Chocopasta smeer ‘‘m m goed’
Natuur & Milieu educatie
Groep 8 Chocopasta smeer ‘m goed
1
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Inhoudsopgave
1. Inleiding
1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4. Inhoud en organisatie van de les 5. Achtergrondinformatie
Als je ’s morgens wakker wordt, is vaak het eerste wat je doet, ontbijten! Lekker een boterham met chocopasta. Dat chocopasta lekker is, weten wel allemaal. Maar wat komt er allemaal kijken bij de productie van een simpel potje chocopasta? Waar komen de grondstoffen vandaan? Hoe zijn de gewassen verbouwd? Wie koopt en verkoopt die grondstoffen? Zijn de verschillen in de chocopastamerken ook te proeven? Welke pasta is waar te koop en wat is een wereldwinkel? Met deze leskist bekijken de leerlingen chocopasta eens op een andere manier. Ze leren alles over het etiket (de buitenkant), de inhoud (de binnenkant) en de manier waarop chocopasta wordt geproduceerd (de andere kant).
Bijlagen Werkboekje ‘Chocopasta smeer ‘m goed’
2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting Leerdoelen • De leerlingen kunnen informatie van een etiket aflezen en interpreteren. • De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen hoofdbestanddelen en hulpstoffen. • De leerlingen weten waar de productie van cacao plaatsvindt. • De leerlingen kunnen een vergelijkend onderzoek uitvoeren, de resultaten daarvan in overzichten uitwerken en uit de verkregen resultaten de juiste conclusies trekken. • De leerlingen kennen de begrippen biologische teelt en eerlijke handel. Doelgroep Dit materiaalpakket is bedoeld voor groep 8 van de basisschool. Samenvatting Tijdens deze lessen maken de leerlingen kennis met verschillende kanten van chocopasta.Als materiaalzending krijgt u een pakket met verschillende soorten chocopasta en toastjes om te proeven. Er zijn vijf verschillende merken pasta om te proeven. Zo ‘kijken’ ze naar de binnenkant, maar ook de buitenkant wordt bekeken. Wat zit er in de pasta en waar komt het vandaan? Als laatste denken ze ook na over de andere kant die zit aan het produceren en verhandelen van de grondstoffen van chocopasta.
2
Chocopasta smeer ‘m goed’ 3. Lesschema Lesactiviteit
Tijd
Materiaal
Werkvorm
Introductieles • Klassikaal gesprek over brood beleg. Maak een top 10 van broodbeleg op het bord. • Introduceer het begrip etiket. • Bekijk en bespreek de etiketten van de potten chocopasta uit het pakket. • Introduceer het werkboekje en werkblad 1. • Bespreken en daarna maken werkblad 2 & 3. • Nabespreken werkbladen 2&3. • Huiswerkopdracht kijk thuis eens wat de gekste dingen zijn die op etiketten van broodbeleg zijn te vinden.
45 min
• Werkboekje • Pen • Potjes choco- en hazelnootpasta uit het pakket
• Klassikaal gesprek (klassikaal) • Werkblad 1 maken (individueel) • Werkblad 1 bespreken (klassikaal) • Werkblad 2 & 3 maken (opdracht in groepjes) • Werkblad 2 & 3 bespreken (klassikaal) • Huiswerkopdracht instructie (klassikaal)
Kernles(sen) • Terug kijken naar de vorige les. • Introduceren van de smaaktest. Hoe doe je dat eerlijk? • Bespreken en daarna maken werkblad 4. • Bespreken van de resultaten/ervaringen.
45 min.
• Potjes choco- en hazel nootpasta uit het pakket • Per groepje 5 bakjes • Per groepje een mes • Toastjes • Werkboekje • Pennen
• Klassikaal gesprek (klassikaal) • Introduceren smaaktest en werkblad 4 (klassikaal) • Werkblad 4 maken (groepjes) • Ervaringen en werkblad bespreken (klassikaal)
Verwerkingsles • Terug kijken naar de vorige lessen. • Introduceren van de andere kant van pasta. • Maken van werkblad 5 & 6. • Bespreken werkblad 5 & 6. • Maken advertentie van werkblad 7. • Bespreken resultaten van werkblad 7. • Bespreken van de resultaten en de ervaringen in afsluitend gesprek. Extra • Onderzoekje
45 min.
• Werkboekje • Kleurpotloden • Pennen
•Klassikaal gesprek (klassikaal) • Werkblad 5 & 6 maken (zelfstandig) • Werkblad 5 & 6 bespreken (klassikaal) • Werkblad 7 maken (zelfstandig) • Werkblad 7 bespreken (klassikaal) • Klassikaal gesprek (klassikaal)
Aandachtspunten • Bij het proeven van Chocopasta moet rekening gehouden worden met verschillende allergieën van kinderen. Navraag doen vooraf is dan ook raadzaam.
3
4. Organisatie en inhoud van de les - Les 1 Introductieles Voorbereiding: Zorg van te voren dat de werkboekjes voor alle leerlingen klaarliggen. Voor het maken van de opdrachten in het werkboekje zijn de potten choco- en hazelnootpasta uit het materiaalpakket nodig en een pen. Inleiding Start met een kort klassikaal gesprek over broodbeleg. Wat voor soorten ken je? Zoet broodbeleg als jam en honing, maar ook zout broodbeleg als kaas en vleeswaren. Wat eet je zelf het liefst? Maak op het schoolbord een top 10 van broodbeleg van de leerlingen. Er zit vast wel chocopasta of hazelnootpasta bij. Vertel vervolgens dat de kinderen de komende lessen naar de verschillende kanten van choco- en hazelnootpasta gaan kijken. Vandaag bekijken ze de buitenkant. Kern Introduceer het begrip etiket. Wat is een etiket? Wat kun je daar op vinden? Bekijk en bespreek vervolgens met de leerlingen de etiketten van de potten chocopasta uit het materiaalpakket. Wat zit er allemaal in de potten pasta?
4
Deel daarna de werkboekjes uit en laat de leerlingen individueel werkblad 1 maken. Bespreek het kort en laat de kinderen daarna in groepjes aan werkblad 2 en 3 werken. Na het maken van werkblad 2 en 3 is het de bedoeling de antwoorden klassikaal met elkaar te bespreken. Afsluiting Bespreek de les nog even na. Wat hebben de kinderen geleerd over de buitenkant. Wat is daar allemaal aan te zien? Waarom is het belangrijk dat de ingrediënten op de pot staan? Waarom wil je weten wat er in iets zit? Is het alleen belangrijk voor mensen die ergens allergisch voor zijn te weten wat er precies in een product zit? Laat de kinderen ook eens thuis kijken naar het broodbeleg. Wat zit er allemaal in hun favoriete broodbeleg? Wat is het gekste dat ze vinden?
Chocopasta smeer ‘m goed’ Les 2 Introductieles Voorbereiding: Leg van te voren de werkboekjes weer klaar voor de leerlingen. Verder zijn in deze les materialen nodig waarmee de kinderen een smaaktest kunnen doen. Per groepje moet er een mes en vijf bakjes klaarstaan. Verder zijn natuurlijk de toastjes nodig, de potten choco- en hazelnootpasta uit het pakket en pennen. Eventueel ook een blinddoek per groepje. Introductie Kijk samen met de leerlingen nog even terug op de vorige les. Hebben de kinderen thuis nog gekeken naar wat er thuis voor broodbeleg in de kast staat? Wat zit er in hun favoriete beleg? Leg uit dat vandaag de leerlingen naar de binnenkant gaan kijken. Nou ja, voor al proeven eigenlijk. Kern Het onderzoek naar de binnenkant van de pastapotten kan op verschillende manieren worden gedaan. Introduceer de smaaktest. Laat de kinderen ook even nadenken hoe dat eerlijk kan. De test kan op verschillende manieren. De klas kan in groepjes verdeeld worden. Een proefpersoon kan in aanwezigheid van de andere leerlingen de pasta’s één voor één proeven. Dat moet dan uiteraard geblinddoekt gebeuren.Er kan een smaakpanel worden gevormd van deskundigen die zelf regelmatig chocopasta gebruiken. Leuk is dan om te bekijken of zij ook hun eigen merk tussen de andere merken herkennen. Belangrijk is dat alle kinderen proeven en dat het proeven gebeurt zonder kennis te hebben van het merk. De inhoud van de potten kan over gedaan worden in de neutrale bakjes die een cijfer krijgen en elke leerling besmeerd hieruit een toastje. De leerlingen vullen naar aanleiding van de test werkblad 4 in met schema 2: De proeftest.
5
Afsluiting Bespreek met elkaar nog even de resultaten. Stel verschillende vragen zoals: • Heeft iedereen ongeveer dezelfde resultaten gevonden? • Wat vindt de klas gemiddeld de lekkerste pasta? • Wat vindt de klas de minst lekkere pasta? • Maakt het uit hoe de pasta in je mond voelt? • Maakt het uit hoe de pasta er uit ziet? Hebben de kinderen blind getest?
Les 3 Introductieles Voorbereiding: Leg van te voren de werkboekjes weer klaar voor de leerlingen. Verder zijn in deze les materialen nodig waarmee de leerlingen de advertentie kunnen maken. Kleurpotloden en/ of stiften zijn dus zeker nodig en een pen. Inleiding Bespreek met de leerlingen de vorige lessen. Ze hebben naar de binnenkant gekeken en naar de buitenkant. Kun je nog op een andere manier naar zo’n pot pasta kijken? Leg uit dat de leerlingen vandaag naar de andere kant gaan kijken van chocopasta. Vraag of de kinderen weten wat daarmee bedoeld wordt. Wat is eigenlijk ‘De andere kant’? Kern De leerlingen maken de opdrachten van werkblad 5 ‘De andere kant’ uit het werkboekje. Ze denken na over de route die de ingrediënten afleggen voordat
Zelfstandig werken Eventueel kunnen delen van de extra activiteit en deze lessen, zoals het maken van de advertentie, heel goed zelfstandig als taak of als huiswerk worden gemaakt door de leerlingen.
zij in een potje chocopasta terecht komen. Deze opdracht kan ook klassikaal worden gedaan. Bespreek even kort met elkaar werkblad 5. Inventariseer de antwoorden bij de kinderen en laat ze daarna werkblad 6 gaan maken. Bespreek met elkaar de vragen nog even goed na! Weeg de voor- en tegenargumenten goed tegen elkaar af. De leerlingen maken als laatste werkblad 7. Daarbij ontwerpen ze nog een advertentie of reclameposter voor hun beste hazelnootpasta. Het is natuurlijk leuk om na het ontwerp nog een mooie en uitgewerkte versie te maken om in de klas op te hangen! Afsluiting Ter afsluiting van het project is het goed om de resultaten en de ervaringen nog eens door te spreken in een afsluitend gesprek.
Extra activiteiten • Onderzoek Laat de kinderen in groepjes een onderzoekje doen naar enkele onderwerpen. De resultaten kunnen dan worden weergegeven in een mooie powerpoint presentatie. Thema’s kunnen zijn: • Wat is biologische landbouw. Is dat beter? Waarom wel/ niet? • Wat is duurzaamheid. Is dat beter? Waarom wel/ niet? • Wat is Fair trade. Is dat beter? Waarom wel/ niet?
6
Chocopasta smeer ‘m goed’ 5. Achtergrondinformatie 5.1 De buitenkant De verpakking De meeste verpakkingen van chocopasta’s betreffen glazen potten met een inhoud van 350 of 400 gram. De vorm van de verpakkingen verschilt onderling sterk. Elke producent wil op zijn eigen manier het product vormgeven. De afgeplatte pot heeft meer mogelijkheden voor een etiket zodat het merk meer opvalt in het schap. Een hogere/smallere pot maakt het product ook anders ten opzichte van de andere merken. De vorm en kleur van de pot en het etiket moeten de consument verleiden tot een aanschaf. De benaming is daarbij belangrijk. Het etiket Naast presentatieverschillen staat er op de buitenkant van een pot altijd een etiket. In de ingrediëntenlijst op een etiket worden naast de ingrediënten ook vaak E-nummers genoemd. Deze E-nummers geven aan welke kleurstoffen, conserveermiddelen, antioxydanten, voedingszuren, verdikkingsmiddelen, kunstmatige zoetstoffen en smaakversterkers in het product zitten. De volgende hulpstoffen kunnen op een etiket voorkomen: • Conserveermiddelen zijn middelen die het product langer houdbaar maken. Zij remmen de groei van schimmels, gisten en bacteriën. • Emulgatoren zijn stoffen die ervoor zorgen dat vet en water zich goed met elkaar laten vermengen, zo dat bij halvarine bijvoorbeeld geen laagje vet boven komt drijven. • Geur- en smaakstoffen geven een bepaalde geur of smaak aan het product. Er zijn natuurlijke en kunstmatige geur- en smaakstoffen. • Kunstmatige zoetstoffen geven een zoete smaak en zijn caloriearm. • Stabilisatoren houden de toestand van een product stabiel. • Verdikkingsmiddelen, bijvoorbeeld aardappelen, tarwe of maïs maken een product steviger. • De toegevoegde handelsinformatie zoals ‘Max Havelaar’ of ‘Fair trade’ informeert de consument over de wijze van inkoop en verwerking van de grondstoffen.
7
5.2 De binnenkant, de inhoud van de pot Cacao De plant Cacaobonen groeien van nature in de tropische regenwouden van Zuid Amerika. Ze groeien op beschaduwde en altijd vochtige plaatsen. De neerslagbehoefte is 1500-3000 mm. per jaar en een gemiddelde temperatuur van 24-28 graden Celsius. Een cacaoboom wordt gemiddeld 15 meter hoog en blijft zo ruim onder de tropische woudreuzen. Zo blijft de boom ook verzekerd van schaduw. Jonge bladeren zijn bij aanvang roodachtig van kleur. Ze kleuren bij het uitgroeien naar een groene kleur. De langwerpige bladeren worden zo’n 30 cm lang. De bloemen zijn opvallend klein (nog geen centimeter groot) en wit-roze van kleur. De bloemen vind je op de stam en de oudere takken van de boom. Van de duizenden bloemen groeien maar zo’n 70 bloemen uit tot een vrucht. Na zo’n 8 maanden is de vrucht rijp. De vruchten zijn ongeveer 15-20 cm lang en hebben de vorm van een grote augurk. De vrucht kleurt naar geel als ze rijp is. Van de zaden uit de vrucht (cacaobonen) wordt de cacao gemaakt. In elke vrucht zitten zo’n 40 cacaobonen. De verwerking van de bonen direct na de oogst is heel belangrijk. Bij het fermenteren, een soort gistingsproces in de boon, verliest de boon zijn bittere smaak en komt de eigenlijke cacaosmaak naar voren. De bonen zijn nu donkerbruin verkleurd en kunnen ter plaatse worden vermalen of naar andere landen zoals Nederland worden verscheept. De oorsprong van de plant De belangrijkste cacao producerende landen liggen in Afrika en Zuid Amerika. De cacaobomen komen van oorsprong uit Zuid Amerika. De indianenvolken kenden de smakelijke kwaliteiten van de bonen. Ze werden zo gewaardeerd dat het zelfs als betaalmiddel werd gebruikt. In 1528 werden de cacaobonen door de
Spanjaarden naar Europa meegenomen. Pas aan het eind van de negentiende eeuw werd de cacaoboom in Afrika geïntroduceerd. In Ghana zijn grote cacao plantages. De bomen worden gezaaid. De eerste vruchten komen na ongeveer 4 jaar aan de boom. Op de plantages laten ze de bomen niet groter worden dan 5 meter. Tussen de cacaobomen worden andere hogere bomen geplant die voor de schaduw moeten zorgen. De verwerking De verwerking van de cacao vindt meestal niet in het land van productie plaats. Nederland is belangrijk als cacao verwerkend land. De bonen kunnen onderling sterk van smaak verschillen. Door grote partijen te mengen krijgt men een constante kwaliteit. Uit de aangeleverde bonen worden steentjes, takjes e.d. gehaald. Daarna worden de bonen stuk gemaakt zodat de doppen gescheiden worden van de cacao. De cacao wordt enige tijd sterk verhit. Dat versterkt de cacaosmaak. Hierna wordt de cacao tot poeder vermalen. Voor de verdere verwerking tot chocolade wordt aan de cacao veel suiker en plantaardige vetten toegevoegd. Suiker Voor de productie van de chocopasta’s is bietsuiker of rietsuiker gebruikt. Vrijwel alle landen hebben zelf een suiker producerende en verwerkende sector opgezet. In Nederland kennen we de suikerbietenteelt. De plant Bieten groeien uitstekend in het klimaat van de gematigde zone. In het jaar dat de biet wordt gezaaid, wordt tijdens het groeiseizoen reservevoedsel in de wortel (biet) opgeslagen. Dit voedsel dient ervoor om de biet na de winter in het tweede groeiseizoen te laten uitlopen zodat hij kan bloeien en zaad vormen. Bij de bieten die voor de suiker geteeld worden komt
8
het niet zover. Die worden in het najaar van het eerste groeiseizoen geoogst omdat in het reservevoedsel dan het suikergehalte op zijn hoogst is. De verwerking en het productieproces van suiker In de maand september wordt begonnen met het rooien van de suikerbieten en het vervoer naar de fabriek. De bieten worden aangevoerd en verwerkt in de herfstmaanden, tijdens de zogenaamde bietencampagne. In continuploegendiensten worden gedurende de campagne de suikerbieten tot suiker verwerkt. Bij aankomst op de fabriek worden de bieten gewogen en bemonsterd. In het laboratorium wordt het brutogewicht en het suikergehalte vastgesteld, zodat met de boer kan worden afgerekend. De bieten worden gestort, met waterdruk de fabriek ingespoten en gewassen. Het afvalwater wordt opgevangen, gezuiverd en weer hergebruikt in het productieproces. Schoongemaakte bieten gaan via de voorraadbunker naar snijmolens. Het fijngesneden bietmateriaal wordt verzameld in broeitroggen en hier begint het proces van suikerwinning. De suiker is als glucose in de cellen van de biet opgeslagen. Door het bieten snijdsel tot ongeveer 70 graden te verwarmen wordt de suiker in het water opgelost. Sap en snijdsel worden gescheiden afgevoerd. Van het snijdsel wordt veevoer gemaakt. Het sap (ruwsap genaamd) bevat ongeveer 15 % suiker. De in Nederland geproduceerde suiker wordt voor 85 % in de suikerverwerkende industrie gebruikt, zoals bij de bereiding van chocopasta. De overige 15 % gaat in de vorm van suikerklontjes etc. in kiloverpakkingen naar de supermarkt. Hazelnoten De plant Hazelnoten zijn de vruchten van de gewone hazelaar. Dit is een houtachtige struik die voorkomt in Nederland en in de Alphense plantsoenen. De bladeren van de hazelaar zijn vaak even lang als breed,
Chocopasta smeer ‘m goed’
getand en met een gespitste punt. De bladeren zitten afwisselend geplaatst aan de tak. Er zijn mannelijke en vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen zijn de bekende katjes en de vrouwelijke bloemen zijn klein en knopvormig. Tijdens de bloei steken kleine rode stempels tussen de schubben uit. De vrucht is een noot, omgeven door een bladachtig omhulsel. De bloemen bloeien in april. Er vindt windbestuiving plaats. De rijpingstijd verschil per ras en gebied. In ons land gebeurt dit in september/oktober. Rijpe vruchten vallen op de grond. Verwerking De machinaal van de grond verzamelde noten worden meestal gewassen en voor behoud van kwaliteit snel gedroogd. In Nederland doet men dat in speciale droogapparatuur, in het buitenland kan dat ook in de zon gebeuren. Bewaren kan tot een jaar bij temperaturen beneden de 20 graden Celsius. Koeler bewaren bij 0-3 graden of invriezen maakt langer bewaren mogelijk. Door de noten in speciale, maar eenvoudige kraakmolens te kraken verkrijgt met losse kernen. Dat moet voorzichtig gebeuren want de kernen zijn snel beschadigd. De kernen kunnen goed bewaard worden bij 3-6 graden Celsius. De kernen kunnen worden gebrand, geschaafd, gemalen, gekraakt of voor de winning van olie worden geperst. Soorten pasta De hoofdbestanddelen worden samen met hulpstoffen tot een pasta gemengd. De kwaliteit wordt bepaald door de gebruikte grondstoffen en hun onderlinge verhouding. Door te variëren in kleur, smeuïgheid, etc. onderscheiden de merken zich van elkaar.
9
Smaakbeleving Proeven doe je met je neus, je ogen en met je tong. Het proeven met de tong beperkt zich tot de basissmaken zout, zoet, zuur en bitter. De voelzenuwen in de tong helpen ook bij het proeven. We vinden het lekker of juist vies om de stukjes aardbei in de vruchtenyoghurt te voelen. De hazelnoten in de chocopasta kan je bij de ene soort wel voelen en bij de andere niet. De aroma’s die aan onze voeding zitten, zoals fruitsmaak bij drankjes, worden via onze reukorganen in de neus waargenomen. De prikkels die dat teweeg brengt worden toegevoegd aan de smaakbeleving via de tong. Zij vullen de herkenbaarheid van de smaak aan. Als laatste speelt het oog ook een rol bij de smaakvorming. Voordat we gaan proeven bekijken we het voedsel. Het moet herkenbaar zijn, er goed uitzien, in vorm en kleur. We kennen pure, donkerbruine chocolade, de lichtbruine zachtere melkchocolade en de witte chocolade. Met eenvoudige kleurstoffen is de witte chocolade in alle kleuren te leveren. 5.3 De andere kant Met de andere kant wordt bedoeld de alternatieve weg van verbouwen en verhandelen van de hoofd-bestanddelen. Biologische landbouw Bij de biologische landbouw wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de natuurlijke wetmatigheden zoals seizoenen, grondslag en klimaat. Kenmerken van de biologische landbouw zijn het gebruik van natuurlijke meststoffen. Deze organische meststoffen geven door natuurlijke afbraak de meststoffen geleidelijk af aan de bodem. Via bemesting met natuurlijke meststoffen wordt het leven in de
bodem beter in stand gehouden. Met kunstmest zorgt de boer voor een tijdelijke onnatuurlijke versterking van meststoffen aan de bodem. De verzorging van de gewassen gaat zoveel mogelijk langs de biologische weg. Er vind zo mogelijk biologische plaagbestrijding plaats zoals het gebruik van lieveheersbeestjes bij de bestrijding van luizen op planten. Er worden geen chemische middelen gebruikt bij de onkruidbestrijding op de akkers en bij de bestrijding van plantenziektes of plaagdieren. Om aan te kunnen sluiten bij de natuur zijn de percelen waarop verbouwd wordt meestal kleiner, en is de diversiteit van gewassen per akker groter dan bij de reguliere landbouw. Bij de selectie van rassen speelt in de biologische landbouw niet alleen de productiviteit en de opbrengst van het gewas een belangrijke rol maar worden ook kenmerken die te maken hebben met de natuurlijke weerstand tegen ziektes meegewogen bij de selecties van de soorten. Fair Trade Original De organisatie Fair Trade Original staat voor handel die ontwikkelt. De organisatie, werkzaam als stichting zonder winstoogmerk, is opgericht in 1959 en importeerde in 1967 de allereerste Fair Trade producten in Nederland. Sindsdien is de organisatie uitgegroeid tot importeur, groothandel, productmerk en coördinator van ontwikkelingsprogramma’s: een unieke combinatie. Historie • De historie van Fair Trade Original gaat terug naar 1959, wanneer het comité Steun Onderontwikkelde Streken (S.O.S.) wordt opgericht. Aan de oprichting van het comité is een succesvolle inzamelingsactie voorafgegaan, om melkpoeder te sturen naar ondervoede kinderen op Sicilië.
10
• In 1967 importeert de organisatie, onder het motto ‘geen hulp maar handel’, het eerste product: een houten beeldje uit Haïti. • In 1973 volgt de eerste eerlijk ingekochte koffie op de Nederlandse markt. De koffie, ingekocht in Guatemala, is de eerste in een groeiende reeks levensmiddelen die de organisatie importeert. • In de loop der jaren hebben de producten van Fair Trade Original hun plek veroverd op de schappen van onder andere supermarkten en Wereldwinkels en in de boodschappentas van de consument. Fair Trade Original vierde in 2009 het 50-jarig bestaan. Steeds meer supermarkten nemen steeds meer producten op en bijna 40% van de Nederlandse huishoudens koopt één of meerdere fairtrade levensmiddelen.
Chocopasta smeer m ‘goed!
B I J L AG E N Werkboekje
‘Chocopasta smeer ‘m goed’
Werkboekje Naam:
Groep 8 Chocopasta smeer ‘m goed
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Werkblad 1
Choc o past a smeer ‘m goed
Deze lessen gaan over een potje hazelnootpasta. Vanmorgen smeerde je het misschien wel op je brood. We gaan de hazelnootpasta van alle kanten bekijken. A de buitenkant, B de binnenkant en C de andere kant. We beginnen bij de volgende opdrachten. Je hebt hier alleen een pen bij nodig. Ik eet boterhammen met chocopasta per week. Ik vind chocopasta wel/niet lekker, omdat Ik gebruik het merk omdat Chocopasta is wel/niet gezond, omdat
Waar denk je dat hazelnotenpasta van gemaakt wordt?
Choc o past a smeer ‘m goed’
Werkblad 2
De B uit enk ant
Je bekijkt nu de buitenkant van de potten chocolade- en hazelnootpasta. Om de potten goed te kunnen vergelijken schrijf je wat je vindt op in schema 1: De ingrediënten. Doe: 1. Noteer op de bovenste regel de merknamen 2. Schrijf daaronder op waarvan de pasta’s zijn gemaakt. Je vindt dit bij de ingrediënten op het etiket. Schrijf de ingrediënten in dezelfde volgorde op als op het potje. Van de stof die het eerst wordt genoemd zit het meeste in de pasta. 3. Lees de rest van het etiket. Vind je nog andere bijzonderheden over deze hazelnootpasta, schrijf die dan op in het vak bijzonderheden. 4. Bekijk het etiket in zijn geheel. Ziet het er goed uit? Geef een cijfer van 1 tot 10 voor het etiket. Schrijf er kort een reden bij, zet dit in het vak: uiterlijk etiket. 5. Noteer de prijzen van de verschillende merken in het vak: prijs. 6. Noteer het gewicht van de inhoud bij het vak: gewicht. 7. Reken de prijs per kilo uit, zodat je de prijzen goed kunt vergelijken. Schrijf dit op in het vak: prijs per kilo. De prijs per kilo uitrekenen doe je zo: Deel de prijs door het gewicht en vermenigvuldig dit met 1000. Bijvoorbeeld: De prijs is €4,98 en het gewicht is 250 gram. € 4,98 : 250 gram: € 0,01992 per gram € 0,01992 per gram X 1000 = € 19,92 per kilogram. Schema 1: De ingrediënten Merk Ingrediënten
Bijzonderheden
Uiterlijk etiket Prijs Gewicht Prijs per kilo
Choc o past a smeer ‘m goed’
Werkblad 3
Hoo fdb est anddelen en hul pst o f fen
Lees: Voedsel wordt gemaakt van allerlei stoffen. Dit zijn de ingrediënten. Als je bijvoorbeeld een cake bakt, heb je meel, eieren, suiker (honing), boter, zout, vanillesuiker en rijsmiddel nodig. Op de verpakking moet aangegeven staan welke ingrediënten in het voedsel zitten. Dat heb je gezien op de etiketten van de hazelnootpasta. Er zit een volgorde in dat rijtje van ingrediënten. Het ingrediënt dat er het meeste in zit, staat voorop. Het ingrediënt dat er het minst in zit, staat achteraan. De volgorde voor cake: bloem, suiker, eieren, vanillesuiker, bakpoeder en zout.De eerste vier ingrediënten in het rijtje worden de hoofdbestanddelen genoemd. Zonder deze stoffen kun je geen cake bakken. Vanillesuiker, zout en bakpoeder noemen we toevoegingen of hulpstoffen. Die hulpstoffen helpen de cake een betere smaak of een mooier uiterlijk te geven of zorgen ervoor dat de cake minder snel bederft. Zij zijn niet per se nodig voor het maken van de cake. Bekijk het etiket en beantwoord de volgende vragen: 1.Wat zijn de hoofdbestanddelen van de chocolade- en de hazelnootpasta? Schrijf de hoofdbestanddelen onder elkaar in de tabel. 2. Bekijk de kaartjes en zoek uit welke werelddelen de hoofdbestanddelen komen. Schrijf dit in de kolom wereld delen in de tabel. 3. Welke hulpstoffen zitten er in hazelnootpasta? Schrijf de hulpstoffen in de tabel. 4. Bekijk het onderstaande overzicht en schrijf achter de hulpstoffen tot welke groep ze behoren. Hulpstoffenlijst • Conserveermiddelen maken een product langer houdbaar, doordat ze bederf tegen gaan (zout, azijn, sorbinezuur). • Emulgatoren zorgen ervoor dat er geen laag vet boven komt drijven en dat vet en water zich met elkaar vermengen (olie, tarwekiemen, lecithine). • Geur- en smaakstoffen geven een bepaalde geur of maak (vanillesuiker, zout, dextrose). • Kleurstoffen geven een bepaalde kleur (bietenrood, caroteen). • Stabilisatoren stabiliseren de toestand van een product. Ze zorgen er onder meer voor dat uit ijs geen water zakt (fosfaten). • Verdikkingsmiddelen maken het product steviger (zetmeel).
Choc o past a smeer ‘m goed’
Werkblad 3
Hoofdbestanddelen
Hoo fdb est anddelen en hul pst o f fen
Werelddelen
Cacao productie
Choc o past a smeer ‘m goed’
Hulpstoffen
Suiker productie
Groep stoffen
Werkblad 4
De Bin nenk ant
Doe: Je gaat nu de hazelnotenpasta test uitvoeren. De pasta’s zijn genummerd. Je weet nu dus niet welk nummer welk merk is! Vul de antwoorden van vraag 1 tot en met 7 in Schema 2: De proeftest in. 1. Beschrijf hoe de pasta er uit ziet en geef er een cijfer voor. 2. Proef de pasta, beschrijf hoe het smaakt en geef een cijfer. 3. Beschrijf de structuur van de pasta, hoe voelt het op je tong? Geef een cijfer. 4. Bereken van de drie cijfers het gemiddelde. Dit doe je door de cijfers bij elkaar op te tellen en te delen door 3. 5. De lekkerste pasta vind ik nummer 6. Neem de informatie over de prijzen en gewichten over van schema 1: De ingrediënten. Schema 2: De proeftest Pasta
1
Hoe ziet het er uit? Cijfer Hoe smaakt het? Cijfer Structuur: Hoe voelt het op je tong? Cijfer Gemiddeld cijfer Prijst per pot Gewicht Prijs per kilo Eind oordeel 7. Kies de beste, de voordeligste en de slechtste.
8. Welke pasta zou jij kopen?
9. Waarom zou jij die pasta kopen?
Choc o past a smeer ‘m goed’
2
3
4
5
Werkblad 5
De andere k ant
Lees: Je weet nu wat de lekkerste pasta is en wat de goedkoopste pasta is. Maar je kunt nog aan meer dingen denken voordat je een bepaald merk koopt: - Is het wel gezond? - Zijn de stoffen die gebruikt zijn wel milieuvriendelijk? - Is er met de boeren die de stoffen leveren wel zo eerlijk mogelijk gehandeld? We gaan nu de andere kant van een potje hazelnootpasta bekijken, namelijk de handel in cacao en hazelnoten en het telen van deze producten. Beantwoord: 1. Bedenkt wat er gebeurt is met het potje pasta, voor het bij jou thuis op de ontbijttafel staat. > Potje hazelnootpasta op tafel > > > > > > > Ben je nu al bij de boeren aanbeland? Zo nee, ga door tot dat je daar wel bent. > > > > > > >
Choc o past a smeer ‘m goed’
Werkblad 6
Biologisc h en eerlijk?
Gewoon of biologisch Vergelijk gewone landbouw met biologische landbouw Gewone landbouw
Biologische landbouw
• Grote oppervlaktes met dezelfde gewassen. • Gebruik van natuurlijke meststoffen. • Gebruik van chemische gewasverzorgingsmiddelen (spuitmiddelen). Wereldhandel en eerlijke handel. Lees het artikel Weegschaal. Weegschaal ‘Mijn hele leven als cacoaboer ben ik bedrogen’, zegt Nana Baffuor-Awuh uit Ghana. ‘Als ik mijn cacao bij de staatsopkoper liet wegen, schreef hij gewoon 65 kilo op, terwijl de weegschaal 70 kilo aangaf. Het verschil stak hij in eigen zak. En als ik met mijn cheque naar de bank ging, bleek er geen geld op zijn rekening te staan! Maanden moest ik op mijn geld wachten. Nu kan ik kiezen aan wie ik cacao verkoop: aan de staatsopkoper, privé-handelaren of via de Kuapa Kokoo, een handelsorganisatie van boeren. Ik kies voor Kuapa, die knoeit niet met weegschalen, keert de winst uit en ik heb er een stem. 1. Over wie gaat dit?
2. Wat is zijn beroep?
3. In welk land woont hij?
4. Is welk werelddeel ligt dat land?
5. Op welke manieren kan hij zijn cacao verkopen?
6. Wat is de Kuapa Kokoo?
7. Als jij cacaoboer was, aan wie zou jij dan je cacao verkopen en waarom zou jij dat zo doen?
Choc o past a smeer ‘m goed’
Werkblad 6
Biologisc h en eerlijk?
Lees de volgende tekst: Chocola met een nare smaak In Nederland moet chocola nu voor 35% uit droge cacaobestanddelen bestaan, inclusief ten minste 18% cacaoboter en ten minste 14% vetvrije droge cacaobestanddelen. Vroeger was dat iets anders. Toen moest het voor 100% uit cacaobestanddelen bestaan. Deze verandering was een ramp voor de boeren die nu minder cacao kunnen verkopen en dus ook minder geld. Ook consumenten worden eigenlijk bedrogen. Zij hebben nu minder cacao voor dezelfde prijs. Wanneer er te weinig cacao in producten zit om het chocola te noemen wordt de term cacaofantasie gebruikt. Broodsmeersels en ook paaseitjes mogen chocola genoemd worden als het op kleur gebracht is met slechts een kleine hoeveelheid cacaopoeder. De afgelopen jaren is chocola ook op een andere manier in een kwaad daglicht komen te staan. In 2001 hebben chocoladefabrikanten afgesproken dat zij vanaf 2005 alleen nog slaafvrije chocolade op de markt brengen. Het televisieprogramma’ Keuringsdienst van Waarde’ heeft aangetoond dat geen enkele chocoladefabrikant die dit zogenoemde Harding Engel-convenant had getekend dat ook daadwerkelijk deed. Toen besloten de makers van het programma, onder het motto “if you can’t beat them, join them”, dan maar hun eigen slaafvrije chocolade te produceren en op de markt te brengen. Die chocola is nu te koop onder de naam Tony’s Chocolonely. Op 6 februari 2007 bepaalde de rechter in Amsterdam dat ook echt voldoende was aangetoond dat de Tony’s Chocolonely-chocola slaafvrij wordt geproduceerd. De importeur van Zwitserse chocolade Bellissimo had de programmamakers voor de rechter gedaagd omdat ze volgens Bellissimo niet zouden kunnen garanderen dat de reep volledig slaafvrij wordt geproduceerd, waardoor de eigen Swiss- en Swiss Noir-chocoladerepen onterecht in een kwaad daglicht zouden komen te staan.
8. Chocola bestaat in Nederland dus niet meer voor 100 % uit cacaobestanddelen. Waarom is het niet goed voor de cacoaboeren dat dit is veranderd?
9. De programmamedewerker Teun van de Keuken deed op 22 maart 2004 aangifte van medeplichtigheid aan slavernij, omdat hij thuis chocoladerepen had gegeten waarvan redelijkerwijs aanneembaar was dat een gedeelte van de cacao ervan door kindslaven was geproduceerd. Uiteindelijk is er geen rechtzaak van gekomen. Wat vind je van de actie van Teun? Waarom vind je het wel en/of niet slim?
10. Vergelijk wereldhandel met eerlijke handel Wereldhandel
Eerlijke handel • De boer krijgt een vaste minimumprijs.
• De boer is afhankelijk van de koper. • Inkoop bij de boeren zelf.
Choc o past a smeer ‘m goed’
Werkblad 7
Advert ent ie o f post er
Maak een advertentie of reclameposter voor jouw beste hazelnootpasta. Probeer met die advertentie of poster andere mensen ervan te overtuigen deze pasta ook te kopen.
Choc o past a smeer ‘m goed’
CO LO FO N Handleiding materiaalpakket: Chocopasta smeer ‘m goed Uitgave Stichting Vogelpark Avifauna, Alphen aan den Rijn 2012 Bezoekadres Hoorn 65, 2404 HG Alphen aan den Rijn Postadres Postbus 31, 2400 AA Alphen aan den Rijn Tel: 0172 487588 Email:
[email protected] Email afd:
[email protected] Vormgeving & productie: H2R+ Creatieve Communicatie www.h2rplus.nl Illustraties: Atelier De Roggelelie www.roggelelie.nl Teksten: Bewerkt door Bart de Koning www.natuureducatie.com Eindredactie: Marieke Weishaupt Stichting Vogelpark Avifauna Copyright: Stichting Vogelpark Avifauna
creatieve communicatie