- 1 -
FEBRUARI 2005
C OL OF ON Erik Vansteenkiste Langebrugstraat 4 bus 2 1 , 8500 Kortrijk 05 6 35 08 48
[email protected] Donald Samyn Korenbloemlaan 1 5 , 8500 Kortrijk 05 6 2 1 09 06
[email protected] Jan Algoed Sen. Claysstraat 5 , 8500 Kortrijk 05 6 2 1 90 74
[email protected] Argenta: 979-623 6362-43 Zoetwater Gerrit Plovie 05 6 40 24 5 6
[email protected] Zeewater Krist Hugelier 05 6 72 97 8 1
[email protected] Vijvers Gilbert Lapere 05 6 35 84 1 9
[email protected] Terrarium Geert Vandromme 05 6 35 84 1 9
[email protected] Kees Snoeren 05 1 30 47 0 1
[email protected]
C OL OF O N
Martin Byttebier 05 6 77 59 27
[email protected] De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties.
Lidgeld:
€ 20,-
Lidgeld + Aquariumwereld:
€ 29,-
Lidgeld + Het Zeeaquarium: € 45 ,Lidgeld + AW + HZA:
€ 60,-
Hoofdredactie Martin Byttebier 05 6 77 59 27
[email protected] Redactiemedewerkers Jan Algoed 05 6 2 1 90 74
[email protected] Donald Samyn 05 6 2 1 09 06
[email protected]
http://www.aquatropica.be
"De Klokke" Boudewijn IX-laan 2, 8500 Kortrijk 05 6 2 1 79 90
[email protected] http://www.deklokkeathene.be
20
- 2 -
JAARGANG 20
Editori aal
Gisteren was ik op de nieuwjaarsreceptie
van de BBAT en eergisteren op onze eigen nieuwjaarsreceptie van Aquatropica. En
als je meer dan één klok hoort luiden dan
zijn het geen ingebeelde geluiden . . .
De aquaristiek herpakt zich hier en daar en de neerwaartse daling van het aantal
leden is gestopt. Dat zijn vroege lentege-
luiden, belletjes in de verte en wij hebben er oren naar. Een voltallig herkozen be-
stuur staat net als de krokussen in de tuin
met de toppen net boven de grond te dringen om door te gaan.
Vrijdag 28 januari op onze receptie waren er meerdere tekenen van heropbloei. D Hier en daar hoorde je verhalen van leden die hun bak van de zolder hebben geD D D D
haald en pas opgestart waren of minstens ernstige plannen smeden.
Er zijn geruchten dat onze vijvers eigenlijk iets te klein zijn en dat je een vijver gemakkelijk kan vergroten.
Met enige fierheid mochten we onze “Alain” van vroeger terugzien en dat deed
iedereen deugd. Hij heeft de uitdaging van een beplant aquarium aangenomen.
Onze Eric heeft de eerste ervaringen opgetekend omtrent zijn “nanobakje”, een
zoutwater experiment voor mensen met geduld.
De kweek van Artemia met de methode “perpetuum mobile” staat in testfase in
acht grote spaghettibokalen bij onze voorzitter Erik. De eerste generatie pekel-
kreeftjes doet al “maal twee” . . .
Er zijn maar twee “gemene delers” bij de leden van Aquatropica en dat is “vrienden” en “water”. Water was zowat het enige wat ontbrak op de receptie eergisteren. Tussen een
natje en een droogje zijn vele afspraken gemaakt om in de mate van het mogelijke de drukke dagelijkse sleur te compenseren met een gezellige clubavond op elke laatste
vrijdag van de maand.
Als ik onze programmatie bekijk voor de eerste helft van 2005 en in mijn map blader
E DI T ORI A AL
met de titel “buitenbeentjes”, dan zitten er twee busreizen in! D 23 april “naar het Löbbecke Museum in Düsseldorf ” met o.a. achter de D D
schermen en een bezoek aan een grote Duitse speciaalzaak.
5 juni naar de Nationale tentoonstelling in Overmere-Donk + boottocht in Gent.
En dan staat er nog geen datum bij onze BBQ en onze Gilbert denkt nog aan een grote vijveruitstap !
Details? vrijdag 25 februari
- 3 -
FEBRUARI 2005
APPEL SL AKKE N Deel 2
Tekst en foto's: Stijn Ghesquiere, http://www.applesnail.net/
Verzorging en voortplanting D
Voeding
Appelslakken eten nagenoeg alles wat ze maar in hun mond kunnen steken en ook maar enigszins voedingswaarde heeft. Groenten als komkommer,
sla, andijvie, visvoer, dode vissen, eieren van andere slakken en van vissen,
algen, het kan allemaal als voeding gebruikt worden voor appelslakken.
Let wel op:
heeft meer voorkeur voor dood materiaal en Pomacea bridgesii doet het beter op een dieet van vissenvoer en gekookte groenten. Dit heeft
wel als nadeel dat deze voeding snel rot en de waterkwaliteit nadelig beïn-
vloedt. De hoeveelheid voeding komt niet zo nauw en men kan zich het
beste laten leiden door de hoeveelheid die de slakken opeten voordat het
voedsel gaat rotten. In kleinere bakken of bakken met veel bewoners kan het echter wel beter zijn om de slakken minder te voeren om zo het water ge-
zond te houden. Appelslakken kunnen namelijk een flinke hoeveelheid afval produceren als ze onbeperkt eten krijgen.
Wat vaak voorkomt is dat het water troebel wordt. Dit komt voor een deel door de vele micro-organismen in de darmen van de appelslak. Deze helpen
de slak bij de spijsvertering en worden met de feces uitgescheiden. In het
geval van jonge vissen kan men hier zijn voordeel mee doen aangezien deze onschadelijke micro-organismen (infusoria) een goede voedingsbron vor-
men.
Temperatuur
De meeste appelslaksoorten zijn tropische dieren en hebben behoefte aan een temperatuur tussen de 1 8 tot 28 graden Celcius. Uitzonderingen op
deze regel zijn de sub-tropische geslachten and . Slakken Felipponea Asolene van deze geslachten prefereren lagere temperaturen ( 1 6 - 20 ˚ C) in de winterperiode. De activiteit van de slakken is sterk afhankelijk van de temperatuur en bij 1 8 ˚ C en lager zijn de slakken nagenoeg inactief, terwijl bij 24 ˚ C en hoger de slakken veelvuldig rondkruipen.
AP P E L S L AK K E N
D
- 4 -
JAARGANG 20
Ook de levenscyclus en de levensduur van de appelslak worden sterk beïn-
vloed door de temperatuur. Bij hoge temperaturen (+ 25 ˚ C) leven de
slakken ongeveer één jaar en produceren veel eieren. Als de temperatuur
daarentegen rond de 20 ˚ C gehouden wordt groeien ze langzaam, leggen
maar af en toe eieren en kunnen ze tot vier jaar oud worden. D
Voortplanting
Pa rend e
s l a k ke n .
H et ma n netj e ( l i n ks) heeft h i er zij n pen i sco m p l ex i ng eb ra cht i n d e m a ntel h o lte va n
het vro uwtj e.
AP P E L S L AK K E N
Bij het kweken van appelslakken zijn er een aantal factoren waarmee reke-
ning gehouden moet worden om tot een goed resultaat te komen.
Om te beginnen moet men zowel een mannetje als een vrouwtje bij elkaar
zetten en daarmee komt het eerste probleem naar voren: hoe kan men het
geslacht van de slak bepalen? Helaas is dit niet eenvoudig en is er een geoe-
fend oog nodig. Het is daarom ook veel eenvoudiger om een aantal slakken samen te zetten, zodat de kans op de aanwezigheid van beide geslachten re-
delijk is.
- 5 -
FEBRUARI 2005
Het tweede aspect dat van belang is bij de kweek van appelslakken is de
temperatuur en de hoeveelheid voedsel. In de vrije natuur zijn dit de belang-
rijkste factoren die een appelslak ertoe aanzetten om te paren en eitjes te produceren.
Zelf bij optimale condities kan het echter een tijd duren voordat de slakken zich voortplanten. Seizoenvariaties zijn hierbij duidelijk: in de winter is de
voortplantingsactiviteit over het algemeen een stuk lager dan in de zomer.
Wanneer de eieren klaar en bevrucht zijn verlaat het vrouwtje het water ge-
durende de nacht of in de vroege ochtend om op zoek te gaan naar een ge-
schikte plaats voor de eieren. In het aquarium zal de slak zich tevreden
moeten stellen met het glas van de wanden of de dekplaat (die absoluut noodzakelijk is). In een vijver (in Europa enkel gedurende de zomermaanden) worden de eieren op de vegetatie en op de oever afgezet. D
Eieren
De eieren worden één voor één tegen elkaar aan gelegd, zodat er een eiklomp ontstaat die sterk doet denken aan een framboos.
Net na het leggen zijn de eieren
nog
zacht
en
hebben ze een witte, mel-
kachtige kleur. Al na een
paar uur wordt de buiten-
kant van de eieren hard en na een paar dagen
krijgen de eieren hun definitieve kleur. De uitein-
delijke kleur van de ei-
eren verschilt afhankelijk
van de soort appelslak bridgesii
gellata,
Pomacea groen bij
bij
en
Pomacea
Pomacea flaoranje bij canaliculata
,
vrouwtj e,
bezi g
met
het
a fzetten va n ha a r ei ere n bove n d e waters p i eg el .
, wit bij de het -geslacht enz.). Pomacea glauca Pila De eieren moeten in een vochtige omgeving gehouden worden, maar mogen
zeker niet nat worden of in het water terechtkomen. In een aquarium met dekplaat zal dit over het algemeen geen probleem zijn.
De appelslaksoorten die hun eieren niet boven water leggen (o.a. de grote
posthoornslak of
), leggen hun eieren in een gelatineMarisa cornuarietis achtige eimassa op planten of voorwerpen in het water.
AP P E L S L AK K E N
(roze
- 6 D
JAARGANG 20
Jonge slakken
Na twee tot vier weken (afhankelijk van de temperatuur) komen de jonge
slakken uit het ei. In de dagen voordat de eieren uitkomen, zijn de eieren
donkerder geworden en is de eimassa vaak helemaal hol doordat de slakken de tussenschotjes weg gegeten hebben. Uiteindelijk eten de jong slakken
zich een weg naar buiten en laten ze zich in het water vallen.
Daar veel vissen wel een jong, zacht slakje lusten, is het een goed idee om ze
gedurende de eerste weken apart te zetten. Dit kan het best gedaan worden door de eieren te verplaatsen naar een andere bak. Het verzamelen van de
jonge, piepkleine slakjes is immers veel moeilijker.
De gemakkelijkste manier om de eieren los te weken van de ondergrond is
door ze nat te maken, een paar uur te wachten en ze dan voorzichtig los te
maken van de ondergrond. Leg de eieren vervolgens op een warme, voch-
tige plaats (bijvoorbeeld op een drijvend schoteltje).
Een alternatieve methode is te wachten totdat de eieren bijna uitkomen, ze
vervolgens los te maken en ze voorzichtig in stukken te breken door ze voor-
zichtig in het water tussen de vingers in te draaien totdat ze breken en de kleine slakjes eruit vallen. Dit mag misschien gewaagd klinken, maar het le-
vert over het algemeen zeer goede resultaten op.
De jonge slakken voeden zich de eerste weken met algen, zachte stukjes
voedsel en afval. In de meeste aquaria is dit wel aanwezig, zeker als het ge-
heel een beetje de vrije loop wordt gelaten. In een nieuwe bak kan dit wel
moeilijkheden opleveren en is het aan te raden om de slakken te voeren met fijngemalen visvoer en zachte groenten als sla en schijfjes komkommer.
Na enkele weken eten de kleine slakken hetzelfde voedsel als hun ouders. Veelgestelde vragen & antwoorden
AP P E L S L AK K E N
ì Kunnen appelslakken een pest worden in het aquarium ? Nee, het risico daarop is nagenoeg onbestaand. Appelslakken zijn gemakke-
lijk op te sporen evenals de opvallende eimassa's. Met het wegnemen van de
eieren is de appelslakkenpopulatie gemakkelijk onder controle te houden in aquaria en vijvers.
ì Hoe oud kan een appelslak worden ? Afhankelijk van de soort, de verzorging, de temperatuur, en andere facto-
ren, varieert de levensverwachting van een appelslak van één tot vier jaar.
- 7 -
FEBRUARI 2005
ì Mijn slak drijft nu al een paar dagen rond. Is er iets aan de hand met de
slak? Het is niet ongewoon voor een appelslak om geen activiteit te vertonen en als ze voldoende lucht in hun longen hebben, kunnen ze daarbij ook nog
eens drijven. Meestal betreft het wat oudere slakken, die over het algemeen
toch al minder actief zijn.
In feite zou men kunnen stellen dat zolang de slak weerstand biedt als er aan het sluitklepje getrokken wordt en de voet van de slak beweging ver-
toont als deze aangeraakt wordt, er niets mis is met de slak. Indien de slak
echter slap wordt, uit het huisje te trekken is of stinkt, dan is het belangrijk om het dier zo snel mogelijk te verwijderen.
ì Zijn geneesmiddelen waarmee zieke vissen behandeld worden schadelijk
voor appelslakken ? Voorzichtigheid is geboden als men chemische producten gebruikt om pa-
rasieten te bestrijden. Het werkingsmechanisme van deze middelen berust
op verschillen tussen de parasiet en de gastheer (de vis dus) waardoor het middel enkel de
parasiet aantast. Doordat de appelslak meer gemeen heeft met veel van para-
sieten en ziekteverwekkers , zijn deze
dieren ook vaak gevoelig voor deze mid-
delen en kunnen ze er eveneens het
loodje bij neerleggen. Het is daarom aan
te raden om de slakken in een aparte bak te zetten gedurende de behandeling van de vis-
sen. De kans op herinfectie via de slakken is klein daar veel van deze para-
sieten niet overleven op de slak (enkele parasieten daargelaten). De slakken
mogen pas terug gezet worden nadat een deel van het water ververst is na afloop van de behandeling.
Een lijst van chemicaliën die schadelijk kunnen zijn voor slakken: len, alsook in enkele anti-schimmel preparaten).
- Pesticiden op basis van organische fosforverbindingen zoals: formalde-
hyde, metriphonate, trichlorphon (= dylox, masoten, metriphonate, negu-
von, trichlorophon), dichlorvos en vergelijkbare producten om infecties door wormen, luizen en schaaldieren te bestrijden.
- Preparaten die koperverbindingen bevatten ter behandeling van protozoa en schimmelinfecties.
AP P E L S L AK K E N
- Malachietgroen (zit in producten om witte stip en oödinium te behande-
- 8 -
JAARGANG 20
- Metaldehyde (molluscicide).
- Paracide D (di-n-butyl tin oxide) ter bestrijding van helminten, acanthocephala, trematoden, cestoda en wormen.
ì Kunnen appelslakken horen ? Nee, zover bekend zijn appelslakken potdoof. Wel zijn ze goed in staat om
trillingen waar te nemen met hun lichaam.
ì Kan een appelslak goed zien ? Appelslakken hebben ogen, maar een haarfijn beeld van hun omgeving
hebben ze zeker niet. Hun ogen dienen vooral om de lichte en de donkere plekken van hun omgeving te kunnen waarnemen. Waarschijnlijk zijn appel-
AP P E L S L AK K E N
slakken niet in staat om kleuren te onderscheiden.
- 9 -
FEBRUARI 2005
VAN AQU ARI U M NAAR TE RR ARI U M Leo Brand (Nederland)
Voor de liefhebbers die op hun bestaand aquarium een kap willen bouwen
met daarin een landgedeelte (een aqua-terrarium) bestaan de volgende moge-
lijkheden. Allereerst moet men goed beseffen dat, als men het aquarium zelf
in tact wil houden, er eigenlijk alleen mogelijkheden zijn met een opbouw van
(sub)tropische plan ten. We hoeven dan geen ondergrond te maken van pot-
grond of veen.
Tegen zo'n opbouw, die gemaakt moet worden van watervaste triplex, kan men heel goed varenwortelplankjes (het zogeheten piet) schroeven. Daarop
kunnen dan uitstekend diverse soorten en orchideeën Tillandsia, Bromelia worden bevestigd. Dit zijn allemaal planten die tegen hoge vochtigheid kunnen en nauwelijks of geen grond nodig hebben om te kunnen groeien. Tillandsia
lenen zich hier uitstekend voor. Als ik u en
O p d e foto i s d u i d el ij k te merke n wa a ro m d eze p l a nt “ ba a rd va n Mozes ” g e noemd
wo rdt
VA N A Q U ARI U M N A AR T E R R ARI U M
Vooral de vele soorten
- 10 -
JAARGANG 20
goede raad mag geven: plak deze
's niet Tillandsia vast met kunstharslijm. Bind ze op met draad, het
liefst met raffia en wat spagnum. De planten krijgen op die manier de kans om normaal te groeien. Vele soorten zoals
Tillandsia xerograpen zijn hiervoor hica, T. bulbosa T. streptophylla bijzonder geschikt. Maar zo kan ik u meer dan honderd geschikte soorten noemen. Een soort als
, die beter bekend staat onder de naam T. usneoides “Baard van Mozes”, mag zeker niet ontbreken! Natuur-
lijk kunnen deze planten niet zonder water en
voedsel. Dit hoeft geen probleem te zijn, omdat
er heel goede (vloeibare) voeding te koop is in tuincentra en speciaalzaken. Het paludarium
Kiezen we voor een bak waarbij water en land geleidelijk in elkaar over
moeten gaan en waarin we ook dieren willen houden, dan is een echt palu-
darium het meest geschikt. Natuurlijk moeten we wel eerst weten welke dieren we willen houden en daar dan het paludarium geschikt voor maken.
Het kan natuurlijk nooit zo zijn dat we een standaardbak maken voor alle soorten dieren.
Stel: we maken een paludarium dat geschikt is voor kleinere soorten kikkers
zoals de pijlgifkikkertjes uit Midden- en Zuid-Amerika of een ongeveer geVA N A Q U ARI U M N A AR T E R R ARI U M
lijke soort prachtig gekleurde kik-
kertjes uit Madagaskar of verschillende soorten hyla's.
Daarbij willen we wat kleine ha-
of
gedisjes houden, zoals
Anolis -soorten. We zouden kunnen
Phelsuma uitgaan van een paludarium van 1 00 x 1 00 x 60 cm. Het geheel bouwen we van glas, maar we moeten rekening houden met condens op de ruiten, dus is het nodig diverse ventilatiestrips in te bouwen.
Een waterpartij kan u gemakkelijk maken door met siliconenkit stukjes op
maat gesneden glas aan elkaar te lijmen. Op deze manier kan ook een wa-
terval worden gecreëerd. In het watergedeelte bedekken we de bodem met grind en zetten daarin wat waterplanten. Heel geschikt hiervoor zijn het
Leidse plantje, 's en vooral Cryptocorynen. Javavaren en javamos Lobelia voldoen ook uitstekend, maar deze planten hebben een duidelijke behoefte aan meer licht.
Aq u a ri u m p rod u cte n
DUPLA EXCLUSIEF AQ UAR IA-N E O N Te l : 0 5 1 /2 0 . 73 . 87
Fax: 0 5 1 /2 0 . 73 . 87
OPEN
van 1 0− 1 2 u & 1 4− 1 9 u zate rd ag tot 1 8 u
G ES LOTE N : m aan d agvoo rm i d d ag e n zo n d ag
De Breyne Peelaertstraat 25 , 8600 Diksmuide ( 05 1 50 42 37
http://www.tviske.be
tropische vissen − zeevissen − koudwatervissen
Open: 1 0.00 tot 1 2:00 en 14:00 tot 1 9 :00
Op zaterdag van 1 0.00 tot 1 2:00 en 14:00 tot 1 8 :00. Zondag van 10:00 tot 1 2:00
Gesloten: zondagnamiddag en dinsdag
Z ancl us Sp eci aal zaak voor zeeaq u ari u m en zoetwater Potterstraat 23
B -91 70 Si n t-Pau wel s
Tel & Fax: 0032 (0)3/77. 80. 229 G esel ecteerd e zeevi ssen & l agere d i eren van top kwal i tei t. E i gen fi l tersysteem m et afsch u i m i n g.
E xcl u si eve aq u ari u m m eu b el s u i t ei gen atel i er. H QI -verl i ch ti n g op m aat (ook wan d m on tage) Open i n gsu ren :
D i n sd ag , woe n sd ag e n vrij d ag : 1 3 u tot 1 9 u Zate rd ag : 9 u tot 1 8 u E l ke ee rste zo n d ag van d e m aan d : 1 1 u tot 1 7 u
Gesl oten :
M aan d ag e n d o n d e rd ag I n j u n i , j u l i e n au g u stu s: o p zo n d ag .
- 11 -
FEBRUARI 2005
In het landgedeelte kunnen we ons natuurlijk uitleven met tal van soorten
planten.
's, -soorten, 's en orchideeën zijn de Bromelia Guzmania Tillandsia meest aangewezen soorten. Verder zijn er heel veel soorten kleine varentjes erg geschikt. Vooral de soort en
Pteris
is erg fraai. Verder zijn
Fatshedera, Hemakkelijk in te passen. Voor de hage-
dera, Syngonium Spathiphyllum dissen is het prettig als er ook wat stevige planten, zoals Ficus benjamina,
worden verwerkt. Belangrijk is vooral dat de waterpartijen niet te diep zijn en er voldoende mogelijkheden zijn voor de dieren om uit het water te klim-
men. Het watervalletje voldoet hierbij natuurlijk uitstekend.
Een tip: de watertemperatuur zeker niet onder de 1 8 graden Celsius laten komen. Vooral pijlgifkikkertjes kunnen niet tegen te grote temperatuurverschillen.
Welke dieren? Is het paludarium klaar, en heeft u alles nog ‘n keer gecontroleerd op onef-
fenheden en ontsnappingsmogelijkheden, dan kunt u zich de dieren aan-
schaffen. De volgende soorten zijn re-
delijk goed bij elkaar te houden, maar
bedenk wet dat je een paludarium niet met een gezelschapsaquarium mag
vergelijken, waarin je soms meer dan tien soorten vissen houdt. Ook mogen
er niet te veel dieren bij elkaar worden
zorg voor voldoende leefruimte voor alle dieren. De geschikte soorten zijn
Een paar omstandigheden
Dendrobates leucomelas, Phyllobates en . vittatus Dendrobates lehmanni
De temperatuur voor deze kikkertjes mag zeker niet beneden de 2 1 graden
komen, en liever niet hoger dan 29 graden zijn. Zorg ervoor dat er ook
goede droge plekken in uw paludarium zijn. De kikkertjes moeten zelf kunnen kiezen tussen vocht en droog. De luchtvochtigheid mag overdag ge-
rust dalen naar zo'n 60 %, maar moet tegen de avond weer stijgen naar 95
tot zelfs 1 00 %. Hou liever niet meer dan twee soorten bij elkaar en zeker niet meer dan vijf stuks per soort. Hou bij het voederen in de gaten dat alle kikkertjes eten. Geef nooit te grote voedseldieren. Geef ruim voedsel: kik-
VA N A Q U ARI U M N A AR T E R R ARI U M
gehouden. Maak het niet te bont en
- 12 -
JAARGANG 20
kertjes eten meer dan je denkt en de insecten kruipen overal onder en tus-
sen. Sproei iedere avond met lauw water, indien mogelijk met regenwater
maar Iaat dit dan eerst door een Noritfilter lopen. Niet speciaal omwille
van uw kikkers, maar meer ter voorkoming van ontsierende kalkvlekken op uw planten. De
Bromelia
-familie
De plantenfamilie bro meliaceae zijn eenzaadlobbigen. De soorten zijn overwegend kruidachtige planten die grotendeels epifytisch (nemen hun
voedsel op uit het vocht van de atmosfeer en niet uit hun gastheer) leven.
De wortels zijn soms geheel gereduceerd en vaak slechts als vasthechtingsorgaan in gebruik. De verspreide, veelal in een rozet geplaatste, smalle bla-
deren zijn voorzien van een schede en een niet zelden gezaagde of geste-
kelde bladrand. Heel algemeen zijn kleine schubben op de bladeren, die kunnen dienen voor de wateropname.
De bloemen zijn tweeslachtig, meestal straalsgewijs symmetrisch, en zij zijn doorgaans verenigd tot een eindstandige hoofdjes-, aar-, tros- of pluimvor-
mige bloeiwijze. De bovenste loofbladeren van de rozet kunnen, evenals de
vaak grote schutbladen van de bloeiwijze, opvallende kleuren vertonen. De bloemen hebben een drietallige kelk, een
drietallige vrije of vergroeide kroon, zes meel-
draden en een boven tot onderstandig drie-
hoekig vruchtbeginsel met vele zaadknoppen VA N A Q U ARI U M T OT T E R R ARI U M
in elk hoek. De vrucht is (bij de geslachten
met onderstandige vruchtbeginsels) een bes of
(bij halfonderstandige of bovenstandige vrucht-
beginsels) een openspringende doosvrucht. De vele
kleine zaden bevatten een melig endosperm. Soorten en verspreiding
Er zijn ca. 50 geslachten met in totaal ongeveer 2 1 00 soorten. De familie is
vrijwel geheel beperkt tot Amerika (één soort
in tropisch WestPitcairnia Afrika), waar zij meer in het bijzonder thuishoren in het tropische deel, hoewel bepaalde geslachten doordringen tot in Noord-Amerika.
komt het meest noordelijk voor, tot in Virginia en Texas toe, BraTillandsia zilië is het rijkst aan soorten. Zij worden gevonden in zowel extreem droge streken als in het regenwoud. De
Bromelia
wordt ook veel als kamerplant
- 13 -
FEBRUARI 2005
geteeld. Een kenmerkende eigenschap is het vermogen water en voedsel uit
de bladkoker op te nemen. Daarom is het wenselijk altijd water in de koker
te laten staan. De bloeiwijze is imposant door vorm en kleur. De bloemen
zijn weliswaar klein en vaak zelfs onaanzienlijk, maar de schutbladeren (bracteeën) zijn zeer karakteristiek.
's bloeien slechts één keer en sterven daarna langzaam af. VerschilBromelia lende 's ontlenen hun decoratieve waarde niet aan de bloeiwijze, Bromelia maar aan de bladeren. op de nieuwjaarsreceptie!
Kreeg je ze niet en heb je toch reeds uw lidgeld betaald, dan is er een probleem. In dat geval
graag een telefoontje of e-mail naar de secretaris.
L i d kaar t 2 0 0 5
L i d n r. : D E KORTR I JKSE AQU AR I U M TE R R AR I U M - E N
VI JVE RVE R E N I G I N G
N aam :
VA N A Q U ARI U M T OT T E R R ARI U M
Hieronder kan je uw lidkaart vinden. Is dat niet het geval, dan kreeg je ze reeds vorige maand
- 14 -
JAARGANG 20
OP BE Z OE K BI J NI C O LE C OUTRE ... Nico Lecoutre, Aquatropica Kortrijk
Er zijn weinig zeeaquarianen die kunnen zeggen ofschrijven dat hun zeeaquarium dagelijks door tien tallen vrouwen nauwkeurig
wordt bekeken ! Nico is dameskapper en in zijn salon staat ook
zijn tweemeterbak. Het is soms leuk om te zien, drie tot vijf dames in één rijtje onder de haardrogers te genieten van zo-
veel moois!
Wist je dat er dames zijn die de kleinste veranderingen meteen gezien heb-
ben ? Als ik iets nieuws gekoch t heb . . . aldus een immer en thousiaste Nico.
Toen hij in zijn archieven dook kon hij bewijzen dat hij sedert 1985 ( *) lid is
bij Aquatropica. Hij begon in 1970 met zijn eerste zeebak! Hij heeft pionierser-
varingen opgedaan met de eerste biologische filter. Die eerste filter heeft hij (samen met André zaliger) gekopieerd na een bezoek aan Artis in Amsterdam
en een lezing van Frank De Graaf in Kortrijk. Later kwam de periode van Caulerpa wieren “ ”, toen te koop voor 10 BEF of0, 25 EUR per takje. Maar ik laat Nico liever zelf aan het woord over de huidige periode. Mijn huidig aquarium werd in 1 970 gelijmd en heeft
Donald Samyn
een lengte van 200 cm x 50 cm breedte x 50 cm
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
hoogte. Het is reeds de tweede voorruit die erin zit en het is nu ook nodig dat ze
terug
vervangen
wordt,
niettegen-
staande mijn grote aandacht om krassen te
vermijden. Het gebrek aan diepte is voor de opbouw van stenen een handicap maar de plaatsruimte in
het salon laat dan weer geen grotere afmetingen toe. Als de zonnestralen in
het zeeaquarium vallen, zijn de kleuren van de vissen zo mooi dat ook ik er nog altijd door gefascineerd ben.
Toen het einde van het tijdperk “dood steen” en de bekendheid van “levend steen” in onze vereniging ingang kende, schafte ik mij in 1 9 85 ook beetje bij
beetje levend steen aan. Niet alles in één keer maar vanaf 1 990 was de bak
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
FEBRUARI 2005
- 15 -
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
- 16 JAARGANG 20
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
FEBRUARI 2005
- 17 -
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
- 18 JAARGANG 20
FEBRUARI 2005
- 19 -
helemaal “biologisch” opgebouwd. Mijn rifaquarium is er een met selectieve keuze. Ik hou nu eenmaal van de bewegelijkheid van de lederkoralen en kies
daarbij geschikte vissen met een brede waaier aan kleuren. Lederkoralen
spreken de kijkers (mijn cliënten) het meest aan! Op regelmatige tijdstippen
moet ik dan ook terug naar de aquariumzaak met te grote stukken lederkoraal. Een ruil in mijn voordeel is dan ook graag meegenomen.
In de kelder staat mijn filterinstallatie. Het filter bestaat uit twee van mijn
vroegere aquaria elk één meter lang. Ze zijn in serie geplaatst. Het eerste
aquarium is in drie compartimenten verdeeld. Het bevat een compartiment
met watten, een compartiment met mijn Tunze afschuimer – en dat is mijn
werkpaard voor heel het systeem – en een derde compartiment dat dienst doet als buffer van schelpengruis (een oud gebruik dat nog altijd zijn dien-
sten bewijst). Via een hevel komt het water in een tweede aquarium dat
enkel dient als reservoir voor de grote pomp die het water terug naar boven
pompt, naar het eigenlijke zeeaquarium in mijn kapperszaak.
Ik ben nooit voorstander geweest van de allernieuwste technieken maar een degelijke afschuimer en twee grote circulatiepompen voor mijn opstelling
zijn wel noodzakelijk. Links en rechts in de twee hoeken van het aquarium
vind je dan ook twee Tunze pompen type 7240. Vanuit de kelder stuwt een Eheim 1 040 het water naar boven. Een traditionele hevel zorgt voor een constante waterstand maar is eerlijk gezegd niet altijd een 1 00 % bedrijfs-
zeker afloopsysteem
865 , 5 8 Watt en twee blauwe Osram 67 eveneens 5 8 Watt. Ik gebruik de-
kruiten maar in de warme zomerperiode gaan deze er even af. De ventilator
boven de bak brengt enige extra koelte bij een zomerse hitteperiode. Een klokvaste start om 8 . 30 uur en einde om 20.00 uur, zowel zomer als winter-
uur, vind ik noodzakelijk. Alleen de blauwe lampen starten tien minuten vroeger en branden ook tien minuten langer. Elk jaar worden alle lampen met een tussentijd van enkele dagen vervangen.
Waterkwaliteit wordt zelden gecontroleerd. Ik ben niet het toonbeeld van de aquariaan die alles opvolgt maar ik zie wel door de jaren heen, of mijn aqua-
rium in een betere of in een minder goede doen geraakt. Water verversen is
volgens mij wel een noodzaak. 1 / 1 0 van de bak per maand gaat eruit. Ik heb
mijn netto inhoud berekend op zevenhonderd liters water (twee filters inbe-
grepen).
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
De verlichting is enkel met tl-lampen opgebouwd. Vier witte Philips kleur
- 20 -
JAARGANG 20
De zandbodem bestaat uit slechts 2 tot 3 cm fijn koraalzand. Vandaar dat
mijn grote lipvis ‘s nachts ook meestal niet helemaal onder de lakens ligt! Dikke bodems vind ik een oorzaak van algen . . .
Er wordt zeer onregelmatig nieuw levend steen aangebracht, misschien wel
te weinig want ik zie dat de variatie in soorten en de spontane begroeiingen op het steen klein is.
Op de foto's zie je enkele klassiekers die het reeds meer dan enkele jaren doen. Op de
na (die is in 2002 aangekocht) zijn alle Cen tropyge loriculus vissen uit de periode 1 995- 1 997. Het enige steenkoraal (blaasjeskoraal) is aangekocht in 1 99 8 . De lederkoralen zijn knipsels waarvan ik niet eens
meer weet waar ze ooit vandaan kwamen.
Ik moet regelmatig met de azijnspuit optreden om glasanemonen in te dijken.
Mijn succes zal wellicht te wijten zijn aan de eenvoud, het regelmatige on-
derhoud en de keuze van geschikte combinaties vissen/lederkoralen. Vissen
vragen een stevige voeding en elke dag staat dan ook
en op Artemia Mysis hun menu. Eén dag per week is er de vastendag (mijn sluitingsdag) en één keer per week staat er droogvoer op hun menu.
Ik gebruik altijd osmosewater zowel voor de verdamping (twintig liters per
week) als voor het aanmaken van kunstmatig zoutwater. Per week gaat er,
gespreid over enkele dagen, zes liter kalkwater in. Vermoedelijk heeft de
massale aangroei van rode kalkalgen er baat bij . Verder aanvullingen met sporenelementen en andere toevoegmiddelen gebruik ik te onregelmatig en
OP B E Z OE K BI J NI C O L E C O U T R E . . .
te weinig om hier enig voordeel of nadeel van te kunnen beschrijven.
Ik hoop dat deze lange termijnervaringen een bijdrage moge zijn voor de
jeugd om onze mooie hobby nog verder te laten evolueren en ik wens dan ook dit vernieuwd en mooi bondsblad (nvdr: hier wordt “Het Zeeaquarium”
bedoeld) alle succes toe!
Het in tervieuw dateert van mei 2004. Op vrijdag 28 januari 2005 ( *) werd
Nico gevierd voor zijn twin tigjarig lidmaatschap. Hij kreeg van het bestuur een fles veredeldfruitsap van een uitmun tendjaar . . .
Laat het u smaken Nico en bedankt voor al die jaren !
- 21 -
FEBRUARI 2005
UI T DE OU DE D OOS ... J a ar g a n g 1 – f e br u ari 1 9 8 6
Jan Algoed, Aquatropica Kortrijk De start van de zeewatergroep in de schoot van Aquatropica situeert zich in
het najaar van hetjaar 1985. Het begon met een soort privé-bijeenkomst van
alle “zoute ”jongens. Deze eerste vergadering ging door op een zaterdagvoormiddag ten huize van ondergetekende. Dit was een unicum in de geschiedenis van Aquatropica wan t de “zoetwaters ” hadden het daar altijd voor het zeggen
gehad . . .
Een paar maanden later schreefik een artikel, als eerste in een reeks, waarin
eenvoudig uitgelegd werd hoe je een “modern ” zeeaquarium best opstart. Inmiddels zijn we 19 jaar verder . . .
“De laatste jaren brachten een enorme evolutie in de zeeaquaristiek: nieuwe
en meer efficiënte filtermethoden, veel betere kwaliteit van het zeezout,
lampen met een hogere lichtopbrengst, moderne apparatuur.
Daarnaast kwam men door studie en wetenschappelijk onderzoek tot een
betere kennis van de zeedieren en aldus tot een betere verzorging ervan in
het aquarium. Kortom, enkele nieuwe principes hebben ervoor gezorgd dat de zeeaquaristiek haar kinderschoenen ontgroeid is, hoewel het moet ge-
zegd worden dat hier nog heel wat braakliggend terrein te vinden is. Alleen dit laatste reeds maakt de hobby zo boeiend.
Een “klassiek” zeeaquarium ziet eruit als een stuk afgestorven koraalrif: een rotsfor-
dere kalkhoudende stenen en daar-
tussen enkele stukken koraalskeletten.
Dit alles begroeid met draad- en andere
minder fraai ogende algen. Soms vindt je wel hier en daar goed groeiende
Caulerpa (wieren). Het levend goed bestaat dan uit
H a rl ek ij n l i pvi s
een gamma keizers, dokters, lipvissen, trekkers, rifbaarsjes, enz. . . . Dergelijk aquarium kan zeer prachtig zijn als het met overleg ingericht is en verzorgd
wordt terwijl de vissen een ongekende kleurenpracht vertonen.
UI T D E O U D E D O OS . . .
matie met lavasteen, dolomiet- of an-
- 22 -
JAARGANG 20
Tegenwoordig is men het zeeaquarium met andere ogen gaan bekijken en schakelt men meer en meer over naar wat men noemt het “gecombineerd”
aquarium: een combinatie van levend steen, lagere dieren, wieren en vissen.
Deze elementen samen brengen een fantastisch samenspel van kleuren,
vormen en leven . . . zo uit de natuur in de huiskamer gebracht.
Een dergelijk stukje zeeleven fascineert iedereen. Zou jij niet bekoord kunnen worden door een bak waarin een 10 à 1 5 tal soorten wieren groeien,
een korstanemoon die staat te molenwieken in de waterstroming, een poets-
garnaal op zoek naar voedsel, een stuk lederkoraal die op één jaar tijd in omvang verdubbelt, tussen de stenen een tiental kokerwormen die wedij-
veren om hun mooiste kroon en tussen al dat fraais enkele kleine rifbaarsjes
die zeker niet moeten onderdoen voor hun grotere broers wat hun kleuren
betreft.
Ooit al gehoord van schijfane-
monen, tapijtanemonen, vuur-
visjes,
cilinderrozen,
vontschelpen,
doop-
heremietkreef-
ten, slangsterren? Stuk voor stuk prachtige dieren die je
thuis redelijk goed kunt verzorgen.
Vu u rvi sj e
Graag vertel ik je volgende keer hoe je daarmee van start kan gaan.
Vergeet echter niet: bezint vooraleer je begint. Zo moeilijk is het nu wel niet maar je moet wel vooraf alles goed voorbereiden en vooral . . . veel geduld hebben.”
Het artikel is een promotie voor het (toen) hedendaags zeeaquarium. Alvast UI T D E O U D E D O OS . . .
staat er één grote flater in want ik heb nog nooit een korstanemoon zien
staan molenwieken in de waterstroming. Maar kom, jullie zullen mij dit wel
vergeven.
Belangrijker is dat wij toen een fantastische tijd mochten beleven. Wij
hadden het “voorrecht” om al dat nieuwe te mogen ontdekken. Wij reisden iedere maand naar de club in Aalst om “bij te leren”. Wij toerden regelmatig naar onze noorderburen, ook naar Duitsland, later dichterbij naar Brussel,
en nooit kwamen wij zonder gevulde plastiekzakjes naar huis. Ook de firma
Vandeweyer (een groothandel) in Aartselaar zag af en toe onze gezichten
- 23 -
JAARGANG 20
op een zaterdagvoormiddag. Eenmaal gingen wij op bezoek bij professor
Condé in Nancy waar wij prachtig uitgegroeide vissen van meer dan 20 jaar oud konden bewonderen en waar wij ook een kijkje mochten nemen in de
kelders.
Ook werd dit artikel geschreven in een tijd dat het zonde was om zich bezig
te gaan houden met steenkoralen. Deze waren toen onhoudbaar, althans . . .
zo werd ons verteld. Het was de Duitser Stüber die het tegendeel kon bewij-
zen. Donald Samyn en Eric Algoet zijn hem trouwens nog gaan opzoeken
in Berlijn.
Kees Snoeren en Eric Algoet (ja, ja, weer Eric) bezochten ook
professor
Jaubert
in
Monaco. Of zij, buiten dit be-
zoek ginder aan de Méditer-
ranée, óók nog andere dingen
uitspookten, ben ik nooit te weten gekomen.
En ooit zijn wij begonnen met een reis naar Sri Lanka te
plannen . . . maar dat was an-
dere koek en 't is er nooit van
gekomen.
Wellicht schrijf ik later nog eens een artikeltje over dit wer-
kelijk schitterend hoofdstuk in de geschiedenis van de zeewa-
UI T D E O U D E D O OS . . .
tergroep.
PR OEF BE K WAA MHEI DS ATTE ST Het volgende bekwaamheidsexamen
zal doorgaan te Gent, In de lokalen van a q uarianen gent, Aaigemstraat 70, 9000 Gent
op zaterdag 1 9 maart 2005 van 9 tot 1 1 . 30 uur
- 24 -
FEBRUARI 2005
I N DE VI SSE NKE U KE N
Wi e h e ef t al e e n s g e h o or d v a n S pi r ul i n a ?
Door Robert Verhaeren, Zilverhaai Beringen 1 . Wat is spirulina? Spirulina is de botanische benaming voor een blauwgroene alg die nauwe-
lijks een halve millimeter lang is. Het Latijnse ‘spirulina' betekent ‘kleine
spiraal' en verwijst naar de spiraalstructuur van het algje. De alg is één van
de oudste levensvormen op aarde. Deze oervoeding groeit hier al meer dan
3, 5 miljard jaar. De spirulina-alg kan alleen gedijen in sterk alkalisch water
(pH waarde ca. 9 - 1 1 , drinkwater heeft pH waarde 7). Het groeit in het wild
in Lake Chad en Lake Nakuru in Afrika en in Lake Texcoco in Mexico. Te-
genwoordig wordt spirulina gekweekt in speciale ‘waterfarms' in de subtropische gebieden. De belangrijkste kwekerijen liggen in Hawaï, Californië,
Thailand, Taiwan, India en China. De kwekerijen liggen in subtropische gebieden rond de 20
ste
breedtegraad.
2. Wat heeft spirulina gemeen met de Azteken? Eeuwen geleden kenden de Azteken en de Maya's uit het oude Mexico al de
grote waarde en genezende werking van de spirulina-alg. Zij gebruikten dagelijks
deze alg als bijkomende energiebron en
als aanvulling op hun voeding. Het werd snel energie gaf en het uithoudingsver-
mogen
vergrootte.
De
Spanjaarden
maakten daar helaas een bruut einde
aan. De hoogstaande Aztekencultuur en daarmee ook de spirulina raakte in de
vergetelheid.
Arti sti eke i m p ress i e va n hoe het oog sten va n s p i ru l i na g e beu rd e b ij d e Azteke n .
I N D E VI S S E N K E U K E N
voor hen een soort ‘supervoedsel', dat
- 25 -
JAARGANG 20
3 . Herontdekking
De Belgische botanicus Jean Leonard
herontdekte in 1 9 64 het vergeten algje.
Al gauw toonde een uitgebreid onderzoek aan wat de Azteken al lang ge-
leden wisten. Spirulina blijkt een van
de rijkste bronnen van vitaminen en
mineralen te zijn die de natuur ons
biedt. Tijdens de Wereldvoedsel Conferentie in 1 974 werd door de Vere-
nigde Naties, spirulina uitgeroepen tot de beste alternatieve voedingsbron van de toekomst. Vandaag de dag is de mi-
cro-alg over de hele wereld bekend als een van de beste natuurlijke energie-
gevers. Miljoenen mensen gebruiken dagelijks spirulina, om zich fit te
voelen en de weerstand op peil te houden. 4. Wat zit er in spirulina?
Spirulina is een van de rijkste natuurlijke voedingsbronnen ter wereld. Het
algje bevat van nature uit meer dan zestig vitale voedingsstoffen, zoals vita-
minen en mineralen, chlorofyl, enzymen en anti-oxidanten, in een ideale harmonische verhouding. Omdat spirulina geen harde celwand van cellu-
lose heeft zoals de gewone planten, is het heel licht verteerbaar en kan het lichaam alle voedingsstoffen snel opnemen. Spirulina dankt zijn krachtige
werking niet alleen aan de tientallen afzonderlijke vitale substanties die er inzitten, maar aan de synergie tussen deze stoffen. Dat wil zeggen: het effect
van alle stoffen in spirulina sámen is veel sterker, terwijl deze stoffen geïso-
I N D E VI S S E N K E U K E N
leerd zouden worden aangemaakt in het laboratorium. ì Hoogwaardig eiwit
Spirulina bevat ruim zestig procent hoogwaardig eiwit en is daarmee de
rijkste plantaardige eiwitbron die we kennen. De kwaliteit van het eiwit
wordt bepaald door de samenstelling van de aminozuren. Het spirulinaeiwit bevat alle acht essentiële aminozuren plus nog negen andere. Ons li-
chaam kan deze essentiële aminozuren niet zelf maken; die moeten van bui-
tenaf worden toegediend. Aminozuren zijn de bouwstoffen voor ons lichaam, ze zorgen voor spieropbouw en spierherstel.
- 26 -
FEBRUARI 2005
ì
Vitaminen
Spirulina bevat alle vitaminen van het belangrijke B-complex. Door de posi-
tieve werking op het zenuwstelsel zijn ze van groot belang voor iedereen met
een druk en actief leven. De grote rijkdom aan vitamine B 1 2 is vooral voor
vegetariërs van belang, omdat in plantaardig voedsel vrijwel geen vitamine B 1 2 voorkomt. Spirulina bevat bovendien veel bètacaroteen, dat in het li-
chaam wordt omgezet in vitamine A. Deze verhoogt je weerstand en zorgt
voor een optimale conditie van huid en ogen. Tenslotte zit er in spirulina vi-
tamine E. Deze vitamine helpt je geestelijke en lichamelijke prestaties te verbeteren en je vitaliteit te verhogen.
Bèta ca rotee n ( P rovit. A)
Th i a m i ne ( B 1 )
R i bofl avi ne ( B2 ) N i a ci ne ( B 3 )
Pa ntotheenzu u r ( B 5)
3,6 - 4 mg
1 4 - 1 5 mg
0, 1 - 0,5 mg
Pyri d oxi ne ( B6)
0,5 - 0, 8 mg
Vita m i ne E (a l p ha-Toco p hero l )
1 ,5 m g
Co ba l a m i ne ( B 1 2, b i oa ktiv)
ì
1 70 - 28 0 mg
2,5 - 3,5 mg
70 m g
Mineralen
Hoe belangrijk vitaminen ook zijn, ze kunnen hun werk niet doen zonder de
hulp van mineralen. Hoewel ons lichaam in staat is om enkele vitaminen zelf te maken, kan het geen enkel mineraal aanmaken. Spirulina bevat alle
mineralen die voor ons lichaam essentieel zijn: ijzer, magnesium, mangaan,
kalium, calcium, fosfor, zink en zelfs het zeldzame selenium. Spirulina is bo-
vendien één van de beste natuurlijke ijzerbronnen. In tegenstelling tot Een voedingssupplement werkt pas optimaal wanneer de vitaminen en mi-
neralen in organisch gebonden vorm in de juiste balans zijn, en ze samen
worden ingenomen. Overwegend hierin schuilt de grote kracht van spirulina. ì
Beste natuurlijke ijzerbron
Spirulina is rijk aan ijzer. ljzer is samen met vitamines van het B-complex
nodig voor de vorming van rode bloedlichaampjes. Een hoog percentage
van bloedarmoede wordt veroorzaakt door ijzertekort in de voeding. De be-
hoefte aan ijzer is bij vrouwen door menstruatie en zwangerschap groter
I N D E VI S S E N K E U K E N
zeealgen bevat spirulina slechts sporen aan jodium.
- 27 -
JAARGANG 20
dan bij mannen. Bovendien krijgen veel vrouwen te weinig ijzer binnen
doordat ze aan het lijnen zijn. Dit ijzertekort ten gevolge van het lijnen komt
vooral voor bij vrouwen tussen de 1 8 en 25 jaar. Het is beter spirulina niet tegelijkertijd met koffie of gewone thee in te nemen. Deze dranken bevatten stoffen die tot gevolg hebben dat het ijzer in spirulina niet volledig wordt op-
genomen door het lichaam. Een half uur ertussen is voldoende. Ca l ci u m
Ma g nes i u m Ka l i u m
40 0 - 48 0 mg
1 40 0 - 1 70 0 mg
Ij zer
5 0 - 1 0 0 mg
J od i u m
0,5 mg
N atri u m
90 0 mg
Sel en i u m
Zi n k
ì
40 0 - 70 0 mg
1 00 - 300 m g
1 , 8 - 3,0 mg
Chlorofyl
Spirulina is zeer rijk aan chlorofyl. Chlorofyl is een groene kleurstof die
planten in staat stelt om zonlicht om te zetten in voedingsstoffen en energie (fotosynthese). Verse groenten bevatten veel chlorofyl. Chlorofyl is bloed-
zuiverend en bevordert de opname van ijzer in het bloed. Chlorofyl onder-
steunt tegelijkertijd de reinigende werking van de lever die een belangrijke
rol speelt bij het verwijderen van gif- en afvalstoffen uit je lichaam. ì
Fycocyanine
Een van de belangrijkste stoffen in spirulina is fycocyanine, een blauw kleurpigment dat verder in geen andere plant voorkomt. Net als chlorofyl
kan fycocyanine heel veel zonlicht opslaan. Samen geven ze aan spirulina
haar blauwgroene kleur. Fycocyanine ondersteunt de ontgiftende werking
I N D E VI S S E N K E U K E N
van lever en nieren, beschermt de cellen tegen vrije radicalen, stimuleert de bloedvorming en versterkt het immuunsysteem. ì
Carotenoïden
De carotenoïden zijn gele, oranje en rode kleurpigmenten die we ook in
wortels, sinaasappels en andere oranjekleurige groente en fruit vinden.
Door het uiterst zonnige klimaat bevat spirulina hoge concentraties aan na-
tuurlijke carotenoïden. De belangrijkste stof is bètacaroteen dat in het lichaam wordt omgevormd in vitamine A.
- 28 -
FEBRUARI 2005
De carotenoïden zijn krachtige antioxidanten, ze beschermen het zenuw-
stelsel en verhogen de weerstand. Ze houden de huid elastisch en zorgen
voor een optimale conditie van haar, nagels en ogen. Bètacaroteen be-
schermt de huid ook tegen uv-straling en laat je sneller bruin worden in de
zon. Carotenoïden zijn onmisbaar voor het goed functioneren van de ogen.
Vooral mensen die vaak aan een computerscherm zitten, veel tv kijken of ‘s nachts autorijden hebben een grotere behoefte aan bètacaroteen. ì
Gamma-linoleenzuur
In spirulina zit veel gamma-linoleenzuur. Dit zeldzame vetzuur komt verder alleen voor in moedermelk en teunisbloemolie. Je lichaam zet het om in
prostaglandine, hormonen die allerlei belangrijke functies vervullen in je li-
chaam. Gamma-linoleenzuur bevordert ook een normale en regelmatige
menstruatie. Bovendien zorgt het ervoor dat de cholesterolspiegel op een
verantwoord peil blijft. ì
Enzymen
Spirulina bevat een aantal belangrijke enzymen, zoals superoxide dismutase
( SOD). SOD is een ijzerhoudend enzym dat belangrijke processen in de li-
chaamscellen ondersteunt en de cellen tegelijk tegen vrije radicalen beschermt. Enzymen zijn onmisbaar voor de opbouw van onze cellen.
Enzymen zijn heel kwetsbaar en worden door hitte of oxidatie snel vernie-
tigd.
5 . Inzet in de dierenwereld Spirulina wordt meer en meer gebruikt in de dieren-
wereld zoals bij honden en katten. De laatste tijd komt spirulina op in de aquariumwereld. Voor algene-
rulina op de markt, maar er is nog te weinig lectuur over te vinden.
http://www. s p i ru l i na . n l
http://www.g eociti es .co m/ l u ca svo/ s p i ru l i na . htm l
I N D E VI S S E N K E U K E N
ters, cichliden, koi en voor zeevissen bestaat er al spi-
- 29 -
JAARGANG 20
L UI PAAR D GE KKO, HET PE RFE CTE RE PTI EL AL S H UI S DI E R Alan en Billie Zulich
Met dank overgenomen uit De Aquariaan ( Siervis Geraardsbergen) De luipaardgekko (
Eublepharis macularius ), natuurlijke bewoner
van Afghanistan, Pakistan,
W-Indië (Rajasthan, Ajmer,
Madarfoot hills), Irak, Iran is een zach taardig, sterk,
lang levend dier dat in vele opzich ten het per-
D
L UI P A AR D GE K K O, H E T P E R F E CT E R E P TI E L AL S H UI S DI E R
D
D
fecte reptiel als huisdier is.
In tegenstelling tot zijn verre neef de Tokeh ( ), zullen luiGekko gecko paardgekko's bijna nooit de neiging voelen om te bijten. In een brief aan de uitgever van Reptiles Magazine, schreef een lezer
dat hun luipaardgekko al bijna dertig jaar oud was! Luipaardgekko's zijn ook makkelijk te verzorgen:
- Ze bereiken een gemiddelde lengte van 30 cm, en kunnen gehouden worden in een aquarium met een inhoud tussen de 44 en 66 liter.
- Ze doen hun behoefte steeds op dezelfde plek, wat het gemakkelijk maakt de behuizing proper te maken.
- Ze zijn nocturn en hebben geen behoefte aan dure uv-belichting.
- Ze hebben geen uitzonderlijk hoge temperaturen nodig, zoals baardagamen.
- Ze eten meelwormen en krekels, en hebben geen behoefte aan een vegetarisch dieet.
- Bijna alle luipaardgekko's zijn geboren in gevangenschap in dit land,
waardoor de kans op stress veroorzaakt door het vervoer, en para-
sieten zoals die gevonden worden op leguanen en andere hagedissen, geëlimineerd worden.
Verzorging Gekko
Groepen van jonge of vrouwelijke luipaardgekko's kunnen samen in één bak
gehouden worden. Jonge dieren moeten wel ongeveer dezelfde grootte heb-
ben. Indien dit niet het geval is zullen de kleinere dieren gedomineerd
- 30 -
FEBRUARI 2005
worden door de grotere, en zullen ze het minder goed doen. De inrichting van de kooi kan zo simpel of zo moeilijk zijn als je zelf wilt. Ze kunnen ge-
houden worden in een aquarium met papier als ondergrond. Als je wenst kan je ze ook houden op turf, gravel of schors. Het gebruik van zand raden
we af voor luipaardgekko's. Zij zullen af en toe teveel zand inslikken in hun honger naar Calcium of bij het jagen op prooien. Dit kan een opeenhoping
van zand in de maag veroorzaken.
Ze hebben een temperatuur van ongeveer
30 ˚ C
nodig.
Wij
raden aan een warmtebron te
gebruiken die voor verschillende temperatuurzones kan zorgen.
Dit kan men bekomen met
warmte, komende van boven af.
Warmtestenen schieten hier temet
infraroodlampen.
Dit zorgt niet alleen voor de no-
dige warmte, maar ook voor voldoende licht zodat we ze bezig kunnen zien
wanneer ze ‘s avonds actief worden.
Luipaardgekko's hebben nood aan een plaats om zich te verbergen. Ter aan-
vulling van schuilplaatsen op koude en warme plaatsen geven we ook een plastic doosje met een gat in het deksel. In die doos
is
een
mengeling
van
vochtig mos en vermiculite aan-
gebracht. Deze plek is niet alleen een plaats om hun
eieren te leggen, maar geeft ook de nodige vochtigheid g rote wa s mot
welke nodig is voor de gekko's om te vervellen.
Wij geven onze dieren bijna uitsluitend meelwormen met af en toe een “wasmotrups” als toe-
tje. We hebben ondervonden dat dit makkelijker was om een grote kolonie te onderhouden, en de diertjes tonen geen verschil in gezondheid of grootte, in verhouding met gekko's die met krekels gevoederd worden.
De gekko's hebben nood aan een ondiepe schaal met water en een bron van
calcium. Met vele andere soorten gekko's is het nodig de meelwormen en
krekels te bestuiven met calcium. Bij luipaardgekko's is dit niet echt nodig
daar ze het calciumpoeder oplikken uit een ondiepe schotel, wanneer deze
voorzien is.
L UI P A AR D GE K K O, H E T P E R F E CT E R E P TI E L AL S H UI S DI E R
kort. Onze kooien worden ver-
warmd
- 31 -
JAARGANG 20
Seksen van Gekko's
Het is zeer moeilijk luipaardgekko's te seksen voor ze drie maanden oud zijn. Tegen die tijd kunnen de seksuele karakteristieken van het mannetje ge-
zien worden, zeker wanneer je een vergrootglas gebruikt. Het mannetje
wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van de hemipenes, zichtbaar aan de basis van de staart. Hij heeft ook dijbeenporiën (preanale) net boven de
staart. Het vrouwtje heeft een rij aangepaste cellen waar de dijbeenporiën
zijn, maar heeft geen zichtbare poriën. Gekko's kweken Voor de kweek hebben we een verhouding van twaalf vrouwtjes voor één mannetje per bak,
welke een zelfgebouwde kuip is met een basis van 0, 6 x 1 , 2 m.
Andere kwekers hebben ook L UI P A AR D GE K K O, H E T P E R F E CT E R E P TI E L AL S H UI S DI E R
succes
gehad
met
minder
vrouwtjes, maar we raden aan niet minder dan vijf vrouwtjes
bij één mannetje te plaatsen.
Als er te weinig vrouwtjes aan-
wezig zijn worden de mannetjes in hun poging om te paren agressief. In de herfst, verwijderen we alle mannetjes uit de bakken en ‘s avonds
koelen we de diertjes een beetje. Een temperatuur van 23 ˚ C ‘s nachts is
dan toelaatbaar. In deze koele periode worden de mannetjes terug bij de
vrouwtjes gezet.
Luipaardgekko's leggen twee eieren per keer, meermaals over een periode
van enkele maanden. Ze zullen de eieren begraven in het mengsel van
mos/vermiculite. Meestal zie je snel wanneer er eieren zijn. Een groot deel
van het substraat zal naar één kant van de nestbox geduwd zijn.
We verwijderen de eieren dagelijks en plaatsen deze in de broedmachine, in hetzelfde mengsel mos/vermiculite.
Het geslacht wordt bepaald door de uitbroedtemperatuur. Bij 32 ˚ C zijn
bijna alle jongen mannelijk. Rond 26 ˚ C zullen de vrouwtjes in de meerderheid zijn. Als we niet specifiek kweken voor mannetjes, broeden we de ei-
eren uit op 28 ˚ C, wat ons bijna hoofdzakelijk vrouwtjes oplevert. Dit is
FEBRUARI 2005
- 32 -
handig wanneer grote aantallen baby's samen geplaatst worden. Naarmate
ze ouder worden, zijn de vrouwtjes minder geneigd te vechten of in de staart
van medebewoners te bijten.
Baby's worden net zoals de volwassenen, enkel met meelwormen gevoed.
Ze groeien snel, en het eerste jaar krijgen ze het grootste deel van hun len-
gte. Ook al zijn ze in staat te kweken vanaf één jaar oud, best wachten we tot
het tweede jaar om met de diertjes te kweken. Dit laat toe het ideale gewicht
te verkrijgen voor de kweek.
We hebben ondervonden dat het kweken van luipaardgekko 's een zeer belo-
L UI P A AR D GE K K O, H E T P E R F E CT E R E P TI E L AL S H UI S DI E R
nende bezigheid kan zijn, en we denken datje dat ook zal vinden.
- 33 -
JAARGANG 20
AQU AT R OPI C A' S I NF OBL AD Jaargang 20 - februari 2005 Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Editoriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Appelslakken deel 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Van aquarium tot terrarium . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Op bezoek bij Nico Lecoutre . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Uit de oude doos . . . Jaargang 1 - februari 1 9 86 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 1 In de vissenkeuken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Wie heeft al gehoord van spirulina? Luipaardgekko, het perfecte reptiel als huisdier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
AGE N DA BI JEE NKO MSTE N 2005
I N DE X
Elke laatste vrijdag van de maand is iedere liefhebber, zij het een zoet- of zeewateraquariaan, een natuurliefhebber of een vij-
verfanaat van harte welkom.