Colo Barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt
maart 2009 Jaargang 3 In dit nummer:
peiling maart 2009 trends arbeidsmarkt trends stagemarkt
vmbo vraagt twee miljoen stagedagen per jaar extra
Barometer Vier keer per jaar brengt Colo de partijen in het veld van arbeidsmarkt en beroepsonderwijs op de hoogte van de actuele stand van zaken op de stageplaatsen- en leerbanenmarkt. De eerste barometer kwam uit in augustus 2006. De vorige barometers en deze kunt u ook vinden op www.colo.nl. Ruim 800 medewerkers van de zeventien kenniscentra verzamelen de informatie die leidt tot 252 branche-regioscores van 42 branches in zes CWI districten. De vorige rapportage was van november 2008. Aan de barometer is thematische informatie toegevoegd over een onderwerp dat de situatie op de stage- en leerbanenmarkt nader belicht. Het thema in deze barometer is: vmbo-stages. Het thema van de volgende barometer is: de kosten en opbrengsten van een stage/leerplaats.
Arbeidsmarkt
Dat er een ommekeer gaande is in de Nederlandse economie is zonneklaar. Uit de nieuwste peiling van Colo-barometer blijkt echter dat de invoed van de reccessie sectoraal sterk verschilt. De export loopt klappen op, terwijl de binnenlandse consumptie nog goed op peil blijft. De gevolgen hiervan voor de arbeidsmarkt zijn zichtbaar. In februari 2009 werd duidelijk dat het aantal werkzoekenden stijgt. De toename is het sterkst onder jongeren en doet zich vooral voor in de lagere technische- en transportberoepen en middelbare technische beroepen. De grootste stijging doet zich voor in de noordelijke provincies, Zuidoost Nederland en Flevoland. (bron: UWV WERKbedrijf) Verder is in het vierde kwartaal 2008 het aantal openstaande vacatures met 54.000
scherp gedaald tot ongeveer 190.000. Opvallend is ook dat het aantal nieuwe vacatures fors is teruggelopen. De meeste openstaande vacatures zijn in de commerciële dienstverlening. Het aantal vacatures in de niet-commerciële sector, zoals openbaar bestuur en zorg blijft gelijk. De industrie en bouw zijn kleiner van omvang, maar het aantal vacatures daalt scherp. Openbaar bestuur, horeca en financiële instellingen hebben de meeste niet vervulde vacatures. Onderwijs, landbouw en industrie hebben het kleinste aantal vacatures. (bron: CBS) Het CPB verwacht voor 2009 een lichte groei van de werkgelegenheid, waarna een daling intreedt. De werkloze beroepsbevolking zal in 2010 groeien naar 675.000. Ook de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven hebben te maken met de gevolgen van recente werkgelegenheidsontwikkelingen. Zij geven aan dat de arbeidsmarktverwachtingen voor de toekomst in diverse sectoren nog gunstig is. Dat heeft vooral te maken met de vergrijzing die in veel sectoren sterk gevoeld wordt. De vraag naar gekwalificeerde mbo-ers zal daardoor op de langere termijn toenemen. Op korte termijn wordt rekening gehouden met een arbeidsmobiliteit van sectoren met overschotten naar sectoren met tekorten via de regionale mobiliteitscentra. De kenniscentra werken daarin actief samen met het UWV WERKbedrijf. Zorg, welzijn en sport Hoewel de zorgsector blijft groeien, zijn instellingen terughoudend met het aannemen van personeel. Dit komt door veranderingen in financieringssystemen, waarvan uitkomst gedeeltelijk ongewis is. Zowel de jeugdzorg als de kinderopvang zijn groeisectoren. De belangstelling van jongeren voor deze richtingen is bijzonder groot en in de jeugdzorg is er concurrentie van hbo-opgeleiden. De kansen op werk voor assisterenden in de gezondheidszorg (dokters- , tandarts-, apothekersassistente) zijn gunstig. (bron: Calibris) Economisch-administratief, ICT en veiligheid In de economisch-administratieve sector is voor de niveaus 3 en 4 het aantal beschikbare arbeidsplaatsen voldoende. Voor de leerlingen van de lagere niveaus is dat 2
minder, zij worden verdrongen door de hoger opgeleiden. In de ICT-sector zijn de perspectieven voor niveau 4 goed, voor niveau 3 redelijk en voor niveau 2 zeer ongunstig vanwege de beperkte vraag. Binnen de veiligheidsbranche zijn de vooruitzichten gunstig binnen Defensie en particuliere beveiliging (beide niveau 2). (bron: Ecabo) Technisch vakmanschap Voor de technische sector blijft vanwege de verwachte arbeidsmarktperspectieven een goed vervangingsvraag voor de langere termijn ondanks de huidige problematiek van arbeidstijdverkorting en ontslagaanvragen. (bron: Kenteq) Voedsel en leefomgeving De groene sector meldt een tekort aan vakkrachten op niveau 3 en 4 in bijna alle sectoren, ondanks de kredietcrisis. De sector Plant hoopt dat werkzoekenden hiernaar toe kunnen worden omgeschoold. De regio Zuid-Oost heeft veel werkgelegenheid in de varkenshouderij, pluimvee en de plantenteelt en minder in de melkveehouderij en dierverzorging. De hoveniers merken de effecten van de economische crisis. Ook in de bosbouw is de toekomst minder zonnig (bron: Aequor) Specialistische beroepen In de gezondheidstechnische beroepen groeit de vraag naar personeel omdat er door de vergrijzing steeds meer behoefte is aan producten en dienstverlening voor deze branches. (bron: SVGB) Afbouw en onderhoud, schoonmaak Voor de sector Schilderen en Onderhoud zijn arbeidsmarktperspectieven nog steeds goed. De schoonmaaksector heeft veel vacatures. (bron: Savantis) Verssectoren Binnen de versdetailhandel is veel vraag naar medewerkers. Ook in de slagerijsector en de snackindustrie is er vraag naar personeel. (bron: SVO) Transport en logistiek Bij transport, logistiek en havenbedrijven is minder vraag naar personeel. Vooral tijdelijk en ouder personeel stroomt uit. Bedrijven met werktijdverkorting gebruiken deze
periode om personeel verder te scholen. In de binnenvaart blijft behoefte aan goede bemanningsleden. Hiernaast blijven er mogelijkheden voor afgestudeerden in de logistiek, zowel op het uitvoerende als op het managementniveau. Instroom van jongeren blijft noodzakelijk om na de recessie het werk op te kunnen pakken. Voor kandidaten wordt de mogelijkheid geboden om een arbeidsovereenkomst voor twee jaar aan te gaan, waarmee een belangrijke continuïteit wordt geboden. (bron: VTL) Horeca, bakkerij, toerisme en facilitaire dienstverlening Voor de bediening en keuken is nog steeds veel behoefte aan personeel. De grote hotelketens noteren minder internationale boekingen en het aantal congressen en beurzen loopt terug. In Noord- en Zuidoost Nederland neemt de vraag naar gekwalificeerde medewerkers brood en banket nog steeds toe en dit zal door de vergrijzing nog verder stijgen. Het binnenlands toerisme profiteert van teruglopende belangstelling voor reizen naar het buitenland. Voor facilitaire dienstverlening zijn binnen de zorgcentra veel vacatures. (bron: Kenwerk) Mobiliteitsbranche De autobranche is hard geraakt door de kredietcrisis, vooral de verkoop. In de tweewielerbranche is het perspectief voor nieuwkomers gunstig. Het is voor bedrijven lastig om aan personeel te komen. (bron: Innovam)
Stage- en leerbanenmarkt
Bedrijven realiseren zich dat een pessimistische kijk op de werkgelegenheid desastreuze gevolgen kan hebben voor het keuzegedrag van leerlingen die zich
oriënteren op een beroep. De sector techniek is in populariteit bij jongeren nooit helemaal hersteld van de klap die zij kreeg tijdens de crisis in de jaren tachtig. Ook nu spannen sectoren en bedrijven zich extra in om leerplaatsen voor jongeren te behouden. De terugloop in leerplaatsen is het beste voelbaar bij de BOL-leerlingen die nu naar stageplaatsen op zoek zijn. In de sectoren waar veel werktijdverkorting wordt aangevraagd, komen berichten van een snel afnemend aanbod aan stageplaatsen, vooral op lagere niveaus. Vooral de zorgleerlingen lijken in het gedrang te komen. De BBL-leerplaatsen die na de zomer in 2008 of eerder zijn gestart blijven vooralsnog grotendeels behouden. Of het aantal BBL-leerplaatsen sterk terugloopt, zal pas na zomer 2009 blijken. Als de werkgelegenheid eerder sterk terugloopt, gaan ook leerplaatsen sneuvelen. In de industrie is die vrees het grootst. De vergrijzing en de stijgende vraag naar lokale dienstverlening houdt de vraag naar leerlingen in veel sectoren hoog. Overschotten aan leerplaatsen zijn er nog in de installatie- en electrotechniek, de horeca, de tweewielerbranche en bij de bakkers, slagers en de vers- en snackindustrie. In de meeste andere branches is er een evenwicht tussen vraag en aanbod. Doorstroom van lager gekwalificeerde leerlingen naar hogere niveaus vergroot de kansen voor leerlingen op leer- en arbeidsplaatsen sterk. Ook verwachten de kenniscentra een grotere doorstroom van mbo-niveau 4 naar hbo. Op dit moment is in de meeste sectoren nog voldoende aanbod aan leerplaatsen, vooral op de hogere niveaus. Indien er geen maatregelen worden genomen, moet worden gevreesd voor een daling van het aantal stage- en leerplaatsen, waardoor leerlingen hun opleiding niet kunnen afmaken. Gevolg daarvan is dat de kwetsbare sectoren straks met een gebrek aan opgeleide mbo-ers worden geconfronteerd. Uiterlijke verzorging In de kappersbranche worden problemen verwacht, niet zozeer door de kredietcrisis, maar door de maatregel dat BOL-leerlingen onder de CAO gaan vallen, waardoor de kosten van leerlingen voor de bedrijven 3
gaan oplopen. Dit zal gevolgen hebben voor het aantal leerplaatsen. (bron: KOC) Gezondheids- en ambachtelijke techniek Opticiens, audiciens en tandtechnici zijn beroepen die het door de vergrijzing ongekend druk hebben. Er zijn te weinig leerlingen in opleiding gezien de vraag. (bron: SVGB) Schoonmaak Het aantal stageplaatsen in de schoonmaaksector, ook op de lagere niveaus, is groter dan het aanbod aan leerlingen. (bron: Savantis) Verssectoren Op de versafdelingen van de supermarkten is een overschot aan plaatsen. (bron: SVO) Transport en logistiek Buiten de randstad is er een teruglopend aanbod aan leerplaatsen. Het tekort aan chauffeurs houdt het aantal leerplaatsen daardoor op peil. In de scheepvaart is het aantal leerplaatsen stabiel. (bron: VTL) Zorg en welzijn Met uitzondering van Oost-Nederland zijn er veel leerplaatsen voor verzorgenden op niveau 3. De opleidingen zorg en welzijn zijn samengevoegd. De keuze van de leerplaats moet aansluiten bij de gewenste uitstroom. Leerlingen moeten daarop attent zijn. (bron: Calibris) Agrarische en groene sector Bij de hoveniersbedrijven loopt het aantal leerplaatsen snel terug en wisselen de leerlingen in opleiding tussen de bedrijven. In het Zuidoosten van het land zijn veel leerplaatsen in de varkens- melkvee- en pluimveehouderijen. (bron: Aequor) Economisch-administratief, beveiliging In de economisch-administratieve en in de ICT-sector is de beschikbaarheid van leerplaatsen voor de opleidingen op niveau 2 nog verder teruggelopen. Er is weinig tot geen perspectief voor leerlingen op dit niveau. In de beveiliging en bij het leger is een overschot aan leerplaatsen in de beveiligingsberoepen. (bron: ECABO)
Branche Status vraag < > aanbod
Regio 1
Regio 2
Regio 3
Regio 4
Regio 5
Regio 6
Noord
Oost
Middenwest
Noordwest
Zuidwest
Zuidoost
Bouw Verssectoren detailh.,grooth. en ind. Installatie-, elektro- en metaaltechniek Economisch Administratief ICT Veiligheid Textielindustrie Mode-industrie Uitgeven, vormgeven en printmedia AV, Multimedia en gaming Artiesten, theater en evenemeten Kapper Schoonheidspecialist/Pedicure Detailhandel Food/Non Food Groothandel Food/Non Food Afbouw en Onderhoud Reclame en Presentatie Schoonmaak en glazenwassen Zorg Welzijn Dokter-/apotheek-/tandartsassistenten Sport Hout en Meubel Transport en Logistiek Scheepvaart Carrosserie Procestechniek Laboratoria Fotonica Gezondheidstechniek Creatieve en Ambachtelijke techniek Horeca Bakkerij Toerisme Facilitaire dienstverlening Mobiliteit Groene ruimte Bloemen en Tuincentra Voedingsindustrie Plantenteelt Dierverzorging Veehouderij en Paardenhouderij
4
Kenniscentrum bij deze branche
Aantal leerbedrijven per kenniscentrum*
Legenda er zijn meer dan voldoende stageplaatsen en leerbanen t.o.v. het aantal leerlingen over het algemeen zijn er meer dan voldoende stageplaatsen en
Fundeon SVO
leerbanen, bij sommige opleidingen is er evenwicht
11.384
over het algemeen is er evenwicht, bij sommige opleidingen zijn
3.443
Kenteq
17.199
ECABO
46.064
er meer dan voldoende stageplaatsen en leerbanen de vraag naar en het aanbod aan stageplaatsen en leerbanen zijn in evenwicht over het algemeen zijn er meer dan voldoende stageplaatsen en leerbanen, in sommige opleidingen is er een tekort
over het algemeen is er evenwicht, bij sommige opleidingen is er
GOC
een tekort aan stageplaatsen en leerbanen
5.505
over het algemeen is er een tekort aan stageplaatsen en leerbanen, in sommige opleidingen is er evenwicht
KOC
er is een tekort aan stageplaatsen en leerbanen t.o.v. het aantal
8.571
leerlingen
KC Handel
34.554
Savantis
8.437
Calibris
41.441
* In dit aantal zijn de leerbedrijven die bij meerdere kenniscentra erkenningen hebben vaker meegeteld. Het totaal aantal unieke leerbedrijven in maart 2009 is 198.773. Regioverdeling Nederland
SH&M
2.776
VTL
4.672
VOC
1.892
KC PMLF
3.068
1 2 3 4 5 6
Regio Noord Regio Oost Regio Middenwest Regio Noordwest Regio Zuidwest Regio Zuidoost
1
(bron: Colo) SVGB Kenwerk
2.985 16.866
4 Innovam
5.469
Aequor
22.181
3 2 Totaal
236.507
5 6 5
vmbo vraagt twee miljoen stagedagen per jaar extra
Er is grote onduidelijkheid rond het fenomeen stage in het vmbo. Er bestaan vele verschillende stagevormen met even zovele stagedoelen. Dit veroorzaakt grote onduidelijkheid bij het bedrijfsleven. De behoefte aan beroepsoriënterende en beroepsvoorbereidende stages neemt explosief toe en de leerwerktrajecten in het vmbo worden niet altijd uitgevoerd bij erkende leerbedrijven. Het is tijd voor nadere afspraken tussen het vmbo en het bedrijfsleven.
de plannen wordt een nog grotere toename aangekondigd. Ook bedrijven ervaren deze stages als zinvol om jongeren de mogelijkheden in sectoren en bedrijven te laten verkennen De bereidheid om plaatsen beschikbaar te stellen is groot, zoals blijkt uit het grote aantal bedrijven dat jaarlijks meedoet aan de Coloactie “Kom in het leerbedrijf”. Ook bij de regionaal georganiseerde beroepsvoorbereidende onderwijsprojecten “vmbo-carrousel” is het enthousias-me groot bij bedrijven en scholen. Deze of een andere vorm van oriënterende stage wordt in de toekomst verwacht van alle vmbo-scholen. De kenniscentra willen de leerbedrijven daarop voorbereiden en zijn via Colo in overleg met de VO Raad om daarover goede afspraken te maken. Ook bieden de kenniscentra aan de beroepen-informatie in de kwalificatiedossiers beter voor vmbo-leerlingen te ontsluiten. Door middel van een competentietest zal zichtbaar gemaakt worden welke beroepen in de kwalificatiestructuur van het middelbaar beroepsonderwijs qua vereiste competenties aansluiten bij het indivi-dueel competentieprofiel van elke vmboleerling.
In de informatie die door de overheid wordt verstrekt via Postbus 51 worden vier verschillende soorten stages onderscheiden: de snuffelstage om de beroepspraktijk te leren kennen, de arbeidsoriënterende stage om te leren wat werken in een bedrijf inhoudt, de beroepsvoorbereidende stage die moet voorbereiden op een dienstverband en het leerwerktraject waarin een deel van het onderwijsprogramma wordt gevolgd bij een bedrijf in de vorm van werkend leren. Vanaf 2011 volgt nog een vijfde variant; de verplichting tot het uitvoeren van een maatschappelijke stage van tien dagen om binnen school een onbetaalde bijdrage te leveren aan de samenleving. Voor het bedrijfsleven is het onduidelijk waar de verschillen precies liggen. In het inrichtingsbesluit van de wet op het voortgezet onderwijs is slechts vastgelegd dat in het derde en vierde leerjaar lessen kunnen worden besteed aan stages. In dat geval moet er een stageplan zijn en met de stagegever een overeenkomst worden gesloten.
Leerwerktrajecten Sinds 2003 zijn alle vmbo-scholen in de gelegenheid gesteld leerwerktrajecten in te richten voor jongeren die het beste via werkend leren hun opleiding kunnen volgen. De leerwerkplekken moeten worden gezocht bij erkende leerbedrijven en met een ROC moet worden samengewerkt om de doorlopende leerlijn te garanderen tot aan de startkwalificatie. De grootste aantallen deelnemers aan de leerwerktrajecten zijn te vinden in de opleidingen techniek, zorg en welzijn en landbouw. Het grootste aantal deelnemers was 4.597 in 2004/5. Daarna daalde het aantal deelnemers geleidelijk tot 3.169 in 2007/8. Dit is vooral te wijten aan de verschuiving naar AKA-trajecten. Voor de vmbo-leerwerktrajecten hebben de kenniscentra gezamenlijk ruim 20.000 leerbedrijven erkend en op deze groep deelnemers voorbereid. Voor AKA zijn dat
Beroepenoriëntatie van groot belang Onder druk van de uitval in het beroepsonderwijs en het grote aantal studiewisselaars in het mbo breiden de vmbo-scholen hun activiteiten op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding sterk uit. Omdat onderzoek heeft aangetoond dat de leerlingen de beste keuzes kunnen maken door verkenning in de beroepspraktijk, neemt het aantal snuffelstages, arbeidsoriënterende stages en beroepsvoorbereidende stages snel toe en in 6
35.000 leerbedrijven. Vooral Stageboxmiddelen worden ingezet om leerwerktrajecten te ondersteunen en praktijkopleiders specifiek te scholen. Een variant van het leerwerktraject is het experiment vmbo-mbo 2, gericht op het vergemakkelijken van de overstap van vmbo naar mbo. De leerlingen volgen in dit geval één programmatisch geïntegreerd traject van de bovenbouw vmbo basisberoepsgerichte leerweg tot en met mbo-niveau 2 op één school. De doorlopende leerroute zal pas werkelijk slagen wanneer leerlingen vanaf het vmbo tot aan het behalen van de startkwalificatie bij hetzelfde erkende leerbedrijf hun stage kunnen voltooien. Ook bij deze variant neemt de stagevraag toe.
en de professionaliteit van opleiden is groter dan bij stages in bedrijven die niet zijn erkend als leerbedrijf. Stagevraag vmbo groeit De kenniscentra nemen een snelle groei waar in de vraag naar stageplaatsen in het kader van loopbaanoriëntatie. Dit sluit aan bij de behoefte van bedrijven om zich voor toekomstige medewerkers zichtbaar te maken. De vraag om stages is zowel gericht op een globale verkenning van het beroepenveld aan het einde van het tweede jaar als op een beroepsvoorbereiding aan het einde van het vierde jaar. De stage blijkt een succes, wanneer deze is gericht op duidelijke doelen die in het verlengde liggen van de oriëntatiebehoefte van de leerling en wanneer de stage is ingebed in een degelijke voorbereiding en nazorg. Bedrijven nemen hun rol serieus en vragen om maatwerkondersteuning bij hun rol in de vmbo-stages. De kenniscentra bieden die aan, bekostigd vanuit de Stageboxmiddelen. Afspraken met het vmbo-veld om degelijk vorm te geven aan de stages en afspraken te maken over de inzet van de bedrijven zijn nodig. De kenniscentra zijn wisselend betrokken bij de stages in de leerwerktrajecten en nemen waar dat de vmbo-scholen niet in alle gevallen gebruik maken van erkende leerbedrijven. De informatievoorziening bij de vmbo-scholen over de regels om de kwaliteit bij stages te borgen schiet tekort.
Nieuwe onderwijsvorm: Vakcolleges Het Vakcollege is een nieuwe vorm van scholing voor jongeren na de basisschool. Een zesjarige leergang binnen het (v)mbo. Uiteraard worden alle door de overheid gestelde onderwijsdoelen gerealiseerd, zodat de opleiding minimaal dezelfde basis geeft als het huidige (v)mbo. Er is een sterke oriëntatie op het beroep en vormen van werkend leren vanaf het derde leerjaar. Het initatief voor het vormen van de Vakcolleges is genomen als een vorm om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan en tegelijk het vakmanschap in de technische bedrijven te bevorderen. In 2008/9 zijn 13 vakcolleges met 1.000 leerlingen van start gegaan. In 2010 moet het groeien tot 65 Vakcolleges. Bedrijven en scholen gaan binnen de Vakcolleges samenwerking aan voor minimaal vijf jaar. De Vakcolleges worden uitgevoerd onder de regeling leerwerktrajecten en moeten ook gebruik maken van erkende leerbedrijven. Bij de verwachte groei zal het aantal leerwerkplekken in de Vakcolleges groeien tot 6.000. Dat zijn 960.000 stagedagen per jaar extra. Vooralsnog worden alleen opleidingen aangeboden in de techniek, maar er is ambitie om de formule ook te gebruiken voor opleidingen in andere sectoren. In dat geval zal er een veelvoud van leerwerkplekken nodig zijn.
Conclusie Voor vmbo-ers worden stages in leerbedrijven steeds belangrijker, zowel voor een goede beroepskeuze als voor hun opleiding. We stellen vast dat de stagevraag sterk toeneemt, maar dat communicatie hierover met het bedrijfsleven ontbreekt. Gevaar is dat leerbedrijven door de bomen het bos niet meer zien, ongecoördineerd worden bevraagd. Er kan een verdringseffect ontstaan ten opzichte van de wettelijk verplichte mbo-stage in erkende leerbedrijven, zeker nu ten gevolge van de crisis het aantal leerplaatsen onder druk komt te staan. Wanneer alle 500.000 leerlingen in het tweede jaar van het vmbo minimaal een oriënterende stage van één dag volgen en een beroepsvoorbereidende stage in het derde of vierde jaar van tien dagen dan zal dat een jaarlijkse stagevraag zijn van meer dan één miljoen stagedagen. De groei van de Vakcolleges zal het beroep op het bedrijfsleven verder doen toenemen met 6.000 stageplaatsen, dat wil zeggen nogmaals één miljoen stagedagen per jaar en bij uitbreiding naar andere sectoren een veelvoud daarvan. Dat vraagt een stevige organisatie en begeleiding en kan niet worden gerealiseerd zonder nader overleg tussen het vmbo en het bedrijfsleven.
Het belang van samenwerking met erkende leerbedrijven Leerbedrijven in het (v)mbo zijn erkend op basis van een regeling die de kwaliteit van het bedrijf als leerbedrijf moet borgen. De bedrijven worden door de kenniscentra in hun rol ondersteund en in elk bedrijf zijn geschoolde praktijkopleiders aanwezig. De bedrijven hebben een opleidingstraditie en in hun bedrijfsvorming is ruimte gemaakt voor instructie en begeleiding van jongeren. Daarmee is de waarborg gecreëerd voor het succesvol uitvoeren van stages en trajecten van werkend leren. Het geniet dan ook de voorkeur om voor elke vorm van stage buiten het mbo óók gebruik te maken van erkende leerbedrijven. Het afbreukrisico voor leerlingen is in deze bedrijven vele malen kleiner, de kwaliteit is gewaarborgd 7
Zeventien kenniscentra die meer dan dertig
Uitgave
verschillende branches vertegenwoordigen. Samen
© Colo, Zoetermeer, maart 2009
treden ze op als solide eenheid onder de naam Colo. Kenmerkend voor de kennis-centra is hun groeiende
Redactie en vormgeving
strategische rol op de arbeidsmarkt. En juist daar
Colo, Zoetermeer
manifesteert Colo zich als bindende kracht. Fotografie
Voedsel en leefomgeving www.aequor.nl
Gezondheidszorg, welzijn en sport www.calibris.nl Economie, administratie, ICT en veiligheid
Hollandse Hoogte
www.ecabo.nl
T [079] 329 40 00 F [079] 351 54 78
Drukwerk
Bouw en infra
[email protected]
Bestenzet, Zoetermeer
Colo Postbus 7259, 2701 AG Zoetermeer
www.fundeon.nl
www.colo.nl Grafimedia www.goc.nl
Mobiliteit www.innovam.nl
Handel www.kchandel.nl
Technisch vakmanschap www.kenteq.nl Horeca, bakkerij, reizen en recreatie, facilitaire dienstverlening www.kenwerk.nl Uiterlijke verzorging www.koc.nl Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica www.pmlf.nl Afbouw en onderhoud, presentatie en communicatie www.savantis.nl Hout en meubel www.shm.nl
Uniek vakmanschap www.svgb.nl
Foodsector
Voor meer informatie over stageplaatsen- en leerbanenmarkt: Will Seignette (Colo)
www.svo.nl
Carrosserie www.vocar.nl
[079] 329 40 31 [06] 513 375 31
Transport en logistiek www.vtl.nl
over de arbeidsmarkt: Ruud Baarda (Colo) [079] 329 40 32 [06] 533 213 00