JAARGANG 2, NR. 1
O3 MAART 2010 REF.NR.: 10.A0131
Carbon Footprint Analyse 2009, 1e helft Croon Elektotechniek B.V.
Inhoudsopgave Directieverklaring Organisatie Rapporterende organisatie Verantwoordelijk persoon Organisatie grenzen ISO 14064 verklaring Verificatie verklaring Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode Scope 1: directe CO2 -emissie CO2 emissie van verbranding Biomassa CO2 compensatie Verklaring van weggelaten CO2 bronnen of putten Scope 2: Indirecte CO2-emissie Indirecte CO2 emissie door aangekochte energie Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie Voortgang ten opzichte van referentiejaar Historisch basisjaar Aanpassingen aan historisch jaar Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Quick Wins Annex 1 CO2-emissie 2009, 1e helft
Pagina 2
Carbon footprint
Directieverklaring Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is iets waar Croon Elektrotechniek zich al langere tijd mee bezighoudt. Werd dit vroeger vooral gedreven vanuit efficiency en kostenbesparingen, heden wordt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen gedreven vanuit houding en gedrag; vanuit een 'mindset' dus. Het is onze plicht, zowel naar de samenleving, als vanuit bedrijfseconomisch en milieutechnisch oogpunt hier beleid op te richten. We moeten verantwoord omgaan met onze wereld en techniek levert een steeds belangrijkere bijdrage aan een gezonde leef- en werkomgeving. Carbon Footprint sluit goed aan bij het thema duurzaamheid, waar Croon als organisatie al geruime tijd mee bezig is. Duurzaamheid is niet alleen zeggen, maar ook doen; er in geloven en er waarde aan hechten; er voor zorgen dat ons werk duurzaam is en blijft. Immers, zonder duurzame installaties, geen duurzame samenleving. Als technisch dienstverlener ontwerpt Croon bij klanten grote installaties voor een breed scala van toepassingen. Wanneer Croon de technische know-how bundelt, kan een wezenlijke bijdrage aan de CO2-reductie worden geleverd. Dit is de tweede keer dat Croon ElektrotechniekB.V. rapporteert over haar activiteiten voor duurzaam inkopen binnen het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Een Carbon Footprint analyse dwingt onze organisatie om zich te blijven ontwikkelen. Het is een andere manier van kijken naar de wereld om ons heen. Door het meten van de CO2-uitstoot volgens de Nationale prestatieladder wordt het zichtbaar. Denk bijvoorbeeld aan het energieverbruik, wagenpark en de afvalstromen. Verandering begint tenslotte bij jezelf en dus binnen je eigen organisatie. Als Croon hier niet goed mee omgaat, wordt een grote, ook maatschappelijke, slag gemist. Met deze Carbon Footprint analyse wil Croon als organisatie het nieuwe denken aangeven. Het is deze gedragsverandering die nieuwe mogelijkheden genereert. Een mindset en interactie tussen mensen en organisaties, waardoor nieuwe mogelijkheden worden ontwikkeld.
C. Smit Algemeen Directeur Croon Elektrotechniek
Pagina 3
Carbon footprint
Organisatie Rapporterende Organisatie As an Example Organization X is a parent company that has full ownership and financial control of operations A and B, but only a 30% nonoperated interest and no financial control in operation C.
Setting Organizational Boundary: X would decide whether to account for GHG emissions by equity share or financial control. If the choice is equity share, X would include A and B, as well as 30% of C’s emissions. If the approach chosen is financial control, X would count only A and B’s emissions as relevant and subject to consolidation. Once this has been decided, the organizational boundary has been defined. GHG-Protocol
De rapporterende organisatie Croon Elektrotechniek B.V. is een werkmaatschappij van TBI Holdings B.V. Voor deze rapportage is het in Nederland opererende deel van Croon Elektrotechniek B.V. in ogenschouw genomen, tezamen met de buitenlandse vestigingen van Croon Elektrotechniek B.V. waarbij de invloed van Croon Elektrotechniek B.V. als organisatie merkbaar aanwezig is. Croon Elektrotechniek B.V. is een van de oudste elektrotechnische bedrijven van Nederland en is actief in de installatiebranche. Sinds de oprichting in 1876 loopt het bedrijf voorop bij alle belangrijke technologische ontwikkelingen. In deze jaren heeft Croon Elektrotechniek B.V. een grote expertise opgebouwd op het gebied van elektrotechnische toepassingen in de marktsegmenten Infra, Marine & Offshore, Utiliteit en Industrie. Croon Elektrotechniek B.V. is een betrouwbare, solide technische dienstverlener die goede oplossingen biedt aan ambitieuze klanten binnen het bedrijfsleven en de non-profitsector. Croon Elektrotechniek B.V. voert zowel eenvoudige als gedurfde, toonaangevende projecten uit. Met de diensten draagt Croon Elektrotechniek B.V. bij aan het goed, duurzaam en kostenefficiënt functioneren van organisaties, gebouwen, schepen, infrastructurele en industriële installaties. Van ontwerp tot beheer en onderhoud.
Verantwoordelijke Persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is directeur de heer C. Smit.
Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van Croon Elektrotechniek B.V. zijn in het kader van CO2 (kooldioxide)-bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Croon Elektrotechniek B.V. vallen, de verantwoording voor de CO2productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat Croon Elektrotechniek B.V. met de volgende groepsmaatschappijen: Croon Elektrotechniek B.V., Rotterdam – Nederland Croon Elektrotechniek B.V. GBBS B.V., Rotterdam – Nederland Walco B.V., Spijkenisse – Nederland Electro-Croon Elektrotechniek B.V. Polska SP.o.o.z., Krakow – Polen;
De betreffende activiteiten worden gevoerd vanuit de volgende vestigingen: Alkmaar; Amsterdam; Apeldoorn; De Meern; Den Haag; Den Helder; Enschede; Groningen; Roosendaal; Rotterdam (hoofdkantoor); Spijkenisse; Warschau – Polen.
Pagina 4
Carbon footprint
Organisatie Organisatiegrenzen (vervolg) In de tweede helft van het kalenderjaar 2009 nam Croon Elektrotechniek B.V. deel aan diverse vennootschappen onder firma. De activiteiten welke Croon Elektrotechniek B.V. ontplooide ten behoeve van deze vennootschappen vallen binnen de organisatiegrenzen welke zijn gesteld in het kader van het CO2-bewustzijn. De betreffende activiteiten zijn uitgevoerd middels de capaciteit en middelen die aanwezig waren binnen de vestigingen. Derhalve vallen emissies welke binnen de vennootschappen aan de activiteiten van Croon Elektrotechniek B.V. zijn toe te schrijven, binnen de emissiewaarden welke toe te schrijven zijn aan de vestigingsactiviteiten. In de tweede helft van het kalenderjaar 2009 nam Croon Elektrotechniek B.V. deel aan de volgende vennootschappen:
Een organisatie zal haar broeikasgasemissies consolideren door een van de volgende benaderingen: de controle aanpak of eigen aandeel aanpak. In een controle aanpak zullen alle GHG-emissies van installaties van de organisatie waarover het financiële of operationele controle draagt worden verantwoord. In een eigen aandeel aanpak wordt de uitstoot van broeikasgassen in verhouding tot het percentage eigendom van de faciliteiten voor rekening van de organisatie genomen.
Bouwcombinatie La Defense v.o.f., Enschede – Nederland; C.C.B. v.o.f., Combinatie Croon Elektrotechniek B.V. Bakker, Rotterdam – Nederland; Combinatie Croon Elektrotechniek B.V., HVL v.o.f., Rotterdam – Nederland; C.W.F. v.o.f., Croon Elektrotechniek B.V., Wolter & Dros Facilities, Amersfoort – Nederland; C.W.I. v.o.f., Croon Elektrotechniek B.V., Wolter & Dros Infra, Rotterdam – Nederland; C.W.V. v.o.f., Croon Elektrotechniek B.V., Wolter & Dros Vastgoed, Amersfoort – Nederland; D.U.C.S. v.o.f., Rotterdam – Nederland; F.G.V. Facilitair Gezondheidszorg Voorzieningen v.o.f., Utrecht – Nederland; H.V.C.W. v.o.f. Haverkort Voormolen, Croon Elektrotechniek B.V., Wolter & Dros; H.H.C. Contracting v.o.f., Zaandam – Nederland; I.C.P. v.o.f., Installatiecombinatie Prinsenhof, Amersfoort – Nederland; I.C.R. v.o.f., Installatiecombinatie Rabobank, Rotterdam – Nederland; M.H.H.C. Contracting v.o.f., Zaandam – Nederland; O.M.C. v.o.f., Nieuwe Pekela – Nederland; Van Eesteren – TBI Techniek (Flevoziekenhuis), Amsterdam – Nederland. Combinatie GMB, Bosman, Croon v.o.f., Ridderkerk – Nederland; I.C.I. v.o.f., Installatiecombinatie Isala, Bunnik – Nederland.
Een aantal bedrijven die onder Croon Elektrotechniek vallen zijn niet meegenomen binnen de organisatiegrenzen welke zijn gesteld in het kader van het CO2-bewustzijn. Het betreft hier de volgende bedrijven: Croon Elektrotechniek B.V. Aruba N.V., Oranjestad – Aruba; Croon Elektrotechniek B.V. Curacao N.V., Willemstad – Curacao; Croon Elektrotechniek B.V. Industrial Systems Inc., New Castle – USA; An-Elec Sp.o.o.z., Gdyna – Polen; TBI Direct B.V. Techno Fysica B.V., Rotterdam – Nederland; Stolk B.V., Hoogerheide – Nederland.
Reden van uitsluiting van deze bedrijven is dat Croon Elektrotechniek B.V. binnen Nederland geen binding heeft anders dan financieel en dat zij geen diensten verlenen aan Croon Elektrotechniek B.V. binnen Nederland die in het kader van de CO2-prestatieladder en CO2-bewustzijn van belang zijn. Zij opereren volledig zelfstandig. Voor het bedrijf An-Elec SP.o.o.z. geldt dat zij volledig zelfstandig is en dat Croon Elektrotechniek B,V. een minderheidsaandeel heeft in het bedrijf. Dit geldt ook voor TBI Direct. Deze 2 bedrijven zijn buiten de boundary gehouden.
ISO 14064 Verklaring
Verificatie Verklaring
Hierbij verklaart Croon Elektrotechniek B.V. dat deze rapportage voor het ProRail CO2-bewustzijnscertificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO 14064, versie maart 2006.
Hierbij verklaart Croon Elektrotechniek B.V. dat deze rapportage voor het ProRail CO2-bewustzijnscertificaat is geverifieerd … Nader in te vullen...
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 5
Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO2-emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies.
Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties;
Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte;
Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer.
Deze Carbon Footprint-analyse omvat de CO2-uitstoot (één van de zes broeikasgassen) van Croon Elektrotechniek B.V., betreffende scope 1, 2 en 3, in de eerste helft van het kalenderjaar 2009. De CO2-uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO2–prestatieladder.
Meetresultaten en Toelichting Gerapporteerde Periode De gerapporteerde periode is gelijk aan de eerste helft van het boekjaar. Het boekjaar voor Croon Elektrotechniek B.V. loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is de eerste helft van het kalenderjaar 2009.
Data should be sufficiently precise to enable intended users to make decisions with reasonable assurance that the reported information is credible. GHG measurements, estimates, or calculations should be systemically neither over nor under the actual emissions value, as far as can be judged, and that uncertainties are reduced as far as practicable. The quantification process should be conducted in a manner that minimizes uncertainty. Reporting on measures taken to ensure accuracy in the accounting of emissions can help promote credibility while enhancing transparency.
Pagina 6
JAARGANG 2, NR. 1
Scope 1: Directe CO2-emissie DE DIRECTE EMISSIE VAN CO2 IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 2.418 TON CO2
Brandstofgebruik van het eigen wagenpark Het overgrote deel van deze emissie, te weten 1.926 ton CO2 (80%), is toe te wijzen aan het brandstofgebruik van het eigen wagenpark. Het wagenpark van Croon Elektrotechniek B.V. bestond in de eerste helft van 2009 gemiddeld uit 491 personenwagens, 116 bestelwagens en 2 minibus. 10 van de personenwagens vallen in de categorie ‘hybride middenklasse’. In totaal is bij de leasemaatschappij 9.457.696 kilometer gerapporteerd door de werknemers middels invoer van de kilometerstand bij het tanken.
Stationaire verbrandingsapparatuur 435 ton CO2 (18%) van de uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur. Hiervan is 434,4 ton CO2 toe te schrijven aan verwarming van de bedrijfspanden van Croon Elektrotechniek B.V. De resterende 0,4 ton CO2 is voor rekening van gebruikte aggregaten.
Lekkage van koelgassen De emissie van broeikasgassen door lekkage van koelgassen wordt toegerekend aan de periode waarin de lekkage van het koelsysteem wordt vastgesteld en bijvulling plaatsvindt. In de eerste helft van 2009 is 33 kilo aan lekkage van koelgassen gerapporteerd. Deze lekkage is conform het GHG protocol equivalent aan de emissie van 56,9 ton CO2.
CO2-emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen Croon Elektrotechniek B.V. niet plaatsgevonden.
Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten.
Scope 1, 1e helft 2009
Ton CO2 2000,0
1926,0
1800,0 1600,0 1400,0 1200,0 1000,0 800,0 600,0
434,8
400,0 200,0
56,9
0,0
Stationaire verbrandingsapparatuur
Airco en koelingapparatuur
Eigen wagenpark
“Direct GHG emissions occur from sources that are owned or controlled by the company, for example, emissions from combustion in owned or controlled boilers, furnaces, vehicles, etc.; emissions from chemical production in owned or controlled process equipment. Direct CO2 emissions from the combustion of biomass shall not be included in scope 1 but reported separately. GHG emissions not covered by the Kyoto Protocol, e.g. CFCs, NOx, etc. shall not be included in scope 1 but may be reported separately.” GHG-protocol
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 7
Scope 2: Indirecte CO2-emissie DE INDIRECTE CO2-EMISSIE IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 1.363 TON CO2
Indirectie emissie door aangekochte energie Elektriciteitsgebruik Het grootste aandeel (1.104 ton CO2, 81%) kan worden toegeschreven aan ingekochte elektriciteit. De significante bijdrage van elektriciteit aan de emissie in scope 2 wordt mede veroorzaakt door het grijze label dat de ingekochte elektriciteit draagt.
Vliegreizen voor zakelijke doeleinden 171 ton CO2 (13%) komt voor rekening van vliegverkeer voor zakendoeleinden. De lange afstandsvluchten zijn grotendeels voor rekening van de Marine & Offshore-tak van Croon Elektrotechniek B.V., welke over de gehele wereld onderhoud aan schepen uitvoert.
Privéauto’s voor zakelijk verkeer De overige 88 ton CO2 (6%) komt voor rekening van het gebruik van privé - auto’s voor zakelijk verkeer.
Scope 2, 1e helft 2009
Ton CO2 1200,0
“Scope 2 accounts for GHG emissions from the generation of purchased electricity2 consumed by the company. Purchased electricity is defined as electricity that is purchased or otherwise brought into the organizational boundary of the company. Scope 2 emissions physically occur at the facility where electricity is generated.” GHG-Protocol
1104,2
1000,0
800,0
600,0
400,0
200,0
88,3 170,6
0,0
Elektriciteitsgebruik
Privé auto's voor zakelijk verkeer
Zakelijk vliegen
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 8
Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden binnen scope 1 en 2 Uit het voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door gebruik van het eigen wagenpark (1.926 ton CO2) en elektriciteitsgebruik (1.104 ton CO2). Het is dan ook van belang om deze uitstoot nauwkeurig vast te leggen. De door Croon Elektrotechniek B.V. gehanteerde methode heeft geen impact op de gerapporteerde emissie data. De gehanteerde methode is volledig transparant. SCOPE 1:
De meetgegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn op basis van een brandstofpas, die aan het betreffende voertuig hoort opgegeven. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke werknemer zorgvuldig de gereden kilometers bijhoudt middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Hierom is gekozen om op basis van de door de leasemaatschappij aangeleverde brandstofgegevens de CO2-emissie te bepalen. De meetgegevens van het brandstofgebruik van stationaire verbrandingsapparatuur ten behoeve van verwarming komen van gasmeters van de leverancier. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Wel ontstaat een onnauwkeurigheid aangezien slechts een deel van het gebruikte gas op de locatie Amsterdam wordt toegerekend aan Croon Elektrotechniek B.V. Voor het pand Amsterdam, Hessenbergweg is het verbruik op basis van opgave van het verbruik door TBI-zusterbedrijf Wolter & Dros voor de helft toegerekend aan Croon. Voor de vestiging Apeldoorn, Landdrostlaan is het verbruik bepaald door middel van de eindstand opgenomen 11 maart 2010. Middels toerekening per dag is het verbruik bepaald over de eerste helft 2009. De leverancier van gas heeft tot heden nog geen jaarrekening gestuurd voor dit pand. Bij de fractie in tijdsaandeel zijn seizoensinvloeden van gasverbruik niet verdisconteerd. Voor de vestiging in Polen is het verbruik bepaald door het standaard verbruik per m2 te vermenigvuldigen met het aantal vierkante meter van het pand. (bron voor m3/m2 is http://www.milieubarometer.nl/kantoor, 9 m3/m2) SCOPE 2:
De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Wel ontstaat een onnauwkeurigheid omdat slechts een deel van het elektriciteitsverbruik op de locatie Amsterdam wordt toegerekend aan Croon Elektrotechniek B.V. Voor het pand Amsterdam, Hessenbergweg is het verbruik op basis van opgave van het verbruik door TBI-zusterbedrijf Wolter & Dros voor de helft toegerekend aan Croon. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. De meetgegevens van het vliegverkeer zijn door het reisbureau aangeleverd. In deze gegevens zijn tussenstops van vluchten niet meegenomen. Voor de vestiging in Polen is het verbruik bepaald door het standaard verbruik per m2 te vermenigvuldigen met het aantal vierkante meter van het pand. (bron voor kWh/m2 is http://www.milieubarometer.nl/kantoor, 100kWh/m2)
ALGEMEEN:
In algemene zin moet worden opgemerkt dat, wegens het op projectbasis doorgeven van werkzaamheden aan onderaannemers, mogelijk sprake is van overheveling van CO2-emissie naar scope 3.
Om absolute cijfers van de CO2 uitstoot te kunnen vergelijken is het van belang ratio’s op te stellen. De ratio tussen twee grootheden geeft aan in welke mate de ene grootheid tot de andere staat. Deze geven ons inzicht hoe de organisatie presteert ten opzicht van het referentie jaar of andere organisaties.
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 9
Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie Een volledige emissie-inventaris van scope 3 valt momenteel nog buiten de prestatieladder. Naar verwachting komt hier de komende tijd verandering in. Vooruitlopend hierop heeft Croon Elektrotechniek B.V., op basis van de huidige inzichten, een scope 3-inventaris gemaakt. De betreffende gegevens zijn opgenomen. De CO2-emissie welke is toe te wijzen vanuit het primaire proces aan scope 3-bronnen is voor het referentiejaar 2008 geanalyseerd op basis van ketenanalyses van de belangrijkste twee primaire ketens van activiteiten van Croon Elektrotechniek B.V. Het betreft hier de ketens van activiteiten van projecten en van onderhoud. De analyses zijn meegeleverd bij de rapportage over kalenderjaar 2008. Voor de eerste helft van 2009 is de inventarisatie van Croon Elektrotechniek B.V. weergegeven.
CO2-compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO2-emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen het eigen machinepark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO2-emissie.
Scope 3, 1e helft 2009
Ton CO2 600,0
500,0
536,5 400,0
300,0
200,0
100,0
37,2 1,8
0,0 Emissies door uitbestede diensten
Elektriciteit gerelateerde activiteiten
Papier
Afvalverwerking
Woon‐ werkverkeer met niet‐ bedrijfsvoertuigen
Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer
“Scope 3 is an optional reporting category that allows for the treatment of all other indirect emissions. Scope 3 emissions are a consequence of the activities of the company, but occur from sources not owned or controlled by the company. Some examples of scope 3 activities are extraction and production of purchased materials; transportation of purchased fuels; and use of sold products and services.” GHG-Protocol
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 10
Reductiedoelstelling Croon heeft als doelstelling om in 2015 haar uitstoot van CO2 met 11% te reduceren ten opzichte van het referentiejaar 2008 Als maatstaf het aantal projecturen genomen. De reden hiervoor is dat Croon een projectenorganisatie is die zijn activiteiten via projectmatige werkzaamheden verricht. Vastgesteld is dat het aantal projecturen sterk bepalend is voor de hoeveelheid CO2-uitstoot. In het referentiejaar was de CO2uitstoot in totaal en per projectuur als hieronder weergegeven. Het aantal projecturen voor 2008 is vastgesteld op 1.999.035. De reductiedoelstelling is uitgesplitst in percentage per scope zoals in de CO2-prestatieladder is weergegeven. g CO2-uitstoot 2008 (ton)
CO2-uitstoot 2008 (kg per projectuur)
2015
Scope I
4.033
2,02
4%
Scope II
2.693
1,35
25%
Scope III Scope III papier en afval in kg
Totaal Totaal papier en afval in kg
1.219
0,61
3%
662.362
0,33
3%
7.945
3,97 0,33
11% 3%
Voor de hoeveelheid papier en afval is geen CO2-equivalent opgenomen. Deze is door de Technische Commissie niet vastgesteld en is (nog) niet eenduidig uit externe bronnen te halen. Hier geldt voor de totale scope III dat zowel voor de hoeveelheid gerekend in kilogram afval als in de hoeveelheid gerekend in ton CO2 hetzelfde reductiepercentage wordt genomen.
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 11
Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Door Croon Elektrotechniek B.V. zijn de eerste metingen in het kader van de ISO 14064-norm uitgevoerd over het kalenderjaar 2008. Dit jaar geldt derhalve als referentiejaar op basis waarvan de toe- of afname van de CO2-emissie wordt vastgesteld.
Aanpassingen aan historisch jaar Er is geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar.
Choosing a base year Companies shall choose and report a base year for which verifiable emissions data are available and specify their reasons for choosing that particular year. Companies should choose as a base year the earliest relevant point in time for which they have reliable data. GHG-Protocol
Normalisering meetresultaten De omvang van de CO2-emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door Croon Elektrotechniek B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en de gerapporteerde periode, is derhalve een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor Croon Elektrotechniek B.V. is de omvang van bedrijfsactiviteiten te meten aan de hand van de gerealiseerde projecturen. Op basis van de projecturen zijn de gerapporteerde meetresultaten genormaliseerd. In het referentiejaar 2008 zijn door Croon Elektrotechniek B.V. 1.999.035 projecturen gerealiseerd. In de eerste helft van het kalenderjaar 2009 bedroegen de gerealiseerde projecturen 1.004.852.
Scope 1 Ten opzichte van het referentiejaar 2008 is de CO2-uitstoot in scope 1 per projectuur in de eerste helft van 2009 gestegen met 20,3%. Dit is voornamelijk toe te wijzen aan een stijging in het aantal leaseauto’s en de gereden kilometers. Croon Elektrotechniek heeft gedurende de eerste helft van 2009 gemiddeld 2% meer fte in dienst dan in 2008.
Factor Projecturen
2008
2009 - 1
1.999.035
1.004.852
4.033
2.418
2,02
2,41
CO2 Scope 1 (ton) CO2 uitstoot per projectuur (kg)
Scope 2 De uitstoot per projectuur in scope 2 toont voor de eerste helft van 2009 een stijging ten opzichte van het referentiejaar 2008 met 1%. Deze stijging is voornamelijk toe te wijzen aan het per projectuur stijgende elektriciteitsverbruik. In de eerste helft van 2009 2 vestigingen verhuisd. Het betreft hier de vestigingen Spijkenisse en Den Helder. Factor Projecturen CO2 Scope 2 (ton) CO2 uitstoot per projectuur (kg)
2008
2009 - 1
1.999.035
1.004.852
2.693
1.363
1,35
1,36
When significant structural changes occur during the middle of the year, the base year emissions should be recalculated for the entire year, rather than only for the remainder of the reporting period after the structural change occurred. This avoids having to recalculate base year emissions again in the succeeding year. Similarly, current year emissions should be recalculated for the entire year to maintain consistency with the base year recalculation. GHG-Protocol
JAARGANG 2, NR. 1
Pagina 12
Berekeningsmodellen Kwantificering methodes De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. In het geval van voertuigkilometers is gebruik gemaakt van kilometers of tonkilometers in de betreffende gewichtklasse van de voertuigen. Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is.
Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Ten opzichte van het historische jaar zijn er geen veranderingen in de kwantificeringsmethodes.
Direct measurement of GHG emissions by monitoring concentration and flow rate is not common. More often, emissions may be calculated based on a mass balance or stoichiometric basis specific to a facility or process. However, the most common approach for calculating GHG emissions is through the application of documented emission factors. These factors are calculated ratios relating GHG emissions to a proxy measure of activity at an emissions source. GHG-Protocol.
Pagina 13
Annex 1 CO2-emissie Scope 1 en 2, 1e helft 2009 1
CO2-emissie factor hoeveelheid eenheid
hoeveelheid
2009 - 1e helft eenheid CO2-emissie [ton] 2.417,7
Scope 1: Directe emissie Stationaire verbrandingsapparatuur
434,8
- Aardgas
1.825
g CO2 / Nm3
- Diesel
3.135
g CO2 / liter
Airco en koelingapparatuur - Gelekt koelgas R410A2
3 238.014 Nm
120 liter
434,4 0,4 56,9
1.725
g CO2 / kg
Gebruik eigen wagenpark
33 kg 631.330 liter
56,9 1.926,0
- Benzine
2.780
g CO2 / liter
130.496 liter
362,8
- Diesel - LPG 3 Kilometers eigen wagenpark
3.135 1.860
g CO2 / liter g CO2 / liter
495.466 liter 5.368 liter
1.553,3 10,0
9.457.696
- Benzine < 1,4 ltr
217.218 km
- Benzine 1,4 - 2.0 ltr
929.400 km
- Benzine > 2.0 ltr
151.659 km
- benzine, klasse onbekend
91.466 km
- Diesel < 1.7 ltr
79.459 km
- Diesel 1.7-2.0 ltr
6.439.993 km
- Diesel > 2.0 ltr
1.079.705 km
- diesel, klasse onbekend
232.033 km
- LPG auto
59.513 km
- Minibus diesel
24.760 km
- Bestelauto diesel - Hybride, middenklasse
km 152.490 km 1
CO2-emissie factor hoeveelheid eenheid
hoeveelheid
2009 - 1e helft eenheid CO2-emissie
Scope 2: indirecte emissie Elektriciteitsgebruik
1.363,1 1.104,2
- Nuon grijs
610
g CO2/ kWh
112.324 kWh
68,5
- E-on
615
g CO2/ kWh
1.599.109 kWh
983,5
- Eneco grijs
590
g CO2/ kWh
13.176 kWh
7,8
- Overig Privé auto's voor zakelijk verkeer
615
g CO2/ kWh
72.262 kWh
44,4
- benzine, klasse onbekend
215
g CO2 / km
22.811 km
- diesel, klasse onbekend
205
g CO2 / km
km
- LPG auto
175
g CO2 / km
3.081 km
0,5
- Brandstoftype onbekend
210
g CO2 / km
394.533 km
82,9
- Afstand < 700 km
345
g CO2 / reizigerskm
20.171 reizigerskm
7,0
- Afstand 700 - 2.500 km - Afstand > 2.500 km
245 220
g CO2 / reizigerskm g CO2 / reizigerskm
109.860 reizigerskm 621.366 reizigerskm
26,9 136,7
88,3
Zakelijk vliegen
4,9 -
170,6
1: Bron: ProRail document "CO2-conversiefactoren ProRail versie 1, mei 2009" tenzij anders vermeld 2: Bron: GHG Protocol HFC Tool (Version 1.0) 3: De bijdrage aan de CO2 uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan de hand van de brandstof opgave. De opgave van gereden kilometers worden derhalve niet gebruikt voor berekening van de CO2. 4: Bijdrage aan CO2 emissie wordt momenteel niet meegenomen. 5: Opsplitsing OV gebruik met behulp van CBS statistieken 6: Aangezien geen onderscheid te maken is tussen gebruik van Metro, Tram en Bus, wordt hier gebruik gemaakt van de maximale uitstootwaarde van de vervoersmiddelen
Scope 1
Stationaire verbrandingsapparatuur Airco en koelingapparatuur Eigen wagenpark
Scope 2 overzicht
Elektriciteitsgebruik Privé auto's voor zakelijk verkeer Zakelijk vliegen
Ton CO2 434,8 56,9 1926,0
18% 2% 80%
Ton CO2 1104,2 88,3 170,6
81% 6% 13%
Pagina 14
Annex 1 CO2-emissie Scope 3, 1e helft 2009 1
CO2-emissie factor hoeveelheid eenheid
hoeveelheid
2009 - 1e helft eenheid CO2-emissie
Scope 3: Overige indirecte emissie 5 Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer
575,5 1,8
- Stoptrein + Intercity
65
g CO2 / reizigerskm
7.748 reizigerskm
0,5
- Intercity 6 - Metro/tram/bus
55
g CO2 / reizigerskm
9.840 reizigerskm
0,5
120
g CO2 / reizigerskm
6.678 reizigerskm
Woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen Woon-werkverkeer met prive auto's - Personenauto's brandstoftype onbekend Woon-werkverkeer met openbaar vervoer 5 - Metro/tram/bus
6
- Stoptrein - Stoptrein + Intercity
522,2 210
g CO2 / km
120
g CO2 / reizigerskm
56.163 reizigerskm
6,7
100
g CO2 / reizigerskm
41.625 reizigerskm
4,2
65
g CO2 / reizigerskm
51.852 reizigerskm
2.486.765 km
522,2 14,3
Afstand afgelegd per fiets of te voet - Fiets, lopend 4 Afvalverwerking
0,8 536,5
3,4 -
-
g CO2 / km
496.272 km
- Papier en karton
g CO2 / kg
53.980 kg
- Glas
g CO2 / kg
231 kg
- Textiel
g CO2 / kg
- Plastic
g CO2 / kg
2.608 kg
- Steen
g CO2 / kg
23.510 kg
- Hout
g CO2 / kg
45.741 kg
- Metaal
g CO2 / kg
1.623 kg
- Elektrisch en elektronisch gereedschap
g CO2 / kg
1.110 kg
- Gevaarlijke stoffen
g CO2 / kg
1.220 kg
- Ongesorteerd afval 4 Papier
g CO2 / kg
84.509 kg
-
-
kg
- Kopieer/printpapier
g CO2 / kg
83.865 kg
- Krantenpapier - Drukwerk (glans)
g CO2 / kg g CO2 / kg
716 kg 22.683 kg
- Karton
g CO2 / kg
2.174 kg
Elektriciteit gerelateerde activiteiten g CO2 / kWh
kWh
Emissies door uitbestede diensten
37,2
Brandstofverbruik door mobiel bouwmaterieel - Diesel
3.135
g CO2 / liter
11.856 liter
1: Bron: ProRail document "CO2-conversiefactoren ProRail versie 1, mei 2009" tenzij anders vermeld 2: Bron: GHG Protocol HFC Tool (Version 1.0) 3: De bijdrage aan de CO2 uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan de hand van de brandstof opgave. De opgave van gereden kilometers worden derhalve niet gebruikt voor berekening van de CO2. 4: Bijdrage aan CO2 emissie wordt momenteel niet meegenomen. 5: Opsplitsing OV gebruik met behulp van CBS statistieken 6: Aangezien geen onderscheid te maken is tussen gebruik van Metro, Tram en Bus, wordt hier gebruik gemaakt van de maximale uitstootwaarde van de vervoersmiddelen
Scope 3 overzicht
Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer Woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen Afvalverwerking Papier Elektriciteit gerelateerde activiteiten Emissies door uitbestede diensten
Ton CO2 1,8 536,5 37,2
0% 94% 0% 0% 0% 7%
37,2