Speciale uitgave
—
I-let bouwdetail: een ware esenbundel
De brandregLementering oefent een belangrijke invloed uit op de opvatting en de uitvoering van diverse details en aanslui tingen in gebouwen. 0m brandoverslag- via gevels te voorkonien, dient rnen bijvoorbeeld van bij het ontwerp een aantal wetdoordachte keues te maken. Doorboringen doorheen brandwerend ewanden rnoeten op hun beurt brandwerend afgedicht worden. Ook de uitvoering van coin pa rtinientswanden dient met de nodige org te gebeuren. HoeweL er in de wetgeving nog verschiLleride andere beLangrijke eisen opgenomen zijn, zulLen we ons in d itarti kel beperken tot de drie voornoemde aspecten.
Brandveiligheid van details en aansluitingen n gebouwen Het Koninklijk esIuit tût vaststelling van de basisriorrnen voor de preventie va n brande n ontploffing () van 7juli 1994 en zijn vvijzigin gen (3) legge n de bran dveiiigheidseisen vast vaaraan nieuwegebouwen rnoeLenvoldoen. Bij dit Konink[ijkBes[u ith orenzeven bijlaen, vvaaronder hijiage 2 voor [age gebouwen (h < 10 m), bijlage voor rniddelhoge gebou wen (10 ra h 25 rn), bijlage 4 voor hoge gebouwen(h251n)enbijiage6diespecifiek is voorindustriêie gebouwen. De meest recente herziening van de Basis normen (in voege sinds 1 decerriber 2012) 2argde voor enkele be [an grij ke wijzigi ngen in de Betgische reglernentering. la vorden de bra ndtaeerstandsei5en voo rtaan uitged rukt volgensde Europese kiassen (REI (3)), terwiji de oucle Belgische classificatie (Rt) nietia nger van toepassi ng isen na een overgangsperiod e van 4 jaarza[verdwijnen. De Basisnornien zijn van [oepassing op aile nieuwe gebouven, met uitzondering van eengezin swoni ngen (4). Renovaties va[ie n daarentegen buiten het toepassirigsdomein ervan, ai zulien de brandweerdiensten voor de beoordeling van de brandveiligheid wei overwegend hiernaar teruggrijpen.
Daa rnaast kunnen deGeesten,de Gemeen schappen en de Federale Overheidsdien steri (FOD) bijkornende teksten uitvaardigen die voornoernd Koninklijk Besluit aanvuiien teneinde rekening te houden met het spe cifteke karakter van bepaalde gebouwen. De voorschriften uit de Basisnorrnen, de regelgeving en de geidende teksten kun nen geraadpleegd worden via de websites van de N orrnen-Antesn e Bra ndpreventie (vmw.norrnen.beibrund) en de FOD Binnen landse Zakeri (wwv.besafe.be).
t
Brandoverslag via gevets
1.1
Reglernentering
In § 3.5 van de bijiagen 2, 3 en 4 van de Basisnorrnen zijri de maatregelenopgenonien die getrolfen moeten worden on inwendige en uitsvendige bran doverslag te voorkornen (zie afbeeldingen I en 2). Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen enkeiwandige en dubbelwanciige gevels (s). in dit artikel gaan we enkei dieper in op eerstgenoemd geveltype. Het kan hier bijvoorbeeld gaan orn spouwrnuren, FliCS,
A I Eisen voor de aans:Jitrngsoeo tussen de compainrentsvloe
Type gebouw Laag gebouw (h n Midde[hoog gebouw (io Hoog gebouw (b
01
1 I lnwendige brand overslag.
2
Uitwendige brand overslag.
u voorhangpanelen bi) skeietstructuren en gordijngeveis (zie WTCB-Dossier 2013/3.8). 0m het risico op inwendige brandoverslag te beperken, rnoet de aansluitingsvoeg tussen de compartinientsvioer en de gevel minstens voldoen aan de eisen uit tabel A. Bi) een traditionele ruwbouwconstructie die opgebouwd is uit dragend rnetselwerk en
de gevel.
Eis voor de aanstuitingsvoeg 10
n) h
25 ni)
El 6o, behalve indien de breedte van de [ineaire voeg kleiner is dan of gehjk is aan 25111)
20
mm
El 6o El 6o (j
(j Het Koninkliik BesluitBasisnormen’ van 2012 vereistvoor deze voeg een brarrdweerstand van El azo. Orridat het vlamdichte element in de gevel de vlarnrdichtheid slechts gedurende 60 niinuten moet garandemerr, in het niogelijk dat dit elernent rends na 6e mimiuten bezwijkt. Het lieeft bijgevolg slechts weinigzin nrn strengere eisen op te leggen aan de voeg die aansluit sp hot vlamdichte gevelelernent. In een volgende herziening van de Basisnormen zal deze eis dan ook wellicht aangepast worden naor El 60.
()
([ (3) (4)
()
In het voorliggende artikel wordt dit KoninkliIk BesLuit kortweg aangeduid ais de Basisnormen. De Koninkliike Besluiten van 19/12/1997, 04/04/2003, 13/06/2007, 01/03/2009 en 12/07/2012. Waarbii R staat voor hetcriteriurri stabiliteit’, E voor het cniterium ‘vlarndichtheid’ en I voom het criterium ‘thermische isolatie’. Een eengezinswoning wordt beschouwd ais een afzondertijk gebouw dat hootdzakeli)k bevtemd is voor de huisvesting van één gezin. De term ‘dabbeLwandige gevels’ nloet hier verstaan worden ais ‘dubbele-huidgevels’.
VVTCB-Ccntact 2015/1
0
Speciale uitgave
—
Het bouwdetail: een ware eisenbundel
betorinenvloerplaten, is de brandweerstand ter hoogte van de aansluitingsvoeg sowieso verzekerd. Bi) gordijngevels en voorharrg gevels (ske[etbouw) die bevestigd worden aan een discontinue draagstructuur, s het daarentege n van groot belang dat deze voeg correct afgedicht wordt.
a
+ Voor lage gebouweri zijn er in de Basisnor rnen geen eisen opgenornen cmi het risico op uitwendige brandoverslag tegen te gaan. Ornwille van de beperkte gebouwhoogte (s 10 m) doen er zich bi) de bran dweeri nter ventieendeevacuatievan de bewon ers in de regel im mers s lechts we inig probleni en voor, waardoor de bevoegde instanties specille ke maatregelen overbodig achten. Voor rniddethoge en hogegebouwenzijn erwel eisen opgenornen oni hetrisico op uitwendige brandoverslag binnen de perken te houden. 0m h ieraari te kun nen voldoen wordter door gaans teruggegrepen naar gevelelementen waarvan de vlamdichtheid (E) gedurende 6o ininuten verzekerd s. Deze elementen kunn en opverschi liende manieren uitgevoe rd worden. Zo kan mien gebruikniaken van een vlarndichte horizontale oversteek met yen minimale [engte van 0,6 m (zieafbeelding 3) ofvan een vlarndicht element (bestaande uit een Latei enjof een borstwering) dat in fiel geveLvlak gelegen is (zie afbeelding 4) en waarvan de ontwikkelde lengte (a + b + c+ d) groter is dan ofgelijkis aan 1 m.
b
I d V
,
We vilLen eraan herinneren dat gevel bekiedi ngen moeten beantwoorden aan de braridreactiekiasse D-s3, di voor age gebouwen en B-53, di voor middeLhoge en hoge gebouwen (6). Het betreft hier yen bran dreactiekiasse voor de uitei ndelij ke gebruiksvoorwaarden, d.w.z. net inbegrip van de onderliggende [agen (isolatie, pane len ...).Voorindustrièle gebouwen (bijlage 6 van de Basisnormnen) vvorden er geen eisen gesteld met betrekking tot de brandreactie van de gevelbekieding.
4 I Piaatsing van een viamdjcht eiement (E 60) in [iet geveivlak waarvan de ontwikkeide iengte groter in dan ot gehjk s aanr 1 ru.
3 I Viamndicht bouweiement (E 60), gereahseerd met een horizontale oversteek van minstens 0,6 ru.
tee te zien dat de nom ‘hoogte van de latei (d.w.z. het dee I van het metselwerk dat zich boven het schrijnvverk bevi ndt) ÷ hoogte van de borstvvering -i-diktevandecompartirnents vloer’ groter is dan of gelijk s aan 1 m. tAie merken op dat de afmetingen van één van deze cornponenten geiijk mogen zijn aan o. In afbeelding wordt op scheniatische wijze aangegeven hoe sen bu een traditionele spouwmuurconstructie uit gevelmnetselwerk en beton nen draagelementen eenv[arndicht gevelelernent van E 6e kan verkrijgen. Ais gevolg van de gestage verstrenging van de therrnische regelgeving nemen de isola tiediktes in de gevel atsniaar toe. Dit Ieidt ertoe dat hetbuitenschrijnwerksteedsverder uit het vlak van het dragende nietselwerk ge pla atstwordt. Hierdoor bestaat het risico dateen eventuele brand zich ondanks de aariwezigheid in het gevelmetselwerk van een vlan-idicht element met een iengte van i ru alsnog via de spouwniuur naar het bovenliggende co rnpartirnent han voortplan ten. In de vvetgeving is er voorlopig echter noggeen eis opgenomen die toelaat om de brandoverslag via de spouwniuurisolatie (zie afbeelding 6, p. 27), de isolatie van —
1.2
Verticasl vlanidicht gevelelemnent
—
Bij een traditionele spouwrnuurconstructie moet men er enerzijds voor zorgen dat de vlarndichtheid in het gevelrrietse[werk ver zekerd in over een rnininrale ontwikkelde lengte van i ru. Anderzijds dient men erop
(6)
Voo rn-ieer info rmatie over de verschi lien de brandreactieklassen verwijzen we naar het artikei ‘Eu ropese testmnethoden en ciassificatie van de brandreactie van bouwproducten. Deei i: overzicht en stand van zaken’ uit het WTCB-Ti)dschrift 2001/2.
VV’lO B-Contact 201 5/1
1. Gevelmetseiwerk 3. Cornpantimentsvloer
2. Latei 4. Borstwering
5 I Realisatie van een vlarndicht gevelelement van E 60 in est traditioneie spouwmuurcon structie uit geveimetselwerk en betorineni draageiementen.
Speciale uitgave
1.3
4
5
2
1. Houtengevelbe kieding 2. LaI 3. Regenscherrn 4. Isolatie 5. Pleat
5. Beschermings rooster 7. Houten planchet 8. Binnenafwerking 9. Plaat van het OSB-type
7 I Risico op brandoverslag via de spouw van een geventiluerde gevelbekieding.
1. Geveirretselvverk 2. Spouwmuurisolatie 3. Latei 4. Cvrnpartimentsvaer 5. Borstwering 6
Rs!cv op brancoversiza v!a de spoLwrnour isolabe.
een ETICS-systeeni of de spouw van een geventileerde gevelbekieding (zie afbee[ ding 7) te b eperken. Een werkgroep van de FOD BinnenLandse Zaken legt zich hier nomenteel ovel op toe.
0m brandoverslag via de gevelisolatie te voorkornen, zou men in welbepaalde zones (bv. rondoni de openingen) een auntal fire stops (o.a. uit een onbrandbaar isolatiema teriaalrnet een minimale brandreactiekiasse A2-51, do) kunnen voorzien. Een andere rnogeliikheid zou erin kunnen bestaan om de spouw af te sluiten met behulp van een dunne rnetalen slabbe. Een dergelijke aan pak isvanuit een thermisch oogpunt rninder aangewezen, omn dater door deze manier van werken een lineaire koudebrug ontstaat.
Het bouwdetail: een ware eisenbundel
Horizontaal vlarndicht gevelelement
n de praktijk worden er ook vaak baikons gebruikt om uitwendige brandoverslag te voorkomen. Omdat dergelijke uitkragende betonnen balkonsgewoonhijkeen koudebrug vorrnen, worden ze bu verwarmde gebouwen dikwijls uitgevoerd meteen thermische snede (zie afbee[ding 8) om aan de thermische regelgeving te voldoen. Deze snede wordt doorgaansgerealiseerd met behulpvan stijve, brandbare isolatiep[aten, die in principe niet in staatzijn 0m de v[anidichtheid gedurende 6o minuten te verzekeren. Naargelangvan despecitiekesituatiezalmen dus bijkomende maatregelen moeten treffen om de vlarndichtheid te verwezen[ijken. Er zijn immersverschi[Iende parameters die het risico op brandoverslag kun nen beïnvloeden, zoals het type schrijnwerk (hout, PVC ...), de positionering ervan, het type gevelisolatie enzovoorts. In plaats van een brandbare isolatie zou rnen bijvoorbeeld kunnen gebruikmaken van een onbrandbaar materiaal (minimale brandreactiekiasse A2-sl, do). Een ander alternatief zou erin kunnen bestaan om een vlamdicht p[aatmateriaal te voorzien ter hoogte van de thermische snede of ter hoogtevan deaansluitingtussen het raam en de isolatie. Men dient er in elk geval voor te zorgen datdetemperatuurvan dewapening die de verankering van het baikon aan de draagvloer verzekert voldoende Iaag b[ijft om de stabiliteit van het gehee[ gedurende 6o rninuten te waarborgen.
1. 2. 3. 4. 5.
o
°:P°
-
O’
Gevelmetselwerk Thermisch-snedeanker Draagvlver Thermische isolatie Schrijnwerk
0,6 ni 2
8 Balkon met een thermnische snede.
VVTCB-Contact 2015/1
Speciale uitgave
-
Het bouwdetail: een svare eisenbundel
Wanneer flint het uitkragende baikon, rnaar weidegeveidienstdont ais viamdichteienient (zie § 1.2) en indien het baikon flint gebruikt wordt ais vluchtterran, zijn er in de Basisnor rnnn geen eisen opgenornen met betrekking tot de brandstabiiiteit. Een baikon wordt in de filosotie van de Basinnormen inirn ers niet ais nen structurnel niernent beschouwd (voo r in enr inforrnatie hierorntrent verwijzen we naar het WTC B-Dossier 2011/4.4). Cru de veiligheid van de huipdiensten en de te eva cunren personen te vrijwaren, kan het ectiter welwenseli]k2ijn datheluitkragende baikon (afhankekjkvan zi)n grootte en iokalisatie in h et geb ouvv) zijn brandstabil itait gedurende een bepaa ide pe riodezou bewaren - Hi ervoor zou mari de vvapening kunnen beschermen door rniddel van een ombuiLing uit een onbrandbaar isolatiemateniaai of zou men brandwerende platen in de opbouw kunnen voorzie n.
2
Doorvoeringeri
2.1
Leidingen, kabels en iucht kan aien
2.1.1
Reglernenterirzg
In de bijlagen 2, 3, 4 en 6 van de Basisnar rnen wordt gesteid dat de doorvoering van ieidingen, kabeLs, Iuchtkanaien en andnre verzwakkingen doorheen brandwerende bouweLernenten (zoals scheidingswanden, rnuren en vloeren) de brandweerstand van deze eLernenten niet nadefg rnag beïnvlne den. Wann enr ne ri wand brandwerend dinntte zijn, geldt dit met andere woorden eveneens voorzijn doorvoeringen. Dergehjke doorvoeringen moeten dus zowel void oen aan de thermisch e-isoiatie-nis (I) ais aan de vlarndichth eid sais (E). Enknl bij de enkeivoudige doorvoeringva n ieidi ngen (dus geen luchtkanaien, rookgasafvoerkanalen enzj met een diamnter van niinder dan of gehjk aan i6o mm hetzi) zonder isolatie, hetzijvoorzien van een onbrandbare isolatie (minimale brandreactiekiasse M-si, do) moet buter a an het via mdichtheidscriterium voidaan zijn. Bijiage y van de Basisnorrnen steit immers dat de invloed van dergel(ke doorvoeringen op de thermische isolatie verwaarioosbaar is (zie hiervoor ook de te verschijnen TV 254). —
—
De atdichting van de doorvoering rnoet niinstens aven lang aan de vereiste criteria voidnen ais de tijdsduur die voorgeschreven
O WECB-Contaot
is voor het bouweienient in kwestie. indien h et bouwelernentechterd ienst doet u lswand van een ieidingkoker, moet de brandsveer standsduu rdievonrgesch reven viordtvoorde ieidingdoorvoering minstens gehjk zijn aan de heift van de tijdsduur die vooropgesteid rvordtvoer de wand van de ieidingkoker (met een minimum van 30 minuten).
2fl.2
Uitvoering
in de wetgeving zijn er een aantal typeoplos singen met een beperkt toepassingsgebiud (zin bijlage van de Basisnormen) opgeno mon voor de uitvoering van enkeivoudige brandaierende doorvoeringen van iuidingen en Labels (dus gnon Iuchtkanalen, rookgas afvoerkanaien ...) dnorheen brandiverende wanden. Daamaast kan men hïervoor ook gebruikmaken van specifieke bran dwerend e vonrziuningen,zoaisrnanchetten, isolerende schalen en brandwerende kussens. Dezu voorzieningen nioeten beproefd zijn voor de uitvoeringsomstandigheden waarin ze toegepast zuilen worden (bv. diameter, ieidingmateriaal). Voor de uitvoering van de doorvoering van iuchtkanalen tan men ofweieen beroepdoen op een brandeierendu klep met een CE-markering, dan wel op een b randaierend iuchtkanaal. In afbeeiding is een brandproef op een auntal ieidingdoor voeringen voorgustuId.
9 i Brandprnef np non aantai ieidingdoorvoerinten. van het type CLV (7)). Dit impliceert dat de brandwerende wand van deze schacht op verschiiiiende piaatsen doorboord wordt door de aansiuitleidingen tussen de ketels en de kanaien die zich in de schacht bevin
4
Voor meer informatie hierorntrent verwijzen aie naa r de te verschijnun TV 254.
2.2
Rookgasafvoerkanaien
2.2.1
Regbenrentering
3
ZoaLs rends eurder vernieid werd, mogen doorvoeringen envurzwakkingen van brand sverende bouweIementen (bv. scheidings wan don, muren, vboeren) de brandweerstand van het ge heei n let negatief beïnvioeden. Dit geIdt evenee ris voor rookgasafvoerkanaien. De voonschriften uit bijIage 7 van de Basis norrnen zijn echter niet van toepassing op de doorvoering van rookgasafvoerkanaIen. De huidige appartementsgebouwen worden staeds vaker voorzien van een verwarmings systueni dataangesioten isop eun individuele gasketei met een gesioten verbrandingscircuit (zie afbeeiding io). De rookgasatvoer- en luchttouvoerkanalen van aile keteis worden hierbi) in een gemeenschappeVjke techni sche schacht verzameid (coliectiet systeom
2 Semeenschappehjke technische schacht Bookgasabvoerkanaai Luchttoevoerkanaal Gasketei met een gesloben verbrandingscir cuit 5, Brandwerende wand van de technische schacht
1, 2. 3. 4.
10 i Donrbnring van de brandwerende nand van een gemeenschappoh)ko technische schacht donr de aunsisitleidingen tusson de keteis en de rookgasafvner- en iuchttnevnerkanaien.
(7)
CLV scout hier voor ‘combinatin iuchtnoevoer nerbrandingsganatvoer’. Oit syntuem wordt noms nok anngeduid aIs 3CE, wat nIant vonr ‘conduit colbecti[pour chaudières étanches’.
Speciale uitgave
2
deri. Deze doorboringen rnogen echter geen afbreukdoenaan de brandweerstaridvan de wand in kwestie. Bij gebrek aan proefnormen voor deze toe passing heeft de Hoge Raad voor bevei tigi ng tegen brand en oritplofting in samenwerking met het WFCB en de normcommissie NBN E 166 ‘Schoorstenen’ de volgende regelsvoor de goede praktijk goedgekeurd (8): • ofwel wordt er ter hoogte van de door voering een brandwerende voo rzieni ng aangebracht die proelrondervindeLijk geva Iideerd werd • ofwel s de uitvoering van de don rvoering contorm een typeoplossing die vrijgesteld is van een proetondervindelijke validatie. De typeop Iossiri g rnoet wel beantvoord en aan een aantal voorwaarden, zodat de brandoverslag van het erie compartiment naar het andere (bv. apparternenten) ver rnieden kan uvorden.
2.2.2
Typeoplossirig
De hierna besproken typeoplossing, waar von r e r dus geen specifieke bra ndweren de voorzieningen noodzake Iijk zijn, is uitslu itend van toepassing op de doorvoeringdoorheen
-1
3
1 2. 3. 4. 5.
Verticaal concen trisch C[V-kanaal Buitenste buis Binnenste buis Technische schacht Brandverende wand
Het bouwdetail: een ware esenbundel
q
op een verticaal concentrisch CLV-kanaal weergegeven, alsook aile andere elementen waaraan eisen gesteld worden bi) hettoepas sen van de typeoplossing.
6
5
—
4 6. Warmtegenerator 7. Aansluitkanaal 8. Afdichting uit rotswol 9. Horizontaal ver bindingskanaal
11 I Taeoplossing voor de doorvoering van het aansluitkanaal van een CLV-systeem dcorheer de wand van een technische schachi. bouwelementen van kanalen van centrale ve rwarlningssystem en op gas met een geslo ten verbrandingscircuit van het type C. In afbeelding ii wordt de afdichting van de doorvoeringvan de aansluiting van de ketel
Men dient geen brandwerende voorziening te plaatsen ter hoogte van de doorvoeringen van de aansluitkanalen indien voldaan iv aan de voorwaarden die gesteld worden aan de typeoplossing. Deze voorwaarden zijn in tabel B respectievelijk opgenornen voor een vereistebrandweerstandsduurvanE3o (lage en middelhoge gebouwen) of E 6o (hoge gebouwen); ze moeten ervoor zorgen dat er via de tech nische schacht geen brandovers[ag tussen twee compartirnenten kan optreden. Indien voldaan is aan de voorwaarden voor het behalen van een brandweerstandsduur van E 6o, spreekt het voor zich dat ook de voorwaarden voorhet behalen van een brand weerstandsduur van E o ingewilligd zijn.
3
Compartimentswanden
3.1
Reglementering
In de Basisnormen zijn de eisen opgenomen met betrekking tot de brandweerstand van wanden die de scheiding tussen twee com
B I lypeoplossingen vvaarvoor et geen door een pixel gevalideerde branderende voorziening vereist is ter hoogte van de doorvoering (cf. de te verschijnen TV 254(. Eis voor de doorvoering
Type doorvoering E
(‘)
E 6o
()
• Materiaal van het externe kanaal en de T-stuk ken: robuust, onbrandbaar en smeltteniperatuur 727 °C (°) • Twee parallelle kanalen DN 8o mm, met een minimale tussenafstand van 40 mm of een con centrisch kanaat met extern kanaal DN 125 mm
‘Jerbindingskanaa I (gedeelte van let aan slu itkanaal dat de schachtwand door boort)
• Materiaal van het externe kanaal en de T-stuk ken: robe ust en onbrandbaar (3) • Twee parallelle kanalen DN 8o mm, met een minimale tussenafstand van 40 mm
Speling tussen het aansluitkanaal en het brandwerende bouwele ment (schachtwand)
De aansluitkenalen met een horizontaal verloop doorboren de volledige dikte van het brandwerende bouw elernent. De spelingtussen de2e kanalen en het brandwerende bouwelement Iigt tussen ± io en 25 mm en wordt opgevuld met behulp van goed aangedrukte rotswol over de volledige diepte van de wand.
Verticaal rookkanaal in de technische schacht
Materiaal van het externe kanaal en de T-stukken: robuust en onbrandbaar.
Technische schacht van een rookkanaal
Enkel voorbestemd voor deze toepassing en overeenstemmend met de voorschritten van de arti kels 5.1.5.1 van de bijlagen 2/1, 3/1 en 4/1 van het KB 7-7-1994. De technische schacht van een schouw s uitsluitend bestemd voor rookkanalen. Geen enkele andere leiding, elektrische kabel enz. s toege staan in de technische schacht, tenzij er een scheiding El 30 voorzien is tussen het rookkanaal en de rest van de schacht oftenzij de wanden van het rookgasafvoerkanaal zelf brandwerend zijn.
(‘)
() (3)
(‘)
(8)
30
000rvoering Doorvoering Bflvoorbeeld Bflvoorbeeld
Materiaal van het externe kanaal en de T-stukken: robuust en onbrandbaar, met eeri smelttemperatuur 727 oc.
doorveen een kokerwand in een Iaag of middelhoog gebouw. doorheen een kokerwand in een hoog gebouw. staal of aluminium. staal (aluminium, met een smeltternperatuurvan 660 °C, iv niettoegestaan).
HR 1525 R, goedgekeurd op de vergadering van de hoge Raad van i8 september 2014.
V\’TCB-Contac: 201 5/1
Speciaie uitgave
—
Het bouwdetail: een ware eisenbundei
C I Brandveerstand van de cornpartirnentsivanden. Lage gebouwen Niveau
L
Gelegen boven heteva cuatieniveau E
Eén bouviaag
Meerdere bouwiagen
Ei3o
E16o
Gelegen op of onder [jet evacuatien veau E
partimenten vorrneri. Tabel C geeft hiervan een overzicht. 0m het verspreidingsrisico van brand en rook naar de aangrenzende comnpartimenten te beperken, geidt voor industrile gebouwen de bîjkomencl eeis dat de cornpartinientswand im nit hetafgevverkte dakvlak en 0,50 m uit het gevelv[ak moet steken (zie bijlage 6van de Basisnormen). in de bijlagen 2,3 en van bet Konin klijkBesiuit zijn erdaarentegen geen gelijkaardige eisen opgenornen. Ais a iternatief wordt in bijLage 6 aangegeven dat bet ook toegelaten is om langs beide zijden van de compartirrients wand een vlarndicht elernent (E) met een breedte van e 0f 2 m te voo rzien (naargela ng heteen gevel- ofeen daktoepassing betreft), waarvan de vereiste brandweersta ndsduur gelijk is aan dezevan de cornpa rtirnentsvvand. in deze zone dienen de rnaterialen van de da k- of wandopbouw net uitzonderingvan de da kaf dichti ng een mninim ale brandreac 5 tiekiasse Ai (9) te vertoneri.
El 6o
MiddeLhoge gebouwen
Industrièle gebouwen Hoge gebouwen
El 6o
El
120
El
El
120
120
uitvoering resuiteert met andere woorden in een bouwdetaii dat wei beantwoordt aan de brandreglernentering, rnaarnietvoldoet aan de EPB-regelgevireg.Om ookdeovereenstenrming met de EPB-regeigeving te waarborgen, kan men ervoor opteren om het uit het dakvlak stekende wandgedeelte zodanig te isoleren dat de weg van de minste warniteweerstand groter wordt dan of geiiik wordt aan 1 m. De afdichting van de dakopstand moet op haar heurt voldoen aan de eis BROOF-ti.
van een uit het dakvlak stekende comparti mentswand die zowel beantwoordt aan de brandreglementering ais de EPB-regeigeving. Ten slotte willen we benadrukken dat er ook aandacht besteed moet worden aan de windstabiliteit in normale toestand (geen brand) van de wandeiementen die boven het ctak uitsteken. indien noctig, moeten er tussenprofieien gebruikt worden om de goede bevestiging van het iaatste paneel te waarborgen. in deze context dient rnen de instructies van de desbetreffende piaatfabri kanten strikt na te ieven (ceiienbeton, beton, I sandwich paneei j.
In de afbeeldingen 12A en 12B wordt er een scheinatische voorstelFng gegeven van twee princi peoplossingen voor de uitvoering
S, Eeckh QUI, irg, afdehng Technisch advjes, en Y MQrvr’, iv, afdeling Gebouwvchi! en sQhrnv./erk, WTCB
—
—
3.2
A. ENKELV000IGE COMPARTIMENTSWAND MET EEN ISOLATIE DIE VOLDOET N\N DE EIS O W/niK
B. DUBBELE COMPARTIkIENTSWAND
Oplossingen bi! industribie gebo uen
Aangezien het dak en de gevel bij indus trièie gebouwennoodgedwongen doorboord worden door of aangesioten zijn op de compartimentswanden, kunnen er op deze plants bela ngrijke bcuwdetai Is voorkomen, waaraan men zowel bij de opvatting ais bij de uitvoering voldoende aandacht moet besteden opdat deze aanvaardbaar zouden blijven vanuit een therrnisch oogpunt. In het WTCB-Dossier 2011/4.4 worden de verschil lende rnogelijke uitvoeringsmethoden voor conrpartimentswanden toegelicht. in de praktijk worctt er voor de conlparti mentswanden doorgaans gebruikgernaakt van geprefabriceerde elementen uit beton of cellenbeton of van sandwichplaten. VVanneer het dakvlak doorboord wordt door een beton nenwand, spreekt hetvoor zich daterop deze piaats een koudebrugontstaat. Een dergelijke (9)
5 6
1. Enkelvoudige compartimentswand tut beton 2. Metalen opstand 3. Thermische isolatie van de opstand 4. Dakafdichting
5. Thermische isolatie van het platte dak 6. Dampscherm 7. Geprofileerde staalplaten 8. Smeitankers 9. Draagstructuur
12 I Principecplossingen voor de uitvoering van een uit het dakvlak stekende compartimentswand die zowel beantwoordt aan de brandreglemeritering ais de EPB-regelgeving.
In een volgende aanpassing van de Basisnornien zal er waarschijnhilk een minimale brandreactieklasse
WTCB-Oontact
201 5/1
10. Dubbele conipartimentswand uit cellenbeton 11. Bevestigingen van de com partimentswand
A2-s1,
do geeist worden.