Chirurgie | Vaatchirurgie
Omleiding van een slagader in een been
Femoro-Popliteale/Femoro-Crurale Bypass
Chirurgie | Vaatchirurgie
Er is bij u een afsluiting of vernauwing van een beenslagader vastgesteld. Uw arts heeft u een operatie voorgesteld die deze vernauwing of afsluiting kan opheffen. Dit heet een FemoroPopliteale of Femoro-Crurale Bypass, een omleiding van een slagader in het been. In deze folder leest u meer over de operatie en de gang van zaken rondom uw opname. Ontstaan van een vernauwing of afsluiting Een vernauwing of afsluiting wordt veroorzaakt door vetafzetting en verkalking in de slagader. Dit heet atherosclerose. Verschillende oorzaken kunnen een rol spelen bij het ontstaan van atherosclerose. Deze zijn onder andere roken, hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Ook erfelijkheid speelt een rol. Waarom een operatie Door de vernauwing of afsluiting van uw beenslagader stroomt er minder bloed in uw been. Het kan zijn dat u daardoor na een klein stukje lopen pijn in het been krijgt, die na korte tijd rust weer verdwijnt. Hoewel niet iedereen hiervoor hoeft te worden geopereerd, kan een operatie in uw situatie de enige manier zijn om uw klachten te verhelpen. Bij sommige mensen stroomt er door een vernauwing zo weinig bloed in het been, dat zij zelfs in rust of ’s nachts in bed pijn hebben. Ook kunnen er wonden ontstaan die niet genezen of zelfs leiden tot afsterving van één of meerdere tenen. Dan is een operatie noodzakelijk om de bloeddoorstroming van het been te verbeteren. Patiënten met minder ernstige klachten kunnen meestal zonder operatie worden behandeld.
1
Omleiding van een slagader in een been
Voorbereidingen voor de opname Gesprek met de vaatchirurg De vaatchirurg legt u op de polikliniek de belangrijkste zaken over de operatie uit. Hij bespreekt met u of er voor de omleiding waarschijnlijk een eigen ader of een kunststof ader (vaatprothese) zal worden gebruikt. Verder legt hij u uit hoe in uw situatie de ingreep waarschijnlijk zal verlopen. Meestal is de chirurg op de polikliniek niet degene die u opereert. De vaatchirurg die de operatie uitvoert, bepaalt definitief hoe uw operatie wordt uitgevoerd. U spreekt deze chirurg op uw opnamedag. Opnamegesprek met een verpleegkundige Daarna heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige . Op een later moment heeft u een gesprek met een anesthesioloog of een nurse practitioner (verpleegkundig specialist) van de afdeling Anesthesiologie. Dit gesprek vindt meestal plaats op de PreOperatieve Polikliniek van de afdeling Anesthesiologie (POPA). Voorafgaand aan dit gesprek vult u uw medische gegevens in op een ‘gezondheidsvragenlijst’ of op de computer. Gesprek met anesthesioloog Tijdens het preoperatieve gesprek met de anesthesioloog: • worden uw medische gegevens besproken; • besluit de anesthesioloog in overleg met u welke vorm van verdoving wordt gebruikt; • geeft de anesthesioloog uitleg en beantwoordt uw vragen. Stelt u gerust alle vragen die voor u belangrijk zijn en vraag uitleg als iets onduidelijk is. Het is handig als u uw vragen opschrijft zodat u ze bij het gesprek niet vergeet;
2
Chirurgie | Vaatchirurgie
•
maakt de anesthesioloog afspraken met u over de noodzakelijke voorbereiding op de operatie (bijvoorbeeld over medicijngebruik). De anesthesioloog, die u spreekt tijdens het preoperatief onderzoek, is meestal niet diegene die u op de operatiedag begeleidt. Wel zorgt hij ervoor dat alle gegevens en afspraken aan de betrokken collega worden doorgegeven. Als de anesthesioloog het nodig vindt, wordt er bij het preoperatieve onderzoek aanvullend onderzoek gedaan. Dit kan bijvoorbeeld bloedonderzoek, een röntgenfoto of een hartfilmpje (ECG) zijn. Soms heeft de anesthesioloog advies nodig van een andere specialist, zoals een cardioloog, longarts of reumatoloog. U ontvangt hiervoor dan een afspraak Alcohol en roken Als u veel alcohol drinkt, heeft dit een nadelige invloed op de narcose of verdoving. De laatste 12 uur voor de operatie mag u geen alcohol drinken. Roken heeft nadelige effecten op uw lichaam. Rokers hebben meer complicaties na operaties en narcose of verdoving. Ook hebben zij vaak meer pijn na de operatie. Wanneer u een aantal weken vóór de operatie niet rookt, is uw longslijmvlies minder geprikkeld. Wanneer u minstens 12 uur voor de operatie niet rookt, is uw bloed beter in staat om zuurstof naar de weefsels te brengen. Daardoor is er minder kans op problemen met uw bloedsomloop. Als u niet rookt en geen alcohol drinkt, genezen uw wonden sneller.
De opnamedag U wordt een dag voor de operatie opgenomen. Op de dag van de opname kunt u thuis gewoon eten en drinken. In het UMCG meldt
3
Omleiding van een slagader in een been
u zich bij de opnamebalie in de Ontvangsthal. Als u dat wilt brengt een gastvrouw u naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling heeft u een (vervolg)opnamegesprek met een verpleegkundige. Deze vertelt u de dagelijkse gang van zaken op de afdeling. De zaalarts doet een lichamelijk onderzoek. Als een ader van u zelf voor de omleiding gebruikt gaat worden wordt deze de middag voor de operatie op het Vaatlaboratorium met een viltstift aangetekend. De vaatchirurg die u de volgende dag opereert, komt langs om u nogmaals te informeren over de operatie. Hij controleert dat er een pijl is getekend op het te opereren been. U kunt dan ook nog vragen stellen. U krijgt een injectie die trombose voorkomt. Dit is een bloed stolsel in een bloedvat, dat kan ontstaan door te weinig beweging. De injectie krijgt u een keer per dag, totdat u na de operatie weer loopt. Als u het prettig vindt kunt om een slaapmiddel voor de nacht vragen.
De dag van de operatie Nuchter blijven Vanaf 24.00 uur mag u niets meer eten en drinken. Heldere vloeibare dranken zonder koolzuur mag u tot twee uur voor de ingreep gebruiken (bijvoorbeeld water, thee of appelsap). Ook wanneer een verdoving van een deel van het lichaam is afgesproken, is het belangrijk om nuchter te zijn. Af en toe komt het namelijk voor dat de verdoving niet goed lukt. In dat geval krijgt u toch een volledige narcose.
4
Chirurgie | Vaatchirurgie
Eigen medicijnen Bij het preoperatieve onderzoek heeft de anesthesioloog met u afgesproken met welke medicijnen u moet stoppen voor de operatie en welke medicijnen u kunt blijven gebruiken. Eigen medicijnen, die u mag blijven gebruiken, kunt u ’s ochtends gewoon innemen met een slokje water. Voorbereiding voor de operatie Ongeveer een uur voor de operatie geeft een verpleegkundige u een pijnstiller. Ook kunt u eventueel een rustgevend middel krijgen. Vervolgens krijgt u operatiekleding aan. Sieraden en piercings moet u voor de operatie afdoen. Laat uw bril en gebitsprothesen bij voorkeur achter op de verpleegafdeling. Dit voorkomt kwijtraken. De verpleegkundige brengt u naar het Operatiecentrum. Meestal moet u eerst nog even wachten in de voorbereidingsruimte. Als u aan de beurt bent, gaat u naar de operatiekamer. Het operatieteam controleert dan samen met u of alle gegevens juist zijn en alle voorbereidingen zijn getroffen. Dit heet de Time Out. Het duurt een paar minuten. U krijgt een infuus, meestal aan de bovenkant van de hand. Via dit infuus krijgt u de narcosemiddelen toegediend. U krijgt antibiotica om de kans op infectie zo klein mogelijk te maken. Als u een verdoving via de rug krijgt, wordt hiervoor een heel dun slangetje in de rug gebracht, terwijl u op de operatietafel zit De operatie De slagaders die vernauwd of afgesloten zijn worden via een snede in de lies en een snede boven en/of onder de knie vrijgelegd. Met behulp van een kunststof bloedvat of een eigen ader wordt een omleiding gemaakt. Dit wordt een bypass genoemd. Als uw eigen ader wordt gebruikt voor de omleiding, is dit meestal de lange 5
Omleiding van een slagader in een been
oppervlakkige ader die aan de binnenzijde van het been loopt. Deze kunt u gemakkelijk missen. De operatie duurt ongeveer drie uur Complicaties Zoals na alle operaties bestaat ook bij deze operatie de kans op algemene complicaties als wondinfectie, nabloeding, long ontsteking of verwardheid (delier). Bijzondere complicaties die tijdens de opname kunnen optreden zijn trombose en acute afsluiting van de omleiding. Eenmaal thuis kunnen infectie en afsluiting van de omleiding optreden. Soms kan een afsluiting door een tweede operatie worden verholpen. Als u plotseling niet meer goed kunt lopen met het geopereerde been, moet u contact opnemen met een arts.
Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Als u pijn heeft of misselijk bent kunt u om medicijnen vragen. Wanneer uw bloeddruk en ademhaling stabiel zijn en u goed wakker bent gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie bent u door een aantal slangen verbonden met apparaten. Dat kunnen zijn: • één of twee infusen voor vochttoediening; • een dun slangetje in uw rug voor de pijnbestrijding; • een blaaskatheter voor afloop van de urine. Afhankelijk van uw herstel na de operatie worden deze slangen verwijderd. Na de operatie moet u enkele dagen in bed blijven. Het is belangrijk dat u de eerste tijd na de operatie het geopereerde been niet buigt. Wanneer u ook onder uw knie bent geopereerd,
6
Chirurgie | Vaatchirurgie
krijgt u tijdelijk een losse beenspalk. Deze spalk moet voorkomen dat u de knie te sterk buigt. Na ongeveer drie dagen mag u uit bed en uw been belasten. Het geopereerde been is na de operatie meestal iets dikker omdat er weer meer bloed in het been komt en de afvoer van het bloed hier nog aan moet wennen.
Weer naar huis Als alles goed gaat, kunt u 10 tot 14 dagen na de operatie weer naar huis. De dag voor vertrek naar huis wordt met u een ontslag gesprek gehouden. Hierin wordt met u het verloop van de opname besproken. Ook krijgt u informatie over het te verwachten verdere herstel. Van de verpleegkundige van de verpleegafdeling krijgt u een brochure mee met adviezen voor de periode na de operatie. Wanneer u weer helemaal van de operatie zal zijn hersteld, is moeilijk aan te geven. Houdt u er rekening mee dat u thuis nog ongeveer vier weken nodig heeft om te herstellen. Controle U krijgt een afspraak mee voor een controle op de polikliniek, ongeveer zes weken na de operatie. De arts bespreekt met u op welke termijn u daarna weer voor controle wordt verwacht. Telefonisch spreekuur Nazorg U krijgt ook een afspraak mee voor het telefonisch spreekuur Nazorg. Ongeveer drie dagen nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen, belt een verpleegkundige van de polikliniek Chirurgie u om te vragen hoe het gaat. We horen dan ook graag hoe u de ziekenhuisopname hebt ervaren. Als er dingen zijn die u wilt bespreken, kan het handig zijn deze even van te voren op te schrijven zodat u niets vergeet.
7
Omleiding van een slagader in een been
Vragen Als u na het lezen van deze brochure of na de operatie nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met het vepleegkundig telefonisch spreekuur van de polikliniek Chirurgie. U belt dan het algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61 en vraagt om doorverbinding met zoemer 55833. Het verpleegkundig telefonisch spreekuur is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.30 tot 16.00 en op vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. Buiten deze tijden kunt u voor spoedeisende vragen contact opnemen met de Centrale Spoedopvang van het UMCG, telefoonnummer (050) 361 80 20. De dienstdoende arts adviseert u dan wat u het beste kunt doen. Websites Meer informatie kunt u vinden op de volgende websites: www.helendemeesters.nl/vaatchirurgie.htm www.vascularprocedures.com www.hartenvaatgroep.nl
Aantekeningen
8
Patiënteninformatie vlc 332/1108