Buiten Gewoon werken zomer 2012
“Stimuleren e-learning bij medewerkers met weinig vooropleiding is niet moeilijk” Digitaal leren bij laagopgeleiden effectief Interview Welplaat:
Welplaat test nieuwe e-learningportal SW
Buiten Gewoon werken
Inhoud Expert aan het woord
zomer 2012
Digitaal leren ook bij laagopgeleiden effectief
“Stimuleren e-learning bij medewerkers met weinig vooropleiding is niet moeilijk” Digitaal leren bij laagopgeleiden effectief Interview Welplaat:
Welplaat test nieuwe e-learningportal SW
Ben Vaske (53) weet als geen ander wat e-learning kan betekenen voor laagopgeleide volwassenen. Hij is directeur van Stichting Expertisecentrum ETV.nl die digitaal oefenmateriaal ontwikkelt voor deze doelgroep.
Aan deze editie van BuitenGewoon werken werkten mee: Jose Meijer, voorzitter SBCM David van Dijk, CCE Utrecht & Noord Holland Ben Vaske, Stichting Expertisecentrum ETV.nl Ruben Bellens, VDAB Derk Koole, Saver Karin Roeske, Welplaat Marieke Woudstra, Noorderbreedte SBCM medewerkers Fotografie: Ivonne Zijp Vormgeving: Vormplan Design, Amsterdam Drukwerk: van de garde | jémé
pagina
5
Ruben Bellens, de spin in het webleren
Wat kan Nederland van Vlaanderen leren? Op het gebied van e-learning loopt Vlaanderen op ons voor. Overheidssubsidie, een opleidingsvisie en sterk beleid zorgen daarvoor.
pagina
8
Colofon SBCM is het A&O-fonds sociale werkvoorziening. Het wordt bestuurd door de landelijke vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers van de sector. SBCM is het kennis- en expertisecentrum voor arbeidsontwikkeling, gezond en veilig werken en arbeidsmarkt in de SW-sector. Voor meer informatie over de projecten van SBCM: www.sbcm.nl SBCM Postbus 556 2501 CN Den Haag Tel.: 070 – 376 57 48 E-mail:
[email protected] www.sbcm.nl
2
BuitenGewoon werken | zomer 2012
Welplaat test nieuwe e-learningportal SW “Het zelfvertrouwen van de deelnemers neemt zienderogen toe”
pagina
11
E-learning binnen zorginstelling Noorderbreedte pagina
14
Gissen is missen!! Nog niet zo lang geleden dacht ik dat veel SW-medewerkers minder bedreven waren in het omgaan met een pc of iPad. En zich dus niet via digitaal leren zouden kunnen ontwikkelen. Gissen is missen, blijkt ook hier weer. Ik heb mijn mening herzien doordat . . . − . . . op vergaderingen ons SW-kader opeens met Jan en alleman zat te ‘pingen’. − . . . ik via www.steffie.nl een simpele uitleg kreeg over hoe ik mijn OV-chip automatisch kan opwaarderen.Ik realiseerde mij ineens dat Steffie het beter deed dan bijvoorbeeld de NS zelf. − . . . een SW-bedrijf mij over een reorganisatie wilde informeren. Ik wilde ter plekke een nieuwe datum prikken, maar mijn smartphone liep vast. “Oh”, zei de directeur, “daar hebben wij Ivonne voor.” Ze had net de broodjes geserveerd. “Kom maar hoor”, zegt Ivonne. Met wat vingervlugge bewegingen was het probleem zo opgelost. “Ik heb u op ons netwerk ingelogd,” klinkt het wanneer ze zich omdraait. − . . . tijdens een workshop over digitaal leren in de Brabanthallen presenteerde een thuiszorgorganisatie hoe zij haar medewerkers sociaal vaardiger maakt. OR-leden vertelden dat de medewerkers zaten te springen om mee te doen. Toen ik de leuke beelden zag dacht ik: “Op zo’n manier kunnen onze mensen ook leren klantvriendelijk te zijn!” Afijn, u begrijpt het. Gissen bleek missen! Ik ben om. De SW-professional die denkt dat een flink deel van de SW-medewerkers niet digitaal kan leren, moet zijn oor maar eens te luisteren leggen. E-learning heeft de toekomst voor onze doelgroep, hoe de woelige omstandigheden rond de SW zich ook ontwikkelen. Dit magazine belicht e-learning vanuit een aantal invalshoeken. U kunt onder andere de conclusie trekken dat we flink achterlopen op de Belgen, dat het leren op elk moment kan beginnen en dat de medewerkers zo enthousiast zijn dat ze ook thuis inloggen. Dat medewerkers er meer zelfvertrouwen door krijgen. Ook hebben we aan een SW-organisatie gevraagd de investeringen voor een e-learning omgeving op een rij te zetten. Veel leesplezier en mis dit nummer dus niet!
Jose Meijer Voorzitter SBCM
BuitenGewoon werken | zomer 2012
3
Kort
zomer 2012
Voorstelling: ‘Rain Man’ van Dan Gordon / Utrechtse spelen Gezien: 9 maart in de Utrechtse schouwburg Reprises: dit najaar ‘on tour’ door heel Nederland Recensie: David van Dijk, autismespecialist (Casemanager CCE Utrecht & Noord Holland)
Vervolgens het geld dat hij, door gebruik te maken van zijn broers kwaliteiten, zelf kan verdienen. Toch begint hij langzaamaan te begrijpen hoe zijn broer in elkaar steekt en lukt het hem om Raymond iets nieuws te leren: dansen.
Het verhaal van de film ‘Rain Man’ uit 1988 is welbekend. Charlie, een heuse yup, ontdekt door zijn erfenis dat hij een broer heeft. En niet zo maar een broer: Raymond blijkt autisme te hebben en dat heeft veel invloed op hoe de twee met elkaar omgaan. In eerste instantie ziet Charlie alleen het geld van de erfenis.
De handvatten wie, wat, waar, wanneer en hoe1, die Charlie gebruikt om zijn grote broer iets nieuws te leren, zijn universeel. Ook al zullen deze handvatten bij elk persoon met autisme anders ingezet moeten worden om tot het gewenste resultaat te komen. Bruin, C. de (2005). Geef me de 5. Doetinchem: Graviant.
1
Flexhal voor productiefuncties SW-organisatie Breed uit Nijmegen heeft een flexhal ingericht. In de flexhal doen de medewerkers eenvoudig werk zonder tijdsdruk met als doel snel uit te stromen naar productiefuncties. Voor de toekomst zou het goed zijn om een dergelijke pool te ontwikkelen voor mensen met ervaring en toekomst in de procesindustrie. Dat gaat er ook komen! Maar daar is nog wat tijd voor nodig. Een medewerker bij NXP een hal in een SW-organisatie
NXP: hoe gaat het met … Hoe gaat het met het NXP-project van Breed? Wij vroegen het aan de projectleider van SBCM, Remko Korsmit. “Vorig jaar zomer zijn bij NXP de mensen van Breed die instroomden op een nieuw gecreëerde functie als assistent procesoperator teruggegaan naar Breed. De reden hiervan was een teruggang in de orders bij NXP. Alle contracten met mensen zonder vast dienstverband zijn toen stopgezet. Inmiddels zijn er weer nieuwe mensen vanuit Breed aan de slag bij NXP. Veelal niet dezelfde mensen die er eerst zaten, zij profiteerden van de training en ervaring en gingen elders aan de slag!”
4
BuitenGewoon werken | zomer 2012
Ben Vaske van ETV
Expert aan het woord
Digitaal leren ook bij laagopgeleiden effectief Tekst: Thomas Bersee, Cubiss
Kort nieuws
Ben Vaske (53) weet als geen ander wat e-learning kan betekenen voor laagopgeleide volwassenen. Hij is directeur van Stichting Expertisecentrum ETV.nl die digitaal oefenmateriaal ontwikkelt voor deze doelgroep. Inmiddels heeft ETV.nl op Oefenen.nl ruim een miljoen-accounts. Volgens hem is het dan ook een fabeltje dat e-learning niet geschikt zou zijn voor laagopgeleiden: “Uit onderzoek blijkt zonneklaar dat digitaal leren ook voor laagopgeleiden effectief is, maar er moet wel begeleiding bij.”
FF checken
Wat moet een organisatie allemaal regelen wanneer die aan de slag gaat met e-learning? Welke tips en trucs zijn er? Hiervoor heeft SBCM een checklist e-learning ontwikkeld. U kunt deze vinden op de SBCM-site: www.sbcm.nl.
Lees verder op pagina 6
BuitenGewoon werken | zomer 2012
5
Vervolg van pagina 5
Een kwart van de Nederlandse beroepsbevolking is laagopgeleid. In absolute getallen gaat het over bijna twee miljoen werkenden en werkzoekenden. Ongeveer de helft van hen is laaggeletterd. Vanwege hun geringe taal- en rekenvaardigheid zijn zij extra kwetsbaar op de arbeidsmarkt.
het leertraject te bestaan uit kleine overzichtelijke stappen, de inhoud moet direct aansluiten bij wat iemand dagelijks aan vaardigheden op de werkvloer nodig heeft. Vanochtend geleerd, vanmiddag toegepast, zo zou het idealiter moeten gaan.”
Aversie tot leren bij laagopgeleiden is misverstand
Geduldige oefenmeester
Volgens Vaske is het een misverstand dat laagopgeleiden een aversie tot leren zouden hebben. Vaske: “Voor veel laagopgeleiden was de schoolcarrière een hindernisbaan vol tegenslag, frustratie en falen. Een schoolse aanpak werkt bij hen dan ook niet, maar als je een aantrekkelijke non-formele leeromgeving aanbiedt, dan blijken ze vaak wonderwel heel snel de smaak van het leren te pakken te krijgen.” Wat bedoelt Vaske met een aantrekkelijke non-formele leeromgeving? Vaske: “Laagopgeleiden behoeven een gevoel van veiligheid. Vaak moeten ze af van hun angst om wederom te falen, en daarop afgerekend te worden. Een persoonlijke benadering met een grote dosis van positieve feedback is daarom vereist. Het is belangrijk dat niet eerst wordt gekeken naar wat iemand niet kan, maar juist naar wat iemand wél kan. Vervolgens behoort
6
BuitenGewoon werken | zomer 2012
Welke rol is er weggelegd voor e-learning? Vaske: “De computer is een krachtig instrument om het benodigde maatwerk te kunnen leveren voor de individuele leertrajecten. Met de computer kunnen laagopgeleiden zelfstandig oefenen met de leerstof die ze op dat moment nodig hebben, en dat op hun eigen niveau en in hun eigen tempo. De computer is een geduldige oefenmeester die op elk gewenst moment kan worden gebruikt.” Zijn laagopgeleiden wel voldoende computervaardig genoeg voor e-learning? Vaske: “Laagopgeleiden en ook laaggeletterden zijn zeker niet per definitie digibeet. Meer dan 95% van de Nederlanders heeft thuis een computer, en zelfs het overgrote merendeel van de laaggeletterden maakt gebruik van Internet. Met meer dan één miljoen-accounts op Oefenen.nl. Dat zegt eigenlijk al genoeg.” Wat kun je als bedrijf doen om e-learning te bevorderen? Vaske: “Uiteraard kun je
computers met internet ter beschikking stellen. Tablets of iPads verdienen misschien wel de voorkeur. Die zijn gebruiksvriendelijk en bieden een breed palet aan digitale mogelijkheden.” Misschien wel even belangrijk is de bedrijfscultuur: “Goed werkgeverschap betekent dat het normaal gevonden wordt, dat elke werknemer van hoog tot laag, de kans krijgt om zich verder te ontwikkelen. Dan komt e-learning vanzelf van de grond.”
Sleutel tot leersucces In plaats van e-learning spreekt Vaske overigens liever van blended learning. Vaske “Het aanbieden van computers met educatieve programma’s alleen is niet genoeg. Het gaat om een mediamix. Veel ETV-nl-programma’s gaan daarom vergezeld van afdrukbare werkbladen en bij een aantal zijn er zelfs papieren werkboeken. Daar wordt grif gebruikt van gemaakt, zoals blijkt uit het grote aantal bestellingen. Persoonlijk begeleiding blijft belangrijk. Dat kan een professionele docent zijn, maar ook een werkbegeleider of een onderwijsvrijwilliger. Begeleiding, begeleiding en nog eens begeleiding, dat is de sleutel tot leersucces.” Welke winst levert de training in basisvaardigheden op? Vaske: “Allereerst gaat
Ben Vaske (1959) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Leiden en specialiseerde zich in de mediëvistiek. Daarna werkte hij als docent communicatieve vaardigheden en vervolgens als onderwijscoördinator in het middelbaar beroepsonderwijs. Voorts gaf hij managementtrainingen. Hij is auteur van meerdere cursusboeken, waaronder het zojuist herdrukte ‘Professioneel presenteren, sprankelend spreken in de praktijk’. Sinds 2002 werkt hij bij ETV.nl. Eerst als projectmanager en vanaf eind 2003 als directeur van de Stichting Expertisecentrum ETV. nl. Onder zijn leiding groeide ETV.nl uit tot een van de belangrijkste aanbieders in Nederland van multimediaal leermateriaal.
het om het verminderen van de bedrijfsmatige faalkosten want die zijn vooral te wijten aan miscommunicatie en gebrekkige basisvaardigheden. Voorts is het welbevinden van de werknemer belangrijk. Iemand die leert en zich in zijn kracht gesterkt voelt, heeft meer zelfvertrouwen, is prettiger in de omgang, is meer gemotiveerd, verzuimt minder, en presteert meer. Bovendien zijn basisvaardigheden een voorwaardelijke opstap voor allerlei vakspecifieke trainingen en gerelateerde functiegerichte cursussen. Kortom, basisvaardigheden zijn de trampoline van de werkvloer, daarin investeren loont, het betaalt zichzelf meer dan terug.”
E-learning portal SW
In nauwe samenwerking met SBCM wordt het genoemde oefenportal uitgebreid en speciaal op maat gemaakt voor de SW-bedrijven (Oefenen.nl/ sw.) De SW portal zal een breed aanbod van interactieve programma’s voor training bevatten. Dat aanbod varieert van basis- tot computervaardigheden en van werknemers- tot vakvaardigheden. De portal zal in september van 2012 beschikbaar zijn voor de SW-sector.
ETV.nl
ETV.nl realiseert educatieve televisieseries en multimediale oefen- en instructieprogramma’s voor laagopgeleiden en laaggeletterden. De basisvaardigheden taal, rekenen en alledaags computergebruik staan daarbij centraal. Maar materiaal wordt ook aangeboden op thema’s zoals gezondheid, werk en opvoedingsondersteuning. Het gaat om laagdrempelig materiaal waarmee de doelgroep zelfstandig of onder begeleiding kan oefenen. Het online oefenmateriaal staat bijeen op de oefenportal Oefenen. nl. Begin 2013 lanceert ETV.nl twee nieuwe oefenprogramma’s: ‘Uit en Thuis’ (een Lees en Schrijf!-product) en een vervolg op het succesvolle Taalklas.nl: ‘Taalklas.nl Plus’.
BuitenGewoon werken | zomer 2012
7
Ruben Bellens, de spin in het webleren
Ruben Bellens, Vlaamse Dienst Voor Arbeidsbemiddeling
Wat kan Nederland van Vlaanderen leren? Tekst: Michael Halve en Arie Visser
Op het gebied van e-learning loopt Vlaanderen op ons voor. Overheidssubsidie, een opleidingsvisie en sterk beleid zorgen daarvoor. Hoe hebben onze zuiderburen, die e-learning webleren noemen, dit ingericht? Voor wie is het beschikbaar? En wat kunnen wij daar in Nederland van leren? Ruben Bellens, trainingsmanager bij de VDAB, de Vlaamse equivalent van het UWV, geeft vanuit Brussel antwoord op die vragen.
8
BuitenGewoon werken | zomer 2012
De VDAB, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, was er vroeg bij. Al in 1999 startte de organisatie met webleren. In eerste instantie in proefprojecten met modules en cursussen die werden gehuurd van firma’s. Stelselmatig is de opzet uitgebreid wat leidde tot een eigen cursusaanbod in 2002. “In 2006 werden alle webleren-modules gebundeld en aangeboden vanuit een eigen systeem en in 2009 zijn we overgeschakeld op het open source systeem Moodle,” vertelt Bellens. “Momenteel bieden we 270 verschillende cursussen voor werkzoekenden en werknemers. Daar komen elk jaar zo’n 35 nieuwe cursussen bij.”
Ruben Bellens geeft als trainingsmanager leiding aan 35 personen. Dat zijn webcoaches, cursusontwikkelaars en technische experts. Een groot deel van de e-learningmodules wordt dus ‘in huis’ ontwikkeld en gebouwd. Daarnaast wordt beroep gedaan op gespecialiseerde firma’s zoals Opikanoba om modules te ontwikkelen. De overheid financiert dit. “Vlaanderen heeft 187.000 werkzoekenden, waarvan zich jaarlijks 25.000 inschrijven voor een webcursus,” zegt Bellens. “De overheid financiert de ontwikkeling en bouw en daarnaast worden alle cursussen gratis aangeboden aan Vlaamse werkzoekenden. Maar ook in België hebben wij te maken met krimpende budgetten. Meer en meer worden dan ook partnerships opgezet.”
Geven en nemen Het aangaan van dit soort samenwerkingsverbanden is overigens niet alleen gebaseerd op kostenbesparing. De cursussen zijn op die manier veel meer gericht op de arbeidsmarkt. Bellens geeft een voorbeeld: “Group Thermote & Vanhalst, gekend als marktleider voor heftrucks en hoogwerkers, heeft met ons contact gezocht. Zij wilden iets doen aan het inzicht in en kennis van de logistieke ketting in het bedrijf. De cursus die wij ontwikkelden is ook voor anderen beschikbaar, maar is wel gebaseerd op de situatie bij TVH. Immers, een partnership is geven en nemen.” Er blijkt via webleren veel meer mogelijk dan taal- en rekenles. Zelfs voor bouwvakkers en de beroepschauffeurs bestaan in Vlaanderen e-learningmodules. “De vrachtwagenopleiding kent lange wachttijden. Veel kennis uit de opleiding, zoals lastenbeveiliging en wegcodes kan prima via webleren worden ontsloten. Een coach gaat langs in de regionale opleidingscentra om de e-learningmodule te presenteren. Regionale instructeurs waren in het begin huiverig, maar zijn nu enthousiast over het niveau van de cursus en het slagingspercentage van cursisten.” VDAB bemiddelt voor een zeer brede doelgroep; alle werkzoekenden van Vlaanderen. Bedrijven betalen voor cursussen voor hun medewerkers (35 tot 75 euro voor online coaching door VDAB), maar voor werkzoekenden en werknemers is webleren volledig gratis. Ook aan mensen die niet gemakkelijk overweg kunnen met een pc is gedacht. Daarvoor heeft VDAB de module
‘www.weblerenmaakdeklik.be’ ontwikkeld. Uit cijfers blijkt dat een kwart van de Vlamingen dat aan webleren doet, ‘kortgeschoold’ is. Dertien procent is allochtoon.
Succesfactoren VDAB biedt alle online trainingen centraal aan. Volgens Bellens is een van de succesfactoren voor webleren dat je de versnippering tegengaat. Die visie is een aanmoediging voor SBCM om de ingeslagen weg te volgen, want ook het e-learningportal ‘oefenen.nl’ zal een breed aanbod van programma’s achter een enkele login ontsluiten. Als één op de zeven werkzoekenden gebruikmaakt van webleren, mag je toch spreken van succes? Bellens is echter bescheiden: “Over het meten van succes, voeren we geen diepgaande studies. We weten dat we 1.000 getuigschriften per maand uitgeven, maar het merendeel gebruikt webleren op eigen initiatief voor persoonlijke ontwikkeling of als hulpmid-
Waaraan voldoet een aantrekkelijke webcursus? • Goed visueel ondersteund • Optioneel audio voor anderstaligen • Snelle “Aha-Erlebnis” • Korte tekstjes • Herhaling • Samenvatting • Kleine cycli: 1. theorie 2. illustratie 3. tip 4. oefening • Maar bovenal online coaching door een vakexpert die de cursist bijstaat met antwoorden, opdrachten, begeleiding.
del. En dat is ook prima. E-learning kent relatief een hoog percentage deelnemers dat de cursus niet geheel afrondt. Maar als je dertig procent van de module hebt gedaan, ben je deels geschoold. We zien dat veel bezoekers precies dat stuk uit de cursus doen waaraan zij behoefte hebben. Mensen sprokkelen graag stukken informatie bij elkaar. De VDAB ondersteunt webleren ook via 68 opleidingscentra, verspreid door Vlaanderen. Hier worden cursisten via Blended Learning (een mix van groepsgewijze instructie en individueel webleren) ondersteund. Deze ondersteuning verhoogt het aantal cursisten dat de training wel geheel afrondt.” Dat niet iedereen een certificaat haalt via webleren zou gezien kunnen worden als een nadeel. Bellens is van mening dat het precies andersom is: “De informele manier van leren is juist de succesfactor. Het draait om de flexibiliteit. E-learning is slechts het middel om er te komen. De tijden dat men op Excel- of Wordcursus ging, zijn voorbij. Die cursussen zijn te
Bekijk ook het Vlaamse aanbod van webleren: www.vdab.be/webleren Bijkomende info: • Zoek op Facebook naar de pagina van “VDAB-Webleren” • Zoek op Youtube naar het kanaal van “VDABwebleren” Ook als Nederlandse werkzoekende of werknemer kun je je gratis inschrijven voor een cursus.
Lees verder op pagina 10
BuitenGewoon werken | zomer 2012
9
Vervolg van pagina 9
Curriculum Vitae Ruben Bellens Ruben Bellens is manager e-learning bij VDAB in Brussel. Hij schrijft regelmatig voor Edublogs.be en was lid van de e-learning groep van European Vocational Training Association (EVTA) en van de organisatie Belgian Open and Digital Learning (BE-ODL). Hij doorliep Romaanse Filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven en een postgraduaat Bankwezen aan de Hogeschool voor Wetenschap in Brussel. Twitter: @RubenBellens
Kort nieuws
uitgebreid. Als iemand nu wil weten hoe hij in Word een tabel invoegt, dan gaat hij naar die betreffende oefening. De theorie erbij pakken is optioneel; probleemgestuurd leren, noemen we dat.”
Toekomst De afdeling van Bellens denkt al na over nieuwe toepassingen. Ook deze ideeën komen vaak rechtstreeks uit de praktijk. Mobile learning is volgens Bellens niet het toverstokje, maar het biedt wel een nieuwe dimensie aan mogelijkheden die verder gaat dan traditionele e-learning. “We hebben een eerste app ontwikkeld voor de iPad. De app toont leerlingkoks verschillende snijtechnieken. Via een pilootproject wordt dit in Antwerpen getest. In een keuken wil je geen pc naast de pan met soep hebben staan. Een tablet biedt dan uitkomst. Bovendien kunnen leerlingen met het tablet hun handelingen laten filmen. Die filmpjes kunnen dan weer onderdeel worden van de app. In september is er een kwaliteitsbevraging. Als het succesvol is, kunnen we meer apps ontwikkelen.”
Een beeld zegt meer dan 1.000 woorden Onder dit motto past het afvalinzamelbedrijf Saver al drie jaar e-learning toe om chauffeurs en beladers te instrueren op het gebied van Veiligheid en Agressiebeheersing. Saver, een regionaal afvalinzamelbedrijf in West-Brabant, heeft 150 medewerkers en heeft daarnaast een contract met een uitzendbureau voor het inhuren van beladers. Alle medewerkers en uitzendkrachten volgen met succes de instructie via e-learning.
Nieuwe ontwikkelingen in e-learning Ondanks de financiële crisis geeft 82 procent van de Nederlandse huishoudens aan in 2012 interesse te hebben in de aanschaf van een tablet. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO naar de Nederlandse tabletmarkt. Het is dan ook een trend om steeds meer e-learning modules geschikt te maken voor een tablet.
Derk Koole - de KAM-coördinator van Saver - is zeer enthousiast over e-learning: “Het is met succes toe te passen in de werksituatie, ook voor laag opgeleide medewerkers en mensen die niet erg PC-vaardig zijn.” Het O&O fonds Afval&Milieu heeft voor de afvalinzamelsector drie e-learning programma’s ontwikkeld: ARBO-instructie Afvalinzameling; Autolaadkraaninstructie en Blijf de Baas (agressiebeheersing). Meer informatie hierover kunt u opvragen bij: Bart van Eggelen, medewerker O&O fonds Afval&Milieu, T (026) 356 95 70,
[email protected] Het ophalen van vuilnis
10
BuitenGewoon werken | zomer 2012
Welplaat test nieuwe e-learningportal SW
Karin Roeske, Welplaat
“Het zelfvertrouwen van de deelnemers neemt zienderogen toe door het volgen van opleidingen. E-learning draagt daaraan bij.” Sociaal Werkvoorzieningsschap ‘De Welplaat’ uit Spijkenisse is één van de elf SW-organisaties, die deelnamen aan het pilotproject om het nieuwe e-learningportal SW van SBCM, oefenen.nl, te testen. Projectleider Karin Roeske is enthousiast. Maar feitelijk nog belangrijker: de SW-medewerkers zijn mogelijk nog enthousiaster.
Hoe lang werkt de Welplaat al met e-learning? “In de loop van 2009 heb ik voorzichtig de eerste stapjes gezet, maar dat was nog heel oriënterend. In mei 2010 hebben we het met de campagne laaggeletterdheid écht opgepakt. De gemeenten van Voorne-Putten, met als initiatiefnemer de gemeente Spijkenisse, financiert voor onze medewerkers verschillende opleidingen. Zoals NT2 met inburgering en alfabetisering. De docenten van diverse ROC’s bepalen het lesmateriaal dat past bij het niveau van de deelnemer. Als aanvulling hierop gebruiken zij e-learning. Daarnaast zagen we dat medewerkers af en toe stil zaten, bijvoorbeeld omdat een nieuwe werkopdracht vertraging had. Lees verder op pagina 12
BuitenGewoon werken | zomer 2012
11
Vervolg van pagina 11
Karin Roeske werkt sinds november 2008 bij Sociale Werkvoorzieningsschap Welplaat. In haar functie als trajectbegeleider is ze verantwoordelijk voor de ontwikkeling van medewerkers, met als inzet detachering voor wie dat haalbaar is. Sinds dit jaar maakt zij deel uit van de landelijke klankbordgroep ‘E-learning Portal SW’.
Wij dachten; dat moet anders kunnen. Die gaten in het rooster kun je prima opvullen met e-learning.”
Welke faciliteiten hebben jullie voor e-learning? “We hebben inmiddels een leslokaal met twaalf pc’s, waar de hele week wordt lesgegeven. Daarnaast zijn zes pc’s neergezet op de verschillende locaties, waardoor medewerkers ook in de nabijheid van hun werkplek aan de slag kunnen met e-learningprogramma’s. Op de computers op de werkvloer staan dezelfde snelkoppelingen als op de pc’s in het leslokaal, zodat de toegangen naar de programma’s makkelijk herkenbaar zijn voor de medewerkers. Voor de leidinggevenden hebben we een demo gemaakt van oefenen.nl, zodat zijzelf kunnen ervaren wat de mogelijkheden zijn met dit programma. Zo zien ze waarmee de medewerkers bezig zijn.”
Hoeveel mensen worden er binnen de Welplaat opgeleid? “Bijna 90 van de 430 werknemers worden momenteel opgeleid. De docent maakt op
12
BuitenGewoon werken | zomer 2012
een dynamische manier gebruik van regulier beschikbaar lesmateriaal. Daarnaast wordt e-learning aanvullend toegepast, afhankelijk van de cursus/ opleiding. Het opleidingspercentage is iets waar we best trots op zijn. Bovendien stijgt dit aantal nog. De opleidingen zijn succesvol. Om een voorbeeld te noemen: van twee werknemers die laaggeletterdheid hebben gevolgd, heeft één inmiddels zijn VCA-diploma gehaald. De ander gaat in september starten met AKA (MBOniveau 1).”
We werken samen met docenten die affiniteit hebben met de doelgroep, afkomstig van het Albeda College en Lentiz. Zij bepalen wat e-learning kan aanvullen op het eigen lesmateriaal. Daarnaast is er altijd een groepje stagiairs en vrijwilligers aanwezig. Zij assisteren tijdens de lessen laaggeletterdheid en rekenen. Ook hebben we collega’s die fungeren als klassenassistent, wat gelijk ontwikkeling voor hèn is. Er is altijd wel hulp nodig bij het opstarten van PC’s, persoonlijke begeleiding of iets anders.”
Wat is de relatie met het Individueel Ontwikkelingsplan (IOP)?
Wat zie je als voordelen om met e-learning te werken?
Jaarlijks bespreekt de teamleider met de werknemer een IOP. Hierin kunnen twee doelen gesteld worden: een persoonlijk en een werkgerelateerd doel. Daar kan bijvoorbeeld een vraag naar een opleiding uit voortkomen. “Alle IOP’s komen bij mij terecht, ik kijk wat de aanvraag is en welke actie ik moet nemen. Bijvoorbeeld: ‘aanvragen en/of inschrijven voor een opleiding’. Aanmelden voor een opleiding betekent bij ons ook ècht meedoen. Tweemaal per jaar bespreekt de teamleider het IOP met de werknemer om te zien hoe het staat met de doelen. Zo kun je daar waar nodig bijsturen. Voor de persoonlijke cursuswensen: stichting MEE organiseert op iedere locatie tweemaal per jaar een spreekuur. Opleidingen die gewenst maar niet werkgerelateerd zijn, kan men daar aanvragen en in privétijd volgen.”
Wat is de rol van docenten bij e-learning? “De rol van docenten is heel belangrijk.
“Er zijn vele voordelen van oefenen.nl. Je hebt goed zicht op de individuele vorderingen van de medewerker en het programma kan aanvullend worden gebruikt tijdens de opleidingen. Je kunt ook makkelijk modules op maat maken. Zo heb ik voor een groepje medewerkers programma’s gemaakt over persoonlijke hygiëne en gezonde voeding. Het is erg prettig dat je een programma op het individu kunt afstellen. Zo krijgt iedereen cursusstof op zijn of haar eigen niveau aangeboden en kan men daar individueel mee aan de slag. Thuis of, als het werk het toelaat, op de pc op de werkvloer. Ik vind het een nadeel dat verschillende e-learningprogramma’s allemaal hun eigen login-gegevens hebben. Daarom is oefenen.nl zo fijn. Dan werk je gewoon met één login-naam en één wachtwoord.”
Wat merk je aan collega’s die opleidingen volgen? “Je ziet medewerkers zelfvertrouwen krijgen en dat ze privézaken zelf gaan
regelen. Het zorgt er voor dat ze trotser worden. Cursisten krijgen automatisch computervaardigheden mee. We horen van de teamleiders dat ze duidelijk zien dat medewerkers zich ontwikkelen en daardoor beter functioneren. Dat is misschien nog wel het grootste compliment. Het geeft aan hoe goed de lessen aansluiten op wat de werknemer nodig heeft.
Tips voor andere SW-organisaties “Het klinkt wellicht simpel, maar je moet gewoon beginnen. Start ergens mee, dan breidt het zich vanzelf uit. Maak daarna een plan met wie je aan de slag gaat, leg vast wat medewerkers willen en gebruik daar op een slimme manier het IOP voor. Zoek goede partners die affiniteit met de doelgroep hebben. Verder is het van belang de faciliteiten goed te organiseren.
Een ‘nadeel’ is dat we een wachtlijst van veertig personen voor het project laaggeletterdheid hebben. Iedereen is erg enthousiast. Dat enthousiasme vertaalt zich ook in de opkomst. Het is altijd vol. We hopen dan ook dat de subsidie vanuit de gemeenten voor dit project wordt voortgezet. Zo kunnen we de wachtlijst wellicht sneller wegwerken.”
Het zelfvertrouwen van de deelnemers neemt zienderogen toe. Opleiden bevordert de maatschappelijke zelfredzaamheid in de privésfeer, e-learning draagt daaraan bij.”
Wat zie je als de meerwaarde van oefenen.nl? “De portal is zeer gebruikersvriendelijk. Het is fijn dat we als organisatie niet zelf alles hoeven te ontwikkelen en dat we via de portal de vorderingen van de medewerkers kunnen volgen. Wat mij betreft mogen alle bestaande, bruikbare, verantwoorde, digitale materialen aan oefenen.nl toegevoegd worden.”
Kort nieuws Kostenindicatie investering faciliteiten e-learning Op verzoek van SBCM heeft een SW-organisatie de kosten op een rij gezet voor hun e-learning faciliteiten. Omschrijving
Kosten
Eenmalige kosten Inrichting en verbouwing
Hoe gaat De Welplaat de komende periode verder? “We gaan door op de ingeslagen weg wat e-learning betreft; de pilot van oefenen.nl smaakt naar meer. Wat opleidingen aangaat, we zijn een bedrijf dat ontwikkelen hoog in het vaandel heeft staan en we willen dit continueren. Ook kijken we of we het opleidingsaanbod kunnen verbreden.”
“Het zelfvertrouwen van de deelnemers neemt zienderogen toe. E-learning bevordert ook de maatschappelijke zelfredzaamheid in de privésfeer.”
Inventaris
- Netwerkbekabeling: 5 5.254 - Wandinvulling door middel van kozijnen en deuren: 5 4.845,83 - Installatie door Fidato (incl. aanschaf projector, homescreen en luidsprekerset): 5 2.824 Elf tafels en stoelen
5 12.923,83
± 5 5.500,-
Jaarlijkse kosten Werkplek
Kosten voor 11 werkplekken inclusief aanschafen onderhoudskosten pc’s
5 19.580,-
Salaris opleiders
Kosten zijn inclusief werkgeverslasten
5 33.700,-
BuitenGewoon werken | zomer 2012
13
Marieke Woudstra bij een module die zijzelf ontwikkeld heeft.
“Het stimuleren van e-learning bij medewerkers met weinig vooropleiding is niet moeilijk” E-learning binnen zorginstelling Noorderbreedte Met succes volgen medewerkers met weinig vooropleiding (medewerkers niveau 2 of helpenden) van Noorderbreedte modules uit de elektronische leeromgeving ‘Fries Leerplein’. Marieke Woudstra, trainer bij Noorderbreedte: “Wij werken vanaf 2010 met het ‘Fries Leerplein’, ook voor medewerkers niveau 2. Het is niet moeilijk om hen te stimuleren met de e-learningprogramma’s aan de slag te gaan. Het zijn namelijk vaak medewerkers die er alles aan doen om goed te scoren. Te laten zien dat ze het kunnen.”
14
BuitenGewoon werken | zomer 2012
Meer verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces Een belangrijke reden voor Noorderbreedte om met e-learning aan de slag te gaan, was het stimuleren van medewerkers om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. “Dat is gelukt”, geeft Marieke aan. “Medewerkers ervaren veel vrijheid met e-learning. De medewerker heeft zelf in de hand wanneer hij de modules gaat doen. Bijvoorbeeld wanneer de kinderen op bed liggen. Hierdoor wordt leren informeler dan voorheen. Verder zien wij dat de medewerkers de programma’s met nog iemand anders doen, bijvoorbeeld een broer of collega. Door samen achter de PC te zitten, leren ze van elkaar. Meestal krijgen ze zo de smaak te pakken.” Is dit niet fraudegevoelig? “Natuurlijk kan de buurvrouw een toets invullen voor de medewerker”, antwoordt Marieke. “Maar dan valt de medewerker bij de praktijktoets door de mand. Ook dat is hun eigen verantwoordelijkheid.” De praktijktoets is voor Noorderbreedte een belangrijke aanvulling op de theorie. En dus tegelijkertijd een controlemiddel.
Tip:
zorg ervoor dat de eerste module die een medewerker moet volgen leuk en niet te moeilijk is. Is de medewerker namelijk succesvol, dan gaat hij eerder vervolgmodules doen.
Belangrijke rol leidinggevenden De leidinggevende speelt een belangrijke rol in het leerproces. Zij kunnen inloggen op het systeem en zo medewerkers volgen. Zij kunnen dan zien of een medewerker modules volgt, de score voor een toets, enzovoort. Bij Noorderbreedte kunnen medewerkers één herkansing zelf doen. Voor de tweede herkansing moeten zij naar hun leidinggevenden. Dit is voor de leidinggevende een belangrijk moment om de medewerker te begeleiden: hoe komt het dat je gezakt bent? Heb je meer ondersteuning nodig? “Natuurlijk zijn er ook medewerkers die niet inloggen en geen modules doen. Managers kunnen dit zien binnen het systeem en spreken medewerkers er dan op aan. Vaak is er sprake van een groter probleem en functioneert de medewerker minder goed. Indien nodig, komt het niet volgen van e-learningmodules in het jaargesprek aan de orde,” aldus Marieke. Deze relatief zware sturing is binnen Noorderbreedte nodig omdat zij wettelijk verplicht zijn hun medewerkers (bij) te scholen. Denk hierbij aan BHV en vaardigheden zoals injecties geven.
Het onderling uitruilen van modules Noorderbreedte bestaat uit 15 locaties en elke locatie stelt jaarlijks een opleidingsplan op. In dit jaarplan wordt aangegeven welke deskundigheid de medewerkers moeten ontwikkelen. De trainingen die medewerkers kunnen volgen worden zowel incompany als via e-learning modules aangeboden. Medewerkers niveau 2 kunnen bijvoorbeeld de modules ‘Het voorkomen van doorliggen’ en ‘BHV, brand en ontruimen’ volgen. Een steeds belangrijker onderdeel in de modules is interactiviteit, bijvoorbeeld door het gebruik van spelletjes, filmpjes en quizzen. Trainers kiezen hier bewust voor omdat iedere medewerker zijn
Verpleegkundige Kimberly Faber aan de slag met de e-learningmodules.
“Voordoen en nadoen is de krachtigste leervorm. Daarom zijn filmpjes zo belangrijk in e-learning.” eigen leerstijl heeft. De een leert makkelijker met verhalen, de andere door het toepassen van de theorie. Zo is er voor elk wat wils. De ontwikkeling van de e-learningmodules doet Noorderbreedte grotendeels zelf. Afhankelijk van het onderwerp, ontwikkelt een trainer een module. Om het aanbod te vergroten, ruilen zorginstellingen e-learningmodules met elkaar uit. Bijvoorbeeld de module ‘Dementie’ van Noorderbreedte, wordt geruild met de module ‘inhaleren bij longaandoeningen’ van een andere zorginstelling. Een handig concept, want net als in de SW, moet de zorg zorgvuldig omgaan met uitgaven.
Tips van Noorderbreedte voor het invoeren van e-learning: 1. E-learning kan alleen slagen wanneer de directie erachter staat en wanneer er geld en tijd voor vrijgemaakt wordt. Ook is het belangrijk een projectleider aan te stellen. 2. De techniek moet optimaal zijn. Het is funest wanneer een medewerker de stap heeft gezet een module te volgen en vervolgens blijkt de PC te langzaam te zijn. Of de geluidskaart werkt niet. 3. Met name bij medewerkers met weinig vooropleiding is het belangrijk dat er niet veel verschil zit tussen de theorie van de module en de praktijk op de werkvloer. 4. Hou de modules klein, maximaal 30 minuten. Hierdoor blijft het overzichtelijk voor de medewerker. 5. Betrek de mensen van de werkvloer bij het ontwikkelen van de modules. Bijvoorbeeld door ze mee te laten doen in een filmpje. Of door ze mee te laten lezen met de opzet van de module.
BuitenGewoon werken | zomer 2012
15
Buiten Gewoon werken Tiny Vermeulen en Tanja Verhagen van MTB, Maastricht
Tiny en Tanja:
“ik weet nu wat gevaarlijk is” Tiny Vermeulen en Tanja Verhagen werken bij La Cafetière vanuit MTB via Wol (werken op locatie). Zij monteren hier plastic handvaten aan glazen theekannen. Zij volgden hiervoor een instructie van TAS, een e-learningprogramma van SBCM waarbij de medewerker leert omgaan met arbeidsrisico’s.
Wat hebben jullie geleerd van TAS? Tiny: “Ik wist eerst niks van machines en veiligheidsregels. Nu weet ik wat ik moet doen als er iets gebeurt met een machine. Zoals op de rode knop duwen wanneer het fout gaat.” Tanja: “Dat mensen zoals ik, die een pacemaker hebben, in de gaten moeten houden dat ze niet bij alle machines mogen komen. Deze kunnen gevaarlijk zijn; dat kun je zien aan die sticker.”
Hoe kunnen jullie dit toepassen in jullie werk? Tiny: “Werken met rommel om je heen is heel gevaarlijk. Als je het niet ziet kun je lelijk vallen. Je moet zelf dus goed opruimen.” Tanja: “Mensen die geen veiligheidsschoenen aan hebben en achter een palletwagen lopen, kan ik nu vertellen dat dit gevaarlijk is en ze zeggen dat ze het moeten doen voor henzelf en de veiligheid.”