Carbon Footprint Analyse 2013

Carbon Footprint Analyse 2013 Inhoud Beleidsverklaring Organisatie Introductie Rapporterende organisatie Verantwoordelijk persoon Organisatiegrenzen ISO-14064-verklaring Verificatieverklaring Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode Totale CO2-emissie Scope 1: Directe CO2-emissie Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Scope 2: Indirecte CO2-emissie Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden binnen scope 1, 2 en 3 CO2-ketenreductie Reductiedoelstelling Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Aanpassingen aan historisch jaar Normalisering meetresultaten Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes Verklaringen voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Quick Wins

Vigerende normering

Bijlage 1: CO2-emissie FY2013 AVR-Afvalverwerking B.V.

Eigenaar: R.Hetterschijt Versienummer 1.0 Uitgiftedatum 19 mei 2014.

Openbaar

-1/20-

Beleidsverklaring


Openbaar

-2/20-

Organisatie Introductie AVR Afvalverwerking B.V. is actief in Nederland vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw waarmee de onderneming haar klanten en toeleveranciers een grote mate van continuïteit biedt. Met een omzet van circa € 250 miljoen en met ruim 400 medewerkers behoort AVR tot de grootste onderneming op het gebied van afvalverwerking in ons land. AVR Afvalverwerking B.V. is sinds 28 augustus 2013 een onderdeel van het concern CKI, Cheung Kong Infrastructure. Holdings Limited (CKI) te Hong Kong. CKI is het grootste privaat genoteerd bedrijf aan de Hong Kong beurs met een diversiteit van bedrijven in de sectoren energie, transport, water en infrastructuur gerelateerde gebieden. De activiteiten vinden voornamelijk plaats in China, Hong Kong, Australië, Verenigd Koninkrijk, Canada en de Filippijnen. AVR verwerkt in twee productielocaties diverse afvalstromen zoals huishoudelijk-, bedrijfs-, houtafval en laagcalorische afvalwaterstromen. De energie die wordt opgewekt uit genoemde afvalstromen vindt afname in de zakelijk markt in de vorm van elektriciteit, stoom en warm water. Met deze sectoren geeft AVR antwoord op de maatschappelijke vragen die urbanisatie en demografische veranderingen met zich meebrengen. AVR heeft in zijn mission-statement opgenomen dat zij een volwaardig partner wil zijn in het maatschappelijk verantwoord ondernemen waaronder het reduceren van de hoeveelheid CO2. AVR wil dit onder andere in zijn eigen vestigingen verder uitrollen maar wil tevens gebruik maken van haar kwaliteit en innovatieve karakter binnen een (inter)nationaal opererend kennisnetwerk. AVR Afvalverwerking B.V. is statutair gevestigd te Rozenburg en actief vanuit zes locaties: de productielocaties Rozenburg en Duiven en de overslaglocaties in Utrecht, Den Haag en Rotterdam (2 locaties). Rapporterende organisatie Tenzij anders aangegeven, heeft de navolgende informatie in dit document uitsluitend betrekking op AVR Afvalverwerking B.V. en de RAV Watertreatment B.V. Naam : AVR Afvalverwerking B.V. Postadres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 3180 AC Rozenburg Land : Nederland Internetadres : www.avr.nl Activiteiten AVR : Het voorzien in de behoefte van afvalverwerking en het daarmee produceren van energie in diverse vormen. De exploitatie van een installatie voor de thermische conversie van papierresidu tot herbruikbare producten en energie (conform SBI-code: 3821). Activiteiten RAV : Afvalwaterinzameling en –behandeling (conform SBI-code: 3700). Het bouwen en exploiteren van een molybdeenrecycling installatie en/of waterzuiveringsinstallatie.

Verantwoordelijk persoon De statutair verantwoordelijk personen voor de rapporterende organisatie zijn de Raad van Bestuur: Y.W.A. Luca (Chief Executive Officer) en R.C. de Fluiter Balladux (Chief Financial Officer). Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van AVR Afvalverwerking B.V. zijn in het kader van CO2 (kooldioxide)bewustzijn bepaald. Binnen de huidige operatie is dit gebaseerd op de zogenaamde ‘control’ methode.


Openbaar

-3/20-

In de praktijk betekent dit dat voor alle activiteiten waarvan AVR Afvalverwerking B.V. de operationele controle heeft de verantwoording voor de CO2-productie worden opgenomen. Naast AVR Afvalverwerking B.V. werken onder de entiteit van Cheung Kong Infrastructure ook de navolgende bedrijven (conform registratie bij de Kamer van Koophandel): - Holding AVR Afvalverwerking B.V. - Holding RAV Watertreatment B.V. - RAV Watertreatment B.V. De “Holding” bedrijven zijn juridische entiteiten die onafhankelijk zijn voor de CO2-emissiebepaling van de genoemde locaties binnen de werkmaatschappij AVR Afvalverwerking B.V. Binnen de werkmaatschappij RAV Watertreatment B.V. zijn de installaties geplaatst die betrekking hebben op de business-unit Watertreatment. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie omvat: -

AVR Afvalverwerking B.V. RAV Watertreatment B.V.

Indien in deze rapportage wordt gesproken over AVR, wordt bedoeld AVR-Afvalvwerking B.V. en RAV Watertreatment B.V. Binnen de reguliere organisatie vindt de aansturing van AVR Afvalverwerking B.V. plaats.

ISO 14064-verklaring Hierbij verklaart AVR Afvalverwerking B.V. dat deze rapportage voor het CO2-bewust certificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO 14064-1, versie maart 2006. Verificatieverklaring Hierbij verklaart AVR Afvalverwerking B.V. dat deze rapportage niet is geverifieerd door een daartoe geaccrediteerd bureau en zij verklaart verder: - de inventarisatie is opgezet conform de eisen en wensen vanuit de ISO-14064-1 en het CO2prestatieladderhandboek versie 2.2. - genoemde CO2-inventaris geen materiële onjuistheden kent, afbreuk doende aan de materialiteitseis van 5%. Directiebeoordeling Tenminste tweemaal per jaar wordt een directiebeoordeling uitgevoerd aangaande de CO2Prestatieladder. De directiebeoordeling wordt gecombineerd en geïntegreerd met de centrale jaarlijkse directiebeoordeling van AVR-Afvalverwerking B.V. voor de normsystemen ISO-9001, ISO-14001, OHSAS-18001, ISO-50001 en de wettelijke managementevaluatie in het kader van het Besluit Risico Zware Ongevallen 1999. Voor de openbare publicatie wordt ieder half jaar, overeenkomstig het kalenderjaar, een verslaggeving voor publicatie opgesteld conform dit format.


Openbaar

-4/20-

Carbon Footprint-analyse Grondslag voor de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO2-emissies en –absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van de emissies wordt onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. -

-

Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties; Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte; Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer.

Deze Carbon Footprint-analyse omvat de CO2-emissie van AVR Afvalverwerking B.V. betreffende scope 1, 2 en 3 van het fiscaal en kalenderjaar 2013. De CO2-emissie is geanalyseerd in overeenstemming met de Richtlijn CO2-prestatieladder versie 2.2.


Openbaar

-5/20-

Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode AVR Afvalverwerking B.V. rapporteert synchroon aan hun boekjaar over hun Carbon Footprint. Het boekjaar voor AVR Afvalverwerking loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is het fiscale boekjaar (FY) 2013. Totale CO2-emissie De totaal hoeveelheid CO2-emissie voor AVR Afvalverwerking B.V. is gemeten en berekend als 2.235.064 ton CO2. De totale hoeveelheid CO2-emissie voor AVR Afvalverwerking B.V. is gemeten en berekend per locatie als: Locatie Rozenburg (PGW) : 1.616011 ton CO2 Locatie Duiven (DUV) : 602.492 ton CO2 Locatie Utrecht (OSSU) : 3.153 ton CO2 Locatie Den Haag (OSSB) : 3.407 ton CO2 Locatie Rotterdam (OSSR) : 8.542 ton CO2 Locatie Rotterdam (OSSK) : 1.457 ton CO2 Totaal CO2-emissie AVR Afvalverwerking B.V.


Openbaar

-6/20-

Procentuele emissieverdeling overslagstations naar totaal hoeveelheid.

Scope 1: Directe CO2-emissie De directe emissie van CO2 is gemeten en berekend als totaal AVR Afvalverwerking B.V. als per locatie binnen Nederland. Totaal AVR Locatie Rozenburg (PGW) Locatie Duiven (DUV) Locatie Utrecht (OSSU) Locatie Den Haag(OSSB) Locatie Rotterdam (OSSR) Locatie Rotterdam (OSSK)

: : : : : : :

2.231.861 ton CO2 1.613.688 ton CO2 602.196 ton CO2 2.901 ton CO2 3.214 ton CO2 8.430 ton CO2 1.434 ton CO2

Verwerkingsinstallaties Rozenburg 67,23 % (1.500.500 ton) van de directe CO2-emissie wordt veroorzaakt door de procesinstallaties op de locatie Rozenburg. Daarvan betreft 74,10% (1.111.900 ton) voor de 7 huisvuilovens, 10,12% (151.900 ton) voor de Vortex-ovens en 15,77% (236.700 ton) voor de Biomassa Energie Centrale. Verwerkingsinstallaties Duiven 26,41% (589.545 ton) van de directe CO2-emissie wordt veroorzaakt door de procesinstallaties op de locatie Duiven. Daarvan betreft 85,05% (501.389 ton) voor de 3 huisvuilovens, 13,82% (81.454 ton) voor de thermische conversie installatie en 1,14% (6.702 ton) voor de compostering. Vervoer bulkgoederen / containers / non bulk goederen 6,19% van de directe CO2-emissie wordt veroorzaakt door het vervoer van bulkgoederen. Hierin is opgenomen de aantallen transportbewegingen die vanuit extern de locaties betreden als ook de interne transportbewegingen. AVR beschikt over een eigen vaartuigendienst die onder dit item van scope 1 is geplaatst. Koel- en koudemiddelen 1.671 ton (0,07%) van de directe CO2-emissie wordt veroorzaakt door koudemiddelen die toegepast worden voor de klimaatsystemen.


Openbaar

-7/20-

Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten. Alle geïdentificeerde bronnen of putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage m.u.v. de vliegreizen. Identificatie is in dit kader versnipperd met een fractioneel aandeel. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten.

CO2-emissie scope 1

CO2-emissie (ton) scope 1 per locatie


Openbaar

-8/20-

Scope 2: Indirecte emissie De indirecte emissie van CO2 is gemeten en berekend als totaal AVR Afvalverwerking B.V. als per locatie binnen Nederland.

Totaal AVR Locatie Rozenburg (PGW) Locatie Duiven (DUV) Locatie Utrecht (OSSU) Locatie Den Haag (OSSB) Locatie Rotterdam (OSSR) Locatie Rotterdam (OSSK)

: : : : : : :

2.070 ton CO2 1.470 ton CO2 61 ton CO2 246 ton CO2 188 ton CO2 84 ton CO2 22 ton CO2

Elektriciteitsverbruik De indirecte CO2-emissie wordt voor 100% veroorzaakt door het gebruik van ingekochte energie. Er werd in FY 2013 in totaal 4.548,7 MWh gebruikt, goed voor 2.070 ton CO2. De inkoop van elektriciteit wordt op productielocaties beperkt tot een minimum (in verband met eigen productie), voor de overslagstations wordt eigen gebruik ingekocht van derden (totaal 1184,7 MWh). De meest elektriciteit op de overslaglocaties wordt gebruikt door het machinepark, klimaatinstallaties, verlichting en kantoorapparatuur. CO2-emissie (ton) scope 2 per locatie


Openbaar

-9/20-

Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie Totaal AVR Locatie Rozenburg (PGW) Locatie Duiven (DUV) Locatie Utrecht (OSSU) Locatie Den Haag (OSSB) Locatie Rotterdam (OSSR) Locatie Rotterdam (OSSK)

: : : : : : :

1.134 ton CO2 853 ton CO2 235 ton CO2 7 ton CO2 6 ton CO2 28 ton CO2 4 ton CO2

Personen conventionele personenauto. De overige indirecte emissie voor geheel AVR is vastgesteld op 1.134 ton CO2-emissie. Van de 434 medewerkers in AVR dienst, waren er op het meetpunt 30 leasewagens in gebruik met een verdeling van 10 benzinemotor, 18 dieselmotor en 2 hybride uitvoeringen. In FY 2013 is met dit aantal wagens 1.126.750 km verreden hetgeen in totaal goed was voor 146,8 ton CO2-emissie. Leasewagens staan geregistreerd op de locatie Rozenburg. Voor het vervoer woon-werkverkeer hebben medewerkers in totaal 987,2 ton CO2 geëmitteerd. CO2-emissie (ton) scope 3 per locatie

Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden binnen scope 1, 2 en 3. Scope 1: De meetgegevens van de hoeveelheden CO2-emissie van de procesinstallaties wordt op de locaties Rozenburg en Duiven 24/7 geregistreerd. Dit emissieregistratiesysteem vormt de basis voor de invulling binnen dit kader. De emissieregistratiesystemen worden periodiek onderhouden en gecontroleerd op de juiste werking door een extern gespecialiseerd en geaccrediteerd bedrijf (Registratienummer accreditatie: L429, geldig tot 1 november 2016).. De component CO2 wordt onderzocht conform de NEN-ISO 12039:2001 waarbij volgens de norm en het geaccrediteerde bedrijf de meetonnauwkeurigheid maximaal 10 % is.


Openbaar

-10/20-

Metingen worden uitgevoerd volgens de laatste stand der techniek en zijn voor AVR als voldoende gebleken als input voor deze footprint. De data wordt gearchiveerd en kan per installatie worden verzameld. Iedere locatie heeft een weeg- en registratiesysteem overeenkomstig de activiteit van het bedrijf. Aan het begin van het nieuwe jaar kan een overzicht uitgedraaid worden van aantal en type voertuigen dat de locatie heeft betreden. Tegelijk met deze weging wordt ook het brutogewicht in tonnage vastgesteld van het voertuig inclusief de lading. Dit tonnage dient als basis om de CO2 hoeveelheden te berekenen. Daarnaast zijn tevens kentallen ingezet naar aanleiding van een vervoersscan die in 2013 is uitgevoerd op de locatie Rozenburg en zijn de kentallen ingezet in het kader van het uitzetten van een tender van extern transport over alle locaties. Voor externe voertuigen is gebruik gemaakt van de tenderdata van de afstand van de diverse voertuigen. Voor het eigen wagenpark, bijvoorbeeld shovels en vrachtwagens, is een registratie van aantal voertuigen per locatie opgevraagd met bijbehorend aantal kilometers of draai-uren. Externe toeleveranciers zoals bijvoorbeeld pakketdiensten of aannemers zijn niet opgenomen in deze berekeningen. De frequentie en afstanden die verreden worden die 100% aanwijsbaar aan AVR kunnen worden toegewezen, zijn niet realiseerbaar. Op iedere locatie wordt geregistreerd welke klimaatinstallaties voorzien zijn van een koelmiddel. In deze registratie betreft een hoeveelheid en type koelmiddel. De overzichten worden jaarlijks geactualiseerd en dienen te voldoen aan het inzetten van type koelmiddel naar wet- en regelgeving. Het betreft hier alle klimaatinstallaties dus ook voor procesdoeleinden als ook facilitaire doeleinden. Scope 2: De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van jaaropgaven facturen (overslagstations) en de eigen energiemanagement registratiesystemen (Rozenburg en Duiven). Opmerking dient hierbij gemaakt te worden dat locatie Utrecht per 28 augustus 2013 formeel in het bezit is gekomen van AVR, de meetregistratie niet direct bereikbaar was en de hoeveelheden elektriciteitsverbruik vastgesteld is op basis van schatting. Een extrapolatie naar jaarhoeveelheid is hierbij uitgevoerd. Scope 3: De meetgegevens van het eigenwagenpark (leasewagens) zijn door de afdeling inkoop opgevraagd bij de leasemaatschappijen en aangeleverd aan de organisatie. Alle voertuigen hebben een technische specificatie op basis van merk, type en uitvoering. Hiertoe is per wagen een CO2 emissie vastgesteld. Op basis van de verreden kilometers op jaarbasis is een hoeveelheid CO2 uitstoot te berekenen, echter de omgevingscondities tijdens het verbruik en de kwaliteit van de registratie van kilometerstanden zijn zodanig van invloed dat is gekozen om de CO2-emissie op basis van verreden kilometers te bepalen in combinatie met de technische specificaties. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Voor de medewerkers die eigen vervoer inzetten voor woon-werkverkeer, is als basis gebruikt het “Onderzoek naar de wegtypeverdeling en samenstelling van het wegverkeer, Eindrapport” van het Emissieregistratie & Planbureau voor de Leefomgeving, 19 maart 2010. De gemiddelde populatie van de medewerkers wordt als voldoende betrouwbaar geacht om dit actueel rapport als uitgangspunt te nemen. Hiertoe is, in overleg met de personeelsfunctionaris, de gemiddelde afstand woon-werkverkeer per locatie beschouwd. Tevens is vastgesteld dat voor de overslagstations de medewerkers reizen binnen de bebouwde kom, voor de locatie Duiven buiten de bebouwde kom en voor de locatie Rozenburg voornamelijk via de autosnelweg.


Openbaar

-11/20-

Op basis van genoemd onderzoek is op pagina 22, tabel 3.2. (samenstelling personenauto’s op verschillende wegtypen naar leeftijdsgroep en brandstofsoort), de verdeling vast te stellen van type brandstof. Voor de overslaglocaties is de verdeling benzine, diesel, hybride vastgesteld op: 66, 33 en 1%. Voor de locatie Duiven is de verdeling benzine, diesel, hybride vastgesteld op: 50, 45 en 5%. Voor de locatie Rozenburg is de verdeling benzine, diesel, hybride vastgesteld op: 49, 49 en 2%. CO2-ketenreductie CO2-ketenreductie zal nader en gedetailleerd beschouwd worden in het kader van CO2-prestatieladder niveau 4 ketenanalyses. Hierbij zullen CO2 niveau 4 ketenanalyses worden betrokken van onder ander de verwerking van houtsoorten en biogeen afval. In de huidige context is een CO2-ketenreductie weergegeven voor geleverde en geregistreerde hoeveelheden stoom, warmwater en elektriciteit. AVR levert vanuit zijn core-business diverse energiestromen vanuit de locatie Rozenburg en Duiven. Voor de gegevens van het referentiejaar 2013 is gebruik gemaakt van de generieke GRI-data. Op basis van de voorschriften uit de Richtlijn CO2-prestatieladder zijn de navolgende data vastgesteld: Rozenburg CO2-ketenreductie opwekking grijze stroom CO2-ketenreductie opwekking groene stroom CO2-ketenreductie warmtelevering AVI CO2-ketenreductie warmtelevering overige

: : : :

248.001,8 ton CO2 12.383,3 ton CO2 28.262,7 ton CO2 2.745,9 ton CO2

Duiven CO2-ketenreductie opwekking grijze stroom CO2-ketenreductie opwekking groene stroom CO2-ketenreductie warmtelevering AVI

: : :

66.228,4 ton CO2 3.528,7 ton CO2 12.629,2 ton CO2

Totaal directe CO2-ketenreductie

:

373.780 ton CO2


Openbaar

-12/20-

Reductiedoelstelling AVR Afvalverwerking heeft FY 2013 genomen als referentiejaar. Op basis van deze Carbon Footprint, nog eventueel lopende onderzoeken en de doelstellingen op strategisch niveau, wordt lopende het FY 2014 een serie doelstellingen geformuleerd en geactualiseerd en extra maatregelen gedefinieerd om te zorgen dat de emissie van CO2 verder wordt gereduceerd. AVR Afvalverwerking heeft in dit kader reductiedoelstellingen opgesteld die overeenkomstig de CO2prestatieladder niveau 3 zijn gedefinieerd. Reductiedoelstellingen op basis van ketenanalyses, zoals inzet van biogeen product en levering van energie naar externe partijen, is in dit kader buiten beschouwing gelaten. De doelstellingen voor AVR Afvalverwerking B.V. zullen hernieuwd gedefinieerd worden bij het bereiken van CO2-prestatieladder niveau 4 welke voorzien is in juni 2014. De daaruit voorvloeiende doelstellingen zullen FY 2015 van kracht worden. Scope 1 AVR Afvalverwerking B.V. wil de directe emissie (scope 1) voor FY 2014 op maximaal gelijkblijvend niveau behouden overeenkomstig het referentiejaar 2013. Hiertoe zal het normalisatieprincipe worden toegepast zoals deze kentallen nader in deze rapportage zijn berekend en toegelicht. Voorgesteld wordt om met ingang van FY 2015 nadere reductiedoelstellingen op locatie- en installatieniveau te gaan definiëren. Daarnaast wordt reductie nagestreefd door het creëren van een grotere bewustwording bij de medewerkers. Scope 2 Bij de indirecte emissie (scope 2) wordt reductie vooral bereikt door het terugdringen van het stroomverbruik. AVR Afvalverwerking wil de indirecte emissie (scope 2) in 2014 met 0,5% voor FY 2014 verminderen. Doelstellingen Rozenburg 2014 (aandeel in reductiedoelstelling: 60 %) 1. Onderzoek uitvoeren naar de inzet van de Rijnwaterpompen (RWP). Het onderzoek zal tweeledig zijn: het vervangen van de RWP door motoren met een hogere cosinus phi factor. Tweede onderdeel zal zijn het onderzoeken van het toepassen van een regeling dat de pompen alleen bij vraag operationeel zullen zijn zonder dat het een bedreiging vormt voor de bedrijfscontinuïteit; 2. De eigen bedrijfstrafo’s (EB) 1 tot en met 5 per trafo uitrusten met een kWh meter om de hoeveelheid verbruik om de locatie te meten (in plaats van de huidige situatie te berekenen); 3. Onderzoek uitvoeren naar de uniformiteit van de huidige methodiek van het berekenen van het elektraverbruik binnen het bedrijf; 4. Een test uitzetten om de grootste kW motoren van het bedrijf die reeds zijn uitgevoerd met een VSD inrichting (frequentie-omvormer) op detailniveau te gaan bemeten; 5. Motoren met een sterdriehoek vervangen door een VSD inrichting; 6. Het bepalen en bemeten van het blind vermogen van de locatie; hiervoor is reeds een 6 sigma project opgestart onder supervisie van de portfoliomanager.


Openbaar

-13/20-

Doelstellingen Duiven 2014 (aandeel in reductiedoelstelling: 20 %) 1.

2. 3. 4.

In 2010 is reeds een energiestudie uitgevoerd op de locatie genaamd Watt minder; door voortschrijdend inzicht en kennis zal dit rapport hernieuwd worden beoordeeld naar de actuele mogelijkheden; De eigen bedrijfstrafo’s (EB) per trafo uitrusten met een kWh meter om de hoeveelheid verbruik om de locatie te meten (in plaats van de huidige situatie te berekenen); Onderzoek uitvoeren naar de uniformiteit van de huidige methodiek van het berekenen van het elektraverbruik binnen het bedrijf; Motoren met een sterdriehoek vervangen door een VSD inrichting;

Doelstellingen Overslagstations 2014 (aandeel in reductiedoelstelling: 20 %) OSSU: 1. 2. 3.

Het werkelijk registreren en opvolgen van het elektraverbruik; verbruik vanaf overname locatie is gebaseerd op schattingen. Reductiemaatregelen door de afvalpersen uit te voeren met bewegingsdetectie: de persen opereren alleen als er product wordt aangeboden en niet gedurende de gehele openingstijd; Reductiemaatregelen door niet meer inzetten van de portalkraan voor overslag van lege / volle containers;

OSSB/OSSK/OSSB 1. Het maandelijks registreren en opvolgen van het elektraverbruik.

Daarnaast worden medewerkers voorgelicht over de nagestreefde normen. Medewerkers worden door voorlichting aangespoord tot energiebewust gedrag en op de hoogte gebracht van energiebesparende maatregelen. Op deze wijze wordt een aanpassing beoogd in een grotere bewustwording bij de medewerkers. Scope 3 (aandeel in reductiedoelstelling: 100 %) Bij de overige indirecte emissie (scope 3) richt zich dit voornamelijk op de inzet van leasewagens en het personenvervoer van en naar de AVR Afvalverwerking B.V. AVR Afvalverwerking wil de overige indirecte emissie (scope 3) in 2014 met 1,0% voor FY 2014 verminderen. Dit kan worden gerealiseerd door: - Het brandstofverbruik van AVR leaserijders te gaan registreren (in samenwerking met de leasemaatschappijen) en het gemiddeld brandstofverbruik moet lager zijn dan het gemiddelde brandstof verbruiksniveau van de totale leasevloot van haar leasemaatschappij. Op persoonsniveau zal AVR een monitor toepassen waarin zichtbaar wordt hoe iemand scoort op brandstofverbruik met opvolging richting management bij excessief brandstofverbruik. -

Aanschaf en vervanging van leaseauto’s met milieulabel A, B of C. Deze doelstelling wordt bereikt door alleen zuinige leaseauto’s aan te schaffen.


Openbaar

-14/20-

-

AVR zal het elektrisch rijden gaan promoten. AVR zal daartoe een volledig elektrisch voertuig aanschaffen en deze wordt ingezet in het contact met klanten maar ook voor onze medewerkers. Doel is om mensen nog meer kennis te laten maken met het elektrische rijden welke onafhankelijk moet zijn van de persoonlijke fiscale voordelen.

-

AVR zal voor zijn medewerkers die reeds met een (semi) elektrisch voertuig zich bewegen van en naar zijn werk voorzien van de daarvoor benodigde laadpalen en elektrische infrastructuur.


Openbaar

-15/20-

Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Door AVR Afvalverwerking B.V. zijn de eerste metingen in het kader van de ISO-14064-norm uitgevoerd over FY 2013. Dit jaar geldt daarom als referentiejaar op basis waarvan de toe- of afname van de CO2-emissie wordt vastgesteld. Aanpassingen aan historisch jaar De meting over FY 2013 betreft een initiële meting in het kader van de ISO 14064-norm. Er is daarom geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar. Normalisering meetresultaten De omvang van de CO2-emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door AVR Afvalverwerking B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van een vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, is daarom een maatstaf bepaald op basis van de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor AVR Afvalverwerking B.V. is de omvang van de bedrijfsactiviteiten te meten aan de hand van het aantal bedrijfsuren per installatie. Op basis van het gemiddeld bedrijfsuren over 17 installaties en het aantal AVR medewerkers in 2013 zijn de gerapporteerde meetresultaten genormaliseerd. In het referentiejaar FY 2013 bedroeg het gemiddeld aantal bedrijfsuren over 17 installaties (Rozenburg en Duiven) gemiddeld 7.808 uur en het aantal FTE 434. In onderstaande tabellen is de totale CO2-emissie van scope 1, 2 en 3 per bedrijfsuur en per FTE weergegeven.


Openbaar

-16/20-

Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruik gemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. De kwantificering per item is als volgt opgesteld: Algemeen Richtlijn die gesteld is :Handboek CO2-Prestatieladder versie 2.2., datum 4 april 2014; bijlage C, Conversiefactoren. Personenvervoer Het woon-werkverkeer van medewerkers naar de diverse locaties wordt ingedeeld conform het “Onderzoek naar de wegtypeverdeling en samenstelling van het wegverkeer”, eindrapport van 19 maart 2010, Emissieregistratie & Planbureau voor de Leefomgeving. De inzet van gebruik van leasewagens geschiedt op basis van de technische specificaties van de betrokken wagens met een opgave van de werkelijk verreden kilometers. Goederenvervoer Per locatie vindt een toegangsregistratie plaats conform vergunningvoorschrift van het ingaande goederentransport. Binnenkomende scheepvaart, bulkleveringen vanuit het buitenland en vloeistofbulk leveringen van extern, worden volgens registratie als voornoemd opgenomen. Inkoop elektriciteit Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van de facturen van de energieleverancier. Door de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. Overige energiedragers Overige energiedragers zoals huisbrandolie en het gebruik van aardgas, wordt geregistreerd met behulp van het 24/7 emissieregistratiesysteem op de locatie Rozenburg en Duiven. Voor de overslaglocaties wordt data toegepast conform facturering van de toeleverancier. Koelmiddelen Per locatie is een actueel overzicht aanwezig van koelinstallaties die koelmiddelen bevatten. Deze overzichten worden door een externe specialist continu geactualiseerd daar waar nodig. Procesmatige emissie Procesmatige emissies betreft de locatie Rozenburg en Duiven. Deze emissies worden 24/7 gemeten door een extern gecontroleerd en geaccrediteerd bedrijf.

Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes De meting over FY 2013 betreft een initiële meting in het kader van de ISO 14064-norm. In de kwantificeringsmethodes is derhalve geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar.


Openbaar

-17/20-

Quick Wins AVR Afvalverwerking B.V. heeft niet eerder een Carbon Footprint Analyse laten uitvoeren. Het meten, registreren en signaleren van de emissies in de relatie tot de CO2-prestatieladder is een eerste noodzakelijke stap richting verbetering binnen de strategische kaders. De volgende stap is het identificeren van quick wins. Dit zijn bronnen waar AVR Afvalverwerking B.V. het vermogen heeft, invloed uit te oefenen op de CO2-emissie en de reductie hiervan en waar snel resultaten kunnen worden bereikt. De quick wins komen voort uit de analyse van FY 2013, signaleringen en interviews.

Algemeen Betrokkenheid medewerkers De betrokkenheid van medewerkers bij duurzame ontwikkeling werkt twee kanten op: de betrokken medewerker is bepalend voor het draagvlak van duurzame ontwikkeling. Hij/zij zal de eigen werkzaamheden bewust duurzaam inrichten en hiermee significante verbeteringen bereiken. Daarnaast zullen initiatieven zich van binnenuit moeten ontwikkelen. De medewerker is degene die de bedrijfsprocessen het beste kent en de verbeteringen kan aanwijzen. Ook de uitstraling en daarmee de slagingskans voor duurzame projecten is beter wanneer medewerkers zich betrokken voelen bij duurzame ontwikkeling van de organisatie. In persoonlijke doelstellingen van werknemers kunnen CO2-doelstellingen worden opgenomen en hieraan kan een beloningsstructuur worden gekoppeld. Binnen de organisatie creëert dit een positief sturingsmiddel naar de medewerkers toe. Wanneer dit terugkomt in een vermindering van het energieverbruik, verdient het zichzelf terug.

Vervoer Energielabel leaseauto’s Door bij selectiecriteria voor het wagenpark als randvoorwaarde te stellen dat de personenauto’s het energielabel A of B draagt in combinatie met de daadwerkelijke CO2 uitstoot per kilometer, kan de uitstoot van CO2 door het wagenpark worden gereduceerd. Verder zal door stimulering van het elektrisch rijden het brandstofverbruik van fossiele brandstoffen worden verminderd mits de elektriciteit voor deze voertuigen voortkomt uit groene stroom. Optimaliseren logistiek en vervoersbewegingen AVR heeft reeds in het najaar een vervoersscan laten uitvoeren door een extern gespecialiseerd bedrijf. De vervoersscan geeft potentiële besparingen aan in het vervoer en transport van afvalstromen. Een nadere studie in 2014 zal uitsluitsel moeten geven in de potenties op korte- en middellange termijn.

Energieverbruik Registratie Bij het onderdeel reductiedoelstellingen scope 2 in deze carbon footprint zijn diverse maatregelen reeds vermeld die op korte termijn een aanzienlijke besparing kunnen genereren naar hoeveelheden CO2.


Openbaar

-18/20-

Vigerende normering

Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) Handboek CO2-Prestatieladder Versie 2.2. Versiedatum 4 april 2014

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) Greenhouse-Gases Part 1: Specification with guidance at the organization level for quantification and reporting of greenhouse gas emissions and removals. NEN-ISO 14064-1:2006 Versie 1 Versie : 1 maart 2006.


Openbaar

-19/20-

Bijlage 1 CO2-emissie FY 2013 AVR-Afvalverwerking


Openbaar

-20/20-

Carbon Footprint Analyse 2013

Recommend Documents