Informatiemap obesitas
CLIËNTINFORMATIE OVER DE MAAGBAND & GASTRIC BYPASS Voorlichting Chirurgie, die als doel heeft het gewicht te verminderen, heet bariatrische chirurgie. Het plaatsen van een SAGB–maagband heet daarom dan ook een bariatrische ingreep. SAGB staat voor Swedish Adjustable Gastric Band. In het Nederlands wordt deze band ook wel Zweedse Aanpasbare Maagband genoemd. De band is genoemd naar de Zweedse artsen en onderzoekers die de innovatieve band ontwikkelden. De band wordt geproduceerd voor Johnson & Johnson Medical. De maagband zorgt ervoor dat er minder voedsel ingenomen kan worden. Daarom spreekt men van een ‘restrictieve’ ingreep. Bovendien ervaart u met de maagband sneller en langer een verzadigingsgevoel. Op deze manier helpt de maagband u bij het verliezen van gewicht. Let wel: helpt. Uiteindelijk bent u het zelf die voor het gewichtsverlies moet zorgen door het veranderen van uw levensstijl: minder eten, meer bewegen. In deze brochure bespreken we de ‘technische’ aspecten rondom uw operatie. We leggen het spijsverteringsstelsel uit en het principe van de ingreep. We bekijken de maagband nader en we bespreken de operatie met de risico’s en mogelijke complicaties. 22 Het spijsverteringsstelsel Het spijsverteringsstelsel loopt van mond tot anus. Het zorgt voor inname en afbraak (spijsvertering) van voedsel, opname van voedingsstoffen in het bloed en het ‘lozen’ van onverteerbare voedselresten uit het lichaam. Aan de hand van de afbeelding wordt onderstaand de spijsvertering stap voor stap uitgelegd. 1. In de mond wordt het voedsel gemengd met speeksel en mechanisch verkleind door het kauwen. 2. De slokdarm is een lange spierbuis, die het voedsel van de mond naar de maag voert. 3. De buikholte (abdomen) bevat alle spijsverteringsorganen: maag, lever, alvleesklier (pancreas) en darmen. 4. De overgang van de slokdarm naar de maag is zo gevormd dat voedingsmiddelen die in de maag vermengd worden met zuur, niet kunnen terugvloeien in de slokdarm. Dit voorkomt schade aan de slokdarmwand en pijn. 5. De maag, gelegen in het bovenste deel van de buikholte, bevat normaal iets meer dan 1500 ml. voedsel, afkomstig van één enkele maaltijd. Het voedsel wordt in de maag vermengd met een zuur dat geproduceerd wordt om eiwitten, vetten en complexe koolhydraten te verteren tot kleinere eenheden die gemakkelijker op te nemen zijn (absorberen). 6. De pylorus is een kleine ronde spier, gelegen aan de uitgang van de maag en aan het begin van de dunne darm. Deze spier sluit de maaguitgang af terwijl de voedingsstoffen in de maag verteerd worden tot een gemakkelijker te absorberen emulsie. Als de voedingsstoffen goed verteerd zijn, opent de pylorus zich en komt de maaginhoud terecht in het eerste deel van de dunne darm; het duodenum. 7. De dunne darm is ongeveer 4,5 à 6 meter lang en het is op deze plaats dat de meeste voedingsstoffen geabsorbeerd worden. De dunne darm bestaat uit drie delen: het duodenum, het jejunum en het ileum. 1. mond 2. slokdarm 3. buikholte 4. overgang van slokdarm naar maag 5. maag 6. pylorus 7. dunne darm 8. twaalfvingerige darm (duodenum) 9. lever 10. galblaas 11. alvleesklier (pancreas) 12. nuchtere darm (jejenum) 13. kronkeldarm 14. dikke–darmklep 15. dikke darm GOM 004/29-11-2007
Vitalys Klinieken, Pr. Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp, 0800-0200134 (gratis nummer)
1/6
Informatiemap obesitas
8. Het duodenum of de twaalfvingerige darm is het eerste deel van de dunne darm. Hier worden de voedingsstoffen gemengd met gal, afkomstig van de lever (9) en galblaas (10), en met sappen afkomstig van de alvleesklier (pancreas, 11). Hier wordt ook een groot deel van het ijzer en het calcium geabsorbeerd. 12. Het jejenum of de nuchtere darm is het middelste deel van de dunne darm, dat zich uitstrekt van de twaalfvingerige darm tot het ileum. Het is verantwoordelijk voor de absorptie van de voedingsstoffen. 13. Het laatste deel van de dunne darm, het ileum of de kronkeldarm, is de plaats waar de vetoplosbare vitaminen A, D, E en K en de andere voedingsstoffen geabsorbeerd worden. 14. De dikke–darmklep (ileo–caecale klep) scheidt de dunne darm van de dikke darm (colon) om te verhinderen dat de inhoud van het colon, dat rijk is aan bacteriën, terugvloeit in de dunne darm. 15. In de dikke darm worden de overige eiwitten (proteïnen) en vloeistoffen geabsorbeerd en wordt er vaste ontlasting gevormd. Principe van de maagbandingreep De maagband wordt aangebracht rond het bovenste deel van de maag (zie figuur 2A). De band vernauwt de maag en verdeelt deze in een kleiner en een groter deel. U voelt dat het innemen van een klein beetje voedsel al voldoende is om het maagreservoir te vullen (zie figuur 2B). De maagband veroorzaakt zo een vervroegd verzadigingsgevoel. Daardoor heeft u minder hongergevoelens. Dit betekent echter niet dat u zich persé verzadigd voelt. U zult in het begin waarschijnlijk wel nog zin hebben om verder te eten. Dit is echter niet de bedoeling. Het is uiterst belangrijk dat u het verzadigingsgevoel snel leert herkennen en meteen ook stopt met eten. Als u het verzadigingsgevoel herkent, helpt de maagband u om te vermijden dat u ‘overeet‘. Dit helpt bij het beperken van de voedsel– en calorie-inname. Vervolgens komt het voedsel in het grote gedeelte van de maag terecht en wordt het verder op gewone wijze verteerd en geabsorbeerd (zie figuur 2C). De band is gemaakt van siliconen met aan de binnenkant een opblaasbare ballon, die rond de maag wordt geplaatst. Hiermee kan de doorsnede (diameter) van de maagband na de operatie worden aangepast: hoe nauwer de band, des te sneller een vol gevoel ontstaat en hoe langzamer het voedsel de maagband passeert. Het bijvullen – en dus nauwer maken – van de band gebeurt door het inspuiten van vocht (zoutwateroplossing) via de injectiepoort (zie figuur 4) die aangebracht is onder de huid en in verbinding staat met de band via een slangetje. Onderstaand ziet u afbeeldingen van een lege en gevulde maagband. Afhankelijk van het verloop van uw gewichtsverlies bepaalt uw arts en zijn team of, wanneer en hoeveel uw maagband moet worden bijgevuld. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar wat voor u optimaal gewichtsverlies oplevert, maar ook naar het comfort.
24
GOM 004/29-11-2007
Vitalys Klinieken, Pr. Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp, 0800-0200134 (gratis nummer)
2/6
Informatiemap obesitas
SAGB–maagband In onderstaande figuur staan de onderdelen van de SAGB–maagband. U ziet de opblaasbare ballon, het slangetje en de poort. Voordelen SAGB–maagband De SAGB–maagband kenmerkt zich door een aantal unieke voordelen die de band comfortabel in het gebruik maken: Hoog volume – lage druk In de eerste plaats werkt de SAGB–maagband volgens het principe van hoog volume – lage druk. De SAGB–maagband links op figuur 5 heeft een groter volume dan de band rechts. Een groter volume is comfortabeler. De maagband heeft nu minder de neiging in te ‘snijden’ in uw maag. Ter vergelijking: het spannen van een veter om uw vinger is comfortabeler dan een flosdraad.
Nauwkeurig bijspuiten door hoge volume Het grotere volume (9 ml.) heeft nog een bijkomend voordeel: het bijvullen kan in kleinere stapjes gebeuren. Hiermee kan de maagband nauwkeuriger op u en uw situatie worden afgestemd. Hierdoor is bijvoorbeeld de kans op braken na de ingreep een stuk kleiner.
GOM 004/29-11-2007
Vitalys Klinieken, Pr. Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp, 0800-0200134 (gratis nummer)
3/6
Informatiemap obesitas
Rondom zacht, dus comfortabel De SAGB–maagband heeft een 360°–ballon (zie figuur 7). De maagband is rondom zacht. Het harde stuk dat patiënten wel eens voelen bij andere maagbanden, is afwezig bij de SAGB. Ook dit is comfortabeler. De ingreep Het plaatsen van de maagband gebeurt in principe laparoscopisch (kijkoperatie, zie figuur 6). Dit betekent dat de chirurgische instrumenten en een camera in de buik worden gebracht via kleine snedes (incisies) in de buikwand. Een laparoscopische ingreep wordt als minder ingrijpend beschouwd in vergelijking met een lange incisie om de buikholte te openen. Toch kan een dergelijke ‘open’ procedure nodig zijn: niet alle patiënten komen in aanmerking voor de laparoscopie. Ook kan de chirurg tijdens de operatie beslissen om tot een ‘open’ procedure over te gaan.
Risico’s en complicaties Aan een operatie zijn altijd risico’s verbonden, dus ook aan het plaatsen van een maagband. Er bestaat tijdens en na de ingreep het risico van overlijden of potentieel ernstige complicaties, zoals orgaanletsel, orgaanstoornissen en inwendige bloedingen. Daarnaast moet men ook rekening houden met andere complicaties die met de juiste behandeling gewoon kunnen genezen. Denk bijvoorbeeld aan littekenvorming, misselijkheid, urineweginfecties, krampen en diarree. Deze risico’s zullen ook besproken worden tijdens de groepsvoorlichting in het ziekenhuis.
GOM 004/29-11-2007
Vitalys Klinieken, Pr. Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp, 0800-0200134 (gratis nummer)
4/6
Informatiemap obesitas
Naast de algemene risico’s en complicaties die voor elke chirurgische ingreep gelden, kunnen enkele specifieke problemen optreden na de maagbandoperatie. Door te snel eten of door te grote hoeveelheden eten kan de band gaan verplaatsen (‘slipping’). In sommige gevallen is het nodig om opnieuw te opereren. Door het eten van te grote stukken voedsel kan de toegang tot de maag geblokkeerd raken. In dat geval moet de band worden leeggehaald. De band kan ingroeien in de maag (erosie/migratie). Hiervoor kunnen verschillende oorzaken bestaan. Erosie treedt meestal op wanneer er te veel vocht in de band wordt gespoten. Dit veroorzaakt te veel druk en irritatie op de maag met erosie als gevolg. Die druk kan ook worden veroorzaakt door te grote stukken voedsel. Verder kan de maagwand beschadigd zijn geraakt tijdens de operatie. Tenslotte kan een infectie ter hoogte van de injectiepoort ook erosie veroorzaken. Ook ter hoogte van de maagband kan een infectie optreden. In dat geval wordt de maagband verwijderd. Er kunnen problemen ontstaan ter hoogte van de injectiepoort en het slangetje (‘tube’): – Loslaten van het slangetje dat de poort met de band verbindt. – Lokale infectie van de injectiepoort. – Bij het bijspuiten van de poort kan in het slangetje worden geprikt met lekkage als gevolg. Meestal worden deze problemen onder lokale verdoving opgelost. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de band gaan lekken. In dat geval kan de band gemakkelijk worden vervangen door een nieuwe. Dit gebeurt operatief. U dient zich tenslotte goed te realiseren dat complicaties ontstaan tijdens de operatie zich pas dagen later kunnen openbaren. Die vertraging tussen ontstaan en ontdekken, levert mogelijk ernstige gezondheidsrisico’s op.
GOM 004/29-11-2007
Vitalys Klinieken, Pr. Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp, 0800-0200134 (gratis nummer)
5/6
Informatiemap obesitas
Principe van de gastric bypass Bij een gastric bypass operatie wordt de maag in tweeën gedeeld (zie illustratie). Het bovenste deel van de maag (1) wordt verbonden met het laatste deel van de dunne darm (4). Het andere deel van de dunne darm (5) neemt na de operatie niet meer actief deel aan het spijsverteringsproces. Hierdoor zullen er minder voedingsstoffen in de bloedbaan worden opgenomen. Dit proces heet malabsorptie. Het voordeel van de gastric bypass ten opzichte van andere maagverkleinende operaties is het dubbele effect. De maagverkleining resulteert in een verminderde voedselinname en de verkorting van de dunne darm leidt ertoe dat slechts een deel van het voedsel door het lichaam wordt opgenomen De ingreep Voor een gastric bypass wordt u vijf dagen opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens een zogenoemde ‘kijkoperatie’ wordt de maag verkleind en worden nieuwe verbindingen gemaakt tussen de maag en de dunne darm. De chirurg maakt hiervoor zeven sneetjes in de buik. De ingreep duurt drie uur en vindt plaats onder narcose.
1. 2. 4. 5. 6.
verkleinde maag 40cc gastrojejunostomie 90 cm jejunumlis duodenum resterende maag
Risico’s en complicaties Het nadeel van de bypass is dat de kans op complicaties groter is dan bij andere maagverkleinende operaties. Ongeveer 12% van de cliënten krijgt te maken met een of meerdere complicaties.
1
2 6
5
4 Complicaties vlak na de operatie Trombose (een bloedstolsel in de aderen) en longembolie (plotselinge afsluiting van een bloedvat in de longen door een stolsel) kunnen optreden ten gevolge van de ingreep. Om dit tegen te gaan zult u vrij snel na de operatie weer in beweging moeten komen en krijgt u enige tijd antistollingsmedicatie. Wondinfectie: de wond kan gaan ontsteken ten gevolge van een infectie. Buikvliesontsteking ten gevolge van een lek in de gastrojejunostomie (zie tekening, nr. 2). Dit is een ongebruikelijke complicatie, maar wanneer deze voorkomt, moet u opnieuw geopereerd worden. Overlijden: in de vakliteratuur wordt een percentage van 1% genoemd. Complicaties op langere termijn Aandoeningen ter gevolge van een tekort aan vitaminen, eiwit en ijzer: door de verminderde voedselopname ontstaat de kans op een verminderde opname van genoemde voedingsstoffen. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld bloedarmoede en zenuwontstekingen. Uw arts zal vitaminen voorschrijven, die u na de operatie moet gaan gebruiken. Ook moet uw bloed na de ingreep regelmatig op de aanwezigheid van de stoffen onderzocht worden. Maagzweer: bij sommige cliënten (vaak rokers) ontstaat een maagzweer bij de overgang tussen maag en dunne darm. Obstructie: vergroeiingen als gevolg van een operatie in de buik kunnen de darm afsluiten. Soms is een operatie nodig om de obstructie te verwijderen. Levercirrose/nierziekten: deze complicaties zijn zeer zeldzaam.
GOM 004/29-11-2007
Vitalys Klinieken, Pr. Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp, 0800-0200134 (gratis nummer)
6/6