BOLLEDOZEN door Dirk Vermiert
Muziek Jan Segers
Liedjes teksten Jan en Dirk
Versie 2.0
1 HET DECOR IS EEN VERZAMELING VAN DOZEN. ENIGE REGELMAAT LAAT VERMOEDEN DAT HET OM TWEE HUISJES ZOU KUNNEN GAAN. IN ELK GEVAL OM TWEE RUIMTES WAARIN ZOU KUNNEN WORDEN GEWOOND. DOOR VAGEBONDEN BIJVOORBEELD. OF DOOR CIRCUSARTIESTEN. OF DOOR MENSEN MET DE LEVENSVREUGDE VAN EEN KIND. ALLE GEBRUIKTE VOORWERPEN ZIJN ZO VEEL ALS MOGELIJK OP KARTONNEN DOZEN GESCHILDERDE OBJECTEN. OP DE GELUIDSBAND, EEN HAAN DIE KRAAIT, EEN TREIN DIE PASSEERT, EEN HUILENDE BABY, KORTOM EEN POTPOURRI VAN STEDELIJKE GELUIDEN. STILTE. UIT DE CONSTRUCTIE LINKS VERSCHIJNT EEN FIGUUR, BOLLE. HIJ REKT DE SLAAP UIT ZIJN LIJF. OP ZIJN HOOFD EEN OORWARMER EN VOOR ZIJN OGEN EEN 'SLAAPBRIL'. BOLLE LOOPT SLAAPWANDELEND NAAR DE BUUR. BOLLE:
Wakker worden! BOLLE KEERT TERUG NAAR ZIJN DOOS. KRUIPT ER IN. STILTE. VAN DE ANDERE KANT KOMT OP ROLSCHAATSEN EN MET VEEL TUMULT, TOETERS EN BELLEN, ROLLE AANGEREDEN.
ROLLE:
Luiwammes! Opstaan!! ER KOMT GEEN REACTIE. ROLLE ROLT NAAR ZIJN EIGEN TERRITORIUM EN HAALT EEN TUINSLANG TE VOORSCHIJN. ONDERTUSSEN SLAAPWANDELT BOLLE TERUG UIT ZIJN DOOS. NET OP HET MOMENT DAT ROLLE ZICH WIL OMDRAAIEN OM BOLLE WAKKER TE GAAN SPUITEN, RAAKT BOLLE HEM AAN EN ROEPT:
BOLLE:
Wakker worden!! ROLLE SCHRIKT, ROLT AF EN DONDERT IN EEN VOOR HET PUBLIEK ONZICHTBARE HOOP VUIL. BOLLE KEERT OP ZIJN STAPPEN TERUG. ROLLE KEERT OOK TERUG MET OVER ZIJN HOOFD EEN DOOS.
2 ROLLE:
Bolle ...
BOLLE:
Rolle ...
ROLLE:
Bolle ...
BOLLE:
Rolle roept Bolle?
ROLLE:
Wakker worden!!
BOLLE:
Dat ben ik toch al. Steek het licht eens aan, Rolle.
ROLLE:
Doe die doos weg.
BOLLE:
Welke droom weg?
ROLLE:
Doos!!!
BOLLE:
Waarom ben jij boos? ROLLE TREKT BOOS DE DOOS VAN HET HOOFD. DAARBIJ VLIEGT DE DOOS TEGEN DE NOG STEEDS DOVE EN BLINDE BOLLE. DIE VALT ACHTEROVER EN SLAAPT VERDER.
ROLLE:
Bolle? ROLLE NEEM EEN DOOS, HET IS EEN RADIO, DRAAIT AAN EEN KNOP TERWIJL HIJ DE DOOS DICHT TEGEN DE OORWARMERS VAN BOLLE HOUDT. HARDE ROCK MUZIEK WEERKLINKT. BOLLE SPRINGT VERSCHRIKT RECHT. RUKT DE OORWARMERS WEG. STAART ER 'BLIND' NAAR. STILTE.
ROLLE:
Bolle ...
BOLLE:
Zei er iemand iets?
ROLLE:
Ja. Ik, Rolle.
BOLLE:
In het midden van de nacht?
ROLLE:
Ik ben het Bolle, Rolle.
BOLLE:
Ik ben Bolle. Ben jij daar, Rolle?
ROLLE:
Ja, Bolle. Ik zei net dat ik Rolle ben, Bolle. En ik sta hier.
BOLLE:
Door al dat lawaai ben ik zo doof als een koffiepot. Waar ben je Rolle?
3 ROLLE RUKT BIJ BOLLE DE SLAAPBRIL WEG. BOLLE:
Ha! Daar sta je. Zegt dat dan, Rolle.
ROLLE:
Ik zei: Bolle, ik sta hier.
BOLLE:
Dat kon ik niet horen, Rolle.
ROLLE:
Dat kon ik niet weten, Bolle.
BOLLE:
Ophouden met dat Bolle, Rolle. Ik word daar helemaal rolledebolder van. (BEAT) Je kon inderdaad niet weten dat ik je niet horen kon, want jij sliep nog.
ROLLE:
Niet waar. Ik was wakker. Ik ben reeds naar de bakker gerold. Jij sliep.
BOLLE:
Niet waar. Ik heb je wakker gemaakt. Zo. DOET ZIJN SLAAPWANDEL SCÈNE OPNIEUW.
ROLLE:
Ik was niet thuis.
BOLLE:
Echt? Waarom niet?
ROLLE:
( kwaad) Omdat ik bij de bakker was. Wakker!
BOLLE:
En waarom was jij bij de wakkere bakker? Zo vroeg en alleen.
ROLLE:
Omdat jij graag verse pistoleetjes eet.
BOLLE:
Terwijl ik slaap? Je zei net dat ik nog sliep, ja toch? Jij bent niet goed wijs. Wie eet er nu pistoleetjes terwijl hij slaapt! ROLLE MAAKT EEN GEBAAR, HOPELOOS GEVAL, EN GAAT NAAR DE DOZEN. ROLLE DOET ZIJN ROLLERS UIT EN ZET EEN DOOS ALS ONTBIJTTAFEL BESCHILDERD IN HET MIDDEN VAN DE SCÈNE. BOLLE IS ONDERTUSSEN ZIJN DOOS BINNEN GEGAAN EN KOMT TERUG BUITEN MET EEN HOED OP.
BOLLE:
Ik bol even naar de bakker. Dek jij de tafel ondertussen. BOLLE WIL HET AF BOLLEN.
ROLLE:
Bolle!! Stop! Jij hebt een bolle domme kop.
4 BOLLE:
Mooi hé?
ROLLE:
Een mooie bolle domme kop met niks in.
BOLLE:
Nee? Ogen. Een tong....
ROLLE:
Maar geen hersenen!! (BEAT) Ik kom net van bij de bakker!
BOLLE:
Dat zei je. Ja.
ROLLE:
Dan hoef jij toch niet meer te gaan!
BOLLE:
O nee?
ROLLE:
O ja! Want alles is er al, omdat ik het reeds heb gekocht.
BOLLE:
Dat zeg jij.
ROLLE:
Het is zo. Kijk! Daar! (BEAT) Vooruit. Aan tafel. ZE ZETTEN ZICH BEIDEN AAN TAFEL. ROLLE PAKT ZIJN AANKOPEN UIT.
BOLLE:
Heb je een krentenbol?
ROLLE:
Nee.
BOLLE:
( staat recht) Zie je wel. Ik moet naar de bakker.
ROLLE:
Elke dag een krentenbol is niet gezond.
BOLLE:
Ik ga naar de bakker omdat ik wat beweging wil. Dat is gezond.
ROLLE:
Nee, nee. Ochtendgymnastiek en een stevig ontbijt, zonder krentenbol. Dat is goed voor die bolle buik van je.
BOLLE:
Ik heb geen bolle buik, maar een bolle kop. Je eigen woorden.
ROLLE:
En bolle wangen. Een bolle neus en een bolle kont.
BOLLE:
Ik heb dan ook mijn naam niet gestolen.
ROLLE:
Jij hebt ook bolle gedachten. (BEAT) Waarom is mijn naam Rolle?
BOLLE:
Geen idee.
ROLLE:
Voila. Het is niet omdat je naam Bolle is dat
ROLLE:
Voila. Het is niet omdat je naam Bolle is dat 5 je er ook bol moet bijlopen. We beginnen aan een afslankingsoperatie.
BOLLE:
Nu?
ROLLE:
Nu.
BOLLE:
Ik heb honger.
ROLLE:
Na de oefeningen. ROLLE NEEMT EEN GROTE DOOS DIE ER UIT ZIET ALS EEN MUZIEK INSTALLATIE.
ROLLE:
Hier gaan we!! ROLLE DRUKT OP EEN KNOP EN DE MUZIEK BEGINT. ROLLE BEGINT TE BEWEGEN, BOLLE VOLGT NA EEN TIJDJE. SAMEN ZINGEN ZE EEN LIED. LIED: "BOLLEDOZEN" Wij zijn geen abrikozen Zijn net zo min matrozen Appelen noch peren Ministers noch heren Wij zijn geen popidolen Gitaren of violen, Wij zijn geen bollebozen Wij zijn de Bolledozen Refrein: Wonen in een doos Dat is grandioos, Die van u, die van mij Die van ons allebei Die van u, die van mij Die van ons allebei Wij wonen in dozen Dat is wat wij verkozen Lezen, werken, eten, Al staande of gezeten Wij smeren onze bo'kes En 's nachts doen wij dodo'kes Wij zijn geen bollebozen Wij zijn de Bolledozen Wij hebben geen deuren Maar gaan daarom niet zeuren
6 Wij hebben geen ramen En ook geen achternamen Wanneer er eentje ziek is En niet zo energiek is Dan slaapt hij als een roosje In zijn kartonnen doosje NA HET LIED WIL BOLLE WEGGAAN. ROLLE:
Waar ga jij naar toe?
BOLLE:
Ik moet zo dringend iets eten.
ROLLE:
Je hebt net je ontbijt op.
BOLLE:
Dat was geen ontbijt, dat was tandvulling.
ROLLE:
Geen gezeur, we beginnen aan de les. Anders blijf jij een domme Bolle. ROLLE NEEMT EEN KARTONNEN SCHOOLBORD EN EEN KRIJTJE. HIJ TEKENT.
ROLLE:
Een tros druiven. De tros druiven heeft 24 druiven. Je eet er 14 op. Wat hou je dan over?
BOLLE:
Honger!
ROLLE:
Nee!
BOLLE:
Jawel! Zelfs al eet ik alle druiven op, ook die 10 die ik van jou moest laten hangen, dan nog heb ik honger.
ROLLE:
Je mag niet altijd met je maag denken. Je moet met je hoofd denken. Hoeveel druiven hou je over?
BOLLE:
Dat weet ik niet.
ROLLE:
Maar je zei het antwoord net.
BOLLE:
O ja?
ROLLE:
Tien!
BOLLE:
Zie je wel, ik moet met mijn maag denken, niet met mijn hoofd.
ROLLE:
Nog eens. Je krijgt van mij 50 euro. In de winkel koop je gehakt, aardappelen, courgettes, aubergine, geitenkaas en blokjes tomaten in blik. Dat kost 33 euro. Wat krijg ik van je terug?
7 BOLLE:
Moussaka.
ROLLE:
Nee!
BOLLE:
Alhoewel. Ik weet niet of ik dat ga kunnen klaar maken. We hebben geen oven vaste schotel en of ik die ga kunnen kopen voor 16 euro, dat weet ik niet.
ROLLE:
Dus, hoeveel is 50 min 33?
BOLLE:
Dat weet ik niet.
ROLLE:
Hopeloos. Nog één keer. Hoeveel is 1 appel plus 2 peren plus 1 kiwi plus 1 banaan en 1 uitgeperste citroen?
BOLLE:
Fruitsla! ROLLE DUWT HET BORD IN DE ARMEN VAN BOLLE.
ROLLE:
Hier. Hier is je boodschappenlijstje. En hier is geld. Koop alles en maak het klaar.
BOLLE:
Joepie! BOLLE AF.
ROLLE:
Zo, daar zijn we even van af. Laat ik me even voorstellen. Ik ben Rolle. En ik woon hier. En daar woont Bolle. Dus is hij mijn buur. Bij Bolle is het een rommeltje. Bij mij ook. Maar anders. Meer 'kunstenaarderig'. Artistieke rommel. Rommel met een grote R. Bij Bolle is het gewoon rommel. Zonder hoofdletter. Wat hij dan wel met hoofdletter doet is koken. Ik doe dat met kleine letter. Een eitje bakken. Een spaghetti. Zonder saus, want die brandt altijd aan. Soep. Dat kan ik goed maken. Water met een bouillon blokje van Maggie. Bolle heeft Maggie niet nodig om goed te koken. Als hij kookt moet ik me telkens inhouden niet te veel te eten anders wordt ik even bol dan Bolle. Zo, even de boel hier opruimen. TERWIJL HIJ DAARMEE BEZIG IS KOMT BOLLE TERUG.
BOLLE:
(OFF) Kijk eens wat ik heb meegebracht! ( op met veel vertoon en een taart) Een slagroomtaart! HIJ STRUIKELT EN DE TAART VLIEGT IN HET GEZICHT VAN ROLLE.
8 BOLLE:
Is het lekker, Rolle?
ROLLE:
Ik lust geen slagroom.
BOLLE:
Glad vergeten. Sorry. BOLLE BEGINT DE SLAGROOM VAN HET GEZICHT VAN ROLLE AF TE VEGEN EN OP TE ETEN.
ROLLE:
Lekker?
BOLLE:
Heel lekker!
ROLLE:
( ontploft) Maak als de bliksem mijn gezicht schoon of ik ontplof!
BOLLE:
Niet doen! Je gaat hier alles vuilmaken. ROLLE STAAT LETTERLIJK TE SPRINGEN. BOLLE SNEL AF EN KEERT TERUG MET EEN TUINSLANG.
ROLLE:
Waag het niet!!
BOLLE:
Ik moet je toch proper maken?
ROLLE:
Niet zo!
BOLLE:
Hoe dan wel?
ROLLE:
Met water.
BOLLE:
Hier komt water uit.
ROLLE:
Veel te veel!
BOLLE:
Wacht ik vul een emmer met water. NEEMT ER EEN EN STEEKT DE SPUIT ER IN.
BOLLE:
Er komt geen water uit. BOLLE GEEFT DE SPUIT AAN ROLLE EN VOLGT DE SLANG TOT ACHTER HUN HUISJES. ROLLE KIJKT IN DE SPUIT.
BOLLE:
(OFF) Ha! Er zit een knoop in. Ik maak hem los. ROLLE MAAKT GEKKE SPRONGEN. PANIEK. HIJ WIL NIET NAT WORDEN.
BOLLE:
(OFF) Er komt nog steeds geen water door.
9 ROLLE STOPT MET GEKKE SPRONGEN MAKEN. ROLLE:
( kwaad) Ik ga me thuis wel wassen. HIJ GAAT IN ZIJN DOOS. BOLLE TERUG OP.
BOLLE:
Bolle gaat het mysterie van het niet doorstromende water oplossen. Wij volgen de dader. HIJ VOLGT OP HANDEN EN VOETEN DE WATERSLANG. TOT HIJ IN DE COULISSEN VERDWIJNT.
BOLLE:
(OFF)Ha! Ha! Het kraantje staat nog dicht. Ja, dan kan er natuurlijk geen water uit de slang stromen. TERUG OP.
BOLLE:
Dat is natuurlijk niet slim van Bolle. Rolle die heeft daar geen last van want dat is een slimme. Rolle weet alles. En dat is makkelijk voor mij. Als ik het niet weet dan vraag ik het aan Rolle. En omdat ik veel niet weet - ik hoef het ook niet te weten want Rolle weet het toch allemaal - vraag ik dus heel veel aan Rolle omdat die toch alles weet. En dat spaart veel tijd want om veel te weten moet je veel leren en werken. Maar ik dus niet want ik vraag gewoon alles aan Rolle en dan weet ik het ook. Gemakkelijk hé? (BEAT) Eigenlijk is Bolle dus net zo slim als Rolle.
MAGGIE:
(OFF) Moet ik dat kraantje hier open draaien?
BOLLE:
Ja. Doe maar. (BEAT) Nee! Niet doen! Geen water! HIJ GAAT BOVEN OP DE SPUIT ZITTEN. MAGGIE OP.
MAGGIE:
Heb jij watervrees?
BOLLE:
Wat?
MAGGIE:
Ben jij bang van water?
BOLLE:
Ja.
MAGGIE:
Oei, dan zal jij wel stinken.
10 BOLLE:
Ik was mij elke dag in bad. (BEAT) Ik bedoelde dus dat ik bang ben van water als ik zwem. Ik ben bang te verdrinken.
MAGGIE:
Als je leert zwemmen dan kan je niet verdrinken.
BOLLE:
Ik kan zwemmen.
MAGGIE:
Vlinderslag? Schoolslag? Rugslag?
BOLLE:
Baksteenslag.
MAGGIE:
Ja, dan zou ik ook bang zijn van water.
BOLLE:
Ik ben Bolle. Wie ben jij?
MAGGIE:
Ik ben Maggie.
BOLLE:
Ha! Maggie bouillon blok. Rolle heeft het vaak over je. Ik heb jou niet nodig.
MAGGIE:
Misschien heb je geen bouillonblokje nodig, maar mij wél.
BOLLE:
Waarom?
MAGGIE:
Maggie, de buur.
BOLLE:
Ik heb reeds een buur.
MAGGIE:
Je kan er twee hebben.
BOLLE:
Buren? Twee buren?
MAGGIE:
Eéntje aan elke kant.
BOLLE:
Tiens. Rolle zegt altijd: 'Je hebt slechts één buurman en dat ben ik.'
MAGGIE:
Ik kan je buurvrouw zijn.
BOLLE:
Oh! Tof! Dan kan Rolle nooit jaloers worden. (BEAT) Maar nu moet ik verder doen.
MAGGIE:
Met wat?
BOLLE:
Met boodschappen doen.
MAGGIE:
Wat ga je maken?
BOLLE:
Het is al op.
MAGGIE:
Ha! Wat heb je dan gemaakt?
BOLLE:
Slagroomtaart. (BEAT) Ik heb ze niet gemaakt.
BOLLE:
Slagroomtaart. (BEAT) Ik heb ze niet gemaakt.11 Ik heb die slagroomtaart gekocht.
MAGGIE:
Was ze lekker?
BOLLE:
Dat moet je aan Rolle vragen. Die heeft alles opgegeten.
MAGGIE:
Dan heb jij nu honger.
BOLLE:
Nee. Want ik moet nog boodschappen doen. Daarna krijg ik honger.
MAGGIE:
Jammer.
BOLLE:
Hoezo?
MAGGIE:
Ik heb al boodschappen gedaan. Anders kon ik met je mee gaan.
BOLLE:
Helaas, pindakaas.
MAGGIE:
Oh, dat ben ik vergeten. Pindakaas.
BOLLE:
Dan kunnen we toch nog samen boodschappen doen. ZE VERTREKKEN ALS ROLLE OP KOMT. ENKEL BOLLE KEERT TERUG.
ROLLE:
( roept) Bolle!
BOLLE:
Ja, Rolle.
ROLLE:
Er zit een slagroom-taart-vlek op mijn das.
BOLLE:
Dat is vreemd.
ROLLE:
Vreemd?
BOLLE:
Waarschijnlijk is die vlek er op gekomen toen jij je gezicht aan het wassen was.
ROLLE:
Nee!! Het is jouw schuld.
BOLLE:
Mijn?
ROLLE:
Ja. Jij hebt met een slagroomtaart gesmeten.
BOLLE:
Dan is het je eigen schuld, want jij hebt de taart niet ontweken.
ROLLE:
Was mijn das!
BOLLE:
Straks, Rolle. Ik was net op weg om boodschappen te doen met ...
12 ROLLE:
Nu! Met water en zeep! BOLLE NEEMT DE SPUIT.
ROLLE:
Nee! Met een beetje water. BOLLE VERDWIJNT EVEN IN ZIJN DOOS EN KEERT TERUG MET EEN SOEPLEPEL.
ROLLE:
Te weinig. BOLLE VERDWIJNT IN ZIJN DOOS EN KEERT TERUG MET EEN EMMER.
ROLLE:
Te veel. BOLLE WIL DE EMMER UITKAPPEN IN DE RICHTING VAN ROLLE.
ROLLE:
Stop! Net genoeg.
BOLLE:
En nu je hoofd in de emmer.
ROLLE:
Waarom?
BOLLE:
Om je das te wassen! Als jij je kop in de emmer steekt valt je das ook in de emmer en kan ik hem wassen.
ROLLE:
Ik zou hem kunnen uit doen.
BOLLE:
Dan vat je kou.
ROLLE:
Hopeloos dom. ( hij doet zijn das uit) Hier, was hem maar apart. BOLLE BEGINT ER AAN. LIED: "WASSEN EN PLASSEN". Altijd wassen wassen daar moet ik van plassen Door al dat water Voel ik nattigheid De vaat De straat Altijd Bolle die daar voor gaat De vloer De koer Altijd Bolle die de boer op gaat Bedden dekken Gras af rijden
13 Naar de winkel rijden Met stoffer en blik 't Is Bolle die het flikt Altijd wassen wassen daar moet ik van plassen Door al dat water Voel ik nattigheid
BOLLE HAALT EEN GEKROMPEN DAS UIT DE EMMER. ROLLE:
Wat is dat?
BOLLE:
Je das.
ROLLE:
Die van mij ...
BOLLE:
Ja.
ROLLE:
Was groter en groen met purper bollen in een appel-zee-groen-paardjes motief.
BOLLE:
Deze ook, maar kleiner.
ROLLE:
( huilt theatraal) Jij bent mijn vriend niet.
BOLLE:
Toch wel. Voor altijd. Door dik en dun. Hier ... ( geeft de das) Snuit je neus. ROLLE SNUIT DE NEUS.
ROLLE:
(BEAT) O nee!
BOLLE:
Maak je geen zorgen, ik zal hem wassen.
ROLLE:
Nee!
BOLLE:
Helaas, pindakaas. HIJ LAAT DE DAS IN DE EMMER VALLEN. MAGGIE OP.
MAGGIE:
De pindakaas ben ik ondertussen gaan kopen. Waar zat jij, Bolle?
BOLLE:
Opgehouden door mijn vriend die mijn hulp nodig had.
MAGGIE:
Dat is lief van je, Bolle.
14 ROLLE:
Wie is dat?
BOLLE:
Dat is Maggie.
ROLLE:
Ha! Leuk je eens te ontmoeten, Maggie. Ik ben Rolle.
BOLLE:
Samen kunnen we heel goed rollebollen en we wonen in onze Bolledozen. Wij zijn vrienden.
MAGGIE:
Buren en vrienden. Dat moet leuk zijn. Ik heb nu buren, maar geen vriendje.
ROLLE:
Maggie, jij woont om het hoekje.
MAGGIE:
Ja!
ROLLE:
Dan kunnen we geen buren zijn.
BOLLE:
Jawel, want zij is een vrouw. (BEAT) Een buurvrouw.
ROLLE:
Maggie, woont er iemand tussen jou en het hoekje?
MAGGIE:
Nee.
ROLLE:
Bolle, woont er iemand tussen jou en het hoekje?
BOLLE:
Ik ga eens kijken, Rolle. AF. EN OP.
BOLLE:
Nee.
ROLLE:
Dan zijn jij en Maggie buren. Gewone buren.
BOLLE:
Nu moeten we er wel voor zorgen dat niemand op het hoekje gaat wonen.
MAGGIE:
Daar zorg ik voor.
ROLLE:
Goed. Jullie zijn dus buren, nu rest ons twee nog vriendjes te worden.
BOLLE:
Waarom geen buren?
ROLLE:
Omdat ik liever vriendjes heb dan buren.
MAGGIE:
Dat gaat niet. Twee buren maar slecht één vriendje. Je kan maar één vriendje hebben.
BOLLE:
Natuurlijk niet. Je moet er alleen voor zorgen dat je veel buren hebt. Ja, want buren worden vriendjes, vriendjes niet altijd buren. (BEAT)
15 vriendjes, vriendjes niet altijd buren. (BEAT) Ah nee, dat kan niet, veel buren hebben, want dan gaan die op het hoekje of voor het hoekje of achter het hoekje wonen, maar altijd tussen ons en dan zijn wij geen buren meer. MAGGIE:
Maar Rolle is mijn buur niet, want jij woont tussen mij en Rolle.
ROLLE:
Bolle, ik denk dat Maggie graag een vast vriendje wil, eentje voor haar alleen en na een tijdje voor altijd.
BOLLE:
Wij zijn vrienden voor altijd en toch mag jij van mij ook én haar buur én haar vriend worden. Dan heb ik twee buren en twee vrienden. Jij hebt dan slechts één buur maar twee vrienden.
MAGGIE:
(BEAT) Wat zouden jullie er van denken als ik vanavond bij jullie zou komen eten?
ROLLE:
Goed idee. Prima. Bolle kookt.
MAGGIE:
Ik breng Kidibul mee! ZE GAAT BLIJ EN GEZWIND AF.
BOLLE:
Dan heeft ze toch een vriendje!
ROLLE:
Hoezo?
BOLLE:
Ze brengt Kidibul mee vanavond.
ROLLE:
Nee, Bolle. Dat is een drankje. Een ' feest' drankje.
BOLLE:
Waar is dat feestje?
ROLLE:
Bolle. Bolle, toch. Wij hebben een vanavond een feestje samen met Maggie.
BOLLE:
Helaas, zonder pindakaas.
ROLLE:
Wat bedoel je?
BOLLE:
Maggie heeft de pindakaas meegenomen.
ROLLE:
Niet erg. Omdat Maggie komt eten maak ik iets speciaals.
BOLLE:
Maar jij kan niet koken.
ROLLE:
Wel voor Maggie. Ik maak je een nieuw boodschappenlijstje.
16 BOLLE:
Dat wordt dan een saai lijstje. Minute soep tomaat. Minute soep erwten. Minute soep op oma's wijze en twee liter gekookt water.
ROLLE:
Voor alles is er een eerste keer.
BOLLE:
En wat als het aanbrandt?
ROLLE:
Dan moet jij blussen.
BOLLE:
Dan wordt dat waterige soep.
ROLLE:
Oh nee, wat wordt een waterzooi. (BEAT) Weet je wat? Jij kookt. Ik dien op.
BOLLE:
Oké.
ROLLE:
Ga ik me nu aankleden. Ik wil mijn das.
BOLLE:
Hier heb je hem. HAALT HEM UIT DE EMMER. DRIJFNAT EN NOG KLEINER.
ROLLE:
Oh, nee!
BOLLE:
Oh, jawel!
ROLLE:
Koop mij een nieuwe. Domme Bolle! ROLLE GAAT BOOS IN ZIJN DOOS. BOLLE WRINGT DE DAS UIT EN PRIKT HEM OP ZIJN KOSTUUM VAST.
BOLLE:
Dan is hij nu van mij! (BEAT) Rolle is mijn vriend niet meer. Hij is niet vriendelijk voor me. En dat is toch het minste wat je van een vriend kan verwachten, vriendelijk zijn. Dat Rolle tegen me roept tot daar aan toe, maar dat Rolle zomaar gaat lopen zonder goedendag te zeggen, dat doet een vriend niet. Die zegt "Dag Bolle, ik ben boos op je want je hebt mijn das naar de vaantjes geholpen, en dat vind ik niet lief van je". Geeft mij dan een klap om de oren en verdwijnt dan. Nee, Rolle, niet terwijl je zegt domme Bolle. Vanaf nu ben ik alleen maar je buur. LIED: "BOLLEROLLE" Dit... is... het... Rollelied, het Bollelied, Het echte Bollerollelied En wil je nog iets weten?
17 Vraag het de keukenpiet. Hoe maak je ijs van kikkerdril? Hoe glad is een bananenschil? Hoe maak je toast met krokodil? Ik weet er alles van. Hoe maak je saus met spinnendraad En bak je vissen zonder graat Hoe maak je een tomaat soldaat? Ik weet er alles van Ik... ben... een... bolledoos van kop tot teen, Maar ook een keukenfenomeen. En wil je nog iets eten? Dan geef ik je meteen: Een soep van water uit de gracht Dat kook ik een minuut of acht Het smaakt verdacht maar geeft je kracht Ik weet er alles van En dan maak ik een stoofpot klaar Met bonen, prei en paardenhaar En bovenop een knalsigaar Ik weet er alles van LATER. ROLLE KOMT OP. OPGEDIRKT VOOR HET DINER. BOLLE ZET EEN TAFEL EN STOELEN KLAAR. ROLLE:
En?
BOLLE:
De tafel nog dekken en klaar is kaas.
ROLLE:
Kees.
BOLLE:
Kees is dialect. Toch?
ROLLE:
Kees is een voornaam.
BOLLE:
Voornaam zoals Rolle.
ROLLE:
En Bolle.
BOLLE:
Nee, jij bent voornaam. Ik zie dat. Hoe jij je hebt opgedirkt.
ROLLE:
Voor het diner.
BOLLE:
Mooi. Kan jij de borden en het bestek
BOLLE:
Mooi. Kan jij de borden en het bestek
18
aanbrengen dan zal ik dekken. BOLLE GOOIT EEN TAFELLAKEN OVER DE TAFEL. ROLLE:
Dat gaat niet want dan kreukt het.
BOLLE:
Natuurlijk niet. Kijk, ik strijk het glad en dan komen de borden er op.
ROLLE:
Ik bedoel mijn kostuum.
BOLLE:
Gaat je kostuum kreuken omdat je borden en bestek moet aanbrengen? Nee, dat geloof ik niet.
ROLLE:
Het komt net van de stomerij.
BOLLE:
Ga je daar dan de hele tijd blijven staan, tot onze gaste komt?
ROLLE:
Ja.
BOLLE:
Bolle denkt dat Rolle zijn verstand ook gestoomd is. BOLLE WERKT VERDER TOT DE TAFEL GEDEKT IS.
BOLLE:
Zo. Dat ziet er keurig uit.
ROLLE:
De vork en het mes van het derde bord links van hieruit gezien liggen verkeerd.
BOLLE:
O ja? ( gaat voor bord staan) O nee! Die liggen perfect.
ROLLE:
O nee!
BOLLE:
O ja! Kom hier eens kijken.
ROLLE:
Dan kreukt mijn kostuum.
BOLLE:
Ze liggen perfect.
ROLLE:
O nee! Kom maar hier staan. BOLLE DOET DAT.
BOLLE:
Wat nu! Ze liggen verkeerd.
ROLLE:
Domme Bolle. BOLLE GAAT TERUG NAAR HET BORD.
BOLLE:
Ze liggen perfect! (BEAT) En zeg niet altijd
BOLLE:
Ze liggen perfect! (BEAT) En zeg niet altijd 19 dat ik dom ben.
MAGGIE:
Dat ben je niet, Bolle.
BOLLE:
Dat is schrikken. Je bent een beetje te vroeg, Maggie. De tafel is nog niet klaar.
MAGGIE:
Het ziet er perfect uit.
BOLLE:
Rolle zegt van niet.
MAGGIE:
Hij zegt ook dat jij dom bent en dat is ook niet juist. Volgens mij heb jij die tafel perfect gedekt.
BOLLE:
Wil je toch maar even controleren?
MAGGIE:
Zeker, Bolle. TIJDENS VOORGAANDE DIALOOG HEEFT ROLLE GETRACHT ONGEZIEN DICHTER BIJ DE TAFEL TE KOMEN. HIJ STEEKT DE HANDEN UIT OM MES EN VORK VAN PLAATS TE VERANDEREN, ALS HIJ WORDT BETRAPT.
MAGGIE:
Wat doe je, Rolle?
BOLLE:
Hij heeft zich verplaatst. Nu is je kostuum gekreukt, Rolle. Wat jammer.
ROLLE:
Nu hoor je het zelf, Maggie. Bolle zegt dat ik mijn kostuum zal kreuken als ik mij verplaats. Wat een onzin.
BOLLE:
Dat is niet eerlijk, Rolle. Jij hebt gezegd dat je dat kostuum niet wou kreuken tot Maggie kwam.
ROLLE:
Dat is juist.
BOLLE:
Dat je daarom mij niet kon helpen.
ROLLE:
Dat is onzin.
MAGGIE:
Natuurlijk is dat onzin ...
ROLLE:
Voila!
MAGGIE:
Om Bolle zo iets wijs te maken.
ROLLE:
Ik heb hem niets wijs gemaakt want hij geloofde het.
MAGGIE:
Hij is je vriend. Hij vertrouwt je en daarom
MAGGIE:
Hij is je vriend. Hij vertrouwt je en daarom 20 gelooft hij je op je woord. Ook als je verkeerde dingen zegt. En jij, Rolle, jij hebt dat vertrouwen geschonden door hem wat wijs te maken.
ROLLE:
Ja zeg, als je al niet meer een beetje mag plagen.
BOLLE:
Doe je kostuum even uit en dan strijk ik het voor je.
ROLLE:
Niet in het bijzijn van een dame.
BOLLE:
En waarom niet?
ROLLE:
Dan sta ik hier in mijn ondergoed!
BOLLE:
Ja maar, Rolle, je wil toch niet dat ik je kostuum strijk als je het nog aan hebt. Dat gaat pijn doen. En ik wil een vriend geen pijn doen. ROLLE NEEMT MAGGIE TERZIJDE.
ROLLE:
Is dat nu dom of niet?
MAGGIE:
Nee.
ROLLE:
Wat is dat dan wel?
MAGGIE:
Vriendschap.
ROLLE:
Dan is vriendschap dom. HIJ GAAT NAAR BOLLE.
BOLLE:
Zal ik strijken voor we aan tafel gaan?
ROLLE:
Niet nodig. Ik blijf gekreukt rondlopen. (BEAT) Bolle, vanaf nu zijn wij buren. En wij organiseren een feest voor de buren. Maggie woont in de buurt dus zij is welkom. Jij en ik zijn ook welkom.
BOLLE:
Dat is logisch want wij organiseren het.
ROLLE:
Jij!
BOLLE:
Wij!
ROLLE:
Nee, jij.
BOLLE:
En als ik het organiseer, mag jij dan komen?
ROLLE:
Ja, want wij zijn buren.
21 BOLLE:
Goed, laat het feest dan beginnen! BOLLE DUWT OP DE KARTONNEN DOOS DIE DE SPELER VOORSTELT EN DE MUZIEK KLINKT, MAAR VERDER DOET BOLLE NIETS MEER.
BOLLE:
Aan tafel! DAT DOEN ZE. DE BORDEN BLIJVEN LEEG.
ROLLE:
En nu?
BOLLE:
Lekker smullen.
ROLLE:
Van wat? Een leeg bord?
BOLLE:
Jij zou het eten naar hier rollen, Rolle.
ROLLE:
Ik?
MAGGIE:
Ik doe het wel.
BOLLE:
Dat hadden we afgesproken. Bolle de keuken, Rolle de zaal.
ROLLE:
Welke zaal? We zitten in open lucht.
MAGGIE:
Ik haal de ... (neemt menukaart) de poep.
BOLLE:
Poep? Soep! (BEAT) Hij. Rolle. Hij doet het met opzet.
ROLLE:
Dat noemen ze kalligrafie. De kunst van het schoonschrift.
MAGGIE:
Dit lijkt meer op een droedel.
ROLLE:
De 'p' en de 's' lijken in schoonschrift heel erg op elkaar.
MAGGIE:
Als je niet schoon schrijft, dan wel, ja.
ROLLE:
Jullie twee, jullie twee ... spannen samen. Tegen mij. Dat is gemeen. Dat doe je niet met een vriend.
BOLLE:
Buur.
ROLLE:
Maggie is een buur. Jij bent een vriend.
BOLLE:
Buur. Vroeger vriend, nu buur. Jouw woorden.
ROLLE:
Goed. Dan hebben we nu burenruzie. GAAT NAAR ZIJN DOOS.
22 ROLLE:
Ik wil u er wel even op attent maken, beste buurman, dat uw wasdraad er voor zorgt dat ik geen zonlicht krijg.
MAGGIE:
Meneer Rolle ...
ROLLE::
Ha! Ik hoor beterschap. Meneer!
MAGGIE:
Rolle, Bolle zijn was hangt niet uit!!
ROLLE:
Wat niet is, zal komen. HIJ GAAT IN ZIJN DOOS. MAGGIE GAAT NAAR BOLLE, DIE ZACHTJES ZIT TE HUILEN.
BOLLE:
Mijn vriend. Enige vriend. Weg. Foetsie. Ik kan wel huilen.
MAGGIE:
Je bent aan't huilen.
BOLLE:
Echt? Dan huil ik harder. HIJ HUILT HEEL HARD. ROLLE OP.
ROLLE:
Kan dat niet wat stiller?
BOLLE:
(Huilend) Nééé!
ROLLE:
Dan bel ik de politie. Lawaai bij de buren. Geluidsoverlast.
MAGGIE:
Bolle huilt...
ROLLE:
Dat kan ook in stilte.
MAGGIE:
... Om het verlies van een vriend.
ROLLE:
Een vriend zien huilen kan ik niet. Ook niet een ex-vriend! ROLLE AF. ER KLINKT EEN POLITIE SIRENE. MAGGIE KOMT AANGEWANDELD. ZE KLOPT AAN BIJ BOLLE.
MAGGIE:
Dag, Bolle. Zin in een wandeling?
BOLLE:
Waar naartoe?
23 MAGGIE:
Onze neus achterna.
BOLLE:
Goed. BOLLE LOOPT VAN HAAR WEG.
MAGGIE:
Waar ga je naartoe?
BOLLE:
Achter mijn neus aan.
MAGGIE:
Die kant op is het mooier.
BOLLE:
Kan best zijn, maar je zei dat we onze neus achterna moesten gaan en de mijne wil die kant op.
MAGGIE:
Stop, Bolle. We moeten onze neuzen in dezelfde richting krijgen.
BOLLE:
Die van mij ruikt lekker eten.
MAGGIE:
Maar die kant op is er een bos. Dat is gezonder.
BOLLE:
Daar is niets te eten.
MAGGIE:
Paddestoelen.
BOLLE:
Die kan je maar één keer eten.
MAGGIE:
Hé?
BOLLE:
Ze zijn giftig.
MAGGIE:
Konijnen dan?
BOLLE:
Die moet je eerste schieten en ik dood geen beesten.
MAGGIE:
Je eet ze wél op.
BOLLE:
Ja. Maar dan zijn ze toch al dood.
MAGGIE:
Helaas pindakaas.
BOLLE:
Zitten daar ook beesten in?
MAGGIE:
Pinda's.
BOLLE:
Oh nee!
MAGGIE:
Pinda's zijn noten.
BOLLE:
Weet ik. Je moet ze eerst kraken. En dat doet pijn.
24 MAGGIE:
Maar nee.
BOLLE:
Toch wel. Rolle bolde eens tegen mij. Ik rolde omver en ik voelde mijn schouder kraken. Dat deed pijn.
MAGGIE:
Goed. Niet naar het bos dan. We gaan die kant op. Naar het Zwanenmeer.
BOLLE:
Zwemmen? Tof.
MAGGIE:
Nee! Dansen. Kom mee! ZE TREKT BOLLE ACHTER ZICH AAN DE SCÈNE AF.
BOLLE:
(OFF)Ik kan niet dansen!! LICHT UIT. PAUZE.
25 INTRO MUZIEK VAN HET BOLLEDOZEN LIED IN EEN TREURIGE VERSIE. VER UIT ELKAAR ZITTEN BOLLE EN ROLLE AAN HET ONTBIJT. ROLLE:
Smaakt het, buurman?
BOLLE:
Jazeker, buurman. Alles goed met u, buurman?
ROLLE:
Ik mag niet klagen, buurman. Met u?
BOLLE:
Ik klaag evenmin.
ROLLE:
Leuke avond gehad?
BOLLE:
Ja hoor! We hebben het Zwanenmeer gedanst.
ROLLE:
Echt? En hoe ging dat, zo? ROLLE MAAKT ER EEN VOOR BOLLE PESTERIGE VERTONING VAN. BOLLE REAGEERT MET EEN LACH.
BOLLE:
Nee, Rolle, nee. Zo ging het niet. Kom hier ... HIJ TREKT ROLLE TEGEN ZIJN GILET.
BOLLE:
En dan gaat het van één, twee, drie, zwaar, licht, licht. ZE DOEN IETS WAT IN HET HONDERD LOOPT.
BOLLE:
Nee. Fout. Jij moet mij niet leiden, ik moet jou leiden, want ik ben de man en jij speelt Maggie en dat is een vrouw, maar omdat ik niet kan walsen, dat zei Maggie, heeft zei de man gespeeld en ik de vrouw, Maggie dus, en leidde zij mij, maar nu moet ik jou leiden want jij speelt Maggie.
ROLLE:
Maar jij kan niet leiden want je kan niet walsen.
BOLLE:
Juist. (BEAT) Dan hebben we een probleem. EEN PAKJE VLIEGT OVER HUN HOOFDEN IN HET MIDDEN VAN DE SCÈNE.
BOLLE:
Een pakje.
ROLLE:
Express bestelling, denk ik buurman.
26 BOLLE:
Voor jou, buurman.
ROLLE:
Ik heb niets besteld.
BOLLE:
Ik ook niet. STILTE. SAMEN:
ROLLE:
Dan moet het een verrassing zijn!
BOLLE:
Dan moet het een verrassing zijn! ZE GAAN ER NAAR TOE. STAREN.
ROLLE:
Niet echt verrassend deze verrassing.
BOLLE:
Er gebeurt niets.
ROLLE:
Precies. En daarom is het niet verrassend.
BOLLE:
Een vliegend pakje is toch wel heel speciaal. Vogels, vleermuizen, vliegen en vliegtuigen die vliegen, maar pakjes ...
ROLLE:
... nooit.
BOLLE:
Dus is dit wél verrassend.
ROLLE:
Laten we het pakje openmaken.
BOLLE:
Dan is de verrassing weg.
ROLLE:
Juist. Wat doen we dan? Wachten?
BOLLE:
Ja. We wachten op de verrassing. PAUZE.
ROLLE:
Dat wachten duurt lang.
BOLLE:
Dat moet. En dan plots 'pats boem' daar is ze, de verrassing.
ROLLE:
Boem? (BEAT) Het is een bom!! SNEL DEKKING ZOEKEN. STILTE.
BOLLE:
Ik hoor niks tikken.
ROLLE:
Tikken?
BOLLE:
Een bom tikt. Zoals een wekker. En als het stopt met tikken ontploft de bom.
27 ROLLE:
Stop je oren dicht. WACHTEN.
ROLLE:
Er ontploft niets.
BOLLE:
Omdat het pakje niet tikt.
ROLLE:
Maar je zei net ...
BOLLE:
(ONDERBREEKT) Ik heb het niet horen tikken. Jij?
ROLLE:
Nee. (BEAT) Buurman, ik stel voor dat we op onderzoek uitgaan. ZE SLUIPEN, TIJGEREN TOT BIJ HET PAKKET. LUISTEREN.
BOLLE:
Het tikt niet en het ontploft niet. Daar gaat onze verrassing. ZE HEBBEN MAGGIE NIET GEZIEN.
MAGGIE:
Hallo, buurmannen!! ZE SCHRIKKEN.
ROLLE:
Amaai! Dat is een verrassing!
BOLLE:
Komt Maggie uit dit doosje?
ROLLE:
Buurman! Doe niet zo dom.
BOLLE:
Ik ben niet dom.
MAGGIE:
Dat doosje is mijn verrassing.
BOLLE:
Zie je wel. Maggie is de verrassing in het doosje.
MAGGIE:
Waarom hebben jullie het nog niet open gemaakt?
ROLLE:
Omdat we dachten dat het een verrassing was. Een knallende verrassing.
MAGGIE:
Open maken!
ROLLE:
Jij eerst, buurman.
BOLLE:
Na jou.
ROLLE:
Als ik het openmaak is het geen verrassing
ROLLE:
Als ik het openmaak is het geen verrassing meer voor jou!
MAGGIE:
Samen! Samen!
28
ZE MAKEN HET OPEN. SAMEN: BOLLE:
Een peperkoeken hart.
ROLLE:
Een peperkoeken hart.
MAGGIE:
Zelf gemaakt.
BOLLE:
Voor mij?
ROLLE:
Voor mij? (BEAT) Voor mij! WIL HET UIT BOLLE ZIJN HAND TREKKEN.
BOLLE:
Voor mij!
ROLLE:
Voor mij.
BOLLE:
Voor mij. TREKKEN TOT HET HART BREEKT.
MAGGIE:
Jullie hebben mijn hart gebroken. LOOPT HUILEND AF.
BOLLE:
Hoe ga ik dit lijmen?
ROLLE:
Je moet dat niet lijmen, jij moet gewoon jouw deel opeten. TERWIJL BOLLE EET, TREKT ROLLE ZICH TERUG IN ZIJN DOOS.
BOLLE:
Ik wil Maggie haar gebroken hart helemaal niet opeten. ( stopt met eten) Ik las in een boek dat meisjes met een gebroken hart echt heel verdrietig kunnen zijn. Dan wenen ze zakdoeken vol tranen. Soms wenen ze zich zelfs een rivier. Dat wordt wel eens gezongen, las ik in dat boek. En dan klinkt dat waterachtig. (BEAT) Kijk, als ik daar zo droevig van word dan eet ik dat gebroken hart toch niet op, ja toch? Weet je wat, ik bak gewoon een nieuw. HIJ GOOIT HET STUK TAART WEG. BOLLE GAAT IN ZIJN DOOS.
29
MAGGIE OP. HET STUK TAART KLEEFT OP HAAR GEZICHT. MAGGIE:
Lekker. Echt lekker. Ik heb geleerd dat je moet proeven als je kookt. Maar doe dat met taarten en veel kans dat je aan de gasten een taart serveert met zo een ' vingerproefgat' in. Of een hoek af. Ja, die bestaan ook, taarten met een hoek af. Net zoals bij ons ... en bij deze taart. LIED: "IK BEN MAGGIE" Ik ben Maggie, Maggie, mag ik? Mag ik, Maggie? De liefste Maggie zijn? Bij die Bolledozen Zonder verpozen, In kartonnen dozen, De liefste Maggie zijn? Parlando:
Bij den Bolle is het pret, altijd dolle, dolle pret Is het altijd goeie fret en er wordt op niets gelet Bij den Bolle is het fijn, speculaas en marsepein Bij den Bolle is het feest, ge kunt eten als een beest, Ik ben Maggie, Maggie, mag ik? Mag ik, Maggie? De liefste Maggie zijn? Bij die Bolledozen Zonder verpozen, In kartonnen dozen, De liefste Maggie zijn? Parlando: Bij de Rolle opgelet, zijne wil dat is de wet Pas maar op dat ge niet blet, want dat komt in de gazet Bij de Rolle is 't de hel, absoluut geen chiq(ue) hotel Bij de Rolle is 't ni(et) pluis, dus ge blijft maar beter thuis
30
Ik ben Maggie, Maggie, mag ik? Mag ik, Maggie? De liefste Maggie zijn? Bij die bolledozen Zonder verpozen, In kartonnen dozen, De liefste Maggie zijn? ROLLE OP. ROLLE:
Ik heb nog nooit zo genoten van een gebroken hart. Meer, ik wil meer. ( merkt Maggie op) Ha! Nog een taart. HIJ WIL VAN, HAAR GEZICHT SNOEPEN.
MAGGIE:
Heb je het tegen mij? Noem jij mij een taart?
ROLLE:
(SCHRIKT) Maggie!
MAGGIE:
Jij wil mij opeten!
ROLLE:
Ja. (BEAT) Nee! Nee, natuurlijk niet. Alleen, je zag er zo lekker uit. Ik bedoel, de taart. Je zag er uit als een taart. Dus wou ik de taart opeten, niet jou.
MAGGIE:
Maar ik wil graag opgegeten worden!
ROLLE:
Ik ben geen kannibaal.
MAGGIE:
Je begrijpt er niks van! Bolledozen! Jullie zijn net als pindakaas. Helaas.
ROLLE:
Ik lust helemaal geen pindakaas.
MAGGIE:
Je hoeft helemaal geen pindakaas te lusten om een pindakaas te zijn.
ROLLE:
Ik ben geen pindakaas.
MAGGIE:
Je bent áls pindakaas. ...
ROLLE:
Ook smeerbaar. Smeuïg en ...
MAGGIE:
Rolle, je verkooppraatjes lust ik niet.
ROLLE:
Jij vindt Bolle toffer dan Rolle.
MAGGIE:
Nee. Ik vind Rolle net zo tof als Bolle en
MAGGIE:
Nee. Ik vind Rolle net zo tof als Bolle en
31
Bolle net zo tof als Rolle. Ik wil met jullie twee rollebollen. ROLLE:
Dat klinkt verdacht.
MAGGIE:
Spelen!
ROLLE:
Ha!
MAGGIE:
Ik wil twee vriendjes.
ROLLE:
Dat kan niet, Maggie.
MAGGIE:
Waarom niet?
ROLLE:
Eén vriendje. Niet meer. Als je meer vriendjes hebt kan je niet trouwen.
MAGGIE:
Pardon?
ROLLE:
Met één vriendje! Je trouwt altijd met één vriendje. Samen in één doos.
MAGGIE:
Ik heb nooit gezegd dat ik wil trouwen.
ROLLE:
Jij niet, maar ...
MAGGIE:
Jij!
ROLLE:
Bolle.
MAGGIE:
Bolle?
ROLLE:
Jij danste met hem het Zwanenmeer.
MAGGIE:
Aan het Zwanenmeer zijn wij gaan dansen, ja. Is daar iets mis mee?
ROLLE:
Ik dans beter. PLOTS EEN 'SATERDAY NIGHT FEVER' IMMITATIE.
MAGGIE:
En wat wil dit zeggen?
ROLLE:
Dat ik een betere kandidaat ben om mee te trouwen.
MAGGIE:
Ik wil helemaal niet trouwen. Ik wil vriendjes hebben. MAGGIE GAAT KWAAD WEG.
ROLLE:
Helaas ... BOLLE VANUIT ZIJN DOOS.
32 BOLLE:
Pindakaas!
ROLLE:
Dat ontbrak er nog aan. Een boze Maggie! BLACK OUT. HET IS NACHT. STILTE. PLOTS EEN GIL. ROLLE STORMT UIT ZIJN DOOS.
ROLLE:
Help! Héééélp! ER GEBEURT NIETS.
ROLLE:
Help! Hééélp! ER GEBEURT NIETS.
ROLLE:
Help! Héélp! Hélp! Hlp ... Ik ben bang. BOLLE IS ONOPGEMERKT ACHTER HEM VERSCHENEN.
BOLLE:
Ik ook.
ROLLE:
O ja? En waarom ben jij dan wel bang?
BOLLE:
Omdat jij bang bent.
ROLLE:
Dat is geen reden om bang te zijn. Ik ben toch ook niet bang omdat jij bang bent.
BOLLE:
Omdat ik niet bang was voor jij bang werd. Ik was niet bang dus was jij ook niet bang. En omdat jij niet bang was, was ik dat ook niet. Samen waren we niet bang. Toen werd jij bang en dus werd ook ik bang. Samen waren we bang. Zoals we nu bang zijn.
ROLLE:
Nu ben ik niet bang meer.
BOLLE:
Dan ik ook niet meer. (BEAT) Waarom was jij bang?
ROLLE:
Ik had een nacht-maggie!
BOLLE:
Volgens mij noemt men dat een nacht-marie.
ROLLE:
( kwaad) Het is nachtmerrie. Dommerik.
BOLLE:
Jij zei maggie.
ROLLE:
Omdat ik over Maggie heb gedroomd.
BOLLE:
Dan kan het toch nooit een nachtmerrie zijn.
BOLLE:
Dan kan het toch nooit een nachtmerrie zijn. 33 Als ik over haar droom ...
ROLLE:
Hoor jij wel wat ik zeg? Ik zei dat ik een nacht-maggie had. Het was Maggie die mij bang maakte.
BOLLE:
Hoe?
ROLLE:
Ze spookte doorheen mijn droom. En ik werd bang.
BOLLE:
Ik ben niet bang voor Maggie.
ROLLE:
Ik wél. Zij is er de schuld van dat wij buren werden.
BOLLE:
Dat zijn we al jaren.
ROLLE:
Voor Maggie waren we vrienden. Voor zij op de proppen kwam. Toen waren we vrienden.
BOLLE:
Wij zijn buren geworden omdat jij mij altijd 'dommerik' noemt, zegt dat ik dom ben en aan iedereen verteld dat ik dom ben. Dat doen vrienden niet.
ROLLE:
Wij zijn buren geworden omdat Maggie wil trouwen.
BOLLE:
Alle Maggies willen dat.
ROLLE:
Zeg jij. (BEAT) Zoek in je zakken.
BOLLE:
Heu?
ROLLE:
Zoek! BOLLE DOET DAT. HAALT ER VAN ALLES UIT.
BOLLE:
Niks.
ROLLE:
Nu ik. HAALT EEN KATTEBELLETJE UIT ZIJN ZAK. ( leest) Ik vraag het aan.
BOLLE:
(NA EEN TIJDJE) Rolle. Wij zijn buren, wij waren vrienden, maar dit ...? Jij wil toch niet dat wij ...
ROLLE:
(ONDERBREEKT)Dit kattebelletje komt van Maggie. Ze heeft het stiekem in mijn jaszak
Maggie. Ze heeft het stiekem in mijn jaszak 34 gestopt. BOLLE:
Oh! Wat gemeen.
ROLLE:
Het spijt me Bolle, maar Maggie wil mij als vriendje.
BOLLE:
Wel, Rolle. (BEAT) Je mag ze hebben. BOLLE GAAT IN ZIJN DOOS. ROLLE ZINGT LIED: "ROLLEBOLLE" Dit... is... het... Het echte En wil je Vraag het
Rollelied, het Bollelied, Rollebollelied nog iets weten? de slimme piet.
Een aap die gaapt heeft grote vaak Een schildersezel is geen draak En ook geen dier met goede smaak. Ik weet er alles van. Een potvis zwemt niet in een pot. En is veel groter dan een sprot Maar niet zo mooi als een marmot Ik weet er alles van. Ik... ben... een... bolleboos van kop tot teen, Maar niet zo dom als menigeen. En wil je nog iets vragen? Dan antwoord ik meteen. Een duikboot heeft een periscoop De dokter heeft een stethoscoop Voor hoesten neem je hoestsiroop Ik weet er alles van. En lezen doe je in een boek Maar doe je wel eens in je broek Dan krijg je misschien billenkoek Ik weet er alles van. BOLLE TERUG UIT DE DOOS. BOLLE:
Ik verdoos!
ROLLE:
Waar ga je naartoe?
BOLLE:
Ik ga in een andere doos wonen. Geef deze maar aan Maggie.
ROLLE:
Als Maggie met me trouwt, mag ze samen met mij
ROLLE:
35 Als Maggie met me trouwt, mag ze samen met mij in mijn doos.
BOLLE:
Gebruik de mijne dan als jullie ruzie hebben. HIJ GAAT WEG EN BOTS EI ZO NA (NET NIET) OP MAGGIE.
MAGGIE:
Dag Rolle. Bolle. STILTE. Amaai. Zijn we slecht gehumeurd vandaag?
BOLLE:
Je mag hem hebben. De Rolle. Vanaf nu wordt het Rolle zonder Bolle.
MAGGIE:
Ben je nu aan 't zwanzen?
BOLLE:
Mij zie je niet meer aan 't Zwan zenmeer.
MAGGIE:
Rolle, wat is er aan de hand met Bolle?
ROLLE:
Hij is jaloers.
MAGGIE:
Wat? Op wie?
BOLLE:
Waarom zei je "Dag Rolle. Bolle."? Waarom niet, "Dag Bolle. Rolle."?
MAGGIE:
Je bént jaloers.
BOLLE:
Waarom gaf je hem een kattebelletje en mij niet?
MAGGIE:
W. W. W. Driemaal waarom. Waarom?
ROLLE:
Hij is jaloers.
MAGGIE:
Val niet steeds in herhaling!
ROLLE:
Doe jij toch ook. Waarom. Waarom. Waarom.
MAGGIE:
Ik probeer hier te achterhalen waarom ...
ROLLE:
Opnieuw waarom!
MAGGIE:
Onderbreek mij niet steeds opnieuw.
ROLLE:
Als ik dat niet doe dan blijf jij maar 'waarommen'.
MAGGIE:
Ik waarom zoveel als ik wil 'waarommen'.
ROLLE:
Waarom?
MAGGIE:
Daarom!
36 BOLLE:
Ophouden! Allebei! Jullie lijken wel een getrouwd koppel.
MAGGIE:
(BEAT) Welk kattebelletje bedoelde je?
ROLLE:
Bolle versprak zich. Hij wou de kat de bel aanbinden.
BOLLE:
Er is hier geen kat.
ROLLE:
Voila. Niks aan de hand. We vergeten je stomme idee ...
BOLLE:
Hij doet het weer!
MAGGIE:
Geef dat kattebelletje, Rolle. HIJ WIL HET GEVEN, MAAKT ER DAN EEN PROPJE VAN EN WIL HET OPETEN. MAGGIE KOMT IN ACTIE EN WEET OP EEN SPECTACULAIRE WIJZE HET BRIEFJE TE PAKKEN. ROLLE LIGT OP DE GROND. BOLLE SNEL TOT BIJ HEM.
BOLLE:
Rolle, mijn vriend. Alles in orde? Die Maggie dat is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.
ROLLE:
Ik zie ze vliegen.
BOLLE:
Wacht. BOLLE GAAT IN ZIJN DOOS.
MAGGIE:
Dit heb ik niet geschreven.
ROLLE:
Ik heb het zelf geschreven. Waarom? Omdat ik jou voor mij alleen wou hebben. (BEAT) Niet aan Rolle vertellen.
MAGGIE:
En waarom - daar gaan we weer - zou ik dat niet doen? Vrienden moeten elkaar alles kunnen vertellen, ook de minder goede dingen.
ROLLE:
Ik mag niet zeggen dat hij domme dingen doet!
MAGGIE:
Het gaat om de manier waarop dat je dat zegt.
ROLLE:
Dus jij vindt ook dat Bolle dom is.
MAGGIE:
Nee, helemaal niet. BOLLE UIT ZIJN DOOS MET EEN PLASTIC VLIEGENMEPPER.
37 BOLLE:
Waar zijn die vliegen? Ik sla ze naar de vliegenhemel!
ROLLE:
( tot Maggie, terzijde) En dat vind jij niet dom zijn?
MAGGIE:
Nee, dat is een vriend helpen. Een vriend die ze ziet vliegen. MAGGIE GAAT WEG.
BOLLE:
Maggie!
MAGGIE:
Ja, Bolle?
BOLLE:
Waaro ... SLAAT MET DE VLIEGENMEPPER OP ZIJN GEZICHT. Waar ga je naar toe?
MAGGIE:
Weg.
BOLLE:
Welke weg?
MAGGIE:
De weg van de Bolledozen weg.
BOLLE:
Oh! Maar dat is die kant op. MAGGIE KEERT OP HAAR STAPPEN TERUG.
MAGGIE:
Het maakt niet uit welke kant ik op ga, Bolle. Die kant of die kant het is altijd de goede kant. Weg.
BOLLE:
Weg? Zoals wij zien elkander nooit meer terug?
MAGGIE:
Juist, Bolle.
BOLLE:
Maar waarom?
ROLLE:
Ik ben van mening dat ze dat woord 'waarom' uit het woordenboek moeten schrappen!
BOLLE:
Helaas pindakaas!
ROLLE:
Dat woord ook!
MAGGIE:
Omdat Bolle, ik jullie vriendschap niet in de weg wil staan.
BOLLE:
Dat doe je niet.
ROLLE:
Dat doet ze wel.
38 BOLLE:
Niet.
ROLLE:
Wel.
BOLLE:
Nietes.
ROLLE:
Welles. AD LIBITUM. MAGGIE GAAT WEG. ROLLE EN BOLLE MERKEN DAT NET OP TIJD OM HAAR DE WEG TE VERSPERREN.
ROLLE:
Nee!
BOLLE:
Nee! OVER EN WEER LOPEN OM MAGGIE ELKE MOGELIJKE UITWEG TE VERHINDEREN.
BOLLE:
Ik wil niet dat je weg gaat.
ROLLE:
Ik wil niet dat je weg gaat. EINDIGEN MET:
ROLLE:
Wij willen niet dat je weg gaat.
BOLLE:
Wij willen niet dat je weg gaat. STILTE.
MAGGIE:
Terug vrienden?
ROLLE:
Dat ben je al de hele tijd voor mij geweest.
BOLLE:
Voor mij ben je nooit weg, ook al ben je weg.
MAGGIE:
Ik bedoel ... jullie! Zijn jullie terug vrienden?
ROLLE:
Wij zijn Bolledozen.
BOLLE:
En buren. En als Rolle mij niet meer dom noemt dan worden we terug vrienden.
ROLLE:
Dat doe ik ... ZE OMHELZEN ELKAAR. Als jij geen domme dingen meer doet. KRIJGT VAN MAGGIE EEN SCHOP ONDER ZIJN KONT.
39 Het was maar een grapje. Kom hier, potvol domme domme domme Bolle, kom in mijn armen. EN TERWIJL ZE ELKAAR ZO AAN HET OMHELZEN ZIJN WIL MAGGIE WEG GLIPPEN. BOLLE:
En waar denk jij dan wel naartoe te gaan?
ROLLE:
En waar denk jij dan wel naartoe te gaan?
MAGGIE:
Naar huis.
ROLLE:
Wil je niet verhuizen?
BOLLE:
Wil je niet verhuizen? Hier naartoe.
ROLLE:
Hier naartoe. Kunnen we met z'n drie rollebollen.
BOLLE:
Kunnen we met z'n drie rollebollen.
MAGGIE:
Ik? Een Bolledoos worden?
BOLLE:
Ja.
ROLLE:
Ja.
MAGGIE:
Ik ben al weg! MAGGIE AF.
BOLLE:
Niet weggaan.
ROLLE:
Ze gaat niet weg.
BOLLE:
Nee? MAGGIE OP.
MAGGIE:
Ik verhuis. Ik haal mijn doos. MAGGIE AF.
BOLLE:
Rolle, dit verdient een taartenfeest! BOLLE WIL WEG GAAN.
ROLLE:
En waar ga jij naartoe?
BOLLE:
Op zoektocht.
ROLLE:
Naar de taarten?
BOLLE:
Nee. Buren.
40 ROLLE:
Buren?
BOLLE:
Ja. Ik ga de verre buren vragen dichterbij te komen wonen. Kunnen ze mee Rollebollen! Hoe meer bollen des te meer rollen.
ROLLE:
En de taarten?
BOLLE:
Die maak jij! Veel taarten ... met slagroom ... met appelen en peren ... gebakken peren. BOLLE AF.
ROLLE:
Daar zit ik met de gebakken peren. (BEAT) Maar nooit te laat om te leren ... ROLLE BEGINT MET DE VOORBEREIDING VAN DE TAARTEN. KOOKBOEK. BLOEM. HIJ MAAKT ER EEN ZOOITJE VAN.
ROLLE:
Maggie! Hééélp! BLACK OUT. MUZIEK. ZE ZINGEN SAMEN HET "BOLLEDOZEN" LIED.