Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat
HANDBOEK VEILIG EN GEZOND ONTWERPEN voor alle Hoofdafdelingen van de Bouwdienst Rijkswaterstaat: Natte Infrastructuur Droge Infrastructuur Waterbouw Projectuitvoering en Diensten
Versie: 1.1 (april 2001)
INHOUDSOPGAVE Pagina 1. VOORWOORD............................................................................................................................................. 3 2. VEILIGHEID EN GEZONDHEID; het Bouwdienstbeleid................................................................................... 4 2.1. Inleiding.................................................................................................................................................. 4 2.1.1. Doelstelling ...................................................................................................................................... 4 2.1.2. Uitgangspunten................................................................................................................................ 4 2.1.3. Realisatie .......................................................................................................................................... 4 2.1.4. Organisatie....................................................................................................................................... 4 2.2. Ontwerpfase........................................................................................................................................... 5 2.3. Uitvoeringsfase ....................................................................................................................................... 5 2.4. Kennisoverdracht .................................................................................................................................... 6 2.4.1. Training veiligheid en gezondheid .................................................................................................... 6 2.4.2. Afdelingsoverleg en Onderafdelingoverleg ....................................................................................... 6 2.4.3. Kennisuitwisseling via Intranet.......................................................................................................... 6 2.4.4. Kennis door evaluatie ....................................................................................................................... 6 3. HANDLEIDING .............................................................................................................................................. 7 3.1. Het doel van dit handboek...................................................................................................................... 7 3.2. De gebruiker van het handboek .............................................................................................................. 7 3.3. De functionaris die is belast met de ontwerp RIE gaat als volgt te werk................................................... 8 3.4. Het beoogde eindresultaat van het werken met deze checklist................................................................ 9 4. ORIËNTATIE- EN DEFINITIEFASE................................................................................................................. 11 4.1. Checklist en toelichting bij de oriëntatie- en definitiefase ...................................................................... 11 4.2. Rapportage bij afsluiting van de oriëntatie- en definitiefase .................................................................. 18 5. VOORONTWERPFASE ................................................................................................................................ 20 5.1. Checklist en toelichting bij de voorontwerpfase .................................................................................... 20 5.2. Rapportage bij afsluiting van de voorontwerpfase................................................................................. 28 6. ONTWERPFASE .......................................................................................................................................... 30 6.1. Checklist en toelichting bij de ontwerpfase ........................................................................................... 30 6.2. Rapportage bij afsluiting van de ontwerpfase........................................................................................ 39 7. BESTEKSFASE .............................................................................................................................................. 41 7.1. Checklist en toelichting bij de besteksfase ............................................................................................. 41 7.2. Rapportage bij afsluiting van de bestekfase........................................................................................... 45 8. NAZORGFASE ............................................................................................................................................. 47 8.1. Checklist en toelichting bij de nazorgfase .............................................................................................. 47 8.2. Rapportage bij afsluiting van de nazorgfase .......................................................................................... 49 Bijlagen : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Taken V&G-coördinator ontwerpfase (nader uitgewerkt) V&G-plan ontwerpfase (raamwerk) V&G-dossier (raamwerk) Kennisgevingsformulier Arbeidsinspectie Taken V&G-coördinator uitvoeringsfase Evaluatieformulier bij oplevering Standaard bepalingen voor bestek en contracten (nog in te vullen) Literatuur Tekst van het Arbobesluit, hoofdstuk II, afdeling 5 Bouwplaatsen Lijst regiokantoren Arbeidsinspectie
Versie: 1.1 (april 2001)
1. VOORWOORD De Arbowet en het Arbobesluit, hoofdstuk II, afdeling 5 Bouwplaatsen (voormalig Bouwprocesbesluit Arbeidsomstandighedenwet) leggen werkgever en werknemer, respectievelijk opdrachtgevende, ontwerpende en uitvoerende partijen voor het totale bouwproces een aantal verplichtingen op. Vaak menen opdrachtgevende en ontwerpende partijen aan hun verplichtingen te voldoen door een V&G-plan Ontwerpfase op te stellen. Zonder het belang hiervan te bagatelliseren moet men bedenken dat hieraan een essentiële verplichting vooraf gaat. De verplichting namelijk om bij het ontwerpen “algemene uitgangspunten inzake veiligheid, gezondheid en welzijn” te hanteren (Arbobesluit artikel 2.29). Deze laatste verplichting staat los van het V&G-plan Ontwerpfase en is altijd van kracht, zelfs voor projecten die formeel geen V&G-plan Ontwerpfase behoeven. De opdrachtgever dient in de studie-, de ontwerp- en de besteksfase de artikelen 3 en 4 van de Arbowet te (laten) hanteren. Deze artikelen zijn vooral gericht op inventarisatie en evaluatie van ontwerprisico’s (RIE), teneinde die te vertalen in concrete technische en / of organisatorische keuzes. Daarbij dienen problemen zo veel mogelijk aan de bron te worden bestreden en moet de stand van de techniek worden aangehouden. Men mag zich niet verschuilen achter bestaande wettelijke regels, men moet zich in de volle breedte oriënteren. De RIE zal enerzijds resulteren in een definitief ontwerp met tekeningen, bestek en bijbehorende bepalingen. Anderzijds in een V&G-plan ontwerpfase dat risico’s benoemt, veelal locatie gebonden, die in de ontwerpfase (nog) niet voldoende konden worden vertaald in concrete maatregelen / suggesties op het gebied van uitvoering en planning. Als overheidsorgaan moeten wij het goede voorbeeld geven t.a.v. Veiligheid en Gezondheid. Ons beleid in deze is dan ook zodanig geformuleerd dat het uitgaat boven de wettelijk minimale verplichtingen die op de Bouwdienst rusten op grond van de diverse rollen waarin wij opereren. Zo zullen wij niet alleen aandacht schenken aan het individu op de bouwplaats (strikt naar de letter van de wet), maar ook aan personen in de directe omgeving (bijv. de weggebruiker). En ook zal de directie UAV tijdens de uitvoeringsfase het V&G-plan uitvoeringsfase, opgesteld door de aannemer, beoordelen en naleving ervan toetsen op basis van een toetsingsstrategie die (voorlopig) in de ontwerpfase al is gedefinieerd. Een en ander vindt tevens zijn neerslag in nieuwe bestekteksten. De werkgroep Veiligheid en Gezondheid heeft voorliggend handboek ontwikkeld om enigszins gestructureerd de risico-inventarisatie en -evaluatie in de diverse fasen van het ontwerp te kunnen doorlopen. Het handboek is Bouwdienstbreed opgezet en bevat elementen die bij elk ontwerp in meer of mindere mate aandacht verdienen. Specifieke aandachtspunten voor een bepaalde discipline zijn hierin verwerkt. Maar het kan natuurlijk nooit de pretentie hebben “volledig” te zijn. Daar er sprake is van een bedrijfsmatig proces zijn ook taken en verplichtingen, standaard bestekbepalingen en dito bepalingen voor aannemingscontracten opgenomen. Ik vertrouw erop dat dit handboek snel zijn weg in de Dienst zal vinden en hoop dat het een nuttig instrument zal blijken te zijn bij het veilig en gezond ontwerpen, realiseren en beheren van onze producten. De Hoofdingenieur-directeur van de Bouwdienst Rijkswaterstaat, ir. M.J. Olierook
Versie: 1.1 (april 2001)
3
2. VEILIGHEID EN GEZONDHEID; het Bouwdienstbeleid 2.1.
Inleiding
Als opdrachtgever en als werkgever heeft de Bouwdienst Rijkswaterstaat de taak te zorgen voor gezonde en veilige werkomstandigheden. Veiligheid en gezondheid wordt sterk beïnvloed door onderstaande punten. De Bouwdienst Rijkswaterstaat wil als deskundig opdrachtgever en goed werkgever daarom aandacht schenken aan: − De wijze waarop tijdens de ontwerpfase aandacht wordt besteed aan veiligheid en gezondheid; − De wijze waarop de opdrachtnemer omgaat met veiligheid in de uitvoeringsfase; − De kennis op het gebied van veiligheid en gezondheid van Bouwdienst medewerkers. 2.1.1. Doelstelling De Bouwdienst Rijkswaterstaat stelt zich ten doel om ongevallen te voorkomen door veiligheidsrisico’s in een zo vroeg mogelijk stadium te onderkennen en weg te nemen of met gerichte maatregelen te beheersen. Een actief veiligheid- en gezondheidsbeleid moet tevens helpen bij het verkrijgen en behouden van een positief imago in de markt als opdrachtgever en als werkgever. 2.1.2. Uitgangspunten Het V&G beleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: − De Bouwdienst wil haar wettelijke verantwoordelijkheid in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit nemen. − De Bouwdienst wil een actieve rol spelen in afwegingsvraagstukken tijdens de ontwerp-, uitvoerings- en beheersfase. Het belang van de bij de uitvoering betrokkenen staat centraal. − De Bouwdienst wil de risico’s voor de bij de uitvoering betrokkenen, verkeersdeelnemers en andere betrokkenen uit de directe omgeving minimaliseren. − De medewerkers van de Bouwdienst hebben een eigen verantwoordelijkheid in het inschatten van gevaren voor veiligheid en gezondheid bij het realiseren van bouwprojecten en het inspecteren van in gebruik zijnde infrastructuur en kunstwerken. − De opdrachtnemer dient zijn verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid op een bouwwerk te nemen. Dit staat los van het te voeren Bouwdienst-beleid. 2.1.3. Realisatie De realisatie van het V&G beleid omvat de volgende onderdelen: − ontwerpfase − uitvoeringsfase − kennisoverdracht 2.1.4. Organisatie Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor de realisatie van het V&G beleid binnen de afdeling. Hierbij laat hij zich ondersteunden door de (Regio)-adviseurs V&G en de Arbo-coördinator.
Versie: 1.1 (april 2001)
4
2.2.
Ontwerpfase
De Bouwdienst streeft ernaar projecten zodanig voor te bereiden dat risico’s die kunnen ontstaan tijdens de realisatie in een zo vroeg mogelijk stadium worden geïnventariseerd. Overeenkomstig de Arbowet zullen tijdens het ontwerp, gerichte maatregelen worden genomen om de geconstateerde risico’s te elimineren of te beheersen. De Bouwdienst Rijkswaterstaat gaat dit realiseren door: 1. Het aanstellen V&G coördinator ontwerpfase met de volgende hoofdtaken: − het verzorgen van afstemming en coördinatie ten aanzien van Veiligheid en Gezondheid tussen alle partijen die direct en/of indirect bij het project betrokken zijn; − het (laten) opstellen van een project gerichte RIE; − het (laten) opstellen van een V&G plan ontwerpfase als resultaat van de uitgevoerde RIE; − het (laten) bijhouden van een V&G dossier; − het (laten) uitgaan van een kennisgeving. 2. Het opstellen van een projectgericht RIE Hierin dienen de volgende risico’s te worden geïnventariseerd: − Voortvloeiend uit het ontwerp; − Risico’s voor de omgeving vanuit de bouwlocatie (m.n. weggebruikers); − Risico’s vanuit de omgeving voor de bouwlocatie. Als hulpmiddel bij het opstellen van de risico-inventarisatie en evaluatie wordt het - voor de Bouwdienst in samenwerking met Aboma opgestelde - handboek Veilig en Gezond ontwerpen van toepassing verklaard. 3. Het opstellen van een V&G-plan ontwerpfase Aan het eind van de ontwerpfase wordt een V&G plan ontwerpfase gemaakt waarin tenminste wordt aangegeven: − Een overzicht van de restrisico’s met een voorstel voor maatregel(en) om deze risico’s tijdens de uitvoeringsfase te beheersen. Het V&G plan ontwerpfase vormt een (wettelijk) onderdeel van het bestek en wordt met de overige aanbestedingsdocumenten verstrekt aan de aanbieders. 4. Het opstellen van een V&G dossier Samen met het V&G plan ontwerpfase wordt een aanzet gemaakt voor het V&G dossier waarin tenminste de permanente maatregelen ten behoeve van reiniging, inspectie en onderhoud zoals die voortvloeien uit het ontwerp worden aangeven. Het V&G dossier wordt na gunning overgedragen aan de opdrachtnemer die het gedurende uitvoeringsfase completeert. Na oplevering wordt het complete V&G dossier als onderdeel van het opleverdossier overgedragen aan de beheerder.
2.3.
Uitvoeringsfase
Voor het waarborgen van veiligheid en gezondheid rusten wettelijke verplichtingen op zowel de opdrachtgever, de ontwerpende partij als de uitvoerende partij. De verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid op de bouwplaats ligt primair bij de opdrachtnemer. De Bouwdienst Rijkswaterstaat rekent het echter tot haar taak om tijdens de uitvoeringsfase erop toe te zien dat veiligheid en gezondheid de grootst mogelijk aandacht krijgt. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan de organisatie en werkwijze van de uitvoerende partij zonder diens verplichtingen en / of verantwoordelijkheden over te nemen. Daarnaast zal de Bouwdienst Rijkswaterstaat er op toezien dat risico’s voor de omgeving met in het bijzonder de weggebruiker worden geminimaliseerd. De Bouwdienst Rijkswaterstaat gaat dit realiseren door gedurende de uitvoeringsfase te toetsen of: − De in het V&G plan uitvoeringsfase inclusief deelplannen beschreven werkwijze en maatregelen voldoende basis vormen om ongevallen te voorkomen; − Of het V&G plan uitvoeringsfase inclusief deelplannen wordt nageleefd door de aannemer inclusief onderaannemers; − Of de veiligheid voor de omgeving voldoende is gewaarborgd
Versie: 1.1 (april 2001)
5
2.4.
Kennisoverdracht
Van medewerkers van de Bouwdienst Rijkswaterstaat wordt een actieve inbreng verwacht waar het gaat om het signaleren van risico’s. Dit is niet alleen nodig om invulling te kunnen geven aan de rol van de Bouwdienst tijdens de ontwerp- en uitvoeringsfase maar is ook nodig voor de eigen veiligheid van de medewerkers. Kennis over gevaren voor veiligheid en gezondheid alsmede over de te nemen maatregelen is daarom van groot belang. De Bouwdienst Rijkswaterstaat gaat hier op de volgende manier invulling aan geven: 2.4.1. Training veiligheid en gezondheid Medewerkers krijgen een opleiding Veiligheid en Gezondheid bestaande uit een deel Basisveiligheid Bouwdienst en een deel Veiligheid en Gezondheid in praktijk. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: − Bouwdienst beleid “Veiligheid en Gezondheid”; − Wet en regelgeving en relevante informatiebronnen; − De risico’s en maatregelen in relatie tot de uit te voeren taken; − De werkwijze risico- inventarisatie en evaluatie, V&G plannen en dossiers; − Het beoordelen van V&G plannen en toetsen op naleving. 2.4.2. Afdelingsoverleg en Onderafdelingoverleg Veiligheid en gezondheid en met name ontwikkelingen op gebied van risico’s en maatregelen wordt een vast onderdeel van het overleg. Hiermee wordt een periodieke kennisuitwisseling bereikt die aansluit op de dagelijkse praktijk van de medewerkers. 2.4.3. Kennisuitwisseling via Intranet Door het maken van project gerichte risico-inventarisaties in de ontwerpfase, door het beoordelen van V&G plannen uitvoeringsfase en door het houden van toezicht op uitvoeringsactiviteiten ontstaat een schat aan kennis binnen de dienst. Voor het bundelen en verspreiden van deze kennis kan gebruik worden gemaakt van Intranet binnen de structuren van het kennismanagementsysteem. 2.4.4. Kennis door evaluatie De HID van de Bouwdienst is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de Arbowet en het Arbobesluit. Het lijkt noodzakelijk dat het directieteam de ongevallen en vooral ook de bijna ongevallen bespreekt en maatregelen neemt om herhaling te voorkomen. Medewerkers van de Bouwdienst dienen een meldingsplicht naar het directieteam te hebben. Het aspect “Veiligheid en Gezondheid” wordt verder meegenomen bij de evaluatie van bouwprojecten in het reguliere traject van het kwaliteitssysteem van de Bouwdienst. Met de resultaten uit de evaluaties kunnen nieuwe beleidskaders worden ontwikkeld.
Versie: 1.1 (april 2001)
6
3. HANDLEIDING De voor de Bouwdienst Rijkswaterstaat geldende verplichtingen vanuit het per 1 juli 1997 ingevoerde Arbobesluit, hoofdstuk II, afdeling 5 Bouwplaatsen (kortheidshalve Bouwplaatsen Arbobesluit genoemd) zijn op pagina 4 schematisch weergegeven en gerelateerd aan de bij de Bouwdienst veelal gehanteerde fasen van het ontwerp (de oriëntatie-/ definitie-, voorontwerp-, ontwerp- en bestekfase), uitvoering (aanbesteding-/ uitvoeringsfase en nazorgfase) en beheer (beheerfase). In de laatstgenoemde fase verricht de Bouwdienst zelf veelal geen werkzaamheden, maar wordt dit door de principaal ter hand genomen. In het kader van dit handboek (Veilig en Gezond ontwerpen) wordt de bouwfase uitvoering, bestaande uit aanbesteding/uitvoeringsfase en nazorgfase, niet verder behandeld.
3.1.
Het doel van dit handboek
Het hier voorliggende handboek beoogt, anders dan alleen een naslagwerk, een praktisch gebruiksmiddel in het ontwerp te zijn. Het kan zowel voor projecten in de nieuwbouw, groot onderhoud als renovatie worden gebruikt. Een hulpmiddel dat, als het goed wordt gebruikt, stapsgewijs leidt tot een vertaling van de wettelijke verplichtingen in ontwerp en bestek, administratieve bepalingen, een Veiligheids- en Gezondheids- (V&G) plan ontwerpfase en voor de beheerfase een V&G-dossier. Vanwege praktische bruikbaarheid is ervoor gekozen de checklisten met vragen/aandachtspunten op de rechterpagina´s op te nemen en de daarbij behorende toelichting op de linker pagina´s. De checklisten en de rapportage bij afsluiten van een fase tijdens het ontwerp zijn een handreiking voor de vastlegging van de aandacht voor V&G tijdens het ontwerp; met andere woorden een verantwoording van de genomen besluiten. Zoals gezegd een gebruiksartikel dat, als het zijn diensten heeft bewezen, ezelsoren heeft. Het heeft een lage gebruiksdrempel; de checklisten e.d. kunnen ook met de pen worden beschreven.
3.2.
De gebruiker van het handboek
De V&G-coördinator ontwerpfase is de beoogde gebruiker van dit handboek. Deze coördinator (bij voorkeur de projectleider van het betreffend project) wordt in een zo vroeg mogelijk stadium aangesteld. Immers ook reeds in de oriëntatiefase moeten V&G -aspecten worden meegewogen, bijvoorbeeld als het gaat om de locatiekeuze (onder andere ten aanzien van bodemgesteldheid, bestaande leidingen en zinkers, verkeerssituatie zowel op de weg als op het water). − Om zijn of haar taak naar behoren te kunnen vervullen dient een V&G-coördinator ontwerpfase de volgende kwalificaties te hebben: − inzicht in ontwerpaspecten − kennis ten aanzien van uitvoering, onderhoud en gebruik − basiskennis Arbowet en Bouwplaatsen Arbobesluit − goede organisatorische en communicatieve eigenschappen. Daarnaast moeten zaken als tijd, middelen en bevoegdheden zijn geregeld. De coördinator zal anderen moeten kunnen raadplegen en zo nodig overlegvormen creëren. Ook dienen zijn of haar taken (zie ook bijlage 1) en bevoegdheden te zijn beschreven. Uiteraard kan deze functionaris ook van een externe ontwerper of andere adviseur komen. De V&G-coördinator ontwerpfase is verantwoordelijk voor het (laten) maken van een risico-inventarisatie en evaluatie (ontwerp RI&E) inclusief een voorstel voor maatregelen in iedere fase van het ontwerpproces. Dit dient zo vaak als nodig te geschieden met behulp van de checklisten en als voorbereiding voor de projectteamvergaderingen. Tijdens deze vergaderingen worden door het team de te nemen maatregelen bepaald / vastgelegd.
Versie: 1.1 (april 2001)
7
Middels schriftelijke rapportage dient bij het afsluiten van iedere fase verantwoording te worden afgelegd voor de gemaakte of nog te maken keuzen. Deze rapportage zal als officieel document worden toegevoegd aan de bij de Bouwdienst gebruikelijke projectdocumenten. Dit betekent dat het maken van keuzen naar aanleiding van uitgevoerde ontwerp RIE´s een vast onderdeel van de projectteamvergaderingen is geworden. Indien in dit kader behoefte is aan verdere verdieping in een bepaald onderwerp kan onder andere gebruik worden gemaakt van de in de literatuurlijst (bijlage 8) genoemde stukken die aanwezig zijn in de centrale bibliotheek van de Bouwdienst Rijkswaterstaat te Utrecht. Voor de follow-up van in het ontwerp genomen besluiten is het noodzakelijk dat de V&G-coördinator ontwerpfase tijdens de uitvoering contact onderhoudt met de V&G-coördinator uitvoeringsfase. Immers ervaringen vanuit de uitvoering zijn belangrijk om in de toekomst nog Veiliger en Gezonder te kunnen ontwerpen. Een project-risico-inventarisatie/-evaluatie Het Bouwplaatsen Arbobesluit stelt dat een opdrachtgever (en dus ook de Bouwdienst) er voor dient te zorgen dat bij het ontwerpen van een project de algemene uitgangspunten inzake veiligheid, gezondheid en welzijn worden nageleefd. Deze uitgangspunten zijn verwoord in artikel 3 van de Arbowet en komen in het kort op het volgende neer: − gevaren bij de bron aanpakken − collectieve bescherming stellen boven individuele bescherming − arbeidsomstandigheden van de mens centraal stellen bij de keuze van de materialen en werkmethoden − conformeren aan de huidige stand van techniek. Omdat dit op het eerste gezicht tamelijk abstracte begrippen zijn, is in dit handboek een vertaalslag gemaakt. In dit handboek zijn in de vorm van checklisten per fase van het ontwerp vragen/aandachtspunten geformuleerd waarop een toelichting wordt gegeven. Een belangrijke kanttekening hierbij; het handboek bevat geen uitputtende lijsten met vragen /aandachtspunten en is dus zeker niet compleet. Per situatie dient dus de compleetheid bekeken te worden. Bovengenoemde verplichting van het Arbobesluit kan ook worden ondergebracht bij een externe ontwerper of een ARBO-deskundige. De Bouwdienst blijft echter wel formeel verantwoordelijk voor een goede uitvoering. Dat geldt ook voor andere verplichtingen die zij mogelijk uitbesteedt. Het uitvoeren van ontwerp RIE en het bepalen van maatregelen blijkt vaak nog geen vanzelfsprekende, goed verlopende actie. Onderstaand daarom een handreiking hoe een en ander kan geschieden. Hierbij is buiten beschouwing gebleven hoe een en ander is gekoppeld aan het bedrijfsproces van de Bouwdienst (het gaat hier om de onderdelen wanneer en wie in de centrale vraag “op welke basis, wanneer en door wie wordt welke keuze ten aanzien van V&G gemaakt”).
3.3.
De functionaris die is belast met de ontwerp RIE gaat als volgt te werk
Een inventarisatie levert een aantal risico’s / knelpunten op die afzonderlijk worden bekeken; er wordt geen vergelijking gemaakt. Per risico / knelpunt wordt bepaald of maatregelen noodzakelijk zijn, gewenst zijn of dat het slechts een aandachtspunt is. Vervolgens wordt beoordeeld welke maatregelen noodzakelijk zijn om deze risico´s / knelpunten te kunnen elimineren. Deze werkzaamheden worden zoveel en zo diepgaand als mogelijk uitgevoerd. Ze dienen als voorbereiding voor de projectteamvergaderingen, waarin de definitieve beslissingen worden genomen. Naar het projectteam toe wordt gerapporteerd over de uitgevoerde ontwerp RIE. Een ingevulde checklist, zoals opgenomen in dit handboek, is daarvoor een goed instrument. Tijdens de projectteamvergaderingen geeft de opsteller van de ontwerp RIE, de nodige toelichting.
Versie: 1.1 (april 2001)
8
Middels “brainstorming” maakt het team vervolgens op basis van het verrichtte voorwerk definitieve keuzen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van kennis en ervaring van de betrokken vakdisciplines en de bij voorkeur in het team opgenomen veiligheidsdiscipline. Genomen of nog te nemen besluiten worden vastgelegd op rapportageformulieren waarmee iedere fase wordt afgesloten en toegevoegd aan bestaande projectdocumenten. Opmerking. − Natuurlijk moet niet worden vergeten bij het bepalen van de maatregelen en de prioriteit steeds weer terug te koppelen naar de bij de start van het ontwerpproces vastgelegde doelstellingen en het programma van eisen. − Zeker bij inschakeling van externe ontwerpers is regelmatig overleg noodzakelijk omdat de Bouwdienst eindverantwoordelijk is en blijft.
3.4.
Het beoogde eindresultaat van het werken met deze checklist
Uiteindelijk moeten alle inspanningen leiden tot respectievelijk : − eventuele aanpassingen aan het ontwerp; − passende bepalingen in bestek en bijbehorende stukken; − een V&G-plan ontwerpfase, met de nog resterende risico's en eventuele organisatorische zaken tijdens de uitvoering, zoals overleg en voorlichting over gemeenschappelijke risico´s en maatregelen. Dit V&G-plan ontwerpfase maakt formeel deel uit van het bestek en tekeningen, dus van de aanbestedingsstukken. De coördinerend aannemer dient vervolgens het stokje over te nemen en een V&G-coördinator uitvoeringsfase aan te stellen, die het V&G-plan ontwerpfase gebruikt om tot een concreet V&G-plan uitvoeringsfase te komen; − een V&G-dossier, met aanduiding van risico's en maatregelen in de beheerfase. Het gaat hierbij om reinigen, inspectie en onderhoud van (delen van) het project. Indien het dossier in de ontwerpfase nog niet compleet kan worden afgerond, bijvoorbeeld vanwege nog niet vastgestelde methodieken, dient de coördinerend aannemer dit V&G-dossier tijdens de uitvoering verder in of aan te vullen. Dit geldt ook als tijdens de uitvoering op relevante punten wordt afgeweken van het ontwerp; − een ingevuld en ondertekend Kennisgevingsformulier dat door de opdrachtgevende dienst (Bouwdienst of regionale directie) naar het betreffende regiokantoor van de Arbeidsinspectie (lijst zie bijlage 10) moet worden gestuurd. Dit moet voor aanvang van het werk gebeuren. Het meest logisch is om dit direct na gunning te doen. Tevens dient de coördinerend aannemer ervoor te zorgen dat een afschrift hiervan duidelijk zichtbaar op het werk wordt opgehangen; − V&G-bepalingen in de schriftelijke overeenkomst(en) met de aannemer(s). Indien er slechts één aannemingsovereenkomst is, is de bewuste aannemer per definitie V&G-coördinator uitvoeringsfase. Bij meer aannemers dient de opdrachtgever er één aan te wijzen (meestal de civiele aannemer). Een aannemingsovereenkomst dient echter altijd bepalingen te bevatten over de V&G-coördinatie rol in de uitvoeringsfase, ook in de overeenkomsten met niet-coördinerende aannemers. Van bovengenoemde stukken zijn voorbeelden in het handboek opgenomen. Daarbij eveneens een evaluatieformulier om bij oplevering te bepalen welke eventuele verbeteracties nodig zijn. NB.De taken van de hiervoor genoemde V&G-coördinator ontwerpfase en - uitvoeringsfase zijn nader uitgewerkt in bijlage 1 en 5.
Versie: 1.1 (april 2001)
9
Definitie fase
Voorontwerp fase
Ontwerp fase
Bestek fase
Versie: 1.1 (april 2001)
10
V&G-bepalingen opstellen/opnemen in: − aannemingsovereenkomst met V&G-coördinerend aannemer − aannemingovereenkomst met andere aannemer(s) − coördinatie en overlegvormen vastleggen V&G-dossier (voor zover mogelijk) opstellen
V&G-plan ontwerpfase definitief maken
Uitwerken van projectrisico-inventarisatie/-evaluatie (ontwerp- en omgevingsaspecten): - vermijdbare risico's voorkómen aan de hand van de wet en de stand der techniek; en een en ander verwerken in bestek, bijbehorende bepalingen en tekeningen - (nog) niet vermijdbare risico's, bij voorkeur met oplossingsmogelijkheden, verwerken in V&G-plan ontwerpfase - V&G-risico's in de beheerfase (reinigen, inspectie, onderhoud, verbouw) zoveel mogelijk beperken en maatregelen verwerken in V&G-dossier.
Aanstellen en faciliteren V&G-coördinator ontwerpfase, die zorgt voor totstandkoming onderstaande zaken, zo nodig met raadpleging/inschakeling van anderen.
Oriëntatie fase
Ontwerp
zijn verwerkt; waar nodig overleg met beheerder over te volgen werkwijzen
V&G-dossier opnemen in beheeren onderhoudsplan (wordt in deze fase afgerond); nagaan of alle V&Gaspecten
Nazorg fase
V&G-dossier overhandigen aan coördinerend aannemer (inclusief instructie om het zonodig aan te vullen); bij oplevering terugontvangen, accepteren en overhandigen aan beheerder.
Andere V&Gaspecten: - V&G-coördinator uitvoeringsfase vastleggen en benoemen (door aannemer) - overdracht van projectactiviteiten aan directie UAV
V&G-plan ontwerpfase meesturen met bestek en tekeningen (formeel onderdeel van bestek)
Aanbesteding/ Uitvoering fase
Uitvoering
Overzicht van V&G-aspecten in de bouwfasen van projecten bij Bouwdienst Rijkswaterstaat
- RIE maken van werkzaamheden die zich tijdens dagelijks onderhoud en gebruik voor kunnen doen - maatregelen nemen om risico´s te elimineren - actueel houden van V&G-dossier
Beheer fase
Beheer
4. ORIËNTATIE- EN DEFINITIEFASE 4.1.
Checklist en toelichting bij de oriëntatie- en definitiefase
2.0
Deze checklist heeft betrekking op algemene aspecten van het te ontwerpen object. Met name is de aandacht gericht op de bodemgesteldheid, bestaande kabels en leidingen, de omgeving van de bouwlocatie en verkeerssituaties. Deze aandacht heeft een signalerend en verkennend karakter voor de diverse onderzoeken die eventueel moeten worden uitgevoerd. Uitgangspunt daarbij is dat vorm en afmetingen alsmede materiaalkeuzes nog niet aan de orde zijn. In extreme situaties kan de uitkomst van de ontwerp RIE betekenen dat op een andere locatie gebouwd gaat worden of mogelijk helemaal niet.
2.1
De Bouwdienst moet in een vroeg stadium een V&G-coördinator ontwerpfase aanstellen. Deze functionaris is bij voorkeur de projectleider omdat hij of zij het meest op de hoogte is van alle zaken die het project betreffen. Uiteraard kan ook een ander lid van het projectteam worden aangewezen. In de handleiding (hoofdstuk 1) is een globaal profiel voor deze functionaris aangegeven. Zie voor verdere uitwerking van de taken ook bijlage 1.
2.2.1 De ene locatie heeft meer V&G-risico´s dan de andere. Deze risico´s kunnen echter behoorlijke consequenties hebben in termen van doorlooptijd, extra voorzieningen en uitvoeringstijd. Dit als gevolg van bijvoorbeeld de aard en samenstelling van de bodem (wateroverlast) of waterbodem en mogelijke verontreinigingen of objecten in de grond. Ook kan er sprake zijn van obstakels boven, op of onder de waterlijn, hoog of laag water bij kunstwerken en wat te denken van (sterke) stroming. 2.2.2 Bestaande kabels en leidingen in of boven de grond vragen eveneens om vroegtijdige initiatieven, hetzij om ze te verwijderen dan wel te (laten) verplaatsen. Het gaat dan om contacten met overheidsdiensten, nutsbedrijven of andere grote opdrachtgevers. Zoals bekend kosten deze zaken tijd, zeker als er vergunningen of ontheffingen nodig zijn. 2.2.3 Bouwen betekent: materieel en materiaal aanvoeren. Een goede bereikbaarheid voor met name zwaar transport is van groot belang. Als deze onvoldoende is, bekijk dan reeds nu de mogelijke maatregelen. Bijvoorbeeld alternatieve aanrij-/aanvaarroutes, rij-/vaarwegafzettingen, omleidingen en de bijbehorende verkeersvoorzieningen. Ook dit vraagt om overleg met de betreffende wegbeheerders en kost dus tijd. Als maatregelen in deze sfeer niet mogelijk zijn, zullen andere oplossingen uitkomst moeten bieden, bijvoorbeeld andere uitvoeringsmethoden en/of kleine partijen materiaal aanvoeren, dus vaker rijden of varen. Van belang hierbij is eveneens of het weg- of vaarverkeer blijft doorgaan. Tevens moet worden bekeken of er bijzondere maatregelen nodig zijn om verkeer en publiek te beschermen tegen vallende, wegvliegende voorwerpen en stof en/of aanrij-/aanvaargevaar. Bijvoorbeeld als er onmiddellijk naast of boven in gebruik zijnde wegen of trottoirs gewerkt wordt, of bij onoverzichtelijke in- en uitritten of bochten in vaar- en rijwegen. Bij begroeiing bijvoorbeeld ook denken aan bestaande bomen, die vanwege de aanleg van een weg of kunstwerk verwijderd dienen te worden. Beslist moet worden of dit tijdens de uitvoering van het project wordt gedaan of voor aanvang van de werkzaamheden. Denk hierbij aan de te volgen procedures, vooral vanwege de hiervoor benodigde tijd. Bij de aanleg van wegen is een berijdbare berm zonder bermbeveiliging (vangrail) de optimale oplossing. Naast dat deze oplossing voor de weggebruikers de meest veilige is (het voertuig komt indien er geen obstakels zijn ongehinderd in de berm tot stilstand), is ze ook veiliger voor werknemers die bij aanrijding de schade aan de vangrail hadden moeten repareren. De betreffende ROA geeft regels op welke wijze een berm veilig is.
Versie: 1.1 (april 2001)
11
CHECKLIST ORIËNTATIE- / DEFINITIEFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
2.1 Is er een V&G-coördinator ontwerpfase benoemd en zijn de taken/bevoegdheden vastgelegd?
Opmerkingen Naam : Functie : Werkzaam bij: Telefonisch bereikbaar: Aanwijzing: Indien de kolom “ja” wordt aangekruist dan alleen onder opmerkingen iets vermelden als het “ja” om nadere actie/ uitleg vraagt. De genoemde opmerkingen opnemen in de afsluitende rapportage inclusief genomen / nog te nemen besluiten.
2.2 Worden in de oriëntatie- en definitiefase en het programma van eisen (PvE), onderstaande V&Gaandachtspunten meegenomen en gewogen, ten aanzien van:
2.2.1 bodem / water / waterbodem: * grondslag * grondwater * puin * oude fundering/palen * (oude) putten/tanks * explosieven * verontreiniging * talud helling * obstakels boven/op/onder de waterlijn * verontreinigd slib op de bodem * verontreinigd water * *
2.2.2 - bestaande kabels en leidingen : * gas/olie/water * elektra onder/bovengronds * riolering * trein/tram/bus * industriële leidingen * * 2.2.3 - situatie: * aan-/afvoerroute groot materieel * voldoende opslagfacili-teiten materialen * voldoende ruimte voor opstelling groot materieel zoals kranen (incl. keten, loodsen en parkeren).
Versie: 1.1 (april 2001)
12
CHECKLIST ORIËNTATIE- / DEFINITIEFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
* gevaar voor vallende, wegschietende voorwerpen en stof op verkeer/publiek * weg-, scheepvaart- en luchtvaartverkeer (incl. trein/tram/bus) * omleidingsroutes * begroeiing * werken op en langs water en/of bestaande wegen * wegbreedte/profiel vrije ruimte; voldoende vrije ruimte tijdens werkzaamheden (ook op bruggen): - aanleg - onderhoud * mogelijkheid aanleg veilige berm zonder vangrail inclusief een veilige afronding van de taludkruin bij aflopend talud of afronding talud-voet bij oplopend talud * aanvaar-/aanrijgevaar personeel/materieel rond bouwlokatie * aanvaargevaar personeel/ materieel rond bouwlokatie * speciale maatregelen i.v.m. scheepvaart * stroming, golven, waterstanden * voldoende werkruimte * voldoende diepgang voor varend materieel (hoog/laag water) * aanwezigheid draden van verankerd materieel (bv. pontons in gebruik bij anderen zoals zand- en grindhandelaren) * mogelijkheid voor op- en afstapinrichting / laad- en loswal / laad- en losinrichting * *
Versie: 1.1 (april 2001)
13
Opmerkingen
TOELICHTING CHECKLIST ORIËNTATIE- EN DEFINITIEFASE (vervolg) 2.2.4 Belendingen brengen over het algemeen risico´s met zich mee en vragen extra maatregelen. Het belangrijkste is instortgevaar. Heien en trillen dragen hier extra toe bij. Zoals onder andere het beulen van betonverhardingen en verdichten van fundaties. In gevoelige situaties liggen alternatieve funderingstechnieken voor de hand. Eventueel stutwerk vraagt om een deskundig advies. In situaties waarbij gebruikers of bewoners van belendingen toegang hebben tot het werk zijn extra beschermende maatregelen geboden. Een tijdige onderlinge afstemming van een aantal in deze checklist genoemde punten is dan noodzakelijk. Belendingen komen niet alleen voor in de vorm van gebouwen; bij waterbouwkundige werken kan dat ook een laad- en loswal zijn. 2.2.5 Sloopwerk is uiterst risicovol en dient daarom gereed te zijn voordat werkzaamheden een aanvang nemen. Een analyse op de eventuele aanwezigheid van asbest is verplicht volgens daartoe bij ministeriële regeling vastgestelde methode of gelijkwaardig. Denk hierbij naast asbest in gebouwen ook aan de aanwezigheid van asbeststroken in dilatatievoegen van betonwegen. Asbest mag alleen worden verwijderd door een hiertoe gecertificeerd bedrijf en de asbest houdende produkten dienen te worden verwijderd voordat met de rest van de sloop wordt begonnen. Een analyse op de eventuele aanwezigheid van milieuschadelijke stoffen/voorwerpen is ook noodzakelijk. Dit met het oog op een gereglementeerde afvoer en verwerking. Teerhoudend asfalt mag niet warm worden gerecycled. Inventariseer de hoeveelheid teerhoudend materiaal in de asfaltverharding. Ditzelfde geldt voor de teer/kalk-stabilisatielaag onder het asfaltpakket. 2.2.6 Aan het beperken van de overlast van lawaai voor de omgeving worden steeds hogere eisen gesteld. Veelal in de vorm van een maximale geluidsbelasting op gevels in de nabijheid of een maximaal geluidsniveau bij heien (op 15 m van de paal). Het motto is dus vroegtijdig oriënteren. Deze zaken veronachtzamen kan uiterst vervelende en kostbare consequenties hebben, onder andere stillegging werken, overgaan op stillere methoden. Dit laatste kan slaan op sloopwerk, heiwerk, paalkoppen snellen en geluidsarme bouwmachines in het algemeen. Ook bij aanleg en vervangen van vangrail moet rekening worden gehouden met lawaai door heien van palen en aantollen van bouten/moeren alsmede lostollen van bouten/moeren. Tijdens de nacht mag niet altijd worden geheid of pneumatisch bouten/moeren worden losgetold vanwege lawaaioverlast. Dit aspect speelt in de stadia ontwerp, uitvoering en beheer. 2.3
Een te krappe uitvoeringstijd heeft een negatieve invloed op arbeidsomstandigheden. Omdat de verschillende aannemers elkaars veiligheid zo substantieel kunnen beïnvloeden is een goed doordachte planning van groot belang. De grootste risico´s zijn het boven elkaar en in elkaars nabijheid werken. Denk hierbij aan de gevaren van onder andere vallende voorwerpen, omvallen van materieel, hijsbewegingen boven personeel, toxische gassen/dampen/stof. Naast het maken van een op deze gevaren afgestemde planning moet de duur van de uitvoeringsfase goed worden bewaakt, dient onwerkbaar weer niet ten koste te gaan van de uitvoeringstijd en moet terughoudend worden omgegaan met premies voor snellere oplevering. Het zal duidelijk zijn dat in deze fase meestal slechts op hoofdlijnen naar de planning kan worden gekeken. Doorwerkvoorzieningen kunnen ook soelaas bieden, bijvoorbeeld overkappingen. Natuurlijk moet ook gekeken worden of er speciaal materieel ontwikkeld moet worden zoals bij speciale waterbouwkundige werken soms het geval is.
Versie: 1.1 (april 2001)
14
CHECKLIST ORIËNTATIE- / DEFINITIEFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
2.2.4 - omgeving/belendingen: * stabiliteit na ontgraven * trillingen door werkzaamheden * bereikbaarheid percelen (bewoners/personeel) tijdens werkzaamheden * recht van overpad tijdens werkzaamheden * belendende projecten van andere opdrachtgever(s) * * 2.2.5 - milieuaspecten bij zaag- en sloopwerk: * asbestprodukten * teerhoudende produkten * asfaltbeton (teerhoudend) * cementbeton * bestrating * wegfundering * gritstralen * aanwezige conservering * andere milieuschadelijke stoffen/voorwerpen * * 2.2.6 - geluidsoverlast omgeving: * bouwmachines (vooral heiwerk) * sloopwerk * werken aan vangrail * * 2.3
Wordt er bij het bepalen van de doorlooptijd en de opleveringsdatum rekening gehouden met: - een reële uitvoeringstijd - de negatieve invloed van bepaalde seizoenen (wind, regen, mist, vorst, sneeuw, ongedierte)
Versie: 1.1 (april 2001)
15
Opmerkingen
TOELICHTING CHECKLIST ORIËNTATIE- EN DEFINITIEFASE (vervolg) 2.4
Hoe eerder je V&G-expertise in het ontwerp kunt inbrengen hoe beter. Dit betekent immers tijdig relevante zaken aanpakken en geen steken laten vallen die kunnen leiden tot improvisatie/ lapmiddelen of die het probleem doorschuiven naar de uitvoeringsfase. Dit is in eerste instantie een taak van de V&Gcoördinator ontwerpfase, maar de gekozen bouworganisatievorm kan een positieve invloed hebben. Een organisatievorm waarin uitvoeringsexpertise reeds in de ontwerpfase wordt ingeschakeld kan ertoe bijdragen dat ontwerp- en uitvoeringsaspecten beter op elkaar zijn afgestemd. Dit is bijvoorbeeld het geval in bouwteam-organisaties en bij design and build projecten. Bij de Bouwdienst wordt in dit verband de hoofdafdeling Projectuitvoering en Diensten vroegtijdig ingeschakeld.
Versie: 1.1 (april 2001)
16
CHECKLIST ORIËNTATIE- / DEFINITIEFASE Onderwerp
2.4
ja
n.v.t.
- het feit dat er voldoende geschikt materieel en materiaal op de markt is om alle werkzaamheden Veilig en Gezond uit te kunnen voeren of moet er speciaal ontwikkeld worden - tijd voor verwerven van bouwlokaties i.v.m. eigendomsrechten Wordt er bij het bepalen van de bouworganisatievorm rekening gehouden met vroegtijdige inbreng van V&G-expertise - bouwteam - design and build -
Deze checklist oriëntatie-/definitiefase is opgesteld door : datum :
Versie: 1.1 (april 2001)
17
Opmerkingen
4.2.
Rapportage bij afsluiting van de oriëntatie- en definitiefase
Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit formulier is - zoals reeds in de handleiding is beschreven - bedoeld om gemaakte afspraken/keuzen tijdens deze fase vast te leggen. Het is een verplicht document om te allen tijde na te kunnen gaan welke overwegingen tot een bepaalde keuze hebben geleid. De linker kolom is zodanig ingedeeld dat de genomen besluiten/gemaakte afspraken en/of nog te nemen acties voor een bepaald onderwerp op overzichtelijke wijze kunnen worden vastgelegd. De middelste kolom is bestemd voor het vastleggen van relevante coördinatie-aspecten, en zo nodig voor het afleggen van verantwoording aan opdrachtgever. Hier kan ook worden vermeld dat een onderwerp in de volgende fase aan de orde komt. Bij gemaakte afspraken vermelden met wie, wanneer en bij voorkeur verwijzen naar schriftelijke stukken. De ingevulde checklist kan desgewenst als bijlage worden toegevoegd. De rechter kolom kan worden gebruikt om te vermelden dat een bepaald aspect te zijner tijd in een formeel stuk moet worden opgenomen, zoals bestek, bijzondere bepalingen, V&G-plan ontwerpfase, V&G-dossier, Kennisgevingsformulier Arbeidsinspectie, aannemingsovereenkomst. Als het gaat om opname in bestek kan wellicht tevens het RAW-hoofdstuk en/of nummer worden vermeld. Daarnaast kan de rechter kolom voor allerlei andere acties worden benut, bijvoorbeeld: behandelen in projectteam-overleg.
Versie: 1.1 (april 2001)
18
PROJECT: ........................ ORIËNTATIE- / DEFINITIEFASE Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit document wordt als bijlage toegevoegd aan projectdocument ..................... Onderwerp
Genomen besluiten / gemaakte afspraken
1. Risico´s middels aanpassing ontwerp geëlimineerd: 2. Risico´s middels maatregelen in bestek of soortgelijke formele stukken nog te elimineren: 3. Rest risico´s op te nemen in V&G-plan ontwerpfase: 4. Handelingen/maatregelen op te nemen in V&G-dossier: 5. Risico´s op te lossen in de (één van de) volgende fase(n): Deze tussenrapportage is opgesteld door: datum: Vastgesteld door: datum: (erkend bevoegd gezag)
Versie: 1.1 (april 2001)
19
Nog te nemen acties
5. VOORONTWERPFASE 5.1.
Checklist en toelichting bij de voorontwerpfase
3.0
Deze checklist gaat gedetailleerder in op de omgevingsaspecten en is een hulpmiddel om na te gaan hoe het is gesteld met ruimte voor bouwplaats inrichting, opstellen van materieel, laad- en losmogelijkheden, bereikbaarheid voor hulpverlenende instanties als ambulance en brandweer. De plaats van het object op de bouwlocatie wordt verondersteld intussen bekend te zijn. Beoordeling van de bodem op voldoende draagkracht kan dan ook plaatsvinden en er kan ook reeds gekeken worden naar de risico’s van bijzondere gebouw- of constructievormen. Voor zover reeds iets bekend is over materiaalkeuze, kan ook daar naar gekeken worden (veelal slechts nog in algemene zin). Verder wordt aandacht besteed aan het maken van goede coördinatie-afspraken met betrokken partijen. In deze fase worden tevens de verschillende varianten tegen elkaar afgewogen en wordt besloten met welke variant het verdere ontwerpproces wordt ingegaan. Voor iedere variant wordt een gedegen ontwerp RIE gemaakt; ook op het gebied van V&G.
3.1
Eén van de pijlers van het Bouwplaatsen Arbobesluit is het in het ontwerptraject inventariseren en evalueren van V&G-risico´s. Bronaanpak en het spiegelen aan de stand van techniek zijn hierbij sleutelbegrippen. Dit handboek is hiervoor een handzame leidraad. Wet- en regelgeving (waaronder CAO-bepalingen) moeten zonder meer worden gevolgd. De begrippen bronaanpak en stand van techniek zijn echter voor velerlei interpretatie vatbaar, omdat concrete wettelijke bepalingen ontbreken. Bijvoorbeeld het stellen van banden op traditionele wijze is fysiek zwaar werk. Het Arbobesluit vraagt in zo´n geval te zoeken naar minder belastende alternatieven; dit in het licht van de beoogde bronaanpak en de stand van techniek. Het voorschrijven van een lichtere materiaalsoort of de inzet van mechanische hulpmiddelen biedt dan een oplossing. Dit dient vervolgens zijn beslag te krijgen in het bestek. Het V&G-plan ontwerpfase kan zich dan beperken tot restrisico´s; ze betreffen zaken die dan nog niet bekend zijn of de expertise van de ontwerppartijen te boven gaan (bijvoorbeeld specifieke uitvoeringstechnieken). In deze fase moeten ook de aandachtspunten voor het V&G-dossier langzaam maar zeker gestalte krijgen. Het gaat dan om het beheersen van V&G-risico´s in de gebruiksfase (reinigen, inspectie en onderhoud). De bij dit punt gestelde vragen hebben een bewakend karakter met dus als doel de vinger aan de pols te houden bij het doorlopen van het ontwerp. In de ontwerp- en bestekfase komen deze vragen nog eens terug onder 4.1 en 5.1.
3.2
Deze vraag biedt de mogelijkheid om zo nodig een overlegstructuur met rechtstreeks betrokkenen te creëren. Bijvoorbeeld omwille van de voortgang van zaken die meer tijd vergen. Wat betreft overleg met overheden en nutsbedrijven, zie de toelichting bij vraag 2.2.2. In dergelijk overleg kan bovendien worden bekeken of er tijdens het bouwrijp maken al nutsvoorzieningen en rioleringen kunnen worden aangelegd, zodat onderlinge overlast en V&G-risico´s tijdens de uitvoering tot een minimum kunnen worden beperkt. Nutsbedrijven kunnen zelf opdrachtgever zijn in de zin van het Arbobesluit (bij uitbreiding bestaande netwerk). Het nutsbedrijf kan echter ook opdrachtnemer zijn bij verlegging van leidingtracees. In het eerste geval dient het nutsbedrijf zelf de ontwerpverplichtingen voor zijn rekening te nemen. Onderling coördinatorenoverleg is dan zinvol, bijvoorbeeld over de afstemming van de verschillende werkzaamheden. In het tweede geval moet het nutsbedrijf worden gezien als een aannemer.
Versie: 1.1 (april 2001)
20
CHECKLIST VOORONTWERPFASE Onderwerp 3.1
ja
n.v.t.
Opmerkingen
- Is er een V&G-risico-inventarisatie en -evaluatie van het project op ontwerp- en omgevingsfactoren van de oriëntatie-/definitiefase?
Door : Functie : Werkzaam bij: Telefonisch bereikbaar:
- Is er een rapportageformulier opgesteld bij het afsluiten van de oriëntatie-/definitiefase?
Aanwijzing: Indien de kolom “ja” wordt aangekruist dan alleen onder opmerkingen iets vermelden als het “ja” om nadere actie/ uitleg vraagt. De genoemde opmerkingen opnemen in de afsluitende rapportage inclusief genomen / nog te nemen besluiten.
- Zijn de genomen besluiten/ gemaakte afspraken en/of nog te nemen acties uit de oriën-tatie/definitiefase verwerkt in de projectdocumenten (zoals programma van eisen)? - Zijn de (nog) niet vermijdbare risico’s uit de oriëntatie-/definitiefase opgenomen in (de aanzet tot) het V&G-plan ontwerpfase? 3.2
Verzorgt de V&G-coördinator de benodigde coördinatie (advies inwinnen, overleg voeren, afspraken maken, vastleggen en bewaken) m.b.t. : - ontwerper - aannemer(s) - adviseur(s) - overheden / overheidsdiensten - nutsbedrijven - brandweer, ambulance, politie -
3.3
Worden onderstaande V&G-risico's meegenomen en meegewogen bij het bepalen van de plaats van het object op de locatie danwel bij de aan te brengen wijzigingen bij verbouw of renovatie:
Versie: 1.1 (april 2001)
21
TOELICHTING CHECKLIST VOORONTWERPFASE (vervolg) 3.3.2
De toelichting bij de vragen onder 2.2 gaat reeds globaal in op het ruimteaspect bij een beperkt terrein. Bij vraag 3.3 komen een aantal specifieke punten aan de orde. Als de bestaande constructie of het terrein hiervoor geen of onvoldoende mogelijkheden biedt, heeft dit consequenties. Oplossingen moeten dan worden gezocht in bijvoorbeeld stapelen of bouwplaatsvergroting elders (keten, opslagvoorzieningen), gebruikmaken van bestaande faciliteiten, uitvoeringsmethoden met weinig opslagbehoefte, aardgas of electrische verwarming in plaats van propaan, een logistiek goede positie van groot materieel. Bij waterbouwkundige werken moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met mogelijkheden en beschikbare ruimte voor verankering van baggermaterieel en met varend werkverkeer.
3.3.3
Het komt voor dat op één locatie meerdere aktiviteiten tegelijkertijd plaats vinden, bijvoorbeeld asfalteren, VRI (verkeersregelinstallaties) en verlichting aanbrengen. De vraag moet dan gesteld worden of dit noodzakelijk is, of dat er een fasering kan worden gemaakt. Bij veilig inspecteren in de beheerfase kan worden gedacht aan de toegankelijkheid van o.a. mangaten en werkruimte in leidingstelsels. Ook te steile taluds kunnen risico´s introduceren bij groenonderhoud. Bij het ontwerp bovendien rekening houden met een zodanige wegbreedte dat ook bij onderhoudswerk voldoende vrije ruimte overblijft. Een voorbeeld hiervan is een 4-0 systeem op de ene rijbaan kunnen plaatsen waardoor aan de andere rijbaan op Veilig en Gezonde wijze onderhoud kan worden gepleegd. Zo is ook bereikbaarheid van portaalkasten belangrijk en kan daarvoor van een reeds aanwezige parallelweg gebruik worden gemaakt of is bij afwezigheid daarvan extra grondaankoop noodzakelijk. Dit is nodig omdat een dienstvoertuig niet meer zonder kostbare voorzieningen op de vluchtstrook kan stoppen.
Versie: 1.1 (april 2001)
22
CHECKLIST VOORONTWERPFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
3.3.1 - werken aan bestaande constructies (wijze van werken of uitvoerings-methodiek wordt daardoor bepaald) 3.3.2 - beperkte ruimte (denk ook aan bouwen met grotere elementen) voor : * (grond)depots/taluds * keten, werkplaats, opslagloods * overige opslagruimte * laden/lossen * hijskranen * betonpomp * propaaninstallatie * (mobiele) brandstofopslag * hydraulische graafmachines, shovels, bulldozers e.d. * steigers/ondersteuningsconstructies * varend werkverkeer * verankering baggermaterieel * bereikbaarheid voor ambulance en brandweer * vrije aanlegplaats voor hulpboot/vrije opstelplaats voor ambulance * * 3.3.3 - bereikbaarheid: * veilig voor personeel, materiaal en materieel * veilige werkmethoden * voldoende werkruimte * uitvoeringsfasering * veilig inspecteren i.v.m. kwaliteitscontrole * veilig inspecteren en onderhoud in de beheerfase * *
Versie: 1.1 (april 2001)
23
Opmerkingen
TOELICHTING CHECKLIST VOORONTWERPFASE (vervolg) 3.3.4 Het omvallen van funderingsmachines en hijskranen is vaak te wijten aan onvoldoende draagkrachtige grond. Sonderingen alleen zijn niet toereikend om te bepalen of zo´n machine hierop mag werken. Er moet een vertaalslag worden gemaakt naar de maximaal toelaatbare gronddruk. Pas dan kan worden bekeken of de optredende druk van rupsen of stempels daaronder blijft. Additionele maatregelen zijn onder andere grondverbetering/verdichting, draglineschotten, Stelconplaten. Bij zwaar materieel/transport gaat het om de bouwwegen en de beoogde opstel- en laad/losplaatsen. 3.3.5 Bijzondere gevel- en dakvormen vragen om bijzondere maatregelen, omdat de geëigende hulpmiddelen voor veilig werken niet bruikbaar of ontoereikend zijn. Het gaat hierbij om het bewerkstelligen van: - een veilige bereikbaarheid van de werklocaties voor personeel, materiaal en materieel - veilige werkmethoden - veiligheidsvoorzieningen voor de beheerfase (reinigen, inspectie, onderhoud, verbouw). In deze fase is het verstandig deze risico’s te signaleren, ook al is er (nog) geen pasklare oplossing voorhanden. Het is niet de bedoeling om de ontwerper in een keurslijf te dwingen, maar hem of haar de V&G-risico’s te laten meewegen voordat de keuze definitief wordt bepaald. In hoofdstuk 4 “Ontwerpfase” kan hier nader op worden ingegaan. 3.4
De toelichting bij vraag 2.2.3 (situatie:) gaat reeds enigszins in op beschermende maatregelen voor publiek. Vraag 3.4 geeft een nadere specificatie van risico´s die al in dit stadium onderkend kunnen worden, onder andere de noodzaak tot afbakening/afzetting van het terrein (praktisch altijd), verkeersvoorzieningen, electrakasten/kabels buiten de afzetting. Het met lasten in de kraan draaien boven publiek of verkeer is niet toegestaan. Dit betekent dat er soms verkeer moet worden stopgezet of op afwijkende uren moet worden gewerkt. Uiteraard moet bij waterbouwkundige werken beoordeeld worden of speciale maatregelen t.a.v. scheepvaart noodzakelijk zijn. Schuif dit soort problemen niet door naar de uitvoering als ze nu kunnen worden opgelost.
3.5
In deze fase worden verschillende varianten tegen elkaar afgewogen en dient daarbij ook gedacht te worden aan V&G-aspecten. Om te komen tot een goede beoordeling dient van iedere variant een gedegen ontwerp RI&E aanwezig te zijn. Op grond daarvan kunnen vervolgens de juiste besluiten genomen worden. Dat betekent dat deze checklist en mogelijk ook die van de vorige fase voor iedere variant wordt gebruikt.
3.6
Bij deze vraag worden voornamelijk aandachtspunten behandeld met betrekking tot veilige werkruimte voor de uitvoerenden.
Versie: 1.1 (april 2001)
24
CHECKLIST VOORONTWERPFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
3.3.4 - onvoldoende draagkrachtig(e) (bodem) voor : * funderingsmachines * hijskranen * zwaar transport * 3.3.5 - bijzondere gevel-, dak- en constructievormen: * uitkragingen, luifels * niet verticale / ronde gevels * bijzondere dak- / constructievorm * 3.4 Wordt de publieksveiligheid voldoende gewaarborgd via: - afbakening - veilige in- en uitritten (i.v.m. voetgangers en verkeer) - bescherming tegen vallende/ wegvliegende/wegrollende voorwerpen - veilige loop van elektraleidingen - veilige bronnering - niet met lasten boven publiek, verkeer of belendingen draaien - veiligheids- of andere speciale maatregelen t.a.v. scheepvaart (beroeps en plezier) in de vorm van doorvaart beperkende maatregelen 3.5
Zijn V&G-aspecten meegenomen bij het tegen elkaar afwegen van de verschillende varianten?
3.6
Wordt er tijdens het ontwerpen rekening gehouden met: - voldoende werk- en/of stahoogte in technische ruimten, kruipruimten e.d. en langs machines en apparatuur om installatiewerkzaamheden te kunnen verrichten
Versie: 1.1 (april 2001)
25
Opmerkingen
TOELICHTING CHECKLIST VOORONTWERPFASE (vervolg) 3.7
Het zoveel mogelijk reeds tijdens de bouw gebruik maken van permanente voorzieningen werkt risicoverlagend. Opstanden langs vloer-, vide-, bordes- of dakranden moeten dan wel minstens 1 m hoog zijn. Het toepassen van permanente dakopstanden of hekwerk kan noodzakelijk zijn als er ter plekke in de beheerfase veelvuldig moet worden gelopen/gewerkt voor inspectie of reiniging. Voor bruggen kan dat betekenen de brugleuning reeds in een vroeg tijdstip plaatsen. Zo kan ook een remmingwerk zo mogelijk reeds in het begin van de uitvoeringsfase worden aangebracht
Versie: 1.1 (april 2001)
26
CHECKLIST VOORONTWERPFASE Onderwerp
3.7
ja
n.v.t.
- een voldoend grote toegang tot die ruimten en hijsvoorzieningen (o.a. voor het inbrengen van alle apparaten en machines) - aanwezigheid van vlucht-/ hulptoegangen in deze ruimten - veiligheid bij het uitvoeren van werkzaamheden beneden het nivo van de waterlijn (bv. bij bouwkuip t.b.v. bouwen pijler remmingwerken aanbrengen) - overlengte van definitieve damwand(en) t.b.v. borging tijdens het inbrengen en verwijderen Wordt er naar gestreefd dat definitieve objectvoorzieningen ook al tijdens de uitvoering als beveiliging kunnen worden gebruikt: - permanente dakopstanden of leuningwerk - hekken van bordessen en trappen - trapopgangen en liften - brugdekrandbeveiliging als leuningwerk tijdens uitvoering - bliksemafleiding bij onweer (bv. bij bruggen met pylonen) - remmingwerken -
Deze checklist voorontwerpfase is opgesteld door : datum :
Versie: 1.1 (april 2001)
27
Opmerkingen
5.2.
Rapportage bij afsluiting van de voorontwerpfase
Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit formulier is, zoals reeds in de handleiding is beschreven, bedoeld om gemaakte afspraken/keuzen tijdens deze fase vast te leggen. Het is een verplicht document om te allen tijde na te kunnen gaan welke overwegingen tot een bepaalde keuze hebben geleid. De linker kolom is zodanig ingedeeld dat de genomen besluiten/gemaakte afspraken en/of nog te nemen acties voor een bepaald onderwerp op overzichtelijke wijze kunnen worden vastgelegd. De middelste kolom is bestemd voor het vastleggen van relevante coördinatie-aspecten, en zo nodig voor het afleggen van verantwoording aan opdrachtgever. Hier kan ook worden vermeld dat een onderwerp in de volgende fase aan de orde komt. Bij gemaakte afspraken vermelden met wie, wanneer en bij voorkeur verwijzen naar schriftelijke stukken. De ingevulde checklist kan desgewenst als bijlage worden toegevoegd. De rechter kolom kan worden gebruikt om te vermelden dat een bepaald aspect te zijner tijd in een formeel stuk moet worden opgenomen, zoals bestek, bijzondere bepalingen, V&G-plan ontwerpfase, V&G-dossier, Kennisgevingsformulier Arbeidsinspectie, aannemingsovereenkomst. Als het gaat om opname in bestek kan wellicht tevens het RAW-hoofdstuk en/of nummer worden vermeld. Daarnaast kan de rechter kolom voor allerlei andere acties worden benut, bijvoorbeeld: behandelen in projectteam-overleg. Bovendien dient zoveel mogelijk te worden vermeld in welke mate welke V&G-aspecten bij het kiezen voor een bepaalde variant hebben meegewogen of juist niet.
Versie: 1.1 (april 2001)
28
PROJECT: ..................... VOORONTWERPFASE Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit document wordt als bijlage toegevoegd aan projectdocument ................ Onderwerp
Genomen besluiten / gemaakte afspraken
Nog te nemen acties
1. Risico´s middels aanpassing ontwerp geëlimineerd: 2. Risico´s middels maatregelen in bestek of soortgelijke formele stukken nog te elimineren: 3. Restrisico´s op te nemen in V&G-plan ontwerpfase: 4. Handelingen/maatgelen op te nemen in V&G-dossier: 5. Risico´s op te lossen in de (één van de) volgende fase(n): Deze tussenrapportage is opgesteld door:
datum:
Vastgesteld door: (erkend bevoegd gezag)
datum:
Versie: 1.1 (april 2001)
29
6. ONTWERPFASE 6.1.
Checklist en toelichting bij de ontwerpfase
4.0
In deze fase wordt een definitieve keuze gemaakt ten aanzien van de te gebruiken materialen. Het is dan zaak hier na te gaan wat de risico’s in dit kader kunnen zijn, te denken valt aan gezondheid (fysieke belasting en toxiciteit) en milieu. Daarnaast is er aandacht voor de planning van het geheel; werken verschillende bedrijven/ploegen niet boven elkaar of binnen valbereik van machines e.d.
4.2
De bouw wordt gekenmerkt door snel wisselende situaties en fasen. Valgevaar moet hierbij worden voorkomen. Uit oogpunt van efficiency en effect moet worden gestreefd naar beveiligingen die zo lang mogelijk dienst doen (het ideaal is vanaf de ruwbouwfase tot en met de beheerfase, bijv. die vaste leuning van 1 m) en bij voorkeur geschikt zijn voor alle personeel dat daar moet werken, dus ook andere aannemers en onderaannemers. Dit vraagt om een tijdige aanpak en aandacht voor een passende detaillering. Zoals instortvoorzieningen in beton of voorzieningen op staalconstructies voor leuning/hekwerk, (hulp)steigers, vangnetten en veiligheidsgordels en lijnen. Onderhoudsvrije materialen en constructies zijn zeker gewenst op moeilijk bereikbare plaatsen. De afdichting van voegen, kieren en dergelijke vraagt om een goede detaillering, niet om PUR-schuim als wondermiddel. Voor gevelreiniging moet bijvoorbeeld worden gedacht aan zaken als permanente hangladders en bevestigingspunten voor veiligheidsgordels en lijnen.
4.3
Een relatief groot deel van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vindt zijn oorzaak in fysieke overbelasting. Het Besluit Fysieke Belasting zal hieraan op termijn paal en perk gaan stellen. Op dit moment verbiedt de Arbeidsinspectie tillen van gewichten groter dan 40 kg en eist ze het ontwikkelen van bronmaatregelen bij gewichten van 25 tot 40 kg. Het tillen van een gewicht van 25 kg is de wetenschappelijk aangetoonde grens, mits aan andere voorwaarden wordt voldaan ten aanzien van tilfrequentie, wel of niet draaien met de rug, tilhoogte, reikafstand en afmeting/ hanteerbaarheid. Veelal is het maximaal toegestane gewicht dus lager, zoals vraag 4.3 bij metselstenen/blokken laat zien. De huidige CAO-Bouwbedrijf stelt vooralsnog 18 kg als grens voor metselblokken en 25 kg voor verpakkingseenheden van bijvoorbeeld cement. Stichting Arbouw geeft zogenaamde A-bladen uit over deze materie. Op dit moment zijn er A-bladen over tillen en over bestratingswerkzaamheden. In het algemeen kan worden gesteld dat deze gezondheidsnormen bij voorkeur moeten worden nagestreefd. Lukt dit niet dan moeten passende hijs- en hefwerktuigen worden ingezet of andere werkmethoden worden gekozen. Bijvoorbeeld mechanisch bestraten. Tenslotte zij vermeld dat ook onderstaande aspecten onder het begrip fysieke belasting vallen: - werk- en rusttijden bij fysiek zware arbeid ; houd hier rekening mee bijvoorbeeld bij asbestsloop, werken in leidingstelsels, continuwerk. - bereikbaarheid werklokaties (bijvoorbeeld putten en sleuven).
Versie: 1.1 (april 2001)
30
CHECKLIST ONTWERPFASE Onderwerp 4.1
ja
n.v.t.
Door : Functie : Werkzaam bij: Telefonisch bereikbaar:
- Is er een V&G-risico-inventarisatie en -evaluatie van het project op ontwerp- en omgevingsfactoren van de voorontwerpfase?
Aanwijzing: Indien de kolom “ja” wordt aangekruist dan alleen onder opmerkingen iets vermelden als het “ja” om nadere actie/ uitleg vraagt. De genoemde opmerkingen opnemen in de afsluitende rapportage inclusief genomen / nog te nemen besluiten.
- Is er een rapportageformulier opgesteld bij het afsluiten van de voorontwerpfase? - Zijn de genomen besluiten/ gemaakte afspraken en of nog te nemen acties uit de voorontwerpfase verwerkt in de projectdocumenten (zoals programma van eisen en tekeningen)?
4.2
- Zijn de (nog) niet vermijdbare risico’s uit de voorontwerpfase opgenomen in (de aanzet tot) het V&G-plan ontwerpfase? Wordt bij het detailleren rekening gehouden met: - het vroegtijdig en op goede wijze kunnen aanbrengen van de nodige beveiligingen (voor zoveel mogelijk uitvoeringsfasen en de beheerfase) - het opnemen van voorzieningen om beveiligingen te kunnen bevestigen (leuningen, hekken, vangnetten, steigers en dergelijke) - veiligheid bij bouwputten / stempelingen t.a.v. duikwerkzaamheden
4.3
Opmerkingen
Worden bij het bepalen van werkmethoden en de materiaalkeuze, de V&G-risico's van fysieke belasting meegenomen en meegewogen en vertaald in : - waar mogelijk prefabriceren
Versie: 1.1 (april 2001)
31
Checklist en toelichting bij de ontwerpfase (vervolg) 4.4
Het gebruik van voor de gezondheid gevaarlijke stoffen is niet verboden, maar wel aan regels gebonden. Om te beginnen moet, als dat er is, worden gekozen voor een minder gevaarlijk alternatief (stand van techniek). Daarnaast moeten alle gevaarlijke stoffen worden voorzien van een standaard etikettering (de oranje-zwarte symbolen) en van een veiligheidsinformatieblad (VIB). Dit zijn verplichtingen voor de fabrikant. Indien de opdrachtgever/ontwerper zich daadwerkelijk bezighoudt met materiaalkeuze dan mag van hem verwacht worden dat hij over deze VIB´s beschikt en ze gebruikt in zijn afweging. Stichting Arbouw beschikt over een geautomatiseerd systeem dat van enkele duizenden in de bouw in gebruik zijnde produkten de bovengenoemde VIB´s kan produceren (het PISA-systeem). Daarnaast beschikt zij over de Verfwijzer (eveneens een geautomatiseerd programma). Op de veiligheidsinformatiebladen zijn ook de te treffen milieumaatregelen vermeld (restanten, emballage). Tenslotte is het raadzaam bewerkingen van materialen, dus (toxisch) stof, zoveel mogelijk te beperken door materialen op maat laten aanleveren.
Versie: 1.1 (april 2001)
32
CHECKLIST ONTWERPFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
- gewichten maximaal 25 kg of anders mechanische hulpmiddelen voorschrijven - mechanisch bestraten - paalkoppen kraken in plaats van handmatig snellen - oeverbekleding waar mogelijk als prefab matten aanbrengen - projectuitvoering “in den droge” CAO-bepalingen - metselblokken en andere continu door één man te tillen materialen maximaal 18 kg - verpakkingseenheden van bijv. cement maximaal 25 kg - glooiingsstenen tot max. 30 cm lengte of met hijsmiddel (driepoot) werken
A-bladen (aanbevelingen) - metselstenen maximaal 3 kg - blokken maximaal 6 kg (éénhandig) en 8 kg (tweehandig)
4.4
Worden bij het bepalen van bouwmaterialen de V&G-risico's van gezondheid (toxiciteit) en milieu meegenomen en meegewogen. Worden deze waar mogelijk aan de hand van up-todate produktinformatie (zoals VIB´s) vertaald in alternatieven voor: - tweecomponentenmortel (epoxy/PUR) - polyester- en tweecomponentenlijmen - gewolmaniseerd hout (agressieve stof) - PVC stof (door bewerkingen) - toxische stoffen uit kabel- en leidingmoffen
Versie: 1.1 (april 2001)
33
Opmerkingen
Checklist en toelichting bij de ontwerpfase (vervolg) 4.5
Gemeenschappelijke risico´s moeten worden beheerst. Bedoeld wordt dat het werk van de ene aannemer risico´s oplevert voor de andere. De voorkeur gaat natuurlijk uit naar een planning die dit voorkomt. Als dit redelijkerwijs niet mogelijk is moet worden bekeken of er voldoende preventieve maatregelen kunnen worden genomen. Bijvoorbeeld in de zin van afzetting/zonering bij de gevaren van stof, lawaai, toxiciteit, aanvaren en aanrijden. Ook kan gedacht worden aan specifieke werkroosters voor de verschillende aannemers. Dit soort problemen mag echter niet zonder meer worden doorgeschoven naar de uitvoeringsfase. Bovendien moet de oplossing niet op voorhand worden gezocht in de vorm van persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze komen pas als laatste aan bod, als andere mogelijkheden ontbreken of ontoereikend zijn.
4.6
Hier gaat het er om nu reeds nadenken over het op Veilig en Gezonde wijze kunnen uitvoeren van werkzaamheden in de gebruik-/beheerfase (onderhoudswerkzaamheden). Diverse zaken (de vermelde tekst spreekt vaak voor zich) komen hier aan de orde. De veilige toegankelijkheid speelt hier een grote centrale rol; bijvoorbeeld bij objecten waarbij het daaronder gelegen terrein niet middels wegen toegankelijk is gemaakt. Bij het afschermen van bewegende delen valt te denken aan afschermen van de tandheugelbaan / rondsel in kelders bij sluisdeuren en aan het ballastblok van een beweegbare brug.
Versie: 1.1 (april 2001)
34
CHECKLIST ONTWERPFASE Onderwerp
4.5
ja
n.v.t.
- verven met een hoge concentratie synthetische oplosmiddelen. - bouwmaterialen met een hoog kwartsgehalte - bewerkingen (onder andere slijpen) moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. - slakken i.v.m. stof bij overslag en verwerking Is de uitvoering van het werk zodanig gepland, dat : - er door verschillende bedrijven/ploegen niet boven elkaar behoeft te worden gewerkt - er niet binnen valbereik van tijdelijke constructies en funderingsmachines gewerkt hoeft te worden - er geen overmatige risico´s ontstaan door druk werkverkeer (rijdend en varend) - er geen werkzaamheden plaatsvinden die stof, lawaai en toxiciteit voor anderen veroorzaken (vooral in ruimten)
4.6
Wordt er naar gestreefd dat de definitieve objectvorm de mogelijkheid biedt voor het Veilig en Gezond uitvoeren van werkzaamheden in de gebruik/beheerfase. - tracé van gelegde kabels en leidingen exact op tekening vastgelegd - kruipgaten in funderingsbalken - schone bodemafsluiters in kruipruimten - afscherming en blokkering van bewegende delen - bordessen, trappen en toegangsdeuren / -luiken alsmede hek- en leuningwerk
Versie: 1.1 (april 2001)
35
Opmerkingen
CHECKLIST ONTWERPFASE Onderwerp -
-
-
-
ja
n.v.t.
combinatie van aanwezigheid van electra en water aanpassen steilheid taluds (bv. vanwege maaiwerk) voldoende breedte van de weg en vrij profiel, zodat bij werkzaamheden voldoende vrije ruimte aanwezig is in berm te leggen kabels en leidingen op voldoende afstand van de weg kabels en leidingen in kokers leggen i.p.v. ingraven (betonnen) masthouders t.b.v. plaatsen tijdelijke werkverlichting definitieve verlichting aanbrengen i.p.v. tijdelijke werkverlichting (veelvoudig lichtmasten plaatsen en verwijderen incl. gaten voorboren en dichten) afsluiten van de weg t.b.v. onderhoudswerk bereikbaarheid van de te onderhouden componenten het afgeschermd zijn van bewegende delen (bv. rondsel en tandheugelbaan sluisdeur, ballastblok beweegbare brug) hekwerken / leuning op bordessen en trappen werken in besloten ruimten (ventilatie- en verlichtingsmogelijkheden) voldoende vrije ruimte aanwezig (60 cm grens bij wegen) mogelijkheid tot totale wegafsluiting en werkzaamheden in dagwerk uitvoeren het kunnen stilleggen van vaar/wegverkeer (noodzakelijk vanwege bv. hijswerkzaamheden)
Versie: 1.1 (april 2001)
36
Opmerkingen
CHECKLIST ONTWERPFASE Onderwerp -
-
voldoende verlichtingsmogelijkheden bij nachtwerk
-
scheiding in werkvak mogelijk middels belijning (hierdoor één baan voor transport en één baan voor opslag / keetopstellingen / geparkeerde voertuigen e.d.) het kunnen afdekken van bebording dat niet functioneel is tijdens de werkzaamheden is er een werkweg of een bestaande parallelweg t.b.v. de bereikbaarheid van verkeersportalen of kunnen deze op andere wijze worden bereikt bereikbaarheid van voegovergangen en in delen uitgevoerd om bij onderhoud verkeersproblemen te beperken bereikbaarheid en vervangbaarheid van opleggingen ten behoeve van uitvoeren en voorbereiden van wegonderhoudswerkzaamheden rekening houden met: * kunnen plaatsen van barrier (met “snelkoppeling”) i.p.v. vangrail * uitvoeren meetwerkzaamheden (met systeem Clear Cone vanaf berm of vluchtstrook) * steilheid van talud * kruinbreedte van dijken en dammen (min. 2.50 m)
-
-
-
n.v.t.
het kunnen afzetten van een rijstrook als veiligheidszone bij werken aan of langs vluchtstrook mogelijkheid tot beperkte lengte van werkvakken en meerdere doorsteken in afzetting i.v.m. bereikbaarheid en achteruitrijden werkverkeer
-
-
ja
Versie: 1.1 (april 2001)
37
Opmerkingen
CHECKLIST ONTWERPFASE Onderwerp
ja
n.v.t.
* bochtstraal i.v.m. bereikbaarheid voor mach. onderhoud * *
Deze checklist ontwerpfase is opgesteld door : datum :
Versie: 1.1 (april 2001)
38
Opmerkingen
6.2.
Rapportage bij afsluiting van de ontwerpfase
Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit formulier is, zoals reeds in de handleiding is beschreven, bedoeld om gemaakte afspraken/keuzen tijdens deze fase vast te leggen. Het is een verplicht document om ten allen tijde na te kunnen gaan welke overwegingen tot een bepaalde keuze hebben geleid. De linker kolom is zodanig ingedeeld dat de genomen besluiten/gemaakte afspraken en/of nog te nemen acties voor een bepaald onderwerp op overzichtelijke wijze kunnen worden vastgelegd. De middelste kolom is bestemd voor het vastleggen van relevante coördinatie-aspecten, en zonodig voor het afleggen van verantwoording aan opdrachtgever. Hier kan ook worden vermeld dat een onderwerp in de volgende fase aan de orde komt. Bij gemaakte afspraken vermelden met wie, wanneer en bij voorkeur verwijzen naar schriftelijke stukken. De ingevulde checklist kan desgewenst als bijlage worden toegevoegd. De rechter kolom kan worden gebruikt om te vermelden dat een bepaald aspect te zijner tijd in een formeel stuk moet worden opgenomen, zoals bestek, bijzondere bepalingen, V&G-plan ontwerpfase, V&G-dossier, Kennisgevingsformulier Arbeidsinspectie, aannemingsovereenkomst. Als het gaat om opname in bestek kan wellicht tevens het RAW-hoofdstuk en/of nummer worden vermeld. Daarnaast kan de rechter kolom voor allerlei andere acties worden benut, bijvoorbeeld: behandelen in projectteam-overleg.
Versie: 1.1 (april 2001)
39
PROJECT: ............................... ONTWERPFASE Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit document wordt als bijlage toegevoegd aan projectdocument .................
Onderwerp
Genomen besluiten / gemaakte afspraken
Nog te nemen acties
1. Risico’s middels aanpassing ontwerp geëlimineerd: 2. Risico´s middels maatregelen in bestek of soortgelijke formele stukken nog te elimineren:
3. Restrisico´s op te nemen in V&G-plan ontwerpfase: 4. Handelingen/maatregelen op te nemen in V&G-dossier: 5. Risico´s op te lossen in de volgende fase: Deze tussenrapportage is opgesteld door:
datum:
Vastgesteld door: (erkend bevoegd gezag)
datum:
Versie: 1.1 (april 2001)
40
7. BESTEKSFASE 7.1.
Checklist en toelichting bij de besteksfase
5.0
Hier wordt het stadium bereikt dat bestek en tekeningen de definitieve vorm gaan krijgen. Zaken worden afgerond en het geheel heeft meer een administratief karakter.
5.1
Zo mogelijk zijn op basis van de vorige hoofdstukken al risico´s geëlimineerd of beperkt, door het aanpassen van ontwerp, uitvoeringsmethode of detaillering. Nu is het moment aangebroken die zaken te effectueren die thuis horen in het bestek, bijbehorende stukken (bijvoorbeeld administratieve bepalingen) en eventuele werktekeningen. Indien de rechterkolom van de voorgaande tussenrapportages systematisch is gebruikt, is het nu slechts een kwestie van overnemen in de juiste stukken. Zoals eerder gesteld blijven er V&G-risico´s over die in het ontwerptraject niet of onvoldoende kunnen worden geëlimineerd. Deze moeten een plaats krijgen in een V&G-plan ontwerpfase, waarvan een model is opgenomen in bijlage 2. Bij deze risico´s kan een oplossingssuggestie worden vermeld, maar het konkreet aanpakken ervan is voorbehouden aan de betreffende aannemer. Formeel mag een opdrachtgever zich in het V&G-plan ontwerpfase beperken tot onderstaande zaken : - een beschrijving van het project - de naam van de coördinator ontwerpfase - de restrisico´s uit de inventarisatie en evaluatie van gevaren (omgeving en ontwerp). Loop niet als zovelen in de val van :”open deuren” door uitsluitend maatregelen te beschrijven die behoren tot de verantwoordelijkheid van de aannemer, dus die gaan over de gebruikelijke uitvoeringsrisico´s en persoonlijke beschermingsmiddelen. Een V&G-plan hoeft niet omvangrijk te zijn. Juist het omgekeerde geldt : als een opdrachtgever/ontwerper zich op goede wijze heeft gekweten van zijn verantwoordelijkheid, kan een V&G-plan ontwerpfase uiterst beperkt van omvang zijn. Hij heeft immers gewerkt aan bronoplossingen.
5.3
Op grond van het Arbobesluit behoort het V&G-plan ontwerpfase formeel tot de bestekstukken. Dit dient dus ergens in de stukken te worden vastgelegd. Het V&G-plan moet daartoe identificeerbaar zijn, dus voorzien zijn van een datum en eventueel een nummer. Bij projectvormen zonder aanbesteding (onder andere bouwteam) moet in de geest van het besluit worden gehandeld (bijvoorbeeld het V&Gplan formeel gereed op het moment dat de definitieve opdracht tot uitvoering wordt gegeven).
5.4
Bij de Bouwdienst Rijkswaterstaat is het V&G-dossier onderdeel van het beheer- en onderhoudsplan. Het V&G-dossier, ten behoeve van de beheerder, moet er wel komen maar behoort formeel niet tot de bestekstukken. Tijdens het ontwerp wordt het V&G-dossier voor zover als mogelijk opgesteld en bij aanvang werk overhandigd aan de V&G-coördinerend aannemer. Deze heeft de verplichting het V&Gdossier (zonodig) in of aan te vullen met zaken die tijdens het ontwerp nog niet bekend waren of die het gevolg zijn van wijzigingen. Bij de oplevering ontvangt de Bouwdienst het V&G-dossier terug en draagt het (als onderdeel van het onderhouds- en beheerplan) over aan de beheerder. In de vorm van bijlage 3 is hiervoor een model opgenomen. Een V&G-dossier met bijbehorende tekeningen, handleidingen en dergelijke kan al gauw de omvang hebben van een verhuisdoos. Echter, dan schiet het zijn doel voorbij. Dus het moet een handzaam stuk zijn, met zonodig verwijzingen (en een passend opbergsysteem/archief).
5.5 en 5.6 Het Arbobesluit schrijft voor dat de V&G-coördinatieverplichtingen worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met de V&G-coördinerend aannemer en eventuele andere aannemers die rechtstreeks onder de opdrachtgever werken. Het gaat hierbij om de artikelen 2.34 en 2.37 (voor de coördinerend aannemer) en artikel 2.38 (voor de overige aannnemers) van het Arbobesluit (zie bijlage 9). In bijlage 7 zijn voorbeeldbepalingen opgenomen. Het besluit maakt in algemene werkgeversverplichtingen geen onderscheid tussen aannemers en onderaannemers. Dus ook onderaannemers moeten hun bijdrage leveren om het de V&G-coördinator uitvoeringsfase mogelijk te maken een goed V&G-plan uitvoeringsfase op te kunnen stellen.
Versie: 1.1 (april 2001)
41
CHECKLIST BESTEKFASE Onderwerp 5.1
ja
n.v.t.
Opmerkingen Door : Functie : Werkzaam bij: Telefonisch bereikbaar:
- Is er een V&G-risicoinventarisatie en -evaluatie van het project op ontwerp- en omgevingsfactoren van de ontwerpfase?
Aanwijzing: Indien de kolom “ja” wordt aangekruist dan alleen onder opmerkingen iets vermelden als het “ja” om nadere actie/ uitleg vraagt. De genoemde opmerkingen opnemen in de afsluitende rapportage inclusief genomen / nog te nemen besluiten.
- Is er een rapportageformulier opgesteld bij het afsluiten van de ontwerpfase? - Zijn de genomen besluiten/ gemaakte afspraken en of nog te nemen acties uit de ontwerpfase verwerkt in de projectdocumenten (zoals programma van eisen, bestek, tekeningen en andere bijbehorende bepalingen)? - Zijn de (nog) niet vermijdbare risico’s uit de ontwerpfase opgenomen in het V&G-plan ontwerpfase? 5.2
Wordt / is het V&G-plan ontwerpfase (model zie bijlage 2) geheel ingevuld?
5.3
Is in de formele aanbestedingsstukken vastgelegd dat het V&G-plan deel uitmaakt van het bestek?
5.4
Is een V&G-dossier opgesteld ten behoeve van een Veilige en Gezonde beheerfase van het project (reinigen, inspectie, onderhoud)? Zie ook model bijlage 3.
5.5
Is in een schriftelijke overeenkomst één van de aannemers aangewezen voor de V&Gcoördinatie uitvoeringsfase?
Aannemer:
5.6 Is in de overeenkomst met eventuele andere aannemers vermeld wie de V&G-coördinatie uitvoeringsfase heeft, incl. de aanwijzingsbevoegdheid?
Versie: 1.1 (april 2001)
42
TOELICHTING CHECKLIST BESTEKFASE (vervolg) 5.7
Zie de toelichting bij 5.3 en 5.4.
5.8 en 5.9 Een project vanaf een bepaalde omvang dient schriftelijk te worden gemeld bij de regio-directeur van de Arbeidsinspectie waaronder het project valt. Projecten waarmee meer dan 500 mandagen zijn gemoeid, of werken van meer dan 30 werkdagen en meer dan 20 werknemers tegelijk, vallen onder de meldingsplicht. Voor kleinere projecten dient slechts een V&G-plan te worden opgesteld indien het werk bijzondere risico´s (= meer dan de gebruikelijke) met zich meebrengt. Bijvoorbeeld risico´s van bedelving, chemische of biologische stoffen, hoogspanning, duikarbeid, tunnelwerken, springstoffen, en werken aan in gebruik zijnde wegen. De opdrachtgever moet erop toezien dat de V&G-coördinerend aannemer een afschrift van het kennisgevingsformulier (zie het projectdeel) duidelijk zichtbaar op het werk ophangt. 5.10 Formeel houdt de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever op bij gunning, ervan uitgaande dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Maar als in het ontwerptraject zoveel inspanningen zijn gedaan, dan is er uiteraard ook belangstelling voor het resultaat tijdens de uitvoering. Dit kan toch de kroon op het werk betekenen nietwaar? Door een verplichte terugkoppeling van de V&G-coördinator uitvoeringsfase naar de V&G-coördinator ontwerpfase contractueel vast te leggen kan de vinger aan de pols worden gehouden en zonodig ingegrepen; de bevoegdheid daarvoor is er. Een ander argument is dat Veiligheid en Kwaliteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het op afstand meekijken kan procedureel in het V&G-plan ontwerpfase worden vastgelegd, bijvoorbeeld in de vorm van de bij vraag 5.10 gespecificeerde punten.
Versie: 1.1 (april 2001)
43
CHECKLIST BESTEKFASE Onderwerp 5.7
Is bij de aanbestedingsstukken (voor de aannemer met de V&Gcoördinatierol) het V&G-plan ontwerpfase gevoegd en is het V&G-dossier voor aanvang werkzaamheden overhandigd?
5.8
Is het project tijdig (direct na gunning) schriftelijk gemeld bij het betreffende regiokantoor van Arbeidsinspectie (zie bijlage 4)?
5.9
Is een afschrift gestuurd naar de coördinerend aannemer met de opdracht dit zichtbaar op het werk op te hangen (bijvoorbeeld in de keten)?
ja
n.v.t.
Opmerkingen
Door : Functie : Werkzaam bij :
5.10 Is vastgelegd op welke wijze de V&G-coördinator ontwerpfase op de hoogte wordt gehouden van ervaringen tijdens de uitvoering? Bijvoorbeeld via : - de bouwvergadering - periodieke rapportage externe deskundigen - periodieke rapportage van coördinerend aannemer / V&Gcoördinator uitvoeringsfase - toezicht door opzichter/bouwdirectie op naleving van V&Gafspraken in de aannemingsovereenkomst - eindevaluatie -
Deze checklist bestekfase is opgesteld door : datum :
Versie: 1.1 (april 2001)
44
7.2.
Rapportage bij afsluiting van de bestekfase
Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit formulier is, zoals reeds in de handleiding is beschreven, bedoeld om gemaakte afspraken/keuzes tijdens deze fase vast te leggen. Het is een verplicht document om ten allen tijde na te kunnen gaan welke overwegingen tot een bepaalde keuze hebben geleid. De linker kolom is zodanig ingedeeld dat de genomen besluiten/gemaakte afspraken en/of nog te nemen acties voor een bepaald onderwerp op overzichtelijke wijze kunnen worden vastgelegd. De middelste kolom is bestemd voor het vastleggen van relevante coördinatie-aspecten, en zonodig voor het afleggen van verantwoording aan opdrachtgever. Hier kan ook worden vermeld dat een onderwerp in de volgende fase aan de orde komt. Bij gemaakte afspraken vermelden met wie, wanneer en bij voorkeur verwijzen naar schriftelijke stukken. De ingevulde checklist kan desgewenst als bijlage worden toegevoegd. De rechter kolom kan worden gebruikt om te vermelden dat een bepaald aspect te zijner tijd in een formeel stuk moet worden opgenomen, zoals bestek, bijzondere bepalingen, V&G-plan ontwerpfase, V&G-dossier, Kennisgevingsformulier Arbeidsinspectie, aannemingsovereenkomst. Als het gaat om opname in bestek kan wellicht tevens het RAW-hoofdstuk en/of nummer worden vermeld. Daarnaast kan de rechter kolom voor allerlei andere acties worden benut, bijvoorbeeld: behandelen in projectteam-overleg.
Versie: 1.1 (april 2001)
45
PROJECT: ........................... BESTEKFASE Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit document wordt als bijlage toegevoegd aan projectdocument ....................
Onderwerp
Genomen besluiten / gemaakte afspraken
Nog te nemen acties
1. Risico´s middels aanpassing ontwerp geëlimineerd: 2. Risico´s middels maatregelen in bestek of soortgelijke formele stukken nog te elimineren: 3. Restrisico´s op te nemen in V&G-plan ontwerpfase: 4. Handelingen/maatregelen op te nemen in V&G-dossier: -
Deze tussenrapportage is opgesteld door:
datum:
Vastgesteld door: (erkend bevoegd gezag)
datum:
Versie: 1.1 (april 2001)
46
8. NAZORGFASE 8.1.
Checklist en toelichting bij de nazorgfase
6.0
In de nazorgfase wordt door de Bouwdienst het beheer- en onderhoudsplan voor de beheerder van het betreffend project geschreven. Een onderdeel van dat plan is het V&G-dossier waarvoor de opdrachtgever de eerste opzet maakt en vervolgens door de V&G-coördinerend aannemer wordt gecompleteerd. Belangrijk is in deze fase na te gaan of alle V&G-aspecten zijn verwerkt. Waar nodig zal overleg met de beheerder noodzakelijk zijn om te volgen werkwijzen te bespreken en vast te leggen.
Versie: 1.1 (april 2001)
47
CHECKLIST NAZORGFASE Onderwerp 6.1
Is bij de oplevering een V&Gdossier van de V&G-coördinerend aannemer ontvangen en is het compleet?
6.2
Is een onderhouds- en beheerplan opgesteld en is het V&G-dossier daarin opgenomen?
ja
n.v.t.
Deze checklist nazorgfase is opgesteld door : datum :
Versie: 1.1 (april 2001)
48
Opmerkingen
8.2.
Rapportage bij afsluiting van de nazorgfase
Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit formulier is, zoals reeds in de handleiding is beschreven, bedoeld om gemaakte afspraken/keuzes tijdens deze fase vast te leggen. Het is een verplicht document om ten allen tijde na te kunnen gaan welke overwegingen tot een bepaalde keuze hebben geleid. De linker kolom is zodanig ingedeeld dat de genomen besluiten/gemaakte afspraken en/of nog te nemen acties voor een bepaald onderwerp op overzichtelijke wijze kunnen worden vastgelegd. De middelste kolom is bestemd voor het vastleggen van relevante coördinatie-aspecten, en zonodig voor het afleggen van verantwoording aan opdrachtgever. Hier kan ook worden vermeld dat een onderwerp in de volgende fase aan de orde komt. Bij gemaakte afspraken vermelden met wie, wanneer en bij voorkeur verwijzen naar schriftelijke stukken. De ingevulde checklist kan desgewenst als bijlage worden toegevoegd. De rechter kolom kan worden gebruikt om te vermelden dat een bepaald aspect te zijner tijd in een formeel stuk moet worden opgenomen, zoals bestek, bijzondere bepalingen, V&G-plan ontwerpfase, V&G-dossier, Kennisgevingsformulier Arbeidsinspectie, aannemingsovereenkomst. Als het gaat om opname in bestek kan wellicht tevens het RAW-hoofdstuk en/of nummer worden vermeld. Daarnaast kan de rechter kolom voor allerlei andere acties worden benut, bijvoorbeeld: behandelen in projectteam-overleg.
Versie: 1.1 (april 2001)
49
PROJECT: ........................... NAZORGFASE Rapportage bij afsluiten van deze fase. Dit document wordt als bijlage toegevoegd aan projectdocument ....................
Onderwerp
Genomen besluiten / gemaakte afspraken
Nog te nemen acties
Deze tussenrapportage is opgesteld door:
datum:
Vastgesteld door: erkend bevoegd gezag)
datum:
Versie: 1.1 (april 2001)
50
BIJLAGE 1 Taken V&G-coördinator ontwerpfase (nader uitgewerkt) 1.
Zorgt voor het uitwerken van een project-risico-inventarisatie/evaluatie op ontwerp- en omgevingsaspecten.
2.
Houdt hierbij wet- en regelgeving en de stand van techniek als maatstaf.
3.
Verzorgt de noodzakelijke coördinatie met anderen, zoals ontwerpers, adviseurs, overheden, nutsbedrijven (o.a. advies inwinnen, overleg voeren, afspraken maken, vastleggen en bewaken).
4.
Draagt er zorg voor dat door het projectteam V&G-risico´s (voortkomend uit ontwerp RI&E´s) voor de uitvoerings- en beheerfase zoveel mogelijk worden geëlimineerd, o.a. door wijziging van ontwerp, werkmethoden en materialen en door bepalingen in bestek, tekeningen of bijbehorende bescheiden.
5.
Neemt (nog) niet vermijdbare V&G-risico´s voor de uitvoeringsfase op in een V&G-plan ontwerpfase.
6.
Neemt (nog) niet vermijdbare V&G-risico´s voor de beheersfase, alsmede relevante instructies voor de beheerder op in een V&G-dossier.
7.
Rapporteert tussentijds aan opdrachtgever over de voortgang (respectievelijk bij het afsluiten van de oriëntatie-/definitiefase, voorontwerp-, ontwerp- en bestek-) en zorgt voor vastlegging van de genomen besluiten middels in het projectdeel opgenomen rapportageformulieren bij het afsluiten van een fase.
8.
Zorgt dat het V&G-plan ontwerpfase formeel deel uitmaakt van het bestek en dus van de aanbestedingsstukken.
9.
Zorgt ervoor dat het projectteam bepaalt welke aannemer de V&G-coördinatie in de uitvoeringsfase moet gaan vervullen.
10.
Zorgt dat er V&G-bepalingen worden opgenomen in de aannemingsovereenkomsten met de V&Gcoördinerende aannemer en eventuele andere aannemers die rechtstreeks onder de opdrachtgever werken.
11.
Meldt het project schriftelijk bij het betreffende regiokantoor van de Arbeidsinspectie (via een Kennisgevingsformulier)
12.
Overhandigt het V&G-dossier aan de V&G-coördinerende aannemer en wijst hem op zijn plicht het zonodig aan te passen/aan te vullen. Veelal is dit ook een uit het bestek voortvloeiende verplichting.
13.
Bewerkstelligt dat ook tijdens de uitvoering de vinger aan de pols wordt gehouden ten aanzien van de naleving van het voorgaande en het Arbobesluit in het algemeen. (bijvoorbeeld door middel van bouwvergaderingen, toezicht door bouwdirectie, rapportage door leidinggevenden van aannemers en/of V&G-deskundigen).
14.
Controleert of het van de V&G-coördinerende aannemer terug ontvangen V&G-dossier de toets der kritiek kan doorstaan en overhandigt dit bij oplevering tezamen met andere over te dragen documenten aan de beheerder/eigenaar.
15.
Evalueert bij oplevering de ervaringen bij het tot stand komen en uitvoeren van het V&G-plan en V&Gdossier en rapporteert hierover schriftelijk aan zijn opdrachtgever en/of werkgever. Bij de Bouwdienst geschiedt dit laatste door vastlegging van deze evaluatie in het projectevaluatierapport.
16.
Onderneemt initiatieven om te bereiken dat bij meerdere projecten van (meerdere) opdrachtgevers overkoepelende coördinatie plaatsvindt over de afzonderlijke V&G-coördinatoren.
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 1: Taken V&G-coördinator ontwerpfase (nader uitgewerkt)
BIJLAGE 2
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN ONTWERPFASE
Voor het project: ............................................................................................................. ..................................................VOORBEELD RAAMWERK........................................................ .............................................................................................................
Opgesteld door Datum Nummer Versie Behorend bij bestek nr.
: : : : :
Paraaf voor akkoord Datum
: :
Versie: 1.1 (april 2001)
(door :
Bijlage 2: veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase (raamwerk)
)
1.
PROJECTGEGEVENS *
Omschrijving project Het project bestaat uit het bouwen/aanleggen van : Eventuele sloopwerkzaamheden vooraf : Globale projectomvang : circa miljoen. Adres/ligging van het project : Telefoon :
Fax :
Planning en uitvoeringsgegevens Geplande aanvangsdatum Geplande uitvoeringsperiode Vermoedelijk maximum aantal werknemers (gelijktijdig) Vermoedelijk aantal (onder)aannemers
: : : :
Namen en adressen van betrokken partijen a. Opdrachtgever Naam Adres Postcode/plaats Contactpersoon Telefoon Fax
: : : : : :
c. Directievoerder Naam Adres Postcode/plaats Contactpersoon Telefoon Fax
: : : : : :
e. Externe V&G-deskundige (optie) Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax :
b.
Ontwerpende partij Naam Adres Postcode/plaats Contactpersoon Telefoon Fax
: : : : : :
d. V&G-coördinator ontwerpfase Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax : f. V&G-coördinator uitvoeringsfase Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax :
Aard/omvang werkzaamheden V&G-deskundige :
* Deze bladzijde komt op identieke wijze terug als Kennisgevingsformulier aan de Arbeidsinspectie (bijlage 4).
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 2: veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase (raamwerk)
2.
V&G-RISICO´S DIE VOORTVLOEIEN UIT DE OMGEVING VAN HET PROJECT (of vice versa, dus risico´s voor de omgeving) Omgevingsfactor
Risico/oorzaak
Suggesties voor maatregelen
Bodemgesteldheid / verontreiniging/ waterbeweging
Explosieven
Bestaande onder- en bovengrondse leidingen
Verkeerssituatie / verkeersvoorzieningen
Belendingen
Beperkt terrein / speciale bouwplaatsvoorzieningen
Lawaai en trillingen
Toxische stoffen / milieu
Overige
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 2: veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase (raamwerk)
3.
V&G-RISICO´S DIE VOORTVLOEIEN UIT HET ONTWERP Ontwerpfactor
Risico/oorzaak
Suggesties voor maatregelen
Sloopwerk
Grondwerk
Draagkracht bodem voor zwaar materieel
Gelijktijdige werkzaamheden (die elkaar beïnvloeden)
Bijzondere gevel-, dak- en constructievormen / details
Gebruik van permanente objectvoorzieningen (onder andere leuningwerk, hekken, trappen)
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 2: veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase (raamwerk)
3.
V&G-RISICO´S DIE VOORTVLOEIEN UIT HET ONTWERP (vervolg) Ontwerpfactor
Risico/oorzaak
Suggesties voor maatregelen
Publieksveiligheid/weren van onbevoegden
Fysieke belasting (tillen, werkhouding, werkmethoden)
Lawaai/trillingen
Toxische stoffen
Overige
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 2: veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase (raamwerk)
4.
OVERLEG OVER HET V&G-PLAN Naam vergadering
Frequentie
Deelnemers
a. Coördinatievergadering
1 x per .............
-
b. Bouwvergadering
1 x per .............
-
V&G-coördinerend aannemer Aannemers Bouwdirectie (toehoorder) Genodigden (op uitnodiging) Bouwdirectie Ontwerper/adviseurs Aannemers Genodigden (op uitnodiging)
Notulen door V&G-coördinerend aannemer
Bouwdirectie
Vaste agendapunten a. Coördinatievergadering - Concretisering V&G-plan ontwerpfase - Naleving van V&G-plan uitvoeringsfase door partijen (waarnemingen, inspectieronden door V&Gcoördinator en leidinggevenden van aannemers, rapportage V&G-deskundigen / Arbeidsinspectie) - Eventuele ongevallen en incidenten - Voorlichting aan werknemers - Eventuele nieuw ontstane risico´s - Genomen of te nemen maatregelen - Actualiseren V&G-plan - Aanvullen/wijzigen van V&G-dossier (ontvangen van opdrachtgever, zie bijlage 3). b. Bouwvergadering De V&G-coördinator uitvoeringsfase geeft een resumé van het in de coördinatievergadering besprokene en neemt zonodig actie (acties vastgelegd in notulen).
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 2: veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase (raamwerk)
BIJLAGE 3
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSDOSSIER
Voor het project: .............................................................................................................
................................................VOORBEELD RAAMWERK.......................................................... .............................................................................................................
Opgesteld door Datum Nummer Versie
: : : :
Paraaf voor akkoord Datum
: :
Gewijzigd/aangevuld door : Datum :
Versie: 1.1 (april 2001)
(door :
)
(V&G-coördinator uitvoeringsfase)
Bijlage 3: veiligheids- en gezondheidsdossier (raamwerk)
1.
Omschrijving van het project - Aard /omvang:
- Adres/ligging : 2.
Technische specificaties / documenten - Bestek en tekeningen eventueel gereviseerd - Bedienings- en onderhoudsvoorschriften - Overige Eén en ander gespecificeerd in onderstaand overzicht.
OVERZICHT DOCUMENTEN Naam document
Versie: 1.1 (april 2001)
Kenmerk
Verantwoordelijk bedrijf
Datum uitgifte
Nadere bijzonderheden
Bijlage 3: veiligheids- en gezondheidsdossier (raamwerk)
3.
STRUCTURELE VOORZIENINGEN / MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN RISICO-VOLLE WERKZAAMHEDEN IN DE BEHEERSFASE (reinigen, inspecteren, overlagen, onderhoud)
!! Opgenomen tekst is bedoeld als voorbeeld !! Onderwerp
Informatie en voorzieningen
1. Werkzaamheden aan of langs de weg - asfalteren - maaiwerkzaamheden - VRI / OV - markering
-
Aantal rijstroken
........ st.
-
Wegbreedte
........ m
-
Breedte middenberm
-
Beschikbare vrije hoogte (profiel) ........m
-
Hellingshoek taluds
-
Openbare verlichting aanwezig ja/nee
-
Voorzieningen/maatregelen om bij werkzaamheden de benodigde minimale 0,6 m vrije werkruimte naast machines te waarborgen:
-
Materialen waarbij tijdens bewerken of slopen, schadelijke stoffen kunnen vrijkomen * wegfundaties
2. Materialen
.......... m
............ °
* asfaltprodukten * markering 3. Kabels en leidingen
Aanwezige kabels en leidingen zijn:
Ligging:
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 3: veiligheids- en gezondheidsdossier (raamwerk)
Onderwerp
Informatie en voorzieningen
4. Bodemgesteldheid
Verontreinigingsklasse: Grondwaterstand : Grondinstabiliteit door bijvoorbeeld nabijgelegen: - terreinverhoging : - open water : - .......................... :
5. Leidingstelsels (leidingen en putten)
6. Inspectievoorzieningen
N.B.
-
Aantal en plaats mangaten
-
Afmetingen / gewichten putdeksels (wel of geen aanwezige hulpmiddelen)
-
Toegankelijkheid put (bijvoorbeeld ladder, klimijzers in put)
-
Vrije werkruimte in putten
-
Mechanische aandrijving wel of niet te blokkeren
-
Lozingsgegevens van industrieën
-
Inspectie- en verfwagens
-
Ladders
-
Andere voorzieningen
- Passende voorzieningen of maatregelen zijn veelal reeds in het voorgaande gedeelte van dit handboek aan de orde geweest (algemeen deel en projectdeel). Ook enkele in bijlage 4 van het algemeen deel genoemde publicaties zijn in dit verband relevant. - Bij de in de rechterkolom gespecificeerde voorzieningen of maatregelen kan zonodig worden verwezen naar het overzicht documenten van hoofdstuk 2.
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 3: veiligheids- en gezondheidsdossier (raamwerk)
BIJLAGE 4 KENNISGEVING* AAN ARBEIDSINSPECTIE PROJECTGEGEVENS Omschrijving project Het project bestaat uit het bouwen/aanleggen van : Eventuele sloopwerkzaamheden vooraf : Globale projectomvang : circa miljoen. Adres/ligging van het project : Telefoon :
Fax :
Planning en uitvoeringsgegevens Geplande aanvangsdatum Geplande uitvoeringsperiode Vermoedelijk maximum aantal werknemers (gelijktijdig) Vermoedelijk aantal (onder)aannemers
: : : :
Namen en adressen van betrokken partijen a. Opdrachtgever Naam Adres Postcode/plaats Contactpersoon Telefoon Fax c.
Directievoerder Naam Adres Postcode/plaats Contactpersoon Telefoon Fax
: : : : : : : : : : : :
e. Externe V&G-deskundige (optie) Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax :
b.
Ontwerpende partij Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax :
d.
V&G-coördinator ontwerpfase Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax :
f.
V&G-coördinator uitvoeringsfase Naam : Adres : Postcode/plaats : Contactpersoon : Telefoon : Fax :
Aard/omvang werkzaamheden V&G-deskundige : Datum
*
Handtekening opdrachtgever
Voor aanvang van de bouwwerkzaamheden in te dienen bij de regionaal directeur Arbeidsinspectie van de regio waarin de bouwplaats ligt indien de geraamde tijdsduur van het bouwwerk meer dan 30 werkdagen beslaat en meer dan 20 werknemers tegelijk arbeid zullen gaan verrichten op de bouwplaats of indien met de bouwwerkzaamheden meer dan 500 mandagen zijn gemoeid.
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 4: Kennisgeving aan Arbeidsinspectie
BIJLAGE 5 Taken V&G-coördinator uitvoeringsfase (nader uitgewerkt) 1.
Zorgt ervoor dat V&G wordt meegenomen in de contractbesprekingen/contracten met onderaannemers (met behulp van een door de onderaannemer op te stellen projectrisico-inventarisatie/ -evaluatie, of eventueel een vragenlijst).
2.
Verwerkt de resultaten hiervan in een “overall” V&G-plan uitvoeringsfase.
3.
Breidt dit V&G-plan uit met : - maatregelen naar aanleiding van in het V&G-plan ontwerpfase gedane suggesties; - afspraken over overlegstructuur met opdrachtgever, aannemers en onderaannemers en de wijze waarop de verschillende werknemers worden geïnformeerd over relevante afspraken, maatregelen en middelen en de wijze waarop door (onder)aannemers toezicht wordt gehouden; - bouwplaatsregels, inclusief maatregelen om onbevoegden te weren.
4.
Distribueert het V&G-plan naar alle betrokken bedrijven (ook na wijziging of aanvulling).
5.
Houdt een eerste overleg met de eerstverantwoordelijken van (onder)aannemers op het werk om het V&G-plan toe te lichten.
6.
Informeert derden (regelmatige bezoekers, leveranciers, nutsbedrijven en dergelijke) over de bouwplaatsregels, inclusief de meldingsprocedure bij aankomst.
7.
Beoordeelt de rapportage van de vierwekelijkse rondgang door de eerstverantwoordelijken van (onder)aannemers en eventuele vervolgakties.
8.
Maakt periodiek een V&G-ronde over het werk om de naleving van afspraken uit het V&G-plan te bewaken.
9.
Geeft de eerstverantwoordelijken van (onder)aannemers bij niet-naleving een aanwijzing.
10.
Vergezelt de inspecteur van de Arbeidsinspectie bij een projectbezoek.
11.
Brengt in onderstaande overlegvormen verslag uit over de naleving van het V&G-plan: - bouwvergadering met opdrachtgever; - coördinatievergadering met aannemers; - werkbespreking met onderaannemers.
12.
Past zonodig aan/vult zonodig aan: - V&G-plan uitvoeringsfase; - V&G-dossier voor de beheerder/eigenaar.
13.
Verstrekt het V&G-dossier bij oplevering aan de opdrachtgever.
14.
Evalueert bij oplevering de ervaringen bij het tot stand komen en uitvoeren van het V&G-plan en V&Gdossier en rapporteert hierover schriftelijk aan zijn werkgever.
Versie: 1.1 (april 2001)
Bijlage 5: Taken V&G-coördinator uitvoeringsfase (nader uitgewerkt)
BIJLAGE 6 EVALUATIEFORMULIER BIJ OPLEVERING Opgedane ervaringen
Mogelijke verbeteracties
1. Vertaalslag V&G-plan ontwerpfase naar uitvoeringsfase Onder andere : - concretiseren van gegeven suggesties - actueel houden bij aanvullingen en wijzigingen. 2. Behandeling V&G-plan uitvoeringsfase in bouwvergadering Onder andere : - vast agendapunt - effectief teruggekoppeld.
3. Opvolging afspraken/maatregelen door V&Gcoördinator uitvoeringsfase Onder andere : - door coördinerend aannemer - door nevenaannemers - ongevallen als gevolg van gebrekkige coördinatie. 4. V&G-dossier Onder andere : - terugontvangen van coördinerend aannemer - tijdens de bouw aangevuld/gecompleteerd - bruikbaar stuk voor beheerder. 5. Diversen Onder andere : - eisen/aanwijzingen Arbeidsinspectie - inbreng externe deskundigen.
Opgesteld door : datum :
Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 6: Evaluatieformulier bij oplevering
BIJLAGE 7 STANDAARD BEPALINGEN VOOR BESTEK EN CONTRACTEN
Onderwerp
Detaillering
Voorstel invulling
V&G-plan ontwerpfase
Artikel 2.31 stelt dat het V&G-plan ontwerpfase deel moet uitmaken van het bestek
Reeds in RAW suppletie deel 2 artikel 03
Aanstelling coördinator uitvoeringsfase (artikel 2.33)
Artikel 2.35 stelt dat de verplichting in Reeds in RAW suppletie deel artikel 2.33 moeten zijn vastgelegd in de 3 artikel 01.19.02 schriftelijk overeenkomst
Coördinatietaken uitvoeringsfase (artikel 2.34)
Artikel 2.35 stelt dat de verplichting in Reeds in RAW suppletie deel artikel 2.34 moeten zijn vastgelegd in de 3 artikel 01.19.03 schriftelijk overeenkomst
Wetgeving
V&G-toetsingsfilosofie Bespreking V&G-plan
Aanvulling op artikel 01.19. Binnen twee weken na gunning een bespreking tussen de opdrachtnemer en Zie verder in deze bijlage. het projectteam over de aanpak van de door de opdrachtgever gesignaleerde (rest)risico’s in het V&G-ontwerpplan en over de opzet van het V&G-plan
Acceptatie V&G(deel)plan
Elke V&G-(deel)plan indienen ter acceptatie
Aanvulling op artikel 01.19. Zie verder in deze bijlage.
Indienen van V&G-(deel)plan minimaal zes weken voor start van het deel van het werk waar het plan over gaat Schriftelijke reactie van naar opdrachtnemer binnen X werkdagen Uitvoering mag pas aanvangen na acceptatie V&G(deel)plan Toetsen naleving V&G(deel)plan
Het recht om procestoetsen uit te voeren op het veiligheidssysteem van de opdrachtnemer zoals beschreven in het V&G(deel)plan
Aanvulling op artikel 01.19. Zie verder in deze bijlage.
V&G-registraties
Het recht om (binnen de privacy wetgeving) inzage te krijgen in V&Gregistratie (benoemen??)
Aanvulling op artikel 01.19. Zie verder in deze bijlage.
Instructie
Het informeren over projectspecifieke risico’s en maatregelen
Aanvulling op artikel 01.19. Zie verder in deze bijlage.
Eisen uit overige acties
In de gelegenheid worden gesteld door de opdrachtnemer om deel te nemen aan veiligheidsbesprekingen (toolboxmeetings) PBM’s Versie:1.1 (april 2001)
Het ter beschikking stellen van standaard PBM’s
Per project opnemen onder hoofdstuk ‘werk van Bijlage 7:
Onderwerp
Detaillering Veiligheidshelmen Veiligheidsschoenen / laarzen Veiligheidsvestjes
Voorstel invulling algemene aard’ paragraaf ‘ter beschikking van directie stellen’
Eisen m.b.t. handhaving Sanctie
Geen nadere uitwerking in bestek
Wijziging artikel 01.19.02 01.19.02
07
Het gedurende de uitvoeringsfase geactualiseerde dossier, als bedoeld in artikel 2.34 van het arbeidsomstandighedenbesluit (arbobesluit) moet bij oplevering worden overgedragen aan de directie Noot: het bij oplevering overdragen van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan is vervallen vanwege het feit dat de aannemer een V&G-plan bij start werk (alsmede wijzigingen na die tijd) moet indienen te acceptatie.
Aanvulling artikel 01.19.02 01.19.02
08
Het gedurende de uitvoeringsfase geactualiseerde veiligheids,- en gezondheidsplan, als bedoeld in artikel 2.34 van het arbeidsomstandighedenbesluit (arbobesluit) is gelijk aan het V&G-plan uitvoeringsfase, als bedoeld in art. 01.19.06
Nieuw op te nemen artikelen (01.19.05 t/m 01.19.09) 01.19.05
ALGEMEEN 01
Uiterlijk 2 weken na datum van aanvang wordt door de aannemer een bijeenkomst belegd met de directie U.A.V. waarin de aannemer aangeeft op welke wijze hij zal omgaan met de in het veiligheids- en gezondheidsplan uit de ontwerpfase aangegeven risico’s.
02
In deze bijeenkomst geeft de aannemer tevens aan welke veiligheids,- en gezondheidsrisico’s voor de uitvoeringsfase door hem aan het in lid 01 genoemde veiligheids- en gezondheidsplan uit de ontwerpfase worden toegevoegd en hoe hij hiermee zal omgaan.
03
In deze bijeenkomst geeft de aannemer, vooruitlopend op het ter acceptatie aanbieden van het V&Gplan uitvoeringsfase op hoofdlijnen aan de opzet en invulling van het V&G-plan uitvoeringsfase.
01.19.06
V&G-PLAN UITVOERINGSFASE 01
De aannemer dient te behoeve van het opgedragen werk een V&G-plan uitvoeringsfase zoals bedoeld in artikel 2.34 van het arbeidsomstandighedenbesluit (arbobesluit) op te stellen. Het V&G-plan uitvoeringsfase bestaat ten minste uit: a. een beschrijving van het tot stand te brengen bouwwerk; b. een overzicht van de bij de totstandbrenging van het bouwwerk betrokken natuurlijke of rechtspersonen op de bouwplaats; c. de naam van de coördinator voor de ontwerpfase; d. de naam van de coördinator voor de uitvoeringsfase; e. de inventarisatie en evaluatie van de gevaren voor veiligheid en gezondheid in de uitvoeringsfase; f. de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking tussen werkgevers en in voorkomende gevallen zelfstandig werkenden op de bouwplaats, welke voorzieningen daarbij zullen worden getroffen en op welke wijze op die voorzieningen toezicht zal worden uitgeoefend; g. de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking en het overleg tussen werkgevers en werknemers op de bouwplaats en de wijze waarop de voorlichting en het onderricht van deze werknemers plaatsvindt.
02 03
De aannemer legt het door hem gedateerde en ondertekende V&G-plan uitvoeringsfase in tweevoud aan de directie ter acceptatie voor, uiterlijk 4 weken na de datum van aanvang.
Het V&G-plan uitvoeringsfase mag, in overleg met de directie, worden opgesteld in gedeelten afgestemd op de achtereenvolgende uitvoeringsfasen van het werk. De aannemer legt deze deel V&GVersie:1.1 (april 2001) Bijlage 7:
plannen uitvoeringsfase aan de directie ter acceptatie voor, uiterlijk op de tiende werkdag voor de dag waarop de werkzaamheden voor de betreffende uitvoeringsfase aanvangen. Bij de toepassing van deel V&G-plannen uitvoeringsfase moet van het totale V&G-plan uitvoeringsfase binnen de in lid 02 genoemde termijn, eerst het deel ‘algemeen’ worden ingediend overeenkomst lid 01 genoemde onderdelen voor zover deze inzicht geven in de totale organisatie en beheersing van het uit te voeren werk en V&G-maatregelen. In het deel ‘algemeen’ tevens de samenhang aangeven tussen deel V&G- plannen uitvoeringsfase en de planning alsmede inzicht verschaffen in de inhoud van de nog in te dienen plannen. De gegevens van een deel V&G-plan uitvoeringsfase moeten samen met het deel ‘algemeen’ voldoen aan het gestelde in lid 01 voor dat onderdeel waarvoor het deel V&G-plan uitvoeringsfase is opgesteld. 04
Indien het V&G-plan uitvoeringsfase overeenkomstig het bepaalde in lid 03 in gedeelten wordt opgesplitst of tijdens de uitvoering van het werk het (deel) V&G-plan uitvoeringsfase moet worden gewijzigd of aangevuld, is het bepaalde in lid 03 van overeenkomstige toepassing.
05
De aannemer legt desgevraagd alle relevante documenten, waarnaar in het (deel) V&G-plan uitvoeringsfase wordt verwezen, op het werk ter inzage over.
01.19.07
ACCEPTATIE (DEEL) V&G-PLAN(NEN) UITVOERINGSFASE 01
De directie beslist zo spoedig mogelijk omtrent de acceptatie van het (deel) V&G-plan uitvoeringsfase en deelt haar beslissing, in elk geval uiterlijk op de tiende werkdag na de dag waarop zij het heeft ontvangen, schriftelijk aan de aannemer mee.
02
In geval van acceptatie worden de exemplaren van het (deel) V&G-plan uitvoeringsfase door de directie gedateerd en ondertekend, waarna één van de exemplaren aan de aannemer wordt toegezonden.
03
Indien de directie het ingediende plan niet accepteert, voorziet zij dat van haar commentaar. In dat geval brengt de aannemer, met inachtneming van het commentaar van de directie, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien werkdagen, de nodige correcties in het plan aan, waarna de aannemer een bijgewerkte versie van het plan aan de directie ter acceptatie aanbiedt. De directie reageert vervolgens binnen vijf werkdagen na ontvangst op de bijgewerkte versie van het plan.
04
Tot de verplichtingen van de aannemer behoort het onverkort volgen van het door de directie geaccepteerde (deel) V&G-plan uitvoeringsfase. Tot de verplichtingen behoort tevens het niet eerder dan na acceptatie van het (deel) V&G-plan uitvoeringsfase in uitvoering nemen van de erop betrekking hebbende werkzaamheden. Het bepaalde in dit lid ontheft de aannemer niet van zijn verplichtingen om het werk naar de uit de overeenkomst voortvloeiende eisen uit te voeren en tijdig te voltooien.
01.19.08
CONTROLES EN VERIFICATIES DOOR DE DIRECTIE 01
01.19.09
De directie is in het kader van het toezicht op de uitvoering overeenkomstig artikel 01.19.09 lid 01 bevoegd tot het uitvoeren van controles en verificaties, ten einde te beoordelen of de aannemer het V&G-plan uitvoeringsfase als bedoeld in de artikel 01.19.06 op overeenkomstige wijze uitvoert en naleeft.
TOEZICHT OP DE UITVOERING 01
Versie:1.1 (april 2001)
Het toezicht door de directie als bedoeld in paragraaf 3 lid 6 van de U.A.V. 1989 zal tevens zijn afgestemd op het V&G-plan uitvoeringsfase van de aannemer zoals bedoeld in artikel 01.19.06
Bijlage 7:
BIJLAGE 8 LITERATUUR SDU Den Haag : Arbowet Arbobesluit, Staatsblad 60, 1997 (waarin opgenomen het voormalig Bouwprocesbesluit van augustus 1994 onder de naam “afdeling 5 Bouwplaatsen” onder hoofdstuk II Arbozorg en organisatie van de arbeid). Arbo-Informatie (AI) bladen CAO-Bouwbedrijf : Artikel 48 Bijzondere bepalingen Protocol H Arbeidsomstandigheden SBR Rotterdam : Ontwerp en arbeidsomstandigheden op de bouwplaats, 1995 Bouwafval, wat doe je eraan? (nr. 230C), 1992 Logistiek in de bouw (nr. 207), 1989 Stichting Arbouw Amsterdam : Vraag & Antwoord Arbobesluit afdeling Bouwplaatsen Produkt-Informatie-Systeem-Arbouw (PISA), 1994 A-blad tillen, 1995 A-blad bestratingswerkzaamheden, 1994 A-blad kwartshoudende materialen in de B&U bouw De Verfwijzer, 1993 Stichting Aboma+Keboma Ede : Abomafoonssysteem, vademecum voor veiligheid in de bouw (losbladig systeem via abonnement) Bureau Verletbestrijding SFB Amsterdam : Diverse publikaties over doorwerkvoorzieningen Ministerie van VROM: Bouwlawaai Bouwlawaai 1991, 10 jaar later
Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 8: Literatuur
BIJLAGE 9 ARBEIDSOMSTANDIGHEDENBESLUIT [VERSIE GELDIG VANAF: 23-08-2000] HOOFDSTUK 2. ARBOZORG EN ORGANISATIE VAN DE ARBEID Afdeling 5. Bouwproces
§ 1. Definities en toepasselijkheid Artikel 2.23. Definities In deze afdeling wordt verstaan onder: a. richtlijn: Richtlijn nr. 92/57/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (PbEG L 245); b. coördinator voor de ontwerpfase: de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met de in artikel 2.30 genoemde taken inzake veiligheid en gezondheid gedurende de studie-, de ontwerp- en de uitwerkingsfase van het ontwerp van een bouwwerk; c. coördinator voor de uitvoeringsfase: de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met de in artikel 2.34 genoemde taken inzake veiligheid en gezondheid gedurende de totstandbrenging van een bouwwerk. Artikel 2.24. Aanwijzing Voor de toepassing van artikel 16, zevende lid, van de wet worden aangewezen de opdrachtgever, de ontwerpende en de uitvoerende partij. Artikel 2.25. Toepasselijkheid Deze afdeling is niet van toepassing op arbeid verricht in winningsindustrieën in dagbouw als bedoeld in afdeling 6.
§ 2. Algemene verplichtingen inzake bouwplaatsen en verplichtingen in verband met het ontwerp van een bouwwerk Artikel 2.26. Kennisgeving 1. Overeenkomstig het bij ministeriële regeling voorgeschreven model wordt een daartoe aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet vóór de aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats, in kennis gesteld van de voorgenomen totstandbrenging van een bouwwerk, indien: a) de geraamde duur van de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 30 werkdagen beslaat en op die bouwplaats meer dan 20 werknemers tegelijkertijd arbeid zullen gaan verrichten, of b) met de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 500 mensdagen zullen zijn gemoeid. 2. De kennisgeving wordt zichtbaar op de bouwplaats aangebracht. Indien met betrekking tot de in de kennisgeving vermelde gegevens veranderingen optreden, wordt deze dienovereenkomstig gewijzigd. Artikel 2.27. Veiligheids- en gezondheidsplan 2. Ten aanzien van een bouwwerk als bedoeld in bijlage II bij de richtlijn of een bouwwerk ten aanzien waarvan een kennisgeving als bedoeld in artikel 2.26 wordt gedaan, wordt een veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld, waarin ten minste vermeld worden: a) een beschrijving van het tot stand te brengen bouwwerk; b) een overzicht van de bij de totstandbrenging van het bouwwerk betrokken natuurlijke of rechtspersonen op de bouwplaats; c) de naam van de coördinator voor de ontwerpfase; d) de naam van de coördinator voor de uitvoeringsfase; e) de inventarisatie en evaluatie van de gevaren overeenkomstig artikel 5 van de wet; f) de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking tussen werkgevers en in voorkomende gevallen zelfstandig werkenden op de bouwplaats, welke voorzieningen daarbij zullen worden getroffen en op welke wijze op die voorzieningen toezicht zal worden uitgeoefend; g) de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking en het overleg tussen werkgevers en werknemers op de bouwplaats en de wijze waarop de voorlichting en het onderricht van deze werknemers plaatsvindt. Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 9: Arbeidsomstandighedenbesluit [versie geldig vanaf: 23-08-2000]
2. In de ontwerpfase van het bouwproces worden in ieder geval de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a, c, en e, vermeld. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder b, d, f en g, worden in de ontwerpfase vermeld, tenzij deze gegevens in die fase redelijkerwijs niet kenbaar zijn. In dat geval geschiedt de invulling daarvan vóór de aanvang van de werkzaamheden in de uitvoeringsfase van het bouwproces. 3. Indien met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde gegevens gedurende de ontwerpfase of uitvoeringsfase van het bouwproces veranderingen optreden wordt het plan dienovereenkomstig gewijzigd. 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel. Artikel 2.28. Aanstelling coördinator voor de ontwerpfase Ten behoeve van een bouwplaats waar twee of meer werkgevers dan wel één werkgever en een of meer zelfstandig werkenden dan wel twee of meer zelfstandig werkenden arbeid doen of gaan verrichten in verband met de totstandbrenging van een bouwwerk, worden een of meer cordinatoren [Tekstcorrectie: “cordinatoren“ moet zijn “coördinatoren”] voor de ontwerpfase aangesteld. Artikel 2.29. Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk. In de studie-, de ontwerp- en de uitwerkingsfase van het ontwerp van een bouwwerk worden bij de bouwkundige, technische of organisatorische keuzen in verband met de planning van de verschillende onderdelen van het bouwwerk of de fasen waarin het bouwwerk of de onderdelen daarvan tot stand worden gebracht, alsmede bij de raming van de duur van deze onderdelen of fasen, de artikelen 3, 5, eerste lid, met uitzondering van de derde volzin, tweede lid, en 8 van de wet in acht genomen. Voor zover van toepassing wordt daarbij tevens rekening gehouden met veiligheids- en gezondheidsplannen als bedoeld in artikel 2.27, die gedurende de ontwerpfase met betrekking tot verschillende onderdelen van het bouwwerk of de fasen waarin het bouwwerk of de onderdelen daarvan tot stand worden gebracht, zijn of worden opgesteld en met dossiers als bedoeld in artikel 2.30, onder c alsmede met de wijzigingen daarvan op grond van artikel 2.34, onder g. Artikel 2.30. Coördinatietaken gedurende de ontwerpfase De coördinator voor de ontwerpfase heeft tot taak om: a. de uitvoering van artikel 2.29 te coördineren; b. te zorgen voor de opstelling van een veiligheids- en gezondheidsplan als bedoeld in artikel 2.27; c. een dossier samen te stellen, waarin de voor de veiligheid en gezondheid van werknemers van belang zijnde bouwkundige en technische kenmerken of kenmerken betreffende de inrichting of outillage van het bouwwerk zijn beschreven waarmee bij het verrichten van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk rekening moet worden gehouden, dat is bestemd voor de eigenaar of beheerder van het bouwwerk dan wel degene die kan beslissen over de uitvoering van bedoelde werkzaamheden. Artikel 2.31. Verplichtingen opdrachtgever Overeenkomstig het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde: a. zorgt de opdrachtgever ervoor dat de bij of krachtens de artikelen 2.26 tot en met 2.29 gestelde voorschriften worden nageleefd; b. neemt de opdrachtgever zodanige maatregelen en richt hij de werkzaamheden zodanig in dat: I. . door de coördinator voor de ontwerpfase de taken worden uitgeoefend, bedoeld in artikel 2.30; II. . de coördinator voor de ontwerpfase zijn taken naar behoren kan vervullen; c) zorgt de opdrachtgever ervoor dat het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.27, deel uitmaakt van het bestek betreffende het bouwwerk. Artikel 2.32. Verplichtingen ontwerpende partij 1. Ten aanzien van een opdrachtgever-consument zorgt de ontwerpende partij ervoor dat wordt voldaan aan artikel 2.31. 2. Indien twee of meer ontwerpende partijen zich ieder afzonderlijk jegens de opdrachtgever-consument hebben verbonden om een deel van het ontwerp van een bouwwerk tot stand te brengen, wordt in een schriftelijke overeenkomst tussen deze partijen vastgelegd door wie aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 2.31, wordt voldaan.
Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 9: Arbeidsomstandighedenbesluit [versie geldig vanaf: 23-08-2000]
§ 3. Verplichtingen in verband met de totstandbrenging van een bouwwerk Artikel 2.33. Aanstelling coördinator voor de uitvoeringsfase Ten behoeve van een bouwplaats waar twee of meer werkgevers dan wel één werkgever en een of meer zelfstandig werkenden dan wel twee of meer zelfstandig werkenden arbeid gaan of doen verrichten in verband met de totstandbrenging van een bouwwerk, worden een of meer coördinatoren voor de uitvoeringsfase aangesteld. Artikel 2.34. Coördinatietaken gedurende de uitvoeringsfase De coördinator voor de uitvoeringsfase heeft tot taak om: a. de door werkgevers respectievelijk zelfstandig werkenden op grond van de artikelen 2.38 en 2.39 te nemen maatregelen bij de technische of organisatorische keuzen in verband met de planning van de verschillende onderdelen van het bouwwerk of de fasen waarin het bouwwerk of de onderdelen daarvan tot stand worden gebracht, alsmede bij de raming van de duur van de uitvoering van deze onderdelen of fasen, te coördineren, opdat die werkgevers en, indien nodig ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers, zelfstandig werkenden op de bouwplaats, de betreffende maatregelen op samenhangende wijze toepassen; b. de samenwerking tussen de werkgevers die tegelijkertijd of elkaar opvolgend arbeid doen verrichten te organiseren en te coördineren als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, onder f en daarbij in voorkomende gevallen mede de op de bouwplaats werkzame zelfstandig werkenden te betrekken; c. het in artikel 2.27, eerste lid, onder f bedoelde toezicht te coördineren; d. de voorlichting van werknemers op de bouwplaats te coördineren; e. de nodige maatregelen te nemen opdat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden; f. ervoor te zorgen dat de gegevens, bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, onder b, d, f en g, voor zover nodig, in het veiligheids- en gezondheidsplan worden vermeld; g. ervoor te zorgen dat het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.27, en het dossier, bedoeld in artikel 2.30, onder c, worden aangepast indien de voortgang van het bouwwerk of de onderdelen daarvan daartoe aanleiding geven; h. zo nodig aanwijzingen te geven indien werkgevers of zelfstandig werkenden naar zijn oordeel niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze uitvoering geven aan een samenhangende toepassing van hun verplichtingen als bedoeld onder a en b. Artikel 2.35. Verplichtingen opdrachtgever 1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 2.33 en 2.34, zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met de uitvoerende partij. 2. Indien twee of meer uitvoerende partijen zich ieder afzonderlijk jegens de opdrachtgever verbonden hebben om een deel van het bouwwerk tot stand te brengen, zorgt de opdrachtgever ervoor dat de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 2.33 en 2.34, zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met een van die uitvoerende partijen. Artikel 2.36. Verplichtingen ontwerpende partij 1. Ten aanzien van een opdrachtgever-consument zorgt de ontwerpende partij ervoor dat wordt voldaan aan artikel 2.35. 2. Artikel 2.32, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 2.37. Verplichtingen uitvoerende partij 1. Overeenkomstig de artikelen 2.33 en 2.34: a) zorgt de uitvoerende partij ervoor dat een coördinator voor de uitvoeringsfase wordt aangesteld; b) neemt de uitvoerende partij zodanige maatregelen en richt hij de werkzaamheden zodanig in dat: I. . door de coördinator voor de uitvoeringsfase de taken worden uitgeoefend, bedoeld in artikel 2.34; II. . de coördinator voor de uitvoeringsfase zijn taken naar behoren kan vervullen. 2. De uitvoerende partij zorgt ervoor dat de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking en het overleg tussen werkgevers en werknemers op de bouwplaats op passende wijze wordt gecoördineerd.
Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 9: Arbeidsomstandighedenbesluit [versie geldig vanaf: 23-08-2000]
Artikel 2.38. Verplichtingen werkgever 1. Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en 19, eerste lid, van de wet neemt de werkgever, die met betrekking tot de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats arbeid doet verrichten, doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers op die bouwplaats. Deze maatregelen hebben met name betrekking op: a) het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in stand houden van de bouwplaats; b) de veilige plaatsing van de verschillende werkplekken op de bouwplaats, rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en de verbindingswegen daarop; c) het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats; d) het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van installaties en toestellen, teneinde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen; e) de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen; f) de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen; g) de opslag en de verwijdering of de afvoer van afval en puin; h) de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot de totstandbrenging van het bouwwerk of de fasen waarin die werkzaamheden worden uitgevoerd, afhankelijk van de ontwikkeling met betrekking tot de voortgang van het bouwwerk op de bouwplaats; i) de samenwerking met andere werkgevers en zelfstandig werkenden op de bouwplaats; j) de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats. 2. De mede op grond van het eerste lid te nemen maatregelen voldoen in ieder geval aan de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 3 van dit besluit. 3. De werkgever is verplicht tot naleving van en medewerking aan het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.27, voor zover en op de wijze als daarin ten aanzien van de door hem te verrichten of te doen verrichten werkzaamheden is bepaald en daarbij rekening te houden met de aanwijzingen van de coördinator voor de uitvoeringsfase. 4. Voor zover de werkgever met betrekking tot de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats zelf arbeid verricht, zijn ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op die bouwplaats artikel 11 van de wet, hoofdstuk 7 en de artikelen 8.1, eerste tot en met vijfde lid, en zevende lid, 8.2 en 8.3 van dit besluit ten aanzien van hem van overeenkomstige toepassing. Artikel 2.39. Verplichtingen zelfstandig werkende Ten aanzien van een zelfstandig werkende die met betrekking tot de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats arbeid verricht, zijn ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op die bouwplaats de artikelen 11 en 19, eerste lid, van de wet, artikel 2.38, hoofdstuk 7 en de artikelen 8.1, eerste tot en met vijfde lid, en zevende lid, 8.2 en 8.3 van dit besluit van overeenkomstige toepassing.
Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 9: Arbeidsomstandighedenbesluit [versie geldig vanaf: 23-08-2000]
BIJLAGE 10 LIJST REGIOKANTOREN ARBEIDSINSPECTIE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 90801, 2509 LV Den Haag Tel. 070-3334444 Fax 070-3334026 Arbeidsinspectie: Regio Noord Engelse Kamp 4 Postbus 30016, 9700 RM Groningen Tel. 050-5225880 Fax 050-5267202 Regio Oost Janspoort 2 Postbus 9018, 6800 DX Arnhem Tel. 026-355 7111 Fax 026-4424046 Regio Noordwest Radarweg 60 Postbus 58366, 1040 HJ Amsterdam Tel. 020-5812612 Fax 020-6864703 Regio Midden Oudenoord 6 Postbus 820, 3500 AV Utrecht Tel. 030-2305600 Fax 030-2305680 Regio Zuidwest Stadionweg 43c Postbus 9580, 3007 AN Rotterdam Tel. 010-4798300 Fax 010-4797093 Regio Zuid Godsweerdersingel 10 Postbus 940, 6040 AX Roermond Tel. 0475-356666 Fax 0475-356660
Versie:1.1 (april 2001)
Bijlage 10: Lijst regiokantoren arbeidsinspectie