Vruchten in de herfst
Natuur & Milieu educatie
Groep 3 Vruchten in de herfst
1
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Inhoudsopgave
1. Inleiding
1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4. Inhoud en organisatie van de les 5. Achtergrondinformatie
In de nazomer en herfst dragen struiken en bomen een overvloed aan vruchten. Er zijn heel veel verschillende soorten, die allemaal andere kenmerken hebben. Dat kan zijn in kleur, vorm, smaak en hoe ze aanvoelen. Daarnaast hebben vruchten belangrijke functies. Ze dienen namelijk als bron van zaden voor nieuwe bomen en struiken, maar ook als voedsel voor dieren en mensen.
Bijlagen Werkblad ‘Vruchten in de herfst’ Werkblad ‘De appel’ Extra verwerkingsopdrachten Recept Appelmoes
2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting Leerdoelen • Je leerlingen weten dat er in de herfst vruchten aan bomen en struiken groeien. • De leerlingen weten dat dieren en mensen deze vruchten als voedsel gebruiken. • De leerlingen leren onderzoeken door te kijken, voelen, zoeken, tellen en tekenen. • De leerlingen weten dat uit zaadjes nieuwe planten kunnen groeien. • De leerlingen kunnen tussen diverse vruchten, verschillen in vorm, smaak en kleur aangeven. Doelgroep Dit materiaalpakket is bedoeld voor de groepen 3 van de basisschool. Samenvatting Als materiaalzending krijgt u vier pakketjes met vruchten. Dit zijn eikels, dennenappels, paardekastanjes en appels. Dit vruchtenpakket kunt u aanvullen met vruchten en takken met vruchten die de kinderen meebrengen van huis of die u verzamelt tijdens een wandeling rondom de school. Met deze vruchten gaan de kinderen vervolgens aan de slag onder andere met behulp van verschillende werkbladen en (creatieve) opdrachten.Van het materiaal kan vervolgens een mooie tentoonstelling gemaakt worden.
2
Vruchten in de herfst 3. Lesschema Lesactiviteit
Tijd
Materiaal
Werkvorm
Introductieles • Introduceren en bespreken van de vruchten uit het materiaalpakket. • Wandeling met de kinderen rondom de school op zoek naar andere vruchten.
30-40 min.
• Vruchten van het materiaalpakket.
• (Kring)gesprek (klassikaal). • Wandeling rondom de school.
Kernles • (Kring)gesprek over de verschillende vruchten. • Observeren van de vruchten en de werkbladen maken. • Bespreek de werkbladen, excursie en opdrachten na in een afsluitend gesprek.
40-60 min.
• Alle verzamelde vruchten. • Werkbladen voor de kinderen.
• (Kring)gesprek • Werkbladen maken. • Bespreken van de werkbladen.
Verwerkingsles • Zingen: In iedere kleine appel. • Werkblad ‘De appel’ maken en • appelmoes maken. • Maken van een tentoonstelling.
40-60 min.
• Liedje ‘In iedere kleine appel’. • Werklad ‘De appel’ • Mesjes, appelboor, pan, suiker, kaneel, water en een kookpit. • Materialen om een tentoonstelling van te maken (deel van de verzamelde vruchten, kleden etc.).
• Liedje zingen. • (Kring)gesprek (klassikaal). • Werkblad maken. • Appels schillen en in blokjes snijden, alle ingrediënten in de pan doen en op het vuur zetten. • Tentoonstelling (Kring) gesprek.
Aandachtspunten • Vraag de kinderen buitenkleding aan te trekken tijdens de wandeling van de introductieles. Kleding die tegen een stootje kan, vuil mag worden en tegen een regenbuitje kan. • Goed is ook om vruchten te laten zien die nog aan takken zitten. Dat kunnen bijvoorbeeld de zaden van de esdoorn zijn of bessen van de meidoorn. • Wanneer u de appelklokhuizen uitboort met de appelboor kunnen de kinderen met een niet al te scherp mes de appels schillen en in blokjes snijden.
3
• Om de appels tot moes te koken heeft u natuurlijk een hittebron nodig. Wanneer u een elektrisch kook plaatje heeft kunt u die in de klas gebruiken. Dat is leuk voor de kinderen om te zien, maar er is geen gevaarlijk open vuur. • Eventueel kunt u er ook voor kiezen geen appelmoes te maken, maar de appels zo op te laten eten.
4.Organisatie en inhoud van de les - Les 1 Introductieles Voorbereiding: Bewaar de binnengekomen vruchten van de herfst op een koele en liefst donkere plaats. Wanneer u gaat wandelen rondom de school kunt u eventueel assistentie vragen. Wanneer u ook enkele takken met vruchten er aan wilt meenemen tijdens de wandeling, is het handig om een snoeischaar mee te nemen. Dit is makkelijker voor u en beter voor de boom of struik.
Inleiding Bespreek met de kinderen dat de zomer al weer bijna voorbij is en dat de herfst voor de deur staat. Dit is de tijd dat er veel vruchten zijn. Welke vruchten zijn
4
het? Welke kennen zij nog meer? Wat zijn vruchten eigenlijk? Waarom zijn er nu zoveel vruchten? Zijn wij mensen en de dieren daar blij mee? Wat doen dieren met de vruchten? En de mensen? Kern Ga vervolgens met de leerlingen naar buiten voor een wandeling en kijk of u nog meer vruchten kunt vinden in de buurt van de school. Verzamel ze en neem ze mee naar de klas. Afsluiting: Vraag de kinderen ook thuis eens te kijken in de tuin of in hun buurt. Laat hen deze meenemen naar school.
Vruchten in de herfst Les 2 Kernles - onderzoeken van de vruchten Voorbereiding: Lees vooraf de achtergrondinformatie eerst goed door. Zorg dat de werkbladen klaar liggen voor de verschillende vruchten. Zorg dat de vruchten klaarliggen waar de kinderen mee gaan werken. Neem de vruchten uit het pakket en kies één of twee van de eigen verzamelde vruchten.
Inleiding Bespreek met de kinderen de vruchten uit het pakket en de vruchten die tijdens de wandeling en door de kinderen zelf mee naar de klas genomen zijn. Hoe zien ze er uit? Kun je ze eten? Zijn ze giftig? Zo ja, alleen voor ons? Kunnen andere dieren ze wel eten? Wat zit er binnen in een bes? Laat de kinderen voelen en eventueel ook dingen openpeuteren. Hoe ziet het er van binnen uit. Waar komen de meegenomen vruchten vandaan. Zijn ze gevonden? Of zijn ze misschien gekocht? Moet je ze plukken of kun je ze rapen? Leg uit hoe appels ontstaan uit de bloesem van de appelboom in het voorjaar. Waarom krijgen planten vruchten? Hoe verspreiden zaden zich? Leg uit dat dit op verschillende manieren kan. Via de wind, water of mensen en dieren. Sommige vogels eten vruchten en de pit of het zaadje
5
poepen ze uit. De eikenboom heeft zoveel eikels, veel worden meegenomen door vogels zoals de Vlaamse gaai. Deze verstopt en begraaft de eikels als wintervoorraad. Maar hij verstopt er zoveel dat hij niet alle eikels weet terug te vinden. Kern: Deel de werkbladen uit. Leg vervolgens op alle tafels één of enkele vruchten die de kinderen gaan bestuderen. Laat ze vervolgens de vruchten in tweetallen onderzoeken en samen de werkbladen invullen. Afsluiting: Wanneer de kinderen de verschillende werkbladen hebben ingevuld kunt u ze klassikaal bespreken. Hoe vonden ze de opdrachten? Bespreek de goede antwoorden met elkaar. Zet vervolgens gezamenlijk nog eens op een rijtje wat de kinderen hebben geleerd over vruchten. Eventueel kunt u ook nog een aantal testen met de vruchten doen. Snij ze bijvoorbeeld doormidden en wat gebeurt er als een vrucht uit de boom valt, blijven ze misschien drijven op het water? U kunt proberen enkele vruchten te laten ontkiemen (maak daarvoor op een schoteltje een bedje van natte watten of probeer het in een glazen pot met aarde).
Les 3 Afsluiting - verwerking van de vruchten Voorbereiding: Lees voor de les de achtergrondinformatie nog even door. Zorg dat de appels, appelboor, mesjes, pan, suiker, kaneel, water en een hittebron(elektrisch kookplaatje) klaarliggen. Kopieer voor alle kinderen het werkblad ‘De Appel’ Zorg ervoor dat u het liedje ‘In iedere kleine appel’ kent en kunt zingen voor de kinderen. Ook is het goed om verschillende teken-, schilder- en knutselmaterialen klaar te leggen die de kinderen kunnen gebruiken om een tentoonstelling mee te maken.
Inleiding Zing het liedje voor de kinderen en vraag hen daarna mee te zingen. In ied’re kleine appel In ied’re kleine appel daar lijkt het wel een huis, want daarin zijn vijf kamertjes precies als bij ons thuis. In ieder hokje wonen twee pitjes, zwart en klein, Die liggen daar en dromen Van licht en zonneschijn. Via de onderstaande link kunt u het liedje ook (deels) afspelen en de bladmuziek vinden, mocht u het niet kennen. http://www.kennisnet.nl/po/leerkracht/vakken/muziek/kinderliedjes/ Kern Veel vruchten zijn voedsel voor dieren en natuurlijk mensen. Wat wordt er zoal gegeten door de mensen? Dat zijn bijvoorbeeld appels, hazelnoten, beukennootjes, tamme kastanjes, pruimen en rozenbottels. Welke producten kennen ze daar van? Wat kun je er van maken?! Snij vervolgens één appel in de breedte doormidden. Dan heeft het klokhuis de vorm van een vijfster en dat zijn de vijf kamertjes uit het liedje. Vertel dat u samen met de kinderen nu met één van de vruchten uit het pakket een lekkere moes gaat maken voor allemaal. Van welke vrucht kan dat zijn? De … Appel! En hoe heet deze moes dan? …Appelmoes. Deel het werkblad ‘De appel’ uit. Bespreek wat de be-
6
doeling is. Laat ze het werkblad vervolgens maken en als ze klaar zijn mogen ze een appel komen halen. Geef kinderen een appel mee waar het klokhuis al is uitgeboord en een mesje. Laat de kinderen vervolgens hun appel schillen en in stukjes snijden. Daarna mogen de kinderen hun appels in de grote pan komen doen. Is er teveel voor één keer kunt u de appels ook verzamelen in een grote kom en tijdens het koken steeds wat stukjes appel bijvoegen in de pan. In de bijlagen vind u het recept voor de appelmoes. Wanneer de appelmoes staat te koken kunt u nog even terugkomen op het werkblad en vertellen hoe een appel groeit. Vervolgens verdeelt u de klas in een aantal groepjes. Elk groepje gaat een leuke tentoonstelling maken over vruchten in de herfst. Ze kunnen dan leuke poppetjes maken, kettingen en/of een kastanje spin in haar web om de tentoonstelling mee aan te kleden. Met tekeningen en schilderingen kunnen ze verschillende verhalen vertellen over de verschillende vruchten. Afsluiting Loop met elkaar langs de resultaten en bespreek de tentoonstellingen en de verschillen. Laat de groepjes aan elkaar iets vertellen over hun tentoonstelling. Geniet vervolgens van een heerlijk bakje zelfgemaakte appelmoes! Wacht wel even met uitdelen aan de kinderen tot de appelmoes wat is afgekoeld, anders verbranden de kinderen zeker hun tong.
Zelfstandig werken Het maken van de werkbladen kan heel goed als een dag- of weektaak aan de kinderen gegeven worden. Een klassikale introductie blijft echter wel belangrijk. Ook kan het maken van een tentoonstelling heel goed als een zelfstandige dag- of weektaak worden gegeven. Extra verwerkingsopdrachten • Spin in het web maken • Poppetjes en diertjes maken • Dennenappelslinger maken • Vogelhapje voor in de winter De verwerkingsopdrachten staan beschreven in de bijlagen!
Vruchten in de herfst 5. Achtergrondinformatie 5.1 Waarom zijn er bloemen, vruchten en zaden? Bloemen Bloemen hebben prachtige kleuren en vormen. Ze hebben een belangrijke taak: zaden maken. De mensen zien en ruiken graag bloemen. Ze kweken ze in hun tuin. Ze plukken ze om in een vaas te zetten, maar die geuren en kleuren zijn eigenlijk niet bedoeld voor de mensen. Ze dienen alleen maar om insecten te lokken voor de bestuiving. Voor heel veel planten is de bloem het deel dat voor de voortplanting zorgt. Elk deel van de bloem heeft zijn eigen taak. Bij de bestuiving komt het mannelijke stuifmeel op de vrouwelijke stempel terecht. Dan is de plant bevrucht en kan ze zaden beginnen te vormen. Er zijn planten die mannelijke en vrouwelijke bloemen hebben, maar er zijn ook planten die tweeledige bloemen hebben (dus zowel mannelijk als vrouwelijk). Als het slecht weer is, vliegen er weinig insecten rond. Veel bloemen blijven dan dicht. Ze gaan pas weer open als de zon schijnt en de insecten weer zoemen.
De bestuiving Insecten of de wind brengen stuifmeel van de ene bloem naar de andere. Niet alle bloemen hebben namelijk insecten nodig voor de bestuiving. Het wilgenkatje is een windbloem. Het gele stuifmeel wordt verspreid door de wind. Veel bloemen hebben echter nectar, een zoet sap. Ze maken dat speciaal voor hun bezoekers. Zo gaan ze met de insecten een ruilhandeltje aan: “in ruil voor nectar draag jij mijn
7
stuifmeel rond!”. Terwijl de insecten eten, komen ze vol stuifmeel te zitten. Dat nemen ze mee naar andere bloemen. Bij elke bloem laten ze wat van het stuifmeel achter. Zo “bestuiven” ze de planten. Elke bloem ziet er anders uit. Haar vorm is aangepast aan de insecten die bij haar op bezoek komen. Een platte bloemscherm: voor insecten met een korte zuigtong. Een diepe kelk: voor bezoekers met een lange tong. Een landingsplatform: voor insecten die niet kunnen zweven. Sommige bloemen hebben zelfs honingmerken. Deze zijn om de bezoekers de weg te wijzen naar het bloemhart. Vruchten Na de bestuiving is de taak van de bloem voorbij. Nu begint een vrucht te groeien. Na de bestuiving hoeft de bloem geen insecten meer te lokken. De bloemblaadjes en de meeldraden verdorren en vallen af. Elk bloempje kan een vrucht worden. De vrucht dient om het zaad te beschermen. Het zaad van de appel is verpakt in sappig vruchtvlees, net als bij een kers. Het zaad van de kastanje wordt beschermd door een stevige, stekelige bolster. De vorm van de vrucht hangt af van hoe de zaden zich later zullen verspreiden. Zo’n vrucht kan bolvormig zijn zoals een bes, maar ook langwerpig zoals een erwtenpeul of de zaden van de es. Soms zit in 1 vrucht maar 1 zaad, soms heel veel. Zaden Uit elk zaadje kan een nieuwe plant groeien. Maar planten laten hun zaden niet zomaar vallen. Zaden moeten zich verspreiden. Sommige planten, zoals de paardebloem, laten hun zaden vervoeren door de wind. Maar het kan ook anders. Sommige vruchten zitten vol haakjes. Die blijven in de vacht van een voorbijkomend dier hangen. Veel bessen worden gegeten door dieren. De onverteerde zaden laten ze met hun uitwerpselen ergens achter. Als de doosvrucht van het springzaad
open ploft, worden de zaadjes meters ver geslingerd. De zaden van het viooltje worden verspreid door mieren. Die zijn dol op het zoete aanhangsel aan de zaden. Eekhoorns en Vlaamse gaaien leggen een wintervoorraad aan van herfstvruchten. Die begraven ze in de grond. Toch vergeten ze die ook vaak weer uit te graven en dan kan het zaad ontkiemen. In het voorjaar, als er voldoende vocht en warmte is, kan het zaad dan uitgroeien tot plant. Er groeien worteltjes die naar beneden gaan en daarna verschijnen de eerste bladeren.
5.2. Waarvan zijn de vruchten uit de herfst? Grove den De grove den, ook wel pijnboom genoemd, is een van onze nuttigste bomen. Bouwmaterialen, meubels, papier, teer, terpentijn en speelgoed zijn maar een paar van de dingen waar je zijn hout, grenenhout, voor kunt gebruiken. Een den is een naaldboom. De naalden zitten twee aan twee aan de takken en blijven ongeveer drie jaar zitten. Jonge dennen groeien snel in de hoogte. Als ze ouder worden groeit de top niet meer verder en wordt de kroon aan de zijkant breder. De grijsbruine schors is onderaan dik en gebarsten. Meer naar de top is hij dun en roodbruin en bladdert in dunne stroken af. Een grove den heeft zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. In de lente kun je hele wolken van het stuifmeel van de gele mannelijke bloemen in de lucht zien hangen. Het stuifmeel kan dankzij de wind tientallen kilometers verder terechtkomen. Wanneer de
8
rode vrouwelijke bloemen bestoven zijn, duurt het nog een jaar voor de vruchten, de dennenappels of dennenkegels, gaan groeien. In het begin zijn de dennenappels groen, maar in hun derde levensjaar, als ze rijp geworden zijn, zijn ze grijsbruin. Als de zaden rijp zijn, springen ze uit de dennenappel weg. Je kunt de dennenappel met een knappend geluid hun gevleugelde zaden los horen laten en die dwarrelen dan naar beneden. Na de laatste ijstijd waren grove dennen en berken de eerste bomen die in onze streken begonnen te groeien. Vooral in de 19de eeuw werden er veel dennenbossen aangeplant. Maar je vindt de grove den ook in het wild op zandverstuivingen en heidevelden. Grove dennen kunnen heel oud worden, wel 500 jaar. In landen met een geschikt klimaat worden ze wel 40 meter hoog. Eik zomereik, wintereik en Amerikaanse eik De zomereik wordt wel de ‘koning van de bomen’ genoemd. Dat is goed te begrijpen als je deze knaap ziet met zijn knoestige takken. Die houden de kroon van de ‘koning’ hoog. De zomereik komt overal in ons land voor, vooral in bossen, parken en langs wegen. Een zomereik heeft veel licht nodig Wintereik en groeit het best op vochtige, voedzame grond. Na jaren wordt Zomereik Amerikaanse eik
de schors van een eik ruw met diepe groeven. De bladeren zijn mat donkergroen met lichtere onderkanten en ronde insnijdingen. Ze komen pas in mei uit. De bloemen van een eik komen tegelijk met de bladeren uit. De mannelijke bloemen vormen trosjes. De vrouwelijke bloemen, die aan dezelfde boom zitten, zijn heel klein en zitten op de toppen
Vruchten in de herfst
van de scheuten. De wind zorgt voor de bestuiving. De vruchten van een eik, de eikels, zitten in kleine napjes en vallen in de herfst op de grond. Eiken worden ook heel oud, 400 tot 500 jaar is niet ongewoon. Een eik kan tot 30 meter hoog worden. Onze oudste eiken zijn ongeveer 600 jaar. Uit andere landen zijn eiken van wel 1000 jaar bekend. Eikenhout is hard en sterk. Het wordt onder andere gebruikt voor sluisdeuren, parketvloeren, drempels en meubelen. Er werden vroeger ook schepen van gebouwd. Er bestaan in ons land nog een andere eikensoort, de wintereik. Die lijkt erg op de zomereik, maar hij heeft een smallere kroon en de bladeren hebben een langere steel en missen de ‘oorlelletjes’ onderaan het blad. De eikels van de wintereik hebben geen steel. Er is ook een Amerikaanse eik met punten aan zijn bladeren. Hij maakt ook eikels, maar die zijn rond.
Kastanje paardekastanje en tamme kastanje Eigenlijk is de paardekastanje of wilde kastanje geen echte ‘wilde’ boom. Hij werd omstreeks 1600 voor het eerst gekweekt en heeft zich sindsdien snel verspreid. Kastanjebomen zie je in bossen, tuinen, parken en langs straten. De paardekastanje komt oorspronkelijk uit Noord-Griekenland, voormalig Joegoslavië en Bulgarije.
9
Het kan een statige boom van 30 meter of hoger worden en wel 400 jaar oud. Bij oudere bomen is de schors grijsbruin met barsten die lange smalle ribbels vormen. De enorme bladeren bestaan uit 5 tot 7 kleinere en hebben een lange steel. De grote glanzende knoppen zijn in de lente voor ze uit komen zo kleverig als snoepjes. Een bloeiende paardekastanje kun je onmogelijk over het hoofd zien. In mei-juni schitteren de grote bloemtrossen als witte fakkels en lokken veel insecten die bij de bestuiving helpen. De bloemen zijn tweeslachtig. In september zijn de stekelige vruchten rijp en vallen op de grond. In de vruchten zitten de bruin glanzende grote zaden, de kastanjes. Ze zijn giftig en je kunt ze niet eten. Maar er bestaat ook een boom met eetbare kastanjes, de tamme kastanje. Die is te herkennen aan zijn langwerpige enkelvoudige blad en de stekelige vruchten. Omdat de zaden van beide bomen zo op elkaar lijken, heten ze allebei kastanje. Toch zijn ze geen familie van elkaar. De tamme kastanje is familie van de beuk. Deze kastanjes zijn erg lekker en smaken naar beukennootjes. Je kunt ze op allerlei manieren eten: rauw, gepoft of verwerkt tot puree. Het sterke hout is goed als vervanger van tropisch hardhout. Maar hoe zit dat dan met dat paard? Er zijn meerdere verklaringen voor. Eén daarvan is, dat men vroeger zieke paarden kon genezen met gemalen kastanjes als medicijn. Een andere verklaring is dat een afgevallen bladsteel kleine hoefijzervormige sporen op de tak achterlaat. Appelboom De wilde appel is een plant uit de rozenfamilie. De soort komt voor in Europa en Zuidwest-Azië in heggen en kreupelhoutbosjes. Het is een kleine boom of struik. De hoogte kan 10 m bedragen, maar de plant is vaak kleiner. Van de wilde appel stammen de gekweekte rassen af. Wilde appels worden soms gekweekt als sierstruik. De wilde appel heeft een dichte, lage en koepelvormige kroon met dichte, kronkelende takken. De schors is grijsachtig bruin of donkerbruin. Vaak is deze gebarsten in rechthoekige stukjes. De twijgen zijn geribbeld en vaak gedoornd. De bovenkant is donkerpaars en de onderkant is bleekbruin. Er zitten kleine knoppen op met een lengte van 4-5 mm. Deze zijn donkerpaars en zijn bedekt met kleine haartjes. De wilde appel heeft eivormige bladeren met een afgeronde of wigvormige voet. De bladeren zijn toegespitste en gekarteld of gezaagd
De bladsteel is gegroefd en dicht behaard. Het blad is aan de bovenzijde heldergroen en aan de onderkant bleek en donzig. De wilde appel heeft kleine bloemen met witte kroonblaadjes met een roze waas. Er zijn veel gele meeldraden. De vrucht (de appel) is bolvormig en groenachtig geel met witte spikkels. Soms hebben ze een rood blosje. De top en basis hebben een indeuking. Wilde appels zijn zuur, maar smaakvol. Behalve voor de sier of de appels kan de wilde appel ook voor het hout gehouden worden. Het roodbruine hout is hard en taai. Het heeft een fijne vezel en wordt gebruikt voor snijwerk en in de wagenmakerij.De appel werd al 10.000 v.Chr. in Europa in het wild verzameld en al in het Nabije Oosten geteeld in 4000 v.Chr. Waarschijnlijk is de appel langs de oude zijderoute verspreid, omdat ook het genencentrum van de appel in de omgeving van deze route ligt. In Centraal-Azië komen meer dan 25 wilde appelsoorten voor, waarmee de gekweekte appel zich in de loop der eeuwen heeft gekruist. Geselecteerde rassen werden later instandgehouden door de door Chinezen ontdekte techniek van enting. Ten tijde van de Oude Grieken en Romeinen tussen de achtste eeuw v.Chr. en de vijfde eeuw na Chr. was er een florerende teelt van appels. De Romeinen hebben deze rassen verder verspreid over West-Europa. In de negentiende eeuw hadden vele steden in Europa en Nederland hun eigen rassen. Deze rassen waren zoet of halfzuur, verschillend gekleurd en met verschillende vormen en grootte.
Enkele voorbeelden hiervan zijn Lunterse Pippeling, Brabantse Bellefleur, Groninger Kroon, Eijsdener Klumpke, Gronsvelder Klumpke enz. Vanuit Europa is de appel door kolonisten verder over de hele wereld verspreid. Met het verdwijnen van de hoogstamboomgaarden zijn veel rassen weer verloren gegaan.
Literatuurlijst Literatuur voor de leerkracht: S. Stocklin – Meier Een handvol Natuureducatie
Uitg. Intro
Literatuur voor de leerlingen: L. van Andel e.a. L. van Andel e.a. E. Beskow J. Barklem E. Carle A. Huisman D. Knegt de Graaf M. Luitwieler Y Skargon F. Testa Sietzo Dijkhuizen
Uitg. de Ruiter Uitg. de Ruiter Uitg. Christofoor Uitg. Oberon Uitg. Gottmer Uitg. de Ruiter Uitg. de Ruiter Uitg. de Ruiter Uitg. Vermande Uitg. C. de Vries- Brouwers Uitg. A.A. Balkema
10
Herfst Paddestoelen Okke, Nootje en Doppejan Besjes aan de bomen Een zaadje in de wind Kastanjes Herfst Het bos De kastanjeboom Bladeren Rond de appelboom
Vruc ht en in deBijlagen Braakballen herf st
B i j lagen
Werkblad 1 ‘De uil’ Werkblad 2 ‘Mijn Werkblad ‘Vruchten inbraakbal’ de herfst’ Werkblad 3 ‘Wat zit in mijn braakbal’ Werkblad ‘De appel’ 4 ‘Voedselketens’ ExtraWerkblad verwerkingsopdrachten • SpinWerkblad in het web5maken ‘Voedselpiramide’ • Poppetjes en diertjes maken • Dennenappelslinger maken • Vogelhapje voor in de winter
Recept Appelmoes
Werkblad
Vruc ht en in de herf st Naam:
De vrucht heet? Kruis aan:
Appel
Dennenappel Eikel Kastanje Appel Anders Teken de vrucht. Eikel
Dennenappel
Welke vorm heeft de vrucht? De vrucht is? Kruis aan:
Vruc ht en in de herf st
Kastanje
Werkblad
Vruc ht en in de herf st
Welke kleur heeft de vrucht? Kruis aan:
Hoe voelt de vrucht? Kruis aan:
Zacht Hard Glad Ruw of stekelig Droog Nat
Bruin Oranje Groen Paars Zwart
Rood Geel Blauw Roze Wit
Tel de zaadjes. Hoeveel zaadjes heeft de vrucht? Kleur het blokje: 1 6 2 7 3 8 4 9 5 10 meer
Vruc ht en in de herf st
Teken de zaadjes:
Werkblad
De a p pel Naam:
Teken de appel:
Teken het klokhuis:
Kleur de vruchten. Knip ze uit en pak ze goed op.
Lente
Vruc ht en in de herf st
Zomer
Herfst
Werkblad
Ext ra verwerkin gso pdrac ht en
Spin in het web maken Hoe maak ik het: Neem een kastanje. Prik er rondom op gelijke afstanden 5 satéprikkers in. Knoop een draad wol vast aan een prikker. Wikkel de draad om de volgende prikker heen en ga zo rond tot het spinnenweb klaar is. Eventueel kun je verschillende kleurtjes woldraad gebruiken voor het web en afwisselen.
Wat heb ik nodig: • Dikke paardekastanje • Satéprikkers • Gekleurde bollen wol
Poppetjes en diertjes maken Hoe maak ik het: De kinderen kunnen hun eigen creatieve ideeën de vrije loop laten. Eventueel kunt u zelf een aantal voorbeelden maken. • Gebruik een grote kastanje als basis. Prik er onderaan twee cocktailprikkers in met aan het uiteinde een eikeltje. Zo maak je twee benen. Aan de zijkant kunt u vervolgens op dezelfde manier armpjes maken. Bovenop is zo ook een hoofd te maken. Leuk is om door een openstaande beukendop op het hoofd te plakken het poppetje een hoedje te geven. • Door verschillende eikels aan elkaar te rijgen met aan het begin een grote kastanje kun je een slang maken.
Vruc ht en in de herf st
Wat heb ik nodig: • Eikels, kastanjes, beukennootjes etc. • Cocktail prikkers • Draad • IJzerdraad • Tang(om ijzerdraad mee te knippen) • Schaar • Lijm • Borduurnaald
Werkblad
Ext ra verwerkin gso pdrac ht en
Dennenappelslinger maken Hoe maak ik het: Knip enkele stroken van de verschillende kleuren crêpepapier van tussen de 50 cm en 75 cm lang en ongeveer 1,5 cm tot 2 cm breed. Knoop deze aan het touw, ongeveer 10 cm voor het einde. Het stukje touw van ongeveer 10 cm knoopt u vervolgens om de basis van de dennenappel.
Wat heb ik nodig: • Dennenappel • Touw • Crêpepapier (verschillende kleuren) • Schaar
Ga vervolgens met de kinderen naar buiten of een andere plaats waar ze de ruimte hebben en zwaai de dennenappelslinger in het rond. Het zal een mooi gezicht zijn en de slinger maakt wanneer je snel genoeg draait een snorrend geluid. Vogelhapje voor in de winter Hoe maak ik het: Smeer de dennenappel in met pindakaas en rol deze vervolgens door het vogelvoer. Met het touwtje kun je ze vervolgens in de tuin ophangen. Eventueel kunt u nog een mooie ketting van de vruchten en zaden laten rijgen of een mozaïek plakken van verschillende vruchten en zaden op een vel tekenpapier.
Vruc ht en in de herf st
Wat heb ik nodig: • Dennenappel • Touwtje • Pindakaas • Zakje vogelvoer
Recept
Appelmoes! Hoe maak ik het: Snij de appels in blokjes (niet te groot, dan gaat er meer in de pan). Zet dit op het vuur met een klein laagje water en de kaneel. Laat de appels zachtjes koken en roer af en toe de moes, zodat het niet aan de bodem van de pan koekt. Voeg steeds opnieuw appels toe als er ruimte ontstaat in de pan. Voeg er vervolgens suiker naar smaak aan toe en eventueel ook een schepje honing. Laat het nog even doorkoken en klaar is de heerlijke appelmoes. Pas op met proeven, want de appelmoes is heel heet!
Vruc ht en in de herf st
Ingrediënten: Grote pan Appels Water Kaneel (poeder of kaneelstokjes) Basterd suiker Eventueel een schepje honing
Colo fon Handleiding materiaalpakket: Vruchten in de herfst Uitgave Stichting Vogelpark Avifauna, Alphen aan den Rijn 2012 Bezoekadres Hoorn 65, 2404 HG Alphen aan den Rijn Postadres Postbus 31, 2400 AA Alphen aan den Rijn Tel: 0172 487588 Email:
[email protected] Email afd:
[email protected] Vormgeving & productie: H2R+ Creatieve Communicatie www.h2rplus.nl Illustraties: Atelier De Roggelelie www.roggelelie.nl Teksten: Bewerkt door Bart de Koning www.natuureducatie.com Eindredactie: Marieke Weishaupt Stichting Vogelpark Avifauna Copyright: Stichting Vogelpark Avifauna