Amputatie van het been
Er is besloten dat uw been geamputeerd moet worden. Een dergelijke operatie is een zeer ingrijpende gebeurtenis. Uw arts heeft met u besproken waarom deze operatie voor u noodzakelijk is.
In deze folder vindt u informatie over de operatie. Heeft u nog vragen over de operatie? Stel deze dan gerust aan de chirurg of aan de verpleegkundige.
Daarnaast kunt u met vragen of problemen op emotioneel of praktisch gebied ook terecht bij het medisch maatschappelijk werk van het MCL of bij De Landelijke Vereniging van Geamputeerden. De telefoonnummers vindt u in het hoofdstuk “Hulp en informatie“.
Wanneer is amputatie noodzakelijk? Er zijn verschillende redenen voor een beenamputatie. Zo kan een amputatie het gevolg zijn van, of noodzakelijk zijn na, een ongeluk (trauma), een infectie, een tumor, een verbranding of bevriezing. Maar in de meeste gevallen (90%) is een amputatie nodig in verband met vaatproblemen.
Vaatproblemen Bij vaatproblemen is de doorbloeding van het been verstoord. Dit kan ook in de andere vaten van het lichaam voorkomen. Deze doorbloedingstoornis kan acuut zijn. Bijvoorbeeld door een bloedprop (embolie). De doorbloedingsstoornis kan ook chronisch zijn, als gevolg van vaatlijden (=verstopping van de vaten, ook wel arteriosclerose genoemd).
Door problemen met de doorbloeding kunnen in het been de vaten verstoppen en kunt u veel pijn en wondjes krijgen. In zo’n situatie kan de vaatchirurg besluiten dat een amputatie nodig is.
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Amputatie van het been
Wanneer is een amputatie noodzakelijk? •
Als de bloedvaten en/of zenuwen in uw been ernstig beschadigd zijn. U kunt dan zo'n ondraaglijke pijn krijgen dat een operatie noodzakelijk is.
•
Als de pijn misschien nog wel draaglijk is, maar als er door ernstige beschadiging van de bloedvaten en de zenuwen een groot risico is op infectie. Die kans is nog groter voor diabetespatiënten. Als deze infectie zich uitbreidt kan een levensbedreigende situatie ontstaan. Om dit te voorkomen is een amputatie noodzakelijk.
•
Als er al weefsel is afgestorven en er geen kans is op genezing.
De operatie wordt alleen gedaan als andere alternatieven (zoals bloedvatoperaties) niet mogelijk zijn of wanneer deze uitgevoerd zijn en niet voldoende geholpen hebben.
Complicaties Bij elke operatie is er kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie de risico’s die voor elke operatie gelden, zoals trombose en longontsteking. Om deze risico's te beperken krijgt u zo nodig antibiotica. Ook krijgt u antistollingsmedicijnen (bloedverdunners) in de vorm van injecties en/of tabletten om trombose en longembolieën te voorkomen.
Daarnaast is er na de operatie kans op problemen met de wond zoals nabloeding, afwijking aan het litteken, vochtvorming en wondinfectie.
U kunt last krijgen van fantoompijn: Zie hoofdstuk “Na de operatie” en de folder “Fantoompijn”.
Om complicaties te voorkomen en voor een goed herstel is het belangrijk dat u gezond eet en zo snel mogelijk weer ‘in beweging' komt. De verpleegkundige, de fysiotherapeut en eventueel de diëtist helpen u hierbij.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Amputatie van het been
Voorgesprek voor de operatie Voor de operatie bespreekt uw chirurg of assistent-chirurg hoe hij de operatie zal uitvoeren. In dit gesprek vertelt hij u welk deel van het been afgezet moet worden. De arts kijkt daarbij altijd naar twee dingen: 1. Waar is het weefsel nog gezond genoeg? 2. Wat is een goede plek om later een prothese te kunnen aanbrengen?
Een voorbeeld: U heeft bijvoorbeeld een ernstige infectie aan de voet, waardoor het noodzakelijk is (een deel van) voet te amputeren. De arts kan de voet dan niet onder de enkel amputeren: dat zou te dicht bij de infectie zijn. Amputeren vlak boven de enkel is echter ook niet geschikt. Op die plaats kan geen goede en stabiele prothese worden aangebracht. De amputatie zal in dit geval uiteindelijk plaatsvinden op ongeveer een handbreedte onder de knie.
Soms blijkt echter tijdens de operatie dat het letsel erger is dan de arts van tevoren dacht. Dan neemt de chirurg toch een groter deel van het been weg dan hij eerder met u besproken had.
Voor de wondgenezing is het erg belangrijk dat de chirurg altijd in het gezonde deel snijdt. Amputeert hij niet ver genoeg? Dan geneest de wond niet. Dit kan verdere weefselschade en infectie tot gevolg hebben. Een tweede operatie kan dan nodig zijn.
De operatie De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. U wordt onder algehele narcose gebracht en/of u krijgt een ruggenprik. De chirurg of assistent-chirurg voert de operatie uit.
De operatie zelf duurt ongeveer een uur. Na de operatie blijft u ongeveer een uur op de uitslaapkamer. Daarna wordt u teruggebracht naar de afdeling.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Amputatie van het been
Na de operatie Als uw been ernstig geïnfecteerd was dan blijft de wond de eerste dagen open om de wond goed schoon te kunnen houden. Als de infectie onder controle is dan wordt de wond gesloten middels hechtingen. Hiervoor is een tweede operatie noodzakelijk.
Direct na de operatie is de stomp verbonden met een gipskoker (tenzij de arts anders beslist). Deze gipskoker wordt elke week verwisseld op de gipskamer. U ziet de stomp dan voor het eerst. Bij heftige pijn of als de wond gaat doorlekken door het gips heen, moet het gips al eerder verwisseld worden.
U kunt 'fantoompijn' krijgen; voor uw gevoel zit uw been er nog aan, maar hij voelt vreemd aan en/of doet pijn. Fantoompijn wordt veroorzaakt doordat de zenuwen in de stomp nog prikkels doorgeven aan de hersenen, ook al zijn ze doorgesneden. Er zijn tegenwoordig medicijnen tegen de meest vervelende verschijnselen. Vraag de arts hier gerust naar. U heeft na de operatie pijn aan de wond. Van de verpleegkundige krijgt u op vaste tijden pijnstillers. Het is belangrijk dat u deze dan ook inneemt om een goed resultaat te krijgen. Mocht u toch nog pijn hebben? Zeg dit dan tegen de verpleegkundige. Deze kan dan zorgen voor meer of andere pijnstillers.
De hechtingen worden na ongeveer drie weken verwijderd.
Revalidatie en fysiotherapie Na de operatie volgt een periode waarin de wond moet herstellen en waarin u begint met revalideren. U gaat hiervoor naar de revalidatiearts en de fysiotherapeut. De revalidatiearts is meestal voor de operatie al betrokken bij uw behandeling, behalve bij acute operaties.
De revalidatiearts bespreekt met u wat de mogelijkheden zijn voor revalidatie en welke prothese mogelijk voor u geschikt is. -4-
MCL | Patiënteninformatie
Amputatie van het been
De fysiotherapeut bezoekt u vanaf twee dagen na de operatie op de afdeling en begeleidt u bij de verdere revalidatie.
Ontslag uit het ziekenhuis Wanneer? In een overleg tussen chirurg, assistent-chirurg, revalidatiearts, verpleegkundige, fysiotherapeut, u en uw familie wordt besproken wanneer u het ziekenhuis weer kunt verlaten. Dit is meestal ongeveer 2 tot 3 weken na de opname.
Waar naartoe? De revalidatiearts bekijkt of u in aanmerking komt voor een tijdelijke opname in een revalidatiecentrum. Zo niet, dan kan er een revalidatieplek in een verpleeghuis aangevraagd worden. Het is ook mogelijk dat u naar huis gaat en tijdens dagbehandeling revalideert bij Revalidatie Friesland.
Transferpunt De opname in een verpleeghuis wordt geregeld door het transferpunt van het ziekenhuis. Het transferpunt kan ook thuiszorg regelen. In overleg met u en uw familie kan de verpleegkundige van de afdeling contact opnemen met het transferpunt. Iemand van het transferpunt komt dan bij u langs op de afdeling om de zorg na de opname in het ziekenhuis te bespreken.
Informatie over eigen bijdrage verpleeg/ verzorgingshuis vindt u in de folder “Bijzondere Zorgkosten”. Deze folder krijgt u van de medewerker van het transferpunt.
Aanpassingen en hulpmiddelen Om u in het dagelijks leven weer zoveel mogelijk zelf te redden zijn er verschillende aanpassingen en voorzieningen beschikbaar. Bijvoorbeeld een prothese, aangepaste rolstoel of schoenen enz. De ergotherapeut kan bekijken wat u nodig heeft. De ergotherapeut kan dit dan voor u aanvragen.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Amputatie van het been
Hulp en informatie Ziek zijn is vaak ingrijpend. Als u naar het ziekenhuis moet voor een operatie kunt u zich angstig, onzeker of verdrietig voelen. U kunt ook vragen krijgen over praktische of financiële zaken. Zeg dit gerust tegen de verpleegkundige. Deze kan u in contact brengen met een medisch maatschappelijk werker, geestelijk verzorger of de activiteitenbegeleiding. Ook uw familie kan bij deze personen terecht voor een gesprek.
Telefoonnummers Medisch Maatschappelijk Werk
058 – 286 78 76
Geestelijke Verzorging
058 – 286 62 82
Activiteitenbegeleiding
058 – 286 69 47 / 286 69 48
Landelijke Vereniging van Geamputeerden De Landelijke Vereniging van Geamputeerden biedt informatie, lotgenotencontact en belangenbehartiging voor mensen met een (been)amputatie. www.lvvg.nl
www.mcl.nl
Afdeling T
058 – 286 67 10
©MCL augustus 2015 Docnr. 20767 (3)
-6-
MCL | Patiënteninformatie