Gemeente Amersfoort
Collegebesluit
Org. onderdeel: Opsteller: User-id:
MO/ZCS P.N. Dijkstra - de Jager DIJX
Tel:
4486
Onderwerp:
PRINCIPEKEUZES WET MAATSCHAPPELJKE ONDERSTEUNING 2015 Toelichting:
In deze peilnota leggen wij de raad een aantal principe-keuzes voor, specifiek voor de Wmo die in lijn zijn met de eerder genomen besluiten over de visie en inrichting van het sociaal domein. Hiermee komen we tegemoet aan de wens van de raad om in een vroegtijdig kaders te stellen voor het nieuwe Wmobeleid. Het college besluit:
De peilnota 'Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning 2015' vast te stellen.
Reg.nr. Datum
4586594 15-01-2014
Afdoening Motie / Toezegging
Uit Raad datum:
M nr. M-………………………. DOCS nr. besluitenlijst: T ………………………………
Verantwoordelijk Ambtenaar
Datum
Paraaf
Afdelingshoofd Controller GMT …… Collegebehandeling agenderen voor datum: agendastuk hamerstuk geheim embargo
datum:
Verantwoordelijk Portefeuillehouder
tijd:
Datum
Paraaf Akkoord
burgemeester weth. Van den Berg weth. Buijtelaar weth. Van Eijk weth. Lubbinge weth. -- weth. Van der Werff
Advies De Raad De Ronde
Collegebesluit d.d.:
conform aangehouden vervallen
Het Besluit Raadsinformatiebrief geen
Peiling Voorbereiding besluit
PEILING Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder B.J. Lubbinge
Reg.nr. Datum
: 4567514 : 21 januari 2014
TITEL Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015.
PEILPUNTEN De raad wordt gevraagd zich uit te spreken over de volgende peilpunten: 1. We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg. 2. Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep.
AANLEIDING De beweging in het sociaal domein gaat over het maken van keuzes, een groter beroep op eigen kracht en zelfredzaamheid en dat de gemeente niet meer in alle gevallen een ondersteuningsaanbod faciliteert. Er komen nieuwe taken over vanuit de Rijksoverheid met grote efficiencykortingen. We moeten dus meer doen met minder middelen en instandhouding van het huidige niveau van ondersteuning is geen vanzelfsprekendheid. In dit verband gaat het specifiek om de volgende AWBZ-functies: individuele en groepsbegeleiding, vervoer, respijtzorg en begeleiding bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (nu nog onderdeel van de persoonlijke verzorging in de AWBZ) en beschermd wonen. Uw raad heeft in de besluiten over het de beweging in het sociaal domein al een basis gelegd voor de invulling van de decentralisaties. Daarnaast zijn wij op verschillende manieren in gesprek gegaan met zorgaanbieders, cliëntenraden en adviesraden om te sparren over de concrete invulling. Ons beeld is dat er over het algemeen op hoofdlijnen draagvlak bestaat voor de veranderingen, maar dat cliënten zich wel zorgen maken over de gevolgen voor hun specifieke situatie. Zorgaanbieders hebben ook zorgen over de continuïteit van zorg voor de cliënten en over het voortbestaan van de eigen organisatie, maar zijn tegelijkertijd al volop aan het nadenken hoe zij zich door innovatie en samenwerking met andere partijen kunnen voorbereiden op de veranderingen. De input die we hebben opgehaald hebben we benut bij het formuleren van de keuzes die nu voorliggen. Voorstellen over de toekomstige invulling van de hulp bij het huishouden en beschermd wonen volgen in een later stadium.
BEOOGD EFFECT In deze peilnota leggen wij u een tweetal principekeuzes voor, specifiek voor de Wmo. Hiermee komen we tegemoet aan uw wens om vroegtijdig kaders te stellen voor het nieuwe Wmo beleid. Daarnaast geven wij aan hoe uw keuzes m.b.t. de beweging in het sociaal domein uitwerken voor de invulling van de Wmo en geven wij inzicht in de wijze waarop in de wet kaders voor het persoonsgebonden budget en de eigen bijdrage zijn opgenomen. Deze onderdelen zullen vervolgens nader worden uitgewerkt in het conceptbeleidskader. Het uiteindelijke doel is een zorgvuldige invulling van ons Wmo-beleid, passend binnen het beschikbare budget, inclusief de door het rijk doorgevoerde bezuinigingen. Overigens sluiten wij niet uit dat er scherpere keuzes gemaakt moeten worden vanwege de beschikbare budgetten.
Inlichtingen bij :
P.N. Dijkstra - de Jager, MO/ZCS, (033) 469 44 86
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
2
RIJKSBELEID EN UITWERKING BESLUITVORMING BEWEGING SOCIAAL DOMEIN Naast de twee peilpunten zijn er een aantal onderdelen die voortvloeien uit het nog vast te stellen rijksbeleid of uit eerdere keuzes die u hebt gemaakt met betrekking tot de beweging in het sociaal domein. Hieronder lichten wij toe hoe deze uitwerking eruit kan zien: Informele zorg In Amersfoort geeft 14% van de mantelzorgers aan zich overbelast te voelen en de verwachting is dat het aantal gaat stijgen door demografische ontwikkelingen. Het is belangrijk dat mantelzorgers hun werk vol kunnen houden. Het ontvangen van een waardering van degene die zij verzorgen, speelt daarin een belangrijke rol. In Amersfoort maakten in 2012 ruimt 2.400 mensen gebruik van het mantelzorgcompliment (à € 200,- per cliënt per jaar). Als per 2015 het mantelzorgcompliment komt te vervallen willen wij dat ontvangers van mantelzorg hun mantelzorgers kunnen blijven waarderen in de vorm van een geldbedrag of natura. Dit wordt nog nader uitgewerkt. In het wetsvoorstel staat dat hiervoor 70 miljoen aan het gemeentefonds wordt toegevoegd. Wij gaan burgerinitiatieven gericht op het versterken van de informele zorg en innovatieve projecten om mantelzorg(ers) ondersteunen, faciliteren en verbinden met de formele zorg- en welzijnspartners. Algemene voorzieningen gaan voor maatwerkvoorzieningen In aansluiting op de wet en de keuzes die u hebt gemaakt binnen het sociaal domein wordt individuele hulp en ondersteuning zoveel mogelijk geboden als algemene voorziening in de basisinfrastructuur. Centraal staat de vraag wat een individuele inwoner nodig heeft om zelf de regie over het eigen leven te houden en te kunnen participeren. Daarom ontwikkelen we zoveel mogelijk algemene voorzieningen die voor iedere burger toegankelijk zijn in plaats van specifieke voorzieningen met het bijbehorende toegangsbesluit. Vergelijkbaar met de kanteling in de huidige Wmo, moet ook rond de nieuwe taken een omslag in denken ontstaan waarbij het claimgerichte systeem met indicatiestelling en protocollen wordt vervangen door individuele vraagverheldering waarbij in de oplossing algemene voorzieningen een belangrijke rol spelen. Bij algemene voorzieningen betalen de deelnemers/cliënten veelal een deelnemersbijdrage. Deze is voor alle deelnemers gelijk. Differentiatie naar inkomen is niet mogelijk. Bij de verdere vormgeving van de algemene voorzieningen zullen wij hier aandacht aan besteden.
Maatschappelijke activering en dagactivering ( in de AWZB begeleiding) Individuele begeleiding in de AWBZ wordt geboden aan mensen die niet goed in staat zijn hun dagelijks leven te structureren. Het gaat bijvoorbeeld om het compenseren van het regelvermogen zoals ondersteuning bij planning van activiteiten, het regelen van dagelijkse zaken, het structureren van de dag, besluiten nemen, maar ook praktische hulp bij administratie, geldbeheer, oefenen van sociale vaardigheden of communicatie. Tot dit deel rekenen wij ook 'Begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen' (het Persoonlijke verzorgingsdeel dat wel in de Wmo wordt opgenomen). Doel is de situatie van de persoon te verbeteren of stabiel te houden. Kortdurende intensieve begeleiding wordt geboden in de beginfase van een begeleidingstraject, bij crisissituaties en life events (bijvoorbeeld het overlijden van een naaste, of ernstige ziekte). Wij beleggen de uitvoering van deze functie in het wijkteam, waarbij eigen regie en oplossingsvermogen worden gestimuleerd. Op onderdelen is het mogelijk taken op informele wijze te vervullen of middels aanbod in de basiszorginfrastuctuur. Het wijkteam heeft hierin een stimulerende, voorbereidende en toeleidende rol. Door de nieuwe werkwijze wordt inhoud gegeven aan de beweging die wij hebben verwoord in onze inhoudelijke principes: een integrale manier van werken, vanuit het principe één huishouden – één plan en zelfredzaamheid stimulerend, ingebed in de sociale omgeving. De ‘grondslag’ (iemands aandoening of beperking) is niet langer leidend voor de inzet, maar de ondersteuningsvragen die iemand heeft. Iemand kan met al zijn vragen terecht bij het wijkteam. Individuele ondersteuning is in principe kortdurend. Ambulante ondersteuning wordt op deze wijze een algemene voorziening die snel beschikbaar is en nabij, doordat zij toegankelijk is zonder indicatie en wijkgericht. Ook een deel van de huidige ondersteuning in het kader van de Wmo willen wij integreren in de wijkteams, zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk of ouderenadvisering. De integrale manier van werken via een en dezelfde toegang, maakt de hulpverlening overzichtelijker en voor hulpvragers duidelijker doordat zij één ingang en aanspreekpunt hebben in de wijk.
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
3
Bovendien houden we zo beter een vinger aan de pols bij mensen met chronische beperkingen, wat samen met inzet vanuit de basiszorginfrastructuur kan leiden tot minder structureel langdurige inzet van professionals. Nu besloten is om het wijkteam als doorlopende lijn voor de ‘één huishouden, één plan’ aanpak te positioneren, past het om dwang en drang maatregelen zoveel mogelijk ondersteunend in te zetten aan dit plan en daarmee aan de aanpak van de wijkteams. In de jeugdzorg krijgt dit al vorm via Saveteams, ook bij huisverboden wordt al op deze manier samengewerkt. Uiteraard hebben beide kaders hun eigen principes en voorwaarden, maar door ze in samenhang in te zetten zijn beide effectiever. Soms is begeleiding te specifiek voor een wijkteam. Dan schakelen we specialisten in die ofwel kunnen adviseren hoe om te gaan met een specifiek probleem, dan wel een deel van de specialistische zorg op zich nemen (bijvoorbeeld gericht op een bepaalde hulpvraag of op een specifieke beperking). Revalidatie van een ernstig ongeluk, waarbij hersenletsel is opgetreden, rekenen we hier bijvoorbeeld toe. Deze vormen van individuele begeleiding zullen tot de specifieke zorg gaan behoren. Wat de aard en omvang er precies van is, moeten we nog vaststellen. De functie individuele begeleiding wordt binnen de AWBZ soms langdurig geïndiceerd voor mensen met chronische problematiek of beperkingen. Denk hierbij aan mensen met verstandelijke beperkingen, chronisch psychiatrische problematiek of niet aangeboren hersenletsel. Zij willen graag zelfstandig blijven wonen, mits er een goed ‘steunsysteem’ is. In principe gebeurt dit in het eigen netwerk van de betreffende persoon, of met hulp van (collectieve) ondersteuning uit de basiszorginfrastructuur. Als er toch een professioneel ‘stut-en-steun’-contact nodig is, is het de vraag of het wijkteam deze kan blijven bieden. Te veel van dergelijke contacten doen een te zwaar beroep op de capaciteit van een wijkteam. We onderzoeken alternatieve mogelijkheden of de mogelijkheid van langduriger toe te wijzen ondersteuning als vorm van specifieke zorg.
Vervoer We koppelen vervoer los van dagbesteding. Hierdoor kan worden ingezet op andere, creatieve vervoerssystemen in de wijk met bijvoorbeeld vrijwilligers of cliënten die dit als dagactiviteit doen. Daarnaast is bundeling van vervoer mogelijk waardoor het bereik en de bereikbaarheid groter wordt. Combinaties kunnen worden gezocht met bijvoorbeeld het vervoer van leerlingen, regiotaxi of mensen die beschut werken. Door minder versnipperd om te gaan met vervoersaanbod wordt ook minder bureaucratie in de hand gewerkt. Door vanuit een benadering en eenzelfde methodiek de situatie met cliënten te bespreken wordt gezocht naar de mate waarin mensen zelf oplossingen kunnen vinden. Cliënten worden zodoende gestimuleerd meer zelf te reizen. Bijvoorbeeld op de fiets of met de bus, begeleid door vrijwilligers enz. Door een verbreding in de doelgroepen zal er sprake zijn van een diverse groep cliënten met een vervoersbehoefte. Niet alle doelgroepen zijn echter te combineren. Daar houden we rekening mee in de uitwerking. Er zijn en blijven specifieke eisen voor bepaalde doelgroepen bij het vervoeren. Een aantal criteria wordt bij de inkoop en het beheer opgesteld om kwaliteit te borgen en oog te houden voor specifieke groepen.
Persoonsgebonden budget (pgb) Ook in de nieuwe wet blijft een pgb mogelijk, maar de voorwaarden zijn aangescherpt. Zorg in natura (zorg die instellingen leveren) is het uitgangspunt bij ondersteuning. Als een aanvrager van mening is dat dit niet volstaat, moet hij gemotiveerd aangeven waarom hij een PGB aanvraagt. Om cliënten die een voorkeur hebben voor een pgb goed te kunnen faciliteren en om misbruik te voorkomen zullen wij in de verordening een nadere uitwerking opnemen. Hierbij gaat het o.a. gaan om regievoering door een vertegenwoordiger, betaling van een informele zorgverlener of mantelzorger uit een pgb en tariefdifferentiatie afhankelijk van het opleidingsniveau van de hulpverlener. De uitwerking vindt gecombineerd plaats voor Wmo en jeugd.
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
4
Eigen bijdrage Het uitgangspunt van de Wmo is dat mensen zoveel mogelijk gebruik maken van hun eigen kracht, waaronder financiële draagkracht. Het instrument hiervoor vanuit het rijk is de eigen bedrage. Wij mogen geen rekening houden met de financiële draagkracht van een aanvrager door mensen met een bepaald inkomen een maatwerkvoorziening op grond van hun inkomen of eigen vermogen te weigeren. Hieruit volgt dat wij een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage heffen voor alle maatwerkvoorzieningen voor zover de wet hier ruimte toe biedt. Ook nu al wordt voor begeleiding een eigen bijdrage geheven in de AWBZ. Uitzondering hierop is de bemoeizorg. Hulp wordt zoveel mogelijk vraaggericht ingezet, maar soms is het nodig om bemoeizorg in de te zetten bij mensen waarover grote zorgen zijn, maar die zelf geen hulp vragen en waar dit wel nodig is. Mensen een eigen bijdrage vragen voor hulp waar zij niet om hebben gevraagd leidt tot frustratie bij het motiveren voor het verdere traject. Zijn mensen eenmaal gemotiveerd om hulp te accepteren dan kunnen hiervoor de reguliere eigen bijdragen worden gevraagd. Voor hulp die via een dwangmaatregel wordt opgelegd ligt dit anders. De dwangmaatregel functioneert dan als stok achter de deur om het hulptraject aan te gaan. Een eigen bijdrage is dan wel mogelijk. De opbrengst van de eigen bijdrageheffing is naar verwachting relatief beperkt omdat een groot deel van de aanvragers in de lagere inkomenscategorieën valt. Raakvlakken met andere domeinen De Wmo heeft raakvlakken met een groot aantal andere domeinen. Specifiek noemen wij: AWBZ en de Wet Langdurige Intensieve Zorg (Wet LIZ) De basiszorginfrastructuur bestaat uit een mix van allerlei zorg en ondersteuningsaanbod met diverse financieringsstromen. Afstemming hiertussen is belangrijk, bijvoorbeeld tussen huisartsen/wijkverpleegkundigen, geestelijke gezondheidszorg en wijkteams. De wijkverpleegkundige gaat deelnemen aan het wijkteam en werkzaamheden als coördineren, signaleren en coachen worden geborgd in de nieuwe aanspraak wijkverpleging. Wij zullen over de wijkverpleegkundige, maar ook over andere onderwerpen afspraken maken met zorgverzekeraars. Dit is een intensivering van de samenwerking die nu ook al bestaat in de vorm van een convenant. Participatiewet/Jeugdzorg/ Passend onderwijs Als voorbeeld noemen wij de organisatie van de dagbesteding voor jongeren. Nu bereiden het voorgezet speciaal onderwijs en aanbieders van dagbesteding in veel gevallen aanvragen voor dagbesteding voor waarna beoordeling door het CIT plaatsvindt. Door toegang op meer afstand te plaatsen van het aanbod en breed te organiseren in het kader van maatschappelijke participatie, ontstaat een portaal dat alle ondersteuningsvragen afhandelt voor mensen die behoefte hebben aan maatschappelijke activering (werk en dagactiviteiten). Er bestaat immers overlap tussen mensen die momenteel (of in de toekomst) werkzaam zijn in een beschutte omgeving (waaronder de sociale werkvoorziening) en mensen die een indicatie voor dagbesteding hebben of hiervoor in de toekomst bij de gemeente komen. In de kern gaat het bij participatie (al dan niet arbeidsmatig) om het kijken naar mogelijkheden van cliënten. Door (potentiële) cliënten op eenzelfde wijze te beoordelen wordt helderheid en eenduidigheid geboden. Daarnaast is één portaal van belang om zicht en grip te krijgen op de doelgroepen die specifieke dagactiviteiten (gaan) verrichten. Ook vanuit het onderwijsveld is een heldere route en beoordeling voor leerlingen / cliënten van belang om te kunnen beoordelen wat de mogelijkheden zijn. Wijkteams verkennen in eerste instantie samen met een bewoner wat wensen en mogelijkheden zijn. Het coachen en begeleiden naar activiteiten of werk gebeurt vervolgens via het ene portaal op stedelijk niveau.
ARGUMENTEN BIJ DE PEILPUNTEN In de voorgestelde principekeuzes en de nadere uitwerking van rijksbeeld en beweging sociaal domein hebben wij specifiek voor de Wmo de volgende maatregelen genomen om de rijksbezuinigingen op te vangen. Het versterken van eigen kracht en zelfredzaamheid en het versterken van de informele zorg; De vernieuwing van het aanbod in de zorg door meer algemene voorzieningen en het ontschotten van doelgroepen; Het heffen van een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage voor individuele Wmo-voorzieningen
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
5
Deze maatregelen zijn aanvullend op de maatregelen die in het kader van de beweging in het sociaal domein zijn genomen waaronder, de herinrichting van de basis(zorg) infrastructuur, het voorkomen van de inzet van specifieke zorg door eerdere signalering en interventies. Of deze maatregelen voldoende zijn om de financiële taakstelling te realiseren is op dit moment nog onduidelijk. Mede omdat wij ook nog onvoldoende zicht hebben op het aantal (nieuwe) klanten, maar wij verwachten dat we hiermee een basis hebben gelegd. Toch sluiten wij het niet uit dat wij aan de hand van de concretisering in de komende maanden scherpere keuzes voor zullen moeten leggen. Peilpunt 1: We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg.
1.1 De mantelzorger of zorgvrijwilliger heeft een eigenstandige positie in de ondersteuning Mantelzorgers en zorgvrijwilligers nemen vaak het leeuwendeel van de ondersteuning op zich. Wij stellen voorwaarden aan de formele zorg om een goede samenwerking tussen formele en informele zorg te borgen en om ervoor te zorgen dat ook de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger of vrijwilliger een plek krijgt in het ondersteuningsplan. Daarbij moet ook worden meegenomen welke ondersteuning zorgverzekeraars kunnen bieden aan mantelzorgers. Hiermee is de positie van de mantelzorger of zorgvrijwilligers geborgd. 1.2 Het mogelijk maken van respijtzorg is een essentiële voorwaarde om mensen langer thuis te kunnen laten wonen. Ondanks alle inspanningen om mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen, kunnen zij door de zware zorg die op hun schouders rust, overbelast raken. Om te voorkomen dat het zover komt, of om verlichting te bieden als het nodig is, is het bieden van ‘respijtzorg’ essentieel. Respijtzorg is totaal vervangende zorg, waardoor de mantelzorger even ‘vrijaf’ kan nemen. Respijtzorg kent vele vormen, die ook nu al beschikbaar zijn als algemeen toegankelijke voorzieningen binnen de Wmo, denk aan Hulp Thuis en maatjesprojecten met vrijwilligers. Maar ook professionele vervanging is mogelijk, in de eigen woonsituatie en middels logeerfaciliteiten op een plek waar professionele zorg aanwezig is. De huidige indicatie voor ‘tijdelijk verblijf’ in de AWBZ komt te vervallen. Via een pgb willen wij overbelaste mantelzorgers in de gelegenheid stellen van professionele logeermogelijkheden gebruik te maken. We doen dit in nauwe afstemming met zorgverzekeraars.
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
6
Peilpunt 2 Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep. 2.1 Aansluiting bij de leefwereld en de context van bewoners creëert mogelijkheden om beter te signaleren en te interveniëren In de visie beweging in het sociaal domein wordt hulp dichtbij huis als uitgangspunt gehanteerd. Het doel is eerst te zoeken naar oplossingen en mogelijkheden in de eigen omgeving (het gezin, het eigen netwerk, de buurt). Dat geldt ook voor dagactiviteiten. Van oudsher werken instellingen voor dagbesteding afgebakend naar doelgroepen. Kennis, expertise, capaciteit en accommodaties zijn daar op ingericht. Op het gebied van participatie streven we maatwerk na, waarbij bewoners meer zelf de regie hebben in hun zoektocht naar wat bij hen past. Er wordt aangesloten bij de interesses, talenten en mogelijkheden van mensen, ongeacht hun beperking. Maatschappelijke activering wordt zodoende meer benaderd als een beroepskeuze. Door maatschappelijke activering dichtbij en nabij bewoners te organiseren kunnen snelle verbindingen worden gemaakt. Het maakt vroegtijdige signalering mogelijk, dat van belang is om in te kunnen spelen op situaties van mensen, of om problemen te voorkomen. Daarbij vormt het wijkteam een belangrijke spil. 2.2 Door bundeling van activiteiten is een meer efficiënt en integraal aanbod mogelijk Op dit moment is dagbesteding sterk sectoraal ingericht, wat leidt tot verkokering en inefficiëntie. Bundeling van activiteiten is mogelijk, door anders om te gaan met capaciteit en omvang. Er zal, gelet op het bovenstaande, een verschuiving plaatsvinden van de huidige dagbesteding (waar doelgroepen geconcentreerd activiteiten verrichten) naar activiteiten in de wijk, aangeboden door formele en informele organisaties. Er is meer mogelijk in samenwerking met andere partijen (instellingen/bedrijven) die werkzaam zijn in de wijk. Als een aangepaste omgeving (accommodatie, specifieke begeleiding) echt nodig is voor een specifieke doelgroep (bijvoorbeeld mensen met een ernstig fysieke aandoeningen), dan wordt gezocht naar bundeling van activiteiten op een efficiënt (bovenlokaal) schaalniveau, in samenwerking met de regio. Kortom: een meer efficiënte wijze van organiseren is mogelijk.
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
7
2.3 Er wordt geconcentreerd ingezet op ondersteuning en minder op bekostiging van locaties voor activering Gestimuleerd wordt bij maatschappelijke activering waar mogelijk gebruik te maken van bestaande accommodaties of activiteiten. Activiteiten aanbieden bij bedrijven, gemeente, lokale onderneming, verenigingen accommodaties werkt efficiëntie en integratie in de hand. Het uitgangspunt dat wordt gehanteerd is: geen beschutte omgeving, mits…. Het accent komt daarmee te liggen op de begeleiding en niet in accommodaties. Het stimuleert instellingen ondernemend en innovatief om te gaan met mogelijkheden. Voor bepaalde groepen zal een aangepaste omgeving noodzakelijk zijn. Voor specifieke doelgroepen blijft een beschermde/beschutte omgeving beschikbaar.
KANTTEKENINGEN 1.1 Toenemende druk op informele zorg De steeds aanwezige dreiging van overbelasting van mantelzorgers en het toenemend aantal mantelzorgers is een continue punt van aandacht. Vrijwilligers willen daarnaast steeds minder vaak langdurig worden ingezet. Vrijwilligerswerk is en blijft vrijwillig, we kunnen mensen alleen uitnodigen om een bijdrage te leveren. Het risico bestaat dat we de maatschappelijke bijdrage van de omgeving overschatten. 1.2 De integratie van informele en formele activiteiten in wijken is geen vanzelfsprekendheid Dit onderdeel dient te worden gefaciliteerd. Wederkerigheid tussen mensen in wijken is de laatste decennia minder vanzelfsprekend geworden en vraag en aanbod kunnen in disbalans zijn: Vrijwilligers weten niet welke bijdrage zij kunnen leveren en cliënten voelen zich onprettig bij het ‘geholpen’ worden. Met de STIPS in de wijken, de wijkteams en de beweging naar een participatiesamenleving dragen bij aan het faciliteren van de beweging en het doorbreken van vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid. 1.3 Professionele respijtzorg in de vorm van verblijfszorg is duur Voor de toewijzing van respijtzorg is het van belang heldere criteria te benoemen, waardoor het beroep erop beperkt blijft. Bovendien is voorkomen beter dan genezen, door mantelzorgondersteuning in brede zin (zie boven). Een toenemend aantal zorgverzekeraars biedt respijtmogelijkheden aan in hun aanvullende zorgpolissen, waarmee bijvoorbeeld zorg in zogenaamde zorghotels mogelijks is. Wij zullen onze voorwaarden afstemmen op de mogelijkheden die verzekeraars bieden en de eigen mogelijkheden die mensen hebben vanuit de zorgverzekering meenemen bij het bepalen van een passende maatwerkvoorziening.
2.1 Voor de organisatie van dagactiviteiten gelden voor sommige groepen specifieke eisen ten aanzien van de omgeving De huidige cliënten die een indicatie hebben voor groepsbegeleiding zijn in veel gevallen kwetsbaar. Een veilige omgeving kan betekenen een omgeving van gelijkgestemden, of een omgeving waar aangepast op mensen met specifieke beperkingen. Aanpassingen die nodig zijn om te kunnen functioneren kunnen kostbaar zijn. Dat pleit voor behoud van bepaalde dagcentra. De mogelijkheden hiertoe worden regionaal bekeken.
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
8
2.2 Ten aanzien van participatie moeten we de verwachtingen niet te hoog stellen Vraaggericht werken betekent zorgvuldig in kaart brengen wat de mogelijkheden en daarbij reële verwachtingen te houden. De mogelijkheden van bepaalde cliënten moet niet worden overschat. Door heldere afspraken te maken en dat in een plan vast te leggen kan dit worden ondervangen.
FINANCIËN EN RISICO’S Tot nu toe zijn alleen globale macro-budgetten door het rijk bekend gemaakt. In de memorie van toelichting van de Wmo 2015 zijn de voorlopige macrobudgetten opgenomen. Deze budgetten worden nog getoetst door de Algemene Rekenkamer. Het budget wordt definitief bepaald aan de hand van de realisatiecijfers over het jaar 2013. Naar verwachting worden in de meicirculaire het verdeelmodel en de budgetten per gemeente bekend gemaakt. Dan kunnen we exact inzicht geven in de budgetten voor Amersfoort. We sluiten niet uit dat er scherpere keuzes moeten worden gemaakt vanwege het beschikbare budget. Voor nu gaan wij nog uit van de volgende bedragen zoals opgenomen in de memorie van toelichting en omgerekend naar Amersfoort gebaseerd op de verdeelsleutel van de huidige integratieuitkering WMO voor Amersfoort: Middelen voor gemeenten voor de nieuwe WMO 2015 Nieuw Middelen voor begeleiding, KV, inloop GGZ, beschermd wonen, cliëntondersteuning en 5 % van PV*
Landelijk (x 1 mln.)
2015 Schatting Amersfoort
3.314
22.535.200
216
1.468.800
Budget voor sociale wijkteams*
10
68.000
Budget voor ondersteuning en waardering mantelzorgers*
70
476.000
7
47.600
42
285.600
200
1.360.000
3.859
26.241.200
Budget HH (gecorrigeerd voor korting 40%)*
951
6.466.800
Budget subsidieregelingen AWBZ, WVG, onderdeel bestaande Wmo-budget*
133
904.400
Budget uitvoeringskosten HH, onderdeel bestaande Wmo- budget
135
918.000
3.344
22.739.200
405
6.426.316
4.968
37.454.716
Budget na afschaffing Wtcg en CER*
Budget voor doventolk* Aanvullend uitvoeringsbudget* Aanvullend budget zorgvuldige overgang en transitie* Totaal nieuw Al beschikbaar
Beschikbaar budget in gemeentefonds voor cluster Maatschappelijke Zorg en Jeugd Budget dec. uitk. Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang** Totaal bestaand
Totaal 8.827 * Op basis van aandeel Amersfoort integrale uitkering Wmo ** Op basis van de septembercirculaire (het verdeelmodel vrouwenopvang wordt nog herzien)
63.695.916
Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina
9
Om de risico’s goed in beeld te krijgen hebben wij een aparte risico-analyse opgesteld met beheersmaatregelen (zie bijlage).
VERVOLG Met deze uitspraken over de peilpunten zijn de kaders gesteld om het beleidskader op te kunnen stellen. Dit is de eerstvolgende stap in het implementatieproces. Bij de nadere uitwerking zullen wij met partijen in de stad in overleg treden over de uitwerking van de keuzes. Daarnaast worden nog diverse andere besluiten voorbereid over bijvoorbeeld de hulp bij het huishouden, inkoop en beschermd wonen. Op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 zal ook een nieuwe verordening moeten worden opgesteld. Deze leggen wij aan u voor in het vierde kwartaal na een inspraaktraject. In 2015 geldt een overgangssituatie omdat huidige AWBZ-cliënten gedurende 1 jaar recht houden op dezelfde hoeveelheid zorg door de huidige aanbieder. Dit beperkt de mogelijkheden voor innovatie per 2015. Vergelijkbaar met de decentralisatie Jeugd willen wij ook voor de Wmo komen tot een transitiearrangement voor dit overgangsjaar met de regio-gemeenten.
BETROKKEN PARTIJEN Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen en professionals in de ondersteuning.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
- risico-inventarisatie Wmo 2015
de burgemeester,
Risico-inventarisatie Wmo 2015 Amersfoort/regio Eemland Januari 2014
1 Inleiding Deze rapportage bevat de risico’s, onzekerheden en mogelijke beheersmaatregelen rondom de decentralisatie AWBZ/Wmo. Juist in de huidige voorbereidingsfase zijn er nog veel mogelijkheden om beheersmaatregelen te treffen dan wel bij te sturen. Dit is echter niet eenvoudig omdat nog veel risico’s onbekend zijn of de (financiële) impact nog niet in te schatten is. De risico’s en beheersmaatregelen kunnen bij de besluitvorming, plannen en beleidsstukken worden meegenomen. De risico-inventarisatie is opgesteld door Amersfoort en vervolgens verder aangevuld door de overige gemeenten in de regio Eemland.
1.1 Aanleiding Met de invoering van de nieuwe Wmo per 2015 worden krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor het organiseren van een passende ondersteuning aan huis voor mensen die op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Het doel van de wet is het mogelijk maken voor mensen om langer thuis te kunnen blijven wonen en participeren. De decentralisatie gaat gepaard met aanzienlijke kortingen. Gemeenten staan hiermee voor een grote uitdaging: met minder middelen dan de huidige uitgaven een nieuwe taak uitvoeren. Wij zien kansen in het organiseren van betere en betaalbare ondersteuning maar realiseren ons ook terdege dat deze decentralisatie ook grote risico’s op verschillende gebieden (o.a. zorginhoudelijk, financieel, imago) met zich mee brengt.
1.3 Werkwijze en prioritering Tijdens de risicoanalyse zijn in totaal 38 risico’s geïdentificeerd door de Amersfoortse ambtelijke projectgroep AWBZ/Wmo. Omdat het niet mogelijk is de beheersing van alle risico’s evenveel aandacht te geven is een prioritering aangebracht. Deze prioritering is gemaakt op basis van een inschatting van de kans op optreden van het betreffende risico en de mogelijke impact (inschatting voor beheersmaatregelen). Zowel kans als impact zijn voor alle risico’s gescoord op een vijfpuntsschaal zoals in de tabel hieronder is weergegeven. De combinatie van kans en impact levert een prioritering van de risico’s op, zodat de focus snel op de grootste risico’s gelegd wordt. De resultaten zijn vervolgens verfijnd in de regionale werkgroep Wmo Eemland. Deze risico-inventarisatie is gebaseerd op de risicoinventarisatie die al eerder voor de decentralisatie jeugd is opgesteld onder leiding van een extern bureau. De daarin opgenomen aanbevelingen die gericht zijn om op risicobeheersing, monitoring en beoordeling van het proces van risicomanagement en communicatie en overleg over de risico’s en beheersmaatregelen gelden ook voor de decentralisatie Wmo en zijn in deze rapportage niet opnieuw opgenomen.
2 Resultaten van de risicobeoordeling De risico’s zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: politiek, zorginhoudelijk, financieel, juridisch, uitvoering, proces en risico’s voor cliënten en inwoners. In tabellen per categorie staan steeds de risico’s met de grootste kans en impact boven aan. Bovendien is een top 10 opgesteld met de grootste risico’s. De grootste risico’s zijn financieel vanwege de grote kortingen die het rijk oplegt bij de decentralisaties. Door deze kortingen zijn gemeenten genoodzaakt de wijze van ondersteuning op een andere manier vorm te geven, terwijl de beleidsruimte beperkt is en de financiële effecten van het nieuwe beleid onzeker zijn. Een tweede risico dat hiermee samenhangt, is de vraagontwikkeling. Lukt het inderdaad om via een transitie in het sociaal domein tot een partipatiemaatschappij te ontwikkelen?
Top 10 risico’s Risicogebeurtenis Nieuw beleid/maatregelen leveren onvoldoende besparingen op.
Soort risico Financieel
Kans 4
Impact 4
2.
Onvoldoende budget om benodigde ondersteuningsaanbod te realiseren.
Financieel
4
4
3.
Stapeling van effecten bij kwetsbare groepen waardoor zij niet voldoende/ niet de juiste ondersteuning meer kunnen krijgen (passend onderwijs, beleidswijzigingen Werk en inkomen, aanpassingen zorgverzekeringswet, aanpassingen AWBZ etc.). Discontinuïteit van huidige en gewenste zorgaanbod door overdracht naar gemeente.
Voor cliënten en inwoners
3
4
Zorginhoudelijk
3
4
1.
4.
Maatregelen - Strikte monitoring bij start, zodat snelle bijstelling mogelijk is. - Indicaties voor relatief korte periode afgeven. - Bij raad vast mogelijk bijstelling beleid aankondigen. - Lobby via VNG/G-32 - Zorg anders organiseren: - basisinfrastructuur en burgerkracht versterken - sterk kostenbewustzijn laag in de organisatie te creëren. - bij inkoop naast kwaliteit ook prijs als selectiecriterium mee te laten wegen. - Afspraken maken over tarief - Sturen op volume en/of tarieven - Eventueel regionale inkoop van dure zorg - Stapelingsmonitor continueren. - Cliënttevredenheidsonderzoek integraal uitvoeren. - Voldoende ruimte voor maatwerkoplossingen creëren. - Vangnet regelen voor schrijnende gevallen (opvolging WTCGregeling). - -helder contactadres voor signalen problemen burgers/instellingen - Partners betrekken en zo spoedig mogelijk informeren over gevolgen inrichting nieuwe stelstel voor hun organisatie. - Pilot structuur. - Inventarisatie van lopende afspraken qua aantallen en typen zorg via Vektis en Zorgkantoor. - In alle afspraken rekening houden met lopende
5. 6. 7.
Onvoldoende waarborg voor veiligheid/kwaliteit van zorg van kwetsbare groepen. Spanningsveld Wet op de privacy/cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. Niet tijdig beschikken over juiste informatie ten behoeve van beleidsontwikkeling en begroting.
Voor cliënten en inwoners
3
4
-
Juridisch
3
4
-
Uitvoering
4
3
-
8.
Onvoldoende rolvastheid College en Raad.
Politiek
3
4
9.
Lokale teams (wijkteams/sociale teams/stips) bieden onvoldoende kwaliteit.
Zorginhoudelijk
3
4
10.
Grotere zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden.
Zorginhoudelijk
3
4
-
afspraken/overgangsmaatregelen treffen. Vereiste kwaliteitsbeleid zorginstellingen. Afspraken maken en helder protocol/klachtenregeling (o.a. in wijkteams) Audit Via G-32 appel doen op transitiebureau voor goede datavoorziening Via G-32 verkorten implementatieperiode door het rijk ter discussie stellen en eventueel aandringen op uitstel als de onzekerheid te lang aanhoudt. Conservatieve inschatting budget In contracten en aanpak zorgen voor voldoende flexibiliteit om bij te sturen. Rollen en verantwoordelijkheden helder omschrijven. Regelmatige terugkoppeling naar de raad. Indien dit risico zich voor doet zal extra capaciteit nodig zijn. Goede monitoring 2014 goed benutten voor pilots/ontwikkelvragen Aangeven dat het om een transitie gaat, vergt ruimte voor doorontwikkeling. Budgetbewaking Investeren in burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur. Budget voor preventie niet afhankelijk maken van eventueel overschot op andere taken. Niet bezuinigen op preventie (politiek risico).
1. Politieke risico’s Risico omschrijving Onvoldoende rolvastheid college en raad.
Oorzaken - Verschil van inzicht over rolopvatting - Verschil in informatievoorziening
Kans 3
Impact 4
Discontinuïteit in beleid door verkiezingen voorjaar 2014.
Verkiezingen maart 2014
2
3
Maatregelen - Rollen en verantwoordelijkheden helder omschrijven. - Regelmatige terugkoppeling naar de raad. - Indien dit risico zich voordoet zal extra capaciteit nodig zijn. - In gesprek blijven over lange termijndoelen. - Vastleggen gemaakte afspraken en beleidskeuzes. - Beleidskader en verordening. - Politiek helpen bij focus lange termijn doelen.
Heftige reacties op incidenten na 1 januari 2015.
- Incidenten zijn niet te voorkomen. - Ontkenning van de mogelijkheid van incidenten en hier onvoldoende op zijn voorbereid
1
- onvoldoende draagvlak bij lokale partijen
2
3
-
- Te optimistische inschatting budgettaire mogelijkheden - Fragmentarische benadering - Verschillende regionale verbanden - Sterke behoefte aan lokale inkleuring
2
2
-
inzetten op het creëren / vergroten van draagvlak door het betrekken van lokale partijen (aanbieders, belangenbehartigers) Monitoring Integrale financiële afweging
3
1
-
Heldere gemeenschappelijke opdracht en afstemming.
Risico omschrijving Discontinuïteit van huidige en gewenste zorgaanbod door overdracht naar gemeente.
Oorzaken - Afhaken huidige aanbieders. - Onvoldoende aanbieders die nieuwe aanpak onderschrijven. - Door overdracht onvoldoende aansluiting huidige zorg en toekomstige invulling.
Kans 3
Impact 4
Lokale teams (Stips, wijkteams, sociale teams etc.) bieden onvoldoende kwaliteit. Mismatch tussen ingekochte en benodigde zorg.
-
Te weinig ervaring met lokale teams Taak te veelomvattend
3
4
-
Te sterke focus op juist lichte zorg of juist zware zorg Onduidelijkheid taakverdeling gemeente/ZVW/AWBZ
3
3
Maatregelen Partners betrekken en zo spoedig mogelijk informeren over gevolgen inrichting nieuwe stelstel voor hun organisatie. - Pilotstructuur. - Inventarisatie van lopende afspraken qua aantallen en typen zorg via Vektis en Zorgkantoor. - In alle afspraken rekening houden met lopende afspraken/overgangsmaatregelen treffen. - Goede monitoring - 2014 goed benutten voor pilots/ ontwikkelvragen - Aangeven dat het om een transitie gaat, vergt ruimte voor doorontwikkeling. - In inkoop ruimte houden voor verschuivingen - Afspraken maken met Achmea over delen expertise zorginkoop en zorgverlening op grensvlak Wmo/AWBZ/Zvw
Onvoldoende lokaal draagvlak voor nieuwe insteek waarbij eigen kracht voorop staat. Mismatch tussen ambities en middelen raad. Mislukken of vertraging door regionale samenwerkingsverbanden.
4
-
Bewustwording en protocollen hoe om te gaan met een dergelijke situatie inclusief communicatie. Pro-actief benaderen van de media. Vooraf afspraken maken met raad en college.
2.Zorginhoudelijke risico’s
-
3. Financiële risico’s
Risico omschrijving Nieuw beleid/maatregelen leveren onvoldoende besparingen op.
Oorzaken - Te geringe beleidsvrijheid. - Jurisprudentie. - Onvoldoende zicht op effecten maatregelen -Bezuinigingen rijk op huidig budget. - Aanvullende bezuinigingen vanuit het rijk. -Verdeelmodel pakt ongunstig uit. - Ambitieniveau sluit niet aan bij financiële mogelijkheden. - Gemeenteraad kent onvoldoende budget toe.
Kans 4
Impact 4
Maatregelen - Strikte monitoring bij start, zodat snelle bijstelling mogelijk is. - Indicaties voor relatief korte periode afgeven. - Bij raad vast mogelijk bijstelling beleid aankondigen.
4
4
-
Grotere ondersteuningsvraag dan waar vooraf rekening mee is gehouden.
- Hogere instroom. - Niet realiseren van de verwachte beperking door terugverwijzing naar onderste delen piramide.
3
4
Voorkomt het nieuwe sturingsmodel perverse prikkels en hoe kunnen we onbedoelde neveneffecten tegengaan? Kunnen gemeenten via jurisprudentie worden gedwongen zorg te leveren? Overgangsrecht waardoor nieuw beleid niet gelijk op bestaande cliënten kan worden toegepast.
- Winstmaximalisatie bij het zoveel mogelijk verstrekken van zorg. - Onvoldoende prikkels om informele netwerk in te schakelen.
2
3
- Inperking gemeentelijke beleidsvrijheid door jurisprudentie
2
3
-
Lobby VNG/ G-32 Meer algemene voorzieningen i.p.v. maatwerkvoorzieningen.
- Garantie rechtszekerheid voor cliënten
3
2
-
Nieuw aanbod voor totale cliëntengroep pas te realiseren vanaf 2016. Tijdig starten met herindiceren. Kortdurende indicaties afgegeven, zodat bijstelling eenvoudiger is. Met aanbieders voor 2015 overgangsafspraken waarin huidige zorg wordt gecontinueerd tegen een lagere prijs. Wij hebben als gemeente al een vooraankondiging gedaan over het stopzetten van de subsidie.
Onvoldoende budget om benodigde ondersteuningsaanbod te organiseren.
-
-
Afbouwkosten/frictiekosten voor rekening van de gemeente. Kwaliteitsnormen voor Wmo
- Afwenteling frictiekosten. - Niet tijdig opzeggen langdurige contracten/subsidierelaties. - Andere werelden
1
3
-
1
2
-
Lobby via VNG/G-32 Zorg anders organiseren: basisinfrastructuur en burgerkracht versterken sterk kostenbewustzijn laag in de organisatie te creëren. bij inkoop naast kwaliteit ook prijs als selectiecriterium mee te laten wegen. afspraken maken over tarief sturen op volume en/ of tarieven regionale inkoop van dure zorg Budgetbewaking. Investeren in burgerkracht en lokale basis(zorg) infrastructuur. Budget voor preventie niet afhankelijk maken van eventueel overschot op ander taken. Niet bezuinigen op preventie (politiek risico) Inpassen in bekostigingsbeleid. Positieve targets belonen. Invoeren van bonus/ malusregeling om doorverwijzing naar dure zorg te beperken.
Benoemen tot 2D-thema.
en Jeugd niet op elkaar afgestemd waardoor inkoop ingewikkelder en duurder wordt.
-
In samenhang beleid ontwikkelen.
4. Juridische risico’s Risico omschrijving Spanningsveld Wet op de privacy/ Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. Vertraging bij de invoering van de nieuwe Wmo. Wijziging in wet- en regelgeving waardoor beleidsvrijheid gemeenten verder wordt ingeperkt. Gemeentelijke verordening niet op tijd gereed of onvoldoende duidelijk in de uitvoering. Partijen gaan in bezwaar bij ongevallige uitkomst aanbesteding.
Oorzaken - Onvoldoende afspraken informatiebeveiliging. - Onvoldoende afspraken naleving informatiebeveiliging. - Maatschappelijke discussie - Stevige Lobby. - Geen meerderheid voor coalitie in 1e kamer. Wet- en regelgeving
Kans 3
Impact 4
Maatregelen Afspraken maken en helder protocol/klachtenregeling (o.a. in wijkteams) - Audit
4
2
-
Monitoring van de ontwikkelingen om hier bij de voorbereiding op voor te sorteren.
2
3
-
Prioriteren, basiseisen benoemen, prioriteitsgroepen instellen.
-
Vertraging rijk en VNG Problemen met afstemming regio
2
3
-
Tijdig beginnen op basis van concepten. Scherp kijken hoe de wetswijziging zich verhoudt tot de huidige Wmo-verordening.
-
Belangenstrijd Opportunisme
2
2
-
Tijdig extra inkoopexpertise inzetten om problemen te voorkomen. Gefaseerde invoering nieuw beleid.
-
5. Risico’s in de uitvoering Risico omschrijving Door prijsconcurrentie zijn partijen niet in staat de gevraagde kwaliteit te leveren. Innovatie en samenwerking komen onvoldoende tot stand.
Door voortdurende onzekerheid discontinuïteit en verlies aan kwaliteit bij uitvoeringsorganisaties (bv. door vertrek medewerkers). Onrust bij uitvoeringsorganisaties: intern, maar kan ook van invloed zijn op het politieke proces. Door prijsconcurrentie of wijze van inkoop komen aanbieders in de problemen.
Gemeente is niet in staat de inkoop op tijd en van voldoende kwaliteit te realiseren.
Oorzaken - Aanbieders concurreren te sterk. - Gemeente is teveel gefocust op de kosten kant.
Kans 2
Impact 4
Maatregelen - Kwaliteitscriteria opstellen en meenemen in selectie. - Scherpe juridische voorbereiding.
- Organisatiebelang wordt boven het belang van de cliënt gesteld. - Sterke focus op continuïteit - Bestaande institutionele belangen van aanbieders waardoor onvoldoende ruimte ontstaat voor nieuwe aanbieders. - Onzekerheid duurt te lang. - Beste mensen vertrekken het eerst.
4
2
-
3
2
- Aanbieders betrekken bij het proces. - Zo snel mogelijk duidelijkheid geven over gevolgen voor hun organisatie.
- Onduidelijkheid over voortbestaan. Mogelijke ontslagen.
3
2
- Aanbieders betrekken bij het proces. - Zo snel mogelijk duidelijkheid geven over gevolgen voor hun organisatie.
- Aanbieders concurreren te sterk. - Gemeente is teveel gefocust op de kosten kant.
2
3
- Kennisachterstand en gebrek aan ervaring. - Onvoldoende concurrentie tussen aanbieders - Te korte implementatietijd na vaststelling wet - Belangentegenstelling gemeenteaanbieders.
2
2
- Besturings- en bekostigingsmodel maken dat ertoe leidt dat zorg wordt geboden tegen de laagst mogelijke kosten zonder dat bedrijven omvallen (?) en met ruimte voor innovatie. - Aanbieders ruimte geven om te innoveren. Invoering nieuwe taken op korte termijn zonder al te veel wijzigingen, op langere termijn echte transformatie. - Deskundigheid inhuren. - Gedeeltelijk bestaande contracten overnemen. - Gedeeld belang zoeken samen met mogelijke aanbieders. - Aanbieders niet alleen verantwoordelijk maken voor de door de gemeente gevraagde diensten/producten, maar ook voor de totstandkoming daarvan (gedeelde verantwoordelijkheid voor opgaven gemeente creëren).
Belang cliënt voorop stellen in de onderhandeling. Zorgen voor goede spreiding van allerlei typen aanbieders. Innovatie opnemen in de subsidie c.q. inkoopcriteria. Proefdraaien met pilots. Koplopers belonen met iets hoger tarief.
Cliënten en uitvoeringsorganisaties te laat en onvoldoende betrokken bij de inrichting nieuw stelsel (te weinig draagvlak).
- Onvoldoende gevoel van urgentie. - Te complex.
2
2
- Vraagstukken benoemen en adresseren - Concreet uitwerken in nieuwe werkwijze en partijen tijdig betrekken.
6. Risico’s voor cliënten en inwoners Risico omschrijving
Oorzaken
Kans
Impact
Maatregelen
Stapeling van effecten bij kwetsbare groepen.
- Onvoldoende deskundigheid voor integrale aanpak. - ontbreken van passende zorg en ondersteuning.
3
4
-
Onvoldoende waarborg van veiligheid/kwaliteit van zorg voor kwetsbare groepen (door extramuralisering zwaardere doelgroepen). Toenemende druk op de informele zorg.
- Extramuralisering te ver doorgevoerd. - Zware zorgvraag niet goed extramuraal te leveren.
3
4
- Maatschappij niet ingesteld om grotere vraag naar informele zorg. - Claimgedrag/ oude rechten. - Te weinig ruimte om informele zorg te - combineren met een baan.
4
2
- Communicatie. - Beschikbaarheid informele zorg terughoudend ramen.
2
3
- Duidelijke communicatie over overgangsrecht, moment herindicatie en nieuw beleid.
2
3
2
2
-
Rechtspositie voor cliënten niet helder in overgangssituatie. Grotere kans op overlast in wijken. Snappen inwoners nog waar ze voor wat terecht kunnen? 7. Procesrisico’s
- Extra druk op kwetsbare wijken en buurten door lage huren. - Geringe acceptatie kwetsbare groepen. - Grote veranderingen. Nieuwe structuren. -
Stapelingsmonitor continueren. Cliënttevredenheidsonderzoek integraal uitvoeren. Voldoende ruimte voor maatwerkoplossingen creëren. Vangnet regelen voor schrijnende gevallen (opvolging WTCGregeling). - helder contactadres voor signalen problemen burgers/instellingen - Intensievere zorgvraag concentreren waardoor levering door zorgaanbieder eenvoudiger is. - Goede afstemming tussen partijen.
Communicatie. Afstemming met woonbeleid en openbare orde en veiligheid. Meldpunt en protocol. Communicatie. Inschakelen van intermediairs.
Risico omschrijving Niet tijdig beschikken over juiste informatie ten behoeve van beleidsontwikkeling en begroting.
Oorzaken - Vertraging vanuit het rijk. - Onduidelijkheid door verschillende informatiebronnen.
Kans 4
Impact 3
Voorbereidingen te laat afgerond. Problemen bij de organisatie van overgang van zorg.
-
4
2
1
4
-
Te late vaststelling van de wet. Complexiteit onderschat. Ontbreken van koppelingen in de ICTinfrastructuur. Onvolledige gegevensoverdracht. Te weinig tijd om zorgvuldige overgang te waarborgen.
Maatregelen - Via G-32 appel doen op transitiebureau voor goede datavoorziening - Via G-32 verkorten implementatieperiode door het rijk ter discussie stellen en eventueel aandringen op uitstel als de onzekerheid te lang aanhoudt. - Conservatieve inschatting budget - In contracten en aanpak zorgen voor voldoende flexibiliteit om bij te sturen. - voortdurend informeren van raad en andere betrokkenen over de voortgang. - Lobby vanuit VNG/G-32 voor zorgvuldige en tijdige informatieoverdracht. - Aanbieders actief betrekken bij de overgang.