Chirurgie | Oncologie
Geïsoleerde spoeling van arm of been Perfusie
Chirurgie | Oncologie
Wat is een perfusie? Een perfusie is een ingreep waarbij een hoge dosis anti-kanker medicijn door de bloedbaan van uw zieke arm of been circuleert. Deze ingreep vindt plaats onder algehele narcose. Tijdens de ingreep wordt zowel in de hoofdslagader van uw arm of been als in de hoofdader een katheter (slangetje) ingebracht. Door de katheter in de slagader wordt een hoge dosis anti-kanker medicijnen toegediend. De medicijnen worden vervolgens met het bloed via de ader weer afgevoerd. Op deze wijze wordt de tumor in uw arm of been gedurende 60 minuten aan een zeer hoge dosis van de medicijnen blootgesteld. Het beoogde effect is een zo groot mogelijk anti-tumor effect te krijgen. Tijdens de ingreep is de bloedcirculatie in uw arm of been gescheiden van de bloedcirculatie in de rest van uw lichaam, om te voorkomen dat de rest van uw lichaam met de hoge dosis anti-kanker medicijnen in aanraking komt. Hiervoor wordt uw arm of been gedurende de ingreep met een band afgeklemd. De beide katheters worden aangesloten op een zogenaamde hartlongmachine, die het bloed in uw arm of been van zuurstof voorziet en rondompt. Bij de perfusie wordt gebruik gemaakt van celdelingremmende medicijnen (cytostatica/chemotherapie), eventueel in combinatie met kunstmatige eiwitten (TNF-alfa). Om de werking van deze middelen te versterken, wordt uw arm of been tijdens de geïsoleerde spoeling opgewarmd tot 39°C. Dit gebeurt met behulp van een warmwatermatras en de hart-longmachine. Deze temperatuursverhoging versterkt het effect van de behandeling.
1
Geïsoleerde spoeling van arm of been
Wanneer wordt een perfusie toegepast Een perfusie wordt toegepast bij kwaadaardige weke-delen tumoren en melanomen van arm of been. De perfusie kan worden uitgevoerd op twee plaatsen in de arm: de oksel of de bovenarm. En op drie plaatsen bij het been: via de buik, de lies en het bovenbeen.
2
Chirurgie | Oncologie
Hierna is aangekruist wat voor u van toepassing is. G
G
Een weke delen tumor gaat uit van het steunweefsel (bindweefsel, vetweefsel, spierweefsel). Door middel van onderzoek is bij u aangetoond dat de tumor niet is te verwijderen door een operatie, of dat een operatie alleen kan met ernstig functieverlies van uw arm of been als gevolg, of door het uitvoeren van een amputatie. Het doel van de geïsoleerde perfusie is u een behandeling te bieden waarbij uw arm of been mogelijk gespaard kan blijven. Een melanoom is een tumor van de huid. Als in een arm of been uitgebreide tumorgroei is vastgesteld kan een perfusie worden geadviseerd.
Onderzoeken Voor de perfusie worden of zijn enkele onderzoeken gedaan om de lokale tumorgroei vast te leggen en zeker te zijn dat u geen uitzaaiingen heeft en u verder gezond bent. De volgende onderzoeken kunnen nodig zijn: • een bloedonderzoek • een elektrocardiogram (ECG of hartfilm) • een röntgenfoto van uw hart en longen • een CT-scan van uw longen en eventueel buik, om uit te sluiten of u uitzaaiingen heeft • een MRI-scan van uw aangedane arm of been (alleen bij weke-delen tumoren) • een PET-scan, om uit te sluiten of u uitzaaiingen heeft (alleen bij melanomen) • een zwangerschapstest bij vrouwen jonger dan 50 jaar (alleen bij TNF perfusie)
3
Geïsoleerde spoeling van arm of been
•
een bloedonderzoek om te kijken of u het Aids-virus heeft (alleen bij TNF perfusie). Dit omdat niet bekend is wat de uitwerking van TNF is op het Aids-virus.
Complicaties Zoals na iedere operatie kunnen complicaties optreden zoals wondinfectie en koorts. Na een perfusie met TNF kunnen specifieke complicaties optreden. TNF kan koorts met of zonder koude rillingen veroorzaken en allerlei griepsymptomen opwekken. Daarnaast heeft TNF een sterk bloeddruk verlagend effect. Daarom wordt u gedurende 24 uur na de ingreep op de uitslaapkamer of de intensive care opgenomen. De bloeddruk en hartfunctie worden continu in de gaten gehouden en zo nodig gecorrigeerd.
Opname Eén dag voor de ingreep wordt u opgenomen. Op de dag van de opname kunt u thuis gewoon eten en drinken. Nadat u zich heeft gemeld bij de opnamebalie brengt een gastvrouw u naar de afdeling. Op de afdeling heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige. Deze vertelt u de dagelijkse gang van zaken op de afdeling. De zaalarts doet een lichamelijk onderzoek en controleert alle uitslagen. De chirurg komt langs om u nogmaals te informeren over de perfusie. U krijgt gelegenheid om vragen te stellen. Het volume van uw arm of been wordt gemeten, omdat de hoeveelheid cytostaticum hierop moet worden afgestemd. De dag voor de operatie krijgt u twee keer een aantal druppels jodiumdrank. De reden hiervoor is als volgt. Omdat tijdens de perfusie de anti-kanker medicijnen in zeer hoge dosering worden gegeven, moet de chirurg er zeker van zijn dat 4
Chirurgie | Oncologie
lekkage hiervan naar de rest van het lichaam beperkt blijft. Deze lekkage wordt tijdens de operatie gemeten met behulp van een radioactief isotoop. Om te voorkomen dat het radioactief isotoop zich in de schildklier opslaat en daardoor niet meer in de grote bloedcirculatie kan worden gemeten, krijgt u de jodiumdrank. De schildklier neemt deze jodiumdrank op en raakt verzadigd. Hierdoor kan de schildklier het radioactief isotoop niet meer opnemen en blijft mogelijke lekkage van de anti-kanker medicijnen meetbaar in de grote bloedcirculatie. De anesthesioloog heeft de narcose al eerder met u besproken, op het spreekuur van de Polikliniek Anesthesiologie (POPA). De dag voor de ingreep bespreekt de anesthesioloog nogmaals met u de narcose en informeert hij u of u na de operatie naar de uitslaapkamer of de Intensive Care gaat. Ook kunt u met de anesthesioloog overleggen of u een slaaptablet mag gebruiken. De avond voor de ingreep krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose (een bloedstolsel). Deze krijgt u één of twee keer per dag totdat u na de ingreep weer voldoende loopt. Vanaf 24.00 uur mag u niets meer eten en drinken.
De dag van de ingreep ’s Morgens krijgt u speciale operatiekleding aan. Ter voorbereiding op de narcose krijgt u soms een tabletje waar u rustig van wordt. Als u sieraden draagt of een (gebits)prothese heeft, moet u deze verwijderen. Een verpleegkundige brengt u op uw bed naar de operatieafdeling. Daar wordt u gevraagd om op de operatietafel te gaan liggen. Via een infuus krijgt u de narcosemiddelen toegediend.
5
Geïsoleerde spoeling van arm of been
De ingreep De bloedsomloop van uw arm of been wordt gescheiden van de grote bloedsomloop. Dit gebeurt door uw arm of been aan te sluiten aan de hart-long machine. De hart-long machine spoelt gedurende één uur uw arm of been met de anti-kanker medicijnen en voorziet het bloed van zuurstof. De gehele ingreep duurt ongeveer vijf á zes uur. Dit heeft onder meer te maken met het aansluiten en afkoppelen van de hartlong machine. Soms is het nodig om tijdens de operatie lymfeklieren in de oksel of lies te verwijderen, om toegang te krijgen tot de bloedvaten. Spoelen met een cytostaticum veroorzaakt meestal zwelling van de spieren. Om de spanning in de spieren na de operatie te verminderen worden tijdens de operatie één of meerdere vliezen rondom een spier van de onderarm of het onderbeen doorgesneden. Dit geneest vanzelf weer. Na de ingreep Na de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer of de Intensive Care gebracht. U bent via een aantal slangen verbonden met apparaten: • beademingsapparatuur • een monitor (bewakingsapparaat) voor de bewaking van bloeddruk, hartslag, temperatuur en ademhaling • infusen voor vochttoediening en/of medicijntoediening • eventueel een dun slangetje in uw rug voor de pijnbestrijding • een sonde door uw neus, die via de slokdarm in de maag ligt en ervoor zorgt dat het overtollige maagsap kan worden afgezogen • een drain in uw of lies of oksel voor afvoer van inwendig wondvocht • een blaaskatheter voor afloop van de urine
6
Chirurgie | Oncologie
Op de Intensive Care worden de beademingsapparatuur en de monitor verwijderd. Na 24 tot 48 uur gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na enkele dagen wordt de rest van de slangen verwijderd behalve de drain in uw oksel of lies. Als gevolg van de perfusie voelt u zich een paar dagen niet lekker. Eventueel krijgt u hiertegen medicijnen. Uw arm of been kan als gevolg van de perfusie rood en dik zijn. Soms ontstaan er blaren. Deze verschijnselen zijn meestal tijdelijk van aard. Tijdens de eerste dagen heeft u dan ook bedrust en ligt uw arm of been hoog. Na enkele dagen mag u meestal weer uit bed. Als uw arm is behandeld, draagt u uw arm in een mitella. Als uw been is behandeld, dan mag u op een stoel zitten met uw been omhoog gelegd op een andere stoel. Een fysiotherapeut oefent met u uw arm of been om stijfheid te voorkomen. Als u een perfusie van een been heeft gehad gaat u na verloop van tijd met de fysiotherapeut oefenen om met krukken te lopen. Vanwege het griepachtige gevoel en soms misselijkheid na de perfusie kunt u weinig eetlust hebben. Soms wordt de diëtist gevraagd om samen met u naar de samenstelling van de voeding te kijken. De slang uit uw oksel of lies wordt afhankelijk van de vochtproductie verwijderd. Omdat de okselklieren of liesklieren zijn verwijderd en de wond veel vocht blijft produceren kan dit wat langer duren. Na een behandeling via de lies bestaat de kans op zwelling in uw been (oedeem). De verpleegkundige van de verpleegafdeling vertelt u wat u kunt doen om zwelling te voorkomen. Als zeker is dat u na de operatie een steunkous zal moeten dragen, wordt deze u voor de operatie aangemeten. De kous moet u minstens zes maanden na de operatie dragen om een dik been te voorkomen. Ongeveer één week na de ingreep mag u weer naar huis. Als thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt dit vanuit het ziekenhuis geregeld. Adviezen wat u wel en niet mag
7
Geïsoleerde spoeling van arm of been
doen met uw arm of been krijgt u van de verpleegkundige mee. Ook krijgt u een afspraak mee voor een poliklinische controle.
Hoe verder Afhankelijk van de soort kanker waarvoor u behandeld wordt, is er een aanvullende, tweede operatie nodig. Dit gebeurt 6 tot 8 weken na de perfusie. Soms wordt eerst weer uitgebreid röntgenonderzoek gedaan om de situatie na de behandeling vast te leggen en/of uitzaaiingen elkders in het lichaam uit te sluiten. Het verdere beleid is afhankelijk van de aard van de tumor. De chirurg zal dit met u bespreken.
Tot slot Mochten zich direct nadat u thuis bent problemen voordoen, dan verzoeken wij u contact op te nemen met uw huisarts en/of het UMCG. U kunt van maandag tot en met vrijdag overdag bellen met de verpleegafdeling Chirurgische Oncologie K4, via telefoonnummer (050) 361 49 90. ’s Avonds en in het weekend kunt u direct contact opnemen met de Centrale Spoedopvang van het UMCG, via telefoonnummer (050) 361 80 20.
Aanvullende informatie Via de verpleegkundige of arts krijgt u aanvullende informatie: • folder KWF Melanoom • folder Weke delen sarcomen Ook kunt u meer informatie vinden op de website van de KWF Kankerbestrijding: www.kwfkankerbestrijding.nl
8
Patiënteninformatie vlc 344/0812