LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV Praktijk elektriciteit TV Elektriciteit
20/20 lt/w
Specifiek gedeelte Studierichting:
Elektrische installaties
Studiegebied:
Mechanica- elektriciteit
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2012/018 (vervangt 2009/014)
Nummer inspectie:
2012/587/1//D (vervangt 2009 / 4 // 1 / N / SG / 2H / II / / V/12)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
1
INHOUD Visie....................................................................................................................................... 2 Visie op de studierichting..........................................................................................................................2 Visie op het leerplan .................................................................................................................................2 Schematisch: ............................................................................................................................................3
Beginsituatie......................................................................................................................... 4 Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 5 BA4 / BA5 .................................................................................................................................................6 Taalontwikkelend vakonderwijs ................................................................................................................7
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................. 11 Ondersteunende leerplandoelstellingen .................................................................................................11 Specifieke leerplandoelstellingen ...........................................................................................................17
Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 35 Algemene aandachtspunten ...................................................................................................................35 Geïntegreerde aanpak ............................................................................................................................35 Projectmatig werken ...............................................................................................................................35 Jaarplan ..................................................................................................................................................36 Vakoverschrijdende eindtermen .............................................................................................................36 Verklarende lijst van afkoringen .............................................................................................................39
Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 40 Algemeen................................................................................................................................................40 Specifiek .................................................................................................................................................40
Evaluatie ............................................................................................................................. 42 Bibliografie ......................................................................................................................... 43 Boeken....................................................................................................................................................43 Enkele interessante websites .................................................................................................................44
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
2
VISIE VISIE OP DE STUDIERICHTING Leerlingen die kiezen voor de tweede graad BSO Elektrische installaties zijn aangetrokken door de wereld van de elektriciteit en de installatietechniek. Deze leerlingen zijn vooral geboeid door de praktische toepassingen en door de mogelijkheid om zelf praktische vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Het is van kapitaal belang om dit enthousiasme levendig te houden zodat hun schoolcurriculum gedragen wordt door een motiverende interesse. Om dit te realiseren is, naast een praktische professionele benadering, een dynamische en aanschouwelijke aanpak vereist zodat de leergierigheid van deze leerlingen continu wordt aangemoedigd.
VISIE OP HET LEERPLAN De kunstmatige scheiding tussen theorie en praktijk werd in dit leerplan volledig opgeheven zodat duidelijk wordt gekozen voor de geïntegreerde aanpak. Ook de opdeling in subvakken werd om dezelfde reden opgeheven. Het blijvend motiveren van deze leerlingengroep is erg belangrijk en kan onder meer door:
een ruim en gevarieerd aanbod te bieden;
de theoretische begrippen proefondervindelijk en praktijkgericht te benaderen;
te zorgen voor een krachtige en aantrekkelijke leeromgeving;
de praktijkopdrachten/ projecten aantrekkelijk en uitdagend te maken;
de verschillende beroepsmogelijkheden regelmatig toe te lichten (beroepenfilms, open bedrijvendagen …) en te concretiseren met werkplekleren.
De theoretische en technische begrippen van de elektriciteitsleer zijn voor deze leerlingen te beschouwen als de onderbouw voor de praktijk elektriciteit. Ze zullen daarom worden gegeven in functie van de praktijkoefeningen; het werken met projecten leent zich hier best voor. Het is aanbevolen om de lessen door één of twee leraren te laten geven. De leerplandoelstellingen en inhouden werden gegroepeerd in volgende delen:
ondersteunende leerplandoelstellingen:
overkoepelende leerplandoelstellingen/ competenties, verdeeld in twee clusters;
te integreren in alle andere leerplandoelstellingen.
specifieke leerplandoelstellingen: technisch proces en deelsystemen:
de vakgerichte onderdelen, verdeeld in vijf clusters.
Het werken aan en/of het onderzoeken van residentiële elektrische (deel)systemen gebeurt via het technisch proces. Het onderzoekend leren wordt via het technisch proces uitgewerkt. Tijdens praktische opdrachten krijgen de leerlingen geregeld de kans om deze vaardigheden te oefenen. De leerkracht voorziet een opbouw in complexiteit van de (deel)systemen. De didactische aanpak waarbij de focus gelegd wordt op een welbepaalde fase van het technisch proces is cruciaal in het leerproces van leerlingen. Hierdoor wordt het belang van elke fase aangetoond/ervaren door de leerlingen en krijgen ze de kans om de methodiek binnen elke fase in te oefenen. Kader de gefaseerde aanpak steeds in het geheel van het technisch proces. Een didactische aanpak via projectwerking met contextrijke authentieke opdrachten is een voorwaarde opdat leerlingen de opeenvolgende stappen van het technisch proces integraal kunnen doorlopen. Deze projecten kunnen zowel klassikaal, in groep als individueel aan bod komen waarbij een toenemende graad van zelfstandigheid bij de leerlingen cruciaal is. Ook tijdens het uitvoeren van activiteiten op de stage zal de leerling de systematische aanpak van het technisch proces toepassen. De leerkracht toont het belang van methodisch werken aan. Leerlingen zijn reeds vertrouwd met het werken volgens het technisch proces. Naarmate leerlingen deze werkmethodiek zelfstandig beheersen, fungeert de leerkracht als coach.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
3
SCHEMATISCH:
Taalontwikkelend vakonderwijs Ondersteunende leerplandoelstellingen context
taalsteun
interactie
Kwaliteitszorg, veiligheid, milieu en preventie
Loopbaanleren en een leven lang leren
Specifieke leerplandoelstellingen Voorbereidende werkzaamheden
Montage van elektrische installaties
Installatie van elektrische installaties
Montage en installatie van verdeelborden
Elektrische werkzaamheden
Het taalontwikkelend vakonderwijs
deze competenties zijn gericht op taal als ondersteuning in het vak
het taalbeleid is niet alleen de taak van de taalleerkracht: taal is te belangrijk om deze enkel over te laten aan de leraar Nederlands. Het complementair gedeelte van het leerplan zal dienen om
de leerplandoelstellingen te bereiken indien de leerlingengroep dit vereist;
of in te spelen op de regionale behoefte;
of een aanbod te geven als aanvullende inhouden bij de opleiding. In dit leerplan worden een aantal competenties beoogd die eigen zijn aan een aantal beroepen uit de sector. Hiervoor werd gebruikgemaakt van:
1
het beroepsopleidingsprofiel: residentieel elektrotechnisch installateur ;
de sectorcompetenties uitgeschreven door VORMELEK (in afwachting van de beroepscompetentieprofielen). Dit leerplan werd ontwikkeld aan de hand van het beroepscompetentieprofiel voor de residentieel elektrotechnisch installateur, opgemaakt door VORMELEK.
1
De elementen uit dit beroepsopleidingsprofiel die niet werden opgenomen in dit leerplan worden gerealiseerd in het leerplan voor de 3e graad Elektrische installaties.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
4
BEGINSITUATIE De leerinhouden sluiten naadloos aan bij de inhouden die behandeld werden in het beroepsvoorbereidend leerjaar, beroepenveld elektriciteit. De leerlingen komen normaal uit het 2e jaar van de eerste graad. De leerlingen kunnen uit verschillende basis opties of beroepenvelden komen, waardoor er een verschillende voorkennis kan zijn. Hierdoor bestaat er inzake voorkennis een groot verschil tussen de verschillende leerlingen. Door middel van goed gekozen oefeningen en projecten, zal de leraar bij het begin van het schooljaar meteen het niveau van de leerlingen nagaan. Mocht blijken dat er voor sommigen een bijwerking nodig is, dan zal dit hoofdzakelijk moeten gebeuren door inhaallessen buiten het normale lessenrooster en/of door binnenklasdifferentiatie. De leraar zal echter steeds zorgen voor een gestructureerde bijwerking en voor een degelijke begeleiding van de leerling. Coördinatie met collega's zal zeker noodzakelijk zijn.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
5
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Dit leerplan van de tweede graad Elektrische installaties heeft als doel het verwerven van de technische en beroepscompetenties met betrekking tot residentiële elektrische installaties. Volgende competenties worden aangeleerd en ontwikkeld:
onder begeleiding het eigen werk organiseren en plannen;
op basis ven een werkplanning de werkzaamheden voor de montage en installatie van residentiële elektrische installaties voorbereiden;
de geldende voorschriften op het vlak van veiligheid, hygiëne, milieu en ergonomie nauwgezet naleven;
efficiënt (economisch-ecologisch) en veilig werken zowel wat tijd, gereedschappen, toestellen en grondstoffen betreft;
diverse schema’s en plannen kunnen lezen en de nuttige gegevens voor de installatie en montage kunnen afleiden;
leidingen, dozen en voedingskabel voor residentiële elektrische installaties plaatsen en hiervoor draden en kabels trekken;
schakelmateriaal, contactdozen en verbruikers plaatsen en aansluiten;
verdeelborden monteren, bedraden, plaatsen en aansluiten;
metingen uitvoeren en de methodiek van foutzoeken systematisch toepassen;
elektrische werkzaamheden uitvoeren volgens de regels van goed vakmanschap;
kritisch reflecteren op de kwaliteit van de werkzaamheden en indien nodig bijsturen met het oog op het afleveren van een kwaliteitsvol resultaat;
de evolutie binnen de sector opvolgen.
Tijdens de opleiding wordt er via een geïntegreerde benadering naar gestreefd de leerling de noodzakelijke basiskennis en vaardigheden bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan het beroepsopleidingsprofiel van de studierichting. Bij alle leerinhouden – waar mogelijk – zal de nodige aandacht besteed worden aan het bijbrengen van de genormaliseerde eenheden bij de verschillende nieuwe begrippen en aan de voorschriften van ARAB, CODEX en AREI. Naast de technische vaardigheden zal ook de nodige aandacht besteed worden aan de volgende attitudes: Accuratesse:
erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien.
Contactvaardigheid:
in staat zijn om contact te leggen en eventueel te onderhouden, ook in moeilijke situaties (onder meer met mensen met verschillende opvattingen en achtergrond).
Een werkplan kunnen maken:
in staat zijn om op systematische wijze te beslissen welke stappen men bij de uitvoering van een taak zal zetten.
Empathie:
in staat zijn zich in te leven in iemands situatie, er begrip voor op te brengen en er tactvol mee om te gaan.
Kritische ingesteldheid:
in staat zijn zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
Kunnen omgaan met informatie:
in staat zijn om informatie te verzamelen, te verwerken en te verstrekken.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week) Kwaliteitsbewustzijn:
in staat zijn om in te schatten aan welke vereisten een product of een dienst moet voldoen en in staat zijn om aan die vereisten tegemoet te komen.
Leerbekwaamheid:
in staat zijn om, via geëigende leerprocessen, zijn competenties te verbreden en te verdiepen.
Leergierigheid:
in staat zijn om actief te zoeken naar situaties om zijn competenties te verbreden en te verdiepen.
Omgaan met stress:
in staat te leven met een aanvaardbare werkdruk, ook in moeilijke arbeidsomstandigheden (onder meer aard van het werk, de werkomgeving, tegenslagen en kritiek).
Veiligheids- en milieubewust:
in staat zijn om actief en proactief in te staan voor de veiligheid en om situaties te voorkomen die mens en milieu kunnen schaden.
Verantwoordelijkheidszin:
aandacht hebben voor de consequenties van een taak en beslissingen nemen op basis van mogelijke consequenties ervan.
Zin voor samenwerking:
in staat zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken, coöperatief leren, samen met anderen de installatie realiseren, overleggen.
6
BA4 / BA5 Er kunnen opleidingen aan geboden worden die als onderdeel moeten beschouwd worden van vereiste kennis, en waarbij de werkgever geoordeeld heeft dat de inhouden van de aangeboden cursus relevant is. Dergelijke algemene (generieke) opleidingen kunnen verwijzen naar bv. de vereiste vaktechnische competenties, het begrijpen van de risicofactoren, algemene inzichten over veilige werkprocedures (de 8 gouden regels …). Maar de werkgever zal tenslotte zelf bijkomende noodzakelijke informatie moeten geven die vereist is om te voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in art. 47 van het AREI, inspelend op de situationele toestand van zijn elektrische installatie op een locatie in zijn bedrijf. Deze aanvullende vereiste kennis, alsnog door de werkgever te verschaffen, als de specifieke opleiding, omvat minstens:
de kennis van de risico’s van zijn installatie (toepassing van de Wet Welzijn op het werk: de risicoanalyse, waarbij bv. ook de plaatselijke externe invloeden in rekening worden gebracht).
de werkprocedures, rekening houdend met een strikte hiërarchie in de te nemen preventiemaatregelen: collectieve preventiemaatregelen primeren op het persoonlijke; het gebruik van PBM.
de aard van de installatie: bv.:
welk soort elektrisch netstelsel is van toepassing?
Onderscheid tussen laagspanning- hoogspanning? Welk onderdeel van de installatie is toegankelijk voor de betrokkene?
de aard van de toegelaten werkzaamheden:
welke handelingen mag de betrokkene expliciet uitvoeren? De bevoegdheidsverklaring is bijgevolg “situationeel”: d.w.z. afhankelijk van de plaatselijke elektrische situatie, en werkomstandigheden en de taken.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
7
TAALONTWIKKELEND VAKONDERWIJS Taal, leren en denken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Taalontwikkeling realiseer je niet alleen door taalvakken, maar door alle vakken met de Nederlandse taal te doordrenken. Er wordt tegelijkertijd aan de onderwijsdoelen van het vak en aan de talige doelen gewerkt. Dat vraagt inspanningen van alle leden van het schoolteam, ook van diegenen die zichzelf niet zo “talig” vinden. Een school moet, in alle lokalen en in alle vakken, een krachtige, interactieve taalomgeving worden. Dat .2: vraagt voor een aantal leraren een nieuw denkkader en een nieuw handelingskader
deze competenties zijn gericht op taal als ondersteuning in het vak,
het taalbeleid is niet alleen de taak van de taalleerkracht: taal is te belangrijk om dit enkel over te laten aan de leraar Nederlands,
de drie pijlers van taalontwikkelend vakonderwijs zijn het aanbieden van voldoende context, interactie en taalsteun in de vaklessen.
2
Bron: Talennota 2011- departement Onderwijs en Vorming.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
1
8
CONTEXTRIJK LEREN
TAALCOMPETENTIES
CONTEXT
1
de leraar schept betekenisvolle contexten, aansluitend bij (talige) voorkennis van leerlingen.
2
de leraar schept een rijke taalomgeving met een variatie aan leermiddelen.
3
er wordt geleerd met verschillende zintuigen.
4
er wordt in context getoetst.
Contexten geven betekenis aan het leerproces: de leerling kan zich een beeld vormen van de situatie waarin vakinhouden worden aangeboden. Het is nodig de context te verkennen, want de gebruikte contexten zijn niet aan iedereen bekend. Daarnaast is het van belang dat de leraar de talige aspecten van de context toegankelijk maakt voor de leerlingen: zowel het schriftelijke taalaanbod (in boeken, op werkblaadjes) als het mondelinge taalaanbod (dat wat de leerkracht zegt).
Pedagogisch-didactische wenken
de leraar geeft/vraagt naar voorbeelden uit de leefwereld van de leerlingen.
de leraar zorgt ervoor dat leerlingen passages in tekstmateriaal aan elkaar kunnen verhelderen.
de leraar zorgt voor activerende werkvormen.
de leerlingen mogen samenwerken bij het uitvoeren van opdrachten
de leraar geeft heldere en begrijpbare instructies.
de leraar stelt open en uitdagende vragen; hij lokt interactie uit.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
9
INTERACTIE
TAALCOMPETENTIES
CONTEXT
5
leerlingen worden aangezet tot praten en schrijven over de leerstof:
5.1
manieren om lesinhouden te verdiepen
5.2
manieren om groeperingsvormen effectief in te zetten
5.3
bewust hanteren van denktijd en begripscontrole in gesprekken
5.4
bevorderen van een respectvol klasklimaat om interactie te bevorderen
5.5
gelegenheid bieden tot reflectie.
Leren is een interactief proces: kennis komt tot stand doordat je er met anderen over praat. Het actief gebruiken van de taal stimuleert de taalontwikkeling. Daarom moeten leerlingen in de klas de gelegenheid krijgen voor talige inbreng, voor taalproductie zowel mondeling als schriftelijk. Leerlingen moeten kunnen praten en schrijven in de les. De leraar heeft hierbij een stimulerende functie door het gesprek op gang te brengen en te begeleiden en te reageren op de inbreng van leerlingen. Verder kunnen leerlingen veel taal leren door in groepjes of in duo’s samen te werken en te praten over de leerstof.
pedagogisch-didactische wenken
de leraar geeft/vraagt naar voorbeelden uit de leefwereld van de leerlingen.
de leraar zorgt ervoor dat leerlingen passages in tekstmateriaal aan elkaar kunnen verhelderen.
de leraar zorgt voor activerende werkvormen.
de leerlingen mogen samenwerken bij het uitvoeren van opdrachten
de leraar geeft heldere en begrijpbare instructies.
de leraar stelt open en uitdagende vragen; hij lokt interactie uit.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week) 3
CLUSTER
10
TAALSTEUN
TAALCOMPETENTIES
CONTEXT
6
leerlingen worden ertoe aangezet om hun taalvaardigheid verder uit te bouwen
6.1
de leraar expliciteert (vak)taaldoelen en vakconcepten van een les(senreeks) door ze bijvoorbeeld op het bord te schrijven
6.2
de leraar biedt de leerlingen steun bij het lezen en luisteren, bijvoorbeeld via sleutelschema's en bij het produceren van vaktaal (pratend en schrijvend), bijvoorbeeld via schrijfkaders
6.3
de leraar geeft vaktaalgerichte feedback op inbreng van de leerlingen.
Dit betreft steun bij het begrijpen en produceren van taal. Taalsteun kan op diverse manieren geboden worden: steun bij teksten en nieuwe woorden, steun bij het zelf praten en schrijven, en soms steun in de vorm van ‘taallesjes’, zoals taaloefeningen rondom nieuwe formuleringen in vaktaal.
Pedagogisch-didactische wenken
de leraar geeft duidelijk aan in welke (mondelinge of schriftelijke) (taal)taak de leerstof geoefend, herhaald of getoetst zal worden.
de leraar geeft duidelijk aan welke kernbegrippen of nieuwe woorden beheerst zullen moeten zijn.
de leraar moedigt alle leerlingen aan om de nieuwe begrippen te gebruiken in een zin, in een parafrase, in de toelichting van een antwoord of van een stukje lectuur.
de leraar gebruikt algemeen en voldoende correct Nederlands.
het taalgebruik van de leraar sluit aan bij (is van een iets hoger niveau dan) dat van de leerlingen.
de leraar neemt initiatieven die ertoe bijdragen dat leerlingen de vaktermen kennen en kunnen gebruiken
de leraar besteedt aandacht aan niet vakgebonden schooltaal.
de leraar zorgt ervoor de (beluisterde, gelezen) informatie visueel te maken door middel van voorwerpen, foto's, prenten, schematische voorstellingen e.d.
de leraar stimuleert de leerlingen om te reageren op mekaars antwoorden, om in overleg te gaan e.d.
de leraar biedt hulplijnen aan (bepaalde) leerlingen: toelichting door taalsterke leerlingen; extra hulpmiddelen zoals samenvattend kader; begrippenlijst met verwante woorden; schrijfkaders; voorbeeldformuleringen; woordenboek.
de leraar geeft extra instructie en uitleg aan leerlingen die minder taalvaardig zijn
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN ONDERSTEUNENDE LEERPLANDOELSTELLINGEN CLUSTER
1
KWALITEITSZORG, VEILIGHEID, MILIEU EN PREVENTIE
DE LEERLING VOERT KWALITEITSCONTROLES UIT, WERKT VEILIG, WERKT MILIEUBEWUST EN RAPPORTEERT VOLGENS DE AFSPRAKEN IN EEN RESIDENTIËLE ELEKTROTECHNISCHE CONTEXT. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1
2
3
onder begeleiding het werkstuk en het werkproces op geregelde tijdstippen beoordelen op kwaliteit en bijsturen indien nodig.
de regelgeving m.b.t. welzijnswetgeving, codex, ARAB en AREI toepassen tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.
potentiële gevaren herkennen en de interne procedure inzake het melden van incidenten, ongevallen en/of gevaarlijke situaties toepassen.
LEERINHOUDEN
kwaliteitszorg: proces en product
de kwaliteitscriteria
kwaliteitscontrole
correct gebruik van meet - en controle-instrumenten
bijsturen van afwijkingen
registratie van resultaten
regelgeving in functie van de uit te voeren opdrachten:
welzijnswetgeving
ARAB
AREI
codex
de terminologie
de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten
de gevaren van elektriciteit voor de mens (en omgeving) en de effecten ervan op het lichaam
verschil elektrocutie en elektrisering, rechtstreeks en onrechtstreeks aanraking
kortsluiting
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
1
12
KWALITEITSZORG, VEILIGHEID, MILIEU EN PREVENTIE
DE LEERLING VOERT KWALITEITSCONTROLES UIT, WERKT VEILIG, WERKT MILIEUBEWUST EN RAPPORTEERT VOLGENS DE AFSPRAKEN IN EEN RESIDENTIËLE ELEKTROTECHNISCHE CONTEXT. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
4
de bescherming- en beveiligingstechnieken tijdens de werkzaamheden toepassen.
LEERINHOUDEN
spanningsloos fouten in eenvoudige schakelingen opsporen en verhelpen
met elektrisch testgereedschap spanning detecteren
branddriehoek
nood – en evacuatieplan, basisbrandblustechnieken
gevaaraanduidingen en gevaarsymbolen
veiligheidsnormen en reglementering
de vitale 5: vrijschakelen, vergrendelen, meten, aarden, afbakenen
de 8 gouden regels: werkvoorbereiding, vrijschakelen, vergrendelen, meten, aarden en kortsluiten, afbakenen van de werkzone, de vrijgave, het terug onder spanning brengen na akkoord van de installatieverantwoordelijke
5
tijdens de werkzaamheden aandacht besteden aan de persoonlijke en collectieve veiligheid volgens de gegeven instructies.
omgaan met pbm’s en cbm’s
6
de machines en het gereedschap volgens instructies op een veilige en efficiënte manier gebruiken, onderhouden en opbergen.
machines en gereedschappen
meet- en controle-instrumenten
veiligheidinstructies en -procedures
onderhoud en opbergen van gereedschappen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
1
13
KWALITEITSZORG, VEILIGHEID, MILIEU EN PREVENTIE
DE LEERLING VOERT KWALITEITSCONTROLES UIT, WERKT VEILIG, WERKT MILIEUBEWUST EN RAPPORTEERT VOLGENS DE AFSPRAKEN IN EEN RESIDENTIËLE ELEKTROTECHNISCHE CONTEXT. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 7
8
9
in staan voor de orde en netheid van de werkomgeving.
milieubewust werken en de milieuvoorschriften respecteren.
economisch en ecologisch verantwoord omgaan met grondstoffen en elektrische energie.
LEERINHOUDEN
orde en netheid – preventiemaatregelen tegen ongevallen
aandacht voor verlengsnoeren en - haspels
de veiligheidsvoorschriften voor de werkplek
het werkplaatsreglement
voorschriften met betrekking tot afvalbeheer en afvalverwijdering
identificatie van afval
verzamelen en sorteren van afval en restproducten
veilig manipuleren en transporteren van afval
verantwoord omgaan met elektrische energie,
de instructies om met grondstoffen om te gaan
recuperatie van materialen
10
de nieuwe vakbegrippen gebruiken, mondeling en/of schriftelijk omschrijven.
vakterminologie
11
op basis van een aangegeven structuur over de uitgevoerde werkzaamheden schriftelijk/mondeling rapporteren.
opsporen en signaleren van problemen
problemen bespreekbaar maken
registreren van de uitgevoerde werkzaamheden
werkfiche
beheren en invullen van opvolgingsdocumenten
duidelijke en volledige informatie doorgeven voor de verdere uitvoering van de installatie
ICT gebruik
12
gebruik maken van ICT ter ondersteuning van diverse activiteiten.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
1
14
KWALITEITSZORG, VEILIGHEID, MILIEU EN PREVENTIE
DE LEERLING VOERT KWALITEITSCONTROLES UIT, WERKT VEILIG, WERKT MILIEUBEWUST EN RAPPORTEERT VOLGENS DE AFSPRAKEN IN EEN RESIDENTIËLE ELEKTROTECHNISCHE CONTEXT. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Pedagogisch-didactische wenken Kwaliteit
criteria: bv.: plaats van leidingen, dozen, afstanden, diepte ….
controle: van afmetingen, instellingen, werkomgeving, toleranties, het eigen werk
meet- en controle instrumenten; bv.: meter, waterpas, laser, smetkoord, IR camera …
aandacht voor de verschillende zintuigen: visueel, auditief, geur, tast …
Veiligheid
veiligheid is niet enkel kennis, eerder een attitude
het verband aantonen tussen welzijnswetgeving en het AREI
de nodige aandacht voor ergonomie
raadpleeg het filmmateriaal dat ter beschikking wordt gesteld door o.a. DNB
nood- en evacuatieplan, kennis van brandblusprocedure, EHBO, reanimatie …
filmmateriaal bij Eandis …
potentiële gevaren en de interne procedure inzake het melden van incidenten, ongevallen of gevaarlijke situaties
benadruk de werkprocedures (o.a. de 8 gouden regels en de vitale 5) voor veilig werken en daaraan gekoppelde werkinstructies en verwijs systematisch naar de Welzijnswet, de CODEX welzijn op het werk, het AREI en het ARAB
op de website van de federale overheid (FOD- WASO) en onderwijs Vlaanderen vind je over dit onderwerp veel informatie
PBM’s gebruiken, o.a. werkkledij, veiligheidsschoenen, aangepaste veiligheidsbril, aangepaste handschoenen, veiligheidshelm, indien de werkomstandigheden dit vereisen
de literatuur van VCA kan gebruikt worden als informatiedocument voor de leraar.
bijzondere aandacht voor gereedschap met doorslagweerstand.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
1
15
KWALITEITSZORG, VEILIGHEID, MILIEU EN PREVENTIE
DE LEERLING VOERT KWALITEITSCONTROLES UIT, WERKT VEILIG, WERKT MILIEUBEWUST EN RAPPORTEERT VOLGENS DE AFSPRAKEN IN EEN RESIDENTIËLE ELEKTROTECHNISCHE CONTEXT. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Preventie
het werkplaatsreglement zodanig opstellen dat het haalbaar is: bv. max. 7 artikels
de werkplek ordelijk houden betekent: opruimen om vallen, struikelen en uitglijden te voorkomen
omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures
beheersmaatregelen voor struikelen, uitglijden en vallen toepassen
Milieu
kunststoffen en metalen afzonderlijk verzamelen, stockeren en afvoeren
H- en P- zinnen (gevaren- en voorzorgsmaatregelen); zullen de R- en S- zinnen vervangen
voorziet de draadreserve conform de instructie (regels van goed vakmanschap)
aandacht voor Koper, draden en kabels Informatie verwerken
verwerven en verwerken van informatie door bv.: raadplegen van catalogi, handleidingen, schrijven van rapporten, tekstverwerking, rekenbladen, maken van presentaties …
in samenwerking met PAV
de CLIM (coöperatief leren in multiculturele groepen (www.steunpuntdiversiteit.be) methodiek om op een gestructureerde wijze coöperatief leren te implementeren in de klaspraktijk.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
LOOPBAANLEREN EN EEN LEVEN LANG LEREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 13
16
verschillende beroepsmogelijkheden, vervolgopleidingen die gelinkt zijn aan de studierichting elektrische installaties herkennen en toelichten.
beroepsmogelijkheden
bedrijven
vervolgopleidingen
14
een realistisch beeld vormen van de elektrotechnische sector.
werkomgeving van de elektrotechnische sector
15
rekening houden met hun eigen interesses en mogelijkheden bij hun studiekeuze.
zelfbeeld
studiekeuze
actuele ontwikkelingen en trends in het vakgebied opvolgen.
nieuwe technieken
ontwikkelingen en trends in het vakgebied
16
Pedagogisch-didactische wenken
films ter beschikking bij: Vormelek (stroomopwaarts), VDAB, Werk voor durvers (www.durvers.be ), VOKA, EANDIS …)
studiewijzer, www.ond.vlaanderen.be studieaanbod …
nieuwe technieken, materialen … met specifieke aandacht voor duurzaamheid, maatschappelijke gevolgen.
verschillende systemen van hernieuwbare energievoorziening (zonneboiler, zonnepanelen …)
deze nieuwe ontwikkelingen indien mogelijk in de klas brengen.
informatieverwerving via beurzen, catalogi, internet … via bv het aanleggen van een documentatiemap.
in concrete voorbeelden aangeven wat de positieve en negatieve effecten van technische systemen zijn op maatschappelijk leven en op de natuur.
de risico’s verbonden aan het gebruik van bepaalde toestellen en productieprocessen inschatten
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
17
SPECIFIEKE LEERPLANDOELSTELLINGEN Technische (deel)systemen onder begeleiding plaatsen en aansluiten waarbij de opeenvolgende stappen van het technisch proces worden doorlopen
in dit leerplan betekent een technisch (deel-)systeem: m.b. leidingen, dozen, draden, kabels, contactdozen, voedingskabels, schakelmateriaal, verbruikers (verlichting, parlofonie, belinstallatie …), verdeelborden, aardingssysteem voor residentiële toepassingen
werken volgens het technisch proces:
probleem/behoefte
ontwerpen
maken
in gebruik stellen
evalueren
CLUSTER
1
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
DE LEERLING BEREIDT DE WERKZAAMHEDEN VOOR. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 17
18
op basis van een ter beschikking gestelde planning het eigen werk onder begeleiding efficiënt plannen en opvolgen.
de gepaste onderdelen en gereedschappen volgens instructies bepalen en verzamelen in functie van de werkopdracht.
LEERINHOUDEN
ergonomisch verantwoorde werkplek
analyse van het probleem/ de behoefte:
basisbegrippen: spanning, stroom, weerstand, verbruiker, vermogen, arbeid, wisselspanning, gelijkspanning, isolerende materialen
elektrische grootheden, eenheden
lezen en interpreteren van schema’s, plannen en tekeningen
ontwerpen: tekenen en schetsen
plannen, organiseren en opvolgen van het eigen werk
verzamelen van het benodigd materiaal en materieel voor het uitvoeren van montagewerkzaamheden
wet van ohm
selectie materialen in functie van het vermogen en/ of stroom
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
1
18
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
DE LEERLING BEREIDT DE WERKZAAMHEDEN VOOR. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
materiaal en materieel correct stockeren
soorten residentiele lampen
19
de voorbereidende werkzaamheden uitvoeren
technische specificaties
factoren die de keuze van de lamp bepalen
afbraak en/of demontage van de oude installatie
werkmethode voor het gebruik van ladders
Pedagogisch-didactische wenken
vertrekken van een eenvoudig bestaand bouwplan
tekenen/schetsen van leiding-, bedrading-, stroombaan- en installatieschema’s
voor het tekenen wordt aanbevolen om een CAD programma te gebruiken (E-plan, Caddy ++ …)
voorstellen van gebruik van kleuren: zie VORMELEK
aandacht voor de risico’s verbonden aan het gebruik van bepaalde toestellen, stoffen en procedures
laat de leerlingen via een proef de wet van ohm vaststellen
ladders: gebruik, rechtzetten en vastleggen, beklimmen en afdalen, beperkt werken op de ladder
voor gebruik van ladders: info bij bijvoorbeeld ALTREX en beperkt aanbod
werken op hoogte is een opleiding die best gevolgd wordt door de leraar
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
19
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING PLAATST LEIDINGEN, DOZEN EN VOEDINGSKABEL, TREKT DRADEN EN KABELS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
20
een werfkast aan de hand van gegeven schema’s selecteren
de werfkast
21
de verschillende basiscomponenten van een werfkast herkennen
vermogen van de woning
wet van Pouillet / spanningsval
procedure aanvraag aanmaak dossier
de verliesstroombeveiliging
de aarding
keuring
tijdelijke aansluiting-aansluitkabel
22
een werfkast voor een woning in aanbouw installeren en de keuring opvolgen
23
de richtlijnen van de distributienetbeheerder (dnb) voor het juiste gebruik toepassen
energiesteen
aansluitbocht
24
de aansluitkabel volgens de instructies van de distributienetwerkbeheerder (DNB) plaatsen met voldoende kabel reserve
wachtbuis
de instructie van de distributie netwerkbeheerder
de tellerkast:
kenmerken van de meters i.f.v. de tarieven en het vermogen
plaatsing
25
het situatie- en ééndraadschema tekenen en gebruiken om leidingen uit te zetten
elektrische symbolen
kabelgoten
26
de componenten uit de schema’s aftekenen in verhouding met de pas en het schema
volumes badkamer
plaatsing van leidingen en toestellen
27
de assen van de inbouwdozen aftekenen
de plaats van leidingen, stopcontacten, schakelaars
28
leidingtracés omzetten in materialenlijst met componenten
de aftekenmethode
de benodigde componenten voor residentiele installatie
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
20
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING PLAATST LEIDINGEN, DOZEN EN VOEDINGSKABEL, TREKT DRADEN EN KABELS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 29
LEERINHOUDEN
opbouw- en inbouwdozen plaatsen in functie van de uitwendige invloeden van toepassing op de installatie
30
diverse soorten buizen en draden voor elektrische toepassingen onderscheiden en hun toepassingsgebied weergeven
31
de juiste elektriciteit buis en wandgootsysteem kiezen in functie van de toepassing
installaties:
inbouwinstallaties
installaties in holle wanden
opbouwinstallaties
wandgoten
soorten dozen: opbouwdozen, inbouwdozen, aftakdozen, niet spatwaterdicht en spatwaterdicht, horizontaal/ verticaal
rekening houden met gebruikte bouwmaterialen: baksteen, beton, gipsplaat, cement, plaaster
isolatieklassen van de materialen (beschermingswaarden- ip waarden)
dichten van sleuven en vastzetten van inbouwdozen met cement of gips (u)
soorten buizen: tth, tal, pvc, flexibele buis (geribd en glad), voorbedraad: handelsmaten en toebehoren
wandgootsystemen
normalisatie en harmonisatie types draden en kabels:
h07v-u
h07v-r
xvb-f2
UTP, FTP, coax
verschil thermoplast en thermoharders
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
21
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING PLAATST LEIDINGEN, DOZEN EN VOEDINGSKABEL, TREKT DRADEN EN KABELS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 32
verschillende soorten draden kabels, elektriciteitsbuizen en wandgootsysteem voor residentiele installaties bewerken
33
draden en kabels kiezen in functie van de toepassing en verbruikers
LEERINHOUDEN
34
35
buizen, kabels en wandgootsystemen voor residentiele installaties (inbouw of opbouw) met de geëigende hulpstukken aanleggen en bevestigen volgens de richtlijnen van goed vakmanschap
de procedure voor het plaatsen van een aardingslus en het inslaan van de aardelektrode beschrijven
doorsneden en kleuren van draden en kabels (opsomming)
gereglementeerde en afgesproken kleuren
snoeren
bewerkings- en verbindingstechnieken: o kabel en draad: draad trekken, knippen, ontmantelen, verbinden (lasdoppen- steekklemmen- kroonsteen …) o buis: afkorten, buigen, verbinden o wandgoot: afkorten, verbinden
kabelwartels
bevestigingsmateriaal
het plaatsen van opbouwleidingen
installatiegereedschap
correcte invoering van kabels in toestellen met de nodige draadreserve
bundelen en labelen van de draden
aardingsysteem
de aardingslus
de aardelektrode: staven, pennen of metalen geleiders
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
22
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING PLAATST LEIDINGEN, DOZEN EN VOEDINGSKABEL, TREKT DRADEN EN KABELS LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
hoofdbeschermingsgeleider
hoofdaardingsklem
beschermingsgeleider
draaddoorsneden
aardingsonderbreker
de equipotentiale verbindingen conform het arei plaatsen en de functie ervan bespreken.
hoofd equipotentiale verbinding
bijkomende equipotentiale verbinding
38
de spreidingsweerstand meten
spreidingsweerstand
39
de oplossingen bij een te hoge spreidingsweerstand toelichten.
aardingsmeter
verliesstroomschakelaar
36
37
de aardingsinstallatie conform het arei plaatsen en de functie ervan beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken
gebruik catalogi om de werfkasten te selecteren
geen wetten als kennis- toepassen is belangrijker
om deze kabels te bewerken; neem contact op met bedrijven (werkplekleren) of via stage
voor instructies zie website DNB (bv. www.eandis.be, www.infrax.be …)
rekening houden met de nutsvoorzieningen
nieuwe technieken van intelligente meters
aandacht het juiste gereedschap gebruiken om leidingaanleg uit te voeren (waterpas, laser, pasdarm, smetkoord)
gebruik AREI als leidraad
voorbeelden van componenten zijn: schakelmateriaal, verbruikers, verdeeldozen …
alle technieken toepassen in de verschillende installaties
buizen plooien zodat de buigradius gerespecteerd wordt
buizen vlak en met zo weinig mogelijk bochten aanleggen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
2
23
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING PLAATST LEIDINGEN, DOZEN EN VOEDINGSKABEL, TREKT DRADEN EN KABELS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
samenwerking met PAV voor wiskunde
data- en stroomleidingen over lange lengtes gescheiden aanleggen
gebruik didactische opstellingen voor de aardingen
enkel toepassen op een TT net
LEERINHOUDEN
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
3
24
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING SLUIT AAN EN PLAATST SCHAKELMATERIAAL, CONTACTDOZEN EN VERBRUIKERS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
40
het materiaal kiezen in functie van de uitwendige invloeden, rekening houdend met de luchtdichtheid van het gebouw
elektrische materiaal voor laagspanning (50 - 500 V) voor residentiele toepassingen
41
plaatsen en aansluiten van schakelmateriaal, contactdozen en verbruikers
schakelaars en contactdozen (inbouw en/of opbouw)
aansluitdozen voor toestellen met een vaste standplaats (inbouw en/of opbouw)
schakelaars en contactdozen in spatwaterdichte uitvoering
schakelaars uitmeten naar klemmen en functie
basisschakelingen en wandcontactdozen
de eenpolige schakeling
de tweepolige schakeling
de dubbele aansteking
de wisselschakeling
dubbele wisselschakeling
de kruisschakeling
combinatieschakelingen
toepassingen met signalisatie- en oriëntatielampjes
basis comfortschakelingen
impulsrelais
trappenhuisautomaat
schakelklok
bewegingsmelder
dimmer
de verbindingen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
3
25
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING SLUIT AAN EN PLAATST SCHAKELMATERIAAL, CONTACTDOZEN EN VERBRUIKERS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
42
kabeldistributie en communicatiesystemen conform de specificaties van de leverancier plaatsen en aansluiten
LEERINHOUDEN
principe van de luchtdichtheid van het gebouw
afdekplaten en toetsen, horizontaal en verticaal
schakelen van weerstanden: vermogenmetingen + wet van vermogen
plaatsing en aansluiting van communicatiesystemen:
parlofonie, videofonie, belinstallatie, data, tv kabeldistributie, signalisatie, digitale communicatie-uitrusting en telefonie
contactdozen:
residentiele telefooncentrales
kabels:
43
verlichtingsarmaturen volgens de montagevoorschriften van de fabrikant plaatsen en aansluiten
telefonie tv-kabeldistributie, pc netwerk outlets voor telefonie, tv- en datadistributie luidsprekers
telefoonkabels coaxkabel luidsprekerkabel
uitmeten van coaxkabel en UTP met specifieke testtoestellen
residentiele verlichtngsarmaturen en de bijbehorende lampen:
gloei- en halogeenlampen.
fluorescentielampen
duurzame technologieën
led verlichting
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
3
26
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING SLUIT AAN EN PLAATST SCHAKELMATERIAAL, CONTACTDOZEN EN VERBRUIKERS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
44
elektrische verwarming plaatsen en aansluiten
LEERINHOUDEN
lampvoeten
buitenverlichting residentieel
armaturen voor railsystemen
materiaal voor zeer lage spanning (ZLS)
varianten met dimmers
keuze van het materiaal in functie van de uitwendige invloeden (badkamervolumes + buitenverlichting )
directe elektrische verwarmingstoestellen
soorten thermostaten
mechanische
elektronische
programmeerbare
opbouw en modulaire inbouw
vaste aansluiting en stopcontactaansluiting (inbouw en/of opbouw)
elektrische boilers
voorrangrelais + voorkeurreleais (U)
Pedagogisch-didactische wenken Schakelmateriaal
residentiele toepassingen van verbruikers zijn bijvoorbeeld: ventilatie -unit, fornuis, rolluikbediening, automatische zonnewering ….
laat de leerlingen via eenvoudige laboproeven het schakelen van weerstanden zaken vaststellen, daarna kan overgegaan worden tot het opstellen van formules (bv.: P = U xI)
gebruik voor alle demonstratie s en aansluitingen bij voorkeur ZLVS (bv. 24 V )
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
3
27
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
DE LEERLING SLUIT AAN EN PLAATST SCHAKELMATERIAAL, CONTACTDOZEN EN VERBRUIKERS LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Kabeldistributie en communicatiesystemen
beperkt in aanbod tot residentieel gebruik
gebruik catalogi, op papier en digitaal
aandacht voor de connectors
gebruik van satelliettoestellen i.f.v. andere aansluitingen
solderen beperken tot het functionele
om elektrocutierisico’s te vermijden door beschadiging van het aansluitsnoer (contact met warme boutkop) is het aangewezen om soldeerbouten ter beschikking te stellen op ZLVS (24 V)
een goede ruimtelijke ventilatie van het lokaal (30 m³ lucht/min./aanwezige persoon) is noodzakelijk en geen overbodige luxe. maak gebruik van minder schadelijke soldeerproducten bv. cusn of agsn en correcte beitsmiddelen.
hou rekening absolute conventionele grensspanning (toestand menselijk lichaam: droog – nat)
stel je praktijkopdracht met aandacht voor werkprocedures en werkinstructies op alsof het een werkopdracht voor een installateur zou zijn.
Verlichtingsmateriaal:
bepaling van de draadsecties van de draden naar verbruikers conform de regels van goed vakmanschap
diverse schakelingen en voorschakelapparatuur van fluorescentielampen
aansluitingen in functie van residentiele toepassingen
Elektrische verwarming:
aandacht voor de afstraffing in EPB wetgeving: geen accumulatiekachels opnemen
huidige technologie gebruiken
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
4
28
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN VERDEELBORDEN
DE LEERLING MONTEERT EN BEDRAADT VERDEELBORDEN; PLAATST EN SLUIT DEZE AAN, MEET SPANNINGLOOS UIT EN REALISEERT HET AARDINGSYSTEEM EN DE EQUIPOTENTIALE VERBINDINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 45
bordcomponenten volgens de bord lay-out van het verdeelbord bedraden, rekening houdend met de geldende regelgeving
LEERINHOUDEN
46
montagecomponenten en onderdelen in de kast plaatsen volgens een logische volgorde afhankelijk van een situatie (droge en vochtige lokalen)
begrippen en eigenschappen
magnetisme
elektromagnetisme
joule effect
beveiligingen
soorten zekeringen
overbelasting
kortsluiting
bordcomponenten
schakeltoestellen
differentieels aansluitvolgorde van de klemmen van de differentieelschakelaars
bedrading schakeltoestellen
installatie automaten
plaatsing van de montagecomponenten en onderdelen
verbindingsrails
bordbedrading
montageraam of montageprofielen
deur (links of rechts draaiend)
aardingsrail
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
4
29
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN VERDEELBORDEN
DE LEERLING MONTEERT EN BEDRAADT VERDEELBORDEN; PLAATST EN SLUIT DEZE AAN, MEET SPANNINGLOOS UIT EN REALISEERT HET AARDINGSYSTEEM EN DE EQUIPOTENTIALE VERBINDINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 47
residentiële verdeelborden plaatsen en aansluiten
LEERINHOUDEN
montage/bevestigingstechnieken voor verschillende types verdeelkasten (opbouw - inbouw - metaal kunststof)
48
het aardingsysteem en de equipotentiale verbindingen aansluiten
mechanische technieken: zagen, boren, snijden, plooien in het kader van metalen verdeelkasten bewerken
plaatsing van het bord volgens de instructie van de producent
soorten en types voedingskabel met trekontlasting
aansluiting van de hoofdbeschermingsgeleider op de aardrail
aansluitingen aan het bord in functie van de leidingaanleg (opbouw- inbouw- kabelgoten )
noodzaak beschermkap (vingerveiligheid)
etiketteren van stroomkringen en de voedingsspanning
selectie van de aardingsgeleiders
het aardingsysteem:
de aardingsonderbreker
de aardingslus
aardingsstaaf
de hoofdbeschermingsgeleider
aardingsklemmen en aansluiten van de hoofdequipotentiale verbindingen ( gas, water, verwarming)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
4
30
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN VERDEELBORDEN
DE LEERLING MONTEERT EN BEDRAADT VERDEELBORDEN; PLAATST EN SLUIT DEZE AAN, MEET SPANNINGLOOS UIT EN REALISEERT HET AARDINGSYSTEEM EN DE EQUIPOTENTIALE VERBINDINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
49
50
residentiële verdeelborden uitmeten (isolatie- en spreidingsweerstandsmetingen)
de tellerkast en de kabel plaatsen voor de standaardaansluiting
de bijkomende equipotentiale verbinding (bv.: badkamer)
uitmetingen:
naar functionering
op kortsluiting
op continuïteit van de aarding
de spreidingsweerstand van de installatie
functionaliteit
isolatie
elektrische arbeid
aanvraag van de structuur bij dnb
aansluitvermogen voor residentiele installaties
standaardaansluiting van de tellerkast
keuze van de aansluitkabel
Pedagogisch-didactische wenken Montagecomponenten
klemtoon op monofase aansluiting
de uitgewerkte uitgaven van de normen EN 61439 en 60204 zijn een handig hulpmiddel voor het bedraden van de verdeelborden
gebruik schroevendraaiers, aangepast aan de schroeven van de beveiligingstoestellen aan( automaten en differentieelschakelaars) conform de instructie van de producent
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
4
31
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN VERDEELBORDEN
DE LEERLING MONTEERT EN BEDRAADT VERDEELBORDEN; PLAATST EN SLUIT DEZE AAN, MEET SPANNINGLOOS UIT EN REALISEERT HET AARDINGSYSTEEM EN DE EQUIPOTENTIALE VERBINDINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Verdeelborden:
verschillende bevestigingstechnieken gebruiken in functie van de ondergrond
mogelijk kunnen ook enkele eenvoudige lastechnieken aangeleerd worden in functie van het maken van steunen
Aardingssysteem
aandacht voor toestellen klasse 1
gebruik het AREI
Uitmeten
maatregelen te nemen bij te hoge spreidingsweerstanden
bord eerst spanningsloos uitmeten, daarna onder spanning
aandacht voor veiligheid en PBM
Tellerkast en kabel
informatie vind je op de websites van de DNB
hecht veel belang aan de keuze van de aansluitkabel
gebruik van films op de website van vb.: EANDIS voor de aansluitingen
laat de elektriciteitsfactuur analyseren: hieruit kan men heel wat leren
bijzondere aandacht is vereist voor de organisatie (werkprocedures) en werkinstructies (gouden 8, vitale 5)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
5
32
ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN
DE LEERLING STELT IN BEDRIJF, ZOEKT FOUTEN EN HERSTELT. VOERT ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN UIT AAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
51
het verdeelbord systematisch uitmeten.
52
stroomkringen spanningsloos uitmeten.
doormeting van kringen
de stroomkringen systematisch onder spanning brengen en uitmeten.
isolatiemeting
weerstandsmeting
meting op kortsluiting
meting op functionering
53
soorten metingen:
stroomkringen
stroommetingen
het gebruik van meetinstrumenten
de normale en abnormale meetwaarden
de driepunt methode bij spanningsmeting
de stroomkringen systematisch onder spanning brengen en uitmeten
stroomkringen indien nodig spanningsloos uitmeten
de procedure van werkzaamheden onder spanning en in werkingstelling van de verbruikers
visuele controle op de werking toepassen
de verbruikers in werking stellen (spanning voerend en stroomvoerend)
54
de procedure voor werkzaamheden onder spanning bij het foutzoeken toepassen
een systematiek voor foutzoeken
elektrische schema’s van de elektrische installatie
55
via waarneming verschillende soorten fouten in de werking van de installatie beveiligingen lokaliseren
de procedure voor werkzaamheden onder spanning bij het foutzoeken toepassen
de soort fouten:
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
5
33
ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN
DE LEERLING STELT IN BEDRIJF, ZOEKT FOUTEN EN HERSTELT. VOERT ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN UIT AAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
56
residentiële elektrische installaties herstellen volgens de procedures
57
elektrische werkzaamheden uitvoeren aan de elektrische installatie
installatiefout, kortsluiting, overbelasting, isolatiefout en aardlekfout
de geijkte meetmethode: spanningmeting, weerstandmeting, isolatie meting, stroommeting
de procedure:
buiten spanning stellen
werkzaamheden in de nabijheid zone onder spanning
de bevoegdheid om een fout te herstellen (aan een installatie te werken)
herstellen en/of vervangen van componenten
uitbreiding van een elektrische installatie met een stroomkring of stroomkringen
uitvoeren van proefnemingen en metingen
regels van goed vakmanschap
Pedagogisch-didactische wenken Uitmeten
pas het weet wat je meet principe toe
pas de klasse van het meettoestel aan de plaats van de meting
volgens de regels van goed vakmanschap
Foutzoeken
gebruik maken van de schema’s, eendraadschema’s en situatieschema’s, aansluitschema’s, stroomkringschema’s om tot een beredeneerde elektrische oplossing te komen
systematisch uitmeten om de juiste plaats (component) en klem of draad te lokaliseren waar de fout zich voordoet
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
CLUSTER
5
34
ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN
DE LEERLING STELT IN BEDRIJF, ZOEKT FOUTEN EN HERSTELT. VOERT ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN UIT AAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
soorten metingen: spanningsmeting, weerstandmeting, isolatie meting, stroommeting
gebruik voor het foutzoeken bij voorkeur zlvs (bv. 24 v)
om de fouten op te sporen kan je gebruik maken van een ir camera of meettoestel
bijzondere aandacht is vereist voor de procedures en werkinstructies van de praktijklessen. (gouden 8, vitale 5)
Herstellen en werken uitvoeren
de bevoegdheden ba4/ ba5
proefnemingen en metingen: verificatie van de elektrische, mechanische of thermische toestand van de installatie
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
35
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN Via een geïntegreerde en projectmatige aanpak wordt de formele scheiding tussen theorie en praktijk losgelaten. Het is dan ook sterk aan te raden om de realisatie van dit leerplan toe te vertrouwen aan één leerkracht (per leerjaar). Een goede coördinatie binnen de vakgroep zal ook noodzakelijk zijn. Er wordt uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken kunnen worden besteed aan een verder uitdiepen van de leerstof of voor uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. Leerlingen uit de studierichting Elektrische installaties zullen in eerste instantie hun projecten begeleid verwezenlijken waarbij 25 % van de beschikbare tijd gaat naar het conceptuele en 75 % naar uitvoering. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof systematisch te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van een zelf gemaakte cursus expliciet aanbevolen. In het BSO mag verwacht worden dat de theorie gegeven wordt in functie van datgene wat van de leerling verwacht wordt bij het uitvoeren van de diverse praktijkoefeningen. Het is zeker niet de bedoeling om formules te bewijzen of te laten memoriseren. Van de leerling wordt enkel verwacht dat zij/hij de formules (waar zij/hij steeds moet over kunnen beschikken) tijdens de oefeningen kan gebruiken. Wetten en formules zullen zoveel als mogelijk proefondervindelijk aangebracht worden door metingen op didactische of praktische opstellingen. De nodige aandacht zal besteed worden aan het gebruik van de correcte notaties en aan het gebruik van de correcte eenheden. Bij alle onderdelen - waar mogelijk - zal de nodige aandacht besteed worden aan veiligheid, gezondheid, hygiëne en zorg voor het milieu.
GEÏNTEGREERDE AANPAK Inleiding Door de grotere nood aan ervaringsgericht onderwijs is het belang van de relatie tussen theorie en praktijk toegenomen. Het leren wordt opgevat als een proces waarbij er een afwisseling is tussen het opdoen van ervaringen en het ontwikkelen van competenties. De lessen sluiten zou nauw mogelijk aan bij de leefwereld van de leerlingen zodat de theorie niet abstract overkomt, maar een concrete betekenis krijgt. Theorie en praktijk zijn geen eilanden en kunnen dus moeilijk gescheiden aangeboden worden. Waarom een geïntegreerde aanpak? Omwille van:
didactisch meerwaarde: het geïntegreerd werken zal het leer- en probleemoplossend denken optimaal ondersteunen;
grotere motivatie van de leerlingen;
leerlingen krijgen de mogelijkheid een eigen inbreng te doen.
Pedagogische aanpak In het leerplan wordt geen onderscheid gemaakt tussen PV en TV. Hoe en wanneer de leerplandoelstellingen gerealiseerd worden, kan uitgestippeld worden door de vakgroep.
PROJECTMATIG WERKEN In dit leerplan wordt gewerkt aan een globaal project: de realisatie van de residentiële elektrische installaties.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
36
Zowel cognitieve als meer uitvoeringsgerichte doelstellingen komen bij het projectmatig werken aan bod. Elk project start vanuit een duidelijke probleemomschrijving en verloopt volgens het technologisch proces waardoor de leerlingen regelmatig zichzelf en hun realisaties dienen te evalueren. Geschikte projecten voldoen aan volgende criteria:
ze realiseren de leerplandoelstellingen;
ze zijn zinvol, vermijd in ieder geval opdrachten waar enkel de “vaardigheid op zich” centraal staat;
ze vertrekken steeds vanuit een duidelijke probleemomschrijving en er wordt ruime aandacht besteed aan de voorbereiding en planning;
de moeilijkheidsgraad neemt geleidelijk toe;
elk nieuw project refereert enerzijds naar kennis en vaardigheden uit vorige projecten maar biedt anderzijds ook telkens iets nieuws aan;
ze zijn beperkt in de tijd.
JAARPLAN Van elke leraar wordt verwacht dat zij/hij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model (zie bijlage). Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega’s binnen eenzelfde vakgroep. De volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. De projectmatige aanpak laat toe dat de leerplandoelstellingen worden gerealiseerd los van de volgorde zoals ze in dit leerplan worden vermeld. Wanneer alle projecten afgewerkt zijn dienen alle leerplandoelstellingen één of meerdere malen aan bod te zijn gekomen. Uiteraard moet er steeds worden over gewaakt dat de nodige voorkennis aanwezig is.
VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN Wat en waarom? 3
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal:
een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;
zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:
3
lichamelijke gezondheid en veiligheid,
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
mentale gezondheid,
sociorelationele ontwikkeling,
omgeving en duurzame ontwikkeling,
politiek-juridische samenleving,
socio-economische samenleving,
Per graad:
37
socioculturele samenleving.
leren leren,
ICT in de eerste graad,
technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt. Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan. Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving. Het open leercentrum als krachtige leeromgeving Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen. Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,
ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,
38
uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning. In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen. Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken?
Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.
Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken. Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:
ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken);
ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …
digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;
materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem;
kranten en tijdschriften (digitaal of op papier). In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid). Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:
het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden;
het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;
het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren). Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten. Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken. ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren. ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
39
meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.
Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.
Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.
Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.
Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICTondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …
Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
VERKLARENDE LIJST VAN AFKORINGEN
DNB= distributie net beheerder
PW= pedagogische wenken
PBM= persoonlijke beschermingsmiddelen
CBM = collectieve beschermingsmiddelen
FOD= federale overheid
ZLVS= zeer lage veiligheidsspanning
CODEX = De codex over het welzijn op het werk vervangt het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming. Deze codex is echter veel meer dan een verderzetting van het ARAB, aangezien er een nieuwe notie wordt ingevoerd: welzijn op het werk
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
40
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN4 ALGEMEEN
Vaste beamer + projectiescherm
Centrale PC aangesloten op het internet + (laser)printer
Werkbanken met bankschroef
kleine trapladder
Om de leerplandoelstellingen geïntegreerd te realiseren is het noodzakelijk dat de lessen steeds gegeven worden in een daartoe aangepast vaklokaal
De inrichting van de vaklokalen zal de leerlingen inspireren tot een algemene attitude van netheid, zorg en veiligheid
PC’s (voldoende aantal) met aangepast software (o.m. CAD programma)
Recente catalogi
een voorbeeld van de verschillende besproken toestellen
kopieën van bijgeleverde aansluitschema's
geïnstalleerde werkboxen met spanningsvoorziening, voorzien van de benodigde beveiliging en best met een sleutelcontact, zodat de leraar de opstelling zelf kan bedienen
Set didactische componenten om de verschillende formules (wet van Ohm, vermogen, weerstand van geleiders, schakelen van weerstanden) te kunnen afleiden
Set didactische componenten om de eigenschappen van het magnetisme, het elektromagnetisme, de elektromagnetische krachtwerking en de elektromagnetische inductie aan te tonen
SPECIFIEK
set geïsoleerde schroevendraaiers
set platte steeksleutels,
set ringsleutels,
set inbussleutels,
set geïsoleerde tangen (combinatie, zijkniptang, striptang, bektang …)
ontmanteltang voor kabel,
tang voor drukverbindingen,
gereedschap voor het aansluiten en bewerken van data- en telefoniekabels,
hamer,
juniorbeugelzaag,
metaalbeugelzaag,
4
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
elektricien mes, JOKARI mes
vijlen.
rolmeter of vouwmeter,
pasdarm,
smettouw,
waterpas (eventueel laserwaterpas),
lichte soldeerbouten; liefst op ZLVS (vb. 24 V),
hete luchtblazer voor krimpkous,
elektrische schroevendraaier,
boormachine,
set boren,
klokboor,
universeel meettoestel,
isolatie en aardingsmeter,
plooiveer,
trekveer,
waterpas;
verbruiks- en installatiemateriaal afhankelijk van de uitgevoerde oefeningen
aardingssystemen
verlichtingsarmaturen
communicatiesystemen
verwarmingstoestellen (directe, rekening houdend met EPB)
schakelmateriaal
elektrische veiligheidscomponenten
wandgootsystemen
bevestigingsmaterialen
PBM en CBM in functie van de risico- analyse.
41
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
42
EVALUATIE DOELSTELLING VAN EVALUEREN Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de leerplandoelstellingen en over het leerproces. Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk - een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat:
de school hierover haar visie ontwikkelt;
de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
PROCESEVALUATIE Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering van de realisatie van de kennis, de verschillende vaardigheden, de vakgebonden - en de leerattitudes om hun leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde methode. De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen:
observatie in de klas,
reflectiegesprekken,
zelf-, peer-, co-evaluatie,
oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep,
mondelinge en schriftelijke overhoringen,
huistaken,
… Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakattitudes staan expliciet in de leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de randvoorwaarden om te leren. Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken (SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht.
PRODUCTEVALUATIE Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, beogen de evaluatie van het realiseren van de leerplandoelen. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan bod.
RAPPORTEREN De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan remediëren. De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
43
BIBLIOGRAFIE Op de virtuele klas van SMARTSCHOOL vind je een actuele lijst van boeken en websites, evenals informatie die je kan gebruiken voor de aanmaak van lesmateriaal of projecten.
BOEKEN CLAERHOUT, L., Elektriciteit 1 en 2, Wolters Plantyn CLAERHOUT, L; Elektrotechnische begrippen 1 en 2, Wolters Plantyn DE BRUYN, Elektrotechnisch Tekenen schema’s lezen 1&2, Wolters Plantyn DEKELVER, FICHFET, VAN OPSTAL; Technologie Installatieleer 1&2, Wolters Plantyn BAELE, D., BOODTS, W, CLERBOUT, A, Elektra, Wolters Plantyn FORTUIN, A., Installatietechnieken 1, 2, 3. Nijgh-Van Ditmar GOES, P., Basiselektriciteit, die keure RYMENANTS/VRANCKEN, Elektriciteit Theorie en Lab proefondervindelijk(1 & 2) Wolters Plantyn RYMENANTS/VRANCKEN/THOMAS, Naslagwerk (project), Wolters Plantyn STANDAERT, K. EN VAN DER BORGHT, F., Gedifferentieerd leerpakket elektriciteit, De Boeck AIB-VINÇOTTE, AREI, Brussel CD-rom, Modulaire databanken veiligheid en milieu. Kluwer Handleiding kleine elektrische herstellingen - herstelinstructiekaarten om veilig te werken- Kluwer Reeks Project huisinstallatie - Plantijn Naslagwerk; Plantijn ISBN: 978-90-301-9838-3 Elektriciteit en lab proefondervindelijk deel 2; ISBN: 978-90-301-7951-1 Installatiemethoden en Praktijkboek deel 1; ISBN: 978-90-301-9435-4 Installatiemethoden en Praktijkboek deel 2 Nieuw ;; ISBN: 978-90-301-9980-9 Elektriciteit Theorie en lab proefondervindelijk deel 2 Nieuw ; ISBN:978-90-301-9974-8 Elektriciteit Theorie en lab proefondervindelijk deel 1; ISBN:978-90-301-9850-5 Elektriciteit en lab proefondervindelijk deel 1 Handleiding (incl. cd-rom) ; ISBN: 978-90-301-9930-4 Elektriciteit en lab proefondervindelijk deel 2 Handleiding (incl. cd-rom) ; ISBN:978-90-301-8153-8 Elektriciteit Praktijk Projectmatig deel 2 Handleiding (incl. cd-rom) ; ISBN:978-90-301-8155-2 Installatiemethoden en Praktijkboek deel 1 Handleiding (incl. online ICT) ; ISBN:978-90-301-9436-1 Naslagwerk illustratiecd-rom; ISBN: 978-90-301-9931-1 Elektriciteit Praktijk Projectmatig deel 2 Handleiding online Nieuw ; ISBN:978-11-301-1967-1 Ektriciteit theorie en lab proefondervindelijk deel 2 Handleiding online Nieuw ; ISBN: 978-11-3011966-4 Reeks: Watt nu!? – Auteur: MICHILS – Plantyn . ISBN 978-90-301-8130-9 Het installatiehandboek – Auteur: THOMAS Y., GE Industrial Belgium Watt met elektriciteit 1 en 2 – Auteurs: DE DONDER B., HELLEMANS P. – De Boeck ISBN 9789045530123 Klein AREI – Auteurs: ADAMS C., DE POTTER P., NUYTTENS R., VAN LEE A., WOUTERS K. – Kluwer – ook cd-rom beschikbaar ISBN 9789046527665 Basisveiligheid VCA – uitgave van het Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
ENKELE INTERESSANTE WEBSITES http://www.stroomopwaarts.be/stroomopwaarts/home.html http://www.eandis.be/nl/onderwijs.aspx http://www.vormelek.be http://www.energiesparen.be CREG - Bienvenue - Welkom http://www.vreg.be/nl/index.asp http://www.vei.be/ http://www.walter-fendt.de/ph14nl/ http://www.leerhof.be (mindmap- gratis software) http://www.safestart.be (oa: E- learning voor VCA, veiligheidsfilmpjes, leer veilig werken … )
44
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV en PV Praktijk elektriciteit (1e jaar: 20 lestijden/week, 2e jaar: 20 lestijden/week)
45