CO2 Footprint analyse 2013 (A: Inzicht) Eis 3.A.1
Barendrecht, 2 oktober 2014 Auteur: Edwin Oudshoorn Geaccordeerd door: L.A. Droog
E. Oudshoorn
Directeur
Business Manager / MVO-Verantwoordelijk
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 1 van19
1. Organisatorische grens
1. Organisatie De Synorga groep bestaat uit drie bedrijven, gespecialiseerd in het veiliger maken van de werk- en leefomgeving. Onze drive ligt bij elektrotechnische installaties, inbraak- en brandbeveiliging en elektrotechnische inspecties & energieadviezen. Duurzaam staat voor Synorga als familiebedrijf met 45 jaar ervaring en duurzaam staat ook voor financiële sterke ondernemingen waartoe Synorga groep behoort. Wij zijn met onze 72 medewerkers dagelijks gefocust op een tevreden klant. Dit wordt gekenmerkt door een persoonlijke benadering. Met één aanspraakpunt bouwt u op drie specialisten. Wij kennen onze klant en weten welke installaties of systemen u gebruikt en welke inspecties worden uitgevoerd. Onze specifieke kennis en oprechte betrokkenheid bij onze klant vormen de synergie van Synorga Onze gekwalificeerde medewerkers werken o.a. voor verzekeringsmaatschappijen, gemeentelijke instellingen, woningbouwverenigingen en bedrijven. Onze vooruitstrevende oplossingen ervaart u in bedrijfspanden, industrie, winkelcentra, zorginstellingen, kantoren en vastgoedcomplexen 2. Projectgroep Voor het behalen van het certificaat van de CO2-prestatieladder en het opstellen van deze CO2-footprintanalyse is een projectgroep opgesteld. Deze groep bestaat uit; Naam Dhr. L.A. Droog Dhr. E. Oudshoorn Mevr. J. Hofland
Functie Directeur Business Manager Dir. Secretaresse
3. Organisatorische grens Als basis voor de CO2-prestatieladder, is het belangrijk om de organisatorische grens (organizational boundary) te bepalen. Het reglement stelt als eis: “De organisatorische grens dient zodanig gekozen te zijn dat er zich geen C-aanbieders onder de A-aanbieders bevinden.” De organisatorische grens van een onderneming wordt bepaald om aan te geven op welk (deel) van het bedrijf de prestatieladder betrekking heeft. Het Greenhouse-gas protocol (GHG-protocol) stelt drie manieren om deze organisatorische grens te bepalen1. 1. ‘Equity share’: Tot de organisatie behoren die systemen waar de organisatie economisch aandeel in heeft. 2. ‘Operational control’: Tot de organisatie behoren die systemen waar de organisatie operationele invloed op heeft . 3. ‘Financial control’: Tot de organisatie behoren die systemen waar de organisatie financiële invloed op heeft. 1
The Green House Gas Protocol, A Corporate Accounting and Reporting Standard p. 16
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 2 van19
Voor de Synorga is er gekozen om de organisatorische grens te bepalen volgens de operationele manier. Hieronder vallen alle drie de werkmaatschappijen waar de Synorga Groep BV. uit bestaat:
4. Locaties en medewerkers De Synorga Groep bestaat naast de holding uit 3 werkmaatschappijen die werken vanuit één hoofdvestiging, gevestigd op de Deventerseweg 1 in Barendrecht. Daarnaast heeft Synorga extern magazijn op de Oberonweg 22 in Spijkenisse. In totaal heeft Synorga 72 vaste medewerk(st)ers incl. 3 vaste leerlingen via werk/leer project. Totaal incl. leerlingen 67,34 FTE.
5. Energie verbruiken De CO2-footprint heeft betrekking op Synorga en valt in twee hoofdgroepen onder te verdelen. Energieverbruik kantoor:
Ruimte verwarming kantoor in M3 o Deventerseweg, Barendrecht o Oberonweg, Spijkenisse Elektra gebruik kantoor in kWh o Deventerseweg, Barendrecht o Oberonweg, Spijkenisse
Energieverbruik mobiliteit
Brandstoffen voor alle bedrijfsauto’s in liter diesel Brandstoffen voor alle bedrijfsauto’s in liter benzine
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 3 van19
2. Emissies 2013 0. Basisjaar Het jaar 2012 is gekozen als basisjaar voor de CO2 footprint.
1. Scopes Om de CO2-footprint van Synorga te bepalen en uiteindelijk te reduceren, is er inzicht nodig in waar de emissies vandaan komen. Het GHGprotocol onderscheid hierin drie soorten emissies, scopes genaamd. De CO2-footprint analyse 2013 is opgesteld met behulp van de website www.duurzameleverancier.nl. Scope 1 Directe emissies: Alle uitstoot die het directe gevolg is van eigen activiteiten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het gasverbruik van het pand, de brandstoffen voor het wagenpark en het materieel. Scope 2 Indirecte emissies: In deze groep behoren alle emissies die al zijn uitgestoten voor een grondstof welke door de organisatie wordt gebruikt. Hieronder valt het elektriciteitsgebruik, brandstoffen van zakenreizen met een privéauto of met het vliegtuig. Scope 3 Andere indirecte emissies: Onder deze scope vallen alle andere indirecte emissies. Bijvoorbeeld de emissies die vrijkomen bij afvalverwerking, bij het printen op papier of bij de elektra van klanten. Er is ook een gedeelte van scope 3, namelijk zakenreizen met een privé auto en zakelijk vliegvervoer, dat in het handboek van de CO2 prestatieladder wordt gerekend onder scope 2. Eis 3.A.1. van de CO2-Prestatieladder schrijft net als het GHG Protocol voor dat met uitzondering van de koelvloeistoffen alle scope 1 en 2 emissies dienen te zijn opgenomen in een CO2 voetafdruk. De CO2 voetafdruk van Synorga heeft betrekking op emissie scope 1 en 2. Dit rapport zal extra visueel gemaakt worden door te beschrijven hoeveel bomen een jaar moeten groeien om de hoeveelheid CO2 te compenseren. Een groeiende boom zet ongeveer per jaar 20kg CO2 om (met behulp van zonlicht en water) in zuurstof, hout en wortels (fotosynthese genoemd).
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 4 van19
2. Analyse scope 1 De gegevens voor de analyse van scope 1 zijn onderverdeeld in; Brandstof verbruik van bedrijfsauto’s Synorga heeft een relatief groot aantal bedrijfsauto’s. Dit komt omdat er veel buitendienst medewerkers zijn (57) bij Synorga. Met buitendienst medewerksters worden medewerkers bedoelt die een functie hebben als sales-medewerker, projectleiders, (service)monteur, inspecteur of adviseur etc, deze groep is weinig op kantoor en heeft voor de dagelijkse werkzaamheden een auto nodig. Het brandstofverbruik, en daarmee de uitstoot van CO2, is onderverdeeld per BV. Hieronder een overzicht van het brandstofverbruik uitgesplitst:
Per werkmaatschappij/projectportefeuille Projecten verkregen met gunningsvoordeel volgens de CO2 prestatieladder conform de EMVI-criteria ( economisch meest voordelige inschrijving)
Benzine 2013 BV EL BT EM Project met gunningsvoordeel 1 Project met gunningsvoordeel 2 Synorga (totaal)
Aantal Liters 14.612 4.506 9.819 0 0 30.290
Conversiefactor2 2780 2780 2780 2780 2780 2780
Ton CO2 40,62 12,53 27,30 0 0 80,45
Aantal Liters 20.410 9.997 30.252 0 0 60.660
Conversiefactor3 3135 3135 3135 3135 3135 3135
Ton CO2 63,99 31,34 94,84 0 0 190,17
Diesel 2013 BV EL BT EM Project met gunningsvoordeel 1 Project met gunningsvoordeel 2 Synorga (totaal)
De totale uitstoot van het wagenpark van Synorga kwam in 2013 op een totaal van 270,62 ton CO2.
13.531 Bomen
2 3
Zie handboek SKAO bijlage C: Conversiefactoren Zie handboek SKAO bijlage C: Conversiefactoren
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 5 van19
Gasverbruik In 2013 is er totaal 10.728 m³ gas verbruikt door de Synorga. Dit gasverbruik is verrekent over twee locaties; Locatie Deventerseweg 1 Oberonweg 22 Totaal
M³ gas 8.937 1.791 10.728
Conversiefactor4 1825 1825 1825
Ton CO² 16,31 3,27 19,58
Totaal Scope 1 De totale uitstoot van directe CO2-emissies bedraagt in 2013 290,20 ton, de verdeling over de verschillende categorieën is weergegeven in hieronder staande diagram. Hierbij is duidelijk zichtbaar dat de uitstoot van het wagenpark bijna geheel scope 1 bedraagt.
Scope 1
Gas 7% Benzine 28%
Diesel 65%
14.510 Bomen
4
Zie handboek SKAO bijlage C: Conversiefactoren
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 6 van19
3. Analyse scope 2 Scope 2 bedraagt bij Synorga alleen het elektriciteitsverbruik van het kantoor en de bedrijfsruimtes. Binnen Synorga worden geen zakelijke vliegreizen gemaakt, ook zijn er in 2013 geen ritten gemaakt met een privé auto voor zakelijke doeleinde. Elektriciteit De verbruikte hoeveelheid elektriciteit is afgeleid van energienota 2013. De ingekochte elektriciteit voor de Deventerseweg is Delta Energy bv, dit valt onder grijze stroom. De conversiefactor van grijze stroom (voor 2010 en later) is 455 gram CO2 per kilowattuur. De energierekening van 2013 bedroeg 79.057 kWh wat neerkomt op 35,97 ton CO2.
Op de Oberonweg is in 2013 totaal 3.426 kWh verbruikt. Hierbij werd er gebruik gemaakt van Eneco Ecostroom. Dit is een mengeling van verschillende soorten hernieuwbare energiebronnen (wind 13.2%, zon 0.02%, waterkracht 85.9%, biomassa 0.9%). Volgens de regels van de SKAO valt deze stroom geheel onder de conversiefactor van grijze stroom omdat deze stroom niet is gecertificeerd met het certiq certificaat. Locatie Deventerseweg Obronweg Totaal
kWh Conversiefactor5 79.057 455 3.426 455 82.892
Ton CO2 35,97 1,56 37,53
Elektrische auto: Synorga heeft in maart 2012 een elektrische bedrijfswagen aangeschaft voor verschillende werkzaamheden in de regio. Voor deze auto is op het bedrijfsterrein aan de Deventerseweg een elektrische laadpaal geplaatst. Het verbruik van deze auto is in de footprint van 2013 niet meegenomen onder scope 2. Dit heeft te maken dat er geen apart invoerveld beschikbaar is of elektrische auto’s en geen conversiefactor beschikbaar is.
1.876 Bomen
5
Zie handboek SKAO bijlage C: Conversiefactoren
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 7 van19
4. Totaal overzicht emissies 2013
Totaal verbruik scope 1 (290,20 ton) & scope 2 (37,70 ton) is 327,90 Ton CO2. Uit het onderstaande diagram blijkt dat dat 83% van de co2 uitstoot van scope 1 & 2 gezamenlijk bestaat uit het wagenpark.
Scope 1 & 2 Gas 6%
elektriciteit 11% Benzine 25%
Diesel 58%
16.386 Bomen
5. Meetnauwkeurigheden Brandstof: Iedereen die gebruik maakt van een (lease) bedrijfsauto, heeft daar een Multi Tank Card bij. Hiervan kan over het gehele jaar een overzicht opgevraagd worden met het aantal getankte liters opgesplitst in diesel en benzine. Er kan worden uitgegaan van een betrouwbaar overzicht. Het overzicht is per BV digitaal opgeslagen en als overzicht lijst bijlage toegevoegd. Gas & Electra: Zowel het gas- als het elektra verbruik is bepaald aan de hand van een overzicht van de leverancier (Eneco/Delta). Hiervan kan worden uitgegaan dat dit een betrouwbaar beeld geeft over het verbruik.
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 8 van19
3. Conclusie CO2 footprint 2012-2013 In dit rapport zijn de scope 1 en scope 2 emissies conform ISO 14064-1 van de Synorga groep geïnventariseerd. Als referentiejaar voor dit rapport is 2012 gekozen. Inmiddels is Synorga 1 jaar verder na de start van het realiseren van haar doelstelling om in 2015 7,5% CO2 reductie te realiseren. Onderstaand de conclusie van de resultaten van 2012 t.o.v. 2013.
Brandstofverbruik per bv
Co2 emissie in TON
300 250 200 150 100 50 0 -50 2012
EL 113,04
BT 41,75
EM 117,65
Totaal 272,44
2013
104,61
43,87
122,14
270,62
Resultaat
-7,46%
5,08%
3,82%
-0,67%
Productieve medewerkers FTE 30,00
Aantal FTE
25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00 -5,00 EL
2012 29,10
2013 27,43
Percentage -5,74%
BT
5,48
5,08
-7,30%
EM
8,75
9,83
12,34%
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 9 van19
Improductieve medewerkers FTE 14 12 Aantal FTE
10 8 6 4 2 0 -2 EL
2012 13,78
2013 13,14
Percentage -4,64%
BT
3,80
3,80
0,00%
EM
8,35
8,06
-3,47%
Totaal scope 1 & 2 350 300 CO² uitstoot
250 200 150 100 50 0 -50 Totaal scope 1 & 2
2012 328,48
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2013 327,9
2 oktober 2014
Resultaat -0,18%
blad 10 van19
In de bovenstaande diagrammen zijn de brandstoffen en FTE per bv zichtbaar gemaakt. Hieruit blijkt:
Dat de CO2 emissie van scope 1 & 2 is afgenomen Het aantal FTE ook is afgenomen Dat de CO2 uitstoot/FTE is toegenomen
Hieronder volgt een analyse van deze resultaten
Algemeen o De start is ingezet in september 2013. Allereerst is een inventarisatie gedaan van het brandstofverbruik en deze overzichtelijk en inzichtelijk te maken. Vervolgens zijn in 2014 diverse acties ingezet om de CO2-reductie van brandstof terug te dringen. Verwacht wordt dat deze acties in de footprint van 2014 tot uiting komen Vervanging wagenpark o In 2013 zijn 7 auto’s vervangen, c.q. nieuw aangeschaft in het 3e kwartaal met minimaal label B. De auto’s die vervangen zijn beschikte over label C of D. De resultaten hiervan zijn nog niet volledig zichtbaar in de CO2 reductie. Onderstaand een overzicht: EL 1 auto vervangen 1 auto nieuw t.b.v. nieuwe bedrijfsleider 1 auto nieuw t.b.v. medewerker uitvoering BT 1 auto vervangen EM 2 auto’s vervangen 1 auto nieuw t.b.v. inspecteur Brandstof analyse EL (Synorga elektrotechniek bv) o Het brandstofverbruik is gedaald met -7,46% o De daling is vooral te wijten aan de daling van het aantal FTE medewerkers in 2013 t.o.v. 2012 Productieve medewerkers -5,74% Improductieve medewerkers -4,64%
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 11 van19
Brandstof analyse BT (Synorga beveiliging & telecommunicatie bv) o Het brandstofverbruik is gestegen met +5,08% o Het aantal FTE medewerkers in 2013 t.o.v. 2012 is afgenomen met -7,3% Productieve medewerkers -7,3% Improductieve medewerkers 0% o De stijging van het brandstof is vooral te wijten aan Langdurige projecten buiten de regio van onze hoofdlocatie dan in 2012 EM (Synorga electrical management bv) o Het brandstofverbruik is gestegen met 3,82% o Het aantal FTE medewerkers in 2013 t.o.v. 2012 is Productieve medewerkers +12,34% Improductieve medewerkers -3,47% o De omzet is in 2013 gestegen t.o.v. 2012 waardoor er meer klanten zijn bezocht wat resulteert in meer kilometers. o Daarnaast zijn de projecten in 2013 anders van samenstelling geweest dan in 2012 waardoor er meer klanten zijn bezocht en het aantal gereden kilometers is toegenomen. De projecten hadden een kleinere omvang waardoor er dagelijks meer adressen zijn bezocht.
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 12 van19
Gasverbruik per locatie
Co2 emissie in TON
20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 -2 Barendrecht
2012 15,04
2013 16,31
Resultaat 8,44%
Spijkenisse
3,47
3,27
-5,76%
Totaal
18,51
19,58
5,78%
In het bovenstaande diagram is het gasverbruik per locatie zichtbaar gemaakt. Hieruit blijkt dat de CO2 emissie is toegenomen i.p.v. verminderd. Hieronder volgt een analyse van deze resultaten:
Barendrecht o Het is niet verklaarbaar waardoor het gasverbruik iets is toegenomen, ondanks de warme winter die in 2013 is geweest. Spijkenisse o Tijdens de analyse in 2012 is zichtbaar geworden dat het gasverbruik meer dan gemiddeld hoog was. Bij nader onderzoek bleek een keerklep in de Cvinstallatie defect te zijn. De klep is vervangen. Het gasverbruik is mogelijk hierdoor, in combinatie met een zachte winter lager dan in 2012.
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 13 van19
Elektriciteitverbruik per locatie
Co2 emissie in TON
40 35 30 25 20 15 10 5 0 -5 Barendrecht
2012 36,04
2013 36,35
Resultaat 0,86%
Spijkenisse
1,49
1,35
-9,40%
Totaal
37,53
37,70
0,45%
In het bovenstaande diagram is het elektriciteitsverbruik per locatie zichtbaar gemaakt. Hieruit blijkt dat de CO2 emissie nagenoeg gelijk is gebleven. Hieronder volgt een analyse van deze resultaten: De vermindering van het elektriciteitsverbruik is mede door de niet juist ingestelde regeling van de keerklep waardoor de aansturing van de elektrische ventilator t.b.v. de luchtverwarming in het magazijn meer heeft verbruikt De CO2-emissie inventaris is gebaseerd op nauwkeurige meetgegevens. De gegevens zijn afkomstig van jaarafrekeningen van de energieleveranciers en via uitgebreide specificaties van het brandstofverbruik. Het is te veronderstellen dat deze gegevens betrouwbaar genoeg zijn om tot een goede inventaris te komen van de scope 1 en scope 2 emissie. De CO2 footprint van Synorga is niet geverifieerd door een CI.
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 14 van19
Volgens de SKAO dient er onderscheid gemaakt te worden in de CO2 uitstoot die wordt veroorzaak door de overhead van een bedrijf (kantoor etc.) en de CO2 uitstoot die is toe te schrijven aan de verschillende projecten waar het bedrijf aan werkt. Hieronder een overzicht van de verdeling van de uitstoot Overhead Overige projecten Totaal: 327,9 ton CO2 CO2 scope 1 Aardgas voor verwarming (m3) Bedrijfsauto’s (in liters) diesel Bedrijfsauto’s (in liters) benzine CO2 scope 2 Ingekochte elektriciteit (kWh)
37%
63%
x x x
x x
x
In het volgende gedeelte van dit rapport ( 3.B.1) zullen uitgebreide reductiedoelstellingen worden opgesteld.
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 15 van19
CO2 footprint Synorga 2013
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 16 van19
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 17 van19
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 18 van19
4. Overige
Goederen en materialen Synorga besteed veel aandacht aan goederen en materialen. Zowel bij de inkoop als bij het verwijdering proces. Bij de inkoop wordt er goed gelet op de frequentie van bestellen. Het is belangrijk dat bestellingen steeds meer gebundeld worden ingekocht zodat de vrachtwagens minder hoeven te rijden. Het verwijdering proces van de materialen wordt zorgvuldig gedaan. In het magazijn zijn verschillende bakken beschikbaar waar de materialen gescheiden worden ingezameld. Hieronder is een overzicht van het aantal containers dat in 2013 is geleegd verdeeld over de materialen. Materiaal Batterijen/accu Koper/aluminium (non ferro) Koper/aluminium (non ferro) project IJzer/metaal (ferro) IJzer/metaal (ferro) project Kleine TL/spaarlamp (groene bak) Grote TL-buizen (blauwe bak) Armaturen Armaturen (box pallet) projecten TL-buizen (wonder box) projecten Papier/karton Restafval
Inhoud containers/L 610 610 1000 1000 1000 120 240 240 240 60 1300 2500
Aantal containers 2012 1 5
2013 1 5
5
5 10 10 8 10 7 3 49 44
10 10 12
52 52
Op het moment dat er een groot project loopt waar veel (afval) materiaal is, zorgt de magazijnchef van Synorga ervoor dat er op locatie containers zijn om de materialen te scheiden. Dit voorkomt dat er per ongeluk materialen bij het restafval gedeponeerd worden.
CO2 prestatieladder eis 3.A.1 Synorga Groep B.V.
2 oktober 2014
blad 19 van19