Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
Ontslag en Nazorg
Uw ontslag uit het ziekenhuis en adviezen voor thuis
Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
Binnenkort mag u naar huis. De arts en verpleegkundige van de afdeling voeren samen een ontslaggesprek met u. Zij bespreken met u uw vertrek uit het ziekenhuis, de controle en/of nabehandeling, de nawerking van anesthesie, de algemene leefregels en speciale instructies. In deze folder vindt u informatie over uw vertrek uit het ziekenhuis en kunt u de adviezen nalezen.
Voorbereiding op uw ontslag Nazorg Tijdens uw opname is met u besproken of u na uw ontslag uit het ziekenhuis nog zorg nodig heeft. Mogelijk gaat u tijdelijk naar een verzorgings- of verpleeghuis, of naar een revalidatiecentrum. Als dat nodig is, wordt er thuiszorg voor u geregeld. Meer informatie hierover vindt u in de folder ‘Thuiszorg na uw opname’. Als u huishoudelijk hulp nodig heeft, regelt u dat in principe zelf. U doet dit via het zorgloket van uw eigen gemeente. Er is één uitzondering: als u in de provincie Drenthe woont, wordt de thuiszorg vanuit het UMCG voor u geregeld. Hulpmiddelen Als u thuis hulpmiddelen nodig heeft, kunt u die lenen bij • De thuiszorg in uw gemeente • umcGroningen Thuis (zie voor de locatie de plattegrond UMCG). Telefoonnummer umcGroningen Thuis: (050) 361 51 63. U levert de hulpmiddelen op deze locatie ook weer in. Denkt u eraan, dat u bij het ophalen van de hulpmiddelen uw identiteitsbewijs meeneemt! Krukken kunt u ook kopen of per week huren bij de Centrale Spoedopvang (CSO) van het UMCG. U moet daarvoor uw pons 1
Ontslag en Nazorg
plaatje meenemen. Als door de lengte van de huurtermijn de koopprijs wordt overschreden, worden de krukken uw eigendom. (zie voor de locatie de plattegrond UMCG) Vervoer De verpleegkundige bespreekt met u hoe u naar huis, verzorgingsof verpleeghuis of revalidatiecentrum gaat. U kunt worden opgehaald door familie of naasten, of u kunt zelf vervoer per taxi regelen. Als het op medisch advies noodzakelijk is dat u speciaal vervoer nodig heeft, regelt de verpleegkundige dat u met een ambulance naar uw adres wordt gebracht. Medicijnen U krijgt uw eigen medicijnen terug, tenzij iets anders is afgesproken. Voor nieuwe medicijnen krijgt u een recept mee. U krijgt uw nieuwe medicijnen via apotheek de Sprong in het UMCG. Een medewerker van de apotheek komt bij u op de verpleegafdeling. U krijgt de medicijnen en ontvangt uitleg hierover. Antistolling Als u medicijnen kreeg om trombose te voorkomen (antistolling) is met u besproken of u die ook na uw ontslag nog moet blijven gebruiken. De arts kan injecties of tabletten voorschrijven. Bij injecties krijgt u (of uw partner / naasten) instructie hoe dit te doen. Lukt het u of uw naasten niet om dit te leren dan wordt de thuiszorg ingeschakeld. U krijgt een afspraak voor de trombosedienst mee. Bij gebruik van tabletten krijgt u de voorlopige dosering en een afspraak voor de trombosedienst mee. Overdracht naar huisarts Uw behandelend arts informeert uw huisarts binnen twee werk dagen via een digitale brief. Bij uw ontslag krijgt u ook een voorlopige ontslagbrief mee. Als u binnen enkele dagen na uw ontslag uw huisarts, de 2
Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
centrale huisartsenpost of de Centrale Spoedopvang in het zieken huis bezoekt, neemt u de voorlopige ontslagbrief mee. De huisarts en/of behandelend arts is hiermee op de hoogte van uw behandeling. Controleafspraak De arts heeft met u gesproken over een eventuele controle of nabehandeling op de polikliniek. De verpleegkundige bespreekt met u welke afspraken voor u gemaakt zijn en geeft u de afsprakenbrief mee. Als u in het weekend met ontslag gaat, worden de afspraken de eerstvolgende werkdag nagestuurd. Als u was opgenomen op de afdeling Chirurgie of Plastische Chirurgie, krijgt u een afspraak mee voor het telefonisch spreekuur Nazorg. Drie werkdagen na uw ontslag wordt u gebeld door een verpleegkundige. Zij bespreekt met u of zich na het ontslag nog problemen hebben voorgedaan en of u nog vragen heeft. Meer informatie hierover leest u in de folder Verpleegkundig telefonisch Spreekuur. Herstellen na uw ontslag Na uw ontslag zult u verder moeten herstellen. Hoe uw herstel verloopt hangt samen met uw persoonlijks situatie, het soort verdoving dat u had en de ingreep die u heeft ondergaan. Door een aantal leefregels in acht te nemen zorgt u ook zelf voor een spoedig herstel. Herstellen van de verdoving Afhankelijk van het soort verdoving dat u kreeg, kunt u verschillende nawerkingen ervaren. Narcose Als u een algehele narcose heeft gehad, dan kan het gebeuren dat u zich na uw ontslag nog niet helemaal fit voelt. Omdat u tijdens 3
Ontslag en Nazorg
de narcose bent beademd door middel van een buis in uw keel, kunt u keelpijn hebben. Soms kunt u zich minder goed concentreren of kunt u last van spierpijn hebben. Deze klachten verdwijnen na enige dagen. Ruggenprik Als u een ruggenprik heeft gehad, kunt u last van rugpijn hebben. Dit heeft te maken met uw houding tijdens de operatie. De rugpijn verdwijnt meestal binnen enkele dagen. U kunt ook last van hoofdpijn hebben. Neem dan wat meer rust. Deze klachten verdwijnen meestal binnen een week. Als dat niet zo is, neem dan contact op met uw huisarts. Plaatselijke verdoving Bij plaatselijke verdoving van de schouder of arm kunt u last houden van tintelingen in uw arm en hand. Deze tintelingen verdwijnen in de loop van weken tot maanden vanzelf.
Algemene leefregels Voeding en dieet U kunt na uw ontslag weer normaal eten en drinken, tenzij de arts of diëtist u anders heeft voorgeschreven. Als een diëtist tijdens uw ziekenhuisopname een advies heeft gegeven over een dieet, krijgt u dit advies schriftelijk mee bij uw vertrek uit het ziekenhuis. Niet roken Roken, vooral kort na een operatie, veroorzaakt vaak klachten van duizeligheid, misselijkheid en braken. Ook is roken niet goed voor de wondgenezing.
4
Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
Geen alcohol Het advies is de eerste week na uw operatie geen alcohol te gebruiken. Alcohol heeft een bloedverdunnende werking. Dit verhoogt de kans op nabloedingen, zeker als u bloedverdunners gebruikt. Hervatten van activiteiten Iedere operatie, hoe groot of hoe klein ook, heeft invloed op uw lichamelijke conditie. Zorg daarom voor voldoende rust en neem de tijd om te herstellen. We raden u af de eerste dagen na de operatie zelf auto te rijden en zware machines te bedienen. Na sommige letsels en operaties mag u ook niet auto rijden. U bent dan niet verzekerd voor eventuele schade. U besluit in overleg met uw bedrijfsarts wanneer u weer kunt werken, tenzij uw specialist u hierover nadrukkelijk heeft geadviseerd.
5
Ontslag en Nazorg
Specifieke leefregels De arts en de verpleegkundige hebben u verteld welke leefregels voor u gelden. Die zijn hieronder aangekruist en/of specifiek aangevuld.
Lichamelijke hygiëne Douchen ja/nee/mits _ _____________________________________________ Wond afdekken voor het douchen met________________________ Na douchen pleister verschonen Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Mobiliteit /activiteit Wij adviseren u om tot aan de controleafspraak op de polikliniek niet te: Tillen (zwaar) Lopen Fietsen Autorijden Sporten Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Wondverzorging Pleister verschonen na _ ___________________________________________ Drukverband af na __________________________________________________ Hechtingen worden verwijderd door: _ ________________________
6
Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
Agraves (hechtingen in de vorm van nietjes) worden verwijderd door: ____________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Als de huisarts de agraves verwijdert, krijgt u hiervoor een speciaal tangetje mee.
Datum _________________________________________________________________ Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Drain Verzorging van drain _______________________________________________
___________________________________________________________________________
Drain ___________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Katheter Verzorging van _ _____________________________________________________ ___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
7
Ontslag en Nazorg
Hulp- en verbandmiddelen Mitella of sling Krukken Spalk Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Voeding Normaal Zacht/ licht verteerbaar Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
Speciale maatregelen Oefeningen _ _________________________________________________________ Been/ arm hoog leggen Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
8
Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
Medicijnen Pijnmedicatie Antibiotica Antistolling Anders_ ________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________
9
Ontslag en Nazorg
Complicaties of problemen Na iedere operatie kunnen er complicaties of problemen optreden, ook als u weer thuis bent. Afhankelijk van de soort operatie, heeft u hierover informatie van de arts of verpleegkundige gekregen. Houd zelf in de gaten of u bepaalde symptomen heeft die wijzen op de complicaties die met u zijn besproken. Bel het ziekenhuis in ieder geval: • Als u koorts heeft, hoger dan 38°C • Bij roodheid van de wond • Bij een stinkende wond waarbij pus vrijkomt • Bij veel lekkage van de wond (bloed, wondvocht, pus) • Als u hevig bloedverlies met stolsels heeft • Als u niet kunt plassen, terwijl u wel drinkt • Als er geen urine meer in de katheterzak komt • Als de pijnstillers niet helpen bij aanhoudende pijn of als de pijn toeneemt • Wanneer u steeds misselijk bent of moet braken • Bij ongerustheid of twijfel
Telefoonnummers bij complicaties en problemen 1a.
1b. 2a.
Als u opgenomen was op de afdeling Chirurgie of Plastische Chirurgie belt u binnen kantooruren, van maandag tot vrijdag, met de verpleegkundige van het telefonisch spreekuur Nazorg. Hiervoor belt u (050) 361 61 61 en vraagt u naar zoemernummer 55833. Als u opgenomen was op de afdeling Urologie belt u telefoonnummer (050) 361 44 11. Buiten kantooruren neemt u contact op met het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis. Hiervoor belt u (050) 361 61 61 en vraagt naar de Centrale Spoed Opvang of de dienstdoende arts van de afdeling waar u in behandeling bent. 10
Chirurgie | Plastische Chirurgie | Urologie
2b.
Als u een specifiek telefoonnummer van de arts of verpleegkundige heeft gekregen, belt u dit nummer.
Vragen Als u na uw ontslag vragen heeft, kunt u op werkdagen contact opnemen met de verpleegkundige van het telefonisch verpleeg kundig spreekuur Nazorg. Hiervoor belt u (050)361 61 61 en vraagt naar zoemernummer 55833. Als u was opgenomen op de afdeling Urologie belt u op werkdagen (050) 361 44 11.
11
Ontslag en Nazorg
Tot slot We doen ons best om uw opname en ontslag goed te laten verlopen. Maar misschien bent u toch ergens niet tevreden over. We vinden het prettig om dat van u te horen. Voor u weggaat, kunt u het bespreken met een verpleegkundige of arts. Na uw ontslag kunt u contact opnemen met het verpleegkundig spreekuur Nazorg. Als u dat wilt, kunt u ook contact opnemen met de mede werkers eerste klachtopvang. Zij zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00 – 17.00 uur, via telefoonnummer (050) 361 33 00. De medewerkers klachtopvang kunnen u vertellen wat uw mogelijkheden zijn om een klacht in te dienen.
12
Patiënteninformatie vlc 736/1004