S pice market
Boerenbont Extravaganza in de polder
Ze maken een persoonlijke mix van kledingstijlen uit alle periodes en windstreken. Sommigen noemen hen excentriek, anderen over the top. Living vindt ze vooral stijlvol en authentiek. deze paradijsvogels geven kleur aan het leven. Fotografie Eric van Lokven STYLING Judith Rasenberg Visagie Katinka Gernant (House of Orange) Tekst Bas Maliepaard M.M.V. Designers Guild, Liberty, Nina Campbell, Osborne & Little
V
038
orig jaar won Aynouk Tan (26), freelance modejournaliste voor
kleding. Mode is een communicatiemiddel, een manier om iets van
onder meer L’Officiel en Glamcult, de Dutch Fashion Icon
jezelf te laten zien. Ik probeer mode op een vernieuwende en
Award. Deze prijs wordt jaarlijks door gerenommeerde ontwerpers
esthetisch verantwoorde manier naar mijn hand te zetten. Ik draag
uitgereikt aan een nieuw, toonaangevend stijlicoon.
dan wel een kussensloop als sluier om mijn hoofd, maar combineer
Aynouk: “Die award is de erkenning voor wat ik al een aantal jaren
dat met laarzen van Yves Saint Laurent. Het geheel moet smaakvol
via mijn kleding probeer uit te dragen: weg met de spijkerbroeken
zijn en het liefst een beetje ongrijpbaar. Ik vind het leuk als mensen
cultuur! Mode is een feest, vier het! Niet iedereen begrijpt dat
niet zo goed weten of ze mijn uiterlijk charmant of clownesk vinden.
statement. Veel mensen vinden het raar als ik een hoeslaken als jurk
In die verwarring zit voor mij het spanningsveld. Dat bewonder ik
draag, een papieren vliegtuigje op mijn hoofd zet, oude koptelefoons
ook zo in mensen als Mathilde Willink, Bas Kosters en Isabella Blow.
als riem gebruik of een bruidsjurk als een stola omsla. Dan zegt
Zij hebben stijl, maar ook zelfspot en lef. Eigenlijk is het vreemd dat
iemand in de metro: ‘Ik wist niet dat het al carnaval was’. Of ze staren
ik in de modewereld opval en dat men een modejournalist in een
me eerst een tijd aan en steken dan hun middelvinger op. Je ziet aan
chic mantelpak serieuzer neemt. Als alle mensen uit het vak wat meer
dat soort reacties dat veel Nederlanders bang zijn voor iets wat
zouden praktiseren waar we voor staan, dan zouden we misschien
anders is. Je hoort ze denken: doe maar gewoon, dan doe je al gek
echt verschil kunnen maken. Dan zouden we Nederland kunnen
genoeg. In een stad als Londen is dat heel anders. Daar wordt
laten zien dat wat stylistes op televisie vertellen commercieel en
uitbundigheid meer op prijs gesteld. Negatieve reacties zijn niet
fantasieloos is. Aan de andere kant is het voor mij ook fijne PR. Ik
leuk, maar ze geven wel aan dat mijn verschijning iets bij mensen
houd ervan om in de belangstelling te staan. Al is het lastiger om me
losmaakt. Dat is altijd goed. Mijn doel is dat ze gaan nadenken over
opvallend te kleden als ik me niet lekker voel of een beetje down
mode, hun blikveld verruimen en misschien hun eigen grenzen
ben. Iedereen wil wel eens in een hoekje wegkruipen. Maar wat er
verleggen. Mode gaat in mijn ogen niet alleen over de creativiteit
ook gebeurt, ik houd vast aan mijn stijl: alles voor de mode!”
van ontwerpers, maar ook over die van de ‘gewone’ dragers van
Aynouk heeft een wekelijkse rubriek in het magazine van NRC.
LIVING 04 | 2009
‘‘
Mensen
weten vaak niet of ze mij nu
Trouwjurk als cape gedragen tweedehands
charmant of clownesk vinden. Dat vind ik leuk.
’’
LIVING 04 | 2009
039
Hoofdtooi met rozen overal vandaan Gouden ketting uit India Topje met kralen uit India Bolero-jasje van bont tweedehands
040
LIVING 04 | 2009
spice market
K
unstenares Maya
Wildevuur (64) zegt het met bloemen.
Ze werd beroemd met haar felgekleurde schilderijen van boe-
ketten en bloemenvelden, maar valt minstens zoveel op door haar flamboyante verschijning. Waar ze ook komt, draagt ze een hoofdtooi van zijden rozen. Maya: “Ook als ik naar de sauna ga, houd ik een toefje bloemen op mijn hoofd. Niet de hele tooi natuurlijk, maar een klein boeketje. Zonder de bloemen voel ik me vreemd en kaal. Ze zijn in de loop der jaren zo bij me gaan horen, dat ik er niet meer buiten kan. Mijn man zou me niet eens meer herkennen, als ik de bloemenhoed niet op heb. Als kind stak ik al bloemen in mijn haar. De uitbundige kleuren maakten me blij en dat is nog steeds zo. Bloemen zijn teer en kwetsbaar, maar hebben tegelijkertijd een krachtige, inspirerende uitstraling. Veel mensen putten daar energie uit. Mijn bloemenschilderijen doen het niet voor niets zo goed in de zakenwereld. Laatst vertelde een klant nog dat hij tijdens zijn pauze naar mijn schilderij van een veld vol klaprozen kijkt, omdat het hem weer oplaadt. Zo werkt het ook bij mij: ik heb veel verdrietige dingen meegemaakt, maar de felgekleurde bloemen geven me steeds weer kracht. Toen ik zo’n acht jaar geleden door bloedvergiftiging veel haar verloor, ben ik dat gaan camoufleren met veren en bloemen. Zo is de tooi ontstaan. Met kerst doe ik er ook wel eens knipperlichtjes in. Tijdens een feestje, afgelopen december, viel de stroom uit, maar ik gaf nog licht! In mijn kleding kies ik ook voor uitgesproken kleuren en bloemmotieven. Als ik me zo kleed, voel ik me weer achttien. Tijdens mijn reizen verzamel ik kleding en sieraden van over de hele wereld. Mijn huis hangt vol Chinese mutsjes, gewaden uit India, halskettingen uit Egypte, ringen uit Tibet bezet met opaal, smaragd en andere edelstenen en ga zo maar door. In vergelijking met de inwoners van exotische landen kleden Nederlanders zich vreselijk saai. Ze trekken een spijkerbroek met gaten aan en denken dat het mode is. In India lopen zelfs de armste meisjes er schitterend bij, in kleurrijke jurkjes. Nederland lijkt zo versoberd, maar wij hebben ook een rijke traditie op het gebied van kleding. Denk aan de prachtige klederdracht, aan de handgeborduurde rokken, bonte kraplappen, kanten mutsjes, kappen en oorijzers. Veel mensen vinden mijn uiterlijk een verademing, worden er vrolijk van. Zelfs in Amsterdam, waar ze wel wat gewend zijn, willen mensen met me op de foto. Maar er wordt natuurlijk ook wel over me gesmoesd. Mijn kleinkinderen van twaalf en dertien willen daarom liever niet met me over straat. Maar ach, dat hoort bij de leeftijd. Ik ben niet van plan me ooit nog anders te kleden. Ik sta in volle bloei en dat houden we zo.” De galerie van Maya Wildevuur is vrijdag t/m zondag van 14-17 uur en op afspraak te bezoeken aan de Hoofdweg 100 in Midwolda.
‘‘
Tijdens een feestje in december viel de stroom uit, maar ik gaf nog licht! ’’ LIVING 04 | 2009
041
spice market
H
ugo Kosters (58) is styling director van woonblad More Than Classic. Hij kleedt zich naar eigen zeggen ‘niet opzichtig’,
maar geeft altijd een creatieve en kleurrijke draai aan zijn outfits. Daarbij laat hij zich vooral inspireren door de mystieke Arabische en mediterrane mode. Hugo: “Pas sinds een jaar of vijf voel ik geen gêne meer als ik een kleurige lap stof om mijn schouders draag of Marokkaanse babouches aan heb. In mijn werk kom ik veel creatieve mensen tegen, maar ik beweeg me tegelijkertijd in een vrij zakelijke wereld. Ik heb lang het gevoel gehad dat vooral mannen moeite hadden met mijn manier van kleden. Maar hoe meer ik uit mijn schulp kruip, des te meer complimenten ik krijg. Ook van mannen. Uiteindelijk blijkt authenticiteit dus toch het belangrijkste. Als ik laat zien wie ik ben, een paradijsvogel, dan waarderen mensen dat. Maar ik houd mezelf nog wel in toom, want het moet geen verkleedpartij worden. Als ik me zou laten gaan, zou ik rustig een Schotse rok aantrekken. Waarom niet? Ga eens in Arabische landen kijken hoe de mannen daar in lange jurken rondlopen. Ik verzamel al sinds mijn studententijd bijzondere kleding en stoffen en heb thuis prachtige, kleurrijke gewaden voor mannen hangen. Ik houd erg van knalkleuren, van dessins en sieraden. Tegenwoordig wordt dat ook in Nederland steeds meer geaccepteerd, maar in mijn jeugd moest je daar als man niet mee aankomen. Ik ben een kind van de jaren vijftig en werd omringd door hyperhetero’s en een moeder met een nogal chique smaak. En hoewel ik voor dessinontwerper ging studeren aan de textielafdeling van de Design Academy, durfde ik me toch pas na mijn coming-out op mijn 23e meer te gaan kleden zoals ik zelf wilde. Extraverte kleding was destijds, meer dan nu, voorbehouden aan homo’s. Elke zaterdagavond ging ik uit met mijn vriend en kon ik me lekker uitdossen, in mooie bandplooibroeken, gabardine pan-talons en shirts met bloemen. Thuis heb ik nog een origineel Hawaïhemd uit die tijd. Sindsdien ben ik me steeds uitgesprokener gaan kleden, al heb ik het gevoel dat mijn ontwikkeling op dat gebied nog niet is afgerond. Ik reis veel en mijn ogen staan dan op steeltjes, op zoek naar nieuwe aanwinsten. De sprookjesachtige, mystieke kleding uit Arabische en mediterrane landen vind ik geweldig. Die pure
‘‘
Hoe meer ik uit mijn schulp kruip, des te
meer complimenten ik krijg. Ook van mannen.’’
042
LIVING 04 | 2009
materialen — katoen, linnen, zijde — in warme, spicy kleuren, soms met goudborduursel, schitterend. Overigens kleed ik me niet als een oosterse prins, hoor. Ik combineer die mystieke invloeden graag met westerse kleding. Van een goedkope H&M-broek tot een blazer van Paul Smith. En ik vind het ook leuk om bijvoorbeeld massieve ringen uit India en Pakistan te dragen naast mijn antieke, zilveren manchet knopen uit Zeeland. De meeste inspiratie doe ik op in multiculturele wereldsteden, zoals New York. Zowel qua kleding als interieur is dat de ultieme smeltkroes van stijlen. Ik voel me daar helemaal thuis en vind er alles wat mijn paradijsvogelhartje begeert.”
Jack InWear Hemd Vanessa Bruno Ketting Hema Jeans Tiger of Sweden Klompjes Scholl
Blazer Paul Smith Broek Fiorucci Vestje Ralph Lauren Schoenen Cesare Paciotti Shawl Batikstof uit Bali Ringen en armbanden uit India
LIVING 04 | 2009
043
Cape en T-shirt uit eigen collectie ‘Multicolor Galaxy’ Broches uit Tsjechië
044
LIVING 04 | 2009
spice market
M
odeontwerper en kunstenaar
Bas Kosters
(31) is het
extravagante enfant terrible van de Nederlandse mode
wereld. Hij studeerde in 2003 af aan het Fashion Institute Arnhem en maakt inmiddels internationaal naam als ontwerper van kleding en poppen, als schilder, performer en muzikant. Bas: “In mijn tienertijd begon ik me te onderscheiden van andere pubers. Mijn klasgenoten op de middelbare school in Zutphen sloten zich aan bij allerlei subculturen. Ik snapte dat niet: waarom zou je hetzelfde willen dragen als iemand anders? Ik ging op zoek naar een eigen stijl, geïnspireerd door iconen als Nina Hagen, Grace Jones en Leigh Bowery. Nog steeds mensen die mij sterken in het gevoel dat ik me mag uiten hoe ik wil, dat individualiteit belangrijk is. Ik droeg wijde wapperbroeken met enorme plateauzolen eronder, ging in pyjama’s en ochtendjassen naar school, gebruikte make-up en schoor mijn wenkbrauwen af. Dat laatste gaf me een buitenaardse look. Ik werd me er steeds meer van bewust dat ik de manier waarop mensen mij waarnemen, kan regisseren. Ik wil uitstralen dat ik lak aan alles heb, dat ik een vrije geest ben en creatief en intelligent in het leven sta. Mijn ouders vonden mijn kleedgedrag in het begin wel moeilijk. Ze waren bang dat ik gekwetst zou worden, wat natuurlijk ook gebeurde: het was in de puberteit niet makkelijk om er zo anders uit te zien dan de rest. Maar ik was er toch van overtuigd dat ik het moest doen, gewoon om mezelf te kunnen zijn. Mijn moeder vindt alleen mijn tatoeages en piercings niet leuk, maar verder is ze trots op wie ik ben en wat ik doe. Tegenwoordig kleed ik me over het algemeen minder extreem dan vroeger, omdat ik nu vijf dagen per week prettig moet kunnen werken in mijn studio. Dan kun je niet in de cape rondlopen die ik op de foto aanheb. Maar ik zie er nooit uit als een grijze muis! Dat zou ook niet handig zijn als gezicht van mijn eigen merk. Al mijn ontwerpen worden bepaald door hoe ik in het leven sta en wat ik zelf graag draag. Dat betekent op abstract niveau dat mijn grootste inspiratiebron nog steeds individualiteit is. Praktisch betekent het dat ik houd van gerecyclede producten, speelgoed, lange mouwen en broekspijpen, van veel kleur en een ruig, punkachtig laagje. Ik vind het leuk om de eigenheid in andere mensen te zoeken en die te gebruiken in mijn ontwerpen. Op straat kijk ik altijd hoe mensen erbij lopen. Dan vallen me grappige, bruikbare dingen op: iemand die twee verschillende schoenen aan heeft, of meisjes die met warm weer de onderkant van hun T-shirt achter hun bh stoppen. Wist je dat zwervers zich heel creatief kleden? Die binden hun spullen met touwtjes aan zichzelf vast. Dat idee heb ik omgewerkt tot een jas waar handschoenen en een deken aan zitten.”
‘‘
Met mijn kleding kan ik de manier waarop mensen mij
waarnemen
regisseren
’’
LIVING 04 | 2009
045