Business case
Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg Toepassingsprogramma, concrete interventies en wetenschappelijk onderzoek
1
Factoren
Vestigingsklimaat
Zwaartepunten van 1e tranche Kennis-As Limburg projecten
Movare
2
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Educatieve agenda
Onderwijs
University College Venlo
Onderzoek
Limburg Investeert in haar Kenniseconomie (LINK)
Valorisatie
Aachen Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM)
Economische-/ Infrastructuur
Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As
Duurzaam wonen
Vitale bevolking
Inhoudsopgave Open Innovatie in het Ecosysteem Management Summary Samenvatting 1. Probleemstelling 2. Doelstelling 3. Kenmerken 4. Inhoud 4.1. Globale opzet 4.2. Toepassingsprojecten 4.3. Concrete interventies 4.4. Vier elkaar aanvullende onderzoeksprojecten 5. Impact 6. Duurzaamheid en rendement van het programma 7. Organisatie en planning 8. Financiering
4 6 10 12 14 15 15 16 17 18 22 24 26 28
Bijlage 1 - Begroting Bijlage 2 - Overzicht programmateam en afgeronde projecten van NSI/SSF Bijlage 3 - Toezegging door externe partners
29 30 36
3
Management Summary De Limburgse campussen vormen de kristallisatiepunten
Daarbij gaat het in essentie om de vraag hoe er een
verwezenlijken van de doelstellingen van Brainport 2020.
hun medewerkers optimaal worden gestimuleerd tot
van de Kennis-As Limburg en dragen sterk bij aan het
Niet voor niets is de afgelopen jaren door de Provincie Limburg, de bedrijven en de kennisinstellingen veel
geïnvesteerd in de opzet van de campussen. Vrijwel al deze investeringen hebben betrekking op de vereiste hardware: onroerend goed, infrastructuur en nieuwe
apparatuur. Noodzakelijke investeringen om de campussen van de grond te krijgen, maar voor de ontwikkeling van succesvolle campussen is meer nodig. Er moeten
campus communities worden opgebouwd die niet alleen de samenwerking op organisatieniveau maar ook die op medewerkersniveau creëren en blijven ontwikkelen.
samenwerking en positieve energie van elkaar krijgen. Voorbeelden van bestaande sociale innovaties die
daaraan kunnen bijdragen zijn platforms voor taakroulatie, plaats- en tijdsonafhankelijk werken, zelforganiserende teams, nieuwe vormen van leren en ontwikkeling
(inclusief e-learning, learning communities), HR-apps,
community-building activiteiten op en tussen campussen en het innoveren samen met klanten, concurrenten en bedrijven uit andere sectoren. De Sociale Innovatie
Monitor Limburg 2013 laat zien dat er op dit vlak voor het Limburgse bedrijfsleven nog veel valt te winnen.
Het programma richt zich op de vier kristallisatiepunten
Door te investeren in sociale innovatie vergroot de
Chemelot Campus, Greenport Venlo Campus en de
kenniswerkers als goede vakmensen. Bestaande
van de Kennis-As Limburg: Maastricht Health Campus,
Smart Services Hub in Parkstad. Daarbij gaat de aandacht
in het bijzonder uit naar het versterken van de Kennis-As Limburg door het bevorderen van open innovatie op en tussen de campussen. In nauwe samenwerking met de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV) en Limburg
Economic Development (LED) wordt ook gezorgd voor de kennisoverdracht naar de MKB bedrijven die niet op een campus zijn gevestigd.
De investering in dit sociale innovatie programma zal het rendement van de eerdere investeringen van
Provincie Limburg, Universiteit Maastricht, MUMC, DSM en andere partijen in de campussen in belangrijke mate
vergroten. Bovendien versterkt het programma het innovatievermogen van het Limburgse bedrijfsleven en de
regionale economische structuur meer in het algemeen door de overdracht van best practices en het versterken van de ketendichtheid.
Het programma combineert toepassingsprojecten en
concrete interventies met wetenschappelijk onderzoek.
4
omgeving kan worden gecreëerd waarin organisaties en
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Limburgse economie zijn aantrekkingskracht op zowel werkgelegenheid blijft behouden en er komen nieuwe arbeidsplaatsen bij. Tevens wordt de kennisoverdracht tussen de campussen bevorderd en de samenwerking
gestimuleerd met de bedrijven die niet op de campussen zijn gevestigd. Dit samenwerkingsklimaat is de levens-
ader voor zowel de campussen als de Kennis-As Limburg zelf.
Bovendien versterkt het programma de acquisitiekracht
van de Universiteit Maastricht op het onderzoeksterrein van sociale innovatie door verschillende (internationale)
subsidiebronnen aan te boren. Het onderzoeksprogramma sluit nauw aan bij het lopende onderzoek van de diverse departementen en onderzoeksinstituten. Ook na
afronding van het project wordt het onderzoek en de
toepassing ervan verder gedragen binnen deze departementen en instituten.
Het onderzoek naar de effectiviteit van sociale innovaties richt zich op vier niveaus: het macroniveau (cluster
ontwikkeling); het niveau van bedrijven (strategische en
organisatorische aspecten van open innovatie); het
niveau van medewerkers (competentieontwikkeling en het lerend vermogen van de campusmedewerkers), de
interacties tussen het macro, bedrijfs- en medewerkersniveau (het open innovatie ecosysteem).
De vier onderzoekniveaus en de samenhang van deze
projecten met de toepassingsprojecten en de concrete interventies worden uitgebreider besproken in het vervolg van dit rapport.
Het onderzoeksprogramma staat onder leiding van het managementteam, gevormd door prof. dr. Andries de
Grip (coördinatie onderzoeksprojecten), prof. dr. Gaby
Odekerken-Schröder (coördinatie toepassingsprojecten) en Dr. Anita van Gils (coördinatie concrete interventies). Ter bewaking van de samenhang in het programma
treedt de Kerngroep Campusdirecteuren, aangevuld met
vertegenwoordigers van LED en LWV als Klankbordgroep van het programma op.
Voor de uitvoering van het programma is een budget
vereist van € 4,8 miljoen. 40% daarvan wordt bekostigd door externe partners, waaronder: Maastricht Health
Campus, Chemelot Campus, Limburg Economic Development, Limburgse Werkgevers Vereniging, Zuyd Hoge-
school en ABN AMRO. De provincie wordt gevraagd 32% van de begrote kosten te bekostigen. Gedurende de
looptijd van het project worden er nieuwe opdrachten verwacht met een waarde van € 800.000.
Verdeling financiering Open Innovatie
Provincie Limburg k€ 1.537 32%
Kennis-As partners k€ 1.334 28%
Derden k€ 1.931 40%
5
Samenvatting Hoe verhogen we het rendement van de investeringen in de Limburgse campussen?
tussen de bedrijven en kennisinstellingen op en buiten
van de Kennis-As Limburg en dragen sterk bij aan het
en versterkt de regionale economische structuur.
De Limburgse campussen vormen de kristallisatiepunten verwezenlijken van de doelstellingen van Brain Port 2020. Niet voor niets is de afgelopen jaren door de Provincie Limburg, de bedrijven en de kennisinstellingen veel
geïnvesteerd in de opzet van de campussen. Vrijwel al deze investeringen hebben betrekking op de vereiste hardware: onroerend goed, infrastructuur en nieuwe
apparatuur. Noodzakelijke investeringen om de campussen van de grond te krijgen. Voor de ontwikkeling van
succesvolle campussen is echter meer nodig. Er moet een campus community worden opgebouwd die de samen-
werking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en kennisinstellingen creëert en blijft ontwikkelen.
Daarbij gaat het niet alleen om de samenwerking op
organisatieniveau maar vooral om de samenwerking op medewerkersniveau.
De door het Netwerk Sociale Innovatie en LWV uitgebrachte Sociale Innovatie Monitor Limburg 2013 laat
echter zien dat samenwerken in de praktijk vaak lastiger is dan concurreren. Het voorliggend programma kan
daarom gezien worden als de eerste gemeenschappelijke investering in de menselijke software die vereist is voor het ontwikkelen van het ecosysteem van de Kennis-As Limburg. Deze investering in sociale innovatie zal het
rendement van de eerdere investeringen van Provincie
Limburg, Universiteit Maastricht, MUMC, DSM en andere partijen in de campussen vergroten.
de Limburgse campussen. Deze samenwerking vergroot
het innovatievermogen van het Limburgse bedrijfsleven Sociale innovatie heeft daarbij betrekking op verschillende niet-technologische innovaties die cruciaal zijn
voor het concurrentievermogen en de productiviteit van
zowel bedrijven als kennisinstellingen. Hierbij gaat het in essentie om de vraag hoe er een omgeving kan worden gecreëerd waarin organisaties en hun medewerkers optimaal worden gestimuleerd en positieve energie
krijgen. De voorgestelde sociale innovaties richten zich
daarbij op het verbeteren van de externe samenwerking,
het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden, flexibel organiseren, slimmer werken en het optimaal
benutten van de competenties van de medewerkers. Veel
bestaande voorbeelden van sociale innovaties worden op de Limburgse campussen nog vrijwel niet toegepast,
omdat organisaties niet goed weten hoe ze die kunnen implementeren. Voorbeelden zijn platforms voor
taakroulatie, plaats- en tijdsonafhankelijk werken,
zelforganiserende teams, nieuwe vormen van leren en ontwikkeling (inclusief e-learning, learning communities), HR-apps, community-building activiteiten op en
tussen campussen en het innoveren samen met klanten, concurrenten en bedrijven uit andere sectoren. Met
name deze samenwerking over de grenzen van organisaties heen is vaak de bron van nieuwe producten/
diensten, proces- en sociale innovaties. Op dit vlak is er voor het Limburgse bedrijfsleven nog veel te winnen.1
Projectdoelstelling
Het Netwerk Sociale Innovatie (NSI) en de Service Science Factory (SSF) van de Universiteit Maastricht gaan via een toepassingsprogramma, concrete interventies en
wetenschappelijk onderzoek het innovatieve klimaat binnen de Kennis-As Limburg versterken. Via sociale
innovaties wordt open samenwerking gestimuleerd
6
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
1
Zie NSI/LWV, Sociale Innovatie Monitor Limburg 2013,
Maastricht University, 2013
Uitvoeringsdomein
Het onderzoeksprogramma richt zich op de dringende
van de Kennis-As Limburg: Maastricht Health Campus,
doelbewust en evidence based de factoren te beïnvloe-
Het programma richt zich op de vier kristallisatiepunten Chemelot Campus, Greenport Venlo Campus en de Smart Services Hub in Parkstad. Aansluitend bij de landelijke
topsectorenaanpak en Limburg Economic Development (LED) gaat de aandacht daarbij in het bijzonder uit naar het versterken van de Kennis-As Limburg door het
bevorderen van open innovatie op het terrein van de
biobased economy: zowel binnen en tussen de Limburgse campussen (sectoren chemie, agro-food, life sciences
& health) alsook met de sectoren logistiek en energie en water. In nauwe samenwerking met de Limburgse
Werkgevers Vereniging en Limburg Economic Development wordt gezorgd voor de kennisoverdracht naar de
(MKB) bedrijven die niet op een van de campussen zijn
gevestigd. Een groot aantal bedrijven en andere organisaties als ook de medewerkers van deze organisaties zullen in specifieke onderdelen van dit programma
participeren. Dit temeer omdat het bij de toepassingsprojecten en concrete interventies doorgaans gaat om
behoefte van de CEO’s van de Limburgse campussen om den die van belang zijn voor het creëren van een hechte campusomgeving waar kennisuitwisseling centraal
staat. In nauwe samenwerking met de campusbewoners wordt de community-ontwikkeling en de samenwerking
op en tussen de vier Limburgse campussen geanalyseerd. Dit leidt tot onderzoek naar de effectiviteit van sociale
innovaties op vier niveaus: het macro niveau (clusterontwikkeling); het niveau van bedrijven (strategische en organisatorische aspecten van open innovatie); het
niveau van medewerkers (competentieontwikkeling en het lerend vermogen van de campusmedewerkers), de
interacties tussen het macro, bedrijfs- en medewerkersniveau (het open innovatie ecosysteem). De vier onder-
zoekniveaus en de samenhang van deze projecten met de toepassingsprojecten en de concrete interventies
worden uitgebreider besproken in het vervolg van dit rapport.
co-creatie van nieuwe initiatieven.
Hoe gaat de hechte campusomgeving er uit zien?
Projectopzet
Middag op de hechte campusomgeving in de Kennis-As
concrete interventies met wetenschappelijk onderzoek.
“Op een zonnige middag in juni loop ik het terrein op van
Het programma combineert toepassingsprojecten en Daarmee worden van begin af aan concrete stappen
gezet terwijl gelijktijdig hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd wordt. De concrete activiteiten zijn: -
-
toepassingsprojecten die concrete invulling geven
aan de praktische uitwerking van uitkomsten uit eerder uitgevoerd en nieuw onderzoek;
concrete interventies waarmee de vereiste gedrags-
verandering bij het management en de uitvoerende medewerkers van de op de campussen gevestigde bedrijven wordt bereikt.
De onderzoeksprojecten richten zich op de vraag hoe de effectiviteit en de impact van de campusontwikkeling op
alle relevante niveaus verbeterd kan worden door middel van sociale innovaties. De projecten zullen daarvoor
informatie genereren op zowel cluster- en bedrijfsniveau, als ook op het niveau van individuele medewerkers en studenten.
Limburg
de Chemelot Campus in Sittard-Geleen. Ik word meteen
welkom geheten door een vriendelijke hostess. Zij vraagt me met welk doel ik de campus bezoek, zodat ze moge-
lijke interessante gesprekspartners kan informeren via de online matching software. Ik geef aan dat ik als kleine
ondernemer een idee heb en kom polsen of dit wellicht
verder onderzocht en op de markt gebracht kan worden.
Ze wijst me op de digitale wegwijzers die aangeven welke activiteiten er vandaag gepland zijn en welke locaties ik kan bezoeken. Mijn oog valt op een netwerklunch in de
Center Court. Jammer, dat ik hier net wat laat voor ben,
maar ik besluit toch ernaar toe te lopen en gluur door de ramen. Het is er een drukte van jewelste. Jong en oud
staan druk te praten, ze wijzen op digitale schermen die
ogenschijnlijk verbonden zijn met hun tablets en laptops. Ik zie mensen in kostuum, in spijkerbroek en mensen in
laboratoriumjassen. Jonge studentikoze types, ondernemers, maar blijkbaar ook veel expats die hier na hun
studie zijn gebleven. Ik trek de stoute schoenen aan en ga alsnog naar binnen. Zonder moeite meng ik me in het gezelschap. Mijn vader heeft me altijd verteld dat het
vroeger als MKB’er lastig was om aansluiting te vinden bij
7
onderzoekers in de diverse regio’s van Limburg. Dat ervaar
Het onderzoeksprogramma sluit nauw aan bij het
ontvangen door mijn gesprekspartners en nog diezelfde
onderzoeksinstituten. Gedurende de projectperiode
ik nu totaal niet. Mijn idee wordt meteen enthousiast
middag gaan we naar de Health Campus in Maastricht.
Ook daar tref ik een inspirerende omgeving aan. Mensen genieten om vier uur op een bankje van de zon en
begroeten me vriendelijk. Mijn idee heeft te maken met
gezond leven en daar is in Maastricht heel veel deskundigheid over. Al gauw word ik voorgesteld aan iemand die
verstand heeft van het ontwikkelen en vermarkten van
lopende onderzoek van de diverse departementen en worden op regelmatige basis seminars gehouden om onderzoekers binnen deze groepen te informeren en
waar mogelijk hen te betrekken bij deelprojecten. Ook na afronding van het project wordt het onderzoek en de toepassing ervan verder gedragen binnen deze departementen en instituten.
innovatieve ideeën voor een gezond leven. We raken in
Deze extra stimulans in onderzoek zal naar verwachting
uit aan te schuiven. Binnen de kortste keren brainstormen
gebied van onder meer sociale/open innovatie, leren en
gesprek en tijdens het gesprek nodigt zij andere mensen
we met z’n vijven over een plan van aanpak. Aan het eind van de middag loop ik met dit plan van aanpak en een taakverdeling voldaan naar buiten. Wat is zo’n hechte
leiden tot meer wetenschappelijke publicaties op het competentieontwikkeling, ondernemerschap en diensteninnovatie.
campusomgeving toch een voorrecht van deze regio. Ik
kan me niet meer voorstellen hoe mensen het zonder deze kennisuitwisseling gedaan hebben. Innovatie moet in die tijd toch veel omslachtiger zijn geweest.”
Projectmanagement
Het onderzoeksprogramma staat onder leiding van het managementteam dat bestaat uit prof. dr. Andries de Grip (coördinatie onderzoeksprojecten), prof. dr. Gaby
Odekerken-Schröder (coördinatie toepassingsprojecten) en Dr. Anita van Gils (coördinatie concrete interventies). Ter bewaking van de samenhang in het programma
treedt de Kerngroep Campusdirecteuren, aangevuld met
vertegenwoordigers van LED en LWV als Klankbordgroep van het programma op.
Duurzaamheid van het programma
Gedurende de looptijd van het programma worden
middelen voor nieuwe NSI- en SSF- projecten verworven. Hiermee wordt het programma versterkt en kan extra
personeel geworven worden voor onderzoek en onder-
steunende functies. Bovendien versterkt het programma de acquisitiekracht van de Universiteit Maastricht op het onderzoeksterrein van sociale innovatie door
subsidies te verwerven van Horizon 2020, NWO Top
Grants, het Human Capital Programma van de Sociale
Infrastructuur Agenda van NWO, e.d. Op basis van deze subsidies wordt het onderzoeksteam duurzaam
uitgebreid met vier extra Fte’s. Daarnaast wordt
voortgebouwd op de bestaande samenwerking in het interuniversitaire onderzoeksinstituut voor sociale innovatie INSCOPE2.
8
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
2
INSCOPE is een samenwerkingsverband van de Erasmus
Universiteit Rotterdam, Universiteit Maastricht, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht en TNO
Verdienmodel
Wat is het verwachte rendement van de Kennis-As Limburg?
Economisch/financieel
Verhoogd rendement en waarde toename van de eerdere investeringen van de Provincie Limburg, de Universiteit Maastricht, MUMC en DSM in de campussen door het versterken van de campusontwikkeling en het stimuleren van de samenwerking tussen de campussen.• Sociale innovaties die organisaties in staat stellen om zowel hun technologische kennis als hun medewerkers beter te benutten door externe samenwerking, flexibel organiseren en slimmer te werken. Sociaal innovatieve bedrijven die ook meer investeren in R&D voor technologische innovaties. Beter inzicht in sterke en zwakke punten van de aanwezige Limburgse kennisbasis, waardoor het innovatievermogen van de regio gerichter gestimuleerd en versterkt wordt. Overdracht van best practices tussen de campussen en naar het MKB in de regio waarmee voorkomen wordt dat het wiel te vaak opnieuw moet worden uitgevonden. Verbeterde samenwerking tussen bedrijven op de campussen als ook met het MKB in de regio, waardoor de concurrentiekracht van de Limburgse economie vergroot wordt. Vergroot innovatief vermogen van het MKB in Limburg en versterking van de ‘ketendichtheid’. Universiteit Maastricht als groeimotor door het versterken van de acquisitiekracht op het onderzoeksterrein van open innovatie en uitbreiding van de werkgelegenheid met onderzoek- en ondersteunend personeel.
Arbeidsmarkt
Grotere aantrekkingskracht van de Limburgse economie op zowel kenniswerkers als goede vakmensen (wervingskracht en behoud voor de regio). Sociaal innovatieve bedrijven hebben meer aandacht voor het competentieniveau van hun medewerkers op lagere functieniveaus. Behoud van bestaande werkgelegenheid en creatie van nieuw werk. Verbeterde inzetbaarheid van de gehele beroepsbevolking in de regio.
Maatschappelijk
Sociaal innovatieve bedrijven met een goede hechting in hun omgeving geven een impuls aan de re-integratie van mensen die niet meteen goed inzetbaar zijn.
Infrastructureel
Een gedegen monitoringssysteem van de kennisoverdracht tussen de campussen en met het MKB in de regio. Diagnostische tools stellen bedrijven, de campussen en de provincie Limburg in staat hun concurrentiekracht en innovatievermogen te optimaliseren. Versterkt samenwerkingsklimaat op en tussen de campussen, alsook de samenwerking met het MKB dat niet op een campus is gevestigd. Dit samenwerkingsklimaat is de levensader voor zowel de campussen als de Kennis-As Limburg zelf. Een uniek Kenniscentrum voor ‘Triple Helix samenwerking’ waardoor de acquisitiekracht van de Universiteit Maastricht op dit onderzoeksterrein ook buiten de regio wordt versterkt.
9
1. Probleemstelling Zoals aangegeven in de Voorjaarsnota 2013 van de
Open innovatie
van de campussen voor het economische profiel van
bedrijventerrein door zijn open innovatie via publiek-
Provincie Limburg is de clusterontwikkeling langs de lijn deze regio de belangrijkste ontwikkeling : 3
“Uit studies van onder andere de OESO komt naar voren, dat de regionaal onderscheidende dimensie steeds meer bepalend wordt voor internationaal economisch succes.
Sterk ondernemerschap en nadruk op innovatie in clusters met complementaire activiteiten op het gebied van onderzoek, training en educatie bouwen aan een
omgeving die succesvol ondernemerschap mogelijk maakt.”
De Limburgse campussen vormen dan ook de kristallisatiepunten van de Kennis-As Limburg: de Maastricht Health Campus (gezondheid en zorginnovatie), de
Chemelot Campus (materialen), de Greenport Campus te Venlo (agro, logistiek, voeding en gezondheid) en de
Smart Services Hub in Parkstad (financieel, administratief en informatie) en de binnenstad van Maastricht met
zwaartepunten in business, rechten en cultuur . De door 4
het Netwerk Sociale Innovatie en de LWV uitgebrachte Sociale Innovatie Monitor Limburg 2013 laat echter zien dat samenwerken in de praktijk vaak lastiger is dan
concurreren. De monitor laat zien dat in het Limburgse bedrijfsleven weliswaar veel doet aan talentontwikke-
ling en investeert in kennis, maar tegelijk wordt helder dat het minder goed gaat wat betreft het flexibel
organiseren van het werk en het innoveren samen met
klanten, concurrenten en andere sectoren5. De Limburgse campussen, die momenteel in een verschillend stadium
Een campus onderscheidt zich van een ‘gewoon’
private samenwerking. Het idee van open innovatie is
dat organisaties innoveren door kennis te delen over de grenzen van de eigen organisatie heen. Vertrouwen is hierbij essentieel, net als de ontwikkeling van een
gezamenlijke visie. Door de betrokken partijen is er de
afgelopen jaren met name op de Chemelot Campus al
flink geïnvesteerd om de beoogde innovatie te faciliteren; en niet zonder succes. Niettemin laten succesvolle campussen in het buitenland zien dat er verdere stappen noodzakelijk zijn om de kansen van een
krachtige campus ten volle te benutten. Bovendien
bevinden de meeste Limburgse campussen zich nog in
een pril stadium van ontwikkeling. Dit brengt het gevaar met zich mee dat telkens weer het wiel opnieuw moet worden uitgevonden en de campusontwikkeling op
bepaalde punten stagneert. Dit maakt het van groot belang om:
a) quick wins optimaal te benutten,
b) uit te zoeken wat de sterke en zwakke punten zijn van de huidige kennisuitwisseling in de regio
c) de inbreng van ervaringen van campussen opgedaan elders in de wereld te stimuleren, en d) de vinger aan de pols te houden bij de campusontwikkeling en de overdracht van ervaringen tussen de Limburgse
campussen, met name bij het verbeteren van het
onderling vertrouwen en het ontwikkelen van een gezamenlijke visie. Dit zal het rendement van de
investeringen in de campussen enorm vergroten.
van ontwikkeling verkeren, zullen op dit punt een
voortrekkersrol moeten gaan vervullen. Daarbij is het
ook het vergroten van het innovatief vermogen van het
MKB en de samenwerking met het MKB dat niet op een
Provincie Limburg, Voorjaarsnota 2013, Maastricht, 2013, p. 11.
3
4
van de campussen gevestigd is, van groot belang.
Bron: www.limburg.nl/Actueel/Nieuws_en_persberichten/2013/ April_2013/Limburg_investeert_ruim_half_miljard_in_kennis
5
NSI/LWV, Sociale Innovatie Monitor Limburg 2013, Maastricht University, 2013
10
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
In samenwerking met de vier kristallisatiepunten
(Maastricht Health Campus, de Chemelot Campus, de
Greenport Venlo Campus en de Smart Services Hub) zal onderzoek gedaan worden naar clusterontwikkeling, strategische en organisatorische aspecten van open innovatie, competentieontwikkeling en het open
innovatie ecosysteem. Dit onderzoek zal meer inzicht
geven in de factoren die open innovatie bevorderen en
de factoren die het belemmeren. De resultaten van het onderzoek, dat in nauwe samenwerking met de
’campusbewoners’ wordt ontwikkeld, worden verwerkt in verschillende toepassingsprojecten die de campusontwikkeling belangrijke stimulansen geven. Daarbij is er ook veel aandacht voor de overdracht van best-
practices op de genoemde terreinen tussen de Limburgse campussen door middel van concrete interventies.
11
2. Doelstelling Sociale innovatie richt zich op verschillende niet-techno-
Het onderzoeks- en toepassingsprogramma NSI & SSF
tievermogen en de productiviteit van zowel bedrijven als
op de Limburgse regio. Maatschappelijke waarde kan in
logische innovaties die cruciaal zijn voor het concurrenkennisinstellingen. Deze sociale innovaties richten zich op het verbeteren van de externe samenwerking, het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden,
flexibel organiseren, slimmer werken en het optimaal
heeft een soortgelijke doelstelling, maar dan toegespitst deze regio vooral tot stand worden gebracht doormiddel van cross-overs uit de sterkten van de regio: agro & food, health, logistiek, maakindustrie & techniek, en services.
benutten van de competenties van de medewerkers.
De begin 2014 gesloten overeenkomst tussen PharmaCell
moeite met het herkennen, integreren en commercieel
dat klinische studies naar stamceltherapie ondersteunt,
Organisaties die niet sociaal innovatief zijn, hebben
toepassen van nieuwe (externe) kennis. Sociale innovatie stelt organisaties in staat om hun technologische kennisbasis beter te benutten en hun prestaties te
verbeteren6. Sociale innovaties zorgen er daardoor voor
dat bedrijven maximaal profijt hebben van hun techno-
BV, een bedrijf gevestigd op de Maastricht Health Campus en TiGenix NV, een state-of-the-art celtherapie productie
faciliteit gevestigd op de Chemelot Campus in Sittard, kan hier als voorbeeld dienen van de samenwerkings
verbanden die mogelijk zijn tussen de campussen8.
logische innovaties. Investeren in mensen, organisatie
Kennisinstellingen met een voortdurende gerichtheid
van organisaties. Het is dan ook niet verbazingwekkend
universiteiten, in combinatie met een excellente
en leiderschap is cruciaal voor het innoverend vermogen dat maar liefst 75% van het innovatiesucces van het
Nederlandse bedrijfsleven is toe te schrijven aan sociale innovaties7.
Vormen van sociale innovatie
Volgens de Adviesraad voor het Wetenschaps- en
Technologiebeleid (2014) is sociale innovatie in Nederland nog vooral werkplekinnovatie. De in Nederland meest
gebruikte definitie hiervan is: ‘vernieuwing van de arbeidsorganisatie en maximale benutting van competenties, gericht op verbetering van de bedrijfsprestaties en
ontplooiing van talent (Taskforce Sociale Innovatie, 2005; SER, 2006; IP, 2009). Werkplekinnovatie is echter slechts
op innovatie door samenwerking met bedrijfsleven en infrastructuur, staan garant voor een hoge positie op concurrentie-indexen zoals van het World Economic Forum (WEF). In Nederland spelen vooral de achter
blijvende investeringen in R&D, het lage absorptiever-
mogen van Nederlandse bedrijven om nieuwe kennis te
integreren, het gebrek aan hoogwaardige kenniswerkers
en de gefragmenteerde samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen de Nederlandse economie parten. De Limburgse regio kan hier het verschil maken door open innovatie te waarborgen in de Limburgse
economie. Open innovatie vereist een goede monitoring van de cruciale aspecten van de campusontwikkeling en
één vorm van sociale innovatie. Het AWT-rapport ‘De
kracht van sociale innovatie’ geeft verschillende voorbeelden van sociale innovatie zoals Midpoint Brabant. Dit
Volberda, H., J. Jansen, M. Tempelaar en K. Heij (2011),
6
netwerk van negen gemeenten, de provincie West-Brabant,
Monitoren van sociale innovatie: slimmer werken, dynamisch
vier kennisinstellingen en diverse regionale partners ziet
managen en flexibel organiseren, Tijdschrift voor HRM 1
sociale innovatie als “een proces waarbij nieuwe onderne-
7
die gericht zijn op maatschappelijke waarde”.
8
mingsmodellen en marktmechanismen worden gecreëerd
12
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Volberda, H. en M. Bosma, Innovatie 3.0. Slimmer managen, organiseren en werken. Mediawerf Uitgevers, Amsterdam, 2011 http://pharmacell.nl/press_release_january23/
onderzoek naar de effectiviteit van sociale innovaties die
Bedoeling is het creëren van een open samenwerking
de campussen kunnen bevorderen. Zo wordt een beter
de Limburgse campussen. Dat kan door het opbouwen
de campusontwikkeling en de kennisoverdracht tussen inzicht verkregen in het lerend vermogen van de regio en de mogelijkheden die er zijn om het financieel en
maatschappelijk rendement van de regionale economie te verhogen. De kennis en ervaring die de betrokken
onderzoekers eerder hebben opgedaan in het longitudi-
naal monitoren van het RGO+ programma , het LimburgMakers programma en de Sociale Innovatie Monitor Limburg worden daarbij direct vertaald naar de
tussen de bedrijven en kennisinstellingen op en buiten van een ´learning community’ die open innovatie omarmt en waarin de campusbewoners elkaar
vertrouwen. Een goede start hiervoor is het publiceren van profielen van kenniswerkers op de campussen.
Hieronder staan twee voorbeelden van zo’n profiel, die
eerder in samenwerking met de Chemelot Campus zijn ontwikkeld.
monitoring rond sociale innovatie en open innovatie in dit programma.
Voorbeelden van mogelijke campusbewoners op de Chemelot Campus
13
3. Kenmerken Voor het verder ontwikkelen van de Kennis-As Limburg
Het programma borduurt voort op de expertise die
gramma met concrete interventies en wetenschappelijk
en de Service Science Factory (SSF) van de Universiteit
en de campusontwikkeling wil het toepassingspro
onderzoek handvaten bieden voor de stimulering van sociale innovatie en open samenwerking tussen de
bedrijven en medewerkers op en buiten de campussen. Hierbij gaat het concreet om het versterken van: -
- -
de cluster ontwikkeling op campusniveau, inclusief
ontwikkeld is binnen het Netwerk Sociale Innovatie (NSI) Maastricht10. Ook draagt het programma bij aan de
profilering van de Universiteit Maastricht op het terrein
van Learning & Innovation door de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven.
cross-overs tussen de campussen in de Limburgse Kennis-As;
de innovatiestrategie en –organisatie op
bedrijfsniveau;
de competentieontwikkeling en het lerende
vermogen van de campusmedewerkers door
overdracht van kennis, competenties en culturen op -
de campus;
het open innovatie ecosysteem.
Het programma richt zich op de vier kristallisatiepunten van de Kennis-As Limburg: Maastricht Health Campus, Chemelot Campus, Greenport Venlo Campus en de Smart Services Hub. Aansluitend bij de landelijke
topsectorenaanpak en LED gaat in het bijzonder de
Innovatiecontract Biobased economy 2012-2016: Groene
9
aandacht uit naar het versterken van de Kennis-As
groei, van biomassa naar business, 2011; LED, Verkenning
Limburg door het bevorderen van open innovatie op het terrein van de biobased economy, zowel binnen als tussen de Limburgse campussen als ook met de sectoren logistiek en energie en water9.
14
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
relatie Brainport2020 en thema van biobased economy Zie www.socialinnovation.nl en www.maastrichtuniversity.nl/
10
web/Main/BusinessesProfessionals/ServiceScienceFactory.htm voor meer informatie over respectievelijk het NSI en de SSF
4. Inhoud
op het niveau van individuele medewerkers en studenten. De onderzoeksprojecten worden concreet gemaakt door toepassingsprojecten die de praktische uitwerking in gang zetten en concrete interventies die de vereiste
gedragsverandering bij het management en uitvoerende medewerkers van de op de campussen actieve organisa-
4.1 Globale opzet
Bij de individuele onderzoeksprojecten van het onder-
ties kunnen bewerkstelligen.
zoeksprogramma staat de vraag centraal hoe de effec
In figuur 1 wordt de samenhang tussen de voorgestelde
relevante niveaus verbeterd kan worden door middel van
onderzoeksprojecten gevisualiseerd.
tiviteit en de impact van de campusontwikkeling op alle
sociale innovaties. De projecten zullen daarvoor informa-
toepassingsprojecten, concrete interventies en de vier
tie genereren op zowel cluster- en bedrijfsniveau, als ook
Onderzoeksproject 1 Clusterontwikkeling in Limburg (macroniveau)
Toepassingsproject: Campus Branding Concept Onderzoeksproject 4 Open innovatie ecosysteem (macro-, bedrijfs- en medewerkersniveau)
Limburgse Campussen + MKB
Toepassingsproject: Ecosysteem Concept
Toepassingsproject: Alliantie-Innovatie Monitor
Onderzoeksproject 2 Strategische en Organisatorische aspecten van open innovatie (bedrijfsniveau)
Toepassingsproject: Opleidings- en Ontwikkelingsplan Onderzoeksproject 3 Competentie ontwikkeling en het lerend vermogen van medewerkers (medewerkersniveau) Concrete interventies Best Practises
Visiedagen
Innovatie Assistent
Trainingen
Figuur 1: samenhang tussen de onderzoeksprojecten, toepassingsprojecten en concrete interventies.
15
4.2 Toepassingsprojecten
ervaringen delen binnen en buiten een campus. Bij
Service Science Factory en Zuyd Hogeschool Projecten
te zoeken binnen een campus, maar ook in de keten met
Om te voorkomen dat dit project louter leidt tot funda-
menteel wetenschappelijk onderzoek, zal meteen vanaf het eerste jaar een toepassingsproject door de Service
Science Factory worden uitgevoerd. Een toepassingsproject heeft als doel om de samenwerking tussen de
campussen te bevorderen door gebruik te maken van de
ondernemers en kennisinstellingen in de regio. Als de alliantie-innovatie monitor op een campus wordt
toegepast, kan het effect ervan op de beleving van de
campus, alliantievorming, en efficiëntie van innovaties wetenschappelijk in kaart worden gebracht.
reeds opgebouwde kennis en ervaring. De Service Science
Een oplossing voortkomend uit een SSF project kan ook
meer dan 30 innovatieve projecten voor belanghebben-
onderzoek. In dat geval gaat het er om bepaalde onder-
Factory heeft sinds haar oprichting in mei 2010 reeds
den in Limburg en daar buiten gerealiseerd. Door ook in
dit programma van meet af aan deze toepassingsprojecten te starten, is gegarandeerd dat de beschreven
onderzoeken ook daadwerkelijk een bijdrage gaan leveren aan de Kennis-As als groeimotor van de regio. Deze vijf
toepassingsprojecten zullen telkens worden uitgevoerd
ingezet worden na afloop van een wetenschappelijk
zoeksuitkomsten (bijvoorbeeld bepaalde belemmeringen voor een optimale campusbeleving) te vertalen naar concrete trajecten. Zo kan onderzoek bijvoorbeeld
aantonen dat een academische campus andere community concepten vraagt dan een corporate campus.
door een per thema samen te stellen multidisciplinair
In een derde toepassingsproject kunnen de campus
bedrijfskundig, juridisch, creatief, hospitality).
verder worden ontwikkeld in de definitie van een
projectteam van experts op verschillende domeinen (bijv.
Voor input vanuit een hospitality achtergrond wordt
samengewerkt met de Hotel Management opleiding
van Zuyd Hogeschool. In (afstudeer) projecten met een looptijd van twee maanden worden projectteams
community concepten voor beide soorten campussen ecosysteem. Zo ontwikkelde SSF in een eerder stadium
onder andere de volgende community concepten voor de Chemelot Campus: communicatie app, buddy concept,
thema lunch, Wall Of Fame en een studenten database.
ingezet die telkens een oplossing aanleveren voor
Het vierde en vijfde toepassingsproject worden in
doorgaans het karakter hebben van een sociale innova-
eerd om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen
specifieke hospitality problemen. Deze oplossing zal
tie, waarvan daarna de effectiviteit onderzocht wordt in een van de onderzoeksprojecten.
Een concreet eerste voorbeeld van een SSF-project
heeft betrekking op het inzichtelijk maken en delen van bestaande ervaringen met open innovatie of met
diensteninnovatie op de campussen. In een eerste SSF project kan een concept ontwikkeld worden voor een
jaarlijks terugkerend evenement, dat bedoeld is om kennis te creëren en te behouden binnen de regio en om kennis
tussen de campussen en met het MKB in de regio uit te wisselen. Hierdoor kunnen de campussen van elkaar leren en het MKB van de campussen, waardoor de innovatiekracht van de regio versneld wordt.
Als tweede voorbeeld wordt een alliantie-innovatie
monitor ontwikkeld. Dit is een soort dashboard met
indicatoren dat in kaart brengt in welke mate en op
welke wijze medewerkers op een campus hun kennis en
16
innovatie is het niet alleen van belang samenwerking op
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
overleg tussen de onderzoekers en campussen gedefinivan alle belanghebbenden. Hierbij kan gedacht worden aan het ontwikkelen van een concreet opleiding- en
ontwikkelingsplan voor de campusmedewerkers dat zich richt op de competenties die nodig zijn om open
innovatieprocessen te optimaliseren. Door dit toepassingsproject zal een totaal pakket aan workshops en
trainingen in concept worden ontwikkeld dat campus
medewerkers stimuleert bij het samenwerken en open innoveren. Het is hierbij belangrijk dat er verbanden
worden gezocht tussen de campussen. Dit is mogelijk door trainingen te ontwikkelen die gelijktijdig door
medewerkers van de verschillende campussen worden gevolgd.
Door ieder jaar een toepassingsproject uit te voeren,
wordt de concrete implementatie van wetenschappe-
lijke resultaten gegarandeerd, waarbij vanzelfsprekend wordt ingespeeld op de ontwikkelingswensen van de verschillende campussen.
4.3 Concrete interventies
Naast het uitvoeren van de toepassingsprojecten is het
essentieel een aantal concrete interventies uit te voeren waardoor de bewoners van de campus(sen) vertrouwen opbouwen en zo een gezamenlijke basis creëren om open innovatie te omarmen. Door alle deelnemers
systematisch van feedback te voorzien, kunnen leerprocessen in gang gezet worden en ontstaat de ´learning
community´. Het stimuleren van informele communicatie speelt hierbij een belangrijke rol. In figuur 1 zijn de ondersteunende interventies in de buitenste schil
opgenomen. Tabel 1 geeft een korte toelichting op
mogelijke ondersteunende interventies. Gedurende het project zullen deze ondersteunende interventies in
samenspraak met het management van de verschillende Limburgse campussen worden ontwikkeld. Uitgangspunt is dat deelnemende organisaties en/of het
campusmanagement de verschillende interventies bekostigen.
Tabel 1: Mogelijke concrete interventies Interventie instrumenten
Mogelijke doelen
Visiedagen door SSF
- Gezamenlijke visie concretiseren. - Eigen rol aan de orde stellen. - Alternatieve aanpakken delen en concretiseren. - Netwerk van samenwerken in kaart brengen. - Rol van MKB in de Kennis-As definiëren.
Trainingen door SBE Post Graduate Education (PGE)
- Creëren en behouden van kennis in de regio. - Kennis vergaren rond verandermanagement en leiderschap. - Blauwdruk van open innovatie ontwikkelen.
Uitwisseling best practices binnen en tussen de campussen en met het MKB daarbuiten.
- Informele communicatie stimuleren door bijv. storytelling, themalunches, versnellingstafels, of een congres rond een specifiek thema. - Technologische mogelijkheden / community benutten om kennisdeling en leerprocessen te stimuleren.
Innovatie assistent
- Creëren en behouden van kennis in de regio. - Tijdelijk plaatsen van afstudeerder Universiteit Maastricht om gedefinieerd open innovatie te begeleiden.
17
4.4 Vier elkaar aanvullende onderzoeks projecten
Het hier voorgestelde onderzoeksprogramma omvat vier elkaar aanvullende onderzoeks- en monitoringsprojecten om mogelijkheden tot sociale innovatie in de
Kennis-As Limburg te analyseren. Deze projecten richten zich op de volgende thema’s en analyseniveaus: - - -
-
Cluster ontwikkeling (macro niveau).
Strategische en organisatorische aspecten van open
innovatie (niveau van de bedrijven).
Competentieontwikkeling en het lerende vermogen
van de campusmedewerkers (niveau van de medewerkers).
Het open innovatie ecosysteem (macro-, bedrijfs- en
medewerkersniveau).
Hieronder wordt de opzet van deze vier projecten en de daarbij betrokken onderzoekers nader uitgewerkt. Project 1: Cluster ontwikkeling
Chemelot en Greenport campussen naar de Maas-
sociale innovatie op het niveau van de clusters. Specifieke
onderzoek zal zich daarom richten op de vraag hoe de
Dit onderzoeksproject richt zich op diverse aspecten van
tricht Health Campus en de Smart Services Hub. Het
ontwikkeling van een open innovatie ecosysteem op
deelprojecten zijn onder andere: -
-
Het bestuderen van de toegevoegde waarde die de
clustervorming heeft voor de economische ontwikkeOptimalisering van samenstelling en aansturing van
corporate campussen versus academische campussen. van de Maastricht Health Campus, Smart Services Hub en de Greenport Campus, omdat Chemelot ontwikkeld wordt op een bedrijventerrein rondom een
corporate R&D organisatie, waarbij de primaire
aansturing plaatsvindt vanuit de bedrijven in plaats van vanuit de academische wereld. In feite is dit een
van de ervaringen bij de Chemelot en Greenport -
Campus;
Corporate Governance en Stakeholder Management:
Diverse stakeholders zijn betrokken bij de ontwikkeling van en de investeringen in deze campusinitiatieven.
Dit deelproject brengt de verschillende stakeholders in kaart en bestudeert de governance structuren die tegemoet komen aan de diverse verwachtings patronen.
unieke sociale innovatie waarvan het potentieel
Parallel aan het eerste onderzoeksproject op campus
vraag wat de sterke en zwakke punten zijn van de
zich richt op het niveau van de bedrijven. Onderzoekers
onbekend is. Dit deelproject richt zich daarom op de campusontwikkeling rondom een corporate R&D
centrum op een bedrijventerrein en op welke wijze hier optimaal op kan worden ingespeeld door de
corporate R&D organisatie en de overige partijen op
niveau, vindt er een tweede onderzoeksproject plaats dat van beide onderzoeksprojecten werken nauw samen om zoveel mogelijk synergie te creëren. Dit project wordt hieronder kort geschetst.
de campus;
Cross-overs tussen Chemelot Campus, Maastricht
Health Campus, Greenport Venlo Campus en de Smart Services Hub. De ontwikkeling van de vier campussen bevindt zich momenteel in een verschillend stadium. Dit lijkt goede mogelijkheden te bieden voor de overdracht van de ervaringen opgedaan op de
18
Hub gestimuleerd kan worden door gebruik te maken
ling van de regio;
De ontwikkeling van de Chemelot Campus verschilt
-
de Maastricht Health Campus en de Smart Services
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
11
Dit onderzoek bouwt verder op het proefschrift onderzoek van Dr. A. Van Gils naar het bevorderen van samenwerkingsverbanden bij het midden-en kleinbedrijf (MKB)
Project 2: Strategische en organisatorische aspecten van
aandacht zijn voor de vraag welke alliantievaardighe-
Essentieel voor een effectieve en efficiënte campusontwik-
zijn en op welke wijze deze vaardigheden kunnen
open innovatie
den en -eigenschappen er op bedrijfsniveau gewenst
keling is samenwerking die leidt tot open innovatie.
worden versterkt. Dit onderzoek kan vervolgens ook
Onderzoeksvragen binnen dit tweede project richten zich daarmee op de waarde-creatie en de vraag welke
strategische en organisatorische aspecten daarvoor van belang zijn. Daarbij wordt nagegaan hoe R&D en de
toegepast worden bij de Maastricht Health Campus, -
daaraan gekoppelde organisatieculturen kunnen worden aangepast om optimaal gebruik te maken van de
kennisdeling tussen bedrijven op de campus en met het MKB dat niet op een van de campussen is gevestigd11.
-
logies. Voor het MKB en de start-ups is het wennen om in de corporate omgeving van DSM actief te zijn. Om samenwerking tussen MKB en grote bedrijven te
stimuleren en het leren van elkaar te bevorderen,
heeft het onderzoek als doel om stuurelementen te
Binnen dit project gaat het daarbij om de volgende
issues. Wat is de meest optimale organisatiecultuur met het MKB dat niet op de campus gevestigd is?
bedrijven samen aan ontwikkelingen op het vlak van BioSynthesis, Biobased Materials en Enabling Techno-
vooral ook van innovatie.
om open innovatie te stimuleren op de campussen en
Op de Chemelot Campus werken grote en kleinere
Performance Materials, Biomedical Materials,
Culturele processen, waarbij we kunnen denken aan
waarden, normen en overtuigingen, spelen een
belangrijke rol bij het ontstaan van creativiteit maar
Onderzoeksvragen binnen dit project zijn: -
de Smart Services Hub en de Greenport Campus.
Wat kunnen organisaties daar zelf aan bijdragen, -
bijvoorbeeld via hun HRM-beleid?
Naast samenwerking tussen bedrijven is de interactie
met kennisinstellingen belangrijk. Dit project zal zich
daarom ook richten op de vraag hoe kennisinstituten waarde kunnen creëren voor de bedrijven op de verschillende campussen.
ontwikkelen die de samenwerking tussen de bedrijven
In nauwe samenwerking met de eerste twee onderzoeks-
MKB in de keten faciliteren. Bedrijven op de campus en
bedrijven vindt er een derde onderzoeksproject plaats op
op Chemelot Campus en de samenwerking met het
daarbuiten kunnen sneller innoveren en groeien door maximaal gebruik te maken van de vele potentiële synergievoordelen en de fysieke nabijheid van
relevante expertise. Daarbij zal er in het bijzonder
projecten op campusniveau en op het niveau van de
het niveau van de campusmedewerkers. Zij zijn uiteindelijk degenen die open innovatie moeten gaan realiseren. Dit project wordt hieronder kort geschetst.
19
Project 3: Competentieontwikkeling en het lerende vermogen van de campusmedewerkers
-
Vanuit diverse projecten samen met en/of gefinancierd
ment ERD academische kennis opgebouwd en projecten
ondersteund over formeel en informeel leren, alsook over
de competentieontwikkeling van professionals in organisaties. Onderzoekers van ROA hebben onder meer HRM
interventiestudies bij Vodafone en Philips opgezet, gericht
op het in kaart brengen van het rendement van training en het aanwakkeren van het bewustzijn over het belang van leren en het lerende vermogen van medewerkers. Voort-
bouwend op de bestaande wetenschappelijke kennis richt het huidige PhD project zich op volgende deelaspecten: -
Om (open) innovatie te versnellen is het belangrijk om
de innovatieve en ondernemende competenties van de campusmedewerkers verder te ontwikkelen. Dit project richt zich op het hiervoor vereiste Human
ling van (1) de vakinhoudelijke competenties, (2) de
ondernemerschapscompetenties en (3) de alliantie-
door externe organisaties, hebben het Netwerk Sociale
Innovatie, het onderzoeksinstituut ROA en het departe-
Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn de ontwikke-
vaardigheden die vereist zijn voor de samenwerking -
tussen de organisaties.
Het Human Resource Development beleid van de op
de campussen gevestigde organisaties zal invloed
hebben op het lerende vermogen van de campusmedewerkers. In dit project zal worden onderzocht hoe effectief verschillende HR tools op dit terrein zijn.
Daarbij wordt ook nagegaan welke sociale innovaties kunnen bijdragen aan het optimaal stimuleren van
open innovatie. Hierbij zal vooral veel aandacht zijn voor sociale innovaties die het informele leren
bevorderen door het versterken van het learning-bydoing en het leren van collega’s en het op een
positieve manier samenwerken met potentiële concurrenten.
Resource Development beleid, door veel bedrijven
tegenwoordig ook aangeduid als hun Talentontwik-
kelingsbeleid. Daarbij ligt de focus op de competentieontwikkeling van individuele medewerkers van de
organisaties die op de campus zijn gevestigd. Daarbij wordt onderzocht in hoeverre de skills en attitudes van de professionals12 verder ontwikkeld kunnen
worden om het lerende vermogen en open innovatie op de diverse campussen te stimuleren. In dit onderzoek wordt toegewerkt naar het ontwikkelen van
nieuwe HRD tools die zowel de bedrijven die op een campus gevestigd zijn als het MKB daarbuiten hiervoor kunnen gebruiken.
20
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Zie NSI, The Third State of Alliance Management Study
12
2009, Maastricht, 2009
Project 4: Het open innovatie ecosysteem
samenwerking bevordert. Centraal staat hierbij de
Universiteit Maastricht veel onderzoek gedaan naar
service providers van invloed is op de innovatie
Er is de afgelopen jaren door verschillende groepen van de (open) innovatie en diensteninnovatie. Resultaat is
bijvoorbeeld de Service Monitor, die in kaart brengt hoe
vraag in hoeverre en op welke wijze de groep van versnelling bij de campus bewoners.
dienstverlenende bedrijven innoveren. De opgebouwde
De tweede vraag luidt: hoe kan in kaart worden gebracht
innovatie ecosysteem dat bepalend is voor de economi-
als basis voor open innovatie? Hiertoe zal conform het
kennis dient als basis voor het ontwikkelen van een open sche betekenis die een campus kan krijgen in de regio. De
wijze waarop de campusbewoners de community ervaren, speelt daarbij een cruciale rol. Door open innovatie te stimuleren en te faciliteren zal er in de regio kennis
gecreëerd worden, met als doel deze ook voor de regio te
behouden door een stimulerend innovatief klimaat. Door het beantwoorden van twee vragen wil het Netwerk Sociale Innovatie & Service Science Factory van de
Universiteit Maastricht hieraan een bijdrage leveren. De eerste vraag luidt: hoe kan voor de ondernemers en de medewerkers van de verschillende organisaties en de
studenten een omgeving worden gecreëerd die open innovatie stimuleert? Hierbij doen we onderzoek naar: -
de meest optimale campus infrastructuur, bestaande
uit het terrein met laboratoria, kantoren en hallen
voor proeffabrieken, beschikbaarheid van een breed
of het community gevoel op een campus zich ontwikkelt LimburgMakers onderzoek, een longitudinaal onderzoek worden opgezet, startend met een nulmeting. Op basis
van herhaalde metingen wordt inzicht verkregen in het onderling vertrouwen en ‘wij-gevoel’ dat er op een
campus gaat ontstaan met alle (positieve) gevolgen van dien. Met behulp van diverse innovatieve methoden
wordt in kaart gebracht welke afspraken de campusbewoners gemaakt hebben, in welke mate er expliciete
community prestatieafspraken gemaakt worden en wat
het effect daarvan is op de emotionele betrokkenheid van de campusbewoners. Hierbij zal de rol van het MKB extra benadrukt worden. Gedurende het onderzoek worden de verkregen inzichten getoetst en/of toegepast op de andere campussen, waarbij het interessant is om
verschillen tussen een academische campus en een corporate campus niet uit het oog te verliezen.
scala aan utilities en veel gebruikte stoffen, een koepel -
milieuvergunning etc;
de katalyserende rol van een centrale locatie die
interactie tussen de campusbewoners stimuleert
alsook de interactie met het MKB in de schil daaromheen (bijvoorbeeld door het opzetten van een -
No-Boundaries House13);
de mix van innovatieve bedrijven (start-ups, regionaal
MKB en multinationals), kennisinstellingen en publiek
private partnership organisaties. De campusbewoners werken samen, zowel binnen de campus als in de
keten daarbuiten, waardoor enerzijds een versnelling van innovatie gerealiseerd wordt en anderzijds -
additionele waarde wordt gecreëerd;
de ondersteuning van open innovatie processen door
service providers. Een groep van gespecialiseerde
service providers die de innovatieve bedrijven op de
Campus ondersteunt in hun primaire proces en die de
Iske, P.L. en Rinkens, P., No-Boundaries House – Meeting
13
of Minds www.scribd.com/doc/76930154/20100426No-Boundaries-House
21
5. Impact Zoals aangegeven in de Voorjaarsnota 2013 van de
Tabel 2 geeft een overzicht van het verwachte rende-
Limburgse campussen van groot belang voor de
van het Netwerk Sociale Innovatie (NSI) en de Service
Provincie Limburg is de verdere ontwikkeling van de toekomstige concurrentiekracht van de Limburgse
economie. Om die rol te kunnen vervullen, moeten de
campussen uitgroeien tot dynamische clusters die op basis van de complementariteit in hun competenties
belangrijke stappen kunnen zetten op het gebied van
innovatie, die de Limburgse economie de vitaliteit geeft die nodig is om de globale economische herstructure-
ring goed te doorstaan. Aandacht voor het aantrekken
en behouden van goed inzetbare mensen is essentieel.
Science Factory (SSF). Het toepassingsprogramma en de ondersteunende interventies zullen daarnaast concrete sociale innovaties en ondersteunende interventies
opleveren als trainingen en visiedagen. Ook zal het
programma beleidsinstrumenten voortbrengen die de
leiding van Limburgse campussen in staat stelt om ook
op de langere termijn het open innovatieproces op hun campus te faciliteren, te monitoren en verder te versterken.
De campussen ontwikkelen zich niet vanzelf. In een
Om de deelnemende organisaties en hun medewerkers
kunnen treden om in te kunnen spelen op telkens
de resultaten van de diverse projecten, zullen er
dynamische omgeving is het zaak om flexibel op te
nieuwe uitdagingen. Sterker inzetten op innovatie, en
sociale innovatie in het bijzonder, zal nodig zijn om de productiviteit en het concurrentievermogen van de
Limburgse regio te verbeteren. Geen enkele partij bezit alle kennis om een innovatie succesvol te maken. Open innovatie vormt het kloppende hart van de economie.
en andere geïnteresseerden optimaal te informeren over bovendien ieder jaar twee Kenniscafés worden georganiseerd. Hier worden de ontwikkelingen toegelicht en
bediscussieerd. Daarnaast zullen de resultaten van de
verschillende projecten worden ingebracht bij de door het LED geïnitieerde versnellingstafels.
Dit geldt in nog sterkere mate voor de ontwikkeling van
De Sociale Innovatie Monitor Limburg gaat een belang-
intersectoraal karakter moet hebben. Beter inzicht in
de provincie. De door het NSI in samenwerking met het
een bio-based economy waarbij open innovatie een hoe samenwerking op campussen en tussen de
verschillende campussen gestalte krijgt, zal het proces van open innovatie versnellen en de impact van de
campussen op de Limburgse economie vergroten. Kleine en middelgrote bedrijven spelen in het proces van open innovatie een belangrijke rol, omdat zij vaak het sterkst
verbonden zijn met de lokale bevolking en op termijn de kloof tussen de vraag naar personeel van bedrijven en het aanbod van schoolverlaters het beste kunnen
dichten. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan het
opleiden en verder ontwikkelen van mensen, en dragen
daarmee in belangrijke mate bij aan de verbetering van het leervermogen van een regio. Het analyseren en
stimuleren van sociale innovatie bij kleine en middel-
grote bedrijven is daarom ook een essentieel onderdeel van dit onderzoeks- en toepassingsprogramma.
22
ment van het onderzoeks- en toepassingsprogramma
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
rijke rol spelen bij de inbedding van het programma in
LWV opgezette monitor maakt het mogelijk om sociale innovaties en specifieke samenwerkingsverbanden van
de op de Limburgse campussen gevestigde bedrijven te
vergelijken met niet op de campus gevestigde bedrijven. Alle aan de monitor deelnemende bedrijven ontvangen een benchmarkrapport waarin suggesties worden
gedaan voor verbeteringen in hun samenwerkingsvermogen en innovatiekracht. Daarnaast faciliteert het
LWV de verspreiding van de resultaten van de monitor
op de jaarlijkse Business Experience en/of andere events.
23
6. Duurzaamheid en rendement van het programma Gedurende de looptijd van het project wordt voor een
maken van ervaringen die op vele plekken zijn opgedaan
waarmee het programma wordt versterkt. Het gaat dan
in de wereld van innovatie en business development.
bedrag van € 800.000 aan nieuwe opdrachten verwacht, om nieuwe Service Science Factory projecten ter verster-
door banken, investeerder en andere financiële partijen
king van de community building en open innovatie
Ten slotte versterkt het programma de acquisitiekracht
Het programma legt tevens de basis voor de ontwikke-
van sociale innovatie door subsidies te verwerven van
processen op de Limburgse campussen.
ling van een uniek Kenniscentrum voor de Triple Helix samenwerking, die soortgelijke programma’s kan
ontwikkelen voor de community building en sociale
innovaties op andere campussen buiten Limburg. Dit
Kenniscentrum kan ook een belangrijke rol spelen bij de expertiseontwikkeling met betrekking tot de dynamiek in de Triple Helix samenwerking, zoals de mogelijk toenemende rol van banken en andere financiële
instellingen bij de ontwikkeling van venture fondsen,
van de Universiteit Maastricht op het onderzoeksterrein Horizon 2020, NWO Top Grants, het Human Capital
Programma van de Sociale Infrastructuur Agenda van NWO, e.d. Op dit punt wordt al meegedaan aan twee
gezamenlijke onderzoeksvoorstellen vanuit het interuniversitaire instituut voor Sociale Innovatie INSCOPE,
waarin de Universiteit Maastricht samenwerkt met de Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht en TNO.
Social Impact Bonds14, e.d.
Er wordt veel gesproken over en gewerkt met de
zogenaamde Triple Helix (Bedrijven-Onderzoek-Over-
heid), maar in de dynamiek van een dergelijke omgeving kan, kijkend vanuit het perspectief van economische
ontwikkeling, wellicht beter gesproken worden van de Quadrille Helix, met een aparte rol voor de financiële
dienstverleners die met hun intellectueel en financieel
kapitaal een belangrijke rol spelen in de realisatie van de doelstellingen van de individuele partijen als ook van de gehele ecosysteem. Deze organisaties vormen zelf inhoudelijk geen onderdeel van het systeem van
bedrijven dat gedefinieerd wordt vanuit de content, en hebben hierbij dus een aparte status. In het project zal ook onderzoek worden gedaan naar een optimale
positionering van deze sector, mede door gebruik te Zie www.nos.nl/artikel/588400-abn-investeert-in-
14
jonge-werklozen.html
24
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Tabel 2: Overzicht van de verschillende terreinen waarop het programma impact heeft. Economisch/financieel
Verhogen van het rendement en waarde van de eerdere investeringen van de Provincie Limburg in de campussen door het versterken van de campusontwikkeling en het stimuleren van de samenwerking tussen de campussen. Het programma stimuleert sociale innovaties die organisaties in staat stellen om zowel hun technologische kennis als hun medewerkers beter te benutten door externe samenwerking, flexibel organiseren en slimmer te werken. Onderzoek toont aan dat sociaal innovatieve bedrijven meer investeren in R&D voor technologische innovaties. Beter inzicht in sterke en zwakke punten van de aanwezige Limburgse kennisbasis maakt het mogelijk om het innovatievermogen van de regio gerichter te stimuleren en te versterken. Overdracht van best practices tussen de campussen en naar het MKB in de regio, die voorkomt dat het wiel te vaak opnieuw moet worden uitgevonden. Verbeteren van de samenwerking tussen bedrijven op de campussen, alsook met het MKB in de regio, ter vergroting van de concurrentiekracht van de Limburgse economie. Het vergroten van het innovatief vermogen van het MKB in Limburg en het versterken van de ‘ketendichtheid’. Bijdrage aan Universiteit Maastricht als groeimotor door het versterken van de acquisitiekracht op het onderzoeksterrein van open innovatie.
Arbeidsmarkt
Vergroten van de aantrekkingskracht van de Limburgse economie op zowel kenniswerkers als goede vakmensen (wervingskracht en behoud voor de regio). Sociaal innovatieve bedrijven zullen ook meer aandacht hebben voor het competentieniveau van hun medewerkers op lagere functieniveaus. Behoud van bestaande werkgelegenheid en creëren van nieuw werk. Verbetering van de inzetbaarheid van de gehele beroepsbevolking in de regio.
Maatschappelijk
Sociaal innovatieve bedrijven met een goede hechting in hun omgeving zullen een impuls geven aan de re-integratie van mensen die niet meteen goed inzetbaar zijn.
Infrastructureel
Het programma ontwikkelt een goed monitoringssysteem dat de campussen na afloop van het programma op eigen kracht zullen continueren, wat de kennisoverdracht tussen de campussen en met het MKB in de regio ook op de lange termijn zal bevorderen. Ontwikkeling van diagnostische tools die bedrijven, de campussen en de provincie Limburg in staat stellen hun concurrentiekracht en innovatievermogen te optimaliseren. Het programma versterkt het samenwerkingsklimaat op en tussen de campussen, alsook de samenwerking met het MKB dat niet op een campus is gevestigd. Dit samenwerkingsklimaat is de levensader voor zowel de campussen als de Kennis-As Limburg zelf. Het programma legt de basis voor de ontwikkeling van een uniek Kenniscentrum voor de Triple Helix Samenwerking dat de acquisitiekracht van de Universiteit Maastricht op dit onderzoeksterrein ook buiten de regio versterkt.
25
7. Organisatie en planning Het hier voorgestelde programma heeft een looptijd van
Het onderzoeksprogramma staat onder leiding van het
ontwikkelingen binnen enkele jaren in de tijd te
Grip (coördinatie onderzoeksprojecten), prof. dr. Gaby
vijf jaar. Dit maakt het mogelijk om de relevante
monitoren en de effectiviteit van bepaalde beleids interventies (‘sociale innovaties’) te kunnen meten. Al tijdens de looptijd van het programma worden
specifieke onderzoeken afgerond en gevaloriseerd door middel van toepassingsprojecten en ondersteunende interventies. Ter illustratie worden in tabel 3 op een
gefaseerde tijdslijn enkele van de belangrijkste ontwikkel trajecten van het programma voor de komende vijf jaar weergegeven.
managementteam bestaande uit prof. dr. Andries de
Odekerken-Schröder (coördinatie toepassingsprojecten) en Dr. Anita van Gils (coördinatie concrete interventies) Het managementteam wordt ondersteund door een programmamanager, die tevens zorg draagt voor de
communicatie en verspreiding van kennis. Verder zijn vertegenwoordigers van de Universiteit Maastricht,
Zuyd Hogeschool, Maastricht Health Campus, Chemelot Campus, Smart Services Hub), LED, LWV en diverse
andere organisaties en bedrijven bij het project betrok-
ken. Ten slotte zal een groot aantal bedrijven en andere
organisaties als ook de medewerkers van deze organisaties in specifieke onderdelen van dit programma
participeren. Dit temeer omdat het bij de toepassingsprojecten en concrete interventies doorgaans om co-creatie van nieuwe initiatieven gaat .
De Kerngroep Campusdirecteuren, aangevuld met vertegenwoordigers van LED en LWV fungeert als Klankbordgroep die de periodieke intervisie met
betrekking tot de diverse programmaonderdelen borgt.
26
Tabel 3: Gefaseerde tijdlijn van onderzoeks- en toepassingsprogramma voor de komende 5 jaar
Fase 1 (1 jaar)
Fase 2 (3 jaar)
Fase 3 (1 jaar)
In kaart brengen van best-practices
Aantrekken PhD’s voor onderzoeks-
Afronding PhD onderzoek en commu-
op de campussen in Nederland en internationaal.
Uitzetten enquête om succes- en
faalfactoren van open innovatie in
regio te meten in aansluiting op de door NSI ontwikkelde Sociale Innovatiemonitor Limburg.
Verdere specificering onderzoeksaanpak binnen projecten op basis van resultaten verkende activiteiten
projecten.
Disseminatie van onderzoeksuitkomsten via conferenties en workshops. Monitoring ontwikkeling No-Boundaries Houses.
Begeleiding en monitoring gezamenlijke ontwikkeling campus infrastructuur.
Ontwikkelen opzet voor invulling en
Verkennen mogelijkheden uitbreiding
Sociale Innovatiemonitor Limburg.
Belgie en Duitsland (Horizon 2020 e.d.).
ontwikkeling No-Boundaries House.
sociale innovatie onderzoek i.s.m.
Toepassingsproject 1:
Sociale Innovatiemonitor Limburg.
rend evenement gericht op kennis
Toepassingsprojecten 2,3,4 met een
regionale MKB.
bij de behoefte.
ontwikkelen opzet jaarlijks terugkeuitwisselingtussen campussen en het
Trainingen op het vlak van open
campussen.
ninnovatie.
Hospitallity projecten Zuyd Hogeschool.
een congres over de resultaten tot dusver.
Uitwerking opleidings- en ontwikkelingsplan voor bedrijven in regio.
Sociale Innovatiemonitor Limburg. Definiëren hoe de ontwikkelde
samenwerking na afloop van het
project zich verder kan versterken. Toepassingsproject 5.
concrete invulling en en aansluitend
Visiedag om te bepalen wat de
gezamenlijke doelen zijn van de
nicatie resultaten door bijvoorbeeld
innovatie, sociale innovatie en dienste-
Uitwisseling best practices d.m.v. bijvoorbeeld themalunch.
Innovatie-assistent, om concrete
innovatie trajecten te begeleiden. Hospitallity projecten Zuyd Hogeschool .
27
8. Financiering De bijgevoegde budgettabel hiernaast geeft een
Bijlage 3 op pagina 36 geeft een overzicht van de
beoogde financiering. Vanwege de beoogde leereffecten
Health Campus, Chemelot Campus, Limburg Economic
overzicht van de kosten van het programma en de tussen de campussen overstijgt het voorgestelde
programma het belang van de specifieke campussen waaronder het MKB dat niet op de campussen is
gevestigd. Daarom wordt aan de provincie gevraagd 32% van de begrote kosten te bekostigen. De Rijksbijdrage van € 378.000 die de universiteit ontvangt bij een
succesvolle afronding van de proefschriftstudies zal
tevens ter financiering van het programma aangewend worden.
De begroting laat zien dat er gedurende de looptijd
van het project nieuwe opdrachten verwacht worden
met een waarde van € 800.000. Daarnaast zal, zoals in paragraaf 5 is aangegeven, het programma de
acquisitiekracht van de Universiteit Maastricht op het
onderzoeksterrein van sociale innovatie versterken door subsidies te verwerven van Horizon 2020, NWO Top
subsidies, het Human Capital Programma van de Sociale Infrastructuur Agenda van NWO, e.d.
28
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
toezeggingsbrieven van de externe partners: Maastricht Development, Limburgse Werkgevers Vereniging en
Zuyd Hogeschool en ABN AMRO. De bijdrage van de
Smart Services Hub is nog niet geformaliseerd en de
begrote bijdrage van de ‘diverse overige bedrijven’ zal
worden geëffectueerd bij de uitvoering van de hospitality projecten van Zuyd Hogeschool. Tevens is een letter of commitment toegevoegd van de bouwdecaan van de campus Venlo, waarin wordt aangegeven “dat dit
programma in een wat later stadium ook voor de
campus Venlo van grote betekenis kan gaan worden”.
Bijlage 1 - Begroting Bedragen in k€
2014
2015
2016
2017
Rijksbijdrage
0
0
0
0
2e en 3e geldstroom
0
Opbrengsten Nog te verwerven
2018
2019
2020
totaal
0
378
378
0
0
800
0
100
200
300
200
164
324
330
334
182
0
0
1.334
Chemelot
60
60
60
60
60
0
0
300
Smart Services Hub
19
37
37
38
19
0
0
150
UM-bijdrage (incl. HS Zuyd)
ABN
16
LWV
6
LED
3
MHC
100
32 13 6
200
32 13 6
300
32 13 6
200
16 5 4
0 0 0
0 0 0
128 50 25
10
10
Overige opbrengsten
117
173
173
174
116
Totale opbrengsten
281
897
703
808
498
Personele kosten
451
1.017
1.136
1.247
676
Totale kosten
492
1.072
1.191
1.302
745
0
0
4.802
-211
-475
-488
-494
-247
0
378
-1.537
211
686
1.174
1.668
1.915
1.195
1.537
1.537
28%
1.334
Kosten
Overige directe kosten
Resultaat Gevraagde bijdrage PL cumulatief
41
Bijdrage Universiteit Maastricht (incl. Zuyd) Bijdrage Externe Partners/Derden
Gevraagde bijdrage Provincie Limburg
15
55
15
55
15
55
7
0 0 0
0
800
10
8
0
0
5
Div overige bedrijven
5
0
0
40 60
0
753
378
3.265
4.527
69
275
40% 32%
100%
1.931 1.537
4.802
29
Bijlage 2 - Overzicht programmateam en afgeronde projecten van NSI/SSF Kernleden van het programmateam Prof. dr. Andries de Grip
(coördinator onderzoeksprojecten)
Andries de Grip is directeur van het Researchcentrum
voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), bestuursvoorzit-
-
Limburg province: Population stagnation and ageing
- The challenges of revitalising the regional economy (in opdracht van de OECD).
Life Sciences in Zuidoost Nederland (project Regional
Co-operation for Global Knowledge).
ter van het Netwerk Sociale Innovatie (NSI) en hoogle-
Prof. dr. Gaby Odekerken-Schröder
lid van het bestuur van het interuniversitaire onder-
Prof. dr. Gaby Odekerken-Schröder is directeur van de
raar economie aan de Universiteit Maastricht. Ook is hij zoeksinstituut INSCOPE, research fellow bij Netspar
(Universiteit Tilburg) en het Instituut voor Arbeidsonderzoek IZA in Bonn. Zijn onderzoek richt zich op de
factoren die van invloed zijn op investeringen in human capital, sociale innovatie en de effecten van het HRM
beleid op het personeel en de organisatie. Hij publiceerde op deze terreinen een groot aantal artikelen in
nationale en internationale tijdschriften en boeken. Een volledig CV is te vinden op:
www.roa.unimaas.nl/cv/degrip/degrip.htm Enkele voorbeelden van eerder of lopend onderzoek: -
NWO Top Grant project Attracting and retaining top
talent for the High Tech Systems and Materials
(HTSM) in samenwerking met o.a. FME-CWM, 3TU, - - - - - - - - -
30
-
FEI Company en ASML.
Arbeidsmarktmonitor Metalektro (sinds 2002).
De effectiviteit van Resultaat Gericht Ondernemen
i.s.m. Syntens.
De Sociale Innovatie Monitor Limburg i.s.m. het LWV. De effectiviteit van Employability Miles (E Miles)
i.s.m. Philips.
(coördinator toepassingsprojecten)
Service Science Factory (SSF), vice-voorzitter van de
vakgroep Marketing en Supply Chain Management en
professor in klantgerichte dienstverlening aan de School of Business and Economics van de Universiteit Maas-
tricht. Haar onderzoekinteresses omvatten de ontwikkeling van innovaties in dienstverlening, klantenservice en loyaliteit. Zij heeft een groot aantal wetenschappelijke
en toegepaste onderzoeksprojecten geleid op het gebied van klachtenafhandeling, opbouwen van online en
offline communities, innovaties in dienstverlening en
het ontwikkelen van klantentrouw. Zij verzorgt al 20 jaar met veel passie hoogwaardig onderwijs voor bachelor,
master en PhD studenten en is nauw betrokken bij het verzorgen van onderwijs voor regionale ondernemers (bijv. programma LimburgMakers) en nationale en
internationale managers (diverse in-company programma’s). Haar onderzoek is gepubliceerd in diverse toonaangevende internationale tijdschriften.
Enkele voorbeelden van eerder of lopend onderzoek: -
Project Labour Markets for Scientists and Engineers
-
Loopbaanenquête Bètatechniek i.s.m. KIVI-NIRIA.
-
koers? (i.s.m. Platform Bètatechniek
-
Ontwikkeling Regionale Arbeidsmarktinformatie
-
(subsidie European Science Foundation).
Technomonitor: De Kenniseconomie; liggen we op Jongeren en Techniek (in opdracht van Ministerie EZ)
Limburg (RAIL).
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
LimburgMakers: monitoren van effectiviteit Lim-
burgMakers programma
Service Monitor i.s.m. Nederlandse Vereniging voor
Service Management (NVSM).
Verbeteren patiëntgerichtheid, i.s.m. Academisch
Ziekenhuis Maastricht.
Bewustwording van diensteninnovatie mogelijkhe-
den i.s.m. LimburgMakers.
Ontwikkelen klantgerichtheidsinstrument i.s.m.
Platform voor Klantgericht Ondernemen (PvKO).
- - - -
Branding van de regio Limburg i.s.m. Stichting Regio
Prof. dr. Martin Carree
Evalueren van de introductie van mobiel betalen in
hoofd van de afdeling Organisatie & Strategie van de
Branding Zuid-Limburg
Leiden i.s.m. ABN AMRO, ING en Rabobank.
Onderzoek naar klachtenafhandeling, onderzoeks-
team Universiteit Maastricht.
Onderzoek naar de invloed van diensten op het
welzijn van consumenten, onderzoeksteam Service Science Factory.
Dr. Anita van Gils
Martin Carree is hoogleraar Industrial Organization en Universiteit Maastricht. Daarnaast is hij fellow van de METEOR onderzoeksschool. Van 1998 tot 2003 was hij
verbonden als onderzoeker aan de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Martin Carree promoveerde cum
laude in 1997 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De titel van zijn proefschrift was Market Dynamics, Evolutie en Smallness en zijn promotor was Prof. dr. Roy Thurik.
(coördinator ondersteunende interventies)
Dr. Ruud Gerards
schap bij de afdeling Organisatie en Strategie aan de
Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt,
Anita van Gils is universitair hoofddocent OndernemerUniversiteit Maastricht en coördinator van het onderzoeksthema Ondernemerschap binnen het Netwerk
Sociale Innovatie (NSI). Ze behaalde een doctoraat aan de Economische Faculteit van de Rijksuniversiteit
Groningen. Haar onderzoek en onderwijs richten zich op de strategie en het management van het MKB en
familiebedrijven. Zij is als begeleider actief betrokken bij proefschriften die de effecten van innovatie voor de
Limburgse regio onderzoeken, waaronder het RGO-plus
en het LimburgMakers project. Zij is tevens de coördinator van de Master IB track in ondernemerschap en KMO-management. Prof. dr. Paul Iske
Prof. dr. Paul Iske is bijzonder hoogleraar Innovatie en Business Venturing aan de School of Business and Economics van de Universiteit Maastricht. In deze
functie is hij verantwoordelijk voor het opzetten van
Service Science Factory. Hij is Chief Dialogues Officer bij
Ruud Gerards is projectleider en onderzoeker bij het docent economie aan de Universiteit Maastricht en als onderzoeker verbonden aan het Netwerk Sociale
Innovatie (NSI) en het Centre of Full Employment and Equity in Europe (CofFEE-Europe). Daarnaast is hij
freelance docent/consultant voor Hogeschool Zuyd,
Maastricht School of Management en cApStAn Linguistic Quality Control. Zijn onderzoek richt zich op toege-
paste arbeidsmarktvraagstukken die in nauwe samenwerking met werkgevers uit het bedrijfsleven of de
overheid worden uitgevoerd. Hierbij gaat het vaak om
de effecten van HRM beleid op personeel en organisatie en om de prikkels van werknemers om, bijvoorbeeld via
training of opleiding, te investeren in hun ‘employability’. Zijn onderzoek heeft tot diverse publicaties geleid in nationale en internationale tijdschriften alsmede in media zoals kranten.
Een volledig CV is te vinden op: www.roa.unimaas.nl/cv/ Gerards/nw_gerards.htm
ABN AMRO Bank, die de functies van directeur van het
Enkele voorbeelden van eerder of lopend onderzoek:
rol stimuleert hij ondernemend en innovatief denken en
-
Dialogues House en Dialogues Incubator omvat. In deze gedrag binnen en buiten ABN AMRO Bank. Daarnaast is
-
hij oprichter van het Instituut voor Briljante Mislukkin-
-
veelgevraagd spreker op internationale conferenties en
-
gen, noemt zichzelf consulting Challenger en is een workshops gericht op Knowledge Management,
Innovatie en Ondernemerschap. Tot slot is hij Partner in Conceptisch ™, een organisatie die zich richt op de (co-)
-
creatie van omgevingen die de ontwikkeling van
-
in de theoretische fysica.
-
intellectueel kapitaal ondersteunen. Paul Iske is doctor
Arbeidsmarktmonitor Metalektro.
Effecten van het Philips Werkgelegenheidsplan i.s.m.
Philips Nederland.
Effectiviteit van Employability Miles (E-Miles) i.s.m.
Philips Nederland.
Sociale Innovatie Monitor Limburg i.s.m. het LWV.
Ontwikkeling instrument ter bevordering aanslui-
ting arbeidsmarkt en techniekonderwijs, i.s.m. A+O Metalektro.
Invloed van Het Nieuwe Werken op Employee
Engagement i.s.m. IBC.
Gemeentelijk re-integratiebeleid in Limburg.
31
Prof. dr. Jos Lemmink
Dr. Carla Costa
Océ-Canon Endowed Chair in Business Service Innova-
de Universiteit Maastricht, waar ze verschillende
Jos Lemmink is hoogleraar Marketing en houder van de tion aan de Maastricht University School of Business and Economics. Hij was decaan van de School of
Business and Economics van 2006-2013 en oprichter van de Service Science Factory van de Universiteit Maas-
tricht. Hij is lid van diverse internationale adviesraden van universiteiten o.a. in de Australië, Finland en
Engeland en fellow van diverse wetenschappelijke
instituten in o.a. de Verenigde Staten. In de regio was hij bestuurslid van de Document Services Valley, het open innovatie-initiatief van Oce-Canon in Venlo. In die
hoedanigheid adviseerde hij tientallen start-ups op het
terrein van service innovatie en bereidde hij de weg voor executive trainingsaanbod voor ervaren service profes-
sionals. Hij heeft uitvoerig gepubliceerd door middel van
boeken en tijdschriften over service marketing en service innovatie en was van 2000-2005 editor van het weten-
schappelijk vaktijdschrift Journal of Service Management. Recent onderzoek en projecten: -
A Tale of The Other Valley: rising returns on service
innovation, and the case of document services R&D, Document Services Valley Symposium: Excellence
-
-
through Document Services Innovation, Venlo. Managing a Springboard: Open Innovation at
Document Services Valley en A Beautiful Beginning of Open Innovation
Steel, Bread and Pink Floyd: The case of WP Haton,
Business case on Service Science.
Prof. dr. Mien Segers
Mien Segers is hoogleraar Corporate Learning bij de
afdeling Educational Research and Development van de Universiteit Maastricht. Haar onderzoek richt zich op
tools en voorwaarden om het leren op school, instellingen en op de werkvloer te ondersteunen, met een speciale
focus op de rol van de beoordeling voor het verbeteren van de ontwikkeling. Zij is actief betrokken bij de Euro-
pean Association for Research on Learning and Instruction (EARLI) en is de coördinator van de Special Interest Groups Hoger Onderwijs en Assessment geweest. Ze publiceert in vele high-ranked tijdschriften en is een
redactielid van internationale tijdschriften zoals Studies
in Educational Evaluation en Educational Research Review. Zij is de hoofdredacteur van de EARLI boekenreeks ‘nieuwe perspectieven op Leren en onderwijzen’.
32
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Carla Costa is universitair docent Ondernemerschap aan ondernemerschap-gerelateerde cursussen geeft. Ze
behaalde haar doctoraat in technologische veranderingen en ondernemerschap aan de Carnegie Mellon
University (VS). Carla werkte bij het Portugese Gouvernementele Agentschap voor Innovatie, bij een biotech
business incubator, en bij het ondernemerschap kantoor van de ‘School of Engineering, Science and Technology and Architecture’ in Lissabon (IST-Lisbon). Haar onder-
zoek richt zich op het grensvlak van innovatie, ondernemerschap en regionale economische ontwikkeling.
Projectenoverzicht NSI en SSF Uitvoerder
Opdrachtgever/
Onderzoek
SSF
Ontwikkelingsmaatschappij
Het ontwerpen van een cross-company communicatieplatform
SSF
APG
SSF
Dialogues House
SSF
Youp van ’t Hek
SSF
Interreg
SSF
Océ
SSF
RMI
SSF
Océ
SSF
Natuurhistorisch Museum
SSF
Siemens
samenwerkingspartner
Parkstad Limburg (OPL)
Maastricht/ ENCI
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
LWV
SSF
LIOF & SCELTA
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
LIOF & SCELTA
om de individuele communicatie en werving van bedrijven in het Parkstad gebied te versterken
Het ontwikkelen van een selfservice tool die zich aanpast aan de voorkeuren van werknemers
Het ontwikkelen van serviceconcepten voor ontwrichtende innovatie gericht op de vergrijzing
Het analyseren en visualiseren van klachten over aanbieders van mobiele diensten voor een bekende Nederlandse cabaretier
Analyseren van uitdagingen in nabije toekomst in voedsel en
gezondheidszorg, en het ontwikkelen van dienstenconcepten voor innovatieve maaltijdoplossingen in de zorgsector
Het creëren van een ‘serious-play’ spel voor de continue analyse van de trends van de klant in document services
Vervaardigen van een geïntegreerd model voor effectieve service herstel
Ondersteuning van de overgang van productoriëntatie naar servicegerichtheid
Ontwikkeling van een innovatief, communiceerbaar concept voor een museum in een industriegebied
Het definiëren van manieren om een productafdeling meer klantgericht te maken
Het ontwikkelen van een innovatieve lidmaatschapsstructuur die beter tegemoetkomt aan de behoeften van klanten
Het vinden van een innovatieve oplossing voor het probleem om de kwaliteit van bedrijventerreinen te beoordelen
Het ontwikkelen van een virtueel platform dat kinderen van 9 tot 12 jaar motiveert en voedt om een gezonde levensstijl te hebben
Het ontwikkelen van een service concept waarmee de bibliotheek beter tegemoet kan komen aan de behoeften van de onderzoekers en daarmee een genoeglijke ervaring te genereren
Het ontwikkelen van een marketing- en communicatieplan, en
het conceptualiseren van activiteiten en sponsormogelijkheden
Het creëren van een uniek en innovatief Summer School concept, met behulp van een ‘customer journey’ van potentiële Summer School deelnemers
Het definiëren van concepten (intern en extern) om het relatiemanagement in de gezondheidszorg te verbeteren
Het definiëren van waarde proposities voor potentiële partners,
op basis van diepgaand onderzoek naar de wensen en behoeften van potentiële partners
33
SSF
ABN AMRO
Het vinden van innovatieve manieren voor het genereren van
SSF
Ziggo
Het ontwikkelen van innovatieve en concurrerende prijsstelling
SSF
Provincie Limburg
SSF
Provincie Limburg
SSF
GSBE (METEOR)
SSF
APG
SSF
Chemelot Campus
SSF
Limburg 1
SSF
AMI Consultancy/ Boskalis
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
Service Science Factory
SSF
Universiteit Maastricht
SSF
(geïnitieerd door ING, ABN Amro en Rabobank)
concepten voor nieuwe Ziggo diensten
Het ontwikkelen van een duurzaam concept voor het aantrekkelijker maken van Limburg voor de creatieve industrie
Het definiëren van preventieve maatregelen voor het vergroten van de inzetbaarheid van 50+ werknemers in Limburg
Analyse van de dalende vraag naar research masters, ontwikkeling van concepten voor het vergroten van de populariteit
Het ontwikkelen van effectieve communicatie concepten voor het verhogen van het pensioenbewustzijn
Het ontwikkelen van innovatieve dienstverleningsconcepten voor het ontwikkelen van een succesvolle community en het geven van advies over hoe ze te implementeren
Het ontwikkelen van een community platform concept om het
merk aantrekkelijker te maken en nieuwe inkomsten te genereren Het vastleggen van succesfactoren bij grote bouwprojecten en het ontwikkelen van een instrument om gebruik te maken van deze factoren in toekomstige projecten
Het testen van de haalbaarheid en de noodzaak van een groot datacenter in Limburg, en het ontwikkelen van een eerste concept voor een online community platform
Conceptualiseren van een instrument dat kan worden gebruikt
om de sterke en zwakke punten van een bedrijf snel te analyseren Verdere ontwikkeling van het on-(en off-) line community
concept voor een Center of Data Expertise and Experience (CODE2 in het kort)
Monitoring van de Mobile Payment soft launch
Universiteit Maastricht
Verbeteren van de ervaring van orthopedische patiënten
Philips
Inzetbaarheidsmeters
NSI
Vodafone
Prestatiebeloning op basis van klanttevredenheid
NSI
Syntens Innovatiecentrum
NSI
Proteion thuis
SSF NSI NSI
NSI NSI NSI NSI NSI NSI NSI
34
Mobiel Betalen in Leiden
nieuwe fondsen (crowdfunding 1+2)
LWV
Brandweer Roermond ABN-Amro IBM
Empower Limburg Syntens
Centraal Planbureau (CPB)
Verschillende MKB-ondernemingen
Sociale Innovatie Monitor Limburg 2012 en 2013
Certificering van vakmanschap
Effecten van training op de ondernemingsprestatie Resultaatgericht ondernemerschap Leiderschap in teams
Open innovatie, gastvrijheid en ouderenzorg
Smart jobs (platform taakroulatie medewerkers) Trainen van medewerkers van opdrachtgevers Inzetbaarheidsindex
De effectiviteit van Resultaat Gericht Ondernemen Internationale outsourcing van specifieke taken Innovatie in familiebedrijven
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
NSI
LIOF
Informatiesysteem over gevolgen van participaties en subsidies
NSI
hiTecs AMI
Effect van gedeelde mentale modellen op teamprestaties
NSI NSI NSI NSI NSI
VKW Limburg Océ
Fokker Services
Vrouwelijk leiderschap en ondernemerschap
Het delen van expertise in multi-professionele ontwerpteams
APG
Pensioenverwachtingen en ‘actief verouderen’ HR praktijken
OECD
Bevolkingskrimp en vergrijzing in Limburg en Zeeland
FME CWM
Effecten van HRM op kennisveroudering van medewerkers
35
Bijlage 3 - Toezegging door externe partners
Letter of Commitment “Sociale Innovatie in het Open Innovatie Ecosysteem
van de Kennis-As Limburg”
Aan Prof. dr. Andries de Grip en Prof. dr. Gaby Odekerken-Schröder Universiteit Maastricht School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM MAASTRICHT
Middels deze brief bevestig ik, Dr. Bert Kip, dat Chemelot Campus participeert in het project “Sociale Innovatie in het Open Innovatie Ecosysteem van de Kennis-As Limburg”. Als externe partner leveren wij een gekapitaliseerde in kind bijdrage van € 150.000 en een financiële bijdrage van € 150.000 in de periode 2014-2019.
Dr. Bert kip CEO Chemelot Campus
Datum: 27-1-2014 Handtekening:
36
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
37
38
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
39
40
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
Prof.dr. Andries de Grip School of Business & Economics Universiteit Maastricht 6211LM Maastricht Betreft: Letter of Commitment programma Sociale Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-‐as Limburg Amsterdam, 24 februari 2014 Geachte heer de Grip, Naar aanleiding van uw verzoek om het commitment mijnerzijds m.b.t. bovengenoemd programma expliciet te maken, deel ik u mede dat in het kader van de mij door ABN AMRO ter beschikking gestelde tijd om de functie van bijzonder hoogleraar te vervullen (zijnde 1 dag per week), ik bereid ben de helft hiervan te besteden aan dit programma. Concreet houdt dit dus in dat ik voor de beoogde periode van 5 jaar, voor 0.1 FTE beschikbaar zal zijn, met name voor de deelprojecten 2 (Strategische en organisatorische aspecten van Open Innovatie) en 4 (Het Open Innovatie Ecosysteem). Vetrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, zie ik uit naar de samenwerking met alle betrokkenen. Vriendelijke groet, Prof.dr. Paul Louis Iske Chief Dialogues Officer/Head of Innovation Centre ABN AMRO Bank Professor Open Innovation & Business Venturing, Maastricht University Postadres: Rietschoot 1 1511WB Oostzaan
41
42
Kennis/As Open Innovatie in het Ecosysteem van de Kennis-As Limburg
43
Colofon Fotografie Fotostudio CL Geleen,
Herman van Ommen, Arjen Schmitz, L.E.D., Hugo Thomassen e.a. Vormgeving Zuiderlicht