daltonboek
Colofon Redactie Mascha Klerx, Sjors van de Greef, Frank Vervoort Eindredactie Kristel Molenkamp Vormgeving Waldo van Bokhoven | BOWfor Drukwerk drukkerij apropos bv
Inhoud 1 Dalton op het Maurick College 1
2 Schoolkenmerken 3 2.1. Het onderwijs
3
2.2. De leerlingen
8
2.3. Het personeel
8
2.4. Ondersteuning van de leerlingen
10
3 Professionalisering 12
4 Doelen voor leerlingen en docenten
13
4.1. Doelen op korte termijn
13
4.2. Doelen op langere termijn
15
5 Bijlagen
16
I
Daltonagenda
16
II
Leerling daltonwijzer
17
III
Leerling daltonwijzer (formulier ouders en mentoren)
18
IV
Formulier leerling-enquête
19
V
Lesobservatieformulier
20
VI
Interne zorgstructuur
21
VII Zelfevaluatieformulier docenten
22
VIII Docent daltonwijzer
23
Visie Maurick College
Het Maurick College heeft de ambitie de leerling zijn unieke talenten te laten ontplooien en hem daarmee een goede uitgangspositie te geven voor een volwaardige plaats in de maatschappij.
1
Dalton op het Maurick College Docenten en onderwijsondersteunend personeel begeleiden de leerlingen tijdens en buiten de lessen. Zij vormen samen met de leerlingen een prettige en een veilige schoolomgeving. De docent begeleidt zijn leerlingen zodanig dat zij leren verantwoorde keuzes te maken, zelfstandig te worden, samen te werken, initiatief te ontplooien en kritisch te kijken naar hun ontwikkeling en leerproces. Het daltononderwijs op het Maurick College richt zich op een brede vorming van de leerlingen waarbij intellectuele en creatieve groei in evenwicht zijn met sociale en persoonlijke groei. De leerlingen worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Ons daltononderwijs is gebaseerd op drie kernwaarden:
1. kiezen in verantwoordelijkheid Iedere dag bepalen de leerlingen aan welk vak zij het 3de en het 5de uur gaan werken. Dit zijn de zogenaamde daltonuren. Per daltonuur maken de leerlingen daarbij de volgende keuzes: - Over welk vak heb ik vragen? Aan welk vak ga ik verder werken? - Welke vakdocent zoek ik op voor mijn vragen? - In welk lokaal of op welk plein heeft deze vakdocent zijn daltonuur? - Voor welke daltonuren reserveer ik van te voren een plek bij een vakdocent? Tijdens het mentoruur worden de leerlingen begeleid bij het plannen van de vakken voor de daltonuren. Op deze manier krijgen de leerlingen vrijheid en daarmee ook verantwoordelijkheid bij het inrichten van hun eigen leerproces. De leerlingen kunnen ook daltonuren inplannen op een van de stiltepleinen. Hier wordt onder toezicht van een docent zelfstandig gewerkt en in stilte gestudeerd. Tijdens de daltonuren hebben de leerlingen de mogelijkheid om op eigen initiatief een andere docent dan hun eigen vakdocent op te zoeken. Bij ons daltononderwijs is nadenken over het eigen gedrag en het eigen werk belangrijk. De leerlingen worden door de vakdocent en mentor gestimuleerd om te reflecteren op behaalde resultaten en het proces dat tot die resultaten heeft geleid. Inschattingen van leerlingen vooraf en de feitelijke beoordeling door de docent achteraf stroken niet altijd met elkaar. In deze situatie zijn de daltonuren geschikt om concreet te krijgen wat fout is gegaan, zodat de volgende keer het resultaat beter is. Om dit leerproces op gang te houden moeten docenten en leerlingen zich aan elkaar committeren. Samen zijn ze verantwoordelijk voor een goede leeropbrengst.
1
2. zelfstandigheid Zelfstandig leren is tijdens instructielessen en daltonuren actief bezig zijn met de leerstof. Daarbij is het belangrijk dat de leerlingen in staat zijn om tijdens het leerproces, indien gewenst, hulp te zoeken. Het plannen van de daltonuren betekent dat leerlingen zelfstandig beslissingen nemen die voor hen effectief en verantwoord zijn. Dalton is een manier om effectiever te werken. Ons onderwijs is gericht op een efficiënte inzet van tijd, menskracht en middelen. Beide begrippen, effectiviteit en efficiëntie, zijn belangrijk en vooronderstellen duidelijkheid over de onderwijsopbrengsten. De leerlingen krijgen leerstof en verwerkingsopdrachten waar ze zelf verantwoordelijk voor zijn en die ze in vrijheid zelf plannen en uitvoeren. De vakken die minder problemen opleveren, zullen ook minder daltontijd van de leerlingen vereisen. Hierdoor komt tijd vrij voor ondersteuning bij de lastige vakken en eventuele verdieping bij vakken waar persoonlijke interesses liggen. De begeleiding is dan niet klassikaal, maar wordt individueel of in kleine groepen gegeven. De daltonuren en instructielessen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een duidelijke instructie in de les vormt de basis voor een effectieve verwerking in een daltonuur en andersom. Daarbij ligt in eerste instantie de verantwoordelijkheid bij de leerlingen. Zij zijn eigenaar van het schoolwerk, hun eigen werk, dat ze in een zekere mate van vrijheid uitvoeren. Mocht blijken dat een leerling (nog) niet in staat is om effectief de leerstof te verwerken, dan zien we het als taak van de vakdocent en mentor om dit te signaleren en extra ondersteuning aan te bieden.
3. samenwerken Tijdens de instructielessen en daltonuren worden de leerlingen gestimuleerd om samen te werken. De daltonuren zijn geschikt voor het samenwerken aan een werkstuk, het bespreken van een toets of de voorbereiding op een toets. Samenwerken betekent ook samen een vraagstuk oplossen. Mocht dit niet lukken, dan kan op dat moment altijd de docent ingeschakeld worden. Deze neemt in de daltonuren de rol van begeleider op zich en bewaakt samen met de leerlingen de werksfeer en effectieve invulling van dat uur.
2
2
Schoolkenmerken
2.1
Het onderwijs
2.1.1
De relatie tussen leerling en docent “Ken je leerlingen.” Deze uitspraak is typerend voor het onderwijs op het Maurick College. Door de werkwijze van het daltononderwijs op het Maurick College krijgt de relatie tussen leerling en docent meer aandacht. Leerlingen benaderen hierdoor gemakkelijk een docent. Ouders en leerlingen bevestigen dat er sprake is van veel vertrouwen tussen leerling en docent. Dit vertrouwen en de daaruit voortvloeiende veilige sfeer op school dragen bij aan een goede onderlinge verstandhouding en een heldere communicatie. Er wordt vanuit een gezamenlijke visie gepraat over de inhoud en organisatie van ons onderwijs. Hierbij zijn ook de wekelijkse daltonbijeenkomsten belangrijk. Iedere sectie wordt vertegenwoordigd door een vakdocent en tijdens deze bijeenkomsten wordt gediscussieerd over ons onderwijs. Gespreksonderwerpen worden ingebracht door de daltoncoördinatoren, docenten en vertegenwoordigers van het leerlingenbestuur. Op deze manier wordt vanuit de vaksecties en vanuit de leerlingen bijgedragen aan de ontwikkeling van het daltononderwijs op het Maurick College.
2.1.2
De afdelingen binnen de scholengemeenschap Het Maurick College heeft de volgende afdelingen: vmbo-bb/kb (zorg & welzijn)/vmbo-t/havo/atheneum (met of zonder de mogelijkheid Cambridge-Engels) - gymnasium met Cambridge-Engels.
6 vwo = 6A + 6G 5H
5 vwo = 5A + 5G 4 vwo = 4A + 4G
4Z
4T
4H
3Z
3T
3H
3A
3GYM
2BB - 2KB
2T
2TH
2HV
2GYM
1BB - 1KB
1T
1TH
1HV
1GYM
3
2.1.3
De inrichting van het gebouw Als een bezoeker de school binnenkomt, ervaart hij de openheid van het gebouw. Het gebruik van glazen tussenwanden bij lokalen, gangen en kantoorruimtes creëert een vorm van transparantie en veiligheid. De dagelijkse werkzaamheden zijn hierdoor voor iedereen zichtbaar. Dit betekent ook dat leerlingen en docenten makkelijk bij elkaar kunnen binnenlopen. Onze school heeft verschillende soorten ruimtes waar de leerling kan werken: de standaardlokalen, de specifieke vaklokalen, de pleinen met de balies en het forum. Tijdens de reguliere lessen kan de leerling in de lokalen of op de pleinen zijn, al naar gelang de werkvorm van dat moment. Ook buiten de lessen om kan de leerling kiezen om op een van de pleinen of in het forum te werken. De inrichting van de verschillende pleinen is afgeleid van het ´huiskamermodel´ om de leerling de mogelijkheid te bieden na school in een prettige sfeer aan zijn opdrachten te werken. Het is daarbij mogelijk om alleen in stilte te werken of juist samen met anderen aan het werk te gaan. De pleinen bevinden zich op centrale, open plekken in het gebouw, waarbij opvalt dat ze ondersteunend zijn aan de profielen van de aangrenzende afdelingen. Zo zijn er pleinen voor zorg en welzijn, science, de klassieken en de verschillende talen. Bij de specifieke vaklokalen kan de leerling, bij aanwezigheid van een docent, gebruik maken van onder andere de studio bij muziek, het materiaal in het teken- en technieklokaal en in de gymzaal. De indeling van het gebouw is gebaseerd op de verschillende leergebieden: science, wiskunde, talen, mens en maatschappij, zorg en welzijn, cultuur en sport. De indeling heeft betrekking op de samenhang tussen de vakken.
4
2.1.4
Het lesrooster Op het Maurick College werken we met lessen van 45 minuten. De daltonuren zijn iedere dag ingeroosterd tijdens het derde en vijfde lesuur. De keuze voor een 45-minutenrooster is gebaseerd op: - de concentratiespanningsboog van de leerlingen; - de afwisseling van vakken; - de twee daltonuren per dag. Na elk lesuur hebben de leerlingen 5 minuten de tijd om van lokaal te wisselen. Hierdoor gaat er geen kostbare lestijd verloren. Er zijn maximaal acht lesuren per dag. De leerlingen hebben altijd de mogelijkheid om na de laatste les op school verder te werken. Dit gebeurt dan onder toezicht van een conciërge op een van de pleinen.
2.1.5
De inrichting van het onderwijs De onderstaande beschrijving illustreert hoe dalton verweven is in de inrichting van ons onderwijs. 1 Na de aanmelding worden de nieuwe leerlingen uitgenodigd om deel te nemen aan de kennismakingsmiddag. Daarbij ontmoeten zij de nieuwe klas, de mentor en de tutoren die hen helpen bij de start op onze school. Voor veel kinderen is dit de eerste concrete kennismaking met het daltononderwijs voor de zomervakantie begint. 2 Het schooljaar is verdeeld in vier periodes. Vanaf de eerste les worden de leerlingen begeleid bij het zoeken van hun weg in de nieuwe school. De daltonwerkwijze wordt in de studielessen door de mentor geïntroduceerd. Tot aan de herfstvakantie wordt met de mentor en tutoren gewerkt aan het lezen van roosters en het leren plannen van daltonuren. Vanaf de vierde lesweek gaat een van de twee daltonuren open. Na de vijfde week zijn de leerlingen toe aan het zelfstandig invullen van beide daltonuren. We noemen dit de open daltonuren. Dit betekent dat ze samen met de mentor een dalton- planning in de daltonagenda (zie bijlage I) maken voor de komende week. 3 De leerlingen noteren alles wat ze voor school moeten doen in hun daltonagenda. De daltonagenda vormt vanaf de eerste les het document om de leerlingen te begeleiden. De mentor controleert waar de leerling is geweest tijdens de daltonuren en bespreekt de voortgang van de resultaten. Bij tegenvallende resultaten kan een vakdocent en/of mentor een leerling uitnodigen of verplichten voor zijn vak naar het daltonuur te komen. Dit is het zogenaamde ‘reserveren’ van daltonuren. Een docent en de mentor kan een leerling verplichten te reserveren voor zijn vak op een vast daltonuur in de week. In de daltonagenda staat dit dan vermeld. Een docent geeft aan of de leerling bij hem in dalton is geweest door zijn persoonlijke daltonstempel bij het betreffende uur in de daltonagenda te plaatsen. De mentor kan op die manier controleren waar, op welk moment en bij wie de leerling is geweest.
5
De daltonagenda vormt een communicatiemiddel tussen leerlingen, ouders en school. Ouders wordt geadviseerd om regelmatig in de daltonagenda van hun kind te kijken. Het geeft hen een idee van de dagelijkse gang van zaken op school en wat er allemaal aan schoolwerk gedaan moet worden. Daarnaast kunnen ze de planning van de leerlingen zien en hierover eventueel in gesprek gaan. 4 De studiewijzer is het spoorboekje voor de leerlingen. De studiewijzer staat in de Elektronische Leeromgeving (ELO). In de studiewijzer staat per vak, de lesstof, de toetsen en eventuele tips vermeld. Op basis van de studiewijzer maken leerlingen een planning voor een week. De verantwoordelijkheid ligt bij de leerlingen. Zij beheren hun eigen schoolwerk en zorgen voor het tijdig afwerken van de leerstof. Vakdocenten en mentoren begeleiden de leerlingen bij dit plannen en signaleren eventuele problemen. 5 Toetsen en afsluitende opdrachten vinden plaats aan de hand van de weekindeling in de studiewijzer. Naast de reguliere toetsen heeft het Maurick College ook vier lesvrije toetsweken waarmee een periode wordt afgesloten. 6 De behaalde resultaten worden door de leerlingen besproken met de vakdocent, mentor en ouders. Naar aanleiding van deze resultaten plant de leerling zijn activiteiten voor de daltonuren in. Dat wil zeggen, hij vraagt ondersteuning en repareert waar nodig. Op deze manier worden de instructielessen en de daltonuren efficiënter op elkaar afgestemd en hebben de leerlingen de mogelijkheid om bepaalde vakken extra aandacht te geven. 7 Tijdens de daltonuren is er ook ruimte voor dalton+ activiteiten, waarbij gedacht kan worden aan het volgen van extra vakken of speciale activiteiten, zoals de Maurick dansgroepen, Delf Frans, Goethe Duits, internet-programmeren en tuinieren. 8 Het Maurick College heeft een tweejarige brugperiode. De leerlingen worden op basis van behaalde cijfers en houding aan het eind van de tweede klas gedetermineerd naar het volgende leerjaar. Het streven is om de leerlingen vanaf klas 3 het juiste niveau aan te bieden. Aan het eind van klas 3 wordt de profielkeuze bepaald. Elke vakdocent geeft in Magister aan in welke mate de leerling de (dalton)studievaardigheden beheerst voor zijn vak. Dit noemen we de Maurick Vaardigheden Lijst (MVL). 9 Leerlingen blijven ook in de bovenbouw de daltonuren zelfstandig inplannen. Gedurende de opeenvolgende leerjaren verschuift het initiatief van verantwoordelijkheid nemen steeds meer van de vakdocent naar de leerling. De leerling wordt steeds meer eigenaar van zijn eigen leerproces en daarbij hoort meer zelfstandigheid en effectiever samenwerken. 10 Oud-leerlingen benoemen vaak dat ze goed zijn voorbereid op het vervolgonderwijs door het daltononderwijs, waarmee het Maurick College een goede brug heeft geslagen richting vervolgonderwijs.
6
2.1.6
De leerling daltonwijzer In het schooljaar 2013-2014 is er een pilot geweest van de leerling daltonwijzer. (zie bijlage II). De leerlingen van klas 3 havo en vwo hebben hieraan deelgenomen. De leerling daltonwijzer is gemaakt in de vorm van een digitaal programma dat leerlingen gebruiken bij het reflecteren op de kernwaarden van ons daltononderwijs. De resultaten van deze zelfreflectie nemen de leerlingen mee naar de volgende leerjaren. Hierdoor bouwen de leerlingen hun eigen dossier op met betrekking tot zelfreflectie.
2.1.7
Internationalisering Sinds 2014 is het Maurick College structureel aan de slag om haar internationale activiteiten te verbinden aan de Elos-certificering zodat leerlingen makkelijker op Europese universiteiten toegelaten kunnen worden. Tijdens de lessen wordt veel aandacht besteed aan Europa en de wereld. Met andere middelbare scholen is een uitgebreid uitwisselingsprogramma. In de onderbouw volgen de leerlingen het vak Global Learning. Bij dit vak worden modules en projecten uitgevoerd rondom interessante jeugdthema’s, geplaatst tegen een Europese achtergrond. Het communiceren met buitenlandse leerlingen vindt onze school in dit kader ook belangrijk. Veel leerlingen gaan in de derde klas op uitwisseling. Dit telt ook mee voor het Elos-juniorcertificaat. Het Maurick College biedt ook speciale talenexamens aan. De leerlingen kunnen een speciaal examen doen voor Engels (Cambridge), Frans (DELF), Duits (Goethe), Spaans (DELE) en sinds kort ook Chinees. Al deze lessen (soms in dalton+) geven de leerlingen de gelegenheid om zich voor te bereiden op een uitwisseling met het buitenland. De leerling kan een internationaal profielwerkstuk in de bovenbouw maken. Het Maurick College doet mee aan het Europees jeugdparlement (MEP). Alle activiteiten in het kader van internationalisering komen in een portfolio. - Jaarlijks gaan 300 leerlingen van het Maurick College op uitwisseling in Europa en sommige leerlingen gaan in het kader van hun profielwerkstuk naar scholen buiten Europa. - Meestal komen de buitenlandse leerlingen ook naar Vught.
7
2.2
De leerlingen
2.2.1
Wat verwacht het Maurick College van zijn leerlingen? De grondhouding van de leerlingen op onze school is er een van nieuwsgierigheid. Kinderen willen van nature nieuwe dingen leren en ergens beter in worden. Het is aan de docent om dit proces goed te begeleiden en de leerlingen uit te dagen om deze nieuwsgierigheid te voeden. Motivatie is hierbij een sleutelwoord. Als de leerlingen steeds meer het initiatief overnemen van de docent krijgen zij de mogelijkheid om zich binnen het vak te ontplooien. Het is belangrijk dat de leerlingen hun daltonuren effectief leren benutten en het initiatief nemen om extra hulp te vragen. Actieve leerlingen die zich doelen stellen, weten waarvoor zij werken en zijn gemotiveerd om die doelen te bereiken. Kernwoorden voor de leerlingen zijn: nieuwsgierigheid - motivatie - doelen stellen.
2.2.2
Daltonattitude bij leerlingen Om de leerlingen meer bewust te maken van hun houding en aanpak ten aanzien van de kernwaarden vullen zij meerdere keren per schooljaar een digitale leerling daltonwijzer in (zie bijlage II). Dit gebeurt vooral in de mentorlessen. Deze leerling daltonwijzer is een hulpmiddel bij reflectie op de kernwaarden van dalton. Ook de ouders en mentor vullen een verkorte versie van deze wijzer twee keer per jaar in (zie bijlage III). Reflectiegesprekken tussen leerling, mentor en ouders vormen daar een logisch vervolg op.
2.3
Het personeel
2.3.1
Wat verwacht het Maurick College van zijn docenten? Een docent inspireert, motiveert en stelt zichzelf doelen. Voor de docent is lesgeven een proces dat een constante ontwikkeling inhoudt. De docent begeleidt de leerlingen zodanig dat zij leren samen te werken, zelfstandig te worden, initiatief te ontplooien en kritisch te kijken naar hun ontwikkeling en leerproces. Daarnaast vormt actief reflecteren op het eigen werk een belangrijk onderdeel van het vakmanschap van elke docent. Jaarlijks wordt er met elke docent een functioneringsgesprek gevoerd waarbij onder meer de afgenomen leerlingenenquête (zie bijlage IV) en één of meerdere lesobservaties (zie bijlage V) worden meegenomen. Dit houdt in dat iedere docent elk jaar door een willekeurige klas een leerlingenenquête laat invullen over de kwaliteit van zijn lesgeven. De uitkomst van deze enquête wordt besproken tijdens het functioneringsgesprek.
8
2.3.2
Coaching van docenten Het is heel vanzelfsprekend om regelmatig stil te staan bij je loopbaan en ontwikkeling. Als professional binnen een dynamische school zoals het Maurick College wordt de docent uitgedaagd creatief inhoud te geven aan de rol van docent en begeleider van onze leerlingen. Vanzelfsprekend loop je dan weleens tegen vragen aan als hoe om te gaan met werkdruk, hoe je lessen interessant en uitdagend te houden en hoe de regie te krijgen over je eigen ontwikkeling. Het begeleiden van docenten heeft daarom een structurele plaats binnen onze organisatie. De coaches binnen het Maurick College begeleiden (nieuwe) docenten, ondersteunend personeel en management. Het Maurick College is een zelfbewuste school: de schoolleiding en docenten geven en nemen verantwoordelijkheid, schenken en vragen vertrouwen, vragen verantwoordelijkheid en leggen verantwoording af. In het verlengde van deze daltonprincipes ligt de kracht van de daltondocent. Het kennen van de eigen kwaliteiten, het vergroten van het zelfsturend vermogen en het bewust zelf kiezen zijn hierin essentieel. Immers, zonder zelfkennis geen groei. Coaching is maatwerk; het Maurick College maakt gebruik van verschillende begeleidingsinstrumenten. Uitgangspunt is altijd het leren bevorderen, het vrijmaken van iemands kwaliteiten, zodat hij zo goed mogelijk en met plezier functioneert. De ervaring leert dat door het volgen van een begeleidingstraject medewerkers meer eigenaar worden van hun ontwikkeling, zich bewuster worden van hun kwaliteiten en valkuilen en daardoor steviger in hun docentschap staan. De docent doet hiermee recht aan zichzelf en zijn eigenheid en vormt bovendien een inspirerend voorbeeld voor leerlingen en collega’s.
2.3.3
Wat verwacht het Maurick College van het onderwijs ondersteunend personeel (OOP)? Het OOP draagt bij aan een goede voortgang van het primair proces op school. Daarbij wordt er verwacht dat de uitgangspunten van dalton bekend zijn en dat de medewerkers de vragen van zowel leerlingen als docenten, voor zover van toepassing, kunnen beantwoorden. Ook voor hen geldt dat het uitgangspunt moet zijn dat vertrouwen een belangrijk ondersteunend element is voor het werken, handelen en leren.
9
2.4
Ondersteuning van de leerlingen Vakspecifieke begeleiding vindt op het Maurick College plaats in de instructielessen en daltonuren. Met name de daltonuren zijn geschikt voor het bieden van extra ondersteuning aan de leerlingen. Hier ligt de mogelijkheid om voor bepaalde vakken extra hulp te krijgen en daarbij kunnen ze gebruik maken van de expertise van meerdere docenten. De leerlingen zijn niet verplicht om hulp in te schakelen van hun eigen docent. Tijdens de daltonuren zijn de docenten bereid om leerlingen te ondersteunen die niet in hun instructieles zitten. Dit maakt de docenten goed bereikbaar voor de leerlingen. Als ze met vragen zitten, dan kunnen deze door iemand worden opgelost in een daltonuur.
2.4.1
Uitgangspunten De uitgangspunten van leerlingbegeleiding liggen direct in het verlengde van de daltonkernwaarden en doen recht aan de eisen van de Wet op passend onderwijs die op 1 augustus 2014 in werking is getreden. - Het eerste uitgangspunt is dat “het begeleiden van de leerlingen een taak is voor alle medewerkers”. Leerlingbegeleiding is het hart van een daltonschool. Zonder aangepaste begeleiding kan er géén sprake zijn van echt onderwijs. - Het tweede uitgangspunt is dat “elke leerling op het Maurick College zoveel mogelijk persoonlijke begeleiding krijgt”. Een verantwoorde begeleiding maakt deel uit van de inspanningsverplichting van de school ten opzichte van de leerlingen.
2.4.2
Aard en omvang van de begeleiding De begeleiding omvat de volgende terreinen: - Het verloop van de studie; - Het persoonlijk welbevinden; - De keuze van schooltype, sector of profiel, vervolgstudie en beroep. De begeleiding van leerlingen speelt zich af op twee niveaus: - basisondersteuning: dit is ondersteuning in de klassensituatie tijdens instructielessen en daltonuren door vakdocent en mentor. Iedere medewerker op het Maurick College is verantwoordelijk voor de vakbegeleiding van de leerlingen. Dit eist ook van de leerlingen en de docenten zelfstandigheid, samenwerking en regelmatige momenten van reflectie. - extra ondersteuning: dit is ondersteuning op schoolniveau door in- en externe deskundigen op school.
10
2.4.3
Interne deskundigen De leerlingbegeleiding door interne deskundigen vindt plaats tijdens de daltonuren. Er is sprake van begeleiding in groepen van steeds maximaal 10 tot 12 leerlingen. - Begeleidingsgroepen in klas 1: Nederlandse spelling en grammatica; Engelse klankspelling en grammatica; Franse klankspelling en grammatica; structuurlessen. - Begeleidingsgroepen in klas 2: steunlessen Nederlands, Engels en wiskunde. - In klas 1 en 2: de faalangstreductietraining en de sociale vaardigheidstraining. - In leerjaar 2 t/m 6: kortdurende interventies op het gebied van begrijpend lezen en studerend lezen. - In de bovenbouw: examenvreesreductietraining en het project voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. - Het ‘RT-daltonuur’ wordt verzorgd door docenten van de werkgroep remedial teaching en is uitsluitend beschikbaar voor de leerlingen met een leerstoornis. Leerlingen dienen hier met gerichte vragen te komen die betrekking hebben op hun leerstoornis. Deze uren zijn toegankelijk voor maximaal tien leerlingen en niet bedoeld om zelfstandig te gaan werken zoals in een regulier daltonuur. Individuele begeleiding door interne deskundigen: dit betreft 1-op-1 begeleiding in een daltonuur door vertrouwenspersonen, maar ook door de persoonlijke begeleiders voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte.
2.4.4
Externe deskundigen Enkele externe deskundigen hebben hun spreekuur in de daltonuren. Denk daarbij aan de welzijnswerker, die met name leerlingen van allochtone afkomst begeleidt. Daarnaast is er een wekelijks spreekuur van een deskundige op het gebied van hoogbegaafdheid. De spreekuren van schoolmaatschappelijk werk, de jeugdarts en de leerplicht beperken zich niet tot de daltonuren.
2.4.5
Begeleiding meer- en hoogbegaafde leerlingen Het gaat hier om begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen waarbij sociaal-emotionele problemen geconstateerd zijn of worden op het gebied van onderpresteren, leerhouding, etc. De deskundigheid van externe begeleiders wordt op drie manieren ingezet: - gesprekken met leerlingen: hoe en wanneer kunnen zij hun intelligentie het beste gebruiken (en wanneer juist niet). Effect: er vindt bij de leerlingen in de loop van de tijd een attitudeverschuiving plaats; - ondersteuning van vakdocenten en mentoren; - intermediair tussen docent – leerling, ouders – school. Zie bijlage VI voor het schema met betrekking tot de zorgstructuur.
11
3
Professionalisering Elke docent van het Maurick College wordt geacht zich te ontwikkelen in het kader van professionalisering. Op het gebied van dalton biedt de school, naast driemaal per jaar een interne studiedag, de mogelijkheid om extern bij te scholen. Een voorbeeld hiervan is de Nunspeet-tweedaagse, een conferentie over dalton, met daarin onder meer lezingen en workshops. Onze collega’s worden gecoacht door een drietal daltoncoaches (zie 2.3.2). In het functioneringsgesprek komen de kernwaarden van dalton aan bod. Iedere collega bereidt zich op dit gesprek voor door een enquête af te nemen in twee van zijn klassen, een zelfevaluatie (zie bijlage VII) te schrijven en een lesbezoek van een collega uit de schoolleiding te organiseren. Een collega uit dezelfde sectie vult ook een evaluatieformulier in. Tijdens het functioneringsgesprek komen alle onderdelen ter sprake en daaruit volgen ontwikkelpunten. “De Zuidwester” is de naam van een vijftal daltonscholen in het zuidwesten van Noord-Brabant en Zuid-Holland. In de Zuidwester wordt vanaf het schooljaar 2014-2015 gewerkt aan het uitwisselen van kennis op het gebied van dalton. De medewerkers worden zo in de gelegenheid gesteld hun kennis te delen met collega’s van andere daltonscholen. De zogenaamde ‘daltonparels’ worden binnen de Zuidwester uitgewisseld.
12
4
Doelen voor leerlingen en docenten
4.1
Doelen op de korte termijn
4.1.1
De motivatie en werkhouding van leerlingen en docenten verbeteren Een van de ondersteunende waarden van ons daltononderwijs is effectiviteit. Het Maurick College wil de leeropbrengst van instructielessen en daltonuren graag verbeteren. Het doel dat de school voor ogen heeft, is het samensmelten van instructielessen en daltonuren tot een samenhangend geheel. We werken op vier manieren naar dit doel toe: 1. De docent daltonwijzer (zie bijlage VIII) De docent daltonwijzer is een document dat docenten op het Maurick College bij zich dragen. Hierin staat beschreven hoe een docent op onze school zijn instructielessen en daltonuren doelmatig organiseert en aanstuurt. Daarnaast wordt ook duidelijk verwoord hoe we inhoud geven aan ons onderwijs. Het doel van de daltonwijzer is docenten zélf te laten reflecteren op hun vakmanschap als docent op een daltonschool. Hierdoor wordt professionalisering als een continu proces in gang gezet. Door de daltonwijzer een aantal keer per schooljaar in te vullen, reflecteren docenten op hun functioneren en ontstaat er meer inzicht in eigen gedrag en het gedrag van leerlingen. Daarnaast krijgen alle docenten ten minste een keer per jaar een functioneringsgesprek. De docent daltonwijzer kan in dit gesprek ter sprake komen. 2. De leerling daltonwijzer (zie bijlage II + III) Vanaf het schooljaar 2014-2015 gebruiken de leerlingen van leerjaar 3 en 4 (havo en vwo) de zogenaamde leerling daltonwijzer als middel voor reflectie. Mentoren laten deze daltonwijzer twee keer per schooljaar door de leerling digitaal invullen. Op het Maurick College is hiervoor een gebruiksvriendelijk digitaal programma ontwikkeld. Door het invullen van de daltonwijzer krijgen de leerlingen meer inzicht in hun vaardigheden. Deze vaardigheden zijn gebaseerd op de kernwaarden zelfstandigheid, samenwerking en kiezen in verantwoordelijkheid. Daarnaast wordt ook aan de ouders en aan de mentor gevraagd om twee keer per jaar een verkorte versie van die vragenlijst digitaal in te vullen. Hierdoor ontstaat een beeld van de leerling, gebaseerd op gegevens van leerling, ouders en mentor. Het is mogelijk dat de leerling een totaal ander beeld van zichzelf heeft (of geeft) dan de mentor of de ouders. Het programma van de leerling daltonwijzer geeft deze afwijkingen automatisch aan. De gesprekken met ouders en leerlingen zullen door deze daltonwijzer dieper ingaan op de kernwaarden van ons daltononderwijs. Door middel van de leerling daltonwijzer wordt reflectie verankerd binnen de begeleiding van de leerlingen. Het is een hulpmiddel voor de mentor bij het voeren van gesprekken met leerlingen, vakdocenten en ouders.
13
3. De Maurick Vaardigheden Lijst (MVL) Vanaf het schooljaar 2014-2015 geeft iedere vakdocent uit klas 1, 2 en 3 een beoordeling van de leerling met behulp van de volgende zes items: basiskennis, inzicht, werkhouding, daltonvaardigheden, leesvaardigheid en rekenvaardigheid. Deze beoordeling staat in de ELO van Magister en is daarmee ook zichtbaar voor de mentor. Hierdoor krijgen de mentor en de vakdocent een uitgebreider beeld van het functioneren van de leerling. Het kan aanleiding zijn voor een gesprek tussen leerling, ouders en docent/mentor. 4. Reserveren stimuleren bij leerlingen en docenten Als docent haal je meer uit je leerlingen als je leerlingen laat reserveren voor de daltonuren. Dit betekent dat de docent leerlingen actief uitnodigt of zelfs verplicht om zijn daltonuren te bezoeken. Het gaat dan met name om leerlingen van wie blijkt dat ze bepaalde kennis en vaardigheden voor een vak niet voldoende beheersen. Deze leerlingen spreken met docenten af dat ze voor een bepaalde tijd de daltonuren ‘vast plannen’, oftewel reserveren. Door met de leerlingen gericht aan de slag te gaan, vergroot je de leeropbrengst van de daltonuren. Hiervoor moet natuurlijk ook extra oefenmateriaal voorhanden zijn, zodat de leerlingen de hiaten in hun kennis en vaardigheden kunnen opvullen. Het Maurick College ziet het als taak van de sectie om dit lesmateriaal te ontwikkelen. Op deze manier gaan leerlingen ervaren dat gerichte begeleiding tijdens daltonuren hen een stap verder kan brengen. Dit zal een motiverende uitwerking hebben op de schoolattitude van leerlingen en docenten. 4.1.2
Versterken van de relatie tussen leerling, docent en ouders De daltonuren zijn bij uitstek geschikt om te investeren in de relatie tussen leerlingen en docenten. In deze uren is meer tijd en gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan. Daarnaast is op het Maurick College het contact tussen de school en de ouders georganiseerd door middel van ouderavonden. We hebben avonden voor de mentoren en ouders en avonden waarop ouders gesprekken met vakdocenten kunnen voeren. Ook kunnen ouders via de website van school contact opnemen met de vakdocenten. De e-mailadressen staan vermeld op de schoolsite en een gesprek aanvragen is daarmee snel geregeld. De school ziet het contact met de ouders als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ouders kunnen contact opnemen, maar we stimuleren ook dat vakdocenten contact opnemen met ouders als dit nodig is. Het streven is om ouders tijdig te spreken en het contact tussen ouders en vakdocenten te versterken. De eerdergenoemde leerling daltonwijzer is daarbij een hulpmiddel. Door het contact te versterken kunnen we leerlingen beter begeleiden en op tijd bijsturen. Het invoeren van de digitale leerling daltonwijzer en de Maurick Vaardigheden Lijst (MVL) intensiveren het contact met ouders.
14
4.2
Doelen op langere termijn
4.2.1
Het afwisselen van werkvormen door de vakdocent Elke leerling en docent heeft een leerstrategie die het best bij hem past. Dit kan per vak variëren. Voor de docent heeft dit tot gevolg dat de leerstof op verschillende manieren moet worden aangeboden. Door verschillende werkvormen te gebruiken stimuleer je de betrokkenheid en motivatie van de leerlingen. Bij het verwerken en aanbieden van de stof willen we meer gebruik maken van activerende werkvormen. In de afgelopen jaren heeft de school een cursus activerende didactiek aangeboden aan collega’s. Dit wordt opnieuw breed in de school uitgezet. Tijdens deze cursus maken docenten kennis met uiteenlopende voorbeelden van activerend lesgeven. Vervolgens ontwerpt iedere cursist zijn eigen activerende werkvorm en presenteert deze aan de medecursisten. Uiteindelijk geeft de cursist zijn les aan een klas en koppelt de ervaringen terug naar de cursisten.
4.2.2
Een niveau- en tempodifferentiatie voor de leerlingen Naast het feit dat een leerling de voorkeur heeft voor een bepaalde leerstrategie, kan de school ook het leertempo van de leerlingen meer individualiseren. Toekomstbeeld: de regie en de verantwoordelijkheid voor de verwerking van de leerstof moet meer bij de leerling komen te liggen. Een docent neemt hierbij de rol als coach en hij begeleidt de leerlingen naar de concrete leerdoelen van het vak. Het indelen van groepen leerlingen in de klas aan de hand van leerstoflijnen is hier een beproefd middel, omdat leerlingen op deze manier efficiënter omgaan met de leerstof en de lestijd, zowel tijdens de instructieles als in daltonuren. Dit geeft leerlingen de kans om op eigen niveau de leerstof te verwerken.
4.2.3
De kwaliteitsontwikkeling van en door docenten Vanuit de directie is sterk ingezet op professionalisering van de collega’s. Zij wil het personeel kansen bieden om zich op de verschillende terreinen van het onderwijs te blijven ontwikkelen. Denk hierbij aan verdiepingscursussen, nieuwe opleidingen en collegiale consultatie met collega’s van andere scholen. De school ondersteunt de passie en ambitie van de docenten door hen binnen de lessen en daltonuren de ruimte te bieden om te experimenteren met de door hen opgedane kennis. In het schooljaar 2014-2015 is breed gestart met het voeren van functioneringsgesprekken door de schoolleiding. In dit gesprek komt de docent daltonwijzer aan bod en de leerling-enquête die de docent afneemt bij twee klassen. Voorafgaand aan het functioneringsgesprek heeft ook een lesbezoek plaatsgevonden. Tijdens het functioneringsgesprek wordt de daltonhouding van de docent geëvalueerd.
15
5 I
Bijlagen De daltonagenda
16
II
De leerling daltonwijzer (printversie van de digitale daltonwijzer) Onderwerp 1: Zelfstandigheid Optie 1
Optie 2
Optie 3
Ik neem geen initiatief, ik voer alleen opdrachten uit
Een ander moet mij helpen om initiatief te nemen
Ik geef snel op als het niet lukt
Als iets niet lukt, probeer ik het soms nog een keer
Soms moet een ander mij Ik toon duidelijk initiatief helpen om initiatief te nemen
Ik krijg dingen niet gepland
Ik plan wel, maar mijn planning is niet altijd goed
Een ander kiest altijd voor mij
Ik kies af en toe zelf
Ik durf niet goed hulp te vragen aan een ander
Ik vraag af en toe hulp aan een ander
Ik heb moeite om van tevoren mijn werk te plannen
De helft van werk is van tevoren goed gepland
Ik vind een goed resultaat niet erg belangrijk
Meestal probeer ik een goed resultaat te halen
Ik sta zelden open voor feedback
Ik denk mijn fouten te herkennen bij het bespreken van een toets
Ik sta soms open voor feedback
Ik sta regelmatig open voor feedback
Als iets niet lukt, probeer ik het altijd nog een keer te doen
Ik sta altijd open voor feedback
Ik geef niet op voordat iets gelukt is
Het lukt mij om te Het lukt mij om te plannen maar krijg het plannen en ik krijg alles niet altijd goed uitgevoerd volgens planning voor elkaar Ik kies zelf, maar kies niet Ik kies zelf en meestal altijd goed kies ik het juiste Als iets niet lukt, vraag ik meestal hulp aan een ander Ik kan goed mijn werk van tevoren plannen
Ik herken mijn fouten bij het Ik weet hoe ik fouten bespreken van een toets moet verbeteren doorzetter
Onderwerp 2: Samenwerking
Optie 4
Als iets niet lukt vraag ik altijd hulp
Waar sta ik? Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik vind het prettig dat mijn Per. 1: werk goed van tevoren Per. 2: gepland is Per. 3/4: Ik kan in het vervolg fouten voorkomen
Ik probeer altijd een goed Ik haal altijd een goed resultaat te halen resultaat
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Optie 1
Optie 2
Optie 3
Ik ben geen actieve luisteraar in de groep
Ik luister wel naar de groep maar begrijp het meestal niet
Ik luister naar de groep Ik luister naar de groep en kan meestal uitleggen en kan uitleggen wat de wat zij bedoelen groep bedoelt
Ik weet wat de groep van mij verwacht en ik probeer daaraan te voldoen/verwachtingspatroo n in groep
Ik weet wat de groep van mij verwacht en probeer daaraan te voldoen. Daarbij houd ik rekening met mijn eigen eisen
Ik sluit me meestal aan bij de standpunten van de groep
Ik neem vaak een eigen standpunt in en kan dat ook redelijk verdedigen
Ik denk zelden aan het groepsbelang
Ik denk soms aan het groepsbelang
Ik kan soms één bepaalde taak van het groepswerk uitvoeren
Ik probeer regelmatig van Ik ga altijd uit van het het groepsbelang uit te groepsbelang gaan
Ik kan soms een beperkt Ik kan een beperkt aantal Ik kan alle rollen en taken Per. 1: aantal rollen en taken die bij rollen en taken van die bij groepswerk horen Per. 2: groepswerk horen uitvoeren groepswerk goed goed uitvoeren Per. 3/4: uitvoeren
Ik help anderen niet graag, Het maakt mij niet uit om Ik help anderen altijd om ik doe het alleen als iemand anderen te helpen als ze er samen tot iets goeds te het vraagt en ik het moet om vragen komen
Optie 4
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Waar sta ik?
Ik geef gevraagd en Per. 1: ongevraagd advies en Per. 2: hulp op het juiste moment Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik loop het liefst mee in een Ik neem af en toe de leiding Ik neem regelmatig de groep in een groep/voortouw leiding in een groep nemen
Ik ben een goede leider en neem deze rol ook op mij
Als ik een goed idee heb, zeg ik dat niet altijd
Ik neem graag de leiding. Per. 1: Ik kan ook goed Per. 2: samenwerken en Per. 3/4: uitvoeren
Ik weet wat de groep van mij verwacht
Ik sluit mij altijd aan bij de standpunten van de groep Ik werk niet graag samen en kan dat ook niet goed
Ik deel graag ideeën en kan Ik durf de leiding te taken overdragen aan nemen als dat nodig is andere groepsleden
Ik werk niet graag samen en kan me moeilijk aanpassen aan de groep/samenwerken
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik weet wat de groep Per. 1: verwacht van mij en Per. 2: voldoe daaraan. Daarbij Per. 3/4: houd ik rekening met mijn eigen eisen
Ik neem vaak een eigen standpunt in en kan dat ook goed verdedigen
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik werk meestal graag Ik werk graag samen en Per. 1: samen en kan me redelijk kan me goed aanpassen Per. 2: aanpassen aan de groep aan de groep. Ik zorg ook Per. 3/4: voor een goed groepsgevoel
17
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
II
De leerling daltonwijzer (printversie van de digitale Daltonwijzer) Onderwerp 3: Kiezen in verantwoordelijkheid Optie 1
Optie 2
Optie 3
Ik geef niet snel feedback aan iemand
Ik geef soms feedback aan iemand
Meestal geef ik feedback Ik geef altijd feedback aan iemand aan iemand
Ik doe bijna niets met feedback die ik krijg
Ik doe soms iets met feedback die ik krijg
Waar sta ik? Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik neem zelden het initiatief Ik neem af en toe het om activiteiten te initiatief om iets te organiseren organiseren
Ik neem vaak het initiatief Ik ben goed en heb Per. 1: om iets te organiseren plezier in het organiseren Per. 2: van activiteiten Per. 3/4:
Ik denk vooral aan mezelf
Ik houd rekening met wat anderen van mij willen omdat alles dan makkelijker gaat
Ik kan zelden iets met grote Ik zie grote en moeilijke of moeilijke opdrachten opdrachten als een uitdaging, maar krijg ze niet uitgevoerd ik doe vooral wat anderen van mij willen
ik kan grote en moeilijke opdrachten goed uitvoeren, maar ik voel me niet uitgedaagd
Ik probeer verantwoordelijk Als het nodig is, neem ik de Ik durf belangrijke te handelen verantwoordelijkheid beslissingen te maken Ik heb moeite om mijn werk Het lukt mij redelijk om mijn Ik kan goed mijn werk goed te organiseren werk te organiseren organiseren. Al mijn materiaal is op orde Ik vind het moeilijk om hulp Ik vraag soms hulp als dat te vragen en doe het nodig is daarom niet Ik vind het nakomen van afspraken moeilijk
III
Optie 4
Ik doe regelmatig iets met Ik doe altijd op de juiste feedback die ik krijg wijze iets met feedback die ik krijg
Ik kan afspraken nakomen, maar vergeet ze vaak
Ik kan grote en moeilijke opdrachten goed uitvoeren en doe dat ook
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik houd rekening met Per. 1: anderen zonder mijn Per. 2: eigen ideeen aan de kant Per. 3/4: te zetten Ik durf alles te vragen, te zeggen en te beslissen Mijn werk is altijd op orde. Ik vind het prettig dat het goed georganiseerd is
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4: Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
Ik vraag meestal om hulp Ik vraag altijd hulp als dat Per. 1: als dat nodig is nodig is Per. 2: Per. 3/4: Ik kom meestal de gemaakte afspraken na
Ik kom alle gemaakte afspraken na
Per. 1: Per. 2: Per. 3/4:
De leerling daltonwijzer, onderstaande versie digitaal in te vullen door ouders en mentor
5. Leerling Daltonwijzer, onderstaande versie digitaal in te vullen door ouders en mentor
18
IV
Leerling-enquête 6. Leerling-enquête Naam docent:
Klas:
Datum:
Vak: Nr.
Vraag
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Mijn docent deelt complimenten uit in de klas. Mijn docent is begaan met mijn leerprestaties. Mijn docent laat merken dat meedenken in les wordt gewaardeerd. Mijn docent let op goede omgangsvormen. Mijn docent neemt mij serieus. Mijn docent is duidelijk over de opbouw van de lesstof. Mijn docent geeft mij voldoende tijd om zelfstandig te werken. Mijn docent heeft de zaken op orde. Mijn docent laat mij doorwerken wanneer de gemaakte stof als voldoende is afgesloten. Mijn docent laat mij verder werken wanneer de behandelde stof als voldoende is afgesloten. Mijn docent ziet erop toe dat we rekening houden met elkaar. Mijn docent geeft ons gelegenheid om samen te werken in tweetallen of groepjes. Mijn docent staat open voor vragen en opmerkingen. Ik kan duidelijke afspraken maken met mijn docent. Ik werk in de les bij deze docent. Mijn docent heeft plezier in zijn werk. Mijn docent heeft geduld. Mijn docent kan de klas op een plezierige manier aan het werk krijgen. Mijn docent kan de stof duidelijk uitleggen. Als ik de stof niet begrijp dan legt mijn docent het op een andere manier uit. Ik voel me op mijn gemak bij deze docent. Mijn docent staat open voor commentaar op het lesmateriaal. Mijn docent komt afspraken na. Mijn docent heeft gevoel voor humor. Bij deze docent ben ik zelf verantwoordelijk voor mijn werk. Mijn docent geeft mij voldoende gelegenheid om mijn gemaakte werk te bespreken. Mijn docent helpt mij zelf te zoeken naar de oplossing i.p.v. zelf het antwoord te geven. De toetsen sluiten aan bij de behandelde stof.
--
19
-
+
++
V
Lesobservatieformulier
20
VI
Schema interne zorgstructuur
Basisondersteuning
Vakdocent in dalton
Mentor in dalton
Docent nodigt uit of leerling kiest om te werken aan: - Schoolwerk - Extra uitleg - Extra oefening - Diagnostische toets - Samenwerkingsopdracht - Reflectie op toetsen en opdrachten
Wekelijks in daltonmentoruur - Controle planning voorgaande week - Aansturen planning komende week - Bespreken resultaten - Reflecteren op gemaakte toetsen en opdrachten
Stiltecentrum Laptop-lokaal
Extra ondersteuning
Groepen in dalton
Extra talenten dalton+
Individueel in dalton
Individueel in dalton
Individueel op vaste dag
-
- Cambridge Engels (naast reguliere lesuren) - Delf Frans - Goethe Duits - Dele Spaans - Chinees - ICT-Vaardigheden - Workshops op initiatief docenten
- Vertrouwenspersonen - Persoonlijk begeleiders
Spreekuren externen - Schoolmaatschappelijk werk (buiten school) - Jeugdarts - Jeugdverpleegkundige - Leerplichtambtenaar - Deskundige meerbegaafden - Welzijnswerker (ICO)
2 ambulante coaches
Begrijpend lezen Frans Engels Nederlands Rekenen/Wiskunde Structuurlessen Steunlessen Faalangst Sociale vaardigheid Examenvrees Meerbegaafden RT voor leerlingen met een leerstoornis
21
VII
Zelfevaluatieformulier docenten
Zelfevaluatieformulier OP Naam:
…………………………………………………………….
Datum invullen:
…………………………………………………………….
Daltonvaardigheden De belangrijkste daltonvaardigheden zijn verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken. Waar ben je goed in en waar loop je tegen aan bij het toepassen van deze vaardigheden binnen de les en binnen jouw eigen werk? Professionele ontwikkeling Wat doe je binnen jouw vakgebied om je professioneel te blijven ontwikkelen (kijk daarbij ook naar de aandachtspunten op jouw daltonwijzer)? Wat doe je om jouw vakinhoudelijke en pedagogische kwaliteiten uit te breiden? Maak je bijvoorbeeld gebruik van kennisnetwerken?
Evaluatie collega Wat vind je van de uitkomst van deze evaluatie?
Leerling-enquête Wat vind je van deze uitkomst?
Schoolontwikkeling In de bijlage staan de doelen en koers van de school kort beschreven. Op welke wijze denk jij hieraan bij te dragen en in hoeverre sluiten jouw ambities met betrekking tot jouw ontwikkeling/loopbaan hierop aan?
Arbeidsomstandigheden Wat wil je opmerken over de arbeidsomstandigheden (sfeer, organisatie, werkdruk etc.)?
Gesprekspunten Welke gesprekspunten wil jij inbrengen? Hierbij is het wel van belang om het aantal gespreksonderwerpen te beperken tot maximaal 4. De gespreksonderwerpen moeten concreet en hanteerbaar zijn. Belangrijk is dat je jouw gespreksonderwerpen voorafgaand aan het gesprek zelf verder uitwerkt en ook (indien van toepassing) nadenkt over mogelijke oplossingen. Het advies daarbij is om ook in alternatieve oplossingen te denken.
22
VIII
De docent daltonwijzer
dalton wijzer
daltonuur de organisatie
de inhoud
de aansturing
in en om de daltonuren houd ik op orde door:
van het daltonuur wordt door mij ingevuld en vormgegeven door:
in mijn daltonuren kenmerkt zich door:
in de looptijd tussen de uren bij de deur te gaan staan.
de leerlingen te stimuleren om eerst zelfstandig een vraag op te lossen.
reflecterende gesprekken met leerlingen te voeren (wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
tijdens de eerste vijf minuten van het daltonuur de leerlingenstroom op de gang in de gaten te houden. bij de leerling die niet voor het daltonuur
te zorgen voor een werksfeer waarbij leerlingen geconcentreerd op eigen tempo kunnen werken en overleggen. een proactieve houding, waarmee ik de leerlingen
in de daltonplanner aan te geven als de leerling in gebreke blijft m.b.t. werkhouding/gedrag/het in orde hebben van werk. een luisterend oor te bieden aan leerlingen
gepland of gereserveerd heeft, te informeren naar de geplande activiteiten. leerlingen toe te laten die ook voor andere vakken aan het werk gaan.
de mogelijkheid bied vragen te stellen. met de leerlingen aan het werk te zijn. groepjes te clusteren die dezelfde activiteiten uitvoeren, zoals nakijken, overhoren, vragen
met vragen of problemen. de leerlingen bewust te laten reflecteren op nagekeken opdrachten of besproken toetsen. de leerling los te laten en het vertrouwen te
extra materiaal te verzorgen voor de leerlingen. leerlingen de mogelijkheid te geven om voor mijn daltonuur te reserveren. een stempel in de daltonplanner te zetten.
maken of werken aan een praktische opdracht. de leerlingen te stimuleren samen een vraag op te lossen. vragen van leerlingen individueel of in de groep
geven zelfstandig te kunnen werken. de leerlingen te stimuleren effectief om te gaan met hun tijd.
visie van het maurick college De docent begeleidt de leerlingen zodanig dat zij leren samen te werken, zelfstandig te worden, initiatief te ontplooien en kritisch te kijken naar hun ontwikkeling en leerproces. Doel is docenten actief te laten reflecteren op hun vakmanschap als docent op een daltonschool, waardoor professionalisering als een continu proces in gang wordt gezet. De lesuren en daltonuren zijn binnen het Maurick College onlosmakelijk met elkaar verbonden.
te behandelen.
Deze daltonwijzer kan ingebracht worden als onderwerp bij voortgangsgesprekken.
Naam:
Aanleiding voor deze daltonwijzer is de behoefte aan reflectie op het docentschap binnen onze daltonschool. De vraag om praktische tips te krijgen is herhaaldelijk gesteld door collega’s tijdens de daltonbijeenkomst en de studiedagen.
Werkwijze
Lees de daltonwijzer door. Vink de punten af die bij jou in de les en de daltonuren in orde zijn. Neem vervolgens de punten die niet in orde zijn nog eens door. Kies 2 à 3 verbeterpunten uit en richt je de eerstvolgende vier weken alleen op die punten. Mocht je eens willen kijken hoe een collega het aanpakt, maak dan een afspraak om in de les of het daltonuur te komen kijken. Kijk na vier weken of de aandachtspunten zijn verbeterd, vink ze af en kies de volgende verbeterpunten. Veel succes! Op magister is een lesobservatieformulier opgenomen. Dit formulier wordt gebruikt bij lesbezoek door de schoolleiding en bij wederzijds lesbezoek. De lesobservaties en de reflectie daarop vormen een ijkpunt voor verdere ontwikkeling.
lesuur de organisatie
de inhoud
de aansturing
in en om de lesuren houd ik op orde door:
van de lessen wordt door mij ingevuld en vormgegeven door:
in mijn lessen kenmerkt zich door:
op tijd in het lokaal te zijn. te administreren of de leerlingen aanwezig zijn. met enige regelmaat gemaakte opdrachten te controleren. de leerling te laten reserveren voor een daltonuur. zelf lesmateriaal toe te voegen op Magister. binnen twee weken de toetsen na te kijken. binnen twee weken na toetsing de cijfers op Magister te zetten. toetsen kort te bespreken in de les. leerlingen uit te nodigen in dalton om nog vragen over de toets te kunnen stellen. per jaar bij twee klassen de leerlingenquête in te laten vullen en deze met reflectie op te nemen in het personeelsdossier. de voortgang van de leerling te bewaken zowel in magister als in de vaardighedenrapportage. gebruik te maken van Elo in Magister, zodat de leerlingen toegang hebben tot digitaal lesmateriaal.
de rol van de studiekalender uit te leggen en de beoogde leerdoelen te benoemen. de studiekalender als leidraad te gebruiken en de leerlingen daarmee structuur te bieden. ervoor te zorgen dat het lesprogramma duidelijk is voor de leerlingen. te variëren in leeractiviteiten, bijvoorbeeld door leerlingen samen te laten werken. activerende werkvormen te gebruiken. ruimte te creëren voor het nabespreken van toetsen en het bespreken van gemaakte opdrachten. leerlingen te laten reflecteren op gemaakt werk. uit te gaan van de kwaliteiten van de leerling. de leerling zelf keuzes te laten maken om in de les te leren voor een toets, te werken aan opdrachten, opdrachten na te kijken, etc. te zorgen voor een veilige werksfeer waarin het prettig werken is.
tijdens verwerking van de opdrachten na te gaan of leerlingen het op de juiste manier aanpakken. leerlingen leren kritisch na te denken over hun aanpak. de leerlingen bij de les te betrekken. na te gaan of de leerlingen de leerstof begrepen hebben. te bevorderen dat leerlingen het beste uit zichzelf halen. leerlingen te stimuleren zelf over oplossingen na te denken. vragen te stellen die leerlingen tot denken aanzetten. leerlingen te stimuleren hun gedachten te verwoorden. terug te blikken op de vorige les of op voorgaande opdrachten. na te gaan of de lesdoelen zijn bereikt. leerlingen te leren hoe ze complexe problemen kunnen vereenvoudigen. te stimuleren zelfstandig opdrachten na te kijken. leerlingen vertrouwd te maken met de regels van het taalbeleid. het lesuur af te sluiten met een korte terug- of vooruitblik op de activiteiten.
Meer informatie bij Sjors van de Greef of Frank Vervoort
23
Scholengemeenschap voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium Postbus 2040 5260 CA Vught Titus Brandsmalaan 1 5262 BS Vught T (073) 656 23 02
[email protected] www.maurickcollege.nl
Het Maurick College is een school onder het Bevoegd Gezag van Ons Middelbaar Onderwijs