BELEID VEILIG EN GEZOND WONEN
2014 versie augustus
1.
Inleiding
Zowel Woontij als de huurders vinden het belangrijk dat woningen veilig en gezond zijn. Dit is uitgewerkt in het beleidsplan veilig en gezond wonen. Voor nieuwbouw geldt dat Woontij de woningen bouwt volgens de veiligheidseisen die in het Bouwbesluit zijn opgenomen. Voor renovatie worden de richtlijnen voor veiligheid Bouwbesluit bestaande bouw gehanteerd. Er is gekozen om een checklist te maken waarin aspecten met betrekking tot veiligheid en gezondheid in zijn opgenomen. Deze checklist zal door de buurtconciërges en opzichters gebruikt worden om de aspecten van veiligheid en gezondheid per complex in kaart te brengen. Aan de hand van deze checklist moeten de acties per complex bepaald worden. De inventarisatie van de complexen zal in het eerste half jaar 2012 uitgevoerd worden. Acties die hieruit naar voren komen kunnen dan in de onderhoudsbegroting 2013 opgenomen worden. De checklist (zie bijgevoegd excelbestand) bestaat uit de onderdelen: • Veiligheid • Ventilatie/gezondheid • Toegankelijkheid • Veiligheid voor bedrijven en medewerkers Woontij om te werken In de hoofdstukken 2 t/m 5 worden de verschillende aspecten uit de checklist uitgewerkt.
2014 versie augustus
2.
Veiligheid
2.1
Algemeen
In met MT is als actie opgenomen om o.a. te beoordelen of we blusdekens gaan opnemen in de woondoos. Blusdekens zijn belangrijk voor de veiligheid in de keuken. Hiermee kunnen branden in afvalemmers, frituur- of braadpan gedoofd worden. Woontij verstrekt geen blusdekens aan huurders en vindt dit een verantwoordelijkheid van de huurder. Woontij verstrekt wel informatie aan huurders bij het afsluiten van het huurcontract over de veiligheid in en om de woning.
2.2
BMI
In een aantal complexen is een BMI (brandmeldinstallatie) aanwezig vanwege de doelgroep die in het complex gehuisvest is. Het is van belang dat de procedures worden nageleefd en dat de BMI aan de eisen voldoet die daar in de regelgeving aan wordt gesteld. Dat wil zeggen dat er een certificaat aanwezig moet zijn. Deze wordt jaarlijks afgegeven door een gecertificeerd bedrijf. Daarvoor moet een onderhoudscontract zijn afgesloten. Om aan de wettelijke eisen te voldoen moet de BMI maandelijks gecontroleerd worden door een opgeleid persoon binnen Woontij of door een extern bedrijf. Woontij heeft 3 opgeleide personen (2 op Texel en 1 in Den Helder) in dienst die maandelijks de BMI testen. Het is aan te raden om ook in Den Helder 2 opgeleide personen te hebben om de continuïteit van het testen te waarborgen. Alle controles moeten vastgelegd worden in het logboek. De taak van een opgeleid persoon is het houden van toezicht op de werking van de installatie, het uitvoeren van de maandelijkse controle, toezicht op het jaarlijkse onderhoud en geeft door als er problemen zijn. Een opgeleid persoon is geen specialist op het gebied van regelgeving en ze voeren geen aanpassingen aan de installatie uit. In complexen waar BMI aanwezig is moet noodverlichting aanwezig zijn, dit is van belang bij calamiteiten. Het is wel van belang dat we vaststellen dat deze verlichting aanwezig is en werkt. Bij aanwezigheid van een BMI is het voor de veiligheid van belang dat er in samenwerking met de brandweer en in overleg met de bewoners ontruimingsoefeningen worden gehouden. Niet in alle panden is een BMI verplicht. Woontij verstrekt geen brandblussers aan individuele bewoners voor gebruik in de woning. In een aantal appartementencomplexen zijn brandblussers en -haspels in de gemeenschappelijke ruimte aanwezig. Deze brandblussers worden periodiek gecontroleerd door een extern bedrijf en is niet verplicht in alle panden. In panden waar het niet verplicht is worden de brandblussers weggehaald.
2.3
Vluchtwegen en vluchtwegaanduiding
In appartementencomplexen en complexen waarin zorginstelling gehuisvest zijn is het van belang dat er vluchtwegen aanwezig zijn en dat de vluchtwegaanduiding ook duidelijk is.
2.4
Buitenverlichting
Goede verlichting geeft bewoners een veilig gevoel. Het is belangrijk dat bij appartementencomplexen geen donkere hoekjes zijn. In het milieubeleidsplan wordt aandacht besteed aan de energiezuinigheid en duurzaamheid van verlichting.
2014 versie augustus
2.5
Hang- en sluitwerk volgens Politiekeurmerk
In het Programma van Eisen (PvE) nieuwbouw is opgenomen dat Woontij bij nieuwbouw hang- en sluitwerk volgens het Politiekeurmerk aanbrengt. Vanwege de extra werkzaamheden en kosten wordt er geen certificaat meer aangevraagd bij de politie en afgegeven aan bewoners. Ook voor de bewoners zijn hier nauwelijks/geen voordelen aan verbonden. Voor bestaand bezit wordt door inventarisatie a.d.h.v. de checklist in kaart gebracht in welke complexen er geen hang- en sluitwerk volgens Politiekeurmerk aanwezig is. Bij renovaties wordt hang- en sluitwerk volgens Politiekeurmerk aangebracht.
2.6
Asbest
Met de inventarisatie wordt in kaart gebracht in welke complexen asbest vermoedelijk aanwezig is. Vaststellen of er materialen in de woning aanwezig zijn die op de checklist aanvraag sloopvergunning van de gemeente staan. Vanaf 1993 mag je geen asbest meer gebruiken. Op Texel komt het nog wel voor tussen schuurwanden en in kruipluiken. In Den Helder is het risico veel lager omdat er maar een gering aantal complexen zijn met een bouwjaar voor 1993. Woontij is niet verplicht een inventarisatie uit te voeren voor alle complexen maar vindt het wel belangrijk om in kaart te brengen in welke complexen/woningen asbest aanwezig is. Woontij moet huurders wel melden dat er asbest in de woning aanwezig is als dit bij ons bekend is om gevaarlijke situaties met klussen te voorkomen. In april 2011 is hiervoor een motie in de Tweede Kamer aangenomen. Nico mag binnen Woontij monsters nemen en naar een gecertificeerd laboratorium sturen. Aedes heeft een asbestprotocol opgesteld. Als wooncorporaties voldoen aan dit protocol kan de gemeente een paraplusloopvergunning afgeven. Hiermee voorkom je leegstand bij verhuizing. Het asbestprotocol houdt in dat Woontij streeft naar asbestvrije woningen. Het gehele bezit wordt geïnventariseerd en de risico’s worden in kaart gebracht. Bewoners moeten geïnformeerd worden dat er asbest in de woning aanwezig is. Woontij neemt de verantwoordelijkheid om al het risicovolle asbest direct te verwijderen, ook datgene wat door een bewoner in het verleden is aangebracht. Asbesttoepassingen van bouwkundige aard zonder risico (omkokerde standleiding) kunnen blijven zitten tot sloop/renovatie. Maar hierover moet wel gecommuniceerd worden met de nieuwe bewoner. Het Arbo-besluit 2006 verplicht corporaties in vrijwel alle gevallen om bij sloop-, verbouwing-, renovatie- en onderhoudswerkzaamheden een asbestinventarisatie op te stellen. In het inventarisatierapport moet ook de risicoklasseindeling zijn opgenomen; zonder dit rapport mag de verwijderaar de asbestverwijderingswerkzaamheden niet uitvoeren. Door het veranderde Asbestverwijderingsbesluit 2005 is het verplicht voor elke asbestsanering een sloopvergunning aan te vragen. Daarnaast is het verplicht om met gecertificeerde bedrijven de werkzaamheden (risico-inventarisatie en sanering) uit te voeren.
2.7
Risico branddoorslag en –overslag
Dit risico speelt bij bijvoorbeeld zolders en leidingen die door het gebouw lopen. Als deze risico’s in kaart zijn gebracht moet bepaald worden welke maatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s te beperken. Bij renovatie van een complex wordt het risico op branddoorslag en – overslag beoordeeld en meegenomen in de renovatieplannen. Bij de renovatie van Lidwina, Catharina en Jozef worden maatregelen genomen om deze risico’s te beperken.
2014 versie augustus
2.8
Telefoonlijst alarmnummers en uitleg wat te doen bij brand
Met name in appartementencomplexen is het van belang dat bewoners weten wat ze moeten doen bij brand. Voor de algemene ruimte wordt een eenvoudig stuk opgesteld met alarmnummers en een korte uitleg. In grote appartementencomplexen wordt een plattegrond opgehangen.
2.9
Rookmelders
Woontij vindt het belangrijk dat er rookmelders in woningen aanwezig zijn. In het bouwbesluit is opgenomen dat er in woningen rookmelders aanwezig moeten zijn die aangesloten zijn op het lichtnet. Voor nieuwbouw is dit in het bouwbesluit opgenomen. Voor bestaand bezit is het aanbrengen van rookmelder op het lichtnet opgenomen in de renovatieplannen. Er zijn echter nog veel complexen waar geen rookmelders aanwezig zijn. Er moet uitgezocht worden of het mogelijk is om in alle woningen rookmelders aan te brengen die zijn aangesloten op het lichtnet of dat we de huurders rookmelders op batterijen aanbieden.
2.10 Spreekluisterverbinding lift In complexen met een lift is een spreekluisterverbinding aanwezig via een vaste telefoonlijn of een mobiele telefoonlijn In liften met een verbinding via een mobiele telefoonlijn wordt de werking automatisch getest. Het is van belang dat regelmatig wordt gecontroleerd dat de spreekluisterverbinding werkt, dit wordt periodiek uitgevoerd door de buurtconciërges. Verder is het voor de veiligheid van de lift van belang dat er een onderhoudscontract is afgesloten en dat er afspraken worden gemaakt bij storing aan de lift.
2.11 Antisliptegels in badkamer Veiligheid binnen de woning is belangrijk. In badkamers kunnen door vochtige tegels gevaarlijke situaties ontstaan. Woontij heeft daarom in het assortiment tegels waaruit gekozen kan worden voor de vloeren in vochtige ruimten antisliptegels opgenomen. Bij nieuwbouw, planmatig onderhoud en renovaties kunnen huurders een keuze maken uit dit assortiment.
2.12 Controle legionella Voor complexen met zorgwoningen of waar een hydrofoor aanwezig is moet een legionellabeheerplan opgesteld worden en moeten periodiek gecontroleerd worden.
2.13 Veiligheid omgeving Voor huurders is de veiligheid van de omgeving belangrijk. Het is van belang dat er goede verlichting aanwezig is bij de ingang van een complex en dat bijvoorbeeld struiken niet te hoog zijn. Woontij stelt jaarlijks een budget voor de leefbaarheid beschikbaar. Via de bewonersvereniging kan gebruik gemaakt worden van dit budget. Op Texel wordt o.a. achterpadverlichting t.l.v. het leefbaarheidsbudget aangebracht.
2014 versie augustus
2.14 Bediening ramen en schakelaars zonder trap Om de veiligheid binnen de woning te garanderen is het belangrijk dat bewoners zonder een trap ramen kunnen openen en schakelaars kunnen bedienen. Veel ongelukken gebeuren in huis. Bij de bouw van nieuwe woningen is het van belang om hiermee rekening te houden.
2.15 Afsluitbaarheid van deuren/toegangshekken waar alle bewoners een sleutel van hebben In verschillende complexen is er sprake van een gemeenschappelijke ruimte (toegang complex, binnentuin, bergingen). Alle bewoners in het complex krijgen een sleutel van deze gemeenschappelijke ruimten. Voor de veiligheid in het complex is het belangrijk dat bewoners zorgvuldig omgaan met de sleutels en dat alleen eigen bezoek wordt binnen gelaten. In de checklist veiligheid wordt per complex aangegeven in welke complexen de gemeenschappelijke ruimte afsluitbaar is.
2.16 Aarding waterleiding Voor de veiligheid in de woning is het van belang dat waterleidingen geaard zijn. We gaan niet preventief voor alle woningen controleren of de waterleidingen in een woningen geaard zijn. Deze controle wordt uitgevoerd bij uitvoeren van planmatig onderhoud of mutatie.
2014 versie augustus
3
Ventilatie en gezondheid
3.1
Algemeen
Goede ventilatie in de woningen is belangrijk. Ventilatie kan op verschillende manieren geregeld worden in de woning, dit wordt hieronder beschreven.
3.2
Natuurlijke ventilatie
Ventilatie in de woning is van belang voor een gezond leefklimaat. Veel vochtproblemen in woningen ontstaan door gebrek aan ventilatie. Het is dus van belang dat er voldoende ramen open kunnen of dat er ventilatieroosters aanwezig zijn die open kunnen. Woontij heeft een folder beschikbaar “Ventileren …Waarom?”. Voorlichting aan bewoners is van belang. Met goed ventileren heb je minder stookkosten.
3.3
Mechanische ventilatie
In sommige woningen is mechanische ventilatie aanwezig. Huurders moeten informatie krijgen over de werking van de mechanische ventilatie en het schoonhouden hiervan. Bewoners moeten zelf het ventiel schoonhouden. Woontij zorgt ervoor dat periodiek onderhoud wordt uitgevoerd aan de ventilatiebox en – kanalen.
3.4
WTW installatie
Voor complexen waar een WTW installatie aanwezig is heeft de huurder voorlichting nodig over de werking hiervan. Filters moeten regelmatig schoongehouden worden, dit moet iedere 3 maanden gebeuren. Huurders moeten hierover voorgelicht worden. Hierbij is het van belang dat ramen zoveel mogelijk dicht blijven. Het kortdurend open zetten van ramen om te lichten is geen probleem. Informatie hierover zit in de woningmap en de buurtconciërges lichten de bewoners in bij oplevering van de woning.
3.5
Koeling woningen
Bij nieuwbouw- en renovatieprojecten wordt beoordeeld of er maatregelen genomen moeten worden om woningen te kunnen koelen.
2014 versie augustus
4
Toegankelijkheid
4.1
Opstapjes en drempels
Toegankelijkheid van de woningen is voor iedere huurder anders. Met de vergrijzing en het zelfstandig wonen van mensen met een beperking worden er andere eisen aan toegankelijkheid van woningen gesteld. Binnen deze groepen wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen (rollator, rolstoel, booster). Opstapjes en drempels kunnen de toegankelijkheid van het gebouw en woningen dan beperken. Van alle complexen moet vastgesteld worden voor welke doelgroep deze geschikt zijn en welke aanpassingen eventueel nodig zijn om een betere toegankelijkheid voor de doelgroep te garanderen.
4.2
Hekwerk en balustrades
Om de veiligheid van de bewoners te garanderen moet het aanwezige hekwerk en balustrades in orde zijn.
4.3
Loopgedeelten breed genoeg voor mindervaliden
Om de toegankelijkheid van woningen geschikt te maken voor mindervaliden moet het loopgedeelte naar de woning breed genoeg zijn. Van het bestaand bezit moet dit in kaart gebracht worden. Zodat vastgesteld kan worden of de woningen geschikt zijn voor mindervaliden.
4.4
Lift aanwezig
Een lift in appartementencomplexen zorgt voor een goede toegankelijkheid voor een grote doelgroep.
4.5
Automatische deuropeners
Met automatische deuropeners is het makkelijker om deuren te openen. Het is van belang om te weten in welke complexen automatische deuropeners aanwezig zijn.
4.6
Deuren in woning breed genoeg voor mindervaliden
Om woningen geschikt te maken voor mindervaliden moet de woningen aan bepaalde eisen voldoen. In het bouwbesluit en in het Programma van Eisen Woontij zijn deze uitgangspunten opgenomen. Bij nieuwbouw voor deze doelgroep wordt rekening gehouden met de eisen. Van het bestaand bezit moet in kaart gebracht worden welke woningen geschikt zijn voor mindervaliden.
4.7
Deurdrangers
De aanwezigheid van deurdrangers kan de veiligheid in complexen verhogen, voor sommige doelgroepen wordt daarmee echter de toegankelijkheid beperkt. Het is van belang om van alle complexen te weten of er deurdrangers aanwezig zijn.
2014 versie augustus
5
Veiligheid voor externe bedrijven en medewerkers Woontij om te werken
5.1
Veiligheidsvoorzieningen op en naar het dak
Valgevaar is één van de meest spraakmakende onderwerpen in de bouw. De belangrijkste risico’s bij het uitvoeren van onderhoud of inspecties op platte daken is het van een hoogte vallen bij het betreden van het dak, het werken ter plaatse van dakranden en sparingen en het belopen van het dak (struikelen of uitglijden). In het Arbobesluit krijgt valgevaar specifieke aandacht. Voorzieningen tegen valgevaar, routes van en naar de werkplek en enige andere specifieke onderwerpen uit het bouwproces komen hierin aan de orde. Een groot deel van de voorschriften in de Arbowet 1998, het Arbobesluit en de Arbo-regelgeving komt voort uit de verplichtingen die de Europese Unie stelt. Deze wet- en regelgevingen zijn voortdurend aan veranderingen onderhevig. Strengere regels, nieuwe normen, jurisprudentie. De verantwoordelijkheid voor veilig werken op hoogte berust bij de werkgever. Hij is verplicht ervoor te zorgen dat de risico’s op vallen zo klein mogelijk zijn. Die verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 3 van de Arbowet: “De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden.” Hieruit volgt dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid zoals bijvoorbeeld op daken niet primair bij de gebouweigenaar ligt. Woontij heeft ook eigen personeel die af en toe de daken op moeten voor inspecties, kleinere onderhoudswerkzaamheden of om aannemers te assisteren of te instrueren. Woontij is daarmee dus niet alleen gebouweigenaar maar tegelijkertijd ook werkgever voor mensen die werkzaamheden op daken verrichten. Daarnaast blijft het artikel 162, boek 6, van het Burgerlijk Wetboek van kracht. Om te weten te komen welke risico’s er zijn, is het nodig om van platte daken die vermoedelijk gevaarlijke situaties kunnen opleveren, een risico inventarisatie en risico evaluatie op te stellen. Het doel hiervan is om te bepalen hoe de risico's bij het uitvoeren van kortdurende werkzaamheden op bestaande (en nieuw te bouwen) platte daken binnen ons bezit zijn te beperken. Aan de hand van een inspectie worden de risico’s geïnventariseerd en beoordeeld met betrekking tot het betreden van het dak, het uitvoeren van kortstondige werkzaamheden op het dak en het belopen van het dak. Na de inventarisatie worden de risico’s geëvalueerd. Hieruit is te bepalen welke voorzieningen moeten worden getroffen om de risico’s te beperken, zoals permanente bereikbaarheidsvoorzieningen, mobiele of permanente beveiligingssystemen, het afbakenen van een risicogebied (bijvoorbeeld een hekwerk als het dakluik zich buiten de veilige zone bevindt), het aangeven van veiligheidszones of waarschuwingssignaleringen (bijvoorbeeld een bord bij het dakluik met opdruk “verboden te betreden voor onbevoegden”, of “alleen toegang met toestemming van Woontij” o.i.d.). Op deze wijze heeft Woontij dan in ieder geval zijn verantwoordelijkheden afgebakend als werkgever. Voor medewerkers van Woontij is een harnas aanwezig die gebruikt moet worden bij werkzaamheden op het dak. Er wordt gebruik gemaakt van gekeurde trappen.
5.2
Aanwezigheid van gevaarlijke stoffen
Om de medewerkers van externe bedrijven en Woontij veilig te kunnen laten werken in onze complexen is het van belang dat het bekend is of er eventueel gevaarlijke stoffen in een
2014 versie augustus
complex aanwezig zijn en welke stoffen dit zijn. Er kunnen dan tijdig maatregelen getroffen worden om de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren.
5.3
Arbo eisen lift
Binnen Europa is onderzoek verricht naar ongelukken met liften. In kaart werd gebracht welke ongelukken plaatsvonden, wat het letsel was, wat de oorzaken waren en hoe dergelijke ongelukken kunnen worden voorkomen. De conclusie was dat liften relatief veilig zijn. Toch werd een lijst opgesteld met maatregelen die een bijdrage leveren aan het verkleinen van het risico op ongevallen met liften. Deze lijst bestaat uit 10 aanbevelingen. Samenvatting van de 10 aanbevelingen: 1) liftcabines voorzien van deuren en cabinestandaanwijzing 2) vervangen van versleten ophang staalkabels 3) stopnauwkeurigheid kleiner dan 20mm 4) bedieningstableaus (cabine- en schachttoegang) geschikt voor gehandicapten 5) deurdetectoren ter voorkoming van fysiek contact tussen personen en cabinedeuren 6) het aanbrengen van een vanginrichting opliften met een hogere snelheid dan 0,6 m/s 7) telecommunicatie in de liftcabine voor een permanente verbinding met een 24-uurs helpdesk; Woontij heeft bijvoorbeeld al zijn liften inmiddels voorzien van een spreek- en luisterverbinding; 8) asbestvrije remvoeringen 9) beveiliging tegen ongecontroleerde opwaartse bewegingen van de liftcabine 10) noodverlichting in de cabine In gesprekken met allerlei belanghebbenden en belangstellenden is gebleken dat de termen Richtlijnen, Aanbevelingen en normen door elkaar worden gebruikt, waardoor een enorme spraakverwarring kan ontstaan. Hieronder een korte toelichting: Europese Richtlijnen zijn wettelijke instrumenten van de Europese Commissie voor gemeenschapsbeleid. Richtlijnen zijn bindend, maar laten de nationale overheden de vrijheid bij de wijze van uitvoering. De Richtlijnen worden door de landelijke overheden over het algemeen in de nationale wetgeving geïmplementeerd. In Nederland meestal door middel van een Besluit. Zo is de nieuwe Richtlijn liften ten behoeve van de liftveiligheid in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd via het Besluit liften. Aanbevelingen zijn niet-bindende adviezen van de Europese Commissie. Normen zijn door deskundigen opgestelde voorwaarden die volgens de stand der techniek een maatschappelijk gedragen veiligheidsniveau aangeven, waarmee aan wetgeving kan worden voldaan. Indien het Europese, geharmoniseerde normen betreffen, wordt bij toepassing daarvan een vermoeden van overeenstemming met relevante Richtlijnen verondersteld. De effecten van "Aanbeveling 95/216/EG" (de 10 aanbevelingen) zullen met name een rol kunnen gaan spelen bij de vaststelling van de aansprakelijkheid in geval van een ongeval en schade. Het Europese Hof van Justitie heeft herhaaldelijk beslist dat "Aanbevelingen" geen bindende regels creëren, maar de nationale rechter dient daarmee wél rekening te houden bij de interpretatie en toepassing van het "Gemeenschapsrecht" en de uitleg van nationale wetgeving.
Het Nederlandse recht kent voor gebouwen de zgn. "risico-aansprakelijkheid". Dat wil zeggen dat wij als eigenaar van de gebouwen aansprakelijk zijn voor de schade die door een
2014 versie augustus
gebrek van een gebouw wordt veroorzaakt. Onder "gebouw" vallen ook "bestanddelen" van een gebouw zoals liften. Er is sprake van een gebrek indien het gebouw en/of de bestanddelen niet voldoen aan de eisen die men daaraan heden ten dagen mag stellen. Hierbij is enige nadere uitleg nodig. Gebouwen, en de erin opgenomen installaties moeten in ieder geval voldoen aan de Nederlandse Wetten en Besluiten (b.v. Wet op gevaarlijke werktuigen en Bouwbesluit.) Tevens moet er sprake zijn van, zoals dat in juridische termen heet, "goed huisvaderschap". Dat wil zeggen dat Woontij ervoor moet zorgen dat gebouw en installaties in overeenstemming zijn met het algemeen maatschappelijk aanvaard veiligheidsniveau. Dit niveau kan op een bepaald moment afwijken van het wettelijk niveau. Als bijvoorbeeld 80 % van de Nederlandse gebouwbeheerders de 10 aanbevelingen heeft gerealiseerd dan kun je zeggen dat dit een maatschappelijk aanvaard veiligheidsniveau is. Realiseer je dit niveau dan niet dan is er geen sprake van "goed huisvaderschap" en is de kans groot dat bij een aansprakelijkheidsstelling de rechter de eiser in het gelijk zal stellen. De "10 Aanbevelingen" gaan dus een rol spelen bij aansprakelijkheidsstelling in geval van schade door een liftongeval als de "10 aanbevelingen" maatschappelijk aanvaard en in veel gevallen gerealiseerd zijn. Dit is op dit moment slechts beperkt het geval. Echter, door de aandacht die marktpartijen hiervoor vragen worden met name bij renovaties steeds vaker een aantal van de "10 aanbevelingen" gerealiseerd. Er kan dus een moment komen dat het niet realiseren van de aanbevelingen nadelig gaat uitwerken. Verder is het nu al zo dat het realiseren van de aanbevelingen extra zekerheid zal bieden in het kader van aansprakelijkheid; de liftveiligheid wordt met de realisatie ook sterk vergroot. Ondanks de “vrijblijvendheid” is het daarnaast voor verbetering van de veiligheid van onze liftgebruikers (ook kwetsbare groepen zoals minder validen en ouderen) eigenlijk een logisch gevolg, dat deze verbeteringen ook op bestaande liften aangebracht worden. En als het gaat om aansprakelijkheid geeft het Woontij meer zekerheid indien mensen via (juridische stappen) bijvoorbeeld schade willen gaan claimen, bv. iemand krijgt een hartaanval in de lift omdat diegene is opgesloten. Het is dan niet ondenkbaar dat nabestaanden Woontij in gebreke willen stellen. Ook moet er regelmatig onderhoud gepleegd worden aan onze liften om een hoge betrouwbaarheid en beschikbaarheid te kunnen waarborgen. Ook moeten liften na verloop van tijd gemoderniseerd worden. Al dit soort onderhoud moet veilig uitgevoerd kunnen worden. Voor alle liften van Woontij zijn daarom reeds voorzieningen getroffen zoals bijvoorbeeld het plaatsen van hekwerken op het kooidak of hoekijzers, noodverlichting, afschermkappen voor het contragewicht, tractiewiel, snelheidsbegrenzer en afleidwiel etc..
2014 versie augustus