Een leveroperatie Chirurgie Inleiding U heeft een aantal onderzoeken ondergaan, waaruit is gebleken dat u een goed- of kwaadaardig gezwel of uitzaaiing in uw lever heeft. De arts heeft in overleg met u besloten om u hieraan te opereren. Deze folder geeft algemene informatie over een leveroperatie.
Ligging en functie van de lever De lever ligt rechts bovenin de buik, net onder het middenrif en weegt ongeveer anderhalve kilo. De lever is opgedeeld in een linker en rechter helft en is daarnaast onderverdeeld in acht segmenten (zie illustratie). De lever heeft verschillende functies, waaronder de galproductie, die zorgt voor een verbeterde vetopname in de darm. Daarnaast heeft de lever onder andere een zuiverende functie, waardoor afvalstoffen uit het bloed worden gehaald. Een bijzondere eigenschap van de lever is het regeneratieve vermogen. Dit betekent dat als een deel van de lever verwijderd wordt bij een operatie, de lever binnen enkele weken tot maanden vanzelf weer aangroeit.
Voorbereiding operatie De volgende informatie is belangrijk als voorbereiding op de operatie: ■ voor de operatie en de anesthesie (verdoving) zijn een aantal voorbereidingen nodig, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek genoemd. Dit vindt plaats op het Opnameplein, route C04. De anesthesioloog vertelt u op welke manier u tijdens de ingreep wordt verdoofd en geeft u informatie over de voorbereidingen rond de ingreep en pijnstilling tijdens en na de operatie. Tijdens het bezoek aan het Opnameplein ontvangt u de brochure ‘Informatie van de anesthesioloog voor patiënten die een operatie ondergaan’. Daarnaast krijgt u van een oncologieverpleegkundige aanvullende informatie over de operatie en de gang van zaken in ons ziekenhuis. Ook wordt uw voedingstoestand samen met u doorgenomen; ■ als u in de periode voor de operatie veel afgevallen bent, kan het zijn dat u bijgevoed moet worden om uw gewicht weer op niveau te brengen. Een goede voedingstoestand voor de operatie heeft een gunstig effect op de genezing na de operatie. Het is mogelijk dat u de folder ‘SNAQ’, met daarin voedingsadviezen uitgereikt krijgt of dat u naar een diëtist doorverwezen wordt.
PI-009878.2.0/ 09-02-2016
1
(Dag) voor de operatie U wordt de dag van operatie opgenomen. Hoe laat en waar u zich moet melden hoort u van de afdeling Opname, zij bellen u de (werk)dag voor de operatie tussen 14.00 en 16.00 uur. Om wondinfecties na de operatie te voorkomen, mag u zich minimaal een week voor de operatie niet meer in het operatiegebied scheren of op andere wijze ontharen. U mag de dag voor de operatie nog normaal eten en drinken. Het is belangrijk dat u dit doet. Een goede voedingstoestand voor de operatie bevordert het herstel. Als u geen suikerziekte (diabetes mellitus) heeft, krijgt u van de verpleegkundige op de polikliniek een recept en machtiging mee voor pre- op. Dit is een helder drankje met een frisse smaak, dat voornamelijk uit suikers bestaat. Het drinken van deze pre-op heeft een positief effect op het herstel na de operatie. Wij verzoeken u om tijdig met dit recept naar uw apotheek te gaan. De meeste apotheken hebben enkele dagen nodig om dit drankje voor u te bestellen. Het drankje mag u de ochtend van de operatie thuis innemen.
Laboratorium Meestal moet er een dag voor de operatie bloed bij u afgenomen worden. Als dit bij u nodig is, krijgt u bij het Opnameplein (preoperatief onderzoek) een labformulier en een lijst van prikposten mee. Indien u op een op maandagochtend geopereerd wordt en er een bloedgroep / antistofscreening en / of INR moet worden bepaald, krijgt u bij het Opnameplein instructies om dit op zondag te laten doen.
Dag van de operatie Wij vragen u alle medicijnen die u gebruikt, in de originele verpakking mee te nemen naar het ziekenhuis. Het is belangrijk dat u voor de opname nuchter bent. Dat betekent dat u vanaf een bepaalde tijd niet meer mag eten of drinken. In ons ziekenhuis wordt een aantal richtlijnen gehanteerd ten aanzien van het nuchter zijn voor een operatie: ■ u mag helder vloeibaar (aanmaaklimonade, appelsap, koffie / thee (zonder melk), pre-op of water) gebruiken tot twee uur voor de operatie; ■ u mag ander vast voedsel en / of andere drank (niet alcoholisch) gebruiken tot zes uur voor de operatie. Als u geen suikerziekte heeft, mag u de ochtend van de operatie thuis de pre-op drinken, die u bij uw apotheek hebt opgehaald. Wordt u al vroeg geopereerd, dan is het belangrijk de pre-op al vroeg te drinken. U mag namelijk twee uur voor de operatie niets meer drinken, dus ook geen pre-op. Wij adviseren u om vanaf 00.00 uur niet meer te roken. ’s Morgens mag u thuis douchen of wassen zoals u gewend bent. Tijdens de operatie mag u geen sieraden, piercings, make-up of nagellak dragen. Ook een gebitsprothese en contactlenzen moeten voor de operatie worden uitgedaan. De verpleegkundige vangt u op en maakt u wegwijs op de verpleegunit en uw kamer. Daarnaast voert zij enkele controles uit en beantwoordt ze eventuele vragen. Kort voordat u naar de Operatiekamers wordt gebracht, krijgt u een operatiejasje aan en krijgt u, (wanneer de anesthesioloog dit heeft afgesproken) een medicijn waar u rustig of slaperig van wordt. De verpleegkundige brengt u naar de Operatiekamers.
Pijnbestrijding Meestal wordt voor de operatie een slangetje (epiduraal catheter) in uw ruggenmerg ingebracht. Via deze catheter wordt het operatiegebied plaatselijk verdoofd. Deze epiduraal catheter blijft meestal een paar dagen zitten, zodat u continu pijnstilling toegediend krijgt na de operatie. Een goede pijnbestrijding is erg belangrijk, omdat u dan beter in staat bent om goed door te ademen en te bewegen. Dit bevordert uw herstel.
PI-009878.2.0/ 09-02-2016
2
Narcose U krijgt algehele anesthesie (narcose) toegediend. De algehele anesthesie is zo afgestemd, dat u niets van de operatie merkt.
De operatie Er zijn verschillende ingrepen mogelijk aan de lever. Uw chirurg heeft u verteld wat hij in uw situatie gaat doen. Soms gaat het hierbij om een combinatie van ingrepen: ■ hemihepatectomie. Hierbij verwijdert de chirurg de helft van de lever; ■ segmentresectie. Hierbij verwijdert de chirurg een stukje (segment) uit de lever; ■ Radio Frequente Ablatie (RFA). Hierbij wordt met behulp van röntgenapparatuur een naald in het centrum van de tumor / uitzaaiing geprikt. Vervolgens wordt de punt van de naald als een soort paraplu opengeklapt (zie illustratie). Als de naald goed gepositioneerd is, wordt er een speciale soort stroom gegeven. Het weefsel binnen het bereik van de pootjes van de naald wordt opgewarmd en daardoor gedood. De tumor of metastase wordt als het ware verbrand.
PA- uitslag Tijdens de operatie wordt een deel van de lever met daarin het goed- of kwaadaardige gezwel verwijderd en opgestuurd voor laboratoriumonderzoek door de patholoog anatoom (PA). Na zeven tot tien werkdagen is de uitslag van dit onderzoek bekend. De chirurg bespreekt deze PA-uitslag met u en uw naaste(n). Als u een RFA (Radio Frequente Ablatie) procedure ondergaat, wordt er geen weefsel verwijderd (opgestuurd). De chirurg bespreekt in de periode na de ingreep de resultaten met u.
Na de operatie Na de operatie verblijft u een tijd op de Intensive Care (IC) of de Post Anesthesia Care Unit (PACU), waar regelmatig uw hartslag, bloeddruk en wond gecontroleerd worden. U blijft hier meestal één nacht, dit is afhankelijk van de ingreep en uw conditie. Zodra uw situatie stabiel is, wordt u overgeplaatst naar de verpleegunit.
Infuus Tijdens de operatie krijgt u een infuus in een groot bloedvat onder uw sleutelbeen of in uw hals (centraal veneuze catheter). Via dit infuus kunnen medicijnen, vocht en eventueel voeding tegelijkertijd worden toegediend.
Blaaskatheter Tijdens de operatie krijgt u een blaaskatheter ingebracht. Een blaaskatheter is een dunne slang die de urine afvoert naar een opvangzak. Deze wordt na enkele dagen verwijderd in overleg met de chirurg.
Neusmaagsonde Tijdens de operatie krijgt u een neusmaagsonde ingebracht. Een neusmaagsonde is een slang die via uw neus in uw darm ligt en eventuele overtollige maagsappen afvoert. De arts beslist na de operatie of deze in moet blijven of verwijderd mag worden.
Pijnstilling Een goede pijnstilling is van groot belang om te kunnen bewegen en adequaat te ademen. Een medewerker van het APS- team (Acute Pijn Service) komt de eerste dagen na de operatie bij u langs om te bespreken hoe het met de pijn is. Er wordt dan gekeken of de epidurale pijnbestrijding kan worden afgebouwd / verwijderd.
Misselijkheid Aan het eind van de operatie krijgt u uit voorzorg een medicijn tegen misselijkheid. Toch kan misselijkheid niet altijd voorkomen worden. Indien nodig wordt het medicijn vaker gegeven.
PI-009878.2.0/ 09-02-2016
3
Wonddrain De arts beslist tijdens de operatie of het nodig is om een drain te plaatsen in het wondgebied. Een drain is een flexibele slang die via een aparte opening in uw buik wondvocht afvoert naar een opvangzak. De drain zit vast met een hechting en wordt verwijderd als er weinig wondvocht geproduceerd wordt.
Zuurstof Soms kunt u na de beademing nog behoefte hebben aan (extra) zuurstof. Via een dunne slang in uw neus wordt dit toegediend.
Hechtingen De wond is gehecht met nietjes (agraves). Na ongeveer twee weken wordt de wond gecontroleerd en worden de hechtingen verwijderd.
Antistolling Om trombose (bloedstolselvorming) te voorkomen, krijgt u na de operatie elke avond een injectie Fraxiparine.
Eten en drinken Bij aankomst op de IC / PACU mag u wat drinken (water / thee), tenzij u misselijk bent. Als u weer terug bent op de verpleegunit mag u vloeibaar eten, dit wordt geleidelijk uitgebreid tot een normaal dieet.
Diëtist De diëtist heeft overleg met de verpleegkundige over uw gewicht en voedselinname. Indien nodig komt ze bij u langs om u tips en adviezen te geven.
Mobiliseren Om uw herstel te bevorderen, complicaties te voorkomen en de werking van het darmstelsel te bevorderen, is beweging heel belangrijk. Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose (bloedstolselvorming) en longproblemen (longontsteking) te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Uw ademhaling is beter wanneer u rechtop zit, waardoor luchtweginfecties minder snel ontstaan en de zuurstofvoorziening naar de wond beter is. Dit is gunstig voor de genezing. De verpleegkundige en / of fysiotherapeut begeleiden u bij het uit bed komen en lopen. Kunt u niet goed uit bed komen, probeer dan regelmatig rechtop in bed te gaan zitten.
Complicaties Zoals bij iedere operatie, kunnen ook bij de leveroperatie complicaties optreden. Gelukkig komen deze niet vaak voor en kunnen ze meestal verholpen of behandeld worden. Mogelijke complicaties zijn: ■ trombose (bloedstolselvorming); ■ longproblemen. Omdat de lever net onder de rechter long ligt, is er bij ingrepen aan de lever wat meer risico op longproblemen. Hierbij gaat het dan om een longontsteking of vochtophoping bij de long; ■ blaasontsteking; ■ wondinfectie. Dit is een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. De symptomen zijn roodheid van de huid of lekken van wondvocht. Vaak wordt bij een wondinfectie een aantal hechtingen verwijderd, zodat het ‘vuil’ met water uit de wond gespoeld kan worden. Voor een wondinfectie hoeft u niet in het ziekenhuis te blijven; ■ nabloeding. Dit kan betekenen dat u opnieuw geopereerd moet worden om de bloeding te stelpen; ■ gallekkage. Na verwijdering van de helft van de lever of meerdere stukjes (segmenten), is er een kleine kans op gallekkage uit het snijvlak van het leverweefsel. Meestal wordt dit door de wonddrain adequaat afgevoerd. De arts bekijkt bij lekkage of er verdere handelingen nodig zijn; ■ vertraagd maag-darmstelsel. Omdat leverpatiënten soms al eerder aan de darmen zijn geopereerd, is het mogelijk dat het maag-darmstelsel vertraagd weer op gang komt; ■ vermoeidheid. Zoals eerder beschreven, heeft de lever onder andere een functie in het verwerken van afvalstoffen. Bij patiënten waarbij de helft (of meer) van de lever verwijderd is, is deze functie tijdelijk niet optimaal. Dit geeft in veel gevallen vermoeidheid als klacht.
PI-009878.2.0/ 09-02-2016
4
Ontslag uit het ziekenhuis Als u zich goed voelt, mag u na ongeveer vijf tot zeven dagen naar huis. Na de operatie kunt u thuis nog niet alles zelf doen. Misschien wordt dit goed opgevangen door familie, maar het kan ook zijn dat u aanvullende (thuis)zorg nodig heeft. De verpleegkundige bespreekt dit samen met u en vraagt, indien nodig, de zorg aan bij een thuiszorgorganisatie. De verpleegkundige geeft u leefregels mee voor thuis. U zult merken dat het enkele maanden kan duren voordat uw conditie weer vergelijkbaar is met de situatie van voor de operatie.
Aanvullende informatie Meer algemene informatie over spijsverteringsorganen vindt u bijvoorbeeld op de website van de Maag Lever Darm Stichting: www.mlds.nl Patiënten met alvleesklierkanker kunnen meer informatie vinden op de website van patiëntenvereniging SPKS (Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal): www.spks.nfk.nl. Heeft u een kwaadaardig gezwel, dan kunt u meer informatie vinden op de website van KWF Kankerbestrijding: www.kwf.nl.
(Pijn)klachten Heeft u wondproblemen, ernstige pijnklachten of andere vragen, dan kunt u altijd tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Bij acute problemen ’s avonds en in het weekend kunt u contact opnemen met de Spoedpost in Enschede, telefoon (053) 4 87 33 33.
Belangrijke contactgegevens Onderstaande telefoonnummers kunnen voor u van belang zijn: ■ Opnameplein, route C04, telefoon (053) 4 87 30 60; ■ Gastro-intestinale & Oncologische Chirurgie, Verpleegunit E4, route E41, telefoon (053) 4 87 25 64; ■ Poliklinieken Chirurgie Oncologische Chirurgie, route E26, telefoon (053) 4 87 34 41; Gastro-intestinale Chirurgie, route E26, telefoon (053) 4 87 34 41; Chirurgie Oldenzaal, route 159, telefoon (053) 4 87 34 40; ■ Behandelpolikliniek Chirurgie (tevens nacontrole) Enschede, route C16, telefoon (053) 4 87 33 20; Oldenzaal, route 159, telefoon (053) 4 87 33 20.
Tenslotte U heeft recht op juiste en volledige informatie. Pas als u voldoende inzicht heeft, kunt u weloverwogen toestemming geven voor een bepaalde behandeling of een bepaald onderzoek. Als iets u niet geheel duidelijk is, vraagt u de specialist, verpleegkundig specialist of verpleegkundige dan om nadere uitleg.
PI-009878.2.0/ 09-02-2016
5