Jaargang 19
nummer 3
oktober 2009
Vakblad over arbeidsomstandigheden
Bouw gezond en veilig? BAM Utiliteitsbouw test nieuwe typen valbeveiliging Blootstelling aan kwartsstof voorkomen Meer inzicht in arbomaatregelen met Veiligheidsindex Bouw
Inhoud
De aanpak van de Friezen is een unieke RONDJE STAD IN HARLINGEN
16
Bouw gezond en veilig?
Arbouw houdt de trends bij omtrent de belangrijkste arbo-aspecten, zoals gezondheid, veiligheid, leefstijl, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het volledige Bedrijfstakverslag arbeid, gezondheid en veiligheid in 2008 vindt u op www.arbouw.nl (bij ‘Nieuw’ op de homepage). Op de pagina’s 16 tot en met 19 van dit blad leest u alvast de krenten uit de pap.
10
Nieuwe typen valbeveiliging PROEF OP BOUWPLAATS BAM
14
Kwartsstof BLOOTSTELLING VOORKOMEN
20
Arbocatalogi STAND VAN ZAKEN
22
Mijn loopbaan EXTRA TRAJECT ZIEKE WERKNEMERS
23
Arbouw Infolijn VRAGEN OVER LAWAAI
28
Nieuwe contracten EIS: GENERALIST BIJ ARBODIENST
Veiligheidsindex Bouw ARBOMAATREGELEN ONDER DE LOEP
12
21
PAGINA 24
Arbovriendelijke hulpmiddelen
Rubrieken 4 6 8 24
BLIKVANGERS KORT OPEN DEUR
30 31 31
BOEKEN VERZUIMCIJFERS SERVICE
RONDJE STAD
MAKEN HET WERK LICHTER ARB 2243
journaal Vakblad over arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw Journaal verschijnt vier keer per jaar in controlled circulation voor werkgevers in de bouwnijverheid, arbodiensten en kaderleden van FNV Bouw, CNV Hout en Bouw en Het Zwarte Corps. Oplage: ongeveer 25.000 exemplaren.
Advertenties Misha Gosen, tel. 06-30601093
Adreswijziging doorgeven?
Illustratie pagina 21 en 28 Mathijs Wansink
Op het adreslabel staat behalve uw (oude) adres een code; ARB, CDS, A&O, FNV of CNV. Uw wijziging kunt u doorgeven door het telefoonnummer te bellen dat correspondeert met deze code.
Tekst en eindredactie Dennis Derksen
Arbouw algemeen Postbus 213 3840 AE Harderwijk Telefoon: 0341-466200 Fax: 0341-466293 Internet: www.arbouw.nl E-mail:
[email protected]
ARB: 0341-466200 CNV: 030-6597711 FNV: 0348-575600 NAT: 030-2142485 A&O: 070-3366240
Redactiecommissie Cor van Duivenbooden, arts, mr. drs. Jan Golsteijn Edmondt Wijk, ir. Mario Witlox Redactieadres Arbouw Redactie Arbouw Journaal Postbus 213 3840 AE Harderwijk Telefoon: 0341-466291 Fax: 0341-466211 e-mail:
[email protected] Arbouw Infolijn Telefoon: 0341-466222 (bereikbaar van ma t/m vrij van 9-17 uur) Foto cover Ton Borsboom
[2]
Arbouw Journaal – oktober 2009
Productie Drukkerij Zuidam & Zonen B.V. Volgend nummer Arbouw Journaal nummer 4 van 2009 verschijnt op maandag 7 december. Kopij voor dat nummer kan in principe uiterlijk op maandag 9 november worden ingeleverd bij de redactie. Deadline voor advertenties: eveneens maandag 9 november. Overname van de gehele of gedeeltelijke inhoud van Arbouw Journaal is toegestaan, mits met bronvermelding. Hoewel aan de inhoud van deze publicatie de uiterste zorg is besteed, kunnen er onjuistheden en/ of onvolledigheden in voorkomen. Arbouw aanvaardt daarvoor geen verantwoordelijkheid. Artikelen die onder naam zijn geschreven, bevatten niet noodzakelijkerwijs de mening van Arbouw.
Code CDS: schriftelijk aan Cordares, afd. Basis Registratie Werkgevers, Postbus 637, 1000 EE Amsterdam. Het label weggegooid? Het kan zijn dat u het label uit de plastic seal van het blad niet meer heeft. In de meeste gevallen is dan uw CAO bepalend. Valt uw bedrijf onder de CAO voor de Bouwnijverheid, geldt de code CDS. Valt u of uw bedrijf onder de CAO voor de Afbouw, geldt de code A&O. Valt u of uw bedrijf onder de CAO voor het Natuursteenbedrijf, geldt de code NAT. Voor kaderleden van FNV en CNV gelden de gelijknamige codes. Voor relaties van Arbouw geldt de code ARB. Volg na het bepalen van de code de bovenstaande instructies voor het doorgeven van de wijziging.
Boring
FOTO: TON BORSBOOM
Langs de A2 spuit een medewerker van Van Vulpen een 250 ton’s boorstelling schoon, ter voorbereiding op het intrekken van vier HDPE-leidingen door Dura Vermeer Ondergrondse Infra. De gestuurde boring in opdracht van Vitens Midden Nederland en Trilink vindt plaats onder het riviertje Leidsch Rijn. De stelling heeft een bereik van maar liefst tweeënhalve kilometer.
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 3]
BLIKVANGERS AU G U S T U S / S E P T E M B E R
In Rotterdam wordt de bovenste etage van het hoogste gebouw van Nederland, de ruim 165 meter hoge Maastoren, voorzien van een speciale gietvloer. Met behulp van een nieuwe viercilinder plunjerpomp, de SteadyFlowpomp van machinebouwer Staring uit Creil, een speciale receptuur voor hoogbouw en een 245 meter lange slang met een druk van 40 tot 50 bar is de vloer voorzien van een passende deklaag.
In Haarlem leggen schilders van de 124 jaar oude firma Rijs de laatste hand aan het schilderwerk van het Dolhuys, het nationaal museum voor de psychiatrie. Voorheen diende het complex als onderkomen voor ‘dollen’ en lijders aan besmettelijke ziekten. Het heeft al zevenhonderd jaar een functie binnen de gezondheidszorg, het laatst als crisiscentrum en dagbehandeling voor demente bejaarden. (Arbouw adviseert het dragen van handschoenen bij schilderwerk.) [4]
Arbouw Journaal – oktober 2009
FOTOGRAFIE: TON BORSBOOM / ARBOUW
In Den Haag bieden gaten het publiek een kijkje op de bouw van twee nieuwe 140 meter hoge ministerietorens, vlakbij het centraal station van de residentie. De torens naar ontwerp van Hans Kollhoff worden met elkaar verbonden via een groot atrium en eind 2011 opgeleverd. Naast de gebouwen wordt een derde, 125 meter hoge woontoren gebouwd, waarin ook kantoren en winkels komen.
Hoog op het dak van één van de woontorens van appartementencomplex De Vier Werelden maken medewerkers van Dura Vermeer Bouw Rotterdam een glazenwasinstallatie aan een kraan vast. Het complex behelst 253 appartementen en is onderdeel van de nieuwbouwwijk De Elementen die tussen de Oude Maas en het centrum van Spijkenisse komt te liggen. Het bestaat uit een groot woonblok met rondom vierkante woontorens. Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 5]
Kort Voorbij, maar nog niet vergeten
Uit een quickscan onder 1100 leden bleek dat maar liefst twee op de drie werknemers op de bouwplaats de laatste jaren bij veel te hoge temperaturen heeft gewerkt. Vooral bij wegwerkzaamheden loopt het kwik snel op. Het hete asfalt laat de temperaturen in de zon gemakkelijk stijgen tot 50 graden, stelt de bond. Uit het onderzoek blijkt dat 85% van de werknemers op de bouwplaats wil dat FNV Bouw & Infra afspraken maakt met werkgevers om werknemers beter tegen hitte te beschermen. Slechts 41% van de ondervraagden geeft aan dat er gelegenheid is geweest
FOTO: TON BORSBOOM
De zomer mag dan alweer voorbij zijn, vergeten is ze nog niet. Beelden van oververhitte bouwvakkers staan nog haarfijn op het netvlies. Tijdens de hittegolf in augustus deelden medewerkers van FNV Bouw & Infra langs de A2 bij Hagestein flesjes fris uit. ‘Bouwen in deze hitte is topsport’, aldus promotiemedewerker Martin Bouwman.
om in de schaduw te werken. Ook zei 73% tijdens extreem warme dagen geen extra drinken te krijgen.
100% stofvrij, kan dat? Zbm Rotterdam importeert de Waterkit (typen WK 125,WK180 en WK 230), een 100% stofvrije oplossing voor het zagen met een haakse slijper, aldus de leverancier zelf.
FOTO: ZBM
Het apparaat bestaat uit een lichtgewicht metalen behuizing, een elektrische aansluitkabel voor de haakse slijper en een lichtgewicht waterslang. De gebruiker kan het zonder gereedschap op de meegeleverde zaagkap aansluiten. Het systeem past op alle bekende merken machines voorzien van een beschermkap van 125 mm, 180 mm of 230 mm. De ingebouwde jerrycan heeft een inhoud van tien liter. Het gewicht zonder water is 9,8 kg. Door gebruik van het systeem wordt het stof middels een regelbare waternevel in de zaagsnede neergeslagen. ‘De Waterkit vervangt droogzagen met stofafzuiging en maakt stofvrij werken 100% waar’, aldus Wladimir Stuit van Zbm Rotterdam. ‘Het voorkomen van stofoverlast leidt tot aantrekkelijke kostenbesparingen en levert tijdwinst op in het bouwtraject.’ Waar zit ‘m de besparing in? ‘Het gebruik van de Waterkit voorkomt gesleep met stofzuigers, dure stofzakken en bespaart op de kosten omdat ruimtes niet meer afgesloten hoeven te worden, zoals je in ziekenhuizen nog wel eens ziet. Dat levert tijdwinst op. Een kanttekening is wel het opruimwerk. Er ligt namelijk altijd een stofdrab op de plek waar je hebt gewerkt. Dat moet dus worden opgeruimd.’ 100% stofvrij werken, kan dat eigenlijk wel? ‘In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat we dit zelf niet hebben onderzocht. De informatie komt van de fabrikant uit Spanje. Desondanks geloven we heel erg in de stofreductie van het apparaat. Ga maar na: het water komt direct op de slijpschijf die het vocht verder rondslingert. De verneveling met water vind ik sowieso een betere oplossing dan afzuigen, waarbij vooral in de hoeken de gebruikte kapjes vaak niet goed op het oppervlak aansluiten.’ Meer over stof: lees het artikel op pagina 14-15.
[6]
Arbouw Journaal – oktober 2009
‘Pool vaak afwachtend’ Met ArboPolska willen Claris Arbodiensten uit Veenendaal en Menea uit Zoetermeer de Nederlandse bedrijven op hun Poolse werknemers toegesneden diensten bieden. praktijk vaak stroef. De Polen zijn door de taalbarrière ook nog eens veel minder assertief dan hun Nederlandse collega’s. Onduidelijkheden blijven dan bestaan. Dit kan in de praktijk leiden tot gevaarlijke situaties en een nadelige invloed hebben op de kwaliteit van het werk.’ FOTO: PORS/ DE RIDDER PR
ArboPolska probeert deze communicatie samen met de werkgever te verbeteren. ‘We zullen in de toekomst op de werkplek gaan kijken hoe de samenwerking tussen de werkgever en zijn Poolse werknemers verloopt en hoe die kan worden verbeterd.’ www.arbopolska.nl
De initiatiefnemers van ArboPolska Casper Robben van Menea (links) en Eric Huisman van Claris Arbodiensten.
ArboPolska richt zich met name op de verzuimbegeleiding van de snel groeiende groep Poolse werknemers in ons land. Hiervoor heeft de arbodienst Poolse verzuimconsulenten in dienst genomen. ‘Want goede communicatie is belangrijk. Je moet een verzuimgesprek niet met handen en voeten hoeven voeren’, zegt Eric Huisman, directeur van Claris. ‘Met consulenten die de taal spreken, proberen we dat te verbeteren. De consulent neemt al op de eerste dag contact op met de zieke werknemer, om vervolgens ruggespraak met een bedrijfsarts te houden. Voor de goede orde, hij is wél een Nederlander. Poolse bedrijfsartsen zijn er nog niet ons land. Dat wordt trouwens wel een keertje tijd.’ Door het taalverschil is er ook op de werkplek een communicatieprobleem. Huisman: ‘De communicatie verloopt in de dagelijkse
Arbocongres in Düsseldorf
• •
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunt Poolse werknemers door middel van een Poolstalige website: www.polski.szw.nl Speciaal voor Poolse werknemers die werkzaam zijn in de bouwnijverheid is er de brochure Veiligheidsadviezen voor de bouwnijverheid. Deze brochure is in het Pools vertaald en is bij Arbouw te bestellen (bestelcode ARB 0981, prijs: €4,50). Zie pagina 31 van dit blad voor bestelwijzen.
Plugz: testen van nieuw gereedschap en materiaal Via www.plugz.nl kunt u een product aanvragen, gebruiken en uw mening geven. De nieuwe website voor de bouw en installatie is bedoeld om gereedschappen, materiaal en hulpmiddelen te verspreiden en gratis te laten gebruiken en ervaren.
Begin november vindt in Düsseldorf traditioneel de A&A Beurs plaats.Van 3 tot en met 6 november loopt in het beurscomplex tevens The National Occupational Safety Conference, een internationaal congres gericht op innovaties op het gebied van het gezond en veilig werken. 350 experts komen vertellen over de huidige technische ontwikkelingen in de markt, beleidsontwikkelingen en voorbeelden van innovaties. Er worden zo’n zesduizend bezoekers verwacht. Rode draad van het congres is de gedachte dat goede arbeidsomstandigheden een organisatie ook economisch gezien gezond kunnen maken. Besparen op gezondheid en veiligheid blijkt namelijk achteraf vaak de verkeerde strategie, zegt Bruno Zwingmann, algemeen directeur van het Basi (Bundesarbeitsgemeinschaft für Sicherheit und Gesundheit bei der Arbeit), de organisatie die het congres organiseert. ‘Preventie is een investering in de toekomst. Vandaar dat het bevorderen van de gezondheid en productiviteit aan belang wint in organisaties, in de politiek en in het kader van de sociale zekerheid. Het verbeteren ervan draagt voor een belangrijk deel bij aan de concurrentiepositie van bedrijven. Er zijn talloze voorbeelden te noemen waarbij ondernemingen door het nemen van gerichte maatregelen hun kwaliteit en imago wisten te verbeteren.’ Meer informatie congres: www.aplusa-online.de
De Showa 340 Optigrip handschoen is een van de producten die potentiële gebruikers via Plugz kunnen testen.
In september zijn productcampagnes gestart van onder andere een voegenzaagmachine, griphandschoen, veiligheidsschoenen, uitschuifmes en tegellijm. Bedrijven, hun werknemers en zelfstandigen kunnen deze testen, mits zij tot de groep potentiële gebruikers behoren. Inschrijven kost niets en elke deelnemer mag het geteste product na afloop houden. Als tegenprestatie moeten online enkele vragen worden beantwoord over onder meer gebruiksgemak, duurzaamheid, comfort, uiterlijk en prijs. De informatie is openbaar te volgen op de website en blijft samengevat toegankelijk in een archief. Daarnaast zijn er openbare discussies waaraan iedereen kan deelnemen. Arbouw Journaal – oktober 2009 2008
[ 7]
Open deur Arbouw heeft een nieuwe directeur. Daarmee komt een einde aan het dienstverband van Cees van Vliet. Hij gaat met pensioen. Een gesprek met Van Vliet en zijn opvolger Jan Warning. Over de daling van het verzuim en de ongevallen in de bouw, het nog altijd matige imago en de noodzaak de arbovriendelijke hulpmiddelen en het ouderenbeleid te bevorderen.
Cees Na een lange carrière in de bouw is het wel een beetje vreemd om met pensioen te gaan. Ik heb eigenlijk meer het gevoel dat ik op vakantie ga. Daarna moet ik gewoon weer aan het werk, denk ik dan. Het is ook raar dat ik steeds minder te doen heb. Ik rij hier op mijn dooie akkertje naar toe. Om half acht zit ik thuis nog een kop koffie te drinken en denk ik: wat doe je hier nog, je had al lang in de auto moeten zitten!
FOTOGRAFIE: ARBOUW
Jan Na een introductie die geleidelijk op gang kwam, heb ik het steeds drukker gekregen. In de eerste maanden bij Arbouw was het vooral kennismaken met de verschillende organisaties in de bouwnijverheid en kennis nemen van de producten van Arbouw. Maar ik heb ook een aantal bouwplaatsen bezocht. Dat laatste hoop ik in de toekomst te kunnen blijven doen. Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden gebeurt nu eenmaal in de praktijk.
&
Jan Warning Cees van Vliet
[8]
Arbouw Journaal – oktober 2009
Jan Voor mij is het een kennismaking met een mooie bedrijfstak, voor jou een afscheid... Cees Ik besef me dat ik niet alleen afscheid neem van Arbouw, maar van de bouwnijverheid in zijn geheel. Ik heb zes jaar gemetseld. Daarna heb ik jarenlang bij de vakbond gewerkt. Ook in die functie ben ik veelvuldig op bouwplaatsen geweest. En de afgelopen acht jaar bij Arbouw was gewoonweg een fantastische tijd. Jan Het is een compliment waard dat Arbouw stevig op de kaart staat als het kennisinstituut op het gebied van gezond en veilig werken. Je hebt dat natuurlijk niet alleen gedaan, maar er wel leiding aan gegeven. Cees Daar kunnen we bij Arbouw met zijn allen trots op zijn. Maar de bekendheid van Arbouw is geen doel op zich. Veel belangrijker nog is wat er buiten gebeurt, op de bouwplaats. Het doet me deugd dat de afgelopen jaren grote stappen voorwaarts zijn gemaakt. Zo is het verzuim en het aantal arbeidsongeschikten in de afgelopen tien jaar fors gedaald. Hierover hebben werkgevers en werknemers terecht de koppen bij elkaar gestoken. Nodig, want de uitvalcijfers waren veel te hoog. Met name hierdoor was ook het imago van de bouw tamelijk slecht, wat je terugzag in de instroom, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het imago is helaas nog steeds niet goed. Het verder verbeteren van de arbeidsomstandigheden zou daar verandering in kunnen brengen. Dat moet een gezamenlijke inspanning blijven.Van de sector, de bedrijven en hun werknemers. Ik hoop van harte dat de aanpak waarbij werkgevers- en werkgeversorganisaties nauw samenwerken, zal worden voortgezet.
Afscheid Cees van Vliet Op 4 september namen de medewerkers van Arbouw, huidige en oudbestuurders en andere bekenden afscheid van Cees van Vliet. Tijdens een minisymposium in Utrecht werden actuele zaken uit de bouw afgewisseld met leuke anekdotes en cabaret. De inmiddels oud-directeur kijkt terug op een lange loopbaan in de bouw, die hij afsloot met een achtjarig dienstverband bij Arbouw. Voor zijn inspanningen om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren, is Van Vliet geëerd met de Gouden Arbouw-Speld.
Jan In de toekomst zal het ook belangrijk zijn om het arbovriendelijk werken nog verder te bevorderen. Ik denk dat het goed is om de hulpmiddelen nog eens goed onder de loep te houden. Niet alle bestaande hulpmiddelen worden gebruikt, bijvoorbeeld omdat deze in bepaalde situaties niet goed werken. Werknemers willen graag in een flow werken, ze willen lekker bezig zijn. Als de inzet van een hulpmiddel meer tijd kost dan ze lief is, wordt dat vaak als een onderbreking gezien. We moeten dus zorgen dat de hulpmiddelen onderdeel worden van de dagelijkse bouwpraktijk. Arbouw kan daar zeker een rol in spelen, net als bijvoorbeeld op het gebied van het ouderenbeleid. Dat is ook zo’n heet hangijzer. Cees Beleid gericht op de ouderen in de bouw is inderdaad een belangrijk punt. Zij kampen vaker met lichamelijke klachten en verzuimen langer. Omdat de bouw vergrijst, zijn stappen nodig om te voorkomen dat straks grote groepen mensen uitvallen. Er zou bijvoorbeeld aan taakroulatie kunnen worden gedaan,
‘Omdat de bouw vergrijst, zijn stappen nodig om te voorkomen dat straks grote groepen mensen uitvallen’ waarmee je de mensen deels ontziet. Ook zou je kunnen denken aan een bredere toepassing van geprefabriceerde materialen. In het algemeen kun je stellen dat elk bedrijf goed naar de beperkingen van zijn mensen moet kijken. De sector kan de bedrijven hierbij ondersteunen. Jan Op het gebied van de veiligheid verwacht ik veel van de Veiligheidsindex Bouw. Het instrument is speciaal bedoeld om werk-nemers bewuster te maken. Zij gaan de bouwplaats op om de correcte en niet-correcte uitvoeringen van de maatregelen in kaart te brengen. Dat verschaft de leiding inzicht in het veiligheidsniveau op een bepaald moment. Positief vind ik dat door de mogelijkheid om online te benchmarken, de bouwplaatsen ook onderling kunnen worden vergeleken. Daarnaast motiveert het mensen om naast de onveilige situaties ook de goed uitgevoerde veiligheidsmaatregelen te turven. Cees Die positieve benadering is echt nodig bij een onderwerp als gezond en veilig werken. Net als bijvoorbeeld het milieu, heeft arbo vaak een beetje een negatieve bijklank. Er mag vooral veel niét. De regels leggen beperkingen op en vertragen het bouwproces. Maar die regels zorgen er juist voor dat het bouwproces zonder calamiteiten door kan gaan. Ze zorgen ervoor dat de mensen werken onder goede omstandigheden, wat de algehele sfeer op de bouwplaats en de motivatie bij de mensen vergroot. Jan Dat is een boodschap die we in de toekomst moeten blijven uitdragen. Gezond en veilig werken is belangrijk voor de bedrijven, hun werknemers en de bouwnijverheid in zijn totaliteit. Zeker in deze tijd waarin de bedrijven het bepaald niet makkelijk hebben, is het zaak om de mensen aan de slag te houden. Voor Arbouw is het de uitdaging om hier actief aan mee te werken. Er zijn mooie instrumenten ontwikkeld die de bedrijven helpen de arbozorg in de praktijk te brengen. Daar moeten we mee doorgaan. Cees Als ik hier op de een of andere wijze nog eens een bijdrage aan zou kunnen leveren, dan weet je me te vinden…
Cees van Vliet (rechts) krijgt de Gouden Arbouw-Speld opgespeld door Charles Verhoef, namens de werknemers bestuursvoorzitter van Arbouw.
Jan Ha, dat doet me denken aan mijn vorige functie als directeur bij Bureau Beroepsziekten! Bij mijn afscheid heb ik mijn opvolgster een bon voor gratis advies gegeven. Dus Cees, loop gerust nog eens binnen. Ook al is het maar voor een kop koffie. I Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 9]
FOTO: JEROEN POORTVLIET
Cees Over mijn toekomstige activiteiten heb ik om eerlijk te zijn geen idee. Misschien ga ik wel in een buurtbus ouderen naar de markt rijden. Er zijn zo veel dingen om te doen, nuttige én leuke! Ik heb pas een nieuwe caravan, dus dat worden leuke reisjes naar Frankrijk. Ik ga in elk geval niet thuis zitten, daar ben ik het type niet voor.
Meer inzicht met de Veiligheidsindex Bouw Na een succesvol verlopen proef is de landelijke introductie van de Veiligheidsindex Bouw nog slechts een kwestie van tijd. Met het instrument van Arbouw brengen de bedrijven in de bouw en infra snel en doeltreffend de veiligheid op hun bouwplaatsen in kaart. De werkgevers- en werknemersorganisaties in deze sectoren willen dat er meer gebeurt om het aantal ongevallen terug te dringen.
De Veiligheidsindex Bouw kan daar verandering in brengen. Het instrument is er sterk op gericht om de bouwplaatsmedewerkers die ermee werken bewuster te maken van de onveiligheden op en rond hun werkplek. Wekelijks doen zij bij toerbeurt een ronde over hun bouwplaats. Aan de hand van een checklist brengen zij de goede en minder goede uitvoering van de arbomaatregelen in kaart. Elke goede en ontbrekende maatregel moet worden geturfd. Aandachtspunten zijn onder meer het valgevaar en de persoonlijke beschermingsmiddelen. Kijken, turven en leren van de fouten die zijn gemaakt, dat is waar het bij de Veiligheidsindex Bouw om draait. Bovendien kunnen onveilige situaties tijdens de rondgang over de bouwplaats direct worden opgelost. Benchmarken Maar de spin-off van de bevindingen is minstens zo belangrijk. Wanneer de veiligheid met de Veiligheidsindex Bouw eenmaal in een score is uitgedrukt, biedt dit belangrijke inzichten in de mate waarin de arbomaatregelen in de praktijk worden genomen. De behaalde score maakt het tevens mogelijk om aan benchmarken te doen. Hierbij voeren bedrijven hun score in een online database in, waarna een vergelijking met andere (eigen) bouwplaatsen mogelijk is. De score kan ook worden afgezet tegen het gemiddelde van de sector of branche. Benchmarken kan het bedrijf extra
Voordelen Veiligheidsindex Bouw • Meer inzicht en betrokkenheid bij de werknemers op de bouwplaats • Verbetermogelijkheden op basis van benchmarking • Draagvlak van bouwplaats tot directie • Zinvolle en effectieve toolboxmeetings • Motivatie door verbetering
[ 10 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
FOTO: TON BORSBOOM
Een belangrijk middel om het doel, minder ongevallen, te bereiken, is het vergroten van de bewustwording onder werknemers. Uit onderzoek van Arbouw blijkt dat het personeel zich maar mondjesmaat bewust is van het gevaar op de bouwplaats.
stimuleren om de arbomaatregelen te nemen. Het verkrijgt inzicht in de eigen sterkten en zwakten, dus zijn gerichte maatregelen mogelijk. Ook kunnen de bevindingen aanleiding zijn om aan een bepaald onderwerp een of meer toolboxmeetings te wijden. Introductie Om de effectiviteit van de Veiligheidsindex Bouw in de praktijk te testen, is in 64 bouwbedrijven gedurende enkele maanden met het instrument gewerkt. De resultaten zijn positief; ruim 72% vindt dat het instrument bijdraagt aan het verhogen van de veiligheid. Maar liefst 85% vindt het nuttig om zijn scores online in te voeren en te vergelijken. Mede door de positieve reacties van de gebruikers zal de Veiligheidsindex Bouw landelijk worden geïntroduceerd. De organisaties van werkgevers en werknemers zijn ervan overtuigd dat werken met het instrument de veiligheid verhoogt en het aantal ongevallen daadwerkelijk zal terugdringen. I
Testverhaal Heddes Bouw is één van de 64 bedrijven die deelnamen aan de proef met de Veiligheidsindex Bouw. Het bedrijf gebruikt het instrument op vijf bouwplaatsen, waarvan er drie van zusteronderneming Teerenstra Bouw zijn. Wekelijks loopt KAM-medewerker Arjan Meijer een ronde over de twee bouwplaatsen van Heddes, telkens met een andere bouwplaatsmedewerker. De score verbeterde steeds, vertelt Meijer, met een kortstondige dip gedurende de aanvang van de afbouwfase van één van de projecten. Deze teruggang is te verklaren. ‘In de ruwbouw hebben we naar aanleiding van de rondes over de bouwplaats maatregelen genomen. In de afbouwfase zijn weer nieuwe maatregelen noodzakelijk gebleken. Het heeft even tijd nodig voordat deze naar behoren zijn genomen. Bij een volgend project kunnen de maatregelen direct worden genomen. Werken met de Veiligheidsindex Bouw is dus ook zeer leerzaam.’
Een ander positief effect is het toenemende bewustzijn van de veiligheid onder de werknemers, zegt Meijer. ‘Het maakt de mensen die de ronde meelopen bewust. Naar aanleiding van de proef wordt onderling veel vaker over de veiligheid gesproken. En de bevindingen leveren goede input voor de toolboxmeeting.’ De scores behaald met de Veiligheidsindex Bouw maken tevens het niveau van de arbeidsomstandigheden op lange termijn inzichtelijk. Met de scores kan de veiligheid op alle bouwplaatsen onderling worden vergeleken. Aan het einde van de proef kan de veiligheid van het eigen bedrijf zelfs worden vergeleken met het gemiddelde van de sector. ‘Nuttig’, vindt Meijer deze mogelijkheid. ‘Het stimuleert om op de goede weg door te gaan.’ Bron: jaarverslag Arbouw 2007
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 11 ]
BAM voert test uit op bouwplaats in Maastricht
Veiligheid en gemak gaan hand in hand Op een bouwplaats in Maastricht test BAM Utiliteitsbouw enkele nieuwe typen valbeveiliging. Het doel: een hoger veiligheidsniveau in minder tijd. Bij aangetoond succes zullen de voorzieningen breed in het bedrijf worden ingevoerd. Het begint al bij de poort. Daar is een beveiligingsman aangesteld die de mensen die het bouwterrein op en af gaan, wijst op de regels en zo nodig een leenhelm uitreikt. Borden met pakkende teksten wijzen op het belang van goede en veilige werkomstandigheden.
FOTOGRAFIE: ARBOUW
De aandacht voor de veiligheid is niks nieuws, maar wel nodig om herhaaldelijk op te wijzen. Werk veilig of werk niet, luidt het motto van het bouwbedrijf. Wie zich
[ 12 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
daar niet aan houdt, kan rekenen op een waarschuwing of zelfs verwijdering. Vanuit de bouwkeet heeft projectleider Jack Schaefer een prima zicht op de gevel van het nieuw te bouwen meld- en coördinatiecentrum (MCC) voor brandweer, politie en GGD. Direct in het oog springen de lange rijen oranje stalen hekwerken die de traditionele planken langs de gevel hebben vervangen.‘Het is een van de vele noviteiten op dit project’, zegt Schaefer trots.
De voorzieningen zijn geleverd door Combisafe Benelux, een van origine Zweeds bedrijf dat sinds anderhalf jaar ook in Nederland actief is. Op verzoek van BAM maakte het bedrijf een totaalplan voor het nieuwe MMC. In nauwe samenwerking met de materieeldienst in Lelystad bogen Schaefer en zijn collega’s, hoofduitvoerder Ger Heijen voorop, zich over het plan. Op de bouwplaats in Maastricht worden de voorzieningen tot de oplevering in maart
Projectleider Jack Schaefer (geheel rechts) op de bouwplaats van BAM Utiliteitsbouw in Maastricht.
2010 uitvoerig getest. Deze hebben, zoals het er nu naar uitziet, een positief effect op de veiligheid. Dat geldt in elk geval voor het hekwerk. Dit is volgens Schaefer niet alleen veiliger dan de houders met planken, maar kan in kortere tijd worden aangebracht. ‘Normaal staan de mensen de leuningen in elkaar te timmeren. Dat kost op een totaal project al snel een paar mandagen meer. De stalen hekken zijn duurder, maar verdienen zich op de lange termijn terug. Ze zijn herbruikbaar en kunnen al op de grond aan het element worden aangebracht. Je hebt daarmee eigenlijk direct veiligheid. Bovendien kun je de hekken maar op één manier aan een universele klem bevestigen.’ Naast het hekwerk worden ook andere voorzieningen in de praktijk getest. Er zijn grote aluminium bouwtrappen geplaatst die onder een betrekkelijk aangename helling van de begane grond naar de eerste verdieping voeren. Bouwvakkers kunnen zich, al dan niet met materialen en gereedschap, lopend naar boven begeven. Dat is veiliger dan het naar boven klimmen via een ladder. In de toekomst zullen tijdelijke hekken worden bevestigd aan de inpandige trappen in aanbouw, zolang de leuning nog ontbreekt. Veilig én makkelijk, vindt Schaefer. ‘De klem voor de hekken gaan zonder te boren om het beton heen. Geen geknutsel dus. Er komt geen boormachine aan te pas.’ Verder worden tijdelijke afdichtingen van liftschachten zo gemaakt dat ze altijd zijn beveiligd. Het hek is uitgerust met een
dranger, die hierdoor niet open kan blijven staan. ‘Want dat is in de praktijk immers een groot probleem. De valbeveiliging wordt nog regelmatig verwijderd en niet meer teruggeplaatst. Die situatie wordt nu voorkomen.’ Alsipercha Toch zijn er ook voorzieningen die op het project in Maastricht hun nut nog onvoldoende hebben bewezen. Zo is onlangs een nieuwe aanhaakmethode getest bij het leggen van kanaalplaten. Hierbij is de zogenoemde Alsipercha gebruikt, een aanhaakframe dat door zijn vorm sterk aan een galg doet denken. Met de Alsipercha werken de medewerkers aangelijnd aan een punt boven het hoofd. Maar de methode is geen geschikt alternatief voor de aanhaakklemmen, omdat het frame tijdens het leggen elke zes meter moet worden geplaatst. ‘Tijdrovend’, zegt Schaefer.‘Bovendien staan de staanders van de constructie de werknemers regelmatig in de weg.’ Bij de elementen die zijn bekist, bleek de Alsipercha wel een goede oplossing. In deze situatie vonden de werknemers van BAM de voorziening prima werken omdat de lijn boven het hoofd loopt en deze hen dus niet in de weg zat, maar de mensen wel goed zekerde. De Alsipercha is ook uitgeprobeerd bij het afpikken van de platen van de vrachtwagen, zodanig dat het valgevaar voor de man op de wagen wordt voorkomen. Het Combisafe Loading System, wordt de opbouw genoemd, waarbij het hulpmiddel in drie blokken van elk één ton is geplaatst.
Schaefer: ‘Maar die methode werkt dan weer niet optimaal. Doordat we verschillende lengtes platen gebruiken, hebben we ook verschillende maten klemmen die met een touw moeten worden geleid. Dan kom je snel in de clinch met de lijn boven je.’ Samen met Combisafe zal worden gekeken hoe dit anders kan. ‘Een oplossing is noodzakelijk, stelt Schaefer. ‘We werken vrij veel met prefab. Een vloer bestaat uit 120 platen. Dan springt er dus ook 120 keer iemand op de vrachtwagen en heb je 120 keer het risico dat hij er vanaf valt. Bij het leggen van de platen is het risico afgedekt omdat we op de oude methode met de klemmen hebben kunnen terugvallen. Bij het afpikken van de wagen is dit alternatief niet voorhanden. We zullen er dus iets nieuws op moeten vinden. We gaan bijvoorbeeld nog testen met een horizontale lijn als aanhaakpunt.’ Het is dus waarschijnlijk dat niet alle voorzieningen uit het plan van Combisafe in de toekomst zullen worden gebruikt. ‘Maar dat was ook nooit de doelstelling. Dit is nadrukkelijk een proef’, zegt Schaefer. ‘Het is alleen maar van belang om de verschillende mogelijkheden af te tasten. Als bepaalde voorzieningen voor onze situatie niet goed blijken te werken, hebben we altijd de oude nog.’ Dát het bedrijf veranderingen doorvoert is wel zeker. ‘Het moet raar lopen, willen straks de stalen hekken niet de standaard worden’, aldus de projectleider. ‘Waar veiligheid en gemak hand in hand gaan, heb je een succesformule te pakken.’ I
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 13 ]
Blootstelling
Silicose is een ernstige longafwijking die ontstaat door jarenlange blootstelling aan kwartsstof. Uit een screening onder een groep werknemers uit de bouwnijverheid met een verhoogd risico blijkt dat zes van de ruim veertig onderzochte werknemers de aandoening in min of meer ernstige mate hebben. Werkgevers doen er goed aan de stofvorming op de werkplek zo veel mogelijk te voorkomen. Bedrijfsartsen berekenen de kans op silicose tijdens het PAGO, het periodiek medisch onderzoek. In 2008 hadden zestig werknemers een sterk verhoogde kans op het krijgen van de aandoening. Anderen lopen iets minder risico, maar hebben toch een uitnodiging gekregen voor een uitgebreid longonderzoek dat Arbouw momenteel laat uitvoeren. Op 18 april is de eerste groep bestaande uit 41 werknemers in het Medisch Centrum Utrecht nader onderzocht. Het onderzoek [ 14 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
bestaat uit een uitgebreid gesprek over het werk en de gezondheid, een hoge-resolutiescan van de longen en een longfunctieonderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat van de 41 werknemers één werknemer silicose heeft. Vijf werknemers hebben afwijkingen die mogelijk duiden op silicose in een vroeg stadium. Bij zeven werknemers is een lichte vorm van COPD vastgesteld, ofwel chronische bronchitis of emfyseem.
Campagne Het onderzoek naar silicose sluit aan bij de nieuwe campagne van Arbouw rondom het kwartsstof in de bouw. De campagne loopt door tot in 2010. In de komende tijd zal een lespakket worden ontwikkeld en bijeenkomsten voor werkgevers en werknemers worden georganiseerd. Op de website www.kwartsstofvrij.nl staat veel informatie en is ook foldermateriaal te bestellen. Via de online Keuzewijzer stofvrij werken van Arbouw (www.stofvrij-
aan kwartsstof voorkomen Bij slopen komt veel kwartsstof vrij. Een goede maatregel is het sloopwerk uitvoeren met groot materieel voorzien van een overdrukcabine met toevoer van gefilterde lucht en hulpstukken zoals een olifantstand, sloophamer, sorteergrijper, hydraulische schaar of kraker. Bij het project op de foto wordt water toegepast.
roepen waarbij de blootstelling aan kwartsstof frequent en hoog is. Maatregelen waarbij deze blootstelling kan worden verlaagd, zijn samengevat in het rapport Beroepsspecifieke protocollen voor kwartsstofreductie. Het rapport is bedoeld voor de
FOTO: TON BORSBOOM
arbodiensten, ter ondersteuning van hun dienstverlening. Maar ook voor bedrijven biedt het relevante informatie over de mogelijke beheersmaatregelen. Het rapport kan worden gedownload van www.arbouw.nl.
werken.nl) kan passende stofafzuiging bij het gebruikte gereedschap worden gevonden. Stoffige beroepen Naast het onderzoek naar silicose heeft Arbouw onderzoek gedaan naar de be-
Werken met afzuiging, natte bewerking, goede ventilatie en het dragen van ademhalingsbescherming werken in de praktijk goed om de blootstelling te beperken. Ook bij de werkplanning kan rekening worden gehouden met stof. Met andere woorden: het werk zodanig op elkaar afstemmen dat veel stofveroorzakende werkzaamheden plaatsvinden op een moment of op een plaats dat geen andere personen worden blootgesteld. Ook kan een deel van de blootstelling aan kwartsstof worden voorkomen door zo veel mogelijk afstand te houden tot het vrijkomende stof en door onnodige stofvorming te vermijden. Bij het opruimen van puin zijn eveneens maatregelen nodig, zoals het gebruik van een stofzuiger, het afvoeren van het puin
Silicose leidt tot onomkeerbare longbeschadiging. In tegenstelling tot andere stofdeeltjes veroorzaakt kwartsstof ontsteking in de longen. De meeste bouwwerknemers met silicose hebben de chronische vorm, die zich gewoonlijk twintig tot dertig jaar na blootstelling ontwikkelt. In de loop der tijd ontstaan verdikking en littekenweefsel (longfibrose) waardoor de longen minder zuurstof aan het bloed kunnen afstaan. De symptomen die zich in de loop der tijd ontwikkelen, zijn ophoesten van slijm, benauwdheid bij inspanning en een beklemd gevoel op de borst. Rokers hebben een verhoogde kans op het krijgen van silicose. De ziekte kan ernstiger zijn en sneller verlopen. Silicose kan niet worden behandeld, maar door verdere blootstelling te vermijden, kan het voortschrijden van de ziekte worden vertraagd. Werknemers met silicose hebben een verhoogde kans op het krijgen van longkanker.
via stortkokers naar afgedekte containers en het natmaken van het puin. Bij (buiten) hakken, boren, frezen of slijpen met stofreducerende maatregelen, moet een helm met aanblaasfilter (type 3) of masker met aanblaasfilter (type 3) worden gedragen. Bij kortdurende stoffige klussen in de buitenlucht kan eventueel worden volstaan met een filtrerend gelaatsstuk type FFP3 (met uitademventiel). I
Kwartsstof groot risico Kwarts zit in zand en natuurlijke gesteenten, dus ook in veel bouwmaterialen. Zodra de werknemer hier in gaat zagen, frezen of schuren, komt er kwartsstof vrij. Daarbij kunnen ook anderen in de directe omgeving worden blootgesteld. Een aantal beroepsgroepen zoals asfaltfrezers, blokkenstellers ruwbouw, koppensnellers, slopers, terrazzowerkers, vloerenleggers en wand- en plafondmonteurs hebben dagelijks met kwartsstof te maken. Het hoogste gehalte kwarts zit in: • Zandsteen • Kalkzandsteen • Cellenbeton • Betonsteen
(50-90%) (30-83%) (12-44%) (23-40%)
Het probleem is niet eenvoudig op te lossen. Kwartshoudende materialen worden immers veel gebruikt in de bouwnijverheid en vervangende materialen zijn niet zomaar voorhanden. Daar komt bij dat de wettelijke grenswaarde erg laag is (0,075 mg/m3). Dit is een laagje van 0,5 cm in een plastic bekertje in een ruimte van vier meter hoog en zo groot als een voetbalveld.
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 15 ]
Arbouw houdt de trends bij omtrent de belangrijkste arbo-aspecten in de bouwnijverheid, zoals gezondheid, veiligheid, leefstijl, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het werkgebied: personeel van de bedrijven die vallen onder de CAO Bouwnijverheid, de CAO Schilder-, Afwerkingen Glaszetbedrijf, de CAO Afbouw en de CAO Natuursteen. Het volledige ‘Bedrijfstakverslag arbeid, gezondheid en veiligheid in 2008’ vindt u op www.arbouw.nl (bij ‘Nieuw’ op de homepage). Op deze en de volgende pagina’s alvast de krenten uit de pap.
Bouwvakker verzuimt minder
FOTO: TON BORSBOOM
44% heeft rugklachten
Vaker geen stress dan wel
Machine oudere werknemer hapert wel eens
Gezonde, veilige bouw?
Bedrijfstakverslag Veel rugklachten bij bouwplaatspersoneel Op een groot aantal gezondheidaspecten heeft het bouwplaatspersoneel meer klachten dan het UTA-personeel. De belangrijkste betreffen het spier-skeletstelsel. 44% meldt rugklachten, 40% meldt klachten aan armen en benen. Alleen stress komt meer voor bij het UTA-personeel. Van alle werknemers heeft ruim 13% een verhoogde en 4% een hoge kans op arbeidsongeschiktheid in de komende vier jaar.
Nog steeds te zwaar Uit onderzoek is gebleken dat werknemers met obesitas gemiddeld veertien dagen per jaar meer verzuimen dan werknemers met een normaal gewicht. Ook uit de analyses van de periodieke medische onderzoeken (PAGO) blijkt dat overgewicht en obesitas voorspellende factoren zijn voor verzuim. Van het bouwplaatspersoneel heeft 63% overgewicht en 15% obesitas (ernstig overgewicht). Dit is nagenoeg gelijk aan de cijfers in 2007. Bij het UTApersoneel is de situatie niet anders. Bij 28% van het bouwplaatspersoneel en bij 23% van het UTA-personeel is in 2008 sprake van een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Ook die cijfers zijn gelijk aan 2007. In de groep 30- tot 34-jarigen zitten de meeste werknemers met een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Daar zijn de percentages respectievelijk 47% en 30%.
Ouderen verzuimen het langst Ouderen hebben over het algemeen meer gezondheidsklachten dan gemiddeld. In de groep 55-plussers komen zelfs bijna acht keer zoveel mensen voor met een slecht werkvermogen als in de jongste groep (15-19 jaar). Bijna 30% van alle 55-plussers heeft een matig tot slecht werkvermogen, 7% heeft een sterk verhoogde kans op arbeidsongeschiktheid. Daarnaast zijn ouderen gemiddeld zwaarder: 74% heeft te kampen met overgewicht en 18% heeft obesitas. De gemiddeld lagere verzuimfrequentie maar langere verzuimduur resulteert per saldo in een hoger verzuim. Het verzuimpercentage voor ouderen inclusief ziekte in het tweede ziektejaar is 7,6% (exclusief het tweede jaar 6,5%).Voor de bouwnijverheid in zijn geheel is dit respectievelijk 5,1% en 4,5%.
[ 18 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
Laagste verzuim ooit De laatste jaren is het verzuim in de bouw stabiel. In 2008 is het met twee tiende procent gedaald en daarmee is het laagste percentage ooit bereikt (4,5%). Bij het UTA-personeel is het verzuim 2,4% en bij het bouwplaatspersoneel 5,4%. Het aandeel UTA-werknemers met een verzuimduur van één jaar of langer (0,4%) is in 2008 lager dan in 2007. Voor het bouwplaatspersoneel is dit aandeel met 1,2% onveranderd gebleven. In het algemeen zijn jongeren vaker ziek dan ouderen, maar hun verzuimduur is gemiddeld korter.
Veiligheid neemt toe
FOTOGRAFIE: ARBOUW
Het gaat goed met de veiligheid in de bouwnijverheid voor zover het werknemers betreft die vallen onder een van de bouw-CAO’s. Sinds begin jaren zeventig is het percentage ongevallen met verzuim onder het bouwplaatspersoneel gehalveerd. Ook het aantal dodelijke ongevallen en ernstige ongevallen met ziekenhuisopname vertonen een dalende trend. Van het bouwplaatspersoneel bevindt zich desondanks nog 14% regelmatig in onveilige situaties. Deze komen met name voor bij werken op hoogte, langs de weg en op een rommelige en slecht toegankelijke werkplek. Andere oorzaken zijn verstappen, struikelen, uitglijden of getroffen worden door een vallend voorwerp. Onder jongeren vinden relatief veel ongevallen plaats. Dat geldt ook voor metselaars en timmerlieden.
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 19 ]
Uitgebreide website met hulpmiddelen voor de bouwnijverheid
Hulpmiddelen maken het werk lichter Arbovriendelijke hulpmiddelen maken het werk lichter en dus gezonder. Een uitgebreid overzicht van de meest gebruikte hulpmiddelen voor de bouwnijverheid vindt u op www.arbovriendelijkehulpmiddelen.nl. Nieuw zijn onder andere de Ladderuitstap en de Trapgatbeveiliging. In Arbouw Journaal worden regelmatig nieuwe en bestaande hulpmiddelen voor de bouwnijverheid beschreven. Het totale overzicht vindt u op de website met hulpmiddelen van Arbouw; hier staan 350 producten die het werk lichter maken en bijvoorbeeld ook veiliger of minder stoffig. De hulpmiddelen zijn alfabetisch, per bouwberoep en per functie gerangschikt.
Overzicht nieuw online • • • •
Keukenmontagehulp Universeel tilhulpmiddel Vacuümapparatuur op accu Vacuüm hulpmiddel voor grote tegels
• • •
Roterende verreiker/hoogwerker Ladderuitstap Trapgatbeveiliging
Gedurende het afgelopen jaar zijn onder meer de Ladderuitstap (foto) en de Trapgatbeveiliging aan de website toegevoegd. De Ladderuitstap maakt het mogelijk om op een veilige manier, zonder zijwaartse beweging, vanaf een ladder een plat dak te bereiken. De beveiliging voor trapgaten is voorzien van luiken om het gat dicht te leggen en tegelijkertijd de functie van het trapgat te behouden. Aanmelden Fabrikanten en leveranciers kunnen hun producten gratis aanmelden. Na aanmelden wordt het betreffende hulpmiddel door Arbouw uitvoerig getest. Een hulpmiddel nodig? Kijk dan eerst op www.arbovriendelijkehulpmiddelen.nl!
Arbouw Pijlers voor de preventiemedewerker De preventiemedewerker speelt een belangrijke rol bij het dagelijkse arbobeleid in een organisatie. Bedrijven zijn verplicht minstens één preventiemedewerker in dienst te hebben. Om deze groep te ondersteunen, biedt Arbouw informatie op maat met onder meer een nieuwsbrief. Speciaal voor deze groep is nu ook het septembernummer van Arbouw Pijlers geheel op de preventiemedewerker gericht. In het blad worden de diverse producten en instrumenten uitvoerig beschreven, zoals de RI&E MKB Bouwnijverheid voor het snel en doelgericht maken van uw risico-inventarisatie en -evaluatie en de Veiligheidsindex Bouw, waarmee bedrijven de vinger aan de pols houden bij de veiligheid op hun bouwplaatsen. In september hebben alle bedrijven het blad voor hun preventiemedewerkers ontvangen. Extra exemplaren kunt u (gratis) nabestellen. Zie pagina 31 van dit blad bij Hoe bestellen. Vermeld bij uw bestelling de code ARB 2239.
[ 20 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
FKBBSHBOH
4(%- !.5- -%2
0REVENTIE MEDEWERKERS 4//,3
'RATIS VOOR U $% "/57 /0
6ERZUIM VOORKOMEN
6INGER AAN DE POLS
.)% 57 !2" /57 ).3 425 -%. *OGPSNB UJFCMBE
VHSWLQGG
4 :%4 6%), )'( %)$ /0 $% +!! 24
PWFS BSCFJET PNTUBO
PAGIN A
EJHIFEF O WPPS XFSLOF NFST FO XFSLHF WFST JO EF CPVXOJ KWFSIFJE
Stand van zaken arbocatalogi In de diverse sectoren werken werkgevers en werknemers gezamenlijk aan hun eigen arbocatalogus. In deze en volgende edities publiceert Arbouw, bij alle catalogi voor de bouwnijverheid betrokken, het volledige overzicht van de vorderingen. Wanneer is uw sector klaar voor de nieuwe regelgeving?
Arbocatalogus bestratingen Voor de arbocatalogus van de bestratingbranche heeft Arbouw een concept-catalogus gemaakt, met de relevante beroepen en risico’s uit de concept-catalogus van de bouw & infra. Het geheel kan als deelcatalogus worden gebruikt. Deze moet volledig inpasbaar zijn in de catalogus van de bouw & infra. Inmiddels is het concept aan de arbeidsinspectie ter toetsing voorgelegd. Arbocatalogus schilderen & vastgoedonderhoud Voor de arbocatalogus voor deze branche is het model van de afbouw gebruikt. Arbouw heeft hierin de voorkomende beroepen, risico’s en maatregelen verwerkt. De achterban van de betrokken organisaties is geraadpleegd, waaronder de kaderleden van de werknemersorganisaties. De concept-catalogus is inmiddels aan de arbeidsinspectie ter toetsing voorgelegd. Arbocatalogus glaszetten Voor de arbocatalogus voor deze branche is het model van de afbouw gebruikt. Arbouw heeft hierin de voorkomende beroepen, risico’s en maatregelen verwerkt. De achterban van de betrokken organisaties is geraadpleegd, waaronder de kaderleden van de werknemersorganisaties. De concept-catalogus is inmiddels aan de arbeidsinspectie ter toetsing voorgelegd. Arbocatalogus bouw & infra De werkgroep bouw & infra heeft Arbouw verzocht door te gaan met het vullen van de catalogus, die maar liefst zeventig beroepen bevat. De achterban van de betrokken organisaties is geraadpleegd, waaronder de kaderleden van de werknemersorganisaties en de vakgroepen van de werkgeversorganisaties. De concept-catalogus is aan de arbeidsinspectie ter toetsing voorgelegd. Arbocatalogus afbouw In de sector afbouw heeft de werkgroep overeenstemming bereikt over de concept-catalogus. Dit is inmiddels goedgekeurd door het bestuur van Arbouw en ligt ter goedkeuring bij de CAO-partijen in de sector. Arbcatalogus natuursteen Op verzoek van de natuursteenbranche heeft Arbouw een conceptcatalogus gemaakt, vooralsnog volgens het model van de catalogus van de sector afbouw. Voor de zomer is de achterban van de betrokken organisaties geraadpleegd, waaronder de kaderleden van de werknemersorganisaties. De concept-catalogus is inmiddels gereed. Organisaties van werkgevers en werknemers gaan er zelfstandig mee verder. Arbocatalogus funderingen Voor de arbocatalogus van de funderingsbranche zijn de relevante beroepen en risico’s uit de concept-catalogus voor de bouw & infra gebruikt. De werkgroep heeft deze op hun relevantie beoordeeld en beschrijvingen van werkprocessen toegevoegd. Het geheel wordt als deelcatalogus gebruikt, volledig inpasbaar in de catalogus van de bouw & infra. De concept-catalogus is inmiddels gereed. Organisaties van werkgevers en werknemers hebben deze aan de arbeidsinspectie ter toetsing voorgelegd.
Arbocatalogus BIKUdaken Voor de bitumineuze dakdekkers heeft Arbouw een concept-catalogus gemaakt. Hiervoor is tijdelijk het model van de bouw & infra gebruikt. Arbouw heeft op verzoek van de werkgroep het A-blad Platte daken een grotere rol gegeven. Hierna kan het als aparte catalogus worden gebruikt. Arbocatalogus Metaalconservering Arbouw heeft voor deze branche een concept-catalogus gemaakt. Inmiddels is dit concept door de werkgroep besproken. Arbocatalogus Slopen Door Arbouw is een eerste concept gemaakt en voorgelegd aan de organisaties van werkgevers en werknemers in de branche.
Opzet van de arbocatalogi De inspanningen van de werkgroepen in de diverse sectoren van de bouwnijverheid zijn een direct gevolg van het wijzigen van de Arbowet. De wet bestaat nu voornamelijk uit doelvoorschriften. Deze bepalen het te bereiken beschermingsniveau van de werknemer. Hoe dit niveau wordt bereikt, regelen de vertegenwoordigende organisaties per sector. In de arbocatalogi beschrijven zij de technieken en methoden, goede praktijken, normen en praktische handleidingen die leiden tot het vereiste niveau. Elke arbocatalogus zal door de arbeidsinspectie worden getoetst. Bij haar controles zal de arbeidsinspectie de goedgekeurde arbocatalogi als uitgangspunt nemen. Afwijken van een arbocatalogus mag, maar de werkgever die afwijkende maatregelen toepast, moet bewijzen dat in elk geval het vereiste beschermingsniveau wordt gerealiseerd.
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 21 ]
FOTO: ARBOUW
‘Mijn loopbaan’ uitgebreid met traject voor zieke werknemers De loopbaanfaciliteit Mijn loopbaan is een traject gestart om zieke werknemers in de sector Schilderen en Onderhoud weer aan het werk te helpen.‘Ook hen willen we een duurzame loopbaanstap laten maken’, zegt Gerd Simons van Savantis. Het traject is vastgelegd in de nieuwe CAO voor het Schilder-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. Met het initiatief willen de sociale partners werknemers aan de slag helpen die langer dan zes weken ziek zijn en niet meer kunnen terugkeren in hun eigen functie, bijvoorbeeld vanwege chronische lichamelijke klachten. Werknemers kunnen telefonisch of via de website www.mijnloopbaan.net contact opnemen met een loopbaanadviseur. De adviseur bekijkt zijn of haar wensen en capaciteiten, onderzoekt de mogelijkheden voor een loopbaanstap en adviseert op het gebied van scholing. Ook bedrijven en bedrijfsartsen kunnen een werknemer aanmelden, zij het dat niemand kan worden verplicht om aan de voorziening deel te nemen. Het traject is onderdeel van Mijn loopbaan, een door Savantis uitgevoerde voorziening van FOSAG, FNV Bouw en CNV Schilders. De dienstverlening is oorspronkelijk bedoeld voor werknemers met de ambitie om hogerop te komen, of om preventieve redenen uitzien naar een andere functie binnen of buiten de sector. Het gros van de deelnemers blijft in de eigen branche werken. Gerd Simons, namens Savantis teamleider van Mijn loopbaan, is tevreden over de huidige grote aanloop naar de adviseurs. ‘Het grote aantal deelnemers dat zich sinds begin dit jaar heeft aan[ 22 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
gemeld en wordt begeleid, geeft aan dat de behoefte groot is en het aanbod gewaardeerd wordt. Op dit moment (acht maanden na start van het traject, red.) zitten we op ongeveer vierhonderd deelnemers. Wij verwachten dat de case load zal toenemen doordat we nu ook zieke deelnemers gaan begeleiden. Om dit op te vangen zullen we een nieuwe loopbaanadviseur aantrekken.’ Bij alle deelnemers aan Mijn loopbaan, dus ook de zieke werknemers, wordt getracht een duurzame loopbaanstap te maken. Simons: ‘Hierbij is het waarschijnlijk dat de deelnemer ook na een aantal jaren met de gemaakte loopbaankeuze nog tevreden zal zijn.’ De adviseurs gaan hierbij bepaald niet over één nacht ijs. ‘De loopbaanstap is gebaseerd op een uitgebreide begeleiding door professionele adviseurs en grondig loopbaanonderzoek. Er wordt gekeken wat het beste bij de persoonlijkheid en levensfase van de deelnemer past. De loopbaanadviseurs zullen de wensen en mogelijkheden, maar ook eventuele moeilijkheden afwegen.’ Motivatie bij de werknemer blijft echter de belangrijkste factor voor het welslagen van de begeleiding en de overstap naar een andere functie, zegt Simons. ‘Het blijft de verantwoordelijkheid van de deelnemer om ook daadwerkelijk ander werk te vinden.’ I www.mijnloopbaan.net
U spreekt met de Arbouw Infolijn... Bij twijfel over de geldende wet- en regelgeving belt u de Arbouw Infolijn. Voor al uw vragen over gezond en veilig werken kunt u hier op werkdagen van 9 tot 17 uur terecht. Vragen die regelmatig aan de Arbouw Infolijn zijn gesteld, worden op de website van Arbouw bij de rubriek ‘Veel gestelde vragen’ toegevoegd. Zoals deze over lawaai. Hoe weet een werknemer dat hij of zij gehoorschade heeft opgelopen?
Wat betekenen de LwA- en LpA-stickers op de machine?
Is de LwA- of de LpA-waarde bepalend bij de keuze voor een machine?
De gehoortest is een vast onderdeel van het PAGO, het periodiek medisch onderzoek bij de arbodienst. De herhalingsfrequentie van de test is afhankelijk van de hoogte van de blootstelling en de individuele gevoeligheid van de werknemer. De bedrijfsarts stelt dit vast en zal de werknemer daarover zo nodig adviseren. Als de werknemer het idee heeft dat hij of zij door het werk gehoorschade heeft opgelopen, kan ook het arbospreekuur van de arbodienst worden bezocht.
Deze geven het geluidniveau aan rondom de machine en in de cabine: - Het getal op de LwA-sticker geeft aan welk geluidniveau de machine heeft onder de afgesproken testcondities. Hoe lager het getal, hoe beter. De fabrikant of importeur is verplicht deze waarde op de machine te vermelden. Als de machine geen cabine heeft en er veel mensen rondom werken en wonen, is het des te belangrijker dat de LwA-waarde laag is. - Het getal op de LpA-sticker op de cabine geeft aan hoe hoog het geluidniveau in de cabine is onder de afgesproken testcondities. Hoe lager het getal, hoe beter. Het is niet verplicht deze waarde te vermelden, maar veel cabines hebben wel zo’n sticker. Hoe langer de machinist op de machine zit, hoe belangrijker een laag geluidniveau is.
Dit is afhankelijk van de plek waar de machine gebruikt gaat worden en waarvoor. Als er bijvoorbeeld in de stad wordt gewerkt waar het geluidniveau zo laag mogelijk moet zijn, dan is de LwA-waarde bepalend (hoe lager, hoe beter). Wordt de machine ingezet voor werk buiten de stad, dan is de LpA-waarde bepalend (hoe lager, hoe beter).
Kan gehoorschade ook optreden bij af en toe werken in een lawaaiige omgeving?
Ja, dat kan. Ook als slechts een gedeelte van de dag in een lawaaiige omgeving wordt gewerkt, kan het gehoor beschadigd raken. De werknemer zal niet van de een op de andere dag lawaaidoof zijn, maar het gaat sneller dan menigeen denkt.
Mijn werknemer weigert zijn gehoorbescherming te dragen. Wat kan ik doen?
Als uw werknemer werkt in geluid dat boven 85 dB(A) uitkomt, dan is hij verplicht de door u verstrekte gehoorbescherming te gebruiken. Als uw werknemer weigert de gehoorbescherming te gebruiken, kunt u diverse stappen ondernemen: - een mondelinge waarschuwing en een aantekening in het personeelsdossier; - bij blijvende weigering een schriftelijke waarschuwing met kopie in het personeelsdossier; - een boete als de CAO of het arbeidsreglement een boetebeding kent; - een verzoek aan de arbeidsinspectie tot controle; - een schorsing zonder behoud van loon.
FOTO: TON BORSBOOM
Als alle voorgaande maatregelen niet werken, kunt u een ontslagvergunning aanvragen op grond van het niet gedragen zoals een goed werknemer betaamt en het weigeren van een opdracht. Ontslag op staande voet is alleen zinvol als naar objectieve maatstaven sprake is van het door de weigering veroorzaken van dusdanige risico’s voor de werknemer zelf en/of derden, dat handhaving van het dienstverband in strijd is met goed werkgeverschap. I
Arbouw Infolijn: Tel. 0341-466222 (bereikbaar van ma t/m vrij van 9-17 uur) / e-mail:
[email protected]
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 23 ]
Rondje stad Nederland telt veel oude steden. Steden die de historie ademen. Steden die inspireren. Maar hoe een stad je ook kan laten leven, zélf vervalt en veroudert ze. Houden van je stad is werken aan je stad.
Harlingen
Een wandeling door Harlingen. Twee jongens duwen zich van de met kort gras begroeide waterkant. Hun fragiele rubberen vaartuig wankelt. Ze redden het
Met door schittering omgeven peddels
FOTOGRAFIE: ARBOUW
gaan ze het avontuur tegemoet
maar net om de voeten droog te houden. Gewapend met hun door schittering omgeven gele peddels gaan ze het avontuur tegemoet. Bij een nabijgelegen brug zitten twee vrouwen op een bankje. De plezierbootjes bemand door argeloze bestuurders varen gestaag langs. Plots minderen ze vaart en komen tot stilstand, wachtend op het sein van de brugwachter die de hefbomen laat dalen voor het verkeer dat op het gloeiende asfalt tot stilstaan is gebracht. Op een
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 25 ]
steenworp afstand nadert een torenhoge ferry. De mensen staan op het dek. Een enkeling wuift naar een bekende op de kade die met de seconde dichterbij komt. Harlingen ligt op het scheidingsvlak van de ongerepte natuur van de Waddenzee en het Friese achterland. Water, dat is wat de stad kenmerkt. En de strijd tegen dat water. Die duurt voort en houdt nooit op, want ook de zee staat niet stil. Ze stijgt. Daar komt bij dat het land in en om Harlingen zakt door de plaatselijke zout- en gaswinning. Niets ondernemen tegen deze scheef groeiende verhouding zou zeer onverstandig zijn. Het zou betekenen dat de voorpoort die Harlingen is, vroeg of laat zou wijken voor de nietsontziende kracht van de zee.
FOTOGRAFIE: HET HOGE NOORDEN
Belangrijkste wapenfeit in de strijd tegen het water is het project dat het Wetterskip Fryslân in Harlingen samen met de aannemerscombinatie Van den Herik/Jansma Wegen en Milieu uitvoert. In 2008 is begonnen met het vernieuwen van het zuidelijke deel van de waterkering vanaf de keersluis tot en met de Westerzeedijk, inclusief de Zuiderpier en de Noorderpier. De huidige keermuur is nu 5,5 meter
[ 26 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
boven NAP, dit wordt 6,75 meter boven NAP. In de nieuwe keermuur komt ter hoogte van het perron een opening, inclusief stalen roldeur voor fietsers, voetgangers en hulpdiensten. Het dek van de muur wordt een wandelpad. Delen van de Noorderpier en de Zuiderpier krijgen nieuwe basaltbekleding. De spoorlijn naar het eindpunt Harlingen-Havens en het perron zullen binnendijks komen te liggen. ‘Het is een uniek project’, vat Albert Oost van Wetterskip Fryslân het totale werk samen. ‘We hebben hier zelfs mensen van verschillende ministeries uit Suriname op bezoek gehad. Mensen die graag met eigen ogen wilden zien hoe wij het hier aanpakken. De strijd tegen het water is tegenwoordig steeds meer een internationale kwestie.’ De aanpak van de Friezen mag uniek worden genoemd. Bijzonder aan de waterkering naar ontwerp van bureau Royal Haskoning is dat deze kan meebuigen met de krachten van de zee. De keermuur komt op een damwand en op palen te staan. De palen aan de zeezijde kunnen bij extreme aanvallen door de zee ook als trekpalen
fungeren. De damwandconstructie aan de stadszijde kan meebuigen. De achterliggende grond wordt daardoor gemobiliseerd en levert tegendruk. De gehele keermuur kan hierdoor enkele centimeters meegeven. ‘In de sport zie je dat ook, bij judo bijvoorbeeld’, zegt Oost. ‘Dan gebruik je de kracht van je tegenstander om deze te verslaan. Hier werkt dat net zo. Het meebuigen van de keermuur met het water zorgt ervoor dat de constructie meer krachten kan opnemen dan wanneer de constructie star zou zijn, terwijl dat niet ten koste gaat van de veiligheid. Groot voordeel is dat er minder ruimte nodig is. Daarnaast kan door een speciaal ontworpen overstek van de keermuur aan de zeezijde de hoogte van de nieuwe keermuur worden beperkt.’ Krachtenspel Het werk is tot nu toe niet zonder problemen verlopen. Door onder andere resten van hout en steen van oude strekdammen en kades konden de ankers die door een oude damwand heen moesten, soms niet nauwkeurig genoeg worden geplaatst. Daardoor was het moeilijk te bepalen of de ankers en de palen onder de nieuwe keermuur elkaar wel goed zouden
kruisen. ‘Als ze elkaar raken krijg je niet het goede krachtenspel’, zegt Klaas Visser, werkvoorbereider bij de aannemerscombinatie.‘Bovendien kan beschadiging ertoe leiden dat de duurzaamheid van de constructie in het geding komt.’ Tijdens de uitvoering is ervoor gekozen om extra scherpe controlemetingen te doen om de uiteindelijke positie van de ankers te bepalen. Bij elk anker is na het boren van de buis de exacte locatie
bekend dat hier een oud fort had gestaan. We hebben aanvullend radaronderzoek uitgevoerd om de locaties zo scherp mogelijk in beeld te krijgen. Met een speciale boor zijn de resten in de ondergrond die in de weg lagen zo veel mogelijk vermalen. Desondanks konden enkele palen niet op de gewenste diepte worden gebracht. Deze zijn vervolgens getest om er zeker van te zijn dat we een veilige constructie aan het bouwen zijn.’
De aanpak van de Friezen mag uniek worden genoemd bepaald. De palen van de nieuwe keermuur zijn na het plaatsen van de damwandankers aangebracht. Visser: ‘Door deze werkwijze wisten we welke correctie op de hellinghoek we moesten maken om een eventueel weggelopen anker niet te raken.’
Het werk in de grond is inmiddels geklaard. ‘We gaan binnenkort gelukkig weer dié kant op’, wijst Visser naar boven. ‘Dat is overzichtelijk. Zodra je eenmaal uit de grond bent, is het werk een stuk beter te overzien.’
Ook stuitte de aannemer op enkele plaatsen op de resten van een eeuwenoude fortificatie in de grond. In het informatiecentrum ligt een kapotte boorkop als het stille bewijs. De boosdoener, een kloostermop, ligt ernaast. Visser: ‘Het was
Aanrijdgevaar Op het project is het belangrijkste risico voor de veiligheid het aanrijdgevaar, zowel voor de eigen mensen als voor het publiek. Het totale project is daarom afgezet. Er is een goed afgeschermde oversteek dwars
door het project gemaakt om de mensen een korte verbinding tussen de haven en het stadscentrum te bieden. Het baanvak waar aanvankelijk nog treinen hebben gereden, werd met rood-witte planken afgezet. Het transport van wapeningstaal, palen en basaltblokken over de smalle pieren is een ander heikel punt. Op de Zuiderpier is halverwege een tussenplateau. Hier kan worden gekeerd, maar het grootste deel van het traject moet noodgedwongen achteruit worden gereden. ‘Snelheden laag dus en de oranje hesjes aan’, zegt Oost.‘De pier is tijdelijk wat verbreed en er zijn zwaardere rijplaten gebruikt. Maar het blijft een kwestie van goed uitkijken.’ Het waterschap ziet de veiligheid als een belangrijk aspect van het werk. Oost: ‘Als opdrachtgever vinden we het belangrijk dat de mensen die hier werken ’s avonds gezond weer naar huis kunnen. Zou er iets op het werk niet veilig gebeuren, heb je ook als opdrachtgever de taak om het te verbieden, of desnoods stil te leggen. Mocht er iets voorvallen, dan word je er achteraf op aangesproken. Maar zo ver willen we het niet laten komen.’ I
Kees Visser (rechts) en Albert Oost van respectievelijk de aannemerscombinatie Van den Herik/Jansma Wegen en Milieu en Wetterskip Fryslân.
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 27 ]
‘Generalist’ bij arbodienst moet advisering verbeteren
Wijzigingen in aanpak preventiepakket De medische onderzoeken en begeleiding van werknemers, samengevat het CAO-pakket Bedrijfsgezondheidszorg, krijgen een extra impuls. Arbouw wil de doeltreffendheid van de collectief opgebrachte middelen nog verder vergroten. In de modelcontracten met de arbodiensten, die de activiteiten uitvoeren, zijn daarom extra eisen opgenomen. Deze gelden voor de periode 2010-2015.
[ 28 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
Arbodiensten gaan actiever meedenken met concrete en direct toepasbare oplossingen die goed aansluiten bij
Een belangrijke nieuwe eis is het in huis hebben van een werkadviseur. Hij of zij zal aanbevelingen doen aan personeel en werkgever over de aanpassing van het werk, de methoden en middelen en de omstandigheden, daarmee rekening houdend met de beperkingen van de werknemers. De adviseur maakt deel uit van het bouwteam van de arbodienst en werkt samen met de bedrijfsarts en de arbodeskundigen. Vooralsnog wordt gedacht aan een vierdaagse opleiding, waarin de adviseur globaal 25% wordt geschoold in de zwaarte van de werkzaamheden in de bouw en de belastbaarheid van de werknemers. 75% van de opleiding zal bestaan uit de toepassing van concrete arbomaatregelen. Ook komen onder andere de psychische klachten bij werknemers en de organisatie van het bouwbedrijf aan bod. Met de introductie van de werkadviseur beoogt Arbouw een verbreding van de dienstverlening. De arbodiensten gaan actiever meedenken met concrete en direct toepasbare oplossingen die goed aansluiten bij de werknemers en het bedrijf. De adviseur maakt daarbij gebruik van de informatie en de arbo-instrumenten die door Arbouw beschikbaar worden gesteld. Van 50 naar 75% Volgend jaar schenkt Arbouw tevens nog meer aandacht aan de deskundigheid van de bedrijfsartsen en arbodeskundigen die werknemers uit de bouwnijverheid medisch onderzoeken en begeleiden. Een bouwspecifieke opleiding is nu al verplicht. Bedrijfsartsen zullen vanaf 2010 daarnaast tenminste 75% (nu 50%) van de werktijd voor de bouwnijverheid werken. Voor kleine arbodiensten kan dispensatie worden verleend. Arbodiensten gaan er tevens voor zorgen dat de bedrijfsarts binnen het bouwteam direct andere arboprofessionals kan inschakelen. De arts krijgt ook directe toegang tot het verzuimdossier van de werknemer. In 2010 zal ook veel aandacht worden gegeven aan de stroom werknemers richting de CAO-voorzieningen, zoals de loopbaantrajecten en de werkdrukvoorziening voor UTA-personeel. De medische keuringen bij de arbodienst dienen traditioneel als voorportaal voor deze voorzieningen. In de nieuwe contracten die Arbouw met de arbodiensten afsluit, staan ook enkele administratieve afspraken. De arbodiensten gaan met ingang van 1 januari 2010 werknemers schriftelijk adviseren en informeren over de bevindingen van het PAGO, het periodiek medisch onderzoek. Zij hanteren daarbij een door Arbouw voorschreven model waarin alle aspecten van het onderzoek naar voren komen en de gegeven adviezen worden vastgelegd.
FOTO: TON BORSBOOM
de werknemers en het bedrijf
Als de uitslag van het medisch onderzoek aanleiding geeft voor een vervolgactiviteit, dan geeft de arbodienst bij haar declaratie aan Arbouw aan welke activiteit zij wil uitvoeren. Wanneer geen vervolgstap is gepland, vindt alleen betaling plaats als wordt aangetoond wat hiervan de reden is. Aanvullende actie op het onderzoek is onder meer nodig wanneer een kans van 50% bestaat op een beroepsgerelateerde aandoening, bij een slechte of matige score op de werkvermogenindex en bij een kans van 38% of meer op arbeidsongeschiktheid. Zonder toestemming van de werknemer of wanneer reeds sprake is van verzuim, is geen vervolgactiviteit mogelijk. Ook hoeft de bedrijfsarts geen activiteit voor te stellen wanneer de werknemer eerder voor dezelfde klacht is behandeld of reeds onder behandeling is van een arts. I
Arbouw regelt het collectief gefinancierde CAO-pakket Bedrijfsgezondheidszorg. Hieronder vallen de medische onderzoeken bij de arbodienst (het PAGO, AGO-j, GPO en intredekeuringen) en de vervolgactiviteiten die nodig zijn om werknemers individueel verder te begeleiden. Voor de uitvoering van het pakket sluit Arbouw contracten af met gecertificeerde arbodiensten. Een van de contracteisen is dat de bedrijfsartsen voldoende kennis hebben van de bouwnijverheid, het werk en de voorkomende lichamelijke en psychische klachten. Arbouw verzorgt de bouwspecifieke opleidingen voor de bedrijfsartsen en arbodeskundigen.
Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 29 ]
Boeken Boeken handelen over arbeidsomstandigheden, het reilen en zeilen in het bedrijf en de gezondheid van werknemers (en werkgevers). Besproken boeken zijn nieuw of niet ouder dan zes maanden. SUCCESVOL OUDER WORDEN ‘Bevorder dat ouderen zo lang mogelijk zelfredzaam kunnen zijn. Focus daarbij niet alleen op het bestrijden van ziekte, maar ook op het bevorderen van functioneren.’ Dit schrijft de Gezondheidsraad aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het recente advies Preventie bij Ouderen; Focus op zelfredzaamheid. Boom heeft een hulpboek uitgebracht dat ouderen ondersteunt bij het maken van persoonlijke keuzes op dit terrein. Het boek helpt bij het systematisch gebruiken van vaardigheden die zelfredzaamheid bevorderen. Onderwerpen zijn kansen en bedreigingen en het ten uitvoer brengen van doelen. Ouderen vertellen hoe zij in hun eigen leven zijn omgegaan met de dilemma’s van het ouder worden. Succesvol ouder worden • Door Ad Bergsma, Christina Bode, Maaike Pouwels en Denise de Ridder • Uitgeverij Boom, Amsterdam • 172 pagina’s • ISBN 9789085066118 • Prijs: €19,95
COACHEN, VINDEN, BINDEN, SCOREN Coachen is een combinatie van overtuiging, samenwerking, betrokkenheid en ambitie. Het bedrijf moet ervoor zorgen de mensen binnen te halen die zich willen inzetten om een doel te realiseren. Het gaat niet alleen om het resultaat, maar ook om het proces ernaartoe. Vernieuwing, innovatie en slim trainen spelen hierbij een grote rol. Met heldere praktijkvoorbeelden illustreren de schrijvers van dit boek hoe de moderne coach tot zijn of haar resultaat komt. Het boek is bruikbaar voor iedereen die in de sport of het bedrijfsleven werkzaam is, ongeacht het niveau. Coachen, vinden, binden, scoren • Door Ruben Bakema en Tjalling van den Berg • Uitgeverij Tirion Uitgevers, Baarn • ISBN 9789043912631 • 207 pagina’s • Prijs €19,95
OVERSTIJG JEZELF Beter functioneren begint bij het ontdekken van de vier gedragspatronen. Deze schuilen in iedereen, zij het in verschillende mate. Door ze te herkennen en in te delen, weet u de mensen in uw omgeving beter te begrijpen, zodat u ze op de goede manier kunt benaderen. Goed betekent in dit geval: zodanig dat ze positief op u reageren en met u mee gaan denken.
ECHTE LEIDERS GEBRUIKEN GEEN POWERPOINT Echte leiders willen hun publiek overtuigen van een andere visie, een nieuwe aanpak. En dat lukt ze. Het publiek hangt aan hun lippen. Op het geheim van een goede speech (over gezond en veilig werken?) gaat het boek Echte leiders gebruiken geen Powerpoint uitvoerig in. Het geeft voorbeelden van eigentijdse en historische sprekers met speeches waarbij je tranen in de ogen krijgt. Inhoud boven vorm dus. Helaas, ook bij de opmaak is hiervan uitgegaan; het boek ziet er van binnen als een rouwadvertentie uit. Wel met veel interessante voorbeelden en tips in een leesbare stijl.
Overstijg jezelf • Door Ginny Whitelaw en Betsy Wetzig • Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht • 286 pagina’s • ISBN 9789049100377 • Prijs: €19,95
Echte leiders gebruiken geen Powerpoint • Door Christopher Witt • Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht • 216 pagina’s • ISBN 9789049100551 • Prijs: €19,95
[ 30 ]
Arbouw Journaal – oktober 2009
In vergelijking met het tweede kwartaal van 2008 is het verzuim gedaald van 4,6% naar 4,3%. Ook de meldingsfrequentie is gedaald, van 0,70 naar 0,57.
Nieuw Beroepenfolders Informatie op maat: de beroepenfolders van Arbouw. Onder het motto Doe gezond, werk veilig brengt Arbouw in de komende jaren een serie van deze folders uit. Hierin staan heel specifiek de risico’s waarmee de betreffende werknemer in zijn beroep te maken heeft en de maatregelen die kunnen worden genomen.
Verzuimcijfers
TWEEDE KWARTAAL 2009
Het verzuimpercentage naar hoofdgroep ove 2e kwartaal 2008 en 2e kwartaal 2009
FOTO: ARBOUW
Service
r
10.0%
10.0%
9.0%
9.0%
8.0%
8.0%
7.0%
7.0%
6.0%
6.0%
5.0%
5.0%
4.0%
4.0%
3.0%
3.0%
2.0%
In de burgerlijke- en utiliteitsbouw (B&U) is ten opzichte van het tweede kwartaal van 2008 sprake van een lichte daling van het verzuim tot 4,0%. In de grond-, water- en wegenbouw (GWW) en de afbouw is het verzuim licht gestegen naar respectievelijk 4,0% en 5,9%. De afbouw blijft de sector met het hoogste verzuim. Dit ligt ruim boven het bedrijfstakgemiddelde van 4,3%.
2.0% b&u
gww tweede kwartaal 2008
afbouw
totaal
tweede kwartaal 2009
gratis / de folders zijn ook te downloaden via www.arbouw.nl (zie: Brochures).
Informatie ARBOUW INFOLIJN
De Arbouw Infolijn is al jaren dé manier om een snel en gericht antwoord te krijgen op al uw arbovragen. De Arbouw Infolijn is ook per e-mail of fax bereikbaar. 0341-466222 / bereikbaar ma t/m vrij van 9-17 uur (e-mail:
[email protected] / fax: 0341-466211)
In bedrijven met minder dan 10 werknemers en meer dan 100 werknemers is het verzuim gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal van 2008. Het bedrijf met minder dan 10 werknemers blijft desondanks ruimschoots koploper met 7,5%. De categorie 100+ blijft hier met 2,9% ver onder. In de andere klassen is sprake van een geringe stijging.
Het verzuimpercentage naar bedrijfgrootte ove 2e kwartaal 2008 en 2e kwartaal 2009
r
10.0%
10.0%
9.0%
9.0%
8.0%
8.0%
7.0%
7.0%
6.0%
6.0%
5.0%
5.0%
4.0%
4.0%
3.0%
3.0%
2.0%
2.0% <=10
11-20
21 - 50
tweede kwartaal 2008
51 - 100
>=101
totaal
tweede kwartaal 2009
WWW.ARBOUW.NL
Het percentage werknemers dat de ziekteduur van 1 jaar heeft bereikt, naar hoofdgroep over 2e kwartaal 2008 en 2e kwartaal 2009 3.5%
3.5%
3.0%
3.0%
2.5%
2.5%
2.0%
2.0%
1.5%
1.5%
1.0%
1.0%
0.5%
0.5%
0.0%
De website www.arbouw.nl biedt een overzicht van de risico’s en maatregelen in de bouw. Ook vindt u er een uitgebreid overzicht van bouwberoepen. Per beroep staan de risico’s beschreven en de maatregelen die u kunt nemen om het werk voor uw werknemers gezonder en veiliger te maken. Op de website van Arbouw vindt u verder een groot aantal gratis brochures en handige tools die u helpen om aan uw wettelijke verplichtingen te voldoen, zoals de RI&E MKB Bouwnijverheid en PISA. Ook vindt u er kant-en-klare toolboxen. Bij het onderdeel Veelgestelde vragen staan de vragen die door werkgevers het meest aan Arbouw zijn gesteld. Neem ook eens een kijkje op de website www.arbovriendelijkehulpmiddelen.nl Hier vindt u 350 handige hulpmiddelen voor de bouwnijverheid. HOE BESTELLEN?
Bestellen van een uitgave kan via internet: www.arbouw.nl, e-mail:
[email protected], fax: 0341-466211 of telefonisch: 0341-466200 (onder vermelding van de bestelcode).
Het percentage ziektegevallen dat de duur van een jaar heeft overschreden is ten opzichte van het tweede kwartaal van 2008 met 1,0% gelijk gebleven. In de B&U daalde het cijfer van 1,1% naar 0,9%. De GWW scoort met 0,9% gelijk aan de B&U. Hier is het percentage met 0,1% gestegen. De afbouw scoort net als een jaar eerder met 1,4% ruim boven het gemiddelde van alle sectoren.
0.0% b&u
gww tweede kwartaal 2008
De bedrijven met meer dan 100 werknemers blijven met 0,5% onveranderd ruim onder het gemiddelde percentage langdurig zieken (1,0%). In de bedrijven met minder dan 10 werknemers is het percentage gedaald van 3,2% naar 2,1%. In de klassen 11-20 en 21-50 werknemers is sprake van een stijging met 0,3% naar respectievelijk 1,3% en 1,1%. In de klasse 51100 werknemers is geen verandering opgetreden. Deze bedrijven scoren met 1,0% precies gemiddeld.
afbouw
totaal
tweede kwartaal 2009
Het percentage werknemers dat de ziekteduur van 1 jaar heeft bereikt, naar bedrijfsgrootte over 2e kwartaal 2008 en 2e kwartaal 2009 3.5%
3.5%
3.0%
3.0%
2.5%
2.5%
2.0%
2.0%
1.5%
1.5%
1.0%
1.0%
0.5%
0.5%
0.0%
0.0% <=10
11-20
21 - 50
tweede kwartaal 2008
51 - 100
>=101
totaal
tweede kwartaal 2009
Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid verzamelt de verzuimcijfers in opdracht van Arbouw. Bij het samenstellen van de cijfers wordt uitgegaan van de voorlopige omvang van de arbeidspopulatie. Geringe afwijkingen met de cijfers op basis van de definitieve omvang van de arbeidspopulatie zijn mogelijk. Arbouw Journaal – oktober 2009
[ 31 ]
BEN JIJ KWARTSSTOFVRIJ? KIJK OP WWW.KWARTSSTOFVRIJ.NL EN DOE DE STOFTEST!