Amputatie
H.253083.0614
van een teen, voet of (deel van een) been
Inleiding U heeft met uw behandelend arts besloten tot een opname waarbij uw teen, voet of een deel van uw been geamputeerd wordt. Door verschillende oorzaken is uw been beschadigd waardoor genezing niet meer mogelijk is. Een beschadiging ontstaat door, slechte bloedcirculatie, suikerziekte, een ongeluk of een kwaadaardige aandoening. Verhindering Bij verhindering belt u naar het Bureau Patiënten Logistiek (0523) 276807 Voorbereiding thuis De beslissing om tot een amputatie over te gaan is moeilijk. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk is een amputatie een zware belasting. U ontvangt de folder Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling, met de daarbij behorende afspraken. U leest wat er nog gedaan moet worden voordat u opgenomen wordt. Voor uw opname krijgt u een intakegesprek. Als u bloedverdunners gebruikt meldt u dit dan. Wat neemt u mee patiëntenkaart actueel medicatieoverzicht, deze kunt u opvragen bij uw apotheek. Waar meldt u zich U meldt zich voor opname bij de receptie. De operatie Op de dag van de operatie brengt de verpleegkundige u van de verpleegafdeling naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Hier krijgt u een infuus en de ruggenprik als dit met u is afgesproken. Na ongeveer een half uur gaat u naar de operatiekamer. Wanneer u algehele narcose krijgt wordt dit op de operatiekamer toegediend. 2
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer waar u rustig kunt bijkomen. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, polsslag en wond. Als die goed zijn, mag u terug naar de verpleegafdeling. Op de afdeling houden de verpleegkundigen u goed in de gaten. Dit in verband met het optreden van mogelijke complicaties. U ligt dan nog aan het infuus. Verder heeft u één of twee drains. Dit zijn slangetjes die bloed en wondvocht afvoeren. Zo’n drain mag er na één tot vijf dagen uit. Waarschijnlijk heeft u ook een blaaskatheter, omdat het meestal moeilijk is om te plassen na de operatie. Duur van de operatie De operatie duurt ongeveer één uur afhankelijk van welk gedeelte van uw been geamputeerd wordt. Mogelijke complicaties Complicaties zijn gelukkig zeldzaam maar nooit uit te sluiten. Ondanks alle zorg die aan de operatie wordt besteed, kunnen er toch complicaties optreden in de vorm van wondnecrose; het afsterven van wondranden trombose; (bloedstolsel) decubitus; het vormen van doorligplekken door langdurig in dezelfde houding liggen dwangstand (contractuur) van de stomp; het in een vaste stand gaan staan van heup of kniegewricht als gevolg van pijn en onvoldoende oefeningen nabloeding. Pijn en fantoom pijn U kunt pijn hebben aan de amputatiestomp, dat is normaal na de operatie. Verder kunt u last hebben van fantoompijn, dit is pijn die u voelt in het gedeelte dat geamputeerd is. Soms trekt de fantoompijn weg, soms blijft de pijn bestaan. Hier zijn medicijnen voor. Ook kan veel en normaal lopen met de prothese de pijn verzachten.
3
Behalve fantoompijn bestaat het verschijnsel fantoomgevoel. U kunt het gevoel hebben dat het geamputeerde deel er nog steeds is. U kunt bijvoorbeeld jeuk aan uw voet hebben. Uw fysiotherapeut kan u oefeningen geven waardoor dit gevoel langzaam afneemt. Revalidatie in het ziekenhuis Na de operatie begint het revalidatieproces. U gaat leren om zelfstandig te lopen met of zonder prothese en met of zonder hulpmiddel. U leert om weer zo goed mogelijk te functioneren in het dagelijks leven. De revalidatie begint al op de verpleegafdeling in het ziekenhuis. De fysiotherapeut en de ergotherapeut helpen u revalideren bij: uit bed komen rolstoel rijden als het mogelijk is, te lopen zonder prothese, met hulpmiddel oefeningen om uw been sterker te maken en om uw armen meer kracht te geven oefeningen met uw stomp om de bewegelijkheid van uw gewrichten en uw spierkracht te onderhouden en verbeteren voorkomen van verkorting van uw spieren. Revalidatie buiten het ziekenhuis Na ontslag uit het ziekenhuis is (klinische) revalidatie mogelijk: In een revalidatiecentrum. In een verzorgings- of verpleeghuis met een revalidatie afdeling. Bij u thuis. U gaat dan poliklinisch revalideren.
4
Het revalidatieteam Het einddoel van de revalidatie is dat u weer zo zelfstandig mogelijk kunt functioneren. Er is een team dat u daarbij begeleidt, bestaande uit: De verpleegkundigen helpen u bij het wassen, aankleden en verzorgen, verbinden van uw stomp. De fysiotherapeut geeft u oefeningen om arm-, been- en rompspieren te versterken. Leert u hoe u zich kunt verplaatsen op één been en hoe u loopt met uw prothese. Een ergotherapeut adviseert u bij aanpassingen in uw huis, uw auto en op uw werk. Helpt u bij de aanschaf van geschikte hulpmiddelen. Leert u zelf te douchen en uw dagelijkse activiteiten te doen. Een psycholoog en maatschappelijk werker helpen u bij uw verwerking en acceptatie van uw amputatie. Er is aandacht voor uw partner en familie. U kunt uw huisvesting, sociale verzekering, dagbesteding, werk en scholing aan de orde stellen. Een orthopedisch instrumentenmaker maakt uw prothese. Uw revalidatiearts heeft een coördinerende rol en is nauw betrokken bij het passen en maken van uw prothese. Dagelijks verzorgen van uw stomp De stomp en de stomphuid verdienen de nodige aandacht. Is de operatiewond genezen, dan is dagelijkse hygiëne erg belangrijk. U kunt het beste de stomp ‘s avonds voor u naar bed gaat wassen met koud water en een zachte zeep. Droog de stomp daarna af met een ruwe handdoek. Deze stevige aanpak vermindert de gevoeligheid van de stomp en verhoogt de druk die een stomp aan kan tijdens het lopen met een prothese. Een te droge huid kunt u behandelen met een huidlotion. Wilt u iets anders gebruiken overleg dan eerst met uw arts. Voordat u de prothese aandoet, is het belangrijk dat u de stomp iedere dag controleert op kleine schaafwondjes.
5
Weer lopen met een Prothese Uw revalidatiearts beoordeelt of u met een prothese zal kunnen lopen. Verschillende factoren spelen daarbij een rol: uw situatie voorafgaande aan uw amputatie conditie van uw hart en longen conditie van uw been uw coördinatievermogen uw zelfvertrouwen uw doorzettingsvermogen uw leeftijd uw thuissituatie uw hobby’s of uw werk lengte van de amputatiestomp en het niveau van de amputatie (voet, enkel, onderbeen, bovenbeen) conditie van uw stomp, welke druk of aanraking kunt u verdragen. Afspraak prothese Uw revalidatiearts en uw fysiotherapeut zullen samen met uw orthopedisch instrumentenmaker gaan beoordelen wat voor prothese het best bij u past. De orthopedisch instrumentenmaker meet uw prothese aan. In de folder Revalidatie dagbehandeling staat informatie over verschillende prothesen en hoe het aanmeten gaat. Financiële gevolgen Om zelfstandig te kunnen functioneren heeft u hulpmiddelen nodig. Vraag bij uw zorgverzekering welke vergoeding u krijgt. Uw ergotherapeut kan u hierbij helpen.
6
Vragen Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met de poli chirurgie van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur (0523) 276310 In het weekend kunt u contact opnemen met (0523) 276000 en vragen naar de spoedeisende hulp. Landelijke vereniging voor geamputeerde www.lvvg.nl Lotgenoten http://kortermaarkrachtig.com/
7
8