Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 1 Niveau 2
Suikerziekte
Suikerziekte of diabetes. Eén op 10 Belgen krijgt ermee te maken. In erge gevallen leidt suikerziekte tot de dood. Elke mens heeft suikers nodig. We halen die suikers uit onze voeding. Suikers geven ons kracht. Die suikers moeten op de juiste plaats in ons lichaam geraken. Daarvoor zorgt de stof insuline. Ons lichaam maakt die insuline. Bij sommige mensen gebeurt dat niet. Zij hebben suikerziekte. Zij moeten zich elke dag inspuiten met insuline. Gelukkig zijn ze niet echt ziek. Ze kunnen een gewoon leven leiden. Ze moeten alleen vaste regels volgen. (kw)
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
p. 2 Niveau 2
Waar of niet waar?
1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
Eén op vijf Belgen krijgt suikerziekte. Suikerziekte kan tot de dood leiden. We halen suikers uit onze voeding. Ons lichaam maakt insuline. Alle mensen maken insuline. Suikerzieken kunnen een gewoon leven leiden
waar
niet waar
Zoek het antwoord in de tekst. 1. Hoeveel Belgen krijgen te maken met suikerziekte? ......................................................................................................................... 2. Waartoe kan suikerziekte in ernstige gevallen leiden? ......................................................................................................................... 3. Elke mens heeft suikers nodig. Waar halen wij die suikers? ......................................................................................................................... 4. Waarvoor zorgt de stof insuline? ......................................................................................................................... 5. Wat moeten mensen met suikerziekte elke dag doen? ......................................................................................................................... 6. Kunnen suikerzieken een gewoon leven leiden? .........................................................................................................................
3
Zoek de betekenis in je woordenboek. abcdefg hijklmnopqrst uvwxyz 1. de suikerziekte: ............................................................................................... ......................................................................................................................... 2. de kracht: ........................................................................................................ ......................................................................................................................... 3. de insuline: ...................................................................................................... .........................................................................................................................
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
3
p. 3 Niveau 2
Wat is ongeveer hetzelfde? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
de suikerziekte de voeding de kracht het lichaam de dood de mens
eten en drinken de sterkte de diabetes het overlijden de persoon het lijf
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is het tegengestelde? 1. erg
geen enkele
1.
......................... .........................
2. 3. 4. 5. 6.
hun gewoon de meeste ongewoon verkeerde
2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... .........................
elke onze juiste sommige gewoon
......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Hoe staat het in de tekst? 1. 10 procent van de Belgen komt ermee in aanraking. ......................................................................................................................... 2. In erge gevallen kan je van suikerziekte sterven. ......................................................................................................................... 3. Iedereen heeft suikers nodig. ......................................................................................................................... 4. Suikers geven ons sterkte. ......................................................................................................................... 5. Zij hebben diabetes. ......................................................................................................................... 6. Ze kunnen gewoon leven. .........................................................................................................................
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 4 Niveau 2
Kruis aan wat het betekent. 1. Eén op 10 Belgen krijgt ermee te maken. Eén op 10 Belgen maakt er één. Eén op 10 Belgen komt ermee in aanraking. 10 procent van de Belgen gaat mee. 2. Ze kunnen een gewoon leven leiden. Ze hebben gewoon pijn. Het leven is voor hen pijnlijk. Voor hen is een normaal leven mogelijk. 3. Ze moeten alleen vaste regels volgen. Ze moeten zich enkel aan vaste regels houden. Ze mogen alleen hun zin doen. Iedereen moet de regels leren.
2
Schrap wat er niet bij hoort. Let op de betekenis. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
de suikerziekte - de kanker - de vreugde - de griep de insuline - de Belg - het spuitje de suikerziekte de voeding - de suikers - de dood - de maaltijd de eskimo’s - de Belgen - de Nederlanders - de Fransen de arm - het lichaam - het been - de rug de kracht - de sterkte - de energie - de zwakte
Vul een passend woord in. Kies uit de eerste kolom. suikers voeding suikerziekte insuline inspuiten kracht
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
In erge gevallen leidt ..................................... tot de dood. Elke mens heeft ..................................... nodig. We halen die suikers uit onze ..................................... . Suikers geven ons ..................................... . Een gezond lichaam maakt ..................................... . Insuline moet je elke dag ..................................... .
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 5 Niveau 2
Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl.
1. 2. de 3. de 4. de 5. de 6. de
HORIZONTAAL 1. een mens of een dier een inspuiting geven 2. stof in je lichaam die het suikergehalte in je lichaam verlaagt, en die gebruikt wordt als geneesmiddel voor mensen met suikerziekte 3. voedsel en drank 4. sterkte van je lichaam 5. woorden waarin is vastgelegd wat wel of niet mag 6. diabetes, ziekte waarbij je te veel suiker in je bloed hebt
VERTICAAL Het woord onder de pijl is: .....................................................
De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 11.
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
3
p. 6 Niveau 2
Zet de lettergrepen in de goede volgorde. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
ziek - ker - te - sui su - in - ne - li chaam - li di - tes - be - a mi - ge - som luk - ge - kig
1. de ............................................. 2. de ............................................. 3. het ............................................. 4. de ............................................. 5. ............................................. 6. .............................................
Wat past bij elkaar? 1. de Belg
gelukkig
1.
.........................
-
.........................
2. 3. 4. 5. 6.
nodig Belgisch de voeding de inspuiting de ziekte
2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... .........................
-
......................... ......................... ......................... ......................... .........................
val -ding mee spuiten ziekte voor
1. de 2. het 3. de 4. 5. 6.
het geluk de nood ziek voeden inspuiten
Maak één woord. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
suiker gevoe daarerin
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
............................................. ............................................. ............................................. ............................................. ............................................. .............................................
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 7 Niveau 2
Schrijf de woorden van elkaar.
1. EénoptienBelgenkrijgttemakenmetsuikerziekte. ......................................................................................................................... 2. Inergegevallenleidtsuikerziektetotdedood. ......................................................................................................................... 3. Elkemensheeftsuikersnodig. ......................................................................................................................... 4. Diesuikersmoetenopdejuisteplaatsinonslichaamgeraken. ......................................................................................................................... 5. Bijsommigemensengebeurtdatniet. ......................................................................................................................... 6. Zijmoetenzichelkedaginspuitenmetinsuline. .........................................................................................................................
2
Welk werkwoord ontbreekt? Schrijf de verbeterde zin. Onderstreep het werkwoord.
1. We suikers uit onze voeding. ......................................................................................................................... 2. Suiker ons kracht. ......................................................................................................................... 3. Ons lichaam insuline. ......................................................................................................................... 4. Bij sommige mensen dat niet. ......................................................................................................................... 5. Zij suikerziekte. ......................................................................................................................... 6. Ze een gewoon leven leiden. .........................................................................................................................
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 8 Niveau 2
Welk woord is teveel? Schrijf de verbeterde zin.
1. Eén op tien Belgen krijgt ermee van te maken. ......................................................................................................................... 2. We halen die suiker uit in onze voeding. ......................................................................................................................... 3. Die suikers moeten op de juiste plaats in op ons lichaam geraken. ......................................................................................................................... 4. Bij sommige mensen niet gebeurt dat niet. ......................................................................................................................... 5. Ze kunnen een geen gewoon leven leiden. ......................................................................................................................... 6. Ze moeten volgen alleen vaste regels volgen. .........................................................................................................................
2
Maak met de zinsdelen een zin.
1. tot de dood / suikerziekte / in erge gevallen / leidt ......................................................................................................................... 2. geraken / op de juiste plaats in ons lichaam / die suikers / moeten ......................................................................................................................... 3. niet / dat / bij sommige mensen / gebeurt ......................................................................................................................... 4. met insuline / elke dag / inspuiten / zij / zich / moeten ......................................................................................................................... 5. zijn / gelukkig / niet echt / ze / ziek ......................................................................................................................... 6. leiden / kunnen / een gewoon leven / ze .........................................................................................................................
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 9 Niveau 2
Schrijf de zinnen in de goede volgorde. Zo maak je een leesbare tekst.
-
We halen die suikers uit onze voeding.
-
Elke mens heeft suikers nodig.
-
Daarvoor zorgt de stof insuline.
-
De suikers moeten op de juiste plaats in ons lichaam geraken.
-
Zij hebben suikerziekte.
-
Bij sommige gebeurt dat niet.
1.
.........................................................................................................................
2.
.........................................................................................................................
3.
.........................................................................................................................
4.
.........................................................................................................................
5.
.........................................................................................................................
6.
.........................................................................................................................
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 10 Niveau 2
Zelf schrijven. Bedenk een titel voor je tekst.
Als je erg ziek bent, moet je medicijnen nemen en je aan vaste regels houden. Vind je dat gemakkelijk?
............................................................
......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... .........................................................................................................................
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Suikerziekte
p. 11 Niveau 2
Oplossing van het kruiswoordraadsel.
2. de 3. de
6. de
s
v
u
1.
i
n
s
p
u
i
t
i
n
s
u
l
i
n
e
o
e
d
i
n
g
4. de
k
r
a
c
h
t
k
t
5. de
r
e
g
e
l
i
e
r
z
i
e
Tekst uit: De Kleine Wablieft 193
k
e
n
e