COLLEGE JAARREKENING 2014

COLLEGE

JAARREKENING 2014

Inhoudsopgave BESTUURSVERSLAG ................................................................................................................................. 3 Instellingsgegevens ................................................................................................................................... 3 Kerncijfers 2010 t/m 2014 ......................................................................................................................... 4 Algemeen .................................................................................................................................................. 5 Verslag van de Raad van Toezicht ........................................................................................................... 5 Financiële ontwikkelingen in het boekjaar ................................................................................................ 6 Relevante ontwikkelingen ......................................................................................................................... 6 Beleggen en belenen ................................................................................................................................ 7 Toekomstparagraaf ................................................................................................................................... 7 Risicoanalyse .......................................................................................................................................... 10 Impressie over 2014 in foto’s .................................................................................................................. 12 JAARREKENING ........................................................................................................................................ 14 A.

Balans per 31 december 2014 ....................................................................................................... 14

B.

Staat van baten en lasten over 2014 .............................................................................................. 16

C.

Kasstroomoverzicht over 2014 ....................................................................................................... 17

Grondslagen ............................................................................................................................................ 18 Toelichting op de balans per 31 december 2014 .................................................................................... 25 1

Actief ........................................................................................................................................... 25

2

Passief ........................................................................................................................................ 27

Financiële instrumenten en samenwerkingsverbanden .......................................................................... 30 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen ............................................................................ 31 Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2014 .......................................................................... 32 Transacties met verbonden partijen ........................................................................................................ 38 Honoraria van de accountant .................................................................................................................. 39 Overzicht geoormerkte subsidies ............................................................................................................ 39 WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector ........................ 39 Ondertekening raad van bestuur en raad van toezicht ........................................................................... 40 OVERIGE GEGEVENS .............................................................................................................................. 41 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ............................................................................ 41 Resultaatbestemming ............................................................................................................................. 43 Gebeurtenissen na balansdatum ............................................................................................................ 43

Cals College – Jaarrekening 2014

2

BESTUURSVERSLAG Instellingsgegevens Naam instelling Adres Postadres Postcode / plaats Telefoon Fax E-mail Internet-site

: : : : : : : :

Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. Vreeswijksestraatweg 6 A Postbus 128 3430 AC Nieuwegein 030-6036604 030-6047684 [email protected] www.cals.nl

Samenstelling College van Bestuur Bestuurder

:

De heer drs. N.G.T. de Jong

Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is als volgt samengesteld: Voorzitter : Mevrouw Y.E.A.M. de Haan RE Leden : De heer drs. W.F. Merkus RA (vanaf 15 april 2014) : Mevrouw drs. T.M. Kisters MWO : Mevrouw mr. Z.J. Oosting : De heer drs. J.W. van der Woude : De heer mr. M.A.J. Versteeg : De heer drs. R.F. Vonk (tot 12 juni 2014)

Stichtingenregister De Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o. te Nieuwegein is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht onder nummer 41179498.

Bestuursnummer : Brin-nummer(s) :

49155 00VY -

Contactpersonen :

De heer drs. N.G.T. de Jong, Bestuurder. De heer H.J. de Vetter, Hoofd Financiën en Beheer

Cals College

-

sector VO

Kernactiviteit Het Cals College is een open katholieke scholengemeenschap voor tweetalig vwo, gymnasium, atheneum, havo en vmbo, met een school in Nieuwegein en een school in IJsselstein. Een actieve school die in een veilige omgeving aan leerlingen en medewerkers ruimte biedt voor groei en ontwikkeling. De kernactiviteit is het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.

Juridische structuur en organisatie Het bestuur van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein / IJsselstein e.o., gevestigd te Nieuwegein, berust bij de bestuurder. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het beleid van de bestuurder. De beleidsvoorbereiding en –uitvoering vallen onder de verantwoordelijkheid van de bestuurder samen met de directeur van de vestiging IJsselstein, de rector van de vestiging Nieuwegein en het hoofd financiën en beheer, die gezamenlijk het Bestuur en Management Team (BMT) vormen. Cals College – Jaarrekening 2014

3

Kerncijfers 2010 t/m 2014 KERNCIJFERS 2010 - 2014 2010 BEDRAGEN * 1.000

BALANS PER 31-12

2010

2011

2012

2013

2014

€

€

€

€

€

ACTIVA 1.1 Materiële vaste activa 1.2 Financiële vaste activa 1.3 Voorraden 1.4 Vorderingen 1.5 Liquide middelen TOTAAL ACTIVA

5.593 766 13 646 5.671 12.689

6.095 737 3 830 4.216 11.881

6.097 737 4 716 4.290 11.844

6.127 709 3 749 6.023 13.611

6.507 680 2 766 7.661 15.616

PASSIVA 2.1 Eigen vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA

8.542 302 1.081 2.764 12.689

7.684 365 1.116 2.716 11.881

7.125 300 1.403 3.016 11.844

8.605 807 641 3.558 13.611

10.257 821 613 3.925 15.616

STAAT VAN BATEN EN LASTEN

2010

2011

2012

2013

2014

BATEN 3.1 Rijksbijdrage 3.2 Werk voor derden 3.3 Overige baten TOTAAL BATEN

20.460 0 1.019 21.479

20.957 0 1.342 22.299

22.678 0 1.349 24.027

25.837 0 755 26.592

27.252 0 664 27.916

LASTEN 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten TOTAAL LASTEN

17.592 919 986 1.981 21.478

18.505 1.117 1.089 2.469 23.180

20.130 1.163 1.008 2.284 24.585

21.215 928 1.207 1.735 25.085

22.003 1.087 1.334 1.815 26.239

SALDO BATEN / LASTEN

1

-881

-558

1.507

1.677

SALDO FIN. BATEN / LASTEN

9

23

-1

-27

-25

10

-858

-559

1.480

1.652

0

0

0

0

0

10

-858

-559

1.480

1.652

2010 1.050 1.839 2.889

2011 1.240 1.854 3.094

2012 1.559 1.873 3.432

2013 1.761 1.952 3.713

2014 1.853 2.024 3.877

2010 358 269

2011 384 288

2012 377 294

2013 369 290

2014 399 311

0,0% 45,2% 2,3 67,3% 39,75%

-3,8% 37,8% 1,9 64,7% 34,42%

-2,3% 35,7% 1,7 60,2% 29,66%

5,4% 38,0% 2,0 63,2% 32,39%

5,9% 44,6% 2,1 65,7% 36,78%

RESULT. GEWONE BEDR. VOERING RESULT. BUITENGEW. BEDR.VOERING TOTAAL RESULTAAT

Leerlingenaantal per 1-10 IJsselstein Nieuwegein Totaal Formatieomvang Aantal medewerkers per 31-12 FTE's per 31-12 Resultaat, uitgedrukt in % van baten: Kapitalisatiefactor (zie toelichting blz. 6) Current ratio Solvabiliteit(Eigen vermogen /balanstotaal) Weerstandsvermogen


4

Algemeen Het financieel beleid is primair gericht op het waarborgen van de continuïteit van de organisatie. Onze focus blijft gericht op onderwijskwaliteit, personeel en organisatie. Concreet betekent dit aandacht besteden aan onder meer investeren in de kwaliteit van de schoolleiding, integratie van ICT in het onderwijsproces, professionalisering van personeel en het stimuleren van een ambitieuze cultuur van leren en ontwikkelen voor zowel docenten als leerlingen. In het publicatie jaarverslag 2014 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde onderwijskwaliteit en de bedrijfsvoering. Daarover wordt gesproken met ouders, leerlingen, basisscholen, collega-scholen en gemeenten.

Verslag van de Raad van Toezicht In 2014 heeft de Raad van Toezicht 6 maal vergaderd. Overeenkomstig de statuten heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening en de begroting goedgekeurd. De voorzitter van de Raad van Toezicht en de bestuurder hebben driewekelijks overleg over relevante ontwikkelingen binnen de school. Het uitgebreide verslag van de Raad van Toezicht is opgenomen in het publicatie jaarverslag. Daarnaast heeft er op 12 maart 2014 een strategiebijeenkomst plaatsgevonden waarbij de Raad van Toezicht samen met de bestuurder, het managementteam en enkele schoolleiders een middag gesproken heeft over de strategische positionering van het Cals College onder leiding van Twijnstra en Gudde. Een afvaardiging van de Raad van Toezicht spreekt jaarlijks met de Medezeggenschapsraad. De algemene zaken zijn onder meer besproken aan de hand van periodieke managementletters van de bestuurder. De agenda van de vergadering van de raad bestaat uit enkele vaste onderwerpen (kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid, bedrijfsvoering) en actuele externe en interne ontwikkelingen. In 2014 is binnen de Raad van Toezicht gesproken over de onderwijskwaliteit, het onderwijsaanbod en de financiële bedrijfsvoering. Specifieke aandachtspunten waren de identiteit van de school, de invoering van passend onderwijs, regionale ontwikkelingen, de huisvestingssituatie in IJsselstein, regulering van de instroom van leerlingen, het verbeterplan van de vestiging in IJsselstein en de invoering van het technasium in IJsselstein. Het Cals College conformeert zich aan de code goed bestuur. Naast de bevoegdheid van de Raad van Toezicht om de begroting en de jaarrekening jaarlijks goed te keuren geeft zij de bestuurder zowel gevraagd als ongevraagd (financieel) advies. Over belangrijke financiële onderwerpen vindt (in)formeel overleg met een lid van de Raad van Toezicht, met de portefeuille financiën, plaats. Jaarlijks is de controlerend accountant aanwezig in de vergadering van de Raad van Toezicht waar de jaarrekening wordt goedgekeurd. Tijdens deze vergadering geeft de accountant toelichting op zijn bevindingen en conclusies uit de controle en geeft adviezen voor verbetering of aanscherping van procedures. Jaarlijks worden de financiële kengetallen van de school met de accountant besproken. Tweejaarlijks worden de risico’s die de school heeft geïnventariseerd besproken met de accountant.


5

Financiële ontwikkelingen in het boekjaar In de begroting was rekening gehouden met een positief resultaat van 893.000 euro. Het boekjaar 2014 sluit met een positief resultaat op de gewone bedrijfsvoering van 1.652.157 euro. Dit betekent een rendement van 5,9%. Het positieve resultaat wordt ten gunste van de algemene reserve gebracht. Het verschil van 759.157 euro tussen het begrote en gerealiseerde resultaat vloeit grotendeels voort uit een hogere personele vergoeding vanuit OCW door verhoging van de GPL, hogere overige subsidies, extra opbrengsten van het samenwerkingsverband, fiscale afrekeningen van voorgaande jaren, lagere lonen en salarissen en vrijval van voorziening spaarverlof. De financiële positie is gezond. In het afgelopen jaar is in de planning- en control cyclus meer routine opgebouwd met het werken met periodieke eindejaarsprognoses. De “kapitalisatiefactor” is de indicator voor de hoeveelheid kapitaal die een onderwijsinstelling aanhoudt voor zijn onderwijsactiviteiten. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal (te verminderen met de waarde van gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten (inclusief de rentebaten). Voor het Cals College is de kapitalisatiefactor toegenomen van 38,0% (2013) naar 44,6% (2014). Dat is het gevolg van het positieve exploitatieresultaat in 2014. Het eigen vermogen staat ter vrije beschikking van de school. Eind 2014 heeft de Raad van Toezicht de begroting 2015 goedgekeurd. Op middellange termijn zien wij als financiële risico’s de stijgende loonkosten onder invloed van invoering van de CAO-VO (entreerecht en functiemix) in combinatie met vergrijzing van het personeel en de demografische ontwikkeling (‘krimp’). Op dit moment is de liquiditeit ruim voldoende om de lasten van personeel en materieel te kunnen betalen. De toekomstparagraaf bevat een uitgebreide beschrijving over de toekomstige financiële ontwikkelingen inclusief een meerjaren staat van baten en lasten en meerjarenbalans.

Relevante ontwikkelingen Algemeen Belangrijke ontwikkelingen zijn de invoering van Passend Onderwijs, de uitbreiding van het schoolgebouw in IJsselstein en het integrale verbetertraject in IJsselstein. Onderwijsresultaten In 2014 heeft de onderwijsinspectie alle opleidingen van de vestiging Nieuwegein (havo/vwo) positief beoordeeld. Daarentegen zijn de afdelingen vmbo-k en de havo in IJsselstein beoordeeld met de kwalificatie ‘onvoldoende’. Mede vanwege de stormachtige groei van het aantal leerlingen in IJsselstein is de onderwijskwaliteit onder druk komen te staan. Er is sprake van een grote instroom van jonge, minder ervaren docenten. In 2013 is gestart met een verbeterplan voor de afdeling havo. In 2014 is gestart met een integraal verbeterproces. Inmiddels zijn de examenresultaten van de havo-afdeling sterk verbeterd. De andere afdelingen in IJsselstein zijn als ‘voldoende’ beoordeeld. Toename instroom van leerlingen De belangstelling voor beide vestigingen blijft onverminderd groot. Op de vestiging Nieuwegein zijn voor het schooljaar 2014/2015 in totaal 403 leerlingen geplaatst, op de vestiging IJsselstein 407 leerlingen (waaronder 75 havo/vwo leerlingen). Het aantal aanmeldingen overtrof ruimschoots het aantal beschikbare plaatsen op beide scholen. Daarom zijn in totaal ongeveer 80 leerlingen uitgeloot.


6

Beleggen en belenen Binnen het Cals College is een “Treasurystatuut” opgesteld, deze is in december j.l. geactualiseerd. Het Cals College maakt onderscheid tussen publieke en overige middelen. Voor zover dat niet expliciet anders is vermeld worden de middelen als publieke middelen beschouwd. Het beleggingsbeleid is gericht op het vermijden van risico’s. In dat kader werkt het Cals College met “schatkistbankieren”: liquiditeiten worden aangehouden op een rekening courant bij het Ministerie van Financiën. De stichting maakt geen gebruik van derivaten en/of overige complexe financiële instrumenten.

Toekomstparagraaf De streefdoelen van het Cals College zijn vastgelegd in het ambitieplan 2013 – 2017. Deze sluiten aan op de ambities uit het Sectorakkoord VO 2014-2017, waaronder uitdagend onderwijs, brede vorming en de school als lerende organisatie. Kengetallen personeel en leerlingen Stand op 2014 2015* 2016* 31-12

2017*

Personeel (fte) ** Docenten

237,9

234,7

232,2

225,4

Directie

16,1

15,5

15,5

15,5

OOP

56,9

56,9

56,9

56,9

3.768

3.669

Leerlingen Per 1-10

3.866

3.877

* Prognose ** Het aantal fte docenten per einde boekjaar is exclusief externe inhuur bij uitzendbureaus. De leerlingenprognose is gebaseerd op ervaringscijfers, het huidige belangstellingspercentage onder basisschoolleerlingen en de maximale schoolomvang. Het streven is erop gericht om in het schooljaar 2016/2017 de uitbreiding in IJsselstein te realiseren. De personele bezetting is afgeleid van het geprognosticeerde aantal leerlingen, waarbij de ratio docent/leerling niet is gewijzigd. Aangezien de geprognosticeerde daling in leerlingenaantallen geleidelijk plaatsvindt, is de verwachting dat de terugloop in personeel door natuurlijk verloop plaatsvindt.


7

Balans Naar verwachting zal de financieringsstructuur van het Cals College in de nabije toekomst niet wijzigen. Voor wat betreft het huisvestingsbeleid wordt verwezen naar de tekst bij de leerling prognoses en bij de Staat van baten en lasten. De voorziening spaarverlof neemt in de komende tijd (sterk) af omdat een aantal personeelsleden dit verlof opneemt.

Meerjarenbalans Realiteit 2014 Materiële vaste activa

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

6.507.373

5.993.587

5.800.787

5.593.504

5.431.367

5.258.454

680.460

645.460

610.460

575.460

540.460

505.460

2.220

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

765.662

760.000

760.000

780.000

755.000

740.000

7.660.816

8.657.715

9.161.386

9.086.392

8.079.752

6.132.518

15.616.531

16.058.762

16.334.633

16.037.356

14.808.580

12.638.432

10.257.100

11.239.300

11.661.700

11.555.400

10.411.200

8.489.100

Voorzieningen

821.330

728.538

637.838

554.138

536.838

351.068

Langlopende schulden

612.603

584.242

555.881

527.520

499.159

470.798

Kortlopende schulden

3.925.498

3.506.682

3.479.214

3.400.298

3.361.382

3.327.466

15.616.531

16.058.762

16.334.633

16.037.356

14.808.579

12.638.432

Financiële vaste activa

Voorraden

Vorderingen

Liquide middelen

TOTAAL ACTIVA

Eigen Vermogen

TOTAAL PASSIVA


8

Staat van baten en lasten Het gebouw in IJsselstein wordt uitgebreid met ongeveer 2.400 m2. De planning is om deze uitbreiding gerealiseerd te hebben in de tweede helft van 2016. Voor deze uitbreiding heeft de gemeenteraad een krediet toegezegd van € 3.863.000. Er is gekozen voor de “Engineer en build” als aanbestedingsvorm wat betekent dat het bouwbudget taakstellend vast ligt. De externe adviseur (Hevo) en het hoofd Financiën en Beheer van het Cals College zijn belast met de bewaking van het budget. Afwijkingen van het vastgestelde budget zijn niet toegestaan. Om de periode tot aan de oplevering van de nieuwbouw te overbruggen zijn vanaf het voorjaar van 2014 8 noodlokalen gehuurd. Doel is om de kwaliteit van het rooster voor leerlingen en personeel op niveau te houden. Zie voor meer informatie de Staat van baten en lasten.

MEERJAREN STAAT VAN BATEN EN LASTEN

Realiteit 2014

3.

4.

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

BATEN

Rijksbijdragen

€

27.101.144 €

28.238.400 €

28.003.000 €

27.299.400 €

26.584.300 €

25.910.100

Overige baten

€

816.479 €

734.700 €

689.100 €

663.500 €

655.300 €

650.400

TOTAAL BATEN

€

27.917.623 €

€

28.692.100 €

€

26.560.500

Personele lasten

€

22.003.456 €

23.531.700 €

23.796.800 €

23.662.200 €

24.035.900 €

24.185.100

Afschrijvingen

€

1.087.410 €

1.120.200 €

1.135.500 €

1.102.900 €

1.052.300 €

1.031.200

Huisvestingslasten

€

1.333.548 €

1.320.800 €

1.325.200 €

1.297.800 €

1.300.900 €

1.322.000

Overige materiële lasten

€

1.815.723 €

1.997.100 €

1.991.100 €

1.985.200 €

1.973.600 €

1.923.200

TOTAAL LASTEN

€

26.240.137 €

27.969.800

€

28.248.600 €

€

28.461.500

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING

€

1.677.486 €

1.003.300

€

443.500 €

85.200- €

1.123.100- €

1.901.000-

Saldo financiële baten en lasten

€

25.329- €

21.100- €

21.100- €

21.100- €

21.100- €

21.100-

SALDO BATEN EN LASTEN

€ 1.652.157 €

982.200 €

422.400 €

28.973.100

27.962.900

€

27.239.600

LASTEN


28.048.100

€

28.362.700

106.300- € 1.144.200- € 1.922.100-

9

Planning & controlcyclus Bij het opstellen van de jaarlijkse begroting wordt structureel een meerjarenraming voor t+4 opgesteld. Deze meerjarenraming wordt op basis van de meest actuele cijfers doorgerekend: het personeelsbestand van de maand september jaar t wordt, rekening houdend met periodieken, bindingstoelage, functiemix e.d., voor vier kalenderjaren doorgerekend met behulp van het programma Afas (salarisadministratiepakket). De andere posten worden voor de komende vier jaar op basis van ervaringscijfers zo goed mogelijk geschat. Er wordt 4 maal per jaar een liquiditeitsprognose opgesteld. Vanaf de maand maart van ieder jaar wordt maandelijks een eindejaarsprognose voor de salariskosten voor dat kalenderjaar opgesteld. De afwijkingen ten opzichte van de begroting en de eventuele eerdere eindejaarsprognose en de risico’s worden geanalyseerd. Daarnaast wordt bij investeringsplannen van een substantiële omvang (vanaf € 50.000) een businessplan opgesteld, waarin wordt in gegaan op de risico’s en maatregelen om deze risico’s te minimaliseren. Om eventuele risico’s zo klein mogelijk te houden wordt de financiële administratie eerder in de beleidsvoorbereiding betrokken. Sinds 1 april 2013 maakt het hoofd Financiën en Beheer deel uit van het Bestuur- en Management Team (BMT). In het proces van beleidsvoorbereiding wordt systematisch het financiële aspect bekeken.

Risicoanalyse Inleiding Deze risicoparagraaf bevat een samenvatting van de notitie ‘Risicoprofiel Cals College’, waarin de belangrijkste risico’s zijn benoemd. Voor de financiële continuïteit vormen de financiële kengetallen en de daarbij behorende signaleringsgrenzen van de onderwijsinspectie het uitgangspunt. Deze kengetallen (behalve liquiditeit, die eind 2014 2,2 bedroeg) staan op pagina 4 van de jaarrekening. Op grond van een interne analyse zijn de volgende risico’s te onderscheiden: Politiek In de afgelopen jaren is gebleken dat de het niveau van bekostiging vanuit de rijksoverheid moeilijk is te voorspellen. Zo heeft er bijvoorbeeld in december 2013 éénmalig een ophoging van de lumpsum van 1 miljoen euro plaatsgevonden. De Prestatieboxgelden zijn maar tot en met 2017 gegarandeerd. Een redelijk bedrag is om hiervoor 2 % van de totale lumpsum te reserveren. Dit komt neer op ongeveer € 500.000. Daling van het leerlingenaantal Beide scholen zijn op dit moment op het maximum van hun leerlingenaantal en in combinatie met een daling van de basisgeneratie zal het leerlingenaantal op beide vestigingen afnemen. Dit heeft ook een reductie van het personeelsbestand tot gevolg. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de helft van de verwachte terugloop met 10 fte’s door middel van natuurlijk verloop kan worden gerealiseerd, de andere helft niet. Aangezien ontslag van personeel pas na 2 jaar mogelijk is, moet er voor 5 fte’s onderwijzend personeel twee jaarsalarissen à € 70.000 worden gereserveerd. Dit komt neer op ongeveer € 700.000. Invoering van de wet Passend Onderwijs Per 1 januari 2016 verandert de geldstroom voor de financiering van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (w.o. lwoo-leerlingen). Deze middelen (voor onze school ongeveer € 1.300.000 per jaar) komen vanaf die datum binnen bij het Samenwerkingsverband en worden van daaruit verdeeld over de scholen. Hier bestaat het risico er uit dat het Cals College minder geld ontvangt voor deze doelgroep. Hiervoor is 10 % van dit oorspronkelijke bedrag over twee kalenderjaren gereserveerd. Dit betekent een bedrag van € 260.000. Ziekteverzuim Als het ziekteverzuim onverwachts stijgt met 1 %, dan leidt dit tot een extra personele last van € 225.000. Voor dit risico wordt een onverwachte stijging van 2 % gedurende één jaar gereserveerd: € 450.000.


10

Gebouwen Er is geen sprake van risico’s vanwege de meerjaren onderhoudprogramma’s (MOP’s ) die iedere twee jaar worden geactualiseerd. Bij de aansluiting van de uitbreiding aan de ‘oudbouw’ in IJsselstein zal bezien worden in hoeverre onderdelen uit het MOP hierin meegenomen kunnen of moeten worden. Kritische bedrijfsprocessen De kritische bedrijfsprocessen (leerlingen-, financiële en salarisadministratie) worden gehost bij externe partijen. Hier zit voor het Cals College dus geen risico. Voor het risico van discontinuïteit in de (qua omvang kleine) afdeling IT-beheer wordt een bedrag van € 350.000 opgenomen. Imagoschade De kosten voor Inschakeling van externe deskundigheid bij onvoorziene ingrijpende incidenten wordt geraamd op € 50.000. De eventuele afname van de instroom van het aantal leerlingen als gevolg hiervan leidt ertoe dat er personeel op korte termijn moet afvloeien. Bij een terugloop in de aanmeldingen van zo’n 100 leerlingen gaat het een bedrag van € 350.000 op jaarbasis (5 fte). Voor twee jaar betekent dit een bedrag van € 700.000. Benodigd vermogen om risico’s af te dekken Risico in de categorie Politiek Leerlingen Onderwijs Personeel Organisatie Gebouwen Automatisering Imagoschade Totaal

Geschat risico (€) 500.000 700.000 260.000 450.000 225.000 0 350.000 750.000 3.235.000

Ervan uitgaande dat niet alle risico’s zich gelijktijdig in volle omvang zullen voordoen, is er uitgegaan van een benodigde dekking van maximaal 50 %, zijnde (afgerond) € 1.600.000. Dit bedrag is in voorkomende gevallen beschikbaar vanuit de algemene reserve. Voor de volgende risico’s zijn verzekeringen afgesloten:  Gebouw en inventaris (door gemeenten); de T-vleugel in Nieuwegein, in eigendom van de school, is aanvullend meeverzekerd op de gemeentepolis. Ook voor de noodlokalen in IJsselstein is een verzekering afgesloten.  De beelden van Guido Geelen op en bij vestiging Nieuwegein zijn aanvullend meeverzekerd op de gemeentepolis.  Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering.  Ongevallenverzekering.  Bestuurder- en toezichthoudersaansprakelijkheidsverzekering (BTA).  Collectieve wia-verzekering voor dekking bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.


11

Impressie over 2014 in foto’s Cals Nieuwegein


12

Cals IJsselstein


13

JAARREKENING A. Balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming)

1 ACTIVA 31-12-2014

31-12-2013

€

€

Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen 1.2.2 Inventaris en apparatuur

3.180.981 3.326.392

3.260.978 2.865.638

6.507.373 1.3 Financiële vaste activa 1.2.1 Leningen u/g

680.460

Totaal vaste activa

6.126.616

708.821

680.460

708.821

7.187.833

6.835.437

2.220

3.234

Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 1.5.2 Voorz. dubieuze debiteuren 1.5.3 Overige vorderingen 1.5.4 Overlopende activa

1.7 Liquide middelen

Totaal vlottende activa

TOTAAL ACTIVA *

505.553 -4.948 105.474 159.583

526.220

80.053

*

142.976

765.662

749.249

7.660.816

6.023.404

8.428.698

6.775.887

15.616.530

13.611.323 *

Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden (i.v.m. aantal reclassificaties die nu zijn doorgevoerd in de vergelijkende cijfers)


14

2 PASSIVA 31-12-2014

31-12-2013

€

€

2.1 Eigen vermogen 2.1.1 2.1.3.

Algemene Reserve Bestemmingsreserves

10.257.100

8.604.943 0

10.257.100

Totaal Eigen vermogen

8.604.943

2.2 Voorzieningen 2.2.1

Voorziening onderhoud

257.893

221.040

2.2.2

Overige voorzieningen

563.436

585.861

*

821.329

806.901

2.3 Langlopende schulden 2.3.1

Langlopende schuld

612.603

640.965

*

612.603

640.965

2.4 Kortlopende schulden 2.4.1 2.6.4 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5

Crediteuren Ministerie OCenW Belastingen en UWV Pensioenen Overig kortlopend Overlopende passiva

431.913

0

915.322 283.421 164.661 2.130.181

TOTAAL PASSIVA *

380.132

902.502 302.515 101.332

*

1.872.034

*

3.925.498

3.558.515

15.616.530

13.611.323



15

B.

Staat van baten en lasten over 2014 Realisatie 2014

3

BATEN

3.1 Rijksbijdrage ministerie van OCW 3.5 Overige baten

€

Begroot 2014

Realisatie 2013 *

€

€

27.252.242 665.381

27.074.000 620.000

25.924.493 * 667.799 *

27.917.623

27.694.000

26.592.292

22.003.456 1.087.410 1.333.548 1.815.723

22.540.100 1.107.200 1.249.700 1.874.500

21.214.944 928.235 1.206.851 1.735.456 *

26.240.137

26.771.500

25.085.485

1.677.486

922.500

1.506.806

SALDO FINANC. BATEN EN LASTEN

-25.329

-29.500

-26.789

RESULTAAT GEWONE BEDR. VOERING

1.652.157

893.000

1.480.017

TOTAAL RESULTAAT

1.652.157

893.000

1.480.017

TOTAAL BATEN

4

LASTEN

4.1 4.2 4.3 4.4

Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten

TOTAAL LASTEN SALDO BATEN EN LASTEN 5

*



16

C.

Kasstroomoverzicht over 2014 Ref

Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten

2014

2013

€

€

1.677.486

1.506.806 956.591

Afschrijvingen

4.2

1.121.001

Mutaties werkkapitaal o Voorraad o Vorderingen o Kortlopende schulden o Mutaties voorzieningen

1.4 1.5 2.4 2.2

1.014 -16.412 366.983 14.427 366.013

311.667

15.830 -41.159 -25.329

-38.843

Ontvangen rente Betaalde rente

449 -29.673 -1.151 281.292 12.054 -26.789

3.139.170 Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa

1.2

2.717.901

-1.501.758

-986.225

-1.501.758 Kasstroom uit financieringsactiviteiten (Des)investeringen financiële vaste activa Mutaties overig langlopende schulden

1.3 2.3

28.361 -28.362 -1

Mutaties liquide middelen

Beginstand liquide middelen Mutaties liquide middelen

1.7

Eindstand liquide middelen

1.7


-986.225

28.361 -26.978

-1

1.383

1.637.412

1.733.059

6.023.404 1.637.412

4.290.345 1.733.059

7.660.816

6.023.404

17

Grondslagen Algemeen Het Cals College is een stichting die fungeert als open katholieke scholengemeenschap. De school kent twee hoofdlocaties namelijk Nieuwegein en IJsselstein. De vestiging in Nieuwegein is gevestigd aan de Vreeswijksestraatweg 6A 3430 AC in Nieuwegein. Het is een school voor tweetalig vwo, gymnasium, atheneum en havo. In IJsselstein bevindt de hoofdlocatie zich aan de Hoge Dijk 1 3401 RD in IJsselstein. Daarnaast bestaat er een nevenlocatie aan de Mr. Abbink Spainkstraat 36 3401 ZH in IJsselstein. Op het Cals college IJsselstein wordt vmbo, havo en atheneum onderbouw aangeboden. De activiteiten van de scholengemeenschap bestaan uit het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs.

Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de “Regeling jaarverslaggeving Onderwijs”, In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn. De daarin aangeduide uitzonderingen zijn in acht genomen. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Alle bedragen in deze jaarrekening zijn vermeld in euro’s, de functionele valuta van de stichting. De nummering die gehanteerd wordt in dit verslag is conform deze richtlijn. Getracht is de aansluiting tussen verschillende verdichtingsniveaus inzichtelijker te maken met behulp van tekstopmaak kenmerken: Bedragen die in de Balans en Staat van baten en lasten vet en met donkere achtergrond zijn weergegeven, zijn in de toelichting op de balans en de toelichting op de Staat van baten en lasten in dezelfde opmaak terug te vinden. Bedragen met een * zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.

Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector(WNT) Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de laatste aanpassing in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector van 14 oktober 2014.


18

Waardering van de activa, de passiva en de resultaatbepaling De cijfers van de jaarrekening 2014 worden gepresenteerd in samenhang met de cijfers van de jaarrekening 2013 en de goedgekeurde begroting 2014. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn een aantal posten van 2013 geherrubriceerd. Het gaat om de volgende posten: Jaarrekening 2014 142.976

Jaarrekening 2013 139.502

2.2.2 Overige voorzieningen

585.861

111.311

474.550

2.3.1 Langlopende schuld

640.965

1.343.098

-702.133

2.4.4 Overig kortlopend

101.332

97.858

3.474

1.872.034

1.644.451

227.583

25.924.493

25.836.878

87.615

3.5 Overige baten

667.799

1.387.037

719.238

4.4 Overige lasten

1.735.456

2.367.079

-631.623

1.5.4 Overlopende activa

2.4.5 Overlopende passiva 3.1 Rijksbijdragen van OCW

Verschil 3.474

Reden Een gedeelte was een negatieve vordering in 2013. In 2014 is deze als overige schuld verantwoord. Presentatiecorrectie voorziening spaarverlof nu als voorziening in 2013 als langlopende schuld Presentatiecorrectie voorziening spaarverlof naar voorzieningen en investeringssubsidies naar kortlopende schulden Zie 1.5.4 Overlopende activa Toevoeging investeringssubsidies Toevoeging gelden samenwerkingsverband inzake passend onderwijs De opbrengsten van werkweken, buitenschoolse activiteiten en dekking materiële kosten zijn gesaldeerd met de desbetreffende kosten. Daarnaast zijn de gelden van het samenwerkingsverband inzake passend onderwijs onder de rijksvergoeding verantwoord. De opbrengsten van werkweken, buitenschoolse activiteiten en dekking materiële kosten zijn gesaldeerd met de desbetreffende kosten.

Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van de ingestelde voorziening “jubileumgratificatie”, die gewaardeerd is tegen contante waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Cals College – Jaarrekening 2014

19

Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De cijfers van de jaarrekening worden gepresenteerd in samenhang met de cijfers van de voorgaande jaarrekening en de begroting. Een * geeft aan dat er cijfers zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Deze schattingen zijn met name van toepassing op de toekomstparagraaf. Wijzigingen ten opzichte van vorig boekjaar Dit jaar is er voor gekozen om de opbrengsten van buitenschoolse activiteiten en werkweken te salderen met de kosten. Financiële instrumenten Verstrekte leningen en overige vorderingen Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In deze jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: handelsportefeuille (financiële activa en financiële verplichtingen), gekochte leningen en obligaties, verstrekte leningen en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardevermindering verliezen. Deze komt overeen met de nominale waarde. Langlopende en kortlopende schulden Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.


20

Materiële vaste activa Investeringen in schoolgebouwen worden gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde de verkrijgingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Interne verbouwingen worden in 10 jaar afgeschreven. Nieuwbouw wordt in 40 jaar afgeschreven. Inventaris en apparatuur wordt gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde de verkrijgingprijs, onder aftrek van afschrijvingen. Afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur rekening houdend met de eventuele restwaarde. Er worden vijf afschrijvingscategorieën gehanteerd: 1 3 jaars categorie: voor schoolboeken, jaarlijks afschrijvingspercentage 33%; 2 5 jaars categorie: voor hard- en software, jaarlijks afschrijvingspercentage 20%; 3 10 jaars categorie: voor kantoormeubilair, jaarlijks afschrijvingspercentage 10%; 4 12 jaars categorie: voor machines en installaties, jaarlijks afschrijvingspercentage 8,33%; 5 15 jaar categorie: voor schoolmeubilair, jaarlijks afschrijvingspercentage 6,67%. De activeringsgrens ligt voor de categorieën 1 tot en met 5 op 1.000 euro. Overheidssubsidies worden gepassiveerd en onder de overige schulden opgenomen en naar rato van de afschrijvingen op de betreffende activa gerealiseerd. Financiële vaste activa De lening aan de gemeente IJsselstein wordt opgenomen tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere waardevermindering verliezen. Bijzondere waardeverminderingen Een financieel actief dat niet wordt gewaardeerd tegen (1) reële waarde met waardewijzigingen in de staat van baten en lasten of (2) geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat . De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde . Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden . Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroomgenererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord.


21

Vlottende activa Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Vorderingen Debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met een eventuele voorziening voor oninbaarheid van dubieuze debiteuren. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit een vrij besteedbare algemene reserve. Bij de reserve wordt voor managementdoeleinden per school onderscheid gemaakt tussen een personele en een materiële component. Voorzieningen Algemeen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: • een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en • waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en • het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. Waardering van voorzieningen kan ook plaatsvinden tegen de contante waarde van de verwachte uitgaven. Per soort voorziening moet ter zake een consistente grondslag worden toegepast. Voorziening groot onderhoud Voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties e.d. wordt een voorziening gevormd. De toevoegingen aan de voorziening worden bepaald op basis van het geschatte bedrag van groot onderhoud en de periode die telkens verloopt tussen de werkzaamheden van groot onderhoud, een en ander zoals blijkend uit een meerjaren onderhoudsplan. De kosten van groot onderhoud worden verwerkt ten laste van de voorziening voor zover deze is gevormd voor de beoogde kosten. Jubileumvoorziening De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijf kans en leeftijd. Voorziening Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd om verlofrechten, die leidinggevenden opbouwen te kunnen bekostigen. Het bestaat voor een deel uit nog te betalen overuren en nog op te nemen spaarverlof. De overuren worden gewaardeerd tegen het maximale uurtarief van schaal 12. De spaarverlofuren worden gewaardeerd tegen het maximale uurtarief van een docent LC. Langlopende schulden De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder de kop Financiële instrumenten. Kortlopende schulden De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder de kop Financiële instrumenten.


22

Bepaling van het totale resultaat Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de stichting zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van de stichting voor de kosten van een actief worden systematisch in de staat van baten en lasten opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Personeelslasten Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. Nederlandse pensioenregelingen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. De pensioenregeling van de stichting is ondergebracht bij het ABP. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn. Leasing De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm.


23

Operational leasing Als de onderneming optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de staat van baten en lasten gebracht. Als de onderneming optreedt als lessor in een operationele lease, wordt het leaseobject geactiveerd. Leaseontvangsten inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten bate van de staat van baten en lasten gebracht .


24

Toelichting op de balans per 31 december 2014 1

Actief

1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen De door het Cals College beheerde schoolgebouwen zijn juridisch wel, doch economisch geen eigendom van het Cals College, met uitzondering van de in 2010 opgeleverde T-vleugel in Nieuwegein (waarvan de nieuwwaarde 2,9 miljoen euro bedraagt). De gebouwen zijn gesubsidieerd en dienen, wanneer niet meer conform de bestemming gebruikt, met uitzondering van de T-vleugel, om niet te worden overgedragen aan de gemeente. In IJsselstein is geïnvesteerd in diverse aanpassingen aan het gebouw. Deze investeringen worden in tien jaar afgeschreven. Investeringen in de nieuwbouw van de T-vleugel in Nieuwegein worden met ingang van 2011 in 40 jaar afgeschreven. Locatie IJsselstein Nieuwegein Totaal

Verkrijgingsprijs

Afschrijvingen

t/m 2013 1.718.084 5.476.866 7.194.950

Boekwaarde

t/m 2013 1.132.896 2.801.077 3.933.973

per 1-1-2014 585.188 2.675.789 3.260.978

Investeringen in 2014 48.062 51.690 99.752

Desinvesteringen Afschrijvingen in 2014 0 0 0

Boekwaarde

in 2014 per 31-12-2014 103.730 529.520 76.018 2.651.461 179.748 3.180.981

1.2.2 Inventaris en apparatuur De inventaris is verdeeld in zes afschrijvingscategorieën en laat in 2014 het volgende verloop zien. Categorie Huurboeken IJsselstein Huurboeken Nieuwegein Hard en software Kantoormeubilair Machines en installaties Schoolmeubilair Totaal

Verkrijgingsprijs t/m 2013 1.004.023 1.228.596 2.853.232 473.180 1.707.861 1.377.752 8.644.644

Afschrijvingen t/m 2013 693.820 958.795 2.122.029 276.526 1.113.007 614.828 5.779.006

Boekwaarde per 1-1-2014 310.203 269.800 731.203 196.654 594.854 762.924 2.865.638

Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde in 2014 in 2014 in 2014 per 31-12-2014 291.202 0 210.188 391.217 304.370 0 188.761 385.410 318.015 0 289.217 760.001 59.577 0 41.117 215.114 337.451 0 119.073 813.232 91.390 0 92.897 761.418 1.402.006 0 941.252 3.326.392

Afschr. % 33% 33% 20% 10% 8% 7%

1.3 Financiële vaste activa 1.3.1. Lange termijn vordering op: Gemeente IJsselstein Totaal leningen u/g

31-12-2013 708.821

Afgelost 28.361

31-12-2014 680.460 680.460

Rente % 0%

Hoewel er reden zou kunnen zijn een langlopende vordering à 0% rente te waarderen tegen contante waarde, wordt hiervan afgezien gezien de nauwe verbondenheid met de nominaal gewaardeerde langlopende schuld in rubriek 2.5 van de passiefzijde van de balans (zie pagina 18). Van de totale waarde per 31-12-2014 is 28.386 euro kortlopend.


25

Resttijd 23 jaar

1.4 Voorraden De voorraad van de schoolmiddelen is als volgt samengesteld: Boekvervangend materiaal(syllabi e.d.) Klein vakmateriaal Proefwerkblocs Sportkleding Grafische rekenmachines Klassesets Totaal voorraad

31-12-2014 385 623 1.181 0 0 31 2.220

31-12-2013 385 782 1.258 81 728 0 3.234

31-12-2014 505.553 -4.948 105.474 159.583 765.662

31-12-2013 531.992 -5.772 80.053 142.976 * 749.249

405 27.772 33.460 74.639 23.252 54 159.583

1.230 32.102 * 12.720 81.677 14.187 1.060 142.976

1.5 Vorderingen 1.5 Vorderingen De vorderingen kunnen als volgt gespecificeerd worden: 1.5.1 Debiteuren 1.5.2 Voorziening dubieuze debiteuren 1.5.3 Overige vorderingen (voorschotten voor activiteiten) 1.5.4 Overlopende activa (zie specificatie 1.5.4) Totaal vorderingen Specificatie 1.5.4 Kruisposten Algemeen Vooruitbetaalde / nog te ontvangen bedragen ROC/deeltijd 7/12 deel volgend schooljaar Licenties Software 7/12 deel volgend schooljaar Creditfacturen Van Dijk Schoolboeken Nog te ontvangen interest Totaal "Overlopende activa"

De looptijd van de vorderingen is korter dan 1 jaar. De voorziening dubieuze debiteuren is gevormd om bedragen die door de gerechtsdeurwaarder niet geïncasseerd kunnen worden op te kunnen vangen.

1.7 Liquide middelen De liquide middelen kunnen als volgt gespecificeerd worden: 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Rekening Courant en deposito Schatkist bankieren Totaal liquide middelen

31-12-2014 3.363 7.657.453 7.660.816

31-12-2013 1.086 6.022.318 6.023.404

Het Cals College werkt met “schatkistbankieren”. Hierbij wordt een rekening courant aangehouden bij het ministerie van Financiën. Per kwartaal wordt bekeken hoeveel er in deposito geplaatst kan worden, het restant is vrij opneembaar. Op deze wijze worden middelen binnen het vastgestelde treasury-beleid met de hoogst mogelijke zekerheid belegd. Per 31 december 2014 is 7.200.000 euro in deposito geplaatst, het restant is direct opneembaar. Overigens is het bedrag wat in deposito geplaatst is binnen een dag tegen geringe vergoeding beschikbaar.


26

2

Passief

2.1 Eigen Vermogen Samenstelling en verloop van het eigen vermogen in 2013 2.1.2. Algemene Reserve Totaal Eigen Vermogen

31-12-2013 8.604.943 8.604.943

Toevoeging 1.652.157 1.652.157

31-12-2014 10.257.100 10.257.100

De toename van de algemene reserve betreft het positieve resultaat over 2014.

2.2 Voorzieningen

Groot Onderhoud IJsselstein Groot Onderhoud Nieuwegein Jubileumgratificatie Spaarverlof (aantal gespaarde uren x uurtarief) * Langdurig zieken Totaal overige voorzieningen

31-12-2013 176.337 44.703 111.311 474.550 0 806.901

Toevoeging 32.000 25.000 49.679 0 85.257 191.936

2014 Onttrekking /vrijval 901 19.247 44.900 112.461 0 177.509

Toekomstige onttrekkingen 31-12-2014 < 1 jaar 1-5 jaar 6-10 jaar 207.436 54.000 153.436 0 50.457 46.000 4.457 0 116.090 17.595 69.202 29.293 362.089 100.000 262.089 0 85.257 60.932 24.325 0 821.329 278.527 513.509 29.293

De onderhoudsvoorzieningen van beide vestigingen zijn op basis van de onderhoudsplannen van 2013. De toekomstige ontwikkeling toont de toekomstige onttrekkingen aan de per balansdatum aanwezige voorzieningen. De voorziening jubileum gratificatie is ingesteld voor het opvangen van toekomstige verplichtingen in verband met jubileum gratificaties. Voor medewerkers met een dienstverband langer dan 15 jaar is gerekend met een blijf kans van 3% per jaar. De aldus berekende rechten zijn gewaardeerd tegen contante waarde met een rekenrente van 0,14%. De voorziening spaarverlof is gevormd om verlofrechten, die personeelsleden opbouwen te kunnen bekostigen. De voorziening is onderbouwd door de opgebouwde rechten per deelnemer te inventariseren en te waarderen. Deze regeling is stopgezet en in 2013 is gestart met afbouwen. In 2014 is een voorziening gevormd voor langdurig zieke personeelsleden. Deze bestaat uit de per balansdatum nog te betalen salariskosten inclusief werkgeverslasten van langdurig zieken tot het moment van uitdiensttreding.

2.3 Langlopende schulden De langlopende schulden bestaan uit een langlopende lening bij de Gemeente IJsselstein. 2.3 Langlopende schulden Langlopende schulden Gemeente IJsselstein Totaal langlopende schulden

31-12-2013 640.965 640.965

Toevoeging 0 0

Aflossing 28.362 28.362

Vrijval 0 0

31-12-2014 612.603 612.603

Rente % Resttijd 5,0% 23

In 1998 is voor de financiering van een deel van het gebouw in IJsselstein, een lening afgesloten bij de Gemeente IJsselstein oorspronkelijk groot 1.134.450 euro (2,5 miljoen gulden) met een looptijd van 40 jaar. De gemeente is de verplichting aangegaan om gedurende 40 jaar een huisvestingsvergoeding beschikbaar te stellen gelijk aan de jaarlijks benodigde aflossingstermijn (zie paragraaf 1.2.1 van de balans). Omdat de langlopende lening van de gemeente IJsselstein en de langlopende vordering op de gemeente IJsselstein direct met elkaar samenhangen en de langlopende lening nominaal gewaardeerd wordt, is de langlopende vordering niet gewaardeerd tegen contante waarde. Van de totale waarde per 31-12-2014 is 28.361 euro kortlopend, deze is opgenomen onder de kortlopende schulden. Voor de lening o/g bij de gemeente IJsselstein zijn door het Cals College geen zekerheden gesteld.


27

2.4 Kortlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden De kortlopende schulden kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2.4.1 Crediteuren 2.4.2 Belastingdienst en UWV 2.4.3 Pensioenen 2.4.4 Overig kortlopend (zie specificatie 2.4.4) 2.4.5 Overlopende passiva (zie specificatie 2.4.5) Totaal kortlopende schulden

31-12-2014 431.913 915.322 283.421 164.661 2.130.181 3.925.498

31-12-2013 380.132 902.502 302.515 101.332 * 1.872.034 * 3.558.515

31.041 47.930 43.595

29.670 37.888 0 152 * 3.322 * 30.300 101.332

Specificatie 2.4.4. Borgsommen Kluisjes Vooruit gefactureerd i.v.m. activiteiten Vooruitontvangen gelden Gem. IJsselstein i.v.m. nieuwbouw Voorschot salaris Nog op te nemen levensloop Gemeente IJsselstein voorschot subsidie Totaal "Overig kortlopend"

2.095 40.000 164.661

Specificatie 2.4.5. Investeringssubsidie gemeente IJsselstein Investeringssubsidie gemeente Nieuwegein Opgebouwde rechten Vakantie Uitkering en Bindingstoelage Nog te betalen verlofsaldi (zie onderbouwing) Te besteden subsidies OC&W Vooruitontvangen ouderbijdrage (7/12 deel) Overige overlopende passiva Totaal "Overlopende passiva"

292.889 2.027 778.048 560.973 177.950 249.866 68.429 2.130.181

Onderbouwing nog te betalen verlofsaldi Vestiging Negatieve saldi Positieve saldi OP IJsselstein 5.897 1.839 OP Nieuwegein 7.800 2.800 Verlofdagen OOP 3.668 134 Totaal 17.365 4.773

Saldo saldi 4.058 5.000 3.534 12.592

Uurtarief 52,07 52,07 25,28

227.583 * 749.634 458.002 166.735 239.485 30.595 1.872.034

Bedrag 211.291 260.338 89.344 560.973

De gepresenteerde uurtarieven betreffen afgeronde tarieven en niet de gehanteerde tarieven waarmee gerekend is om het bedrag te bepalen. Toelichting 2.4.4. Investeringssubsidie gemeente IJsselstein In 2012 heeft de gemeente IJsselstein een investeringssubsidie betreffende de eerste inrichting van de Meester Abbink Spainkstraat(zie 1.2.2) ten bedrage van 234.000 euro verstrekt. De subsidie zal in 10 jaar vrijvallen ten gunste van de afschrijvingskosten. In 2013 is nog een bedrag van 29.739 euro verstrekt die in 3 jaar gelijk aan de gebruikstermijn van het pand vrijvalt. In 2014 is een bedrag van 102.907 euro e verstrekt inzake 1 inrichting. In zijn totaliteit is op de investeringssubsidie 33.313 euro vrijgevallen. Van het totaal bedrag heeft 249.285 euro een langere looptijd dan 1 jaar. De post voorschot salaris en de nog op te nemen levensloop waren in 2013 als negatieve vordering opgenomen. In 2014 zijn deze posten als schuld opgenomen. De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast.


28

Vooruitontvangen gelden Gem. IJsselstein i.v.m. nieuwbouw Met de gemeente IJsselstein is afgesproken dat alle kosten die voortvloeien uit de nieuwbouw aan de Hoge dijk in IJsselstein voor rekening van de gemeente komen. Van de eerste storting van 125.000 euro van de gemeente zijn de kosten van het eerste ontwerp van de architect betaald. Toelichting nog te betalen verlofsaldi Dit betreffen de positieve en negatieve saldi van de menukaarten (teveel of te weinig gewerkte uren) van docenten plus de saldi van de verlofdagen van onderwijsondersteunend personeel per 31 december 2014. De laatst genoemde saldi zijn in 2014 als schuld opgenomen . In augustus 2014 het levensfase bewust personeelsbeleid ingevoerd. Iedere medewerker heeft recht op 50 extra verlofuren. In de saldi van zowel het OP als het OOP zijn deze extra verlof-uren verwerkt.


29

Financiële instrumenten en samenwerkingsverbanden Financiële instrumenten De stichting maakt geen gebruik van afgeleide/complexe financiële instrumenten (derivaten). De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten, te weten de langlopende vordering op en langlopende schuld aan de gemeente IJsselstein, debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen en crediteuren en overige schulden. Het beleid ten aanzien van deze financiële instrumenten is in het bestuursverslag en de toelichting op de jaarrekening reeds uiteengezet. De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.

Samenwerkingsverbanden Voor wat betreft de plaatsing van de LWOO-leerlingen in de regio hebben de scholen uit de regio zich verenigd in een regionaal samenwerkingsverband met de Stichting Centrale Dienst en Samenwerkingsverband Zuid-Utrecht (ST. CD en SWV ZU). Het Cals college maakt onderdeel uit van het bestuur, besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen.

Algemeen De stichting maakt in de normale bedrijfsuitvoering gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstelt aan markt-, valuta-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Om deze risico’s te beheersen heeft de stichting een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de stichting te beperken.

Kredietrisico De stichting loopt kredietrisico over vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa en liquide middelen. Het maximale kredietrisico dat de stichting loopt is zeer beperkt (met name oninbare ouderbijdragen), doordat ouders in beginsel al kunnen aangeven of zij de ouderbijdrage willen betalen. Voor het overige wordt reeds rekening gehouden met een percentage oninbaar dat wordt afgeboekt ten laste van het resultaat.

Renterisico De stichting heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Liquiditeitsrisico De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de stichting steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.


30

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Vordering Ministerie OCW Als het Cals College zou worden opgeheven op een andere datum dan 1 augustus van enig jaar, dan heeft het Cals College op deze opheffingsdatum op basis van artikel 5, lid 2 van de 'Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs' d.d. 10 maart 2005 een vordering op het ministerie van OCW ter grootte van de daadwerkelijke schuld aan het personeel in het kader van opgebouwde rechten vakantiegeld en afdrachten sociale lasten. Gewaardeerd naar de per 31-12-2014 bekende gegevens kan deze vordering niet meer bedragen dan 1.507.304 euro.

Huurcontracten Contract Kopieerapparaten Noodlokalen Totaal

Korter dan 1 jaar 27.600 47.500 75.100

Tussen 1 en 5 jaar 82.800 47.500 130.300

Langer dan 5 jaar 0 0 0

Voor de vestiging IJsselstein zijn noodlokalen gehuurd ten behoeve van tijdelijke huisvesting van leerlingen tot aan de oplevering van de nieuwbouw aan de Hoge Dijk 1. Deze contracten zijn aangegaan voor minimaal 2,5 jaar. Voor de huur van meerdere kopieerapparaten, verspreid over de vestigingen Nieuwegein en IJsselstein, is met een leverancier van kopieerapparaten een operational lease contract afgesloten met een looptijd van 60 maanden, ingaande januari 2014.


31

Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2014

Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013

Realisatie 2014 minus begroting 2014

(Normatieve) rijksbijdrage OCW Rijksvergoeding personeel Deel exploitatie materieel Totaal normatief Overige subsidies OCW (zie specificatie 3.1.2) Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV

21.908.342 4.138.412 26.046.754 1.054.390 151.098

21.837.700 4.140.400 25.978.100 1.017.700 78.200

20.097.391

70.642

3.716.124

-1.988

422.287

23.813.515

68.654

2.233.238

2.023.362

36.690

-968.972

87.615 *

72.898

63.483

TOTAAL RIJKSBIJDRAGEN

27.252.242

27.074.000

25.924.493 *

178.242

1.327.749

3.1

(RIJKS)BIJDRAGEN OCW

3.1.1

3.1.2 3.1.3

Realisatie 2014 minus Realisatie 2013

1.810.951

Toelichting 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Als gevolg van de stijging van het aantal leerlingen per 1 oktober 2013 is de rijksbijdrage 2014 t.o.v. 2013 gestegen. De ophoging van de GPL bleek hoger dan de ingeschatte verhoging waarmee in de begroting rekening was gehouden. Specificatie 3.1.2 Overige subsidies OCW Geoormerkte subsidies

Maatschappelijke stage Leerling gebonden financiering Vergoeding Nascholing Vergoeding Voortijdig schoolverlaten Zij-instroom Totaal geoormerkte subsidies OCW Huurvergoeding Nieuwegein Niet-geoormerkte subsidies

Prestatie box Aanvullende bekostiging Totaal geoormerkte subsidies OCW

Realisatie 2014 178.215 113.501 76.669 44.986

Begroot 2014 178.200 68.500 88.600 85.000

43.333 456.703 0

0 420.300 0

Realisatie 2013



72.975

15

105.240

209.825

45.001

-96.325

68.759

-11.931

7.910

54.000

-40.014

-9.014

54.667

43.333

-11.333

460.225

36.403

-3.523

0 Realisatie 2014 minus begroting 2014


Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013

597.687 0 597.687

597.400 0 597.400

559.680

287

38.007

1.003.457

0

-1.003.457

1.563.136

287

-965.450

Toelichting 3.1.2 Overige subsidies OCW De overige subsidies zijn hoger door niet begrote opbrengsten zij-instroom. Tevens is het ontvangen bedrag aan leerling gebonden financiering hoger dan ingeschat. De vergoeding voortijdig schoolverlaten was echter hoger ingeschat. De overige subsidies zijn, gecorrigeerd voor de aanvullende bekostiging in 2013, hoger dan in 2013 door een hoger leerlingenaantal. Toelichting 3.1.3 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage OCW Dit betreffen gelden ontvangen van het samenwerkingsverband en overige instellingen inzake het passend onderwijs. Deze zijn hoger dan vorig jaar en de begroting doordat de gelden door het samenwerkingsverband nu vooraf worden verstrekt in plaats van achteraf door het ministerie van OCW.


32

Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013


Ouderbijdragen Verhuur Detachering personeel Buitenschoolse activiteiten Dekking materiële kosten Overige baten (zie specificatie 3.5.7.4)

395.168 59.382 159.420 0 0 51.411

405.300 45.000 99.300 0 2.400 68.000

266.440

-10.132

128.728

61.352

14.382

-1.971

166.902

60.120

-7.482

TOTAAL OVERIGE BATEN

665.381

620.000

667.799

3.5

OVERIGE BATEN

3.5.2 3.5.4 3.5.5 3.5.7.2 3.5.7.3 3.5.7.4

0 *


0

0

2.513

-2.400

-2.513

170.592 *

-16.589

-119.180

45.381

-2.418

Toelichting 3.5.2 Ouderbijdragen De ouderbijdragen zijn lager dan begroot doordat meer ouders/verzorgers aangeven de vrijwillige ouderbijdrage niet te willen betalen als ook door meer afboekingen. De ouderbijdrage TTO is hoger dan begroot door een hoger aantal leerlingen tweetalig onderwijs. De TTO bijdrage is hoger dan in 2013 doordat vanaf 2013 deze opbrengst per schooljaar wordt geboekt. Dit heeft gezorgd voor een eenmalige “tegenvaller” in 2013 Toelichting 3.5.4 Verhuur De stichting verhuurt aan derden ruimtes voor hun activiteiten. Hiervoor ontvangen derden een factuur. Het gaat hier om verhuur van zowel lokalen als gymlokalen in zowel IJsselstein als Nieuwegein. Toelichting 3.5.5 Detachering personeel Deze opbrengsten bestaan uit ruim 128.000 euro aan uitgeleende medewerkers aan onder andere Noordhoff uitgevers, Cito en aan de Universiteit van Utrecht. Daarnaast is de vrijval van de subsidie combinatiefuncties van de gemeente IJsselstein ter grootte van 30.300 euro hier ondergebracht.

Toelichting 3.5.7.2 en 3.5.7.3 De opbrengsten van zowel de buitenschoolse activiteiten als de dekking materiële kosten zijn gesaldeerd met de desbetreffende kosten. Deze zijn gerubriceerd onder de overige lasten. Specificatie 3.5.7.4 Overige baten

Subsidie opleidingsschool Project Talentonwikkeling docenten Vrijval BIB project Opbrengst Bevrijdingsfestival IJsselstein Opbrengst Personeelskantine Opbrengst boetefacturen Boekenfonds Opbrengst toets- en examenkosten Opbrengst overige materialen Opbrengst talentontwikkeling Opbrengsten t.b.v. Oeganda Diverse overige opbrengsten Totaal overige baten

Realisatie 2014 0 0 0 0 0 693 17.405 0 0 0 33.314 51.411

Begroot 2014 0 0 0 0 1.000 6.000 17.700 11.000 2.300 0 30.000 68.000

Realisatie 2013



13.000

0

8.760

0

-8.760

59.980

0

-59.980

3.750

0

-3.750

1.195

-1.000

-1.195

8.406

-5.308

-7.714

17.480

-295

-75

31.763

-11.000

-31.763

8.152

-2.300

-8.152

7.228

0

-7.228

3.314

22.436

-16.589

-119.180

10.878 * 170.592

-13.000

Toelichting 3.5.7.4 Overige baten De overige baten zijn hoger door met name meer ontvangen gelden van het samenwerkingsverband inzake het passend onderwijs. De opbrengsten overige materialen en talentontwikkeling en personeelskantine zijn verrekend met de daaraan verbonden kosten.


33

4.1

PERSONELE LASTEN

4.1.1

Lonen en salarissen (inclusief schoonmaak personeel) Sociale lasten Pensioenlasten Sociale lasten voorgaande jaren

4.1.2

4.1.3 4.1.3.1 4.1.3.2 4.1.3.3 4.1.3.4 4.1.4

Overige personele lasten Inhuur derden Dotatie voorziening jubileum uitkering Nascholing Overige personele lasten(zie spec. 4.1.3.4) Uitkeringen (UWV)

TOTAAL PERSONELE LAST

Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013


15.917.644 0 1.991.471 2.576.308 -129.621 20.355.802

16.203.876 0 2.077.420 2.492.904 0 20.774.200

15.291.077

-286.232

626.567

20.137

0

-20.137

1.943.919

-85.949

47.552

2.338.564

83.404

237.744

0

-129.621

-129.621

19.573.560

-418.399

782.242

853.006 0 195.791 734.510 1.783.307 -135.652

881.100 0 220.000 764.800 1.865.900 -100.000

689.247

-28.094

163.759

22.003.456

22.540.100

0 *


0

0

217.646

-24.209

-21.854

897.543 *

-30.290

-163.033

1.804.435

-82.593

-21.128

-163.051

-35.652

27.399

21.214.944

-536.644

788.512

Toelichting 4.1.1 en 4.1.2 Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten De kosten van lonen en salarissen inclusief sociale lasten en pensioenlasten zijn ten opzichte van 2013 met ruim 911.000 euro gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de stijging van 21 fte’s (zie ook het formatieoverzicht op de volgende pagina) en de verdere invoering van de functiemix en de invoering van het entreerecht. Doordat onder andere 20 LC benoemingen nog niet zijn doorgevoerd, de meerkosten van het entreerecht minder snel oplopen en het gemiddelde aantal fte 2 minder is, zijn de totale lasten lager dan begroot. In het formatieoverzicht kunt u het verloop van het aantal fte zien. De gemiddelde bezetting in 2014 ligt ruim 14 fte hoger dan in 2013 (zie onderstaande tabel). De post sociale lasten voorgaande jaren bestaat uit enerzijds een teruggaaf van de belastingdienst inzake teveel betaalde premie WAO/WIA over het eerste halfjaar van 2013 en anderzijds uit de opbrengsten van het boekenonderzoek door Subsidiezorg naar teveel betaalde loonheffing van voorgaande jaren. Gemiddelde personele last Totaal


2013 287,9

2014 303,2

34

Formatieoverzicht Personeelscategorie

1 januari 2014 31 december 2014 Aantal FTE Aantal FTE

Centraal Directie Ondersteunend Totaal Centraal

1 11 12

1,00 8,54 9,54

1 11 12

1,00 8,71 9,71

4 24 79 41 0 35 1 184

4,00 19,40 62,09 29,25 0,00 24,66 0,63 140,02

8 50 47 41 7 35 1 189

7,80 41,01 36,76 28,82 2,92 24,01 0,68 142,00

9 3 52 78 0 30

8,06 1,80 45,59 64,40 0,00 19,78

8 13 63 72 7 34

7,26 10,80 54,74 58,06 4,76 22,86

Boekenfonds Totaal IJsselstein

1 173

0,67 140,30

1 198

0,67 159,16

Totaal generaal

369

289,85

399

310,87

Nieuwegein Directie Onderwijzend LD Onderwijzend LC Onderwijzend LB Vervanging Ondersteunend Boekenfonds Totaal Nieuwegein IJsselstein Directie Onderwijzend LD Onderwijzend LC Onderwijzend LB Vervanging Ondersteunend

1

1

Het aantal personeelsleden in zijn totaliteit verschilt met het aantal personeelsleden per vestiging doordat een aantal medewerkers op 2 locaties werken. In zijn totaliteit zijn er 394 personeelsleden.

Specificatie 4.1.3.4 Overige personele lasten

Inhouding WW/WIA (conform Gefis JO) Bedrijfsgezondheidszorg Werving personeel Overige personele last Mutatie spaarverlof Dotatie Voorz. Jubileumgratificatie Dotatie Negatieve Saldi Dotatie Voorziening langdurig zieken Bestuurstoelage Reservering VU + sociale lasten

Realisatie 2014 250.746 36.691 28.572 329.918 -112.461 4.779 102.971 85.257 4.050 3.986 734.510

Begroot 2014 216.600 54.000 51.700 321.200 72.000 35.300 10.000 0 4.000 0 764.800

Realisatie 2013



282.956

34.146

-32.211

38.267

-17.309

-1.576

33.061

-23.128

-4.489

386.563

8.718

-56.645

-33.634

-184.461

-78.827

-2.557 *

-30.521

7.336

44.391

92.971

58.580 85.257

0

85.257

4.250

50

-200

144.246

3.986

-140.260

-30.290

-163.033

897.543 *

Toelichting 4.1.3.4. Overige personele lasten De overige personele lasten vallen lager uit doordat er in de begroting rekening was gehouden met een dotatie van 72.000 euro op de voorziening spaarverlof. In werkelijkheid was er een vrijval van ruim 112.000 euro. Daarnaast is er 103.000 euro aan de schuld negatieve saldi en verlofuren OOP toegevoegd.


35

4.2

AFSCHRIJVINGEN

4.2.2 4.2.3

Gebouwen Inventaris en apparatuur

TOTAAL AFSCHRIJVINGEN



Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013

183.983 903.426

186.000 921.200

45.914

-2.017

138.070

882.321

-17.774

21.105

1.087.410

1.107.200

928.235

-19.790

159.175

Toelichting 4.2 afschrijvingskosten De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van 2013 gestegen doordat er een eenmalige vrijval was geboekt in 2013. De kosten zijn licht hoger dan begroot door hogere investeringen in hard- en software.

4.3

HUISVESTINGSLASTEN

4.3.1 4.3.2 4.3.3. 4.3.4 4.3.5

Kosten gebouw (zie specificatie 4.3.1) Dotatie onderhoudsvoorziening(zie 2.4.1) Klein onderhoud en exploitatie Energie en water (+heffingen) Schoonmaakkosten (incl. personeel) Personele lasten schoonmaak

TOTAAL HUISVESTING

Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013



299.297 57.000 294.477 312.995 369.778 0

141.500 52.500 287.700 369.900 398.100 0

85.024

157.797

57.000

4.500

214.274 0

304.163

6.777

-9.686

350.514

-56.905

-37.518

430.288

-28.322

-60.510

-20.137

0

20.137

1.333.548

1.249.700

1.206.851

83.848

126.696

Specificatie 4.3.1 Kosten gebouw

Huur Merwestein Huur sportvelden Huur Utrechthaven Huur Sporthal IJsselstein Huur noodgebouwen IJsselstein Plaatsingskosten noodgebouwen Overig

Realisatie 2014 44.786 45.986 14.435 23.104 35.487 129.079 6.420

Begroot 2014 35.000 40.000 15.000 10.500 34.000 0 7.000

Realisatie 2013

299.297

141.500

85.024



24.276

9.786

20.510

17.615

5.986

28.371

16.940

-565

-2.505

23.453

12.604

-349

0

1.487

35.487

0

129.079

129.079

2.740

-580

3.680

157.797

214.274

Toelichting 4.3.1 Kosten gebouw De kosten gebouw vallen hoger uit door niet begrote kosten van de plaatsing van de noodgebouwen in IJsselstein, daarnaast is er meer gebruik gemaakt van de faciliteiten in Merwestein en is er meer gebruik gemaakt van externe sportfaciliteiten o.a. door stijging van het aantal leerlingen in IJsselstein.

Toelichting 4.3.3 Klein onderhoud en exploitatie Deze kosten bestaan uit dagelijks onderhoud voor een bedrag van +/- 239.382 euro, tuinonderhoud voor 46.901 euro en bewaking gebouw voor een bedrag van 8.194 euro. Toelichting 4.3.4 Energie en water(+heffingen) De kosten electra zijn hoger dan begroot echter de kosten van het gebruik van gas zijn op beide vestigingen ruim lager dan begroot en vorig jaar door een zachtere winter van 2013/2014. Toelichting 4.3.5 Schoonmaakkosten De schoonmaakkosten zijn lager dan begroot en lager dan in 2013 door lagere tarieven en minder extra werk.


36

4.4

OVERIGE LASTEN

Realisatie 2014

Begroot 2014

4.4.1 4.4.2 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.3

Administratie en beheer (zie specificatie 4.4.1) Onderwijs(zie specificatie 4.4.2) Werkweken Buitenschoolse activiteiten Overige lasten

712.871 1.062.383 -13.158 53.627 0

612.600 1.152.100 20.600 89.000 200

TOTAAL OVERIGE LASTEN

1.815.723

1.874.500

Realisatie 2013



630.616

100.271

82.255

1.029.462

-89.717

32.921

9.440 *

-33.758

-22.598

65.856 *

-35.373

-12.229

81

-200

-81

1.735.456

-58.777

80.268

Specificatie 4.4.1 Administratie en beheer

Portokosten Telefoonkosten Bureaukosten Managementsoftware Abonnementen Algemeen Promotie en PR Verzekeringen Drukwerk Reproductie Overige alg. kosten Vergaderkosten Representatie Contributies Accountantskosten Medezeggenschapsraad Ouder- / leerlingenraad

Realisatie 2014 33.270 69.650 36.354 141.096 5.624 88.208 19.928 0 130.301 45.175 2.853 8.109 98.106 28.133 6.016 48 712.871

Begroot 2014 29.200 74.200 34.000 125.700 5.000 60.000 11.800 2.500 145.000 22.000 1.000 5.000 65.900 26.000 5.000 300 612.600

Realisatie 2013



31.461

4.070

1.809

67.003

-4.550

2.647

36.442

2.354

-87

123.216

15.396

17.880

4.936

624

688

81.436

28.208

6.772

9.100

8.128

10.828

6.004

-2.500

-6.004

133.357

-14.699

-3.056

26.155

23.175

19.020 2.067

786

1.853

3.839

3.109

4.271

68.275

32.206

29.831

32.670

2.133

-4.538

5.175

1.016

841

762

-253

-715

630.616

100.271

82.255

Toelichting 4.4.1 Administratie en beheer Deze kosten zijn in totaliteit hoger dan begroot door hogere kosten aan contributies, promotie en PR, managementsoftware en overige algemene kosten. De kosten van contributies waren in voorgaande jaren verspreid over diverse secties en overige algemene kosten. Deze worden vanaf 2014 op de post contributies geboekt. Specificatie onderwijskosten 4.4.2

Secties Distributiekosten Kosten leermiddelen Leerlingbegeleiding / decanaat / testen Toets- en examenkosten Onderhoud inventaris Automatiseringsmateriaal Mediatheek Educatieve software Licenties auteursrechten Overige materialen Totaal onderwijs

Realisatie 2014 379.146 2.414 455.250 41.494 70.692 18.192 40.467 18.746 31.941 245 3.796 1.062.383

Begroot 2014 492.200 0 451.600 43.800 52.000 19.000 22.000 22.000 26.700 2.800 20.000 1.152.100

Realisatie 2013



343.224

-113.054

3.382

2.414

35.922 -968

415.405

3.650

39.846

62.475

-2.306

-20.981

57.275

18.692

13.417

23.211

-808

-5.019

23.733

18.467

16.734

19.728

-3.254

-982

52.677

5.241

-20.736

1.540

-2.555

-1.294

26.813

-16.204

-23.017

1.029.462

-89.717

32.921

Toelichting 4.4.2 Onderwijskosten De onderwijskosten zijn lager dan begroot doordat de secties en met name kernteams minder uitgeven dan ingeschat. Veel kosten van de kernteams betreffen activiteiten die onder de buitenschoolse activiteiten zijn ondergebracht.


37

FINANC. BATEN EN LASTEN Financieringsbaten(zie spec. 5.1) Financieringslasten(zie spec.5.2)

SALDO FIN. BATEN/LASTEN

Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013



15.830 41.159

11.000 40.500

12.054

4.830

3.776

38.843

659

2.316

-25.329

-29.500

-26.789

4.171

1.460

Specificatie 5.1

Rente deposito schatkist bankieren Rente rekening courant schatkist bankieren Renteopbrengst gerechtsdeurwaarder

Realisatie 2014 13.194 2.156 480 15.830

Begroot 2014 9.000 1.200 800 11.000

Realisatie 2013



9.724

4.194

1.672

956

3.470 484

658

-320

-178

12.054

4.830

3.776

Specificatie 5.2

Bankkosten Rente langlopende lening gemeente IJsselstein Transferprovisie buitenlandbetalingen Betalingsverschillen

Realisatie 2014 9.084 32.048 35 -8 41.159

Begroot 2014 5.500 35.000 0 0 40.500

Realisatie 2013



5.332

3.584

3.752

33.466

-2.952

-1.418

22

35

13

23

-8

-31

38.843

659

2.316

Toelichting 5 Financiële baten en lasten De financieringsbaten zijn hoger dan begroot en hoger dan vorig jaar doordat het gemiddeld uitstaand depositobedrag hoger was dan in 2013.

Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De Cals Stichting fungeert als beheersstichting. De Raad van Toezicht vormt het bestuur van de stichting. In 2014 hebben er geen transacties met het Cals College voorgedaan.


38

Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG accountants N.V. zijn ten laste gebracht van de stichting, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW. KPMG accountants N.V.

Specificatie Onderzoek van de jaarrekening 2013 2014 Andere controle opdrachten

Totaal

4.235 23.898

0 0

4.235 23.898

0

0

0

0

2.602

2.602

0 28.133

0 2.602

0 30.734

Fiscale adviezen Meijburg Werkkostenregeling Andere niet-controledienst Totaal

Overig KPMGnetwerk

Overzicht geoormerkte subsidies Model G1 verantwoording subsidies zonder verrekeningsclausule

Omschrijving Subsidie voor studieverlof 2013/2014 Zij-instroom 2013/2014 Subsidie voor studieverlof 2014/2015

Jaar 2013 2013 2014

Kenmerk 548809-1 563553-1 601893-1

Bedrag van Ontvangen de t/m toewijzing verslagjaar 82.130 82.130 40.000 40.000 62.536 62.536 184.667 184.667

De prestatie is ultimo verslagjaar Nog niet Geheel geheel afgerond afgerond x x x

WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Functie

Voorzitter College van Bestuur Lid BMT Lid BMT Lid BMT Lid BMT Voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht

Voorzittersclausule van toepassing

Naam

J N N N N J N N N N N J

drs. N.G.T. de Jong R.M. Bijeman drs. J. Methorst H.J. de Vetter drs. P.J.G. Vijverberg Y.E.A.M. de Haan RE drs. W.F. Merkus RA drs. T.M. Kisters MWO mr. Z.J. Oosting drs. J.W. van der Woude mr. M.A.J. Versteeg drs. R.F. Vonk

Datum ingang Datum einde Omvang dienstverband/ dienstverband/ dienstverband Beloning benoeming benoeming in FTE 1-9-2007 1-7-2001 1-8-2014 1-12-1991 1-8-1976 18-9-2006 15-4-2014 1-8-2007 13-9-2011 15-2-2012 17-9-2013 13-12-2004

31-7-2014

11-6-2014

1 1 1 1 1

110.060 33.865 32.263 91.092 114.085 0 0 0 0 0 0 0 381.364

Belastbare Uitkeringen Voorzieningen vaste en wegens Motivatie Vrijwilligers beloning variabele beëindiging overschrijding vergoeding betaalbaar op onkosten van het van de norm termijn vergoedingen dienstverband 130 0 0 30 203 0 0 0 0 0 0 0 362

0 0 0 0 0 800 400 600 600 600 600 450 4.050

17.628 7.871 4.557 11.995 13.463 0 0 0 0 0 0 0 55.515

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de laatste aanpassing in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector van 14 oktober 2014.


39

n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Ondertekening raad van bestuur en raad van toezicht


40

OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein/IJsselstein e.o.

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein/IJsselstein e.o. te Nieuwegein gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 103, lid 4 van de Wet op het voorgezet onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.


41

van de door het bevoegd gezag van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Nieuwegein/IJsselstein e.o. per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Utrecht, 16 juni 2015 KPMG Accountants N.V.

J.L.C. van Sabben RA


42

Resultaatbestemming Het positieve resultaat over het boekjaar 2014 van 1.652.157 euro wordt ten gunste gebracht van de algemene reserve.

Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming In de statuten van de stichting wordt niets vermeld over de bestemming van het resultaat.

Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.


43

COLLEGE JAARREKENING 2014

Recommend Documents