JAARGANG 1, NR. 1 1e versie 10 juni 2010 17 augustus 2011*
Carbon Footprint Analyse 2009 ‘Samen bouwen aan CO2-reductie’
Inhoudsopgave Directieverklaring Organisatie Rapporterende organisatie Verantwoordelijk persoon Organisatie grenzen ISO 14064 verklaring Verificatie verklaring Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode Scope 1: directe CO2 -emissie Verklaring van weggelaten CO2 bronnen of putten CO2 emissie van verbranding Biomassa Scope 2: Indirecte CO2-emissie Indirecte CO 2 emissie door aangekochte energie Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie CO2 compensatie Voortgang ten opzichte van referentiejaar Historisch basisjaar Aanpassingen aan historisch jaar Normalisering meetresultaten Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Quick Wins Reductiedoelstellingen Annex 1 CO2-emissie 2009
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Carbon footprint
Pagina 2
Directieverklaring Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen betekent voor J.P. van Eesteren o.a. zuinig en vooral bewust omgaan met onze planeet met als speerpunten energie, grondstoffen en mensen. Binnen de organisatie is dit een bewustwordingsproces dat geruime tijd vanuit diverse invalshoeken in ontwikkeling is. Deze Carbon Footprint Analyse motiveert en stimuleert dit proces en geeft inzicht in de CO2-uitstoot. J.P. van Eesteren vindt de Carbon Footprint Analyse noodzakelijk bij het bepalen van de lange termijn doelstellingen rondom CO2-reductie.
Dhr. Th. Jansen, Directeur
Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. is gevestigd in Barendrecht en Amsterdam en realiseert landelijk bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie en woningbouw. Zij is gespecialiseerd in projecten met een bijzonder en complex karakter. Het milieu heeft al lange tijd een belangrijke plaats binnen de organisatie. Veel aandacht wordt besteed aan het duurzaam inkopen van materialen, afvalscheiding en energiebesparing. In 2009 is het ISO 14001 milieucertificaat behaald. De P van Planet gaat bij J.P. van Eesteren hand in hand met de P van People. Mensen staan hoog in het vaandel; alles wat de mensen raakt, wordt binnen de organisatie centraal gesteld. Milieu, grondstoffen, de aarde en de omgeving waarin we leven en wonen; het is van belang hier zuinig mee om te gaan en een balans te vinden tussen de mens, haar omgeving en de economie, de P van Profit. Als organisatie nemen we hierin onze verantwoordelijkheid door zoveel mogelijk te werken met duurzame, milieuvriendelijke materialen en het verantwoord opslaan en gebruik van chemische stoffen. Dit is en blijft een bewustwordingsproces dat zich continu ontwikkelt, enerzijds vanuit het maatschappelijk belang en anderzijds vanuit het economische bestaansrecht van de organisatie. Een logische vervolgstap, en aanvulling op de kwaliteit- veiligheid- en milieucertificaten, is de Carbon Footprint Analyse. De insteek hierbij is het verminderen van energieverbruik en het verlagen van de CO2-emissie binnen het vakgebied waarin wij als aannemer acteren. Door de Carbon Footprint Analyse uit te voeren wordt het eenvoudiger en inzichtelijker om reële en controleerbare reductiedoelstellingen te benoemen en te formuleren. Met dit beleid dragen wij uit dat er bewust en zuinig moet worden omgegaan met de planeet en dat iedereen daaraan een bijdrage moet leveren. Uiteindelijk wordt er een gezamenlijk doel nagestreefd. ‘Samen bouwen aan CO2-reductie’, is het statement van J.P. van Eesteren. Tegelijkertijd is deze gerelateerd aan dé manier van werken binnen onze organisatie; elkaar versterken om uiteindelijk gezamenlijk en op een transparante manier een aanzienlijke verbetering te kunnen vinden en een bijdrage te kunnen leveren aan CO2-reductie.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Carbon footprint
Pagina 3
Organisatie Rapporterende Organisatie Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V., gevestigd te Barendrecht en Amsterdam, realiseert landelijk bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie, woningbouw, stadsvernieuwing, restauratie en verbouw/onderhoud/renovatie. Binnen J.P. van Eesteren ligt de nadruk op projecten met een grote omvang aangevuld met middelgrote en kleinere projecten. Bijzondere specialismen zijn hoogbouw en het werken met complexen die tijdens de bouwactiviteiten operationeel blijven. J.P. van Eesteren wordt veelal in een vroeg stadium betrokken bij de bouwplannen De rapporterende organisatie J.P. van Eesteren is een zelfstandige werkmaatschappij van TBI bouw B.V., een samenwerkingsverband van Era Contour, Hazenberg, Heijmerink, Kanters, Koopmans, Korteweg, MDB, Mobilis en Voorbij groep. De bouwactiviteiten van TBI omvatten project- en planontwikkeling, nieuwbouw, renovatie en onderhoud op het gebied van utiliteitsbouw, woningbouw, civiele betonbouw, funderings-, vloer- en vijzeltechnieken en glastoepassingen. TBI Bouw B.V. maakt deel uit van TBI Holdings B.V. Voor deze rapportage is het in Nederland opererende deel van J.P. van Eesteren in ogenschouw genomen. Binnen deze divisie is zij zelf financieel en technisch aansprakelijk. De bedrijfsactiviteiten van J.P. van Eesteren worden zowel vanuit Barendrecht als Amsterdam uitgevoerd.
ISO 14064 Verklaring Hierbij verklaart Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. dat deze rapportage voor het CO2-bewustzijns-certificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO 14064, versie maart 2006.
Verantwoordelijke Persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is de heer Th.
Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van J.P. van Eesteren zijn in het kader van CO2 (kooldioxide)-bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van J.P. van Eesteren vallen, de verantwoording voor de CO2productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat J.P. van Eesteren met de volgende groepsmaatschappijen: • • • • • • • • •
Verificatie Verklaring Hierbij verklaart J.P. van Eesteren B.V. dat deze rapportage voor het CO2-bewustzijnscertificaat is geverifieerd door KEMA op 27 september 2010.
Nelis Uitgeest B.V. Nubouw, Uitgeest (100%) R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau B.V., Barendrecht (100%) Funderingsconstructies J.P. van Eesteren B.V., Barendrecht (100%) Huma Glas B.V., Barendrecht (100%) Materieeldienst Bergambacht B.V., Bergambacht (12,5%) Ontwikkelingscombinatie De Werven B.V., Rotterdam (16 2/3%) Inno-Home B.V. , Barendrecht (33 1/3%) Ecobuildings Nieuwegein B.V. , Utrecht (33 1/3%) Voormolen Bouw B.V. (100%)
Uit de bepaling van de boundary (laterale methode) is gebleken dat Materieel Dienst Bergambacht B.V. (MDB) binnen de boundary van J.P. van Eesteren valt. J.P. van Eesteren heeft een aandeel van 12,5% in MDB en dientengevolge zal ook 12,5% van de CO2 uitstoot van MDB meegenomen worden in de carbon footprint (scope 1 en 2) van J.P. van Eesteren. R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau, Funderingsconstructies J.P. van Eesteren, Huma Glas en Voormolen zijn lege B.V’s. Dit betekent dat er geen middelen of mensen ingezet worden voor deze B.V’s. Ecobuildings is een beherend vennoot van de C.V. Alle activiteiten voor de niet lege B.V’s worden verricht vanuit de kantoren Amsterdam en Barendrecht.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Carbon footprint
Pagina 4
Onderstaand het organogram van de J.P. van Eesteren organisatie.
In het kalenderjaar 2009 nam J.P. van Eesteren deel aan diverse vennootschappen onder firma. De activiteiten welke J.P. van Eesteren ontplooide ten behoeve van deze vennootschappen, vallen binnen de organisatiegrenzen welke zijn gesteld in het kader van het CO2-bewustzijn. De betreffende activiteiten zijn uitgevoerd middels de capaciteit en middelen die aanwezig waren binnen de vestigingen. Derhalve vallen emissies, welke binnen de vennootschappen aan de activiteiten van J.P. van Eesteren zijn toe te schrijven, binnen de emissiewaarden welke toe te schrijven zijn aan de vestigingsactiviteiten. In het kalenderjaar 2009 nam Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren B.V. deel aan de volgende vennootschappen: • • • • • • • • • • • • • • •
J.P. van Eesteren - Koninklijke Woudenberg Ameide v.o.f., Ameide (50%) Bouwcombinatie Van Eesteren/Heijmans v.o.f., Amsterdam (50%) Ontwikkelings- en Bouwcombinatie MICO v.o.f., Zoetermeer (33 1/3%) Ontwikkelings- en Bouwcombinatie Hofplein v.o.f., Rotterdam (50%) Bouwcombinatie BAM/TBI v.o.f., Bunnik (25%) Bouwcombinatie J.P. van Eesteren - Dura v.o.f., Barendrecht (50%) Schiestraat v.o.f., Hilversum (33 1/3%) Het Waalschip C.V., Barendrecht (33 1/3%) Beagle v.o.f, Barendrecht (50%) Ecobuildings C.V. , Utrecht (33 1/3%) Bouwcombinatie J.P. van Eesteren – Korteweg v.o.f. , Breda (50%) Bouwcombinatie Visser & Smit Bouw/J.P. van Eesteren v.o.f. ,Papendrecht (50%) V.O.F. Jorritsma – J.P. van Eesteren, Bolsward, (50%) Bouwcombinatie Heijmerink – J.P. van Eesteren v.o.f. (50%) Bouwcombinatie Heijmans / J.P. van Eesteren v.o.f. (50%)
De boundaries zijn nader omschreven in het door de directie bekrachtigde boundary document.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
JAARGANG 1, NR. 1
Pagina 5
Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO2-emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies.
• Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties; • Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte; • Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. Deze Carbon Footprint -analyse omvat de CO2-uitstoot (één van de zes broeikasgassen) J.P. van Eesteren, betreffende scope 1, 2 en 3, in het kalenderjaar 2009. De CO2-uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO2–prestatieladder.
Meetresultaten en Toelichting Gerapporteerde Periode De gerapporteerde periode is gelijk aan het boekjaar. Het boekjaar voor J.P. van Eesteren loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is het kalenderjaar 2009. Opm.: Scope 1 en 2 resultaten zijn over het basisjaar 2009 herzien o.b.v. gewijzigde conversiefactoren vanuit het SKAO handboek 2.0 versie 23 juni 2011 CO2-prestatieladder.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Pagina 6
JAARGANG 1, NR. 1
Scope 1: Directe CO2-emissie DE DIRECTE EMISSIE VAN CO2 IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 1.943 TON CO2
Brandstofgebruik van het eigen wagenpark Een groot deel van deze emissie, te weten 1.376,7 ton CO2 (71 %), is toe te wijzen aan het brandstofgebruik van het eigen wagenpark. Het wagenpark van J.P. van Eesteren bestond begin 2009 uit 178 personenwagens en 22 bestelwagens. Eind 2009 is het aantal personenwagens in het wagenpark gedaald tot 167. Opvallend genoeg vallen geen van de personenwagens in de categorie hybride middenklasse. In totaal is bij de leasemaatschappij 5.790.389 kilometer gerapporteerd door de werknemers met lease auto’s middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Met bestelwagens is in totaal 441.833 kilometer gerapporteerd. Opmerkelijk is dat maar liefst 31 % van de uitstoot afkomstig is van auto’s met een D of E energielabel.
Lekkage van koelgassen In 2009 hebben er geen lekkages van de koelsystemen van J.P. van Eesteren plaatsgevonden.
Stationaire verbrandingsapparatuur 446,3 ton CO2 (23%) van de uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur. Dit is voor ongeveer de helft toe te schrijven aan het verbruik van diesel op de projectlocaties van J.P. van Eesteren. Zo hebben de projecten Europol en Acta gezamenlijk 70.974 liter verbruikt voor het droogstoken van het op te leveren pand.
Deelname C-aanbieder J.P. van Eesteren heeft een 12,5 % aandeel in het bedrijf Materieel Dienst Bergambacht B.V. Het aandeel CO2 binnen scope 1 van de Materieel Dienst Bergambacht B.V. wat voor rekening komt voor J.P. van Eesteren is daarmee 120,0 ton CO2 (6%).
Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten.
CO2-emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen J.P. van Eesteren niet plaatsgevonden.
Scope 1 overzicht
Ton CO2
1.400,0
1.376,7 1.200,0 1.000,0 800,0 600,0
446,3
400,0 200,0
120,0 Stationaire verbrandingsapparatuur
Airco en koelingapparatuur
Eigenwagenpark
Deelnemingen
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Pagina 7
JAARGANG 1, NR. 1
Scope 2: Indirecte CO2-emissie DE INDIRECTE CO2-EMISSIE IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 1.127.7 TON CO2
Elektriciteitsgebruik Het grootste aandeel (1.098 ton CO2, 97%) kan worden toegeschreven aan ingekochte elektriciteit. De significante bijdrage van elektriciteit aan de emissie in scope 2 wordt mede veroorzaakt door het grijze label dat de ingekochte elektriciteit draagt. Onderstaand een overzicht van de verdeling van het elektraverbruik naar activiteit. De meeste elektriciteit wordt door J.P. van Eesteren verbruikt op de bouwplaats door bijvoorbeeld bouwkranen en verwarmers. Ook hiervoor geldt dat op de projecten “Europol” en “Acta’ de meeste elektriciteit is verbruikt, circa 45% van het totale verbruik. Voor het meetellen van de elektriciteit van bouwplaatsen in de carbon footprint, is de keuze gemaakt alleen die elektriciteit mee te tellen waar J.P. van Eesteren in voorziet en waar J.P. van Eesteren voor betaalt.
Vliegreizen voor zakelijke doeleinden 5.3 ton CO2 (0,5%) komt voor rekening van vliegverkeer voor zakendoeleinden. De meeste vluchten zijn uitgevoerd in verband met studiereizen.
Privéauto’s voor zakelijk verkeer De overige 24,8 ton CO2 (2%) komt voor rekening van het gebruik van privéauto’s voor zakelijk verkeer. In totaal is 118.606 kilometer zakelijk gereden met een privé auto.
Deelname C-aanbieder Het aandeel CO2 binnen scope 2 van de Materieel Dienst Bergambacht B.V. wat voor rekening komt voor J.P. van Eesteren is 45,4 ton CO2 (3%).
Scope 2 overzicht Ton CO2 1.200,0 1.050,0
1.098
900,0 750,0 600,0 450,0 300,0 150,0
24,8 Elektriciteitsgebruik
Privé auto's voor zakelijk verkeer
5,3 Zakelijkvliegen
45,4 Deelnemingen
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
JAARGANG 1, NR. 1
Pagina 8
Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden binnen scope 1 en 2 Uit het voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door gebruik van het eigen wagenpark (1.376,7 ton CO2) en elektriciteitsgebruik (1.098 ton CO2). Het is dan ook van belang om deze uitstoot nauwkeurig vast te leggen. SCOPE 1:
De meetgegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn op basis van een brandstofpas, die bij het betreffende voertuig is gekoppeld, verkregen. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke werknemer zorgvuldig de gereden kilometers bijhoudt middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Daarom is gekozen om op basis van de brandstofgegevens de CO2-emissie te bepalen. De meetgegevens van het gasverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van gasmeters van de leverancier zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Via de inkoop zijn overzichten opgevraagd bij de leverancier van (las)gassen. Bij de verbranding van deze gassen komt CO2 vrij. In de uitvoering van CFA’s heeft Business Improvement vastgesteld dat voor een aantal gasvormige brandstoffen geen conversiefactoren gegeven worden. Om toch voor deze brandstoffen de CO2 emissie te kunnen vaststellen, heeft Business Improvement op basis van de molverhouding bij stochoimetrische verbranding voor een aantal brandstoffen een conversiefactor berekend. Voor een aantal gassen is het aandeel CO2 in volume % opgenomen wat volgens leverancier in de gassen zit. Dit zijn de zogenaamde d k SCOPE 2:
De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. De meetgegevens van het vliegverkeer zijn aangeleverd door de financiële administratie. Zij hebben deze inzichtelijk gemaakt op basis van agenda’s en overzichten van reisbureaus. ALGEMEEN:
In algemene zin moet worden opgemerkt dat, wegens het op projectbasis doorgeven van werkzaamheden aan onderaannemers, mogelijk sprake is van overheveling van CO2-emissie naar scope 3.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Pagina 9
JAARGANG 1, NR. 1
Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie Een volledige scope 3 emissie inventaris valt momenteel nog buiten de prestatieladder. Naar verwachting wordt dit opgepakt wanneer J.P. van Eesteren besluit om naar niveau 4 van de CO2 prestatieladder te gaan. Vooruitlopend hierop heeft J.P. van Eesteren,op basis van de huidige inzichten, voor het referentiejaar 2009 een scope 3-inventaris gemaakt. Voor zakelijk transport wordt geen gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Er is altijd wel een leaseauto die geleend mag worden van een collega of kan er met een collega meegereden worden. Voor de berekening van de uitstoot die veroorzaakt wordt door het woon- werkverkeer, is gebruik gemaakt van een internet enquête onder het personeel. In totaal werd in 2009 449,8 ton CO2 uitgestoten door het woon- werkverkeer. Slechts een klein gedeelte van de uitstoot komt door gebruik van het openbaar vervoer, het overige gedeelte (97%) komt voor rekening van de auto’s. Omdat voor afval en papier geen betrouwbare conversiefactoren beschikbaar zijn, worden alleen de hoeveelheden getoond. J.P. van Eesteren veroorzaakte in 2009 in totaal 6.541.746 KG afval. De afvalstromen worden gescheiden verzameld en opgehaald. Het grootste gedeelte van deze totale hoeveelheid afval (circa 66%) is afkomst van de bouw als bouw- en sloop afval.
CO2-compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO2-emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen het eigen machinepark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO2-emissie.
Scope 3 overzicht
Ton CO2
449,8
450,0 400,0 350,0 300,0 250,0 200,0 150,0 100,0 50,0 ‐
‐ Openbaarvervoer voorzakelijk verkeer
‐ Woon‐werkverkeer met n iet‐ bedrijfsvoertuigen
Afvalverwerking
‐ Papier
‐ Elektriciteit gerelateerde activiteiten
‐ Emissies door uitbestedediensten
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Pagina 10
JAARGANG 1, NR. 1
Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Deze meting is de eerste meting in het kader van de ISO 14064-norm. Het kalenderjaar 2009 is daarmee het referentiejaar voor toekomstige metingen.
Aanpassingen aan historisch jaar De meting over 2009 betreft een initiële meting in het kader van de ISO 14064-norm. Er is wel sprake van aanpassingen aan het historisch jaar*.
Normalisering meetresultaten De omvang van de CO2-emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door J.P. van Eesteren zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, is daarom een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor J.P. van Eesteren is de omvang van bedrijfsactiviteiten te meten aan de hand van de gerealiseerde projecturen. Op basis van de projecturen zijn de gerapporteerde meetresultaten genormaliseerd. In het referentiejaar 2009 zijn door J.P. van Eesteren 343.774 projecturen gerealiseerd. De CO2uitstoot per projectuur voor scope 1 bedroeg in 2009 5,6 kg CO2 per projectuur. De CO2-uitstoot per projectuur voor scope 2 was in de eerste helft van 2009 3,28 kg CO2 per projectuur. Het aantal kg CO2 per FTE was in 2009, voor scope 1, 4.533 kg per FTE en voor scope 2, 3.465 kg per FTE. Scope 1
Scope 2 Factor
Projecturen Kg CO2 Scope 1
2009
343.774 1.940.300
Kg CO2 uitstoot per projectuur
Factor
Gemiddeld aantal medewerkers Kg CO2 Scope 1 Kg CO2 per FTE
Factor
5,65
2009
428 1.940.300 4.539,7
Projecturen Kg CO2 Scope 2
2009
343.774 1.127.70
Kg CO2 uitstoot per projectuur
Factor
3.28
2009
Gemiddeld aantal medewerkers Kg CO2 Scope 2
428 1.127.70
Kg CO2 per FTE
2634,80
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
JAARGANG 1, NR. 1
Pagina 11
Berekeningsmodellen Kwantificering methodes De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. In het geval van voertuigkilometers is gebruikgemaakt van kilometers of tonkilometers in de betreffende gewichtklasse van de voertuigen. Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is.
Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes De meting over 2009 betreft een initiële meting in het kader van de ISO 14064-norm. In de kwantificeringsmethodes is derhalve geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
JAARGANG 1, NR. 1
Pagina 12
Quick Wins J.P. van Eesteren heeft niet eerder een Carbon Footprint Analyse laten uitvoeren. Het meten van de uitstoot is een eerste noodzakelijke stap richting verbetering. De volgende stap is het identificeren van quick wins. Dit zijn bronnen waarbij J.P. van Eesteren het vermogen heeft, invloed uit te oefenen op de CO2-uitstoot en de reductie hiervan en waar snel resultaten kunnen worden bereikt. De quick wins komen voort uit de analyse van 2009, observaties en interviews. De grootste componenten binnen de Carbon Footprint van J.P. van Eesteren zijn gerelateerd aan het gebruik van brandstof voor transport van personen en goederen en elektriciteit. In scope 1 is 71% (1.376,7 ton CO2) aan personenvervoer gerelateerd. Over scope 1 en 2 gezamenlijk is dit 41% (1.401,5 ton CO2). Aan ingekochte elektriciteit is 1.098 ton CO2 toe te schrijven, wat neerkomt op 41 % van de totale uitstoot binnen scope 1 en 2. Voor significante reductie van CO2-uitstoot zal daarmee de voornaamste focus moeten worden gelegd op het reduceren van CO2-uitstoot van deze twee energievormen. Het uitvoeren van deze quick wins leidt niet alleen tot een lagere uitstoot van CO2, het is tevens een signaal aan de werknemers dat J.P. van Eesteren stappen wil nemen om de CO2-uitstoot te verlagen. Het zal bijdragen aan de veranderende mindset bij de medewerkers en een bewustwording creëren. Naast de in dit document gegeven quick wins zijn tevens uit de ketenanalyses quick wins naar voren gekomen. Deze zijn vermeld bij de betreffende ketenanalyse.
Informatieverzameling Voor het behalen en behouden van niveau 4 uit de nationale prestatieladder is vastgelegd dat het bedrijf tenminste tweemaal per jaar de voortgang rapporteert. Om de administratieve last van informatieverzameling te vereenvoudigen, is het aan te bevelen de administratie van de informatie die noodzakelijk is voor de rapportage meer te centraliseren. Dit maakt het proces van informatieverzameling minder arbeidsintensief en sneller
Algemeen Betrokkenheid medewerkers De betrokkenheid van medewerkers bij duurzame ontwikkeling werkt twee kanten op: De betrokken medewerker is bepalend voor het draagvlak van duurzame ontwikkeling. Hij/zij zal de eigen werkzaamheden bewust duurzaam inrichten en hiermee significante verbeteringen bereiken. Daarnaast zullen initiatieven zich van binnenuit moeten ontwikkelen. De medewerker is degene die de bedrijfsprocessen het beste kent en de verbeteringen kan aanwijzen Ook de uitstraling en daarmee de slagingskans voor duurzame projecten is beter wanneer medewerkers zich betrokken voelen bij de duurzame ontwikkeling van de organisatie. In persoonlijke doelstellingen van werknemers kunnen CO2-doelstellingen worden opgenomen en hieraan kan een beloningsstructuur worden gekoppeld. Binnen de organisatie creëert dit een positief sturingsmiddel naar de medewerkers toe. Wanneer dit terugkomt in een vermindering van het brandstofgebruik, verdient het zichzelf terug.
Vervoer Optimaliseren logistiek Door betere planmethoden te gebruiken en door betere afspraken met leveranciers en onderaannemers te maken, is het mogelijk het aantal transportbewegingen te minimaliseren. Daarbij is samenwerking met andere ondernemingen op de bouwplaats een mogelijkheid om een nog betere performance te krijgen op transportbewegingen. Ook inzet van werknemers, leveranciers en onderaannemers welke dichter bij een projectlocatie zijn gehuisvest, draagt bij aan het minimaliseren van de transportbewegingen.
Energielabel leaseauto’s Door bij de selectiecriteria voor leaseauto’s als randvoorwaarde te stellen dat de leaseauto het energielabel label A, B of C draagt, kan de uitstoot van CO2 door het wagenpark met circa 3% worden gereduceerd. Een dergelijke maatregel is vooral van belang voor de werknemers die veel zakelijke kilometers rijden.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
JAARGANG 1, NR. 1
Pagina 13
Quick Wins Het nieuwe rijden Het opleiden en trainen van de medewerkers in de aspecten van veilig en bewust omgaan met het voertuig zal leiden tot een significante verbetering van het brandstofverbruikratio. Voor landvoertuigen zoals personenauto´s of bedrijfsvoertuigen is de training `het nieuwe rijden’ ontwikkeld. Immers, naast een reductie van de CO2-emissie, leveren de meeste maatregelen tevens een directe kostenbesparing op. Vooral in tijden waarin bedrijven scherp op de kosten moeten letten, vormt dit een extra drijfveer om kritisch te zijn op het terugdringen van het energie- en brandstofverbruik. Zie ook: http://www.hetnieuwerijden.nl/
Inzet multimediatechnologieën Huidige technologische middelen als videoconferencing, video calling (bijvoorbeeld Skype) en conference calling bieden de mogelijkheid efficiënt met meerdere partijen tegelijk op verschillende locaties te communiceren. Door zowel actief als beleidsmatig in te zetten op dergelijke technologieën voor besprekingen over verschillende vestigingen, kan er een reductie teweeg worden gebracht van CO2-uitstoot door vermindering van het aantal ritten. Dergelijke middelen kunnen waar mogelijk ook ingezet worden voor besprekingen met klanten. In beide gevallen is er naast CO2reductie tevens sprake van tijdsbesparing.
Energieverbruik Groene stroom Het overschakelen naar groene stroom is een eenvoudige actie die direct een significante reductie van CO2-uitstoot betekent. Dit geldt niet alleen voor de kantoorpanden, tevens voor de elektrisch gedreven machinerieën en vervoersmiddelen. Het omschakelen van werktuigen en vervoersmiddelen naar elektrisch aangedreven systemen die vervolgens door groene stroom worden gevoed, levert een bijdrage aan de CO2-reductie. Let wel dat de leverancier beschikt over een SMK-certificaat voor de productie van groene stroom.
Energiegebruik op de bouwplaats Om het stroomverbruik als gevolg van verwarming bouwkeet en het drogen van kleding te reduceren kan middels instructie en het zichtbaar maken van verbruik door installatie van meters een beter bewustzijn over kosten en CO2-uitstoot worden gerealiseerd. Dit zal leiden tot een lager stroomverbruik.
Energiezuinige gebouwen Momenteel zijn verschillende initiatieven in ontwikkeling om gebouwen energiezuinig te maken. Een voorbeeld hiervan is warmte-koude opslag in de bodem. Door deze technologieën toe te passen in de panden van J.P. van Eesteren wordt een bijdrage geleverd aan de reductie in energiegebruik en bijbehorende CO2-uitstoot.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
JAARGANG 1, NR. 1
Pagina 14
Quick Wins Papierverbruik Elektronisch bestellen Elektronisch bestellen bij leveranciers leidt tot het efficiënter en sneller verwerken van bestellingen en vermindert de papierstroom.
Printbeleid Het papierverbruik kan verder worden verminderd door informatie waar mogelijk digitaal te communiceren. Email is een rechtsgeldig communicatiemiddel en kan derhalve vaak als vervanging dienen voor een brief. Waar printen noodzakelijk is, kan door dubbelzijdig afdrukken het papiergebruik drastisch worden verminderd.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Pagina 15
JAARGANG 1, NR. 1
Reductiedoelstellingen Op basis van de deze Carbon Footprint heeft J.P. van Eesteren een aantal verschillende maatregelen gedefinieerd om te zorgen dat de uitstoot van CO2 wordt gereduceerd. In de reductiedoelstelling wordt aangegeven dat men vooral wil reduceren op de uitstoot van het wagenpark en het verbruik van elektriciteit. J.P. van Eesteren heeft als doelstelling om in 2012 haar uitstoot van CO2 met 10% te reduceren ten opzichte van het referentiejaar 2009. Als maatstaf is het aantal projecturen genomen. De reden hiervoor is dat J.P. van Eesteren een projectenorganisatie is die zijn activiteiten via projectmatige werkzaamheden verricht. Vastgesteld is dat het aantal projecturen sterk bepalend is voor de hoeveelheid CO2-uitstoot. De reductiedoelstelling is uitgesplitst in percentage per scope zoals in de CO2-prestatieladder is weergegeven. Nr. Reductiedoelstelling CO2 verbruik organisatie
Scope Uitstoot 2009
Uitstoot 2009
Tot.reductie
(ton/ CO2) 446
(g CO2/uur) 1297
1 1 1 1
1377
2 2 2 2
1 Brandstoffen
1
Instellingen CV/thermosstaat aanpassen 2 Wagenparkreductiedoelstelling Inzet energiezuinige lease-auto's (label A,B en C) Inzet "nieuwe rijden" stimuleren Inzet tele en Video conferencing stimuleren
(%) 2%
0%
(gCO2 /uur) 1297
4005
4%
1%
3965
3%
0,7%
40
2%
321
934
50%
10%
840
50%
119
346
6%
1%
343
4%
332
Totale Reductie Scope 1 per projectuur 4 Inzet groene stroom 5 Energieverbruik reductiedoelstelling gebouwen* 5.1 Energiezuinige verlichting inkopen (TL5, led) 5.2 Implementeren lichtplan en systemen (aanwezigheidssensor, daglichtregeling) 5.3 Up-to-date airco installatie instaleren Per vestiging: Amsterdam
(%)
5.2 Inzetbaar in geheel pand
(%) 1%
(g CO2/uur) 1284
2%
3925
(%) 2%
(g CO2/uur) 1271
4%
3845
93
3%
186
467
50%
467
6%
326
2 2
1%
5.1 Inzetbaar voor garage gedeelte
Barendrecht
Red. 2010 Doel Ratio Red. 2011 Doel Ratio Red. 2012 Doel Ratio
3%
0%
2
150
437
8%
3%
4%
1%
423
6%
2%
410
8%
5.1 Inzetbaar voor "oude" gedeelte
2%
3%
3%
5.2 Inzetbaar voor zonzijde barend recht pand
1%
2%
2%
0%
5.3 Up-to-date airco installatie voor de zonzijde van het pand
2
Wormerveer
20
57
3%
5.1 Inzetbaar voor de opslag‐en kantoorruimtes
33
95
6%
2%
1%
94
4%
1 en 2
3070
8930
Totale reductie
2%
3%
55
3%
91
3%
0%
5.3 Huidige diesel apparaat vervangen
Totale reductie Scope 2
3%
56
2%
1%
5.1 Inzetbaar voor geheel pand
6 Bewustwording personeel verhogen Totale reductie bewustwording
1%
57
1%
2
Ijmuiden
1%
402
6%
89
5%
1%
1%
3%
111
16%
512
15%
530
0
8930 0
1%
8841 89
2%
8752 179
2%
152
8%
694
10%
895
De weergegeven doelstellingen zijn berekend op basis van CO2 uitstoot per projectuur. De weergegeven doelstellingen geven de CO2‐ reductie ten opzichte van het referentiejaar aan. * Input is afkomstig van Energie management systeem.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Annex 1 CO2-emissie 2009 scope 1 en 2
Pagina 16
1
CO2-emissie factor hoeveelheid eenheid
2009 eenheid
hoeveelheid
CO2 -emissie [ton] 1943
Scope 1: Directe emissie Stationaire verbrandingsapparatuur
446.3 3
3
- Aardgas
1.825
g CO2 / Nm
- Aardgas (projectlocaties)
1.825
g CO2 / Nm3
106.161 Nm
9.090 Nm3
193,7
- Propaan2
1530
g CO2 / liter
190 liter
- Diesel
3.135
g CO2 / liter
3.388 liter
10,6
- Diesel (projectlocaties)
3.135
g CO2 / liter
70.974 liter
222,5
16,6 2.9
Airco en koelingapparatuur
-
kg
-
Gebruik eigen wagenpark
1.376,7
- Benzine
2.780
g CO2 / liter
310.711 liter
863,8
- Diesel
3.135
g CO2 / liter
152.624 liter
478,5
- LPG
1.860
g CO2 / liter
18.540 liter
34,5
Kilometers eigen wagenpark 5 - Benzine-auto, klasse <1,4 liter - Benzine-auto, klasse 1,4 - 2,0 liter - Benzine-auto, klasse >2,0 liter - Benzine-auto, klasse onbekend
518.216
km
2.325.355
km
846.650
km
114.094 km
- Diesel-auto, klasse <1,7 liter
125.688 km
- Diesel-auto, klasse 1,7 - 2,0 liter
1.183.335 km
- Diesel-auto, klasse >2,0 liter
805.998 km
- Diesel-auto, klasse onbekend
95.175 km
- LPG-auto
217.712 km
Scope 1 emissies deelnemingen
120,0
- IbDB (12,5%)
120,0 CO2-emissie factor1 hoeveelheid eenheid
hoeveelheid
2009 eenheid
1127.7
Scope 2: indirecte emissie Elektriciteitsgebruik
Scope 1 overzicht Stationaire verbrandingsapparatuur Airco en koelingapparatuur Eigen wagenpark Deelnemingen Scope 2 overzicht Elektriciteitsgebruik Privé auto's voor zakelijk verkeer Zakelijk vliegen Deelnemingen
Ton CO2 446,3 1.376,7 120,0 Ton CO2 1127.7 24,8 5.3 45,4
CO2 -emissie [ton]
2
1.097.6
- Nuon
470
g CO2 / kWh
253.280 kWh
119
- Nuon (projectlocaties)
470
g CO2 / kWh
631.747 kWh
296.6
- Eneco Energie Levering
470
g CO2 / kWh
319.309 kWh
150
- Eneco Energie Levering (projectlocaties)
470
g CO2 / kWh
746.916 kWh
351
- Andere Leverancier
470
g CO2 / kWh
69.539 kWh
32.7
- Andere Leverancier (projectlocaties)
470
g CO2 / kWh
314.988 kWh
148
- Benzine-auto, klasse <1.4 liter
185
g CO2 / voertuigkm
10.253 km
1,9
- Benzine-auto, klasse 1.4 - 2.0 liter
220
g CO2 / voertuigkm
40.560 km
8,9
- Benzine-auto, klasse >2.0 liter
305
g CO2 / voertuigkm
336 km
0,1
- Diesel-auto, klasse <1.7 liter
155
g CO2 / voertuigkm
1.498 km
0,2
- Diesel-auto, klasse 1.7- 2.0 liter
195
g CO2 / voertuigkm
13.504 km
2,6
- LPG-auto
175
g CO2 / voertuigkm
540 km
0,1
- Personenauto, brandstoftype niet bekend
210
g CO2 / voertuigkm
51.915 km
10,9
- Afstand 700 - 2.500 km
200
g CO2 / reizigerskm
14.936 reizigerskm
2.9
- Afstand > 2.500 km
135
g CO2 / reizigerskm
18.254 reizigerskm
2.4
Privé auto's voor zakelijk verkeer
Zakelijk vliegen
24,8
2
5.3
Scope 2 emissies deelnemingen
45,4
- IbDB (12,5%)
45,4
3: Bron: ProRail document "CO2-conversiefactoren ProRail versie 1, mei 2009" tenzij anders vermeld. 4: Bron: SKAO handboek 2.0 versie 23 juni 2011; gewijzigde conversiefactoren. 5: Bron: GHG Protocol HFC Tool (Version 1.0). 6: Bron: 2009 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. 5: De bijdrage aan de CO2 uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan de hand van de brandstof opgave. De opgave van gereden kilometers worden derhalve niet gebruikt voor berekening van de CO2. 6: Bijdrage aan CO2 emissie wordt momenteel niet meegenomen.
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011
Pagina 17
Annex 1 CO2-emissie 2009 scope 3 1
CO2- emissie factor hoeveelheid eenheid
hoeveelheid
2009 eenheid
CO2- emissie [ton]
Scope 3: Overige indirecte emissie
449,8
Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer
-
-
Woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen
449,8
Woon-werkverkeer met privé auto's
434,9
- Benzine-auto, klasse <1.4 liter
185
g CO2 / voertuigkm
48.257 km
8,9
- Benzine-auto, klasse 1.4 - 2.0 liter
220
g CO2 / voertuigkm
204.553 km
45,0
- Benzine-auto, klasse >2.0 liter
305
g CO2 / voertuigkm
65.161 km
19,9
- Diesel-auto, klasse <1.7 liter
155
g CO2 / voertuigkm
44.486 km
6,9
- Diesel-auto, klasse 1.7- 2.0 liter
195
g CO2 / voertuigkm
197.972 km
38,6
- LPG-auto
175
g CO2 / voertuigkm
36.499 km
6,4
- Personenauto, brandstoftype niet bekend
210
g CO2 / voertuigkm
1.472.379 km
309,2
120
g CO2 / reizigerskm
66.168 reizigerskm
7,9
65
g CO2 / reizigerskm
107.451 reizigerskm
7,0
Woon-werkverkeer met openbaar vervoer - Stadsbus
14,9
- Stoptrein + Intercity Afstand afgelegd per fiets of te voet - Fiets, lopend
-
g CO2 / km
-
km
-
Afvalverwerking6 - Papier en karton
6.980 kg
- Plastic
4.400 kg
- Puin
1.671.460 kg
- Hout
581.976 kg
- Bouw- en sloopafval
4.182.840 kg
- Overig afval
94.090 kg
Papier6 - Kopieer/printpapier
13.044 kg
- Drukwerk (glans)
2.905 kg
Elektriciteit gerelateerde activiteiten
-
Emissies door uitbestede diensten
-
1: Bron: ProRail document "CO2-conversiefactoren ProRail versie 1, mei 2009" tenzij anders vermeld. 2: Bron: BI-conversieberekening 2010. 3: Bron: GHG Protocol HFC Tool (Version 1.0). 4: Bron: 2009 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. 5: De bijdrage aan de CO2 uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan de hand van de brandstof opgave. De opgave van gereden kilometers worden derhalve niet gebruikt voor berekening van de CO2. 6: Bijdrage aan CO2 emissie wordt momenteel niet
Scope 3 overzicht Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer Woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen Afvalverwerking Papier Elektriciteit gerelateerde activiteiten Emissies door uitbestede diensten
Ton CO2 449,8 -
* Gewijzigd CFA rapport o.b.v. herziening CO2- conversiefactoren handboek C02-prestatieladder versie 2.0 23 juni 2011