Centrum voor Obesitas Onderzoek en Behandeling
MAAGBAND (Adjustable Gastric Band)
VOORWOORD U ondergaat binnenkort of onderging reeds een ingreep onder de vorm van het plaatsen van een maagband. Deze ingreep behoort tot één van de ingrepen welke voor overgewicht kunnen worden uitgevoerd. In overleg met u, uw huisarts en de verscheidene leden van het multidisciplinaire obesitasteam werd deze techniek uitgekozen als de meest aangewezen voor de behandeling van uw overgewicht en het voorkomen van de mogelijke gevolgen ervan. Deze brochure dient om u informatie te verschaffen Hoe de ingreep verloopt en wat het inhoudt. Welke risico’s verbonden zijn aan deze techniek. Welke verwikkelingen zich kunnen voordoen. Hoe de hospitalisatie verloopt. Wanneer u uw geneesheer moet contacteren. Welke voedingsadviezen u moet volgen. De informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om u zo goed mogelijk te informeren. Dit document kan echter niet alle aspecten van deze ingreep bespreken. Uw chirurg zal u zeker kunnen antwoorden op uw vragen. Wanneer u alle informatie hebt doorgenomen en voldoende tijd hebt genomen om vragen te stellen en de ingreep in de eerste plaats met uw huisarts maar ook met uw familie te bespreken, zal u uitgenodigd worden een document te ondertekenen, ‘Informed consent’, waarmee u aangeeft voldoende ingelicht te zijn.
2
MAAGBAND
(Adjustable Gastric Band)
3
Normaal gezien heeft de maag een grote capaciteit zodat u een grote hoeveelheid voedsel kan eten vooraleer een verzadigingsgevoel te hebben. Na passage door de maag wordt het voedsel verteerd en opgenomen ter hoogte van de dunne darm. Onverteerde voedselresten en vezels passeren de darm tot ze worden uitgescheiden. Er bestaan verschillende operatieve technieken in de behandeling van zwaarlijvigheid, om het noodzakelijke gewichtsverlies te bekomen. Sommige operaties zorgen ervoor dat de hoeveelheid voedsel dat u kan eten tijdens een maaltijd, sterk wordt beperkt (restrictie). Andere operaties zorgen er dan weer voor dat het voedsel minder door het lichaam wordt opgenomen (malabsorptie). Het principe van gastric banding of het plaatsen van een maagband berust op het operatief verkleinen van het volume van de functionele maaginhoud. Daardoor wordt de hoeveelheid voedsel die je tijdens een maaltijd kan eten sterk beperkt. Hoogcalorische voedingsbestanddelen zoals suikers worden niet door een maagband tegengehouden en zijn de belangrijkste oorzaak van onvoldoende gewichtsverlies.
De Ingreep
American Society for Bariatric Surgery
Een viertal centimeters onder de overgang van maag naar slokdarm wordt de maagband geplaatst. De doorgang van het voedsel en bijgevolg de hoeveelheid voedsel worden daardoor beperkt. Het spijsverteringsproces blijft echter onveranderd. Er wordt ook geen orgaan doorgenomen of verwijderd. De maagband creëert als het ware een kleine maag boven de rest van de maag. De maagband is verbonden met een katheter die op zijn beurt zal verbonden worden met een zogenaamd poortje dat onder de huid wordt ingeplant. Met een speciaal daarvoor ontwikkelde naald kan het poortje worden aangeprikt om zo de inhoud van de band aan te passen. Zodoende kan de diameter van de band worden verkleind of vergroot. Het poortje wordt aan de linkerzijde geplaatst boven op de ribbenboog om het aanprikken te vergemakkelijken en het risico op kantelen te verkleinen. Deze ingreep wordt uitgevoerd door middel van een laparoscopie of kijkoperatie. Meer daarover verder in deze brochure.
Complicaties 1. Tijdens de ingreep of de periode onmiddellijk na de ingreep Het plaatsen van een maagband is geen kleine operatie en door je overgewicht heb je een grotere kans op complicaties in vergelijking met iemand zonder overgewicht. Sommige complicaties kunnen zich voordoen tijdens de operatie of in de periode onmiddellijk na de operatie tijdens de ziekenhuisopname.
4
Enkele mogelijke complicaties die zich kunnen voordoen zijn: -
een bloeding ter hoogte van een wonde een wondinfectie een verwonding aan een buikorgaan (vb. lever) een verwikkeling aan de longen (longontsteking) een trombose (bloedklonters) in de aders van de benen met mogelijk een longembolie als gevolg - ... Na de ingreep kan u moeilijkheden ondervinden bij het drinken. Dat wordt veroorzaakt door zwelling of oedeem van de maagslijmvliezen ter hoogte van het nog maar pas geplaatste bandje. Dit is meer frequent bij mensen met een hogere BMI (>50). Het verdwijnt spontaan maar kan in zeldzame gevallen het hospitaalverblijf verlengen tot enkele dagen.
2. Complicaties in een later stadium na de ingreep 5
Behalve de bovenvermelde complicaties kunnen zich later ook nog andere verwikkelingen voordoen. We vermelden opnieuw de meest voorkomende. Ook deze lijst is niet volledig. a. Een probleem met het poortje Het poortje is niet noodzakelijk om de inhoud van de maagband aan te passen. Het poortje kan kantelen waardoor het noodzakelijk wordt een radiografietoestel te gebruiken om het aan te prikken. Uitzonderlijk helpt ook dat niet en moet het poortje herplaatst en gefixeerd worden. Dat gebeurt onder narcose. De verbinding van het poortje met de katheter kan loskomen waardoor de band leegloopt en deze niet meer ten volle functioneert. Ook dat is uitzonderlijk maar moet ook onder narcose hersteld worden. b. Band slipping De maag voorbij het bandje kan onder het maagbandje door ‘slippen’ waardoor het kleine maagje boven de band gaat uitzetten. Naar verloop van tijd kan daardoor de maag boven het bandje over de band heen gaan hangen tot op een bepaald moment de band
verticaal draait of kantelt. Daardoor wordt de doorgang volledig afgesloten en kan je niets meer eten of drinken; zelfs het speeksel wil niet meer passeren. Onder narcose dient dan de positie van de maagband gecorrigeerd en de band opnieuw gefixeerd te worden. c. Banderosie Zelden geeft een maagband aanleiding tot een beschadiging van de maagwand. Een infectie ter hoogte van het poortje is meestal het eerste teken. Bij een banderosie moet het bandje verwijderd worden. d. Onvoldoende gewichtsverlies De maagband houdt geen suikers tegen en zij zijn, naast een slechte kwaliteit van voeding en afwezigheid van beweging, de belangrijkste reden waarom onvoldoende gewicht wordt verloren.
De chirurgie d.m.v. laparoscopie Algemene inlichtingen die gelden voor alle laparoscopische ingrepen In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te creëren die het mogelijk maakt een videocamera binnen te brengen moet er dus eerst een soort ‘luchtbel’ worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te vullen met koolzuurgas bij het begin van de ingreep. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg ‘trocars’, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken instrumenten naar binnen en buiten te brengen zonder het gas te verliezen. De trocars worden aangebracht door kleine insnijdingen in de huid op de buikwand. Met speciaal aangepaste instrumenten langs deze trocars wordt de ingreep uitgevoerd. Uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie binnenin op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door prikkeling van het middenrif, ontstaan door kleine hoeveelheden overblijvend koolzuurgas. Dit over-
6
blijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele uren tot dagen na de operatie. Na het verwijderen van de trocars kan een bloeduitstorting ontstaan welke spontaan verdwijnt zoals bij een kneuzing. Ook bij een kijkoperatie worden wondcomplicaties beschreven zoals een wondinfectie en littekenbreuk. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke ‘open buik’operaties. Sommige instrumenten kunnen niet opnieuw gebruikt worden bij een andere patiënt. Zij worden na gebruik weggeworpen. Zij worden ook wel ‘disposables’ genoemd. We vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal voor éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV.
Het hospitaalverblijf 7
Voor de operatie Voor de opname in het ziekenhuis werden uw vooronderzoeken reeds uitgevoerd in samenwerking met de huisarts of via de obesitaskliniek. Indien u een obesitasboekje hebt (follow-up boekje) moet u het beslist meenemen. Ook kopieën van resultaten van onderzoeken en het bloedgroepkaartje neemt u best mee. Als er nog vragen zijn na grondig doornemen van deze brochure en de uitleg van uw chirurg, schrijft u die best op een papiertje om ze niet te vergeten. De dag voor de ingreep moet reeds intensief gestart worden met ademhalingsoefeningen, zoals uitgelegd door de fysiotherapeute. Het best start u die oefeningen al een week voor uw ingreep. Zo kunnen belangrijke longproblemen na de ingreep vermeden worden. De avond voor de operatie moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen inneemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan zijn medewerker. Indien u aspirine neemt, anticoa-
gulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of antiinflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose,...) moet u hierover spreken met uw chirurg, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. De avond voor de ingreep zullen alle aspecten van de narcose (verdoving) besproken worden door de anesthesist. U zal zich gedurende de operatie, die vaak minder dan een uurtje in beslag neemt, onder algemene anesthesie (narcose) bevinden.
Na de operatie U wordt na de ingreep nog even geobserveerd in de ‘recovery’ of verkoeverkamer waarna u naar uw eigen kamer mag. Na de ingreep zal er vaak benadrukt worden dat u vroegtijdig moet mobiliseren en dat u zoveel mogelijk, minstens om het uur, enkele malen diep moet ademen en eventjes hoesten. Ongeveer een 4-tal uur na de ingreep mag u een klein slokje water drinken. Langzaam zal dan worden uitgebreid. Wanneer u zich misselijk voelt of bij het drinken het gevoel hebt dat het niet goed doorloopt is het verstandig het drinken te stoppen. De diëtiste zal met u bespreken hoe de voeding best wordt samengesteld naar het ontslag toe. De dag na de ingreep, meestal vanaf 14u, mag u het hospitaal weer verlaten onder voorbehoud van een normaal herstel. U ontvangt bij ontslag nog een brief voor de huisarts, de dieetadviezen van de diëtiste, een afspraak voor de eerste controle en een pasje dat aangeeft dat u een maagband heeft.
Na vertrek uit het ziekenhuis U zal volgens een vast schema worden uitgenodigd op controle. Neem steeds uw obesitasboekje of follow-up logboek mee als u dat hebt. Om de opvolging te optimaliseren en een strikte controle mogelijk te maken is samenwerking met uw huisarts van het grootste belang. De voeding blijft een belangrijke factor na thuiskomst. Daar leest u verder in de brochure meer over.
8
Wanneer uw chirurg of huisarts contacteren? Naast de postoperatieve controle moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u één van de volgende situaties vaststelt. • • • • • • •
aanhoudende koorts rillingen bloedingen een toenemende zwelling van de buik toenemende pijn aanhoudende misselijkheid of braken aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden
Nog vragen? Schrijf ze hier bij zodat u ze kan stellen aan uw chirurg. 1. 9
2.
3.
4.
5.
VOEDINGSADVIES In dit hoofdstuk vindt u informatie over de juiste keuze van het voedsel dat noodzakelijk is voor de groei en het onderhoud van bloed, weefsel en organen. Gezien de kleine maaltijden na de maagband is het immers belangrijk een gezonde voeding na te streven, om zo tekorten en de mogelijke nadelige gevolgen ervan te vermijden of te minimaliseren. Een goede voeding is belangrijk voor een goede gezondheid. Bovendien zijn de principes van een gezonde voeding heel eenvoudig. Aan de hand van de voedingsdriehoek (de basis van een gezonde voeding) wordt uw voeding aangepast. Om je lichaam de nodige vitamines en mineralen te verschaffen die je nodig hebt voor je herstel en je dagelijkse energie, is het belangrijk deze richtlijnen te volgen. Alvast veel succes. 10
Algemene richtlijnen na de maagband 1. Aangepast eetgedrag
11
• Neem aan tafel een correcte positie aan. • Gebruik kleine maaltijden en eet rustig, gebruik naast de 3 hoofdmaaltijden nog enkele gezonde tussendoortjes. • Stop onmiddellijk met eten bij het eerste gevoel van volheid. Eén of twee happen meer kan braken veroorzaken. Als u moeilijkheden heeft met het inschatten van de hoeveelheden, raadpleegt u uw voedingsdeskundige om een voedingsschema op te stellen. Te veel eten en drinken achter elkaar kan de maag boven het bandje doen uitzetten en zo een bron van complicaties zijn. • Kauw goed en drink niet tijdens de maaltijden. • Drink langzaam, gebruik geen koolzuurhoudende dranken. • Misselijkheid en braken met een maagband zijn vaak te wijten aan: - te vlug eten - drinken tijdens de maaltijden - niet goed kauwen - meer eten dan het maagvolume toelaat.
2. Aangepaste voeding Door het verkleinde maagvolume moet de voeding aangepast worden om zo ongemakken te voorkomen. De voeding wordt uitgebreid volgens een aangepast schema dat hieronder beschreven wordt. Eén grote overeenkomst: de inname van suikers. Suikers zijn de belangrijkste reden van onvoldoende gewichtsverlies.
Daarom: • Vermijd het gebruik van zuivere suiker, neem een kunstmatige zoetstof in de plaats. • Vermijd snoepgoed en gebak, koekjes en chocolade, confituur, choco of honing. • Vermijd het gebruik van gesuikerde dranken en alcohol. • Opgelet met gesuikerde yoghurt of yoghurt met fruit.
De voedingsaanpassing bij de maagband bestaat uit verschillende fases: van vloeibaar, via gemixte voeding, tot uiteindelijk een eiwitrijke vaste voeding. De maaltijden zijn veel kleiner dan normaal, en het voedsel moet veel zachter zijn van structuur. In elke fase is het belangrijk om voldoende water te drinken; doch niet tijdens de maaltijd.
De verschillende fases Fase 1 Vloeibare voeding gedurende 3 tot 4 weken: Maak gebruik van: • Magere melkproducten - Magere melk - Magere yoghurt - Magere platte kaas - Magere pap + kunstmatige zoetstof • Fruitsappen – groentesappen • Gemixte soep – bouillon • Eiwitverrijkte bijvoeding (vraag raad aan je voedingsdeskundige) In het begin dient traag gedronken te worden: 1 glas over ongeveer 30 minuten.
Fase 2 Geleidelijk overschakelen naar een gemixte voeding. Volgende voedingsmiddelen kunnen geleidelijk worden toegevoegd: 1. Kleine hoeveelheden gemixt of gestoofd fruit zonder suiker. 2. Kleine hoeveelheden aardappelpuree en gekookte gemixte groenten 3. Kleine hoeveelheden gekookte vis, gekookt ei of gepocheerd ei. Als dit goed verdragen wordt kan gemalen vlees/ kip toegevoegd worden. 4. Brood zonder korst. Beleg met zachte smeerkaas, vleeswaren of vis.
12
Dagschema zachte voeding zonder suiker. Ontbijt: 1 à 2 sneden niet vers brood of beschuiten of toast besmeerd met minarine met maximum 25% vetstof, zachte belegsoorten, koffie of thee 10 uur mager of ongesuikerd melkproduct 12 uur gemixte gekookte groentesoep puree gemixte gekookte groenten gekookte vis/gekookt of gepocheerd ei 16 uur glas fruitsap
13
18 uur 1 à 2 sneden niet vers wit brood of beschuiten of toast besmeerd met minarine zacht broodbeleg koffie of thee 20 uur mager melkproduct zonder suiker
Fase 3 Vast eiwitrijke voeding Omdat men maar kleine hoeveelheden kan opnemen, is een evenwichtige en gezonde voeding noodzakelijk. We baseren ons daarvoor op de voedingsdriehoek. We houden ons daarbij aan 3 BASISREGELS: 1. EVENWICHT 2. AFWISSELING 3. GEMATIGDHEID
DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK restgroep smeer- en bereidingsvet Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
groenten
vlees, vis, eieren vervangproducten
fruit 14
graanproducten aardappelen
water Beweging
De voeding aangepast aan de voedingsdriehoek: de voedingsdriehoek maakt op eenvoudige manier duidelijk waaruit een evenwichtige dagvoeding moet bestaan om voldoende voedingsstoffen op te nemen en welke de variatiemogelijkheden er zijn binnen dezelfde voedingsmiddelengroep. De grootte van de vakken in de driehoek geeft aan hoeveel er verhoudingsgewijs het best van gebruikt wordt.
1. Belang van voldoende lichaamsbeweging
Beweging
Fysieke activiteit heeft heel wat voordelen: ze vermindert de kans op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, osteoporose en diabetes type 2. Verder kan het de slaapgewoonten en de lichaamssamenstelling verbeteren (minder lichaamsvet en meer spiermassa), overgewicht helpen voorkomen en positief werken bij stress. Drie tot vijf keer per week gedurende 20 minuten intensief bewegen geeft de grootste gezondheidswinst. Dat is echter niet altijd en voor iedereen haalbaar.
15
Recente onderzoeken wijzen bovendien uit dat langer durende matig inspannende bewegingen het beste blijvende resultaat opleveren met een minimaal risico voor ongewenste neveneffecten. Onder matige fysieke inspanningen, waarbij je lichtjes buiten adem geraakt, wordt onder meer verstaan wandelen of flink doorstappen, zwemmen, fietsen, dansen en trappen lopen.
Aanbeveling De aanbeveling luidt minstens 30 minuten per dag voor volwassenen en minstens 60 minuten voor kinderen en jongeren. De tekeningen in de beweeglaag beelden dagelijks aanbevolen beweegactiviteiten uit die een matige fysieke inspanning vragen, zoals fietsen, stevig doorstappen, traplopen, zwemmen, dansen en balsporten. De kinesist kan u nog heel wat meer vertellen over hoe je dat alles het beste aanpakt.
2. Water
water
Energievrije dranken Voldoende drinken (tot minstens 1,5 L/dag) is niet alleen nodig voor het goede verloop van alle lichaamsprocessen, maar zorgt bovendien op zich al voor enige verzadiging, zonder dat er energie geleverd wordt. Vrij te gebruiken zijn ongesuikerde dranken: thee, koffie (met mate), mineraal water, spuitwater (vermijd te veel koolzuur), ontvette vleesbouillon, groentesap, light frisdranken (tot een halve liter per dag). 16
Let echter wel op met vruchtensappen. Zelfs ‘ongezoete’ vruchtensappen bevatten namelijk natuurlijke suikers die afkomstig zijn van het fruit zelf. Vocht dient opgenomen te worden tussen en niet tijdens de maaltijden. Dus niet drinken een half uur voor en een half uur na de maaltijd. Drink langzaam en bij voorkeur geen bruisende dranken.
3. Graanproducten en aardappelen graanproducten aardappelen
Koolhydraten zijn een verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Ze komen echter onder verschillende vormen in de voeding voor.
De TRAAG OPNEEMBARE KOOLHYDRATEN zijn de zetmeelproducten zoals brood, deegwaren, bruine rijst,... zij hebben de absolute voorkeur. De vezels spelen een belangrijke rol in het verzadigingsproces.
De SNELOPNEEMBARE KOOLHYDRATEN zijn de suikers. Ze zijn te mijden. Tafelsuiker, klontjes en witte suiker, bruine suiker, kandijsuiker en alle producten bereid met suiker, zoals: - confituur, honing,... - koekjes, gebak,... - alle snoepgoed,... - alle frisdranken (te vervangen door lightdranken)
17
Bij voorkeur te gebruiken na de maagband: • Beschuit, geroosterd brood, toast,... • Bruin brood, wit brood (*) • Ongepelde rijst en deegwaren • Gekookte en gestoomde aardappelen. (*) Tracht opbouwend te werken door eerst beschuit en geroosterd brood (fase 2) en nadien over te schakelen naar gewoon bruin brood.
Let wel: enige voorzichtigheid is geboden met: • Dagvers brood verteert moeilijker en kan door opslorpen van vocht een voedselprop maken. • Volkoren brood en volkoren beschuit (zeer hoog gehalte aan voedingsvezels) • Popcorn
Voedingsvezel: graanproducten, brood, rauwe groenten, fruit Voedingsvezels zijn delen van planten die niet verteerd worden door de menselijke spijsverteringsenzymen. Sommige vezels hebben de eigenschap water aan te trekken en vast te houden zodat het voedselvolume toeneemt. Door het kleinere maagvolume met maagband worden daarom voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan voedingsvezel best vermeden.
4. Groenten en fruit
groenten
fruit
(Fructose, voedingsvezel, vitamines, mineralen) Hiervan zijn in een gezonde voeding ook flinke hoeveelheden voorzien: o.a. 2 à 3 stuks fruit per dag en een ruime portie groenten (zo’n 300 gr). Opgelet met citrusvruchten. Variatie is van belang voor de aanbreng van verschillende soorten vitamines en mineralen.
Aan te raden voedingsmiddelen na de maagband • Zachte groenten zoals: gestoofde andijvie, witlof, prei, spinazie, asperges, stoofsla, bloemkool, tomaten, wortelen (niet rauwe),... • Zacht fruit zoals: abrikozen, pruimen, perzik, blikfruit zonder suiker • Appel, peer, grapefruit, sinaasappel,...
18
Moeilijker te verteren en best te vermijden met maagband • Rauwe groenten • Vezelrijke groenten zoals: bonen, selder, erwten, kolen,... • Zwaar verteerbare groenten zoals: spruiten, paprika,... • Gedroogd fruit • Kokosnoot • Vliesjes van sinaasappel en pompelmoes
5. Melkproducten – vlees, vis, eieren – vervangingsproducten Verder naar boven in de driehoek staan aan de ene kant MELKPRODUCTEN en KAAS (eiwitten, calcium, vitaminen, vetten) en aan de andere kant VLEES, VIS, EIEREN (eiwitten, ijzer, vitaminen, vetten) en VERVANGPRODUCTEN (peulvruchten en sojaproducten)
19 Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten
vlees, vis, eieren vervangproducten
Deze twee ‘vakken’ van de driehoek zijn zeer belangrijk na uw ingreep. Zij leveren ons eiwitten en calcium. Na de maagband: Melk en melkbereidingen of yoghurt moeten elke dag op het menu staan, maar mogen de andere voedingsmiddelen niet verdringen. Deze mogen dus wel als tussenmaaltijden gebruikt worden, maar niet als vervanging voor een hoofdmaaltijd. Kaas: de meeste kaassoorten worden goed verdragen, vooral smeerkaas, witte kaas en sneetjes gesmolten kaas. Ook de vaste kaas kan, mits goed kauwen, gebruikt worden.
Eieren: kunnen gebruikt worden in alle vormen, gekookte eieren eventueel pletten. Vlees: vormt over het algemeen wel een probleem. Vooral gebakken, gebraden en gestoofd vlees is moeilijk te verteren. Gevogelte zonder vel kan echte wel gebruikt worden. Filet americain, gehakt en paté worden doorgaans wel goed verdragen. Vis: wordt doorgaans beter verdragen. Best te gebruiken in gepocheerde vorm en niet in gebakken vorm. Probeer tot 2 maal per week vis in te schakelen. Gebruikt bij voorkeur magere producten.
6. Smeer- en bereidingsvet
smeer- en bereidingsvet
Vetten zijn in vele voedingsmiddelen uit de andere groepen ‘verborgen’ aanwezig en de groep vetstoffen moet daarom op zich ook zeer klein zijn. Kies bij voorkeur producten met overwegend onverzadigde vetten. Deze vind je in olijfolie, arachide-, vis-, soja- en zonnebloemolie, en in zachte margarines en minarines. Het is aangeraden schraal te smeren en het gebruik van vetstoffen tijdens de warme maaltijden te minimaliseren. Te veel vet vertraagt bovendien de maaglediging en kan aanleiding geven tot reflux en brandend maagzuur. Gebruik dus bij voorkeur als • Bereidingsvet: olie of margarine van plantaardige oorsprong • Broodsmeersel: minarine of margarine van plantaardige oorsprong
20
7. De restgroep restgroep
Het topje van de voedingsdriehoek omvat een afzonderlijk zwevend gedeelte waarin je alle voedingsmiddelen kunt plaatsen die strikt genomen niet nodig zijn in een evenwichtige voeding. Zoetigheden, snoepjes, alcoholische en suikerrijke dranken, mayonaise, noten,... enz. De restgroep levert meestal voornamelijk vetten en suikers, zijn vaak zeer calorierijk. Dus NIET nemen om 3 redenen: 1. calorierijk 2. vitaminearm 3. veroorzaakt onvoldoende gewichtsverlies 21
Besluit De beslissing om deze ingreep uit te laten voeren is misschien één van de belangrijkste en meest ingrijpende beslissingen die je nam en zo hoort het ook. Zij moet een ommekeer bieden aan de stroomversnelling van vergaande problemen met uw gezondheid ten gevolge van het overgewicht. Zorg er daarom voor dat je deze kans ten volle benut. Veel sterkte en succes.
Een multidisciplinaire aanpak Het team Dr. R. Ceulemans: Bariatrisch chirurg Dr. I. Jacobs: Bariatrisch chirurg Dr. M. Michiels: Bariatrisch chirurg Dr. G. Vissers: Algemeen chirurg Candy Bruyninckx: Diëtiste Obesitaskliniek Magda Maes, Rita Engelen: Diëtisten Hospitaal Bruno Marck: Kinesitherapeut An Boschmans, Els Myncke: Psychologe Dr. T. Lim: Endocrinoloog, Krista Jacobs: Diëtiste Diabetesconventie Dr. W. Alderweireldt, Dr. L. Peeters: Gastro-enteroloog internist Dr. J. Haerden, Dr. T. Dieudonné: Pneumoloog Dr. H. Striekworld, Dr. P.E. Baetslé: Cardioloog Dr. E. Lemmens: Plastisch chirurg Lutgart Deliën, Karolien Cools: Medische secretaressen Diensten: Daghospitaal, Sociale dienst, Orthopedie, Gynaecologie, Radiologie
H. Hartziekenhuis Mol Gasthuisstraat 1 - 2400 Mol Tel. 014 71 20 60 Fax 014 71 23 50 www.azmol.be www.obesitaskliniek.be
E-mail:
[email protected] Raadplegingen: Afspraken secretariaat: Tel. 014 71 20 00