Uitleg boekverslag en boekbespreking
groep 7 schooljaar 2014-2015
Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7
Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave Stap 4: Inhoud boekverslag Stap 5: Boekbespreking Stap 6: Digibord-presentatie Stap 7: Voorbereiden
2
Stap 1: Het lezen van je boek Voordat je een boekbespreking kunt houden, moet je natuurlijk eerst een boek hebben gelezen. En voordat je een boek kunt lezen, moet je eerst een boek hebben. Met het lezen van een boek ben je wel een tijdje bezig. Daarom is het heel belangrijk dat je een goede kiest. Kies een boek waar jouw interesse naar uitgaat. Er zijn heel veel verschillende soorten. Er zit er vast wel eentje tussen die je leuk lijkt. Misschien spreekt de kaft je heel erg aan, of ken je de schrijver. Wellicht kan een klasgenoot je wel een leuke titel aanraden. Als het boek toch blijkt tegen te vallen, dan kun je alsnog een andere kiezen. De volgende website gaat over leuke kinderboeken en er staat ook heel veel informatie over kinderboekenschrijvers: Leesfeest: www.leesfeest.nl Misschien vind je op deze site een boek dat je graag zou willen lezen. Misschien kun je in de bibliotheek van school wel een leuk boek vinden. Zoek, en maak een goede keuze! Stap 2: Titelpagina Een boekverslag is een kort verslag over een boek waar de belangrijkste punten in terugkomen. Vaak heeft zo'n verslag een heel duidelijke indeling. Je kunt het verslag in het tekstprogramma Word maken. Het verslag begint uiteraard met een titelpagina. Op een titelpagina staan de volgende dingen: 1. De titel van je boek. 2. Naam van de schrijver en de uitgever. 3. Tekening of een plaatje van het boek. 4. Je eigen naam. Stap 3: Inhoudsopgave Je verslag begint natuurlijk met een inhoudsopgave. Hierin staan alle hoofdstukken en op welke bladzijde je deze kunt vinden.
3
Stap 4: Inhoud boekverslag Nu begint het eigenlijke boekverslag pas. Je gaat over de volgende dingen kort iets vertellen. Je begint eigenlijk met dezelfde informatie die op de voorkant van je verslag staat. Dit noemen we de zakelijke gegevens:
Titel van het boek Auteur (schrijver van het boek) Uitgeverij Jaar van uitgave (vaak is dit voorin het boek terug te vinden) De hoofdpersonages: Vertel kort iets over de belangrijkste hoofdfiguren. Vaak komen er in een verhaal heel veel verschillende mensen voor. Toch zijn er vaak maar twee of drie die echt de belangrijkste zijn. Schrijf kort iets over deze personen op. Denk niet alleen aan het uiterlijk, maar zeker ook aan karaktereigenschappen. Is iemand aardig, ondeugend, snel boos te krijgen, gemeen, achterbaks, eerlijk of misschien wel verlegen? Probeer kort iets over iedere hoofdpersoon op te schrijven. Perspectief: een verhaal wordt vanuit een bepaald perspectief beschreven. Er zijn drie verschillende perspectieven waarin een verhaal geschreven kan zijn: o Ik perspectief: de lezer ziet alles vanuit de ogen van het ikpersonage. Alles wordt beschreven vanuit een ik-figuur. Je krijgt haar/zijn gedachten en gevoelens te lezen. o Hij perspectief: de lezer ziet alles vanuit de ogen van een hij- of zij-figuur. Alles wordt beschreven vanuit de hij-/zij-figuur. Je krijgt haar/zijn gedachten en gevoelens te lezen. o Alwetende verteller: een alwetende verteller vertelt het verhaal. Hij staat boven het verhaal en speelt zelf niet mee in het verhaal. Je krijgt de gevoelens en gedachten van alle personages van het verhaal te horen.
Samenvatting: In ieder boek gebeurt iets. Als dat niet zo is dan heb je wel een heel saai boek gelezen. Probeer een korte samenvatting te geven van het boek. Beschrijf dus in het kort waar het verhaal over gaat. Hoe begint het verhaal? Welk probleem komt in het verhaal aan de orde? Hoe eindigt het verhaal? Verdeel je samenvatting ook in drie stukken: het begin, het middenstuk en het einde. Probeer deze samenvatting niet langer te maken dan een half A4. (De letters mogen niet groter zijn dan lettergrootte 14)
Wanneer speelt het verhaal zich af? Soms staat dit letterlijk in het boek, maar misschien wordt het niet duidelijk verteld. Als de hoofdpersoon bijvoorbeeld in een kasteel
4
woont, dan speelt het verhaal zich rond de Middeleeuwen af. Verhalen kunnen zich afspelen in alle tijden. Dus ook nu of in de toekomst.
Waar speelt het verhaal zich af? Ook dit kan letterlijk in het boek staan. Bijvoorbeeld bij Harry Potter speelt het verhaal zich af in Engeland, op de school Zweinstein. Maar misschien is het niet zo duidelijk waar of in welke stad het verhaal zich afspeelt. Probeer dan te bedenken wat jij logisch vindt.
Informatie over de schrijver: Schrijver word je natuurlijk niet zomaar. Elke schrijver is ooit begonnen, misschien als kind, misschien pas later. Op internet kun je een hoop informatie vinden over de schrijver van jouw boek; naam, leeftijd, hoeveel boeken hij heeft geschreven? Verzamel zoveel mogelijk informatie en schrijf daarna de belangrijkste informatie op. Probeer om ook dit zoveel mogelijk in eigen woorden te doen.
Jouw eigen mening Je hebt het boek gelezen, en je hebt een mening over het boek. Vertel nu eens wat je van het boek vindt en geef ook duidelijk aan waarom je dat vindt! Fout: Ik vind het boek niet leuk, omdat het saai is. Goed: Ik vind het boek niet leuk, het is namelijk saai. Er gebeurt namelijk erg weinig in. Er zit ook weinig spanning in. Fout: Ik vind het boek leuk, want het is erg leuk geschreven. Goed: Ik vind het boek leuk, ik kon me goed inleven in de personages. Er zat af en toe ook leuke humor in. De inhoud van je boekverslag is nu prima in orde. Maar misschien kun je het nog opleuken met plaatjes. Op internet zijn vast plaatjes van het boek te vinden. Ga bijvoorbeeld met Google op zoek naar leuke afbeeldingen.
TIP! Ouders mogen helpen, maar het moet wel jouw boekverslag worden!
5
Stap 5: Boekbespreking Je boekverslag is nu af, maar je mag het ook gaan presenteren aan de klas. Het presenteren van je boekverslag kan erg leuk zijn. Je moet je er alleen wel goed op voorbereiden. In je verslag heb je natuurlijk heel veel informatie staan, maar dat kun je lang niet allemaal aan de klas gaan vertellen. Dan zou je boekbespreking veel te lang duren. Het is daarom belangrijk om te gaan kijken wat je precies wilt gaan vertellen. Daarom is het handig dat je kernwoorden gaat opschrijven. Dit zijn de belangrijkste woorden waarmee je je boekverslag kunt samenvatten. Als je goede kernwoorden kiest, dan kun je aan de hand van die woorden een heel verhaal vertellen. De kernwoorden helpen je dus om je verhaal te onthouden. Ze dienen als een soort van kapstok, zodat jij weet welke deelonderwerpen je wilt behandelen. Met dit "spiekbriefje" hoef je ook veel minder bang te zijn dat je je verhaal kwijt raakt. Lees je boekverslag eens over, en maak een lijstje met kernwoorden. Maak je eigen spiekbriefje, zodat je boekbespreking een stuk makkelijker wordt. Onthoud: schrijf alleen kernwoorden op, en dus geen hele zinnen! Onderdelen die zeker aan bod moeten komen in een goede boekbespreking: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De titel, schrijver en uitgeverij van het boek Wanneer is het boek geschreven? Een korte samenvatting van het verhaal. Wie zijn de belangrijkste personen? Wat vond je het leukste/spannendste/mooiste/gekste/enz.? Kun je het boek aanraden aan je klasgenoten? Waarom? Voorlezen uit het boek: je leest ongeveer 2 bladzijden voor. o Let op! Voordat je gaat lezen, vertel je aan je klasgenoten waar dit stukje over zal gaan en waarom je juist dit stukje hebt uitgekozen. o Misschien vind je het leuk om vragen te stellen aan je klasgenoten over het stukje wat je net hebt voorgelezen?
Na afloop van je presentatie mogen kinderen aan jou vragen stellen over je boekbespreking, wees voorbereid op de volgende vragen:
Wat vind je leuk/ niet leuk aan dit boek? Waarom heb je dit boek gekozen? Hoe lang heb je er over gedaan? Heeft iemand je geholpen?
6
Stap 6: Digibord-presentatie Bij je boekbespreking hoort ook een mooie presentatie op het digibord. Daarvoor kun je verschillende programma’s gebruiken, bijvoorbeeld PowerPoint. Met dit programma kun je een mooie diapresentatie maken waarmee je je boekbespreking heel goed kunt presenteren. Het is mogelijk om foto's te laten zien, filmpjes of muziek en overal kun je tekst bij schrijven. Je zult zien dat de kernwoorden die je hebt opgeschreven bij de vorige stap heel handig zullen zijn. Op een dia kun je namelijk niet al te veel tekst schrijven. Stap 7: Voorbereiden Je hebt nu je boekverslag af en je boekpresentatie gemaakt. Het enige wat je nu nog hoeft te doen, is jouw boekbespreking aan de klas te vertellen. Daarbij kun je heel goed je spiekbriefje en je digibord-presentatie gebruiken. Hieronder staan een aantal handige tips waar je aan moet denken bij het houden van een boekbespreking:
Zorg er voor dat je duidelijk en rustig praat. Misschien ben je wel een beetje zenuwachtig, maar probeer zo ontspannen mogelijk over te komen. Het is echt geen ramp als je een keer een foutje maakt. Ontspan en doe je ding! Kijk je publiek geregeld aan, op die manier kun je zien of je verhaal nog steeds interessant is. Je hoeft niet alles uit je hoofd te kennen, gebruik de kernwoorden op je digibord-presentatie om je verhaal te vertellen. Laat af en toe ook dingen zien. Dit kunnen andere boeken zijn die de schrijver heeft geschreven, foto’s op het digibord enzovoort. Zorg dat foto's groot zijn zodat iedereen ze kan zien, ook de kinderen die achter in de klas zitten. Zorg er voor dat je boekbespreking niet te lang of te kort duurt. Dit kun je heel goed testen door je boekbespreking een aantal keer te oefenen voor een testpubliek (bijvoorbeeld je vader of moeder). Je boekbespreking mag 10 tot 15 min duren.
Schrijf je in de klas in en onthoudt wanneer jij je boekbespreking hebt. Suc7!!
7