Steven Werbrouck
Blauw Bloed
Naam: Steven Werbrouck Nr.: 27 Klas: 601 Datum: 14 - 04 - 2001 Vak: Nederlands Leerkracht: Dhr. De Leeuw _____________________________________________________________________
Boekbespreking: Blauw Bloed (Pieter Aspe) Biografische gegevens: Pieter Aspe is geboren op 13 april 1953 in Brugge waar hij nog steeds woont. Pieter Aspe is eigenlijk het pseudoniem voor Pierre Aspeslag. Als kind was hij actief in de jeugdbeweging en de schoolraad tijdens de woelige jaren zestig. Later huwde hij Francine De Duytsche en kreeg twee kinderen: Tessa (°1972) en Mira (°1974). Zijn hobby’s zijn lezen en fotografie. Voor hij boeken begon te schrijven, is hij nog in uiteenlopende stielen werkzaam geweest. De spreuk ‘Twaalf ambachten en dertien ongelukken’ is hier zeker van toepassing. Van 1972 tot 1976 was hij achtereenvolgens magazijnbediende, verkoper van granen, seizoenagent bij de scheepvaart, fotograaf bij de “Lastige Bruggeling” en manusje-van-alles in een textielbedrijf. Daarna werd hij nog studiemeester-opvoeder, commissaris van een intercommunale en handelaar in brocante en wijn. Hij werkte nog negen jaar als conciërge van de Heilig-Bloedkapel om uiteindelijk in 1996 professioneel auteur en scenarist te worden. Schrijven heeft Pieter Aspe altijd al graag gedaan. Enkele jaren geleden had hij zijn eerste roman af. Het had niets met misdaad te maken. Hij stuurde het manuscript op naar ‘De bezige bij’. Even later kreeg hij te horen dat de tekst niet slecht was maar niet paste in hun fonds. En daar bleef het dan bij… totdat hij in een of ander blad een interview met Jef Geeraerts las. Deze verbaasde er zich over dat er zo weinig misdaadauteurs zijn in Vlaanderen. Toen besloot Aspe een tweede kans te wagen. Het duurde niet lang vooraleer hij een nieuw verhaal had bedacht. Negen maanden later was het manuscript af. Hij stuurde het op naar Manteau, de uitgeverij van Jef Geeraerts en Bob Mendes, die eveneens misdaadschrijvers zijn. Amper drie weken later liet Manteau weten dat ze zijn boek zouden uitgeven.
1
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
Bibliografie
Romans 1995 - Het vierkant van de wraak - Manteau - thriller 1996 - De Midasmoorden - Meulenhoff/Manteau - thriller 1997 - De kinderen van Chronos - Manteau - thriller 1998 - De vierde gestalte - Manteau / Van Holkema en Warendorf thriller 1998 - Grof wild - Manteau / Van Holkema en Warendorf - novelle/thriller 1998 - Bloedband - Standaard Jeugd - jeugdboek 1999 - Het Dreyse-incident - Manteau - thriller 1999 - Luchtpost - Standaard Jeugd - jeugdboek 2000 - Blauw bloed - Manteau - thriller 2000 - Dood tij - Manteau - thriller 2001 - Zoenoffer - Manteau - thriller
Korte verhalen 1996 - Human intrest - Meulenhoff/Manteau - kort verhaal in de bundel 11X een schot in de roos 1996 - Wellust - kort verhaal in het literair tijdschrift de Brakke Hond 1996 - Het laatste beleg - kort verhaal in De Morgen
Scenario's 1997 - scenario's voor een gerechtsdrama (VRT) 1997 - scenario's voor Heterdaad (VRT) 1998 - concept en pilootaflevering voor een internationale politieseriei
2
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
Samenvatting: Onderzoeksrechter Hannelore Martens, de sympathieke vriendin van commissaris Pieter Van In, wordt door haar jeugdvriendje Valentijn Heydens gebeld. Hij verzoekt haar dringend om hem nog diezelfde avond te ontmoeten in L’Estaminet, een café in Brugge. Hannelore heeft nog altijd een zwak voor hem en volgt haar hart. Valentijn confronteert haar met dreigbrieven die zijn vader de laatste maanden heeft gekregen. Hij is bang dat iemand hem wil vermoorden. Tijdens het gesprek, zo blijkt enkele uren later, wordt Valentijns vader, Marcus Heydens, vermoord. Commissaris Pieter Van In, vriend van Hannelore, wordt opgeroepen om de moord te onderzoeken. Op het eerste gezicht lijkt het zelfmoord. Gezien de dreigbrieven lijkt de hypothese van een geënsceneerde zelfmoord voor de hand te liggen. Na nauwkeuriger onderzoek blijkt het wel degelijk over moord te gaan. Hoewel Hannelore Valentijns gedrag in de daaropvolgende dagen raadselachtig vindt, blijft ze gevoelig voor diens onweerstaanbare charme. De reactie van Van In laat zich dan ook raden. Hij bijt zich vast in de zaak, zeker na de kennismaking met de excentrieke familie en vriendenkring van Marcus Heydens. Marcus had bij Leona Vidts vier kinderen verwekt, waaronder Valentijn, het eerste kind. Later verliet hij Leona, die daarna trouwde met de diepgelovige Wilfried Delanghe. Toch zag ze regelmatig Marcus terug en had ze geheime avontuurtjes met hem. Leona werd dan ook voor een tweede maal zwanger van hem, maar het kind heette officieel Diana Delanghe. Het huwelijk met Wilfried hield slechts zes jaar stand. Henri Broos, vrijmetselaar met een hoge rang en boezemvriend van Marcus Heydens, gaf in ruil voor de scheiding vijf miljoen aan Wilfried, waardoor hij een jaar later met Leona, op wie hij altijd al verliefd was geweest, kon huwen. Tijdens haar tweede huwelijk kreeg Leona haar laatste twee kinderen: Virginie en de blinde Joris. Ook die twee waren echter verwekt door Marcus Heydens, met wie Leona nog contacten had. Toch werd daarover in alle talen gezwegen. Een week na de dood van Marcus Heydens wordt Wilfried Delanghe ook vermoord. Hij werd verstikt onder zijn zware religieuze boeken. Alles wijst steeds meer op een complex, diepgeworteld familiedrama. Commissaris Van In probeert samen met zijn collega Guido Versavel het mysterie op te lossen. Ook Hannelore krijgt de opdracht om ondervragingen te doen. Wanneer Hannelore er alleen op uit trekt naar Valentijn, wordt ze door hem ontvoerd. Valentijn bekent de moord op Marcus Heydens. Hij deed dit omdat hij wou wraak nemen op het feit dat Marcus altijd gezegd heeft dat hij zijn vader was. Valentijn meent echter dat dit niet zo is. Hij zegt dat hij van koninklijke oorsprong is. Leona had altijd al via Henri Broos nauwe contacten met het Hof gehad. Nu wil Valentijn enkel nog de koning, zijn vermeende vader, zelf vermoorden. Dit wil hij doen tijdens een bezoek van de koning aan Brugge. Vooraf regelt hij nog een ontmoeting met Pieter Van In. Hij confronteert hem met zijn plan, maar eist dat hij niet tussenkomt. Als hij zich daar niet aan houdt, zal hij Hannelore vermoorden. Hij kan dit doen door eenvoudigweg een systeem te activeren via zijn GSM, maar dat weet Van In niet. Van In is teneinde raad en probeert via de hoogste kringen te verhinderen dat de politie een wilde klopjacht opent op Hannelores ontvoerder. Dit zou immers het leven van zijn geliefde op het spel zetten. In het grootste geheim wordt Van In door de koning ontvangen en doktert een plan uit. Tijdens het bezoek van de koning wacht men tot 3
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
Valentijn toeslaat. Op dat moment schakelt men alle GSM-operatoren uit en rekent men Valentijn in. Hij probeert nog te bellen, maar zijn GSM doet het niet. Hannelore wordt ongedeerd teruggevonden op een boerderij in de polders. Of Valentijn werkelijk blauw bloed had weet men niet. Pieter Van In krijgt de gelegenheid om het te achterhalen via een eenvoudig bloedonderzoek, maar doet dit niet uit respect voor de koning.
Hoofdpersonage: Hoofdpersonage is commissaris Pieter Van In. Hij heeft een wisselend humeur. Onder meer daardoor komt hij regelmatig in conflict met zijn oversten. Het is zijn gewoonte om elke dag een halfuur te laat te komen op zijn werk. De enige collega waarmee hij eigenlijk echt opschiet is zijn partner brigadier Guido Versavel. Maar ook Versavel plaatst soms vraagtekens achter Van Ins manier van werken. Van In reageert vaak impulsief en is heel jaloers. Wanneer hij bijvoorbeeld ontdekt dat Hannelore haar eerste liefje terug ontmoet heeft, scheldt hij haar uit voor hoer. Een breuk in hun relatie lijkt het logische gevolg, maar toch slagen ze erin om samen te blijven en hun relatie juist te versterken. Hannelore en Pieter lijken voor elkaar gemaakt. De stappen die Van In zet in zijn onderzoeken zijn dikwijls niet logisch te verklaren; hij gaat af op zijn intuïtie, wat hem vroeger geen windeieren heeft gelegd. Van In wordt vaak verweten voor arrogante zak, zo komen we te weten. Ook Versavel verwijt hem dat op een bepaald moment. Het wordt hem te veel dat hij telkens moet opdraaien voor de impulsieve reacties van Pieter. Dit zou zijn promotiekansen in gevaar kunnen brengen. Toch blijft de hechte vriendschap overeind. Wanneer de één een steekje laat vallen, raapt de andere die op. Ze vormen een goed team en slagen er dan ook in om hun opdracht tot een goed eind te brengen.
Fragment: Pagina 85 – 90: Diana Delanghe, want zo heette ze officieel, betrok een appartement in de Witte Leertouwersstraat op loopafstand van de Coupure, waar Marcus Heydens naar alle waarschijnlijkheid zelfmoord had gepleegd. Het was een trieste buurt. De mensen bleven er wonen omdat er elders geen plaats voor hen was. Het pand in kwestie was een krot met een trapgevel dat onlangs als beschermd monument was geklasseerd en dringend aan renovatie toe was, maar daar had de eigenaar geen oren naar. Hij bleef de huur opstrijken en wachtte geduldig af tot de overheid met een interessant voorstel over de brug zou komen. Die kans was klein want in de Witte Leertouwersstraat kwamen geen toeristen. Het vervallen monument had daarom geen enkele economische waarde. Van In raadpleegde de naamplaatjes die slordig naast de belknoppen waren aangebracht. Dat van Diana viel op omdat het nog sneeuwwit was en er Heydens op stond in plaats van Delanghe. “Ik denk dat ze op de tweede verdieping woont”, zei hij tegen Versavel. Een van de overburen, een slome veertiger met een uitgezakte bierbuik, observeerde de politionele actie van achter het raam van zijn woning. Toen Van In bij Diana Delanghe aanbelde, riep hij zijn vrouw erbij. Hoewel het mens in de keuken aardappelen aan het
4
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
schillen was – dat deed ze zittend vanwege haar spataderen – reageerde ze meteen op het verzoek van haar man. 85
“Ik heb je toch gezegd dat ze iets zouden ondernemen tegen dat tuig van hier rechtover.” De vrouw veegde haar aardappelschiller schoon aan haar schort. Wat moest ze daarop zeggen? Dat de aangetekende brief die haar man vorig jaar aan het college van burgemeester en schepenen had gericht en waarop nooit een antwoord was gekomen, hoogstwaarschijnlijk niets te maken had met de politiewagen die nu voor de deur stond? Nee, als ze dat onder zijn neus zou wrijven, zou hij kwaad worden en kreeg ze weer slaag. Dat gebeurde steeds vaker sinds hij zijn baan was kwijtgeraakt. “Ik hoop dat ze die vuile profiteurs meteen het land uitzetten.” De man schoof de vitrage wat verder open en keek gespannen toe. “Vergeet niet dat je vanmiddag nog moet gaan stempelen, Gino”, zei de vrouw en ze slofte terug naar de keuken. Op het aanrecht lagen twee lappen bloederig vlees. De vrouw gooide ze in de pan, glimlachte en strooide er royaal zout over. Gino had al een tijdje last van een te hoge bloeddruk en de dokter had gezegd dat hij zout moest mijden. Diana Delanghe schrok toen ze de Witte Leertouwersstraat inreed en de politiewagen bemerkte die tegenover haar deur stond geparkeerd. Het was te laat om nog achteruit te rijden. Dat zou opvallen. “Get down!” schreeuwde ze tegen de twee passagiers op de achterbank. Ze klemde haar handen om het stuur en gaf voorzichtig gas. “Volgens mij is ze niet thuis”, zei Van In. Hij had drie keer aangebeld. “Ik zie in ieder geval geen beweging.” 86
Versavel had de hele tijd de tweede verdieping in het oog gehouden omdat het wel vaker gebeurde dat mensen die om een of andere reden de deur niet wilden openmaken, het toch niet konden laten stiekem door het raam naar buiten te gluren. “Wat doen we nu?” Van In draaide zich om. Op dat moment reed Diana voorbij. “Ik denk dat we geluk hebben”, zei hij. “Daar is ze.” Toen ook Versavel zich omdraaide, gaf Diana gas. ”Verdomme”, schreeuwde Van In. Versavel, die niet goed begreep wat er aan hand was, volgde Van Ins uitgestoken vinger en zag een lichtblauwe Renault Espace achter een bocht verdwijnen. Nog voor hij iets kon vragen, rende Van In naar de Golf, trok het portier open en startte de motor. “Zal ik om assistentie vragen?” vroeg Versavel. De brigadier sprong in de wagen, gespte zijn veiligheidsgordel vast en reikte naar de microfoon van de boordradio. “Nog niet.” Van In ontkoppelde, duwde de Golf in zijn eerste versnelling en zette de achtervolging in. Wat bezielde het wijf om op de vlucht te slaan? Versavel hield zijn hart vast. Hij wist dat zijn vriend een cocktail van stress en woede moeilijk kon verteren. Op die momenten was het beter hem met rust te laten. Van In trapte het gaspedaal in en klemde zijn vingers om het stuur, als een uitgehongerde roofvogel die zijn klauwen in een prooi slaat. De politiewagen liet een spoor van stuifwater achter en raasde met een slingerende achtertrein over de gladde kasseien. Van In had in geen maanden nog een wagen bestuurd en dat kon
5
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
je horen. Hij schakelde te traag waardoor het toerental te hoog opliep en de motor begon te huilen. Versavel boog zich naar voren en zette de sirene aan, al was het maar om 87
argeloze fietsers en voetgangers ervoor te waarschuwen dat er een politiewagen kwam aangereden. Op de hoek van de Witte Leertouwersstraat en de Schaarstraat draaide Van In met gierende banden rechts af. Voor een keer kon hij appreciëren dat er in Brugge nog bijna uitsluitend eenrichtingsverkeer mogelijk was. Hoewel de Espace uit het zicht was verdwenen, beschikte Diana slechts over één vluchtroute. Ze was verplicht om via de Gentpoortstraat de stad uit te rijden en dat kon op dit uur van de dag wel eens tegenvallen. Meestal stond er rond de middag een file en dat was vandaag niet anders. “Daar staat ze.” Versavel wees naar het dak van de Espace dat boven de andere wagens uitstak. “Als ik me niet vergis, regelt een van onze mensen het verkeer aan de Gentpoortbrug. Zal ik hem oproepen?” Versavel duwde het spreekknopje van de microfoon in en nam contact op met de centrale. Van In dacht daar blijkbaar anders over want hij schakelde de Golf in zijn achteruit, draaide het stuur naar rechts zodat de wagen schuin op de rijweg kwam te staan. “Wat ben je in vredesnaam van plan?” “Wat zegt u?” vroeg de officier met wachtdienst. Op dat moment gaf Van In gas en reed het trottoir op. Door de schok liet Versavel de microfoon vallen. “Dat haal je nooit”, schreeuwde hij net voor een bocht waar het voetpad versmalde. Van In trok zich daar niets van aan en reed met twee wielen op de rijweg en twee op het trottoir langs de file. Zelfs met de sirene aan hoorde Versavel de zijspiegels afknappen van de wagens de ze links voorbijstaken. Marc Deneve had vijf jaar aan zijn droom gewerkt, een schaalmodel van de Mercator, het afgedankte schoolschip van de Belgische marine dat in de haven van Oostende afgemeerd ligt en in de zomer tot leerrijk ver88
maak dient van duizenden bezoekers. Het schaalmodel zou de komende weken het pronkstuk vormen van een tentoonstelling die Mare Deneve samen met een paar vrienden had opgezet. Deneve ging lichtjes door de knieën om de masten van het zeilschip ongehavend door de lage deuropening te loodsen. Gelukkig was dit de laatste hindernis. Op het trottoir stond een gehuurde bestelwagen klaar om het kleinood naar de tentoonstelling te brengen, een Ford Transit met een grote achterklep. Toen Van In de bestelwagen en de jongeman met het schaalmodel van de Mercator midden op het trottoir zag staan, ging hij op de rem staan. De Golf raakte uit de koers, schuurde in een vonkenregen langs de zijkant van een Mercedes cabriolet en kwam op een halve meter van de Transit tot stilstand. Op dat ogenblik zette de file zich in beweging. De Espace verdween over de Gentpoortbrug. “Weet je hoeveel zo'n Mercedes kost?” vroeg Versavel geamuseerd. Van In leek door een bliksemschicht getroffen. Hij bleef met zijn handen op het stuur zitten. Het schuren van metaal op metaal had een oude herinnering weer naar boven gebracht. Hij dacht aan meester Matthys, een onderwijzer die met zijn nagels over het bord schraapte telkens als de aandacht in de klas verslapte. Dat in gedachten opnieuw te moeten beleven, deed hem ineenkrimpen.
6
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
“Onnozele zot.” De chauffeur van de cabriolet, een instant gebruinde kerel van een jaar of dertig, rukte het portier van de Golf open en begon Van In de huid vol te scheiden. Versavel stapte uit, liep om de Golf en tikte de man op de schouder. “Moeten wij de politie bellen of gaat u dat zelf doen?” 89
Van In bleef wezenloos achter het stuur zitten. Zijn gezicht zag zo wit als een onderbroek die met SPOTFREE was gewassen. Ondertussen ging er kostbare tijd verloren. Nog voor de officier met wachtdienst het signalement van de Espace via de radio te horen kreeg, zat Diana met haar twee passagiers al in de trein naar Knokke-Heist. “We have to hide on an other place”, zei ze in gebroken Engels. De twee mannen die voor haar op de bank zaten, knikten maar zeiden verder geen woord. … 90
In dit fragment zijn commissaris Pieter Van In en brigadier Guido Versavel op zoek naar Diana Delanghe (eigenlijk Diana Heydens) om haar te verhoren i.v.m. de moord op Marcus Heydens. Wanneer Diana hen aan haar deur ziet, rijdt ze snel door, omdat ze twee illegale Kossovaarse vluchtelingen mee heeft. Ze is namelijk een schakel in een mensensmokkelnetwerk. Zij herbergt vluchtelingen in haar appartement die ze zelf niet bewoont (zij woont zelf in een ander appartement in Knokke-Heist dat geregistreerd is onder de naam van Henri Broos). Van In reageert razendsnel en zet de achtervolging in met zijn Golf. We zien hier duidelijk het verschil qua karakter tussen Van In en Versavel. Van In reageert impulsief en rijdt het trottoir op langs de file. Daarbij trekt hij zich niets aan van de materiële schade die hij aanricht. Brigadier Versavel reageert daarentegen wat rationeler: hij wil om assistentie vragen, zet de sirene aan en probeert de agent te contacteren die wat verderop het verkeer regelt. De manier waarop Pieter Aspe dit fragment schrijft, is eigenlijk identiek aan de meeste andere fragmenten in dit boek. Hij begint telkens met een uitgebreide inleiding, die vaak uit de lucht komt gevallen. Je vraagt je soms af waar hij wil uitkomen of wat er uiteindelijk zal op volgen. Dit fragment is één voorbeeld daarvan, maar verder in het boek zijn er zeker nog betere. Wat hier duidelijk naar voor komt is hoe Aspe de gebeurtenissen op een ludieke manier kan inkleden. Zo krijg je hier een uitvoerige beschrijving van hoelang Marc Deneve aan zijn schaalmodel van de Mercator heeft gewerkt en hoe blij hij was dat zijn droom nu eindelijk werkelijkheid was geworden. De lage deuropening leek de laatste hindernis, maar dat was buiten Pieter Van In gerekend. Ook het stukje over Gino en zijn vrouw is een passage die voor de rest van het verhaal van geen belang is. Toch boeit de manier waarop Aspe de spot drijft met het alledaagse leven de lezer. Ten slotte is ook het zinnetje “Moeten wij de politie bellen of gaat u dat zelf doen?” als repliek op het verwijt van de chauffeur van de cabriolet amusant. Uiteindelijk zal Van In het adres in Knokke te weten komen en zo samen met de politie van Knokke-Heist de mensensmokkelaars inrekenen. Diana wordt later teruggevonden. De chauffeur van de gedeukte Mercedes eist later een half miljoen schadevergoeding. Van In kan de boot echter zolang afhouden tot de chauffeur enkele weken 7
Steven Werbrouck
Blauw Bloed
later zwaar verongelukt met zijn auto, waardoor hij de schade van de commissaris niet meer kan bewijzen.
Eigen mening: Blauw Bloed is het zesde verhaal in de serie van commissaris Van In van Pieter Aspe. Voor mij was het daarentegen de eerste keer dat ik een ‘Van In’ las. Misschien daarom vond ik het boek, vooral in het begin, wat ingewikkeld om volgen. Ik moest immers nog kennismaken met de hoofdpersonages van het boek, die niet meer uitgebreid werden beschreven. Ook het feit dat het verhaal gaat over een complex familiedrama maakte het voor mij niet eenvoudiger. Tijdens het lezen is het dan ook belangrijk om de verschillende talrijke personages goed uit elkaar te houden, zoniet geraak je verloren in het web van intriges. De ingewikkelde structuur doet echter niets af van de spanning, die door Aspe zorgvuldig gedurende het hele verhaal opgebouwd wordt om uiteindelijk uit te monden in een uitmuntende climax. De dramatische ontknoping is een huzarenstukje dat Aspes grote verbeeldingskracht en verteltalent treffend illustreert. Gedurende de hele misdaadroman zoek je mee naar de moordenaar van Heydens. Pas in de laatste bladzijden blijkt dat je voortdurend op een verkeerd spoor werd gebracht, zonder dat de auteur je daartoe echt dwong. De droge en sarcastische grappen van Van In en Versavel kleuren het boek op een geslaagde manier. Vooral de pesterijen aan het adres van adjunct-commissaris en promotiejager Vanneste (alias ‘Verpeste’ en ‘Vanmeste’) konden mij amuseren. Het typeert de jalousie en irritaties die tussen de collega’s op het werk kunnen ontstaan. De manier waarop Aspe zijn hoofdpersonage daarmee laat omgaan, zorgt voor de nodige dosis humor in het boek. In de relatie tussen Van In en Hannelore zit er een duidelijke evolutie. De eerste indrukken die je krijgt, geven aan dat hun liefdesverhouding niet meer zo vanzelfsprekend is. Hannelore heeft daadwerkelijk nog gevoelens voor haar eerste vriendje Valentijn, gevoelens die zelfs na de onthulling van zijn ware aard nog overeind blijven. Op een bepaald moment denk je dan ook dat hun relatie op de klippen zal lopen. Toch slagen ze er wonderwel in om door die crisis er samen nog beter uit te komen. Deze ontwikkelingen geven een extra dimensie aan het boek, waardoor het de volle 287 bladzijden boeiend blijft. Het logische happy end moet je er dan maar bijnemen. De zesde ‘Van In’ heeft mij overtuigd om zeker nog eens een tweede boek uit die serie te lezen. In het genre van de misdaadroman is Aspe zeker niet weg te denken. Blauw Bloed is absoluut een aanrader voor wie houdt van dergelijke thrillers. i
bron:
http://www.standaard.com/boeken/bio_fiche_frame.pl?auteur_id=20
8