Gemeente Amersfoort
Collegebesluit
Org. onderdeel: Opsteller: User-id:
MO/WO A.S.A. Klaarenbeek KLAJ
Tel:
4622
Onderwerp:
VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING Toelichting:
In het coalitieakkoord "verbonden, slagvaardig, duurzaam" is opgenomen dat in de lopende collegeperiode een integraal huisvestingsplan tot stand komt. Daarvoor zijn de schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs en de gemeente een proces gestart dat loopt van het ontwikkelen van een visie op onderwijs tot het integraal huisvestingsplan. In april 2012 werd de visie op onderwijs aan de gemeenteraad gepresenteerd. 5 februari jl. werd in een rondetafelgesprek met de gemeenteraad de volgende stap, de visie op onderwijshuisvesting, gepresenteerd en besproken. De visie vormt de basis voor de te ontwikkelen kaderstelling onderwijshuisvesting die eind tweede kwartaal 2013 aan de gemeenteraad wordt aangeboden om vast te stellen.
Reg.nr. Datum
4314621 11-02-2013
Verantwoordelijk Ambtenaar
Datum
Paraaf
Afdelingshoofd Controller
Het college besluit:
Bijgaande visie op onderwijshuisvesting aan de raad ter vaststelling aan te bieden.
GMT ……
juridisch advies gemeentecontroller Staf vergadering OND
datum d.d.
agd.pnt paraaf 04-02-2013
secretaris
Collegebehandeling agenderen voor datum: agendastuk hamerstuk geheim embargo
datum:
Verantwoordelijk Portefeuillehouder
tijd:
Datum
Paraaf Akkoord
burgemeester weth. Van den Berg weth. Boeve weth. Buijtelaar weth. Van 't Erve weth. Tigelaar weth. 7
Advies De Raad De Ronde
Collegebesluit d.d.: 12-02-2013
conform aangehouden vervallen
Het Besluit Raadsinformatiebrief geen
Peiling Voorbereiding besluit
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder M. Tigelaar
B&Wvergadering[v2] De Ronde[v3] Agenda Het Besluit[v4] Vastgesteld besluit[v5]
:
Reg.nr. Datum Agendapunt [v1]
: 4317531 : 11 februari 2013 :
: : :
TITEL[info6] Visie op onderwijshuisvesting.
BESLISPUNTEN[info7] De raad besluit: Bijgaande visie op onderwijshuisvesting vast te stellen die – samengevat – het volgende behelst: - Onderwijshuisvesting is een middel om uitvoering te geven aan de visie op onderwijs. - Onderwijshuisvesting faciliteert leerlingen en leraren en onderwijsondersteunend personeel bij het leren en werken. - Afhankelijk van leeftijd van leerlingen en onderwijsvorm is onderwijshuisvesting schoollocatiegebonden en is spreiding over de stad van belang. - Onderwijshuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeente. - Optimaal, duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed, ook buiten onderwijstijd, is uitgangspunt.
AANLEIDING[info8] In het coalitieakkoord “verbonden, slagvaardig, duurzaam” is opgenomen dat in de lopende collegeperiode een integraal huisvestingsplan tot stand komt. Daarvoor zijn de schoolbesturen van het primair en het voortgezet onderwijs en de gemeente een proces gestart dat loopt van het ontwikkelen van een visie op onderwijs tot het integrale huisvestingsplan. In de afgelopen periode is op basis van de visie op onderwijs, die in april 2012 aan de gemeenteraad werd gepresenteerd, nu een visie op onderwijshuisvesting neergelegd. Deze visie is 5 februari jl. door de wethouder en de schoolbesturen aan de gemeenteraad gepresenteerd tijdens een rondetafelgesprek. Afgesproken is de gemeenteraad te vragen deze visie vast te stellen. De visie op onderwijshuisvesting vormt de basis voor de kaderstelling onderwijshuisvesting door de gemeenteraad.
BEOOGD EFFECT[info9] De schoolbesturen hebben de visie op onderwijshuisvesting onderschreven. Na vaststelling door de gemeenteraad hebben de scholen en de gemeente een gezamenlijke basis voor de ontwikkeling van de kaderstelling.
Inlichtingen bij:
A.S.A. Klaarenbeek, MO/WO, (033) 469 46 22
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4317531 pagina 2
Argumenten[info10]
1.1 Scholen en gemeente onderschrijven een gezamenlijke integrale verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting. Deze verantwoordelijkheid beoogt te leiden tot een verantwoord, doeltreffend en duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed. Natuurlijk voor de onderwijsfunctie, maar ook voor samenhangende functies die voortvloeien uit de stelselwijziging passend onderwijs en de decentralisatie jeugdzorg. Daarnaast voor functies buiten schooltijd en voor de omgeving van de school.
FINANCIËN[info11] In deze fase is er nog geen sprake van financiële gevolgen.
VERVOLG [info12] In vervolg op het vaststellen van de visie op onderwijshuisvesting gaan gemeente en onderwijs gezamenlijk werken aan een voorstel voor de kaderstelling voor het integraal huisvestingsplan. De gemeenteraad kan eind tweede kwartaal 2013 de kaderstelling voor het integraal huisvestingsplan tegemoet zien om deze vast te stellen. Daarna wordt het integraal huisvestingsplan primair en voortgezet onderwijs, incl. een financiële paragraaf, geschreven en voorgelegd aan de gemeenteraad. Tenslotte ontwikkelen we een investeringsplan. Het voornemen is het hele proces incl. besluitvorming door de gemeenteraad, eind 2013, begin 2014 af te ronden.
BETROKKEN PARTIJEN [info13] Schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Bijlagen
Notitie “Eruit halen wat erin zit” – visie op onderwijshuisvesting.
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4317531
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 februari 2013, sector MO/WO (nr.4317531); b e s l u i t: De raad besluit: Bijgaande visie op onderwijshuisvesting vast te stellen die – samengevat – het volgende behelst: - Onderwijshuisvesting is een middel om uitvoering te geven aan de visie op onderwijs. - Onderwijshuisvesting faciliteert leerlingen en leraren en onderwijsondersteunend personeel bij het leren en werken. - Afhankelijk van leeftijd van leerlingen en onderwijsvorm is onderwijshuisvesting schoollocatiegebonden en is spreiding over de stad van belang. - Onderwijshuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeente. - Optimaal, duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed, ook buiten onderwijstijd, is uitgangspunt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
ERUIT HALEN WAT ERIN ZIT Inleiding Eind 2011/ begin 2012 hebben de scholen voor Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) samen met de gemeente Amersfoort een visie op onderwijs ontwikkeld. Het onderwijs en de gemeente trokken hier samen in op in de wetenschap dat het ontwikkelen van een visie op onderwijs en het realiseren van die visie de verantwoordelijkheid van het onderwijs is. Onderwijs en gemeente onderkennen ook dat het uitvoeren van een onderwijsvisie niet los gezien kan worden van de taken die de gemeente heeft op onderwijsgebied, waaronder onderwijshuisvesting. Daarom is gekozen voor een gezamenlijk traject. Op hoofdlijnen ziet dit traject er als volgt uit: 1. Ontwikkelen onderwijsvisie en presentatie aan de gemeenteraad van Amersfoort: 17 april 2012 presenteerde het onderwijs de visie op PO en VO aan de gemeenteraad. 2. Ontwikkelen van een visie op onderwijshuisvesting op basis van de onderwijsvisie door scholen en gemeente: we zijn in deze fase. Als deze visie is ontwikkeld volgt weer overleg met de gemeenteraad. 3. Ontwikkelen van kaders vanuit de visie op onderwijshuisvesting voor een integraal huisvestingsplan door onderwijs en gemeente: vaststellen door gemeenteraad. 4. Ontwikkelen investeringsplan door onderwijs en gemeente: vaststellen voor het gemeentelijk deel door de gemeenteraad.
VAN VISIE OP ONDERWIJS NAAR VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING Werkwijze PO en VO zijn onderscheiden grootheden. Het streven is dat er uiteindelijk een gezamenlijke notitie komt, maar de weg er naar toe loopt via verschillende overleggen, van PO en gemeente of VO en gemeente. In deze notitie voegen wij1, de verschillende wegen zo veel mogelijk samen. Als een uitgewerkt aspect specifiek voor of PO of VO is vermelden we dat erbij. In de vorige fase hebben onderwijs en gemeente samen met de Argumentenfabriek visieaspecten benoemd die in deze notitie uitgewerkt worden naar huisvestingsaspecten.
1. Huisvesting als middel om visie op onderwijs gestalte te geven 1.1 Huisvesting staat ten dienste van een succesvolle schoolloopbaan Kinderen en jongeren hebben recht op goed onderwijs. Kinderen in het PO krijgen hun onderwijs bij voorkeur in hun vertrouwde omgeving, al dan niet in combinatie met opvangmogelijkheden (integrale kindcentra). Waar er sprake is van een voorschools aanbod is er een goede aansluiting tussen de voorschool en de basisschool. Als een kind overstapt van PO naar VO zorgt het onderwijs voor een goede overgang. De school heeft en houdt een belangrijke sociale functie. 1.2 Huisvesting maakt passende zorg mogelijk 1
Na een positief besluit van de VO-kamer en van het IBO (beide december 2012) is “Wij” is onderwijs en gemeente samen. (08-01-2013 toegevoegd)
1
Kinderen en jongeren hebben recht op passende zorg. De meeste kinderen en jongeren zullen hun schoolloopbaan doorlopen zonder dat ze bijzondere zorg nodig hebben. Maar als kinderen en jongeren problemen hebben, zelf, in de thuissituatie of anderszins, dan worden die gesignaleerd, in kaart gebracht en adequaat aangepakt. Daarvoor werken scholen samen, met elkaar, met scholen voor speciaal onderwijs en instanties bijv. op het terrein van jeugdzorg en leerplicht of RMC. De ontwikkeling passend onderwijs onderstreept dit. En de ontwikkelingen in de jeugdzorg kennen het adagium “school als vind- en werkplaats”. 1.3 Huisvesting staat in het teken van talentontwikkeling Kinderen en jongeren hebben talenten en mogelijkheden in allerlei vormen en maten. Onder meer op school komen deze tot ontplooiing door ontmoeting en samenwerken. Zo ontwikkelen kinderen en jongeren vaardigheden. Via school komen ze in contact met (buiten)sport en cultuur. Een aantal scholen voor PO en enkele VO scholen kennen de verlengde schooldag, waaronder de ABC-scholen in het PO, met uitdagende en inspirerende activiteiten.
2. Huisvesting en onderwijsaanbod 2.1 Het aanbod van scholen is breed en is passend In het kader van de ontwikkeling passend onderwijs werken het regionaal samenwerkingsverband PO (i.o.) en het regionaal samenwerkingsverband VO (i.o.) ieder aan een breed onderwijsaanbod. Elk bestuur binnen het samenwerkingsverband krijgt met ingang van augustus 2014 zorgplicht voor de individuele onderwijs(zorg)behoefte van kinderen en jongeren. Keuzemogelijkheden Het PO biedt onderwijs aan in een mix van ABC-scholen, integrale kindcentra en stand-alone scholen. Binnen het regulier PO zal er zoveel mogelijk ruimte blijven voor ouders om onderwijs te kiezen op basis van denominatie en onderwijsconcept. Misschien niet altijd in de wijk, maar wel binnen stadsdelen of de stad als geheel. Zie ook paragraaf “huisvesting en een evenwichtige spreiding over de stad”. Voor Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs is deze keuzemogelijkheid er niet of minder. Leren binnen en buiten de school De ervaring leert dat de keuze voor een VOschool minder bepaald wordt door afstand van thuis of door denominatie. Voor het VO geldt dat leerplekken zowel op school als buiten school kunnen zijn, variërend van thuisleren tot leren bij een centrale (specifieke) onderwijsvoorziening of bij een bedrijf/instelling. We gaan er daarbij van uit dat afhankelijk van leeftijd en onderwijscategorie de mogelijkheden voor en de behoefte aan schoolgebonden onderwijs en individuele begeleiding verschillen. Voor die verschillen zal in de toekomst oog moeten blijven en onderwijsruimte beschikbaar moeten zijn. Ontwikkelingen in de ICT bieden steeds nieuwe kansen en mogelijkheden zoals bijv. voor centrale instructie. Scholen maken daarom gebruik van actuele ICTvoorzieningen. Voor het PO geldt dat leerplekken in de regel op eigen school zijn, maar voor dagdelen ook op andere scholen kunnen zijn. Denk hierbij aan een specifiek onderwijsaanbod op een andere PO-school, of op een SBO of SO-school. Naar school op weg naar een plek op de arbeidsmarkt Het onderwijs leidt kinderen op tot verantwoorde burgers: ontmoeten, omgaan met het nieuwe werken, samenwerken, stimuleren van creativiteit en het vinden van innovatieve oplossingen maken hier onderdeel van uit. In het aanbieden van onderwijsprogramma’s houdt de school, naast wensen en talenten van kinderen, ook rekening met de (toekomstige) vraag van de arbeidsmarkt. Onderwijs kijkt verder dan dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk met een diploma van school komen. 2
Differentiatie in ruimte Een schoolgebouw kent verschillende typen ruimten ten behoeve van een aanbod op het gebied van onderwijs, opvang, zorg, (buiten) sport en cultuur. We denken hierbij aan ruimten voor groepsinstructie, individuele leerplekken, ruimten voor vaardigheden, sport/ spel, opvang, ontmoeting, werkplekken voor medewerkers en externe functies (zoals jeugdzorg, leerplicht). De invulling kan per school verschillen. Elke school heeft goede digitale mogelijkheden en actuele ICT-voorzieningen. Huisvestingsbehoefte op termijn Schoolbesturen en gemeente stellen samen de huisvestingsbehoefte vast voor een komende periode. We werken met een lange termijn perspectief van 8 jaar met telkens een concretisering voor 4 jaar. De huisvestingsbehoefte stellen we vast op basis van verschillende aspecten. Een eerste is de demografische ontwikkeling. Voor het PO moeten we daarbij rekening houden met binnenstedelijke krimp en evenwichtige spreiding van scholen. Voor het VO is, mede gezien de regiofunctie die het VO vervult, de komende jaren geen sprake van krimp. Andere aspecten zijn nieuwe methodieken die van invloed kunnen zijn op de huisvestingsbehoefte net als de ontwikkeling passend onderwijs (onderwijsondersteuningkolom) in combinatie met de decentralisatie van de jeugdzorg (jeugdzorgkolom). Al eerder noemden we in dat verband de school als vind- en werkplaats. Voor het VO kunnen ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een aspect zijn waar rekening mee gehouden moet worden. Huisvestingsbeleid ondersteunt ook op termijn onderwijsbeleid We zien een ontwikkeling dat maatschappelijk vastgoed waaronder schoolgebouwen ingezet wordt om andere maatschappelijke functies te vervullen. We vinden het belangrijk dat, naast het multifunctioneel gebruik, de onderwijsfunctie maatgevend blijft voor de vormgeving en invulling van een schoolgebouw. We vinden ook dat schoolgebouwen buiten schooltijd een functie vervullen voor hun omgeving. (zie ook huisvesting en de omgeving van de school) 2.2 Scholen flexibiliseren hun aanbod POscholen bieden diensten aan voor een ruimere groep dan 4 – 12 jarigen. Actueel is bijv. de ontwikkeling van flexwerkplekken onder schooltijd voor ouders van kinderen in de school. Scholen hebben de mogelijkheid om volwassenen een aanbod te doen van (onderwijsgerelateerde) cursussen. De inrichting van een gebouw moet hiervoor ingericht zijn. Verschillende werkvormen vragen ook verschillende soorten ruimten. Ruimten die niet altijd per se schoolgebonden zijn. 2.3 Het onderwijsaanbod gaat uit van de individuele leerling, boeit leerlingen en is een prettige werkomgeving We ambiëren visueel aantrekkelijke gebouwen met een goede sfeer, waarin de (flexibele) indeling de mogelijkheid biedt voor leerlingen maatwerk te leveren. We houden rekening met de invloed van leeromgevingsfactoren op verschillende type leerlingen. We stellen ons voor, zeker in het VO, dat leerlingen verschillende onderwijsmodules op verschillende scholen volgen. Dit biedt mogelijkheden om via gezamenlijke investeringen een actueel onderwijsaanbod te verzorgen. Daarnaast ontwikkelen we voor het VO mogelijkheden om thuis en buiten school (op de werkvloer) te leren. We moeten daarbij waken te investeren in tijdelijke ‘trendy’ zaken. Daarnaast is het belangrijk dat een schoolgebouw ook een aantrekkelijke werkomgeving voor leraren en onderwijsondersteunend personeel is. Een werkomgeving die ook ruimte biedt om nieuwe ontwikkelingen bijv. op het gebied van instructie, flexibel in te zetten, mede ondersteund door goede ICTmogelijkheden en toepassingen. 2.4 Het onderwijsaanbod sluit aan op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt (VO): 3
De outillage van de lesomgeving sluit aan op de toekomstige baan. Voor het voorbereidend beroepsonderwijs geldt dat er een goede relatie is met het middelbaar beroepsonderwijs. Voor het algemeen voortgezet onderwijs geldt dat er een goede relatie is met het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. We hebben daarbij voor ogen dat onderwijsorganisaties gezamenlijke investeren in toekomstbestendige centrale onderwijsvoorzieningen. We willen daarbij het vervolgonderwijs MBO, HBO en WO betrekken, maar ook het bedrijfsleven en de instellingen waar de toekomstige vraag naar arbeidskrachten ligt. Om dat te realiseren gaan we (waar nodig) actief investeren in contact met het vervolgonderwijs, bedrijfsleven en instellingen om hun faciliteiten te kunnen benutten voor onderwijsdoeleinden. Speciale aandacht vragen in dit verband de jongeren die het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO) volgen, jongeren met specifieke talenten die toegeleid moeten worden naar zelfstandig maatschappelijk functioneren, zonder dat zij in staat zijn een startkwalificatie te halen.
3. Huisvesting en de organisatie van het onderwijs 3.1 Amersfoortse schoolbesturen werken nauw samen De schoolbesturen van PO en VO onderschrijven samen met de gemeente hun integrale, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting en werken daartoe samen met elkaar en met (eventueel) private partijen. We doen dit in het besef van het bezit van maatschappelijk vastgoed dat met gemeenschapsgeld is gefinancierd. We kijken heen over historisch gegroeide situaties om zaken als uitruil van gebouwen of andere out-of-the-box oplossingen mogelijk te maken als daarmee het onderwijsaanbod beter combineert met de huisvesting We streven in het VO naar een concentratie van gezamenlijke voorzieningen. 3.2 Een flexibele houding van het onderwijs vraagt flexibele huisvesting De ontwikkelingen op verschillende terreinen gaan snel. Dit vraagt op termijn om panden die snel opnieuw in te delen zijn. Tegelijk is het noodzakelijk dat investeringen duurzaam zijn. Optimaal gebruik van gezamenlijk maatschappelijk vastgoed onderstreept deze noodzaak. 3.3 Een flexibele organisatie vraagt goed toegeruste gebouwen qua ICT en e-learning: ICT komt regelmatig als issue naar voren. De technische ontwikkelingen gaan stormenderwijs. ICT is niet weg te denken uit het onderwijs, zowel administratief als onderwijskundig, onder meer e-learning. Een actueel en toegankelijk systeem voor leraren, leerlingen en onderwijsondersteunend personeel is een van de uitdagingen. Aandachtspunten zijn effectief en efficiënt gebruik van ict-ondersteuning bij administratieve processen, zoals aanwezigheidregistratie, verzuimmeldingen, de relatie tussen deze registraties en nietschoolgebonden leren of onderwijs volgen op verschillende locaties. We willen depersonaliseren ten gevolge van automatisering voorkomen. Mensen in elke leeftijd hebben en houden persoonlijke aandacht nodig. We onderkennen dat het nodig is om capaciteiten van leraren om een e-learning aanbod te ontwikkelen te bevorderen. We onderkennen dat een leerling vaak meer ICTkennis zal bezitten dan zijn leraar. De functie van leraar verandert daarmee van leren naar leren omgaan met. 3.4 Modern flexibel onderwijs vraagt een professionele leer- en werkomgeving Schoolgebouwen voldoen aan de arbeidsomstandighedenwet en bieden naast onderwijsmogelijkheid ook bijv. vergaderfaciliteiten en spreekkamers. Onderzocht moet worden hoe het nieuwe werken voor medewerkers geïmplementeerd kan worden. Een schoolgebouw is veilig voor leerlingen en medewerkers, zowel in fysieke zin als interpersoonlijk. 4. Huisvesting en de omgeving van de school 4
De omgeving van de school definiëren wij als volgt: “het gebied waarbinnen de school vorm en inhoud geeft aan onderwijs, ontmoeting, maatschappelijk leven en sociale samenhang.” Aldus geformuleerd komt de omgeving van de school dus niet per definitie overeen met de bekende indeling in wijken en buurten, maar is de school wel van betekenis voor wijken en buurten. 4.1 Scholen hebben sterke binding met de omgeving waar ze gevestigd zijn en geven vorm en inhoud aan hun maatschappelijke rol Het schoolgebouw is open van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en biedt mogelijkheden voor buurtbewoners op gebied van ontmoeting, activiteiten, cursussen. De school voelt zich betrokken bij de fysieke en sociale omgeving en betrekt deze bij de inhoud van het onderwijs in de vorm van bijv. schooltuinen, speelplekken, monumenten. 4.2 Scholen bieden dienstverlening op een breed terrein De maatschappelijke rol van scholen heeft gevolgen voor de openstelling van gebouwen, het beheer van ruimten en faciliteiten, het gebruik van maatschappelijke middelen voor onderwijs en nietonderwijs, zoals sportfaciliteiten en culturele faciliteiten. Bij de verdere ontwikkeling hiervan is van belang dat de onderwijsfunctie niet belemmerd mag worden door andere functies en dat, waar nodig, voorzieningen worden aangebracht om publiektoegankelijke ruimten te onderscheiden van delen van het gebouw die alleen voor onderwijs toegankelijk zijn (beveiliging/ beperking toegang): voorbeeld bibliotheek in het Hooghe Landt. Daarnaast zijn afspraken nodig over beheer van het gebouw, waaronder schoonmaak, gebruik utiliteitsvoorzieningen (gas, licht, water, ict) en onderhoud (schilderwerk, reparaties, treffen van voorzieningen voor de derden) Tevens moet aandacht besteed worden aan de gevolgen van toekomstige veranderingen in ruimtebehoefte van het onderwijs ten opzichte van het ruimtegebruik door derden.
5. Huisvesting en evenwichtige spreiding van gebouwen over de stad Primair onderwijs 5.1.Schoolbesturen bieden gezamenlijk het door ouders gewenste aanbod wat betreft denominatie en onderwijsconcept De schoolbesturen streven naar een kwalitatief hoogwaardig netwerk van scholen waarbinnen ouders kunnen kiezen voor een denominatie of onderwijsconcept; dit netwerk bestaat uit aaneengesloten ‘omgevingen’ van die scholen. Binnen dit netwerk komen scholen zo veel mogelijk tegemoet aan de diversiteit en keuzevrijheid van ouders. De te realiseren kwaliteit van onderwijs en/of de bedrijfseconomische aspecten zoals de “grootte” van een specifieke school bepalen uiteindelijk wel wat de mogelijkheden zijn. Onderwijsconcept kan hierbij worden gezien als onderwijsvorm (bijv. dalton / montessori) en als specialisatie (bijv. speciaal basisonderwijs t.b.v. Passend Onderwijs) Het netwerk bestaat uit nader te bepalen ‘omgevingen’ waarin ruimte is om aspecten als krimp en consequenties van Passend Onderwijs te kunnen opvangen. We werken niet of zo min mogelijk met dislocaties. 5.2.Schoolbesturen bieden onderwijs aan via grote integrale kindcentra en kleine scholen De schoolbesturen streven in de omgevingen naar een evenwichtige verdeling tussen integrale kindcentra en kleine scholen. Alle scholen (ook de kleine scholen) hebben de mogelijkheid tot minimale basisdiensten, zoals tussenschoolse en buitenschoolse opvang. 5.3.Scholen organiseren een breed aanbod van onderwijs, opvang, sport, cultuur, welzijn en zorg 5
De schoolbesturen vinden het van belang dat onderwijshuisvesting zodanig is georganiseerd dat in alle omgevingen de mogelijkheid van een breed aanbod aanwezig is.
Voortgezet onderwijs Spreiding en bereikbaarheid van schoollocaties is een issue van beperkt belang voor de leerlingen van het voortgezet onderwijs. Mocht zich in de toekomst de mogelijkheid voordoen een nieuwe schoollocatie te realiseren dan is het wel goed de spreiding van de overige locaties hierbij te betrekken. 6. Huisvesting van scholen in frisse, duurzame en energieneutrale gebouwen Onderwijshuisvesting als middel om je visie op onderwijs te realiseren. In het voorgaande hebben we een flink aantal aspecten daarvan uitgewerkt. De wensen die we op termijn met elkaar willen realiseren moeten in verband worden gebracht met de bestaande voorraad onderwijshuisvesting die Amersfoort heeft. Een gebouwenvoorraad van inmiddels ruim 40 - 70 jaar oud die niet meer voldoet aan de ruimtebehoefte van de school zelf noch aan de ruimtebehoefte vanuit de maatschappij noch aan de steeds hogere eisen op technisch gebied, met name energiezuinigheid, comfort, binnenklimaat, duurzaamheid. Zoals al eerder aangegeven hebben we daarnaast te maken met demografische krimp, nu al in het PO, maar op termijn ook in het VO. Een en ander betekent een grote (financiële) opgave voor gemeente en onderwijs.
7. VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING In het voorgaande zijn veel deelaspecten van onderwijshuisvesting uitgewerkt. Brengen we het geheel kort en krachtig samen dan komen we tot de volgende visie op onderwijshuisvesting. 1. Onderwijshuisvesting is een middel om uitvoering te geven aan de visie op onderwijs. 2. Onderwijshuisvesting faciliteert leerlingen en leraren en onderwijsondersteunend personeel bij het leren en werken. 3. Afhankelijk van leeftijd van leerlingen en onderwijsvorm is onderwijshuisvesting schoollocatiegebonden en is spreiding over de stad van belang. 4. Onderwijshuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeente. 5. Optimaal, duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed, ook buiten onderwijstijd, is uitgangspunt.
8. Doorkijkje naar vervolgstap Deze notitie is bedoeld om een visie op onderwijshuisvesting te formuleren. Dat hebben we in het voorgaande gedaan. We willen ook vast een doorkijkje formuleren naar de volgende stap. Bestaande voorraad in kaart Eerder heeft het VO bureau ICS ingehuurd om hun gebouwen in kaart te brengen. Dit ging volgens de volgende lijnen: Ruimtelijk: schaal en maat van onderwijsgebouwen wat is de schaal en maat van onderwijsgebouwen in de omgeving als gevolg van rijksbeleid heeft er een enorme verdichting plaatsgevonden: meer leerlingen met als gevolg uitbreiding van gebouwen op kavels die niet uitgebreid kunnen worden
6
meerwaarde creëren door terreinen uit te wisselen, met voordelen voor de woonomgeving en de huisvesting van het onderwijs (bijv. op terrein Lichtenberg had PO gehuisvest kunnen worden onder afstoten van oude PO-gebouwen in smalle naastgelegen woonstraten) verbinding leggen met ruimtelijke ordening en strategische vastgoedontwikkeling, de geldende regels in voor gebouwen in de stad (waaronder onderwijsgebouwen)
Bezetting: onderwijsgebouwen optimaal gebruiken gebruik gebouwen in de vorm van een goede bezetting in de tijd gebruik van ruimten in de vorm van functionaliteit leegstand en tijdelijke voorzieningen minimaliseren voldoende ruimte Technische staat: onderwijsgebouwen adequaat onderhouden en verduurzamen onderhoud van gebouwen op basis van goede financiële planning energieverbruik/ comfort/ binnenklimaat verduurzamen gebouwen in gebruik en materiaal en in levensduur Functionaliteit: onderwijsgebouwen staan ten dienste van inhoud gebruikswaarde gebouwen gezien veranderende eisen die het onderwijs inhoudelijk stelt efficiënte indeling gebouwen in relatie tot onderwijskundig concept flexibiliteit zodat gebouwen relatief eenvoudig intern zijn aan te passen aan nieuwe inhoudelijke eisen en concepten Eigendom, beheer en exploitatie: onderwijsgebouwen duurzaam beheren en exploiteren helder organiseren van eigendom en beheer beheerorganisatie bij multifunctioneel gebruik sluitende exploitatie in relatie tot bezetting, technische staat en functionaliteit gebouwen professionaliseren beheer en exploitatie MFA’s (PO) helder organiseren van medegebruik en verhuur van ruimten in onderwijsgebouwen Aanpak bestaande voorraad in kaart Om de bestaande voorraad in kaart te brengen stellen we voor de opbrengsten van ICS te updaten voor het VO. Daarnaast brengen we het PO in kaart volgens dezelfde systematiek. Van bestaande voorraad naar passende huisvesting in de toekomst Op basis van deze inventarisaties zal de gezamenlijke opdracht zijn om te bedenken welke bestaande gebouwen we willen behouden en welke we willen afstoten dan wel vernieuwen (vervangende nieuwbouw) of ‘transformeren’ (verduurzamen bestaande gebouwen) gezien inhoudelijke ontwikkelingen en demografische ontwikkelingen (krimp op de korte en langere termijn). Financiële gevolgen – vraagstukken - in de toekomst We kunnen niet om het vraagstuk van de financiering van onderwijshuisvesting heen. De gemeente heeft en houdt een wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Dit is niet alleen een kwalitatief en kwantitatief vraagstuk, maar ook een financieel. Veel gemeenten, ook Amersfoort, krijgen te maken met het gegeven dat steeds meer schoolgebouwen 40 jaar en ouder zijn. Dit betekent dat het vraagstuk aan de orde komt hoe de aanpassing of vervanging van deze gebouwen gefinancierd moet worden. De onderwijswetgeving kent nu twee hoofdsystemen: De gemeente betaalt op basis van de verordening onderwijshuisvesting subsidie aan de schoolbesturen. De verordening vormt middels een jaarlijkse cyclus van individuele aanvraag, beoordeling en besluitvorming de wettelijke basis voor het toekennen van middelen. Aanvragen kunnen niet in samenhang/ strategisch beoordeeld worden: voldoet de aanvraag aan de eisen van de verordening dan moet die toegekend worden. 7
De gemeente verstrekt op basis van een overeenkomst subsidie aan schoolbesturen. Dit systeem biedt de mogelijkheid strategische (vastgoed)ontwikkelingen en afwegingen te combineren met afspraken over onderwijsinhoudelijke doelen, verwachtingen en planningen op de langere termijn en ontwikkelingen in aanverwante beleidsterreinen.
Meerjarenperspectief In het huidige systeem met een aan de gemeentelijke verordening gekoppelde jaarcyclus neemt de gemeente besluiten op basis van incidentele vragen. Onderwijs en gemeente hebben behoefte aan een gezamenlijk ontwikkel- en meerjarenperspectief waarin op basis van een afwegingskader beslissingen genomen worden over de ontwikkeling van de onderwijsvoorraad voor de toekomst. Vanaf het begin van dit proces waarin we werken van onderwijsvisie naar een integraal huisvestingsplan heeft op tafel gelegen dat onderwijsorganisaties en gemeente te maken hebben met financieel beperkte mogelijkheden. Het te ontwikkelen IHP omvat een langere termijn perspectief, waarbinnen in de loop van de tijd de mogelijkheden kunnen veranderen. Van onderwijs en gemeente samen vraagt het creatief denken, combineren van middelen/ budgetten om gezamenlijk zoveel mogelijk van onze visie te realiseren.
8
Voorstel voorlopige planning voor het vervolg tijd 4-de kwartaal en eerste kwartaal 2013 1-ste kwartaal 2013 1-ste en 2de kwartaal
wat Vaststellen conceptvisie op onderwijshuisvesting en besluitvorming in achterbannen
Rondetafelgesprek met de gemeenteraad over de conceptvisie op onderwijshuisvesting Op basis van onderwijsvisie en visie op onderwijshuisvesting: voorbereiding kaderstelling voor het IHP voor PO en VO 2-de Vaststellen kaderstelling voor het IHP kwartaal voor PO en VO 2-de en 3Ontwikkeling concept IHP PO en VO de kwartaal Incl. financiële vertaling 3-de besluitvorming kwartaal 4-de Ontwikkeling investeringsplan kwartaal Incl. uitwerking financiële vertaling
VO Schoolbesturen en wethouder
PO Schoolbesturen en wethouder
Wethouder, schoolbesturen PO en VO en gemeenteraad Schoolbesturen en wethouder
Schoolbesturen en wethouder
gemeenteraad Schoolbesturen en wethouder gemeenteraad
Schoolbesturen en wethouder
Schoolbesturen en wethouder
Schoolbesturen en wethouder
9