Business Case Elektronische pakbon en palletlabel in de bouw en installatiesector 31 maart 2014
Inhoud Managementsamenvatting
1
1
Inleiding
4
1.1 1.2 1.3
Doelstelling Onderzoek Met dank aan
4 5 9
2
Achtergrond
10
2.1 2.2 2.3 2.4
Organisatorische context Huidige situatie Groothandels Magazijnen
10 11 12 13
3
Huidige werkwijze
15
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Aflevering Pakboncontrole Fysieke controle Magazijninslag Waargenomen trends en opvallende zaken Verbeterpunten in de huidige situatie Voorlopige conclusies goederenontvangstproces
15 15 16 19 19 21 22
4
Gewenste situatie
23
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Aflevering Pakboncontrole Fysieke controle Magazijn in- en uitslag Randvoorwaarden
23 23 24 26 27
5
Baten, lasten en risico's
29
5.1 5.2 5.3
Baten en lasten voor de fabrikant en groothandel Terugverdienmodel (ROI) in de opstartfase Voordelen GS1-palletlabel
29 30 32
6
Goederenontvangstproces op de bouwplaats
34
6.1 6.2
Huidig ontvangstproces op de bouwplaats Verbeteringen ontvangstproces op de bouwplaats
34 35
7
Conclusies en aanbevelingen
36
7.1 7.2
Conclusies Aanbevelingen
36 36
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
Bijlage 1 - Magazijn types
38
Bijlage 2 - Verwerkingstijd pakbonnen
39
Bijlage 3 - Tijdsbesparing SSCC homogene pallets
40
Bijlage 4 - Tijdsbesparing SSCC heterogene pallets
41
Bijlage 5 - Totale kostenbesparing SSCC
42
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
Managementsamenvatting Huidige werkwijze In de bouw en installatiesector komen steeds vaker de voordelen van standaardisatie op het gebied van artikel- en handelsinformatie en van elektronische transactieberichten ter sprake. Het gebruik van de identificatiestandaard op de artikelen neemt toe. Voor deze business case is onderzocht of er identificatiestandaarden en/of transactieberichten zijn die nog niet in deze sector worden gebruikt, maar wel binnen de processen in de bouw en installatiesector tot optimalisatie kunnen leiden. Om de huidige werkwijze in kaart te brengen en verbeterpunten vast te stellen, is gesproken met fabrikanten en groothandels in de installatiesector, groothandels en aannemers in de bouwsector en experts uit beide sectoren. Hierbij is duidelijk geworden dat een grote efficiencyslag kan worden gemaakt bij het proces van goederenontvangst, vooral bij de groothandels. Dit proces is daarom nader onderzocht en uitgewerkt. Bij en rond het goederenontvangstproces wordt er al op verschillende manieren getracht efficiënter te werken. Steeds meer bedrijven werken bijvoorbeeld met geavanceerde Warehouse Management Systemen. Desondanks zijn er verschillende verbeterpunten vastgesteld, waaronder: Wanneer artikelen zijn voorzien van een GS1 artikelcode (GTIN) in het systeem en fysieke barcode kan identificatie sneller en makkelijker plaatsvinden. Het gebruik van elektronische pakbonnen maakt het gebruik van een goederenontvangstformulier overbodig. Het scheelt veel tijd als de fabrikant uitgebreide en correcte artikelinformatie aanlevert, volgens de juiste voorschriften. Bij heterogene pallets kunnen ontvangst en ompak in magazijnkratten soms worden gecombineerd. Bij homogene pallets zijn meer ompak- dan ontvangststations nodig en de inrichting hiervan kan beter worden afgestemd op de specifieke handelingen.
Gewenste situatie Door artikelen te voorzien van een GS1 artikelcode in het systeem, maar ook fysiek met een barcodesymbool op het product, kan vooral bij groothandels een flinke efficiencyslag worden gemaakt bij het proces van de goederenontvangst. Zeker wanneer dit wordt gecombineerd met het gebruik van de elektronische pakbon en het palletlabel met de SSCC (Serial Shipping Container Code). De SSCC of GS1-verzendcode dient voor het uniek coderen van verzendeenheden. Een verzendeenheid is bijvoorbeeld een pakketje of een pallet met (om)verpakkingen van één of meer verschillende artikelen. Enkele voordelen hiervan: Het gebruik van een GTIN die vertaald is in een barcodesymbool, levert een aanzienlijke tijdsbesparing op bij de identificatie van geleverde artikelen. De toepassing van de elektronische pakbon maakt automatische pakboncontrole mogelijk en zorgt ervoor dat ontvangsten beter kunnen worden gepland en georganiseerd. Het door GS1 ontwikkelde palletlabel, met de unieke SSCC, vormt de link naar de elektronische pakboninformatie en is tevens te gebruiken bij intern transport. Een pallet wordt dan gekoppeld aan een magazijnlocatie. Ook kan de SSCC gebruikt worden voor eventuele tracking en tracing faciliteiten.
1 All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
Bij homogene pallets biedt de combinatie van een elektronische pakbon en een GS1palletlabel de meeste voordelen. De heftruckchauffeur kan hiermee in een zeer kort tijdsbestek een pallet ontvangen en verplaatsen naar de juiste locatie in het magazijn. Maar ook bij heterogene pallets kan de ontvangst efficiënter verlopen door gebruik te maken van een GS1-palletlabel. Eén keer scannen volstaat om alle artikelen op de pallet te identificeren. Om de gewenste situatie daadwerkelijk te realiseren is het nodig aan diverse randvoorwaarden te voldoen. De beschikking over een WMS of ERP-pakket dat elektronische pakbonnen kan versturen en kan ontvangen is bijvoorbeeld noodzakelijk. Om gebruik te maken van de SSCC dient de fabrikant zijn pick-, belading-, verzend- en afleverproces (gestandaardiseerd) op orde te hebben. Overige randvoorwaarden vindt u op pagina 30.
Baten en lasten In de baten- en lastenanalyse is gekeken naar de invoering van de elektronische pakbon. Voor het palletlabel is het lastiger een indicatie voor de kosten te maken, omdat deze veel meer op het organisatorische en procedurele vlak liggen. De pakboncontrole wordt bijna altijd nog handmatig uitgevoerd. Bij grotere groothandels gaat het al snel om tienduizenden pakbonnen per jaar. Dat deze nog handmatig worden ingevoerd resulteert in onnodige uitgaven en tijdsbesteding. Het levert bij de groothandels waarmee in het kader van deze business case is gesproken enorme besparingen op als dit proces wordt geautomatiseerd. Besparingen liggen tussen de 80.000 en 120.000 euro per jaar. Het werken met elektronische pakbonnen brengt ook andere voordelen met zich mee. Zo zullen er minder fouten worden gemaakt en zullen voorraadverschillen minder vaak voorkomen. Ook kan door de snellere verwerking van de inkomende goederen (zowel door toepassen van de elektronische pakbon als het palletlabel) het ‘veiligheidsniveau’ van de voorraad worden verlaagd. Voor een individuele groothandel en fabrikant is het vaak minder rendabel te investeren in dergelijke ontwikkelingen. Dit verandert als een aantal toonaangevende partijen (groothandels en fabrikanten) samenwerken om de standaard geïmplementeerd te krijgen. Op deze manier wordt een standaard voor de bouw en installatiesector in de praktijk uitgewerkt en verankerd. Als met dit soort zaken rekening wordt gehouden, is het aannemelijk dat de investering binnen 4 jaar kan worden terugverdiend. De kosten en de terugverdientijd kunnen worden teruggebracht zodra meer partijen worden betrokken bij de implementatie in de opstartfase en waarbij gelijkertijd ook het volume van het aantal uitgewisselde elektronische pakbonnen toeneemt. Het gebruik van het GS1-palletlabel kan een groothandel bij een inkomende goederenstroom van 80.000 tot 140.000 pallets per jaar al snel een besparing opleveren van 70.000 tot 100.000 euro per jaar.
Conclusies en aanbevelingen Het loont om de elektronische pakbon te implementeren binnen uw bedrijf. De grootste investering vindt plaats in de opstartfase. Vervolgens wordt het steeds lucratiever als meer leveranciers hieraan meewerken. Idealiter neemt de ERP-leverancier van de fabrikant en de WMS-leverancier van de groothandel de gestandaardiseerde berichten op in de software.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
2
Het is financieel interessant als groothandels zich gezamenlijk sterk maken voor de implementatie van de elektronische pakbon. Met name de grotere en toonaangevende groothandels kunnen het meest en het snelt profiteren van deze ontwikkeling.
Samen werkt! Wanneer een aantal groothandels op projectmatige wijze samenwerkt om de elektronische pakbon te implementeren zal dit financieel aantrekkelijk zijn. Er ontstaat op deze manier een kritische massa, waarmee een sneeuwbaleffect kan worden gecreëerd. Verder is het van belang om de leveranciers van WMS- en ERP-systemen hierbij te betrekken en om commitment te verkrijgen op alle niveaus binnen organisaties. Als alle betrokken partijen samenwerken wordt de standaard verankerd in de sector en zullen de ‘aansluitkosten’ per fabrikant te verwaarlozen zijn. Op die manier zal het gebruik van de elektronische pakbon een vlucht nemen en zal de bewerkelijke en handmatige verwerking van papieren pakbonnen tot het verleden behoren. Dit onderzoek vormt de basis voor de implementatie van het verzendbericht en het GS1palletlabel. GS1 Nederland, S@les in de Bouw en ETIM ondersteunen en faciliteren dit proces. Met een eerste focus op de implementatie en het gebruik van de elektronische pakbon, is de introductie van het palletlabel met de SSCC een logische vervolgstap.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
3
1
Inleiding
Efficiënter werken en kosten besparen: zeker onder de huidige economische omstandigheden is dat een mooi streven. En het is ook haalbaar! Nieuwe hard- en software kan bijvoorbeeld veel opleveren, evenals andere manieren van werken. In de meeste gevallen is standaardisatie een belangrijke voorwaarde om efficiëntere bedrijfsprocessen en betere communicatie te realiseren. Zonder standaardisatie is de kans op fouten groter, bijvoorbeeld omdat de informatie onjuist wordt geïnterpreteerd. Daarnaast worden dezelfde gegevens vaak meerdere malen ingevoerd. Ook heeft gestandaardiseerd werken het grote voordeel dat gegevens door de huidige informatieen automatiseringssystemen razendsnel kunnen worden verwerkt. Dat scheelt enorm veel tijd én kosten. In verschillende sectoren – denk bijvoorbeeld aan de levensmiddelensector – wordt standaardisatie al lange tijd met succes op brede schaal toegepast. En gelukkig ontdekt ook de bouw en installatiesector sinds een aantal jaar steeds vaker de voordelen van standaardisatie op het gebied van artikel- en handelsinformatie en van elektronische transactieberichten. Het gebruik van de identificatiestandaard op de artikelen neemt toe. Het gaat daarbij zowel om een administratieve toekenning van een Global Trade Item Number (afgekort als GTIN, voorheen bekend als EAN-nummer) als om een ‘fysieke GTIN’ vertaald in een barcodesymbool op het product. Met een GTIN krijgt een product een uniek nummer dat wereldwijd snel herkenbaar en opvraagbaar is. Om de hele sector te laten profiteren van de grote voordelen die standaardisatie biedt, is het belangrijk dat standaarden breed worden toegepast. Dit geldt eveneens voor het gebruik van de eCom standaarden (ook bekend als EDI-standaarden en/of XMLstandaarden) waarmee op een elektronische en gestandaardiseerde wijze transactieberichten en informatie uitgewisseld kunnen worden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan artikel- en handelsinformatie, orders, facturen en elektronische pakbonnen. De bouw en installatiesector kan – door goed te kijken naar de mogelijkheden, voordelen en eventuele struikelblokken – haar voordeel doen met de ervaring die andere sectoren met standaardisatie hebben opgedaan. GS1 Nederland biedt (internationale) standaarden voor unieke identificatie en voor het vastleggen en delen van gegevens. Dit doet GS1 met barcodes, centrale artikeldatabases en elektronisch berichtenverkeer. Als onafhankelijke partij brengt GS1 al 40 jaar retailers, leveranciers en logistiek dienstverleners bij elkaar om sectorbrede afspraken te maken over het vastleggen en delen van informatie over producten en processen met de standaarden. Hiermee kunnen bedrijven efficiënter werken en zo hun klanten het beste bedienen. Samenwerken in de keten is de sleutel tot verbeteren van efficiency en effectiviteit.
1.1
Doelstelling
Deze business case brengt in kaart of er identificatiestandaarden en/of transactieberichten zijn die nog niet in deze sector worden gebruikt, maar wel binnen de processen in bouw en installatiesector tot optimalisatie kunnen leiden. Daarnaast is onderzocht of het rendabel is om te investeren in dergelijke toepassingen binnen deze sector.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
4
Deze business case is bedoeld voor bedrijven die actief zijn in de bouw en installatiesector. Hiermee wordt de verzameling van bedrijven bedoeld die actief zijn in de bouw, de installatie en ijzerwaren en gereedschappen. De business case en de bespoken randvoorwaarden kunnen als kapstok en leidraad dienen, wanneer een ketenpartij een eigen bedrijfsspecifieke business case wil opstellen rondom de optimalisatie van het goederenontvangst proces.
1.2
Onderzoek
Voor dit onderzoek is met extra aandacht gekeken naar de administratieve en logistieke processen bij de groothandels. Bij de groothandel worden namelijk de grootste assortimenten beheerd, waardoor de omloopsnelheden het grootst zijn. Hiermee wordt uiteindelijk de meeste omzet gegenereerd. Het ligt daarom voor de hand te veronderstellen dat de toepassing van standaarden voor identificatie en transactieberichten en de bijbehorende automatisering en mechanisering van de fysieke goederenstroom met name hier grote voordelen zal opleveren.
1.2.1
Inventarisatie
In september, oktober en november 2013 is met verschillende bedrijven en organisaties uit de sector gesproken. Dit betrof fabrikanten en groothandels in de installatiesector en groothandels en aannemers in de bouwsector. De bouwsector is bezig met een inhaalslag op het gebied van standaarden, elektronische informatie en transactieberichten en kan later gebruikmaken van kennis en ervaring die in de installatiesector wordt opgedaan. Tijdens de gesprekken is achterhaald hoe en waar deze bedrijven gebruikmaken van transactie- en identificatiestandaarden en welk type standaarden worden toegepast. Er is bewust gekozen voor grotere en vooraanstaande bedrijven uit de sector. Deze organisaties zijn, gezien hun marktpositie en schaalgrootte, vaak de voortrekkers van brancheontwikkelingen en innovatie. Via deze organisaties kunnen standaarden en processen op termijn wellicht ook haalbaar worden voor middelgrote en kleinere groothandels en eventueel ook voor installateurs met een eigen magazijn. Er is daarnaast gesproken met andere bedrijven uit de sector, zoals 2BA, de beheerder van de datapool voor artikelinformatie in de installatiesector, Uneto-VNI, de brancheorganisatie van de installateurs, en Stichting S@les in de bouw, die zich bezig houdt met de implementatie van elektronische communicatie. Daarnaast is gesproken met Walther Ploos van Amstel, Professor Supply Chain Management aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
1.2.2
Bevindingen
Identificatie Er is gebleken dat de standaarden in de praktijk nog niet overal worden gebruikt. Nog steeds blijkt door fabrikanten aan een deel van de artikelen in de installatiesector (35%, bron 2BA) geen GTIN toegekend te worden. Gelukkig wordt dit percentage steeds kleiner. Daarnaast kan worden gesteld dat het overwegend de ‘slow-movers’ zijn waarop een GTIN ontbreekt. Dit betekent dat in de dagelijkse praktijk het overgrote deel van de artikelen wel degelijk over een GTIN beschikt. Naar inschatting beschikt zo’n 90% van het aantal geleverde artikelen over een GS1-artikelcode in het systeem. Dit betekent echter niet dat de artikelen ook voorzien zijn van een fysieke GTIN in de vorm van een barcodesymbool. Ingeschat wordt dat op ongeveer 20% van het aantal geleverde artikelen nog geen barcode op de verpakking of op het product zelf staat.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
5
De reden dat er niet altijd een GTIN op het product staat die vertaald is in een barcodesymbool heeft verschillende redenen: Niet alle producten lenen zich hiervoor; denk hierbij bijvoorbeeld aan artikelen als spijkers. In de sector komt veel maatwerk voor en dat is niet van te voren met een GTIN vast te leggen in het systeem en daarmee ook niet met een barcodesymbool op het artikel zelf. Er bestaan veel artikelen die in variabele verschijningsvormen kunnen worden geleverd. Een voorbeeld van een zogenaamd variabel of dynamisch artikel is een radiator. Een radiator kan naast in verschillende kleuren, ook geleverd worden in variabele afmetingen met tevens verschillende hoogtes van de aansluiting etc. Dit maakt dat een radiator van een bepaald type soms in oneindig veel varianten kan worden geleverd. Echter niet alle voorkomende varianten worden met regelmaat verkocht. Om hier op correcte wijze mee om te gaan werkt GS1 Nederland op dit moment aan een handleiding voor het coderen van artikelen in de bouw en installatiesector, waarin voor deze uitdaging een oplossing wordt geboden. De verwachting is dat deze handleiding in de eerste helft van 2014 aan de sector wordt opgeleverd. Hoewel het percentage artikelen met een GTIN en/of een barcode nog altijd stijgt, gebeurt dit niet (meer) in een hoog tempo. Met name buitenlandse fabrikanten werken nog niet volgens dezelfde standaard. Hun afstand tot de markt en brancheontwikkelingen in Nederland en Noordwest Europa is vaak te groot. De meeste Nederlandse groothandels beseffen dat zij, en tevens hun afnemers, in diverse fases van het bedrijfsproces veel baat kunnen hebben bij standaardisatie. Om producten te voorzien van een GTIN – zowel administratief als fysiek – is echter de medewerking van de fabrikant vereist, omdat de fabrikant complete en gestandaardiseerde artikelinformatie moet aanleveren. In Nederland wordt de datapool voor de installatiesector beheerd door 2BA. Het blijkt een moeizaam proces om alle fabrikanten te laten aansluiten op deze datapool en daarmee artikelinformatie compleet, gestructureerd en gestandaardiseerd te krijgen. Veel groothandels lopen er regelmatig tegenaan dat onontbeerlijke logistieke informatie ten aanzien van bijvoorbeeld maten en gewichten, verpakkingen of het aantal lagen op een volle pallet, ontbreekt. Zodoende moeten zij zelf ontbrekende assortimenten beheren of informatie van 2BA aanvullen. Hoe geavanceerder de administratieve en logistieke automatiseringssystemen en de mechanisatiesystemen van groothandels zijn, hoe meer gegevens er over de artikelen nodig zijn. Artikelinformatie en masterdata Gezien de grote omvang van de goederenstroom bij de groothandels worden bijna alle processen ondersteund door automatiseringssystemen. De masterdata van de artikelen zijn cruciaal voor het goed en soepel functioneren van de administratieve en logistieke processen. Wanneer niet alle masterdata compleet én foutloos zijn, bestaat er een grote kans dat er ergens in het bedrijfsproces fouten worden gemaakt. Zonde, want dat leidt al snel tot enorme herstelkosten of inefficiënties. Gedurende het onderzoek is dit diverse keren vastgesteld, maar het voerde voor deze business case te ver om dit gedetailleerd en exact te becijferen. Goederenontvangstproces Tijdens de gesprekken met de bedrijven is duidelijk geworden dat het proces van goederenontvangst het proces is waarbij de grootste efficiencyslag kan worden gemaakt. Binnen dit proces kan, naast de standaard voor barcodering, ook de standaard voor elektronische communiceren een grote rol spelen. Op dit moment wordt bij groothandels in de installatiesector nog veel gewerkt met papieren lijsten en wordt er veel handmatig
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
6
gecontroleerd en geteld. Ook de communicatie tussen fabrikant en groothandel gaat nog vrijwel volledig via papieren pakbonnen en facturen. Levertijden worden door de fabrikanten bijna niet gestructureerd en niet geautomatiseerd teruggekoppeld. Op basis van deze constatering is ervoor gekozen om het goederenontvangstproces bij de technische groothandel nader te onderzoeken met als doel mogelijke verbeterpunten vast te stellen en deze uit te werken in deze business case. In andere sectoren in Nederland, zoals bijvoorbeeld de levensmiddelen- en drogisterijsector, wordt in het goederenontvangstproces veel meer gewerkt met elektronische pakbonnen en palletlabels. De door GS1 ontwikkelde standaarden worden hier in de praktijk op grote schaal toegepast. De kennis en ervaring die is opgedaan binnen andere sectoren, komt goed van pas bij het invoeren van standaarden in de bouw en installatiesector. Daarbij wordt uiteraard wel in acht genomen dat, ook al komen de principes overeen, voor bijna alle sectoren specifieke kenmerken gelden. Het is belangrijk om vast te stellen welke randvoorwaarden er gelden en aan welke randvoorwaarden leveranciers en groothandels in de praktijk al voldoen. Vervolgens is het de vraag hoe rendabel het is om in deze zaken te investeren en welke kritische randvoorwaarden er zijn.
1.2.3
Onderzoeksvraag
Is het voor de technische groothandel rendabel om te investeren in de toepassing van elektronische pakbonnen en palletlabels ten behoeve van het goederenontvangstproces? Hier is een aantal subvragen aan gekoppeld: Welke investering moet de fabrikant doen en is er een win-winsituatie te creëren voor de technische groothandel en de fabrikant? Welke voordelen levert dit op voor de klant van de technische groothandel? Welke randvoorwaarden gelden er?
1.2.4
Scope
Deze business case beschrijft de baten en lasten voor het invoeren van het gebruik van de elektronische pakbon (verzendbericht) en het GS1-palletlabel in het proces van goederenontvangst bij de technische groothandel. Het goederenontvangstproces is een bedrijfsproces op het raakvlak van leverancier/fabrikant en de groothandel. In dit proces vindt een fysieke overdracht plaats van goederen (logistiek) en is communicatie tussen twee ketenpartijen van groot belang, zowel ten aanzien van informatie-uitwisseling als van transactieberichten. Soms is ook nog een derde partij, namelijk een logistiek dienstverlener/transporteur, bij het proces betrokken. In deze business case worden de volgende deelprocessen besproken:
1 2 3 4
Aflevering op het distributiecentrum Controle van de pakbon Fysieke controle Magazijn inslag
Gaandeweg is tijdens het onderzoek voor deze business case, mede door recente ontwikkelingen, geconstateerd dat het proces van goederenontvangst op de bouwplaats diverse parallellen vertoont met de goederenontvangst in de distributiecentra van technische groothandels. Ook hier kan het gebruik van de elektronische pakbon (in dit geval verstuurd door de bouwmaterialengroothandel) grote voordelen opleveren. Omdat
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
7
dit echter pas in een later stadium is geconstateerd, is dit niet in detail beschreven en is dit ook niet vertaald naar het financiële overzicht van baten en lasten.
1.2.5
Buiten de scope
Buiten de scope van deze business case vallen: -
-
-
Het proces van cross-docken; het afleveren van artikelen op het distributiecentrum met als doel deze direct door te zenden naar de eindbestemming. Het proces van de retourgoederenstroom: producten die retour worden gestuurd naar de groothandel of fabrikant omdat deze defect, beschadigd, verkeerd of niet besteld zijn. Groothandels die enkel leveren aan de doe-het-zelfsector (retail). Mogelijkheden voor efficiency die losstaan van het gebruik van GS1-barcodes en andere GS1-standaarden of de hiermee eventueel samengaande procesopdeling. Dit wordt wel kort besproken, maar niet nader uitgewerkt omdat het erg complex is om dit te kwantificeren in een algemene business case. Voorbeelden van dergelijke optimalisaties zijn de fysieke productstromen en de interne inrichting (vloer-layout) van het distributiecentrum, mechanisatie in het algemeen en moderne ICT-faciliteiten zoals bijvoorbeeld voicepicking. In een bedrijfsspecifieke business case zou hier wel aandacht aan besteed kunnen worden. Aan laten leveren in eigen kratten ten behoeve van Order Storage and Retrieval (OSR) en een automatisch orderpicksysteem. Vertaling van het financiële overzicht van kosten en baten voor het proces van goederenontvangst op de bouwplaats.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
8
1.3
Met dank aan
Aan het tot stand komen van deze business case hebben diverse mensen en bedrijven hun medewerking verleend: Tabel 1. Bedrijven die een bijdrage hebben geleverd aan de business case
Organisatie
Naam
2BA Conelgro CRH Bouwmaterialen
Martin Kreijenbroek Marcel van Wolferen Martijn Kuyvenhoven Henk Peter van Hagen
Dura Vermeer
Björn Smeets
Galvano / Saint Gobain
Ron Kessels
GS1 Nederland
Lars van Neck
GS1 Nederland
Kyra Blankenstein
Heijmans Utiliteit
Dennis Segeren Erwin de Kruijf
Kannegieter Plieger
Marco Tournier Bas de Kort Fokke Knook
Oosterberg Vrije Universiteit Amsterdam
Eddy Geurts Walther Ploos van Amstel
Remeha
Johan Panjer
Rensa
Jur Hofland Ed van Florestein Maurice van Buren Rien Wabeke Gerard Kamsteeg Ron Kars Erik Ellen Peter Zwakhals
Rexel S@les in de Bouw Technische Unie
Uneto-VNI Wasco
Wavin
Roy Grob Stefan de Croon Guido Kakebeeke Gerald Riezebos Michan Katerberg Roel Pit
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
9
2
Achtergrond
2.1
Organisatorische context
Het onderstaande figuur laat zien welke processen er plaatsvinden in de bouw en installatiesector en door welke standaards de processen ondersteund worden.
Figuur 1. Processen in de bouw en installatiesector
In de bouw en installatiesector biedt GS1 Nederland ondersteuning op het gebied van: Identificatie en barcodering – GS1 Barcode standaard Elektronische communiceren – GS1 eCom standaard Op het gebied van de ondersteuning van de eCom standaard werken GS1 Nederland, S@les in de bouw en ETIM nauw samen. Samen met de Commissie Communicatie Standaards Bouw & Installatie (CCSB&I) wordt ervoor gezorgd dat de informatiebehoefte voor de sector wordt opgenomen in de standaard; de XML-berichtenset. De uitwisseling van artikelmasterdata via een datapool wordt in de sector ondersteund vanuit verschillende partijen, zoals 2BA, EZ-base, HIBIN, IB en artikelbeheer.nl. De behoefte aan de juiste en geüpdatete artikelstamdata (bijvoorbeeld informatie ten aanzien van verpakkingen, maten, gewichten, artikelcode of brutoprijzen) neemt toe door de mogelijkheden die internet biedt en ontwikkelingen als het Bouw Informatie Model (BIM) en de Concepten Bibliotheek (CB-NL). De grote landelijke bouwers hebben daarom de wens geuit om één portaal voor de sector te realiseren waar artikelstamdata kunnen worden geraadpleegd. Om dit portaal te realiseren is in 2011 het Branchebreed Artikel Bestand (BAB) opgestart.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
10
Zowel GS1 Nederland als S@les in de bouw zijn nauw betrokken bij de ontwikkelingen in de sector en hebben regelmatig afstemming met o.a. de brancheorganisaties Bouwend Nederland en Uneto-VNI.
2.2
Huidige situatie
De bouw en installatiesector is een van de sectoren die zwaar is geraakt door de economische crisis. Toch biedt dit ook kansen. De sector voelt nu meer dan ooit de behoefte om na te denken over andere, meer efficiënte manieren van werken. De bouw en installatiesector kenmerkt zich als een sector waar veelal projectmatig wordt gewerkt. Bij één project zijn gemakkelijk zo’n vijftig tot tachtig verschillende partijen betrokken. De communicatie tussen al die partijen verloopt niet altijd even gemakkelijk en goed. Dat kan onnodige kosten tot gevolg hebben, bijvoorbeeld doordat verkeerde producten worden besteld, goederen op een verkeerde locatie worden afgeleverd of bestellingen te laat worden bezorgd. Hier valt dus nog een flinke slag te maken.
2.2.1
Commerciële relaties binnen de keten
Er wordt in de bouw en installatiesector onderscheid gemaakt tussen zeven ketenpartijen: Tabel 2. Ketenpartijen
Ketenpartij
Activiteiten
Fabrikant
Productie, verkoop
Groothandel/Importeur
Import, verkoop aan professionele gebruikers
Agent
Ontvangt orders, import en verkoop; voorraadhoudend en factureert ook niet
Aannemer
Inkoop en uitvoering bouwwerk
Installateur
Inkoop en uitvoering installatie
Onderaannemer
Inkoop en uitvoering deel van het bouwwerk
Logistiek dienstverlener
Verzorgt een aantal processen (bijv. transport, of opslag) uit naam van de fabrikant, groothandel, installateur of aannemer
niet
Hoewel de logistiek dienstverlener geen commerciële partij is die producten koopt of verkoopt, is deze wel opgenomen in het overzicht van de ketenpartijen. De reden hiervoor is dat de logistiek dienstverlener een grote en tevens belangrijke rol speelt in de processen die plaatsvinden tussen de leverancier en de afnemer. Voor het transport van de goederen wordt zowel gewerkt met eigen vervoer als met logistiek dienstverleners. Het overgrote deel van de bestellingen voor projecten verloopt via de groothandels. In sommige gevallen worden bestellingen ook direct bij de fabrikant geplaatst, maar uitlevering gebeurt bijna altijd via de groothandel. In specifieke gevallen, als het om hele grote of zware materialen gaat, wordt er wel rechtstreeks geleverd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan prefab-betonbalken.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
11
In onderstaande illustratie geven de lijnen met de pijlen de commerciële relatie weer. De logistiek dienstverlener kan op verschillende plekken in de keten voorkomen.
Figuur 2. Commerciële relatie tussen ketenpartijen
2.3
Groothandels
Binnen de bouw en installatiesector spelen groothandels een belangrijke logistieke rol. Zij bieden veelal een groot en breed assortiment. Meer dan een half miljoen verschillende artikelen is geen uitzondering en een belangrijk deel hiervan is zelfs op voorraad en direct leverbaar. Op de bouwplaats is het al jaren gebruikelijk dat bestellingen die voor 17:00 uur worden geplaatst, al de volgende dag worden geleverd. Dit stelt zeer hoge eisen aan de bedrijfsprocessen en de logistiek. Om dit serviceniveau te kunnen bieden en om tegemoet te komen aan de behoefte aan regionale aanwezigheid met een beperkt eigen assortiment (de ‘grijpvoorraad’), ligt de keuze voor een of meerdere centrale distributiecentra (d.c.) met regionale verkoopkantoren of servicepunten voor de hand. De distributie gebeurt voornamelijk met eigen vrachtauto’s in combinatie met vaste logistiek dienstverleners. In uitzonderlijke gevallen van hoge spoed wordt soms gebruikgemaakt van koeriers. Op de regionale verkoopkantoren of servicepunten kan de professional putten uit een redelijk assortiment. Daarmee vervullen regionale verkoopkantoren een ‘winkelfunctie’ voor de professional. Daarnaast fungeren regionale verkoopkantoren als aanspreekpunt voor de klant en vervullen zij vaak ook nog een cross-dockfunctie voor leveringen van het d.c. naar de klant. Naast de rol van inkoper en leverancier, vervult de groothandel steeds vaker de rol van dienstverlener op het gebied van bouwplaatslogistiek en het samenstellen van kant en klare ‘installatie-kits’ en andere tijdbesparende diensten. Er zijn veel verschillende soorten groothandels. Zo zijn er algemene groothandels met een breed assortiment en meer gespecialiseerde groothandels die zich concentreren op een specifiek onderdeel. Deze zijn bijvoorbeeld gespecialiseerd in klimaatbeheersing of leveren alleen sanitair. Enkele groothandels zijn ook exclusief distributeur of agent van bepaalde merken.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
12
Sommige groothandels hebben hun processen al verregaand verfijnd, zijn sterk gemechaniseerd en ondersteunen hun processen met geavanceerde automatiseringssystemen. Daar staat tegenover dat er ook nog veel traditionele groothandels bestaan met traditionele magazijnprocessen. Hier wordt meestal gewerkt met de voorraadmodule die onderdeel uitmaakt van het handelssysteem/ERP-pakket. De mechanisatie is hier vaak beperkt.
2.4
Magazijnen
De inrichting van en de werkwijze in de centrale magazijnen verschilt per groothandel. Grofweg is de volgende indeling te maken: 1a. Traditioneel zelfstandige magazijnen Magazijnen waarbij veel informatie op papier wordt overgedragen aan de administratie of verkoopafdeling. Er wordt hier geen gebruikgemaakt van barcodescanners. 1b. Geautomatiseerde zelfstandige magazijnen Zelfstandige magazijnen die geautomatiseerd zijn met een voorraadsysteem en gebruik maken van barcodescanners. 2a. Traditionele decentrale magazijnen met een of meerdere traditionele centrale magazijnen Deze centrale magazijnen worden vaak distributiecentra genoemd. Een of twee magazijnen fungeren als spin in het web en beschikken over een groter en breder assortiment. Vervolgens zijn er voor de regionale distributie ook magazijnen met een ‘grijpvoorraad’. De regionale magazijnen worden bevoorraad vanuit het centrale magazijn en de klant kan zodoende regionaal toch bediend worden met een compleet en breed assortiment. De meeste centrale magazijnen fungeren ook als cross-dock voor leveringen buiten het strandaard assortiment, de zogenaamde specials. Zo zorgt de groothandel voor de volledige logistieke aanvoer van materialen (zowel standaardvoorraad als specials) richting de eindafnemer. Deze magazijnen zijn vaak geautomatiseerd met voorraadsystemen die onderdeel uitmaken van een standaard ERP-systeem. In veel gevallen wordt wel gebruikgemaakt van barcodescanners, maar vaak werkt men nog met papieren picking-lijsten per order. De goederenontvangst gebeurt meestal nog zonder scanners. 2b. Decentrale magazijnen met een of meerdere geavanceerde centrale magazijnen De magazijnprocessen worden hier aangestuurd vanuit een Warehouse Management Systeem (WMS). Deze WMS-systemen bieden geavanceerde mogelijkheden met betrekking tot interne en externe logistieke processen. In veel gevallen worden dergelijke WMS-systemen gecombineerd met geavanceerde geautomatiseerde en gemechaniseerde magazijninslag- en pickprocessen. Deze worden ook wel aangeduid met de term Order Storage and Retrieval (OSR). Vaak is dit gecombineerd met interne transport- en sorteersystemen met behulp van lange conveyor-netwerken en standaardkratten of -dozen. De kratten of dozen zijn voorzien van barcodes ten behoeve van routering en sortering. Tijdens de transporten over de banden en conveyors worden de kratten of dozen ook gewogen om simpel en snel vast te stellen of het om de juiste artikelen en het juiste aantal gaat. Verder wordt met lasersensors gekeken of er niets uitsteekt, om zodoende problemen te voorkomen op de band of conveyor of bij het stapelen. Dergelijke systemen vergen een uitbreiding van de artikel-masterdata, omdat vaak extra logistieke informatie en parameters ten aanzien van het artikel gewenst zijn. De groothandel zal daarom nog hogere eisen stellen aan de leverancier ten aanzien van de kwaliteit van gestandaardiseerde informatie- en bedrijfsprocessen. Wanneer gedetailleerde
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
13
artikelinformatie van de leverancier of fabrikant ontbreken, zal de groothandel deze gegevens in deze beginfase nog zelf moeten opbouwen en/of aanvullen. Het onderzoek voor deze business case heeft zich gericht op grote en toonaangevende groothandels. Hier zijn zowel groothandels van type 2a als 2b aangetroffen. In veel gevallen is er een aantal specifieke submagazijnen. Soms vormt een cluster van bepaalde submagazijnen een apart distributiecentrum. Alle d.c’s die zijn bezocht in het kader van dit onderzoek hadden hun magazijnen opgedeeld in een aantal verschillende submagazijnen. De indeling was in alle gevallen gebaseerd op de omvang, het gewicht en specifieke handelingseigenschappen van de artikelen. Deze submagazijnen zijn specifiek ingericht voor het verhandelen van een bepaald type goederen, bijvoorbeeld klein, groot, radiatoren, haspel, blokstapeling, buis/pijp of OSR. Zie ook bijlage 1.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
14
3
Huidige werkwijze
Om de huidige werkwijze in kaart te brengen, is gesproken met zes grote technische groothandels. Bij vier daarvan is een bezoek gebracht aan het magazijn. Het proces van goederenontvangst in de distributiecentra van de groothandels is in dit hoofdstuk opgedeeld in vier subprocessen; aflevering, pakboncontrole, fysieke controle en magazijninslag.
3.1
Aflevering
Onder de levering wordt het afleveren van goederen op een specifiek adres en op een specifiek moment verstaan. Een levering aan een groothandel bestaat uit één of meerdere orders (bestellingen). Een bestelling kan in één keer worden afgeleverd, maar dit kan ook in meerdere deelleveringen gebeuren. In de praktijk bestaat een verzendeenheid vaak uit één of meerdere pallets. Het komt echter ook voor dat er gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld dolly’s, rolly’s of dozen. In deze business case wordt voor verzendeenheid gemakshalve het woord pallet gebruikt. De volgende handelingen kunnen worden onderscheiden: -
-
-
-
De chauffeur krijgt een vrachtbrief waarop het aantal pallets wordt vermeld. De expediteur/vrachtwagenchauffeur vraagt/krijgt soms een venstertijd waarbinnen hij mag afleveren. Ook komt het regelmatig voor dat grote leveranciers vaste afleverdagen hebben. Dit heeft als doel om file aan de afleverdocks te voorkomen en de werkdruk bij de goederenontvangst te verdelen. Het voorkomt bovendien overvolle aflevereilanden, direct achter de docks. In alle gevallen beschikken de d.c.’s over docks, zodat de lading met een steekwagen eenvoudig uit de vrachtwagen kan worden gereden. Bij aankomst meldt de chauffeur zich met zijn vrachtbrief en eventuele bijbehorende pakbonnen bij de balie goederenontvangst. De chauffeur laadt zijn eigen vrachtwagen uit. In sommige gevallen wordt hij hierbij geholpen. De goederen worden veelal neergezet op het ‘ontvangsteiland’ direct achter de docks. In alle gevallen is het beleid dit ontvangstplein leeg te hebben aan het einde van de dag. De pallets worden geteld en de vrachtbrief wordt onder voorbehoud afgetekend. De chauffeur vertrekt.
In de praktijk kan onderscheid worden gemaakt tussen ontvangst van homogene en heterogene pallets. Voor beide soorten kan een aparte ‘ontvangststraat’ worden ingericht met meerdere ‘ontvangststations’, oftewel plekken waar de goederenontvangst wordt uitgevoerd. Hier vindt identificatie en controle plaats en indien nodig worden de goederen hier gesorteerd.
3.2
Pakboncontrole
De (papieren) pakboncontrole vindt plaats bij de goederenontvangstadministratie of coördinator. Het is een handmatig proces dat nauwgezet moet worden uitgevoerd. Eerst wordt het pakbonnummer ingevoerd. Op de pakbon staat als referentienummer het inkoopordernummer. Aan de hand van dit nummer wordt de inkooporder opgezocht. Vervolgens wordt regel voor regel gecontroleerd of alle artikelen en de bestelde aantallen
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
15
ook op de papieren pakbon staan. Als wordt vastgesteld dat bepaalde goederen niet zijn geleverd blijft de regel open staan. Als het een deellevering betreft, wordt het bestelde aantal overschreven door het aantal dat op de pakbon staat. De pakbon is nu vastgelegd in het systeem van de groothandel en eventuele manco’s zijn vastgesteld. In een enkel geval worden al elektronische pakbonnen (verzendberichten) ontvangen. Het zijn echter slechts enkele grote leveranciers die hiermee werken. Het formaat is niet standaard. In sommige gevallen vindt de pakboncontrole niet direct plaats, maar wordt dit door de centrale administratie gedaan. Opvallend is dat groothandels elke levering gedetailleerd en stap voor stap controleren. Steekproefsgewijs controleren gebeurde in geen van de groothandels. Dit heeft te maken met het feit dat er veel deelleveringen plaatsvinden en dat pickfouten ook nog wel eens voorkomen (leveringsbetrouwbaarheid).
3.2.1
Goederenontvangstformulier
Om na de pakboncontrole het identificatieproces te vergemakkelijken, wordt soms een goederenontvangstformulier (GOF) aangemaakt. Dit is een papieren document en een verzameling van de pakbonnen met alle orderregels. Indien aan de geleverde artikelen een GTIN en/of barcode is toegekend, dan staat deze hier ook op vermeld inclusief het barcodesymbool. Wanneer (bijna) alle artikelen voorzien zijn van een GTIN vertaald in een barcodesymbool is de GOF strikt gezien overbodig. Dit kan tijdsbesparing opleveren.
3.3
Fysieke controle
De fysieke controle start met de identificatie. Vaak wordt eerst de GTIN gescand, maar deze is niet altijd beschikbaar. Het komt ook voor dat de GTIN op de verpakkingseenheid niet bekend is en dat alleen die van de bronartikelen in het systeem wordt bewaard. Indien er geen GTIN met een barcodesymbool aanwezig is op het artikel of wanneer de code op de verpakking onbekend is, is er een aantal mogelijkheden om de juiste gegevens te traceren: -
-
-
-
-
Doos openmaken Vaak is het openmaken van de doos en het scannen van de GTIN van een los artikel de juiste oplossing. Leveranciersnummer invoeren Soms moet op artikelnummer van de leverancier worden gezocht. Het vaak lange nummer moet dan handmatig worden ingetypt of indien in barcode ook te scannen. Stukje artikelnaam invoeren Soms moet op verkorte artikelnaam worden gezocht door handmatig een stukje van de artikelnaam in te voeren of artikelnummer van de groothandel. Stukje artikelomschrijving invoeren Soms moet op de artikelomschrijving worden gezocht door handmatig een stukje van de artikelomschrijving in te voeren. Zoeken tussen de tekstartikelen in de order (zie paragraaf 3.3.2).
Een belangrijk deel van de afgeleverde goederen kan niet snel en eenvoudig worden geïdentificeerd op basis van de barcode op het artikel of de verpakking. Het percentage scanbare GTIN’s verschilt sterk per leverancier. Gelukkig blijken er langzaam maar zeker steeds meer leveranciers te komen die artikelen wél voorzien van de GTIN-barcode. Vooral de grotere partijen doen het relatief goed. Veel fabrikanten leveren incomplete artikelinformatie aan. In veel gevallen wordt daarom door de groothandel bij nieuwe artikelen gewogen en gemeten. Ook andere informatie
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
16
moet soms worden toegevoegd. Dit kost eenmalig veel tijd en vergt ook investeringen, zoals weegschalen en meettafels.
3.3.1
Opknippen ontvangstproces in deelprocessen
Bij het ontvangstproces kan onderscheid worden gemaakt tussen ontvangsten van homogene en heterogene verzendeenheden. In deze business case wordt, zoals eerder vermeld, gesproken over pallets, maar hetzelfde geldt voor andere vormen van verzendeenheden. In de praktijk worden verschillende synoniemen gebruikt Homogene pallets (= single item pallet = SIP = alleen hetzelfde artikel op een pallet) Heterogene pallet (= bonte pallet = mixed pallet = MIX = verschillende soorten artikelen op een pallet) Bij heterogene pallets wordt de ontvangst en het ompakken in magazijnkratten soms gecombineerd. Het komt echter ook voor dat dit gescheiden plaatsvindt en er intern transport volgt van de goederenontvangst naar het ompakstation waar de artikelen in magazijnkratten worden gedaan. Homogene en heterogene pallets worden vaak door dezelfde medewerkers afgewerkt. Ook staan beide type pallets door elkaar. Alles wordt gesorteerd en omgeladen op nieuwe pallets of op een ‘verzamelkar’ voor kleine hoeveelheden en/of kleine producten. Vervolgens werden de goederen naar het magazijn gebracht of naar een ompakstation gereden om het in kratten te sorteren ten behoeve van OSR en het automatische picksysteem. In een enkel geval werden de homogene en heterogene pallets gescheiden en waren hiervoor aparte ontvangststraten ingericht, elk met meerdere ontvangststations. Bij de heterogene pallets werden de artikelen die in het OSR-systeem worden bewaard meteen omgepakt naar kratten en direct op een conveyor of band gezet. Bij homogene pallets ging de ontvangst logischerwijs veel sneller, omdat het proces eenvoudiger is waardoor ook betere mechanisatie mogelijk is. Er waren daarom meer ompak- dan ontvangststations. Tevens was de inrichting van de ontvangststations en ompakstations nog beter afgestemd op de specifieke handelingen ten aanzien van de aanvoer, maar ook afvoer van de grote en zware homogene pallets.
3.3.2
Ontvangst van homogene pallets
Bij de ontvangst van homogene pallets worden artikelen geïdentificeerd en het aantal stuks geteld. Vervolgens wordt dit vergeleken met de informatie op de pakbon. Identificatie kan op verschillende manieren gebeuren. De snelste manier is scannen, bijvoorbeeld aan de hand van de GTIN. Een andere manier is de artikelcode van de fabrikant/leverancier. Eventueel kan een ‘special’ zijn besteld op een artikelnummer van een zogenoemd tekstartikel1. Nadeel van een tekstartikel is dat het niet goed hergebruikt kan worden en dat het vervolgens ook bijna onmogelijk is goede statistieken te gegenereerd voor deze artikelen. Om deze reden wordt er in sommige gevallen toch
1
Met een tekstartikel bedoelen we hier dat er onder een algemeen verzamelnummer met een oplopend subnummer een artikel handmatig wordt aangemaakt. Het artikel wordt tekstmatig omschreven, vaak met een verwijzing naar een offerte, een folder of ontwerp. Het artikel wordt handmatig aangemaakt omdat het niet is opgenomen in de artikelmasterdata (reden hiervan is dat het buiten het algemene assortiment valt en dus deze data niet worden ingelezen en beheerd. Zo’n soort artikel wordt vaak ook een ‘special’ genoemd). Soms zijn het zelfs artikelen die op maat worden gefabriceerd, op basis van een CAD-tekening met aanvullende beschrijving.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
17
voor gekozen om ook specials aan te maken als een gewoon artikel2. Als het artikel bekend is, kan het worden afgevinkt op de pakbon. Dit doet de computer in het systeem automatisch. Vervolgens wordt een palletlabel geprint en op de pallet geplakt. Daarna kan de pallet door naar: a) ompakken (bijvoorbeeld ompakken in kratten ten behoeve van het geautomatiseerde en gemechaniseerde picksysteem) b) bulklocatie c) picklocatie Het eigen interne label wordt gebruikt bij toewijzing van de pallet aan een magazijnlocatie (inslag of interne verplaatsing). Het cross-dockproces is bij de verschillende groothandels niet gedetailleerd bekeken. Duidelijk is wel dat het een belangrijk proces is voor de snellere doorlevering aan de vestigingen en overslagpunten. Met name bij grotere hoeveelheden is cross-docking efficiënter en sneller. Het voorkomt onnodige inslag, uitslag en picken.
3.3.3
Ontvangst van heterogene pallets
Bij de ontvangst van heterogene pallets, moet de pallet worden ‘afgepeld’ en omgepakt. Alle artikelen moeten worden geteld en deze aantallen moeten worden ingevoerd. Vervolgens wordt door het systeem gekeken of daadwerkelijk is geleverd wat op de pakbon staat. Het proces verloopt verder op hoofdlijnen hetzelfde als bij de homogene pallets. Wat wel afwijkt is dat men steeds dezelfde artikelen bij elkaar moet zoeken, identificeren en vervolgens tellen. Daarna worden dezelfde artikelen in een of meerdere bakken gedaan of samen op een nieuwe pallet gelegd. Soms worden alle artikelen ook voorzien van een eigen artikelsticker3. Pallets krijgen weer een eigen intern label. In andere gevallen worden ze op een kar gelegd die weer een vast dragernummer (palletlabel) heeft. Op deze kar gaan verschillende kleine artikelen, die netjes zijn gesorteerd. Een kar is soms handiger dan een pallet, met name bij kleine aantallen en kleine artikelen. In alle gevallen worden de artikelen gekoppeld aan hun drager (pallet of kar).
2
In dat geval wordt er wel voor gekozen om alleen de basisinformatie vast te leggen. (o.a. artikelnummer, artikelnummer-leverancier en een korte omschrijving). Zo kan er periodiek worden bekeken of bepaalde specials toch wat vaker worden besteld. In dat geval kan ervoor gekozen worden deze alsnog op te nemen in het standaard assortiment, In dat geval kan de ontbrekende informatie worden aangevuld (bijv. GTIN, verwachte levertijden, foto, etc.) 3 Deze sticker is voorzien van het artikelnummer en bijbehorende barcode van de groothandel en is bedoeld om te scannen door de installateur bij a) magazijnpick of b) verbruik uit de servicebus. Deze scan zorgt voor een regel op de factuur en ook voor de aanvulling van de voorraad) Vaak stelt de groothandel de scanner aan de installateur ter beschikking. Dit alles zorgt niet alleen voor meer efficiency, maar ook voor klantenbinding.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
18
3.4
Magazijninslag
De magazijninslag gebeurt aan de hand van ofwel een vaste magazijnlocatie (traditioneel) ofwel een dynamische magazijnlocatie. Bij vaste magazijnlocaties staat op het schap een sticker met de magazijnlocatie en/of de barcode van de artikelen. Deze stickers zijn voorzien van barcodes die gescand kunnen worden. Bij dynamische magazijnlocaties wordt de inslag gerealiseerd door het palletlabel en de magazijnlocatie te scannen. Na het scannen zijn deze gekoppeld en is precies te zien wat waar ligt en in welke hoeveelheid. Bij projectspecifieke orders worden de pallets en materialen in een bepaald vak (magazijnlocatie) verzameld ten behoeve van dit project. Dit verzamelvak is dan gekoppeld aan een afleveradres; een magazijn of project van de klant. De pickvoorraad staat op de vloer of op de eerste stelling. De bijbehorende bulk staat vaak in de bovenste stellingen. Één van de groothandels had als beleid dat er zo min mogelijk dezelfde merken naast elkaar mochten staan om zodoende pickfouten te voorkomen.
3.5
Waargenomen trends en opvallende zaken
3.5.1
Trends en ontwikkelingen
Bij en rond het goederenontvangstproces is geconstateerd dat er op verschillende manieren naar wordt gestreefd om efficiënter te werken. Zo zijn er bijvoorbeeld ontwikkelingen op de het gebied van de volgende aanpalende processen: -
inslag uitslag orderpicking intern transport orderprioritering automatische sortering op routes
Diverse groothandels zijn begonnen met gemechaniseerde en geautomatiseerde systemen voor de magazijninslag, magazijnuitslag, orderpicking met gebruikmaking van kratten voorzien van unieke barcodes in combinatie met band en conveyor gestuurde transport, sortering en stapelsystemen. Hierdoor kunnen de bovengenoemde processen efficiënter worden uitgevoerd. De basis wordt gevormd door de geautomatiseerde in- en uitslag, oftewel Order Storage and Retrieval (OSR). Door het gebruik van een dergelijk systeem is het mogelijk in te spelen op de trend van e-commerce. De ontwikkelingen op dit gebied zijn de laatste vijf jaar snel gegaan, mede door de opkomst van grote internetshops als Wehkamp, Amazon, Bol.com en de bijbehorende dienstverleners. Door de enorme variëteit aan artikelen en maten en vormen is het helaas nog niet goed mogelijk om volledig geautomatiseerd te picken. Nog steeds is een orderpicker nodig om de spullen van een magazijnbak over te hevelen in een orderbak. Een andere duidelijke trend is dat traditionele voorraadmodules, vaak onderdeel van het ERP- pakket, worden vervangen door geavanceerde Warehouse Management Systemen (WMS). In deze systemen zijn veel meer magazijnprocessen gedetailleerd uitgewerkt en geautomatiseerd. Dit maakt het gehele magazijnproces efficiënter. Er kan bovendien beter en sneller op specifieke klantvragen worden ingespeeld en ook de flexibiliteit neemt toe. Een aantal algemene voordelen van een WMS zijn: Dynamische voorraad (meer voorraad op minder vierkante meters) Bulkregistratie
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
19
-
3.5.2
De mogelijkheid van ‘voicepicking’. Efficiëntere interne transportregistratie. Slimme prioriteitstelling en procesaansturing op basis van logistieke parameters. Enorme versnelling van de magazijnprocessen. Lagere voorraden mogelijk door hogere betrouwbaarheid (door betere en snellere interne processen en strakkere ketenintegratie). Hogere leverbetrouwbaarheid. Sneller leveren en minder fouten (dus minder herstelkosten en hogere klanttevredenheid). Optimale ondersteuning van het goederenontvangstproces. Zo zijn WMS-systemen vaak al klaar voor het gebruik van elektronische pakbon en GS1-palletlabel (met o.a. de Serial Shipping Container Code, afgekort SSCC).
Kratten en dozen in de keten
Sommige groothandels gebruiken bij de automatische orderpicking-processen dezelfde kratten als bij de orderbakken. Anderen maken gebruik van kartonnen orderdozen en gebruiken de kratten alleen bij de interne inslag, opslag en uitslag.
3.5.3
Kratten naar de fabrikant/leverancier
Een van de groothandels waarmee voor deze business case is gesproken, gebruikte de kratten ook als fabrikantkratten. Deze groothandel levert de fabrikant/leverancier lege kratten aan en de fabrikant vult de kratten conform afspraak. Direct na de fysieke ontvangst kunnen de kratten de conveyor op. Door middel van scanning en weging worden kratten geïdentificeerd en gecontroleerd. De ontvangstregistratie en de inslag kunnen dan volledig automatisch gebeuren. Eventueel kan nog steekproefsgewijs worden gecontroleerd. Deze werkwijze bespaart veel tijd, omdat uitpakken en ompakken niet nodig is. Daarnaast scheelt het ook nog eens veel kartonafval. Wel moeten lege kratten worden bezorgd en heeft de fabrikant een specifiek inpakproces en een aparte elektronische pakbon (op uniek kratniveau) voor deze klant. Ook is het uiteraard zo, dat goederen zich wel moeten lenen voor een dergelijk proces. Ze moeten bijvoorbeeld een bepaald gewicht hebben en relatief klein zijn om in het krat te passen. Dit is een mooi voorbeeld van verregaande ketenintegratie, maar ook hier is nog verbetering mogelijk. De kratten zijn nu bijna altijd voorzien van een barcode met een intern nummer. Er kan daarom bekeken worden of de GS1 barcodestandaard hierop van toepassing is. Overige bijzonderheden met betrekking tot kratten en verpakkingen: -
-
-
3.5.4
Doordat elk krat verschillende levensfases kan doormaken (fabrikantenkrat, voorraadkrat, orderkrat, leeg krat, retourkrat) wordt het interne transport van lege kratten beperkt. Bij alle groothandels worden de kartonverpakkingen weggegooid. Niet zelden zijn er speciale banden om het karton af te voeren naar een perscontainer. Seal en ander plastic en afval, gaat in prullenbakken of verzameld en geperst tot balen. In sommige gevallen willen klanten een volle en originele omdoos bestellen. In dat geval komt de order niet via de automatische pickstraat, maar wordt de order gepicked in het bulkmagazijn.
Verschillen met de levensmiddelen- en drogisterijsector
De levensmiddelen- en drogisterijsector loopt in Nederland van oudsher voorop in het gebruik van sectorstandaarden ten aanzien van identificatie- en transactieberichten en ook bij het gebruik van logistieke systemen en methodes. GS1 Nederland heeft de verschillen tussen de levensmiddelen- en drogisterijsector en de bouw en installatiesector
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
20
geanalyseerd en op basis hiervan de standaard voor de bouw en installatiesector ontwikkeld. Op een aantal vlakken verschillen de processen in de distributiecentra met de levensmiddelen- en drogisterijsector. Belangrijke verschillen zijn onder andere dat we in de bouw en installatie te maken hebben met: -
3.6
Bredere assortimenten Meer heterogene pallets Vrachtwagens vertrekken na het tekenen onder voorbehoud in plaats van na het afronden van de goederenontvangst zoals in de levensmiddelensector gebruikelijk is In veel gevallen worden in de bouw en installatiesector door de klant losse stuks besteld in plaats van minimaal een hele omdoos, krat of pallet Meer zware en lastig hanteerbare goederen (denk aan radiatoren, dakleer, lood etc.) die vaak niet op een standaard europallet of rolcontainer passen
Verbeterpunten in de huidige situatie
In de huidige situatie is een aantal verbeterpunten vastgesteld om het goederenontvangstproces efficiënter uit te voeren.
3.6.1
Goederenontvangstformulier
Strikt gezien is een goederenontvangstformulier niet meer nodig wanneer de meeste artikelen voorzien zijn van een GTIN en barcode. Ook als gebruik wordt gemaakt van elektronische pakbonnen is dit formulier niet meer nodig.
3.6.2
Lastige identificatie
Omdat er niet altijd een GTIN en/of barcodesymbool op de artikelen staan, is het identificeren soms lastig. Er moeten dan worden uitgeweken naar andere zoekmogelijkheden, wat inhoudt dat men naar een ander scherm moet navigeren en gegevens moet overtypen. Soms wordt een artikel pas gevonden en geïdentificeerd na twee of drie verschillende zoekpogingen. Dit alles kost veel meer tijd dan het scannen van een barcode. Het is dus zeer wenselijk dat veel artikelen voorzien zijn van een GTIN vertaald in een barcodesymbool, met name bij pallets met een heterogene lading.
3.6.3
Ontbrekende artikelinformatie
Het scheelt erg veel tijd als de fabrikant uitgebreide en correcte artikelinformatie aanlevert, met name wanneer een nieuw artikel voor de eerste keer wordt aangeleverd. Het is ook belangrijk dat het wegen en meten van artikelen op de juiste standaard manier gebeurt. Het zou goed zijn als de groothandel en de fabrikant dit onderling afstemmen. Kleine verschillen of een andere interpretatie van de juiste manier om te wegen en te meten, kunnen grote consequenties hebben. Het zou dan bijvoorbeeld kunnen gebeuren dat een pallet niet in de stelling past die hiervoor was bedoeld. Dat heeft een aanvullende handeling tot gevolg en zorgt voor oponthoud bij de magazijninslag.
3.6.4
Opknippen ontvangstproces in deelprocessen
Heterogene pallets Bij heterogene pallets wordt ontvangst en ompak in magazijnkratten soms gecombineerd, maar in de meeste gevallen vindt dit gescheiden plaats. Er is dan intern transport nodig van goederenontvangst naar ompakstation waar de artikelen in magazijnkratten worden -
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
21
gedaan. Het combineren van de goederenontvangst en het ompakken in magazijnkratten is efficiënter, want producten hoeven dan maar één keer verwerkt te worden en het interne transport kan vervolgens in de kratten met conveyors gebeuren. Dat betekent dat er minder hoeft te worden gelopen of gereden. Homogene pallets Bij homogene pallets gaat de ontvangst veel sneller en zijn er meer ompak- dan ontvangststations nodig. De inrichting van deze ompak- en ontvangststations kan nog beter worden afgestemd op de specifieke handelingen. -
3.7
Voorlopige conclusies goederenontvangstproces
Op een aantal punten kan de informatieoverdracht en de bijbehorende automatisering efficiënter worden aangepakt met behulp van de GS1 eCom berichten (product- en artikelgegevens) en GS1 Barcode standaard (GTIN). Dat bespaart niet alleen tijd en geld, maar ook vloeroppervlak. Hiervoor gelden wel duidelijke voorwaarden en in sommige gevallen vereisen deze een investering.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
22
4
Gewenste situatie
De analyse van de huidige situatie en de trends en ontwikkelingen in de sector tonen aan dat er mogelijkheden zijn voor optimalisatie. Door het inzetten van de standaard voor barcodering kan een flinke efficiencyslag worden gemaakt bij de goederenontvangstprocessen. Zeker wanneer dit wordt gecombineerd met het gebruik van de elektronische pakbon en palletlabel. De standaard voor barcodering kan bovendien binnen veel andere bedrijfsprocessen voordeel opleveren, denk hierbij aan het managen van de retourstroom van artikelen, realtime inzicht in de voorraad (scanning bij in en uitslag), onderhoud, service en garantie op artikelen en scanning van het verbruik van artikelen in de servicewagens. Investeringen op dit gebied betalen zich dus niet alleen terug door een efficiënter goederenontvangstproces. Het is wel van belang dat dit proces met meerdere partijen in de sector wordt opgestart om de kosten te beperken. In dit hoofdstuk wordt kort een aantal mogelijke verbeteringen opgesomd.
4.1
Aflevering
Als voorafgaand aan de levering de elektronische pakbon wordt ontvangen, kan de levering worden aangekondigd met behulp van een datum en een venstertijd. Dit stelt de afdeling goederenontvangst in staat deze ontvangsten te plannen en goed te organiseren. -
De docktoewijzing kan worden gepland De ontvangst- en ompakstations kunnen worden gepland De bemensing en de aflevering, intern transport, goederenontvangst en ompak kunnen worden gepland en georganiseerd Prioriteiten kunnen vooraf worden vastgesteld Een volgende stap is de venstertijden te sturen en zo de werkdruk te verdelen
4.2
Pakboncontrole
4.2.1
De elektronische pakbon
De elektronische pakbon is een XML-bericht dat is opgenomen in de set van XMLberichten die GS1 Nederland en S@les in de bouw beschikbaar hebben voor de bouw en installatiesector. Met dit bericht kan de papieren pakbon worden vervangen. Op dit moment worden pakbonnen handmatig gecontroleerd en overgetikt. Deze omslachtige manier van werken kan met de elektronische pakbon relatief gemakkelijk worden geautomatiseerd. De elektronische pakbon bevat verschillende informatie, waaronder: -
Pakbonnummer Referentienummer (inkoopordernummer) Orderbevestigingsnummer De verwachte levertijd (in een tijdvenster) 4 De SSCC’s met de exacte inhoud per pallet (GTIN x aantallen)
4
De SSCC of GS1-verzendcode dient voor het uniek coderen van verzendeenheden. Een verzendeenheid is bijvoorbeeld een pakketje of een pallet met (om)verpakkingen van één of meer verschillende artikelen. Zie paragraaf 4.3.3.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
23
-
4.2.2
De drager met de bijbehorende emballage Eindbestemming (met een GLN) Projectnummer van de eindklant (installateur) Eventueel het haaladres t.b.v. de logistieke dienstverlener/transporteur (met een GLN)
Gebruik elektronische pakbon
Wanneer voorafgaand aan de goederenontvangst een elektronische pakbon wordt verstuurd, wordt de pakboncontrole automatisch gedaan. Dit heeft meerdere voordelen.
1 2 3 4 5
De aflevering wordt aangekondigd en kan dus worden gepland. Het is sneller duidelijk als levering incompleet is. De klant kan dan sneller worden geïnformeerd en deze kan eventueel ingrijpen om zijn eigen proces efficiënt te houden. Pakboncontrole vindt automatisch plaats. Emballageadministratie kan worden meegenomen. Palletinformatie en identificatie kan worden meegenomen (door middel van SSCC’s t.b.v. ontvangst en magazijninslag).
4.3
Fysieke controle
4.3.1
Identificatie en barcodering
Indien meer goederen worden voorzien van een GTIN en vertaald worden in een barcodesymbool scheelt dat erg veel tijd bij de identificatie. Er hoeft dan geen GOF aangemaakt te worden. Wanneer groothandels investeren in een WMS of een moderne, geavanceerde voorraadmodule en deze vervolgens ook vult met een verpakkingshiërarchie en alle bijbehorende GTIN’s en omrekenfactoren levert dit veel voordelen op. De herkenbaarheid van de GTIN op de omdozen en andere verpakkingsvormen neemt toe en omrekeningen in aantallen zullen automatisch plaatsvinden.
4.3.2
Scheiden van homogene en heterogene pallets bij goederenontvangst
Door een onderscheid te maken tussen homogene en heterogene pallets, kan het proces en de inrichting verder worden geoptimaliseerd.
4.3.3
Combineren van handelingen
Het ontvangstproces van heterogene pallets in combinatie met automatische orderpicking kan efficiënter gebeuren. Door het combineren van het goederenontvangstproces en het ompakken van artikelen in kratten, kan bij de goederenontvangst van heterogene pallets tijd worden bespaard. Er zijn dan minder handelingen nodig, want het product wordt maar één keer verwerkt en gescand. Daarnaast kan sneller en gemakkelijker worden gewerkt door betere mechanisatie, een betere werkplekinrichting en betere voorzieningen op het gebied van ergonomie. Door middel van een palletbaan en conveyor kunnen kratten bijvoorbeeld direct worden afgevoerd.
4.3.4
Gebruik van GS1-palletlabel (met o.a. SSCC)
Om elke pallet uniek te identificeren en het ontvangstproces te optimaliseren heeft GS1 het GS1-palletlabel ontwikkeld. Dit label bevat onder andere een uniek nummer voor de verzendeenheid, de SSCC (Serial Shipping Container Code), die ook vertaald is in een
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
24
barcode. Een verzendeenheid is bijvoorbeeld een pakketje of een pallet met (om)verpakkingen van één of meer verschillende artikelen. Deze SSCC vormt enerzijds de link naar de elektronische pakboninformatie en daarmee het externe transport en is anderzijds te gebruiken bij intern transport. Een pallet kan worden gekoppeld aan een magazijnlocatie. Het gebruik van de SSCC heeft grote voordelen en is ook toepasbaar in de bouw en installatiesector. Dit vereist wel dat de leverancier: -
4.3.5
een correcte en gedetailleerde elektronische pakbon stuurt, op het moment dat de deuren van de vrachtwagen dicht zijn en de vrachtwagen vertrekt. een GS1-palletlabel op de voorgeschreven manier wordt geprint en geplakt. de orderpicking foutloos uitvoert en dat bij voorkeur ook de palletstapeling en belading gestandaardiseerd gebeurt, conform logistieke leveringsafspraken. De SSCC zal in dat geval voor 100% moeten kloppen met de fysieke palletinhoud.
GS1-palletlabel bij ontvangst van homogene pallets
Het gebruik van een GS1-palletlabel biedt diverse voordelen bij de homogene pallets: -
-
-
De fabrikant/leverancier kan in zijn eigen magazijn zelf ook gebruikmaken van zijn eigen GS1-palletlabel voor de in- en uitslag van zijn magazijn gereed product. De transporteur/logistiek dienstverlener hoeft niet zelf nogmaals te stickeren, maar maakt ook gebruik van de GS1-palletlabel bij de in- en uitslag van magazijn, tijdelijke opslag en cross-docking. Na aflevering is met een scan van de SSCC de identificatie klaar en de ontvangst afgerond. Er hoeft niet meer geteld te worden bij de ontvangst. Afvinken ten opzichte van de pakbon is overbodig. Groothandels hoeven geen palletlabel meer te printen en te plakken (palletlabel moet bij voorkeur op de pallet geplakt worden en niet op de productverpakking of op het wikkelfolie). Het ‘ontvangsteiland’ is snel weer leeg; de homogene pallets staan snel in het magazijn of bij de ompak. Kleinere rij voor en na het ontvangststation voor de traditionele homogene pallets.
De combinatie van een elektronische pakbon en een GS1-palletlabel biedt de meeste voordelen. De heftruckchauffeur kan hiermee in een zeer kort tijdsbestek een homogene pallet ontvangen en verplaatsen naar de juiste locatie. Daarnaast kan een snelle visuele inspectie worden uitgevoerd door vast te stellen of de artikelen en/of verpakkingen netjes en onbeschadigd zijn. Om te controleren of de leverancier zijn leverproces goed op orde heeft, dienen steekproefsgewijs controles uitgevoerd te worden. Er wordt nagekeken of de informatie op de pakbon volledig overeenkomt met de werkelijke palletinhoud.
4.3.6
GS1-palletlabel bij ontvangst van heterogene pallets
Ook bij heterogene pallets kan de ontvangst efficiënter verlopen door gebruik te maken van het GS1-palletlabel. Eén keer scannen volstaat om alle artikelen op de pallet te identificeren. Ervan uitgaande dat er netjes is gepicked en verzonden, hoeft er ook niet meer geteld te worden. Ondanks deze snelle werkwijze, is toch nog steeds een compleet ontvangststation nodig. De volgende handelingen zullen immers nog wel uitgevoerd dienen te worden:
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
25
-
de pallet moet ‘afgepeld worden’ de artikelen moeten worden gesorteerd de artikelen moeten worden omgepakt in kratten of een op eigen pallet voor elke pallet moet een palletsticker worden geprint en geplakt de artikelen moeten aan het krat of de nieuwe pallet worden gekoppeld (door het scannen van artikel en krat/palletsticker)
Het gebruik van palletslabels stelt hoge eisen aan de pick-kwaliteit en het beladingsproces van de pallets bij de fabrikant en de transporteur. Omdat de artikelen op een heterogene pallet vaak kleiner zijn en omdat het verschillende artikelen betreft, is het van groot belang om het beladingsproces strak te organiseren en controles op aantallen uit te voeren voordat de pallet beladen wordt.
4.3.7
Leverbetrouwbaarheid
Wanneer groothandels erop vertrouwen dat de leverancier het picken en versturen erg zorgvuldig doet, hoeft er bij ontvangst niet gecontroleerd (geteld) te worden. Steekproefsgewijs controleren is dan voldoende. Deze – gekwalificeerde – leveranciers mogen artikelen afleveren in de zogenaamde ‘fast-lane’.
4.3.8
Leveren conform gemaakt logistieke leveringsafspraken
Tellen, wegen en meten wordt overbodig als de leverancier/fabrikant bij homogene pallets altijd netjes, conform de logistieke leverafspraken, werkt. Er hoeft dan alleen steekproefsgewijs gecheckt te worden of de leverancier zich houdt aan de afspraken omtrent de standaard belading van een volle pallet en of de inhoud van de pallet klopt met de elektronische pakbon. Het volgende praktijkgeval illustreert deze werkwijze. Een leverancier/fabrikant levert een bepaald artikelen altijd in een gestandaardiseerde volle pallet. De pallet bevat altijd zes lagen van elk vier stuks en deze worden altijd op een bepaalde manier gestapeld. Zo zijn de aantallen, afmetingen en het gewicht van zo’n pallet standaard en dus bekend. Bepaalde fabrikanten/leveranciers kunnen zich kwalificeren als ‘fast-lane’ leverancier. Hiertoe dienen zij de processen gedetailleerd af te stemmen en elke volle homogene pallet gestandaardiseerd uit te leveren met gebruik van elektronische pakbon en GS1palletlabel. In de beginfase zal dit gecontroleerd moeten worden, maar na verloop van tijd kan de controle steekproefsgewijs plaatsvinden. In de levensmiddelen- en drogisterijsector wordt dit al toegepast, maar zeker nog niet overal naar volle tevredenheid. Voor sommige leveranciers blijkt het niet eenvoudig om ‘strak’ te leveren. Procedures en kwaliteitscontroles moeten nog worden geoptimaliseerd en verankerd om gestandaardiseerde leveringen volgens de juiste kwaliteitsnormen uit te voeren.
4.3.9
Cross-dock
Ook ten behoeve van cross-docking kan de SSCC worden gebruikt. Na het scannen van de SSCC weet het WMS en, via het touch screen, ook de heftruckchauffeur direct bij welk verzenddock hij de pallet moet klaarzetten voor verdere verzending. Er vindt dus geen in- en uitslag plaats. De pallet kan direct worden doorgezet en de bestaande SSCC kan worden gebruikt in het verdere afleverproces.
4.4
Magazijn in- en uitslag
Door gebruik te maken van de SSCC op het GS1-palletlabel kan een heftruckchauffeur in een zeer kort tijdsbestek een pallet ontvangen en naar de juiste locatie brengen.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
26
Omdat een homogene pallet niet hoeft te worden afgepeld kan de seal op de pallet en het GS1-palletlabel op de pallet gehandhaafd blijven. Er hoeven op homogene pallets dus geen nieuwe interne palletstickers te worden geplakt. Het GS1-palletlabel met SSCC kan ook worden gebruikt voor het interne proces. Wanneer wordt gewerkt met dynamische magazijnlocaties, zal de heftruckchauffeur na ontvangst de SSCC scannen. Het WMS geeft direct aan op welke (dynamische) magazijnlocatie de pallet moeten worden neergezet. Dit wordt getoond op het touchscreen van de heftruckchauffeur. Eenmaal aangekomen bij de juiste magazijnlocatie scant de chauffeur de barcode op de magazijnlocatie. De pallet (SSCC) is nu gekoppeld aan de magazijnlocatie, zodat het WMS precies weet waar wat ligt en in welke hoeveelheden. Er wordt niet altijd een volle pallet gepicked. Het kan dus zijn de de palletsticker van de pallet afgehaald wordt tijdens het pickproces en dat de ‘restpallet’ een nieuwe bulk bestemming krijgt. De plaats van het palletlabel is dus cruciaal. In een traditioneel magazijn met vaste magazijnlocaties is alleen een scanner nodig die is gekoppeld aan het magazijnsysteem. Ook bij uitslag van de bulkvoorraad kan de SSCC weer worden gebruikt. De SSCC kan daarnaast gebruikt worden in het magazijn van de fabrikant en door professionele externe transporteurs. De fabrikant kan dus gebruik maken van zijn eigen GS1-palletlabel, waarop ook extra informatie zoals batch/serienummers kunnen worden opgenomen.
4.5
Randvoorwaarden
Om de gewenste situatie daadwerkelijk te realiseren, moet aan onderstaande punten zijn voldaan.
4.5.1 -
4.5.2 -
-
-
Randvoorwaarden elektronische pakbon Er wordt gewerkt met de sectorstandaarden en berichtensets (XML, INSBOU003). Ook ten aanzien van de communicatie (protocollen) wordt gebruik gemaakt van sectorstandaarden. De fabrikant/leverancier beschikt over een WMS of een ERP-pakket dat elektronische pakbonnen (verzendberichten) kan versturen. De groothandel beschikt over WMS of een voorraadsysteem dat elektronische pakbonnen (verzendberichten) kan verwerken. Het proces voor de elektronische pakbon is correct ingericht (en getest) bij de fabrikant/leverancier en bij de groothandel. De elektronische pakbon wordt idealiter direct verzonden als de vrachtwagen zijn deuren heeft gesloten, maar in ieder geval voordat de vrachtwagen de groothandel heeft bereikt. Het is belangrijk om hiervoor een duidelijke procedure vast te stellen.
Randvoorwaarden GS1-palletlabel De fabrikant heeft zijn pick-, belading-, verzend- en afleverproces (gestandaardiseerd) op orde. De fysieke leveringen komen dus altijd overeen met de elektronische pakbon. Het GS1-palletlabel wordt geprint en geplakt conform de voorschriften. Fabrikant/leverancier en groothandel stemmen periodiek logistieke details met elkaar af. Gekwalificeerde leveranciers mogen lossen in de ‘fast-lane’. Hier zijn geen ontvangststations meer nodig. De heftruckchauffeur doet de goederenontvangst door de SSCC te scannen. Indien de groothandel beschikt over dynamische magazijnlocaties, waarbij de ruimte efficiënter benut kan worden, moeten de heftruckchauffeurs in direct contact staan met het WMS en gebruikmaken van een scanner zodat ontvangst en inslag kan
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
27
worden geregistreerd. In een traditioneel magazijn met vaste magazijnlocaties volstaat een scanner die in contact staat met het voorraadsysteem. Bij voorkeur is ook aan de onderstaande punten voldaan: Indien van toepassing beschikt de logistiek dienstverlener/transporteur ook over een WMS en is deze afgestemd en ingericht. De fabrikant/leverancier levert zeer complete artikelinformatie aan, inclusief gegevens als maten, gewichten, standaard belading van volle pallets, e.d.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
28
5
Baten, lasten en risico's
5.1
Baten en lasten voor de fabrikant en groothandel
In de baten- en lasten analyse is gekeken naar de invoering van de elektronische pakbon. Voor het palletlabel is het lastiger een indicatie voor de kosten te maken, omdat deze veel meer op het organisatorische en procedurele vlak liggen. Wat het kost om de pallets netjes en systematisch te beladen en er vervolgens voor te zorgen dat bijvoorbeeld de aan de SSCC gekoppelde pakbonnen in 99,5% overeenkomen met de werkelijke fysieke inhoud van de pallet is lastig in zijn algemeenheid te becijferen. Wel is een indicatie gemaakt van de mogelijke (tijd)besparing door het toepassen van een GS1palletlabel.
5.1.1
Mogelijke besparingen elektronische pakbon
Tijdens dit onderzoek bleek dat de pakboncontrole in alle gevallen – een paar uitzonderingen daargelaten – nog steeds handmatig wordt uitgevoerd. Daar waar automatische controle al wel geïmplementeerd was kostte het erg veel tijd en moeite omdat niet de juiste standaarden voorhanden waren in de software. Dit leidt tot veel puzzelen, vertaalprogramma’s en veel testen (trial en error). De administratieve taak van het controleren van de pakbon kost tijd en kan goed worden geautomatiseerd. Hoe lang men bezig is met het invoeren en controleren van de pakboninformatie hangt af van de gebruikte methodiek. In alle bestudeerde situaties werd dit gedaan met behulp van een voorraadmodule of een WMS. De verwerkingstijd liep hierbij uiteen van 1 tot 5 minuten per pakbon. Als de pakbon maar weinig regels bevat en als de levering overeenkomt met de order is deze snel verwerkt. Maar niet zelden zijn er deelleveringen of moet worden gezocht in een lange rij met orderregels. Soms worden er meer artikelen geleverd dan besteld of is er iets anders dat moet worden gecorrigeerd of verklaard. Bij de grotere groothandels gaat het al snel om tienduizenden pakbonnen per jaar. In bijlage 2 is in een tabel weergegeven hoeveel (administratieve) menskracht dit vergt. Ook is dit vertaald in kosten. Er kan geconcludeerd worden dat het invoeren en controleren van de grote hoeveelheid pakbonnen al snel tienduizenden euro’s per jaar kost. Bij de groothandels waarmee in het kader van deze business case is gesproken, ligt dat tussen de 80.000 en 120.000 euro per jaar (zie het gearceerde deel van de tabellen in bijlage 2). Het langetermijnperspectief – jaar in, jaar uit een besparing realiseren van bijvoorbeeld 100.000 euro – is dus zeer aantrekkelijk.
5.1.2
Begin met de elektronische pakbon
Het verwerken van pakbonnen is repetitief werk dat goed te automatiseren valt. Zeker als er standaarden zijn en niet voor elke fabrikant een aparte ‘inleesroutine’ moet worden gemaakt. De basis voor efficiënte en kostenbesparende implementatie van de elektronische pakbon is samenwerking met de andere partijen in de keten. Er moet, zoals eerder al aangegeven, aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. De belangrijkste is dat de leverancier en de groothandel bij voorkeur moeten beschikken over een automatiseringssysteem dat al klaar is om elektronische pakbonnen respectievelijk te versturen en in te lezen. De groothandel zal zijn leveranciers moeten benaderen om hen te vragen en te bewegen voortaan elektronische pakbonnen te sturen. De praktijk blijkt echter vaak nog weerbarstig. Het is belangrijk te achterhalen welke groothandels al in staat zijn om dergelijke elektronische pakbonnen (op basis van XML-berichtenset versie INSBOU003) te versturen.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
29
Veel grotere fabrikanten werken met systemen van bijvoorbeeld Infor (voorheen Baan en Lawson), SAP of JDEdwards. Afhankelijk van de versie waarmee zij werken zijn deze systemen in staat om dergelijke berichten te versturen. Veel fabrikanten in de food, retail en mode hebben goede ervaringen opgedaan met dezelfde ERP-pakketten. Er is echter niet altijd een goed formaat standaard beschikbaar. Als de fabrikant geen standaardformaat kan aanleveren moet er een ‘vertaalprogramma’ worden geschreven. Dit kost vaak relatief veel tijd en geld, naar inschatting zo’n 4.000 tot 10.000 euro. Soms kiest de fabrikant ervoor zelf het bericht te maken op basis van de beschrijving van het, door de groothandel aangeleverde, standaardformaat. Dit is niet alleen taaie klus, het brengt ook risico’s met zich mee. Een verkeerd geplaatste punt, spatie of komma kan alles namelijk al in de war schoppen. Het gevolg is eindeloos veel testen en verbeteringen doorvoeren, tot het einddoel is bereikt. Het zou beter en kostenefficiënter voor de gebruikers zijn als de ERP- en WMS-leveranciers dergelijke berichten standaard opnemen en beheren. Als zowel de fabrikant als de groothandel in staat zijn om de elektronische pakbon respectievelijk te versturen en in te lezen, dan is het een kwestie van inrichten, testen en in gebruik nemen. In dat geval zullen de investeringen zich beperken tot een aantal dagen consultancy van een IT (XML) specialist. Nadat er enkele keren mee gewerkt is kan de eigen IT-afdeling het aansluiten van een nieuwe fabrikant zelf in bijvoorbeeld een uur tijd afhandelen. Van een aantal fabrikanten/groothandels is bekend dat zij de elektronische pakbon (verzendbericht) kunnen versturen en ontvangen. Zowel op de website van S@les in de Bouw als ETIM vindt u een overzicht van deze bedrijven. Daarnaast vindt u hier welke versie door hen gebruikt wordt. In de bouw en installatiesector is de laatste versie (INSBOU003) van de elektronische pakbon (XML-verzendbericht) beschikbaar. Het is mogelijk om in de opstartfase van de implementatie al binnen een redelijke termijn de investering terug te verdienen. Hieronder wordt getoond dat dit, mits voldaan wordt aan een aantal duidelijke voorwaarden, mogelijk is.
5.2
Terugverdienmodel (ROI) in de opstartfase
In deze business case is uitgegaan van een ROI die betrekking heeft op de opstartfase van het project, waarmee een sneeuwbaleffect kan worden gerealiseerd. Het investeringsbedrag in de opstartfase is mede afhankelijk van het aantal partijen waarmee een samenwerking is aangegaan. Op basis van de ingewonnen informatie voor deze business case, is als voorbeeld onderstaand terugverdienmodel uitgewerkt. Drie groothandels met hetzelfde WMS of voorraadsysteem benaderen drie leveranciers die 10 à 20 pakbonnen per week versturen. Met de ERP-pakketten van elke fabrikant/leverancier is het mogelijk om elektronische pakbonnen te versturen. Twee fabrikanten hebben hetzelfde ERP-pakket. Geen van de ERP-pakketten kan al een perfect standaardformaat aanleveren, bijvoorbeeld het GS1standaard elektronische pakbon, ook wel bekend als het verzendbericht, INSBOU003. Er is dus rekening gehouden met een ‘leercurve’. Wel is ervan uitgegaan dat ERPleveranciers mee willen werken en bereid zijn de GS1-standaard te implementeren als standaard in hun pakket.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
30
Tabel 3. Kostenindicatie implementatie
Connectie
Stroom pakbonnen
EURO
Opmerking
1
Leverancier 1 - Groothandel A
9.000
2
Leverancier 1 - Groothandel B
2.000
GA, GB en GC gelijk systeem
3
Leverancier 1 - Groothandel C
2.000
GA, GB en GC gelijk systeem
4
Leverancier 2 - Groothandel A
6.000
5
Leverancier 2 - Groothandel B
2.000
6
Leverancier 2 - Groothandel C
2.000
7
Leverancier 3 - Groothandel A
1.500
L2 en L3 gelijk systeem
8
Leverancier 3 - Groothandel B
1.500
L2 en L3 gelijk systeem
9
Leverancier 3 - Groothandel C
1.500
L2 en L3 gelijk systeem
27.500 De eerste fabrikant kost het meeste tijd en financiële investering, omdat men zich hier moet verdiepen in deze specifieke materie. Vaak moet proefondervindelijk worden uitgezocht wat wel en wat niet werkt. Na een snelle ‘leercurve’, vallen de kosten lager uit. Zeker als het hetzelfde ERP-pakket betreft, betekent dit het hergebruiken en kopiëren van reeds opgedane kennis. Het inrichten en testen van de reeds ontwikkelde standaard kost vaak relatief weinig tijd. Bovenstaande informatie over de noodzakelijke investeringen kan als volgt worden teruggerekend: Tabel 4. Noodzakelijke investeringen
EURO Gezamenlijke kosten
27.500
Kosten per groothandel
9.167
Kosten groothandel per leverancier
3.056
Investering afschrijven in 4 jaar
764
Nodige tijdsbesparing in uren/ jaar/ leverancier (uurloon 27,50)
28
Nodige tijdsbesparing in minuten/ week/leverancier (uurloon 27,50)
33
Aantal pakbonnen / week / leverancier (2 min./pakbon)
16
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
31
De ‘kale’ tijdsbesparing voor het controleren en invoeren zal naar verwachting bij de meeste leveranciers grotendeels, maar niet geheel, gehaald worden. Maar als rekening wordt gehouden met alle bijkomende zaken zoals bijvoorbeeld pakbonnen verzamelen, heen en weer lopen, menselijke invoerfouten en het herstellen hiervan of vermindering van voorraadverschillen, dan lijkt het aannemelijk dat de investering in het gebruik van elektronische pakbonnen binnen vier jaar kan worden terugverdiend. Als er meer dan 10 à 20 pakbonnen per leverancier per week worden verzonden, zal de terugverdientijd verminderen. Daarbovenop komen nog een aantal andere voordelen, zoals het sneller kunnen informeren van klanten over deelleveringen, betere organisatie en planning van de goederenontvangst en op termijn minder beslag op het vloeroppervlak van het magazijn. Ook deze voordelen kunnen meewegen in de investeringsbeslissing. Het moge duidelijk zijn dat indien niet drie maar meer groothandels en fabrikanten over een zelfde ERP- en/of WMS/voorraad systeem beschikken de terugverdientijd nog weer korter is. Kortom, hoe breder de basis, hoe groter de voordelen, hoe korter de terugverdientijd.
5.3
Voordelen GS1-palletlabel
Het gebruik van een GS1-palletlabel met een SSCC heeft als voordeel dat de goederenontvangst een stuk sneller verloopt. Dit stelt wel hoge eisen aan de leverbetrouwbaarheid en daarmee het pick-, beladings- en verzendingsproces van de fabrikant. Als gekwalificeerde leveranciers hebben aangetoond te voldoen aan deze eisen hoeft alleen nog steekproefsgewijs te worden geteld en gecontroleerd. In dat geval hoeft bij homogene pallets niet meer te worden geteld en hoeven de aantallen niet meer te worden ingevoerd. Ook hoeft geen interne palletsticker meer te worden geplakt. Dat scheelt gemiddeld tussen de 40 en 80 seconden per homogene pallet. Zie bijlage 3. Bij heterogene pallets hoeven ook de losse items niet te worden gescand. Omdat er vaak tussen de 4 en 10 verschillende items op een heterogene pallet liggen, scheelt dit behoorlijk wat tijd. Vervolgens hoeven deze verschillende items ook niet te worden geteld. Al met al scheelt het tussen de 2 en 4 minuten per heterogene pallet. Zie bijlage 4. Daarnaast biedt de SSCC ook andere voordelen, waaronder betere en snellere crossdocking.
5.3.1
Mogelijke besparingen GS1-palletlabel
Door het toepassen van een GS1-palletlabel kan een groothandel bij een inkomende goederenstroom van 80.000-140.000 pallets per jaar al snel een jaarlijkse besparing realiseren van 70.000 tot 100.000 euro per jaar. En dan gaat het alleen nog maar om het goederenontvangstproces bij de groothandel. (zie bijlage 5) Omdat de SSCC nog meer voordelen biedt en ook waardevol kan zijn voor externe transporteurs of logistieke service providers, zal het werkelijke besparingsbedrag, afhankelijk van de situatie, nog hoger liggen.
5.3.2
Leverbetrouwbaarheid verhogen
Het gebruik van een SSCC stelt hoge eisen aan de leverbetrouwbaarheid van de leverancier. In bijvoorbeeld 99,5% van de gevallen moet de inhoud van elke pallet volledig overeenkomen met de pakbonnen die betrekking hebben op die pallet. In de praktijk blijkt dat een hele uitdaging.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
32
In de levensmiddelen- en drogisterijsector is men druk bezig om deze betrouwbaarheid te verhogen tot het gewenste niveau. De ervaringen die worden opgedaan en de methodieken die hier worden ontwikkeld, kunnen een leidraad vormen voor de bouw en installatiesector.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
33
6
Goederenontvangstproces op de bouwplaats
Het gebruik van elektronische pakbonnen door de fabrikanten en technische groothandels blijkt vele voordelen te bieden. Er is ook gesproken met partijen in de bouwsector, zowel met groothandels als aannemers. Hierbij kwam ook het gebruik van de elektronische pakbon te sprake. Hoewel de context anders is, zijn er toch parallellen. In dit hoofdstuk wordt specifiek ingegaan op de goederenontvangst door de aannemer op de bouwplaats en wordt dit proces op hoofdlijnen toegelicht. Eventueel kan ook dit proces gedetailleerder worden uitgewerkt in een business case.
6.1
Huidig ontvangstproces op de bouwplaats
In de aannemerij worden de ontvangen materialen en goederen veelal afgeleverd door de bouwgroothandel. Dit zijn de goederen die de uitvoerder afroept van de inkooporder. Deze inkooporder is gemaakt door de inkoper, eventueel in samenwerking met de werkvoorbereider of projectleider. Bij het afleveren van de goederen wordt naast de pakbon ook gewerkt met een zogenoemde tegenbon. Het invoeren van een tegenbon is een forse klus. De pakbon moet regel voor regel worden overgetypt. Omdat er geen inkooporder is gemaakt vanuit een centraal artikelbestand met leveranciersinformatie kan de inkooporder niet als basis dienen. Vervolgens worden er bewakingscodes toegevoegd om te clusteren en bewaking te kunnen uitvoeren. Hieronder wordt schematisch het huidige administratieve proces weergegeven. Huidige situatie goederenontvangst bouwplaats Leverancier Op basis van order-, project, en uitvoerdersnummer
Aannemer Artikelen afroepen
Afroep per telefoon, fax, e-mail Op dubbel gedrukt papier
Uitleveren goederen
Papieren pakbon
Goederen ontvangst
Kopie ondertekende papieren pakbon
Administratie goederenontvangst
+ Afleveren goederen
Kopie ondertekende pakbon inscannen
+
Overtikken bon in eigen systeem + origineel opsturen naar kantoor
Bijvoegen bij elektronische factuur
Factuur betaald
PDF Kopie papieren pakbon
+
Elektronische factuur
Betaling factuur
Factuur matchen met ingetikte bon & order
Factuur betalen
Figuur 3. Huidige situatie goederenontvangst op de bouwplaats
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
34
6.2
Verbeteringen ontvangstproces op de bouwplaats
De inkooporder kan niet als basis dienen, omdat deze niet is gemaakt vanuit een centraal artikelbestand met leveranciersinformatie. Het gevolg is dat de pakbon handmatig, regel voor regel, moet worden ingevoerd. Indien de aannemer een elektronische pakbon zou ontvangen, dan zou dit een goede basis vormen voor het aanmaken van de tegenbon. Dat bespaart de uitvoerder veel tijd. Vervolgens hoeft hij alleen nog de bewakingscodes toe te voegen. Een grote landelijke aannemer voert momenteel een pilot uit op dit gebied. Hieronder wordt het gewenste administratieve proces weergegeven met toepassing van deGewenste elektronische pakbon. situatie goederenontvangst bouwplaats
Leverancier Op basis van order-, project, en uitvoerdersnummer Vooraankondiging uitleveren goederen
Aannemer Afroep per telefoon, fax, e-mail
Elektronische pakbon
Artikelen afroepen
Voorbereiden goederen ontvangst
Scan SSCC: goederen ontvangen
Uitleveren goederen
Afleveren goederen
Elektronische factuur
Factuur betaald
Elektronische factuur
Factuur matchen met order
Betaling factuur
Factuur betalen
Figuur 4. Gewenste situatie goederenontvangst bouwplaats
De voordelen van het gebruik van een elektronische pakbon in deze gewenste situatie zijn: Geen bonnen meer overtikken; minder fouten en minder tijd Kunnen inplannen van leveringen Leveranciers hoeven geen kopie van de ondertekende pakbon meer in te scannen Om de goederenontvangst verder te versnellen, kan bovendien het GS1-palletlabel worden toegepast. Door toepassing van het GS1-palletlabel kan voor elke verdieping een SSCC met daarop tevens een GLN worden toegevoegd. Zo kan per pallet de bestemming (verdieping) worden meegegeven, zodat men bij ontvangst exact weet welke pallet naar welke verdieping moet.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
35
7
Conclusies en aanbevelingen
7.1
Conclusies
7.1.1
De elektronische pakbon
Het loont om de elektronische pakbon te implementeren binnen uw bedrijf. De grootste investering vindt plaats in de opstartfase. Vervolgens wordt het steeds lucratiever als meer leveranciers hieraan meewerken en hun ERP-leveranciers de standaard implementeren in hun pakket. Op termijn kan het aansluiten van een extra leverancier een routineklus zijn. Een klus die de eigen IT-afdeling eenvoudig en snel zelf kan doen. De ‘winstgevendheid’ zal zo binnen enkele jaren steeds verder oplopen. In het scenario waar deze business case op is gebaseerd, trekken drie of meer groothandels samen op met de implementatie. In dit scenario is uitgegaan dat de groothandels met hetzelfde WMS/ERP systeem werken en minimaal drie fabrikanten betrokken zijn bij de implementatie en 15 à 20 pakbonnen uitwisselen. De kosten voor implementatie worden lager naar mate er meer partijen zijn aangesloten. Dit neemt niet weg dat de situatie voor elk individueel bedrijf van tevoren moeten worden ingeschat. Naast de kostenbesparingen heeft de invoering van de elektronische pakbon nog een aantal belangrijke voordelen. Voordelen die moeilijker te kwantificeren, maar wel degelijk van grote waarde zijn. Denk bijvoorbeeld aan het sneller kunnen informeren van klanten over deelleveringen, betere organisatie en planning van de goederenontvangst en op termijn minder beslag op het vloeroppervlak van het magazijn. Het is op dit moment nog niet voor elke groothandel weggelegd om met deze nieuwe technieken aan de slag te gaan. Er moet eerst worden voldaan aan de randvoorwaarden genoemd in paragraaf 5.5. De meeste grotere en toonaangevende groothandels kunnen er al wel op kortere termijn van profiteren en kunnen zodoende een aanjagende functie vervullen.
7.1.2
Het GS1-palletlabel met de SSCC
Het breed introduceren van de elektronische pakbon is een belangrijke opstap voor de introductie van de SSCC. Ten aanzien van het gebruik van het GS1-palletlabel met de SSCC zijn de techniek en de standaard beschikbaar. De implementatie in de praktijk vereist zorgvuldig te werken volgens richtlijnen. De levensmiddelen- en drogisterijsector is druk bezig om de procedures en methodieken voor implementatie te perfectioneren, vooral aan de zijde van de fabrikanten. De lessen die worden opgedaan kunnen een leidraad vormen voor de bouw en installatiesector.
7.2
Aanbevelingen
7.2.1
Aan de slag!
Deze business case laat zien dat het op dit moment rendabel is om te investeren in het gebruik van de elektronische pakbon. Het is dus tijd voor actie! De grotere en toonaangevende groothandels zijn het beste in staat hier op korte termijn al van te profiteren.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
36
7.2.2
Doe het samen
Het is van belang om de implementatie gezamenlijk op te pakken. Voor een individuele groothandel is het leergeld relatief hoog en daarmee is de introductie van de elektronische pakbon vaak minder rendabel. Als een aantal grotere groothandels op projectmatige wijze samenwerken is het echter wel rendabel: ‘Samen werkt!’ Samen optrekken biedt nog een ander voordeel: er ontstaat een kritische massa, waarmee een sneeuwbaleffect kan worden gecreëerd. Het is ook van belang om de leveranciers van WMS- en ERP-systemen aan de zijde van de fabrikanten erbij te betrekken. Zij zullen de ontwikkelde formaten moeten opnemen in hun standaard functionaliteit. Commitment is noodzakelijk op alle niveaus binnen de organisatie, zowel bij de fabrikanten, de groothandels als de leveranciers van de automatiseringssystemen. Om de GS1-standaarden in te bedden in de hele sector, is het van belang dat ook op directieniveau de invoer van de elektronische pakbon wordt ondersteund. Als alle betrokken partijen goed samenwerken wordt de standaard verankerd in de sector en zullen de ‘aansluitkosten’ per fabrikant gereduceerd worden tot de werkzaamheden van de eigen IT-afdeling. Op die manier zal het gebruik van de elektronische pakbon een vlucht nemen en zal op termijn de inefficiënte, handmatige verwerking van papieren pakbonnen tot het verleden behoren. Een grotere groothandel kan al snel 100.000 euro besparen. En dat elk jaar weer! Het gebruik van de elektronische pakbon biedt bovendien, zoals omschreven in hoofdstuk 5, nog meer additionele voordelen.
7.2.3
Hoe verder?
Voor het opstellen van een bedrijfsspecifieke business case kan dit onderzoek een leidraad zijn. Als u nu al aan de slag wilt met de elektronische pakbon kan, na een kort onderzoek ten aanzien van de belangrijkste randvoorwaarden, al snel worden gestart met de invoering hiervan. Wanneer aan de randvoorwaarden wordt voldaan, zijn de investeringsbedragen (10.000 à 15.000 euro) immers te overzien. GS1 Nederland en S@les in de bouw kunnen en willen dit proces graag faciliteren en helpen bij het maken van de afspraken en de implementatie. Beide organisaties kunnen op verschillende manieren behulpzaam zijn, bijvoorbeeld door kennis te delen over de opbouw van het INSBOU003 verzendbericht, als facilitator tussen de participerende partijen die gezamenlijk op willen trekken, als initiator en als spil richting de WMS- en ERP-leveranciers. Ook stelt GS1 Nederland de opgedane kennis en ervaringen in de levensmiddelen- en drogisterijsector beschikbaar aan de bouw en installatiesector. Bedrijven die al aan de slag zijn met palletlabel en verzendbericht kunnen, om zoveel mogelijk voordeel te behalen, andere partijen in de sector activeren ook met dit project aan de slag te gaan.
In de inleiding werd gesteld dat efficiënter werken en kosten besparen zeker haalbaar is. Deze business case onderschrijft dat. Het is dus tijd voor actie!
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
37
Bijlage 1 - Magazijn types Tijdens de gesprekken met en bezoeken aan groothandels, zijn verschillende type magazijnen aangetroffen. Klein materiaal (bijv. WCD, thermostaat, koppeling etc) Magazijn voor klein materiaal (maximaal bxdxh) en een bepaald gewicht. Deze artikelen lenen zich prima voor een geautomatiseerd picksysteem in combinatie met conveyors, want ze passen in de kratten die bij bovengenoemde systemen worden gebruikt. Groot materiaal (bijv. badkuip of TL-buizen) Magazijn voor goederen boven een bepaalde afmeting (bxdxh). Het gaat om materialen die gezien hun omvang en gewicht specifieke interne transportmiddelen behoeven. Bijna alles staat op pallets. Radiatoren In magazijnen met radiotoren wordt met speciale heftrucks met magneten/zuignappen gewerkt om de losse radiatoren goed te kunnen oppakken zonder de lak te beschadigen. De radiotoren staan op pallets. Non conveyable (Bijv. piepschuim element) Goederen die echt groot zijn en die niet in een bakje passen of die snel beschadigen. De goederen staan op pallets of in kratten. Grote, goed stapelbare goederen met een redelijke omloopsnelheid (bijv. CV ketels) Hier wordt vaak geen echt magazijnschap gebruikt, maar een zogenoemde blokstapeling (twee of meerdere pallets op elkaar. De goederen staan op pallets. Bij de traditionele magazijnrekken worden vaak grond en 1e schap gebruikt voor pickvoorraad en precies daarboven ligt de bulk voorraad op een pallet. Buis en pijp (vaak 4 meter of langer) Door de lengtes vergt dit specifieke rekken en transport. Kabel op grote haspels (bijv. grondkabel van DRAKA en TKF) Kabel op grote haspels van meer dan bijvoorbeeld 5 kilo. Vaak kun je een stuk van een bepaalde kabel kopen. Deze wordt speciaal op lengte gesneden voor de klant. Hiervoor worden speciale snij- en wikkelmachines gebruikt.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
38
Bijlage 2 - Verwerkingstijd pakbonnen Hieronder een overzicht van de verwerkingstijd van pakbonnen per jaar in FTE. pakbonnen / jaar FTE
45.000 55.000
65.000 75.000 90.000
100.000 110.000 120.000 130.000 155.000 175.000
200.000 220.000
minuten / pakbon
1
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
1,1
1,2
1,5
1,6
1,9
2,1
2
0,8
1,0
1,2
1,4
1,7
1,9
2,1
2,2
2,4
2,9
3,3
3,7
4,1
3
1,3
1,5
1,8
2,1
2,5
2,8
3,1
3,4
3,7
4,4
4,9
5,6
6,2
4
1,7
2,1
2,4
2,8
3,4
3,7
4,1
4,5
4,9
5,8
6,6
7,5
8,2
5
2,1
2,6
3,0
3,5
4,2
4,7
5,1
5,6
6,1
7,3
8,2
9,4
10,3
Verwerkingskosten pakbonnen in euro’s per jaar pakbonnen / jaar
minuten / pakbon
EURO/ JAAR
45.000
55.000
65.000
75.000
90.000 100.000
1
25.300
30.900
36.500
42.100
50.600
56.200
61.800
2
50.600
61.800
73.000
84.300 101.100 112.400
123.600
134.800 146.100 174.200 196.600 224.700 247.200
3
75.800
92.700 109.600 126.400 151.700 168.500
185.400
202.200 219.100 261.200 294.900 337.100 370.800
4 101.100 123.600 146.100 168.500 202.200 224.700
247.200
269.700 292.100 348.300 393.300 449.400 494.400
5 126.400 154.500 182.600 210.700 252.800 280.900
309.000
337.100 365.200 435.400 491.600 561.800 618.000
110.000
120.000 130.000 155.000 175.000 200.000 220.000 67.400
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
73.000
87.100
98.300 112.400 123.600
39
Bijlage 3 - Tijdsbesparing SSCC homogene pallets seconden
tijdbesparing in sec
20% geen GTIN
60
12
palletsticker plakken
15
15
niet tellen en invoeren
30
30 57
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
40
Bijlage 4 - Tijdsbesparing SSCC heterogene pallets seconden 4 met GTIN
Scannen
25
1 omdoos tellen
30
Tellen resterende items
30
Identificeren
60
Tellen
30
Interne palletsticker
15
5 verschillende items op pallet 1 zonder GTIN
190
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
41
Bijlage 5 - Totale kostenbesparing SSCC Voorbeeld 1
aantal/jaar sec./ pallet Homogene pallets Heterogene pallets
totaal sec.
minuten/jaar uren/jaar
30.000
170
5.100.000
85.000
1.417
50.000
57
2.850.000
47.500
792 2.208 uur / jaar
uren uurtarief kosten (eur. / jaar) 2.208 27,5 60.729 Voorbeeld 2
aantal/jaar sec./ pallet Homogene pallets Heterogene pallets
totaal sec.
minuten/jaar uren/jaar
45.000
170
7.650.000
127.500
90.000
57
5.130.000
85.500
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
2.125 1.425 3.550 uur / jaar
42
uren uurtarief kosten (eur. / jaar) 3.550 27,5 97.625
Click here to enter text.
All contents copyright © | GS1 Nederland | 31 maart 2014
43