1 Variabele Artikelen Handleiding voor coderen in de bouw- en installatiesector Datum: 29 oktober 2014, versienummer 1.02 Inhoud Inleiding 3 1 Basis: ...
Inleiding In de bouw- en installatiesector komt een grote verscheidenheid aan producten voor, zowel in aantallen als in verschijningsvormen. Zo kan een eikenhouten plank in twee vormen worden uitgeleverd; als een standaardpakket met een vaste lengte en hoeveelheid of als een plank met een variabele lengte. Andere productvariabelen die voorkomen, zijn bewerkingen die op het product worden uitgevoerd. Dit zijn standaard bewerkingen (verven, schuren, polijsten) of make-to-order bewerkingen. Binnen de sector worden producten met standaard bewerkingen ‘artikelen met variabelen’ genoemd. De grote verscheidenheid aan producten maakt het automatiseren van het bestelproces lastig. Want hoe kunt u uw artikelen het beste identificeren? Deze handleiding beschrijft de aanpak voor standaard artikelen én artikelen met een variabel gegeven. De make-to-order artikelen vallen buiten de scope van dit document, deze artikelen worden specifiek geproduceerd en kennen geen standaard versie. De handleiding geeft antwoord op de volgende vragen: -
Hoe identificeer ik deze artikelen met behulp van een GS1 artikelcode; Hoe deel ik de artikelinformatie met klanten; Hoe kunnen klanten de artikelen bestellen (gebruik makend van de GS1 artikelcode en de GS1 berichtenset voor de bouw en installatie); Hoe kunnen de artikelen worden gefactureerd
De handleiding is toepasbaar in een omgeving waarin de klant rechtstreeks bij de fabrikant of leverancier bestelt, zonder tussenkomst van een groothandel, maar kan ook op andere locaties in de keten gebruikt worden. De aanpak is gebaseerd op bestaande en bewezen oplossingen en is internationaal toepasbaar en ondersteund. De geïllustreerde oplossingen in de handleiding dienen als voorbeeld, de beschreven oplossingen zijn echter inzetbaar voor alle producten die voldoen aan de definitie van ‘artikelen met variabelen’. Bij het schrijven van de handleiding is er is vanuit gegaan dat personen of systemen die de bestellingen genereren, weten wat reële combinaties van variabelen zijn (bijv. ruig hout wordt doorgaans ongelakt geleverd). Verder is het van belang dat de personen of systemen die bestellingen genereren, op de hoogte zijn van de gebruiken die voor een bepaalde productsoort gelden (bijv. dat er bij geschaafd hout een bruto kopmaat wordt besteld maar dat de netto kopmaat geleverd wordt). Implementatiepartners kunnen een belangrijke rol spelen bij het uitsluiten van onmogelijke combinaties.
Binnen het GS1-codesysteem is de GS1 artikelcode of GTIN (Global Trade Item Number) de basis voor wereldwijde unieke artikelidentificatie. Ieder product en iedere variant van een product krijgt een eigen GS1 artikelcode. Om te beginnen met coderen heeft u een reeks nummers van GS1 Nederland nodig. Deze reeks heet een bedrijfsnummer of een Global Company Prefix. Het doel van de GS1 artikelcode is het identificeren van artikelen, daarnaast is de code de sleutel tot de bijbehorende artikelinformatie in uw computerbestand. Artikelcodes worden opvolgend aan producten toegekend. De eerste stap is bepalen wie er gaat coderen. Het uitgangspunt is dat de bron (merkhouder) codeert: -
Als de producent/leverancier eigenaar is van het merk, dan voorziet hij de artikelen van GS1 barcodes op basis van zijn eigen GS1 bedrijfsnummer. Huismerken/private labels van afnemers (bijv. een bouwmarkt) worden door de producent/leverancier van GS1 barcodes voorzien op basis van het bedrijfsnummer van de afnemer bij GS1.
Opbouw van een GS1 artikelcode* GS1 Company Prefix Volgnummer Controlecijfer Positie
1 2
3456789
10 11 12
13
Voorbeeld 8 7
1234567
8
6
9
0
* Dit is een voorbeeld, GS1 Nederland geeft bedrijfsnummers van verschillende lengtes uit, waardoor u meer (of minder) nummercapaciteit tot uw beschikking heeft.
1.2
Analyse artikelbestand
Unieke kenmerken Ieder product en iedere variant van een product (stijl, kleur, kwaliteit, verpakking etc.) krijgt een eigen unieke GS1 artikelcode. Uw eigen assortiment is hierbij leidend. U kent een nieuwe GS1 artikelcode toe aan alle varianten, samenstellingen en verpakkingsvarianten van een product of van verschillende producten. Variabele kenmerken Binnen het GS1 systeem zijn er standaard producten gedefinieerd (de kenmerken van een product dat de band afrolt zijn identiek aan die van het volgende product) en producten met variabele kenmerken (de producten delen een aantal unieke kenmerken, maar kunnen verschillen in bijvoorbeeld lengte en gewicht). Voor de bouw- en installatiesector zijn deze variabele gegevens van belang in de assortimentsanalyse. Een plank kan namelijk in een standaardlengte of in een specifieke afmeting besteld worden (variabel kenmerk lengte). Als iedere mogelijke centimeter van de plank met een specifieke afmeting een GS1 artikelcode zou krijgen, dan zou dit in een overvloed aan GS1 artikelcodes uitmonden. Daarom wordt aan deze plank een GS1
artikelcode toegekend en wordt het variabele gegeven (de lengte) toegevoegd om het product volledig te identificeren. In hoofdstuk 4 geven we aan welke unieke identificerende kenmerken van belang zijn voor producten binnen de sector. Aan de hand van voorbeeldproducten stellen we vast hoe de variabele gegevens zoals lengte, vierkante cm en andere gegevens worden toegepast binnen het GS1 systeem. Definities
Standaard artikel Een artikel dat in dezelfde uitvoering en samenstelling geproduceerd en verhandeld wordt, met dezelfde unieke kenmerken.
Variabel artikel Een artikel dat zonder vooraf gedefinieerde maten, zoals lengte en breedte, verhandeld wordt.
Klantspecifiek artikel Een artikel waarbij de leverancier alle mogelijke verschijningsvormen definieert, waaruit de afnemer kan kiezen. Klantspecifieke artikelen worden nooit op voorraad geproduceerd. Deze artikelen vallen buiten de scope van deze handleiding.
1.3
Aanvullende gegevens
De variabele kenmerken van een product worden binnen het GS1 systeem als aanvullende gegevens gedefinieerd naast de identificatie. Deze aanvullende gegevens zijn vastgelegd en omschreven als zogenaamde Application Identifiers. Dit zijn velden met een standaard formaat en voorgedefinieerde inhoud. Zo is het mogelijk om aan de GS1 artikelcode een veld toe te voegen met de lengte van het product dit gegeven in een barcode te vertalen. De ontvangende partij weet bij scanning dat het veld het aanvullend gegeven ‘lengte’ bevat en kan zo op de juiste wijze de gegevens uit de barcode interpreteren.
Binnen het GS1 systeem heeft u de keuze uit meerdere types barcodes. De GS1 artikelcode kunt u in verschillende barcodes vertalen. De keuze voor een barcode is afhankelijk van het afzetkanaal (waar wordt de barcode gescand) en van de gegevens die u in een barcode wilt verwerken. EAN13 Het EAN13-symbool wordt aan de kassa bij de retailer gebruikt. In de bouw- en installatiesector speelt kassascanning niet voor ieder type product een rol aangezien veel producten alleen in een logistieke omgeving worden gescand. Wanneer een product ook aan de retailkassa van een bouwmarkt of doe-het-zelf zaak gescand moet kunnen worden, krijgt deze een EAN13. Een voorbeeld van zo’n product zijn 6 planken samen verpakt in plastic, die als pakket in het schap van de bouwmarkt terechtkomen. De EAN13 kan ook in een logistieke omgeving gescand worden.
Voorbeeld van een EAN13.
GS1-128 Het GS1-128-symbool kan naast een artikelcode (GTIN) ook nog andere gegevens bevatten. Zo kunnen de afmeting, het batchnummer, een productiedatum en nog veel meer andere soorten gegevens toegevoegd worden. Deze velden noemen we de Application Identifiers. De GS1-128 barcode gebruikt u bijvoorbeeld als een GS1 artikelcode alleen het product niet volledig identificeert en u ook de lengte in centimeters wilt toevoegen. Een plank die in een variabele lengte wordt uitgeleverd kunt u op deze manier van een barcode voorzien. In het retailkanaal wordt deze barcode alleen in de logistieke omgeving gescand en niet aan de kassa. Maar de barcode kan ook in andere delen van de keten worden gescand. Het scannen van de GS1-128 zorgt ervoor dat u na scannen van de barcode zeker weet dat het juiste product, in de juiste hoeveelheid en met de juiste afmetingen de deur uitgaat.
Voorbeeld van een GS1-128 met Application Identifiers.
GS1 DataMatrix De GS1 DataMatrix is een 2D-symbool dat, net als de GS1-128, meer gegevens kan bevatten naast de GS1 artikelcode. Daarnaast heeft deze barcode nog een ander voordeel; hij kan namelijk rechtstreeks leesbaar op het product aangebracht worden (direct part marking).
Dit houdt in dat u deze barcode rechtstreeks (met behulp van o.a. etching/laser marking etc.) op bijvoorbeeld een metalen pijp kunt aanbrengen, zonder dat u van labels gebruik hoeft te maken. Daarnaast is dit type barcode een stuk robuuster vergeleken met andere barcodes omdat deze barcode gebruik maakt van ‘error correction’. Wanneer een barcode terechtkomt in een omgeving waar beschadigingen sneller optreden, kan dit een interessante keuze zijn. De GS1 DataMatrix barcode wordt vaak ingezet bij het volgen van producten of assets zoals instrumentarium in ziekenhuizen. In Zweden heeft men ervoor gekozen om met de GS1 DataMatrix te werken voor houtproducten; zo voldoet men aan de eisen die de EU-houtverordening stelt (traceerbaarheid) en kunnen andere variabele gegevens, zoals de lengte, rechtstreeks op het materiaal worden aangebracht.
Voorbeeld van de GS1 DataMatrix op een houtproduct. Naast de GS1 artikelcode is ook de lengte opgenomen en het batchnummer.
In een artikelbericht wordt aangegeven of het een variabel artikel betreft en wat de variabelen zijn. Ook de mogelijke bewerkingen op een artikel moeten in het artikelbericht worden vastgelegd. Op het moment van bestellen, leveren en betalen kan deze informatie worden gebruikt om het juiste artikel te definiëren. Definities
Variabele: Eenheid die steeds een andere waarde kan hebben (b.v. lengte, breedte, gewicht).
Bewerking: Handeling die de aard van het product wijzigt (bijvoorbeeld bewerkt of onbewerkt hout).
Optie: Keuzemogelijkheid (Opties vallen buiten de scope van deze oplossing).
Extra gegevens in het artikelbericht: Indicatie variabel artikel Variabel gegevens Variabele code Variabele naam Soort waarde
Eenheid numerieke waarde
(verplicht, type boolean, mogelijke waarden J/N) (optioneel, komt maximaal 10x voor) (verplicht, type an..35) (verplicht, type an..35) (verplicht, an..3) (optioneel, an..3)