Colofon jaargang 17 nummer 6 juni 1999 Redactie Wendy Caan Nathalie van Hemert Onno Kaandorp Edwin van de Ketterij Eric-Wubbo Lameijer Brenda Terpstra Deze uitgave kwam tot stand m.b.v. MS Word 98 en Power Macintoshes alsmede een futuristisch doch eigenzinnig kopieerapparaat. Met dankzegging Scheikunde.
aan
de
Divisie
Redactieadres De Boelelaan 1083 kamer M-154 1081 HV Amsterdam tel. 020-4447510 E-mail:
[email protected] URL: http://www.chem.vu.nl/VCSVU/ PB/index.html Reproductie is toegestaan toestemming van de redactie.
mits
met
Financiële en/of artistieke bijdragen zijn bijzonder welkom.
Inhoudsopgave Het bestuurlijk COSMOS Een dioxinekipje of niet? Actueel Lustrum commissie Het zeilweekend Afgestudeerden Heimwee Interview prof. Irth ExCie Eindelijk... Inschrijflijstleed-lied AIO-stukje Nieuws van Trudy. Puzzel Studiereis 2000 Oratie prof. Van der Vies Hemel en hel Lezing prof. dr. H. Irth ONCS’99 Citaten Why Parents Get Gray Hair... Verjaardagskalender
Redactioneel Hier ligt hij dan alweer voor je, de laatste PB van dit wederom bewogen "academisch jaar". Nog net op tijd voordat de vakantiegangers het land uit zijn om vakantie te vieren. Want de vakantie en de zomer naderen, maar de meesten van ons zijn nog bezig met de laatste loodjes. Nog eventjes doorzetten en dan een paar weken genieten van de vrijheid! Deze PB staat weer boordevol informatie over de plannen van alle commissies en de ONCS heeft dit keer toch echt zijn best gedaan om een laaaaang stuk(je) te schrijven. Uit een stukje over hemel en hel kun je ook eindelijk antwoord krijgen op de vraag die je je in je leven vast al vaak hebt gesteld: hoe warm is het in de hemel en is de hel wel zoveel warmer dan de hemel? Verder zijn er natuurlijk nog meer grappige, leuke en informatieve stukjes te vinden in deze PB; ideaal om mee te nemen op vakantie, want ook de puzzelaars onder ons kunnen zich uitleven op weer een nieuwe puzzel.
2 2 3 4 5 5 6 7 7 9 9 11 13 14 16 18 18 20 21 22 27 27 28
Dan rest ons nog jullie veel succes met de tentamens en een hele gezellige zomer te wensen! En tot na de zomer!! De Redactie
1
Zoals al gezegd wens ik namens het bestuur iedereen een fijne vakantie toe en hopen we jullie in grote getalen terug te zien op de eerstejaar-borrel waar jullie van de AC nog informatie over zullen ontvangen.
Het bestuurlijk De laatste loodjes wegen het zwaarst. Dat is iets dat ieder jaar weer opgaat. Aan het einde van een collegejaar moeten de mensen gaan tellen hoeveel studiepunten ze hebben. Moet ik nog een tentamen doen of kan ik met een gerust hart op vakantie. Vakantie. Waar wil ik heen? Waar kan ik heen? Vaak is dit wel de fijnste tijd van het jaar, men mag immers met vakantie. Even weg van al het gestudeer. Maar het wordt er eigenlijk niet makkelijker op. Op vakantie gaan is ook veel regelen. Toch wens ik iedereen een fijne tijd toe. Veel zonnestralen opvangen en lekker bruin worden, dat wil ik ook doen. En dan na de vakantie, verhalen vertellen en foto’s uitwisselen. Ik heb natuurlijk ook nog iets zinnigs te melden. We hebben immers op de laatste ALV een grote beslissing genomen. We hebben als vereniging besloten om te beginnen aan ereleden. Vooralsnog lijkt het er op dat we het eerste erelid van een studievereniging kunnen gaan benoemen aan de VU. Dit is nog nooit eerder gebeurd! Zoals jullie inmiddels weten is prof. Velthorst voorgedragen als erelid en heeft de vergadering hiermee ingestemd. Op het moment van schrijven zitten we nog in de periode waarin er bezwaar gemaakt kan worden door de leden. Maar zoals verwacht zijn er tot op heden enkel positieve reacties. Velthorst zelf was verrast en vereerd om voorgedragen te zijn als erelid en zou de titel graag in ontvangst nemen. Zij moet nog even wachten. In ieder geval tot na de periode van mogelijke bezwaren, en dan nog tot 30 september. Op die dag staat voorlopig de huldiging gepland, omdat dat tegelijk is met het lustrum slotfeest.
Joran Beckman.
COSMOS De afgelopen tijd is voor de COSMOS een succesvolle tijd geweest. Met dank aan de inzet van vele studenten en zelfs onderwijzend personeel is de jaarlijkse sponsorloop tijdens de sportdag van de AC een groot succes geworden. Het goede doel dat wij hadden gesteld voor de sponsorloop, het "instituto Eduardo Laredo" in Cochabamba (Bolivia), zal binnenkort fl. 1500,- ontvangen van de VCSVU. Ook de andere goede doelen die we het afgelopen jaar gesteund hebben, hebben inmiddels geld van ons ontvangen. Om precies te zijn hebben we fl. 1000,overgemaakt naar een school in Khayelitsha (een buitenwijk van Kaapstad) en fl. 1000,- naar de VVK-OC (vrienden van Kathonzwemi / Oeganda Comité). Begin dit jaar hebben wij al een doel in Botswana gesteund, namelijk "Sekola sa Anne-Stine", een centrum voor gehandicapte kinderen in Molepolo. Zoals een groot deel van jullie al weet is mevrouw Velthorst voor ons naar Botswana gegaan om te kijken wat er met ons geld gebeurd is. De berichten waren zo positief dat wij hebben besloten om "Sekolo sa Anne-Stine" voor het komende collegejaar tot ons hoofddoel te maken. Binnen de COSMOS zijn wat verschuivingen plaatsgevonden in de functieverdeling. Aangezien Arjen Bader voor een aantal maanden naar Zwitserland is vertrokken kunnen wij tot hij terug komt niet meer op zijn steun rekenen. Eelco Ruijter wil zich het komende jaar gaan wijden aan zijn hoofdvak en zal dus wel actief lid blijven, maar wil zijn functie als
2
voorzitter van de vereniging kwijt. Consequentie van dit alles is dat ondergetekende voorzitter is geworden van de COSMOS. Voorlopig ligt het in de planning dat Maarten Gorseling deze functie halverwege het volgende collegejaar zal overnemen. Dit leidt ons tevens tot het feit dat de COSMOS een groot gebrek aan mankracht begint te krijgen. De financiën en het bestuur lopen gesmeerd, maar voor het opzetten van de borrels blijken een heleboel leden geen tijd te hebben. Hierbij roep ik jullie dus op om lid te worden van de COSMOS, zodat we ook in de toekomst vele goede doelen kunnen blijven steunen.
op wetenschappelijke kennis baseerde', doceert hij in zijn werkkamer. Vóór hem op tafel ligt een halve meter onderzoekresultaten uit de Verenigde Staten. 'Dioxinen zijn een van de best bestudeerde stoffen ter wereld. Maar ook al is er in de loop der jaren in totaal liefst 1,4 miljard dollar in onderzoek geïnvesteerd, er is nooit een sluitend bewijs gevonden om dioxine als een kankerverwekkende stof voor de mens te kwalificeren. Ook uit dit omvangrijke rapport, waarin zowel de uitwerking op dieren als op mensen is onderzocht, blijkt dat. In de pers lees je daar dus veel onzin over'. Dat wil overigens niet zeggen dat je dioxinen in grote mate in kippenvoer moet laten rondslingeren. 'Dioxinen zijn niet vrij van risico's en kunnen ons bij langdurige inname van hoge doses gevoeliger maken voor andere kankerverwekkende stoffen. Bovendien hebben ze een nadelig effect op de lever en het immuunsysteem. Maar je moet echt langdurig heel veel dioxine-kip eten, wil je de gevolgen ondervinden. Het is eigenlijk verbazingwekkend hoe goed de mens met lichaamsvreemde stoffen kan omgaan'. Hij verwijst naar een uitspraak van de Zwitser Paracelsus in de zestiende eeuw, een soort van lijfspreuk voor toxicologen: "Alles is giftig. Alleen de dosis bepaalt de openbaring van die giftigheid". 'Of het nu om water of alcohol gaat', zegt Vermeulen, 'ze kunnen naast een functie als voedingsmiddel of geneesmiddel ook een giftige werking hebben als je er te veel van inneemt'.
namens de COSMOS, Niels Jonker
Een dioxinekipje of niet? Enkele picogrammen dioxine in kip en de halve wereld staat op zijn kop. Biologische boeren adverteren meteen met hun zogenaamd alternatieve producten, de directeur van de Consumentenbond rept in De Telegraaf van 'een zeer ernstige situatie' en wetenschappers ruiken subsidiegeld en adviseren een sterke toename van analyses van monsters (à ƒ 2.000,--/ ƒ 3.000,-- per monster) met analysemethodes die ze zelf (toevallig?) uitvoeren. Minister Borst wil direct een nieuw controle-instituut voor voeding oprichten.
Milieu-relevante stoffen zijn sowieso volgens de wetenschap slechts voor één à twee procent verantwoordelijk voor alle kankergevallen. Voordat men moord en brand roept, zou men zich volgens Vermeulen moeten realiseren dat roken alleen al dertig procent van de kankergevallen veroorzaakt. De groep alcohol en voeding veroorzaakt door de aanwezigheid van natuurlijke toxines zelfs meer dan dertig procent van de kankergevallen. Volgens Vermeulen is het dan ook klinkklare onzin dat je door consumptie
Tijd voor enige nuance. Dat dacht ook Klaas Deknatel van HP - De Tijd afgelopen week, toen hij bij mij langs kwam om eens te horen hoe het nu eigenlijk zat met dat dioxine. Hieronder zijn relaas: "De hoogste tijd voor enige expertise en nuance, in dit geval van professor Nico Vermeulen, moleculair toxicoloog aan de Vrije Universiteit. 'Het zou prettig zijn als iedereen de feiten liet spreken en de inschatting van de giftigheid van stoffen
3
van regulier bereid voedsel meer risico zou lopen dan bij natuurproducten uit de biologische landbouw. ’Het is eerder andersom. Er zijn legio voorbeelden die aantonen dat natuurproducten niet veiliger zijn. Er is bijvoorbeeld meer kans op bacteriologische infecties. Het risico van het rottingsproces is groter. Mits de juiste normen in acht worden genomen dragen de door de biologische landbouw zo verfoeide bestrijdingsmiddelen juist bij tot de betere kwaliteit van landbouwproducten’. Biologisch voedsel eet je dan ook omwille van het welzijn van het dier en niet vanwege het verminderde gezondheidsrisico. ’De controle in de reguliere voedselindustrie is veel beter, net zoals gewone medicijnen veel beter zijn onderzocht op mogelijke schadelijke uitwerking dan ’natuurlijke’ geneesmiddelen. Er bestaan legio natuurlijke producten met giftige en kankerverwekkende stoffen. Zou je de regelgeving van ’chemische’ geneesmiddelen eventueel toepassen op natuurlijke stoffen, dan zul je zien dat die laatste veel minder veilig zijn dan gedacht’.
’De Nederlandse instituten voor voedingscontrole als TNO en RIVM zijn van hoog niveau’, zegt hij. ’Maar de publieke perceptie die ontstaat bij een gifaffaire en de maatregelen die daarop worden genomen, zijn lang niet altijd gebaseerd op feiten en bestaande wetenschappelijke inzichten. Met een beetje meer coördinatie zouden we de beschikbare feiten sneller op tafel kunnen leggen. Maar nogmaals: als we iets tegen kanker willen doen, dan moeten we niet zozeer bij het milieu zijn, maar allereerst het roken aanpakken'. Ik heb deze keer van de (tijd)nood een deugd gemaakt en van deze tekst gebruik gemaakt om mijn bijdrage aan de Papieren Binding alsnog voor de deadline in te leveren, maar overigens ook voor 'n vraag rondom het onderwerp dioxine voor het schriftelijk tentamen Moleculaire Toxicologie (vrijdag 25 juni). Nico P.E. Vermeulen Voorzitter Divisiedirectie en hoogleraar Moleculaire Toxicologie
Al met al vindt Vermeulen dat de politiek helemaal niet slecht heeft gereageerd op de dioxine-affaire. De maatregelen zijn afdoende. Er is geen reden tot bezorgdheid. ’De Nederlandse voeding is goed beschermd, de controle is vaak veel beter en strikter dan in omringende landen. De normen zijn streng, ook bij dioxinen. Alleen in de Verenigde Staten zijn ze uit juridische overwegingen strenger, maar in Japan ligt de lat voor dioxinen bijvoorbeeld weer honderd keer lager’. Op basis van dit ’akkefietje’ een nieuw instituut in het leven roepen, vindt hij echter een ’onwenselijke kortetermijngedachte’. In plaats van ’het zoveelste bureautje’ ziet hij meer in verbetering van de algehele kennisinfrastructuur, waarin de voedingsmiddelenindustrie, de wetenschap en de betrokken ministeries nauwer samenwerken.
Actueel
4
Lustrum commissie
Het zeilweekend
Hoewel we al lang weinig van ons hebben laten horen, is de Lustrum Commissie nog niet opgehouden met de activiteiten. Het lustrumjaar loopt tot de verjaardag van de VCSVU op 1 oktober 1999 en tot die tijd hebben we nog een drietal activiteiten gepland.
Vrijdagmiddag 11 juni vertrokken we met 14 mensen vanaf de VU op weg naar Fryslân. Een aantal mensen ging met de auto, of met de interliner. Dit betekende met grote tassen in de metro, in de trein, in de bus en in de belbus. Voor degene die niet weet wat een belbus is: je moet anderhalf uur van tevoren bellen om te zeggen dat je met de bus wilt en dan zorgen zij ervoor dat er een bus is. De belbus kwam wel, maar deze was veel te klein voor ons en al onze overlevingspakketten. Dus moest de helft even wachten tot de andere helft weg was gebracht en de bus weer terug kwam. We kwamen al erg in de Friese sfeer door het leuke accent van de chauffeur. Na zo’n vier uur reizen kwamen we dan echt bij “de Twirre”, de zeilschool waar er boten waren gehuurd, aan. We zouden ’s nachts op de grote boot slapen (het was een tjalk), zaterdag gaan zeilen met kleinere zeilboten (valken) en zondag gaan zeilen met de tjalk. Er waren drie slaapkamers op de boot. Twee daarvan met stapelbedden en een bestemd voor de kapitein en zijn maat. Het slapen op de boot was erg knus, als je geluk had sliep je zelfs met je hoofd bijna op iemand anders voeten of angstaanjagend dicht bij het plafond of de bovenbuurman. Maar goed, het schept een band, zullen we maar zeggen. Bovendien was het ook weer eens een gelegenheid om te ontdekken wie van ons snurken. Na het avondeten vrijdag, hebben we de hele avond op het dek gezeten. Zo dicht mogelijk op en naast elkaar, want het was erg koud. En ook dat samen eten schept een band. Eerst met een aantal mensen koken op de boot. Koken voor 23 mensen bleek daarbij toch wel anders te zijn dan voor minder mensen koken. De inschatting bleek de eerste dag ook niet helemaal juist, toen een aantal mensen om een twee bordje vroegen, maar gelukkig was er genoeg chips en koek. En daarna werd er gezamenlijk afgewassen. Behalve dat het ’s avonds op het dek vrij koud kon worden, hadden we prachtig
Aan het begin van het collegejaar willen we een ballonnenactie organiseren. De bekende lustrumballonen zullen de lucht in gelaten worden en we zijn benieuwd hoever de VCSVU zal komen. Op maandag 27 september organiseren we een middag-symposium met als thema "Het vertrouwen in de wetenschap" In het verleden zijn er verschillende momenten van grenzeloos vertrouwen in het eigen kunnen geweest. De wetenschap is zogezegd al een paar keer bijna af geweest. Hoe staan we er nu, aan het einde van een veelbewogen eeuw tegenover? We hopen hier, in samenspraak met interessante sprekers een antwoord op te vinden. Diezelfde week, op donderdag 30 september wordt het lustrumjaar afgesloten door het eindfeest dat de vorm zal hebben van een gekostumeerd bal. Tijdens dit feest, dat waarschijnlijk in de kelder van Odeon plaats vindt, zal onder meer de lustrum almanak gepresenteerd worden. Dan kan iedereen eindelijk zien wat er met al die pasfoto’s moest gebeuren en waarom er allemaal stukjes geschreven dienden te worden. Het lijkt me duidelijk, de Lustrum Commissie heeft nog genoeg te doen deze zomer! Namens de Lustrum Commissie, Chris Oostenbrink
5
weer. Lekker zonnig, dus veel zonnebrand smeren. De zeilleken onder ons hebben heel wat geleerd van onder andere onze eigen VCSVU-zeilinstructeurs. Ze weten nu toch al weer wat een zeil is en een giek en overstag gaan, of was het nou gijpen? Verder zijn ook de voorrangsregels erg belangrijk. Deze heb je niet alleen op de weg, maar ook op het water. Zo hebben rondvaartboten altijd voorrang. Iets wat bij sommige mensen heeft gezorgd voor angstige momenten. Bij zeilschool “de Twirre” waren echter ook nog twee aardige instructeurs. Eén van deze twee instructeurs ging zondag ook met ons mee zeilen. Zaterdagavond, na even te hebben gevolleybald, waarbij bleek dat vrouwen tactisch beter zijn in volleybal en de jongens vooral erg veel mazzel hadden, zijn we gaan varen naar een eilandje, waar we ’s nachts zijn gebleven. Hier was het nog kouder dan de eerste avond. Er waren op het dek ineens verdacht veel mensen onder één slaapzak te vinden. Vanaf het eiland zijn we de volgende dag gaan zeilen. De schipper en zijn maat (die ene instructeur) waren al vrij snel ingeburgerd in de groep. Hoe meer zielen hoe meer vreugde natuurlijk. Op de grote boot was, behalve voor de fanatiekelingen onder ons, eigenlijk niets meer te doen dan de hele dag in de zon liggen, af en toe bukken voor de giek en wat drinken. Voor Niels bestond dit voornamelijk uit chips eten en cubix (spreek uit: kjoubiks) sparen. In de laatste uurtjes van het weekend kwam de schipper op het ‘briljante’ idee om de boot door allerlei zeer smalle stukjes water te manoeuvreren, wat er bijna toe leidde dat we daar in het verre Friesland vast zouden blijven zitten. Dankzij onze chef-bandjes zijn we nergens hard tegenaan gebotst. Andere schepen hoorden ons gelukkig al van verre aan komen, door ons “toet”-geluid. Onze boot zag er ook erg vrolijk uit, dankzij de gekleurde VCSVU-ballonnen. Dit succesvolle weekend eindigde met een groep hongerige mensen voor de Burger King in Amersfoort. En de volgende dag … kwamen we elkaar weer gewoon tegen
op de VU. Wat gaat zo’n weekend toch altijd snel. Wendy en Nathalie
Afgestudeerden december ’98 t/m mei ’99 Rosa Bulo Theoretische chemie Eva de Rijke Milieuanalyse Ilse Custers Farmacochemie, Moleculaire Farmacologie Lloyd Ghauharali Biochemie Jan-Willem Handgraaf Theoretische chemie Marcel Kotte Milieuanalyse Jan Hein Laan Organische chemie Alexander Nicastia Farmacochemie, Moleculaire Farmacologie Anouk Rijs Fysische chemie Edwin Romijn Analytische chemie Miranda Stringer Farmacochemie, Moleculaire Farmacologie Erik Volkers Fysische chemie Jeroen v/d Wijngaard Farmacochemie Synthese
6
Heimwee
Hubertus Irth ondernemende Hoogleraar
Misschien is het niet zo’n goed idee om over heimwee en andere melancholieke gevoelens te beginnen als je door dhr de Bolster een optimistische studente genoemd wordt. Vorige week ben ik na precies twee jaar weer op mijn middelbare school in Breda geweest. Erg vreemd. Het leek alsof alles hetzelfde was behalve ik: het ’modern’ grijze gebouw, de rondbuikige concierges, de leraren.... En toch, vergeten waren alle proefwerken, de schoolonderzoeken, de 8e uren en het fietsen in regen en storm. O goeie ouwe tijd! Lekker aan het handje genomen worden richting grote vakantie, een dag van tevoren beginnen met leren, softballen in de tussenuren. Die niet-helemaal-normale Latijn leraar die je met een groots verhaal in twee minuten in het oude Rome had. De Romereis! De diploma-uitreiking, het gala, de examenfeesten, wat lijkt dat allemaal lang geleden. En toch had ik toen ik op school rondliep het gevoel dat ieder moment de zoemer kon gaan. Omdat een stel vriendinnen en ik vonden dat we ons maar voorgoed over onze heimwee heen moesten zetten, kruipen we in september met z’n allen nog een keertje in de schoolbankjes. Om de huidige scholieren te vertellen hoe het nou is, studeren en natuurlijk om weer net zo veel lol te hebben als toen. Niet dat het hier niet leuk is, ik heb het hier prima naar m’n zin, maar daar is alles oud en vertrouwd. Maar ja, een beetje relativeren kan nooit kwaad. Ik weet zeker dat ik ooit ook heimwee krijg naar de VU..... Echt waar.
De eerste Van der Leeuw hoogleraar aan de Vrije Universiteit is professor Hubertus Irth. Een positie als Van der Leeuw hoogleraar maakt het jonge hoogleraren mogelijk, na een periode van enkele jaren van samenwerking een zittende hoogleraar op te volgen. Irth is per 1 april in dienst genomen om prof. Brinkman op te volgen als hoogleraar Analytische Chemie aan de Vrije Universiteit. Hij zal hiermee zijn eigen promotor opvolgen, ‘Een spannende en emotionele mogelijkheid om terug te komen op de plek waar je academische carrière begonnen is.’ Oorspronkelijk uit Duitsland, heeft Irth vóór zijn promotie aan de VU zes jaar aan de technische universiteit van Berlijn milieutechnologie gestudeerd. Hij is daar afgestudeerd op de milieu-analyse. Prof. dr. Frei overtuigde hem vervolgens om aan de Vrije Universiteit een promotie onderzoek te doen, gevolgd door een post doc jaar. ‘Brinkman heeft er in deze periode in grote mate toe bijgedragen aan dat ik ben wie ik ben. Als je naar de researchlijnen kijkt die ik in Leiden opgezet heb, zie je de stempel van de VU: post kolom, de biochemische reacties zijn eigenlijk het voortgezette van wat ik aan de VU gedaan heb.’ In het kader van een industrieel samenwerkingsproject is hij vervolgens post doc geworden bij de faculteit Scheikunde in Lund. Deze periode is echter verkort omdat in Leiden bij de Biofarmaceutische wetenschappen, wat later het Leiden/Amsterdam Center for Drug Research werd, een plaats als Universitair Docent vrijkwam. Hier begon begon hij in augustus 1990 met het opzetten van een hele nieuwe onderzoeksrichting, namelijk de toepassing van biochemische en biospecifieke interacties in de analytische chemie. Deze eigen lijn leidde tot de ontwikkeling van sterk biochemische analysemethoden, gebaseerd op de werking van bijvoorbeeld receptoren of antilichamen.
Kirstin van Rhenen PS. Ik geef de pen door aan Niels van der Riet: die heeft vast nooit last van heimwee, die kijkt vooruit, niet achterom.
7
Vanuit het bedrijfsleven bleek steeds duidelijker de vraag om de nieuwe ideeën om te zetten in commerciële producten. ‘Daar houden de mogelijkheden van de universiteit echter op. Je kunt ideeën genereren en laten zien dat het werkt voor modelsystemen, maar bedrijven zijn geïnteresseerd in systemen die voor alle toepassingen inzetbaar zijn.’ Dit heeft er toe geleid om, naar Amerikaans voorbeeld, na langdurig overleg met de universiteit in 1997, het bedrijf ScreenTec op te richten, wat een aanvulling op de academische werkzaamheden van Irth bleek. Dit bedrijf heeft onlangs zijn eerste product gelanceerd, een benchtop High Resolution Screening instrument (HRS 340): een HPLC gekoppeld aan biologische assays dat bio-actieve samples in drie stappen kan identificeren en op grond van hun biochemische gedrag kan isoleren. ‘De HRS 340 is in een record tempo ontwikkeld en inmiddels in gebruik genomen bij Bayer AG. Er is door alle elf medewerkers van ScreenTec bijzonder hard gewerkt om aan de strakke afspraken van de industrie te kunnen voldoen.’
heeft, waardoor het tempo van ontwikkeling van nieuwe technologieën vele malen hoger kan liggen. Wat dat betreft is de USA, waar de angst voor belangenverstrengeling veel minder is, een voorbeeld voor Irth. ‘In Amerika ziet men veel meer de voordelen wat betreft dynamiek en de toegang tot nieuwe technologiën, ook voor universiteiten.’ Hij is dan ook vast van plan in de toekomst zijn ondernemerskwaliteiten aan de VU in te zetten, maar dan wel in overleg met de universiteit, iets wat in Leiden cruciaal is gebleken voor de constructie van ScreenTec. Allereerst blijft hij toch een academicus, die het fundamentele onderzoek plaatst voor de toepassing en de commerciële mogelijkheden. Aangezien er in Nederland steeds minder Analytisch Chemische leerstoelen overblijven, vindt hij het belangrijk dat de analytische groep aan de VU een goede, brede groep blijft en zich blijft profileren als een groep die alle belangrijke analyse methoden, zowel in onderwijs als in onderzoek, aan de orde laat komen. Daarnaast wil hij zich richten op nieuwe, biologisch georiënteerde researchlijnen, als vervolg op zijn interesses in Leiden. Hij ziet de analytische chemie als een discipline die belangrijk kan zijn voor alle andere chemische disciplines en wil zich dan ook openstellen voor samenwerkingsprojecten tussen de verschillende chemische disciplines van de VU. ‘Scheikunde is niet alleen maar een paar kleine hokjes in een gebouw, maar moet onder druk van de ontwikkelingen in de maatschappij, strategieën ontwikkelen om een sterke afdeling te kunen worden.’ Zijn achtergrond wordt gekarakteriseerd door biochemische systemen, maar hij is geen bioloog, hij is en blijft een analytisch chemicus die de goede elementen uit andere disciplines mee wil nemen in de ontwikkeling van fundamentele analyse methoden.
Ondernemende hoogleraar Aan de VU heeft Irth een 80 % aanstelling wat betekent dat hij zich formeel één dag in de week bezighoudt met het runnen van het bedrijf, maar dit kost in de praktijk natuurlijk veel meer tijd. Het gevolg is dat er, voorlopig, net als in de voorgaande jaren tijdens de opzet van ScreenTec, absoluut geen tijd overblijft voor andere activiteiten of hobbies. Hij ziet zichzelf als een ondernemende hoogleraar, er is geen directe link tussen de onderzoeksactiviteiten aan de VU en het werk van ScreenTec. Hij is van mening dat hij deze twee zaken goed uit elkaar kan houden en wil voorkomen beschuldigd te worden van belangenverstrengeling. ‘Nu ik van universiteit veranderd ben, weet je van te voren dat het gevoelig ligt, vandaar dat ik nu nog heel voorzichtig ben.’ Hij heeft echter ervaren dat een bedrijf als ScreenTec verschillende (financiële) mogelijkheden kent die de universiteit niet
Onderwijs In Leiden heeft hij meegedraaid in alle aspecten van het onderwijs, het geven van colleges en het begeleiden van practica in
8
alle jaren. Ook voor het onderwijs wijst hij op het belang van de brede analytische basis die de VU kan leveren. Onderwijs is vandaag de dag ook strategisch gezien een net zo belangrijke component voor een universiteit geworden als onderzoek. ‘Ook als hoogleraar kun je het je zeker niet permiteren je alleen te richten op de leuke onderzoekslijnen, maar het onderwijs moet dezelfde waardering krijgen.’ Irth zal zich dan ook intensief inzetten voor het onderwijs. Concreet wordt er gekeken naar mogelijke toevoegingen op de bestaande colleges, waarbij gekeken zal worden naar de analyse van eiwitten. Eiwitten zijn tegenwoordig enorm belangrijke moleculen, maar de analyse, of de inzet bij andere analyses, brengt bijzondere aspecten met zich mee. Hoewel hij nog nauwelijks tijd heeft gehad om zich te oriënteren op de nieuwe vijfjarige opleidingen, vindt hij het erg belangrijk dat studenten sterker in contact komen met het bedrijfsleven. In Leiden moedigde hij zijn studenten aan zeker een stage te lopen in een (buitenlands) bedrijf. Zelf afkomstig uit Duitsland, wijst Irth erop dat bijvoorbeeld zijn eigen interessegebied, de bio-sciences, erg sterk internationaal bepaald wordt. Dit is dan ook iets waar je studenten van het begin af aan mee moet confronteren. ‘Als je wilt meetellen moet je bereid zijn je te meten met groepen in Amerika en samen te werken met bedrijven uit het buitenland, dat is een deel van het profiel van een vooraanstaande onderzoeksgroep.’
ExCie Nou even kort over de ExCie: de ExCie heeft het ongewoon druk. We hebben Solvay gehad (zie stukje elders), volgens een ieder een groot succes. Daarna de lezing van Prof. Irth (zie ook stukje elders), die ons zeker wist te boeien. Dan gaan/gingen we dinsdag 29 juni naar Heineken (hoogtepunt van het jaar?). Inmiddels zijn we alweer bezig met volgend jaar: we willen naar Biohorma, Hoekloos, DSM, Philips en ga nog maar even door. Te zijner tijd horen jullie ervan. Verder zijn er nog geen lezingen gepland, in verband met het lustrumsymposium eind september. Waarschijnlijk zullen we komend jaar iets minder frequent lezingen organiseren. Maar de lezingen die komen, zijn nog leuker dan het afgelopen jaar, dus kom massaal (achter elke lezing zal een borrel geplakt worden, als jullie dat belangrijk vinden!). Rest me nog jullie namens Arjen (slapend lid), Kim (interim voorzitter), Yvonne, Eva, Olaf en mij een prettige vakantie toe te wensen! Daan-B
Eindelijk... Een ExCursie Pharmaceuticals.
naar
Solvay
Op donderdag 10 juni stonden 26 ExCursie-gangers vroeg in de middag op station Weesp te wachten op een touringbus die hen naar Solvay zou brengen. Bij Solvay werden ze ontvangen met thee, koffie frisdrank en Weesper moppen.
Chris Oostenbrink
In de luxueuze lezingzaal werd vervolgens een algemene inleiding gegeven over Solvay. Ooit (1863) werd Solvay opgericht door Ernest Solvay. Het door ons bezochte Solvay Pharmaceuticals in Weesp is een onderdeel van de Solvay-groep gevestigd in Brussel. Er zijn wereldwijd vestigingen van Solvay Pharmaceuticals, waaronder vier in 9
Nederland. In Nederland wordt er alleen in Weesp research gedaan. Dit gebeurt op het gebied van de psychiatrie.
barrière worden gepasseerd, hiervoor moeten potentieel werkzame stoffen een molmassa kleiner dan 500 hebben. Uiteraard moeten de potentiële stoffen ook nog andere eigenschappen hebben. De stoffen die in aanmerking komen worden bijvoorbeeld geselecteerd uit 40 jaar synthese bij Solvay. Alle gesynthetiseerde stoffen worden namelijk geconcentreerd opgelost in DMSO en in grote platen opgeslagen in het "Compound Control Center" in Duitsland. Een robot kan dan de geselecteerde stoffen uit de stelling halen en uitverdunnen. De oplossingen worden vervolgens ingepakt en naar Weesp gestuurd.
Na de algemene inleiding werd er een lezing gegeven door Prof. Dr. R. Remie. Prof. Remie is verbonden aan de Universiteit van Groningen en aan Solvay. Zijn vakgebied is proefdierkunde en hij is voornamelijk geïnteresseerd in microchirurgie. Uiteraard was zijn lezing zo opgebouwd dat wij zoveel mogelijk mild gestemd werden over het gebruik van proefdieren. Dieren werden in drie groepen ingedeeld. Huisdieren, nutsdieren (voor vlees, arbeid en materialen) en proefdieren. Bij huisdieren werd consequent gesproken over het gebruiken van huisdieren en bij de nutsdieren werd de nadruk gelegd op bijvoorbeeld legbatterijen. Vervolgens werd de geschiedenis van de proefdierkunde besproken en de wetgeving op dit gebied. In 1959 kwamen Russell & Burch met het “concept of the 3 R’s”. Vertaald in het Nederlands de 3 V’s: Vervangen, Verminderen en Verfijnen. Solvay Pharmaceuticals neemt dit concept als richtlijn. Hierbij sluit de door Solvay Pharmaceuticals (en een aantal organisaties) ontwikkelde kunstrat aan. De "Microsurgical Developments PVC-rat" kan worden gebruikt voor zo’n 25 verschillende operatietechnieken. Hierop kan bijvoorbeeld het hechten van bloedvaten en het transplanteren van organen worden geoefend. Na het leren van de technieken kan ook de zorg voor het proefdier worden aangeleerd. Dit gebeurd via het computerprogramma Remote dat aan de MD PVC-rat is gekoppeld. Er kan in verschillende moeilijkheidsgraden worden gewerkt, hoe geoefender, hoe meer complicaties zich zullen voordoen.
Er zijn nog veel meer leuke / interessante dingen verteld, maar het stukje lijkt me ondertussen wel lang genoeg en volgende keer moet je maar gewoon (weer) mee gaan op ExCursie. We zijn namelijk ook nog rondgeleid. En ik heb zelden zoveel studenten tegelijk zien kwijlen (bij het zien van een computer.) Tot slot werd er ook nog nagebabbeld onder het genot van frisdrank en Heineken. Kim
De tweede lezing werd gegeven door Dr. J. van Maarseveen en had als titel: “Medicinal Chemistry, de kraamkamer van Solvay Pharmaceuticals.” Voordat medicijnen werkzaam zijn tegen psychose moet eerst de bloed-hersen
10
Inschrijflijstleed-lied (of: een selecte groep op excursie) Ooit zeiden enkele mensen: "Wij willen ook mee, Op excursie naar TNO of Solvay." De ExCie zei: "Kom, kom, nu niet zo zeuren. Kan een tochtje naar Heineken jullie opbeuren?" Iedereen blij, want dat wilden ze wel, Bier zien, ruiken, proeven. En dat al zo snel! Want 29 juni komt voor je het weet, Dus de lijst hing er zodra we hadden ge-Solvayed. En iedereen schreef in, het liep storm voor het bord. Dat allemaal voor wat gist, mout en wort. Kim belde Zoeterwoude en zei: "Het wordt meer, Tien plaatsen erbij, kan dat voor een keer?" "Natuurlijk", zei Hein, "dat wor(d)t dolle pret. We hebben het bier al koud gezet." Zo hing daar de lijst, nog acht plaatsen open. Ha, daar komt iemand met een pen aan gelopen. Maar...wat is dat? Hij streept zijn naam door! Dat kan toch niet? Dáár is die lijst niet voor. En als er één schaap over de dam is, is er meer bier voor de rest. Met de inschrijflijst ging het dus niet al te best. De ExCie zelf toonde ook haar zwakste kant Met smoezen over tentamens en Zwitserland. Het werd 28 juni en het stond er bar slecht voor. Daan belde met de bierman, die zei: "Het gaat wel door, Zolang jullie maar met meer dan tien komen." Zelfs in de ergste ExCie-dromen Is het moeilijk voor te stellen Dat je met angst een lijst na moet tellen Voor een bierbrouwerij nog wel! Gelukkig, 14 was nu de grootte van het stel. Maar met de toenemende snelheid van het doorstrepen van namen Zou het er naar uitzien dat Yvonne en Eva samen Dus zonder andere mensen, naar Heineken zouden moeten. Ze zouden ons daar vast niet al te hartelijk begroeten. Hoe is het te verklaren? Hoe kun je dit goed praten? Had de ExCie deze late excursie moeten laten? Maar waarom dacht er niemand bij de eerste inschrijfdag: "Ik heb vlak erna tentamen, zodat ik niet excursieën mag." Nee zoiets merk je altijd pas drie dagen van te voren. De ExCie kreeg overigens nog andere excuses te horen: Het ONCS-etentje was ook een bron van streperij. Typisch VCSVU. Ieder ander koos juist een brouwerij. Maar goed, waar het om gaat is 29 juni. 12.30, M1, altijd druk, maar waarom nu nie? Even snel geteld, wie waren wel hier: 11
Zeven eerste, vier derde en één uit jaar vier. Gelukkig, we bleken met z'n twaalven te zijn. Eerst even met de tram en toen met de trein. In Leiden aangekomen moesten we met de bus. Bus 197 bleek nog een hele klus, Wat deze bus, waarover Daan in de mail had geschreven Bleek niet te bestaan, wel één-acht-zeven. Zoals je nu al raadt kwamen we toch nog goed aan, Nadat we in de berm hadden gelopen en in het hoofdgebouw gestaan. De excursie was leuk, het bier smaakte goed Omdat alles nu eenmaal goed aflopen moet. Maar waarom hebben er vijftien mensen afgezegd? Zijn die ExCie-excursies nu echt zo slecht? Zoals bij ieder langdradig verhaal Volgt ook deze keer een wijze moraal: Schrijf je overal voor in en doe overal aan mee. Verander niet vlak van tevoren van idee. Die inschrijflijsten zijn geen kladpapier, Streep je je door, dan mis je je bier. Eva (ExCie)
12
Eerste pagina AIO stukje
13
koperatomen aan het oppervlak, de open cirkels zijn koperatomen die een laag dieper liggen. De kleine zwart gekleurde cirkels zijn waterstofatomen. Deze structuur wordt het (100) oppervlak van koper genoemd en is één van de vele mogelijke doorsneden van het koper fcc kristalrooster. Binnen dit project werken we samen met een Leidse onderzoeksgroep die, gebruik makend van onze PES, dynamicaberekeningen uitvoert, waarvan de resultaten rechtstreeks te vergelijken zijn met experimentele waarden van reactiewaarschijnlijkheden. Door te kijken naar de elektronenstructuur van dit soort molecuul-oppervlak interacties, kunnen we leren wat de eigenschappen van een oppervlak moeten zijn om een bepaald type reactie te katalyseren (bijvoorbeeld dissociatie, epoxidatie, reductie).
Nieuws van Trudy. Ken je Trudy al? Trudy is de puntenslijpster van Pim en is de enige puntenslijpster met een eigen internetpagina. Deze internetpagina is begonnen op 7 januari 1997, wat betekent dat zij 7 juli 1999 precies tweeëneenhalf jaar wereldwijd te bezichtigen is. Om dit te vieren heeft zij een prijspuzzel gemaakt, met als hoofdprijs: een echte Traditional nr. 7400 Trudy! Bekijk dus snel de pagina: http://huizen.dds.nl/~trudy en los de prijspuzzel op. (het is het beste om gewoon een mailtje te sturen met de goede antwoorden, i.p.v. het formulier in te vullen.) Helaas is er ook minder goed nieuws over Trudy. Bij de papierwinkel waar de ‘professionele Trudy’ te koop hoort te zijn, was zij niet te vinden. In plaats daarvan was er een vormeloze puntenslijpster te koop in een lelijk disco-kleurtje, van dezelfde fabrikant als Trudy. Betekent dit het einde van Trudy?? Hoe nu verder?? Deze gebeurtenis werpt een donkere schaduw over haar jubileum.
Met behulp van de krachtige software van de theoretisch chemische afdeling moeten we een heel eind kunnen komen in het begrijpen van molecuul-oppervlak interacties. Daarna kunnen we ons misschien wagen aan het ontwerpen van betere katalysatoren. Jeroen A. Groeneveld
Pim
14
CGV ADVERTENTIE
15
1) De som der dagen van de vakanties van de pelgrim (naar het Tibetaanse dorp Gedlafh-Trogl, waar de Verdwenen Kies van Boeddha te zien is… of niet te zien, beter gezegd, hij is immers verdwenen) en degene die scharrelkippen uitlaat is gelijk aan de som van de duur van de vakanties van Diana en degene die testproever voor Coca-Cola is geworden (N.B. het gaat hier om vier verschillende personen!). 2) “Volop zon en zee! Exotische Bestemming! Ontloop de massa! Gratis ijs!” Ko had daar geen zin in en plande ook een langere vakantie, maar degene die hierop wel reageerde hoefde alleen maar te applaudiseren bij lezingen van Mulish om deze vakantie (naar Spitsbergen) te kunnen betalen. 3) De deelnemer aan de Punnik-Olympiade vertrekt eerder dan Paul, maar later dan degene die nep-mobiele telefoons verkoopt aan arme doch statusbeluste economiestudenten. 4) Op 1 augustus zijn zowel Maarten als degene die de Atlantische Oceaan per waterfiets wil oversteken op vakantie. De louche figuur die zijn/haar centen heeft verdiend met het aansmeren van rijbewijzen voor speelgoedautootjes aan kleuters is dan alweer thuis. 5) Zowel de langste als de kortste vakantie zijn door studentes geboekt. 6) De vakanties van Anna en degene die met kreten als “En als we willen groeien, kunnen we groeien! Tsjakka!” de verpieterende kamerplanten van de welgestelden coacht, sluiten precies op elkaar aan. 7) Anna vindt het leuk om blokken aan te slepen voor de reconstructie van de Grote Pyramide.
Puzzel Verdiende vakanties Binnenkort is het weer zover: de laatste tentamens van het academisch jaar zijn achter de rug, de laatste PB is meegenomen, en degenen die niet hoeven te stressen voor hertentamens of te zwoegen aan een scriptie hoeven de grauwe gangen ruim een maand niet meer terug te zien. Vele vakantievierders verlangen vooral ontspanning, en zoeken die achter het TVtoestel, in de bibliotheek of de bioscoop. Anderen proberen hun schamele studiebeurs aan te spekken door vakantiebaantjes aan te nemen. En een derde groep maakt reizen naar verre streken, om op stranden te verbranden, in lokale eethuisjes voedselvergiftigingen op te lopen of te verdwalen in uitgestrekte wouden, met slechts een kompas, het boek “Koken met de Wok” en een wandelkaart van de verkeerde streek op zak. Officieel zijn dergelijke onaangename gebeurtenissen uiteraard niet de bedoeling, maar ze leveren voldoende stof voor verhalen op. Omdat wij van de Papieren Binding graag weten wat er allemaal bij de mensen omgaat, hebben we een korte enquête gehouden betreft de vakantiebesteding van een paar aanstaand chemici (als je niet gelooft dat het chemici zijn, kijk dan maar goed naar hun naam). Deze bleken hun vakantie al helemaal gepland te hebben, volgestopt met bijbaan en reis. Wie deed wat om welke reis te winnen en hoe lang weg te zijn?
16
17
externe instellingen als de ‘American Chemical Society’ stroomden tal van adressen van bedrijven en instellingen in het gebied tussen Boston en Washington DC binnen. Het adressenbestand is nu zelfs zo groot dat de commissie met een luxeprobleem zit: hoe een verantwoorde keuze te maken uit zo’n overvloed aan adressen? Inmiddels is een selectie gemaakt van bedrijven en instellingen die zeker een bezoekje waard zijn. De geselecteerde bedrijven en instellingen zijn op een lijst gezet en het is de bedoeling ze nog voor de zomervakantie een brief te sturen met de vraag of ze bereid zijn om ons te ontvangen. Zodra bekend is welke bedrijven en instellingen bereid zijn ons te ontvangen kunnen we een (voorlopig) programma opzetten, aan de hand waarvan de kosten van de studiereis kunnen worden ingeschat. Pas vanaf dat moment begint het echte werk: het vinden van sponsors om de studiereis mogelijk te maken!
Studiereis 2000 Terwijl de voorbereidingen voor de studiereis naar Denemarken/Zweden nog in volle gang zijn, is ook de organisatie van de studiereis 2000 van start gegaan. Sinds januari zijn al heel wat knopen doogehakt, waarvan de belangrijkste ongetwijfeld de beslissing over de bestemming van de studiereis is. Aanvankelijk had de commissie een keuze gemaakt uit een aantal landen binnen en een aantal landen buiten Europa. Binnen Europa behoorden Spanje, Griekenland, Hongarije en Tsjechië tot de kanshebbers, terwijl buiten Europa gekozen werd voor Israël of Canada. Zoals al enigszins verwacht werd, kreeg Canada bij een onder de tweedejaars gehouden enquête verreweg de meeste stemmen. Ondanks het feit dat de commissie enige twijfels had over de haalbaarheid van een studiereis naar Canada, werd onder het motto ‘waarom wij niet en zij (lees de studievereniging van de faculteit scheikunde aan de RUG die een studiereis organiseert naar China) wel?’ besloten de uitdaging aan te nemen. Enige navraag bij de hoogleraren van de divisie scheikunde drukte de pret echter al snel: geen van de hoogleraren had meer dan één connectie in Canada. Een door de Canadese zustervereniging van de KNCV opgestuurde lijst bevestigde het gebrek aan (interessante) chemische industrie: op de lijst kwamen vooral veel bedrijven voor die zich bezig houden met mijnbouw. Dit leek de commissie geen goede basis voor het organiseren van een studiereis naar deze bestemming, gezien het feit dat één van de doelstellingen van de studiereis is om kennis te maken met de chemische activiteit die in het te bezoeken land ontplooid wordt. Wat nu? De enige bestemming in hetzelfde werelddeel als Canada, is Amerika. Bij navraag bleek geen enkele tweedejaars bezwaar te hebben tegen een studiereis naar Amerika in plaats van naar Canada, tot opluchting van de commissie. In Amerika namelijk, met name langs de oostkust, wordt aanmerkelijk meer chemische activiteit ontplooid dan in Canada: zowel via de hoogleraren, als via
Namens de SSC 2000, Michiel de Greef
Oratie prof. Van der Vies Op vrijdag 28 mei om kwart voor vier hield prof. Van der Vies haar oratie, getiteld “Hedendaagse Chaperonnes”. Zelfs uit verre, Engelstalige landen waren er nog collega’s gekomen om dit gebeuren bij te wonen, al zullen ze er helaas niet veel van verstaan hebben. Nadat van der Vies ook hen (in het Engels) welkom had geheten begon ze met het eigenlijke verhaal. Van der Vies opende met een paar fraaie plaatjes van bacteriën die een speldenpunt bewoonden. En dan zijn die miniscule beestjes geen eenvoudige bolletjes: met een volgende dia toonde de biochemica dat een (eukaryote) cel nog uit een heleboel kleinere onderdelen bestaat: van mitochondrieën tot endoplasmatisch reticulum, van lysosomen tot het Golgi-apparaat...
18
Maar de professor zelf was geïnteresseerd in de nog kleinere bouwstenen van de cel: de eiwitten. En dan vooral in de vraag: hoe wordt een lineaire keten aminozuren goed opgevouwen tot een werkzaam eiwit? Als een gemiddeld eiwit systematisch alle mogelijke opvouwingen zou proberen, zelfs met een snelheid van een miljoen mogelijkheden per minuut, dan nog zou het 100 miljoen jaar duren voordat het eindelijk zijn goede vorm gevonden had. Gelukkig slagen eiwitten in de natuur daar sneller in, al zijn er nogal wat haken en ogen. Een voorbeeld is het rubisco-eiwit, waar Van der Vies zelf onderzoek aan heeft gedaan. Bij lage temperaturen (10oC) vouwen de meeste rubisco-eiwitten zich goed op, maar bij biologische temperaturen mislukt dat jammerlijk: de polypeptideketen schudt zichzelf dan zo wild door elkaar dat er een onwerkzaam aggegraat wordt gevormd. Verkeerde opvouwing (ook wel aggegratie genoemd) is overigens niet een verschijnsel waarvan alleen nog jonge, ongevouwen eiwitten last hebben: ook ‘volwassen’, goed gevouwen eiwitten kunnen onder invloed van hoge temperaturen of andere ongunstige omstandigheden zichzelf verkeerd vouwen: zoiets zie je bij het koken van een ei. Maar gelukkig krijgen vele eiwitten hulp bij hun vouwing van zgn. chaperonnes. Dat zijn andere eiwitten die helpen met vouwen zonder deel uit te maken van het uiteindelijke eiwit (katalysatoren). Zoals de menselijke chaperonnes (volgens het woordenboek) (jonge)dames beschermend begeleiden, beschermen hun eiwitequivalenten de peptideketens van het maagdelijke eiwit zodat die geen ongewenste interacties kunnen aangaan met andere eiwitten en fout gevouwen worden. Een voorbeeld van zo’n chaperonne is GroEL. Dit eiwit heeft de vorm van een dubbele donut. Het te vouwen eiwit kan daarin worden gepast, en nadat het geheel met een ‘deksel’ (het eiwit GroES) is afgesloten kan de aminozuurketen ongestoord de juiste conformatie aannemen. Maar naast chaperonnes zijn er ook cipiers. Deze (zoals het Heat Shock Protein 70)
binden aan een nog niet geheel gevouwen eiwit en houden de verdere vouwing tegen: pas als er signalen van dreigende celbeschadiging komen, zoals zware metalen, zuurstofradicalen of een verhoogde temperatuur, laten deze Heat Shock Proteins hun gevangen eiwit los zodat het zich kan opvouwen en zijn functie kan gaan vervullen. En dan nu de beroemde vraag: wat levert het onderzoek naar al deze dingen op? Volgens de hoogleraar is het onderzoek zelf ook al waardevol: zonder dergelijk fundamenteel onderzoek zou de wetenschap verarmen. Dat is niet alleen jammer voor de fundamentele wetenschappers, op den duur zal het ook schadelijk zijn. Van der Vies vergeleek wetenschap zonder fundamenteel onderzoek dan ook met een huis zonder fundament: dat staat niet stevig (zeker niet in Amsterdam). Maar zelfs dit fundamentele onderzoek kan belangrijke resultaten opleveren: van steeds meer ziekten wordt bekend dat zij ontstaan doordat eiwitten verkeerd worden opgevouwen. Zo moeten de eiwitten in de ooglens een leven lang meegaan, maar ze kunnen aggegreren, waarbij staar ontstaat. Ook bij Alzheimer en Creuzfeldt-Jacob lijken verkeerd gevouwen eiwitten de boosdoeners te zijn. Verder reflecteerde Van der Vies nog even op de rol van het onderwijs op de universiteit. De universiteit is immers een onderwijsinstelling. Van belang acht zij dat studenten beter opgeleid worden voor nieuwe taken, en dat zij een breed en dynamisch onderwijsprogramma krijgen. Zo kan de alma mater de moderne student beschermen tegen ongewenste of verkeerde interacties, zodat ze juist gevormd worden... de universiteit als hedendaagse chaperonne. Maar ook voor zichzelf ziet de nieuwe hoogleraar een rol als chaperonne. In de wetenschappelijke wereld mankeert het nogal aan doorstroom van vrouwelijke onderzoekers: hoewel een groot deel van de studenten en promovendi vrouwelijk is, zijn er erg weinig vrouwelijke hoogleraren. En dat komt niet omdat er geen briljante vrouwen zijn. Anna Maria van Schuurman, bijvoorbeeld, die in het begin van de 17e
19
eeuw leefde, sprak 12 talen en was een mede-oprichtster van de Utrechtse Universiteit. Zij moest haar vader beloven niet te trouwen, omdat ze dan niet verder zou kunnen in de wetenschap. Maar aan de hand van de statistieken moet van der Vies constateren dat er kennelijk nog steeds drempels zijn voor vrouwen die een academische carriere begeren. Ze wil zich dan ook inzetten voor de verbetering van de positie van vrouwelijke academici. Om Martin Luther King Jr. te citeren: “The time is always right to do what is right.”
zeven dagen (op de aarde)'. Een rekensommetje leert dat de hemel dus 1 + 49 (afkomstig van 7 maal 7), is vijftig keer zoveel licht ontvangt als de hoeveelheid licht die de aarde van de zon ontvangt. We kennen de temperatuur van de aarde en nu kan de stralingswet van Stefan-Boltzmann, onderdeel van de warmteleer, worden toegepast. Een eenvodige berekening leert dat de temperatuur van de hemel 525 graden Celsius is. De temperatuur van de hel is moeilijker te vinden. We moeten te rade gaan bij Openbaring 21:8, waar staat dat er in de hel een zwavelpoel is. Poelen van rokende zwavel betekenen dat de temperatuur van de hel net onder het kookpunt van zwavel moet liggen. En dat is 445 graden celsius. De verrassende uitkomst is dat de hel koeler is dan de hemel. Dit heeft aanleiding gegeven tot heel wat discussie in de wetenschappelijke literatuur. Een zwak punt in de redenering is dat het kookpunt van zwavel afhangt van de druk. Er schijnt onderzoek gedaan te zijn of het mogelijk is een druk te vinden waarbij de kooktemperatuur van zwavel hoger is dan de 525 graden van de hemel. Een paar Spaanse fysici uit Santiago de Compostela vonden een andere oplossing. Zij riepen verleden jaar de hulp in van bijbelexperts en van de hulpbisschop van Madrid. Jesaja werd door hen grondig bestudeerd. Zij beweren dat er staat dat de hemel van de zon slechts zeven maal zoveel licht ontvangt als de aarde van de zon ontvangt. Als zij gelijk hebben, betekent dit dat de hemel in totaal slechts acht keer zoveel licht krijgt als de aarde van de zon ontvangt. Een nieuwe berekening leert dat de temperatuur van de hemel dan 231 graden Celcius bedraagt en dat is een stuk minder warm dan de hel. Toepassing van de warmteleer kan nog veel meer leerzame zaken opleveren. Bijvoorbeeld over temperatuurverschillen. Hoe zit het daarmee in de hel? Als er in de hel niet overal dezelfde temperatuur heerst, is het maar te hopen voor de aldaar aanwezige 'gruwelijken, doodslagers, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars, en al den leugenaars' dat er ook ingenieurs of fysici terecht zijn gekomen. Die zijn gemakkelijke in staat - door gebruik te
Eric-Wubbo Lameijer
Hemel en hel Hoe behaaglijk warm zal het in de hemel zijn? Dat is een vraag waar een natuurkundige wel een gefundeerd antwoord op kan geven. Er zijn wetenschappelijke artikelen over gepubliceerd, onder meer in 1972 in het degelijke wetenschappelijke Amerikaanse tijdschrift "Applied Optics". Het blijft uiteraard theoretische natuurkunde want we beschikken niet over experimentele resultaten. Aan deze beperking hoeft echter niet zwaar te worden getild, aangezien de theorie die we gebruikten, de best geteste manier van alle natuurwetenschappen is: de warmteleer. Deze hoeft niet meer experimenteel beproefd te worden. Uitzonderingen op de warmteleer zijn ondenkbaar. Deze leer is gegrondvest op de opvatting dat als je twee lichamen van verschillende temperatuur met elkaar in aanraking brengt, de warmte van het warme lichaam naar het koude stroomt, en niet andersom. Geen speld tussen te krijgen. Om de temperatuur van de hemel te bepalen, hebben we informatie uit de Bijbel nodig. In Jesaja 30:26 wordt beschreven dat de hemel licht krijgt van de maan en de zon. En die hoeveelheid licht wordt vergeleken met de hoeveelheid licht die de aarde ontvangt. 'En het licht der maan (op de hemel) zal zijn als het licht der zon (op de aarde), en het licht der zon (op de hemel) zal zevenvoudig zijn als het licht van 20
maken van de temperatuurverschillen - een koelmachine aan de gang te krijgen die verkoeling kan bieden.
opgezet waarbij een kleine hoeveelheid van de oestrogeen receptor mee stroomt door de HPLC. Na de scheiding van de analyten wordt een bekende hoeveelheid van een fluorescerend ligand toegevoegd en tenslotte wordt hiervan gemeten hoeveel er gebonden aan de receptor aanwezig is. Eenvoudige verdringingsregels geven vervolgens aan hoeveel actieve verbindingen er in de tijd uit de kolom komen. De signalen die verkregen worden, zijn dus niet proportioneel met de concentratie van de verbindingen, maar meer met de affiniteit ervan. Een mooi voorbeeld van de werking blijkt uit het feit dat 1 ppb ethyleenoestradiol in zuiver water practisch hetzelfde signaal geeft als 1 ppb ethyleenoestradiol in geconcentreerd afval water. De overige verbindingen in dit afval water vertonen geen oestrogene activiteit en zullen dus geen signaal in het chromatogram geven. Het blijkt vervolgens ook mogelijk om, door de flow te splitsen, op gewenste momenten ook een chemische analyse uit te voeren. Op het moment dat een verbinding met de onderzochte biologische activiteit gemeten wordt, kan bijvoorbeeld direct een massaspectrum opgenomen worden, waaruit zal blijken om welke verbinding het gaat. Een volgende uitdaging is de zoektocht naar liganden van zogenaamde ‘orphan receptoren’, receptoren waarvan geen enkel ligand bekend is. Het zal duidelijk zijn dat hiervoor dus ook geen fluorescent te labellen ligand bekend is, waardoor de bepaling extra bemoeilijkt wordt. Tenslotte ging prof. Irth nog even in op zijn visie op het onderwijs aan de VU. Hij is van mening dat de afdeling analytische chemie een bijzondere plaats in neemt in Nederland. Alleen hierom al dient het onderwijs aan de VU een volledig beeld te kunnen schetsen van de analytische chemie. Bovendien zal hij natuurlijk aandacht willen schenken aan de bijzondere aspecten van bijvoorbeeld eiwitbepalingen. Hieraan wordt wereldwijd steeds meer aandacht besteed, bijvoorbeeld als het vervolg op het Human Genome project, waarbij het humane genoom volledig bepaald wordt. De volgende vraag
Lezing prof. dr. H. Irth Op 14 juni hield de nieuwste hoogleraar van de VU, prof. Hubertus Irth, een lezing over Biospecifieke Interacties. Deze lezing was aanvankelijk gepland voor donderdag 3 juni, maar toen in verband met een stafconvent verzet zodat alle medewerkers van de divisie de kans zouden krijgen kennis te maken met prof. Irth. Helaas bleek de opkomst, buiten een aantal medewerkers uit de eigen afdeling niet bijzonder groot en liet het grootste deel van de studenten het ook afweten door de verschillende Open-Houses en practicumverplichtingen aan het eind van het jaar. Voor het aanwezige publiek (15 medewerkers en 10 studenten) bleek de lezing echter toch bijzonder interessant. Na een korte kennismaking met de carrière van Irth, ging hij verder in op de analyse technieken die hij ontwikkeld heeft. Hij wees erop dat de scheiding tussen biochemische karakterisatie (Affiniteit, selectiviteit, IC50)van chemische karakterisatie (Retentietijd, Absorptie tijd, NMR of MS spectra) van verbindingen iets is dat veel tijd kost. Zijn doel is dan ook het gelijktijdig bepalen van zowel de chemische als de biologische eigenschappen van verbindingen. Op deze manier kunnen bekende verbindingen bepaald worden, maar ook tot nog toe onbekende verbindingen op grond van hun biologische activiteit gevonden worden. De gebruikte technieken zijn gebaseerd op biospecifieke interacties tussen bijvoorbeeld hormonen en receptoren, antigenen en antilichamen of eiwitten en hun specifieke liganden. Als voorbeeld noemde Irth de bepaling van oestrogene activiteit in oppervlakte water. Een aantal verschillende moleculen die oestrogene activiteit bezitten heeft dermate verschillende chemische eigenschappen dat deze nooit met eenzelfde klassieke methode bepaald kunnen worden. Hiervoor is dan ook een continuous flow systeem 21
zal zijn, wat al die eiwitten precies doen. Hiervoor zullen goede analyse technieken ontwikkeld moeten worden, iets wat onvergelijkbaar is met de bepaling van eenvoudige analyten. Irth is van mening dat dergelijke actuele ontwikkelingen zo vroeg mogelijk in het onderwijs terug moeten komen. Het bleek dat de divisie met Irth een enthousiaste hoogleraar binnen heeft gehaald die vanwege zijn eerdere carrière goed in de afdeling analytische chemie zal passen en bovendien een nieuwe, interdisciplinaire kijk heeft op zowel het onderzoek als het onderwijs dat plaats vindt aan de universiteit.
handbaldoeltjes. Gelukkig gebeurde dit niet op de 12de zelf maar hadden we hier al eerder aan gedacht. Het was meer zo dat de doeltjes nog geplaatst moesten worden. Daan had in z’n grote ijver handballend Amsterdam afgebeld, terwijl ik de handbal eredivisieclub De Voleweijkers van binnenuit aan het bestoken was. Er waren 4 doeltjes gevonden bij de handbalvereniging tegenover de voetbalvelden die wij gingen gebruiken. Eureka voor tweederde, nog 2 doeltjes. In Ouderkerk was er iemand z’n handbal doeltjes beschikbaar stelde. En dus gingen Daan en ik daar met het busje, op de 12de, naar toe. De doeltjes waren te groot voor het busje en moesten uit elkaar. Het eerste doeltje ging prima, maar het tweede doeltje werkte niet mee. De meneer ter plekke heeft z’n eigen doeltje aan gort geslagen tijdens de poging het doeltje uit elkaar te krijgen. Alle moeite voor niets. Het begon dus echt leuk te worden. Ik wreef nog maar weer eens in m’n handen (leuk, leuk, leuk). Daar waar natuurlijk een stress-situatie ontstaat gaan sommige mensen paniekerig doen en ik vertrouw er dan op dat wanneer de nood het hoogst is, de redding nabij is (verder niet arrogant bedoeld). En natuurlijk was daar een redding. Op de voetbalvelden zelf lagen nog twee doeltjes. In alle gesprekken die we gevoerd hebben met de mensen van voetbalvereniging Arsenal hebben we het steeds over F-doeltjes gehad. Dit waren kleinere doeltjes, ter grote van een handbaldoeltje. Natuurlijk mochten we ze gebruiken, de mensen van Arsenal zijn echt heel erg vriendelijk voor ons geweest. Veel van dit gebeurde dus nog op de laatste dag en voornamelijk ’s middags. De ochtend van de 12 mei waren Daan en ik namelijk kwijt aan het boodschappen doen bij de MAKRO. De kar die Daan had volgeladen met fruit, werd aan de ander kant weer uitgeladen omdat een medewerkster van de MAKRO dacht dat het een voorraadkar was. Uiteindelijk kwamen we met 3 overvolle karren bij de kassa en mochten we via de GoldCard kassa naar buiten. Bij de kassa bleek dat een GROTE stapel dozen tegen het raam ook bij ons hoorde. Dit was het brood. Toen we dus het parkeerterrein op moesten
Chris Oostenbrink
ONCS’99 Beste lezers, In de vorige PB stond een kort stukje. Dat stukje wilde de redactie van de PB alleen plaatsen, als er nu een lang verhaal zou komen. En daar hebben wij als ONCS commissie mee ingestemd. Natuurlijk hebben veel van jullie meegedaan en weten daarom zelf wel hoe de ONCS verlopen is. Maar veel van jullie weten natuurlijk niet hoe het er achter de schermen aan toeging. Of hoe het de eerste nacht al was. Ik kan een verslagje maken van hoe ik de ONCS ervaren heb. We gaan nu terug in de tijd, naar 12 mei 1999. Ik laat al het gestress voor deze dag even met rust omdat dat inmiddels wel bekend is. 12 mei 1999, een dag voor het feitelijke sporten, en eigenlijk de eerste dag van de ONCS. Er moeten nog doeltjes komen voor het voetballen. AMVJ heeft kleine voetbaldoeltjes voor F-pupillen, maar zij willen wel een goed vervoer zien voordat zij de doelen uitlenen. Een goed vervoer is een vrachtwagen en die hadden wij niet. We hadden ook niemand met een groot rijbewijs. Shit, die doeltjes waren dan toch veel groter dan verwacht. Dan maar geen F-doeltjes. We stapten over op 22
hadden we 6 karren met balancerende dozen en kratten. Dit hadden we niet verwacht. Er was zoveel, dat we het niet in het busje kregen. Gelukkig waren we al voorzien van mobiele telefoons en kon ik Kars bellen om een team klaar te zetten dat zou kunnen uitladen op de VU en de spullen kon verdelen over R.128 (bedankt Wim) en de koude kamer van Biochemie (bedankt Kick et, al.). Ik scheurde weg met het busje om Daan maar zo kort mogelijk alleen te laten met een oncontroleerbare hoeveelheid boodschappen. Het zou maar gaan regenen, dan waren we toch even het zaadje. Scheur ik richting de snelweg (A10), kan ik de weg niet vinden omdat alles opgebroken is. Ik ben toen even moeilijk in drieën gaan keren midden op een kruispunt, om maar weer de juiste richting te vinden. En dat alles ook nog met een gehuurd busje dat op naam van Edwin stond omdat ze bij Budget-Rent-acar een rijbewijs geen legitimatie vinden. Had ik toch nog de snelweg gevonden, ga ik te hard de bocht in, die in de invoegstrook zat. Ik bedoel, je rijdt in een busje dat bij plankgas de 100 net haalt, en dus dacht ik "planken" dan red ik de 80 misschien als ik moet invoegen. De 80 heb ik op de invoegstrook niet gehaald, wel heb ik na genoeg op 2 wielen gereden. Op de VU is er razendsnel uitgeladen en kon ik Daan en de rest van de boodschappen iets rustiger en veiliger naar de VU brengen. Later op de dag, dus na het gebeuren met de doeltjes, hadden we besloten om als commissie nog even te gaan eten. Uiteindelijk werd dit de mensa met de helft van de mensen omdat de andere helft nog verplichtingen had. Kars had het schema van wie waar moest zijn nu al 3 keer volledig uitgedraaid en Helen en Corine hadden het met iedereen al 3 keer doorgelopen zodat men absoluut niet kon vergeten waar ze moesten zijn. Dus bespraken we tijdens het eten waar iedereen moest zijn. Hoezo spanning in de groep, niks van te merken. Toen moest het gebouw in de Derde Schinkelstraat open en voorzien worden van de nodige spullen, zoals koffie. Ik zat toen nog op de VU. Ik moest m'n auto van
Uilenstede ophalen, nog even langs huis gaan, het eerste ontbijt en de spullen nodig voor het starten van de ONCS inladen en om 00:00 surveilleren met Niels (Jr), die al voor 23:00 uur op de VU was. Sahan was daar ook nog. Beide hebben me toen geholpen met de nodige karweitjes. Terwijl zij bezig waren kon ik met Bas m'n auto ophalen en bij de VU neerzetten. Het werd later en later. Uiteindelijk waren we grotendeels klaar op de VU en kon ik langs huis gaan om wat laatste dingen mee te nemen. Omdat Niels het onzin vond om achter te blijven (terecht) en Sahan wel een lift kon gebruiken (die hij verdiende voor het gedane werk), heb ik Niels Amsterdam Noord kunnen laten zien. Ik geloof dat het toen als bijna 00:00 uur was en dus belden we Kirstin op dat we wat later zouden komen. Wat later werd 1:30 uur. Niels en ik moesten namelijk nog het ontbijt en andere spullen in het busje laden. Omdat wij beide niet zelf de koude kamer en R1.28 hadden ingedeeld moesten we flink zoeken. Ingrid had gelukkig duidelijk aangegeven welke dozen met T-shirt waar naar toe moesten, daarom hoefden Niels en ik alleen het eten nog uit te zoeken. Al met al hebben we toch zo'n 6 keer op en neer gemoeten met een karretje om alles in te kunnen laden. Onderweg kwamen we ook steeds de zelfde lachende aio's en postdoc tegen die zich nog in het gebouw begaven. Iets voor 1:30 konden we vertrekken en hebben we de aio's en postdoc achter gelaten. Nog even surveilleren. We hadden Kirstin in the house, dus erg veel aandacht had ik niet. De gezusters Van Rhenen voorzagen de gasten van koffie en een goed gesprek. Een gezellige sfeer, wat op zich vreemd was als je bedenkt dat er geslapen moest worden. Leuke Duitsers, die een van hen steeds uit het stretchbed gooide als deze net was ingedommeld. Om 3:00 uur kwam de nieuwe ploeg surveillanten. Kirstin, Elin, Niels en ik zijn toen nog even aan gebleven, omdat om 3:00 de mensen uit de cafe's kwamen. We hadden immers gesteld dat dan de deur dicht zou gaan. Om ongeveer 3:30 ben ik gaan slapen naast Niels, die door de stretcher van Helen zakte, en onder toezicht van de wakende
23
leeuw Pim, die toen ook zittend kon slapen. Om 6:00 was ik weer wakker geworden, zomaar vanzelf. Ik had nog wat tijd om te liggen en die heb ik maar half gebruikt. Slapen was er toch niet meer bij. Na een straal koud water was er weer leven in mijn persoon en kon ik beginnen aan de dag. Het uitpakken van het busje was het eerst wat ik kon gaan doen. Het onbijt moest immers klaar gezet worden en daar was Ingrid al voor gekomen. Daarna meteen door naar Sporthallen Zuid om de mensen daar te voorzien van hun spullen. Omdat ik zelf verder geen opbouw-verplichtingen had, kon ik even wat rond lopen om te kijken of alles er was. Maar in de vertrouwde handen van de aanwezige ONCS commissie-leden deden de vrijwilligers hun werk uitstekend. Dus niks te zoeken in Sporthallen Zuid. Ja, toch nog even wat buitenlanders de parkeerplaats wijzen, maar dan toch echt weer met Joost het busje in om naar de Derde Schinkelstraat te gaan. Onderweg zagen we een groep slaperige mensen, wat voor Joost en mij het signaal was dat de Derde Schinkelstraat verlaten was. Alles even grof schoonmaken, het poetsen zou later wel komen. Spullen zoals resten van het ontbijt en koffiezetapparatuur werden weer ingeladen terwijl er zich een file vormde in de Derde Schinkelstraat. Joost en ik sloten het gebouw in de Derde Schinkelstraat af en gingen naar de VU. In de compleet donkere en stille VU zochten wij onze weg naar de koude kamer en R1.28 om de laatst benodigdheden en de lunch op te halen. Omdat ik met Niels de vorige nacht de boel goed hadden onderzocht, wist ik nu alles te vinden en heb ik het Joost ook duidelijk kunnen maken. Op en neer naar het busje met de karretjes van Biochemie en om het kwartier opgebeld wordend laadden we de spullen in. Gelukkig is de VU erg dichtbij Sporthallen Zuid en waren we er daarom snel met de spullen. Alles uitladen en aan Ingrid geven. Joost bleef achter om te helpen met het opbouwen van de lunch.
Zo kon ik naar de Sporthallen zelf toe, om de waterkokers en de theezakjes (essentiële dingen) af te leveren bij het wedstrijdsecretariaat en hoofdkwartier (cq crisiskamer). Even de gestresste gezichten aankijken en vragen hoe het gaat en of er al problemen zijn. Nog niet, maar het kon nog komen. M'n volgende taak was het verzorgen van de lunch voor de mensen die tijdens de lunch de hallen niet uit konden. En dus liep ik naar de kantine van de velden. Onderweg kwam ik Kars nog tegen die lachend vertelde dat alles goed ging. Boven in de kantine waren Sahan en Pim al bezig met het smeren van de broodjes voor de mensen in de hallen. Eigenlijk mijn werk, maar laat ik nou niet moeilijk doen. De lunch stond al klaar, de mensen voor het uitdelen waren er en er hoefde alleen nog maar gewacht te worden op lunch-gangers. Vlak voordat de meute naar binnen kwam ben ik met de gesmeerde broodjes de kantine uit gevlucht. Even rust in de hal, lekker broodje eten. Langzaam loste de stress in het gecombineerde wedstrijdsecretariaat/hoofdkwartier zich op. Alles was onder controle, en het liep allemaal goed. Eigenlijk moesten Joost en ik het gebouw in de Derde Schinkelstraat gaan boenen, maar we hebben dat uitgesteld tot zondag. Mede ook omdat ik even met iemand naar het ziekenhuis moest. Er was een meisje dat een allergische reactie kreeg. Jammer voor haar, want zij moest even later naar huis toe. Omdat ik toch niet ging boenen, had ik even niks te doen. Alles posten waren bezet en het liep nog steeds allemaal. Het basketbal team van de VCSVU haalde mij over om een potje mee te doen en ik stemde daar graag op in. Wel heb ik even toestemming aan Corine gevraagd, je weet immers maar nooit wat je op je dak kan krijgen. Lekker relaxed gebald en gewonnen. Daarna moest ik de spullen van de lunch weer naar de VU brengen en nog twee mensen naar het ziekenhuis helpen. Natuurlijk hoefden we niks te doen voor het avondeten. Tenminste, we hoefden het niet aan te leveren, dat deed Café Uilen-
24
stede voor ons. Wat we wel nodig hadden waren de spullen voor het ontbijt de volgende dag. En dus gingen we weer de VU in, waar de weg inmiddels blind gelopen kon worden, omdat je met je ogen open ook geen barst zag. Om 17:00 moest ik in de sporthal op het Uilenstede complex zijn, waar ik kennis maakte met Rogier de portier. Feitelijk heb ik van 17:00 tot ongeveer 4:00 daar gezeten om te surveilleren. De eerste paar uur was het buitengewoon rustig, maar toen het feest afgelopen was werd het drukker. Veel deelnemers sliepen echter niet in de hal, dus het was betrekkelijk rustig. In ieder geval rustiger dan ik had verwacht. Rogier hield de kantine open, omdat hij anders niks te doen had. Omdat er nu toch wel erg dronken mensen binnen begonnen te komen, regelden Bart en ik dat Rogier geen alcohol zou schenken. Jammer genoeg voor Rogier kwamen er helemaal geen mensen in de kantine. Iedereen werd min of meer naar bed gestuurd door het duo Nicoline (weltrusten) en Kim (maar wel je tanden poetsen!). Toen Nicoline en Kim weg waren kwamen de zware gevallen langs, welke werden uitgelachen door de minder zware gevallen die in de gang bij de surveillance groep waren komen zitten. Held Jan kan nog communiceren met mensen die dat woord al niet meer kunnen uitspreken. Zo kwamen wij ook van de zware gevallen af. In de zaal zat weer de wakende leeuw Pim. Als er mensen gingen zingen of schreeuwen loste Pim dit op. Hoe dit gekomen is weten wij als organisatie nog niet, maar we zijn Pim wel erg dankbaar. Zelfs toen iemand z’n broek niet uitkreeg, was Pim niet te beroerd om even te helpen. Achteraf viel alles heel erg mee en heeft Rogier zich dood verveeld. Toen ik weg ging namen de bridgers het over om de nacht echt door te trekken. Het was geloof ik 8:00 dat ik op moest. Edwin had voor mij al geregeld dat het busje was uitgeladen, daarom kon ik uitslapen. Ik moest zorgen dat alle mensen die in de zaal hadden geslapen weg gingen en dat de zaal enigzins netjes zou zijn zodat de echte schoonmakers er overheen
konden gaan. Er was niemand over zijn of haar nek gegaan. Er waren alleen een paar mensen die het toilet niet gehaald hadden. Verder natuurlijk veel zooi zoals chipszakken, sokken, handdoeken, papiertjes, enz. Er waren veel mensen van ons om even snel op te ruimen. Alles was zo goed verlopen dat we nog de complimenten hebben mee gekregen van de mensen daar. Eenmaal klaar met het opruimen, was het alweer tijd voor een lunch. Deze keer was het simpel voor Joost en mij. Alles wat we hadden mocht ingeladen worden. Wederom kon Ingrid de lunch opbouwen en kon ik de lunch in de hal nuttigen. Eigenlijk was het stressen nu voorbij, alleen de eindstand en de uitreiking zouden nog even spannende momenten op kunnen leveren. Ik had dus na de lunch weer even tijd voor een potje basketbal. Wederom heb ik het basketbalteam een handje kunnen helpen. Alles liep tegen het einde aan. Ik zou moeten gaan spreken voor de uitreiking. Het enige wat ik moest doen was prof. Velthorst aankondigen in het engels. Ik had geen zin om iets voor te bereiden, en heb dat dus ook niet gedaan. Velthorst was al even aanwezig geweest, maar moest nog even wat boodschappen doen. Dus ontving ik haar voor de tweede keer. Een korte instructie was voldoende. Zij had haar tekst goed voorbereid en ik had weinig tekst en weinig voorbereid. Dus daar gingen we dan maar. Ik geloof dat ik drie woorden gezegd had en dat er toen applaus was. Dat gebeurt me nou altijd, mensen gaan klappen of lachen op momenten dat ik het niet verwacht. Een beetje uit het veld geslagen pikte ik de draad weer op en vertelde dat er twee broodjes kroket klaar stonden. Daarna kon ik prof Velthorst het woord geven, die gelukkig voor ons als organisatie, de show stal. Ik zou de microfoon terug krijgen, maar in plaats van dat dat gebeurde, kreeg Eva de microfoon. Plots stond de organisatie in het zonnetje. Enigzins ontroerd en aangedaan kreeg ik de microfoon weer in handen. Ik kon de mensen nog een prettige reis terug wensen en sloot het daarmee af.
25
Niet dus. Direct had de Chemische Binding uit Groningen de microfoon in handen. Zij boden de VCSVU een krat cola aan. Cola voor de VU olé, olé! Een leuke actie. Verder wilden de winnaars weten wat je allemaal moet doen om een ONCS te kunnen organiseren en vond ik mezelf in een gesprek. Toen wel iedereen weg was konden we opruimen. Er was nog veel over van de lunch, dat hebben we achter gelaten in Sporthallen Zuid om opgehaald te worden door het Leger des Heils. Nee, eerst hebben we geprobeerd het te brengen. Maar Edwin en ik zaten al snel muurvast op de Zeedijk. Ik ben daar op z'n Amsterdams weg gekomen. De dozen met gevonden voorwerpen en papierstapels werden naar R.128 gebracht om later uitgezocht te worden. Eindelijk iedereen weer weg, rust. Het was goed gegaan. Er moest nog gegeten worden, daarom zijn we naar Café Uilenstede gegaan. We maakten grapjes over het feit dat onze nasi wel op het menu zou staan. En dat deed het ook. Ik heb er prima gegeten, maar Corine heeft er fantastisch gegeten. Ze had weer eens kunnen genieten van een maaltijd. Eigenlijk geldt dat voor de rest van de mensen ook. Eten was de laatste week een soort vergader-gebeurtenis. Na het eten hebben Edwin en ik het busje weg gebracht en kon ik eindelijk naar m'n eigen bed, in een overigens leeg huis, dus niet erg veel mensen om tegen te praten. Ik heb goed geslapen, maar dat is niet onlogisch, toch? Zondag hebben Ingrid en ik het gebouw in de Derde Schinkelstraat nog schoon gemaakt. Toen wij klaar waren was het zo schoon dat de mensen van de stadswacht die er zaten zich een beetje schuldig voelden. Het was immers ook hun zooi.
moesten natuurlijk nog gebeuren. Gevonden voorwerpen moesten terug, er moesten mensen worden bedankt voor hun inzet, rekeningen moesten worden betaald, er moest geld gehaald worden bij de sponsoren en deelnemers die nog niet hebben betaald, er moest een financieel verslag komen, enz. Sommige van deze dingen moeten nog afgehandeld worden, maar we zullen de volgende PB niet meer meemaken. PS. Dat er mensen bij naam genoemd zijn houdt in dat er ook mensen niet bij naam genoemd zijn. Het is niet zo dat de mensen die niet genoemd zijn minder gedaan zouden hebben dan de mensen die wel genoemd zijn. Dit verhaal is enkel een weergave van momenten die mij zijn bijgebleven. Zonder alle hulp was de hele ONCS nooit mogelijk geweest en we kunnen dan ook als organisatie onze vrijwilligers niet genoeg bedanken. Joran Beckman. Commissie ONCS’99
Zo verliep mijn ONCS. Weinig sport en toch veel gerend. Ik ben zelf niet veel aanwezig geweest en was voornamelijk in het busje te vinden. In Groningen volgend jaar hoop ik dat niet meer te hoeven doen en lekker te kunnen sporten. Voor de mensen die denken dat het hier op houdt, die hebben het mis. Veel dingen
26
decided he would just leave a message with the person who should be there watching over the child. "Is there any one there besides you?" the boss asked the child. "Yes," whispered the child, "A policeman". Wondering what a cop would be doing at his employee’s home, the boss asked, "May I speak with the policeman"? "No, he’s busy", whispered the child. "Busy doing what?, asked the boss. "Talking to Daddy and Mommy and the Fireman", came the whispered answer. Growing concerned and even worried as he heard what sounded like a helicopter through the ear piece on the phone the boss asked, "What is that noise?" "A hello-copper", answered the whispering voice. "What is going on there?", asked the boss, now alarmed. In an awed whispering voice the child answered, "The search team just landed the hello-copper" Alarmed, concerned and more than just a little frustrated the boss asked, "Why are they there"? Still whispering, the young voice replied along with a muffled giggle: "They’re looking for me"
Citaten "Voor ons is alles buiten de VU het buitenland." Prof. Raue tijdens het open huis biochemie. Ramon: "Ik ben helemaal niets, maar ik voel me fysisch." Tijdens de ALV over een mededeling van benoeming: Chris: "Wie zwijgt stemt toe, diegene zegt niks dus stemt." Joran (over aanwezige oudere leden): "...ook de oud-leden..." Bart: "Wat??? Ik ben nog steeds lid." Joran: "Jaha, ik zei ook oudere leden." Bart: "Ikke doof...en oud." Een milde Bart op z’n laatste (???) ALV: "Keuren we ’m goed? Ik vind het prima, ik ben vandaag voor alles in." Astrid: "Een posthume benoeming is wel laat."
Why Parents Get Gray Hair... The boss of a big company needed to call one of his employees about an urgent problem with one of the main computers. He dialed the employees home phone number and was greeted with a child’s whispered, "Hello?" Feeling put out at the inconvenience of having to talk to a youngster the boss asked, Is your Daddy home? "Yes," whispered the small voice. "May I talk with him?" the man asked. To the surprise of the boss, the small voice whispered, "No." Wanting to talk with an adult, the boss asked, "Is your Mommy there?" "Yes," came the answer. "May I talk with her?" Again the small voice whispered, "no." Knowing that it was not likely that a young child would be left home alone, the boss
27
Verjaardagskalender JULI 1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30
AUGUSTUS Mavalda Purperhart
Daan Geerke Bob Feis Michelle Zonneveld Niels van der Riet Barbara van de Linde Anouk Rijs Sahan Abeln
SEPTEMBER Michiel Molanus
Bas de Jong Gabriëlle Koelewijn
Robert van de Weerd Jaap Vermeiden
Mark van Haaren
Dennis Jansen Danielle Gibney
Eric-Wubbo Lameijer
Joeri Piet
Anne Habernickel Herman Hofman Kim Retra Mariska Sweet Martijn Bijker Natasja Visser Dhek Bhun Kho
Vincent de Boer Maaike Reinders Bas Hoogeland Peter van Maanen Eelco Ruyter Michiel Pol Maaike de Gier
Frans-Jan Parmentier Michiel de Greef Rutger Kroon
Ewout Krijger Maarten Lor
Fatma Durgut Rawi Ramantar Janine van Driel Krol Nathalie van Hemert Hanneke van Veldhuizen Lucinda Koelman Yvonne te Welscher Vincent Koning
Arjan Sprengers Edwin van de Ketterij Sander van Assema Mark Borst
Evert-Jan Sneekes
Johan Ruiter Jan de Kleijn Sander Janse Jeroen van Heyst Arjen Bader Onno Kaandorp
Claudia van Kampen Erik Couzijn Marie van Dijk
Roshan Jahangir
31
28
29