Een BTW heffing op esthetische chirurgie? Een boemerang in het gezicht van de gezondheidszorg.
Inleiding Met dit document wenst de Koninklijke Belgische Vereniging voor Plastische, Esthetische en Reconstructieve Chirurgie (RBSPS, inzicht te geven over de mogelijke nefaste effecten van de invoering van een btw heffing op esthetische chirurgie, een idee dat door de CD&V werd ingebracht in de besprekingen rond een nieuw regeerakkoord. Als onmiddellijk actor, willen we duidelijk maken dat dit voorstel voor onze beroepsvereniging om een aantal redenen volstrekt onaanvaardbaar is. We worden hierin overigens gesteund door de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten. Onze belangrijkste argumenten om een BTW heffing op esthetische chirurgie te verwerpen, zijn: Een BTW heffing zorgt voor een bijkomende financiële drempel voor de patiënt Een BTW heffing zet de deur open voor een verdere commercialisering van de gezondheidszorg Een BTW heffing wakkert het medisch toerisme aan Een BTW heffing zorgt voor bijkomende administratieve overlast voor ziekenhuizen
Belasten van de gezondheid? De Wereldgezondheidsorganisatie heeft in 1946 de term gezondheid gedefinieerd als: “Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek”. Deze definitie is tot op vandaag nog steeds van toepassing. Dat gezondheid ruimer geïnterpreteerd moet worden dan de afwezigheid van een ziekte is geen onbelangrijk gegeven bij het beoordelen van de gezondheidstoestand van elke persoon. Lichamelijk welzijn, geestelijk welzijn en sociaal welzijn vormen samen de gezondheid van een persoon. Esthetische chirurgie streeft naar het genezen van mogelijke lichamelijke, geestelijke en/of sociale klachten van burgers en heeft aldus een impact op elk aspect van de gezondheid. Dit uiteraard binnen een strikt legaal kader, gekenmerkt door een aantal plichten en verantwoordelijkheden die de overheid oplegt en die de RBSPS overigens ook volledig onderschrijft. Het belasten van de esthetisch chirurgische ingrepen zou de facto neerkomen op het belasten van de gezondheidszorg. Dit zou o.i. een bijzonder fout signaal zijn dat de overheid op die manier geeft aan alle mensen die om fysische of psychologische redenen een esthetische ingreep ondergaan. Bovendien wordt hiermee de grens tussen plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie flinterdun. Btw innen op esthetische chirurgie dreigt de gezondheid van de patiënt in het gedrang te brengen en meer goed dan kwaad te veroorzaken. Het leeuwendeel van de esthetische ingrepen hebben immers als voornaamste doel de bescherming, instandhouding of herstel van de gezondheid van de mens.
2
Esthetische chirurgie, een luxeproduct? Jarenlang heeft de Belgische overheid er alles aan gedaan om plastische en esthetische chirurgie niet te laten evolueren naar een luxegoed of consumptieproduct1. Het eerste verbod op reclame voor esthetische ingrepen werd in 2011 ingevoerd. Na een tijdelijke vernietiging door het Grondwettelijk Hof op grond van ongeoorloofde discriminatie werd het dit jaar opnieuw, in een licht gewijzigde vorm, goedgekeurd. Terecht! De Koninklijke Belgische Vereniging voor Plastische, Reconstructieve en Esthetische Chirurgie (RBSPS) is opgetogen over de nieuwe regeling. "Promoties en publiciteit bagatelliseren esthetisch chirurgische ingrepen die allesbehalve zonder risico zijn en zetten zo kwetsbare personen aan om zichzelf onherroepelijke schade te berokkenen. We zijn dus enorm tevreden over dit nieuw wettelijk kader die zal toelaten om dubieuze praktijken, zoals misleidende en vergelijkende reclame af te schaffen en het gebruik van financiële argumenten te verhinderen", klinkt het.
Onze sector heeft samen met de overheid gestreden om het reclameverbod op plastische en esthetische chirurgie in te voeren. Politici die nu zouden ijveren voor het belasten van esthetische chirurgie, ondergraven dan ook het werk dat jaren werd verzet door en geven het signaal dat deze chirurgische ingreep een luxeproduct zou zijn, dat derhalve niets met de gezondheidszorg te maken heeft. Door esthetische chirurgie te herleiden tot een luxeproduct creëert men onvermijdelijk én onterecht een drempel voor mensen die hier absoluut nood aan hebben. Bepaalde fysieke lasten kunnen zware psychische gevolgen hebben. Het belasten hiervan impliceert dat esthetische chirurgie een ‘luxe’ wordt voor de ‘happy few’. Dit kan toch onmogelijk de bedoeling zijn? Dit is niet alleen een kaakslag voor de patiënten die hun hoop vestigen op de esthetische chirurgie, maar ook voor de chirurgen zelf die hun patiënten een antwoord willen bieden op een reële gezondheidsnood.
1
Wetsvoorstel tot regeling van de reclame voor cosmetische ingrepen, 6 oktober 2010, http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/53/0307/53K0307001.pdf
3
Buitenland opereert en floreert, België repareert en financiert? Het is bovendien ook zeer de vraag of zo’n maatregel wel doeltreffend kan zijn. De alsmaar meer mobiele burger hoeft vanuit het kleine België maar enkele uren te reizen om in het buitenland behandeld te worden voor wat de overheid desgevallend zou bestempelen als een luxe behandeling. Hierdoor dreigen Belgische, gecontroleerde ziekenhuizen hun patiënten te zien verhuizen naar buitenlandse ziekenhuizen waar de kwaliteitscontrole volgens onze eigen, Belgische standaarden geenszins gegarandeerd is. Dat dit niemand ten goede komt is vanzelfsprekend. De Belgische chirurgen zien hun patiënten naar het buitenland trekken, wat niet alleen een financiële weerslag op de chirurgen, maar vooral op ziekenhuizen die een significant aandeel aan inkomsten zien wegvloeien naar het buitenland. Zowel private als publieke ziekenhuizen die nu al moeite hebben om onze gezondheidszorg staande te houden dreigen hierdoor het hoofd niet meer boven water te kunnen houden. Sinds 25 oktober 2013 vergemakkelijkt een Europese verordening de toegang tot grensoverschrijdende zorg binnen de Europese Unie, wat nogmaals aangeeft dat patiënten binnen Europa over een alsmaar grotere mobiliteit genieten. Meer en meer patiënten trekken nu al naar Oost-Europa en Noord-Afrika waar het medisch toerisme booming business is door de lage prijzen die er worden gehanteerd. Maar ook buurlanden als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waar geen dergelijke BTW heffing bestaat zullen na een eventuele invoering van een BTW heffing in België ongetwijfeld meer Belgische patiënten aantrekken. Hierdoor dreigt de Staat eerder inkomsten te missen dan te winnen. Er valt trouwens een merkwaardige parallel te trekken met de recente beslissing van de vorige federale regering en met name Koen Geens (CD&V) om de btw op verre reizen af te schaffen. Hiervoor werd geargumenteerd dat mensen steeds vaker de grenzen over trekken om hun reizen te boeken. De benadeelde positie van Belgische touroperatoren sterkte de regeringspartijen in hun overtuiging om de btw af te schaffen. Indien deze logica nog steeds van tel is – waar wij toch van mogen uitgaan – lijkt het ons moeilijk om aan te nemen dat de overheid die redenering nu plots niet zou hanteren. Vooral omdat het in dit geval gaat over de gezondheid van patiënten. De overheid dreigt alle controle over haar patiënten te verliezen indien die hun operaties in het buitenland laten uitvoeren. Als het misloopt in het buitenland, dan dreigen we die patiënten terug te zien op de operatietafel van een Belgisch ziekenhuis om de complicaties van de esthetische ingreep in het buitenland terug recht te zetten. En die ingreep is dan weer niet belastbaar en komt op rekening van onze ziekteverzekering. De laatste die hiermee gediend is, is de patiënt. Samengevat: het belasten van esthetische chirurgie is een asociale maatregel die patiënten dreigt uit België te verjagen naar buitenlandse centra die aan elke kwaliteitscontrole ontsnappen en die alle inspanningen van de voorbije jaren dreigen teniet te doen.
4
Efficiëntietoets btw op esthetische chirurgie Tot slot zijn er nog een aantal praktische bezwaren waardoor wij dit voorstel onmogelijk kunnen ondersteunen. Vooreerst is er de administratieve last die de BTW heffing op esthetische chirurgie teweeg zal brengen. Een chirurgische ingreep is veel meer dan het kopen van een pakje sigaretten in de winkel. Het gaat in dit geval over een medische ingreep waarbij anesthesisten, chirurgen en andere zorgverleners betrokken zijn. Waarbij ook preen post-operatoire zorgen van verplegers aan te pas komen. We stellen ons dan ook vragen wie of wat onder de belastbare noemer valt en op basis van welke argumentatie deze beslissing zou gelden. Moet op de anesthesist die een esthetische ingreep bijwoont wel BTW betaald worden en op dezelfde anesthesist die een oogoperatie bijwoont niet? Moet op de verpleegkundige die zorgen verstrekt aan de patiënt die een esthetische ingreep heeft ondergaan wel BTW betaald worden en op diezelfde verpleegkundige die langsgaat bij de patiënt met de oogoperatie in de kamer ernaast dan weer niet? Wie zal de administratieve lasten die hiermee onvermijdelijk gepaard gaan beheren? En wie zal de transparantie controleren? Het geval ‘New Jersey’ Interessant om weten is dat de Amerikaanse Staat New Jersey de heffing op plastische chirurgie die ze 10 jaar geleden had ingevoerd op 1 juli 2014 opnieuw heeft afgeschaft. De reden? De administratieve kosten waren hoger dan de opbrengsten.
Het terugbetalingssysteem voor plastische en esthetische ingrepen steunt nu soms al op arbitraire keuzes. Zo bijvoorbeeld wordt de correctie van flaporen bijvoorbeeld wel terugbetaald, terwijl dat niet het geval is bij een storende knobbel op de neus. Voeg aan die complexiteit de administratieve lasten voor ziekenhuis en patiënt aan toe en alle ingrediënten zijn aanwezigen om zowel artsen, ziekenhuizen als patiënten te ontmoedigen. Drempelverhogende maatregelen zijn onwenselijk voor elke samenleving waar patiënten die zware trauma’s overhouden aan bepaalde lichamelijke of fysische lasten hun hoop vestigen op de esthetische chirurgie. We begrijpen dat de overheid in haar zoektocht naar meer middelen een tax shift overweegt en daarbij kijkt naar het belasten van goederen en diensten die als ‘ongezond’ of ‘vervuilend’ kunnen worden afgeschilderd (zoals tabak, wegwerpverpakkingen etc.) Het is niet alleen een fout signaal om esthetische chirurgie als “ongezond product” te beschouwen nadat er jaren gestreden werd om het binnen de medische sfeer te houden. We stellen ons de vraag of die tax shift wel in balans zal blijven als gerekend moet worden op de btw op esthetische chirurgie. De weinige ingrepen die in België nog zullen gebeuren vormen een peulschil voor de Belgische begroting, maar wel een groot verlies in inkomen voor de sector. Finaal plaatsen we ook vraagtekens bij de langetermijnvisie van de overheid en bij de lessen die getrokken zouden moeten worden uit gelijkaardige maatregelen die vorig jaar
5
werden getroffen. Zo werd in 2013 het gat in het budget onder meer gedicht via de invoering van een BTW voor advocaten. Hierbij werden dezelfde argumenten gebruik die ook voor een btw op esthetische chirurgie gebruikt kunnen worden, nl.: 1. Brengt geld op voor begrotingstekort te dichten 2. Raakt niet de modale burger maar de advocaat/chirurg 3. BTW op advocaat/esthetische en plastische chirurgie bestaat al in een aantal andere Europese landen Wat ons vooral verontrust, is dat deze maatregel verdedigd werd door een aantal partijen die hierin een gemakkelijke maatregel zagen om een deel van het begrotingstekort te dichten. Een paar maanden later komen een aantal van die partijen op hun stappen terug. Zo pleiten zowel MR als PS voor een aanpassing van de wetgeving om ervoor te zorgen dat eenieder toegang blijft hebben tot justitie. Wij hopen dat patiënten die lichamelijke, geestelijke en/of sociale klachten hebben niet de volgende slachtoffers worden van de harde besparingen. Net nu dat het recht op justitie aan het wankelen werd gebracht hopen wij dat de federale regering hieruit de nodige lessen heeft getrokken om binnen een jaar het recht op gezondheid voor haar burgers niet in ere te moeten herstellen.
****
6