Croon Carbon Footprint Analyse 2e helft 2010
IE Z R
V E N
HE
E
SI R E
Herziene uitgave naar aanleiding van de publicatie van de CO2-Prestatieladder, Handboek 2.0, bijlage C, Conversiefactoren van 23 juni 2011
JAARGANG 3, NR. 2a 30 november 2011
2
Carbon Footprint Analyse
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
Directieverklaring
3
Organisatie • Rapporterende organisatie • Verantwoordelijk persoon • Organisatie grenzen
4 4 4 4
Carbon Footprint-analyse • Grondslag van de analyse
6 6
Meetresultaten en toelichting • Gerapporteerde periode • CO2-compensatie
7 7 7
Scope 1: directe CO2-emissie • Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten
7 8
Scope 2: Indirecte CO2-emissie
8
Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie
10
Reductiedoelstelling en voortgang (t.o.v. referentiejaar) • Historisch basisjaar • Aanpassingen aan historisch jaar • Normalisering meetresultaten • Doeslstelling CO2-reductie • Ketenanalyse • Voortgang H2 2010 • Eigen initiatief “Duurzaam transport bij serviceverlening in de stadse omgeving” • Deelname aan initiatieven
11 11 11 11 11 12 12 15
Berekeningsmodellen • Kwantificeringsmethodes • Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes
17 17 17
Annex 1 CO2-emissie 2010, 2e helft
18
15
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
“zonder duurzame installaties, geen duurzame samenleving”
Directieverklaring Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is iets waar Croon Elektrotechniek zich al langere tijd mee bezighoudt. Werd dit vroeger vooral gedreven vanuit efficiency en kostenbesparingen, heden wordt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen gedreven vanuit houding en gedrag; vanuit een ‘mindset’ dus. Het is onze plicht, zowel naar de samenleving, als vanuit bedrijfseconomisch en milieutechnisch oogpunt hier beleid op te richten. We moeten verantwoord omgaan met onze wereld en techniek levert een steeds belangrijkere bijdrage aan een gezonde leef- en werkomgeving. Carbon Footprint sluit goed aan bij het thema duurzaamheid, waar Croon als organisatie al geruime tijd mee bezig is. Duurzaamheid is niet alleen zeggen, maar ook doen; er in geloven en er waarde aan hechten; er voor zorgen dat ons werk duurzaam is en blijft. Immers, zonder duurzame installaties, geen duurzame samenleving.
“Het is de gedragsverandering die nieuwe mogelijkheden genereert”
Als technisch dienstverlener ontwerpt Croon bij klanten grote installaties voor een breed scala van toepassingen. Wanneer Croon de technische know-how bundelt, kan een wezenlijke bijdrage aan de CO2-reductie worden geleverd. Een Carbon Footprint analyse dwingt onze organisatie om zich te blijven ontwikkelen. Het is een andere manier van kijken naar de wereld om ons heen. Door het meten van de CO2-uitstoot volgens de Nationale prestatieladder wordt het zichtbaar. Denk bijvoorbeeld aan het energieverbruik, wagenpark en de afvalstromen. Verandering begint tenslotte bij jezelf en dus binnen je eigen organisatie. Als Croon hier niet goed mee omgaat, wordt een grote, ook maatschappelijke, slag gemist. Met een Carbon Footprint analyse wil Croon als organisatie het nieuwe denken aangeven. Het is deze gedragsverandering die nieuwe mogelijkheden genereert. Een mindset en interactie tussen mensen en organisaties, waardoor nieuwe mogelijkheden worden ontwikkeld.
C. Smit Algemeen Directeur Croon Elektrotechniek B.V.
3
4
Carbon Footprint Analyse
Organisatie
Rapporterende Organisatie De rapporterende organisatie Croon Elektrotechniek B.V. is een werkmaatschappij van TBI Holdings B.V.. Voor deze rapportage is het in Nederland opererende deel van Croon Elektrotechniek B.V. in ogenschouw genomen inclusief de buitenlandse vestigingen van Croon Elektrotechniek B.V. waarbij de invloed van Croon Elektrotechniek B.V. als organisatie merkbaar aanwezig is.
“SInds de oprinchting in 1876 loopt Croon voorop bij belangrijke technologische ontwikkelingen”
Croon Elektrotechniek B.V. is een van de grootste elektrotechnische bedrijven van Nederland en is actief in de installatiebranche. Sinds de oprichting in 1876 loopt het bedrijf voorop bij alle belangrijke technologische ontwikkelingen. In deze jaren heeft Croon een grote expertise opgebouwd op het gebied van elektrotechnische toepassingen in de marktsegmenten Infra, Marine & Offshore, Utiliteit en Industrie. Croon is een betrouwbare, solide technische dienstverlener die goede oplossingen biedt aan ambitieuze klanten binnen het bedrijfsleven en de non-profitsector. Croon voert zowel eenvoudige als gedurfde, toonaangevende projecten uit. Met de diensten draagt Croon bij aan het goed, duurzaam en kostenefficiënt functioneren van organisaties, gebouwen, schepen, infrastructurele en industriële installaties. Van ontwerp tot beheer en onderhoud.
Verantwoordelijke Persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is directeur de heer C. Smit.
Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van Croon Elektrotechniek B.V. zijn in het kader van CO2 (kool¬dioxide)-bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Croon Elektrotechniek B.V. vallen, de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat Croon Elektrotechniek B.V. met daarbij ingesloten de volgende dochterondernemingen: •
Electro-Croon Polska Sp.o.o.z., Krakow, Polen;
•
Croon Industrial Systems B.V., Apeldoorn.
De betreffende activiteiten worden gevoerd vanuit de volgende vestigingen: •
Alkmaar;
•
Amsterdam (Hettenheuvelweg + Paasheuvelweg);
•
Apeldoorn;
•
Barendrecht;
•
De Meern;
•
Delft;
•
Den Haag;
•
Den Helder;
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
•
Enschede;
•
Groningen;
•
Roosendaal;
•
Rotterdam (hoofdkantoor Schiemond + Vareseweg NW);
•
Krakow – Polen.
Hierbij worden toegevoegd de deelname aan volgende bouwcombinaties: •
Bouwcombinatie La Defence v.o.f., Enschede;
•
C.C.B. v.o.f. Combinatie Croon Bakker, Rotterdam;
•
Combinatie Croon, HVL v.o.f., Rotterdam;
•
C.W.F. v.o.f. Croon, Wolter &Dros Facilities, Amersfoort;
•
C.W.I. v.o.f. Croon, Wolter &Dros Infra, Rotterdam;
•
C.W.V. v.o.f. Croon, Wolter &Dros Vastgoed, Amersfoort;
•
D.U.C.S..v.o.f., Rotterdam;
•
H.V.C.W. v.o.f., Haverkort Voormolen, Croon, Wolter & Dros;
•
H.H.C. Contracting v.o.f., Zaandam;
•
I.C.P. v.o.f., Installatiecombinatie Prinsenhof, Amersfoort;
•
I.C.R. v.o.f., Installatiecombinatie Rabobank, Rotterdam;
•
M.H.H.C. Contracting v.o.f., Zaandam;
•
O.M.C. v.o.f., Nieuwe Pekela;
•
Van Eesteren-TBI Techniek (Flevoziekenhuis), Amsterdam;
•
Combinatie GMB-Bosman-Croon v.o.f., Ridderkerk;
•
Installatie Combinatie Isala v.o.f., Bunnik;
•
Combinatie Croon-Spie-Wolter&Dros V.O.F., Rotterdam.
Vanuit de A-C analyse zijn onderstaande concernaanbieders toegevoegd aan de boundary. Zij worden niet op het CO2-bewustzijn certificaat vermeld. Al deze concernaanbieders hebben een eigen carbon footprint rapportage en zijn zelf onafhankelijk gecertificeerd. •
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.;
•
Acto Informatisering B.V.;
•
Eekels Elektrotechniek B.V.;
•
Baas B.V.;
•
HVL B.V.;
•
MDB B.V.;
•
JP van Eesteren B.V.
De volgende bedrijven worden niet meegenomen in de boundary: •
An-Elec SP.o.o.z., Gdyna, Polen;
•
Croon Elektrotechniek Aruba N.V., Aruba;
•
Croon Elektrotechniek Curaçao N.V., Willemstad, Curaçao;
•
Croon Industrial Systems Inc., New Castle (USA);
•
TBI Holdings B.V., Rotterdam;
•
TBI Direct B.V., Amersfoort;
•
Techno Fysica B.V., Rotterdam;
•
Walco B.V., Spijkenisse;
•
Stolk Elektrotechnisch Wikkelbedrijf B.V., Rotterdam.
5
6
Carbon Footprint Analyse
Carbon Footprint-analyse Grondslag van de analyse
Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO2-emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. •
Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties;
•
Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte;
•
Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer..
Deze Carbon Footprint-analyse omvat de CO2-uitstoot (één van de zes broeikasgassen) van Croon Elektrotechniek B.V., betreffende scope 1, 2 en 3, in de tweede Figuur 1: Identificatie van emissiebronnen
helft van het kalenderjaar 2010. De CO2-uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO2–prestatieladder weergegeven in figuur 1.
Scope 3 Elektra bij klanten
Zakelijk OV
Woon-werk verkeer
Papiergebruik
Scope 2 Elektraverbruik
Zakenreizen vliegtuig
Afvalverwerking Uitbestede emissies
Overig gebruik
Zakenreizen privé-auto
Scope 1 Airco en koeling
Brandstoffen
Wagenpark
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
Meetresultaten en Toelichting Gerapporteerde Periode
De gerapporteerde periode is gelijk aan de tweede zes maanden van het boekjaar. Het boekjaar voor Croon Elektrotechniek B.V. loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is de tweede helft van het jaar 2010, 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010.
CO2-compensatie
Er vindt geen compensatie plaats van CO2-emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen het eigen machinepark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO2-emissie.
De directie emissie van CO2 binnen Scope 1 is gemeten en berekend als 2.296,1 ton
Scope1: Directe CO2-emissie ton CO2 2.000 1.948,8
1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0
Figuur 2: Scope 1, tweede helft van 2010
336,7 10,7
Stationaire verbranding
Airco en koeling
Eigen wagenpark
Brandstofgebruik van het eigen wagenpark Het overgrote deel van deze emissie, te weten 1.948,8 ton CO2 (84,9%), is toe te wijzen aan het brandstofgebruik van het eigen wagenpark. Het wagenpark van Croon Elektrotechniek B.V. bestond in de tweede helft van 2010 gemiddeld uit 573 personenwagens en 143 bestelwagens. 24 van de personenwagens vallen in de categorie hybride middenklasse. Stationaire verbrandingsapparatuur 336,7 ton CO2 (14,7%) van de uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur. Dit is zijn geheel toe te schrijven aan verwarming van de bedrijfspanden van Croon Elektrotechniek B.V.
7
8
Carbon Footprint Analyse
Lekkage van koelgassen In de tweede helft van 2010 heeft er lekkages van de koelsystemen van Croon Elektrotechniek B.V. plaatsgevonden. De lekkage heeft een uitstoot van 10,7 ton CO2 (0,5%) veroorzaakt. De lekkage is opgelost. Door het vervangen van defecte delen en het monitoren van de koelsystemen wordt de uitstoot door lekkage van koelgas tegen gegaan. CO2-emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen Croon Elektrotechniek B.V. niet plaatsgevonden.
Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten
Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten.
De indirectie emissie van CO2 binnen Scope 2 is gemeten en berekend als 808,9 ton
Scope 2: Indirecte CO2-emissie (door aangekochte energie) ton CO2 1.000
800 689,4 600
400
200 55,1
64,4
Zakenreizen privé-auto
Zakenreizen vliegtuig
0 Figuur 3: Scope 2, tweede helft van 2010
Elektraverbruik Elektriciteitsgebruik
Het grootste aandeel (689,4 ton CO2, 85,2 %) kan worden toegeschreven aan ingekochte elektriciteit. De significante bijdrage van elektriciteit aan de emissie in scope 2 wordt mede veroorzaakt doordat 88% van de ingekochte elektriciteit het grijze label draagt. De overige 12% betreft ingekochte elektriciteit die is geproduceerd door windkracht. Vliegreizen voor zakelijke doeleinden 64,4 ton CO2 (8,0 %) komt voor rekening van vliegverkeer voor zakendoeleinden. De lange afstandsvluchten zijn grotendeels voor rekening van de Marine & Offshore-tak van Croon Elektrotechniek B.V., welke over de gehele wereld onderhoud aan schepen uitvoert.
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
Privéauto’s voor zakelijk verkeer De overige 55,1 ton CO2 (6,8 %) komt voor rekening van het gebruik van privé– auto’s voor zakelijk verkeer. Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden Uit het voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door gebruik van het eigen wagenpark (1.948,8 ton CO2) en elektriciteitsgebruik (689,4 ton CO2). Het is dan ook van belang om deze uitstoot nauwkeurig vast te leggen.
Scope 1: De meetgegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn verkregen op basis van een brandstofpas, die aan het betreffende voertuig is gekoppeld. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke werknemer zorgvuldig de gereden kilometers bijhoudt middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Hierom is gekozen om op basis van de door de leasemaatschappij aangeleverde brandstofgegevens de CO2-emissie te bepalen. De meetgegevens van het brandstofgebruik van stationaire verbrandingsapparatuur ten behoeve van verwarming komen van gasmeters van de leverancier. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Wel ontstaat een onnauwkeurigheid aangezien slechts een deel van het gebruikte gas op de locatie Amsterdam wordt toegerekend aan Croon Elektrotechniek B.V. Op basis van het aandeel in vloeroppervlak is op de betreffende locaties een fractie van het totaalverbruik over het gehele jaar voor het betreffende pand genomen. Bij de fractie in tijdsaandeel zijn seizoensinvloeden van gasverbruik niet verdisconteerd. De betreffende gegevens voor deze locatie zijn aangeleverd door TBI-zusterbedrijf Wolter & Dros. De panden in Barendrecht en Den Helder hebben geen gasaansluiting. De panden in Delft en Warschau zijn op basis van verbruik per m2 gebaseerd op de in Nederland geldende norm gepubliceerd door www.milieubarometer.nl (m3/m2) opgenomen in de cijfers. Er zijn bij deze panden geen gasmeters, maar er wordt voor verwarming wel gas gebruikt. Het gasverbruik is verdisconteerd in de huurprijs van de panden en is niet separaat te verkrijgen. Scope 2: De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld en op basis van de telemetriemetingen. De telemetriemetingen worden als de waarheid beschouwd, waartegen de rekening wordt gecontroleerd. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Wel ontstaat een onnauwkeurigheid omdat slechts een deel van het elektriciteitsverbruik op de locatie Amsterdam wordt toegerekend aan Croon Elektrotechniek B.V.. Net als bij het gasverbruik voor verwarming is op basis van het aandeel in vloeroppervlak en op basis van een tijdsaandeel op de betreffende locaties een fractie van het verbruik genomen.
9
10
Carbon Footprint Analyse
Voor de panden in Delft en Warschau is op basis van het verbruik per m2 gebaseerd op de in Nederland geldende norm gepubliceerd door www.milieubarometer.nl (kWh/m2) opgenomen in de cijfers. Er zijn bij deze panden geen elektriciteitsmeters, maar er wordt voor verwarming wel gas gebruikt. Het gasverbruik is verdisconteerd in de huurprijs van de panden en is niet separaat te verkrijgen. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. Algemeen: In algemene zin moet worden opgemerkt dat, wegens het op projectbasis doorgeven van werkzaamheden aan onderaannemers, mogelijk sprake is van overheveling van CO2-emissie naar Scope 3.
Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie
Een volledige emissie-inventaris van scope 3 valt momenteel nog buiten de prestatieladder. Naar verwachting komt hier de komende tijd verandering in. Vooruitlopend hierop heeft Croon Elektrotechniek B.V., op basis van de huidige inzichten, een scope 3-inventaris gemaakt. De betreffende gegevens zijn opgenomen.
ton CO2 600 500
541,9
400 300 200 100 0
100,3 33,1 Openbaar vervoer zakelijk verkeer
Woon-werkverkeer niet-bedrijfsvoertuigen
Figuur 5: Scope 3, tweede helft van 2010
-
-
-
Afvalverwerking
Papier
Elektragerelateerde activiteiten
Emissies door uitbesteede diensten
Uit deze inventarisatie komt naar voren dat met name het woon-werk verkeer door medewerkers tot veel CO2-uitstoot leidt (541,9 ton CO2). Na de auto (2.537.573 km) worden de meeste woon-werk kilometers met de trein gemaakt (189.344 km). Croon Elektrotechniek B.V. veroorzaakt in totaal 302.972 kg afval. De afvalstromen worden zoveel mogelijk gescheiden verzameld en opgehaald. Het afval bestaat voor een groot deel uit verpakkingsmaterialen van papier, karton en
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
plastic (68,1%). 96.700 kilogram wordt opgehaald als ongesorteerd bedrijfsafval. De bijdrage aan de CO2-uitstoot wordt momenteel niet meegenomen, omdat emissiefactoren nog niet eenduidig zijn vastgesteld.
Reductiedoelstelling en voortgang (t.o.v. het referentiejaar) Historisch basisjaar
Deze meting is de vijfde meting in het kader van de ISO 14064-norm. Het kalenderjaar 2008 is het referentiejaar voor deze en toekomstige metingen.
Aanpassingen aan historisch jaar Er is geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar.
Normalisering meetresultaten De omvang van de CO2-emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door Croon Elektrotechniek B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, is daarom een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor Croon Elektrotechniek B.V. is de omvang van bedrijfsactiviteiten te meten aan de hand van de gerealiseerde projecturen. Op basis van de projecturen zijn de gerapporteerde meetresultaten genormaliseerd.
Doelstelling CO2 reductie
Croon Elektrotechniek B.V heeft als doelstelling om in 2015 haar uitstoot van CO2 met 15% te reduceren ten opzichte van het referentiejaar 2008. Als maatstaf is het aantal projecturen genomen. De reden hiervoor is dat Croon Elektrotechniek B.V een projectenorganisatie is die zijn activiteiten via projectmatige werkzaamheden verricht. Vastgesteld is dat het aantal projecturen sterk bepalend is voor de hoeveelheid CO2-uitstoot. In het referentiejaar was de CO2-uitstoot in totaal en per projectuur als hieronder weergegeven. Het aantal projecturen voor 2008 is vastgesteld op 1.999.035. De reductiedoelstelling is uitgesplitst in percentage per scope zoals in de CO2-prestatieladder is weergegeven.
CO2-uitstoot 2008
CO2-uitstoot 2008
Reductiedoel-
CO2-uitstoot 2015
[ton]
(in kg / projectuur)
(in kg / projectuur)
Scope 1
4.036 ton
2,02
stelling 2015 4%
Scope 2
2.693 ton
1,09
25%
0,82
Scope 3
1.219 ton
0,61
28%
0,44
662.362 kg
0,33
3%
0,32
7.945 ton
3,72
15%
3,16
0,33
3%
0,32
Scope 3 - P&A* Totaal Totaal - P&A*
NOOT: P&A* = Papier en afval
1,94
11
12
Carbon Footprint Analyse
Ketenanalyse Een grote post die beïnvloedbaar is vanuit de ketenanalyse is het gebruik van bouwlampen en daarbij het soort bouwlamp. In de ketenanalyse is aangegeven dat door het overgaan van de bestaande normale bouwlamp naar speciale typen (2x36W of LED) er een reductie op een bouwproject gerealiseerd kan worden van 1,5%. Dit is vanuit de ketenanalyse als doelstelling neergelegd bovenop de bestaande doelstelling voor Scope 3.
Voortgang H2 2010 In de tweede helft van 2010 zijn door Croon Elektrotechniek B.V. 1.269.368 projecturen gerealiseerd. Voortgang Scope 1 2008
2009 -H1
2009 -H2
2010 -H1 2010 -H2
Projecturen
Factor
1.999.035
1.004.852
951.936
1.138.403 1.269.368
Kg CO2 Scope 1
4.035.478
2.429.771
2.366.290
2.220.830 2.296.110
2,02
2,42
2,49
Kg CO2 per projectuur
1,95
1,81
In scope 1 is de kg CO2-uitstoot per projectuur in de tweede helft van 2010 (1,81) beduidend lager dan in dezelfde periode van 2009 (2,49) en een sterke afname is ten opzicht van de eerste helft van 2010 (1,95 kg CO2 per projectuur). Dit komt door een stijging van het aantal projecturen en gelijktijdig een afname van de CO2-uitstoot. De afname van de CO2-uitstoot is toe te wijzen aan: •
Een lagere afname van aardgas voor stationaire verbrandingsapparatuur zoals de verwarming;
•
Er zijn minder kilometers gereden;
•
Het verbruik van de auto’s is licht toegenomen. In totaal blijkt er, doordat er minder kilometers zijn gereden, een lagere CO2-uistoot te zijn gerealiseerd;
•
De inzet van het actief monitoren van de te rijden afstanden en het inzetten op digitaal overleg (video-conferencing, telefonie oplossingen, internet) blijkt een goede aanzet te zijn tot minder rijden;
•
Het mensen bewust maken van hun invloed op de uitstoot zorgt dat door het letten hierop (gedragsverandering) dat er minder uitstoot ontstaat. Dit is een positieven ontwikkeling;
•
Afgelopen jaar is sterk ingezet op het verder implementeren van het EMS (Energie Management Systeem). Hierdoor is goed zichtbaar geworden waar de grote verbruikers te vinden zijn. Dit bewustzijn heeft geresulteerd in het direct inzetten van acties, die zorgen dat het verbruik minder wordt. Hierbij dient gedacht te worden aan het uitzetten van verwarmingsketels in warme perioden, het actief sluiten van deuren in gebouwen daar waar het kan, etc.
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
Voortgang Scope 2 Factor
2008
2009 -H1
2009 -H2
2010 -H1 2010 -H2
Projecturen
1.999.035
1.004.852
951.936
1.138.403 1.269.368
Kg CO2 Scope 1
2.188.357
1.044.127
1.026.869
1.114.063
808.947
1,09
1,04
1,08
0,98
0,64
Kg CO2 per projectuur
In scope 2 is de kg CO2-uitstoot per projectuur in de tweede helft van 2010 (0,64) lager dan in dezelfde periode van 2009 (1,08) en betreft een beduidend lagere uitstoot dan de eerste helft van 2010 (0,98 kg CO2 per projectuur). Hier is de afname groter dan in scope 1. Dit wordt verklaard door: •
Een sterke afname van het aantal reizigerskilometers van zakelijk vliegen in de tweede helft van 2010. Dit ligt voor de lange afstandsvluchten ruim 50% lager de eerste helft van 2010. Voor op de korte afstanden is dit zelfs ruim 70%.;
•
Het elektriciteitsverbruik is afgenomen;
•
Het aantal zakelijke kilometers met privé auto’s ligt beduidend lager.;
•
De afname van het zakelijk vliegverkeer ligt in het feit dat er minder opdrachten zijn waarvoor gevlogen hoeft te worden. Door inzet van technische middelen is het vliegverkeer ook verminderd;
•
Het mensen bewust laten worden van het verbruik van elektriciteit zorgt ook dat minder wordt verbruikt. Dit bewustzijn is sterk gestimuleerd door het verder implementeren van het EMS (Energie Management Systeem). Hierdoor zijn de grote verbruikers zichtbaar geworden en zijn direct acties ingezet. Hierbij dient gedacht te worden aan het aanpassen van lichtgeschakelde ruimtes, aansturing van verwarmingspompen, andere type verlichting op plaatsen daar waar mogelijk.
13
14
Carbon Footprint Analyse
Voortgang Scope 3 Factor
2008
2009 -H1
2009 -H2
2010 -H1 2010 -H2
Projecturen
1.999.035
1.004.852
951.936
1.138.403 1.269.368
Kg CO2 Scope 1
1.219.333
575.508
595.519
510.749
675.385
0,61
0,57
0,63
0,45
0,53
Kg CO2 per projectuur
In scope 3 is de kg CO2-uitstoot per projectuur in de tweede helft van 2010 (0,53) lager dan in de tweede helft van 2009. Echter betreft het een toename ten opzichte van de eerste helft van 2010 (0,45). In vergelijk van het aantal projecturen in de tweede helft van 2010 met de uitstoot van de eerste helft van 2010 de CO2-uitstoot met 105.878 kg toegenomen. Dit wordt in absolute getallen veroorzaakt door: •
Een toename in de woon-werk kilometers met niet-bedrijfsvoertuigen;
•
Een sterke stijging in het brandstof verbruik van mobiel bouwmateriaal.
Relatief bezien is de stijging behorend bij de woon-werk kilometers te verwaarlozen. Het verschil wordt grotendeels verklaard door een toegenomen afname van brandstof van mobiel bouwmaterieel. Dit leidt tot een hogere CO2-uitstoot. Voortgang acties vanuit de ketenanalyse Vanuit inkoop is gestart met een analyse van alle aanwezige bouwlampen. Het is het doel om een vervangingsplan op te stellen en dit uit te voeren. Op voorhand is reeds gestart met dit plan. Daar waar wordt ingezet op vervanging door aanvragen vanuit de verschillende vestigingen wordt reeds nagegaan welk nieuw type bouwlamp wordt aangeschaft. Binnen Inkoop is een werkgroep gestart voor de selectie van de juiste typen bouwlampen. De realisatie van de reductiedoelstelling loopt nog achter op de planning.
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
Eigen initiatief ‘Duurzaam transport bij serviceverlening in de stadse omgeving’ Croon zet elektrische scooters in bij zijn service-activiteiten in stadse omgeving, waarmee per scooter, per jaar 600 kg CO2 wordt gereduceerd. Croon heeft momenteel 4 elektrische scooters, dus is de doelstelling voor 2011 is: 4 x 600 = 2.400 kg CO2-reductie per jaar. In juli 2011 zal worden onderzocht op welke wijze en in welke hoeveelheid duurzame transportmiddelen verder kunnen worden ingezet. Te denken valt aan: •
uitbreiding van het werkgebied (niet alleen stadse omgeving);
•
hoeveelheid elektrische scooters;
•
andere transportmiddelen (elektrische auto’s of quads);
•
oplaad infrastructuur.
Bij een succesvolle pilot zal de inzet van elektrische scooters bij Croon verder worden vormgegeven. De inzetbaarheid moet per Croon vestiging onderzocht worden en op basis daarvan zal bepaald worden hoeveel scooters er per vestiging zullen worden ingezet. Mocht blijken dat het niet mogelijk is om een scooter als vervoersmiddel in te zetten, maar een ander elektrisch vervoersmiddel, zal ook deze optie worden overwogen om CO2 te reduceren. Hiermee zal de pool van transportmiddelen in samenstelling veranderen en een CO2 lagere uitstoot kennen. Baas, HVL en Wolter & Dros participeren in dit initiatief. De kennis die wordt opgedaan wordt op regelmatig basis met elkaar gedeeld.
Deelname aan initiatieven De deelname van Croon aan het initiatief van HVL, Intuitief gebouw, krijgt steeds meer gestalte. Men levert hier kennis op het gebied van gebouwinrichting. Er zijn diverse overleggen met diverse partijen geweest om hier verder vorm aan te geven. Doelstellling is om met het intuïtief gebouw CO2-uitstoot veroorzaakt door het gebruik van het gebouw te verminderen. Tevens wordt hierbij een optimalisatie op het gebied van transport naar het gebouw verwezenlijkt, dat resulteert in minder kilometers rijden naar een locatie (werkplek). Croon neemt deel aan “CO2-reductie op de bouwplaats” initiatief van J.P. van Eesteren.Dit initiatief richt zich op het energieverbruik in alle facetten op de bouwplaats en wordt zo breed mogelijk ingevuld: J.P. van Eesteren heeft direct invloed op het geheel van de bouwplaats en ziet in het initiatief innovaties die perspectief bieden voor verdere reductie van CO2 uitstoot. De deelname van Croon aan het initiatief van Wolter & Dros, Waterstof op de bouw, heeft geresulteerd in een deelname aan een pilot. Hier is een waterstofaggregaat uitgerust met meetapparatuur na te gaan hoe het verbruik is van dit aggregaat. Voor bevindingen wordt verwezen naar Wolter & Dros.
15
16
Carbon Footprint Analyse
Conclusie Croon is zeer voortvarend bezig met het realiseren van haar doelstellingen op het gebied van verminderen van CO2-uitstoot. Gesteld kan worden dat: •
Voor scope 1 de doelstelling reeds is gehaald in 2010;
•
Voor scope 2 de doelstelling bijna is gehaald in 2010, de verdere inzet van groene stroom op diverse vestigingen zal leiden tot verdere afname van de CO2-uitstoot veroorzaakt door elektriciteitsverbruik;
•
Voor scope 3 de doelstelling reeds is gehaald in 2010.
•
De doelstelling voor de ketenanalyse is daarentegen nog niet gehaald.
De overall doelstelling is reeds gehaald. Zie hiervoor onderstaand resultaat van het totaal (Scope 1 + 2 + 3): Factor
2008
Projecturen
2009 -H1
2009 -H2
2010 -H1 2010 -H2
1.004.852
951.936
1.138.403 1.269.368
1.956.788
2.407.771
4.305.804
4.132.689 4.021.833
8.662.093
8.154.522
(per boekjaar) 1.999.035 Kg CO2 Totaal
4.356.289
(per boekjaar) 7.945.200 Kg CO2 per projectuur (per boekjaar)
4,34 3,97
4,52
3,63
4,43
3,17 3,39
Voor het jaar 2011 tot en met 2015 wordt daarom een nieuwe doelstelling geformuleerd. Deze zal meer overeenkomen met de progressie die Croon reeds heeft bereikt in de afgelopen jaren.
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
Berekeningsmodellen Kwantificering methodes
De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. In het geval van voertuigkilometers is gebruik gemaakt van kilometers of tonkilometers in de betreffende gewichtklasse van de voertuigen. Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is.
Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Ten opzichte van het historisch jaar 2008 heeft er in de kwantificering methode een wijziging plaats gevonden, en wel in het gebruik van de conversiefactor voor reizigerskilometers met openbaar vervoer. In het referentiejaar is dezelfde gemiddelde factor gebruikt voor zowel het reizen per bus, tram als metro. Dit omdat verbijzondering van de reizen naar type openbaar vervoer niet mogelijk was. In de Carbon Footprint Analyse van de eerste helft en tweede helft van 2010 is dit onderscheid wel gemaakt. Bij de bepaling van de CO2-uitstoot is gebruik gemaakt van de conversiefactoren zoals die zijn vastgesteld door de CO2-prestatieladder. Ten opzichte van de eerder geverifieerde en gepubliceerde Carbon Footprint Analyse 2010 tweede helft (Ref.nr. CFA 2010-H2 TBI Croon v3), wijkt deze versie af in het gebruik van de emissiewaarden. Deze herberekening is uitgevoerd op grond van de publicatie van de CO2-Prestatieladder, Handboek 2.0 bijlage C Conversiefactoren van 23 juni 2011.
17
18
Carbon Footprint Analyse
Annex 1
CO2-emissie factor (1) Hoeveelheid
CO2-emissie 2010 - H2 Hoeveelheid
Scope 1: directe emissie
CO2-emissie (ton) 2.296,1
Stationaire verbrandingsapparatuur
336,7 1.825 gram CO2 / Nm3
Aardgas
184.483 Nm3
Airco- en koelingsapparatuur
336,7 10,7
Koudemiddel R410A
2.090 kg CO2 / kg
Gebruik eigen wagenpark
5 kg
10,7
639.399 liter
1.948,8
Benzine
2.780 gram CO2 / liter
142.995 liter
397,5
Diesel
3.135 gram CO2 / liter
492.496 liter
1.544,0
LPG
1.860 gram CO2 / liter
3.908 liter
7,3
Kilometers eigen wagenpark (2)
9.777.942 km
Benzineauto,
klasse:
< 1,4 liter
185 gram CO2 / voertuigkm
245.664 km
Benzineauto,
klasse:
1,4 - 2,0 liter
220 gram CO2 / voertuigkm
1.295.280 km
Benzineauto,
klasse:
> 2,0 liter
305 gram CO2 / voertuigkm
13.500 km
Benzineauto,
klasse:
onbekend
215 gram CO2 / voertuigkm
103.985 km
Dieselauto,
klasse:
< 1,7 liter
155 gram CO2 / voertuigkm
5.172.555 km
Dieselauto,
klasse:
1,7 - 2,0 liter
195 gram CO2 / voertuigkm
2.196.005 km
Dieselauto,
klasse:
> 2,0 liter
265 gram CO2 / voertuigkm
132.722 km
Dieselauto,
klasse:
onbekend
205 gram CO2 / voertuigkm
211.182 km
LPG-auto
175 gram CO2 / voertuigkm
55.675 km
Hybride auto, middenklasse
125 gram CO2 / voertuigkm
338.490 km
Personenauto, brandstoftype onbekend
210 gram CO2 / voertuigkm
12.884 km
Bron: “CO2-Prestatieladder, Handboek 2.0, bijlage C, Conversiefactoren geldig
(1)
m.i.v. 1, juli 2011”; De bijdrage aan de CO2-uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan
(2)
de hand van de brandstofopgave. De opgave van gereden kilometers worden
derhalve niet gebruik1 voor berekening van de CO2. De bijdrage aan CO2-emissie wordt momenteel niet meegenomen, omdat
(3)
emissiefactoren nog niet zijn vastgesteld. Bron: 2009 Guidelines to Defra / DECC’s GHG Conversion Factors for
(4)
Company Reporting.
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
Annex 1
CO2-emissie factor (1)
CO2-emissie 2010 - H2
hoeveelheid
hoeveelheid
Scope 2: indirecte emissie
CO2-emissie (ton) 808,9
Elektraverbruik Grijze stroom: 2010 en later Windkracht
1.719.697
689,4
455 gram CO2 / kWh
1.508.181 kWh
686,2
15 gram CO2 / kWh
211.516 kWh
3,2
Privéauto’s voor zakelijk verkeer
55,1
Benzineauto,
klasse:
< 1,4 liter
185 gram CO2 / voertuigkm
37.356 km
6,9
Benzineauto,
klasse:
1,4 - 2,0 liter
220 gram CO2 / voertuigkm
118.650 km
26,1
Benzineauto,
klasse:
> 2,0 liter
305 gram CO2 / voertuigkm
12.957 km
4,0
Dieselauto,
klasse:
1,7 - 2,0 liter
195 gram CO2 / voertuigkm
55.810 km
10,9
Dieselauto,
klasse:
> 2,0 liter
265 gram CO2 / voertuigkm
9.358 km
2,5
LPG-auto
175 gram CO2 / voertuigkm
26.381 km
4,6
Hybride auto, middenklasse
125 gram CO2 / voertuigkm
360 km
0,0
Hybride auto, hogere klasse
225 gram CO2 / voertuigkm
614 km
0,1
Zakelijk vliegen
64,4
Afstand < 700 km
270 gram CO2 / reizigerskm
18.907 reizigerskm
5,1
Afstand 700 - 2.500 km
200 gram CO2 / reizigerskm
41.053 reizigerskm
8,2
Afstand > 2.500 km
135 gram CO2 / reizigerskm
378.575 reizigerskm
51,1
Bron: “CO2-Prestatieladder, Handboek 2.0, bijlage C, Conversiefactoren geldig
(1)
m.i.v. 1, juli 2011”; De bijdrage aan de CO2-uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan
(2)
de hand van de brandstofopgave. De opgave van gereden kilometers worden
derhalve niet gebruik1 voor berekening van de CO2. De bijdrage aan CO2-emissie wordt momenteel niet meegenomen, omdat
(3)
emissiefactoren nog niet zijn vastgesteld. Bron: 2009 Guidelines to Defra / DECC’s GHG Conversion Factors for
(4)
Company Reporting.
19
20
Carbon Footprint Analyse
Annex 1
CO2-emissie factor (1) hoeveelheid
CO2-emissie 2010 - H2 hoeveelheid
Scope 3: overige indirecte emissie
CO2-emissie (ton) 675,4
Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer
33,1
Stadsbus
120 gram CO2 / reizigerskm
90.059 reizigerskm
10,8
Metro / tram
100 gram CO2 / reizigerskm
90.322 reizigerskm
9,0
65 gram CO2 / reizigerskm
204.343 reizigerskm
13,3
Stoptrein + Intercity Woon-werkverkeer niet-
541,9
Woon-werkverkeer met privévoertuig
513,3
Benzineauto,
klasse:
<1,4 liter
185 gram CO2 / voertuigkm
483.011 km
89,4
Benzineauto,
klasse:
1,4 - 2,0 liter
220 gram CO2 / voertuigkm
999.185 km
219,8
Benzineauto,
klasse:
>2,0 liter
305 gram CO2 / voertuigkm
109.119 km
33,3
Dieselauto,
klasse:
1,7 - 2,0 liter
195 gram CO2 / voertuigkm
469.995 km
91,6
Dieselauto,
klasse:
> 2,0 liter
265 gram CO2 / voertuigkm
78.808 km
20,9
LPG-auto
175 gram CO2 / voertuigkm
222.160 km
38,9
Hybride auto, middenklasse
125 gram CO2 / voertuigkm
3.031 km
0,4
Hybride auto, hogere klasse
225 gram CO2 / voertuigkm
7.076 km
1,6
Motor
116 gram CO2 / km
112.972 km
13,1
84 gram CO2 / km
52.216 km
4,4
(4)
Bromfiets
(4)
28,6
Woon-werkverkeer met openbaar vervoer Streekbus Metro / tram Stoptrein + Intercity
95 gram CO2 / reizigerskm
83.448 reizigerskm
7,9
100 gram CO2 / reizigerskm
83.692 reizigerskm
8,4
65 gram CO2 / reizigerskm
189.344 reizigerskm
12,3 -
Afstand afgelegd per fiets of te voet Fiets, lopend
- gram CO2 / km
324.032 km
-
Tweede helft (H2) 2010, Herziene uitgave
CO2-emissie factor (1) hoeveelheid
CO2-emissie 2010 - H2 hoeveelheid
CO2-emissie (ton)
Vervolg Scope 3 Afvalverwerking (3) Papier en karton
gram CO2 / kg
71.590 kg
Plastic
gram CO2 / kg
3.520 kg
Steen
gram CO2 / kg
47.480 kg
Hout
gram CO2 / kg
23.920 kg
Metaal
gram CO2 / kg
2.200 kg
Elektrisch en elektronisch gereedschap
gram CO2 / kg
4 kg
Ongesorteerd afval
gram CO2 / kg
96.700 kg
Kopieer/printpapier
gram CO2 / kg
54.758 kg
Krantenpapier
gram CO2 / kg
979 kg
Drukwerk (glans)
gram CO2 / kg
1.384 kg
Karton
gram CO2 / kg
437 kg
Papier
(3)
Elektriciteit gerelateerde activiteiten
gram CO2 / kWh
- kWh
Emissies door uitbestede diensten
100,3 -
Brandstofverbruik mobiel bouwmaterieel Diesel
3.135 gram CO2 / liter
32.000 liter
100,3
Bron: “CO2-Prestatieladder, Handboek 2.0, bijlage C, Conversiefactoren geldig
(1)
m.i.v. 1, juli 2011”; De bijdrage aan de CO2-uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan
(2)
de hand van de brandstofopgave. De opgave van gereden kilometers worden
derhalve niet gebruik1 voor berekening van de CO2. De bijdrage aan CO2-emissie wordt momenteel niet meegenomen, omdat
(3)
emissiefactoren nog niet zijn vastgesteld. Bron: 2009 Guidelines to Defra / DECC’s GHG Conversion Factors for
(4)
Company Reporting.
21
Croon Elektrotechniek B.V. Schiemond 20-22 3024 EE Rotterdam T +31 (0)88 - 923 33 44 E
[email protected] I www.croon.nl