Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 1 Niveau 3
Minerva
De trots van België Ons land heeft geen eigen automerk. Vroeger was dat anders. Toen was er Minerva. Dat merk was bekend in de hele wereld. Het verhaal van Minerva begon op het einde van de negentiende eeuw. Sylvain de Jonge werd geboren in Amsterdam. Maar hij verhuisde naar Antwerpen. Daar begon hij in 1897 fietsen te maken. Zij kregen de naam Minerva. Minerva was een godin van de Romeinen.
Een Minerva uit 1925. Het is een open auto. In de winter kan er een linnen dak op. Het koetswerk is gebouwd in Zweden.
Motor Maar de Jonge wou meer. Zijn bedrijf begon motorfietsen te maken. En vanaf 1901 ook auto's. Vanaf 1908 begon het pas echt goed te gaan met Minerva. Toen kocht Minerva de rechten op een nieuwe motor. Die motor maakte weinig lawaai. Volgens sommigen was dat ook gevaarlijk. Je hoorde een Minerva bijna niet aankomen. En de mensen waren auto's toen nog niet gewoon.
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 2 Niveau 3
Naam Minerva werd een bekend merk. Het waren geen gewone auto's. Het waren auto's met veel luxe. Ze hadden een zware motor. Ze reden snel. En ze waren prachtig afgewerkt. Met mooie lak en fijn houtwerk. Ze werden op maat gemaakt. In korte tijd kenden alle rijken Minerva. Onze koning reed met een Minerva. Filmsterren, bazen van bedrijven en mensen van adel reden er mee rond. Ook prinsen uit Roemenië, Thailand en India kochten de auto uit Antwerpen. Goed Tijdens de Eerste Wereldoorlog bezetten de Duitsers ons land. Ze roofden de fabriek van Minerva leeg. Toch kon Minerva na de oorlog terug beginnen. De jaren '20 waren de mooiste jaren voor Minerva. In 1922 kregen de Minerva's een nieuw teken. Een beeldje van de Romeinse godin. Dat beeldje stond op de motorkap. Groot Minerva was een grote naam in de autowereld. Het was de Rolls-Royce van zijn tijd. Bij Minerva werkten 6.500 mensen. In 1927 maakte de Jonge zijn fabriek nog groter. Daarvoor had hij geld nodig. Andere mensen staken geld in Minerva. Na een tijdje had de Jonge maar weinig meer te zeggen in zijn eigen bedrijf. Rijken De problemen begonnen in 1929. Toen verloren veel mensen al hun geld op de beurs in New York. Ineens waren er veel minder rijken. En juist zij waren de kopers van Minerva. In 1929 stierf de Jonge aan kanker. In 1934 ging Minerva dicht. Na de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf 'Nieuwe Minerva' opgericht. Dat maakte jeeps voor het Belgisch leger. In 1958 was het echt gedaan met Minerva. Herstellen Minerva's horen nu bij de meest gezochte oude auto's. Ze zijn veel waard. Het beeldje van de godin kost meer dan 200.000 frank. Er zijn nog 150 Minerva's in België. De eigenaars hebben hun schat hersteld. Ze poetsen hun wagen mooi op. Maar ze komen er niet veel meer mee op straat. (w)
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
p. 3 Niveau 3
Waar of niet waar? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
Sylvain de Jonge werd geboren in Antwerpen. De motor van een Minerva maakte veel lawaai. In 1913 kenden alle rijken Minerva. Minerva was de Rolls-Royce van zijn tijd. In 1929 waren er ineens veel meer rijken. Minerva's horen bij de meest gezochte auto's.
.............................. .............................. .............................. .............................. .............................. ..............................
Zoek het antwoord in de tekst. 1. Wanneer werden de eerste Minerva-fietsen gemaakt? ........................................................................................................................................ 2. In welke stad begon Sylvain de Jonge zijn bedrijf? ........................................................................................................................................ 3. Waarom vonden sommigen in 1908 een Minerva een gevaarlijke auto? ........................................................................................................................................ 4. Welk teken kregen alle Minerva's in 1922 op de motorkap? ........................................................................................................................................ 5. Wat veroorzaakte in 1929 grote problemen? ........................................................................................................................................ 6. Waarom zijn Minerva's nu veel geld waard? ........................................................................................................................................
3
Zoek de betekenis in het woordenboek. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz 1. de adel: ......................................................................................................................... ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ 2. de beurs (bet.4): .......................................................................................................... ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ 3. de jeep: ......................................................................................................................... ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
de auto de eeuw het bedrijf het koetswerk de koning de trots
100 jaar de fabriek de wagen de fierheid de carrosserie de vorst
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is het tegengestelde? (zelfstandige naamwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 4 Niveau 3
Wat is het tegengestelde? (zelfstandige naamwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
de koper het einde het lawaai de luxe de rijke de oorlog
de stilte de verkoper het begin de arme de vrede de armoede
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is ongeveer hetzelfde? (zelfstandige naamwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
de wereld de motorfiets de straat de baas het verhaal de lak
Tekst uit: Wablieft 224
de verf de geschiedenis de werkgever de weg de motor de aarde
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
beginnen kopen sterven herstellen dichtgaan leegroven
overlijden aanvangen aanschaffen plunderen repareren sluiten
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is het tegengestelde? (werkwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 5 Niveau 3
Wat is ongeveer hetzelfde? (werkwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
verliezen kopen beginnen bezetten herstellen werken
verkopen eindigen bevrijden winnen staken vernielen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is ongeveer hetzelfde? (werkwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
werken verhuizen oprichten oppoetsen rondrijden kennen
Tekst uit: Wablieft 224
weten toeren boenen stichten migreren arbeiden
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
leeg prachtig fijn snel bekend eigen
schitterend verfijnd zonder inhoud beroemd van jezelf vlug
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is het tegengestelde? (bijvoeglijke naamwoorden)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 6 Niveau 3
Wat is ongeveer hetzelfde? (bijvoeglijke naamwoorden)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
nieuw gewoon mooi groot zwaar kort
bijzonder oud klein lelijk lang licht
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is ongeveer hetzelfde? (bijwoorden)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
vroeger terug toen bijna echt weinig
Tekst uit: Wablieft 224
nauwelijks werkelijk nagenoeg op dat ogenblik weer in het verleden
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Minerva's waren auto's met veel ............................ . Ze hadden een zware ............................ . Minerva kocht de ............................ op een nieuwe motor. Minerva was de ............................ van België. Veel mensen verloren al hun geld op de ............................ . Het ............................ begon motorfietsen te maken.
Vul een passend bijvoeglijk naamwoord in. Kies uit de eerste kolom.
fijn eigen linnen bekend korte zware
3
p. 7 Niveau 3
Vul een passend zelfstandig naamwoord in. Kies uit de eerste kolom.
bedrijf beurs trots rechten motor luxe
2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
1. 2. 3. 4. 5. 6.
In de winter kon er een ............................. dak op. De auto was afgewerkt met ............................. houtwerk. Ons land heeft geen ............................. automerk. Minerva's hadden een ............................. motor. Minerva was een............................. merk. In ............................. tijd kenden alle rijken Minerva.
Vul een passend voorzetsel in. Kies uit de eerste kolom.
voor van op uit naar in
Tekst uit: Wablieft 224
1. Het merk was bekend ................... de hele wereld. 2. Het verhaal van Minerva begon ................... het einde van de negentiende eeuw. 3. De Jonge verhuisde ................... Antwerpen. 4. Minerva was de godin ................... de Romeinen. 5. Dit is een Minerva ................... 1925. 6. Het is een open auto ................... 6 personen.
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 8 Niveau 3
Hoe staat het onderstreepte in de tekst? Schrijf de zin zo. 1. Je hoorde een Minerva bijna niet naderen. ........................................................................................................................................ 2. Het waren bijzondere wagens. ........................................................................................................................................ 3. In een mum van tijd kenden alle rijke mensen Minerva. ........................................................................................................................................ 4. Minerva was belangrijk in de autoindustrie. ........................................................................................................................................ 5. En net zij waren de klanten van Minerva. ........................................................................................................................................ 6. Het waren luxueuze auto's. ........................................................................................................................................
2
Schrap wat er niet bij hoort. Let op de betekenis. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
de Minerva - de Rolls-Royce - de jeep - de Mercedes - de BMW Amsterdam - Nederland - Antwerpen - Brussel - Parijs Roemenië - Thailand - India - België - Europa de motor - het koetswerk - het chassis - de auto - de banden de luxe - de auto - de motorfiets - de fiets - de jeep de dag - de maand - het einde - het jaar - de eeuw
Maak met de bijvoeglijke naamwoorden een vergelijking. Het voorbeeld toont je hoe. 1. 2. 3. 4. 5 6.
vroeg mooi groot (!) goed (!) veel (!) weinig
Tekst uit: Wablieft 224
vroeger ...................................... ...................................... ...................................... ...................................... ......................................
het vroegst ...................................... ...................................... ...................................... ...................................... ......................................
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 9 Niveau 3
Kruis aan wat het betekent. 1. Hij had maar weinig meer te zeggen in zijn bedrijf. Hij vertelde maar weinig in zijn fabriek. Hij had maar weinig inspraak in het beleid van zijn bedrijf. Hij had alles onder controle. 2. Andere mensen staken geld in Minerva. Andere mensen verstopten hun geld in de fabriek. De arbeiders bij Minerva staakten om een beter loon. Andere mensen investeerden in aandelen van de Minerva-fabriek. 3. De auto's werden op maat gemaakt. De auto's werden gemaakt door enkele kameraden. De auto's werden gemaakt zoals de klant het wenste. De auto's werden gemaakt met muzikale begeleiding.
2
Kruis aan wat wordt bedoeld. 1. naam die een fabrikant geeft aan alle producten die hij maakt de verpakking het merk het logo 2. iets dat niet echt nodig is, maar wel heel fijn de luxe de noodzaak het probleem 3. ernstige, vaak dodelijke ziekte waarbij gezwellen ontstaan die gezonde lichaamsdelen verwoesten de griep het hartinfarct de kanker
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
Kruiswoordraadsel. (werkwoorden) Zoek het woord onder de pijl. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
HORIZONTAAL 1. bezig zijn om geld te verdienen arbeiden 2. iets schoon of glanzend wrijven poetsen 3. weten wie, wat of hoe iets of iemand is 4. gesloten worden 5. iets weer maken zoals het vroeger was repareren, restaureren 6. ik ben, hij is, jij was, wij waren zijn vormen van het werkwoord ... 7. (van voertuigen): zich voortbewegen, vooruitkomen 8. in een ander huis gaan wonen migreren 9. (van mensen): doodgaan overlijden VERTICAAL Het werkwoord onder de pijl is: .....................................................
De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 19.
Tekst uit: Wablieft 224
p. 10 Niveau 3
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1 Kruiswoordraadsel.
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 11 Niveau 3
(zelfstandige naamwoorden)
Zoek het woord onder de pijl. 1. de 2. de 3. het 4. 5. de 6. de 7. de 8. de
HORIZONTAAL 1. grote hoeveelheid geld of kostbare voorwerpen 2. vervoermiddel met o.a. een ingebouwde motor, een versnellingsbak en meer dan twee wielen de wagen 3. de bovenbouw van een auto de carrosserie 4. een apparaat dat ervoor zorgt dat auto's rijden en machines werken 5. beroemde acteur of actrice die in een film speelt 6. periode van 100 jaar 7. gebouw waarin effecten verhandeld worden de effectenbeurs 8. iemand die iets koopt de klant, de cliënt
VERTICAAL Het woord onder de pijl is: het ....................................................
De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 19.
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
1. de ............................................. 2. het ............................................. 3. de ............................................. 4. ............................................. 5. ............................................. 6. .............................................
auto koets motor wereld motor film
ster kap oorlog fiets werk merk
1. 2. 3. 4. 5. 6.
het het de de de de
............................................. ............................................. ............................................. ............................................. ............................................. .............................................
stellen huizen richten kend rug woon
1. 2. 3. 4. 5. 6.
-din -je -ning -de -tig -naar
1. het ............................................. 2. de ............................................. 3. het ............................................. 4. de ............................................. 5. de ............................................. 6. .............................................
Wat past bij elkaar? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
4
tor - fiets - mo to - merk - au xe - lu gi - Bel - ë di - a - In mein - se - Ro
Maak een samenstelling. 1. 2. 3. 4.. 5. 6.
3
p. 12 Niveau 3
Zet de lettergrepen in de goede volgorde. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
verophertegebe-
............................................. ............................................. ............................................. ............................................. ............................................. .............................................
Wat past bij elkaar? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
beeld go ein ko eige prach
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
werkw. fietsen verhuizen eindigen beginnen bezetten verliezen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
zelfst. nw. ......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
-
werkw. ......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
één motorfiets één auto één baas één bedrijf één Minerva één jeep
meer ....................................................... meer ....................................................... meer ....................................................... meer ....................................................... meer ....................................................... meer .......................................................
Schrijf de ik-vorm naast het hele werkwoord. (tijd van nu) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
4
zelfst. nw. het einde de fiets de verhuis de bezetting het verlies het begin
Zoek het meervoud in de tekst. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 13 Niveau 3
Welke woorden passen bij elkaar?
1. 2. 3. 4. 5. 6. 2
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
wij verhuizen wij maken wij horen wij bezetten wij roven wij poetsen
ik ................................................. ik ............................................................. ik ............................................................. ik ............................................................. ik ............................................................. ik .............................................................
Schrijf naast de ik-vorm (tijd van nu) een vorm in de tijd van toen. Bij 1. en 4. zie je hoe het moet. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
ik verhuis ik maak ik hoor ik bezet ik roof ik poets
Tekst uit: Wablieft 224
hij die je ze ze ze
verhuisde ......................................... .......................................................... .......................................................... bezetten ........................................... .......................................................... ..........................................................
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 14 Niveau 3
Welk werkwoord ontbreekt? Schrijf de verbeterde zin. Onderstreep het werkwoord. 1. De problemen in 1929. ........................................................................................................................................ 2. Toen veel mensen al hun geld op de beurs in New York. ........................................................................................................................................ 3. Ineens er veel minder rijken. ........................................................................................................................................ 4. En juist zij de kopers van Minerva. ........................................................................................................................................ 5. In 1929 de Jonge aan kanker. ........................................................................................................................................ 6. In 1934 Minerva. ........................................................................................................................................
2
Welke werkwoordsvorm (tijd van toen) hoort bij het hele werkwoord? Je vindt de oplossing in de tekst. 1. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (bezetten) ............................. de Duitsers ons land. 2. Ze (leegroven) ............................. de fabriek van Minerva ............................ . 3. Toch (kunnen) ............................. Minerva na de oorlog terug beginnen. 4. De jaren '20 (zijn) ............................. de mooiste jaren voor Minerva. 5. In 1922 (krijgen) ............................. de Minerva's een nieuw teken. 6. Een beeldje van de Romeinse godin (staan) ............................. op de motorkap. Klankveranderende werkwoorden: je schrijft wat je hoort vb. (kunnen) ik kon - wij konden Klankbehoudende werkwoorden: laatste letter van de ik-vorm in 't kofschip: + TE(N) vb. (maken) ik maak - ik maakte / wij maakten laatste letter van de ik-vorm niet in 't kofschip: + DE(N) vb. (horen) ik hoor - ik hoorde / wij hoorden
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 15 Niveau 3
Schrijf de woorden van elkaar. Plaats hoofdletters en leestekens.
1. jehoordeeenminervabijnanietaankomen.................................................................. ........................................................................................................................................ 2. hetwarenautosmetveelluxeenzewarenprachtigafgewerkt ..................................... ........................................................................................................................................ 3. ookprinsenuitroemeniethailandenindiakochtendeautouitantwerpen ................... ........................................................................................................................................ 4. dejaren20warendemooistejarenvoorminerva.......................................................... ........................................................................................................................................ 5. hetwasderollsroycevanzijntijd .................................................................................... ........................................................................................................................................ 6. nadetweedewereldoorlogwerdhetbedrijfnieuweminervaopgericht....................... ........................................................................................................................................
2
Maak met de zinsdelen een zin. 1. nu / bij de meest gezochte auto's / Minerva's / horen ........................................................................................................................................ 2. zijn / waard / ze / veel ........................................................................................................................................ 3. het beeldje van de godin / meer dan 200.000 frank / kost ........................................................................................................................................ 4. zijn / 150 Minerva's / nog / er / in België ........................................................................................................................................ 5. hun schat / de eigenaars / hersteld / hebben ........................................................................................................................................ 6. er / op straat / niet veel meer / mee / ze / komen / maar ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 16 Niveau 3
Vul aan wanneer het gebeurde. Kies uit de volgende mogelijkheden. in korte tijd - vanaf 1908 - in 1897 - op het einde van de negentiende eeuw - de jaren '20 - tijdens de Eerste Wereldoorlog 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Het verhaal van Minerva begon ............................................... . Sylvain de Jonge begon ............................................... fietsen te maken. ............................................... begon het pas echt goed te gaan met Minerva. ............................................... kenden alle rijken Minerva. ............................................... bezetten de Duitsers ons land. ............................................... waren de beste jaren voor Minerva.
Onderstreep in elke zin wanneer het gebeurde (het wanneer-deel van de zin). Schrijf het wanneer-deel onder de zin. Bij 1. zie je hoe het moet. 1. Vroeger was dat anders. Vroeger 2. Toen was er Minerva. ........................................................................................................................................ 3. Het bedrijf begon vanaf 1901 ook auto's te maken. ........................................................................................................................................ 4. Toch kon Minerva na de oorlog terug beginnen. ........................................................................................................................................ 5. De problemen begonnen in 1929. ........................................................................................................................................ 6. Na de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf 'Nieuwe Minerva' opgericht. ........................................................................................................................................
een wanneer-deel of bijwoordelijke bepaling van tijd geeft aan wanneer iets gebeurt een wanneer-deel kan je weglaten; je houdt dan nog een goede zin over. vb. Het bedrijf begon vanaf 1901 auto's te maken. Het bedrijf begon auto's te maken.
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
1
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 17 Niveau 3
Schrijven. Kies opdracht A of B. Bedenk een titel voor je tekst. A. Heb je een auto? Ben je trots op je wagen? Gebruik je hem vaak? Welk vervoermiddel neem je als je niet kiest voor de auto? ... B. Heb je geen auto? Waarom? Ben je tevreden over het openbaar vervoer? ...
..................................................................
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 18 Niveau 3
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 224
Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuurgeschiedenis
Oefenmap lezen en schrijven De trots van België
p. 19 Niveau 3
Oplossingen kruiswoordraadsels.
2.
1.
w
e
r
k
e
n
o
p
p
o
e
t
s
3.
k
e
n
n
e
n
4.
d
i
c
h
e
r
s
t
6.
z
ij
n
r
ij
d
e
n
8.
v
e
r
v
e
n
5.
7.
9.
s
t
e
r
e
n
h
t
g
a
a
e
l
l
e
n
h
u
i
z
e
n
r
k
1. de
3. het
5. de
s
c
h
a
t
2. de
a
u
t
o
e
t
s
w
e
4. de
m
o
t
o
r
f
l
m
s
t
e
r
e
e
u
w
u
r
s
k
o
e
r
k
o
i
6. de 7. de
b
e
8. de
Tekst uit: Wablieft 224
p
n