BVOR
Branche Vereniging Organische Reststoffen 21e jaargang nummer 3 / speciale uitgave Nieuwsbulletin juni 2011
JAARVERSLAG 2010
Verantwoord groene stromen verwerken
Colofon Het BVOR-Nieuwsbulletin is een kwartaaluitgave van de Branche Vereniging Organische Reststoffen. Het wordt gratis toegezonden aan leden en relaties. Het BVOR-Nieuwsbulletin is ook te vinden op de website van de BVOR. Oplage: 2200 Secretariaat BVOR (redactie, advertenties en abonnementen)
Agro Business Park 38 6708 PW Wageningen Tel: (0317) 42 67 55 Fax: (0317) 41 79 63 E-mail:
[email protected] Website: www.bvor.nl Directeur: Arjen Brinkmann Specialist milieutechniek: Hans Scholten Communicatie en voorlichting: Wieke Coenen-Sinia Administratie: Christina Schats Bestuur BVOR Voorzitter Léon Frissen, secretaris Joost Hanstede, penningmeester Henk Kwast en de leden Berrie den Ouden, John van Haeff en Roeland Farjon. Redactie Wieke Coenen-Sinia (coördinatie Nieuwsbulletin), Arjen Brinkmann en Hans Scholten. Vormgeving, drukwerk en verzending Quickprint Nijmegen De BVOR aanvaardt geen aansprakelijkheid voor mogelijke onjuistheden in het BVORNieuwsbulletin © BVOR
Beste lezer, Voor de BVOR was 2010 een bewogen jaar, waarin het nodige veranderde in de markt voor organische reststoffen en ook in onze eigen organisatie. Op 14 oktober 2010 was het eerste kabinet Rutte een feit. Uit het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ werd duidelijk dat dit kabinet werk wil maken van de biobased economy, een economie waarin fossiele grondstoffen voor chemie, materialen en energie in belangrijke mate zijn vervangen door biomassa. Onze branche ís feitelijk al een stuk biobased economy in de praktijk: uit organische reststoffen maken we hoogwaardige compostproducten, biomassa voor energietoepassingen, biogas, et cetera. Dat doen we onder strikte milieucondities op vergunde locaties, uit reststoffen die (anders dan geïmporteerde biomassa) onomstreden zijn voor wat betreft duurzaamheid. Een positie dus die kansen biedt! Tegelijkertijd heeft zich in 2010 ook nadrukkelijk een aantal bedreigingen voor de sector gemanifesteerd. Gebrekkige aanbestedingsprocedures, in combinatie met slechte handhaving leiden tot het weglekken van groenafval naar illegale verwerking, alsmede prijsdruk in de markt. Daarnaast lijkt er bij overheden en andere stakeholders in toenemende mate een perceptie te bestaan dat wanneer reststoffen niet meer als ‘afval’ worden aangemerkt, dit ‘als vanzelf’ zou leiden tot méér hoogwaardig hergebruik. In veel gevallen aantoonbaar onjuist en bovendien met grote risico’s voor milieu en maatschappij! De BVOR zet zich in haar belangenbehartiging blijvend in voor bedrijfsmatige én duurzame verwerking van organische reststoffen of, zoals de titel van dit jaarverslag luidt voor ‘Verantwoord groene stromen verwerken’. De BVOR kende in 2010 een aantal wisselingen in personeel en bestuur. De belangrijkste hiervan was zondermeer het afscheid van Paul Sessink als directeur, die na vijftien bevlogen BVOR-jaren ervoor heeft gekozen te verhuizen naar Zweden. Als zijn opvolger kijk ik met bewondering naar hetgeen Sessink heeft opgezet, en doe ik mijn best de BVOR tot een nog professionelere brancheorganisatie uit te bouwen. Dit jaarverslag is uitgebreider dan u van de BVOR gewend bent. Het bevat achtergrondinformatie over organische reststoffen, de verwerking daarvan en resultaten van onze marktanalyse over 2010. Daarnaast – uiteraard − een samenvatting van de BVOR-activiteiten in het voorbije jaar. Ik wens u veel leesplezier! Arjen Brinkmann, directeur BVOR
Inhoud BVOR jaarverslag 2010: ‘Verantwoord groene stromen verwerken’ 1 2 3 3.1
2
Van groen afval tot groen product Verwerking groenafval 2010 BVOR Belangenbehartiging
pagina 3 pagina 5 pagina 7 pagina 7
3.2 Kenniscentrum 3.3 Certificering 3.4 De BVOR-organisatie 4 Ledenlijst
pagina 10 pagina 11 pagina 11 pagina 14
JAARVERSLAG 2010
1. Van groenafval tot groen product In Nederland wordt jaarlijks naar schatting 2 miljoen ton groenafval ingezameld en verwerkt. Exacte cijfers zijn niet beschikbaar, omdat een centrale (wettelijke) registratie van groenafvalcijfers ontbreekt en niet alle verwerkers lid zijn van de brancheorganisatie BVOR. Voor de verwerking van groenafval is in de jaren 80 en 90 een infrastructuur van een honderdtal composteerbedrijven ontstaan. Deze bedrijven variëren in verwerkingscapaciteit, van enkele duizenden tonnen per jaar tot meer dan honderdduizend ton. De composteerbedrijven produceren uit groenafval compostproducten en, sinds een aantal jaren, grondstoffen voor bio-energie productie.
Dit is een ruime definitie, die overeenkomt met de praktijk: groenafval ontstaat in allerlei gebieden die worden gerekend tot de openbare of publieke ruimte, terwijl de samenstelling van groenafval onder meer afhangt van de herkomst, het jaargetijde en de wijze van inzamelen. In zijn algemeenheid bestaat groenafval altijd uit één of meer van de volgende fracties: • bermmaaisel, slootmaaisel en maaisel uit plantsoenen; • houtig materiaal, bijvoorbeeld takhout, snoeihout, stobben; • bladafval; • specifieke deelstromen als heidemaaisel, en –plagsel, rietresten etc. Daarnaast kan zich in groenafval zwerfvuil bevinden.
In het Landelijk Afvalbeheerplan 2 wordt groenafval als volgt gedefinieerd: ‘Materiaal dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen. Tevens vergelijkbaar afval, bijvoorbeeld grof tuinafval, bermen slootmaaisel, afval van hoveniersbedrijven, agrarisch afval etc. Tenslotte ook gescheiden ingezameld grof tuinafval van huishoudens’ (Landelijk AfvalbeheerPlan).
Compost Tijdens het composteerproces wordt groenafval door microbiologische processen omgezet in compost: biologisch gestabiliseerd, humusachtig materiaal. Na afloop van het composteerproces wordt de compost nabewerkt, waarbij grove delen en verontreinigingen worden afgescheiden. Compost wordt ingezet als bodemverbeteraar en dient daartoe te voldoen
aan de wettelijke eisen zoals geformuleerd in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen. Hierin zijn bijvoorbeeld eisen geformuleerd met betrekking tot de maximaal toelaatbare gehalten zware metalen, de afwezigheid van pathogenen en ziektekiemen, en het aandeel visuele verontreiningen. De praktijk leert dat wanneer gescheiden ingezameld groenafval middels een gecontroleerd proces wordt gecomposteerd, de compost vrijwel altijd (gemakkelijk) aan deze eisen voldoet. In aanvulling op de wettelijke eisen heeft de BVOR samen met Vereniging Afvalbedrijven het certificeringssysteem ‘Keurcompost’ ontwikkeld. Het certificaat stelt extra eisen met betrekking tot onder meer het toelaatbare gehalte glas en sluit aan op de eisen uit verschillende ‘telerhandleidingen voedselveiligheid’ binnen de akkerbouw. Voordelen gebruik compost Regelmatige toediening van compost verhoogt het gehalte organische stof van de bodem en zorgt voor koolstofopslag. Daarnaast voegt compost nutriënten zoals stikstof en fosfaat toe.
3
Omdat deze goed gebonden zitten in de humuscomplexen van de organische stof, komen deze geleidelijker vrij en spoelen minder uit dan nutriënten uit bijvoorbeeld dierlijke mest of kunstmest. Naast deze ‘directe’ positieve effecten van compost heeft wetenschappelijk onderzoek inmiddels een aantal, meer ‘indirecte’ positieve eigenschappen van compost aangetoond: zo draagt compost bij aan de ziektewerendheid van de bodem (waardoor minder gebruik van bestrijdingsmiddelen nodig is), verbetert het de bewerkbaarheid en het waterbergend vermogen van de bodem en voorkomt het erosie. Afzet compost Compost wordt afgezet aan diverse sectoren (zie ook hoofdstuk 2). Voor een deel betreft dit afzet als bulkproduct, voor specifieke toepassingen ondergaat compost veelal verdere bewerkingen en vindt bijvoorbeeld opmenging plaats met andere organische producten, zand, enzovoort. Een bijzondere toepassing van compost is die als veenvervanger, bijvoor-
beeld in de potgrondindustrie. Hierbij vervangt compost rechtstreeks een fossiele, schaarse grondstof, hetgeen een CO2-winst oplevert die vergelijkbaar is met de verbranding van een equivalente hoeveelheid biomassa in een bio-energiecentrale. De rol van biomassa Voor en/of na het composteerproces scheiden veel groencomposteringen een fractie houtdelen af, die meestal wordt aangeduid als ‘biomassa’. Dit materiaal wordt ingezet in bio-energiecentrales. Afhankelijk van de kwaliteit van het hout en de eisen van de bio-energiecentrale dient de biomassa daartoe eerst nog verder te worden bewerkt (bijvoorbeeld door verkleining, zandafscheiding en/of drogen). In de praktijk blijken nog wel eens overspannen verwachtingen te bestaan over het deel van het groenafval dat kan worden ingezet als biomassa: gedreven door duurzame energie ambities en CO2-reductiedoelstellingen wordt dan ingezet op ‘maximaal energetisch hergebruik’ van groene rest-
Composteren Composteren van groenafval vindt, in tegenstelling tot GFT-compostering, plaats in de open lucht. De praktijk laat zien dat bij een adequate procesvoering geuremissies uit een groencomposteerproces goed in de hand te houden zijn, waarmee overlast naar de omgeving kan worden voorkomen. Groencomposteerprocessen zijn er in allerlei uitvoeringsvarianten. Nadat het aangevoerde groenafval is opgeslagen en vervolgens verkleind wordt het materiaal op hopen gezet: deze kunnen de vorm van een rug (rillensysteem) of een plateau (tafelmodel) hebben. Tijdens het composteringsproces wordt het materiaal een aantal malen omgezet. Dat kan gebeuren met speciale omzetmachines, of met een shovel of hydraulische kraan. De frequentie van omzetten kan variëren van gemiddeld een maal per week tot gemiddeld een maal per vier weken. In de beginfase wordt meestal frequenter omgezet dan in een latere fase. Na een composteringsproces dat tussen 10 en 26 weken duurt, worden de grove delen uit de compost gezeefd. De grove fractie gaat opnieuw de compostering in, of kan op een andere manier worden ingezet, bijvoorbeeld als biomassa in een energiecentrale of als biofiltermateriaal. De compost wordt desgewenst verder bewerkt en eventueel gemengd met andere substraten ten behoeve van de productie van specifieke producten.
4
stromen. Echter, over het jaar gemiddeld bestaat groenafval voor niet meer dan 15-25 procent uit houtachtig materiaal. De overige 75-85 procent bestaat uit niet-houtig, veelal natter materiaal dat in de meeste gevallen ongeschikt is voor inzet als (droge) biomassa. Door de relatief lage biogasproductie is vergisting van dit deel van het groenafval meestal óók niet (commercieel) aantrekkelijk. Dit betekent dat met de huidige stand van de techniek de basis van duurzame en bedrijfsmatige groenafvalverwerking nog steeds bestaat uit de productie van hoogwaardige compostproducten, eventueel aangevuld met productie van biomassa uit het houtige deel (en vergisting van een beperkt gedeelte van het natte materiaal). Nieuwe ontwikkelingen De Nederlandse overheid streeft naar de ontwikkeling van een biobased economy waarin groene grondstoffen – ofwel biomassa – in belangrijke mate de plaats innemen van fossiele grondstoffen. Uit biomassa wordt dan een veelheid aan ‘non-food toepassingen’ vervaardigd, bijvoorbeeld materialen, chemicaliën, transportbrandstoffen en energie. Op dit moment is de biobased economy nog een toekomstvisie, en speelt technologie ontwikkeling zich hoofdzakelijk af op laboratorium en pilotschaal. In de toekomst echter biedt de biobased economy kansen voor het creëren van nog meer toegevoegde waarde uit groenafval, wanneer (deelstromen hieruit) de grondstof kunnen vormen voor innovatieve bio-based producten. Groenafvalverwerkers, die ervaring hebben met grootschalige be- en verwerking van groene stromen, en bovendien een bestaande infrastructuur van vergunde inrichtingen beheren, zijn uitstekend gepositioneerd om deze kansen te benutten. Tegelijkertijd dient te worden beseft dat in een biobased economy, waarin biomassa op grote schaal aan de bodem wordt onttrokken, de rol van compost cruciaal is om de organische stofkringloop te sluiten en de bodemkwaliteit en -productiviteit in stand te houden. Dan wordt volledig recht gedaan aan het cradle-to-cradle principe.
2. Verwerking groenafval 2010 Steeds meer hoogwaardige toepassingen
In tegenstelling tot veel andere afvaldata worden gegevens met betrekking tot groenafval door de overheid niet centraal geregistreerd. Om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van marktpartijen, beleidsmakers en andere stakeholders heeft de BVOR, net als in een aantal voorgaande jaren, ook over 2010 marktstatistieken van haar leden verzameld. Deze data worden in dit hoofdstuk gepresenteerd.
Verwerking van groenafval BVOR-leden hebben in 2010 circa 1,6 miljoen ton groenafval en daarnaast circa 250.000 ton gft-afval verwerkt tot compostproducten en houtsnippers (biomassa). Op basis van gegevens over bedrijven die géén BVOR-lid zijn, schat de BVOR in dat in zijn totaliteit
circa 2 miljoen ton groenafval op composteerinrichtingen is verwerkt. Bij veel composteerinrichtingen wordt eerst grond uitgezeefd, een deel van het houtige groenafval wordt als biomassa of houtsnippers afgezet en het overige deel wordt gecomposteerd. Onderstaande tabel geeft de percentages van iedere stroom weer.
in centrales afgezet. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat groenafval geheel inzetbaar is als biomassa; de samenstelling van groenafval (gronddeeltjes, gras en nat materiaal) maakt echter dat in de praktijk slechts circa 20 procent geschikt is als biomassa.
Hoofdstromen uit groenafval 2010 Inname Compostering Snippers / Pellets Zeefgrond % van inname: 100 65 18 17 % biomassa 15 83
Het grootste deel, 65 procent, wordt gecomposteerd, 18 procent wordt als houtsnippers afgezet. Niet alle houtsnippers worden als biomassa afgezet; een gedeelte wordt gebruikt als mulch of voor verharding van paden. Uiteindelijk werd in 2010 15 procent van groenafval daadwerkelijk als biomassa
Afzet compost en grondproducten De afzet in percentages is in de tabel op de volgende pagina samengevat. Voor ieder product is het percentage van de totale hoeveelheid van dat product gegeven. Grondproducten zijn kant-en-klare groeimedia vervaardigd van grond
5
en compost, die gebruikt worden bij de aanleg van wegbermen, tuinen en plantsoenen. Meer dan de helft gaat naar gemeenten, bedrijven en particulieren. Een aanzienlijk deel gaat ook naar land- en tuinbouw als aanvulgrond.
Samenvatting van de afzet in percentages in het jaar 2010
Groen- compost
Grond- Snippers / producten Pellets
Landbouw 17 35 Tuinbouw (ook boomkwekers) 20 5 Hoveniers 4 5 Gemeenten (openbaar groen) 2 24 Potgrond (veenvervanging) 22 1 Aannemerij / wegenbouw 3 27 Intermediars / tussenhandel 18 1 Export 1 Particulieren 1 2 Biomassa Anders 1 Compost in grondproducten 11
5 1 1 1
Trends in afzet De volgende grafiek bevat een overzicht van alle marktonderzoeken van groencompost tussen 2004 en 2010. Duidelijke trends zijn de afname van de rechtstreekse afzet van groencompost 4 naar de landbouwsector, en de sterke toename van de toepassing van com4 post als veenvervanger in potgrond. In 2010 werd 22 procent van de groen83 compost als veenvervanger gebruikt. 1 Omdat voor veenwinning natuurgebieden moeten worden afgegraven en het veen vervolgens over grote afstanden moet worden getransporteerd levert het alternatief groencompost een zeer sectoren de intermediairs compost af- len grondproducten onder het begrip hoge milieuscore voor laatstgenoemde zetten is niet bekend, maar vermoede- zwarte grond van de Meststoffenwet lijk gaat een groot deel van de compost en zijn ze meegerekend in de compostop. statistieken. De afzet van compost via grondproduc- via hen naar de landbouw. ten lijkt zich, na een snelle groei tussen De teruggang van de afzet van compost naarvervaardigd gemeenten van en bedrijven N.B. die Gegevens over de verwerking van 2004 en 2006, te stabiliseren rond 10groeimedia Grondproducten zijn kant-en-klare grond entuscompost, gebruikt worden senplantsoenen. 2007 en 2009 komt deze GFT-afval, door BVOR-leden en andere procent. bij de aanleg van wegbermen, tuinen en Meer danomdat de helft gaat naar gemeenten, vooral bedrijven, zijn terug te vinden in de jaarOpmerkelijk ook dat de rol van de sector bedrijven enisparticulieren. Een aanzienlijk deel gaatgrondproducten ook naar land- afneemt en tuinbouw als aanvulgrond. tussenhandel in de afzet van compost die sinds 2008 onder het Besluit Bo- lijkse rapportages van de Werkgroep AfTrends ingroter afzet wordt. Naar welke demkwaliteit vallen. Vóór 2008 vie- valregistratie. geleidelijk De volgende grafiek bevat een overzicht van alle marktonderzoeken van groencompost tussen 2004 en 2010.
Afzet van groencompost per sector tussen 2004 en 2010
6
Duidelijke trends zijn de afname van de rechtstreekse afzet van groencompost naar de landbouwsector, en de sterke toename van de toepassing van compost als veenvervanger in potgrond. In 2010 werd 22% van de groencompost als veenvervanger gebruikt. Omdat voor veenwinning natuurgebieden moeten worden afgegraven en het veen vervolgens over grote afstanden moet worden getransporteerd levert het alternatief groencompost een zeer hoge milieuscore voor
3. BVOR - Branche Vereniging Organische Reststoffen De Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) behartigt de belangen van bedrijven die organische reststoffen op doelmatige en duurzame wijze verwerken op daartoe vergunde inrichtingen. De BVOR vertegenwoordigt de meerderheid van de composteerbedrijven in Nederland, alsmede vergistingsinstallaties en producenten van biomassa voor energieproductie. Leden van de BVOR produceren uit organische reststromen een diversiteit aan producten: compost, biogas, biomassa en andere grondstoffen. De BVOR initieert en ondersteunt innovatie gericht op een nog meer optimale benutting van organische materialen binnen de bio-based economy.Naast belangenbehartiging biedt de BVOR haar leden ook een kenniscentrum en een netwerkplatform.
3.1 Belangenbehartiging De BVOR behartigt de belangen van verwerkers van organische reststoffen langs verschillende sporen: door activiteiten van de BVOR zelf gericht op beleidsbeïnvloeding, door met gelijkgestemde organisaties samen te werken en door participatie in diverse overlegplatforms. Onderstaand volgt een overzicht van ontwikkelingen en activiteiten. Ontwikkelingen in de afvalstoffenregelgeving De herziene Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen, eind 2010 geïmplementeerd in de Wet Milieubeheer, sluit een aantal stromen uit van de werking van
de richtlijn. Onder meer gaat het dan om: ‘…uitwerpselen, stro en ander natuurlijk, niet-gevaarlijk materiaal, rechtstreeks afkomst uit de land- of bosbouw, dat wordt gebruikt in de landbouw, de bosbouw of voor de productie van energie uit die biomassa door middel van processen die onschadelijk zijn voor het milieu en die de menselijke gezondheid niet in gevaar brengen….’. Dit betekent dat deze residuen niet langer onder de werkingssfeer van de afvalregelgeving vallen en vrij te vervoeren, verhandelen en te gebruiken zijn. Het doel hiervan is hergebruik te faciliteren, in het bijzonder voor biomassa die wordt ingezet voor energieproductie. De uitsluiting van de afvalstoffenregelgeving vermindert de administratieve rompslomp voor ontdoeners en
andere partijen in de keten. Tegelijkertijd vertroebelt hierdoor het zicht op waar deze stromen naartoe gaan en of daadwerkelijk hoogwaardig hergebruik plaatsvindt. Grootschalige illegale verwerking (onder meer dumpen, onderwerken) op de loer. De BVOR waarschuwt voor de milieurisico’s die dit met zich meebrengt. De vereniging pleit voor terughoudendheid bij het uitzonderen van de afvalstatus van allerlei stromen waarvoor commerciële inzet voor bio-energie niet is bewezen en voor het vermijden van een ‘glijdende schaal’. Begeleidingscommissie LAP De BVOR heeft samen met andere brancheorganisaties uit de afvalverwerking, alsmede vertegenwoordigers van gemeenten en provincies, zitting in de Begeleidingscommissie Landelijk Afvalbeheerplan. In deze Begeleidingscommissie, die onder voorzitterschap staat van het Ministerie van I&M, worden nieuwe ontwikkelingen in beleid en praktische aspecten rond de uitvoering van het LAP besproken. Klankbordgroep Afval In de Klankbordgroep Afval hebben vertegenwoordigers van de VROMInspectie en brancheorganisaties zitting, waaronder de BVOR. Doel is het toezicht op bedrijven te stroomlijnen; minder toezichtslast gecombineerd met meer expertise en doelmatigheid in het toezicht. Het toezicht moet zich meer gaan bezighouden met hoofdzaken en grote risico’s. tevens moet de samenwerking tussen het grote aantal toezichthouders moet verbeteren. Op sterke aandrang van vrijwel alle brancheorganisaties is er nu reeds een verschuiving van het toezicht merkbaar naar de aanpak van illegale activiteiten. Ook is er een meldpunt voor illegale activiteiten ingesteld door de VROM-Inspectie, waar men zowel via internet als telefonisch kan melden, zo nodig ook anoniem (zie www.vrominspectie.nl).
7
Landelijke Meldpunt Afvalstoffen In verband met het elektronisch melden van afvalstoffen en producten heeft door het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA), dat onder het ministerie van I&M ressorteert, een brancheoverleg in het leven geroepen waarin ook de BVOR zitting heeft. Het overleg heeft een permanent karakter gekregen, en is in 2010 uitgebreid met het onderwerp EVOA, Europese Vergunning Overbrenging Afvalstoffen. Bij de overleggen komen vooral de knelpunten die uit de dagelijkse praktijk gemeld worden aan de orde. Tevens worden toekomstige veranderingen in Nederlandse en Europese wetgeving besproken zodat daarop geanticipeerd kan worden. Convenant Schone & Zuinige Agrosectoren In 2008 heeft de BVOR het convenant ‘Schone en Zuinige Agrosectoren’ ondertekend. Samen met het Bosschap
en het Platform Hout in Nederland vertegenwoordigt de BVOR binnen het Convenant de Sector Natuur, Bos, Landschap en Hout (NBLH). De NBLH-sector heeft de ambitie om een substantiële bijdrage te leveren aan de duurzame productie van biomassa in Nederland, alsmede de inzet van binnenlandse reststromen in productieprocessen en ten behoeve van de productie van energie. Concreet heeft de sector zich onder meer gecommitteerd om in 2020 tenminste 32 PJ aan biomassa voor energie opwekking te leveren, mits het cascadeprincipe voor biomassa inzet wordt gevolgd en biodiversiteit niet wordt geschaad door biomassateelt en -oogst. In 2010 heeft het convenantsoverleg, ook wel Biomassaforum genoemd, geïnvesteerd in netwerkverbreding richting beleidsbepalende stakeholders rond het thema biobased economy. In 2010 is een verkenning uitgevoerd naar kansrijke productmarktcombinaties (PMCs) die in 2011 verder kunnen
worden uitgewerkt tot businesscases. In het Jaarwerkplan 2011 zijn deze beschreven. Duurzaam inkopen De overheid ambieert in 2015 honderd procent duurzaam in te kopen. Om de doelstellingen te bereiken zijn duurzaamheidscriteria opgesteld voor een groot aantal producten, diensten en werken die de overheid inkoopt, waaronder groenvoorzieningen. De BVOR heeft in 2010 actief inbreng geleverd bij de herziening van het eerder vastgestelde document ‘Criteria voor duurzaam inkopen van groenvoorzieningen’. Dit heeft geleid tot een verbeterd criteria-document, waarin onder meer wet- en regelgeving met betrekking tot de verwerking van groenafval duidelijker zijn verwoord. Overigens heroverweegt het huidige kabinet op dit moment het duurzaam inkopenbeleid in zijn totaliteit. Meer informatie is te vinden op www.agentschap.nl/duurzaaminkopen. Arbocatalogus Op 1 januari 2007 is de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet in werking getreden. De wijziging van de wet heeft tot doel de verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers voor het arbobeleid te vergroten. De arbocatalogus is daarbij een belangrijk middel om in overleg tussen werknemers en werkgevers te komen tot werkwijzen, praktijken en normen om de door de overheid gestelde doelen te realiseren. De overheid kan zich daarbij beperken tot de hoofdzaken en het handhaven daarop. Omdat er bij de diverse verenigingen een grote overlap zou zijn in de onderwerpen van de catalogus is er een initiatief genomen om tot een arbocatalogus voor de gehele afvalsector te komen; ook de BVOR neemt hieraan deel. De arbocatalogus wordt gepresenteerd in de vorm van een openbaar toegankelijke website. De Arbocatalogus Afvalbranche belandde in 2010 in de laatste fase. Inmiddels zijn grote delen goedgekeurd maar heeft de Arbeidsinspectie nog vragen over andere onderdelen. In 2010 was er een informatiebijeenkomst voor de leden van de deelnemende brancheorganisaties waaronder de BVOR. Tijdens
8
die bijeenkomst werd ook gesproken over verdere communicatie en implementatie van de Arbocatalogus. Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) wordt door gemeenten en provincies gebruikt bij het bepalen welke bodembeschermende voorzieningen in een vergunning moeten worden opgenomen. De BVOR heeft de afgelopen twee jaar geparticipeerd in de Werkgroep Herziening NRB. In 2010 werd de herziening door de Werkgroep afgerond en werd het eindconcept document voor consultatie gepubliceerd. Vervolgens bleken vergaand verschillende inzichten te bestaan tussen de diverse betrokken partijen, waardoor echter wel de definitief (gepubliceerde) herziening nog op zich laat wachten. Dit traject wordt naar verwachting in 2011 afgerond. Emster Overleg De BVOR neemt deel in het zogeheten Emster Overleg. Dit is een overleg van afval-, recycling- en milieuorganisaties dat informeel nadenkt over opties en
randvoorwaarden om te komen tot een betere en meer duurzame aanpak van afvalstoffen in Nederland. In 2010 heeft het Emster Overleg aan Professor Ernst Worrell van het Copernicus Instituut (Universiteit van Utrecht) opdracht gegeven een onderzoek te doen naar de CO2-effecten van verdergaan-
de recycling van diverse afvalstromen (in plaats van verbranding in AVIs). In september is de studie ‘Saving materials – een verkenning van de potentiële bijdrage van duurzaam afval- en recyclingbeleid aan broeikasgasemissiereductie in Nederland’ gepresenteerd aan Tweede Kamerleden en pers, tijdens een bijeenkomst in Perscentrum Nieuwspoort. De studie concludeert dat afvalverwerking op dit moment bijdraagt aan een reductie van CO2-emissies van 4.465 kton CO2/jaar, maar tevens dat verdergaande recycling kan leiden tot een extra emissiereductie van ruim 2.250 kton/jaar CO2: ‘Een integrale benadering van alle afvalstromen waarbij wordt ingezet op een zo hoogwaardig mogelijke inzet van teruggewonnen grondstoffen is noodzakelijk om het potentieel aan energiebesparing en CO2-emissiereductie te realiseren.’ Europese beleidsprocessen Zoals op vrijwel alle beleidsterreinen wordt ook voor (de verwerking van) organische reststoffen Europese regelgeving steeds meer bepalend, en nationale regelgeving hieraan ‘volgend’. De BVOR behartigt de belangen van haar leden bij Europese beleidsproces-
sen rechtstreeks, maar vooral ook door het vormen van coalities met ‘gelijkgestemden’. Zo is de BVOR al een aantal jaren actief lid van ECN, het European Compost Network. In ECN zijn brancheorganisaties, marktpartijen en wetenschappelijke instituten verenigd die zich bezig-
houden met de (belangenbehartiging voor) compostproductie en –afzet. Daarnaast zoeken we voor het uitdragen van het Nederlandse markt-belang op specifieke dossiers samenwerking met de Afdeling Bioconversie van Vereniging Afvalbedrijven. Europese Richtlijn Bio-afval In 2010 speelde ‘in Brussel’ nog steeds de (al langjarig lopende) discussie over nut en noodzaak van een Europese Richtlijn Bio-afval. De BVOR zet zich in vóór zo’n Richtlijn, omdat deze naar haar mening noodzakelijk is om landen die nu afval nog voornamelijk storten, te ‘helpen’ meer hoogwaardig hergebruik te realiseren. Daarnaast draagt een Richtlijn Bio-afval bij aan een gelijk speelveld in Europa, en bestendigt deze het Nederlandse beleid gericht op hoogwaardig hergebruik van organische reststoffen. Vooralsnog lijkt de Europese Commissie niet voornemens een Richtlijn te ontwikkelen, maar wordt gezocht naar andere beleidsinstrumenten om hoogwaardig hergebruik van bio-afval te stimuleren. ‘Einde-afval criteria’ Eén van de instrumenten waarvan de Commissie het nodige verwacht zijn de zogenaamde einde-afval criteria (officieel: end of waste criteria). Deze bepalen wanneer iets ophoudt afval te zijn en het een (vrij verhandelbaar) goed wordt. In 2010 is gestart met het ontwikkelen van einde-afval criteria voor bio-afval, met andere woorden criteria voor wanneer iets als compost mag worden geclassificeerd. De BVOR is van mening dat uitsluitend hoogkwalitatieve compost uit gescheiden ingezameld materiaal in aanmerking kan komen voor de einde-afval criteria. Wanneer zou worden besloten dat ook laagwaardiger, verontreinigde compost (bijvoorbeeld uit MBT-installaties) een einde-afval status zou kunnen krijgen, dient hoe dan ook te worden voorkomen dat dit materiaal kan worden ‘verward’ met schone compost, en moeten toepassingsmogelijkheden zwaar worden beperkt. Het proces rond het opstellen van einde-afval criteria voor bio-afval loopt verder in 2011.
9
3.2 Kenniscentrum De BVOR is kenniscentrum op het gebied van organische reststoffen, biologische afvalbehandeling, compost, biomassa/bio-energie. Dit betreft zowel technisch-inhoudelijke zaken als relevante wet- en regelgevingdossiers. Kennis is gedocumenteerd in een uitgebreide bibliotheek die in belangrijke mate digitaal beschikbaar is. BVOR-leden hebben hiertoe via het intranet toegang. Leden maken veelvuldig gebruik van het kenniscentrum ten behoeve van hun dagelijkse activiteiten. Daarnaast zijn er andere stakeholders, onder meer vertegenwoordigers van provincies en gemeenten, die het kenniscentrum raadplegen. Cursussen Een gerichte vorm waarin de BVOR kennis aanbiedt is via cursussen. In 2010 zijn door de BVOR de cursus ‘Composteren’ en de cursus ‘Certificering voor Keurcompost’ verzorgd. Voor het eerst zijn beide cursussen twee maal in een jaar gehouden, namelijk in maart en in oktober.
beeld bedrijfshandboek verstrekt. Door dit voorbeeld handboek aan het eigen bedrijf aan te passen kan men snel en doeltreffend een eigen bedrijfshandboek samen stellen. Compo-Ball project Het Compo-Ball project is een driejarig onderzoeksproject dat gefinancierd wordt door de Europese Commissie. In dit project, dat in 2010 is gestart, participeren zestien partijen uit negen lidstaten van de Europese Unie en uit Turkije. De BVOR vertegenwoordigt Nederland. Doel van het project is de ontwikkeling van een nieuw, robuust systeem voor het online meten van temperatuur en vochtigheid in composterend materiaal. Het systeem zal bestaan uit een netwerk van draadloze balvormige sensoren (de compo-balls) die zich tussen het composterende materiaal bevinden en regelmatig gegevens naar een PC of PDA zenden via een hub of tussenstation. De compo-balls moeten zo robuust zijn dat zij de impact van een omzetter kunnen doorstaan. In 2010 heeft de BVOR deelgenomen aan een aantal technical meetings waarin de aard en de frequentie van de metingen bepaald werd die het systeem moet gaan uitvoeren. Aan de hand van die specificaties ontwikkelen elektronica specialisten in Barcelona en Lissabon het systeem dat volgens
plan eind 2011 voor het eerst in de praktijk getest wordt. BVOR-Symposium: ‘Compost, we kunnen niet zonder’ Op 25 maart 2010 organiseerde de BVOR het symposium ‘Compost, we kunnen niet zonder’ in Ede. Aan de ene kant waren er die dag de deskundigen uit de praktijk, zoals Albert Dortmans van Orgapower en Paul de Boer van Koers handel, anderzijds waren er de deskundigen van de brancheorganisaties: Mark Heijmans van LTO Nederland, Elke Vandaele en Ingrid Vandenbrocke van de Vlaamse Compostorganisatie Vlaco. De wetenschappelijke noot gaf Henk van Reuler van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Terugkomend item in de lezingen was het belang van organische stof voor de bodem in de vorm van grondproducten of (Keur) compost.
3.3 Certificering Keurcompost De essentie van het keurmerk Keurcompost is dat een bij de BVOR en/of VA aangesloten bedrijf compost levert dat aan bepaalde, vastgelegde kwalificaties voldoet. Onafhankelijke certificerende instellingen voeren de kwaliteits- en procescontroles uit.
Speciale aandacht was er voor het onderwerp Keurcompost. De producenten ontvingen uit handen van Noud Janssen, vice-voorzitter LTO Nederland (rechts op foto) en Léon Frissen, voorzitter BVOR (midden achterste rij), de eerste plaquettes Keurcompost.
De cursus composteren is vooral bedoeld voor procesbestuurders van composteerinrichtingen. Door deze praktijk-georiënteerde cursus krijgen zij meer inzicht welke processen van belang zijn en hoe zij die de goede richting op kunnen sturen. Deze cursus staat ook open voor niet-leden. De cursus certificering voor Keurcompost is bedoeld voor leden die het keurmerk Keurcompost op hun bedrijf willen invoeren. Tijdens de cursus wordt uitgelegd hoe dat het beste gedaan kan worden, en hoe een bedrijfshandboek gemaakt wordt. Aan de deelnemers wordt ook een cd-rom met een voor-
10
Samen met de Vereniging Afvalbedrijven (VA) vormt de BVOR het Platform Keurcompost dat de dagelijkse gang van zaken rond het keurmerk en de Beoordelingsrichtlijn Keurcompost beheert. Doordat het vanaf 1 januari 2011 voor bedrijven met het voedselveiligheids certificaat verplicht is om keurcompost te gebruiken heeft er in 2010 een sterke uitbreiding van het aantal gecertificeerde bedrijven plaatsgehad. Momenteel hebben 16 BVOR-leden met in totaal 26 locaties het certificaat Keurcompost. In maart 2010 is er een nieuwe, verbeterde versie van de Beoordelingsrichtlijn Keurcompost uitgebracht. Het ligt in de bedoeling om in de loop van 2011 de BRL in een nieuwe, modulaire vorm uit te brengen. In 2010 lanceerde het platform Keurcompost de website www.keurcompost.nl. De website is met name bedoeld om (potentiële) afnemers meer informatie te geven over de voordelen van Keurcompost en een overzicht van producenten die Keurcompost leveren. Iepencertificering Een regelmatig terugkerend verschijnsel bij iepen is de iepziekte, die wordt veroorzaakt door de iepenspintkever. Het is bewezen dat nauwkeurig en snel opruimen van los, vatbaar en/of ziek iepenhout de epidemie indamt. De BVOR heeft in samenwerking met de Bomenstichting richtlijnen opgesteld voor de adequate verwerking van iepenhout op inrichtingen. Verwerkers kunnen gecertificeerd worden als Erkende Iepenverwerker wanneer zij aantoonbaar aan de gestelde voorwaarden voor verwerking voldoen. Erkende verwerkers worden jaarlijks geaudit door een onafhankelijk bureau. Een overzicht van erkende iepenverwerkers is te vinden op www.bvor.nl. Grondproducten Vanaf 1 januari 2008 vallen kant en klare mengsels van grond en compost, grondproducten genaamd, onder het Besluit Bodemkwaliteit. Het Besluit Bodemkwaliteit is geënt op zeer grote partijen grond, waardoor de kosten voor het maken en keuren van (kleinere partijen) grondproducten onacceptabel hoog zouden uitvallen. Om dit te vermijden heeft de BVOR het zogenaamde Protocol 4 van BRL9335
Ziek iepenhout laten opstellen, dat het mogelijk maakt om (na certificering) de keuringskosten binnen de perken te houden. Protocol 4 valt onder de BRL9335 grond die, evenals alle andere certificeringsregelingen die grond betreffen, wordt beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) te Gouda. Het certificaat staat open voor alle bedrijven, dus niet alleen voor BVOR-leden. Voor BVOR-leden die voor protocol 4 van BRL9335 gecertificeerd zijn heeft het toegevoegde waarde om deel te nemen aan het cluster van de BVOR omdat ze hiermee aanzienlijk op de kosten kunnen besparen. Het beheer van dat cluster wordt gevoerd door het secretariaat van de BVOR dat hiervoor ook ge-audit wordt. Momenteel zijn 16 BVOR-leden gecertificeerd volgens protocol 4 van BRL9335grond.
3.4 De BVOR-organisatie De Branche Vereniging Organische Reststoffen is opgericht op 18 september 1989. De organisatie is statutair een vereniging waarin de Algemene Ledenvergadering het hoogste orgaan is. Zowel in het voor- als in het najaar vinden ledenvergaderingen plaats. Het beleid wordt uitgezet door het bestuur waarin zes leden en een onafhankelijk voorzitter zitting hebben. Het secretariaat in Wageningen is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering. Daarnaast kent de BVOR diverse commissies waarin leden zich bezighouden met specifieke thema’s of activiteiten Leden en begunstigers Bij de BVOR zijn ruim vijftig bedrijven aangesloten met meer dan zeventig vestigingen verspreid over heel Nederland. Daarnaast heeft de BVOR elf begunstigers. Nieuwe leden in 2011 waren Muysers Potgrond & Groenrecycling BV in Reuver, Groenrecycling Achtmaal in de gelijknamige plaats en H.J. Aalbers & Zn. BV in Aalten. Verder werd een aantal nieuwe locaties van huidige leden eveneens aangemeld, namelijk Wijster, Deurne, Moerdijk en Tilburg van Attero, en Flevoland, West-Brabant van Den Ouden Groenrecycling BV.
11
Bestuur In 2010 heeft vice-voorzitter Jacques Smout afscheid genomen van het bestuur. Hij is opgevolgd door John van Haeff. Van Haeff is manager Bioconversie bij Attero en al 25 jaar actief binnen de wereld van het organisch afval. Hij is tevens penningmeester van het European Compost Network en bestuurslid van de Afdeling Bioconversie van Vereniging Afvalbedrijven. Secretariaat Het secretariaat van de BVOR is gevestigd in Wageningen. In 2010 vonden op het secretariaat diverse personeelswisselingen plaats. De belangrijkste hiervan was zondermeer het afscheid van Paul Sessink als directeur, die zich na vijftien jaar bij de BVOR nu in Zweden heeft gevestigd. Hij is opgevolgd door Arjen Brinkmann, die net als Sessink de functie in deeltijd vervuld. Naast zijn BVOR-werkzaamheden is Brinkmann zelfstandig consultant. In 2010 is verder Christina Schats in dienst getreden als financieel medewerkster. Zij verzorgt tevens secretariële zaken. Andere medewerkers op het secretariaat zijn Hans Scholten (specialist milieutechniek) en Wieke Coenen (communicatieadviseur). Paul Sessink
Commissies In 2010 waren binnen de BVOR verschillende (leden-)commissies actief. Certificeringscommissie De Certificeringscommissie is een gezamenlijke commissie met Vereniging Afvalbedrijven. Zij houdt zich bezig met alle zaken rond de BRL-Keurcompost. Jacques Smout, voormalig BVORbestuurslid, is onafhankelijk voorzitter van deze commissie. Elders in dit verslag leest u meer over ontwikkelingen met betrekking tot Keurcompost Demodagcommissie De Demodagcommissie houdt zich bezig met de organisatie van de tweejaarlijkse BVOR Demodagen. Tijdens dit evenement demonstreren exposanten hun machines voor groenafvalbewerking en -verwerking. In 2010 is de commissie de voorbereidingen gestart voor de Demodagen 2011, die plaatsvinden op 8 en 9 juni bij Reijnders Groenrecycling B.V. in Kelpen-Oler (Limburg). Commissie Gelijk Speelveld De Commissie Gelijk Speelveld is in 2010 gestart. Zij houdt zich bezig met zaken rond wet- en regelgeving, aanbestedingen en handhaving. De commissie ontwikkelt visies en standpunten die een gelijk speelveld moeten borgen voor spelers in de markt van organische reststoffen. De commissie heeft zich in
12
2010 ondermeer bezig gehouden met het verdwijnen van de afvalstatus van groenafvalstromen en de problematiek rond gebrekkige aanbestedingsprocedures. Excursiecommissie De Excursiecommissie organiseert iedere twee jaar een (buitenland-)excursie. In 2010 naar Moskou, waarbij een door de BVOR ondersteund composteerproject werd bezocht. Uiteraard was er daarnaast een sociaal programma. PR en Communicatie In de belangenbehartiging en het overdragen van kennis speelt communicatie een belangrijke rol, maar ook in de promotie van de branche als geheel. Vier maal per jaar geeft de BVOR haar Nieuwsbulletin uit. Dit magazine wordt gratis in een oplage van 2200 exemplaren aan belanghebbenden toegestuurd. Daarnaast is via de website de nodige informatie voor derden beschikbaar. Intern blijven de leden op de hoogte via intranet en een digitale nieuwsbrief. Verder presenteert de BVOR zich via diverse media en activiteiten van derde partijen, bijvoorbeeld via interviews, lezingen en deelname aan seminars en congressen.
Landelijke Compostdag In 2010 organiseerde de Vereniging Afvalbedrijven en de BVOR voor de vierde keer de Landelijke Compostdag met medewerking van vele leden en gemeenten. Op talloze plaatsen werd gratis compost uitgedeeld als dank voor het gescheiden inzamelen van gften groenafval. Ondanks het druilerige weer was de belangstelling enorm. De Landelijke Compostdag krijgt steeds meer bekendheid. Honderden kranten, sites, radioprogramma’s en nieuwsbladen besteedden aandacht aan deze dag. Via de nieuw vormgegeven website www.compostdag.nl werden geïnteresseerden niet alleen geïnformeerd over locaties en openingstijden, maar ook over het belang van composteren en alle acties rondom de compostdag.
Europarlementariër Esther de Lange gaf het startschot voor de Landelijke Compostdag bij de Meerlanden in Rijsenhout.
- milieu vergunningen - geluid-, geur en luchtkwaliteitonderzoeken - keurcompost / BRL 9335
SCM Milieu BV
Postbus 434, 6040 AK Roermond tel. 0475 - 420191 fax 0475 - 311558
[email protected] www.scm-adviesgroep.nl
13
Leden BVOR • GRONINGEN • Jaap Dam (Groen)Recycling B.V. ZUIDBROEK - tel. (0598) 42 15 16 Over Milieu B.V. STADSKANAAL - tel. (0599) 65 35 35 www.overmilieu.nl VAGROEN (locatie Top Gaarkeuken) OLDEKERK - tel. (0592) 33 88 51 www.vagroen.nl J.P. van der Wal v.o.f. BLIJHAM – tel. (0597) 56 14 27 www.vanderwalblijham.nl • FRIESLAND • Donkergroen B.V. SNEEK - tel. (0515) 41 73 25 www.donkergroen.nl Fa. Wassenaar BEETGUMERMOLEN – tel. 06 20 03 75 61 www.fa.wassenaar.be Westra Groenrecycling B.V. HARLINGEN - tel. (0517) 39 22 55 www.westra-groenrecycling.nl • DRENTHE • Attero * Locatie Wijster WIJSTER – tel. (088) 550 20 00 www.attero.nl Biomassa Stroomlijn B.V. COEVORDEN – tel. (040) 751 41 70 www.biomassastroomlijn.nl Koers Handel B.V. HOOGERSMILDE – tel. (0592) 43 03 03 www.kks.nl Meringa Compostering B.V. DALERPEEL – tel. (0524) 22 12 65 Nova Terra B.V. HOOGEVEEN – tel. (0528) 28 00 80 www. zuidema-groep.nl • OVERIJSSEL • Bruins & Kwast Biomass Management * Locatie Goor GOOR - tel. (0547) 28 66 00 www.bruinsenkwast.nl Groenrecycling Wolfshagen B.V. HASSELT - tel. (038) 477 56 98 Groenrecycling Rouveen ROUVEEN - tel. (0522) 46 38 91 Groenrecycling Dalfsen B.V. DALFSEN - tel. (0529) 40 12 15 www.van-lenthe.nl • GELDERLAND • H.J. Aalbers & Zn B.V. AALTEN – tel. (0543) 47 38 57 www.aalbersbv.nl Bruins & Kwast Biomass Management * Locatie Duiven DUIVEN - tel. (0547) 28 66 00 www.bruinsenkwast.nl * Locatie Neerijnen NEERIJNEN - tel. (0547) 28 66 00 www.bruinsenkwast.nl
14
RECOM Ede B.V. EDE – tel. (0318) 69 66 66 www.recomede.nl Recycling Van Werven B.V. HATTEMERBROEK - tel. (038) 376 14 49 www.vanwerven.nl VAR B.V. WILP-ACHTERHOEK - tel. (055) 301 83 30 www.var.nl Veluwenkamp Compost B.V. HATTEM - tel. (038) 444 24 62 www.veluwenkamp.nl • FLEVOLAND • Orgaworld B.V. LELYSTAD - tel. (073) 687 26 00 www.orgaworld.nl Den Ouden Groenrecycling B.V. * Locatie Flevoland LELYSTAD – tel. (0320) 21 39 41 www.denoudenbv.nl • NOORD-HOLLAND • Composteerinrichting Escapade AMSTELVEEN - tel. (020) 540 46 97 www.amstelveen.nl Den Ouden Groenrecycling B.V. * Locatie Het Gooi MUIDERBERG - tel. (0294) 27 00 59 www.denoudengroep.nl Groenrecycling De Breekhoorn B.V. HOOFDDORP - tel. (023) 555 17 32 www.gebr-baars.nl Stoop Groenrecycling WAARLAND - tel. (0226) 42 28 44 www.stoopwaarland.nl • ZUID-HOLLAND • DELTA Milieu Groencompost B.V. * Vestiging Voorschoten VOORSCHOTEN - tel. (071) 561 50 10 * Vestiging Rotterdam-Botlek ROTTERDAM-Botlek - tel. (0181) 21 45 04 * Vestiging Rijpwetering RIJPWETERING - tel. (071) 501 28 08 www.delta.nl DELTA Milieu Composteren B.V. (gft-composteringen) * Vestiging Bergschenhoek BERGSCHENHOEK - tel. (010) 529 86 71 * Vestiging Rotterdam-Europoort ROTTERDAM-Europoort – tel. (0181) 26 19 10 * Vestiging Alphen a/d Rijn ALPHEN A/D RIJN – tel. (0172) 44 83 10 www.delta.nl Van Vliet Recycling HOEK VAN HOLLAND - tel. (0174) 51 65 01 www.vanvlietrecycling.nl WAGRO B.V. WADDINXVEEN - tel. (0182) 63 22 36 www.wagro.nl • UTRECHT • Groen Recycling Nieuwegein NIEUWEGEIN - tel. (030) 606 15 55 www.vanwijknieuwegein.nl
Groen Recycling Utrecht B.V. UTRECHT - tel. (030) 252 22 49 www.groenrecycling.nl Groenrecycling Verhoef B.V. MIJDRECHT - tel. (0346) 24 16 76 www.verhoef-bv.nl Smink Afvalverwerking B.V. HOOGLAND - tel. (033) 455 82 82 www.smink-groep.nl • NOORD-BRABANT • Attero * Locatie Deurne DEURNE – tel. (088) 550 20 00 * Locatie Moerdijk MOERDIJK – tel. (088) 550 20 00 * Locatie Tilburg TILBURG – tel. (0880 550 20 00 www.attero.nl De Beijer Bladel HAPERT – tel. (0497) 38 15 92 www.debeijerbladel.nl Van Berkel biomassa & Bodemproducten B.V. UDEN - tel. (0413) 36 32 59 J. Bierings Groencompostering B.V. VELDHOVEN - tel. (040) 205 13 01 www.bierings.com Composteerinrichting Altena B.V. ALMKERK - tel. (0183) 40 32 17 www.compostaltena.nl DELTA Milieu Groencompost B.V. * Vestiging Moerdijk MOERDIJK - tel. (0168) 38 03 45 www.delta.nl Groenrecycling Achtmaal ACHTMAAL – tel. (076) 598 52 86 www.karltax.nl Groencompostering Steenbergen STEENBERGEN - tel. (0167) 56 02 00 Van Iersel Biezenmortel B.V. * locatie Biezenmortel BIEZENMORTEL - tel. (0411) 64 81 00 * locatie Ravenstein RAVENSTEIN - tel. (0486) 41 51 32 www.van-iersel.eu Van Kaathoven Compostering Bladel B.V. BLADEL - tel. (0497) 38 64 32 www.vankaathovengroep.nl Den Ouden Groenrecycling B.V. * Locatie Land van Cuijk HAPS - tel. (0485) 35 02 05 * Locatie Maasland ROSMALEN – tel. (073) 522 49 66 * Locatie De Peel HELMOND - tel. (0492) 51 83 92 * Locatie Vlagheide SCHIJNDEL - tel. (0413) 36 54 67 * Locatie West-Brabant ZEGGE - tel. (0165) 54 98 58 www.denoudengroep.com Reiling Sterksel BV STERKSEL - tel. (040) 226 15 54 www.reilingsterksel.nl
Leden BVOR • LIMBURG • Afvalzorg Grondstromen Limburg BRUNSSUM - tel. (088)-801 07 07 www.afvalzorg.nl Attero * Locatie Maastricht MAASTRICHT - tel. (043) 855 10 05 * Locatie Venlo VENLO - tel. (077) 320 20 10 www.attero.nl Muysers Potgrond en Groenrecycling B.V. REUVER – tel. (077) 474 14 61 www.muyserspotgrond.nl Reijnders Groenrecycling B.V. KELPEN-OLER - tel. (077) 474 14 28 www.reijndersgroen.nl
• ZEELAND • DELTA Milieu Groencompost B.V. * Vestiging Vlissingen-Oost NIEUWDORP - tel. (0113) 61 39 60 DELTA Milieu Composteren B.V. * Vestiging Vlissingen-Oost (gft-compostering) NIEUWDORP - tel. (0113) 61 39 60 www.delta.nl
Begunstigers BVOR ABV Haukes Inspectiediensten B.V. MILLINGEN A/D RIJN – tel. (0481) 43 18 31 www.abvhaukes.nl Van Bemmel Machine-import B.V. IJSSELSTEIN - tel. (030) 686 81 00 www.vanbemmel.com C. van der Pols & Zn. B.V. ZUIDLAND - tel. (0181) 45 88 45 www.pols.nl Europe Recycling Equipment B.V. STEGEREN – tel. (0529) 40 81 70 www.europe-rec.com
Nihot Recycling Technology B.V. AMSTERDAM – tel. (020) 582 20 30 www.nihot.nl Pon Equipment B.V. ALMERE - tel. (088) 737 75 00 www.pon-cat.com PRECIA-MOLEN BREDA – tel. (076) 524 25 26 www.preciamolen.nl SCM Milieu B.V. ROERMOND - tel. (0475) 42 01 65 www-scm-adviesgroep.nl
Verhoeven Grondverzetmachines B.V. MAARHEZE – tel. (0495) 59 66 66 www.verhoevenbv.com A. Tuytel Loon- en Verhuurbedrijf B.V. OUD-ALBLAS – tel. (0184) 69 49 47 www.atuytel.nl Vermeer Benelux ‘s HEER ARENDSKERKE – tel. (0113) 22 41 41 www.vermeer-benelux.nl ZEEFVERHUUR.NL BEST – tel. 06 43 58 24 60 www.zeefverhuur.nl
15
Schaapskuilweg 7 1738 DS Waarland Postbus 18 1738 ZG Waarland
T 0226-422844 F 0226-421333
[email protected] www.stoopwaarland.nl
verkleinen op uw locatie
ongekende capaciteit STOOP GROENRECYCLING OP ELKE TAAK BEREKEND!
Recycling en afvalverwerking De Pols Groep levert kwalitatief hoogwaardige machines en oplossingen voor recycling en afvalverwerking. De machines en oplossingen zijn toegespitst op de specifieke eisen voor bijna iedere situatie, dat resulteert in een betrouwbare en effectieve afhandeling van uw proces. Om uw installatie in top conditie te houden en de voortgang te garanderen bieden wij u een uitgebreid service en onderhoudspakket.
Alle machines zijn zowel mobiel als stationair leverbaar. Bel voor meer informatie en deskundig advies.
T 0031 (0)181 - 45 88 45
E-mail
[email protected]
www.pols.nl