LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
16/16 lt/w
PV Praktijk bouw TV Bouw
6/6 lt/w
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Bouw
Studiegebied:
Bouw
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2007/033 (vervangt: 98025)
Nummer inspectie:
2007 / 67 // 1 / Q / SG / 1 / II / / D/
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden........................................................................................................5 Pedagogisch-didactische wenken ..........................................................................................................17 Minimale materiële vereisten..................................................................................................................23 Evaluatie .................................................................................................................................................26 Bibliografie ..............................................................................................................................................28
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
2
VISIE Het leerplan impliceert een voorbereiding op een beroep in de bouwsector. Het moet dan ook gezien worden als de noodzakelijke basiskennis en basishandelingen in een zo ruim mogelijk perspectief. Leerlingen dienen vooral de praktische vaardigheden en attitudes te verwerven in de diversiteit van activiteiten die de sector rijk is. Via de praktijkbeleving wordt de theoretische kennis omgezet in praktische vaardigheden. De verschillende aspecten van de sector komen ruim aan bod, zodat de eigen interesses van de leerlingen zich verder kunnen ontplooien. Bezoeken aan bedrijven en handelszaken ondersteunen het totaalbeeld dat de leerlingen van de bouwsector verwerven. Het vormen van dit totaalbeeld maakt deel uit van het toekomstperspectief dat de leerlingen nodig hebben om hun motivatie naar hun latere tewerkstelling in de sector te versterken. Omwille van de grote heterogene groepen van leerlingen, werd gekozen om het leerplan op te vatten in projecten zoals deze al voorkomen in andere opleidingsinstellingen. Om een goede samenhang tussen theorie en praktijk te bekomen, werd een geïntegreerd leerplan uitgeschreven. Bij het opstellen van de lessentabel wordt dan ook geen onderscheid gemaakt tussen praktische en technisch-theoretische vakken. Het onderscheid tussen TV en PV is er alleen om administratieve redenen. Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt noodzakelijk om een degelijke samenhang te brengen tussen praktijk en theorie. Om goede resultaten te bereiken, is vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan ten zeerste aangewezen. Het is dan ook wenselijk om theorie en praktijk door één en dezelfde leraar te laten geven. De pedagogisch-didactische werkvormen, waarbij men praktijk en theorie geïntegreerd aanbrengt via projecten, vergt van alle betrokkenen teamspirit, waarbij overleg in de vakwerkgroep naar leerplandoelstellingen en leerinhouden een noodzaak is. Gezien dit een graadleerplan is, dient men de projectmatige aanpak in de jaarplanning van de twee leerjaren op te nemen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
BEGINSITUATIE Dit leerplan is bestemd voor de studierichting Bouw in de tweede graad BSO Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die de tweede graad aanvatten de minimumdoelstellingen van de eerste graad hebben bereikt. Het is belangrijk dat de leraar de beginsituatie van de leerlingen kent, om zo efficiënt mogelijk op het groeiproces van zijn leerlingen te kunnen inspelen. De leraar blijft opmerkzaam voor eventuele problemen die zijn leerlingen ter sprake brengen en behandelt deze moeilijkheden op een pedagogisch-didactische verantwoorde wijze. Vanuit een elementaire kennis en een intrinsieke motivatie kan de leraar doelgericht zijn leerlingen inzichten en attitudes bijbrengen en hen tevens bewust maken van hun arbeidsperspectief in ons economische bestel. Ook zal aandacht besteed worden aan vakoverschrijdende aspecten zoals gezondheidszorg, milieubewustzijn en burgerzin.
3
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De leerlingen kennen: -
vaktermen in verband met de bouwactiviteiten;
-
de verschillende aspecten van veiligheid en gezondheid in werkplaats bouw;
-
de namen van materialen, gereedschappen en machines en een beperkt aantal specifieke kenmerken.
De leerlingen kunnen: -
eenvoudige gereedschappen en werktuigen hanteren met in acht name van de nodige veiligheidsvoorschriften;
-
het belang van een handeling aantonen en argumenteren;
-
beperkt zelfstandig werken;
-
in functie van de opdracht een juiste werkhouding aannemen;
-
in concrete situaties een correcte werkmethode volgen, argumenteren waarom en de acties in hun chronologisch verband ordenen;
-
het belang inzien van de eigen werkorganisatie.
De leerlingen handelen: -
milieubewust;
-
sociaal verantwoord;
-
taakgericht;
-
gericht op kwalitatieve afwerking op basis van opgelegde criteria;
-
met zorg voor het eigen materiaal en dat van anderen;
-
ergonomisch verantwoord.
Het is belangrijk dat de leerlingen de basistechnieken van bouw eigen worden, zodat de stap naar de werkvloer zonder problemen kan verlopen. Het is belangrijk om weten, waarom en hoe een handeling moet worden uitgevoerd en wat de mogelijke gevolgen ervan zijn. De leerlingen moeten weten dat de job van een bouwvakker een veeleisende en veelomvattende taak is. Voldoende basisvaardigheden, inzichten en attitudes verwerven om een geschikte keuze te kunnen maken naar verdere opleidingen binnen het studiegebied bouw. Het kenmerk van deze studierichting is het inzichtelijk handelen op basis van zeer eenvoudige bouwconstructies en/of onderdelen vertrekkend van uitvoeringstekeningen en projectbeschrijvingen. Het waarnemingsvermogen qua ruimtelijk inzicht ontwikkelen en de voorstellingstechnieken realiseren. Van diverse projecten en onderdelen, de tekeningen lezen en interpreteren, principes en technieken kunnen verklaren en in relatie brengen met de uitvoering. De eigen werkzaamheden voorbereiden, plannen en organiseren. -
De eigen werkplek inrichten.
-
De werkvolgorde opstellen.
-
De nodige materialen klaarmaken en hoeveelheden bepalen.
-
Alle nodige werkdocumenten bijhouden.
5
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1
LEERINHOUDEN
eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheden in kaart kunnen brengen.
1
Begrip bouwteam
• • • • •
Bouwheer Architect Aannemer – onderaannemer Veiligheidscoördinator Metselaar – ijzervlechter - bekister
2
de begrippen eigen aan bouw in hun context kunnen gebruiken en verklaren.
2
Begrippen uit de bouw
3
alle onderdelen van een bouwconstructie herkennen, benoemen, hun 3 vormgeving en functie kunnen toelichten. • • •
Constructieonderdelen
de werkopdrachten, uitvoeringstekeningen en schetsen lezen, begrijpen en interpreteren.
4
Plannen en werkopdrachten
•
Schalen, normen en voorstellingen
zelfstandig en in team het werk plannen.
5
Planning
•
Werkvolgorde en methode
inzicht verwerven om gereedschappen en machines deskundig te gebruiken, onderhouden en weg te bergen.
6
Gereedschappen en machines
• • •
Gebruiksrichtlijnen Toepassingsgebied Onderhoud
de eigenschappen van materialen kennen en controleren in functie van de verwerking.
7
Materialen
•
Kenmerken
4
5
6
7
Benaming Functie Onderlinge relatie
6
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN • •
Voorschriften Richtlijnen
8
vertrekkende van een uitvoeringstekening, de uit te voeren werkzaamheden en materiaalhoeveelheden bepalen.
8
Materiaalhoeveelheden
9
de materiaalkostprijs berekenen.
9
Kostprijsberekening
10
de voorschriften en reglementen m.b.t. welzijn op het werk kennen en naleven.
10
Welzijn op het werk
• • • • • •
Persoonlijke beschermingsmiddelen Collectieve beschermingsmiddelen Gereedschappen en machines Signalisatie Stellingen en ladders Gevaarlijke producten
meewerken en inrichten van de eigen werkplek volgens gegeven instructies, met aandacht voor efficiëntie, veiligheid en netheid.
11
Inrichten van de werkplek
• • •
Efficiëntie Veiligheid Netheid
12
zelfstandig en/of in team het werk volgens plan uitzetten en uitvoeren.
12
Werkuitvoering
13
in het algemeen, bouwmaterialen verhandelen volgens voorschrift.
13
Bouwmaterialen
• • •
Verwerken Beschermen Opslaan/stapelen
14
Bevestigingstechnieken
•
Schroeven, nagelen, lijmen
15
Basisveiligheid
11
14
15
eenvoudige bevestigingstechnieken toepassen.
controleren op de toepassing van de voorschriften i.v.m. basisveiligheid en de gepaste maatregelen nemen.
7
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 16
zelfcontrole, of de opdracht volgens de eisen werd uitgevoerd, gebreken rapporteren.
LEERINHOUDEN 16
Checklists
met een funderingsplan, de inplanting qua lengte, breedte en aanzetdiepte afmeten.
17
Funderingsplan
•
Afmetingen, aanzetdiepte
soorten funderingen op staal van elkaar onderscheiden.
18
Fundering op staal
• • •
Strokenfundering Plaatfundering Zoolfundering
visueel de meest voorkomende grondsoorten herkennen, hun eigenschappen en draagkracht uitleggen.
19
Grondsoorten en eigenschappen
• • • • •
Zand Klei Leem Wel of niet draagkrachtig Geroerd, ongeroerd
de eisen waaraan het aanvulmateriaal moet voldoen, verwoorden.
20
Aanvulmateriaal
• • •
Samenstelling Vochtgehalte Verontreiniging
21
Verdichtingen
• • •
Dammen Walsen Trillen
GRONDWERKZAAMHEDEN 17
18
19
20
21
de uitvoering van verdichtingswerken toelichten.
22
de functie van funderingsfolie omschrijven.
22
Funderingsfolie
23
de aardingslus volgens plan plaatsen.
23
Aardingslus
8
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 24
25
26
27
28
29
30
31
LEERINHOUDEN
de veelgebruikte samenstelling in mengverhouding van ongewapend funderingsbeton en zand-cement mengsel uitleggen.
24
Funderingsbeton en zand-cement mengsel
• •
Samenstelling Mengverhouding
de gereedschappen, bij de grond- en funderingswerkzaamheden kennen.
25
Gereedschappen
•
Spade, Schop
de materiaalhoeveelheden plannen bij de uit te voeren opdrachten en 26 de kostprijs berekenen. • •
Materiaalhoeveelheden
de sleuven uitzetten op basis van het funderingsplan.
27
Sleuven
• •
Bouwplanken Brugjes
op aangewezen instructies, een sleuf graven, effenen, nivelleren, aanvullen, en manueel verdichten.
28
Funderingssleuven
• • • • •
Graven Effenen Nivelleren Aanvullen Verdichten
een zand-cement mengsel volumetrisch samenstellen, aanbrengen en verdichten.
29
Zand-cement mengsel
• • •
Aanmaken Aanbrengen Verdichten
funderingsbeton aanbrengen, spreiden en verdichten.
30
Funderingsbeton
•
Werkvloer in ongewapend beton
31
Werkhouding en voorschriften Welzijn
werkhouding evalueren en richtlijnen i.v.m. welzijn naleven.
Hoeveelheid beton Funderingsfolie
9
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN • •
Signalisatie, loopplanken
32
Aanzet van opgaand metselwerk
OPGAAND EN ONDERGRONDS METSELWERK 32
de aanzet van opgaand metselwerk afleiden in functie van de vloerpas.
33
de gebruikte steensoorten van elkaar onderscheiden, hun kenmerken 33 aan de hand van technisch documentatie toelichten. • •
Steensoorten
diverse verbanden van elkaar onderscheiden.
34
Verbanden
•
Halfsteensverband, kruisverband
mortelsoorten onderscheiden naar toepassing, aanmaak en verwerking.
35
Mortels en lijmmortels
• • •
Samenstelling en volumeverhouding Soorten: bastaard-, cement-, voegmortel Toepassingsgebied, verwerkbaarheid
het doel van een spouwmuur toelichten.
36
Spouwmuur zonder isolatie
• • • • •
Werkingsprincipe Buiten- en binnenspouwblad Verluchtig Spouwankers Plaats van de vochtwerende laag
37
Deur- en raamopeningen
• • • •
Rollag Rechte strek L-profiel Prefab lateien
34
35
36
37
overspanningen van deur- en raamopeningen kunnen toelichten.
Kunststeensoorten; baksteen,betonsteen, cellenbeton Eigenschappen, verwerkbaarheid, toepassing
10
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 38
39
40
41
42
43
LEERINHOUDEN
raamneggen onderscheiden en de voorzieningen voor het bevestigen 38 van schrijnwerk uitleggen. •
Raamneggen
de soorten, vormgeving en correct plaatsen van dorpels verklaren.
39
Dorpels
•
Soorten, vormgeving, plaatsing
op basis van de gebruikte steen en constructie, de materiaalhoeveelheid en kostprijs berekenen.
40
Materiaalhoeveelheid en kostprijs
• • •
Metselwerk Prefab lateien Dorpels
de gebruikte gereedschappen en machines bij de metselwerkzaamheden toelichten.
41
Gereedschappen en machines
• • • •
Gereedschappen: truweel, waterpas, voegijzer Machines: betonmolen, steenzaag Kwaliteitseisen Onderhoud en opbergen
bij de eigen werkzaamheden het werk uitzetten, de profielen stellen en merktekens aanbrengen.
42
Uitzetten
• •
Met grondplan, de referentielijnen en merktekens In de hoogte, stellen van profielen, referentiepeilen
eenvoudige constructie-elementen of onderdelen in halfsteense of steense muren metselen. met voldoende vlotheid en vaardigheid de mortel vol spreiden en de stootvoegen aantrekken.
43
Metselen
• • • • • • •
Met waterpas en rij Voor en achter draad Richten Hakken en zagen van stenen Aanbrengen vochtwerende laag Strekse en kopse lagen Doorlopende muren, hoeken, ontmoetingen en kruisingen in halfsteense en steense muren
Blokraam, raam in slag, voorzieningen voor bevestiging
11
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 44
45
46
de voegen uitkrabben en meegaand voegen.
LEERINHOUDEN 44
Uitkrabben voegen en meegaand voegen
•
Voegtechnieken en voegmortels
andere noodzakelijke bouwelementen integreren in gemetselde constructie.
45
Te plaatsen elementen
• •
Verluchtingselementen Verankeringselementen
ondergronds metselwerk aansluiten op bovengronds metselwerk.
46
Aansluiting ondergronds en opgaand metselwerk
47
Betonplan
• •
Eenvoudige balken en kolommen Afmetingen: lengte, breedte, hoogte
48
Bekistingsplan
• • •
Onderdelen Afmetingen Hoeveelheden
naargelang de gekozen afwerking de te gebruiken bekistingsmaterialen selecteren.
49
Bekistingmaterialen
• •
Gladde en houten platen Metalen constructie elementen
eenvoudige wapeningsplannen en staten lezen en betonstaalsoorten herkennen.
50
Wapeningsplannen en staten
• • • •
Genormaliseerde voorstelling van betonstaalsoorten Langs- en dwarswapening Constructiewapening Plooivormen o.a. rechthoekige beugels
de samenstellende delen en kwaliteitskenmerken van beton uitleggen.
51
Samenstelling van beton
OVERSPANNINGEN EN ONDERSTEUNINGEN IN GEWAPEND BETON 47
48
49
50
51
een eenvoudig betonplan lezen en bekisting uitvoeren.
met het bekistingsplan de te maken onderdelen selecteren.
12
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN • •
Samenstellende delen; cement, granulaten, water “Benor” kwaliteitskenmerk
52
het nut van betondekking toelichten en de gepaste afstandshouders kiezen.
52
Betondekking en afstandshouders
53
van de opdracht een eenvoudige meetstaat maken en berekenen de kostprijs op basis van eenheidsprijzen. de materialenlijst van een eenvoudige klassieke bekisting klaarmaken.
53
Meetstaat en kostprijsberekening
54
de werkvolgorde bij bekisten en ontkisten verklaren.
54
Onderdelen van de bekisting
55
de stabiliteitsvoorwaarden van eenvoudige balk- en kolombekisting uitleggen.
55
Ontkisten
• •
Verhardingstijd Ontkistingstijd
56
volgens instructies in team stempel- en schoringswerken uitvoeren.
56
Stempelen en schoren
57
rechthoekige beugels manueel plooien.
57
Plooien beugels
• • •
Plooivormen Plooiplaat en plooi-ijzer Plooitechnieken
wapeningskorf en –net vlechten op basis van wapeningsplan en wapeningsstaat.
58
Wapeningskorven en –netten
• •
Vlechttechnieken Wartel en bindtang
59
afstandshouders correct aanbrengen.
59
Afstandshouders
60
wapening met precisie in de bekisting plaatsen.
60
Plaatsen van wapening
61
de bekisting klaarmaken voor het storten van beton.
61
Klaarmaken van de bekisting
• •
Reinigen Wapeningsresten
58
13
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 62
LEERINHOUDEN
beton aanmaken in voorgeschreven volumeverhouding, manueel en/of machinaal
62
Aanmaken beton
• •
Manueel Machinaal
eenvoudige constructie elementen in gewapend beton storten, spreiden, verdichten en afwerken.
63
Beton storten, kolommen, lateien
• •
Spreiden en verdichten Afwerken
ontkisten in team en volgens voorschriften.
64
Ontkisten recupereren van bekistingsmateriaal
•
Schoonmaken, sorteren, stockeren
65
Kenmerken van de ondergrond
• • • •
Scheuren Losse delen Oneffenheden Poreusheid
de aansluiting van de muur en de vloer in opbouw schetsmatig situeren.
66
Vloeropbouw
• • •
Draagvloer, ondervloer, vloer Knooppunt vloer – muur Vochtisolatie, plinten
67
begrippen referentiepunt, referentiepeil onderscheiden.
67
Referentiepunt en –peil
68
de vooropgestelde tolerantie-eisen in het kader van de opdracht omschrijven.
68
Tolerantie-eisen
• • •
Vlakheid Verticaliteit Horizontaliteit
de meest gebruikte gereedschappen bij ruwbouwafwerking benoemen, en hun kenmerken omschrijven.
69
Gereedschappen
•
Truwelen
63
64
RUWBOUWAFWERKING 65
66
69
de kwaliteitskenmerken van de ondergrond benoemen.
14
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
70
71
72
LEERINHOUDEN • • • •
Reilatten Spatels Plakspaan Tegelsnijder
voorzorgsmaatregelen kennen om bestaande constructies te beschermen.
70
Beschermingsmaatregelen
• •
Afdekken Afschermen
de instructies voor het maken van species en lijmen omschrijven.
71
Species en lijmen
•
Instructies van opdrachtgever en fabrikant
72
Plaatsingstechniek voor vloeren
• • •
Klassiek met mortel Op natte dekvloer Gelijmd
plaatsingstechniek voor tegelvloeren toelichten.
bij dekvloerspecie de samenstellende delen en de volumeverhouding 73 kennen. • •
Samenstelling dekvloerspecie
74
het doel van de randisolatie beschrijven.
74
Randisolatie
75
de verschillende tegelverbanden en legpatronen toelichten.
75
Tegelverbanden
76
de diverse tegelsoorten onderscheiden naar hun herkomst.
76
Tegelsoorten
• • • •
Keramische tegels Betontegels Klinkers Natuursteen tegels
77
Materiaaleigenschappen van tegels
•
Breekbaarheid
73
77
de eigenschappen van tegels bij hun verwerking toelichten.
Samenstellende delen: zand, cement, water Volumeverhouding
15
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN • •
Snijbaarheid Te gebruiken voegdikte en voegmortel
bij pleisterwerk het verschil verwoorden tussen één laag en twee lagen.
78
Bepleistering
• •
Eenlagig Tweelagig
het afwerkingspeil bepalen vanuit referentiepunten t.o.v. het aangegeven peil.
79
Slangenwaterpas, schietlood, winkelhaak
•
Horizontaliteit – Verticaliteit (met laser)
80
het opgegeven peil van de afwerking refereren t.o.v. de referentiepunten.
80
Merktekens, peilen, passtroken, pastegels, paslatten, basislijn
81
volgens de instructies specie of lijm in juiste verhouding aanmaken.
81
Mortelspecie en lijmen
• • •
Mengverhouding Plasticiteit Instructies
78
79
82
het juiste gereedschap kiezen volgens uit te voeren werk en het onderhouden.
82
Gereedschapskeuze en onderhoud
83
bestaande constructies beschermen.
83
Beschermen
•
Afdekken en afplakken
84
doorpassen met treklatten en waterpas.
84
Doorpassen
85
de randisolatie volgens richtlijn aanbrengen.
85
Randisolatie
86
machinaal dekvloerspecie aanmaken.
86
Dekvloerspecie
87
op een werkvloer tussen geleiders, dekvloerspecie manueel egaal spreiden, verdichten, afreien en effenen.
87
Dekvloerspecie
•
Aanmaken, spreiden, verdichten, afreien, effenen
tegels in verband uitleggen met de gepaste voeg.
88
Tegelverband – legpatroon
88
16
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
89
vloertegels langs draad leggen op een rechthoekig oppervlak.
89
Vloertegels
90
plinten, vloer en wandtegels opvoegen en afwerken.
90
Voegen
91
geleiders verticaal plaatsen en aanbrengen van pleisterspecie met pleisterspaan en afreien.
91
Geleiders – Eenvoudig pleisterwerk
•
Reilatten
TECHNISCH TEKENEN Algemene doelstellingen Technisch tekenen is van essentieel belang, met volgende doelstellingen: - tekenen als communicatiemiddel te gebruiken om de werken te kunnen uitvoeren; - het verhogen van het waarnemings- en voorstellingsvermogen; - het begrijpen van een tekening/plan volgens de voorschriften opgemaakt; - de genormaliseerde en symbolische voorstellingen kunnen plaatsen en verklaren naar de praktische uitvoering toe. Aangezien er projectmatig wordt gewerkt, staat tekenen steeds in relatie met de praktijk. Het tekenen is dus geen losstaand item doch wel een voornaam onderdeel van het geheel.
Een tekening kunnen maken als voorstelling van het onderwerp naar vormgeving, werkingsprincipe en uitvoeringsmethode Pan van de werkplekinrichting 2 en 3 dimensionaal schetsen Maatvoering functioneel aanbrengen
92
92
Uitvoeringsplannen
-
aanzichten en doorsneden maataanduiding materiaalaanduiding symbolen en normalisatie
93
Uitvoeringsschetsen
-
knooppunten details in doorsnede voorstellingen in perspectief
93
eenvoudige uitvoeringsplannen van metselwerk kunnen tekenen.
nar praktijk toe, de uit te voeren constructie vooraf schetsen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
17
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
Algemene pedagogisch-didactische wenken
1.1
Vakoverschrijdende eindtermen
1.1.1
Wat?
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 1.1.2
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. 1.1.3
Hoe te realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen. 1.2
Begeleid zelfgestuurd leren
1.2.1
Wat?
Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: −
de opdrachten meer open worden;
−
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
−
de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;
−
de leerlingen zelf leren plannen;
−
er feedback wordt voorzien op proces en product;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) −
18
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 1.2.2
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. −
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
−
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
−
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: −
keuzebekwaamheid;
−
regulering van het leerproces;
−
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 1.2.3
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: −
de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;
−
de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;
−
de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat −
doelen voorop stellen;
−
strategieën kiezen en ontwikkelen;
−
oplossingen voorstellen en uitwerken;
−
stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;
−
resultaten bespreken en beoordelen;
−
reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;
−
verantwoorde conclusies trekken;
−
keuzes maken en verantwoorden
is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) 1.3
ICT
1.3.1
Wat?
19
Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, enz. Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen. 1.3.2
Waarom?
De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie... In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: −
het leerproces in eigen handen nemen;
−
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
−
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
1.3.3
Hoe te realiseren?
In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen “spontaan” gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en –kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma’s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema’s, stilstaande en bewegende beelden, demo... Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen “gestructureerde leerstof”. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie...) toevoegen alsook de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Een presentatieprogramma kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT op die manier niet alleen de mogelijkheid biedt om interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal …) te bevorderen. Sommige programma’s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
2
20
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Om de veiligheid niet in het gedrang te brengen,is het aangewezen dat het aantal leerlingen per lesgroep maximum 12 leerlingen bedraagt. 2.1
Impulsen Dit leerplan werd herzien omwille van de volgende impulsen: - de ontwikkeling van de beroepenstructuur en beroepsprofielen(SERV/FVB) met de daaruit voortvloeiende opleidingsprofielen (VLOR); - de leerplannen vertrekken vanuit leerplandoelstellingen die door hun formulering de moeilijkheidsgraad en het te bereiken niveau aangeven; - de pedagogisch-didactische inzichten om geïntegreerd te werken toepassen, door synchronisatie tussen TV en PV; - wegwerken van de versnippering in vakken van één lestijd; - nieuwe eisen betreffende het ‘Welzijn op het werk’ en basisopleiding in verband met veiligheid (VCA).
2.2
Geïntegreerd leerplan -
In het leerplan wordt de integratie van technische vakken (TV) en praktijkvakken (PV) vooropgesteld.
-
Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om degelijke samenhang te realiseren tussen theorie en praktijk. Een geïntegreerd leerplan houdt in dat er in de opbouw geen onderverdeling is in vakken. Dit betekent dus geen afzonderlijk leerplanonderdeel voor theorie en praktijk en om infrastructurele redenen (Pc’s) wel nog voor technisch tekenen. De leerplandoelstellingen en leerinhouden worden zodanig aangeboden dat de praktijk en de theorie als een geheel ervaren wordt waardoor de afstemming van de theorie op de praktijk optimaal wordt. Het onderscheid tussen PV en TV is louter omwille van administratieve redenen behouden. Voor de technische vakken is er dus geen onderverdeling meer in vakken: constructieleer, gereedschappen en machines, materialenleer en praktijk. De verplichte splitsing in vakken van een of meerdere lestijden werd weggewerkt. De keuze wordt als volgt geargumenteerd: • de versnippering in vakken van één lestijd is niet efficiënt, het is in veel gevallen interessanter om op bepaalde ogenbikken pakketten als geheel aan te bieden (project, thema, module); • door versnippering gaat de samenhang verloren en ontstaan tal van overlappingen; • door de leerplandoelstellingen en leerinhouden te groeperen ontstaat er een duidelijk referentiekader om projectmatig te werken.
-
-
-
2.3
Projectmatig werken
Eén van de belangrijkste verwachtingen van dit leerplan is geïntegreerd werken via projecten (thema’s, onderwerpen, modules …). Wat verstaan we onder een project? In de context van dit leerplan verstaan we onder project: het uitvoeren van een realistische constructie of constructieonderdelen binnen het domein van bouw, ruwbouw, grond- en funderingswerken, metselwerk, overspanningen in gewapend beton, en afwerking vloeren en tegels. De realisaties gebeuren individueel en/of in team, en zeker onder begeleiding. Ieder project wordt door de volgende elementen gekenmerkt: • • •
bevat kennis, vaardigheden en attitudes; heeft specifieke aandachtspunten; is in stijgende moeilijkheidsgraad;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
21
• bevat aspecten uit verschillende bouwfasen; • gebeurt volgens een technologisch proces; • steeds met proces- en productevaluatie. Door de stijgende moeilijkheidsgraad van de opeenvolgende projecten vormt tussentijdse herhaling en terugkoppeling voor deze BSO leerlingen een pedagogisch-didactische meerwaarde. Alle projecten refereren naar kennis en vaardigheden uit vorige projecten, doch brengen steeds meer en nieuwe elementen aan. Elk project dient te verlopen volgens een technologisch project. Het is daarom een uitdaging projecten te kiezen en te organiseren in een logisch en pedagogisch verantwoord continuüm. Belangrijke richtlijnen die hierbij gehanteerd dienen te worden zijn: • de projecten dienen om de leerplandoelstellingen te realiseren; • de projecten zijn zinvol en worden zinvol ingekaderd; • een project vertrekt steeds vanuit een voorbereiding en planning; • de moeilijkheidsgraad van de projecten neemt geleidelijk toe; • zorg voor evenwichtige spreiding van theorie en praktijk; • breng voldoende verscheidenheid in; • laat de leerlingen voorstellen formuleren, maak gebruik van creativiteit en vindingrijkheid. Elk project heeft een projectdossier en bevat mogelijk volgende elementen: • • • • • • • • •
omschrijving van de opdracht met vermelde kwaliteitseisen; de vooropgestelde doelstellingen; vermelding informatiebronnen (documentatie, boeken, catalogen, websites); werkvolgorde, materiaallijsten; uitvoeringsplannen; evaluatiedocumenten; tussentijdse opdrachten; foto’s van het project; materiaalkeuze en toelichting.
Het leerplan omvat de leerplandoelstellingen en de leerinhouden, met diverse elementen uit het bouwproces, om hiermee projectmatig te werken. Het is aangewezen het leerplan uit te werken in degelijke en goed uitgewerkte projecten met notie van de vermelde criteria. Het leerplan dient men te realiseren in projecten gespreid over de volledige 2e graad (1e en 2e leerjaar) Wanneer alle projecten afgewerkt zijn, dienen alle leerplandoelstellingen aan bod te zijn gekomen. Om dit te controleren kan men gebruikmaken van een matrix. De projectdossiers vormen in feite het cursusmateriaal en de wegwijzers naar informatie. De samenbundeling van de resultaten van de doorlopende projecten vormt de logische basis voor de eindbeoordeling. 2.4
Opdrachten en jaarplanning -
Projectmatig werken is een opdracht voor een lerarenteam. Indien deze opdracht wordt verdeeld over twee of meerdere leraars dient dit in overleg te gebeuren binnen de vakgroep mits advies aan de TAC en de directie. De leerplandoelstellingen en leerinhouden dienen door het team gepland (jaarplanning) en gespreid (verticale samenhang) te worden over de twee leerjaren.
-
Permanent opvolgen via de vorderingsplannen in de vakvergaderingen is hierbij noodzakelijk.
-
Richtlijnen en suggesties: •
versnipper zo weinig mogelijk;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) • • • • -
22
men kan stellen dat men ongeveer 1/3 van de tijd zal besteden aan technischtheoretische vormingscomponenten en 2/3 aan praktijk; doe zeer geregeld teamvergaderingen en maak samen een sterkte-zwakte analyse van de bereikte resultaten om zo bij te sturen, naar het opstellen van nieuwe projecten; las momenten in waar bepaalde pakketten behandeld en verwerkt worden, bijv. actieweek van de veiligheid, week van de bouw, e.a.; projectmatig werken wordt aanbevolen.
Aandachtspunten: Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) is een evidentie. Het is dan ook noodzakelijk dat van de mogelijkheid die de computer heeft, optimaal gebruikgemaakt wordt, op het didactisch vlak. Naast CAD-CAM betekent dit concreet: • • •
het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en technieken via het internet, cd-rom’s …; eenvoudige rekenbladen opstellen van meetstaten, berekeningen, offertes, werkplannen …; het aanwenden van specifieke programma’s naar optimalisatie van teken- en ontwerppakketten.
Er dient opgemerkt te worden dat de programma’s die men aanwendt in die mate gebruiksvriendelijk zijn, dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en geïntegreerd gebruik van essentiële softwarepakketen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 De lijst van uitrusting wordt slechts éénmaal in het leerplan opgenomen en niet per vakonderdeel. Teneinde een degelijk gestructureerde, verantwoorde bestedingsplanning aan de directie te kunnen voorleggen en in een streven naar het rationeel aanwenden van beschikbare middelen is het opvolgen van de lijst uitrusting een daadwerkelijke noodzaak. Het selectief aankopen van individuele persoonlijke benodigdheden door de leerling is een noodzaak in dit studiegebied. Voor alle duidelijkheid werd geopteerd om de uitrusting schematisch te ordenen in volgende rubrieken: Infrastructuur werkplaats - dient voldoende ruim te zijn (richtlijn is 12m2 per leerling en een minimumhoogte van 4m) ruimte voor stapelen van materiaal en materieel bergruimte voor opbergen van gereedschappen wasplaats kleedkamer klaslokaal met bibliotheek/archief CAD-lokaal met projectie Uitrusting voor Metselwerk (individueel) - steenbeitel 30mm - handborstel - metseldraad en priemen - gereedschapskoffer - klauwhamer - potlood - metselrei - truweel - voegspijker - voegbord - luchtbelwaterpas - profielblokjes Metselwerk (gemeenschappelijk) - tekenpasser - betonmolen - boormachine met betonboren - handslijpmachine - kruiwagens - mortelkuipen - mortel- en betonemmers - profielen 1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
23
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) - zeef Betonwerk (individueel) - spanvijzen Betonstaalvlechten (gemeenschappelijk) - plooi-ijzer - plooiplaat - knipschaar - wartel - betonstaalvlechten (individueel) - vlechttang Bekisten (gemeenschappelijk) - koevoet met gebogen klauw - sint-jozefszaag - stempels en schoren - bekisten (individueel) - trektang Grond- en funderingswerk (gemeenschappelijk) - spade - schop - bouwplanken - kruiwagen - signalisatie - stamper - folie - voorhamer Grond- en funderingswerk (individueel) - moker - truweel - pleisterspaan Meten en controleren (gemeenschappelijk) - winkelhaak - meetband - slangenwaterpas - waterpastoestel Meten en controleren (individueel) - luchtbelwaterpas - schietlood - vouwmeter Stellingen en ladders (gemeenschappelijk) - uitschuifbare ladder - ladder (enkel) - schragen - steigerplanken - stelling Beschermingsmiddelen (individueel) - werkpak - veiligheidsbril - veiligheidshelm - veiligheidsschoenen - stofmasker - kniebeschermers
24
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Beschermingsmiddelen (gemeenschappelijk) - oorbeschermers - rubberen handschoenen
25
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
26
EVALUATIE 1
De evaluatie heeft een tweevoudig doel
De evaluatie dient aan de leerling informatie te geven over de mate waarin hij of zij er in geslaagd is om zowel de kennis als de vaardigheden te beheersen die mogen verwacht worden na het leerproces. De evaluatie moet aan de leraar de feedback geven om vast te stellen of hij of zij de meest aangepaste methode hanteert om de gestelde doelen te bereiken. Een evaluatie is meer dan een getal om een rapportcijfer te berekenen. Het is een werkinstrument waarbij permanent en wederzijds (leerling-leraar) besluiten dienen getrokken te worden over het onderwijs- en leerproces.
2
Evaluatie van praktijkvaardigheden
Praktijk- en gedragsvaardigheden, het uitwerken van thema’s, het maken van verslagen, het uitvoeren van opdrachten (werkstukken,oefeningen) kunnen we alleen met beoordelingsschema’s effectief beoordelen. Die lijsten moeten doel- en criteriumgericht, betrouwbaar, doorzichtig, spaarzaam en efficiënt zijn. In het beoordelingsproces kunnen drie stappen onderscheiden worden: - registreren (door middel van een beoordelingsschema); - interpreteren (door middel van een vierpuntenschaal): - rapporteren. 2.1
Registreren
Een beoordelingsschema is een instrument om zo objectief mogelijk te registreren. Het wordt voor iedere opdracht opgesteld. Een dergelijk schema of controlelijst bevat alle doelstellingen, subdoelstellingen, deeltaken en deelvaardigheden. Er dient in het beoordelingsschema een onderscheid gemaakt te worden tussen objectief meetbare aspecten (bijvoorbeeld een lengte van 80cm correct afmeten) en subjectief waarneembare aspecten (bijvoorbeeld een geschikte bewerkingsmethode kiezen). De mate waarin een objectief meetbare doelstelling bereikt werd, kan in het schema aangeduid worden door middel van een tweepuntenschaal: +: doelstelling bereikt -: doelstelling niet bereikt Voor subjectief meetbare doelstellingen wordt geadviseerd om te werken met een driepuntenschaal: +: doelstelling bereikt ±: doelstelling niet helemaal bereikt -: doelstelling niet bereikt Wanneer het beoordelingsschema samen met de opgave ter beschikking van de leerling gesteld wordt, kan de zelfevaluatie bij de leerling sterk aangemoedigd worden. 2.2
Interpreteren
Door middel van het beoordelingsschema controleert de leraar in welke mate de leerling de vooropgestelde doelstellingen bereikte. Aan de registraties in het beoordelingsschema kunnen verschillende interpretaties gegeven worden. Enkele voorbeelden: + ± (doel bereikt) (doel niet helemaal bereikt) (doel niet bereikt) niveau is voldoende
voldoende maar leemten voor verbetering vatbaar
niveau onvoldoende onaanvaardbaar niveau
nagenoeg foutloos
aanvaardbare tekorten
schadelijke fouten
nagenoeg correct
aanvaardbaar aantal lichte of detailfouten of leerproces fouten
volledig
kleine tekorten
onvergeeflijke fouten zware inbreuken onvolledig, zware tekorten
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) behoorlijk, zinvol
storingen, fragmentarisch
kan het en doet het vrijwel altijd, kan het en doet het af en toe, spontaan en zonder aarzelen zonder overtuiging, wisselvalling 2.3
27
onlogische uitvoering kan het niet, doet het niet of nooit, afwijzend en met tegenzin
Rapporteren
Er wordt aanbevolen om -voor elk criterium afzonderlijk- te rapporteren met een vierpuntenschaal die aangeeft of het resultaat beoordeeld wordt als ‘heel goed’, ‘goed’, ‘zwak’ of als ‘onvoldoende’ (het gebruik van cijfers wordt afgeraden). De omzetting van de (eventueel gewogen) beoordelingen kan op verschillende manieren gebeuren. Hoe de omzetting zal gebeuren wordt in ieder geval vooraf vastgelegd. Dit kan bijvoorbeeld als volgt gebeuren. Heel goed - meer dan 80% van de subvaardigheden, subdoelstellingen zijn bereikt - (nagenoeg) foutloos, uitstekend - enkel + codes - volledig zelfstandig uitgevoerd - vlotte uitvoering, met overtuiging, belangstelling … Goed - 60 à 80 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt - veel + en weinig ± codes - aanvaardbare kwaliteitsverschillen - aanvaardbare proces-leerfouten - geen schadelijke fouten - zichtbare vorderingen Zwak - 50 à 60 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt - alleen een deel van de subdoelen zijn bereikt - weinig + en veel ± codes - veel onnodige leerfouten - soms zware schadelijke fouten - geen zichtbare vorderingen Niet goed - minder dan 50% van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt - veel ± codes of alleen maar ± codes en - codes - veel schadelijke of onvergeeflijke fouten, onlogisch handelingen Remediëring dient steeds te worden geformuleerd Remedieer de tekorten en de leemten: je taak of praktische oefening ……………………………….. - kan je nog verbeteren als je …………………………………………………………………..… - zal aan de minimumeisen voldoen als je volgende punten verbetert…………………..……
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Bouw PV Praktijk bouw (1e jaar: 16 lestijden/week, 2e jaar: 16 lestijden/week) TV Bouw (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE Bouwmethodes Ruwbouw Beroepsprofielen in de bouwnijverheid FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid) Koningsstraat 45 bus 4 1000 Brussel Tel 02 210 03 33 www.fvfffc.be Richtlijnen – Normen technisch tekenen Hout-Bouw CRITTO KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging) Desguinlei 214 2018 Antwerpen tel: 03 216 09 96 http://www.ti.kviv.be/critto Schaal voor attitudemeting (SAM) VKW (Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden) Tervurenlaan 463 1160 Brussel Beroepsopleidingsprofiel metselaar VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) Leuvenseplein 4 1000 Brussel Tel 02 219 42 99 www.vlor.be NAVB (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in de bouwnijverheid) Poincarélaan 70 1070 Brussel tel: 02 523 40 93 http://www.nabijv.be Bouwunie Spastraat 8 1000 Brussel Tel 02 238 05 11
www.bouwunie.be
VCB (Vlaamse Confederatie Bouw) Lombardstraat 34-42 1000 Brussel tel: 02 545 57 49 http://www.vcb.be
28