievaartuigen met een lengte tot en met 10 meter, per vaartuig, per jaar • Recreatievaartuigen met een lengte groter dan 10 meter, per meter, per dag, per reis • Recreatievaartuigen met een lengte groter dan 10 meter, per meter, per jaar • Verhuurboten, per vaartuig, per kwartaal • Verhuurboren, per vaartuig, per jaar • Woonschepen, per m² oppervlak, per jaar • Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per week per reis • Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per kwartaal • Overige vaartuigen, per m² oppervlak, per jaar
Realisatie
15.237
24.560
23.943
23.921
15.237
24.560
23.943
23.921
6.597
67.158
70.328
74.561
6.144
64.917
68.087
72.082
453 66
1.297
1.297
1.456
480
480
496
464
464
527
13,80 45,85 147,75 4,95 0,10 1,19 4,05
diverse
Algemene middelen
0,0932% van de heffingsmaatstaf 0,1728% van de heffingsmaatstaf 0,2143% van de heffingsmaatstaf
Toeristenbelasting Hondenbelasting per hond
• • per kennel Precariobelasting • Voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond per m² per jaar (laagste en meest voorkomende tarief) • Pomp voor meerdere soorten motorbrandstof per stuk per j 66
Actueel
1,10
Parkeerbelasting en –heffing
• • gebruik niet-woningen • eigendom niet-woningen
nominaal
136,20
Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
Onroerende-zaakbelastingen eigendom woningen
Kosten 2011
62,16 187,08
38,40 970,56
Dit betreft de totale kosten voor precario-, toeristen- en hondenbelasting. 343
Opbrengst 2011 Tarief
Tarief 2011
Publiekdienstverlening Leges Burgerzaken Afschrift GBA (laagste en meest voorkomende tarief)
• • Paspoort • Rijbewijs
Kosten 2011
nominaal
Actueel
Realisatie
7.286
6.691
6.817
6.890
7.286
6.691
6.817
6.890
0
190
190
307
0
190
190
307
112.006
178.736
182.922
188.962
10,85 52,10 67 49,25 68
Economische Zaken Rijnsweerd 0,0378% van de heffingsmaatstaf, Woonboulevard: Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) Totaal
diverse vaste bedragen
Tarieven in hele euro’s, opbrengsten en kosten in duizenden euro’s.
67 68
De paspoorttarieven waren bij het opstellen van de Programmabegroting 2011 nog niet definitief, het hier opgenomen tarief is het definitieve tarief 2011. Het rijbewijstarief was bij het opstellen van de Programmabegroting 2011 nog niet bekend, het hier opgenomen tarief is het definitieve tarief 2011.
344
Uitvoering raadsbesluiten over rekenkamer onderzoeken U heeft op 25 oktober 2011 (briefnummer 11.085451) een brief van ons ontvangen met betrekking tot de stand van zaken van de uitvoering van raadsbesluiten die genomen zijn op basis van rapporten van de Rekenkamer Utrecht tussen 2007 en 2011. Deze rapportage zal jaarlijks in de jaarstukken worden geactualiseerd. De al afgeronde besluiten zullen niet opnieuw in deze rapportage worden opgenomen. Titel
Nr
Tekst
Planning
UW Holding BV
1
In een nota verbonden partijen de uitgangspunten
Planning is om document vóór 1-1-2012
vast te leggen voor de sturing van en het toezicht
bij de gemeenteraad te hebben
(2008/35)
op verbonden partijen door de gemeente, waar onder UW Holding BV, en in dit kader afspraken te maken met de gemeenteraad over de informatievoorziening over de verbonden partijen. 2
Voor de gemeenteraad in beeld te brengen wat het structurele financiële tekort is aan rijksbijdrage voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening door UW Holding BV en deze informatie jaarlijks te actualiseren.
3
Toe te werken naar een duurzaam houdbare
De doorlichting van KplusV is in juni in de
regeling voor de financiering van de uitvoering van
RIA geweest. Naar aanleiding van de RIA
de Wsw door UW. Als financiële ondersteuning door
vinden twee vervolgonderzoeken plaats:
de gemeente aan UW Holding BV hiervan deel
1. Uitwerken van een businesscase met
uitmaakt, zorg er dan voor:
het tegen zo laag mogelijke kosten uitvoeren van beschut werk en 2. Wijze waarop voor de doelgroep die voor loondispensatie in aanmerking komt en de Wswers die op dit moment niet beschut werken tot een methodiek kan worden gekomen die werkgevers ontzorgt en financieel haalbaar is met beperkte budget. Een duurzaam houdbare regeling is pas mogelijk als de Wet werken naar vermogen is vastgesteld en de gemeenteraad besloten heeft over de beleidskeuzes.
A) dat de doelstelling van de financiële
Idem
ondersteuning (bijvoorbeeld 'versterken van de vermogenspositie van UW') realistisch, meetbaar en tijdgebonden is; B) dat het geheel aan afspraken met UW, in het
Idem
kader van de diverse financiële bindingen, zo veel mogelijk in lijn liggen met de doelstelling voor de financiële ondersteuning, inclusief de bestemming van een eventueel te ontstaan positief bedrijfsresultaat in de toekomst; C) dat de risico's voor de financiële ondersteuning
Idem
in beeld zijn gebracht en zijn betrokken in de afweging over de financiële ondersteuning;
345
Titel
Nr
Tekst D) dat UW in het kader van de financiële
Planning Idem
ondersteuning wordt geprikkeld om extra prestaties te leveren, bijvoorbeeld met betrekking tot door- en uitstroom van Wsw-medewerkers. 4
Het college van B en W op te dragen: de
Planning is om document voor 1-1-2012
verschillende opties op een rij te zetten voor het
bij de gemeenteraad te hebben
beter waarborgen van de kwaliteit van het toezicht op UW en de andere verbonden partijen. Hierbij in ieder geval de aanbeveling van de Rekenkamer te betrekken om de eindverantwoordelijkheid neer te leggen bij één centrale dienst, die het toezicht door de andere betrokken gemeentelijke afdelingen coördineert, ondersteunt en bewaakt. De gemeenteraad op basis van deze vergelijking een voorstel te doen en 5
Het college van B en W op te dragen de
Idem
verschillende opties op een rij te zetten voor de voordracht door de gemeente ven een commissaris van UW. Hierbij in ieder geval de aanbeveling van de Rekenkamer te betrekken om geen wethouder meet voor te dragen voor benoeming in de Raad van Commissarissen van UW, maar een vakdeskundige zonder binding met het gemeentebestuur. De gemeenteraad op basis van deze vergelijking een voorstel te doen (beslispunten 4. En 5. Gewijzigd, zie amendement A3). Betaalde Baan
1
(2008/121)
Het zicht op de resultaten van de
Duurzaamheid uitstroom uit LKS is
loonkostensubsidieregeling te verbeteren.
meegenomen in de effectiviteitsmeting. De effectiviteitsmeting is op 13 oktober 2011 aangeboden aan de commissie Mens en Samenleving. Afgerond.
2
De voorwaarden van de subsidieovereenkomst meer Onderzoek succes- en faalfactoren invulling te geven door met de werkgevers die
opstapsubsidies is uitgevoerd en is
loonkostensubsidie gaan ontvangen controleerbare
tegelijkertijd met de effectiviteitsmeting
afspraken te maken over de ondersteuning van de
aan de Commissie Mens en Samenleving
werknemer; en tijdens en na afloop van de
aangeboden (13 oktober 2011). Naar
subsidieperiode te controleren of de werkgevers de
aanleiding van de resultaten uit het
afspraken naleven.
rapport, gaan we duidelijkere schriftelijke afspraken maken tussen werkgever, werknemer en re-integratiebedrijf over wie wat doet, waardoor concreet is wat men van elkaar kan verwachten en hoe de begeleiding wordt ingevuld. Op middel lange termijn moeten we nader bezien of en op welke wijze de opstapbaan past binnen de ontwikkeling van het reintegratie- instrumentarium. De nieuwe Wet Werken naar Vermogen biedt nieuwe instrumenten om plaatsingen bij werkgevers te realiseren. Bij de vormgeving van deze nieuwe aanpak zullen wij gebruik maken van de aanbevelingen die nu in het rapport zijn gedaan. Afgerond.
346
Titel
Nr
Tekst
Planning
3
Na te gaan welke succes- en faalfactoren de
Onderzoek succes- en faalfactoren
resultaten van de loonkostensubsidie het meest
opstapsubsidies is uitgevoerd en is
beïnvloeden.
tegelijkertijd met de effectiviteitsmeting aan de gemeenteraad aangeboden (13 oktober 2011). Afgerond.
Geen vuiltje aan de 1
De afweging tussen de doelen van het Utrechtse
Er komt dit najaar een voorstel voor
lucht (2011/116).
luchtkwaliteitsbeleid -gezondheid, bereikbaarheid
structurele borging van het
en ontwikkeling- zichtbaar te maken en aan te
gezondheidsaspect. Tevens vindt er een
geven op welke informatie de afweging is
evaluatie plaats naar aanleiding van het
gebaseerd. Hiervoor is het nodig dat de drie doelen
eerder genomen besluit over de
van de Utrechtse aanpak luchtkwaliteit beter
samenwerking tussen GGenGD en afd.
worden uitgewerkt in specifieke, eigen indicatoren,
Milieu en Duurzaamheid op gebied van
en dat de drie doelen elk een eigen
luchtkwaliteit. Gereed voorjaar 2012.
probleemeigenaar hebben in de ambtelijke organisatie; 2
De kans te verkleinen dat de doelen van het
PvA is in voorbereiding en de
Utrechtse luchtkwaliteitsbeleid niet worden gehaald
projectorganisatie gevormd om te komen
door in de eerste plaats rekening te houden met de
tot een aanvullend pakket
onzekerheid van de berekende luchtkwaliteit en in
luchtkwaliteitsmaatregelen. Gereed
de tweede plaats de sturing op resultaten te
voorjaar 2012.
verbeteren; 3
De gemeenteraad op een meer transparante wijze
Dit zal meegenomen worden in het
te informeren over de afwegingen die ten grondslag project aanvullende maatregelen liggen aan de samenstelling van het
luchtkwaliteit en in de monitor 2012.
maatregelenpakket en de consequenties hiervan
Gereed voorjaar 2012.
voor de verschillende doelen; en de gemeenteraad op een meer adequate wijze te informeren over de geleverde prestaties, behaalde resultaten en berekende effecten van het maatregelenpakket, en de risico's voor doelbereik. De master-
1
De doelen van het onderwijshuisvestingsbeleid uit
De doelen van de masterplannen zijn waar
plannen meester
te werken in sturende en controleerbare
mogelijk geconcretiseerd. De uitwerking
(2011/54).
indicatoren, streefwaarden en concrete normen
in doelstellingen en indicatoren komt
voor schoolgebouwen en de gemeentelijke rol (de
terug in de Voortgangsrapportage
sturingsmogelijkheden) te verhelderen.
Masterplannen die de gemeenteraad in december ontvangt. Gereed oktober 2011.
2
De meerjarenplanning van de Masterplannen tot de
Een werkgroep is bezig met
reguliere systematiek te maken om de
vereenvoudiging van de jaarlijkse
gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting
procedure voor de aanvragen voor
invulling te geven voor de periode nà de
onderhoud in het kader van het
Masterplannen en daarvoor zicht te houden op het
huisvestingsprogramma. De werkgroep
onderhoudsniveau, de functionaliteit en de
wacht het besluit van de Minister van
capaciteit van het Utrechtse
Onderwijs over de decentralisatie van het
schoolgebouwenbestand.
onderhoud bij het primair onderwijs af. Dat wordt eind 2011 verwacht. Tot nu gaat de werkgroep uit van een centrale meerjarenonderhoudsplanning waaruit blijkt in welke jaarschijf onderhoud uitgevoerd moet worden. Voordat de werkgroep advies uitbrengt, wordt de uitspraak van de minister afgewacht. Afronding in 2012
347
Titel
Nr
Tekst
Planning
3
De organisatie van de uitvoering verder te
Onderzoek is gestart met als doel om met
verbeteren door realistische normbedragen voor de
behulp van een Programma van Eisen en
financiering te hanteren, risicomanagement op
referentieontwerpen voor een
projectniveau toe te passen, de sturing op
schoolgebouw te bepalen of in het
projectniveau meer doelgericht te maken en de
huidige niveau van de normbedragen en
continuïteit van de uitvoering door de ambtelijke
budgetten kwalitatief goede
organisatie te verbeteren.
schoolgebouwen gerealiseerd kunnen worden, passend bij de landelijke en lokale wet- en regelgeving en ambities. Het onderzoek is in 2012 gereed en de gemeenteraad ontvangt de resultaten hiervan.
4
De informatievoorziening aan de gemeenteraad
Dit wordt uitgevoerd. De gemeenteraad is
over het onderwijshuisvestingsbeleid te verbeteren
in 2011 betrokken bij de besluitvorming
en de gemeenteraad in een eerder stadium te
over de pilot van twee kinderclusters in
betrekken bij complexe
Overvecht.
onderwijshuisvestingsprojecten. 5
Wanneer er sprake is van de 'Utrechtse variant' het
Het gaat om aanbestedingsgevoelige
college van B en W. De overeengekomen afspraken
informatie. Het amendement wordt
tussen gemeente en schoolbestuur toestuurt aan de daarom als volgt uitgewerkt. Wanneer gemeenteraad aangaande doelstellingen, de
sprake is van 'de Utrechtse variant',
toekomstbestendigheid van het onderwijsconcept,
bundelen wij naast het uitvoeringsschema
kosten baten, risico's en bouwheerschap als
de vertrouwelijke stukken, zoals
onderdeel van de jaarlijkse 'Voortgangsrapportage
projectovereenkomsten en beschikkingen,
Masterplannen Onderwijs'. Deze afspraken worden
in een aparte map die ter inzage ligt voor
vergezeld van een overzicht van de totaalkosten en
de raadsleden. In het uitvoeringsschema
een onderbouwing van de meerkosten (zie
is voor elk project te zien wie de
aangenomen amendement 2011/A011).
bouwheer is en aan welke ambities dit
De richtlijnen voor het opstellen van persberichten
In afrondende fase, begin 2012 gereed.
project bijdraagt. Berichten aan
5.1
burgers (2008/2)
aan te vullen en aan te scherpen en daarbij de volgende aandachtspunten te betrekken: A. De nieuwswaarde van persberichten: stel criteria
Afgerond
op aan de hand waarvan de nieuwswaarde van de persberichten kan worden bepaald en stem de mediakeuze en de wijze van verzenden af op de nieuwswaarde van het bericht; B. De feitelijkheid van persberichten: zorg er voor
Afgerond
dat de informatie in een persbericht verifieerbaar en onderbouwd is; C. De evenwichtigheid van persberichten: zorg er
Afgerond
voor dat in persberichten niet alleen wordt vooruitgekeken, maar ook wordt teruggekeken. Wees ook duidelijk over slecht nieuws; D. De helderheid van persberichten: zorg voor
Afgerond
bondige persberichten met een concrete kernboodschap. Vermijd jargon, moeilijke woorden en lange opsommingen. 5.2
De richtlijnen voor het opstellen van persberichten beter na te leven.
348
Afgerond
Voortgang actiepunten regeldrukvermindering en ontbureaucratisering PortefeuilleActiepunt
houder
Toelichting
Realisatie 2011
Digitalisering zakelijke
Wethouder
Vervolg op
De authentificatie van de digitale zakelijke
parkeervergunningen
Lintmeijer
digitaliseringsproces
parkeervergunning gaat via E-herkenning (DigiD
bewonersvergunning:
variant voor bedrijven). Het daadwerkelijk aanbieden
digitalisering aanvraag
gaat samen met de gemeentebrede invoering van E-
en vergunning.
herkenning.
Invoering meer globale Wethouder
Het maken van
Culturele Zaken sluit in de verbeteraanpak van het
zakelijke
meerjarige afspraken en
subsidieproces en de aanpassing van de Algemene
verantwoording en
een meer globale
Subsidieverordening geheel aan bij de algemene
meerjarige
toetsing van de
werkwijze van de Dienst Maatschappelijke
verstrekking van
cultuursubsidies.
Ontwikkeling. Zie volgende punten.
Lintmeijer
cultuursubsidies Herziening
Wethouder
Invoering van
Het subsidieproces is herontworpen met het gemak
subsidieproces op
Everhardt
eenvoudig, efficiënt en
van de aanvrager als belangrijk uitgangspunt. Er is
basis van de Algemene
generiek subsidieproces
een nieuwe applicatie gekozen en ontwikkeld, die het
Subsidie Verordening
gebaseerd op de
proces ondersteunt. Deze applicatie SI-U is inmiddels
(ASV)
gedereguleerde
in gebruik. De nieuwe governance code zal leiden tot
uitgangspunten van de
meer verplichtingen voor de aanvrager. Dit kan echter
ASV.
weer deels worden beperkt, door het toezicht meer op maat toe te passen, op basis van risicoanalyse.
Vraaggerichte
Wethouder
Creëren van meer
De voorbereiding van de realisatie van een
subsidieverlening
Everhardt
samenhang in de
gemeentebreed subsidiebureau is in volle gang. Het
verstrekking van
subsidiebureau start 1 juli 2012 en neemt de
informatie over de
uitvoerende (administratieve, financiële)
verschillende subsidies.
werkzaamheden op zich. Het nieuwe subsidiepakket
Invoeren van één loket
SI-U, dat de DMO en de GGenGD al in gebruik hebben
voor subsidieaanvragen
genomen, wordt gemeentebreed ingevoerd. De DMO
en –informatie, met
heeft e-formulieren ontwikkeld voor een aantal
gebruikmaking van een
regelingen. Op termijn komt er een koppeling tussen
e-formulier.
de e-formulieren en het pakket.
Wethouder
Vraag en aanbod van
Er is een gebruiksvriendelijke applicatie ontwikkeld en
Everhardt
accommodaties
geïmplementeerd die het makelpunt ondersteunt. De
afstemmen met (in- en
aanbodkant van de applicatie is sinds 1 maart 2012 in
externe) partijen. Online
gebruik. de vraagkant volgt in juni. Aanbieders van
informatie over
ruimte kunnen nu het beschikbare aanbod digitaal
geschikte locaties, dor
aanmelden via www.utrecht.nl/makelpunt. De
middel van E-formulier
planning is erop gericht dat de applicatie medio
en applicatie.
tweede kwartaal 2012 online gaat
Makelpunt
349
PortefeuilleActiepunt
houder
Toelichting
Realisatie 2011
Deregulering
Wethouder
Bestemmingsplannen
In bestemmingsplannen wordt een ruime bestemming
bestemmingsplannen
Kreijkamp
ruimer bestemmen bij
bij maatschappelijke doeleinden opgenomen. Streven
maatschappelijke en
onderwijsdoeleinden
is het aantal extra procedures zoveel mogelijk te
onderwijsvoor-
waardoor bijvoorbeeld
beperken.
zieningen
uitbreidingen sneller passen in het bestemmingsplan en minder procedures hoeven worden gevolgd.
Vereenvoudiging
Wethouder
RGW wordt door de
Eind 2011 is het actieplan RGW door de Concern
methode Resultaat
Kreijkamp
diensten verschillend
Directie vastgesteld. In het actieplan wordt een aantal
gebruikt. Concernbreed
maatregelen uitgewerkt:
onderzoek naar
A. de huidige competenties te actualiseren.
vereenvoudiging van de
B. de competenties uit te werken naar niveaus en aan
praktische
te sluiten op het nieuwe functiehuis.
toepasbaarheid en
C. de oude excelformulieren te vervangen door
gebruikersvriendelijkhei
nieuwe PDFformulieren.
d van het RGW–
D. de 10-cijferige methodiek te vervangen door een
instrument. Centrale
vijfpunts beoordelingsschaal (A tot en met E).
vraag is wat
E. één vaste, gemeentebrede jaarcyclus in te voeren.
noodzakelijk is en wat
Daarnaast is het van belang dat we erin investeren dat
niet (meer) en welke
leidinggevenden beter in staat zijn hun rol hierin te
lasten acceptabel zijn.
nemen (managementprofiel).
Gericht Werken (RGW)
Als wij al deze maatregelen uitvoeren, wordt het instrument RGW beter uitvoerbaar en effectiever. De meeste maatregelen krijgen in de loop van 2012/2013 hun beslag. Ontwerpen en
Wethouder
Ontwerpen en invoeren
Er is begin 2011 onderzocht welke
invoeren
Kreijkamp
kritisch toetsinstrument
toetsingsinstrumenten hiervoor al ontwikkeld zijn. Dit
toetsinstrument
dat bij nieuw beleid en
onderzoek heeft geen geschikt bestaand instrument
nieuwe regelgeving
regelgeving direct aan
opgeleverd. Wel is er aandacht voor het toetsen van
het begin wordt
(nieuwe) regels en beleid binnen het programma
toegepast en op basis
'Modernisering processen en informatie-
van enkele criteria nut,
voorzieningen'. Gemeentebreed worden al onze
noodzaak en lasten van
processen de komende jaren herontworpen. Het
regels in beeld brengt.
toetsen op nut, noodzaak, (administratieve) lasten en regeldruk is hierbij een vast onderdeel. Dit staat ook zo opgenomen in het kader Procesmanagement. Op dit moment wordt er een gemeentebrede meerjaren programmering opgesteld van de her te ontwerpen processen.
Invoering
Wethouder
Integrale
De omgevingsvergunning Wabo is geïmplementeerd.
omgevingsvergunning
Isabella
vergunningverlening
Onze werkprocessen zijn aangepast. Burgers en
voor alle Wabo-
bedrijven kunnen digitaal hun aanvraag indienen.
(Wabo)
gerelateerde producten en diensten. Zowel aanpassen front- als backoffice, werkprocessen en regels en beleid.
350
PortefeuilleActiepunt
houder
Toelichting
Realisatie 2011
Deregulering
Wethouder
Verkleinen reikwijdte
De reclameverordening is gewijzigd. De reikwijdte van
reclamevergunning
Isabella
vergunningsplicht voor
de vergunningplicht is beperkt.
bepaalde reclames (daling aanvragen) en van rechtswege verlenen. Aanpassing inneming
Wethouder
Verkleining reikwijdte
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is
openbare grond
Isabella
vergunningsplicht,
aangepast. De reikwijdte van de vergunningplicht is
omzetting naar
beperkt buiten het centrum. Het aantal vergunningen
algemene regels. Minder
is door verbeterde handhaving niet verminderd.
aanvragen (250 per jaar). Actualisering
Wethouder
Wettelijke verplichting.
Naar verwachting is op 1 juli 2013 de
bestemmingsplannen
Isabella
Voor 2013 alle
actualiseringsopgave bestemmingsplannen
bestemmingsplannen
gerealiseerd. Gedurende 2012 wordt de voortgang
actualiseren en digitaal
bewaakt, knelpunten gesignaleerd en de
beschikbaar.
raadscommissie regelmatig geïnformeerd.
Afronden Convenant
Wethouder de
Dit in 2009 door Utrecht
Het bewijs van Goede Dienst is niet
Verbetering
Rijk
gesloten convenant kent
geoperationaliseerd. Er is prioriteit gegeven aan het
Dienstverlening en
achttien doelstellingen
realiseren van een ondernemersfonds. Hiermee is in
Vermindering
voor regeldruk-
de geest gehandeld van 'goede diensten leveren'.
Regeldruk voor
vermindering en
ondernemers (Rijk,
dienstverlening voor
MKB, G32)
ondernemers. Veel ervan zijn al gerealiseerd, een aantal echter nog niet. Belangrijk speerpunt is onder andere het Bewijs van Goede Dienst (normenkader voor bedrijven). Dit wordt nog opgepakt.
Beheerverordening
Wethouder de
Invoering
De Beheerverordening begraafplaatsen 2012 wordt
begraafplaatsen
Rijk
modelverordening
samen met de Verordening op de heffing en
Vereniging van
invordering van rechten begraafplaatsen aangeboden
Nederlandse Gemeenten
bij de Voorjaarsnota 2012.
(VNG). Verbetering en
Wethouder den Voorinvullen van
Het aantal E-formulieren is uitgebreid tot 15. Bij 90%
voorinvullen E-
Besten
beschikbare
van de E-formulieren worden de NAW gegevens en
formulieren Werk en
klantgegevens (DigiD)
indien van toepassing de gezinssamenstelling
Inkomen
en digitaal klantdossier.
automatisch ingevuld. Bij een aantal formulieren
Gaat om acht
hebben we er bewust voor gekozen om deze niet met
formulieren onder
DigiD te laten invullen, omdat dat in die gevallen juist
andere
een barrière opwerpt. Bij die formulieren hoeft de
langdurigheidstoeslag,
klant alleen het Burger Service Nummer (BSN) in te
tegemoetkoming
vullen. Het digitaal klantdossier is nog niet gekoppeld
kinderopvang, Wmo-
aan de midoffice. De administratieve lasten zijn op dit
voorziening en U-pas.
moment voor de aanvrager nog steeds hoog, in verband met de vele vereiste bewijsstukken. Dit proces wordt momenteel herontworpen waarbij we kijken naar het saneren van de bewijsstukken.
351
PortefeuilleActiepunt
houder
Toelichting
Realisatie 2011
Digitaliseren en
Wethouder den Realiseren van
De productencatalogus voor de zwembaden is
automatiseren
Besten
verbeteringen in
gereed. Mensen kunnen zich online inschrijven d.m.v.
'producten' van
procedure en werk-
verschillende E-formulieren. Betaling via iDEAL is nog
zwembaden
proces van zwembad-
niet mogelijk, maar de wens bestaat wel om daar nog
‘producten’, zoals
een slag in te maken.
zwemlessen. Door middel van e-formulieren en inzet van iDEAL betaling of andere applicaties. Verbetering
Burgemeester
Verbetering vijf
dienstverlening en
Wolfsen
processen/procedures:
regeldrukvermindering
levering ID-bewijs
burgerzaken
gevangenissen, de implementatie van de afsprakenmodule,
• Het proces ID-bewijs gevangenissen loopt naar
tevredenheid van alle partijen. Burgerzaken komt op verzoek van gevangenissen voor behandeling van gebundelde aanvragen.
• De afsprakenmodule is in eerste fase gereed en
geïmplementeerd en draait op beide locaties van
digitalisering burgerlijke
Burgerzaken en is breed gecommuniceerd naar
stand, DigiD en
inwoners van Utrecht. In de komende periode
vooringevulde
zullen we de afsprakenmodule op basis van de
formulieren en modernisering Gemeentelijke Basis Administratie (GBA).
eerst ervaringen verder optimaliseren.
• Op het gebied van digitalisering van de Burgerlijke stand zijn in de afgelopen periode enkele lokale initiatieven ontplooid. Op dit moment is het Ministerie van justitie nog niet zover dat zij haar bereidheid heeft getoond om op basis van deze initiatieven tot wetgeving cq aangepaste wetgeving te komen. Dit belemmert de verdere ontwikkeling aanzienlijk. Wel onderzoekt men momenteel hoe aan te haken bij initiatieven op het gebied van de modernisering van de GBA. Wellicht dat hierdoor wel nieuwe initiatieven kunnen ontstaan.
• Voor Burgerzaken zijn alle geplande formulieren gedigitaliseerd en aangeboden via het
elektronische loket van de Gemeente Utrecht. Ze worden via DigiD ontsloten en de bij de gemeente bekende persoonsgegevens worden vooringevuld. Dit ter verhoging van het gemak van de burger en ter uitvoering van het 'eenmalig registreren en meervoudig gebruiken'.
• Het programma Modernisering GBA van het Rijk is in een nieuwe fase aangeland. Op dit moment richt het programma zich op de bouw van de centrale BRP (basisregistratie persoonsgegevens) en de ontwikkeling en verwerving van Burgerzakenmodules die samen met de BRP het nieuwe Burgerzakensysteem moeten gaan vormen. In de tweede helft van 2013 denkt men een start met de eerste implementaties te kunnen maken. Utrecht werkt in G4-verband aan de ontwikkeling en samenwerking op dit terrein.
352
PortefeuilleActiepunt
houder
Toelichting
Realisatie 2011
Volledige invoering
Burgemeester
Invoering van pre-
Werkproces bij JZ/Bestuurs- en Concern Staf (BCS) is
pre-mediation bij
Wolfsen
mediation bij alle
zodanig aangepast dat in principe bij elk
bezwaarschriften op de
bezwaarschrift binnen vijf dagen gebeld wordt met de
afdeling Juridische
indiener en bekeken wordt welke behandeling het
Zaken (JZ).
best past bij het gerezen conflict.
bezwaarschriften
353
Verklarende woordenlijst Begrip
Omschrijving Schriftelijke mededeling van de accountant waarin deze een oordeel geeft over
Accountantsverklaring
de getrouwheid en de rechtmatigheid van de (financiële) jaarstukken. Jaarlijkse groei van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Op basis van de normeringssystematiek is deze gekoppeld aan de groei van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven; stijgen de rijksuitgaven, dan stijgt ook het Gemeentefonds, en andersom. De normeringssystematiek is tijdelijk – tot en
Accres
met 2011 – buiten werking gesteld. De laatst door de gemeenteraad vastgestelde begroting. Dit betreft de nominale begroting plus alle door de gemeenteraad vastgestelde
Actuele begroting
begrotingswijzigingen. Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. Deze wordt geacht de waardevermindering van het actief tot uitdrukking te brengen. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening van baten
Afschrijving
en lasten. Reserves waarvan de renteopbrengst wordt aangewend als algemeen
Algemene dekkingsreserves
dekkingsmiddel. Alle reserves niet zijnde bestemmingsreserves. Tot de algemene reserves worden gerekend de algemene reserve in enge zin, de algemene
Algemene reserves
dekkingsreserves, de reserve grondexploitaties en de dienstbedrijfsreserves. Uitkering uit het woz door het Rijk aan alle gemeenten op basis van algemene verdeelmaatstaven, vastgelegd in de Financiële verhoudingswet, met het
Algemene uitkering
karakter van algemene middelen. Overzicht van activa en passiva (bezittingen en schulden) van een organisatie
Balans
op een bepaald moment. De aanduiding volgens de comptabiliteitsvoorschriften voor de
Baten
opbrengsten/inkomsten van de gemeente. In dit stelsel worden uitgaven en inkomsten toegerekend aan het tijdvak waarin het verbruik van goederen en diensten plaatsvindt en de baten ontstaan. Dit maakt het mogelijk om de integrale kosten en opbrengsten af te leiden uit de
Baten-lastenstelsel
administratie en leidt daarmee tot een doelmatiger beheer. Brede Doeluitkering voor sociaal, fysiek of economie in het kader van GSBIII (2005-2009). Na afloop van GSBIII gaan de BDU's over naar decentralisatie- of
BDU
specifieke uitkeringen. Een aanpassing van de ramingen tijdens het begrotingsjaar; een dergelijk
Begrotingswijziging
besluit wordt door de gemeenteraad genomen. Landelijke reserve binnen het Gemeentefonds die dient om de gevolgen voor de algemene uitkering van sterke fluctuaties in de gecorrigeerde rijksuitgaven op te vangen. Hiertoe zet het Rijk op voorhand een deel van de algemene uitkering landelijk ‘apart’. Op basis van de werkelijke rijksuitgaven wordt bezien of (een deel van) de reserve aan de gemeenten wordt uitgekeerd of dat er nog een bijstorting door de gemeenten nodig is. Zolang de nomeringssystematiek buiten werking is gesteld, houdt het Rijk geen geld
Behoedzaamheidsreserve
behoedzaamheidsreserve aan. De bestuursrapportage is onderdeel van de voorjaarsnota. Hierin wordt tussentijdse verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en worden nieuwe ontwikkelingen gesignaleerd. Op basis van deze informatie kan tussentijds worden bijgestuurd en vindt bijstelling plaats van de lopende
Bestuursrapportage
354
programmabegroting.
Begrip
Omschrijving Reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestedingsrichting heeft
Bestemmingsreserves
gegeven. Sinds 2003 geldt voor de gemeenten een BTW-regime. Het BTWcompensatiefonds is ingesteld om de verschillen tussen de verlaging van de programmabegroting en die van het Gemeentefonds te egaliseren, opdat de
BTW-Compensatiefonds
invoering van het BTW-regime budgettair neutraal verloopt. Een beleidswijziging die de uitkomst van de programmabegroting per saldo
Budgettair neutraal
niet beïnvloedt.
Besluit Begroting en Verantwoording
Wettelijke voorschriften voor de inrichting van de programmabegroting en –
Provincies en Gemeenten (BBV)
verantwoording. Stijging van het inkomen per werknemer als gevolg van een afgesloten
Contractloonstijging
collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). Het overdragen van meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden naar lagere overheden. Concreet kan dit leiden tot overheveling van taken (en de daartoe
Decentralisatie
benodigde middelen) van de centrale overheid naar andere overheden. De decentralisatie-uitkering is een variant op de al langer bestaande integratieuitkering. Anders dan bij de integratie-uitkering hoeft het moment van overheveling naar de algemene uitkering bij de decentralisatie-uitkering nog niet bekend te zijn. Daarnaast kan het bij een decentralisatie-uitkering om
Decentralisatie-uitkering
tijdelijke middelen gaan. Bepaalde gemeentelijke lasten kunnen aan de burger worden doorberekend (bijvoorbeeld de kosten van de riolering en afvalinzameling); de mate waarin dit gebeurt wordt tot uitdrukking gebracht door het dekkingspercentage. Bij
Dekkingspercentage
een volledige doorberekening is sprake van een dekkingspercentage van 100%. Het afschaffen, vereenvoudigen of stroomlijnen van regelingen en wetten die de overheid oplegt aan bedrijven, instellingen en burgers. Doel hiervan is bevordering van dynamiek en aanpassingsvermogen aan de economie en het vermijden van onnodige bureaucratie en onnodig hoge kosten ten gevolge van
Deregulering
ondoelmatige of inefficiënte regelgeving. Vervult binnen de budgetregels de eerste beperkte achtervang voor risico’s die de dienst loopt over de apparaatskosten en vormt daarmee het
Dienstbedrijfsreserve
weerstandsvermogen van de afzonderlijke dienst. In navolging van DigiD voor burgers is DigiD voor bedrijven ontwikkeld. DigiD voor bedrijven is een gemeenschappelijk systeem waarmee de overheid op internet de identiteit van bedrijven kan vaststellen. Met één inlogcode kunnen bedrijven terecht bij elektronische diensten van steeds meer
DigiD
overheidsinstellingen. De mate waarin een maximale hoeveelheid prestaties wordt geleverd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt bij een gelijkblijvende hoeveelheid middelen. Onderzoek naar doelmatigheid richt zich
Doelmatigheid (efficiency)
vooral op verbetering van bedrijfsvoering. De mate waarin de geleverde prestaties bijdragen aan het realiseren van de gestelde (beleids)doelen. Onderzoek naar doeltreffendheid richt zich op de
Doeltreffendheid (effectiviteit)
vergelijking van het gerealiseerde en het gewenste effect. Door een ministerie aan de gemeente verstrekte gelden ter uitvoering van een specifieke taak (bijvoorbeeld onderwijs, bijstand); een doeluitkering is niet vrij
Doeluitkering (specifieke uitkering)
besteedbaar. Dualisering is strikt genomen de ontvlechting van de taken en bevoegdheden tussen de gemeenteraad en het college van B en W. De gemeenteraad concentreert zich op kaderstelling, controle en volksvertegenwoordiging,
Dualisering
terwijl het college van B en W bestuurt.
355
Begrip
Omschrijving Voorzieningen die samenhangen met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn
Egalisatievoorzieningen
van bepaalde kosten. Het eigen vermogen is het verschil tussen de activa en het vreemd vermogen. Het eigen vermogen op de balans bestaat uit de algemene reserves, de
Eigen vermogen
bestemmingsreserves en het saldo van de rekening, van baten en lasten. Het kabinet, VNG, IPO en de sociale fondsen hebben een akkoord bereikt over beheersing van het EMU-saldo van de lokale overheden. Kern van het akkoord is dat gezamenlijk opgetrokken wordt om ervoor te zorgen dat het vastgestelde maximumtekort niet wordt overschreden. Ontwikkelingen in de uitvoering van lokale begrotingen worden nauw gevolgd en er zal worden
EMU-saldo (Europese Monetaire Unie)
gezocht naar mogelijkheden om het lokale EMU-saldo verder te beperken. De wijze waarop de gemeente in de behoefte aan geld (kort) en kapitaal (lang) voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in principe geleend. Daardoor kunnen tijdelijk overschotten of tekorten ontstaan. Op de geld- en kapitaalmarkt wordt dit glad
Financiering
gestreken. Onderdeel en afgeleid van een hoofdfunctie. Een functie komt overeen met een onderdeel van het gemeentelijk takenpakket en geeft dus een globale groepering van inkomsten en uitgaven per taakveld, per onderwerp van zorg.
Functie
Bijvoorbeeld: bijstandsverlening, sport, handel en ambacht, vastgoed. Zekerheidsstelling door de gemeente ten behoeve van derden die een lening aantrekken. Bij derden valt te denken aan sportverenigingen of welzijnsinstellingen. Ingeval van wanbetaling zal de gemeente de resterende
Garantie
schuld dienen af te lossen. Landelijk fonds onder beheer van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin een deel van de opbrengst van de rijksbelastingen wordt gestort. Uit dit fonds worden jaarlijks (algemene) uitkeringen gedaan aan de gemeenten ter dekking van een deel van hun uitgaven. Deze gelden zijn, voor zover daar geen
Gemeentefonds
wettelijke verplichtingen tegenover staan, vrij besteedbaar. Het beleid en de afspraken voor het grotestedenbeleid voor de jaren 2005 tot
GSBIII Incidenteel
en met 2009. Eenmalig, dat wil zeggen niet jaarlijks terugkerend. Uitkering uit het Gemeentefonds van tijdelijke aard ter overbrugging van
Integratie-uitkering Investering
gefaseerde overheveling van specifieke rijksuitkeringen. De aanschaf of de productie van een kapitaalgoed. Eén van de twee onderdelen van de jaarstukken. De jaarrekening geeft een analyse van de afwijkingen tussen de begrote en gerealiseerde baten en lasten. Tevens wordt in de jaarrekening de stand van de gemeentelijke
Jaarrekening
vermogenspositie opgemaakt. Eén van de twee onderdelen van de jaarstukken. Het jaarverslag bevat de meer
Jaarverslag
beleidsmatige onderdelen, zoals de programma- en paragraaf verantwoording. Duurzaam productiemiddel, dat nodig is om de aan de burgers te leveren diensten en goederen, te produceren. Daarbij gaat het om een productiemiddel
Kapitaalgoed
dat meerdere jaren meegaat en veelal veel waarde heeft. Deze bestaan uit de componenten afschrijving en rente. Het zijn de exploitatiekosten van vaste activa. Deze volgen de levensduur. De rentekosten ontstaan omdat beslag op vermogen wordt gelegd. Vanwege jaarlijkse
Kapitaallasten
afschrijving daalt de boekwaarde en nemen de rentekosten af. Deel van het financieringstekort dat maximaal tegen kort geld mag worden geleend. Is het financieringstekort hoger dan de kasgeldlimiet dan moet dat via
Kasgeldlimiet
lang geld worden gefinancierd. Een absoluut getal of een verhoudingsgetal dat is uitgedrukt in fysieke- of in geldeenheden en dat de toestand van of de ontwikkeling op een programma in
Kengetal 356
beeld brengt.
Begrip
Omschrijving Opsomming van relevante gegevens met het doel in één oogopslag een indruk
Kerngegevens
te geven waar het op het desbetreffende werkterrein om gaat. Middelen die worden aangetrokken op de geldmarkt in de vorm van
Kort geld
kortlopende leningen (looptijd korter dan een jaar). Middelen die worden aangetrokken op de kapitaalmarkt in de vorm van
Lang geld
langlopende leningen (looptijd langer dan een jaar). Heffing op een publiekrechtelijke grondslag voor een gemeentelijk goed of een gemeentelijke dienst (bijvoorbeeld leges paspoorten, leges bouwvergunningen). Het totaal van de gemeentelijke leges mag niet meer dan
Leges
kostendekkend zijn. Een liquiditeitsplanning geeft inzicht in tijdstip, omvang en periode waarvoor financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Door een tijdig inzicht daarin wordt voorkomen dat dure ad-hoc maatregelen moeten worden
Liquiditeitsplanning
genomen. Bestaansrecht (boodschap) van de organisatie, bezien vanuit de
Missie
maatschappelijke functie die zij vervult. De raming van baten en lasten die is opgenomen in het boekwerk van de programmabegroting. Behandeling en vaststelling vinden plaats tijdens de
Nominale begroting Nominale compensatie
begrotingsbehandeling in november. De compensatie van loon- en prijsontwikkelingen. Ook wel bekend als 'samen de trap of, samen de trap af'. Volgens deze systematiek is de hoogte van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds gekoppeld aan de omvang van de (netto gecorrigeerde) rijksuitgaven. Als de relevante rijksuitgaven stijgen, dan neemt de omvang van het Gemeentefonds toe; dalen de rijksuitgaven, dan neemt de omvang van het Gemeentefonds af. In de jaren 2009, 2010 en 2011 heeft het Rijk de normeringssystematiek
Normeringssystematiek
buiten werking gesteld.
Ombuiging
Verlaging van de uitgaven ten opzichte van een eerder vastgelegd ijkpunt. De rekenrente die de Centrale Treasury gebruikt voor het berekenen van de rentelasten over de gedane investeringen. Deze rente is onderdeel van de
Omslagrente Onderuitputting
kapitaallasten en wordt doorberekend aan de diensten. Onderbesteding van budgetten in enig jaar. Regeling op grond waarvan derden buiten de overheid recht hebben op een geldelijke bijdrage van de overheid (of van een sociaal fonds). Dit ongeacht of de overheid hiervoor voldoende budget heeft. Alleen door het aanpassen van de voorwaarden die in de regeling worden gesteld, kan de overheid het beroep
Openeinderegelingen
op een openeinderegeling beheersen. Een output kengetal is een kengetal dat aangeeft welke prestatie de gemeente
Output kengetal
levert voor het te realiseren maatschappelijk effect. De paragraaf Financiering vormt na inwerkingtreding van de Wet financiering Decentrale Overheden (FIDO) een onderdeel van de programmabegroting en de jaarstukken. In de programmabegroting wordt ingegaan op de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar. In de programmaverantwoording wordt ingegaan op de
Paragraaf Financiering
verschillen tussen de plannen en de realisatie van daarvan. Recht voor het gebruik van openbare grond of water. Het recht kan worden geheven van degene die voorwerpen onder, op of boven openbare
Precariobelasting
gemeentegrond of water heeft of van degene voor wie dit gebeurt. Vorm van verzelfstandiging, waarbij door de overheid verrichte taken hetzij onder een minder directe vorm van overheidsinvloed worden gesteld, hetzij
Privatisering
geheel aan die overheidsinvloed worden onttrokken.
357
Begrip
Omschrijving Het overzicht van de verwachte baten en lasten, opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). De programmabegroting is opgebouwd uit de beleidsbegroting en de financiële begroting, die op hoofdlijnen inzicht geven in het voorgestane beleid en de daarmee samenhangende financiële middelen voor het komend jaar en de daarop volgende drie jaren. De programmabegroting wordt door de
Programmabegroting
gemeenteraad vastgesteld. Overzicht van de in een bepaald jaar gerealiseerde lasten en baten. De programmabegroting is opgebouwd uit het jaarverslag en de jaarrekening. De programmaverantwoording dient ter verantwoording van het uitvoeren van de
Programmaverantwoording
programmabegroting. Vorm van samenwerking tussen markt en overheid. Hierbij wordt gezocht naar
Publiekprivate
een institutionele vormgeving waarin het bereiken van synergie-effecten en een
samenwerkingsconstructie (PPS)
efficiënte allocatie van schaarse middelen centraal staan. Samenvattend overzicht van de belangrijkste (hoofd)taken van de gemeente en
Recapitulatiestaat (geconsolideerd)
de daarmee samenhangende uitgaven en inkomsten. Wordt geheven ter dekking van de kosten van gemeentelijke dienstverlening (bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing). Een recht mag maximaal kostendekkend
Recht
zijn. Het weerstandsvermogen dat dient als buffer voor de risico’s die worden
Reserve grondexploitatie
gelopen bij grondexploitaties. Dit betreft in beginsel vrij aanwendbare middelen. Daarom behoren ze tot het eigen vermogen. De reserves worden onderscheiden in algemene reserves en
Reserves
bestemmingsreserves.
Retributie
Zie recht. Overzicht van risico’s zoals bekend bij het aanbieden van de
Risicomodel
programmabegroting en de -jaarstukken. Voorzieningen die betrekking hebben op gekwantificeerde risico’s, niet zijnde de risico’s over de apparaatskosten (deze laatste worden gedekt door de
Risicovoorzieningen
algemene reserve en/of bedrijfsreserves). Project dat tot doel heeft de verantwoordings- en controle-informatie van de gemeente aan het Rijk te stroomlijnen en te vereenvoudigen/verminderen. Per specifieke uitkering is geen aparte accountantsverklaring meer vereist. Volstaan kan worden met de jaarrekening, met daarbij gevoegd een bijlage met
Single Informatie Single Audit (SISA)
een aantal gegevens per specifieke uitkering.
Specifieke uitkering
Zie: doeluitkering. Een begrotingspost waarop bedragen worden geraamd die nog niet specifiek
Stelpost
benoemd kunnen worden of nog te verdelen zijn. Jaarlijks terugkerend. Structurele kosten dienen door structurele opbrengsten
Structureel
te worden gedekt.
Subsidie
natuurlijke personen.
Overdracht van de gemeente aan derden, zowel particuliere instellingen als Een wijziging van de programmabegroting die ofwel beleidsarm is of een Technische wijziging
administratieve verwerking van een al genomen besluit.
Treasury
Dit betreft het geheel van activiteiten in verband met de financiering.
358
Begrip
Omschrijving Hierin worden de uitgangspunten, doelstellingen, beleidsmatige en organisatorische kaders voor de treasuryfunctie vastgelegd. Tevens bevat het treasurystatuut regels over de inhoud, vorm en periodiciteit van de
Treasurystatuut
verantwoordingsinformatie over de treasury. Middelen, die doorgaans onder strikte condities zijn verkregen van derden, veelal de rijks- of provinciale overheid. Niet bestede middelen waaraan een minder strikte bestemming is gegeven of waarin een eigen gemeentelijke bijdrage is opgenomen worden vanwege de ruimere mate van keuzevrijheid gerangschikt onder de bestemmingsreserves. Indien de gemeente een bijdrage levert aan een in hoofdzaak met behulp van rijksbijdragen bekostigd programma, dan wordt bij de jaarrekening verondersteld dat de rijksbijdrage eerst wordt benut. Eventuele overschotten betreffen dus de gemeentelijke
Van derden verkregen middelen Jaarstukken
bijdrage en zijn vrij besteedbaar. Zie programmaverantwoording. Contractuele overeenkomst tot het betalen van een vast bedrag aan een
Verplichting
bekende partij. Verplichting met een voorwaardelijk karakter. Deze wordt op de balans gerekend tot het vreemd vermogen. Ze wordt getroffen voor toekomstige uitgaven, waarvan de oorzaak zich al heeft voorgedaan. Een voorziening moet dekkend zijn voor de achterliggende voorwaardelijke verplichting.
Voorziening
Voorzieningen worden onderscheiden in risico- en egalisatievoorzieningen. Maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico's op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen
Weerstandsvermogen
zijn nodig om alle risico's op te kunnen vangen).
359