LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV Praktijk elektriciteit PV/TV Stage elektriciteit TV Elektriciteit
(13-11/11-7 lt/w) (2-4/4-8 lt/w) (9/9 lt/w)
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Elektrische installaties
Studiegebied:
Mechanica-elektriciteit
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2009/019 (vervangt 2005/072 en 2002/195)
Nummer inspectie:
2009 / 7 // 1 / N / SG / 2H / III / / V/16 (vervangt 2004 / 102 // 1 / N / SG / 2H / III / / D en 2002 / 219 // 1 / N / SG / 1 / III / / D /)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke pedagogisch-didactische wenken ................................5 Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................28 Minimale materiële vereisten ..................................................................................................................33 Evaluatie .................................................................................................................................................35 Bibliografie ..............................................................................................................................................37 Jaarplan ..................................................................................................................................................38
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
2
VISIE Leerlingen die kiezen voor de derde graad BSO elektrische installaties zijn aangetrokken door de wereld van de elektriciteit en de installatietechniek. Deze leerlingen zijn vooral geboeid door de praktische toepassingen en door de mogelijkheid om zelf praktische vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Het is van kapitaal belang om dit enthousiasme levendig te houden zodat hun schoolcurriculum gedragen wordt door een motiverende interesse. Om dit te realiseren is, naast een praktische professionele benadering, een dynamische en aanschouwelijke aanpak vereist zodat de leergierigheid van deze leerlingen continu wordt aangemoedigd. De artificiële scheiding tussen theorie en praktijk werd om deze reden in dit nieuw leerplan volledig opgeheven opdat duidelijk wordt gekozen voor een geïntegreerde aanpak. Ook de opdeling in subvakken werd om dezelfde reden opgeheven. Het blijvend motiveren van deze leerlingengroep is erg belangrijk en kan ondermeer door:
een ruim en gevarieerd aanbod te bieden; de theoretische begrippen proefondervindelijk en praktijkgericht te benaderen; te zorgen voor een krachtige en aantrekkelijke leeromgeving; de praktijkopdrachten aantrekkelijk en uitdagend te maken; de verschillende beroepsmogelijkheden regelmatig toe te lichten (beroepenfilms, open bedrijvendagen ...) en te concretiseren via werkplekleren.
De theoretische en technische begrippen van de elektriciteitsleer zijn voor deze leerlingen te beschouwen als de onderbouw voor de praktijk elektriciteit. Ze zullen daarom worden gegeven in functie van de praktijkoefeningen. Het is dan ook sterk aan te raden om de realisatie van dit leerplan toe te vertrouwen aan één leerkracht (per leerjaar). Een goede coördinatie (VGW) zal ook noodzakelijk zijn. Leerlingen uit de studierichting Elektrische Installaties zullen in eerste instantie hun projecten begeleid verwezenlijken waarbij 25 % van de beschikbare tijd gaat naar het conceptuele en 75 % naar uitvoering. In dit leerplan worden een aantal competenties beoogd die eigen zijn aan een aantal beroepen uit de sector. Hiervoor werd gebruikgemaakt van volgende beroepsprofielen en beroepsopleidingprofielen: 1 industrieel elektrotechnisch installateur ; 2 bordenbouwer ;
1
2
SERV, ‘Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor industrieel elektrotechnisch installateur’ en VLOR, studie 184 SERV, ‘Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor bordenbouwer’ en VLOR, studie 151
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
BEGINSITUATIE De leerinhouden sluiten aan bij deze die behandeld werden in de tweede graad BSO Elektrische installaties. Leerlingen toegelaten tot het 1e jaar van de 3e graad Elektrische installaties kunnen echter uit verschillende studierichtingen komen. Hierdoor kan er – wat de voorkennis betreft – een groot verschil zijn tussen de verschillende leerlingen. Door middel van goed gekozen oefeningen, zal de lerares/leraar bij het begin van het schooljaar meteen het niveau van de leerlingen nagaan. Mocht blijken dat er voor sommigen een bijwerking nodig is, dan zal dit hoofdzakelijk moeten gebeuren door inhaallessen buiten het normale lessenrooster en/of door binnenklasdifferentiatie. De lerares/leraar zal echter steeds zorgen voor een gestructureerde bijwerking en voor een degelijke begeleiding van de leerling. Coördinatie met collega's zal zeker noodzakelijk zijn.
3
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Over de verschillende vakken heen wordt ernaar gestreefd de leerling de noodzakelijke basiskennis en vaardigheden bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan het opleidingsprofiel van de optie. Bij alle leerinhouden – waar mogelijk – zal de nodige aandacht besteed worden aan het bijbrengen van de genormaliseerde eenheden bij de verschillende nieuwe begrippen en aan de voorschriften van ARAB en AREI. Naast de technische vaardigheden zal ook de nodige aandacht besteed worden aan de volgende attitudes: Kwaliteitsbewustzijn:
actief en pro- actief gericht zijn op kwaliteit door oog te hebben voor orde en netheid.
Verantwoordelijkheidszin:
zich ervan bewust zijn dat ordelijk en nauwkeurig werken de veiligheid voor zichzelf en de anderen verhoogt.
Zin voor samenwerking:
bereid zijn om samen te werken om tot een optimaal resultaat te komen; samenhorigheid en collegialiteit hoog in het vaandel dragen.
Leergierigheid:
ingesteldheid om nieuwe dingen te ontdekken en nieuwe uitdagingen aan te gaan.
Welzijnsbewustzijn:
actief en pro- actief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne.
Milieubewustzijn:
zich bewust zijn van de impact van eigen handelingen op het milieu.
Klantgerichtheid:
leren luisteren naar de klant en zich kunnen treugvinden in diens wensen.
Zin voor zelfevaluatie:
ingesteldheid om via reflectie over het eigen handelen de professionaliteit te verhogen.
Flexibiliteit:
bereid zijn om zich aan te passen aan wisselende flexibiliteitwerkomstandigheden.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
TV ELEKTRICITEIT EN PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT
1e leerjaar: TV Elektriciteit 9 lestijden/week, PV Praktijk elektriciteit 13-11 lestijden/week 2e leerjaar: TV Elektriciteit 9 lestijden/week, PV Praktijk elektriciteit 11-7 lestijden/week Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid met een U en zijn cursief gedrukt. Deze zijn niet verplicht, maar bedoeld voor de meer gevorderde klassen en/of leerlingen. De doelstellingen behorend bij de rubrieken 1 tot en met 4 worden gespreid over de ganse duur van de opleiding en worden doorheen de daaropvolgende rubrieken gerealiseerd.
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1
2
3
een eigen werkplanning maken, vertrekkend van een werkopdracht. de eigen werkplek inrichten. nagaan of het werk volgens de opdracht uitgevoerd kan worden en afwijkingen melden. het materiaal en gereedschap nodig voor de uitvoering van de opdracht bepalen en eventuele tekorten melden.
fouten op een gestructureerde wijze opsporen en verhelpen. door zelfevaluatie de kwaliteit van hun werk beoordelen en bewaken. het magazijn onder toezicht beheren en het nut ervan toelichten. gereedschap en materiaal volgens instructies op de werkplek opslaan en beschermen. materiaal uitpakken (U), visueel controleren en eventuele gebreken melden. zorg dragen voor gereedschap, machines en meetapparatuur. correct omgaan met elektrische meetinstrumenten. elektrische schema’s tekenen, lezen en interpreteren. de verschillende elektrische symbolen herkennen en gebruiken. de verschillende schema’s kunnen tekenen met een eenvoudig CAD programma. een leidingstracé uitzetten.
LEERINHOUDEN 1
Het eigen werk organiseren
2
Omgaan met gereedschappen en materialen
3
Elektrische schema’s
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 4
toelichten wat Codex (ARAB) en AREI betekenen en de reglementering toepassen in de oefeningen.
6
LEERINHOUDEN 4
Welzijn
de verschillende keurmerken kunnen herkennen en toelichten. de werkplek tijdens en na het werk opruimen. afval volgens instructies sorteren. kleine stellingen volgens instructies veilig monteren, gebruiken en demonteren. ladders veilig opstellen en gebruiken. een opgedragen taak uitvoeren met voortdurende aandacht voor welzijn, (veiligheid, gezondheid en hygiëne) en milieu. omgaan met persoonlijke beschermingsmiddelen. verantwoord met elektrische energie omgaan: de gevaren van elektrische energie onderkennen; veiligheidsnormen en reglementering naleven (basis); de gevaren van aanraking van onder spanning staande delen inschatten; spanningsloos fouten in eenvoudige schakelingen opsporen en verhelpen; met elektrisch testgereedschap spanning detecteren; courante elektrische gegevens en opschriften onderkennen. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Maak van veiligheid een topprioriteit bij elke opdracht en benadruk de mogelijke gevaren. Focus op regelmatige tijdstippen op een belangrijk aspect van veiligheid. Verwijs naar het VCA-attest.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 5 de beroepsmogelijkheden van de industrieel elektrotechnisch installateur illustreren. hun eigen studiekeuze motiveren. de activiteiten van de verschillende relevante bedrijven in de buurt van de school toelichten.
7
LEERINHOUDEN 5
De link naar het beroepsleven
Beroepsprofiel van de industrieel elektrotechnisch installateur Professionele loopbaan van de industrieel elektrotechnisch installateur Installatiebedrijven in de buurt van de school: aangeboden producten en diensten tewerkstelling toekomstmogelijkheden in de elektriciteitsector
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Verzorg de relaties met de bedrijven in de buurt en nodig ze regelmatig uit op de school. Op http://www.stroomopwaarts.be en http://www.vdab.be/beroepen/default.html en http://www.eandis.be/nl/onderwijs.aspx vind je tal van filmpjes om de leerlingen te begeleiden in een positieve keuze voor een beroep onder spanning.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 6
6
8
Project Domotica
Begrippen: de begrippen hanteren in de juiste context. domotica het onderscheid en de voordelen toelichten van een domotica- EIB systeem t.o.v. een klassieke installatie. het belang van de EIB compatibiliteit toelichten. de mogelijkheden en aansluiting van de diverse basiscomponenten opzoeken. het schema analyseren van een domotica installatie. een schema maken (CAD) van de uit te voeren schakeling. een residentiële installatie gestuurd met een domotica systeem installeren, aansluiten en in bedrijf stellen vertrekkend van meegeleverde documentatie en schema’s.
Materialenkennis: domoticasystemen
Toepassing: domoticainstallatie
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Bekijk, gebruikmakend van ICT, diverse merken en wijs op hun specifieke eigenschappen (EIB). Zorg voor documentatie van meerdere systemen 7
7 de begrippen hanteren in de juiste context. via een meting met een oscilloscoop (door de leraar uitgevoerd) verschillende soorten spanningen en stromen onderscheiden. de voor- en nadelen van wisselspanning toelichten
Wisselstroomkringen
Begrippen: Sinusoïdale wisselspanning en wisselstroom:
sinusoïdale spanningen en stromen kenmerkende eigenschappen: amplitude, periode, frequentie, ogenblikkelijke, gemiddelde en effectieve waarde voor- en nadelen van wisselstroom
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
9
LEERINHOUDEN Elektromagnetische inductie – spoel:
de begrippen hanteren in de juiste context. de factoren die de zelfinductiecoëfficiënt bepalen opnoemen. uitleggen hoe wervelstromen ontstaan en beperkt kunnen worden. de begrippen hanteren in de juiste context. uitleggen hoe een elektrische lading wordt opgewekt. uitleggen hoe een condensator wordt samengesteld. het gedrag van condensatoren begrijpen. de juiste symbolen, grootheden en eenheden gebruiken. het nut van het schakelen van condensatoren uitleggen en de vervangcapaciteit bepalen
de begrippen hanteren in de juiste context. uit een meting het verschillend gedrag van spoel en condensator op wisselstroom en gelijkstroom vaststellen. het onderscheid maken tussen weerstand en impedantie. de factoren opnoemen die de impedantie beïnvloeden. het voor- en naijlen grafisch voorstellen. (U) de begrippen hanteren in de juiste context. onderscheid maken tussen schijnbaar, actief en reactief vermogen. de nadelen van een slechte arbeidsfactor opnoemen. principieel uitleggen hoe de arbeidsfactor verbeterd wordt.
inductie, zelfinductie en coëfficiënt van zelfinductie wederzijdse inductie wervelstromen
Elektrostatica – condensator:
begrippen uit de elektrostatica constructie van condensatoren en symbolische voorstelling opladen van condensatoren; energieopstapeling capaciteit en eenheid van capaciteit ontladen van condensatoren; tijdsconstante veiligheid bij condensatoren condensator op wisselspanning schakelen van condensatoren
Wisselstroomkringen: Ohmse, inductieve en capacitieve kringen fase en faseverschil vectoriële voorstelling (U)
Arbeid en vermogen bij wisselstroom:
soorten vermogens bij wisselstroom arbeidsfactor
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
eenvoudige metingen uitvoeren met de wattmeter. de arbeidsfactor meten.
LEERINHOUDEN Toepassing: meten van wisselstroomvermogen meten van de arbeidsfactor
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Benader zo praktisch mogelijk, demonstreer met de scoop, demonstreer de elektromagnetische verschijnselen. De nodige aandacht besteden aan het correct gebruik van symbolen, grootheden en eenheden (SI-stelsel). Praktische aspecten benadrukken; wijzen op de financiële nadelen van een slechte arbeidsfactor; vermogenmeting uitvoeren. Illustreer met een factuur van een hoogspanningsklant.
10
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 8
8 de werking en het toepassingsgebied van de verschillende soorten relais uitleggen. de werking van een bestaande schakeling analyseren. eenvoudige schakelingen ontwerpen en tekenen. eenvoudige wijzigingen aanbrengen.
11
Project relaisschakelingen
Begrippen: relais en relaisschakelingen
Materialenkennis: een geschikt type in functie van een toepassing uit een catalo- constructieve eigenschappen gus kiezen. soorten (printrelais, steekrelais, modulaire relais, tijdrelais) het gevaar inschatten bij een verkeerde aansluitspanning van schakelklokken de spoel en slechte verbindingen (o.a. brandgevaar). de schemasymbolen van verschillende soorten relais gebruiken. op basis van een schema een relaisschakeling uitvoeren. bewerkingen met soepele draad uitvoeren. de bedrading aan de hand van een uitvoeringsschema uitvoeren. op basis van de documentatie een tijdrelais aan sluiten en de juiste functie instellen. schakelklokken volgens schema aansluiten, in dienst stellen en schakeltijden instellen. eventuele fouten in de gemaakte schakeling opsporen en verbeteren.
Toepassing: realisatie van een relaisschakeling
Specifieke pedagogische-didactische wenken Voorzie voldoende didactisch materiaal en catalogi, cd-rom … Benadruk de praktische aspecten. Voornamelijk aandacht besteden aan het analyseren van bestaande relaisschakelingen.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
12
LEERINHOUDEN
Naast een correcte werking, is zeker ook een correcte afwerking belangrijk. Wijs op de gevaren! Voldoende aandacht besteden aan kableerlijsten. Besteed ook aandacht aan het gestructureerd opsporen van storingen. 9
9
de begrippen hanteren in de juiste context. de soorten netstelsels en de bijhorende veiligheidsaspecten toelichten. schema’s van driefasige aansluitingen interpreteren en tekenen. de eigenschappen en het toepassingsgebied van de verschillende netten elementair duiden. de distributie van elektrische energie toelichten. de vrijgemaakte energiemarkt toelichten. de basiswerking van transformatoren uitleggen.
de principiële werking en de constructieve eigenschappen van transformatoren toelichten. een geschikte transformator kiezen. het toepassingsgebied van verschillende soorten transformatoren duiden.
Project elektrische netten
Begrippen: opwekking van driefasige spanning en faseaanduiding ster – en driehoekschakeling driefasig arbeid en vermogen soorten distributienetten distributie van elektrische energie de vrijgemaakte energiemarkt: producent transporteur leverancier netbeheerder
Materialenkennis: enkelfasige tranformatoren: constructie, werking, rendement, vermogen soorten transformatoren: scheidings-, spaar-, meet-, lastransformatoren elektronische transformatoren toepassingsgebieden van transformatoren driefasige transformatoren
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen schema’s van driefasige aansluitingen interpreteren en tekenen. driefasige verbruikers vakkundig aansluiten op het net. driefasig vermogen meten. de formules voor driefasig vermogen toepassen.
LEERINHOUDEN Toepassing: aansluiten van driefasige verbruikers meten van driefasig vermogen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Demonstreer op didactische en praktische opstellingen. Laat de leerlingen kenplaten van transformatoren lezen en interpreteren. Benadruk het belang van de kennis van het soort netstelsel ivm de veiligheid. De nodige aandacht besteden aan het correct gebruik van symbolen, grootheden en eenheden (SI-stelsel). Benadruk de noodzaak van de parate kennis i.v.m. correct aansluiten van verbruikers op driefasige netten. Laat de leerlingen driefasig vermogen meten.
13
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 10
10 de begrippen hanteren in de juiste context de elementaire werking van de bestudeerde componenten toelichten. de bestudeerde componenten herkennen en onderscheiden in een gestabiliseerde voeding. het blokschema van een eenvoudige gestabiliseerde voeding interpreteren.
14
Project gestabiliseerde voeding
Begrippen: passieve componenten
actieve componenten
gelijkrichting en afvlakking
stabilisatie
gestabiliseerde voeding: blokschema
Materialenkennis: de werking en het gebruik van vierlagenhalfgeleiders toelichten.
metingen verrichten met de multimeter op de verschillende componenten. een gestabiliseerde voeding bouwen (U).
technologie van de passieve componenten (weerstanden, condensatoren, trimmers, potentiometer, LDR, NTC, PTC) technologie van de actieve componenten (diode, transistoren, diac, triac, thyristor …)
Toepassing: metingen
gestabiliseerde voeding bouwen (U)
Specifieke pedagogisch-didactische wenken De bedoeling van dit onderdeel is de leerlingen op een aantrekkelijke en concrete manier kennis te laten maken met elektronische componenten en schakelingen. Laat de leerlingen elk afzonderlijk enkele van die componenten solderen en uitmeten en wijs daarbij op de tolerantie bij weerstanden – laat de leerlingen dit proefondervindelijk vaststellen. Behandel zo praktisch mogelijk. Maak eventueel gebruik van simulatieprogramma’s (demo’s) om de werking van passieve en actieve componenten te demonstreren (electronic workbench, multisim: http://www.ni.com/multisim/,Tina: http://www.tina.com/ …)
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 11
11 de begrippen hanteren in de juiste context. de voornaamste lichteenheden opnoemen. het principe van de gasontlading uitleggen. het gevaar van het stroboscopisch effect bij draaiende machines toelichten. elementaire begrippen i.v.m. de kleurtemperatuur toelichten. de geschikte lamp en verlichtingstoestel in functie van het gebruik kiezen. de verschillende bouwvormen en beschermingsgraden van deze toestellen toelichten. bijhorende aansluit- en installatieschema’s lezen en interpreteren. de geschikte industriële schakelaars en wandcontactdozen kiezen. de geschikte kabelgoten, kabelladders en railkokersystemen kiezen. schema’s en klemmenlijsten lezen. relevante technische informatie raadplegen.
15
Industriële verlichting
Begrippen: grootheden en eenheden gasontlading stroboscopisch effect kleurtemperatuur
Materialenkennis: gasontladingslampen (hoge- en lage druk) xenonlampen ledlampen verlichtingstoestellen: invloed van het constructiemateriaal verlichtingssystemen lichtsterktediagram soorten toestellen: binnen, buiten noodverlichtingtoestellen industriële schakelaars industriële wandcontactdozen goot- en draagsystemen klemmenkasten (‘junction boxes’)
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
industriële verlichting plaatsen en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant en op basis van een uitgezet leidingstracé. industriële schakelaars en wandcontactdozen plaatsen en aansluiten. noodverlichting plaatsen en controleren. goot- en draagsystemen (kabelgoten, kabelladders, railkokersystemen) monteren en de buizen en/of kabels leggen. industriële verdeelborden met klemmen plaatsen en aansluiten. de goede werking van de zelf aangelegde installatie controleren.
16
LEERINHOUDEN Toepassing: plaatsen en aansluiten industriële verdeelborden plaatsen en aansluiten van industriële elektrische installaties
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Demonstreer de werking van de verschillende soorten lampen en laat leerlingen opsommen waar de betreffende lamp gebruikt wordt. Wijs op de gevaren bij sommige lampen bij een verkeerde montage (bijv. lagedruk natriumdamplamp). Wijs op de gevaren bij het maken van doorboringen die in sommige gevallen om veiligheidsredenen onmiddellijk dienen te worden gedicht. Benadruk de zelfevaluatie van het uitgevoerde werk.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 12
12 de begrippen hanteren in de juiste context. de functie van aarding en EMC-technieken toelichten. de maten en de verhoudingen van het raam bepalen (schema’s lezen en interpreteren). de verschillende nummeringsystemen toelichten (op klemmen en componenten). de verschillende draadnummeringsystemen toelichten.
de verschillende soorten kasten en montageplaten kiezen. de werking en de functie van de verschillende componenten uitleggen. het toepassingsgebied van ATEX-materiaal duiden. het toepassingsgebied van de verschillende energiekabels duiden. het benodigde gereedschap kiezen.
de nodige aftekeningen maken, vertrekkend van een werkopgave. gaten voor signalisatie en kabelinvoer aftekenen en maken. sloten, identificatieplaatjes … monteren. aarding kast voorzien. bordverlichting en noodverlichting inbouwen. de montageprofielen snijden en de gaten maken, vertrekkend van een werkopgave (U).
17
Project bordenbouw
Begrippen: aardingstechnieken EMC-technieken (Elektro Magnetische Compatibiliteit) schaalberekening nummeringsystemen en draadnummering
Materialenkennis: kasten en montageplaten componenten: industriële differentieelschakelaars, automaten, schakeltoestellen, sturingselementen, meetinstrumenten … ATEX-materiaal energiekabels (EVVB, EXVB, EAVVB, EAXVB, EVAVB) gereedschappen (sleutels, schroevendraaiers, …)
Toepassing: kast mechanisch en elektrisch klaarmaken montageraam maken onderdelen en componenten plaatsen borden bedraden en uitmeten
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen de profielen tot een frame monteren (U). de maten uitzetten, vertrekkend van een werkopgave. de montageprofielen plaatsen. de draadkanalen plaatsen. de stroom- en aardingsrails plaatsen. de klemmen plaatsen. de geschikte apparatuur kiezen uit een catalogus, ICT … de verschillende componenten plaatsen. de mechanische bewerkingen visueel controleren. bewerkingen met soepele draad uitvoeren. het schema van een bestaande schakeling opnemen. de werking ervan analyseren. met een CAD programma de nodige tekeningen maken en kableerlijsten genereren. de bedrading aan de hand van een uitvoeringsschema uitvoeren. de draden nummeren en bundelen. de aansluitingen en de bedrading controleren. de energiekabels vakkundig bewerken en aansluiten. fouten opsporen in die schakelingen. het afgewerkt geheel controleren op de goede werking.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Imiteer – zo goed als mogelijk – de montage in een werkelijke kast. Naast een correcte werking, is ook een correcte afwerking belangrijk. Voldoende aandacht besteden aan kableerlijsten. Veiligheidsaspecten benadrukken. Besteed veel aandacht aan het gestructureerd opsporen van storingen.
LEERINHOUDEN
18
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 13
13
de begrippen hanteren in de juiste context. de samenstelling en het werkingsprincipe van deze machines Toelichten. de basisprincipes van de machinerichtlijn toelichten. de principes van het elektrisch remmen toelichten.
de werking en de noodzaak van een noodstoprelais toelichten. de verschillende bouwvormen en beschermingsgraden toelichten. de principes van de motorbeveiliging uitleggen (nulspanning, thermisch (ook met PTC), magnetisch, thermomagnetisch, overspanning, onderspanning, fasebewaking, instelbare verliesstroomschakelaars).
19
Project machines
Begrippen: elektromagnetische krachtwerking driefasige asynchrone motoren driefasige synchrone machines: werking als motor en als generator enkelfasige asynchrone motoren: met condensatoraanloop, zonder hulpwikkeling, spleetpoolmotoren, driefasige motor op enkelfasig net universele motor gelijkstroommotoren: soorten, omkeren draaizin en snelheidsregeling elektrisch remmen machinerichtlijn Materialenkennis: noodstoprelais bouwvormen en beschermingsgraden motorbeveiligingsystemen
Toepassing: de kenplaat van de motor correct interpreteren. elektrische motoren installeren en aansluiten de motoren aansluiten en de juiste beveiliging kiezen/instellen. het schakelschema van een bestaande machine of installatie lezen en de correcte beveiliging kiezen en aansluiten. de werking van een bestaande schakeling analyseren en een-
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
voudige wijzigingen in aanbrengen. eenvoudige schakelingen ontwerpen (U). de aanzetmethodes toepassen. de snelheidsregeling en het omkeren van de draaizin toepassen. storingen in motorschakelingen gestructureerd opsporen. onderhoudsvoorschriften lezen en uitvoeren. isolatiefouten in motoren opsporen. een kooi-, dubbele kooi-, dahlander-, sleepringankermotor herkennen en aansluiten. de volgende motorschakelingen uitvoeren, vertrekkend van het schakelbord: start/stop, omkeerschakeling, ster-driehoekschakeling (manueel en automatisch), omkeer + ster-driehoekschakeling, dahlander, omkeer dahlander, softstarter en/of frequentieregelaar. isolatiefouten in motoren opsporen. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Aandacht besteden aan onderhoud van motoren. Besteed vooral aandacht aan de asynchrone machines en behandel de gelijkstroommachines kort. Laat de leerling ook zelf opzoeken (cd-rom, internet …). Praktische aspecten benadrukken, voorzie voldoende didactisch materiaal, theoretische beschouwingen tot een minimum beperken. Benadruk sterk de veiligheidsaspecten en voorschriften. Leer de leerlingen denken in functie van de veiligheid. Zorg voor catalogi, didactisch materiaal en schema’s.
20
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 14
14 de begrippen uit de wetgeving hanteren in de juiste context.
de werking, functie en eigenschappen van de gebruikte componenten toelichten.
de handleiding van de toestellen/componenten gebruiken om ze in dienst te stellen. de meegeleverde schema’s omzetten in een werkende schakeling. een eenvoudig werkend alarmsysteem met de diverse detectoren en melders uitbouwen met gepaste kabels.
21
Alarmsystemen
Begrippen: de wetgeving Materialenkennis: deurcontacten (reed-magneetcontacten) microswitch als antisabotage schakelaar bewegingssensoren eenvoudig codeslot buzzers en sirenes flitslampen eenvoudige centrale toepasselijke bekabeling Toepassing: een alarmsysteem installeren en aansluiten
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Beveilig ramen en deuren van het praktijklokaal. Vermijd te kleinschalig te werken op voorgemonteerde oefenpanelen – streef naar een realistische installatie. Laat leerlingen IT gebruiken voor opzoekingswerk en documentatie.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 15
15
de voordelen van deze bouwstenen toelichten. de betekenis van het letterwoord PLC toelichten. aan de hand van een blokschema de structuur van een PLC sturing toelichten. programmeertalen toepassen.
22
Project programmeerbare logische stuurmodules/PLCsensoren
Begrippen: programmeerbare logische stuurmodule PLC programmatalen (LAD, FBD, Functiediagram)
Materialenkennis: optische sensoren de principiële werking van de sensoren zeer kort toelichten. naderingssensoren (inductief, capacitief, magnetisch) de relevante gegevens van de sensoren opzoeken via ICT. ultrasoon sensor (U) de meest aangewezen sensor voor het te detecteren voorwerp uitkiezen. analoge sensoren het verschil en het toepassingsgebied van een analoge sensor ingangen en beveiliging van PLC-ingangen: tegenover een digitale sensor toelichten. fotodiode de aansluitgegevens opzoeken en toepassen in een opdracht. transistor – fototransistor de juiste schemasymbolen van de sensoren toepassen. opto-coupler sensoren aansluiten (digitale) verschillende soorten sensoren aansluiten (2-, 3- en 4draads). analoge sensoren het schema tekenen met de juiste schemasymbolen van de soorten uitgangen en beveiliging van PLC-uitgangen: gebouwde schakelingen. relais- , transistor- ,solid-state uitgang opzoeken in documentatie hoe ze een ingang (schakelaars en beveiliging uitgang bij DC en bij AC voor inductieve 3 of 4 draadssensoren) moeten aansluiten volgens de juiste verbruikers werkspanning. structuur van een PLC-gestuurd project (blokschema) toelichten waarom een PLC ingang beveiligd wordt met een galvanische scheiding. uitleggen hoe deze beveiliging concreet uitgevoerd wordt met elektronische componenten. de voornaamste kenmerken en eigenschappen van een fotodiode en een fototransistor toelichten toegepast in een opto-
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
coupler. de voornaamste eigenschappen van deze soorten uitgangen kort opsommen en hun toepassingsgebied noemen.
opzoeken in documentatie hoe ze een uitgang moeten aansluiten en beveiligen (bij inductieve belasting) volgens de werkspanning van de verbruiker. een PLC-sturing uitbouwen en testen aan de hand van een principeschema en de bestaande documentatie. het schema tekenen van de gebouwde schakeling. een bestaand programma (in LAD en in FBD) ingeven, aanpassen en uittesten op de gebouwde toepassing.
Toepassing: praktische oefeningen met programmeerbare logische stuurmodules en PLC’s
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Vertrek van de toegangscontrole in een winkel via optische sensoren. Demonstreer de werking en eigenschappen van de verschillende sensoren (detectieprincipes, analoog>
< TV. Demonstreer de werking van een solid-state relais. Laat de leerlingen met concrete componenten een filter ter beveiliging van de uitgangen bouwen bij inductieve belastingen (R+C of VDR voor AC en Diode voor DC). Laat de leerlingen enkele klassieke motorschakelingen sturen via een PLC/programmeermodule en vergelijk de schematische opbouw. Omkader het gebruik van verschillende programmeertalen (LAD, FBD, functiediagram).
23
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN 16
16
uitleggen uit welke delen een persluchtinstallatie bestaat en kunnen die delen samenstellen. de werking bespreken aan de hand van een blokschema. de symbolische voorstelling herkennen en toepassen. de verschillende soorten compressoren en hun eigenschappen opnoemen. de gebruikelijke eenheden gebruiken. installatie- en onderhoudsvoorschriften opzoeken. uitleggen wat er moet gebeuren bij conditionering en hoe dit in de praktijk gebeurt. opzoeken hoe filters, smeertoestellen, reduceertoestellen, correct gebruikt worden. die elementen symbolisch voorstellen. de elementen herkennen in de verschillende soorten (enkel-, dubbel-, snelwerkende en gebufferde … ) en hun eigenschappen opnoemen. een geschikte keuze maken uit een catalogus (cilinders). uitleggen hoe de snelheidregeling van de zuiger gebeurt. die elementen symbolisch voorstellen. de elementen herkennen in een installatie. de verschillende soorten (2/2, 3/2, 4/2, 4/3, 5/2 … ventielen) en hun bediening toelichten.
24
Project elektropneumatica
Begrippen: persluchtinstallatie bouw van een eenvoudige persluchtinstallatie
Materialenkennis: compressor conditionering cilinders pneumatische en elektropneumatische ventielen logische schakelingen geprogrammeerde schakelingen via PLC
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
de werking van een eenvoudig schema analyseren. enkele (eenvoudige) toepassingen realiseren. het onderscheid maken tussen een geprogrammeerde en een logische schakeling. de werking van een eenvoudig schema analyseren vertrekkend van een uitgeschreven programma.
LEERINHOUDEN Toepassing: realisatie van een elektropneumatische schakeling
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Streef naar boeiende opgaven uit de bedrijfswereld. Benader zo praktisch mogelijk stimuleer het gestructureerd werken. Blijf niet te lang stilstaan bij pneumatische opgaves en schakel vrij snel over naar (PLC-gestuurde) elektropneumatische opstellingen. Zorg voor voldoende soorten sensoren, reedcontacten, fotocellen …
25
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
2
26
PV/TV STAGE ELEKTRICITEIT
1e leerjaar: PV/TV Stage elektriciteit 2-4 lestijden/week; 2e leerjaar: PV/TV Stage elektriciteit 4-8 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Algemeen 1
kennis nemen en omgaan met de bedrijfscultuur. formele en informele omgangsvormen hanteren. functioneren buiten het beschermende schoolmilieu. omgaan met stress. omgaan met oversten, gelijken, ouderen. kritiek aanvaarden. assertief gedrag vertonen. van organisatiebekwaamheid getuigen in groep werken. omgaan met formele en informele regels, afspraken en procedures.
1
Omgaan met de bedrijfscultuur
2
veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen. ergonomie toepassen. geschikt gereedschap en PBM’s kiezen en correct gebruiken.
2
3
goederenbehandeling uitvoeren (stockeren, inventariseren, in- en uitpakken).
3
Omgaan met de reglementeringen inzake AREI ARAB welzijn, milieu Omgaan met goederen
4
doelgericht communiceren.
4
Communicatie
5
Het eigen werk organiseren
Voorbereiding 5
werkzaamheden voorbereiden. een geschikte werkmethode en werkvolgorde bepalen. waakzaam zijn voor welzijn en milieu. de nodige beschermingsmiddelen uitkiezen. zorg dragen en orde hebben voor gereedschap, machines en apparatuur.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN Decr. nr. De leerlingen kunnen
27
LEERINHOUDEN
individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren. ladders en kleine stellingen monteren en correct gebruiken (veiligheid). 6
tekeningen lezen en interpreteren.
6
Tekeningen en schema’s
7
administratieve gegevens verwerken.
7
Administratie
8
herkennen en definiëren van vervoermiddelen – hef-, til- en verplaatsingstechnieken.
8
Hef- en vervoermiddelen
9
het werkingsgebied van automaten/toestellen herkennen.
9
Omgaan met elektrische apparatuur
10
een meetprotocol opvolgen. tekeningen lezen en interpreteren.
10
Meetprotocol
11
afbraakwerk of gedeeltelijke demontage van oude installaties realiseren. ruwbouwwerkzaamheden voorafgaand aan het installatiewerk uitvoeren.
11
Montage en demontage
12
een industrieel proces opvolgen.
12
Automatisatie
13
verbindingstechnieken toepassen zoals solderen, schroeven, lijmen …
13
Verbindingstechnieken
14
adequaat omgaan met elektrische machines (plaatsen, aansluiten, onderhouden, opsporen van storingen).
14
Elektrische machines
15
administratieve gegevens verwerken.
15
Administratie
16
kwaliteitscontrole toepassen.
16
Afwerking, zelfevaluatie
17
resten en afval volgens instructies sorteren en opslaan.
17
Milieubewustzijn
Proces
Nazorg
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
28
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
Via een geïntegreerde en projectmatige aanpak wordt de formele scheiding tussen theorie en praktijk losgelaten. Er wordt steeds uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken kunnen worden besteed aan een verder uitdiepen van de leerstof of voor uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof systematisch te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van een zelf gemaakte cursus expliciet aanbevolen. In het BSO mag verwacht worden dat de theorie gegeven wordt in functie van datgene wat van de leerling verwacht wordt bij het uitvoeren van de diverse praktijkoefeningen. Het is zeker niet de bedoeling om formules te bewijzen of te laten memoriseren. Van de leerling wordt enkel verwacht dat zij/hij de formules (waar zij/hij steeds moet over kunnen beschikken) tijdens de oefeningen kan gebruiken. Wetten en formules zullen zoveel als mogelijk proefondervindelijk aangebracht worden door metingen op didactische of praktische opstellingen. De nodige aandacht zal besteed worden aan het gebruik van de correcte notaties en aan het gebruik van de correcte eenheden. Bij alle onderdelen - waar mogelijk - zal de nodige aandacht besteed worden aan veiligheid, gezondheid, hygiëne en zorg voor het milieu.
2
GEÏNTEGREERDE AANPAK
Inleiding Door de grotere nood aan ervaringsgericht onderwijs is het belang van de relatie tussen theorie en praktijk toegenomen. Het leren wordt opgevat als een proces waarbij er een afwisseling is tussen het opdoen van ervaringen en het ontwikkelen van competenties. De lessen sluiten zou nauw mogelijk aan bij de leefwereld van de leerlingen zodat de theorie niet abstract overkomt, maar een concrete betekenis krijgt. Theorie en praktijk zijn geen eilanden en kunnen dus moeilijk gescheiden aangeboden worden. Waarom een geïntegreerde aanpak? Omwille van: -
didactisch meerwaarde: het geïntegreerd werken zal het leer- en probleemoplossend denken optimaal ondersteunen; grotere motivatie van de leerlingen; leerlingen krijgen de mogelijkheid een eigen inbreng te doen.
Pedagogische aanpak In het leerplan wordt geen onderscheid gemaakt tussen PV en TV. Hoe en wanneer de leerplandoelstellingen gerealiseerd worden, kan uitgestippeld worden door de vakgroep.
3
PROJECTMATIG WERKEN
In dit leerplan wordt gewerkt aan een globaal project: de realisatie van de residentiële elektrische installaties. Zowel cognitieve als meer uitvoeringsgerichte doelstellingen komen bij het projectmatig werken aan bod. Elk deelproject start vanuit een duidelijke probleemomschrijving en verloopt volgens het technologisch proces waardoor de leerlingen regelmatig zichzelf en hun realisaties dienen te evalueren.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
29
Geschikte deelprojecten voldoen aan volgende criteria: - ze realiseren de leerplandoelstellingen; - ze zijn zinvol, vermijd in ieder geval opdrachten waar enkel de “vaardigheid op zich” centraal staat; - ze vertrekken steeds vanuit een duidelijke probleemomschrijving en er wordt ruime aandacht besteed aan de voorbereiding en planning; - de moeilijkheidsgraad neemt geleidelijk toe; - elk nieuw project refereert enerzijds naar kennis en vaardigheden uit vorige projecten maar biedt anderzijds ook telkens iets nieuws aan; - ze zijn beperkt in de tijd.
4
JAARPLAN
Van elke leraar wordt verwacht dat zij/hij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model (zie bijlage). Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega’s binnen eenzelfde vakgroep. De volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. De projectmatige aanpak laat toe dat de leerplandoelstellingen worden gerealiseerd los van de volgorde zoals ze in dit leerplan worden vermeld. Wanneer alle projecten afgewerkt zijn dienen alle leerplandoelstellingen één of meerdere malen aan bod te zijn gekomen. Uiteraard moet er steeds worden over gewaakt dat de nodige voorkennis aanwezig is.
5
STAGES
5.1 Regelgeving bij de stage Bij de organisatie van een stage zal er steeds over gewaakt worden dat de vigerende regelgeving strikt gevolgd wordt. Het verdient aanbeveling de omzendbrief m.b.t. de leerlingenstages in het voltijds secundair onderwijs (SO/2002/09) grondig te lezen en als leidraad te gebruiken. Afwijkingen (indien noodzakelijk) zullen tijdig aangevraagd worden. 5.2 Prospectie van stageplaatsen Het is best om vooraf een stagedatabank aan te leggen. De keuze van geschikte stageplaatsen is uiterst belangrijk voor de verwezenlijking van de stagedoelstellingen. Daarom dient de nodige aandacht besteed te worden aan een zorgvuldige prospectie en selectie van stageplaatsen. Enkele aandachtspunten: er is voldoende kwalitatieve uitrusting en apparatuur beschikbaar; de stageplaats zal bij voorkeur binnen een redelijke afstand van de woonplaats van de stagiair liggen; - de stagementor kan voldoende tijd vrijmaken voor contacten met de stagebegeleider. 5.3 Vastleggen van stageactiviteiten In onderling overleg tussen stagebegeleider en stagementor wordt voor elke individuele leerling een stageactiviteitenlijst opgesteld. Deze activiteiten: - vinden hun verantwoording in het leerplan; - ondersteunen de schoolopleiding; - liggen binnen de psychische en fysische mogelijkheden van de leerling. De lijst met stageactiviteiten wordt gekoppeld aan de stageovereenkomst. 5.4
Evaluatie (zie ook evaluatie en rapportering van de stage)
Er wordt duidelijk vastgelegd voor de stage welke doelstellingen moeten bereikt worden. De stagementoren worden nauw betrokken bij het evaluatieproces en worden hieromtrent vooraf duidelijk geïnformeerd.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
6
VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN
6.1
Wat?
30
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 6.2
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. 6.3
Hoe te realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
7
ICT-INTEGRATIE
7.1
Wat?
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het realiseren van leerplandoelstellingen. 7.2
Waarom?
Maatschappelijke ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT-competenties. Jongeren moeten niet alleen in staat zijn om nieuwe media te gebruiken, zij moeten net zo goed kunnen inschatten wanneer deze efficiënt en effectief kunnen worden ingezet. Het gebruik van nieuwe media sluit zeer goed aan bij de leefwereld van de jongeren en speelt in op hun vertrouwdheid met de beeldcultuur. Er wordt meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, kritisch selecteren, het zelfstandig of in groep werken, het kunnen verwerven en verwerken van enorme hoeveelheden informatie. Deze ontwikkelingen zijn ook merkbaar in het onderwijs. In de meeste vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen:
het leerproces zelf in eigen handen nemen;
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties 31 TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week) 7.3 Hoe ICT integreren ter ondersteuning van het realiseren van de leerplandoelstellingen? Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijv. d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICTintegratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie. Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijv. in een open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning. Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden. Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm. Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning onder de vorm van tekst, beeld en/of geluid d.m.v. bijv. een presentatie, een website, een folder ... Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan o.a. via e-mail, internetfora, een ELO, chatten, blogging. Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren op de gebruikte middelen en de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …) en kunnen ze hun keuzes bijsturen.
8
BEGELEID ZELFGESTUURD LEREN
8.1
Wat?
Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat:
de opdrachten meer open worden;
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;
de leerlingen zelf leren plannen;
er feedback wordt voorzien op proces en product;
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week) De leraar is ook coach, begeleider.
32
De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 8.2
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m.
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als:
keuzebekwaamheid;
regulering van het leerproces;
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 8.3
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen:
de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;
de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;
de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat
doelen voorop stellen;
strategieën kiezen en ontwikkelen;
oplossingen voorstellen en uitwerken;
stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;
resultaten bespreken en beoordelen;
reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;
verantwoorde conclusies trekken;
keuzes maken en verantwoorden
is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
33
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 1
ALGEMEEN
Om de leerplandoelstellingen geïntegreerd te realiseren is het noodzakelijk dat de lessen steeds gegeven worden in een daartoe aangepast vaklokaal. De inrichting van de vaklokalen zal de leerlingen inspireren tot een algemene attitude van netheid, zorg en veiligheid.
Vaste beamer + projectiescherm
Centrale PC aangesloten op het internet + (laser)printer
Overheadprojector
Werkbanken met bankschroef
PC’s (voldoende aantal) met aangepaste software.(o.m. CAD-programma)
Recente catalogi
Indien mogelijk een voorbeeld van de verschillende besproken toestellen
Fotokopieën van bijgeleverde aansluitschema's (bij voorkeur op transparant)
1 multimeter per leerling
1 labovoeding (gelijkspanning) per groep leerlingen
Wattmeters, stroomtang, cos phi meter
Oscilloscoop
Enkelfasige en driefasige transformator
. 1 set basisgereedschap bestaande uit: 1
schroevendraaiers 2 tot 8 mm kruisschroevendraaiers nr. 1-2-3 geïsoleerde combinatietang geïsoleerde zijkniptang geïsoleerde striptang geïsoleerde ronde bektang geïsoleerde fijne bektang (recht of gebogen) juniorbeugelzaag elektricienmes lichte hamer testapparaat rolmeter Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week) Algemeen gereedschap (aantallen afhankelijk van het aantal leerlingen):
werkbanken lichte soldeerbouten hete luchtblazer voor krimpkous elektrische schroevendraaier tang voor drukverbindingen handboormachine tafelboormachine gereedschap voor het maken van schroefdraad universeel meettoestel veiligheidsbrillen vijlen set platte steeksleutels set ringsleutels set inbussleutels set boren buizenklem kleine waterpas zelfklemmende tang ontmanteltang voor kabel metaalbeugelzaag plooiveer trekveer
1 persluchtinstallatie
Per groep leerlingen:
1 PLC + programmeermogelijkheden 1 domotica systeem de besproken elektromotoren frequentieregelaar en/of softstarter energiekabels beveiligingstoestellen elektropneumatisch materiaal afhankelijk van de oefeningen verbruiksmateriaal afhankelijk van de uitgevoerde oefeningen
34
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
35
EVALUATIE 1
INLEIDING
Tijdens de laatste decennia hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan in het denken over leerlingenevaluatie. Evaluatie wordt niet meer beschouwd als een afzonderlijke activiteit die louter gericht is op de beoordeling van de leerling, maar ze moet in tegendeel met het leerproces verweven zijn. De didactische evaluatie is een inherent deel van leren en onderwijzen. Zij geeft informatie aan leerlingen en leraren over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zodoende de kans om het rendement van leerlingen én leraren te optimaliseren.
2
BASISPRINCIPES
De leerkracht zal aandacht hebben voor proces- en productevaluatie. Het onderscheid tussen proces- en productevaluatie is niet altijd even duidelijk: Bij productevaluatie wordt nagegaan in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen hebben bereikt; bij procesevaluatie wordt het leerproces van de leerling en het didactisch handelen geëvalueerd. Het evaluatiesysteem van de leerkracht zal structureel rekening houden met kennis, vaardigheden en vakgebonden attitudes van de leerlingen en het resultaat van taken, toetsen, praktische oefeningen en opdrachten. De evaluatiecriteria worden vooraf duidelijk aan de leerlingen medegedeeld. Deze criteria worden ook best vooraf besproken in de vakwerkgroep. Een evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. Bij de evaluatie wordt er in ieder geval rekening mee gehouden dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken … kunnen in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie van de leerprestaties en de vaardigheden van de leerlingen. Daarom zal de leraar voortdurend hun vorderingen nagaan en zo nodig, zal hij/zij meteen remediërend optreden. Bij het begin van iedere les zal de leraar desnoods aan alle leerlingen afzonderlijk meedelen welke (sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden: iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt.
3
KWALITEITSCRITERIA
Zoals alle meetapparatuur moet ook het evaluatie-instrument aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen.
4
MAAK VAN DE EVALUATIE EEN NUTTIG INSTRUMENT
De evaluatie is maar nuttig als de leerlingen (maar ook de leraar) uit de evaluatie iets kunnen leren, daarom is het essentieel om: -
aan de leerling feedback te geven en te leren waarom een antwoord juist of fout is; conclusies te trekken voor de manier van onderwijzen (didactische aanpak); de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken te analyseren.
5
EVALUATIE EN RAPPORTERING VAN DE STAGE
5.1
Inleiding
De stage wordt als een afzonderlijk vak beschouwd; een correcte evaluatie hiervan is dan ook belangrijk. De evaluatie van de stage gebeurt door de mentor en de begeleider.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
36
Deze laatste kan, gelet op het onderwijskundig aspect, optreden als coördinator van het evaluatiegebeuren. Hij rapporteert dan ook rechtstreeks aan de begeleidende klassenraad (BKR) en de delibererende klassenraad (DKR). De evaluatie kan best rekening houden met kennis, attitudes en vaardigheden. Een bijzonder gewicht kan worden toegekend aan de sociale vaardigheden en de aanpassing aan de bedrijfscultuur. Ten slotte kan ook de zelfevaluatie mede bepalend zijn voor het globale evaluatiebeeld. Degelijke evaluatie van de stage gebeurt het best aan de hand van evaluatiecriteria. Deze evaluatiecriteria worden bepaald in functie van de stagedoelstellingen in relatie tot het leerplan en bestaan enerzijds uit activiteiten en anderzijds uit attitudes. Ze worden voor het begin van de stage vastgelegd door de begeleider in overleg met de mentor en met de leerlingen besproken. 5.2
Registratie
De verschillende evaluatieformulieren maken een volledige en relevante registratie mogelijk. De begeleider zal, steunend op zijn grotere ervaring met het schoolse evaluatiesysteem, in samenspraak met de mentor de evaluatie omzetten in een aangepaste rapportering. 5.3
Rapportering
Het evaluatiedossier van de leerling omvat naast de individuele activiteitenlijst: - de evaluatieverslagen van de mentor; - het stageschrift/activiteitenschrift van de leerling; - de verslagen van de begeleider. De leerling houdt een verslag bij van zijn activiteiten. Het verslag bevat ook een zelfevaluatie. De rapportering gebeurt als een volwaardig vak in het rapport. Bij een blokstage zal de evaluatie éénmalig vermeld worden in het rapport dat onmiddellijk op de stage volgt. Wordt er toch gekozen voor een alternerende stage, dan wordt de stage-evaluatie over verschillende rapportperioden gespreid. Er moeten steeds voldoende tussentijdse evaluaties opgesteld worden, zodat remediëring mogelijk is. De evolutie van de stage (leerproces) dient met de leerling besproken worden. Er moet in elk geval tijd worden vrijgemaakt om na afloop van elke stage(periode) of werkplekleerperiode de (eind)evaluatie individueel met elke leerling te bespreken.
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
37
BIBLIOGRAFIE
AIB - VINÇOTTE, Algemeen Reglement op de Elektrische installaties AREI, Brussel. BAELE D, Serie Elektra, Wolters Plantyn. BEMANS R, Elektrische machines en aandrijvingen, Uitgeverij Garant, Leuven – Apeldoorn. CLAERHOUT L, Elektriciteit, Plantyn. COOREMAN, Serie Elektrotechniek: Elektrotechnisch tekenen, Plantyn. CUPERUS P, Opnemers van fysische grootheden, Wolters Noordhoff, Nederland. CUPPENS J + SAEYS H, Basiselektronica, Die Keure. DE DONDER, B-HELLEMANS P, Watt met elektriciteit, De Boeck. DEVOS R + EERLINGEN K, Industriële elektronica, de Sikkel. DEKELVER, Serie elektrotechniek: Installatieleer, Plantyn. DEKELVER, FICHFET, VAN OPSTAL; Technologie Installatieleer 1&2, Wolters Plantyn. DEVENTER; Handboek elektrotechniek, Kluwer. DEVENTER; Handboek verlichting, Kluwer. ELEKTUUR Basiscursus Elektronica. ELEKTUUR Domotica. Handboek voor theorie, praktijk en zelfbouw. ELEKTUUR Elektrische apparaten in huis. Werking – Testen – Repareren. GOES P, Basiselektriciteit, Die Keure. HASEBRINK-KOBLER, Besturingstechniek 1, grondbeginselen van de pneumatiek en elektropneumatiek, Festo. JACOBS F, Domotica, intelligentie in het gebouw, de boeck. LAST J, Elektrotechniek, vaktheorie, Educaboek, Culemborg Nederland. MARIËN H, PLC, Die Keure. MICHILS, Watt nu!?, Wolters Plantyn. Op ’t ROODT M.A.J., Serie Elektriciteit, Van In. POLLEFLIET J, Vermogenselektronica, Die Keure RYMENANTS/VRANCKEN/THOMAS, Naslagwerk (project), Wolters Plantyn. SOBANE, Elektriciteit – Het beheer van beroepsgebonden risico’s. STANDAERT K + VAN DE BORGHT F, Gedifferentieerd leerpakket elektriciteit, Standaard. TEUNISSEN F, Serie Elektrotechniek, vaktheorie, W.J. Thieme en Cie, Zutphen Nederland. VANDENHEEDE H, Elektrische machines, Die Keure. VEKENS J, Installatiepraktijk voor de elektricien, Standaard. WILLEMZE M, Wasautomaten repareren zonder voorrijkosten, Elektuur.
Provinciaal Veiligheidsinstituut, Antwerpen Basisveiligheid VCA (boek, cdrom, transparanten voor lesgevers) Enkele interessante websites: http://www.stroomopwaarts.be/stroomopwaarts/home.html http://www.eandis.be/nl/onderwijs.aspx http://www.vormelek.be/content/view/29/51/lang,nl/ http://www.werk.belgie.be/home.aspx http://www.energiesparen.be/ CREG - Bienvenue - Welkom/ http://www.vreg.be/nl/index.asp http://www.vei.be/ http://www.walter-fendt.de/ph14nl/
BSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Elektrische installaties TV Elektriciteit (1e leerjaar: 9 lestijden/week, 2e leerjaar: 9 lestijden/week); PV Praktijk elektriciteit (1e leerjaar: 13-11 lestijden/week, 2e leerjaar: 11-7 lestijden/week); PV/TV Stage elektriciteit (1e leerjaar: 2-4 lestijden/week, 2e leerjaar: 4-8 lestijden/week)
38
JAARPLAN Jaarplan
Optie:........................................................................................
Leerkracht:...........................................................
Vorderingsplan Onderwijsvorm:..............
Graad:....................
Jaar:.........................
Schooljaar: ………… / …………..
Vak:..........................................................................................
Leerplannummer:...........................
Handboek/cursus:...........................................................................
Lestijden/week:...........
JAARPLAN Week nummer
Nr. in leerplan
VORDERINGSPLAN Leerinhouden en te realiseren leerplandoelstellingen
Gegeven op (datum)
Opmerkingen