Orthopedie
De amputatie van een ledemaat
Orthopedie
Inleiding In deze brochure vindt u globale informatie over de procedure rond de amputatie van een ledemaat. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de situatie van iedere patiënt weer anders kan zijn.
Amputatie Een amputatie is het afzetten van een deel van het menselijke lichaam, bijvoorbeeld een teen, voet, been, hand, arm, of een deel van deze lichaamsdelen. De aanleiding voor een amputatie is meestal weefselschade die zo ernstig is, dat niet amputeren ernstige risico’s heeft voor het leven van de patiënt. Door ernstige weefselschade is de kans op een voortschrijdende infectie erg groot. Een amputatie kan dan de enige manier zijn om te overleven. Deze weefselschade kan verschillende oorzaken hebben: bloedvatproblemen, infectie, een (kwaadaardig) gezwel of een ongeval. Ook ondraaglijke pijn klachten, veroorzaakt door zenuw- en vaatschade, kunnen reden voor amputatie zijn.
Ingrijpende gebeurtenis Een amputatie is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt en zijn of haar naasten. Als u een amputatie moet ondergaan is het belangrijk dat u het daar mee eens bent. Zonder uw toestemming vindt de amputatie niet plaats. Bespreek daarom voor de operatie al uw vragen en zorgen met de behandelend arts.
1
De amputatie van een ledemaat
Het medisch team zal u zo goed mogelijk voorlichten over de reden van de operatie, de operatie zelf en de gevolgen ervan. Er zal regelmatig aan u gevraagd worden of u de gang van zaken rond de operatie hebt begrepen. Daarbij gaat het erom dat u het antwoord kent op vragen als: • Welke reden is er om een amputatie te doen? • Zijn er andere behandelmethodes? • Wat zijn de mogelijke complicaties van de operatie? • Wat staat me te wachten in de herstelfase na de operatie? De meeste vragen worden door de arts beantwoord tijdens het voorlichtinggesprek dat hij of zij met u voert. Als u later nog vragen heeft, kunt u die altijd stellen. De arts zal u zo goed mogelijk informeren, maar kan niet volledig garanderen dat de operatie naar verwachting verloopt. Elke operatie is weer anders en het lichaam van elke individuele patiënt reageert anders. Ook de duur van de opname is moeilijk van te voren te bepalen. Dit is afhankelijk van de operatie zelf, maar ook van uw herstel en revalidatie. Niet iedere patiënt wil alle details over de procedure weten. Toch kan informatie de angst voor de behandeling verminderen. Het medisch team zal u dan ook zo goed mogelijk informeren.
Voorbereiding In acuut levensbedreigende situaties, bijvoorbeeld na een ongeval, kunt u zich niet voorbereiden op de operatie. In alle andere situaties bespreekt de arts de operatieprocedure van tevoren met u. Tijdens dit gesprek legt de arts onder meer uit op welke plaats de amputatie zal plaatsvinden. Deze plaats wordt bepaald door de locatie van de weefselschade en door de prothese
2
Orthopedie
die na de amputatie moet worden aangemeten. Soms kan het nodig zijn om een ruimere amputatie te doen dan in eerste instantie de bedoeling was, bijvoorbeeld door een infectie. Als u lichamelijk in een goede conditie bent kan uw lichaam de operatie beter aan. De arts overlegt met u hoe u op een verantwoorde manier kunt blijven bewegen tot de operatie. Om uitgerust te zijn voor de operatie, is het belangrijk dat u van tevoren gezond eet en probeert genoeg te slapen. Als uw been wordt geamputeerd, kunt u het beste voor de operatie al met krukken leren lopen. Hiervan zult u na de operatie profijt hebben. Bij iedere operatie is de kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding of infectie. De arts zal u ook hierover meer uitleg geven. De vragen die u heeft, kunt u in dit gesprek ook stellen. U heeft ook al een gesprek met de revalidatiearts, die u na de operatie begeleidt bij het omgaan met de prothese. Geestelijke voorbereiding Een amputatie van een ledemaat is lichamelijk en geestelijk een ingrijpende gebeurtenis. De operatie wordt uitgevoerd om uw leven te redden; dat kan helpen om te accepteren dat u uw ledemaat zult verliezen. Met de gespecialiseerd verpleegkundige kunt u praten over de psychische belasting die de ingreep met zich meebrengt. Het kan bijvoorbeeld goed zijn om u al van tevoren te realiseren dat uw lichaam er na de operatie anders uitziet. Misschien wilt u praten over de verandering die de operatie betekent voor uzelf, uw naasten, uw werk, enz. Misschien maakt u zich zorgen over de reacties van uw omgeving of vraagt u zich af wat u met uw leven wilt doen na de operatie. Al deze dingen kunt u bespreken met de gespecialiseerd verpleegkundige.
3
De amputatie van een ledemaat
Ook kunt u begeleiding krijgen van een medisch psycholoog of een maatschappelijk werker, als u daar behoefte aan heeft. In de folder Medisch Maatschappelijk Werk vindt u hierover meer informatie. Deze folder kunt u aan de verpleegkundige vragen. Verdoving (anesthesiologie) De verdoving kan gebeuren door middel van een ruggenprik of regionale verdoving, of door middel van algehele narcose. Dit hangt af van de operatie die u moet ondergaan, van uw eigen wensen en van uw lichamelijke conditie. De ruggenprik of regionale verdoving kan worden gecombineerd met een slaap middel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. Enkele weken voor de operatie krijgt u alle informatie over de verdoving en pijnbestrijding tijdens het spreekuur van de preoperatieve polikliniek Anesthesiologie (popa) of op de afdeling waar u opgenomen bent.
De opname op de verpleegafdeling Orthopedie De afdeling Orthopedie belt u ongeveer twee weken voor de opname om de opnamedatum door te geven. De dag voor de operatie meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de opname balie in de aankomsthal van het UMCG. Een gastvrouw brengt u naar afdeling A2VA (Fonteinstraat 3, tweede etage). Een verpleeg kundige brengt u naar uw kamer. Als u medicijnen gebruikt vragen we u om deze in hun originele verpakking mee te nemen. Op de dag van de opname heeft u gesprekken met de verpleegkundige, de zaalarts, de behandelend oncologisch orthopedisch chirurg en de anesthesioloog.
4
Orthopedie
De operatie U hoort de dag voor de operatie vanaf welk tijdstip u nuchter moet blijven. Dit is afhankelijk van het tijdstip waarop de operatie plaatsvindt. De avond voor de operatie krijgt u een slaaptablet. Als u aan de beurt bent voor de operatie wordt u in uw bed naar de operatiekamer gebracht. Daar krijgt u een infuus om vocht toe te dienen tijdens de operatie. Soms wordt nog een infuus aangebracht om bloed toe te dienen. De anesthesioloog brengt u onder narcose. Hoe lang de operatie duurt is afhankelijk van het lichaamsdeel dat geamputeerd wordt. Aan het eind van de operatie wordt de wond gesloten met hechtingen en dan verbonden.
Na de operatie U gaat direct na de operatie naar de uitslaapkamer (recovery). Hier zijn altijd artsen en verpleegkundigen aanwezig die u in de gaten houden. U wordt een aantal uren verbonden aan bewakings apparatuur die uw hartslag, bloeddruk, temperatuur en adem haling controleert. De drains die tijdens de operatie zijn ingebracht voeren wondvocht en bloed af. Deze drains worden na enkele dagen verwijderd. Het pijnteam vanuit de afdeling Anesthesiologie regelt de pijn medicatie na de operatie. Om de pijn te bestrijden krijgt u een pijnpomp die via de ruggenprik voortdurend pijnstillers toedient. Als u door de narcose misselijk bent, krijgt u daartegen ook medicijnen.
5
De amputatie van een ledemaat
Als u op de uitslaapkamer ligt mag er vanaf 18.30 uur bezoek bij u komen. Uw familie of contactpersoon kan zich melden op de verpleegafdeling (A2). Van daaruit begeleidt een verpleegkundige het bezoek naar de plaats waar u zich bevindt. U wordt naar de afdeling teruggebracht als u goed wakker bent en de controles van de bloeddruk en dergelijke goed zijn. Mogelijke complicaties Bij iedere operatie is er kans op complicaties. Bij amputatie van een ledemaat bestaat de kans op de volgende complicaties: Bloedverlies Door het grote wondgebied bestaat de kans op veel bloedverlies. Dat vergroot de kans op bloedarmoede. Daarom wordt uw bloed daarop gecontroleerd. Zo nodig wordt bloed toegediend. Infectie Om infectie te voorkomen wordt er uit voorzorg antibiotica gegeven rondom de operatie. Als er na de operatie verschijnselen zijn die wijzen op infectie (koorts, roodheid, warmte en zwelling van de wond) wordt uw bloed gecontroleerd. Een infectie kan meestal worden bestreden met antibiotica. Soms is een extra ingreep nodig om de wond schoon te maken.
6
Orthopedie
Trombose Na een operatie bestaat de kans op trombose. Dit is een bloed stolsel in een bloedvat. Dit stolsel sluit het bloedvat geheel of gedeeltelijk af. Om trombose te voorkomen krijgt u na de operatie zes weken lang antistollingsmiddelen. Fantoompijn Na een amputatie hebben veel mensen het gevoel dat hun ledemaat nog aanwezig is. Soms kan dat gevoel verdwijnen door bijvoorbeeld een kussen op de plek van de denkbeeldige ledemaat te leggen. Fantoompijn is zenuwpijn in de afwezige ledemaat. Fantoompijn wordt behandeld met verschillende medicijnen, soms in combinatie met elkaar. Deze ‘cocktail’ van medicijnen kan bijwerkingen hebben, zoals sufheid of verminderde concentratie. Als u veel last heeft van de bijwerkingen, dan wordt gezocht naar een ander middel of een lagere dosering. Grotere weefselschade De mate van weefselschade is aan de buitenkant niet exact vast te stellen. Het komt daardoor voor dat de arts tijdens de operatie moet besluiten een groter deel te amputeren dan in eerste instantie gedacht werd en met u besproken is. Nieuwe operatie Als de wond niet wil genezen, kan het zijn dat er te weinig is geamputeerd. Het schadelijke weefsel kan dan blijven doorgroeien en er is een nieuwe operatie nodig.
7
De amputatie van een ledemaat
Wondherstel en revalidatie De periode na de operatie is gericht op herstel van de wond. De amputatiestomp wordt na de operatie verbonden met een zogenaamd stompverband. Dat verband wordt stevig aangebracht om de stomp goed te kunnen modelleren voor een eventuele prothese. De stomp wordt dagelijks opnieuw verbonden en is in het begin vanzelfsprekend gevoelig. Het pijnteam van de anesthesie begeleidt u bij de pijnbestrijding. Zij komen dagelijks langs om de pijn te meten en pijnstilling aan te passen. Na enkele dagen worden de drains verwijderd en de infusen afgebouwd. Daarna kunt u beginnen te mobiliseren. De verpleegkundigen en de fysiotherapeut begeleiden u hierbij. Het kan zijn dat u weinig eetlust heeft na de operatie. De diëtist kan worden ingeschakeld om te zorgen voor goed uitgebalanceerde voeding. Dit is belangrijk voor uw wondgenezing en conditie. De revalidatiearts bekijkt of uw revalidatie klinisch of poliklinisch moet gebeuren en welke prothesevoorziening u nodig heeft. De mogelijkheden daarvan zullen sterk afhangen van uw lichamelijke conditie, bijkomende ziekte of gebreken, het amputatieniveau en de amputatiestomp. Het kan dus zijn dat u na uw ontslag uit het ziekenhuis wordt opgenomen in een revalidatie centrum. Als u naar huis gaat wordt vanuit het ziekenhuis speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) geregeld. Er zijn verschillende folders waarin meer informatie staat over revalidatie. De revalidatiearts of de verpleegkundige kan u deze folders geven.
Ontslag U mag naar huis of het revalidatiecentrum als de wond droog is en u zich buiten het bed goed kunt redden. 8
Orthopedie
In voorbereiding op uw ontslag bespreekt een verpleeg kundige met u de gang van zaken rondom het ontslag en de nazorg. U ontvangt dan een brochure, waarin u ook zelf de afspraken en instructies kunt noteren.
Vragen Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan uw behandelend arts of aan de (oncologie)verpleegkundigen. Het telefonisch verpleegkundig spreekuur is op woensdagochtend tussen 9.30 - 11.30 uur, telefoonnummer (050) 361 87 00. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen:
[email protected] Op werkdagen wordt binnen 24 uur op uw mail gereageerd.
Meer informatie Meer informatie over amputatie en de gevolgen daarvan kunt u krijgen via de Landelijke Vereniging van Geamputeerden (www.lvvg.nl, telefoonnummer: 0900 - 5333662), de Landelijke Werkgroep van Beenprothesegebruikers (telefoonnummer 036 537 65 76). Boeken over amputatie: Amputatie en Prothesiologie van de onderste extremiteit, J.H.B.Geertzen en J.S. Rietman, uitgeverij Lemma BV, Utrecht 2002 ISBN 90-5189-902-2 De benen nemen. Leven met een beenprothese, Els Cats, KosmosZ&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen ISBN 90-215-9802-7
9
De amputatie van een ledemaat
Aantekeningen
10
Orthopedie
11
De amputatie van een ledemaat
12
Patiënteninformatie vlk 080/1211