GESCAND OP - 8 APR.
Gemeente
Oostzaan
Comeents Oostzaan
Gemeentehuis ockadrcs
Buiten gewoon
Postadres Telefoon Fax
Gemeenteraad Oostzaan
E-maii Internet
P/a Postbus 20 153OAA Wormeriand
Postbus 2 0 , 1 5 3 0 AA W o r m e r 0 7 5 651 2 1 0 0 075 651 2244
[email protected] www.oostzaan.nl
Beleid en regie Uw kenmerk / Uw brief
Ons kenmerk Datum Behandelend ambtenaar
Onderwerp 3-IVleting Kanteling Wmo
K e r k b u u r t 4 , 1 511 BD O o s t z a a n
Afdeling
15-002288 1 6 maart 201 5 Ffeya NeWtOII
Beleid en regie
Geachte gemeenteraad,
Bij de behandeling van de kadernota Maatschappelijke ondersteuning 2011-2014 is in de raadsvergadering van 1 3 december 201 O amendement 63 RVS 1 0/65 aangenomen. Het amendement luidt: het college een O-meting (stand van zaken nu) en een I-meting (na bv I Jaar) uit te laten voeren ten einde te kunnen zien of er kostenbesparingen dan wel toegenomen kosten zijn in het gebruik van "vangnet" voorzieningen (verstrekken hulpmiddeien etc). Om goed zicht te krijgen op de ontwikkelingen dient dit te worden gevolg door een vervolgmeting (bv na 2Jaar). Het college heeft u 21 mei 201 2 bericht dat hiervoor een meetinstrument is opgesteld en heeft u inmiddels de O-, de 1 -, en de 2-meting toegestuurd. Hierbij ontvangt u in de bijlage de 3-meting over 201 4 en de conclusies die getrokken kunnen worden op basis van alle metingen. Toelichting op het meetinstrument Er is een meetinstrument ontwikkeld en geïmplementeerd waarmee inzicht in trends kan worden vastgelegd. Het instrument heeft een tweeledig doel: 1. het registreren van de verhouding van het aantal meldingen van problemen ten opzichte van het aantal aanvragen van voorzieningen. 2. het registreren van kosten van individuele voorzieningen ten opzichte van algemene Voorzieningen. De afgelopen jaren werden bij het Wmo-loket meldingen van problemen gescheiden geregistreerd van de aanvragen van voorzieningen. Door een groter beroep te doen op de eigen kracht van de inwoners en meer algemene (goedkopere) voorzieningen te ontwikkelen zal niet elke melding leiden tot een daadwerkelijke aanvraag van een individuele (dure) Voorziening. Onze aanname is dat door de jaren heen, wanneer de cultuurverandering is geïntegreerd, verhoudingsgewijs het aantal meldingen is gestegen en het aantal aanvragen
Wilt u bij reacties altijd de datum en ons kenmerk vermelden.
van individuele voorzieningen is afgenomen. Hierbij moet worden aangemerkt dat meerdere aspecten de uitgaven beïnvloeden zoals o.a. de toenemende vergrijzing, veranderende wetgeving waardoor meer doelgroepen onder de Wmo vallen, herindicaties, nieuwe contracten met andere leveranciers, de invoering van eigen bijdragen en bezuinigingsmaatregelen. Daarnaast vraagt het opzetten van algemene voorzieningen ook investeringen waardoor de kostenbesparing over een aantal jaren moet worden bekeken. Tot slot kunnen fluctuaties groot zijn omdat de aantallen klein zijn in een gemeente met de omvang van Oostzaan. Vooral als het cijfers betreft over de nieuwe verstrekkingen in eenjaar, zoals het geval is met onder meer de scootmobielen en rolstoelen. Wat hier ook opgemerkt dient te worden is dat deze meting een eerste beeld geeft van de kosten van individuele voorzieningen en voorliggende voorzieningen, maar nog niet lang genoeg loopt en uitgebreid genoeg is om daadwerkelijk maatschappelijke effecten te benoemen. Daarvoor is het bijvoorbeeld ook nodig om te registreren waar kosten mee samen hangen (bezuinigingen, minder meldingen of aanvragen, betere contracten), of mensen meer dan voorheen gebruik maken van hun eigen sociale netwerk, en om ook het totaal aantal gebruikte voorzieningen te monitoren naast alleen de nieuwe verstrekkingen. Nu zijn bijvoorbeeld wel alle actieve pashouders AOV (BIOS) van Oostzaan meegenomen in de meting, maar van het aantal trapliften, scootmobielen etc zijn alleen de nieuwe verstrekkingen gemeten, niet alle in gebruik zijnde voorzieningen. Cijfers 2011 tot en met 2014 Meldingen ten opzicht van aanvragen Het aantal meldingen stijgt van 111 naar 1 50. Het aantal aanvragen blijft gelijk met 254. Deze stijging is groter dan de te verwachten stijging door toename van het percentage ouderen in Oostzaan van 1 8,4% naar 1 9,1 %. De genoemde cijfers zijn net als het voorgaande jaar enigszins vertroebeld doordat het registreren van meldingen nog niet helemaal was verankerd in de gekantelde werkwijze en door de verschuiving van de ingangsdatum van de nieuwe Wmo van 2014 naar 201 5. Hierdoor zijn veel herindicaties verricht voor de hulp in de huishouding welke ook staan geregistreerd als aanvraag. Het valt wel op dat de meldingen afgelopen jaar flink zijn gestegen en de aanvragen niet meer. Hulp in de huishouding: Lichte toename van uren, binnen normale marges, 25.856 ten opzichte van 24.906 in 201 3. Bij de meting van over 201 3 is aangegeven dat de Kanteling het meeste effect zou kunnen hebben op de lichtere vormen van ondersteuning, namelijk bij HBHl. Ondanks de toename van uren voor categorieën 1, 2 en 3 tezamen, zijn de uren van HBHl inderdaad afgenomen. Van 23.898 in 2013 naar 23.332 in 2014.
pag. 2/5
Rolstoel categorie 1: Lichte toename van nieuwe verstrekkingen rolstoelen. Deze toename is wel binnen de normale marges, 9 ten opzichte van 7 in 201 3, en 4 in 201 2. Deze categorie rolstoelen betreft het incidentele gebruik. De rolstoelpool die nu geopend is in de Lishof kan dit aantal in de toekomst doen dalen als mensen gebruik kunnen maken van een standaard rolstoel. In 2014 heeft een handvol inwoners uit Oostzaan hier gebruik van gemaakt. De kosten van rolstoelen zijn sterk afhankelijk van de inzet van een nieuwe rolstoel of hergebruik waarbij herinzet niet voordeliger is binnen het huidige contract. Vanaf 201 6 wordt een nieuw contract aangegaan, wat mogelijk weer gevolgen heeft voor de kosten. Scootmobiel: Het aantal nieuwe verstrekking van scootmobielen is gestegen, van 6 in 201 3 naar 1 3 in 201 4. In verhouding met het jaar daarvoor valt de stijging echter wel mee, 9 in 201 2. Het aantal van 1 3 scootmobielen per jaar is, ondanks de stijging, binnen de normale marges aangezien het aantal van 201 3 zeer laag was. Aanvullend Openbaar Vervoer (AQV): Het aantal pashouders van het AOV is iets verhoogd, van 75 naar 88. Dit is een normale fluctuatie, zeker met het toenemend aantal ouderen in de gemeente. Over het jaar 201 2 waren de exacte aantallen niet terug te vinden, omdat er in dat jaar een nieuw contract is aangegaan met BIOS, in plaats van met Connexxion. Dit heeft de jaren daarna ook tot een flinke kostenbesparing geleid. De exacte cijfers van het AOV over het jaar 201 2 missen dus, vandaar dat deze niet zijn opgenomen. Er is wel een gemiddelde van de kosten opgenomen. Samen met de cijfers over 2011, 201 3 en 2014 geeft dit alsnog een beeld van het gebruik van het AOV en de bijbehorende kosten voor de gemeente. Namelijk dat het aantal gebruikers ieder jaar iets toeneemt, wat overeenkomt met het groeiende aantal ouderen, en dat de kosten af zijn genomen vanwege het nieuwe contract met BIOS. Traplift: Het aantal trapliften blijft gedurende de jaren ongeveer gelijk, van 9 in 201 2, naar 7 in 201 3 en weer naar 9 in 2014. Deze stijging ten opzichte van 201 3 is binnen de marges. In Oostzaan kunnen we nog meer inzetten op stimuleren van inwoners om zich op tijd in te schrijven voor een andere woning. Er zijn echter twee redenen, waarom verwacht wordt dat dit weinig effect zal hebben en het aantal trapliften juist eerder zal toenemen: - Ouderen blijven graag zo lang mogelijk in hun woning wonen, en zijn - ook door familieleden- moeilijk te overtuigen om toch te verhuizen; In Oostzaan zijn bijna geen huurwoningen bestaande uit 1 verdieping beschikbaar. Ouderen moeten dus een indicatie krijgen om in de Lishof terecht te komen, of moeten zich inschrijven voor een woning in een andere gemeente, wat vaak een te grote verandering en drempel is.
pag. 3/5
Verhuiskostenvergoeding: Afgenomen van 2 naar 1 vergoeding in 2014. In vergelijking met 3 in 2011 en 5 in 201 2 is dit een normale fluctuatie. De hoogte van de vergoeding verschilt per gezinssituatie en wordt jaarlijks vastgesteld. Conclusie doelstellingen 1. Het registreren van de verhouding van het aantal meldingen van problemen ten opzichte van het aantal aanvragen van voorzieningen Het eerste doel is geregistreerd en hieruit bleek dat het aantal meldingen al vóór 201 5 flink zijn toegenomen en het aantal aanvragen stagneerde, zoals verwacht. 2. Het registreren van kosten van individuele voorzieningen ten opzichte van algemene voorzieningen De meeste kosten van de individuele voorzieningen en algemene voorzieningen zijn geregistreerd. Deze kunnen nog verdere aangevuld worden. We zien nu dat het aantal ouderen in Oostzaan is gestegen van 1 8,4% naar 1 9,1%, maar dat de kosten afnemen ondanks het gestegen aantal meldingen en de extra kosten voor de rolstoel- en scootmobielpool. De gemiddelde kosten per oudere vanaf 65 jaar, van de Wmovoorzieningen die beïnvloedbaar zijn door de Kanteling, is in Oostzaan gedaald van €436 in 201 3 naar €409 in 2014. Dit is gedeeltelijk te verklaren door de fluctuatie per jaar. Zo zijn de HBHl uren flink gedaald afgelopen jaar. Tegelijkertijd is het opvallend dat het aantal ouderen de afgelopen 4 jaar is blijven toenemen en de kosten blijven dalen ondanks het toenemende aantal meldingen en aanvragen. Deze trend wijst erop dat het werken met meldingen en de hele werkwijze van de Kanteling een positief effect heeft op de kosten van de voorzieningen. Het is nog te vroeg om te concluderen of dit alleen komt door de voorliggende voorzieningen, of door de werkwijze van de Kanteling. Daarvoor zullen we onder andere alle kosten van de individuele voorzieningen en alle mogelijke oorzaken in beeld moeten brengen. Vervolg Het jaar 2011 is als nulmeting gebruikt. Op dit moment is de B-meting over 2014 gedaan. Op basis van deze cijfers is het niet mogelijk gebleken een eenduidige analyse te maken van het effect van de kanteling. Het is wel duidelijk dat er meer meldingen (in plaats van aanvragen) binnen zijn gekomen, waarmee inwoners niet alleen individuele voorzieningen kregen toebedeeld, maar waarbij juist is gekeken naar de mogelijkheden van algemene voorzieningen en ondersteuning uit de eigen omgeving. Daarnaast zijn de kosten per oudere gedaald, ondanks het toegenomen aantal ouderen in Oostzaan. Vanaf 2015 is het verplicht om jaarlijks een meting te doen van de resultaten en maatschappelijke effecten van het beleid. Voor het nieuwe beleidsplan Wmo zullen deze gegevens die nu al bekend zijn als verdere input dienen. Met het opstellen van het beleidsplan 2016-2020 wordt bepaald welke resultaten en effecten we willen bereiken en
pag. 4/5
hoe we dit gaan meten. Hierbij zullen we zoveel mogelijk aansluiten bij de landelijke ontwikkelingen en meetmethoden.
Met vriendelijke groet, burgemeester eri wethouders,
R. Schaats bergen secretaris
R. Meerhof burgemeester
pag. 5/5