Zaaknummer: 00403913 Onderwerp:
beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Collegevoorstel Feitelijke informatie Bijgaand treft u het raadsvoorstel aan tot vaststelling van de beleidsplannen voor wegen, groen en gebouwen. Alle verdere informatie leest u in het raadsvoorstel. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
1
Zaaknummer: 00403913 Onderwerp:
beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014 BESLUIT
Het college van Heusden heeft in de vergadering van 30 september 2014 besloten: de raad voor te stellen om: - het beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 vast te stellen; - het beleidsplan Onderhoud Groen 2014 vast te stellen; - het beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014 vast te stellen.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
2
001267164 00403913 Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Raadsvoorstel Inleiding De gemeente Heusden moest de laatste jaren flink bezuinigen om de financiële huishouding gezond te houden. Ook de openbare ruimte is hierbij niet ontzien. Met name wegen, openbaar groen en gemeentelijke gebouwen kregen te maken met substantiële taakstellende bezuinigingen. Uiteraard is er bij de invulling van deze taakstelling eerst gekeken naar efficiencyvoordelen. Dit heeft geleid tot voordelen, maar daarnaast ontkomen we er niet aan om het onderhoudsniveau te verlagen. U bepaalt de aangepaste onderhoudsniveaus door vaststelling van de beleidsplannen onderhoud wegen, onderhoud groen en onderhoud gebouwen. Feitelijke informatie De afgelopen jaren is er al gewerkt met lagere onderhouds- en beheerbudgetten. Daarnaast is gewerkt aan nieuwe beheerplannen. Enerzijds zijn de beheerplannen verouderd en anderzijds moeten ze in lijn worden gebracht met de uitvoering/de aangepaste budgetten. Bij het beheer en onderhoud gaat het om grote hoeveelheden. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor 2,9 miljoen vierkante meter verharding, voor 2,7 miljoen vierkante meter groen en voor ruim 200 gebouwen. Met het onderhoud en beheer is veel geld gemoeid. In de begroting gaat er dan ook speciale aandacht uit naar dit onderwerp in de paragraaf Kapitaalgoederen. De provincie heeft, bij brief van 19 mei 2015, aangegeven dat de paragraaf kapitaalgoederen speciale aandacht krijgt bij het beoordelen van de begroting 2015. U moet dan een actueel plan hebben vastgesteld en de financiële effecten daarvan moeten volledig zijn verwerkt in de begroting 2015. Daarbij geldt dat het kwaliteitsniveau en de budgetten zodanig moeten zijn dat er geen achterstallig onderhoud en dus geen kapitaalvernietiging optreedt. Ook riolering valt onder het begrip kapitaalgoed. Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is nog helemaal actueel en in lijn met de beschikbare budgetten. Een nieuw beleidsplan is hiervoor dan ook niet nodig. Afweging Om het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten weer met elkaar in balans te brengen is een nieuwe beleidslijn c.q. een nieuwe beheerstrategie opgesteld. Deze treft u in bijgaande beleidsplannen Wegen, Groen en Gebouwen aan en kan worden samengevat met de woorden “veilig en heel”. Kenmerk hierbij is dat de focus geheel ligt op de primaire functie van het kapitaalgoed. Voor wegen is dat op een veilige wijze van A naar B kunnen zonder dat er schade ontstaat. Voor groen geldt dat het een belangrijke functie in het leefbaar maken en houden van de woon/werk/leefomgeving heeft. Bij gebouwen gaat het er vooral om dat huurders/gebruikers er op een veilige en verantwoorde manier gebruik van kunnen maken. Daarnaast is van belang dat er geen kapitaalvernietiging ontstaat door achterstallig onderhoud. Comfort en esthetica zijn op zichzelf geen reden om tot uitvoeringsmaatregelen te komen. Met de strategie “veilig en heel” zijn beleid en budget weer met elkaar in balans gebracht. Inzet van Middelen Door het vaststellen van de nieuwe beleidsplannen komen de onderhoudsniveaus en de beschikbare budgetten weer met elkaar in lijn. De onderhoudsniveaus zijn dusdanig dat er geen achterstallig onderhoud zal ontstaan en dus ook geen kapitaalvernietiging. De beheerplannen laten zien dat de in de begroting opgenomen middelen ook op lange(re) termijn voldoende zijn voor het noodzakelijke (groot)onderhoud. Er zijn dan ook geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
1
001267164 00403913 Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure De beheerplannen zullen wij vaststellen zodra u overeenkomstig dit voorstel het beleid heeft vastgesteld. . Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
001267164 00403913 Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 6 november 2014; gezien het voorstel van het college van 30 september 2014; gelet op de beraadslaging;
besluit: -
het beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 vast te stellen; het beleidsplan Onderhoud Groen 2014 vast te stellen; het beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014 vast te stellen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
e. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Wegen 2014-O.docx Over gebaande wegen……….van normatief naar veilig en heel
Versie 18-09-2014 Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Bestaande situatie gemeentelijke infrastructuur .............................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 3
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 3
Pagina 1 Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
1 Inleiding In dit beleidsplan staat de visie op de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke wegen. De afgelopen jaren zijn tijdens bezuinigingen de budgetten voor het onderhouden van de wegen flink verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend. De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheerplan van de wegen vernieuwd moest worden. Naast efficiencyvoordelen (met name door inkoop/aanbesteden) en prijsvoordelen was het noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen. In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe beheerplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn. Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie ook of de plannen actueel zijn en of de financiële gevolgen in voldoende mate in de begroting staan. Het kwaliteitsniveau en de beschikbare budgetten moeten zodanig zijn dat er geen achterstallig onderhoud en daarmee kapitaalsvernietiging optreedt. Dit plan gaat alleen over het vaststellen van het onderhoudsniveau van de gemeentelijke wegen. De meeste overige beleidsmatige aspecten, die de wegen betreffen, zijn geregeld in het Gemeentelijke Verkeers- en VervoersPlan (GVVP).
2 Bestaande situatie gemeentelijke infrastructuur De hoeveelheden en kwaliteit van de gemeentelijke wegen zijn voorafgaand aan de planvorming geïnventariseerd. De gemeente is op dit moment eigenaar en beheerder van circa 2.9 miljoen vierkante meter verharding. De kwaliteit van de wegen is zodanig dat er geen situaties zijn waarin kapitaalsvernietiging aan de orde is of waar sprake is van structurele achterstanden.
3 Beleid Het wegenbeleid is er op gericht dat de gebruikers er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen maken van de wegen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk acceptabele kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden voldaan aan de wettelijke eisen. Het gewenste onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”. Het beheer moet zich richten op het veilig houden van de wegen zodat er geen letsel of schade ontstaat. Het begrip “heel” in de doelstelling wil zeggen dat tijdig onderhoud wordt gepleegd. Er mag geen sprake zijn van achterstallig onderhoud dat op termijn tot kapitaalsvernietiging kan leiden. Uiteraard is het uitgangspunt dat de wegen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik. Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.
Pagina 2 Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
4 Financiën Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van de wegen moeten in lijn zijn met elkaar. Met het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” wordt hierin voorzien. De beheerplannen zijn meerjarig doorgerekend en laten zien dat we de wegen adequaat kunnen onderhouden. De budgetten zijn voldoende om achterstallig onderhoud te voorkomen en deze kapitaalsgoederen in stand te houden.
5 Uitwerking in beheerplan Het beleid beantwoordt de vraag: wat willen we als onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met “veilig en heel”. Daarbij is het uitgangspunt dat het moet passen binnen de beschikbare middelen, zoals die zijn op genomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we dat doen? Het beheerplan wegen maakt duidelijk wat er aan de wegen gebeurt, wanneer dat plaatsvindt en tegen welke kosten. Het beheerplan blijft voortdurend actueel op basis van inspecties en (her)calculaties. De berekeningen die uit dit plan komen, laten zien of het gevoerde beleid en beheer passen binnen de beschikbare onderhoudsbudgetten en of eventueel aanpassing noodzakelijk is. Een aanpassing kan dan zowel een aanpassing van het beleid en beheer zijn maar het kan ook een aanpassing van het budget inhouden.
6 Ten slotte Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het onderhoudsniveau.
Pagina 3 Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen……….veilig en heel
Versie 24-09-2014 Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Situatie gemeentelijk groen ............................................................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2 3.1
Veilig en heel ........................................................................................................................... 2
3.2
Omvormen van groen .............................................................................................................. 3
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 4
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 4
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
1 Inleiding Dit beleidsplan gaat over de visie op het instandhouden, beheren en onderhouden van het gemeentelijke openbaar groen. Tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn de budgetten voor het onderhouden van het openbaar groen verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend. De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheersplan over het openbaar groen vernieuwd moest worden. Ondanks het inrekenen en realiseren van enkele efficiencyvoordelen is het noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen. In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe beheersplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn. De provincie heeft extra aandacht voor het op orde hebben van de plannen voor de instandhouding en het onderhoud van kapitaalgoederen. Naast wegen, gebouwen en riolering valt ook het openbare groen in deze categorie. Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie of voor het openbare groen het bij het beleid bepaalde onderhoudsniveau en de beschikbare budgetten met elkaar in evenwicht zijn. De inrichting van het openbare groen wordt over het algemeen bepaald bij de aanleg van een wijk of buurt, bij een nieuwe investering of bij een reconstructie. Het groenstructuurplan bepaalt in ruimtelijke zin het groene kader van de gemeente en de manier waarop dit in stand wordt gehouden en beschermd. Dit beleidsplan beperkt zich tot het onderhoudsniveau voor het gemeentelijke openbare groen.
2 Situatie gemeentelijk groen De gemeente is eigenaar en beheerder van in totaal circa 2,7 miljoen vierkante meter groen. In dit groen staan circa 26.000 bomen. Daarnaast is er 183 kilometer aan sloten te onderhouden. Het gemeentelijke openbaar groen is zodanig op orde dat er geen aanvullende maatregelen of investeringen hoeven te worden gedaan. In het verleden zijn er wel op een aantal plaatsen keuzes gemaakt, die achteraf gezien als minder gelukkig kunnen worden beschouwd vanuit kostenoverwegingen. Hierop wordt verder ingegaan bij punt 4.2 – omvormen van groen.
3 Beleid 3.1 Veilig en heel Het voorgestelde beleid is er op gericht om de functie van het openbaar groen, het leefbaar maken en houden van de werk- en leefomgeving, te waarborgen tegen een redelijke prijs. Het gewenste onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”. Het openbare groen moet veilig zijn zodat er geen letsel of schade ontstaat. Met “heel” wordt bedoeld dat het onderhoud tijdig wordt uitgevoerd zodat er geen achterstallig onderhoud en dus extra kosten ontstaan.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
Met het uitgangspunt “veilig en heel” is het groenonderhoud sober, maar netjes. Hinder die soms wordt ervaren (bijv. door schaduwwerking, bladval) en esthetica zijn op zichzelf geen reden om over te gaan tot onderhoudsmaatregelen. Zoals gezegd is de feitelijke uitvoering van het groenonderhoud door onze wijkteams al afgestemd op de verlaagde budgetten en het nieuw vast te stellen onderhoudsniveau. Nieuw is wel dat door de wijkteams , meer dan in het verleden, contact wordt onderhouden met wijkbewoners en dat er rekening wordt gehouden met hun wensen. Hoewel het onderhoudsniveau naar beneden is bijgesteld, wordt in de laatste wijkatlas het openbaar groen in de woonomgeving toch hoger gewaardeerd.
3.2 Omvormen van groen Dit beleidsplan richt zich op het dagelijkse onderhoud van openbaar groen, waarbij de meeste werkzaamheden minimaal één, maar vaak meerdere malen per jaar voorkomen. Per soort groen zijn daarvoor werkplannen opgesteld, die aangepast kunnen worden in overleg met bewoners/gebruikers. Daarbij geldt uiteraard steeds de randvoorwaarde dat voldaan wordt aan het uitgangspunt “veilig en heel”. Groen kent echter ook een houdbaarheidstermijn. Afhankelijk van het soort groen is het na lange(re) termijn toe aan vervanging. Uit inventarisatie blijkt dat dit de komende jaren nog slechts op beperkte schaal speelt en dat de beschikbare budgetten daarvoor voldoende zijn. Op langere termijn zal dit echter vaker voorkomen en zal het beslag op de budgetten naar verwachting zwaarder worden. Naar de toekomst toe is dan ook een andere aanpak nodig. Uit de inventarisatie van het openbaar groen blijkt ook dat het één op één vervangen van het huidige groen niet altijd de beste keus is. Enerzijds is de inrichting van het groen achterhaald en anderzijds blijken de onderhoudskosten vaak hoger dan noodzakelijk. Het omvormen van het openbaar groen naar een inrichting die past binnen de beschikbare budgetten is gewenst. Hiervoor is het nodig om een integrale afweging te maken, waarbij ook het groenstructuurplan wordt aangepast. Door deze werkwijze kunnen de kosten van het dagelijks onderhoud worden verlaagd en ontstaat er ruimte voor de benodigde renovaties/omvormingen. De nadere uitwerking hiervan en de aanpassing van het groenstructuurplan staan gepland voor 2015. Belangrijke thema’s bij deze actualisatie zijn ondermeer: Leg vast waar de belangrijke groenstructuren liggen. Geef daarbij ook aan waar (ruimtelijke) ontwikkelingen gaande zijn. Hoe worden groenstructuren beschermd en onder welke voorwaarden zijn afwijkingen mogelijk? Zorg voor bescherming van een groenstructuur maar maak het niettemin mogelijk om onderdelen daarvan wel te vervangen of veranderen. Hoe zien toekomstige omvormingen er uit in de tijd en qua middelen?
4 Financiën Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen moeten in lijn zijn met elkaar. Met het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” wordt hierin voorzien. Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
5 Uitwerking in beheerplan Het beleid beantwoordt de vraag: wat willen we als onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met “veilig en heel”. Daarbij is het uitgangspunt dat het moet passen binnen de beschikbare middelen, zoals die zijn op genomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we dat doen? Het groenbeheerplan bevat een werkpakket per soort groen. Uit deze werkpakketten en uit de bijbehorende kostenberekeningen moet duidelijk zijn hoe het groen wordt beheerd, wanneer dat plaatsvindt en tegen welke kosten.
6 Ten slotte Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het onderhoudsniveau.
Pagina 4
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx
Versie 18-09-2014 Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen .................................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2 3.1
De „vaste‟ gemeentelijke gebouwen ........................................................................................ 2
3.2
Onderwijsgebouwen en gymzalen........................................................................................... 3
3.3
De „tijdelijke‟ gebouwen ........................................................................................................... 3
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 3
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 4
Pagina 1 Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
1 Inleiding Dit beleidsplan omvat de visie op de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke gebouwen. Tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn de budgetten voor het onderhouden van de gebouwen flink verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend. De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheerplan van de gebouwen vernieuwd moest worden. Naast efficiencyvoordelen (met name door inkoop) en prijsvoordelen was het noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen. In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe beheerplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn. Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie ook of de plannen actueel zijn en of de financiële gevolgen in voldoende mate in de begroting staan. Het kwaliteitsniveau en de beschikbare budgetten moeten zodanig zijn dat er geen achterstallig onderhoud en dus geen kapitaalvernietiging optreedt. Dit plan gaat om het vaststellen van het onderhoudsniveau voor de gemeentelijke gebouwen. Het al dan niet in eigendom hebben (afstoten/aankoop) van gebouwen is geregeld in de notitie criteria privatisering gemeentelijke gebouwen.
2 Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen De gemeente is op dit moment eigenaar en daarmee verantwoordelijk voor ongeveer 200 gebouwen. Dit aantal is steeds aan wijziging onderhevig door aan- en verkoop. De meeste panden worden gezien als „tijdelijk bezit‟, omdat ze zijn aangekocht in het kader van toekomstige ontwikkelingen. Deze gebouwen hebben een eigen beheer- en onderhoudsaanpak. Voor 68 „vaste‟ gemeentelijke gebouwen is een beheerplan opgesteld. Ook dit aantal is aan wijziging onderhevig door met name verkoop. Een apart beheerplan is opgesteld voor de schoolgebouwen en de bijbehorende gymlokalen. Deze gebouwen worden beheerd door de schoolbesturen, maar de financiële stromen voor het meeste groot buitenonderhoud lopen nu nog via de gemeente. Door een wetswijziging gaat dit met ingang van 1 januari 2015 veranderen.
3
Beleid
3.1 De ‘vaste’ gemeentelijke gebouwen In dit beleidsplan gaat de aandacht vooral uit naar de „vaste‟ gemeentelijke gebouwen. De gebruikers/huurders moeten er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen maken van deze gebouwen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk acceptabele kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden voldaan aan de wettelijke eisen. Het gewenst onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”. Pagina 2 Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Het beheer moet zich richten op het veilig houden van de gebouwen, zodat er geen letsel ontstaat. Het begrip “heel” in de doelstelling wil zeggen dat tijdig onderhoud wordt gepleegd. Er mag geen sprake zijn van achterstallig onderhoud dat op termijn tot kapitaalvernietiging kan leiden. Uiteraard is het uitgangspunt dat gebouwen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik. Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.
3.2 Onderwijsgebouwen en gymzalen Op dit moment is de gemeente, vanuit de wettelijke zorgplicht, verantwoordelijk voor het buitenonderhoud aan 21 basisscholen en 6 gymzalen in het primair onderwijs. Op 1 januari 2015 gaat de wetswijziging in waarbij de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud overgeheveld worden van de gemeenten naar schoolbesturen. Deze wetswijziging geldt alleen voor de schoolgebouwen. De gymnastiekvoorzieningen blijven de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Voor de gymzalen blijft de gemeente een vergoeding uit het Gemeentefonds ontvangen voor de kosten van instandhouding en onderhoud. Voor de schoolgebouwen en de gymzalen zijn de beheerplannen geactualiseerd op basis van de begrippen “veilig en heel”. Met de schoolbesturen worden nog nadere afspraken gemaakt over de overdracht van de gebouwen en de mogelijke financiële gevolgen.
3.3 De ‘tijdelijke’ gebouwen Voor de „tijdelijke‟ gebouwen wordt geen meerjarenplanning opgesteld. Alleen het klachtenonderhoud en het noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd om aan de wettelijke kaders te voldoen. De kosten van dit onderhoud komen ten laste van het project waarvoor het pand is aangekocht.
4 Financiën Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van gebouwen moeten in lijn zijn met elkaar. Het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” voorziet hierin. De beheerplannen zijn meerjarig doorgerekend en laten zien dat we de gebouwen adequaat kunnen onderhouden. De budgetten zijn voldoende om achterstallig onderhoud te voorkomen en deze kapitaalgoederen in stand te houden.
5 Uitwerking in beheerplan Dit beleidsplan beantwoordt de vraag: wat willen we voor onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met “veilig en heel”. Uitgangspunt daarbij is dat het moet passen binnen de beschikbare middelen, zoals die zijn opgenomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we dat doen? Voor het onderhoud wordt een onderscheid gemaakt in: -
Klachtenonderhoud Klein (dagelijks) onderhoud Planmatig groot onderhoud Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Voor het klachtenonderhoud en het klein onderhoud zijn aparte budgetten beschikbaar. Voor het planmatig groot onderhoud wordt gebruik gemaakt van een meerjarig beheerplan. Dit meerjarige plan is aangepast aan het hiervoor beschreven onderhoudsniveau. Het bevat een inschatting van wat er naar verwachting aan de gebouwen moet gebeuren, wanneer dat zal zijn en tegen welke kosten. Het meerjarige beheerplan wordt continu geactualiseerd op basis van inspecties en (her)calculaties. De berekeningen die uit dit plan komen, laten zien of het gevoerde beleid en beheer passen binnen de beschikbare onderhoudsbudgetten en of eventueel aanpassing noodzakelijk is. Een aanpassing kan dan zowel een aanpassing van het beleid en beheer als een aanpassing van het budget inhouden.
6 Ten slotte Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het onderhoudsniveau.
Pagina 4 Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014