Bouw & Functie
De functie van de klauw (= hoornschoen) bestaat uit twee delen nl. : 1. Bescherming van ‘het leven’ (= de lederhuid) 2. Het dragen van het lichaamsgewicht
WWW.GDS-HOOFCARE.COM
De kroonrand is de overgang van (behaarde) huid naar hoorn.
Dit kunnen we onderscheiden in: - de buitendraagrand (abaxiaal) - de binnendraagrand (axiaal)
De hoornschoen ofwel de klauw is opgebouwd uit hoorn van verschillende hardheden.
Het hardste hoorn van de klauw is de wand. De wand wordt gevormd bij de kroonrand en slijt af aan de onderkant van de klauw. Dit noemen we de draagrand.
De draagrand loopt vanuit het balgebied naar de teen en vanaf de teen een klein stukje terug.
Naar achteren loopt de Wand over in het Balhoorn. Dit is zachter hoorn dan het Wandhoorn.
De functie van de draagrand is om de klauw niet te hard te laten slijten. De buiten- en binnendraagrand moeten de klauw voldoende steun geven om rechtop te blijven staan. De klauw mag niet naar binnen kantelen en zo het gewicht overhevelen naar de naast liggende klauw. Dit zal een onevenredige belasting van het leven tot gevolg hebben.
Bouw & Functie
Binnen de draagrand vinden we de Witte-lijn. De witte-lijn heeft een grauwachtige kleur. Het is het zachtste hoorn van de klauw en vormt een verbinding tussen de draagrand en de Zool van de klauw.
De ruimte tussen de klauwen heet de tussenklauwspleet. De huid tussen de klauwen heet de tussenklauwhuid. De tussenklauwhuid is onbehaard.
De beentjes worden door middel van Gewrichten met elkaar verbonden en kunnen zo fexibel ten opzichte van elkaar bewegen. Van boven naar beneden heten deze gewrichten: Kootgewricht, Kroongewricht en Klauwgewricht
De zool van de klauw is het binnenste gedeelte van de klauw. Het zoolhoorn is na het wandhoorn het hardste hoorn van de klauw. Het zoolhoorn gaat naar achteren over in het balhoorn of de balzool. Het balhoorn is zachter dan het zoolhoorn. Een normale zool en balzool is ongev. 5 - 7 mm dik.
Bekijken we de klauw eens van binnen uit:
De beentjes kunnen door middel van pezen bewogen worden. We kijken nu alleen naar het klauwbeen. De Diepe-buigpees is achter onderaan het klauwbeen verbonden. De Strekpees is voor bovenaan het klauwbeen verbonden.
De draagrand, zool en balzool vormen samen het draagvlak van de klauw. Het draagvlak ‘draagt’ het gewicht van de koe tijdens lopen en staan.
Het onderbeen van de koe is opgebouwd uit het Pijpbeen, twee Kootbeentjes, twee Kroonbeentjes, twee Klauwbeentjes en twee Straalbeentjes.
Bouw & Functie
Het Klauwbeen zit in de punt van de klauw vast aan het leven. Naar achteren in de klauw is het klauwbeen omgeven door het Vetkussen. Het Vetkussen dient als een stootkussen voor het klauwbeen. Het vetkussen moet de eerste schok van druk van het klauwbeen op het leven opvangen. Zo wordt het gewicht van de koe gelijk verdeeld over het leven in de klauwen.
Verdeling van het gewicht van de koe op de benen. 60% van het lichaamsgewicht van de koe wordt gedragen door de Voorbenen. 40% van het lichaamsgewicht van de koe wordt gedragen door de Achterbenen.
De Voorbenen staan recht onder het lichaam en zijn soepel met het lichaam verbonden. De klauwen zijn wat groter als van de achterbenen en zijn gelijker van vorm.
Het gewicht van het onderbeen wordt via het Pijpbeen, Kootbeen, Kroonbeen naar het Klauwbeen gebracht. Het klauwbeen tenslotte drukt op de lederhuid, die op haar beurt weer ondersteund wordt door het hoorn.
De Achterbenen zijn door middel van de heupen verbonden met het lichaam en zijn minder soepel. De achterbenen zijn niet recht, maar hebben een kromming in de hak/spronggewricht.
Bij de achterbenen komt de meeste kreupelheid voor en dan vooral in de achterbuitenklauw.
Bouw & Functie
De belangrijkste oorzaken van de kreupelheid in de Achter-buitenklauw zijn: Vorm - en grootte-verschil in de klauwen. De Achter-buitenklauw is vaak groter dan de Achter-binnenklauw.
Onregelmatige belasting van de buitenklauw. Een harde ondergrond.
De Ondergrond of Bodem/Vloer waarop de koeien lopen is van invloed op het ontstaan van kreupelheden.
Een zachte ondergrond, zoals stro (potstal) en het weiland, geven minder stabiliteits problemen in de klauwen. De ondergrond geeft mee en het draagvlak van de klauw, al of niet stabiel, wordt gelijkmatig ondersteund. Naarmate de ondergrond zachter is zal het effect van de wisselende belasting op de buitenklauw minder sterk zijn. De ondergrond en het vetkussen dienen als stootkussen.
Een natte vloer geeft zachter hoorn. Zachte hoorn groeit sneller!
Een harde ondergrond, zoals betonvloeren en roostervloeren, geven meer problemen met een onjuiste stabiliteit van de klauwwn. Ook het effect van de wisselende belasting op de buitenklauw is nu veel sterker. De ondergrond geeft niet mee en de stabiliteit van de draagvlakken van de klauwen is nu zéér belangrijk. Een scheef draagvlak betekent een verkeerde belasting van de klauw. De vering van het klauwbeen moet nu geheel door het vetkussen worden opgevangen.
Erfelijkheid voor klauwproblemen is een moeilijk meetbare factor. Door middel van registratie kan men een indruk krijgen.
Bouw & Functie
BIOMECHANICA Hoe vindt de Gewichtsverdeling in de Achter benen plaats en wat veroorzaakt de overmatige groei van de Achter-buitenklauw. Koe staat recht op haar benen en de klauwen zijn even hoog. Gewichtsverdeling 50/50,dus gelijk over beide klauwen verdeelt. De binnenklauw heeft meestal een kleiner draagvlak dan de buitenklauw en zal daarom vaak iets minder dragen dan de buitenklauw. Binnenklauw: 48% van het gewicht van het been. Buitenklauw : 52% van het gewicht van het been.
Bij zijdelingse bewegingen van het dier gaan de heupen zijdelings bewegen. Het gewicht verschuift van het ene been naar het andere been. Bij een zachte ondergrond: weinig effect van de gewichtsverschuiving Bij een harde ondergrond : veel effect van de gewichtsverschuiving Het gewicht verschuift van de ene buitenklauw naar de andere buitenklauw. De belasting van de binnenklauwen blijft nagenoeg gelijk.