Trance en Magie (boekbespreking) Hoe komt een NLP-trainer ertoe om Afrikaanse goden te importeren? Ik citeer Hollander: `Een jaar of vijftien geleden (Hollander was toen nog werkzaam in een psychiatrisch centrum, red.) zat ik in de universiteitsbibliotheek van Twente wetenschappelijke literatuur over hypnose door te spitten... Het is bijzonder moeilijk om iets te bereiken in de psychiatrie en ik was op zoek naar nieuwe manieren om psychiatrische patinten op de snelst denkbare manieren te helpen - vandaar mijn interesse in groepshypnose.’ Hollander, die in die tijd dan ook een hypnose-opleiding volgt bij een Duitse psychiater, stuit -al snuffelend- `toevallig’ op een artikel in een Amerikaans vakblad van de Braziliaanse psychiater David Akstein, onder de titel `Terpsichore Trance Therapy, a New Hypnotherapeutic Method’. Akstein beschrijft daarin een methode (TTT) om mensen niet met woorden in trance te brengen, maar door middel van dans en bewegingen. Akstein heeft een nieuwe methode voor psychotherapie gedestilleerd uit de rituelen van Umbanda en Candombl. `Umbanda en Candombl zijn’, legt Hollander uit, ’twee Braziliaanse godsdiensten die `ooit met de negerslaven mee verscheept zijn naar Zuid-Amerika... en alleen al het idee om iets te doen met dit soort rituelen, fascineerde mij in hoge mate.’ Het bleef niet bij een idee. Hollander voegt de daad bij
het woord en wat daar uit voorkomt, kunnen we lezen in dit meeslepend geschreven boek. Het is een autobiografisch verslag van een ontdekkingstocht, waarin de auteur de lezer in volle vaart meeneemt naar een totaal andere cultuur dan de onze. Door leergierigheid gedreven steekt Hollander, weliswaar per vliegtuig, de Atlantische Oceaan over, op zoek naar `mentale hulpbronnen van een bruisende cultuur, waar de goden nog tussen de mensen leven’. `Vooral wilde ik, zo schrijft hij in de inleiding, `als een soort psychologische goudzoeker, denk- en gedragspatronen mee terugbrengen, waaraan wij hier in Europa iets hebben.’ Op openhartige wijze deelt Hollander zijn cultuurshock, en andere -vaak verwarrende- ervaringen met zijn lezers: zijn kwetsbaarheid, zijn onzekerheden en zijn twijfels over de betrouwbaarheid van sommige Candombl-priesters, zijn ontmoetingen met mediums, vooroudergeesten, bloedoffers en -vaak op geld beluste- orakels in een wereld waar corruptie en integriteit in eerste instantie vrijwel niet van elkaar te onderscheiden zijn. Hollander beschrijft sommige van die situaties met een prettige dosis zelfspot: `Daar zitten we dan, midden in een pragmagisch moeras, waar we (Hollander en collega Bruce Tanenbaum, red.) niet verder in wegzinken, maar waar we ook niet uitkomen. Het heeft ons vastgezogen in een substantie waarvan we maar niet kunnen vaststellen of het nou hemelse modder is of ordinaire drek... Ik zie ze al lachen om die stomme gringo’s die zich laten inpakken door een Candombl-priester. Maar de andere kant van het dilemma is dat we daar nu de gelegenheid voor hebben. Hoewel het de vraag
is of het erg leerzaam zal zijn om nog een stap verder opgelicht te worden.’ Hollander raadpleegt -om nog enig houvast te hebbendan ook regelmatig zijn eigen ruinestenen. Tijdens zijn verblijf creert hij -volgens Braziliaans-Afrikaanse methodes- een pragmagische orakelset, waar altijd weer nieuwe, belangrijke voorwerpen aan toegevoegd kunnen worden, zoals een spijker uit een vloer, waar `toevallig’ niemand (tijdens het trance-dansen) in ging staan. Het was Hollanders plan om tijdens `deze korte pragmagische expeditie’ het magische met nuchtere te combineren: `Ik wilde mij laten meeslepen, maar toch rationeel blijven.’ Dit blijkt niet zo eenvoudig als het klinkt, want als je je overgeeft aan rituele trancetoestanden, zit je -irrationeel- in de ervaring en als je rationeel wilt blijven, ervaar je de ervaring niet... Overstelpt door die bonte culturele wirwar (terug uit Brazilie reist Hollander ook nog even naar een hypnose-congres in Afrika om daar het een en ander te bestuderen), verliest hij -bijna- zijn doel uit het oog: `Op een broeierige avond in Marakech stelde ik me ergens op de achtergrond een Nederlander voor die schamperde: "Pfff, is dat nou een psycholoog? Hij doet maar wat, hij heeft niet eens een goede theorie." Dat kon ik natuurlijk niet over mijn kant laten gaan.’ Eenmaal terug in Nederland modelleert hij zijn visie op de essenties van de pragmagie (*). `Ik heb nu ervaring opgedaan met magische patronen uit een andere cultuur. Nu moet ik nog twee dingen doen: de structuur ervan doorgronden (de essentiele patronen vaststellen) en met die structuur hier in Nederland iets nuttigs doen... Wat is essentieel? Het eerste dat bij me opkomt is
trance. De tweede essentie een compleet model, de derde aandacht en de vierde enorme betrokkenheid. Een vijfde essentie: positieve imaginatie. En dan zijn er natuurlijk de voorspellingen... en natuurlijk nog duizenden details...’ Het boek wordt afgesloten met een appendix, waarin Hollander op overzichtelijke wijze de door hem overdraagbaar gemaakte modellen presenteert. Daarin vinden we onder meer: `Mensen zoeken magische oplossingen’, `Goden en geesten leven in ons zenuwstelsel’ en `Pragmagie is het vertalen van nuttige magische patronen van de ene cultuur naar de andere’. En verder: `De pragmagische cyclus’, `Candombl-patronen’, etcetera. Het blijft spannend: Hollander heeft `de zenuwen’ bij zijn eerste Nederlandse workshops pragmagie (dit doet hij samen met Lucas Derks); er wordt een orakeltent gemaakt, een auto vol attributen moet naar Mook, waar een gymlokaal wordt omgetoverd tot een `terreiro’... Hollander haalt opgelucht adem: het wordt een succes, dat weliswaar nog `verbeterd’ kan worden (Hollander blijkt een perfectionist). De deelnemers zijn enthousiast. En hier spreek ik uit eigen ervaring. Ik kan het iedereen aanraden. In de epiloog kijkt Hollander terug op zijn ervaringen en op de vraag of pragmagische workshops nut hebben. Hij komt tot de conclusie dat mensen via deze methode hun doelen `als vanzelfsprekend’ kunnen verwezenlijken. Dit jaar, zo schrijft hij, gaat hij waarschijnlijk naar Bulgarije `om eens te kijken wat ik daar aan trance en magie kan vinden’.
In Nijmegen, waar ook het IEP is gevestigd, kreeg Jaap Hollander onlangs voor dit boek een `eigen etalage’. Een groot compliment natuurlijk! En terecht, want `Trance en Magie’ is niet alleen een fijn, maar ook een uitermate leerzaam boek! Ik las het in n ruk uit! (*) Zie ook: `Essenties van NLP’ (Hollander en Derks, uitg. Servire), waarin interculturele pragmagie uitgebreid wordt behandeld. Zie ook ’The Modelling of Magic’ Stip ter Laan Valckstraat 35 7203 GB Zutphen 0575 - 543 075