J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
Jeugd, Gezond en veilig opgroeien
Kinderen in Nederland hebben het over het algemeen goed. Toch is de gezondheid van de Nederlandse jeugd op meerdere onderdelen voor verbetering vatbaar zoals bijvoorbeeld op het terrein van leefstijl en psychosociale problemen. Om verbetering te realiseren moet de focus in de jeugd(gezondheids) zorg en daarbuiten liggen op preventie en hulp in een vroeg stadium. Daarvoor is meer samenhang en samenwerking in de keten nodig. TNO helpt beleidsmakers, zorgprofessionals en andere professionals die beroepshalve in contact staan met jeugdigen tot het komen van een geïntegreerde preventieve aanpak, met effectieve interventies op basis van een wetenschappelijk onderbouwde methodiek.
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 1
27-2-2012 10:34:29
J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
Gezond en veilig blijven opgroeien Als we spreken over de Nederlandse jeugd, dan kijken we naar kinderen van vóór hun geboorte tot hun 23e levensjaar. Tal van professionals houden zich in die periode met hen bezig: o.a. verloskundigen, kraamverzorgenden, artsen, docenten, sportleiders en welzijnswerkers. Elk levert zijn bijdrage aan een gezonde en veilig opgroeiende jeugd De vraag om zorg en preventie verandert onder invloed van andere gedragspatronen en veranderende risico’s op ziekte. Maar ook het zorgaanbod verandert. De kosten dreigen uit de hand te lopen, terwijl we in het huidige economische klimaat juist minder willen uitgeven. Op belangrijke jeugddossiers zijn bovendien zorgwekkende trends te constateren: van perinatale sterfte, overgewicht, alcoholgebruik en chronische ziekten tot mishandeling, gedragsstoornissen en multi-probleemgezinnen. Veel aandacht in de jeugd(gezondheids) zorg gaat momenteel uit naar behandeling van die problemen. Maar als we willen dat de jeugd ook straks de toekomst heeft, is voorkomen effectiever en efficiënter dan genezen. Samenhang in de keten Preventie werkt het beste door samenhang te creëren. Dat betekent dat professionals hun zorg inhoudelijk en in tijd op elkaar moeten afstemmen en daarbij dezelfde uitgangspunten hanteren. Een voorbeeld: een kraamverzorgende die een risico signaleert, moet erop kunnen vertrouwen dat op basis van een heldere overdracht van gegevens, de huisarts of jeugdarts de ontwikkelingen blijft volgen.
Evidence-based interventies: drie kennislijnen TNO onderzoekt, ontwikkelt, implementeert en toetst interventies op basis van drie kennislijnen. 1. Een goede start Nederland kent een relatief hoge perinatale sterfte. Daarom bevordert TNO binnen deze kennislijn de samenwerking en communicatie tussen zorgverleners, juist in de cruciale periode rond de geboorte. Ook worden nieuwe manieren van het bieden van verloskundige zorg ontwikkeld. De zorg voor een goede start begint al vóór de zwangerschap en varieert van algemeen advies, bijvoorbeeld over het nut van foliumzuur, stoppen met roken of gezonde voeding, tot adviezen op maat, bijvoorbeeld wanneer de aanstaande moeder een bepaalde ziekte heeft of te maken heeft met bijzondere arbeidsomstandigheden. Vervolgens zijn tijdens de zwangerschap onder meer screening op aandoeningen en pijnbestrijding van belang. Tegelijk moeten verloskundigen en kraamverzorgenden worden ondersteund met wetenschappelijk onderbouwde informatie over zaken als borstvoeding en wiegendood. 2. Een gezonde jeugd TNO besteedt veel aandacht aan de wetenschappelijke onderbouwing van het Basistakenpakket van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en aan de implementatie van onderzoeksresultaten in de praktijk. Dat doen we met screening, signalering en monitoring, bijvoorbeeld ten aanzien van de groei en ontwikkeling van kinderen. Voorbeelden van screeningsprogramma’s die mede door inzet van TNO landelijk zijn geïmplementeerd zijn de neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units (NICU’s) en in de JGZ de uitbreiding van de neonatale screening op AGS. Daarnaast geven we voorlichting en advies, bijvoorbeeld over de preventie van overgewicht, over kindermishandeling of de preventie van passief roken. Verder ontwikkelt TNO richtlijnen voor de jeugdgezondheidszorg. Deze verhogen de doelmatigheid en uniformiteit van handelen. Ook richten we ons op een doelmatiger Preventief Gezondheidsonderzoek. Tot slot willen we binnen deze kennislijn gezond gedrag bij kinderen bevorderen, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van zelfmanagementmethoden voor chronisch zieke kinderen, maar ook door het bevorderen van de afstemming tussen verloskundigen, kraamzorg, JGZ, kinderopvang, GGD’en, scholen, Jeugdzorg en de eerstelijnsgezondheidszorg.
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 2
27-2-2012 10:34:40
J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
3. Een optimale ontwikkeling en ontplooiing Binnen deze lijn ontwikkelt TNO kennis waarmee professionals – in de preventieve sector, het onderwijs en de zorg – problemen en risicovolle opgroei- en opvoedingsomstandigheden tijdig kunnen signaleren en aanpakken, ten behoeve van een optimale fysieke, mentale en sociale ontwikkeling en ontplooiing van de jeugd. Dat doen we door het ontwikkelen en evalueren van methodieken voor vroegsignalering, preventieve opgroei- en opvoedondersteuning, en interventies voor ontwikkelingsstoornissen of -problematiek. Voorbeelden zijn de aanpak van het Shaken Baby Syndroom, of een preventief groepsprogramma ter ondersteuning van kinderen van gescheiden ouders (CODIP-NL; Dappere Dino’s). Verder definiëren en implementeren we samenwerkingsmodellen voor professionals. Ook voor ouders ontwikkelen we kennis die hen kan helpen bij de opvoeding en begeleiding van hun kinderen. Naast deze kennislijnen bieden we ook onderwijs. Onderwijs Verspreiding en implementatie van onze kennis en kunde vindt plaats door onder andere borging in opleiding en bijscholing. Het onderwijs dat TNO ontwikkelt en uitvoert: Opleiding jeugdarts KNMG, 1e fase opleiding arts Maatschappij en Gezondheid ‘Professionalisering van opleiders in de JGZ’, driedaagse opleiding voor opleiders ‘Professionalisering van docenten van de opleiding jeugdarts KNMG’ Onderwijs als implementatie-instrument, bijvoorbeeld bij de invoering van standaarden en signaleringsinstrumenten in de jeugdgezondheidszorg. Bijscholing: Instructie geven over het Van Wiechenonderzoek Bijscholing: Implementeren kun je leren. www.tno.nl/onderwijs
Waarom TNO? TNO is de grootste onderzoeker op het gebied van preventieve zorg voor jeugd in Nederland. TNO is onafhankelijk en heeft een bewezen track record in multidisciplinair onderzoek. Het instituut heeft expertise in huis op het gebied van medische- en gedragswetenschappen, gezondheidsbevordering, epidemiologie, gezondheidseconomie, kinderpsychiatrie, ontwikkelingspsychologie, jeugdhulpverlening en onderwijskunde. TNO is verankerd in het beroepsveld, werkt samen met de academische wereld en strategische partners zoals het Nederlands Jeugd Instituut (NJI), RIVM en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ).
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 3
27-2-2012 10:35:17
J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
voorbeelden van onze projecten Keuzehulp Prenataal Onderzoek naar Downsyndroom TNO ontwikkelde samen met het LUMC en diverse beroepsorganisaties de Keuzehulp Prenataal Onderzoek naar Downsyndroom. Deze helpt ouders bij de beslissing of ze willen laten onderzoeken hoe groot de kans is dat hun ongeboren kind het syndroom van Down heeft.
Een gezonde jeugd begint met een goede start
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 4
CenteringPregnancy “CenteringPregnancy” is een inspirerende en nieuwe vorm van verloskundige zorg in de zwangerschap waarin de verloskundigmedische controles worden geïntegreerd met drie extra componenten: zelf management, ontwikkeling van kennis bij zwangeren en groepsondersteuning. Bij “CenteringPregnancy” worden de standaard 1-op-1 zwangerschaps controles vervangen door verloskundige groepsconsulten met 8-12 zwangeren met dezelfde zwangerschapsduur. Door de zorg aan te bieden aan een groep zwangeren is er meer tijd om dingen die belangrijk zijn voor zwangeren te bespreken, hoort de zorgverlener meer wat er speelt onder zwangeren, leert de zorgverlener de zwangere beter kennen en leren zwangeren van elkaar. TNO is partner van CenteringPregnancy in de USA en heeft CenteringPregnancy naar Nederland gehaald. In samenwerking met de KNOV en het LUMC wordt het concept verder ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd binnen de verloskundige zorg in Nederland zowel in de eerste lijn als binnen ziekenhuizen. Daarnaast ontwikkelt TNO ook CenteringParenting, eenzelfde model van zorg maar dan voor de jeugdgezondheidszorg op het consultatiebureau.
Vroegsignalering in de kraamperiode Kraamverzorgenden maken gezinnen langer mee dan andere jeugdhulpverleners. Daardoor kunnen ze in een vroeg stadium signalen oppikken over mogelijke problemen bij het kind en het gezin. TNO ontwikkelde een instrument waarmee kraamverzorgenden systematisch risicosignalen kunnen herkennen en overdragen aan jeugdzorgprofessionals. Zo is er ter preventie van het Shaken Baby Syndroom een aanpak ontwikkeld waarbij ouders van een pasgeboren baby al in de kraamperiode gewezen worden op de risico’s van het schudden van een baby. De aanpak bestaat uit een DVD en een toelichting van de kraamverpleegkundige over de risico’s van SBS aan nieuwbakken ouders. SBS, of Inflicted Traumatic Brain Injury (ITBI) kan door een goed getimede aanpak met maar liefst 47% verminderen. Dat blijkt uit een Amerikaanse studie naar een interventie, waarin ouders kort na de geboorte van hun kind informatie krijgen over SBS.
27-2-2012 10:35:21
J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
Samen Starten Kinderen die opgroeien in een gezin met financiële, medische of sociaal-emotionele problemen, lopen groter risico om later zelf ook in de problemen te komen. TNO ontwikkelde het landelijke programma Samen Starten om deze gezinsproblemen vroeg te signaleren en aan te pakken. Binnen Samen Starten werken gemeenten, Jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk en GGD nauw samen om gezinnen met kinderen tussen nul en twee jaar te ondersteunen. De systeemaanpak heeft tot doel kindermishandeling, psychische en sociale problemen, en antisociaal of zelfs crimineel gedrag bij het kind te voorkomen. D-screening De D(evelopmental)-screening maakt het mogelijk om kinderen met een verstandelijke beperking vroegtijdig te signaleren. Het komt vaak voor dat deze kinderen laat worden aangemeld voor hulp, terwijl zij en hun ouders veel baat kunnen hebben bij vroege signalering. Uit TNO onderzoek blijkt dat de scores op het reguliere JGZ ontwikkelingsonderzoek (het Van Wiechen Onderzoek) goed samengevat kunnen worden in 1 maat: de Developmental-score (D-score). Verder blijkt dat de D-score opmerkelijk sterk samenhangt met het hebben van een verstandelijke beperking op latere leeftijd (5-10 jaar). Op basis van dit onderzoek ontwikkelde TNO een gestandaardiseerd hulpmiddel, waarmee de jeugdarts bij jonge kinderen kan nagaan of vervolgactie nodig is: het D-screeningsinstrument. PMTO Het Amerikaanse Parent Management Training Programme – Oregon model is een bewezen effectieve behandeling voor kinderen van 4 tot 12 jaar met ernstige gedragsproblemen. Het programma helpt ouders het gedrag van hun kinderen te begrijpen en ermee om te gaan. Het is in Nederland in verschillende gemeenten geïmplementeerd. Ook elders in Europa worden er goede resultaten mee behaald. Het Amerikaanse programma is op initiatief van TNO, het ministerie van VWS en een aantal particuliere fondsen naar Nederland gehaald
emotioneel vlak. Het Children of Divorce Intervention Program (CODIP) is een evidence-based programma dat zich richt op de preventie van scheidingsgerelateerde problematiek. De focus binnen CODIP ligt op het bespreken van scheidingsgerelateerde gevoelens, leren omgaan met onrealistische percepties en attitudes ten aanzien van de scheiding, en het versterken van copingvaardigheden van de deelnemende kinderen. Voor de leeftijd van zes tot acht jaar is een Nederlandse bewerking gemaakt van de 2nd en 3rd grade module van CODIP onder de naam Dappere Dino’s (door TNO i.s.m. PI Research). In een evaluatie bleek deze aanpak zeer veelbelovend. TNO werkt aan uitbreiding van de methode naar andere leeftijdsgroepen.
Door vroege signalering en interveniering , gedragsbeïnvloeding en een integrale zorgaanpak groeien kinderen gezonder en veiliger op
CODIP en Dappere Dino’s In Nederland zijn jaarlijks 70.000 kinderen bij de (echt)scheiding van hun ouders betrokken. Onderzoek toont dat deze ‘scheidingskinderen’ gemiddeld minder presteren op school, meer gedragsproblemen vertonen en lager scoren op sociaal-
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 5
27-2-2012 10:35:30
J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
IRT CAT De Jeugdgezondheidszorg gebruikt voor signalering van psychosociale problemen vrijwel altijd korte, schriftelijke vragenlijsten. De nauwkeurigheid waarmee wordt bepaald of er daadwerkelijk een probleem is, laat echter te wensen over. Statistische technieken, gebaseerd op de Item Response Theory, kunnen die nauwkeurigheid sterk verbeteren. TNO stelde vast dat de IRT-methode goed bruikbaar is bij kinderen van 7 tot 12 jaar. Ook ontwikkelde TNO een IRT-gestuurd afnamesysteem op de pc, met daar een rapportagesysteem aan vastgekoppeld. De JGZ hoeft zo geen scores meer te berekenen en kan de antwoorden eenvoudig interpreteren. De ernst van het gerapporteerde gedrag wordt meteen duidelijk. TNO en de JGZ De wetenschappelijke onderbouwing van het Basistakenpakket van de Jeugdgezondheidszorg is een zeer belangrijk onderdeel van het TNOonderzoeksprogramma. Zo ontwikkelen en implementeren we richtlijnen, bijvoorbeeld als het gaat om advisering over huilbabies of over slaapproblemen bij babies. Ook zoeken we naar methoden om zorgprofessionals meer in samenhang te laten werken en naar vernieuwende vormen van individuele voorlichting. Gezondheidsbevordering op scholen Scholen zijn er niet alleen voor de cognitieve leerprestaties van kinderen en jeugdigen. Scholen vervullen ook opvoedkundige- en zorgtaken opdat leerlingen optimaal zijn voorbereid om als volwaardige burgers te participeren in onze samenleving, nu en in de toekomst. Instrumenten die een school daarvoor kan inzetten zijn gezondheidseducatie,
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 6
vroeg-signalering en opvang van individuele leerlingen met gezondheidsrisico’s en het bieden van veilig leer- en leefklimaat op school (zowel in fysiek als in sociaal opzicht). TNO helpt scholen en schoolondersteunende instellingen hierbij. Twee voorbeelden: - Lessen geven aan tieners over relaties en seksualiteit is voor veel leerkrachten een uitdaging. TNO heeft en draagt nog steeds bij aan de ontwikkeling van lesmethoden (w.o. “lang Leve de Liefde”) die leerlingen effectief aanzet tot gebruik van voorbehoedmiddelen ter voorkoming van SOA’s en tienerzwangerschappen. Ook draagt TNO bij aan kennis over methoden die docenten aanvullend ondersteuning biedt bij hun voorbereiding en het daadwerkelijk gebruik van deze lesmaterialen in de klas. - Transferbevordernd leren: een aantrekkelijk praktisch perspectief voor gezondheidseducatie is effectief onderwijs geven over onderwerpen als veilig vrijen en de preventie van roken en tegelijkertijd preventieve effecten bereiken op de thema’s gezonde voeding en overmatig alcoholgebruik, zonder dat voeding en alcoholgebruik als zodanig worden onderwezen. TNO heeft laten zien op basis van welke leertheoretische condities leerlingen daadwerkelijk in staat zijn om het geleerde binnen een bepaald leefstijlthema ook effectief toe te passen op leefstijlthema’s die niet werden onderwezen. Als gevolg is TNO nu samen met Trimbos-instituut een project gestart om deze leerprincipes in te passen in het wijd verbreide curriculum De Gezonde School en Genotmiddelen, zodat deze kennis ook meteen breed geïmplementeerd wordt in het Nederlandse voortgezet onderwijs.
27-2-2012 10:35:42
J e u g d, g e zo n d e n v e i l i g o p g r o e i e n
1 Gezin, 1 Plan TNO werkt samen met hulpverleners om de ontwikkeling van de werkwijzen van 1G1P uit de regio Den Haag en Hollands Midden in kaart te brengen. 1 Gezin, 1 Plan of zorgcoördinatie is nodig om de samenwerking tussen professionals uit verschillende organisaties vorm te geven en gezinnen eerder, beter en sneller te helpen. Het onderzoek zal niet alleen opleveren hoe zorgcoördinatie vorm krijgt, maar ook inzicht geven in de kenmerken van gezinnen en hun problemen. Het onderzoek vindt plaats in de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid-jeugd Noordelijk Zuid-Holland (AWP-j, NZH) ‘Samen voor de jeugd’.
Landelijke groeistudie Nederland brengt periodiek lengte en gewicht van de jeugd in kaart. Belangrijk, want ze zeggen veel over de gezondheid. In ruim een eeuw tijd groeide de gemiddelde Nederlander met meer dan twintig centimeter. In 2010 zijn de nieuwe groeidiagrammen gepubliceerd. Opvallend is dat een einde is gekomen aan een periode van 150 jaar waarin de lengte van de bevolking alleen maar toenam. Helaas is aan de stijging van het gewicht nog geen einde gekomen.
Door vroege signalering en interveniering , gedragsbeïnvloeding en een integrale zorgaanpak groeien kinderen gezonder en veiliger op.
Kinderen in beweging Veel kinderen bewegen te weinig om fit en gezond te blijven. Het is belangrijk om hen te stimuleren in beweging te komen, bij voorkeur in hun eigen wijk. Dat kan door parken en sport- en spelvoorzieningen aan te leggen, maar ook door te zorgen voor een veilige en uitnodigende infrastructuur. TNO bracht het beweeggedrag van kinderen in kaart, onderzocht wat kinderen aanzet tot bewegen en wat een speelvoorziening tot een succes maakt. Daarnaast ontwikkelden we het instrument ‘Urban Strategy’, dat gemeenten ondersteunt bij het verkeersveilig inrichten van wijken.
TNO.NL
GEZOND LE VEN TNO initieert technologische en sociale innovatie voor een gezonde inrichting van ons leven en voor een vitale samenleving. Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden (Gorter-gebouw) Gezond en veilig opgroeien Mevr. Dr. S.B. Detmar T 088 866 6271/06 55133435 E
[email protected]
TNO-GL-L-12-03.1403N.indd 7
27-2-2012 10:35:42