VERZONDEN 1 O JUNI 2ÖIS
Gl Gemeente
Oostzaan Buiten gewoon
3
Gemeentehuis
Gemeents Oostzsan
Gemeenteraad
ezoekadres Postadres
K e r k b u u r t 4 , 1 51 1 BD Oostzaan Postbus 2 0 , 1 5 30 AA WortTier
Telefoon
0 7 5 651 2 1 0 0
Fax
0 7 5 651 2 2 4 4
E-maii Internet
[email protected] www.oostzaan.nl
Beleid en regie Uw kenmerk / Uw brief
Ons kenmerk Datum Behandelend ambtenaar Onderwerp
Beantwoording raadsvragen PvdA 36 1 5 schuldhulpverlening
Afdelmg
15-00502 7 26 mei 201 5 M.
BOUtSma
BR/MO
Geachte gemeenteraadsleden,
Op 26 mei ontvingen wij van u onderstaande raadsvragen. Onder elke vraag vindt u onze beantwoording. M/'at zijn de eisen om in Oostzaan in aanmeri
Wilt u bij reacties altijd de datum en ons kenmerk vermelden.
Gaat de gemeente de eisen verlichten na de uitsprai<en van staatssecretaris Kieinsma, dat iedereen die dat nodig tieeft, recht heeft op schuidhuipveriening? De gemeente Oostzaan herkent zich niet in de uitspraken van de staatssecretaris. In het beleidsplan, en zeker nu met de ingezette transitie, is ervoor gekozen om iedereen de dienstverlening te bieden die passend is bij zijn- of haar- situatie. Als minder mensen in aanmerking komen voor schuldhulpverlening wil dat niet zeggen dat minder mensen passend geholpen zijn. Daarnaast blijven de motivatie en de (leer)vaardigheden van de schuldenaar van groot belang voor het slagen van een schuldhulpverleningstraject. Zo kan het duidelijk zijn dat iemand schuldhulpverlening nodig heeft, maar is het van groot belang dat de schuldenaar ook de motivatie en vaardigheden heeft om het schuldhulpverleningstraject te volbrengen en daarna ook schuldenvrij te blijven. De mogelijkheden van de gemeente om een schuldenaar te kunnen ondersteunen zijn afhankelijk van een combinatie van iemands motivatie en vaardigheden (zie ook de tabel op pagina 9 van het beleidsplan BI). Zowel motivatie als vaardigheden kunnen met de juiste aanpak verbeteren, om een situatie te creëren waarin een schuldenaar wel in aanmerking kan komen voor een traject schuldregeling. De gemeente biedt hierbij passende ondersteuning aan. vertrouwen erop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd.
leerhof burgemeester
Bijlagen: BI Beleidsplan schulddienstverlening 2012-2015 B2 Toelatingseisen 201 2-201 5
pag. 2/2
Beleidsplan schulddienstverlening 2012 - 2015 Naar selectieve instroom en snelle uitstroom
^VSt.
Juli 2012
r
•^'
Inleiding: De aanleiding om te komen tot een pian was dat de gemeente constateerde dat zij te vaak probeerde om een schuldsituatie op te lossen met een schuldregeling terwijl dat om allerlei redenen geen of weinig kans van slagen had. Door niet het aanbod (schuldregeling) maar de mogelijkheden van de schuldenaar centraal te zetten, wordt de eigen verantwoordelijkheid van de klant benadrukt, wordt de uitvoering effectiever en efficiënter en weten schuldenaren en crediteuren eerder waar ze aan toe zijn. Om te voorzien in de beoogde laagdrempelige maar tevens effectieve en efficiënte uitvoeringspraktijk is het in de eerste plaats nodig om te voorzien in preventie, ingrijpen door de keten van immateriële dienstverlening (als daar redenen voor zijn) en selectieve instroom. Bieden we schulddienstverlening alleen aan de groep voor wie een schuldenvrije toekomst ook daadwerkelijk binnen bereik ligt? Zijn er groepen die we om weloverwogen redenen (tijdelijk) niet toelaten (fraude, recidive etc.)? Daarnaast is het van belang om aandacht te hebben voor de door- en uitstroom. Hebben we de werkprocessen en ketensamenwerking slim en effectief ingericht zodat schulddienstverlening echt een tijdelijke en in principe eenmalige voorziening is? Kunnen we aanpassingen maken waardoor de door- en uitstroom sneller plaatsvindt? Met de komst van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening heeft de gemeente Oostzaan de schuldhulpverlening binnen de organisatie en de samenwerking met gemeente Zaanstad opnieuw bekeken. De basis is en blijft een integrale aanpak waarbij een goede balans is tussen preventieve activiteiten en trajecten. Daarnaast is het belangrijk dat de gemeente Oostzaan een goed beeld houdt van de uitvoering van de schuldhulpverlening en de preventie ervan. In dit beleidsplan is vastgelegd hoe de gemeente de schuldhulpverlening in de praktijk verder uitwerkt. Figuur 1 bevat een overzicht van de besluiten c.q. projecten die in deze notitie worden toegelicht.
Selectieve instroom
Sneile door- en uitstroom
- Doorontwikkelen schuldpreventie
- Creëren intensievere samenwerking met vrijwilligers
- Segmenteren in intakefase
- Realiseren nauwere samenwerking met crediteuren
- Beperken wachttijd
- Voorzien in een aanbod van nazorg
Figuur 1: overzicht van besiuiten en projecten om seiectieve instroom en sneiie door- en uitstroom te realiseren
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
De opbouw van voorliggend stuk is als volgt: Inleiding: 1 Schulddienstverlening is gericht op duurzame resultaten 2 Uitvoering vindt plaats in dynamische context 3 Sturen op instroom 4 Door- en uitstroom 5 Het werl<proces 6 Financieel kader 7 Kwaliteitsborging 8 Resultaten 9 Vervolgstappen 10 Bijlagen
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
2 4 5 6 11 12 12 12 13 13 14
1 Schulddienstverlening is gericht op duurzanne resultaten Met de inzet van schulddienstverlening beoogt de gemeente Oostzaan twee doelen te bereiken. In de eerste plaats wii zij de inwoners die hun (problematische) schulden willen aanpakken maar dat niet kunnen, ondersteunen om dat toch voor eikaar te krijgen. Daarnaast wil de gemeente waar mogelijk voorkomen dat problematische schuldsituaties leiden tot onnodige maatschappelijke kosten. De gemeente beschouwt (problematische) schuldsituaties in de eerste plaats als een probleem tussen een schuldenaar en diens crediteuren. Van schuldenaren verwacht de gemeente dan ook dat zij bereid zijn om keuzen te maken of concessies te doen ais deze noodzakelijk zijn voor de aanpak van hun financiële problemen. Van crediteuren verwacht de gemeente dat zij zich in hun optreden verantwoordelijk gedragen. Hiermee wordt enerzijds bedoeld dat zij op een redelijke wijze bijdragen aan het voorkomen van problematische schuldsituaties door geen transacties aan te gaan waarvan is te voorzien dat die tot financiële problemen leiden. Anderzijds verwacht de gemeente van hen dat zij bij (problematische) schuldsituaties geen onnodige kostenverhogende maatregelen nemen en waar noodzakelijk voor een oplossing meewerken aan een gemeentelijke schuldregeling. Tegen de bovenstaande achtergrond hanteert Oostzaan de onderstaande uitgangspunten bij de uitvoering van schulddienstverlening.
Uitgangspunten visie schulddienstverlening 1. Door in te zetten op preventie, vroegsignalering en nazorg draagt de gemeente bij aan het realiseren van financiële zelfredzaamheid, voorkomt zij het ontstaan van problematische schuldsituaties en beperkt zij de maatschappelijke kosten als gevolg van schuldsituaties; 2. Motivatie om de eigen situatie aan te pakken is de belangrijkste voorwaarde om schulddienstverlening te kunnen starten. Schuldenaren die een uitkering ontvangen, moeten hun re-integratie en schuldenproblematiek beide aanpakken. Schulddienstverlening en re-integratie worden voorwaardelijk voor elkaar; 3. De gemeente zet schulddienstverlening alleen in als verwacht mag worden dat dit bijdraagt aan een schuldenvrije toekomst en als het schuldenpakket geen schulden bevat die vanwege hun juridische aard een belemmering vormen; 4. Als de schuldenaar wel gemotiveerd is maar vanwege immateriële problemen niet op korte termijn in staat is om zich aan afspraken te houden, biedt de gemeente maximaal anderhalfjaar ondersteuning bij het betalen van de vaste lasten. Hiermee wordt escalatie in de primaire levenssfeer voorkomen; 5. Als crediteuren weigeren om mee te werken aan een schuldregeling, kan de gemeente de tot haar beschikking staande juridische instrumenten zoals een moratorium, kort geding of voorlopige voorziening inzetten om de medewerking af te dwingen.
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
2 Uitvoering vindt plaats in dynamische context Gemeenten voeren schulddienstverlening uit in een complexe en dynamische omgeving. Deze paragraaf bevat een korte toelichting op de belangrijkste actuele ontwikkelingen. 2 1 \/Q|'>«'?rht in'orrjt rirxf k a t n^nt^\
lonii»—trtrMn ri-ilrrf
Er wordt verwacht dat de behoefte aan schulddienstverlening gaat stijgen. Belangrijke indicatoren daarvoor zijn de nog steeds groeiende schuldenproblematiek onder jongeren en de steeds groter wordende druk van crediteuren. 2.2 Schuldsituaties worden steeds complexer Zeker de helft van de schuldenaren die hulp zoeken hebben niet alleen financiële problemen maar ook andere immateriële problemen. Ook de complexiteit van schuldsituaties neemt toe. Er is vaker sprake van steeds ingewikkelder multi-problematiek. Crediteuren worden steeds harder in hun opstelling en schuldenaren vragen steeds vaker om hulp voor complexe financiële producten zoals ingewikkelde aandelenpakketten of hypotheken. Naarmate een schuldsituatie complexer is, kost het de gemeente meer tijd om een passende oplossing te bieden. 2.3 Schulddienstverlening wordt een wettelijke taak Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht geworden, met uitzondering van de artikelen 5 en 11 van deze wet. Artikel 5 geeft de gemeente de bevoegdheid om een moratorium in te zetten. Artikel 11 is een aanpassing van de van de Wet op een financieel toezicht, dat inhoudt dat banken de opdracht krijgen een verzoeker een basisbankrekening te verstrekken.
Betekenis van de wet voor de gemeente De inwerkingtreding van de wet heeft voor gemeenten een aantal consequenties. Het belangrijkste is dat de gemeente moet voorzien in een integrale aanpak. Dit wil zeggen dat er in het aanbod van schulddienstverlening niet alleen aandacht is voor de financiële problematiek van een schuldenaar maar ook voor eventuele -daarmee samenhangende- immateriële problematiek. Verder moet de gemeente voorzien in activiteiten in het kader van preventie en nazorg. Schuldenaren die zich melden voor hulp moeten binnen vier weken een intake krijgen. Als er sprake is van een crisissituatie zoals een dreigende huisuitzetting, moet de intake binnen drie werkdagen plaatsvinden. Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat er sprake is van brede toegang. Dit uit zich onder meer in het gegeven dat ook natuurlijke personen die een eigen bedrijf hebben beëindigd een beroep mogen doen op schulddienstverlening. De gemeente houdt ruime beleidsvrijheid ten aanzien van de inrichting van de schulddienstverlening. De wet schrijft voor dat de gemeente in een beleidsplan onder meer vastlegt hoe zij de kwaliteit van de uitvoering borgt, wat de nagestreefde wachttijd is (met een maximum van vier weken) en wat de resultaten zijn die de gemeente wil behalen. De wet valt onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht en een beschikking in het kader van schulddienstverlening zal dus vatbaar zijn voor bezwaar en beroep.
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
3 Sturen op instroom Om van schulddienstverlening een efficiëntere en meer doelgerichte voorziening te maken is het om te beginnen van belang dat de gemeente stuurt op de instroom Om dat te doen, zet Oostzaan onder meer in op preventie, vroegsignalering en ketensamenwerking, zie ook pagina 9 Ook voorziet de gemeente in een screening in de intakefase Deze heeft onder meer als doel om na te gaan of schuldenaren al eerder in behandeling waren, al dan niet gemotiveerd zijn of dat er juridische belemmeringen zijn voor het treffen van een schuldregeling Door deze screening zorgt de gemeente er voor dat ze alleen probeert om een schuldregeling te treffen voor diegenen voor wie dat een duurzame oplossing kan bieden Om te voldoen aan de nieuwe wettelijke eisen en de beoogde meer selectieve instroom te realiseren, IS nog een aantal stappen nodig De stappen die gezet moeten worden om de meer selectieve instroom te realiseren zijn 1 Doorontwikkelen van het preventiebeleid en vroegsignalering 2 Segmenteren in de intakefase (=bepalen voor wie doen we wat) 3 Beperken wachttijd
3 1 Doorontwikkelen van het preventiebeleid en vroegsignalering De inspanningen vanuit de gemeente om het ontstaan van schulden te voorkomen, waren vooralsnog beperkt Om de instroom in de schulddienstverlenmg zo veel mogelijk te beperken en te voldoen aan de wettelijke verplichting om te voorzien in preventiebeleid, zal Oostzaan de komende maanden een preventieplan uitwerken Bij de uitwerking zal de gemeente in ieder geval aandacht besteden aan de mogelijkheden om vrijwilligers een uitgebreidere rol te geven m de schuldpreventie (zie ook de paragraaf 4 1 over de inzet van vrijwilligers om de doorstroom te bevorderen) Ook ketenpartners hebben hierin een rol Het accent van vroegsignalering verschuift zo naar vroeg ingrijpen Oplopende huurachterstanden is een belangrijk signaal en kan betekenen dat bij de huurder(s) een problematische schuldensituatie is ontstaan of gaat ontstaan Samenwerking met de woningcorporatie IS essentieel om dit signaal als gemeente te kunnen oppakken In de uitwerking van het preventieplan zal onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn om met de woningcorporatie samen te werken Energiebedrijven sturen de sociale dienst bij achterstanden die mogelijk afsluiting kunnen betekenen een signaal Vooralsnog werd een brief gestuurd naar het betreffende adres met daarin de mogelijkheden voor het aanvragen van schuldhulpverlening Voorgesteld wordt om een proactieve houding aan te nemen en de consulenten van de sociale dienst zelf persoonlijk naar het betreffende adres gaan om de mogelijkheden aan te bieden en eventuele vragen direct te beantwoorden Ook onderzoekt gemeente Zaanstad de haalbaarheid van een vrijwillige financiële quick scan voor mensen die zich melden voor een uitkering Als er bij de aanvraag al sprake is van schulden kan worden nagegaan in hoeverre deze schulden problematisch zijn Vervolgens kan worden onderzocht of schulddienstverlenmg noodzakelijk is Wij houden nauwlettend in de gaten hoe de ontwikkelingen gaan rondom deze quick scan en bij een positief resultaat bekijken wij of gemeente Oostzaan deze ook kan gaan invoeren In het nog te ontwikkelen preventieplan zal de komende maanden onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn om binnen de beschikbare budgetten een aanspreekpunt lokaal in het gemeentehuis in Oostzaan aanwezig te laten zijn Dit aanspraakpunt kan informatie geven, helpen met invullen van de formulieren en doorverwijzen Er zal onderzocht worden of de reeds aanwezige maatschappelijke organisaties deze taak op zich kunnen nemen of dat er een andere organisatie "in huis" gehaald kan worden De mogelijkheden zullen mede bepaald worden van de beschikbare budgetten De gemeente voorziet al een aantal jaren in een project thuisadministratie Vrijwilligers bieden schuldenaren ondersteuning om mensen hun thuisadministratie op orde te krijgen en hun financiële verplichtingen na te komen Verder zal de gemeente nagaan welke mogelijkheden er zijn om internet in dit kader in te zetten Bijvoorbeeld door mensen met lichte schuldenproblematiek en/of een grote zelfredzaamheid te wijzen op internetsites zoals www zelfieschuldenreqelen nl waar betrouwbare partyen zoals het Nibud en de N W K bij betrokken zijn
Beleidsplan schulddienstverlenmg 202 2015
3.2 Segmenteren in de intakefase Het implementeren van de visie vraagt om segmentatie m de mtakefase Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente in die fase nagaat wat er aan de hand is Aan de hand van een analyse van de situatie wordt bepaald of en zo ja welke ondersteuning zij aan een schuldenaar aanbiedt Met segmentatie bereikt de gemeente twee doelen die in lijn zijn met de visie In de eerste plaats biedt segmentatie de mogelijkheid om alleen een traject schuldregeling op te starten als verwacht mag worden dat deze bijdraagt aan een schuldenvrije toekomst Daarnaast biedt segmentatie de ruimte om schuldenaren die eerder gebruik maakten van de schulddienstverlening tijdelijk uit te sluiten Bijvoorbeeld in situaties waarin de gemeente iemand al eerder in verband met schulden hielp Hiermee onderstreept de gemeente dat schulddienstverlening in principe een eenmalige voorziening is
Seamentatie vindt in twpp stannpn plaats Segmenteren gaat in twee stappen In de eerste stap gaat de gemeente na of er redenen uit het verleden zijn om iemand tijdelijk met toe te laten tot een traject schuldregeling Hierbij wordt opgemerkt dat de gemeente de klant wel voorziet van advies, of (bijvoorbeeld) verwijst naar het maatschappelijk werk BIJ de groep die in principe in aanmerking komt voor een schuldregeling gaat de gemeente vervolgens na of er gezien het gedrag (motivatie, vaardigheden, aanwezige belemmeringen) en het schuldenpakket van de schuldenaar verwacht mag worden dat een schuldregeling kans van slagen heeft
Stap 1 toetsing op toelatmgscnteria Schulddienstverlening is m pnncipe een eenmalige voorziening waarmee de gemeente een schuldenaar ondersteunt om een problematische schuldsituatie op te lossen Bij elke aanmelding zal de gemeente voortaan nagaan of iemand al eerder in behandeling was voor een schuldregeling, eerder gebruik maakte van een (wettelijke) schuldregeling en/of recent fraude met een uitkering pleegde Als een van deze zaken van toepassing is dan sluit de gemeente de betreffende persoon uit van een hernieuwde poging, met inachtneming van de recidive bepalingen die in de beleidsregels worden uitgewerkt Voorgesteld wordt te spreken van recidive als iemand binnen 5 jaar na afloop van een eerder getroffen (en succesvol afgeronde) of tussentijdse beëindigde schuldregeling zich opnieuw aanmeld voor een schuldregeling Doet die situatie zich voor dan is dat een grond om schulddienstverlening te weigeren Door bij de uitwerking in het concrete beleid een hardheidsclausule op te nemen, is er in heel bijzondere situaties een mogelijkheid om van de bovenstaande uitgangspunten af te wijken
Stap 2 screening op gedrag en aard schuldenpakket In de tweede stap gaat de gemeente na of verwacht mag worden dat een poging om een schuldregeling te treffen ook kans van slagen heeft Zij doet dit door aan de hand van het zogenoemde Tilburgs model na te gaan of er belemmenngen voor een schuldregeling zitten in het gedrag of de aard van het schuldenpakket De twee centrale vragen luiden Is de schuldenaar regelbaar^ En Is de schuldsituatie regelbaar^ Een 'regelbare schuldenaar' houdt zich (met hulp) aan afspraken en is gemotiveerd Ook is hij bereid zich in te zetten om indien mogelijk meer inkomen te verwerven en ten gunste van crediteuren keuzen te maken in het bestedingspatroon Een regelbare schuldsituatie wordt gekenmerkt door schulden die voor een schuldregeling m aanmerking komen Daartegenover staat dat er schulden zijn die het treffen van een schuldregeling m de weg staan Voorbeelden hiervan zijn een specifieke groep CJIB-schulden of schulden waarbij het door juridische procedures nog jaren duurt voordat duidelijk is hoe hoog de vordering is Door de (on)regelbare schuldenaar af te zetten tegen het (on)regelbare schuldenpakket ontstaat een indeling in groepen waarvoor geldt dat de mogelijkheden die de gemeente heeft om met succes een schuldregeling te treffen varieert
Beleidsplan schulddienstverlening 202 2015
Schuldenaar Wel regelbaar
ï
Schuldsituatie is op te lossen met een schuldregeling
Niet regelbaar
Mogelijkheden hangen af van individuele dossier: soms schuldregeling, soms stabiliseren, soms geen oplossing
ra
B V)
•a ü CO
ro
Schuldsituatie is alleen te stabiliseren
O)
Voor schuldenaren bij wie sprake is van een combinatie van regelbaar gedrag en een regelbaar schuldenpakket probeert de gemeente een schuldregeling te treffen. In de andere situaties bepalen de omstandigheden van het geval wat de gemeente kan betekenen. Bij niet regelbaar gedrag zijn er soms steunstructuren te realiseren waardoor een schuldregeling toch mogelijk is (sociaal netwerk dat ondersteunt, vrijwilligers, beschermingsbewind). Bij een niet regelbaar pakket is een schuldregeling geen optie, maar kan de gemeente wel verwijzen naar een hulpverlenende instantie/ketenpartner die de klant kan leren om rond te komen van een langdurig laag inkomen (laag bijvoorbeeld vanwege beslag op het inkomen). Eventueel kan deze instantie overwegen om beschermingsbewind aan te vragen. ...hA/' Afgaand op de cijfers van andere gemeenten mag worden aangenomen dat ongeveer veertig procent van de schuldenaren op het moment van aanmelding in het groene deel van het kwadrant valt. Deze groep kan direct doorstromen naar een traject schuldregeling. Voor de anderen geldt dat hun gedrag op het moment van aanmelding onvoldoende regelbaar is. Recent onderzoek wijst uit dat er twee belangrijke variabelen zijn voor de kans dat iemand met goed gevolg een traject schuldregeling doorloopt: motivatie en vaardigheden. Dit inzicht leidt tot het besef dat het zinvol is om in de intakefase na te gaan in welke mate iemand gemotiveerd is, dat kan worden, of dat iemand het bij de aanmelding niet is en niet zal worden. Voor vaardigheden geldt dezelfde vraag.
De combinatie van iemands motivatie en vaardigheden is bepalend voor de mogelijkheden die er zijn om een schuldenaar te ondersteunen. Daarbij is het van groot belang om te onderstrepen dat een tekort aan vaardigheden nooit een reden hoeft te zijn om iemand niet in behandeling te nemen. Een tekort op dat vlak is altijd te compenseren. In de eerste plaats door iemand nieuwe vaardigheden aan te leren. Mocht iemand om welke reden dan ook niet of onvoldoende leerbaar zijn, dan zijn er altijd mogelijkheden om het tekort te compenseren (familie, vrienden, vrijwilligers, beschermingsbewind etc). Als iemand onvoldoende gemotiveerd is en als er geen reden is om te veronderstellen dat iemand dat met de juiste aanpak alsnog wordt, dan kan de gemeente nauwelijks iets voor een schuldenaar betekenen.
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
8
Motivatie
gemotiveerd
Vaardigheden Financieel vaardig
Direct schuldregelen
onvoldoende financieel vaardig, wel leerbaar
Leertrajecten en stabiliseren daarna maximaal haalbare
onvoldoende financieel vaardig, niet leerbaar Financieel vaardig onvoldoende gemotiveerd, maar door juiste inzet wel gemotiveerd te krijgen
gemotiveerd, geen reden om te _ veronderstellen ^ dat inzet op motivatie leidt tot voldoende verschil
Traject
onvoldoende financieel vaardig, wel leerbaar onvoldoende financieel vaardig, niet leerbaar Financieel vaardig onvoldoende financieel —vaardig, wel leerbaar onvoldoende financieel vaardig, niet leerbaar
Opstart beschermingsbewind of beheer daarna max haalbare Motiveren, daarna schuldregelen Combi motiveren en leren daarna max haalbare evt schuldregelen Opstart bescherming of beheer daarna max haalbare Als er om goede redenen niet verwacht mag/kan worden dat schuldenaar te motiveren is, wordt schuldhulp beëindigd
K ' qa/7 heldere criteria Ketenpartners hebben behoefte aan heldere criteria waar iemand, in termen van gedrag, aan moet voidoen om aan een traject schuldregeling te mogen beginnen. Om daar in te voorzien heeft de gemeente een lijst met criteria uitgewerkt waaraan iemand qua gedrag aan moet voldoen. Deze lijst is weergeven in een overzicht, zie bijlage. In de bijgevoegde beleidsregels zijn de toelatingscriteria verder uitgewerkt. Hieraan is een hardheidsclausule toegevoegd om in heel bijzondere gevallen de mogelijkheid te hebben iemand toe te laten als de omstandigheden daar aanleiding toe geven. In de beleidsregels is ook uitgewerkt dat schulddienstveriening kan worden geweigerd als belanghebbende een fraudeverleden heeft en daarmee de overheid financieel heeft benadeeld of al eerder gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening in het minnelijke of wettelijke traject. Door heldere criteria te formuleren voor de toegang tot een traject schuldregeling, creëert Oostzaan de noodzakelijke randvoorwaarden om te komen tot de beoogde rolverdeling tussen schulddienstverlening en de keten. Schulddienstverlening biedt een aanpak om schulden op te lossen. De keten kan ondersteuning bieden aan diegenen die nog niet in staat zijn om in te stromen opdat zij dat op een later moment wel kunnen. Budgetbeheer wordt uitgevoerd in de opmaat naar of tijdens een schuldregeling Budgetbeheer is een voorziening die de gemeente aanbiedt aan schuldenaren die in aanmerking komen voor een schuldregeling of voor wie een dergelijke regeling is getroffen. Door budgetbeheer altijd in combinatie met budgetcoaching aan te bieden, is dit een tijdelijke voorziening (maximaal 6 12 maanden) die ondersteuning biedt in een leerproces. Als blijkt dat iemand niet voldoende leerbaar is om zelf zijn financiën te beheren kan betrokkene worden begeleid naar beschermingsbewind en wordt het inkomen door een bewindvoerder beheerd. De gemeente hervormt schulddienstverlening naar een voorziening die tijdelijk is Daarbij past een keuze voor budgetbeheer als tijdelijke voorziening voor alleen diegenen die gebruik maken van een traject schuldregeling en wordt het budgetbeheer, voor klanten in de WSNP of klanten die niet meer in een schuldregeling zitten, afgebouwd.
Beleidsplan schulddienstverlenmg 202-2015
Financiële ondersteuning wordt uitgevoerd voorafgaand aan een poging schuldregeling Financiële ondersteuning (FO) is een voorziening waarin de gemeente tijdelijk inkomensbeheer aanbiedt (=een beperkte vorm van budgetbeheer) aan een ketenpartner die een schuldenaar begeleidt m verband met problematiek die een schuldregeling in de weg staat^ Met FO wordt in het voortraject naar een schuldregeling minimale financiële stabiliteit gecreëerd m de pnmaire levenssfeer (huur, energie, zorg, water) Het idee is dat die stabiliteit aan de schuldenaar een basis biedt om met ketenpartners zoals de GGZ, verslavingszorg, maatschappelijke opvang of het maatschappelijk werk er voor te zorgen dat hij in maximaal anderhalf jaar alsnog kan instromen in een traject voor schuldregeling Financiële ondersteuning is een voorziening die een ketenpartner moet aanvragen en die alleen wordt verstrekt als er bij de schuldenaar sprake is van onvoldoende zelfredzaamheid om de financiën zelf te beheren Financiële ondersteuning is een voorziening waarmee de gemeente ketenpartners ondersteunt om een schuldenaar te helpen 'schuldregelingsklaar' te worden Uit dien hoofde wordt van de betreffende ketenpartner verwacht dat deze -vanzelfsprekend binnen de privacywetgeving- de gemeente op de hoogte houdt van de voortgang Als op enig moment blijkt dat de schuldenaar binnen de vooraf afgesproken termijn met in staat zal zijn om aan de startstreep van een schuldregeling te verschijnen, dan wordt de financiële ondersteuning voortijdig beëindigd De FO wordt in overleg met de ketenparters uitgewerkt en afgestemd
3.3 Beperken wachttijd De wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat de wachttijd voor een intake maximaal vier weken bedraagt In aanvulling daarop schrijft de wet voor dat de gemeente zelf moet bepalen wat het eigen streven is ten aanzien van de wachttijd Oostzaan heeft de wachttijd in het afgelopen jaar teruggebracht van 17 naar O weken De wetgeving verwacht van de gemeente een wachttijd van maximaal 4 weken
Gezinnen met minderjange inwonende kinderen krijgen voorrang Op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet de gemeente bepalen hoe zij omgaat met gezinnen met minderjange inwonende kinderen Oostzaan zal deze groep gezinnen voorrang geven bij de aanmelding De reden dat de gemeente uit hoofde van de wet straks moet aangeven wat ZIJ doet ten behoeve van kinderen, is omdat het rijk hiermee de effecten van sociale uitsluiting zoveel mogelijk wil beperken Immers, voor kinderen is opgroeien in een problematische schuldsituatie te vergelijken met opgroeien m armoede
^ Het verschil met budgetbeheer is dat m budgetbeheer naast de vaste lasten ook wordt gereserveerd voor de kosten van levensonderhoud en de aflossing van de schulden ^ ^ ^ ^
10
Beleidsplan schulddienstverlening 202 2015
4 Door- en uitstroom Schulddienstverlening is een tijdelijke voorziening. Zoals eerder opgemerkt is het doel om inwoners van Oostzaan te ondersteunen bij het aanpakken van hun financiële problemen en waar mogelijk maatschappelijke kosten te voorkomen. Bij deze doelen past een aanpak die gericht is op snelle dooren uitstroom. In de dagelijkse uitvoeringspraktijk zijn er drie factoren die de snelheid van door- en uitstroom bepalen: de manier waarop de gemeente werkt, de opstelling en het gedrag van schuldenaren en de opstelling en het gedrag van crediteuren. Door ten aanzien van alle drie deze factoren een aantal stappen te zetten, stimuleert de gemeente een snelle door- en uitstroom. De stappen die de gemeente daarvoor wil zetten zijn: 1. Creëren van intensievere samenwerking met vrijwilligersorganisaties 2. Nagaan mogelijkheden voor nauwere samenwerking met crediteuren 3. Voorzien in een aanbod van nazorg
4.1 Creëren van intensievere samenwerking met vrijwilligersorganisaties In 2010 heeft de rijksoverheid een subsidie van 5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan veertien landelijk werkende vrijwilligersorganisaties. Partijen zoals Humanitas, Schuldhulpmaatje, de ANBO en Vluchtelingenwerk kregen hierdoor de mogelijkheid om projecten op te zetten waarin vrijwilligers een rol spelen bij de aanpak van de schuldenproblematiek. Door schuldenaren te helpen hun administratie te ordenen en op een rij te zetten bij wie iemand schulden heeft, kunnen vrijwilligers een belangrijke rol spelen in de doorstroom. Dankzij hun inzet hoeven schulddienstverleners in bepaalde situaties aanmerkelijk minder lang op de juiste stukken te wachten. Dit draagt bij aan kortere doorlooptijden. De gemeente Oostzaan werkt al met vrijwilligers. Zoals opgemerkt in paragraaf 3.1 loopt er een aantal projecten w.o. thuisadministratie. Door na te gaan of er meer mogelijkheden zijn om vrijwilligers te betrekken bij de uitvoering van schulddienstverlening probeert de gemeente de doorstroom te bevorderen.
4.2 Nagaan mogelijkheden voor nauwere samenwerking De wet gemeentelijke schuldhulpverlening biedt gemeenten de mogelijkheid om een zogenaamd breed moratorium in te zetten als crediteuren het treffen van een schuldregeling belemmeren. Dit moratorium (ook wel incassostop genoemd) moet de gemeente aanvragen bij de rechter. Als het breed moratorium wordt toegekend, moeten crediteuren hun incassomaatregelen 6 maanden staken. Bij de uitvoering van schulddienstverlening stelt de gemeente zich op als intermediair. Hierbij past dat zij zoveel mogelijk op basis van wederzijdse instemming handelt. In die context zijn goede samenwerkingsafspraken passender dan de wettelijke dwang van een moratorium. In de huidige praktijk gaat er veel tijd 'verloren' met het wachten op antwoord van (enkele) crediteuren. Goede samenwerkingsafspraken over reactietermijnen bij het opvragen van saldi of verzoeken om medewerking aan een schuldregeling kunnen bijdragen aan een kortere doorlooptijd (en dus de doorstroom bevorderen). De gemeente zal nagaan welke mogelijkheden er zijn om in aanvulling op de reeds bestaande afspraken, afspraken met andere crediteuren te maken die kunnen bijdragen aan snelle doorstroom. Hiermee probeert zij de inzet van het moratrium tot een minimum te beperken. ' " " • * 'bod van nazorg De wet gemeentelijke schuldhulpverlening stelt als eis dat de gemeente voorziet in nazorg. In de basis kan nazorg beschouwd worden als een bijzondere vorm van preventie. In beide gevallen is het doel om te voorkomen dat er (opnieuw) financiële problemen ontstaan. Op dit moment voorziet Oostzaan niet in een aanbod van nazorg. Door een voorstel hiervoor uit te werken en dat op te nemen in het op te stellen preventieplan, kan de gemeente voorzien in een integraal preventie- en nazorg beleid. Een passend aanbod van nazorg draagt bij aan duurzame resultaten. Door schuldenaren die dat nodig hebben -tijdelijk- ondersteuning te bieden om niet terug te vallen, verkleint de kans op recidive.
_ _ ^ ^
11
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
5 Het werkproces Het Zaanse werkproces bestaat uit een aantal stappen. De belangrijkste stappen zijn: preventie en vroegsignalering, intakefase, stabilisatie en oplossen schuldsituatie en als laatste nazorg.
6 Financieel kader Gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de schulddienstverlening volledig uitbesteed aan Zaanstad. Elke jaar wordt er een bedrag van € 12.500,- aan gemeente Zaanstad vergoed voor de uitvoer van de schulddienstverlening. Dit plan heeft geen consequenties voor het budget. Het nog te ontwikkelen preventiebeleid kan consequenties hebben voor het budget. Er zal in de komende maanden onderzocht worden wat de ruimte is in het budget voor de inzet van bijvoorbeeld de SMD/sociaal raadswerk op lokaal niveau. Vooralsnog zijn er in dit plan (nog) geen keuzes gemaakt, maar een richting aangegeven. In het vierde kwartaal van 2012 zal er een voorstel gedaan worden.
7 Kwaliteitsborging De wet gemeentelijke schuldhulpverlening schrijft voor dat de gemeente in haar beleidsplan opneemt hoe zij borgt dat de uitvoering van goede kwaliteit Is. Deze paragraaf bevat de uitwerking hoe Oostzaan daar in voorziet. 7.1 Gedragscodes van de NVVK De met de uitvoering voor schuldhulpverlening belaste gemeente Zaanstad is lid van de NWK. Dit is de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Leden van de NWK zijn gehouden om te werken volgens gedragscode Schuldregeling en de gedragscode Budgetbeheer.
7.2 Inzet gekwalificeerde consulenten De gemeente zet in het proces van schulddienstverlening alleen medewerkers in die een relevante opleiding hebben of op andere gronden aantoonbaar geschikt zijn. Diegenen die (nog) niet beschikken over alle vaardigheden en competenties worden daar in geschoold.
Gekwalificeerde medewerkers zijn een voorwaarde maar niet voldoende om te voorzien in kwalitatief goede schulddienstverlening. Dat vraagt ook een professionele werkomgeving. Schulddienstverlening zorgt, door bijvoorbeeld intervisie en bijscholing, dat de medewerkers zich permanent ontwikkelen. Hierdoor blijven zij op de hoogte van actuele ontwikkelingen die relevant zijn voor de uitoefening van hun vak.
7.4 Gebruik doordachte managementinformatie Kwaliteit borgen vindt plaats vanuit het hart van de organisatie. De consultenten en de afdeling zijn daarin cruciaal. Maar ook het management speelt hier een belangrijke rol bij. Door doordachte managementinformatie te verzamelen heeft hij goed inzicht in de resultaten van de afdeling. Dat inzicht biedt hem de mogelijkheid om permanent te sturen op kwaliteit en kwaliteitsverbetering. I-
1^1
UJ-
I.
Bij elke organisatie gaat er wel eens iets niet goed. Dat Is geen probleem als fouten of missers maar goed worden opgelost. Een laagdrempelige en effectieve klachtenprocedure is van belang voor schuldenaren en tegelijkertijd voor management en bestuur een goede thermometer van de uitvoering. Schulddienstverlening valt onder de reguliere klachtenprocedure van de gemeente.
_____
12
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
8 Resultaten In deze paragraaf is uitgewerkt welke resultaten Oostzaan met de inzet van schulddienstverlening wil bereiken Door in het beleidsplan te voorzien in de te behalen resultaten, voorziet Oostzaan ook op dit punt aan de eisen die de wet gemeentelijke schuldhulpverlening straks aan de gemeente stelt Wat is het doel Stijging slagingspercentage (verhouding aantal pogingen tot een schuldregeling ten opzichte van aantal akkoorden) Stijging succesvolle afrondingen schuldregelingen (verhouding aantal opgestarte schuldregelingen aantal schuldenaren die deze met schone lei afsluiten) Verbeteren samenwerking met crediteuren Wachttijden zijn teruggebracht
De werkprocessen worden zo ingericht dat daarmee de doorlooptijden goed kunnen worden ingeschat
Meedoen aan een landelijke benchmark schulddienstverlening
Wat is het resuitaat Slagingspercentage stijgt m de periode tot 2015 naar minimaal 65 procent (op dit moment 13 procent) Percentage succesvolle afrondingen bedraagt in 2015 minimaal 65 procent (op dit moment 46 procent) In 2012 worden er nadere samenwerkingsafspraken opgesteld In 2012 bedraagt de wachttijd voor schuldhulpverlening maximaal vier weken (op dit moment geen wachttijd) Een meting op doorlooptijden van de afspraken die hierover met de klant gemaakt zijn voor het vaststellen van de hulpvraag Presteren op het landelijk gemiddelde
Hoe te meten Management informatie
Managementinformatie
Inventarisatie samenwerkingsafspraken Managementinformatie
Managementinformatie leggen naast inhoud plannen van aanpak
Via deze benchmark
9 Vervolgstappen In de voorgaande paragrafen zijn een aantal activiteiten genoemd die de komende tijd worden opgepakt Voorliggende paragraaf bevat een samenvatting van de genoemde activiteiten Zij worden dit of volgend jaar uitgewerkt en bestuurlijk vastgesteld In het vierde kwartaal van 2012 nader uitwerken hoe de invulling wordt gegeven aan preventie en nazorg in een preventie-, en nazorgplan inclusief de mogelijkheden onderzoeken van de inzet van een direct aanspreekpunt lokaal aanwezig in het gemeentehuis in Oostzaan,
Beleidsplan schulddienstverlening 202 2015
13
10 Bijlagen Toelatingseisen schulddienstverlening
De schuldenaar komt vanaf het moment van aanmelding zijn afspraken na • Verschijnt tijdig op afspraken of meldt zich tijdig af als de afspraak niet kan worden nagekomen. • Levert tijdig de benodigde ingevulde formulieren en bewijsstukken in; • Geeft volledige openheid van zaken aangaande de schulden en opent zijn post. • Heeft, indien van toepassing, alle belastingaangiftes gedaan over het lopende en de 5 daaraan voorafgaande jaren en overlegt hiervan de (voorlopige) aanslag. Indien deze niet zijn afgerond, onderneemt de schuldenaar actie om deze in orde te maken. De schuldenaar geeft invulling aan een actieve informatieplicht Alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het traject worden door de schuldenaar tijdig worden gemeld. Hierbij valt te denken aan: • Wijzigingen in het inkomen/uitkering • Wijzigingen in de gezinssituatie. Kinderen die het huis uit gaan of juist thuis komen wonen, vertrek partner of inwonende (nieuwe) partner, • Wijzigingen met betrekking tot onderhuurders of kostgangers • Wijzigingen in de huisvestingssituatie, huurverhoging, wijzigingen in energieleverancier • Wijzigingen met betrekking tot veranderingen in kosten/vaste lasten van (bijvoorbeeld) zorgverzekering De schuldenaar is gemotiveerd en weet wat hem te wachten staat • Omdat het traject lang en zwaar is moet de klant daarover goed zijn voorgelicht en zo goed mogelijk zijn voorbereid (een ketenpartner heeft hierin een rol als de klant in een zorgtraject zit); • Bij de motivatie hoort ook, indien van toepassing, meewerken aan een reintegratie-, of inburgeringstraject om door werk het inkomen te verhogen; • De niet werkende partner tracht (indien mogelijk) werk te vinden of een parttime baan uit te breiden naar fulltime. • Inwonende meerderjarige kinderen betalen kostgeld • Indien niet nodig voor woon-werk verkeer heeft de klant geen auto • Indien mogelijk boort de klant andere financiële hulpbronnen aan (meer uren werken et cetera) De klant moet financieel 'regelbaar' zijn • Er mogen geen niet saneerbare schulden (meer) zijn zoals boetes van het CJIB, of DUO, niet afgeloste fraudevorderingen of betwiste vorderingen. • Het inkomen moet op orde zijn (=incl huurtoeslag, zorgtoeslag etc. en er moet huisvesting zijn De klant maakt vanaf het moment van aanmelding geen nieuwe schulden
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
14
Het werkproces Stapl Preventie en vroegsignalering
stap 2 Aanmelding
Stap 4 Uitvoering passende ondersteuning
Stap 5 Uitvoering schuldregeling
Alle crediteuren akkoord: gemeentelijke schuldregeling
Aanmelding ^ia meldpunt CMvB
Aanmeldgesprek door zelfmelders
nagaan medewerking crediteuren
Traject schuldregeling
I I
Dossier afgesloten
Traject financiële ondersteuning = stabilisatie
I
^ '
Kïant onder regie ketenpartners
Weigering: Wettelijke schuldsanering (Wsnp)
Klant wil geen Wsnp: dossier ^afgesloten.
[ W a a r nodig budgetbeheer. Duur afhankelijk van leercurye jj^rit
^
Vaar nodig budgetcoachingl
Belangrijkste aspecten van het proces De organisatie van de schulddienstverlening is zo ingericht dat gemeente een zo licht mogelijl<e ondersteuning biedt. Concreet betekent dit dat zij in de eerste plaats probeert om de inwoners van Oostzaan die om hulp vragen met advies op weg te helpen (stap 4). Mocht de problematiek daarvoor te ingewikkeld zijn, dan gaat de gemeente door middel van een integraie intake (stap 3) na welke intensievere ondersteuning nodig is. Indien de schuldsituatie aanleiding geeft om een schuldregeling te overwegen, gaat de gemeente na of verwacht mag worden dat de schuldenaar daartoe in staat is. Voorwaarden om een schuldregeling te kunnen doorlopen zijn dat de schuldenaar drie jaar lang kan en wil rondkomen van een inkomen onder het sociaal minimum, geen nieuwe schulden maakt en zich maximaal inspant om een zo hoog mogelijk inkomen te verwerven. Mocht een inwoner op het moment van aanmelding nog niet in staat zijn om een schuldregeling te doorlopen maar daar binnen een periode van maximaal anderhalfjaar -met de nodige hulp- wel aan toe zijn, dan biedt de gemeente tijdelijk financiële ondersteuning opdat deze groep de tijd krijgt om voor te sorteren. Door te voorzien in tijdelijke ondersteuning onderschrijft de gemeente dat er situaties zijn waarin schuldenaren een handje geholpen moeten worden om in te stromen.
Beleidsplan schulddienstverlening 202-2015
15
Begrippen Aflossingscapaciteit De aflossingscapaciteit is het inkomen minus de vaste lasten en levensonderhoud Beschermingsbewind: Kan worden aangevraagd voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn hun financiële belangen te behartigen Een bewindvoering kan worden uitgevoerd door professionele organisaties of door een particulier Een bewindstelling wordt uitgesproken door de rechtbank Financiëie Ondersteuning: Deze dienst kan worden aangevraagd door een ketenpartner die de klant begeleidt in verband met problematiek die een schuldregeling in de weg staat, bijvoorbeeld verslaving of psychische problemen Deze dienst kan gedurende maximaal 1,5 jaar worden aangeboden Financiële Ondersteuning (FO) is een beperkte vorm van budgetbeheer Bij FO worden de vaste lasten voor huur/hypotheek, energie, water en zorgverzekenng doorbetaald Het restant van het inkomen wordt vervolgens doorbetaald naar de klant Er wordt met gereserveerd voor de kosten van levensonderhoud of andere posten iVlinneiijke sciiuidregeiing Het minnelijk traject is een schulddienstverleningstraject waarin wordt geprobeerd schulden buiten de rechter om te schikken Probiematische schuiden Er IS sprake van een problematische schuld wanneer de som van de geëiste maandelijkse aflossingen op schulden en betalingsachterstanden hoger is dan de aflossingscapaciteit Wanneer er bedreigende schulden zijn bijvoorbeeld huur/hypotheek, energie zorgverzekering, openbare verkoop roerende zaken Er aantoonbaar een of meerdere schuldeisers met bereid zijn een betalingsregeling te treffen Schuidbemiddeiing en Saneringskrediet BIJ een saneringskrediet worden de schuldeisers in één keer afgekocht voor een deel van de totale vordering gebaseerd op de op dat moment geldende afloscapaciteit van de klant Voor het totaal van de aflossingen wordt door de gemeente een lening verstrekt waaruit de schuldeisers worden betaald BIJ een schuldbemiddeling wordt gedurende 3 jaar een percentage gereserveerd/afgelost op alle vorderingen De hoogte van de uiteindelijke reservering (aflossing) kan varieren, afhankelijk van de inkomensontwikkeling van de schuldenaar Schone iei Wanneer schuldenaar zich gedurende het minnelijke en wettelijke schuldsaneringstraject WSNP maximaal inspant om zoveel mogelijk inkomsten te generen ter aflossing van zijn schulden, worden eventuele restschulden (na uitdeling) onder verlening van de zogenaamde schone lei met langer afdwingbaar voor de schuldeisers Ook als er binnen dit wettelijke traject geen enkele mogelijkheid is om ook maar iets van de schulden af te lossen bijvoorbeeld doordat de ruimte in het inkomen met eens voldoende is om de bewindvoerder te betalen kan een schone lei worden afgegeven De schone lei verklaring wordt afgegeven door de rechtbank Schuiddienstveriening Schulddienstverlening omvat het totaal van advisenng, budgetbeheer/coaching. Financiële ondersteuning, preventie/nazorg, schuldbemiddeling/sanermg verwijzing, toeleiding en ondersteuning naar het wettelijke traject WSNP, toeleiding naar beschermingsbewind etc Schuldenvrije toekomst Hierbij wordt aan de hand van de schuldensituatie, motivatie en gedrag een inschatting gemaakt of de klant IS in staat om na het traject van schulddienstverlening het eigen inkomen zodanig te beheren dat er geen problematische schulden meer ontstaan WSNP Wet schuldsanering natuurlijke personen Kan worden aangevraagd bij de rechtbank als meerdere schuldeisers weigeren mee te werken aan een minnelijke schuldregeling
____
16
Beleidsplan schulddienstverlening 202 2015
Regeling toelatingscriteria, en weigeringsgronden schulddienstverlening Artikel 1 Toelatingscriteria 1 De schuldenaar die een beroep doet op schulddienstverlening verschijnt tijdig op de afgesproken plaats en tijd op een afspraak. Als een afspraak vanwege dringende redenen niet kan worden nagekomen wordt deze tijdig, uiterlijk 24 uur voor de afspraak, afgemeld; 2 Formulieren worden volledig ingevuld op het afgesproken moment ingeleverd en indien noodzakelijk voorzien van (kopieën van) de benodigde bewijsstukken; 3 De schuldenaar geeft volledige openheid van zaken aangaande de schulden en opent zijn post; 4 De schuldenaar heeft, indien van toepassing, alle belastingaangiftes gedaan over het lopende en de daaraan voorafgaande 5 jaren en overlegt hiervan de (voorlopige) aanslag. De schuldenaar onderneemt actie om nog niet afgeronde aangiftes in orde te maken; 5 De schuldenaar maakt vanaf het moment van aanmelding voor toelating tot de schulddienstverlening geen nieuwe schulden; 6 De schuldenaar beschikt over huisvesting en staat ingeschreven in de GBA van Oostzaan. Artikel 2 Informatieplicht 1 Alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het traject van schulddienstverlening worden door de schuldenaar direct gemeld. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: a. Wijzigingen in het inkomen of uitkering; b. Wijzigingen in de gezinssituatie (kinderen die uit huis gaan of thuis komen wonen, vertrek partner of inwoning nieuwe partner dan wel andere personen); c. Wijzigingen met betrekking tot onderhuurders en/of kostgangers; d. Wijzigingen met betrekking tot de huisvestingssituatie, verhuizing, huurverhoging, levering van energie; e. Wijzigingen in de kosten/vaste lasten van (bijvoorbeeld) zorgverzekering; f. Wijzigingen in overige kosten of lasten voor zover hier niet genoemd, maar die wel van belang zijn voor de uitvoering van het schuldregelingstraject. Artikel 3 Verbetering inkomenssituatie 1 De schuldenaar werkt, indien van toepassing, mee aan een re-integratie en/of inburgeringstraject om door werk het inkomen te verhogen; 2 De schuldenaar tracht indien mogelijk andere financiële hulpbronnen aan te boren, bijvoorbeeld door parttime werk uit te breiden naar fulltime; 3 De niet werkende partner tracht, indien mogelijk, werk te vinden of parttime werk uit te breiden naar zo mogelijk full-time werk; 4 Inwonende, meerderjarige kinderen betalen kostgeld,afhankelijk van de (inkomens) situatie van uw kind. Dit ter beoordeling van de gemeente; 5 Indien niet noodzakelijk voor het woon-werk verkeer heeft de schuldenaar geen auto, tenzij de noodzaak van het bezit blijkt uit een WMO indicatie en een beschikking.
Weigeringsgronden Artikel 4 Geen toegang tot een schuldregelingstraject 1 Toelating tot een schuldregelingstraject wordt geweigerd ais de schuidenaar niet voidoet aan de toelatingscriteria als genoemd in artikel 1.1 en 1.2 2 Toelating tot een schuldregelingstraject wordt geweigerd als er zich onder de schulden zogenoemde niet regelbare schulden bevinden. Dat wil zeggen schulden die op grond van wet en regelgeving niet saneer-, of bemiddelbaar zijn waaronder tevens wordt begrepen het bepaalde in artikel 288 lid 2 onder c van de Faillissementswet. 3 Toelating tot een schuldregelingstraject wordt eveneens geweigerd als het inkomen niet op orde is doordat geen of onvoldoende gebruik is gemaakt van het recht op (minima) voorzieningen, toeslagen, heffingskortingen etc. 4 Indien de schuldenaar de afspraak ingevolge artikel 1.5 van deze regeling niet nakomt kan dit een reden zijn de schuldregeling te beëindigen dan wel af te wijzen; 5 Een verzoek om toegelaten te worden tot een schuldregeling wordt afgewezen als dat verzoek wordt ingediend binnen 5 jaar na afloop van een eerder getroffen (en succesvol afgeronde) of tussentijdse beëindigde schuldregeling.
Bijzondere omstandigheden Artikel 5 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 5 van deze regeling kan het college besluiten een schuldenaar alsnog toe te laten tot een schuldregeling indien aantoonbaar vast komt te staan dat de schuldenaar buiten eigen schuld opnieuw schulden heeft gekregen maar voor het overige aan alle voorwaarden voldoet voor toelating zoals opgenomen in deze regeling.
Toelichting algemeen Het wetsvoorstel 'Wet gemeentelijke schuldhulpverlening' verplicht de gemeente tot een integrale aanpak van schulden en tot een door de raad vast te stellen beleidsplan. Het doel van deze regeling is om kaders vast te stellen welke bepalen wie er toegang tot een schuldregeling kan krijgen. Deze kaders zijn nodig omdat schulddienstverlening in principe eenmalig is Het is daarmee van groot belang dat een schuldregeling naar verwachting succesvol zal zijn, immers een schuldenaar krijgt in principe geen nieuwe kans. Het is daarom in voorkomende gevallen ook noodzakelijk om onderliggende problemen, die een belemmering vormen om een schuldregeling succesvol af te ronden, eerst aan te pakken en op te lossen. In het beleidsplan staan enkele belangrijke uitgangspunten. De gemeente beschouwt (problematische) schuldsituaties in de eerste plaats als een probleem tussen een schuldenaar en diens crediteuren. Van schuldenaren verwacht de gemeente dan ook dat zij bereid zijn om keuzen te maken of concessies te doen als deze noodzakelijk zijn voor de aanpak van hun financiële problemen. Schulddienstverlening wordt alleen ingezet als verwacht mag worden dat die inzet bijdraagt aan een schuldenvrije toekomst. Daarnaast is het belangrijk dat de schuldenaar gemotiveerd is en zich volledig inzet om een schuldregeling tot een succesvol einde te brengen.
Naast de artikelen die bepalen waneer iemand kan worden toegelaten tot een schuidregeling zijn er artikelen opgenomen die bepalen wanneer een regeling geweigerd kan worden. Ten slotte is in artikel 5 opgenomen in welk geval iemand alsnog toegelaten kan worden tot een schuldregeling ook als dit verzoek strikt genomen valt onder de recidivebepaling en op grond daarvan afgewezen zou moeten worden. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Toelatingscriteria In dit artikel gaat het om de medewerking van de schuldenaar en concreet over een aantal feitelijke handelingen van de schuldenaar. Meewerken aan het tot stand komen van een regeling is essentieel. Daarom is het belangrijk dat de schuldenaar volledige openheid van zaken geeft omtrent het aantal, aard en omvang van de schulden en dat er geen nieuwe schulden worden gemaakt. De belastingaangiften moeten geregeld zijn om te voorkomen dat tijdens het traject alsnog blijkt dat er een belastingschuld is. Artikel 2 Informatieplicht Wijzigingen in de huishouding gezins-, of inkomenssituatie kunnen van invloed zijn op het traject. Wijzigingen in het inkomen kunnen betekenen dat de aflossingscapaciteit hoger of lager wordt. Als, bijvoorbeeld, een kind het huis uit gaat of juist weer thuis komt wonen kan ook dat van invloed zijn op de aflossingscapaciteit. Immers een kind met inkomen dat weer thuis komt wonen en kostgeld betaald kan de aflossingscapaciteit van de schuldenaar vergroten. Hetzelfde geldt voor eventuele kostgangers of onderhuurders. Het is daarom van belang dat alle zich voordoende wijzigingen direct worden gemeld. Artikel 3 Verbetering inkomenssituatie Van de schuldenaar wordt verwacht dat er alles aan wordt gedaan het inkomen te verhogen om hierdoor zoveel mogelijk op de schulden te kunnen aflossen. De schuldenaar moet daarom meewerken aan re-integratie-, of inburgeringstrajecten als het inkomen bestaat uit een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand es. Ook als er een inkomen uit arbeid is moeten de mogelijkheden worden benut om meer inkomsten te genereren. Als een partner niet werkt moet worden gekeken of die partner mogelijkheden heeft om te gaan werken of bestaand werk uit te breiden. Onnodige kosten moeten worden vermeden. Een auto die niet medisch noodzakelijk is en/of niet noodzakelijk is voor het woon- werk verkeer, moet worden verkocht. Artikel 4 Weigeringsgronden Een schuldregeling kan niet worden getroffen als er schulden zijn die niet voor een sanering of bemiddeling in aanmerking komen. Hiertoe behoren onder andere niet saneerbare vorderingen en boetes van het Centraal justitieel incassobureau (CJIB), (niet afgeloste) fraudevorderingen, of betwiste vorderingen zoals een niet afgeronde boedelscheiding. Ten aanzien van boetes geldt dat deze wel meelopen in een schuldregeling maar dat het CJIB geen finale kwijting verleent op het nog resterende deel. Met andere woorden ook na een schuldregeling kan er toch nog een schuld bij het CJIB blijven bestaan die na afloop van de regeling alsnog moet worden afgelost. Het voordeel van deze bepaling is wel dat de overige schuldeisers van wie de schulden wel voor een regeling in aanmerking komen niet eindeloos hoeven te wachten tot die boetes zijn betaald. Een schadeclaim die ter invordering bij het CJIB ligt is echter wel een belemmering voor een schuldregeling. Aan de hand van de opgave van het CJIB over de openstaande vorderingen wordt bepaald of een schuldregeling wel of niet kan doorgaan. Ten aanzien van de fraudevorderingen wordt het beleid van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) gevolgd. Hierbij geldt dat als een, nog niet (geheel) afgeloste fraudevordering korter dan 5 jaar voor het verzoek om toelating tot de WSNP is vastgesteld, toelating tot de WSNP niet mogelijk is. Het beleid ten aanzien van de weigering tot toelating in een schuldregeling sluit hierbij aan op artikel 288 lid 2 onder c van de Failissementswet.
Dat het inkomen op orde moet zijn, wijst voor zioh. Van het inkomen wordt het deel boven de beslagvrije voet aangewend voor de schuldregeling. Dit bedrag dient zo hoog mogelijk te zijn. Het is, gezien de verantwoordelijkheid van de schuldenaar voor zijn eigen situatie en het belang van de crediteur in verband met de gemaakte kosten, van belang dat een zo groot mogelijk deei van de schulden wordt afgelost. Betrokkene dient ervoor te zorgen dat, voor zover van toepassing, gebruik wordt gemaakt van het recht op toeslagen zoals huur-, en zorgtoeslag, heffingskortingen, minimaregelingen etc. Een regeling kan worden geweigerd, dan wel afgebroken als tijdens het traject nieuwe schulden worden gemaakt. Immers als dit het geval is dan is dat een aanwijzing dat betrokkene niet werkelijk gemotiveerd is om uiteindelijk schuldenvrij te zijn. Van de schuldeisers, noch van de gemeente kan worden gevergd dat hiermee akkoord wordt gegaan. De recidive bepaling is noodzakelijk om te voorkomen dat iemand meerdere malen aanspraak doet op een schuldregeling. Zoals in de algemene toelichting al is gezegd is een schuldregeling in principe een eenmalig aanbod van de gemeente. Als hier willens en wetens misbruik van wordt gemaakt is dat een reden de regeling te weigeren. Artikel 5 Bijzondere omstandigheden De recidivebepaling in artikel 4.5 kan in bijzondere situaties tot ongewenste effecten leiden indien iemand aantoonbaar buiten eigen schuld opnieuw in een problematische schuldsituatie terecht is gekomen. De inherente bevoegd die het college al heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht om in situaties van klaarblijkelijke hardheid alsnog recht toe te kennen op een bepaalde voorziening wordt met dit artikel nog eens benadrukt. Speciale aandacht in dit verband krijgen gezinnen met minderjarige thuiswonende kinderen. Waar mogelijk moet worden voorkomen dat deze kinderen als gevolg van deze schulden niet kunnen participeren in de samenleving.